Echtscheiding via het gemeenteloket?
Afstudeerdatum: Begeleider: Student: ANR: Universiteit: Faculteit: Studie: Afstudeerrichting:
26 augustus 2010 Prof. Mr. P. Vlaardingerbroek Helina Sultani 169475 Universiteit van Tilburg Rechtsgeleerdheid Nederlands Recht Privaatrecht, personen- en familierecht
Echtscheiding via het gemeenteloket? Voorwoord Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de masterscriptie voor de master Rechtsgeleerdheid. Met het schrijven van deze scriptie is er een einde gekomen aan mijn studie Nederlands recht. Ik was al vanaf het begin van mijn studie geïnteresseerd in het personen- en familierecht en daarom heb ik ook hiervoor gekozen. Deze scriptie gaat over de recente ontwikkelingen op het gebied van het echtscheidingsrecht.
Graag wil ik in dit voorwoord van de gelegenheid gebruik maken om enkele mensen te bedanken die mij bij het schrijven van deze scriptie hebben bijgestaan en die het voor mij mogelijk hebben gemaakt om af te studeren aan de Universiteit van Tilburg.
Allereerst wil ik Prof. Mr. P. Vlaardingerboek enorm bedanken voor zijn professionele begeleiding tijdens het schrijven van mijn scriptie. Ik wil hem bedanken voor zijn tijd, zijn duidelijke feedback en het volledig beantwoorden van mijn vragen. Zijn betrokkenheid en opmerkingen hebben mijn scriptie gemaakt tot wat het nu is. Ook wil ik graag Mr. R. de Jong bedanken voor haar bereidheid als tweede lezer deel te nemen in de examencommissie.
Daarnaast wil ik graag mijn familie en vrienden bedanken die mij hebben gesteund in mijn studie en afstudeerfase. In het bijzonder wil ik mijn ouders bedanken voor hun hulp en liefde die zij mij hebben gegeven mijn leven lang. Zonder mijn ouders had ik niet de kans gekregen om te kunnen studeren, laat staan afstuderen. Verder wil ik Shakèr ontzettend bedanken voor zijn steun, begrip en motivatie die hij mij gaf tijdens het schrijven van mijn scriptie.
2
Echtscheiding via het gemeenteloket? Inhoudsopgave Voorwoord
2
Hoofdstuk 1
Inleiding
5
Hoofdstuk 2
Hoe is het echtscheidingsrecht op dit moment geregeld?
7
§ 2.1 § 2.2 § 2.3 § 2.3.1 § 2.3.2 § 2.3.3 § 2.4
Inleiding Geschiedenis van het echtscheidingsrecht Echtscheidingsrecht op dit moment Wetsvoorstellen Luchtenveld en Donner Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding Het huidige echtscheidingsrecht Conclusie
Hoofdstuk 3 § 3.1 § 3.2 § 3.3 § 3.4 § 3.4.1 § 3.4.2 § 3.4.3 § 3.4.4 § 3.4.5 § 3.5
Wat pleit er voor een administratieve scheiding?
Inleiding Argumenten voor de administratieve scheiding Argumenten tegen de administratieve echtscheiding door de regering De tegenargumenten van de regering nader bekeken Erkenning in het buitenland en rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand Ontbreken van een executoriale titel Kosten extra opleidingen en kosten invoering van de administratieve echtscheiding Het creëren van twee ‘echtscheidingsloketten’ Weinig voordeel in tijd en geld voor de burger Conclusie
De gerechtelijke en administratieve procedure vergeleken en de rol van de rechter in de gerechtelijke procedure § 4.1 Inleiding § 4.2 De gerechtelijke procedure § 4.2.1 De rol van de rechter in een gerechtelijke procedure § 4.2.2 Rechterlijke toets in de praktijk § 4.3 De administratieve echtscheiding § 4.3.1 Hoe ziet een administratieve echtscheiding er dan uit? § 4.4 Verschillen tussen beide procedures § 4.5 Conclusie
7 7 9 9 12 13 14 16 16 17 18 19 19 22 23 24 24 25
Hoofdstuk 4
27 27 27 28 29 30 32 33 35
3
Echtscheiding via het gemeenteloket?
Hoofdstuk 5 § 5.1 § 5.2 § 5.2.1 § 5.3 § 5.3.1 § 5.4 § 5.5 § 5.6 § 5.7
Inleiding Administratieve echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek Alimentatie jongmeerderjarigen Zorgvuldige administratieve echtscheiding Advocaat, notaris en scheidingsbemiddelaar De rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand Toets van de echtscheidingsovereenkomst Wetsvoorstel 31 714 Conclusie
Hoofdstuk 6 § 6.1 § 6.2
Naar een nieuw echtscheidingsrecht
Conclusie en aanbevelingen
Conclusie Aanbevelingen
37 37 37 39 41 42 44 46 47 49 51 51 58
Bijlage
61
Literatuurlijst
64
4
Echtscheiding via het gemeenteloket? Hoofdstuk 1
Inleiding
Administratieve echtscheiding bestaat in Europa al vanaf de zeventiende eeuw, dus het is niet bepaald nieuw. In het begin van de jaren negentig is de mogelijkheid van de introductie van een administratieve echtscheiding al besproken in het uitgebreide proefschrift van Lenters.1 Zij heeft in haar proefschrift veel aandacht besteed aan het probleem rond de administratieve echtscheiding, waarin zij de voor- en nadelen bespreekt van het vereiste van overeenstemming over de gevolgen van de echtscheiding tussen partners als voorwaarde voor een administratieve echtscheiding.2 In 1995 werd de Commissie Herziening Scheidingsprocedure (hierna: Commissie- De Ruiter) opgericht. Zij kreeg de opdracht om te onderzoeken of een echtscheidingsprocedure eenvoudiger kon en of scheidingsbemiddeling een rol daarin kan spelen. De Commissie kwam een jaar later met haar rapport.3 In haar rapport komt zij tot de conclusie dat de introductie van een vorm van administratieve echtscheiding een wenselijke mogelijkheid voor de vereenvoudiging van het echtscheidingsrecht is. In haar onderzoek over de vraag of scheidingsbemiddeling een rol kan spelen, geeft de Commissie aan dat scheiden zonder de rechter gerealiseerd kan worden indien het convenant ondertekend wordt door een notaris of advocaat. Bemiddeling is volgens de Commissie een effectieve methode, omdat de verantwoording bij de partijen zelf ligt, waardoor de afspraken duurzamer zullen zijn.4 Met de voorstellen van de Commissie-De Ruiter is het Ministerie van Justitie gaan experimenteren. Zij startte het Experiment Scheidingsbemiddeling en het Experiment Omgangsbemiddeling. De experimenten vonden plaats tussen 1998 en 2001. Onderzocht werd of een echtscheiding buiten de rechter om mogelijk was door omgangs- en scheidingsbemiddeling toe te passen. De experimenten hebben bewezen dat aan kinderen en eventuele zwakkere partijen door mediation voldoende bescherming kan worden geboden. Het onderzoek bleek een groot succes en een grote meerderheid was tevreden.5 Naast deze wetenschappelijke ontwikkelingen deden zich ook maatschappelijke ontwikkelingen voor die de problemen met betrekking tot echtscheiding op scherp zetten. Vanaf 1 april 2001 was het mogelijk om te scheiden zonder rechter door de zogenaamde ‘flitsscheiding’. De Wet Openstelling Huwelijk maakte de flitsscheiding mogelijk. In feite kon een huwelijk omgezet worden in een 1
Lenters 1993. Lenters 1993, p. 276-305. 3 De Ruiter 1996. 4 Van Raak-Kuiper 2001, p. 12. 5 Chin-A-Fat & Steketee 2001, p. 12-15. 2
5
Echtscheiding via het gemeenteloket? geregistreerd partnerschap en vervolgens beëindigd worden buiten de rechter om.6 Steeds meer mensen maakten gebruik van deze route om hun huwelijk te beëindigen. Bijna 1 op de 6 echtscheidingen verliep langs deze buitengerechtelijke route.7 Door de invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding per 1 maart 2009 is het niet meer mogelijk om een huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap. Hiermee is de flitsscheiding afgeschaft. Scheiden zonder rechter is in een aantal West-Europese landen wel mogelijk.8 Er wordt in deze scriptie antwoord gegeven op de volgende probleemstelling: ‘Kan inschrijving door de ambtenaar van de burgerlijke stand van een echtscheidingsovereenkomst de rechterlijke beslissing vervangen? En zo ja, hoe?’ Is het dus mogelijk buiten de rechter om te scheiden door een echtscheidingsovereenkomst in te laten inschrijven door de ambtenaar van de burgerlijke stand? Ervan uitgaande dat het mogelijk is, wordt verder onderzocht op welke manier dat mogelijk is. Men kan dan kiezen voor een gerechtelijke procedure of een administratieve scheiding. Een nieuwe procedure voor het echtscheidingsrecht zal niet neergezet worden in deze scriptie. Wel zal een aantal aanbevelingen gegeven worden voor een eventuele administratieve procedure. De vorm van het onderzoek is een literatuuronderzoek, ook wel theoretisch onderzoek genoemd. Over de administratieve echtscheiding is veel geschreven en hiervan heb ik ook gebruik gemaakt in mijn onderzoek. Boeken, tijdschriftartikelen, wetten en regelgeving zijn belangrijke bronnen in deze scriptie. In hoofdstuk twee zullen belangrijke ontwikkelingen op het gebied van echtscheidingsrecht en het huidig echtscheidingsrecht beschreven worden. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de voor- en tegenargumenten van de administratieve echtscheiding. In hoofdstuk vier wordt de huidige gerechtelijke procedure vergeleken met de administratieve echtscheiding. Ook wordt in dit hoofdstuk gekeken naar de rol van de rechter in een gerechtelijke procedure. In hoofdstuk vijf wordt er dieper ingegaan op de administratieve echtscheiding. Gekeken wordt naar de factoren die een grote rol spelen zoals de zorgvuldigheid in een administratieve echtscheiding, de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand in een administratieve echtscheiding en de echtscheidingsovereenkomst. Aan het eind van elk hoofdstuk staat een conclusie. In hoofdstuk zes volgen een conclusie en een aantal aanbevelingen. Deze scriptie wordt afgesloten met een literatuurlijst en de nodige bijlagen.
6
Heida e.a. 2007, p. 12. CBS (Dertigduizend flitsscheidingen, 2001–2009) 8 Jonker 2006; Jepessen-de Boer 2005. 7
6
Echtscheiding via het gemeenteloket? Hoofdstuk 2
Hoe is het echtscheidingsrecht op dit moment geregeld?
§2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal in het kort eerst de geschiedenis van het echtscheidingsrecht uiteengezet worden. Vervolgens wordt het huidige echtscheidingsrecht besproken. Belangrijk hierbij zijn de wetsvoorstellen van Tweede Kamerlid Luchtenveld9 (VVD) en die van minister van Justitie Donner.10 Om een helder beeld van het huidige echtscheidingsrecht te kunnen krijgen, is het van belang om een schets te geven van de belangrijkste ontwikkelingen die tot gevolg hebben gehad dat het echtscheidingsrecht enigszins gewijzigd is. Al enige jaren is het echtscheidingsprocesrecht in beweging. Men wilde het echtscheidingsproces vereenvoudigen omdat daaraan een maatschappelijke behoefte is. In paragraaf 2.3.1 worden de wetsvoorstellen van Luchtenveld en Donner besproken. De maatschappelijke achtergronden en motieven van hun wetsvoorstel zullen uiteengezet worden. Tevens wordt er aandacht besteed aan de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding in paragraaf 2.3.2, die op 1 maart 2009 in werking is getreden. Daarna wordt in paragraaf 2.3.3 in hoofdlijnen een beeld gegeven van het huidige echtscheidingsprocesrecht. In paragraaf 2.4 volgt een conclusie.
