EDNA Het ontwikkelen & exploiteren van huisvesting in de beleveniseconomie. Strukton Worksphere

EDNA

EDNA

Het ontwikkelen & exploiteren van huisvesting in de beleveniseconomie

Strukton Worksphere

“Tell me and I will forget, show me and I will remember, involve me and I will understand” Confucius

“Tell me and I won't listen, show me and I will forget, involve me and I will tweet about it” Confucius, vrij vertaald naar de 21e eeuw

EDNA STRUKTON WORKSPHERE

5

INHOUDSOPGAVE INLEIDING

6

OVER STRUKTON

7

1.0 NIEUWE TIJDEN BREKEN AAN

8

1.1 HET ANTWOORD = INTEGRALITEIT

9

2.0 WELKOM IN DE BELEVENISECONOMIE

10

2.1 DE BEHOEFTE AAN BELEVING

11

2.2 DE BEHOEFTE AAN AUTHENTICITEIT & ZINGEVING

12

3.0 BEYOND BUILDING

13

4.0 VOORWAARDEN VOOR SUCCESVOLLE IMPLEMENTATIE VAN BELEVING

14

4.1 CO-CREATIE 5.0 GELAAGDHEID VAN GEBOUWEN

15 16

5.1 STRUCTUURLAAG EN MOODMANAGEMENT

17

5.1.1 DE INVLOED VAN LICHT

18

5.1.2 KLEUR

19

5.1.3 MATERIALISATIE

20

5.1.4 OVERIGE MOODBEPALERS: FEATURES

21

5.2 FORMULELAAG: SERVICE DESIGN

22

5.3 INTERIEURLAAG

23

6


Inleiding

Over Strukton

Experience DNA EDNA is het resultaat van een crossdisciplinaire samenwerking tussen Strukton Worksphere en haar partners en geeft een uniek inzicht in klantgericht ontwikkelen en exploiteren van concepten in de beleveniseconomie. EDNA is daarmee een exponent van Strukton’s behoefte om door middel van een integrale aanpak binnen alle disciplines van de bouwkolom optimaal tegemoet te komen aan de marktvraag van vandaag. EDNA biedt handvatten bij de ontwikkeling en exploitatie van huisvestingsprojecten waar klantbeleving en functionaliteit van groot belang zijn.

Hoe bouw je een kantoor voor bijna 1500 medewerkers, in een tijd dat bouwmaterialen schaars zijn, de Eerste Wereldoorlog voor grote onzekerheid zorgt en aannemers hoge risicomarges hanteren? Dat is in 1918 de vraag voor de belangenmaatschap Nederlandse Spoorwegen, waarin de twee grootste spoorwegbedrijven van Nederland hun krachten hebben gebundeld. Deze maatschap (waaruit later de NS zal ontstaan) heeft een nieuw, spraakmakend hoofdkantoor nodig. Maar wie kan dat gebouw gaan ontwerpen en neerzetten? De oplossing voor dit probleem wordt al snel gevonden: we doen het zélf. We produceren eigenhandig 22 miljoen bakstenen, door baksteenfabriek ‘De Molenheide’ uit Schijndel over te nemen. We maken 4.000 kuub eikenhout geschikt voor de bouw en openen daarvoor een eigen timmerfabriek. En we vervoeren alle bouwmaterialen zelf over de Utrechtse singels, door twee grote motorschepen aan te kopen. Op deze manier bouwen de Spoorwegen in slechts drie jaar tijd een prachtig monument: De Inktpot. Het staat er nog steeds, nabij het Centraal Station in Utrecht, en heeft een plek gekregen op de Rijksmonumentenlijst.

7

De Inktpot markeert niet alleen de geboorte van de NS, maar ook die van Strukton. Na de succesvolle bouwwerkzaamheden wordt in 1921 namelijk de N.V. het Spoorwegbouwbedrijf opgericht. In 1972 fuseert het met het Deense bouwbedrijf Christiani & Nielsen, waarop in 1974 de Strukton Groep ontstaat. Durf, ondernemerschap en een gedegen visie, zoals bij het ontstaan van Strukton, zijn nog steeds de drijfveren van onze onderneming.

