Thuisbehandeling van uw kind met een femurfractuur Inleiding Uw kind heeft een femurfractuur; een breuk in het bovenbeen. In overleg met de arts kan het, na een ziekenhuisverblijf van ongeveer een week, naar huis waar de behandeling wordt voortgezet.
1. Overzicht van de totale behandeling De behandeling van een femurfractuur bestaat uit twee delen: uw kind ligt ongeveer 3 weken in tractie en vervolgens krijgt het een zogenoemde gipsbroek aangelegd. Aan het eind van de eerste 3 weken wordt met behulp van een röntgenfoto het verloop van de genezing beoordeeld. Als dit naar wens gaat, wordt de tractie verwijderd en krijgt uw kind een gipsbroek aangelegd. Omdat voor het aanleggen van de gipsbroek rustgevende medicijnen worden gegeven wordt uw kind een middag opgenomen op de Dagbehandeling. Ook de gipsbroek zal ongeveer 3 weken omblijven. Naar huis De arts en de kinderverpleegkundige van het ziekenhuis maken afspraken met u over de verdere behandeling thuis en regelen de praktische zaken. Ook schakelen zij een Transmuraal verpleegkundige in, die u en uw kind de dag na thuiskomst bezoekt en verder begeleidt. Met vragen kunt u dan ook bij haar terecht. Voor thuis wordt gebruik gemaakt van een speciaal tractieframe. Deze krijgt u van het ziekenhuis in bruikleen. Als uw kind naar huis gaat, wordt het met dit frame overgeplaatst. Het tractieframe wordt thuis op een ziekenhuisbed geplaatst. Het voordeel van zo’n bed is dat uw kind speelruimte heeft. Daarbij is het voorzien van hekken voor de veiligheid. Het bed wordt geleverd door de Thuiszorgwinkel. Ook andere hulpmiddelen, zoals een platte po en eventueel een kamerscherm zijn te huur bij de Thuiszorgwinkel. Een schuin kussen kunt u eventueel lenen bij de Fysiotherapie (zie ook ‘aandachtspunten voor de tractie en de houding van uw kind’). Hiervoor wordt een borg gevraagd.
Vervoer naar huis Het ziekenhuis regelt ambulancevervoer naar huis en terug, óók als uw kind eerder dan voorzien naar het ziekenhuis terug moet. De arts regelt zo nodig pijnstilling voor de rit naar huis en terug. Spel & ontspanning Omdat uw kind voor een langere periode in bed ligt, geeft de pedagogisch medewerker van de afdeling u tips voor spelletjes die in deze situatie mogelijk en geschikt zijn. Ook zal zij u voorbereiden op mogelijke reacties van uw kind op de behandeling. Probeer uw kind zoveel mogelijk te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken binnen uw gezin en plan bijvoorbeeld speelmomenten. Het is wellicht een idee om een dagprogramma te maken. Het bed van uw kind staat in de huiskamer en dat heeft gevolgen voor het hele gezin. Wij adviseren u om een kamerscherm bij het bed te plaatsen. Hiermee creëert u een eigen hoekje voor uw kind en het scherm kan tevens dienen als gordijn als het tijd is om te gaan slapen.
2. Nadere informatie over de tractiebehandeling Aandachtspunten voor de tractie en de houding van uw kind Het is belangrijk dat u de ligging van uw kind en de gewichten regelmatig controleert. In de tractie ligt uw kind met de billen vrij en met het onderlichaam loodrecht onder de katrol. Om draaien te voorkomen kunt u een dubbelgevouwen laken over de buik spannen. De gewichten moeten vrij hangen en mee bewegen met de bewegingen van uw kind. Broertjes en zusjes voelen zich vaak aangetrokken tot die bewegende gewichten. Voorkom dat ze er mee gaan spelen. In principe ligt uw kind plat in bed en gebruikt dus geen kussen. Een klein plat babykussentje is eventueel wel toegestaan. Tijdens het eten of drinken mag het wel even met behulp van een schuin kussen ietsje omhoog liggen om verslikken te voorkomen. Het bed waarin uw kind ligt mag niet op de tocht staan.