§2.2 Geschiedenis van het echtscheidingsrecht De bestaansgrond van een huwelijk in het Romeinse recht was voortdurende wilsovereenstemming.11 Als de wilsovereenstemming ontbrak, was er sprake van het einde van een huwelijk. Het vormloze huwelijk kon bij de Romeinen door onderlinge toestemming (repudium) en door eenzijdige verstoting (divortium) ontbonden worden. Keizer Constantijn ( 313-337) sprak de gronden uit waarop een echtscheiding ontbonden kon worden. In navolging van keizer Constantijn breidde Theodosius II in 449 de gronden voor echtscheiding uit. Overspel, roof, gifmengerij, heling, vervalsing plagiaat en een losbandig leven waren de echtscheidingsgronden volgens Theodosius II. Bij niet naleving van de gronden werd men strafrechtelijk vervolgd.12 In het Germaanse recht werd het huwelijk van rechtswege ontbonden als de man zijn vrouw
9
Kamerstukken II 2004/05, 29 676. Kamerstukken II 2004/05, 30 145. 11 Kaser & Wubbe 1971, p. 284 e.v. 12 Lenters 1993, p. 2. 10
7
Echtscheiding via het gemeenteloket? verstootte of door een vredeloosverklaring van de man. Wanneer de man dat zonder een echtscheidingsgrond deed, werd het huwelijk ontbonden, maar kreeg hij wel een geldboete. In het Germaanse recht waren overspel van een vrouw, onvruchtbaarheid van de vrouw en een poging van een vrouw om haar man te doden, gronden voor echtscheiding.13 De vrouw kon in beginsel het huwelijk niet eenzijdig ontbinden. Pas in de vijfde eeuw werd een echtscheiding met wederzijds goedvinden aanvaard.14 Tot 1838 was het huwelijk vooral een zaak van de kerk. Het huwelijk was in die tijd een sacrament en een echtscheiding kon alleen op uitzonderlijke gronden plaatsvinden. De gronden waren gebaseerd op de Bijbel. Doordat de kerk zich steeds meer met echtscheidingen ging bezighouden, lag de bevoegdheid tot het uitspreken van scheidingen bij de kerkelijke rechter. Als een echtscheiding volgens de kerkelijke rechter ongeoorloofd was, werd de echtscheiding nietig verklaard.15 Een huwelijk kon nietig verklaard worden indien er sprake was van huwelijksbeletselen. Doordat huwelijksbeletselen ruim werden geïnterpreteerd kon er toch een einde worden gemaakt aan huwelijken.16 De wereldlijke rechter ging zich na de reformatie bezig houden met echtscheidingen. Het huwelijk werd toen niet meer gezien als een sacrament. De hoofdregel bij een echtscheiding was dat het huwelijk slechts ontbonden kon worden bij overlijden van een van de echtgenoten. Bij overspel en kwaadwillige verlating was een echtscheiding wel mogelijk, maar scheiden bleef een moeilijke zaak.17 In 1804 is de Code Civil in Frankrijk ingevoerd. Er kon op basis van de Code Civil een echtscheiding plaatsvinden met onderling goedvinden, maar daar werden veel eisen aan gesteld waardoor er weinig gebruik van gemaakt werd. In 1809 is het Wetboek Napoleon ‘ingerigt voor het Koninkrijk Holland’ in Nederland ingevoerd. Volgens dit boek kon een echtscheiding alleen plaatsvinden bij wettige redenen. De Code Civil is in 1811 in Nederland ingevoerd. In 1838 werd de Code Civil vervangen door het Burgerlijk Wetboek. Volgens het Burgerlijk Wetboek waren de gronden om te scheiden: overspel, kwaadwillige verlating van vijf jaren, zware mishandeling door de andere echtgenoot en veroordeling tot een onterende straf. In de periode tussen 1838 en 1971 zijn er veel pogingen geweest om het echtscheidingsrecht te wijzigen. De discussie over het echtscheidingsrecht werd aangewakkerd door een arrest van de Hoge Raad uit 1883.18 Hierin werd het schuldelement bij een echtscheiding aan de kant geschoven. In die periode was het indienen van een echtscheidingsverzoek alleen mogelijk op basis van 13
Van Apeldoorn 1925, p. 171. Lenters 1993, p. 4. 15 Lenters 1993, p. 4. 16 Lenters 1993, p. 5. 17 Van Apeldoorn 1925, p. 186. 18 HR 22 juni 1883, W. 4924. 14
8
Echtscheiding via het gemeenteloket? gedragingen van de ‘gedaagde’ die schuld had aan de echtscheiding.19 Na 1971 konden echtscheidingen door echtgenoten gemeenschappelijk worden verzocht. Er was nog maar één grond en dat was de duurzame ontwrichting. In de algemene opinie is men de echtscheiding in de loop der jaren als minder verwerpelijk gaan beschouwen.20
§2.3 Echtscheidingsrecht op dit moment
§2.3.1 Wetsvoorstellen Luchtenveld en Donner Op 1 juli 2004 diende het VVD-kamerlid Luchtenveld (hierna: Luchtenveld) een initiatiefvoorstel in waarin administratieve echtscheiding werd geïntroduceerd.21 Hij deed dit naar aanleiding van verschillende moties die ingediend zijn bij de Tweede Kamer om richting te geven aan de ontwikkelingen in de rechtspraktijk met betrekking tot het beëindigen van het huwelijk. Luchtenveld dient het initiatiefvoorstel in waarin de genoemde moties uitgewerkt zijn. Hij deed dit omdat de breed ondersteunde moties de Minister niet in beweging zetten.22 Zo is er de motie Schonewille c.s.23 die graag een onderzoek wilde over een introductie van de administratieve echtscheiding door de flitsscheiding te formaliseren. De motie Dittrich c.s.24 had het over een minimumomgangsnorm die in de wet opgenomen moest worden in het belang van het kind. De motie De Pater-van der Meer c.s.25 vroeg om een verplichting van het ouderschapsplan in het kader van een echtscheidingsverzoek. Luchtenveld heeft zelf ook een motie26 ingediend met betrekking tot het opleggen van dwangsommen wanneer een van de ouders de afspraken over omgang, neergelegd in een rechterlijke beslissing, niet nakomt. Luchtenveld noemt een aantal ontwikkelingen27 die ervoor gezorgd hebben dat er discussies plaatsvonden in de Tweede Kamer over het echtscheidingsrecht. Hij geeft aan dat er sprake is van ‘internationalisering’ van de samenleving. Verder bleek door het ruime gebruik van de flitsscheiding dat er een maatschappelijk behoefte is aan scheiden zonder de rechter. Ook is er de ontwikkeling van 19
Chin-A-Fat 2004, p. 13. Lenters 1993, p. 12. 21 Wetsvoorstel Beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap, Kamerstukken II 2003/04, 29 676, nr. 1-3. 22 Kamerstukken I 2005/06, 29676, nr. A-G. 23 Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 114. 24 Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 115. 25 Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 112. 26 Kamerstukken II, 2002/03, 28 600, nr. 57. 27 Antokolskaia 2006, p. 23-27. 20
9
Echtscheiding via het gemeenteloket? veranderende rolpatronen door de emancipatie van vrouwen volgens Luchtenveld. Voorts heeft hij het over gezamenlijk ouderlijk gezag na echtscheiding als uitgangspunt en de falende jeugdzorg en kinderbescherming. Ook het probleem van ‘omgangsonrecht’ noemt Luchtenveld een ontwikkeling die ervoor gezorgd heeft dat er discussies plaatsvonden in de Tweede Kamer. Het gaat hier om de positie van niet-verzorgende ouders die beperkte omgang hebben met hun kind(eren) na een echtscheiding. Zo was er bijvoorbeeld een ‘dwaze vader’ die van de publieke tribune de vergaderzaal in sprong om aandacht te vragen voor een betere omgangsregeling met kinderen voor vaders die gescheiden zijn.28 Luchtenveld had twee belangrijke doelstellingen in zijn initiatiefvoorstel voor ogen, te weten:29
Een zorgvuldige administratieve echtscheiding. Volgens Luchtenveld kan de flitsscheiding naar huidig recht soms onzorgvuldig tot stand komen en stuitte de flitsscheiding op het probleem van niet erkenning in het buitenland. Luchtenveld wilde dus dat de flitsscheiding omgezet zou worden in een zorgvuldige procedure tot beëindiging van het huwelijk buiten de rechter om.;
Een gelijkwaardiger en rechtvaardiger verdeling van ouderschapstaken in belang van het kind. Hierbij geeft Luchtenveld aan dat scheidingsbemiddeling goed is tussen scheidende partners, ook als er kinderen zijn. Als scheidende partners het eens zijn geworden met behulp van scheidingsbemiddeling dan is de gang naar de rechter niet nodig. Hierbij moet opgemerkt worden dat het initiatiefvoorstel tijdens de parlementaire behandeling in de Tweede Kamer door amendering ingrijpend gewijzigd is. Zo werd het voorstel beperkt tot huwelijken waarbij geen kinderen met gezag betrokken waren. Aanvankelijk was dit niet de bedoeling van Luchtenveld.30
Het initiatiefvoorstel van Luchtenveld hield dus in: beëindiging van het huwelijk zonder rechterlijk tussenkomst en vormgeving van het voortgezet ouderschap. Het primaire doel van Luchtenveld was dat de verantwoordelijkheid van de echtscheiding en de zorg voor de kinderen aan de partners werd overgelaten.31 De echtgenoten maken de afspraken zelf waardoor zij het beter zullen nakomen. Tevens gaf Luchtenveld aan dat ‘vechtscheidingen’ kunnen worden voorkomen door middel van een administratieve scheiding als de partners de echtscheiding zelf zouden afwikkelen.32 De rol van de rechter zou kleiner worden met als gunstig gevolg dat de rechter zou worden ontlast door de buitengerechtelijke procedure. De partijen krijgen zijns inziens meer verantwoordelijkheid door een 28
Vlaardingerbroek 2005, p. 65. Antokolskaia 2006, p. 27. 30 Kamerstukken II 2005/06, 29 676, nr. 25, p. 3. 31 Kamerstukken II 2003/04, 29 676, nr. 3, p. 1 (MvT). 32 Antokolskaia 2006, p. 24. 29
10
Echtscheiding via het gemeenteloket? administratieve echtscheiding. Toch is het wetsvoorstel door de Eerste Kamer in juni 2006 afgewezen. Belangrijkste redenen waren de beperkte groep die in aanmerking zou komen voor een administratieve echtscheiding en erkennings- en executieproblemen in het buitenland als het huwelijk niet ontbonden zou worden door een rechter.33 De minister van Justitie (hierna: Donner) is daarop met een eigen wetsvoorstel gekomen, te weten: de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.34 Het wetsvoorstel van Donner is op 9 juni 2005 ingediend bij de Tweede Kamer en het is op 25 november 2008 aanvaard door de Eerste Kamer.35 De wet is per 1 maart 2009 in werking getreden.36 De wet beoogt de bestaande scheidings- en omgangsproblematiek te verminderen in de praktijk. Ouders moeten vroegtijdig nadenken over de invulling van het ouderschap na een echtscheiding en hierover duidelijke afspraken maken zodat conflicten daarna worden voorkomen. De wet gaat ervan uit dat de beide ouders, ook na een echtscheiding, verantwoordelijk blijven voor de opvoeding, verzorging en ontwikkeling van hun kinderen.37 Om ervoor te zorgen dat beide ouders zich bij de echtscheiding rekenschap geven van de gevolgen van die scheiding voor de kinderen, wordt voorgesteld dat in het verzoek tot echtscheiding een ouderschapsplan wordt opgenomen. Tevens is de ‘flitsscheiding’ afgeschaft. Hierover meer in de volgende paragraaf. Het wetsvoorstel van Donner bevat minder vergaande aanpassingen van het echtscheidingsrecht dan het initiatiefvoorstel van Luchtenveld. Toch is het op veel punten gelijkenis gaan vertonen met het wetsvoorstel van Luchtenveld door amendering in de loop van de parlementaire behandeling in de Tweede Kamer.38 Het verschil tussen het wetsvoorstel van Donner en het initiatiefvoorstel van Luchtenveld is dat het voorstel van Donner geen regeling bevat voor een echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst. Mijns inziens had er wel een reguliere administratieve echtscheiding in plaats van de flitsscheiding moeten komen. In de navolgende hoofdstukken wordt ook onderzocht of de ‘problemen’ rond de flitsscheiding opgelost kunnen worden zodat invoering van een administratieve echtscheiding mogelijk is.
33
Kamerstukken I 2006, 29676, nr. 31, p. 1372. Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, Kamerstukken II 2004/05, 30 145. 35 Kamerstukken I 2008/09, 30 145, nr. G. 36 Stb. 2008, 500. 37 Kamerstukken II 2004/05, 30 145, nr. 3, p. 1 (MvT). 38 Schonewille 2009, p. 430-442. 34
11
Echtscheiding via het gemeenteloket? §2.3.2 Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding In de nieuwe wet zijn de volgende punten opgenomen:39
Ouders zijn verplicht een ouderschapsplan op te stellen wanneer zij een verzoek indienen tot echtscheiding of een geregistreerd partnerschap beëindigen dan wel sprake is van scheiding van tafel en bed. De verplichting geldt ook voor samenwonende ouders.