8


hoofdstuk 1 NIEUWE TIJDEN BREKEN AAN

1.1 HET ANTWOORD = INTEGRALITEIT “Technologische ontwikkelingen en de impact hiervan op huisvesting, veranderende wensen van stakeholders, maatschappelijke verantwoordelijkheid en kostenefficiency maken het realiseren, beheren en exploiteren van gebouwen steeds complexer en vragen om creatieve maar vooral ook integrale oplossingen”.

We leven in een roerige tijd waarin het steeds duidelijker wordt dat er een omslag gaande is van gedachteloos consumeren naar betekenisvol creëren. De verwachting is dat in de komende jaren de economie in het teken komt te staan van de kracht van de kleinste schakel. Die kracht ligt in de analyse van de details, van de precieze structuur van complexe systemen, zo ook in de realisatie en exploitatie van huisvesting. Het creëren en regisseren van een gedenkwaardige beleving voor gebruikers van huisvesting wordt steeds belangrijker. De gebruikers van een gebouw willen zich niet alleen veilig, welkom en comfortabel voelen en gefaciliteerd worden in hun activiteiten. Ze willen ook geprikkeld en geïnspireerd worden en zich betrokken voelen. Dat hangt van meer factoren af dan de beschikbaarheid van Wi-Fi, een lounge bank en een duurzame klimaathuishouding. Welk verhaal vertelt een ruimte? Aan welke emotie wordt er geappelleerd? Hoe wordt ze ervaren door opdrachtgever, eindgebruikers en bezoekers?

9

Johan Winnubst

En op welke manier word je ontvangen? Voegen faciliteiten waarde toe of zijn het gimmicks? Gaan de toegepaste technologie en maatregelen op het gebied van duurzaamheid de tand des tijds doorstaan of loopt een gebouw al snel merkbaar achter? Om een antwoord te geven op deze vragen is het essentieel te begrijpen wat omgeving, functionaliteit en dienstverlening betekenen voor de eindgebruikers van vandaag én morgen.

“De wereld verandert te snel om haar te blijven beschrijven in steeds dezelfde woorden.”

Door een toenemende complexiteit van processen, eisen en druk op de marges worden het gebouw, de faciliteiten en de bewijsvoering van een ongestoorde dienstverlening in de huidige markt steeds vaker overgelaten aan integrale dienstverleners. Aansluitend op de vraag naar ontzorgen, verandert de contractvorm. Prestaties worden steeds vaker gewaardeerd op resultaat, kwaliteit en toegevoegde waarde voor de eindgebruiker.

Socioloog Willem Schinkel, 2012 De lat komt dus hoger te liggen, maar door een krachtige integrale aanpak zijn we in staat om

aan die hoge criteria te voldoen. Gedurende het ontwikkelingsproces en erna. Om onderscheidende klantwaarde te realiseren, zijn voor Strukton Worksphere de onderlinge samenhang van de verschillende disciplines binnen de Strukton groep, het kiezen van de juiste partners, maar ook het creëren van de juiste belevingswereld voor gebruikers van een gebouw essentieel. Op die basis gaan wij de dialoog aan met eindgebruikers en opdrachtgevers. Wij zorgen voor interactie en stimuleren participatie van ontwerp tot exploitatie, waardoor binding

en betrokkenheid ontstaan die leiden tot een succesvolle samenwerking met alle betrokkenen in het proces. In dit boek beschrijven we de basisprincipes en de sleutelbegrippen die ten grondslag liggen aan belevingsgericht ontwikkelen en exploiteren; de middelen en randvoorwaarden om aan de 21e eeuwse klantvraag te kunnen voldoen.

10


hoofdstuk 2 WELKOM IN DE BELEVENISECONOMIE

2.1 DE BEHOEFTE AAN BELEVING

De groeiende behoefte aan het ondergaan van een sterke, aan activiteit-, product- of merk gerelateerde, beleving is een wereldwijde sociaaleconomische ontwikkeling. Zoals de agrarische economie vanaf de 19e eeuw werd opgevolgd door de industriële economie en de industriële economie op haar plaats is geëvolueerd tot service-economie, zo heeft de service-economie zich de laatste jaren ontwikkeld tot beleveniseconomie.

