ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module.
1. Identificatie
Opleiding
Graduaat Sociaal-Cultureel Werk
Module
Geïntegreerde competentieverwerving 3
Code
Ad3
Lestijden
40
Studiepunten
n.v.t.
Ingeschatte totale
150
studiebelasting (in uren)1 Mogelijkheid tot
JA
aanvragen vrijstelling Vereiste aanwezigheid
100%
1
De totale studiebelasting hangt af van de kennis, inzet en ervaring van de student . De ingeschatte totale studiebelasting geeft een gemiddelde weer en wordt uitgedrukt in uren van 50 minuten. Het omvat de lesmomenten, de verwerkings- en voorbereidingstijd en de evaluatiemomenten.
1
2. Inhoud Een geïntegreerde opdracht op basis van de competenties verworven in de verschillende modules en de beroepspraktijk. De cursisten werken gezamenlijk een sociaal-cultureel project uit dat ze ook effectief uitvoeren in het werkveld. Dit proces verloopt over twee modules waarvan Ad3 de tweede is. In deze module vinden volgende zaken plaats: •
Finalisering voorbereiding project
•
Uitvoering project
•
Evaluatie project
•
Finaliseren projectdossier
•
Finaliseren persoonlijk deel
•
Extern assessment
Extra info: zie infobundel 3. Draagt bij tot volgende competenties
•
AC1 Denk- en redeneervaardigheid
•
AC3 Vermogen tot kritische reflectie
•
AC4 Vermogen tot projectmatig werken
•
AC5 Creativiteit
•
AC7 Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken
•
AC8 Een ingesteldheid tot levenslang leren
•
ABC2 Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën
•
ABC3 Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid, samenhangend met de beroepspraktijk
2
•
BSC4 De kwaliteit van de eigen taakuitoefening en van samenwerkingsverbanden integraal bewaken en bevorderen
•
BSC6 Ethisch handelen
•
BSC7 Reflecteren op de eigen praktijk en deze van samenwerkingsverbanden
•
BSC8 De eigen professionele ontwikkeling en deze van het beroep bevorderen
•
BSC13 De sociaal-cultureel werker kan zich positioneren in een diverse context en in dialoog gaan met de andere in wederzijds respect
•
BSC14 De sociaal-cultureel werker kan als intermediair reflecteren op de eigen positie en vanuit een open oor en oog voor wat leeft, de vertaling maken naar het professioneel handelen
Meer specifiek: zie infobrochure. 4. Doelstellingen •
zelfstandig nieuwe informatie kunnen integreren en vertalen naar verbetering van het agogisch handelen
•
vanuit de eigen praktijkervaring een probleem kunnen detecteren en analyseren, hierover reflecteren met behulp van het verworven materiaal uit de opleiding en de praktijk
•
mensen rond het probleem kunnen sensibiliseren
•
individueel of in groep een praktijkvisie kunnen ontwikkelen
•
die praktijkvisie op een heldere manier kunnen presenteren en hierover communiceren met mensen uit de opleiding en het werkveld
3
5. Werkvormen •
Interactievormen: klasgesprek, discussie, brainstorm, vergaderingen, …
•
Opdrachtvormen: opzoekwerk, rapportage, presentatie, …
•
Projectwerk: voorbereiding, uitvoering, evaluatie
Betrokkenen De cursisten werken en voeren een project uit in samenwerking met of op vraag van het werkveld. Zij krijgen ondersteuning van hun partnerorganisatie, indien deze aanwezig is. Daarnaast krijgen zij op school wekelijks inhoudelijke, methodische en procesbegeleiding van één of meerdere lectoren. Aan het einde van de module worden zij geëvalueerd door een externe werkveldjury. Projectactiviteiten en –taken a. Startmoment De cursisten zijn in de module Bc7 gestart met de voorbereiding van hun eindproject. De module Ad3 sluit hierop aan. Aan het begin van de module krijgen de cursisten algemene uitleg en richtlijnen van de begeleidende lector(en). b. Projectoverleg Wekelijks vindt een overlegmoment plaats op school. Cursisten vergaderen met de hele groep of in kleinere werkgroepen. Indien voor het project een samenwerking wordt aangegaan met (een) externe partner(s) worden ook hiermee regelmatig overlegmomenten gepland. c. Feedback Cursisten krijgen van de begeleidende lector(en) doorlopend feedback op ingediende opdrachten en het projectverloop. Lectoren zijn minstens aanwezig op alle vergaderingen tijdens de lesuren. d. Peerevaluaties Attitudes worden regelmatig geëvalueerd door middel van peerevaluatie. Cursisten beoordelen elk groepslid op basis van een attitudeschaal. Ook het algemene groepsproces wordt door de cursisten zelf in groep besproken en geëvalueerd.
4
e. Eindrapportage Cursisten schrijven in groep een projectdossier dat zij ter evaluatie voorleggen aan de lector(en) en de externe assessmentjury. Daarnaast schrijven ze een persoonlijk verslag dat door de lector(en) beoordeeld wordt. f. Presentatie Cursisten presenteren hun project op een creatieve en aanschouwelijke manier voor de externe assessmentjury. De begeleidende lector treedt op als moderator. 6. Leermiddelen §
Cursusmateriaal, elektronische leeromgeving, … Infobrochure, opdrachtenbundel, ELO, aangebrachte leermiddelen door cursisten
§
Literatuurlijst (verplicht/aanbevolen) Verplicht Geen Aanbevolen Laming, C. (2009). Activiteitenmethodiek voor agogische beroepen (3e druk). Baarn: HBuitgevers.
5
7. Evaluatie Groeps- en individuele evaluatie (verhouding 60/40) Extern assessment + evaluatie door lector (verhouding 30/70) Meer details: zie infobrochure en evaluatiecontract
8. Gecombineerd onderwijs / zelfstudie opdrachten Niet van toepassing 9. Laatste wijziging 27-06-2014
6