Over ten minste drie onderwerpen zijn in het ouderschapsplan afspraken opgenomen, te weten: zorgverdeling, informatie-uitwisseling en kinderalimentatie.
In de wet zijn drie normen opgenomen die bestaande normen ten aanzien van de ouderlijke verantwoordelijkheid verduidelijken. Zo is de ouder verplicht om de ontwikkeling van de band van zijn (minderjarig )kind te bevorderen met de andere ouder.40 Ook heeft een kind recht op gelijkwaardig ouderschap na een echtscheiding. Dit is het uitgangspunt, maar het betekent niet dat het kind vijftig procent van de tijd bij ieder van de ouders dient te zijn.41 Voorts heeft de ouder die niet het gezag heeft over een kind, niet alleen het recht tot omgang maar ook de verplichting tot omgang.42
De rechter kan een bij de wet toegelaten dwangsom of lijfsdwang opleggen als het belang van het kind zich hier tegen niet verzet.43
De rechtbank behandelt het verzoek tot vaststelling van een zorgregeling, hoofdverblijfplaats of informatie binnen zes weken na indiening van het verzoek. Als ouders dus een geschil hebben met betrekking tot het uitoefenen van hun gezamenlijk gezag, dan is het mogelijk om op grond van artikel 1:253a BW de rechter verzoeken een beslissing te nemen.44
De mogelijkheid om een huwelijk in een geregistreerd partnerschap om te zetten is er niet meer. De ‘flitsscheiding’ is dus afgeschaft.45 Voor geregistreerde partners is het nog wel mogelijk om hun partnerschap zonder tussenkomst van de rechter te ontbinden, mits zij geen kind(eren) hebben op grond van artikel 1:80c lid 3 BW.
39
Kok & Liefaard 2009, p. 2. Art. 1:247 lid 3 BW 41 Kamerstukken I 2007/08, 30 145, nr. C, p. 2. 42 Art. 1:247 lid 4 BW en art. 1:377a BW 43 Kamerstukken I 2007/08, 30 145, nr. C, p. 3. 44 Kamerstukken I 2007/ 08, 30 145, nr. C, p. 16. 45 Afdeling 5a van titel 5 Boek 1 BW is komen te vervallen. 40
12
Echtscheiding via het gemeenteloket? §2.3.3 Het huidige echtscheidingsrecht Het huwelijk kan op grond van artikel 1:149 sub c BW eindigen door middel van een echtscheiding. Een echtscheiding tussen echtgenoten, die niet van tafel en bed zijn gescheiden, wordt uitgesproken op verzoek van één der echtgenoten of op gemeenschappelijk verzoek ( artikel 1:150 BW ). Echtscheiding wordt op verzoek van één der echtgenoten uitgesproken, indien het huwelijk duurzaam ontwricht is ( artikel 1:151 BW ).46 Met betrekking tot de echtscheidingsgrond duurzame ontwrichting stelt de rechter zich terughoudend op. Indien één van de echtgenoten verweer voert, zal over het algemeen de echtscheidingsgrond toch snel worden aangenomen door de rechter. Duurzame ontwrichting wordt vrij snel aangenomen door de rechter als er geen verweer wordt gevoerd, tenzij de rechter het ongegrond of onrechtmatig acht.47 Bij een gemeenschappelijk verzoek van de echtgenoten geven zij aan hun huwelijk duurzaam ontwricht te vinden. De rechter zal dan aannemen dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en hij zal het huwelijk ontbinden.48 Procesbijstand is verplicht voor een echtscheidingsprocedure.49 Er moet dus een advocaat ingeschakeld worden door partijen en een procureur moet een verzoekschrift indienen bij de rechtbank.50 De rechter heeft op basis van artikel 827 Rv de bevoegdheid om nevenvoorzieningen51 te treffen in een echtscheidingsprocedure.52 Echtgenoten kunnen vóór de echtscheidingsprocedure bij de rechter al onderling afspraken hebben gemaakt. Ze proberen er dan zelf uit te komen. De afspraken die de echtgenoten maken, kunnen worden vastgelegd in een echtscheidingsconvenant. Op basis van artikel 819 Rv kan de rechter de afspraken neergelegd in een echtscheidingsconvenant geheel of gedeeltelijk in de beschikking opnemen. Zo wordt er een executoriale titel gerealiseerd.53 Voorts is de rechter op grond van artikel 809 Rv verplicht minderjarigen van twaalf jaar en ouder in de gelegenheid te stellen hun mening kenbaar te maken. Minderjarigen van onder de twaalf jaar kunnen ook opgeroepen worden indien de rechter hen in staat acht belangen te overzien. Kinderen kunnen verschijnen of schriftelijk hun mening kenbaar maken. Als het kind verschijnt, vindt er een gesprek met de kinderrechter plaats. Het kind is overigens niet verplicht om van deze gelegenheid gebruik te
46
Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 156-157. Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 156. 48 Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 157-158. 49 Heida e.a. 2007, p. 11. 50 Art. 815 Rv 51 Art. 1:153, 1:155, 1:157 & 1:165 BW 52 Keijser 2003, p. 39. 53 Heida e.a. 2007, p. 50. 47
13
Echtscheiding via het gemeenteloket? maken.54 De beschikking van de echtscheiding wordt door de rechter uitgesproken in het openbaar (artikel 286-289 Rv). De echtscheiding is een feit zodra de beschikking wordt ingeschreven in het register van de burgerlijke stand (artikel 1:163 BW). De beschikking bevat een executoriale titel waardoor het mogelijk is om verdere maatregelen te treffen indien een echtgenoot het nalaat zich aan de afspraken te houden.55 De beschikking kan in heel Nederland ten uitvoer worden gelegd (artikel 430 Rv). De echtscheidingen in Nederland worden in de Europese Unie erkend, omdat de rechter de beslissing neemt en er daardoor sprake is van een constitutieve beslissing. Op basis van het huidige echtscheidingsrecht is echtscheiding in Nederland dus niet mogelijk via overeenkomst. Er is een advocaat nodig die het verzoek tot echtscheiding indient en er is steeds een beslissing van de rechter noodzakelijk. Het huwelijk kan niet ontbonden worden buiten de rechter om. Mijns inziens is dit een gemiste kans voor Nederland, waar zowel het echtscheidingspercentage als de roep om een buitengerechtelijke scheiding groot is, om het echtscheidingsrecht op een progressieve manier te wijzigen. Immers, het wetsvoorstel van Donner bevatte helaas geen bepalingen om een administratieve scheiding van de echtgenoten mogelijk te maken.
§ 2.4 Conclusie Voortdurende wilsovereenstemming was de bestaansgrond van het huwelijk in het Romeins Recht.56 Door de jaren heen volgden er steeds meer gronden waarop de echtscheiding uitgesproken kon worden. Vanaf 1971 werd langzaam het echtscheidingsrecht van tegenwoordig gevormd. Er was sindsdien nog maar één echtscheidingsgrond en dat was de duurzame ontwrichting.57 VVD-kamerlid Luchtenveld diende in juni 2004 een initiatiefvoorstel in. Motief voor het zelfstandig opstellen van een wetsvoorstel waren de moties op het terrein van het echtscheidingsrecht die zijn ingediend in de afgelopen jaren maar, volgens Luchtenveld, niet waren uitgevoerd. Luchtenveld wilde een alternatief voor de flitsscheiding en een nieuwe regeling voor ouderschap na echtscheiding. Op 21 juni in 2006 werd het initiatiefvoorstel van Luchtenveld echter verworpen door de Eerste Kamer. In juni 2005 dient de minister van Justitie een conceptvoorstel in. Het voorstel bevat een verplichting voor ouders om bij hun verzoek tot echtscheiding een ouderschapsplan bij te voegen. De flitsscheiding 54
Keijser 2003, p. 91-92. Keijser 2003, p. 62. 56 Kaser & Wubbe 1971, p. 284 e.v. 57 Vlaardingerbroek e.a. 2008, p. 156. 55
14
Echtscheiding via het gemeenteloket? wil hij afschaffen, maar daarvoor in de plaats komt geen buitengerechtelijke scheidingsprocedure. Op 25 november 2008 is zijn wetsvoorstel aanvaard door de Eerste Kamer en de ‘Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’ is per 1 maart 2009 in werking getreden.58 De belangrijkste wijzigingen die hebben plaats gevonden door deze wet zijn afschaffing van de flitsscheiding en het verplichten van een ouderschapsplan bij het indienen van een verzoek tot echtscheiding. In het ouderschapsplan moeten er afspraken gemaakt worden over de uitvoering van het ouderschap na een echtscheiding.59 Een belangrijke wijziging die plaats had moeten vinden is mijns inziens de invoering van de administratieve echtscheiding. Doordat de minister van Justitie geen buitengerechtelijke scheidingsprocedure in zijn wet heeft opgenomen, zijn partijen verplicht om hun huwelijk bij de rechter te ontbinden op basis van het huidig echtscheidingsrecht: De rechter zal de grond ‘duurzame ontwrichting’ bij een echtscheiding meestal snel aannemen. Procesbijstand is verplicht voor een echtscheidingsprocedure. De rechter heeft op basis van artikel 827 Rv de bevoegdheid om nevenvoorzieningen60 te treffen in een echtscheidingsprocedure.61 Op basis van artikel 819 Rv kan de rechter de afspraken neergelegd in een echtscheidingsconvenant geheel of gedeeltelijk in de beschikking opnemen. Voorts is de rechter op grond van artikel 809 Rv verplicht minderjarigen van twaalf jaar en ouder in de gelegenheid te stellen hun mening kenbaar te maken. De beschikking van de echtscheiding wordt door de rechter uitgesproken in het openbaar. De echtscheiding is een feit zodra de beschikking wordt ingeschreven in het register van de burgerlijke stand. De administratieve echtscheiding is dus voorlopig van de baan en kunnen huwelijken op dit moment alleen door de rechter ontbonden worden. Ik benadruk het woord ‘voorlopig’, omdat ik niet denk dat administratieve echtscheiding volledig van de baan is. In 2007 heeft een PvdA-woordvoerder bijvoorbeeld aangekondigd om met een eigen initiatiefwetsvoorstel inzake de administratieve echtscheiding te komen.62
58
Stb. 2008, 500. Kamerstukken II 2004/2005, 30 145, nr. 3, p. 4 (MvT). 60 Art. 1:153, 1:155, 1:157 & 1:165 BW 61 Keijser 2003, p. 39. 62 Handelingen II, 2007/06, 76, p. 4042 e.v. 59
15
Echtscheiding via het gemeenteloket? Hoofdstuk 3
Wat pleit er voor een administratieve scheiding?
§ 3.1 Inleiding De administratieve scheiding kwam de laatste jaren tot twee maal toe dicht bij het Staatsblad, maar heeft het uiteindelijk niet gehaald. Zoals besproken in het tweede hoofdstuk, werd het initiatiefvoorstel van het VVD-kamerlid Luchtenveld verworpen in de Eerste Kamer.63 Het VVD-kamerlid Teeven deed een nieuwe poging om een administratieve echtscheiding in te voeren. Hij diende een amendement in dat beoogde de administratieve echtscheiding in het regeringsvoorstel te incorporeren. Uiteindelijk is het amendement Teeven dat strekt tot een regeling van de administratieve echtscheiding, zonder inhoudelijke discussie, weggestemd.64 Per 1 maart 2009 is het dus niet meer mogelijk om te scheiden van echt zonder rechterlijke tussenkomst door de Wet Bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.65 De regering heeft aangegeven niet van plan te zijn om een administratieve scheiding in te voeren, maar heeft wel in een apart wetsvoorstel enige ‘vereenvoudiging’ van de gerechtelijke echtscheidingsprocedure voorgesteld. 66 Het gaat in dit wetsvoorstel over de mogelijkheid om een echtscheidingsverzoek in te laten dienen door een notaris.67 Hierover meer in hoofdstuk 5. Hoewel er een duidelijke behoefte is aan scheiden buiten de rechter om, is de administratieve echtscheiding toch niet ingevoerd. Er is een brede politieke steun in beide Kamers68 en er is een goede wetenschappelijke basis69 voor de administratieve scheiding. De geslaagde experimenten, die bewezen dat een echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst met behulp van een mediator voldoende waarborgen kan bieden voor de bescherming van kinderen en de zwakkere partij, mogen we ook niet vergeten.70 Waarom is de administratieve scheiding dan toch niet ingevoerd? In dit hoofdstuk worden de argumenten voor en tegen de administratieve echtscheiding besproken. De argumenten tegen de administratieve echtscheiding worden extra onder de loep genomen. De
63
Quispel 2006, p. 276-283. Kamerstukken II, 2006/07, 30145, nr. 23. 65 Stb. 2008, 500. 66 Kamerstukken II, 2008/089, 31 174, nr. 1-4. 67 Nuytinck 2008, p. 863-865. 68 Handelingen II, 2005/06, 27-1862 & Handelingen I, 2008/09, 8. 69 Proefschriften Lenters 1993 & Chin-A-Fat 2004. 70 Chin-A-Fat & Steketee 2001, p. 12-15. 64
16
Echtscheiding via het gemeenteloket? argumenten worden vervolgens tegen elkaar afgewogen en op basis daarvan zal er een conclusie getrokken worden over de (on)wenselijkheid en (on)mogelijkheid van een administratieve echtscheiding.