In de beleveniseconomie gaat het niet langer om het product zelf maar om de toegevoegde waarde; de mate waarin een klant, gast of gebruiker een unieke beleving ondergaat en die erkend. Rene de Vos

11

“Een misvatting die in de projectontwikkeling soms wordt gemaakt is dat beleving gezien wordt als een eenvoudige add-on; de fontein in de hal of het rustgevende muziekje in de lobby. Beleving kan echter niet toegevoegd worden als een lik verf. Het moet al een uitgangspunt zijn in de conceptfase en verankerd zijn in het DNA van een gebouw. Routing, kleur, materialisatie, lichtplan, functioneel ontwerp en service werken allemaal mee aan de totaalervaring”. Antoon Visser

Het laden van een merk of product met beleving vertaalt zich in de eerste plaats in een grotere bereidwilligheid van eindgebruikers om voor een product of dienst (meer) te betalen en ten tweede in merken productidentificatie. Eindgebruikers raken betrokken en worden zelf vaandeldragers van een product of merk.

Strukton Worksphere gelooft dat gebouwen door de gebruikers als prettig en gebruiksvriendelijk worden ervaren wanneer er een positieve en onderscheidende beleving geboden wordt.

Dit laatste mechanisme wordt in de huidige age of information steeds belangrijker; de via het internet wereldwijd gedeelde mening van een eindgebruiker is vaak meer waard dan honderd advertenties. Maar wat is beleving nu eigenlijk? Hoe vertaalt het zich naar het ontwikkelen en exploiteren van gebouwen?

En hoe mobiliseer je hem? Hoe creëer je de omstandigheden die zorgen dat hij bijdraagt aan de kwaliteit van een dienst of ontwikkeling?

Wat prikkelt een eindgebruiker? Wat raakt hem? Wat maakt dat hij zich daadwerkelijk bewust wordt van zijn ervaring en deze gaat uitdragen?

Voor Strukton Worksphere zijn twee sleutelbegrippen hierbij relevant: beleving en authenticiteit.

Beleving; Een samenspel van waarnemingen, gevoelens, gedachten en gedrag van een persoon. Anders gezegd, dat wat de gebruiker ervaart. Om tot een onderscheidende klantbeleving van huisvesting te komen, moeten we sturen op een optimale totaalervaring. Hierom moeten we onderscheid maken tussen belevenissen en beleving. Een belevenis is in dit kader een afzonderlijke, te beïnvloeden ervaring waarbij zintuigen worden geactiveerd en er een bewuste emotionele of cognitieve prikkel wordt gegenereerd.

Beleving of anders gezegd, totaalervaring, is een persoonlijke optelsom van belevenissen. Deze is niet direct beïnvloedbaar maar het directe gevolg van een reeks belevenissen die wel te regisseren zijn. Het uitgangspunt is dat deze totaalervaring evenredig is aan het waardeoordeel dat een klant aan een product, merk of dienst zal toekennen en zo ook aan de mate van zijn emotionele betrokkenheid.

stimuleren participatie van ontwerp tot exploitatie. Hierdoor ontstaan de binding en betrokkenheid die noodzakelijk zijn voor succes over de hele breedte.

Een gebouw is dus ook een verzameling ervaringen; ervaringen van gebruikers, bezoekers, huurders en eigenaren. Het is ons streven om voor elke groep stakeholders een positieve gebruikservaring te creëren. Wij gaan de dialoog aan met eindgebruikers en opdrachtgevers, zorgen voor interactie en

Bij de ontwikkeling, revitalisatie en exploitatie van huisvesting stellen wij daarom een belevingsplan op, waarin samen met de klant en eindgebruikers een keuze wordt gemaakt op welke totaalervaring er gestuurd wordt, aan de hand van een specifieke reeks belevenissen die aansluiten op de gewenste merkidentiteit.

