ECTS-fiche
1. Identificatie
Opleiding
Graduaat Maatschappelijk werk
Module
Sociaal agogische vaardigheden
Code
Bc5
Lestijden
40
Studiepunten
n.v.t.
Ingeschatte totale studiebelasting (in uren)
50
1
Mogelijkheid tot
JA
aanvragen vrijstelling Vereiste aanwezigheid
100%
1 De totale studiebelasting hangt af van de kennis, inzet en ervaring van de student . De ingeschatte totale studiebelasting geeft een gemiddelde weer en wordt uitgedrukt in uren van 50 minuten. Het omvat de lesmomenten, de verwerkings-‐ en voorbereidingstijd en de evaluatiemomenten.
1
2. Inhoud In deze module behandelen we een aantal thema’s. Ten eerste is het belangrijk voor een maatschappelijk werk dat zij de verschillende basisvaardigheden tijdens een gesprek goed kunnen hanteren. Daarom behandelen we dit zowel theoretisch als praktisch. Daarna komen vragen stellen, confronteren, samenvatten, actief luisteren en positief herkaderen aan bod. Ook dit wordt theoretisch kort uitgelegd. In deze module is het echt belangrijk om onze competenties te vergroten. Daarom zal er vooral aan de hand van oefeningen gewerkt worden. Een zelfevaluatie op het einde is dan ook van essentieel belang. Door je kwaliteiten en valkuilen te doorgronden kan je verder groeien. 3. Draagt bij tot volgende competenties Algemene competenties AC1 Denk en redeneervaardigheid AC3 Vermogen tot kritische reflectie AC5 Creativiteit Algemene beroepsgerichte competenties ABC2 Oplossingsgericht kunnen werken Beroepsspecifieke competenties BSC2 Sociaalagogische voorkomings-; begeleidings- en veranderingsstrategieën opstellen, uitvoeren en evalueren op micro-, mesoen macroniveau. BSC4 De kwaliteit van de eigen taakuitoefening en van samenwerkingsverbanden integraal bewaken en bevorderen. BSC6 Ethisch handelen BSC7 Reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden. BSC8 De eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep bevorderen.. BSC9 Ethisch funderen
2
BSC13 De maatschappelijk werker leeft zich in in de problematiek en de situatie van cliëntsystemen vanuit een attitude van respect voor de personen en hun situatie. Hij/zij gaat om met cliëntsystemen vanuit een attitude van empowerment en participatie. BSC14 De maatschappelijk werker gaat creatief en vernieuwend om met situaties. Hij/zij evalueert zijn. haar professioneel optreden kritisch en stuurt dit handelen voortdurend bij. Hij/zijn benut supervisie, intervisie en andere werkvormen ter ondersteuning van het professioneel handelen. BSC15 De maatschappelijk werker werkt naargelang de context en het belang, met verschillende cliëntsystemen (individuele cliënten, gezinnen, groepen, systemen en hun context). BSC16 De maatschappelijk werker heeft inzicht in de belangrijkste modellen van methodisch hulpverlenen en laat zich inspireren door de professionele en wetenschappelijke discussie over deze modellen. Hij/zij maakt uit deze diverse modellen een verantwoorde en gefundeerde keuze en gaat hiermee op een niet-dogmatische creatieve wijze om. Inspelend op concrete situaties wendt hij/zij op een creatieve wijze inzichten en technieken uit methodische modellen aan en verfijnt zijn/haar methodisch werken. BSC17 De maatschappelijk werker werkt procesmatig. Hij/zij zet volgende stappen: -
Vanuit een beginsituatie een correcte analyse maken van de situatie
-
De gewenste doelstellingen formuleren
-
In overleg de meest adequate aanpak kiezen.
-
Het proces evalueren en bijsturen.
Dit gebeurt samen met het cliëntsysteem, met aandacht voor de context en desgevallend in samenwerking met andere hulpverleners. Hierbij heeft hij/zij uitdrukkelijk aandacht voor de participatie van het cliëntsysteem en voor persoons-, systeem- en structuurgerichte aspecten. BSC18 De maatschappelijk werker kent en hanteert de actuele sociale kaart. Hij/zij informeert en assisteert cliënten en doelgroepen gericht bij het gebruik van voorzieningen. Hij/zij consulteert interpreteert en past de (sociale) wetgeving situatiegericht toe en oriënteert of verwijst het cliëntsysteem op een gepaste wijze door. Indien nodig of wenselijk en
3
steeds in overleg, treedt hij/zij in plaats van de cliënt op en behartigt de belangen van de cliënt zonder hem/haar te verafhankelijken. BSC19 De maatschappelijk werker heeft inzicht in de basismechanismen van interactie en communicatie, zowel interpersoonlijk als in groepen, in en tussen organisaties. Hij/zijn neemt deel aan, verheldert en kan leiding geven aan communicatieprocessen in cliëntsituaties, in teamverband, in organisaties en in netwerken. BSC20 Rapporteren op een deskundige manier, zowel mondeling als schriftelijk over het cliëntsysteem en de gehanteerde methodiek. 4. Doelstellingen
Inzien dat verandering voor mensen mogelijk en noodzakelijk is Bereid zijn zichzelf te zien als facilitator voor deze veranderingsprocessen Zicht hebben op de belangrijkste sociaalagogische vaardigheden in het maatschappelijk werk en het belang ervan inzien binnen de werkcontext van de maatschappelijk werker Bewust en kritisch kunnen reflecteren over eigen visie, houding, gevoelens en gedrag Creatief kunnen aanwenden van de belangrijkste sociaalagogische vaardigheden Zich kunnen inleven in de situatie en de problematiek van het cliëntsysteem vanuit een houding van respect Een professionele samenwerkingsrelatie kunnen aangaan, gericht op empowerment van het cliëntsysteem Een systematisch, procesmatig, doelgericht en zorgvuldig begeleidingsproces kunnen opzetten en uitvoeren ‘op maat’ van het cliëntsysteem Vraaggestuurd kunnen werken Vanuit reflectie op cliëntsituaties en begeleidingsprocessen de eigen sociaalagogische vaardigheden permanent verruimen en verdiepen 5. Werkvormen
o
Instructievormen: doceren, vertellen
o
Interactievormen: onderwijsleergesprek, klasgesprek, discussie
o
Opdrachtvormen: groepswerk, individueel schriftelijke opdrachten
o
Casussen
o
Videomateriaal
4
6. Leermiddelen
§
Cursusmateriaal met oefeningen (casussen), elektronische leeromgeving, PowerPoints en videomateriaal.
§
Literatuurlijst (verplicht/aanbevolen): Aanbevolen:
Kees Wagenaar en Trees Das , (2005) ‘In gesprek met Human Social Functioning’ Methodische gespreksvoering in begeleidingssituaties, Garant,
7. Evaluatie Individuele opdrachten (Toepassingsoefening op waarden en normen) Groepsopdracht (Beroepscode van de maatschappelijk werker) Voor details: zie evaluatiecontract 8. Gecombineerd onderwijs / zelfstudie opdrachten Geen gecombineerd onderwijs. Er is een evaluatiecontract aanwezig. 9. Laatste wijziging 4 december 2014
5