§ 3.2 Argumenten voor de administratieve scheiding
Antokolskaia geeft een aantal argumenten weer die pleiten voor invoering van de administratieve echtscheiding:71
- Dat er een duidelijke maatschappelijke behoefte bestaat aan de mogelijkheid om zonder tussenkomst van de rechter van echt te scheiden werd zichtbaar toen de zogenaamde ‘flitsscheiding’ onverwacht grote populariteit verwierf. Door de openstelling in 2001 van het huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht was de mogelijkheid ontstaan om het huwelijk om te zetten in een geregistreerd partnerschap en deze dan buiten de rechter om te ontbinden. Bijna 1 op de vijf echtscheidingen tussen 2003-2006 (hoogtijdagen van de flitsscheiding) vondt op die wijze plaats.72 - De administratieve echtscheiding geldt als een krachtig symbool van een modern en permissief echtscheidingsrecht en van het primaat van de autonomie van de partijen. 73 Men spreekt zowel in de wetenschap als in de politiek over administratieve scheiding in termen van ‘modern’74 en meer ‘progressief’.75 - De flitsscheiding was in de praktijk nauwelijks sneller en goedkoper dan een gerechtelijke procedure op gemeenschappelijk verzoek met een advocaat, maar er werd door bijna 1 op de vijf scheidende echtparen toch gekozen voor de flitsscheiding in plaats voor een gerechtelijke procedure. Een waarschijnlijke reden hiervoor is dat een gerechtelijke procedure geassocieerd wordt met conflict, dwang en sancties, aldus Antokolskaia.
Antokolskaia geeft aan dat de symbolische betekenis van de administratieve en gerechtelijke scheiding niet moet worden onderschat. ‘ Symbolen vervullen nu eenmaal een belangrijke rol in het individuele en maatschappelijke leven’.76
71
Antokolskaia 2009, p. 591-597. Van Huis 2005, p. 1. 73 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3001. 74 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3007. 75 Quispel 2006, p. 283. 76 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 72
17
Echtscheiding via het gemeenteloket? Lenters heeft in haar proefschrift uit 1993 uiteengezet dat betrokkenheid van de rechter alleen op zijn plaats is waar er iets te berechten valt. Er is geen plaats voor rechterlijke tussenkomst waar dat niet het geval is. Verder legt een administratieve echtscheiding volgens haar een grotere druk op overeenstemming en samenwerking, leidt het tot minder taboe en stigmatisering. Voorts geeft zij als argumenten weer dat administratieve echtscheiding tegen lagere kosten kan en dat bij een administratieve echtscheiding de rechterlijke tussenkomst een ‘ultimum remedium’ is, zoals dat behoort te zijn.77 Quispel brengt als argument voor de administratieve echtscheiding naar voren dat het rechterlijke apparaat wordt ontlast en dat er daardoor bezuinigd kan worden op de rechtsbijstand.78 In de parlementaire debatten werd er gesproken over de rol van de rechter in het kader van de administratieve echtscheiding. Er werd gesteld dat als twee mensen zonder kinderen ‘in goede harmonie’ uit elkaar willen gaan en geen geschillen hebben, er voor de rechter geen rol is weggelegd.79 ‘ De rechter is er voor het oplossen van conflicten, niet om te stempelen’.80
§ 3.3 Argumenten tegen de administratieve echtscheiding door de regering
Oud-minister van Justitie Donner probeerde aanvankelijk zijn strijd tegen de administratieve scheiding ook in termen van symbolen te voeren.81 Er werd echter al snel ingezien dat die strijd in de huidige politieke verhoudingen niet op het ideologische vlak te winnen is. De strijd tegen invoering van de administratieve scheiding werd voortaan in termen van praktische bezwaren gevoerd. Antokolskaia bespreekt de praktische bezwaren die naar voren zijn gebracht door de regering:82 - ‘voor erkenning van de echtscheiding in het buitenland is een constitutieve beslissing van een overheidsfunctionaris met ruime beoordelingsbevoegdheid nodig en om die beslissing te kunnen nemen, zou de ambtenaar van de burgerlijke stand een rol moeten vervullen die gelijk is aan de rechter’; - ‘administratieve echtscheiding verschaft aan afspraken, die zijn opgenomen in een echtscheidingsconvenant, geen executoriale titel, tenzij die afspraken worden opgenomen in een notariële akte’;
77
Lenters 1993, p. 276-280. Quispel 2006, p. 283. 79 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3013-3015. (Kamerleden Teeven VVD en Bouchibti PvdA) 80 Handelingen I, 2008/09, 35 145, 8-399. 81 Handelingen II, 2002/03, 34-2575. 82 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 78
18
Echtscheiding via het gemeenteloket? - ‘de noodzakelijke extra opleiding voor de ambtenaren van de burgerlijke stand en de wijziging van het GBA-systeem brengen hoge initiële kosten mee’; - ‘het creëren van twee ‘echtscheidingsloketten’ naast elkaar (rechterlijk en administratief) is niet logisch en onwenselijk’; - ‘de invoering van de administratieve echtscheiding zal weinig voordeel in tijd en geld voor de burger opleveren’.83 Ik acht de argumenten die ten grondslag liggen aan het standpunt van de Minister onvoldoende aannemelijk. Mijns inziens kan scheiden zonder rechterlijke tussenkomst met steekhoudende argumenten worden verdedigd. De Minister stelt dat het huwelijk verbintenissen met een bijzondere betekenis in de publieke sfeer schept. Het huwelijk zou dus volgens hem niet als een ‘gewoon’ contract op basis van onderlinge toestemming ontbonden moeten kunnen worden. Een rechter is volgens hem de aangewezen persoon om het huwelijk te ontbinden.84 Ik vraag me af of dit standpunt breed in de maatschappij wordt gedragen? Een groot aantal mensen wil de scheiding en haar gevolgen zelf regelen. Mijns inziens dient de Minister de ontwikkeling in de samenleving serieus te nemen, omdat er een duidelijke behoefte is aan scheiden buiten de rechter om. In de volgende paragraaf ga ik nader in op de argumenten van de Minister tegen de administratieve echtscheiding.
§ 3.4 De tegenargumenten van de regering nader bekeken
§ 3.4.1 Erkenning in het buitenland en rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand
De regering geeft als een van de belangrijkste argumenten tegen de administratieve echtscheiding aan dat voor de erkenning van de administratieve echtscheiding in het buitenland een constitutieve beslissing van een overheidsfunctionaris nodig is. De Brussel II- bis verordening85 vereist inderdaad een constitutieve beslissing van een ‘gerecht’ voor de erkenning binnen de Europese Unie. Artikel 2 lid 1 Brussel II- bis verordening definieert ‘gerechten’ als:
‘ alle autoriteiten in de lidstaten die bevoegd zijn ter zake van de aangelegenheden die binnen de reikwijdte van de verordening vallen’. 83
Kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 6, p. 23. Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 105. 85 Verordening ( EG) nr. 2201/2003 (PbEU 2003, L 338). 84
19
Echtscheiding via het gemeenteloket? Uit de bewoordingen van dit artikel kan worden afgeleid dat het ook een administratief orgaan kan zijn.86 De uiteindelijke versie van het wetsvoorstel van het VVD-kamerlid Luchtenveld87 en het amendement van het VVD-kamerlid Teeven voldeden aan het vereiste, dat is neergelegd in artikel 2 lid 1 Brussel II- bis. Op grond daarvan zou – na regeling van de nieuwe rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand – een administratieve echtscheiding dus gewoon mogelijk zou moeten zijn. De Minister kwam daarna echter met een nieuw bezwaar tegen de administratieve echtscheiding. Hij stelde dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een ruime toetsingsbevoegdheid met betrekking tot de beëindigingovereenkomst zou moeten krijgen als moet worden voldaan aan de vereisten van de Brussel II- bis verordening. De ambtenaar van de burgerlijke stand moet dan volgens de minister van Justitie extra ‘opgeleid’ en ‘geëquipeerd’ worden.88 De Minister liet het niet daarbij zitten en breidde zijn argument verder uit. Hij voerde aan dat de ambtenaar van de burgerlijke stand, net zoals de rechter in echtscheidingszaken, de bevoegdheid hoort te hebben om de ‘gegrondheid en vrijwilligheid van het verzoek’ en de ‘rechtsgeldigheid van documenten’ te toetsen.89 Wanneer de bevoegdheid van een ambtenaar van de burgerlijke stand op dat gebied enorm verruimd wordt, zou hij in de rol worden geplaatst die nu door de rechter vervuld wordt.90 De Minister stelde dat de ambtenaren daarvoor extra opgeleid moeten worden en dat ook hoge kosten met zich meebrengt. Volgens Antokolskaia kunnen de argumenten van de Minister moeilijk stand houden.91 In artikel 2 lid 3 Brussel II- bis verordening staat de definitie van de ‘rechter’:92
‘de rechter of de drager van bevoegdheden gelijkwaardig aan die van een rechter, ter zake van de aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van deze verordening vallen.’
Uit de hierboven genoemde definitie valt op te maken dat het andere orgaan niet de rechterlijke bevoegdheid tot beslechting van geschillen met de daarbij behorende toetsingsbevoegdheid moet bezitten. Dat andere orgaan moet krachtens de nationale wetgeving bevoegd zijn om de bedoelde beslissingen, in dit geval met betrekking tot de ontbinding van het huwelijk, te nemen.
86
Boele-Woelki & Mom 2006, p. 231-232. in: Antokolskaia 2006. Vlas & Ibili 2006, p. 260. in: Antokolskaia 2006. 88 Handelingen II, 2007/08, 76, p. 4046. 89 Handelingen I, 2008/29, 8, p. 406. 90 Handelingen I, 2008/09, 8, p. 406. 91 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 92 Verordening ( EG) nr. 2201/2003 (PbEU 2003, L 338). 87
20
Echtscheiding via het gemeenteloket? Boele-Woelki en Mom hebben in 2006 onderzoek gedaan naar de erkenning van administratieve echtscheiding in Europa en zij concluderen dat voor de erkenning van de beslissing van een echtscheiding onder Brussel II- bis het niet van belang is of het bevoegde orgaan discretionaire bevoegdheid heeft.93 Zij stellen verder dat erkenning van een administratieve echtscheiding in de lidstaten van de Europese Unie probleemloos zal verlopen.94 De Minister heeft het verder in zijn argumentatie tegen de administratieve scheiding over toetsing als voorwaarde voor zorgvuldige echtscheiding. Het gaat over de toetsing van de rechtmatigheid, de gegrondheid en vrijwilligheid van het verzoek en de rechtsgeldigheid van de onderliggende documenten. De gegrondheid van het verzoek in echtscheidingszaken is de aanwezigheid van een echtscheidingsgrond, te weten, de duurzame ontwrichting. Hierover kan gezegd worden dat zelfs de rechter niet bevoegd is om bij een gerechtelijke procedure op gemeenschappelijk verzoek de echtscheidingsgrond ambtshalve te toetsen.95 Wanneer de Minister stelt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de gegrondheid van het verzoek moet toetsen, strekt de toetsingsbevoegdheid van de ambtenaar van de burgerlijke stand verder dan die van de rechter. De Minister kan dit niet bedoeld hebben. Voorts heeft de Minister het over de vrijwilligheid van het verzoek. Volgens Antokolskaia is het voor de ambtenaar van de burgerlijke stand geen moeilijke taak om dat te toetsen. De ambtenaar van de burgerlijke stand doet iets vergelijkbaars bij het sluiten van een huwelijk en de toetsing van de rechter van de vrijwilligheid van partijen in een echtscheidingszaak gaat ook niet verder dan die formele toetsing. ‘ De rechter heeft eenvoudigweg geen mogelijkheid om dieper te toetsen: hij ziet partijen dikwijls niet eens.’96 De toetsing van de rechtmatigheid van het verzoek tot echtscheiding en de rechtsgeldigheid van de onderliggende documenten past goed bij de competentie van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij voert deze formele rechtmatigheidtoetsing immers ook uit bij het sluiten van een huwelijk of de ontbinding van een geregistreerd partnerschap. Het vervullen van deze functie door de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van een administratieve echtscheiding vereist dus geen verruiming van zijn bevoegdheid en geen extra opleiding. Het leidt ook niet tot een verzwaring van de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Over de toetsing door de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van administratieve echtscheiding heeft Antokolskaia eerder al opgemerkt dat er in materieel opzicht niets aan de 93
Boele-Woelki & Mom 2006, p. 231-232. in: Antokolskaia 2006. Boele-Woelki & Mom 2006, p. 236. in: Antokolskaia 2006. 95 Handelingen II, 1970/71, p. 3367 (MvT). 96 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 94
21
Echtscheiding via het gemeenteloket? handelingen van de ambtenaar van de burgerlijke stand zal veranderen wanneer zijn handeling bij een administratieve echtscheiding conform Brussel- II bis wordt vormgegeven als een ‘constitutieve beslissing’.97 Er verandert niets aan de aard van het optreden van de ambtenaar van de burgerlijke stand, hij zal namelijk precies hetzelfde doen wat hij sinds 1998 bij de ontbinding van een geregistreerd partnerschap doet. Er is niet meer beoordelingsbevoegdheid nodig dan normaal het geval, dus is extra opleiding volgens haar niet nodig. In werkelijkheid is er geen sprake van een verzwaring van de taken voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.