12


2.2 DE BEHOEFTE AAN AUTHENTICITEIT & ZINGEVING

hoofdstuk 3 BEYOND BUILDING “We hebben aandacht voor samenhang en zien onze individuele kracht als onderdeel van een groter geheel. In de huidige tijdsgeest zijn andere, nieuwe waarden van belang. De overvloedige kracht van het kleine vervangt de uitgemolken macht van het grote en we zetten de ontwikkeling in van groei-economie naar balanseconomie. Eerder dan om geld schreeuwt de toekomst om aandacht. “From hard cash to soft values”. Johan Winnubst

De laatste sociaal economische trends geven aan dat ook de beleveniseconomie aan verandering onderhevig is; we zijn onderweg naar de beleveniseconomie 2.0; de transformatie economie of betekeniseconomie. Overspoeld door producten en merken die om onze erkenning en betrokkenheid roepen, worden we in Nederland steeds kritischer. We gaan op zoek naar onderscheidend vermogen en zingeving. Naar authenticiteit. Naar unieke merken en producten waarmee we wel geassocieerd willen worden. Grote merken en bedrijven leunen steeds meer op een sterk onderscheidende marketingstrategie om tegenwicht te bieden aan de kracht van kleinere, unieke alternatieven die veel sneller

in consumentenharten gesloten worden en die vaak zelfs met steun van consumenten zijn ontstaan. Daarom is authenticiteit zo belangrijk. Het wordt ook wel omschreven als de nieuwe consumentengevoeligheid; consumenten en eindgebruikers willen echtheid.

Klantenbinding in de transformatie-economie stoelt dus op authenticiteit; het ontwikkelen van een onderscheidende merkidentiteit en productbeleving, en op interactie; de klant persoonlijk betrekken bij het merk of product en hem daarmee transformeren tot deelgenoot.

Bij het ontwerp, realisatie en het onderhoud van de gebouwen denken wij altijd verder dan het gebouw of het bouwen alleen; we willen als dienstverlener het welzijn van mensen positief beïnvloeden. Beyond Building noemen wij dat. Vanuit deze visie brengen we technologisch overtuigende en emotioneel aantrekkelijke oplossingen samen. We creëren een prettige verblijfsomgeving met relevante diensten en functionaliteiten. Klimaat, licht en geluid worden optimaal geïmplementeerd en onze medewerkers zijn gastvrij en volledig gefaciliteerd om hun taken efficiënt uit te kunnen voeren. Kortom, we zorgen voor een aangenaam gebouw waarin mensen productief en creatief kunnen zijn.

13

14


hoofdstuk 4 VOORWAARDEN VOOR SUCCESVOLLE IMPLEMENTATIE VAN BELEVING

4.1 CO-CREATIE

“Co-creatie is een geëvolueerde vorm van optimalisatie. Het is een doorlopend proces waar we alle partijen bij betrekken”.

Om onderscheidende klantwaarde te kunnen realiseren, is voor Strukton Worksphere de relatie tussen het faciliteren en beheren van gebouwen en de (commerciële) dienstverlening een belangrijk aandachtspunt. Gebruikers hebben als primair doel veilig, prettig en comfortabel te verblijven in een gebouw. Zij zullen pas openstaan voor additionele diensten, producten en beleving als aan de basisvoorwaarden wordt voldaan en het basisproces op orde is (zie figuur).

Wij noemen dat technologisch overtuigend en emotioneel aantrekkelijk zijn.

BELEVING

EM

OT IO

NE

EL

AA NT

RE

KK

EL

IJK

Antoon Visser

DIENSTVERLENING

PROCESSEN

TE

CH

NIS

CH

OV ER TU

IGE

ND

Het gebouw, een ruimte of een dienst kan nog zo mooi zijn bedacht of fraai vormgegeven, als de primaire gebruiksbehoeften zoals koffievoorziening of een aangenaam klimaat niet kloppen, zal de totaalervaring negatief beïnvloed worden. Beleving is dus uitsluitend succesvol als de basisprocessen op orde zijn. De basisprocessen profiteren op hun beurt van de sfeer, de service en aanwezigheid van (commerciële) dienstverlening en personeel in het gebouw.