Verzorging tijdens de tractiebehandeling Als uw kind dat prettig vindt mag het met een kleine deken, een molton, of een handdoek bedekt worden. Aan de voeten kunt u een paar grote sokken doen. Het opmaken van het bed kunt u het beste met hulp van iemand anders doen, op een vast tijdstip, bijvoorbeeld na het wassen of aankleden, of voor het slapengaan. De ene tilt het kind en de benen dan recht omhoog, terwijl de ander het bed verschoont. Verschonen kunt u wel alleen doen: u schuift een luier, onderlegger of celstofmatje gewoon onder de billen. De zwachtels moeten dagelijks worden verschoond. De verpleegkundige op de afdeling heeft u geleerd hoe u deze goed aanlegt. Controleer een aantal keren per dag of de voeten en tenen goed doorbloed zijn door de kleur en de temperatuur te beoordelen. Doet u dit in ieder geval nadat u het verband verwisseld heeft. Het verband zit goed als de voeten en tenen warm aanvoelen en de kleur hebben die u gewend bent. Als de voeten blauwig zien of kouder zijn dan normaal, dan zit het verband te strak. Soms voelen de voeten klam en zweterig aan. In dat geval kunnen ruime sokken prettig zijn. Na het verwijderen van het verband, smeert u de voeten en benen met masserende bewegingen in met bodylotion. U ziet en voelt dan ook meteen of er drukplekken (rode huid) of huidbeschadigingen zijn. Deze kunnen ontstaan bij de achillespees, de enkels, de hielen, de benen en in de knieholtes, maar ook op het achterhoofd, de rug en schouders. Smeert u deze daarom ook dagelijks in, bijvoorbeeld na de wasbeurt of na het verschonen van het bed. Eten en drinken Het is belangrijk dat uw kind voldoende drinkt. Biedt daarom regelmatig iets te drinken aan. Door de verminderde lichamelijke activiteiten, verbruikt uw kind minder energie en neemt de eetlust af. Het is goed om vezelrijke voeding te geven om verstopping van de darmen te voorkomen. Geef bruin of volkoren brood, verse groenten, fruit, melk en vruchtensappen. Voedingsmiddelen die extra gasvorming in de darmen veroorzaken zoals uien, bonen en erwten zijn af te raden, evenals koolzuurhoudende dranken (prik).
Als het kan laat dan uw kind zoveel mogelijk zelf eten en geef hierbij eventueel een groot servet of een luierdoek als placemat. Plassen en ontlasting Als uw kind niet zindelijk is, verschoon het dan vaker dan gewoonlijk. Grotere kinderen vinden luiers meestal niet prettig en als zij zindelijk zijn is dat ook niet nodig. De ontlasting kan in een platte po (via de Thuiszorgwinkel te huren), een celstofmatje, of een open gevouwen luier worden opgevangen. Jongens kunnen in een fles (urinaal) plassen. Problemen die zich kunnen voordoen tijdens de tractiebehandeling: Pijn De spieren kunnen in het begin gespannen zijn en af en toe schokjes veroorzaken. Dat is pijnlijk. Tijdens de opname wordt daarom valium gegeven om de spieren te ontspannen. Na enkele dagen is het schokken veel minder omdat uw kind gewend raakt aan de houding en constante trekkracht, maar het kan toch nog pijnlijk zijn. Bij ontslag heeft u daarom een recept meegekregen voor pijnstilling. Blijft uw kind pijn houden, neem dan contact op met de Transmuraal verpleegkundige. Problemen met plassen Vaak kleine beetjes plassen, pijn bij het plassen en temperatuursverhoging kunnen duiden op een urineweginfectie of een blaasontsteking. Een blaasontsteking kan worden veroorzaakt doordat uw kind te weinig drinkt en/of de blaas zich niet goed leegt omdat uw kind plat ligt. Er kan ook gruis en ‘neerslag’ in de urine zitten. De urine kan afwijken in kleur en anders ruiken. Vang een beetje urine op in een potje en overleg met de Transmuraal verpleegkundige wat er verder moet gebeuren. Bij een urineweginfectie moet uw kind meer drinken. Het zal dan vaker plassen en de doorstroming van urine van de nieren naar de blaas wordt groter. De arts zal zo nodig een antibioticakuur voorschrijven. Buikpijn Als uw kind onregelmatig of weinig ontlasting (obstipatie) heeft, kan het buikpijn krijgen. De obstipatie kan worden veroorzaakt doordat uw kind zich minder beweegt. Geef uw kind extra drinken en vezelrijke voeding. Als dit niet helpt, neemt u contact op met de Transmuraal verpleegkundige. Deze overlegt zo nodig met de arts.
Wondjes Als u wondjes ziet op de huid, houdt deze dan droog en meld het aan de Transmuraal verpleegkundige.