§3.4.2 Ontbreken van een executoriale titel
De Minister geeft als tweede argument aan dat bedingen in het echtscheidingsconvenant geen executoriale titel bezitten, tenzij deze in een notariële akte zijn opgenomen. Een belangrijk tekortkoming van de flitsscheiding was het ontbreken van een executoriale titel. Het probleem werd echter opgelost in het wetsvoorstel van Luchtenveld en amendement Teeven door een mogelijkheid te geven aan echtgenoten die scheiden om overeengekomen bedingen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te overleggen die de bedingen daarna in de akte van de administratieve echtscheiding opneemt. 98 Nuytinck bespreekt het probleem rond de executoriale titel en zegt dat de akte van de ambtenaar van de burgerlijke stand een authentieke akte is die aan overeenkomsten een executoriale titel verschaft.99 Hij stelt verder dat de afspraken over de gevolgen van de administratieve scheiding op dezelfde wijze een executoriale titel verkrijgen als wanneer de rechter op basis van artikel 810 Rv een echtscheidingsconvenant opneemt in zijn beschikking. Teeven verplichtte zelfs in zijn voorgestelde regeling de ambtenaar van de burgerlijke stand om de afspraken in de akte op te nemen. De rechter kan de opname van een echtscheidingsconvent weigeren op basis van artikel 819 Rv, er staat namelijk dat de rechter de afspraken in zijn beschikking ‘kan’ opnemen. Toch bleef de minister van Justitie het hebben over het ontbreken van een executoriale titel, terwijl er al een oplossing was gevonden voor dit probleem.100 Dat is naar mijn mening opmerkelijk en vreemd.
97
Antokolskaia 2005, p.738. Kamerstukken I, 2005/06, 29 676 A & kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 20. 99 Nuytinck 2006, p. 165. 100 Handelingen II, 2007/08, 76, p. 4046. 98
22
Echtscheiding via het gemeenteloket? § 3.4.3 Kosten extra opleidingen en kosten invoering van de administratieve echtscheiding In paragraaf 3.4.1 is het argument van de Minister, over de extra opleiding van de ambtenaar van de burgerlijke stand die hoge kosten met zich meebrengt, al besproken. Zoals in paragraaf 3.4.1 uiteen is gezet is er geen of nauwelijks extra opleiding nodig, de administratieve echtscheiding leidt immers niet tot verruiming van hun bevoegdheid noch tot verzwaring van hun taken.101 Minister Hirsch Ballin liet op verzoek van de Kamer een onderzoek verrichten naar de initiële kosten die gemoeid zouden zijn bij de invoering van een administratieve echtscheiding. Uit het onderzoek door de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (hierna: NVvB) is gekomen dat de wijzigingen in het GBAsysteem en de daaraan gekoppelde Burgerlijke Standmodule naar schatting anderhalf miljoen zouden gaan kosten.102 In het wetsvoorstel Luchtenveld en in het amendement Teeven werd er een register van administratieve echtscheidingen voorgesteld, dus waarschijnlijk is het onderzoek naar de kosten uitgegaan van een nieuw register van de burgerlijke stand. Wortmann geeft naar mijn mening terecht aan dat een nieuw register niet noodzakelijk is. Zij geeft als oplossing dat de akten van administratieve echtscheidingen in het register van huwelijken worden opgenomen. Het enige wat dan hoeft te veranderen is dat het register van huwelijken tot register van huwelijken en administratieve echtscheiding wordt omgedoopt. Reden hiervoor is dat de vermelding van de administratieve echtscheiding aan een huwelijksakte wordt toegevoegd.103 Antokolskaia vindt dat de administratieve echtscheiding samen met de gerechtelijke echtscheiding in één en hetzelfde bestaande register ingeschreven zou moeten kunnen worden. ‘Uit de inschrijving zelf zal voldoende duidelijk zijn of het om een administratieve of een gerechtelijke echtscheiding gaat. Dat zal veel tijd en kosten besparen’.104
101
Antokolskaia 2009, p. 591-597. Kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 6, p. 23. 103 Wortmann 2006, p. 159. 104 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 102
23
Echtscheiding via het gemeenteloket? § 3.4.4 Het creëren van twee ‘echtscheidingsloketten’ naast elkaar is niet logisch en onwenselijk
Als vierde argument geeft de Minister aan grote waarde te hechten aan een eenvoudig systeem voor echtscheidingszaken waarin één bevoegde instantie aangewezen is, namelijk de rechter. Dit geldt voor alle echtscheidingen zowel op gemeenschappelijk verzoek als op eenzijdig verzoek, met of zonder kinderen.105 De Minister stelt dat er verwarring zal optreden bij de burgers wanneer sommige procedures via de rechter en andere via de ambtenaar van de burgerlijke stand zullen verlopen.106 Volgens GroenLinks fractievoorzitter Halsema introduceert de Minister de ‘eenloketgedachte’ voor ‘het gemak van de overheid terwijl de burgers er behoefte aan hebben om buiten de rechter om te scheiden’.107 ‘ Meestal wordt één loket geïntroduceerd om aan de burgers tegemoet te komen en om de positie van de burgers te vergemakkelijken’, aldus fractievoorzitter Halsema.108 Antokolskaia vindt het ‘gemak van de overheid’ zelfs een twijfelachtig argument.109 Een geregistreerd partnerschap kan men ontbinden via twee wegen, namelijk via de rechter en via de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit heeft nooit tot enige ‘verwarring’ bij de burgers of overheidsinstanties geleid. De burgers hebben zelf, door de flitsscheiding boven de gerechtelijke procedure te kiezen, een tweede ‘loket’ opgezocht. Een ‘tweelokettengedachte’ betekent juist dat er meer keuzevrijheid is voor de burgers en leidt niet tot enige verwarring bij de burgers.
§ 3.4.5 Weinig voordeel in tijd en geld voor de burger
Tenslotte geeft de Minister als bezwaar aan dat de invoering van de administratieve echtscheiding weinig voordeel voor burgers zou meebrengen. De reden hiervoor ligt, volgens de Minister, in het feit dat de administratieve echtscheiding nauwelijks goedkoper en sneller zou zijn dan de gerechtelijke echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek.110 De Minister heeft hiervoor een vergelijking gemaakt tussen de kosten van de administratieve procedure enerzijds en die van de gerechtelijke procedure anderzijds. Hij concludeerde uit de vergelijking dat ‘de meeste kosten bij echtscheidingen worden 105
Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3025. Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3025. 107 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3025. 108 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3025. 109 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 110 Kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 6, p. 23. 106
24
Echtscheiding via het gemeenteloket? veroorzaakt door de opstelling van het echtscheidingsconvenant en niet door de griffierechten. Deze zijn vergelijkbaar met leges’.111 Het VVD-kamerlid Teeven heeft, bij wijze van toelichting op zijn amendement, ook een berekening gemaakt van de kosten. Hij komt tot de conclusie dat de kosten van rechtsbijstand en de administratieve kosten bij het opstellen van een echtscheidingsconvenant in het kader van een administratieve echtscheiding wat lager zullen uitvallen.112 Op basis van de berekeningen kan worden geconcludeerd dat er geen grote verschillen in kosten zijn. Verder spelen andere factoren een rol in de uiteindelijke kosten van een procedure, zoals het aantal uren dat nodig is voor het opstellen van een echtscheidingsconvenant met behulp van een deskundige. De kosten die gemaakt worden bij een procedure leveren niet echt een argument voor of tegen de administratieve echtscheiding op volgens Antokolskaia.113 Bovendien heeft de Minister zelf toegegeven dat het kostenaspect niet maatgevend is.114
§ 3.5 Conclusie
Hoewel er een duidelijke behoefte is aan scheiden buiten de rechter om, is de administratieve echtscheiding toch niet ingevoerd. Er zijn veel argumenten voor de administratieve echtscheidingsprocedure. Zo spreekt Antokolskaia over een duidelijke maatschappelijke behoefte om te scheiden buiten de rechter om. De behoefte werd zichtbaar toen de zogenaamde ‘flitsscheiding’ onverwacht een grote populariteit verwierf.115 Ook geldt de administratieve echtscheiding als een krachtig symbool van een modern en permissief echtscheidingsrecht en van het primaat van de autonomie van de partijen.116 De gerechtelijke procedure wordt ook meestal geassocieerd met conflict, dwang en sancties. Lenters heeft in haar proefschrift uit 1993 uiteengezet dat betrokkenheid van de rechter alleen op zijn plaats is waar er iets te berechten valt. Er is geen plaats voor rechterlijke tussenkomst waar dat niet het geval is. Lenters stelt verder dat bij een administratieve echtscheiding de rechterlijke tussenkomst
111
Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3030. Handelingen II, 2007/08, 76, p. 4042. 113 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 114 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3030. 115 Van Huis 2005, p. 1. 116 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3001. 112
25
Echtscheiding via het gemeenteloket? een ultimum remedium is, zoals dat behoort te zijn.117 Niet alleen in de literatuur, maar ook in parlementaire debatten werd er gesproken over de administratieve echtscheiding en in het bijzonder over de rol van de rechter. Als mensen ‘in vrede’ uit elkaar gaan en zij geen geschillen hebben, dan is er voor de rechter geen rol weggelegd. ‘De rechter is er voor het oplossen van conflicten en niet om te stempelen’.118 De Minister heeft verschillende argumenten tegen de administratieve echtscheiding naar voren gebracht. In paragraaf 3.4 zijn de argumenten van de Minister nader bekeken en er kan geconcludeerd worden dat de argumenten tegen de administratieve echtscheiding niet sterk genoeg zijn. Er bestaat een duidelijke maatschappelijke behoefte aan scheiden zonder rechterlijke tussenkomst. Er is weinig verschil tussen de administratieve echtscheiding en de gerechtelijke procedure op gemeenschappelijk verzoek. Het gaat misschien bij de argumenten voor de administratieve echtscheiding in belangrijke mate om symbolen, maar ook symbolen spelen een grote rol in ons leven. Dit dient serieus genomen te worden.119 Kortom, de argumenten van de regering tegen de administratieve echtscheiding kunnen de toets der kritiek niet doorstaan. Omdat de argumenten van de regering niet sterk genoeg zijn, zou de wetgever aan de duidelijke maatschappelijke behoefte tegemoet dienen te komen. Na een onderzoek gedaan te hebben naar de argumenten voor- en tegen de administratieve ben ik tot de conclusie gekomen dat de administratieve echtscheiding wenselijk is in onze samenleving vanwege de maatschappelijke behoefte. Voorts is de administratieve echtscheiding ook mogelijk aangezien het probleem van erkenning in het buitenland opgelost kan worden. In werkelijkheid is er verder ook geen sprake van een verzwaring van de taken voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Omdat er nauwelijks iets verandert aan de aard van het optreden van de ambtenaar van de burgerlijke stand, is er ook geen extra opleiding nodig en volgen er ook geen hoge kosten. Verder is een nieuw register voor administratieve echtscheiding niet noodzakelijk, zoals Wortmann terecht stelt.120 Een ‘tweelokettengedachte’ leidt niet tot enige verwarring bij de burgers, maar zij krijgen hierdoor meer keuzevrijheid. Tenslotte zijn er niet echt grote verschillen in kosten tussen de administratieve echtscheidingsprocedure en een gerechtelijke procedure. De administratieve echtscheiding zou naar mijn mening open moeten staan voor echtparen, zonder minderjarige kinderen, die willen scheiden.