15

INFRASTRUCTUUR

Co-creatie is een voorwaarde om van traditionele dienstverlening tot dienstverlening in de beleveniseconomie te komen. Eindgebruikers moeten zich kunnen identificeren met hun omgeving, zich welkom voelen en gehoord worden. Door de opdrachtgever en eindgebruiker te betrekken in het proces wordt het leveren van maatwerk standaard. Co-creatie zoals in de praktijk gebracht door Strukton is erop gericht om structureel en integraal stakeholders, gebruikers en specialisten met elkaar te verbinden. Beleving, functionaliteit en diensten worden in gezamenlijkheid ontwikkeld en verbeterd tot een veilige, comfortabele en duurzame omgeving. Hiernaast kan gebruik worden gemaakt van zogenaamde co-creatie communities waarbij de

input van externe of publieke partijen wordt benut bij het ontwikkelen en verbeteren van producten en diensten. Veelal zullen bij deze vorm van cocreatie social media of andere (virtuele) platforms zoals fora en discussiegroepen worden ingezet. Naast het realiseren van een beter product, stimuleert deze vorm van co-creatie klantenbinding en draagt het bij aan een positief imago. Het kan ook aanzienlijk schelen in de supportkosten. Computerfabrikant Dell begon een online community waar gebruikers elkaar advies geven. De website IdeaStorm.com drukt voor Dell zo de beheerskosten én verhoogt de kwaliteit van de dienstverlening.

16


hoofdstuk 5 GELAAGDHEID VAN GEBOUWEN

5.1 STRUCTUURLAAG EN MOODMANAGEMENT

Om integraal en systematisch een optimale belevingswereld te kunnen implementeren herkent Strukton Worksphere een drietal lagen waarin een gebouw verschillende rollen vervult die samen de totaalervaring bepalen

LEVENSDUUR

ELEMENTEN VAN DE GEBOUWLAAG

Structuurlaag

10-15 jaar

Vaste onderdelen in het gebouw: vloeren, plafonds, constructieve elementen, infrastructuur, transport licht, geur en kleur.

Technologisch overtuigend.

Formulelaag

3-5 jaar Imago: 1-3 jaar

Mix van retail, horeca, dienstverleningsconcepten, entertainment, mix in m2 verdeling.

Emotioneel aantrekkelijk, onderscheidende waarde toevoegen.

Zit-en ontmoetingsgebieden, werkplekconcepten, losse objecten, grafische elementen, dragers van promotionele uitingen, bewegwijzeringen informatievoorzieningen (communicatie).

Emotioneel aantrekkelijk, betekenis geven aan plek of ruimte.

GEBOUWLAAG

Interieurlaag

3-5 jaar

ROL VAN DE LAAG

De structuurlaag van een gebouw bestaat uit vaste onderdelen met een lange levensduur. Het bepaalt voor een groot deel de identiteit en sfeer van een gebouw.

17

“Mood is een langdurige stemming of achtergrondbeleving die de interpretatie van ondergane emotionele prikkelingen filtert en kleurt. Mood kan de blik op de omgeving, de wereld of het ‘zelf’ daardoor dempen of intensiveren. Mood werkt als katalysator of als blokkade van energie. Mood is potentieel besmettelijk." Susanne Piët

Om de sfeerbeleving van een ruimte of gebouw te kunnen beïnvloeden en daarmee de stemming van gebruikers te sturen, maken we gebruik van Moodmanagement. Moodmanagement in de exploitatie van huisvesting is een professionele opgave. Vanzelfsprekend kan er niet geanticipeerd worden op elke gril van het moment, maar het is mogelijk om beklijvende waarden toe te passen die een sterke invloed hebben op gemoedsgesteldheid. Sensorische aspecten zoals licht, kleur, vorm, geluid, geur en materialisatie zijn daarbij werktuiglijk. Maar ook de indeling van een ruimte en de beleving van functionaliteit en dienstverlening hebben een grote invloed.

Strukton Worksphere is met Moodmanagement in staat om gevoelens van geborgenheid, haast, verrassing, vervreemding, luchtigheid, gezelligheid, anonimiteit en efficiëntie op te wekken. Een ruimte kan koel en zakelijk aanvoelen, of juist zwoel en broeierig. Open en transparant of besloten en veilig. Als een lentemorgen of als een winteravond en als een koffiehuis in Cairo of een grand-café in Berlijn.

