Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Vertrouwd en dichtbij
Informatie voor patiënten
Een kind met een Erbse parese
zz
We spreken van een Erbse parese wanneer bij de geboorte een beschadiging is opgetreden aan de zenuwen die van de nek naar de arm lopen. Zenuwen drijven de spieren aan en geven gevoel door. Als zenuwen niet goed werken, kan dat tot gevolg hebben dat uw kind een van beide armen niet voelt en deze niet goed kan bewegen. In 75% van de gevallen herstelt de Erbse parese zich spontaan en volledig, 25% van de kinderen blijft restverschijnselen houden. De meeste kinderen kunnen hiermee prima functioneren. Af en toe zal een kind blijvend een functiebeperking houden.
1
Behandeling Kinderfysiotherapeut Als is vastgesteld dat uw kindje een Erbse parese heeft, bekijkt de kinderarts of het wenselijk is dat een kinderfysiotherapeut wordt ingeschakeld. Als u in het ziekenhuis bent bevallen, komt er zonodig tijdens uw opname al een fysiotherapeut bij u langs. Bent u thuis bevallen of hebt u na uw ontslag uit het ziekenhuis nog hulp nodig, dan kan de kinderarts ervoor zorgen dat er een fysiotherapeut bij u thuis komt
Verpleegkundige Bij een bevalling in het ziekenhuis kan een verpleegkundige u laten zien, hoe u uw kind het beste kunt optillen en verzorgen en hoe u daarbij de arm kunt beschermen.
Controle Na enige tijd hebt u een controle-afspraak bij de kinderarts. Deze bekijkt dan hoe het met de algemene gezondheid van uw kindje gaat en ook of de arm goed vooruit gaat.
Neurochirurg In het zeldzame geval dat de arm na drie maanden nog niet voldoende is hersteld, verwijst de kinderarts uw kindje door naar de neurochirurg.
2
Wat kunt u doen? Afwachten De eerste drie weken na de bevalling is het afwachten in hoeverre de arm zich spontaan herstelt. U kunt de arm rust geven door de mouw van de kleertjes van uw baby aan de romp vast te spelden of vast te plakken met tape. Omdat de spieren rond de schouder verlamd zijn, kunnen ze het schoudergewricht niet goed beschermen. U moet dan ook voorkomen dat de arm slap naar beneden hangt, want hierdoor kan de schouder worden uitgerekt. Ook is het belangrijk dat uw kindje geen bewegingen maakt waardoor de schouder kan worden uitgerekt. Probeer hier bij de dagelijkse verzorging op te letten. Het is goed als u de arm aanraakt en streelt. Uw kindje zal zich hierdoor meer bewust worden van de arm. Uiteindelijk zal het de arm beter gaan gebruiken.
Oefenen Vanaf de derde week na de bevalling mag de schouder geoefend worden. Doe dit zo nodig in overleg met een kinderfysiotherapeut.
3
Praktische adviezen Positie van de arm Het is goed om de arm van uw baby dicht bij zijn lichaam te houden. Het beste kunt u de arm op de borst leggen met het handje bij de mond. Uw kind voelt dan zijn eigen gezicht en kan soms ook op zijn vingertjes sabbelen. Als de twee handjes elkaar raken, is dat ook een prettig gevoel voor uw kind. Als u aan het voeden bent, stop de arm dan niet onder uw oksel, maar leg hem op de buik van uw kindje. Op plaatjes hiernaast is de rechterarm verlamd.
Wanneer u uw kindje tegen uw schouder houdt (bijvoorbeeld voor een boertje), ondersteunt u met één hand de billen en met de andere hand houdt u de arm in de juiste positie.
Verkeerde houdingen Probeer te voorkomen dat de arm van uw kindje in een verkeerde positie terechtkomt:
De hoek tussen de arm en de romp mag niet groter worden dan 90˚. Laat de arm niet naar achteren afhangen en breng de arm niet verder dan 90˚ omhoog langs het oor. Trek uw kindje niet aan de armpjes omhoog en til het niet onder de oksels op.
4
Praktische adviezen
Optillen en dragen Als u uw kindje optilt, doe dat dan altijd met één hand onder de billen of in het kruis en de andere hand rond de schouders en het hoofd. Het is handig om uw kindje vanuit rugligging eerst een beetje naar de gezonde kant te draaien, zodat de arm op de buik blijft liggen.
Aan- en uitkleden Bij het aankleden doet u de verlamde arm als eerste in de mouw, bij het uitkleden als laatste uit de mouw. Gebruik rompertjes en truitjes met een wijde hals (met drukknoopjes) of overslagtruitjes. Vindt u het lastig om uw kindje te draaien, dan kunt u het aankleedkussen draaien.
In bad doen Houd bij het baden uw kindje altijd vast aan de gezonde arm. U legt het op de rug en met uw pols ondersteunt u het hoofd. De andere arm drijft dan in het water.
5
Praktische adviezen
Slapen Om het risico op wiegendood te verkleinen, is het advies om uw kindje altijd op zijn rug te laten slapen.
Spelen Wanneer uw kindje op zijn rug ligt, bijvoorbeeld in de box of op uw schoot, is het goed als het zijn arm vrij kan bewegen. Als u uw baby op schoot hebt, is het prettig als u met uw voeten op een verhoging steunt en uw baby met zijn gezichtje naar u toe ligt. Zo kunt u goed contact maken. Let er ook dan op dat de arm niet afhangt. Breng de beide handjes bijvoorbeeld naar elkaar toe of laat uw kindje zijn gezicht met zijn eigen handje strelen. Uw baby mag ook gewoon even op zijn buik liggen. Wees dan wel voorzichtig met omdraaien. Let op dat ook het kraambezoek uw kindje op de goede manier vasthoudt!
Hebt u een opmerking of een klacht? De medewerkers en specialisten van het Wilhelmina Ziekenhuis Assen doen hun best uw kind de juiste (medische) zorg te geven. Mocht er toch iets gebeuren waarover u niet tevreden bent, dan verzoeken wij u om dat door te geven. Dat kan aan degene die direct verantwoordelijk is of aan de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Deze is bereikbaar via:
e-mailadres:
[email protected] telefoonnummer: (0592) 32 56 24/32 55 55 (maandag t/m donderdag) postadres: WZA t.a.v. ombudsfunctionaris, postbus 30.001, 9400 RA Assen
Wilhelmina Ziekenhuis Assen
Europaweg-Zuid 1 Postbus 30.001 9400 RA Assen Telefoon (0592) 32 55 55 www.wza.nl
© 2014 WZA
kinde10 – maart 2014
Meer informatie over de klachtenprocedure vindt u op www.wza.nl/patienten/een-klacht