117
Lenters 1993, p. 276-280. Handelingen I, 2008/09, 8-399. 119 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 120 Wortmann 2006, p. 159. 118
26
Echtscheiding via het gemeenteloket? Hoofdstuk 4 De gerechtelijke en administratieve procedure vergeleken en de rol van de rechter in de gerechtelijke procedure § 4.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de gerechtelijke procedure nadat deze uitgebreid besproken is in paragraaf 2.3.3. Tevens wordt de rol van de rechter in gerechtelijke procedures besproken. Heeft de rechter namelijk wel toegevoegde waarde bij een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek waarbij er geen conflicten zijn over de gevolgen tussen de echtgenoten? Voorts wordt de administratieve echtscheidingsprocedure uiteengezet op basis van het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld. De verschillen tussen de gerechtelijke procedure en de administratieve echtscheiding worden besproken. Mijn mening over de wenselijkheid en mogelijkheid van een administratieve echtscheiding geef ik ook weer in dit hoofdstuk.
§ 4.2 De gerechtelijke procedure In paragraaf 2.3.3 is de gerechtelijke procedure bij de rechter in het kader van echtscheidingen al uitgebreid besproken. Voor een echtscheiding op dit moment is dus steeds rechterlijke tussenkomst vereist. Voor het regelen van de gevolgen van een echtscheiding is dat niet het geval. Tot 1 maart 2009 waren de echtgenoten geheel vrij in hun beslissing om de rechter te betrekken bij de gevolgen van hun echtscheiding. Met de invoering van het verplichte ouderschapsplan zijn partijen echter een deel van hun ‘partijautonomie’ kwijtgeraakt. Partijen moeten namelijk over de gevolgen van de echtscheiding voor hun minderjarige kinderen afspraken maken die zij aan de rechter moeten voorleggen. Dit geldt bij een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding, maar ook bij een eenzijdig verzoek tot echtscheiding.121 Het ouderschapsplan bevat afspraken over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, de informatieregeling en kinderalimentatie.122 Wanneer er door echtgenoten geen ouderschapsplan wordt overlegd, kan dit tot niet-ontvankelijkheid leiden, tenzij de rechter tot het oordeel komt dat een ouderschapsplan redelijkerwijs niet kan worden vereist.123 Partijen zijn dus het initiatief, om de rechter bij dergelijke gevolgen te betrekken, kwijt.124 Hieruit blijkt duidelijk dat de gevolgen van een
121
Art. 815 lid 2 RV Jepessen- de Boer 2010, p. 17. in: Antokolskaia & Coenraad 2010. 123 Ackermans-Wijn & Brands-Bottema 2009, p. 45-53. 124 Asser e.a. 2003, p. 68. 122
27
Echtscheiding via het gemeenteloket? echtscheiding voor de betrokken minderjarige kinderen van openbare orde zijn.125 Partijen zijn wel vrij in de keuze of zij, krachtens artikel 819 Rv, de afspraken neergelegd in het ouderschapsplan willen laten opnemen in de beschikking van de rechter, zodat de afspraken een executoriale titel verkrijgen. De vermogensrechtelijke gevolgen van een echtscheiding zijn niet van openbare orde en partijen kunnen deze gevolgen in onderling overleg samen regelen. Meestal gaat het om partneralimentatie en de verdeling of verrekening van pensioenrechten. Partijen hoeven deze afspraken niet aan de rechter voor te leggen, zij kunnen dit wel doen op basis van artikel 819 Rv zodat de rechter deze ook van een executoriale titel voorziet.
§ 4.2.1 De rol van de rechter in een gerechtelijke procedure
Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de rechter afspraken die partijen - al dan niet verplicht - aan hem voorleggen, geacht wordt te toetsen.126 In deze paragraaf wordt de rechterlijke toets van het ouderschapsplan en van afspraken die de echtgenoten onderling treffen besproken. Met betrekking tot het ouderschapsplan sprak de Minister in de memorie van toelichting over een ‘ambtshalve toets’ door de rechter van het ouderschapsplan.127 De wet, jurisprudentie en vooral het belang van het kind worden als vaste toetsstenen van het ouderschapsplan genoemd.128 De criteria die er gesteld zijn voor de toetsing van het ouderschapsplan impliceren een uitgebreide toets door de rechters. Als partijen die scheiden onderling afspraken hebben gemaakt, veelal vermogensrechtelijke, kunnen zij die aan de rechter voorleggen ter verkrijging van een executoriale titel. De rechter beoordeelt of hij het verzoek zal toewijzen op grond van artikel 819 Rv. De vraag is wat voor een toets de rechter daarbij behoort aan te leggen? De Ministers Hirsch Ballin en Rouvoet hebben die vraag beantwoord door aan te geven dat er ook bij die onderlinge afspraken uitgegaan mag worden van een uitgebreide toets door de rechter.129 Over de vraag van Tweede Kamerleden of de rechter de aan hem voorgelegde echtscheidingsconvenanten zelf toetst of dat hij dit overlaat aan de griffier, heeft de Minister een heldere boodschap gegeven: de rechter toetst en niemand anders.130 De vraag werd gesteld tegen de 125
Koens 2006, p. 128. Coenraad 2010, p. 83. in: Antokolskaia & Coenraad 2010. 127 Kamerstukken II, 2004/05, 30 145, nr. 3, p. 9-10 (MvT). 128 Kamerstukken II, 2007/08, 30 145, nr. C, p. 12. 129 Kamerstukken II, 2007/08, 30 145, nr. C, p. 12. 130 Handelingen II, 2005/06, 6, p. 296 en 300. 126
28
Echtscheiding via het gemeenteloket? achtergrond van de toegevoegde waarde van de rechter wanneer partijen het over zowel de echtscheiding als haar gevolgen eens zijn. In de volgende paragraaf wordt er gekeken of een dergelijke toets in de praktijk wordt uitgevoerd.
§ 4.2.2 Rechterlijke toets in de praktijk
Uit de vorige paragraaf kan worden afgeleid dat de opeenvolgende verantwoordelijke ministers steeds hebben aangegeven dat de rechter de afspraken over de gevolgen van een echtscheiding uitgebreid hoort te toetsen. De praktijk echter, herkent zich niet in een dergelijke uitgebreide rechterlijke toets.131 Senatoren Quik-Schuijt (SP) en Strik (GroenLinks) geven aan dat de rechter afspraken van partijen ‘stempelt’ en dus slechts als ‘stempelmachine’ functioneert.132 Zo zegt Strik:133
‘Sinds de duurzame ontwrichting van het huwelijk de enige grond is, kan ik mij niet herinneren dat ik ooit iets heb moeten toetsen toen ik rechter was’.
Quik-Schuijt meent dat het naïef is van de Minister om te zeggen dat de rechter zelf het ouderschapsplan toetst:134 ‘De griffie kijkt of het ouderschapsplan voldoet aan de minimale voorwaarden en legt bij twijfel het voor aan de rechter’.
Van Teeffelen, raadsheer bij het gerechtshof Den Bosch, is van oordeel dat de rechterlijke toets van het ouderschapsplan zeer beperkt zal zijn.135 Aan de ene kant is er dus de visie van de ministers dat de rechters de afspraken uitgebreid behoren te toetsen en aan de andere kant is er de opvatting van rechters dat van een dergelijke uitgebreide toets geen sprake kan zijn. Coenraad geeft aan dat de door ministers bepleite uitgebreide toets op gespannen voet staat met de regels van het procesrecht en de daaraan ten grondslag liggende gedachte.136 Aan een procesverloop ligt de principiële gedachte ten grondslag van beschikkingsvrijheid en autonomie van partijen. Coenraad 131
Coenraad 2010, p. 86. in: Antokolskaia & Coenraad 2010. Handelingen I, 2008/09, 8, p. 399-400. 133 Handelingen I, 2008/09, 8, p. 407. 134 Handelingen II, 2005/06, 6, p. 296 en 300. 135 Teeffelen 2006, p. 153-155. 136 Coenraad 2010, p. 94. in: Antokolskaia & Coenraad 2010. 132
29
Echtscheiding via het gemeenteloket? stelt dat het juist de bedoeling is dat een rechter zich slechts in beperkte mate kan bemoeien met de inhoud van de afspraken tussen de partijen. In 1993 heeft Lenters de rol van de rechter in de echtscheidingsprocedure ter discussie gesteld.137 Zij constateerde dat de werkzaamheden van de rechter veelal slechts van administratieve aard zijn, indien partijen overeenstemming hebben bereikt over zowel de echtscheiding als haar gevolgen. Welke toegevoegde waarde heeft een rechter namelijk wanneer partijen het eens zijn over de echtscheiding en haar gevolgen?
§ 4.3 De administratieve echtscheiding
In de literatuur is reeds de nodige aandacht besteed aan de administratieve echtscheiding. Zo definieert Nuytinck de administratieve echtscheiding als volgt:138
‘de beëindiging van het huwelijk met wederzijds goedvinden van de beide echtgenoten zonder kinderen, met minderjarige kinderen over wie zij noch gezamenlijk gezag noch eenhoofdig het gezag uitoefenen, dan wel met meerderjarige kinderen, zonder rechterlijke tussenkomst, maar wel met tussenkomst van de ambtenaar van de burgerlijke stand en een of meer advocaten of notarissen, dan wel een of meer scheidingsbemiddelaars’
Echtgenoten die dus willen scheiden van echt en minderjarige kinderen hebben over wie zij het gezamenlijk gezag of eenhoofdig gezag uitoefenen, moeten toch naar de rechter op basis van het gewone echtscheidingsrecht.139 De vraag of een administratieve echtscheiding gerealiseerd kan worden, kan naar mijn mening bevestigend worden beantwoord. Het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld bevatte een regeling die de administratieve echtscheiding in het Burgerlijk Wetboek introduceerde (zie voor de kerntekst regeling administratieve echtscheiding in bijlage 1). Tijdens de schriftelijke en mondelinge behandeling van dit initiatiefwetsvoorstel is er veel gedebatteerd over de vraag of administratieve echtscheiding erkend wordt in het buitenland. De minister van Justitie Donner erkende zelf dat met de wijzigingen die door de heer Luchtenveld zijn voorgesteld in zijn initiatiefwetsvoorstel, de administratieve echtscheiding
137
Lenters 1993. Nuytinck 2006, p. 162-169. 139 Afdeling 1.9.2 BW 1 138
30
Echtscheiding via het gemeenteloket? ‘Brusselproof’ is.140 De regeling van Luchtenveld voldoet aan de vereisten die neergelegd zijn in de Europese Verordening Brussel II bis.141 Op basis van artikel 1:149 a lid 1 is de ambtenaar van de burgerlijke stand bevoegd tot het nemen van een beslissing en tot het uitspreken van een administratieve echtscheiding, indien er voldaan is aan de voorwaarden van artikel 4 lid 1 Rv, gesteld ter zake van de bevoegdheid van de rechter, onverminderd artikel 1 Rv. Wanneer dit wordt afgezet tegen enkele definities, in het bijzonder die van ‘gerecht’, ‘rechter’ en ‘beslissing’ in de Europese verordening, kan worden geconstateerd dat er geen problemen zijn. Onder ‘gerecht’ wordt er in de Verordening verstaan: alle autoriteiten in de lidstaten die bevoegd zijn ter zake van aangelegenheden die overeenkomstig artikel 1 Verordening binnen het toepassingsgebied van deze Verordening vallen.142 Onder ‘rechter’ wordt er verstaan: de rechter of de drager van bevoegdheden gelijkwaardig aan die van een rechter, ter zake van de aangelegenheden die binnen het toepassingsgebied van deze Verordening vallen.143 En onder ‘beslissing’ wordt verstaan: een door een gerecht van een lidstaat uitgesproken echtscheiding, scheiding van tafel en bed of nietigverklaring van het huwelijk, alsmede een door een gerecht van een lidstaat gegeven beslissing betreffende de ouderlijke verantwoordelijkheid, ongeacht de benaming van die beslissing, zoals arrest, vonnis of beschikking.144 Hieruit kan worden geconcludeerd dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een autoriteit is, die een beslissing neemt en als drager van bevoegdheden op het terrein van de echtscheiding gelijkwaardig wordt aan die van de rechter, door een administratieve echtscheiding uit te spreken. Uiteraard kan de ambtenaar van de burgerlijke stand zich niet uitlaten, laat staan een beslissing nemen, over de rechtsgevolgen van de echtscheiding. Partijen moeten dat in een onderliggend convenant zelf al hebben afgesproken. Kan door hen – al dan niet met behulp van een advocaat, notaris of mediator - geen compromis worden bereikt, dan zal de rechter er aan te pas moeten komen.