18


5.1.1 DE INVLOED VAN LICHT

5.1.2 KLEUR

19

“Afgezien van de lichtbron zelf, nemen we licht waar bij de gratie van de dingen die verlicht worden en daarom kan licht niet los gezien worden van vormgeving, materialisatie en kleurstelling van de fysieke inrichting”. Rene de Vos

Licht is een van de meest primaire bepalers van sfeer. Een enkele lichtbron kan een ruimte koud en klinisch laten aanvoelen of juist warm en intiem. Licht heeft invloed op ons gemoed, het veroorzaakt biochemische veranderingen in ons lichaam die van invloed zijn op ons welbevinden. Licht zorgt ervoor dat we kleuren ervaren. Daarnaast kan licht elementen, functies of routings benadrukken of ruimtes optisch indelen en daarmee bijdragen aan de visuele oriëntatie van gebruikers.

Ontwikkelingen in de verlichtingsindustrie volgen elkaar momenteel snel op. Ook door kunstenaars wordt licht steeds vaker gebruikt als medium. Er is steeds meer mogelijk met LED-technologie en nieuwe projectie technieken. Naast een veel duurzamere implementatie van een lichtplan kan licht hierdoor toegepast worden als een levend element in de inrichting; het kan zacht pulseren of van kleur en intensiteit veranderen afhankelijk van het moment van de dag.

De parameters zijn divers: licht kan intens of zacht zijn, warm of koud, direct of indirect, diffuus of helder en natuurlijk of kunstmatig.

Het spreekt voor zich dat er bij elke ruimte aan de hand van het belevingsplan goed gekeken wordt naar de toepassing van licht.

Kleur heeft impact op ons gevoel en is één van de belangrijkste bepalers van mood. Kleur beïnvloedt ons gedrag; het kan activeren of rust brengen, vrolijk maken of deprimeren. Kleur kan de verblijfsduur van klanten verlengen of juist verkorten, wat tot meer consumptie kan leiden of tot een betere doorstroom van een verbindingsruimte. Over het algemeen ervaren we lichte en warme kleuren als prettig terwijl sommige donkere tinten en hard rood eerder stress oproepen. Maar kleurbeleving is ook voor een deel cultureel bepaald en kleurassociaties kunnen variëren van land tot land en van tijd tot tijd. Kleur kan subtiel toegepast worden of intens. Het kan functies of elementen in een interieur benadrukken of juist samenhang creëren. Kleur heeft ook een sterke communicatieve waarde; het kan een uitdrager zijn van een merkidentiteit en is essentieel in wayfinding.

“Zeventig procent van onze zintuiglijke waarneming is visueel en de invloed van kleur is enorm. Met de psychologische en biologische effecten van kleur kunnen we het welzijn en het functioneren van werknemers, klanten en bezoekers sterk beïnvloeden”. Edward van Vliet

20


5.1.3 MATERIALISATIE

5.1.4 OVERIGE MOODBEPALERS

Materiaal is, oppervlakkig beschouwd, een middel waarmee je iets bouwt of maakt. Maar constructie en afwerking zijn in eigentijdse ontwikkelingen vaak twee verschillende dingen. De materialisatie van de huid van een gebouw en van inrichtingselementen is in toenemende mate vrij te bepalen en we worden steeds inventiever in de duurzame toepassing van bijzondere materialen.

“Met materialisatie creëren we meerwaarde; we kunnen er identiteiten mee uitdragen en tegemoetkomen aan de roep om authenticiteit. Materiaal is voelbaar, beleefbaar. Materiaal is echt.” Johan Winnubst

Materiaal beïnvloedt ons op verschillende manieren via zintuiglijke waarneming; het heeft een zichtbare structuur en een tactiele waarde en bepaalt voor een groot deel de akoestiek van een ruimte. Materiaal kan hard, zacht, glad, ruw, doorzichtig, mat, glanzend, egaal, samengesteld, natuurlijk of kunstmatig zijn.