3. Nadere informatie over de behandeling met een gipsbroek Een gipsbroek is een verband, meestal van gips of sneldrogende lichtgewicht kunststof, vanaf de taille tot aan de enkel of de tenen, met een uitsparing in het kruis. Eigenlijk is het een ‘broek’ met één lange pijp. De binnenkant is van watten met een stoffen bekleding, ter bescherming van de huid. Ten aanzien van eten en drinken, plassen en ontlasting gelden dezelfde richtlijnen zoals beschreven onder de tractieperiode. Aandachtspunten voor de gipsbroek en houding van uw kind Een kind met een gipsbroek mag nooit alleen onder de oksels worden opgetild, maar moet altijd worden ondersteund onder de bovenbenen. Als uw kind op de rug ligt, plaatst u een kussen of handdoekrollen onder de benen. Daardoor heeft het minder last van druk van het gips in de rug. Ook zwelling van de voeten wordt zo voorkomen, omdat de benen dan iets hoger liggen. U kunt uw kind ook af en toe op schoot nemen. Verzorging van uw kind in een gipsbroek Ook nu is het raadzaam een kind dat niet zindelijk is vaker dan gewoonlijk te verschonen. Om te voorkomen dat het gips nat en vies wordt door urine, gebruikt u eerst een speciale inlegluier of de kleinste maat wegwerpluier. Hierover komt een gewone broekluier, om de inlegluier op zijn plaats te houden. De zijrandjes stopt u naar binnen gevouwen onder het gips. Het is bij kinderen die nog niet zindelijk zijn moeilijker om het gips droog te houden. U kunt dan twee luiers over elkaar gebruiken, waarbij u een ovaal stuk uit de plastic buitenkant van de binnenste luier knipt, zodat overtollig vocht makkelijk naar de buitenste luier kan doorstromen. Het is belangrijk om alle randen goed naar binnen gevouwen tussen het gips te stoppen. U kunt de plakkertjes van de luiers afknippen, zodat deze geen huidirritatie kunnen veroorzaken.
Op de billen, de onderrug en de stuit kunnen drukplekken ontstaan. Dit kunt u tegengaan door de huid met een uitgeknepen washand en koud water te wassen, liefst zonder zeep. Daarna droogt u de huid goed af en smeert deze met babylotion. Ook is het goed om uw kind afwisselend op de buik en de rug te leggen. Controle van de gipsbroek Controleer de gipsbroek regelmatig op scherpe randjes of uitsteeksels, bijvoorbeeld na iedere verschoning. Controleer ook de tenen en voeten. Als uw kind ze goed kan bewegen, ze niet gezwollen zijn en de kleur van de tenen de kleur en temperatuur hebben zoals u gewend bent, dan zit het gips niet te strak. Als u twijfelt, neem dan contact op met de Transmuraal verpleegkundige. Verzorging van de gipsbroek • Nat gips kan worden gedroogd met een föhn in een lauwe stand, of door te deppen met zacht tissue papier. Vergeet niet dit weer te verwijderen. • Vies gips kunt u schoonmaken met een beetje water en drogen met een föhn in een lauwe stand. • Stinkend gips kunt u druppelen met Nilodor of Diba-geurverdrijver. Deze producten absorberen ongewenste luchtjes. • Jeuk onder het gips is heel vervelend. Als uw kind last krijgt van jeuk, kunt u met een wattenstokje ‘lotion alba camitol 5%’ onder het gips aanbrengen. U wrijft de lotion zo goed mogelijk onder het gips uit. Deze lotion geeft verkoeling, maakt het gips niet nat en het gips korrelt niet. • Bij ontlasting of diarree in het gips kunt u met oliegedrenkte wegwerpdoekjes tussen gips en huid vegen. Vergeet deze niet te verwijderen. • Bij huidirritatie kunt u met Sprilonspray van Pharmacia een beschermlaagje aanbrengen. Bovengenoemde producten zijn verkrijgbaar bij de apotheek. Vervoer van uw kind met een gipsbroek U kunt uw kind vervoeren in een gewone kinderwagen, eventueel opgevuld met kussens, een tweelingkinderwagen of in een bolderkar.
4. De eerste periode na de tractie en de gipsbroek Nadat de gipsbroek is verwijderd, kan uw kind de eerste tijd moeite hebben met lopen omdat de spieren een tijdlang niet of nauwelijks zijn gebruikt. Ook moet uw kind nog wennen aan het idee dat het weer kan lopen en soms heeft het angst om op de benen te staan zonder steun.
De kinderarts verwijst zo nodig naar een kinderfysiotherapeut. Deze begeleidt uw kind dan totdat het weer loopt zoals vóór de tractie en de gipsbroek. Samen met u stelt de fysiotherapeut een schema op voor uw kind.
Tot slot Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, wendt u zich dan tot de Transmuraal Verpleegkundige. Deze helpt u graag verder.
Telefoonnummers De behandelend arts, de kinderarts en de Transmuraal verpleegkundige zijn telefonisch bereikbaar via 070-210 0000 De Thuiszorgwinkel is bereikbaar via: 070 – 330 1010
HagaZiekenhuis, locatie Juliana Kinderziekenhuis Leyweg 275, 2545 CH Den Haag J02.033-09