140
Schonewille 2009, p. 598. Verordening ( EG) nr. 2201/2003 (PbEU 2003, L 338). 142 Art. 2 lid 1 Brussel II-bis Verordening 143 Art. 2 lid 2 Brussel II-bis Verordening 144 Art. 2 lid 4 Brussel II-bis Verordening 141
31
Echtscheiding via het gemeenteloket? §4.3.1 Hoe ziet een administratieve echtscheiding er dan uit?
Op basis van artikel 1:149 a lid 2 BW is de relatief bevoegde ambtenaar van de burgerlijke stand die van de woonplaats van een van de echtgenoten. Bij gebreke van een woonplaats van een echtgenoot in Nederland is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage bevoegd. Op basis van artikel 1:149 lid 3 verklaren de echtgenoten, in persoon (dus vertegenwoordiging is niet toegestaan) ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat hun huwelijk duurzaam ontwricht is en dat zij dit op die grond met wederzijds goedvinden wensen te beëindigen. De echtgenoten leggen vervolgens een schriftelijke verklaring over die voldoet aan de in artikel 1:149 a lid 4 en 5 gesteld vereisten. De ambtenaar van de burgerlijke stand vergewist zich ervan dat sinds de ondertekening van de overeenkomst bedoeld in artikel 1:150 BW, niet meer dan drie maanden zijn verstreken en spreekt hierna uit dat het huwelijk is beëindigd. Vervolgens maakt hij daarvan terstond een akte van administratieve echtscheiding op in het daartoe bestemde register. De administratieve echtscheiding komt tenslotte door inschrijving van de akte tot stand. Wanneer de overeenkomst tussen de echtgenoten niet is opgenomen in een notariële akte, kunnen de echtgenoten de ambtenaar van de burgerlijke stand vragen om de inhoud daarvan op te nemen in de bedoelde akte van administratieve echtscheiding. Hierdoor wordt er eveneens een executoriale titel verkregen.145 Opgemerkt dient te worden dat er een onderscheid gemaakt moet worden tussen de mondelinge beëindigingverklaring, de schriftelijke beëindigingverklaring en de schriftelijke beëindigingovereenkomst van de echtgenoten. Eerstgenoemde is de verklaring van de echtgenoten ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht en zij dit op grond van wederzijds goedvinden wensen te beëindigen ( artikel 1:149 a lid 3, eerste zin). De schriftelijke beëindigingverklaring is neergelegd in artikel 1:149 a lid 3, tweede zin). De schriftelijke beëindigingovereenkomst staat in artikel 1:150. Hierin regelen de echtgenoten de gevolgen van hun echtscheiding. De echtgenoten, zonder minderjarige kinderen over wie zij het gezamenlijk gezag uitoefenen, maken afspraken over relevante thema’s zoals de verdeling of verrekening van het vermogen, de voortgezette bewoning van het huis en pensioen en partneralimentatie. Deze afspraken worden vervolgens door de notaris, advocaat of scheidingsbemiddelaar in een echtscheidingsconvenant vastgelegd.
145
Schonewille 2009, p. 598.
32
Echtscheiding via het gemeenteloket? § 4.4 Verschillen tussen beide procedures
Het belangrijkste verschil tussen een gerechtelijke procedure en een administratieve echtscheiding is dat er bij een administratieve echtscheiding geen rechter aan te pas komt. Lenters heeft naar mijn mening terecht opgemerkt dat een rechterlijke tussenkomst alleen op zijn plaats is ‘bij het beslechten van geschillen, het afwegen van belangen alsmede het toetsen aan in de wet opgenomen criteria, (waarbij) een waarderen’ noodzakelijk is.146 Wanneer echtgenoten geen conflicten hebben over de gevolgen van hun scheiding is de rechter slechts een ‘stempelmachine’. ‘ De rechter is er voor het oplossen van conflicten, niet om te stempelen’147(zie paragraaf 4.2.2). Voorts wordt een gerechtelijke procedure geassocieerd met conflict, dwang en sancties en daarom is het mijns inziens belangrijk dat burgers zelf kunnen kiezen of zij voor een gerechtelijke of administratieve procedure wanneer zij willen scheiden. Bij een administratieve echtscheiding moet een overeenkomst worden opgesteld over alle gevolgen van de scheiding. De regeling van de gevolgen kan niet achterwege worden gelaten of achteraf worden overeengekomen, maar moet worden overeengekomen voordat de echtscheiding kan worden verkregen. Bij een gerechtelijke procedure, zoals naar huidig recht het geval is, kan de regeling van de gevolgen van de scheiding wel achterwege worden gelaten, of achteraf worden overeengekomen of door de rechter worden vastgesteld. Voor de huidige gerechtelijke echtscheidingsprocedure is dus geen overeenstemming over de gevolgen van de echtscheiding vereist. Het indienen van een echtscheidingsconvenant, waarin partijen de gevolgen van de echtscheiding vastleggen, is ook niet verplicht. Bij een echtscheiding op gemeenschappelijk en eenzijdig verzoek kan de rechter om nevenvoorzieningen worden gevraagd, waarin de gevolgen van de scheiding worden vastgesteld.148 Maar ook dit is niet verplicht. Wanneer er geen nevenvoorzieningen worden gevraagd aan de rechter, bemoeit hij zich ook niet ambtshalve met de gevolgen van de echtscheiding. Als het gaat om kinderen die betrokken zijn bij de echtscheiding, beslist de rechter alleen over het gezag wanneer er eenhoofdig gezag wordt gevorderd door één van de partijen. De hoofdregel is gezamenlijk gezag na een echtscheiding.149 Het komt vaker voor dat het gezamenlijk gezag na een echtscheiding doorloopt.150 Het komt incidenteel voor dat er wordt gevraagd om eenhoofdig gezag. Maar wanneer er wordt gevraagd om eenhoofdig gezag, beslist de rechter over omgangsregeling, de hoofdverblijfplaats van de kinderen en de 146
Lenters 2000, p. 3-4. Handelingen I, 2008/09, 35 145, 8-399. 148 Art. 827 Rv 149 Jepessen-de Boer 2010, p. 18 e.v. in: Antokolskaia & Coenraad 2010. 150 www.statline.cbs.nl 147
33
Echtscheiding via het gemeenteloket? kinderalimentatie. Je kunt dus zeggen dat het huidig recht het toelaat dat echtgenoten het huwelijk kunnen ontbinden, op zowel gemeenschappelijk als eenzijdig verzoek, zonder iets te regelen over de gevolgen van de echtscheiding. De echtgenoten bepalen zelf wanneer en hoe zij die gevolgen willen regelen. Zij kunnen de gevolgen in de echtscheidingsprocedure, maar ook op een later moment in bijvoorbeeld een aparte gerechtelijke procedure regelen. Voorts kunnen zij ervoor kiezen om het onderling te regelen of met tussenkomst van de rechter. Een uitzondering hierop is het sinds 1 maart 2009 geldende verplichte ouderschapsplan die echtgenoten moeten overleggen bij een verzoek tot echtscheiding. Dit geldt bij een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding, maar ook bij een eenzijdig verzoek tot echtscheiding. Het ouderschapsplan bevat afspraken over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, de informatieregeling en kinderalimentatie.151 Naar mijn mening is het beter om echtgenoten die van echt willen scheiden, zelf tot een oplossing te laten komen door gesprekken met elkaar te voeren over de gevolgen van hun scheiding. Luchtenveld noemt een aantal voordelen waar ik het mee eens ben.152 In de eerste plaats nemen echtgenoten hun verantwoordelijkheid voor hun eigen relationele problemen, waardoor het aantal vechtscheidingen kan afnemen. In de tweede plaats zullen de afspraken die echtgenoten maken duurzamer zijn, nu het hun eigen afspraken zijn. In de derde plaats wordt de rechter niet meer belast met zaken waarin hij geen toegevoegde meer heeft. Bij een gerechtelijke procedure verlopen de gesprekken vaak via advocaten, wat meestal leidt tot een win-verlies situatie naar mijn mening. Bij een administratieve procedure zullen partijen samen tot een oplossing komen die recht doet aan de belangen van beide echtgenoten, er zal dus een win-win situatie zijn.
151 152
Jepessen-de Boer 2010, p. 18 e.v. Chin- A Fat 2005, p. 730-736.
34
Echtscheiding via het gemeenteloket? § 4.5 Conclusie
Naar huidig recht is rechterlijke tussenkomst steeds vereist bij een echtscheiding. Voor het regelen van de gevolgen van een echtscheiding is dat niet het geval. Het gaat dan veelal om vermogensrechtelijke zaken die echtgenoten onderling samen kunnen regelen. Wel is het sinds 1 maart 2009 verplicht een ouderschapsplan in te dienen bij het verzoek tot echtscheiding. Over de gevolgen van de scheiding met betrekking tot kinderen moet er dus door de echtgenoten een ‘plan’ gemaakt te worden. Dit geldt zowel op gemeenschappelijk als eenzijdig verzoek tot echtscheiding.153 Over de rol van de rechter in een gerechtelijke procedure is er veel gediscussieerd. In theorie hadden de opeenvolgende verantwoordelijke ministers het steeds over een uitgebreide toets door de rechter van de afspraken die de partijen voorlegden.154 In de praktijk denken ervaren rechters hier anders over. Zij toetsen de afspraken tussen de partijen niet uitgebreid maar beperkt. Coenraad geeft als verklaring hiervoor dat uit de regels van het procesrecht voortvloeit dat de rechter een beperkte slagkracht heeft, indien partijen het onderling eens zijn geworden over de gevolgen van hun echtscheiding.155 Het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld bevatte een regeling die de administratieve echtscheiding in het Burgerlijk Wetboek introduceerde. De regeling van Luchtenveld voldoet aan de vereisten die neergelegd zijn in de Europese Verordening Brussel II bis.156 Over de vraag of erkenning in het buitenland van de administratieve echtscheiding zou zijn gewaarborgd kan men bevestigend antwoorden. De ambtenaar van de burgerlijke stand is namelijk een autoriteit, die een beslissing neemt, als drager van bevoegdheden gelijkwaardig aan die van de rechter, door een administratieve echtscheiding uit te spreken.157 Het belangrijkste verschil tussen een gerechtelijke procedure en een administratieve echtscheiding is dat er bij een administratieve echtscheiding geen rechter aan te pas komt. Een ander verschil betreft de voorafgaande overeenstemming tussen partijen. Bij een administratieve echtscheiding moet een overeenkomst worden opgesteld over alle gevolgen van de scheiding. De regeling van de gevolgen kan niet achterwege worden gelaten of achteraf worden overeengekomen, maar moet worden overeengekomen voordat de echtscheiding kan worden verkregen. Voor de huidige gerechtelijke echtscheidingsprocedure is geen overeenstemming over de gevolgen van de echtscheiding vereist, 153
Art. 815 lid 2 Rv Kamerstukken II, 2007/08, 30 145, nr. C, p. 12. 155 Coenraad 2010, p. 89. in: Antokolskaia & Coenraad 2010. 156 Verordening ( EG) nr. 2201/2003 (PbEU 2003, L 338). 157 Nuytinck 2006, p. 162-169. 154
35
Echtscheiding via het gemeenteloket? behalve de gevolgen met betrekking tot de kinderen die neergelegd moeten worden in een ouderschapsplan. Naar mijn mening zou een administratieve echtscheiding wettelijk mogelijk gemaakt moeten worden voor echtgenoten die willen scheiden, althans als partijen zonder rechter willen scheiden. Wel vind ik dat echtgenoten die willen scheiden van echt als zij nog minderjarige kinderen hebben over wie zij het gezamenlijk gezag of eenhoofdig gezag uitoefenen, naar de rechter moeten op basis van het gewone echtscheidingsrecht.158 Dit vanwege de extra bescherming van de belangen van kinderen. Het ‘probleem’ van erkenning in het buitenland is mijns inziens geen probleem meer en er is een duidelijke maatschappelijke behoefte aan scheiden buiten de rechter om. De burger moet een bepaalde keuzevrijheid hebben als het gaat om zijn of haar echtscheiding. De burger kan dan kiezen tussen een gerechtelijke procedure of een administratieve echtscheiding. Wanneer partijen het eens zijn over de echtscheiding en haar gevolgen, heeft de rechter geen toegevoegde waarde meer in de procedure. Hij is slechts een ‘stempelmachine’ die de echtscheiding formeel bekrachtigt. Wanneer er de mogelijkheid bestaat om de ambtenaar van de burgerlijke stand die functie te laten vervullen, waarom wordt dat dan niet gedaan? In hoofdstuk 3 heb ik beschreven dat een administratieve echtscheiding niet leidt tot verzwaring van de taken van de ambtenaar van de burgerlijke stand. Partijen dienen bij administratieve echtscheiding wel een echtscheidingsconvenant op te stellen dat dan ondertekend moet door een deskundige. Voor een executoriale titel is het volgens mij ook verstandig om het echtscheidingsconvenant te laten opnemen in een notariële akte.