Materiaal heeft een sterke belevingsfactor. Een inrichting die volledig opgebouwd is uit houtsoorten en andere organische materialen zorgt voor een volstrekt andere ervaring dan exact dezelfde ruimte in steen, metaal, glas of synthetische materialen. Sommige materialen wekken zelfs een biologische respons op. Zo produceert ons lichaam bij het aanraken van zachte materialen het gelukshormoon serotonine, een blijmaker. (Het zou ons niets verbazen als het drinken van wijn uit een plastic glas een tegenovergesteld effect heeft). Tot slot is er nog de conceptuele betekenis. Het verhaal achter het materiaal zogezegd. Waar en hoe is het gemaakt en door wie en waarom? Materiaal kan net als een opvallend stuk meubilair verwondering of verbazing opwekken en daarmee interactie (lerende beleving) stimuleren. Pas in zijn toepassing krijgt materiaal betekenis. Al met al draagt materialisatie een flink steentje bij aan de totaalervaring van huisvesting.

Features zijn de elementen in een ruimte die in sterke mate de identiteit bepalen, elementen die de aandacht trekken en een bewuste reactie uitlokken. Een feature kan een object of kunstwerk zijn of een bijzonder armatuur of meubel. Een feature kan ook deel uitmaken van de constructie van het gebouw zelf; een indrukwekkende raampartij, een ingenieuze trap of een transparante vloer. Lerende beleving kan gestimuleerd worden door functionele of interactieve waarde in een feature te verwerken. Een feature is meer dan alleen een eye catcher. Het moet een authentiek verhaal vertellen en aansluiten op het belevingsplan.

21

22


5.2 FORMULELAAG: SERVICE DESIGN

5.3 INTERIEURLAAG

De formulelaag heeft tot doel de dienstverlening, de commerciële inkomsten en de klanttevredenheid te verhogen middels het aanbieden van een onderscheidend en gedifferentieerd aanbod dat is afgestemd op de doelgroep en locatie. De formulelaag biedt de gebruiker dus extra diensten, fijne horecaplekken en winkels waar de menselijke factor in de dienstverlenende formules bijdraagt aan het laden van de merkwaarden van de exploitant en het gebouw. Om ook na oplevering huurders, opdrachtgevers en eindgebruikers te faciliteren met een optimaal exploitatieplan waarin de juiste klantbeleving centraal staat, maakt Strukton Worksphere gebruik van specifieke methoden om ook in de dienstverlening toegevoegde waarde te creëren; samen vallen ze onder de noemer ‘Service Design’. Onder Service Design verstaat Strukton Worksphere het definiëren, organiseren en optimaliseren van de mensen, de infrastructuur, de communicatie en de producten die onder een bepaalde dienstverlening vallen.

“Als je twee identieke koffiebars naast elkaar hebt, en elk verkoopt exact dezelfde koffie voor exact dezelfde prijs, dan is service design datgene wat maakt dat je de één binnenloopt en niet de ander” 31 Volts

Service Design is bedoeld om gebruiksvriendelijke, efficiënte en relevante diensten te ontwikkelen of om bestaande diensten te verbeteren. Het verhoogt loyaliteit en tevredenheid bij klanten en werknemers en het stoelt, net als co-creatie en moodmanagement, op de beleving van de eindgebruiker en zijn participatie in het ontwerpproces. In Service Design worden alle betrokkenen, de processen en de structuur van diensten onder de loep genomen en in kaart gebracht. Dit resulteert in service-scenario’s waarbij de voorwaarden en organisatie van services inzichtelijk gemaakt en beproefd worden.

De interieurlaag bestaat uit de fysieke aankleding van een gebouw; zitgebieden, features en overige losse objecten, grafische elementen, dragers van promotionele uitingen, bewegwijzering en informatievoorziening. De interieurlaag heeft een functionele rol, maar draagt ook sterk bij aan de identiteit en uitstraling van een gebouw of ruimte.

23


Nawoord

EDNA is tot stand gekomen op initiatief van directeur Strukton Worksphere Johan Winnubst in samenwerking met experience ontwerper Edward van Vliet. Wij hopen u met deze uitgave een breed beeld geschetst te hebben van de vraagstukken en antwoorden rondom het ontwikkelen en exploiteren van commerciële huisvesting in deze aan veranderingen onderhevige tijd. Het werken aan EDNA was voor ons een enerverend proces waarbij inzichten, know-how en creativiteit elkaar hebben aangevuld tot een vernieuwde visie. Een visie die gefundeerd is op de efficiëntie van een integraal ontwikkelingsproces en onze solide staat van dienst, maar ook op de dynamiek van een geoptimaliseerde samenwerking met opdrachtgevers, het betrekken van eindgebruikers in het ontwikkelingstraject en heldere marktinzichten. Mocht u naar aanleiding van EDNA met ons van gedachte willen wisselen nodigen we u van harte uit om contact met ons op te nemen. Strukton Workshpere www.struktonworksphere.nl


Over Johan Winnubst

Over Edward van Vliet

“Wanneer sfeer, service, esthetiek en functionaliteit volledig op elkaar zijn afgestemd nemen ruimtes je mee naar andere dimensies en laten ze diepe indrukken achter.” Edward van Vliet

Functie: Experience ontwerper en grondlegger van Studio Edward van Vliet. Email: [email protected]

Functie: Directie Strukton Worksphere Email: [email protected] Johan Winnubst staat bekend om zijn integrale benadering en het genereren van nieuwe samenwerkingsmodellen in de bouwkolom. Voorbeeld hiervan is de realisatie en exploitatie van de Publiek Private Samenwerking (PPS) voor de huisvestiging van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Belastingdienst in Groningen. Hij is van mening dat partners essentieel zijn in het realiseren van een duurzame experience, functionaliteit en omgeving. De samenwerking met Edward van Vliet beschrijft hij als: grensverleggend, persoonlijk van aard, waarmee op vernieuwende wijze waarde wordt gecreëerd voor onze klanten.

Edward van Vliet maakt deel uit van de huidige generatie Nederlandse interieur ontwerpers die de afgelopen jaren in binnen- en buitenland van zich heeft doen spreken. Zijn werk kenmerkt zich door de grote mate van aandacht die aan elk aspect van een interieur wordt besteed; van meubilair tot verlichting, van lobby tot trappenhuis en van vloer tot plafond. Alles werkt mee aan een totaalervaring. Edward is, zoals sommige andere ontwerpers, geen one trick pony; know-how en een breed spectrum aan invloeden worden per locatie, per verblijfsruimte en per functie steeds optimaal ingezet. De sporen die hij heeft verdiend in experience design maakte Edward een buitengewone aanvulling in de totstandkoming van EDNA.


Colofon

CONCEPT & SAMENSTELLING Strukton Worksphere Johan Winnubst, Rene de Vos & Antoon Visser Studio Edward van Vliet Edward van Vliet & Mieke Tacken ACTM Belinde Bakker & Hildegard Assies

Het auteursrecht op gebruikte foto's en citaten uit teksten komt toe aan de makers van deze werken. Voor zover mogelijk zijn de bronnen en namen van de makers vermeld. Als gevolg van wijziging van beelden kan de herkomst van sommige beelden niet worden geverifieerd. Indien u vermoedt dat wij u ten onrechte niet als maker hebben vermeld of indien een vermelde bron niet juist blijkt, neemt u dan alstublieft contact op met de editor via www.struktonworksphere.nl opdat de omissie of vergissing kan worden hersteld. In dit werk wordt materiaal gebruikt op een wijze die geen toestemming behoeft van auteursrechthouders. Het betreft het citeren uit werken ten behoeve van een onderzoek naar Hospitality voor Strukton Worksphere.

GRAFISCH ONTWERP Studio Edward van Vliet DRUKWERK Ronda en Bierman PUBLICATIE Strukton Worksphere 2014 © www.struktonworksphere.nl

LITERATUURLIJST Susanne Piët. Emotiemanagement. Pearson Benelux B.V, 2004. Susanne Piët. Moodmanagement. Pearson Benelux B.V, 2009. James Gilmore, Joseph Pine. Authenticiteit - Wat consumenten écht willen, Academic Service, 2010. Benjamin Schneider. This Is Service Design Thinking, BIS publishers, 2011 Carin Frijters, Caroline van Beekhoff. Prikkel de Koopknop, CF Retail Advies, 2012 Jeroen Junte, Hands on Dutch Design, WBOOKS, 2012 Jeroen Junte, Dit is Design? Terra, 2013

EDNA Het ontwikkelen & exploiteren van huisvesting in de beleveniseconomie. Strukton Worksphere

Recommend Documents