158
Afdeling 1.9.2 BW 1
36
Echtscheiding via het gemeenteloket? Hoofdstuk 5
Naar een nieuw echtscheidingsrecht
§ 5.1 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de administratieve echtscheiding. Waaraan moet een administratieve echtscheiding voldoen, wil het ten minste gelijkwaardig zijn aan de huidige regeling in het kader van echtscheidingen? Gekeken wordt naar de factoren die een grote rol spelen zoals de zorgvuldigheid in een administratieve echtscheiding. De rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand bij een administratieve echtscheiding wordt beschreven en wetsvoorstel 31 714159 wordt besproken in dit hoofdstuk. Tussen de regels door worden conclusies getrokken en in de laatste paragraaf zal er een conclusie volgen over het hoofdstuk. De genoemde wetsartikelen in dit hoofdstuk zijn afkomstig uit het wetsvoorstel Luchtenveld, tenzij anders vermeld (herkenbaar aan de toevoeging ‘-voorstel’).
§ 5.2 Administratieve echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek, zonder minderjarige kinderen Voor de invoering van een administratieve echtscheiding bestaat zowel in de politiek160 als in de wetenschap161 een breed draagvlak. Er is destijds veel gebruik gemaakt van de ‘flitsscheiding’ door burgers in de periode waarin het nog mogelijk was (van 1998-2009). Hieruit kan worden geconcludeerd dat er ook een maatschappelijk behoefte bestaat aan scheiden zonder rechterlijke tussenkomst.162 Het echtscheidingsrecht in Nederland moet op basis van deze feiten naar mijn mening wijzigen om tot een moderner echtscheidingsstelsel te komen. De wetgever dient immers tegemoet te komen aan de gerechtvaardigde wensen van burgers. Een administratieve echtscheiding is wenselijk en is naar mijn mening ook efficiënter dan een gerechtelijke procedure voor echtgenoten zonder minderjarige kinderen die op gemeenschappelijk verzoek willen scheiden. Echtgenoten die willen scheiden en minderjarige kinderen hebben, zullen echter voor de gerechtelijke procedure moeten opteren. Net als Lenters163 ben ik van mening dat de werkzaamheden van de rechter veelal slechts van
159
Kamerstukken II,2008/09, 31 714, nr. 1-5. Handelingen II, 2005/06, 27-1862 & Handelingen I, 2008/09, 8. 161 Proefschriften Lenters 1993 & Chin-A-Fat 2004. 162 Van Huis 2005, p. 1. 163 Lenters 1993. 160
37
Echtscheiding via het gemeenteloket? administratieve aard zijn wanneer partijen overeenstemming hebben bereikt over zowel de echtscheiding als haar gevolgen. De rechter heeft in dergelijke situaties mijns inziens geen toegevoegde waarde.164 Voor partners die samen door één deur kunnen, is een administratieve echtscheiding mijns inziens absoluut aan te raden. Waarom moeten zij moeilijk doen, terwijl het makkelijk kan? Door juridische maar ook financiële rompslomp te voorkomen, kunnen de scheidende echtgenoten eerder starten met het verwerken van hun echtscheiding en op die manier ook eerder verder gaan met hun leven. Een gerechtelijke procedure wordt bovendien in het algemeen als vervelend ervaren en vaak geassocieerd met conflict, dwang en sancties.165 Ik pleit er dan ook voor om een administratieve echtscheiding mogelijk te maken voor echtgenoten die op gemeenschappelijk verzoek willen scheiden en geen minderjarige kinderen hebben. Wortmann en Nuytinck zijn ook voorstanders van inschakeling van de rechter indien er minderjarige kinderen betrokken zijn bij een echtscheiding en scheiden zonder rechter wanneer er geen minderjarige kinderen betrokken zijn.166 Aan de bescherming van de belangen van kinderen wordt terecht meer gewicht toegekend dan de bescherming van de belangen van de volwassenen. De afspraken tussen ouders over hun kinderen wordt vrijwel overal beschouwd als zijnde van openbare orde.167 Op de overheid rust er dus de taak om op die afspraken toe te zien. Omdat de belangen van kinderen sterk worden beschermd vind ik het belangrijk dat het uiteindelijk de rechter is die de afspraken van partijen over de kinderen toetst en de uiteindelijke knoop doorhakt. Voorts sluit ik mij aan bij de meningen van De Pater - van de Meer en Kalsbeek dat de belangen van het kind altijd boven die van scheidende echtgenoten moeten staan. Wanneer ouders onderling een overeenkomst moeten kunnen maken over de gevolgen van hun echtscheiding met behulp van een deskundige, dan bestaat er het risico dat het belang van het kind ondergeschikt raakt aan dat van de ouders.168 Als er minderjarige kinderen betrokken zijn bij een echtscheiding hoort er mijns inziens een formeel moment te bestaan waarop de rechter de afspraken over de kinderen toetst en indien het nodig is, ingrijpt. Afspraken over minderjarige kinderen worden nu vastgelegd in een ouderschapsplan. Een belangrijk aspect daarvan is de regeling inzake kinderalimentatie. De onderhoudsplichtige ouder betaalt kinderalimentatie tot het kind de 18-jarige leeftijd heeft bereikt. Maar hoe zit het nu met jongmeerderjarigen, kinderen tussen de 18 en 21 jaar? In de volgende paragraaf wordt hier kort op ingegaan.
164
Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3013-3015. Antokolskaia 2009, p. 591-597. 166 Wortmann 2006, p. 158 & Nuytinck 2006, p. 169. 167 Antokolskaia 2006, p. 32-61. 168 Handelingen II, 2005/06, 6, p. 295-296 165
38
Echtscheiding via het gemeenteloket? Kortom, echtparen zonder minderjarige kinderen zouden wel een bepaalde keuzevrijheid moeten hebben en niet gedwongen moeten worden om de rechter bij de scheiding te betrekken. Echtgenoten maken afspraken over hun onderlinge relatie en hierbij de is de rechter naar mijn mening overbodig. De administratieve echtscheiding zal sneller, eenvoudiger en efficiënter zijn voor deze groep. Maar dat wil niet zeggen dat het daarom niet een ‘zorgvuldige’ echtscheiding zal zijn. In het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld werd de ‘zorgvuldigheid’ bij administratieve echtscheidingen ook benadrukt.169 In paragraaf 5.3 wordt onderzocht of een administratieve echtscheiding ook zorgvuldig plaats kan vinden en op welke manier dat kan.
§ 5.2.1 Alimentatie jongmeerderjarigen Wanneer echtgenoten scheiden, maken zij afspraken over de betaling van kinderalimentatie.170 Per 1 maart 2009 zijn ouders verplicht om de afspraken over kinderalimentatie vast te leggen in een ouderschapsplan door invoering van de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding.171 De wet bepaalt dat een ouderschapsplan moet worden opgesteld voor de gezamenlijke minderjarige kinderen over wie de echtgenoten of geregistreerde partners al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen.172 Maar na de leeftijd van 18 jaar, stopt de onderhoudsplicht van ouders niet. Op grond van artikel 1:395a BW dienen de ouders te voorzien in de kosten van hun meerderjarige kinderen die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt. Voor minderjarige kinderen worden de afspraken met betrekking tot de alimentatie dus neergelegd in het verplichte ouderschapsplan. Maar hoe zit het nu met jongmeerderjarigen? In dit onderzoek is duidelijk naar voren gekomen dat een administratieve echtscheiding mogelijk zou moeten zijn voor ouders die willen scheiden en geen minderjarige kinderen hebben. Jongmeerderjarigen moeten naar mijn mening wel betrokken worden door ouders tijdens de administratieve echtscheiding als het gaat om de onderhoudsbijdrage. In de huidige gerechtelijke procedure worden kinderen ook in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken.173 Kinderen hebben een hoorrecht bij de rechter. Kinderen, en in dit geval jongmeerderjarigen, zouden ook in de gelegenheid moeten worden gesteld om
169
Kamerstukken II, 2004/05, 29 676, nr.14, p. 2. Art. 1: 392 e.v. BW 1 171 Stb. 2008, 500. 172 Kamerstukken II 2004/05, 30 145. 173 Art. 809 RV 170
39
Echtscheiding via het gemeenteloket? hun mening kenbaar te maken tijdens een administratieve echtscheiding. In het kader van een administratieve echtscheiding maken echtgenoten afspraken over de gevolgen van hun echtscheiding. Afspraken over de onderhoudsbijdrage voor jongmeerderjarigen moeten naar mijn mening ook vastgelegd worden in het kader van een administratieve echtscheiding. Hierbij zouden zij wel betrokken moeten worden zodat hun mening kenbaar wordt over de onderhoudsbijdrage. Er mag geen beschikking worden gemaakt met betrekking tot kinderalimentatie zonder de jongmeerderjarigen erbij te betrekken. Als de meerderjarige het niet eens is met de voorstellen van de ouders over de onderhoudsbijdrage, zou de meerderjarige naar de rechter kunnen stappen. Op die manier zouden de ouders toch een gerechtelijke procedure moeten doorlopen. Mijns inziens zal dit niet veel voorkomen. Ouders hebben immers gekozen voor een administratieve echtscheiding om zonder rechterlijke tussenkomst te scheiden. Zij zullen eerder proberen om met de jongmeerderjarige tot overeenstemming te komen over de onderhoudsbijdrage. Hoe zit het dan met stiefkinderen? Op grond van artikel 1:395 BW is een stiefouder, onverminderd het bepaalde in artikel 1:395a BW, alleen verplicht gedurende zijn huwelijk of geregistreerd partnerschap levensonderhoud te verstrekken aan de tot zijn gezin behorende minderjarige kinderen van zijn echtgenoot of geregistreerde partner. Wanneer het huwelijk door echtscheiding wordt ontbonden, dan eindigt daarmee de onderhoudsplicht van de stiefouder. Een stiefouder is gedurende zijn huwelijk of geregistreerd partnerschap ook verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van jongmeerderjarige stiefkinderen. Wanneer er een echtscheiding plaatsvindt, houdt de onderhoudsverplichting dus ook voor jongmeerderjarige stiefkinderen op. Mijns inziens is dit in strijd met artikel 8 EVRM. In artikel 8 EVRM is het recht op familie- en gezinsleven vastgelegd. Tijdens een huwelijk is er sprake van ‘family life’ in de zin van artikel 8 EVRM. Is er dan geen sprake meer van ‘family life’ wanneer het huwelijk door echtscheiding ontbonden wordt? Stiefkinderen hebben mijns inziens net zoals eigen kinderen - recht op ‘family life’ na een echtscheiding. Naar mijn mening is het vreemd om de onderhoudsplicht alleen te laten gelden tijdens een huwelijk. Na een echtscheiding worden de banden toch niet meteen verbroken met stiefkinderen? De band tussen de echtelieden wordt beëindigd, maar niet tussen ouders en stiefkinderen. In dat opzicht zouden stiefkinderen net als eigen kinderen ook recht moeten hebben op levensonderhoud na een echtscheiding. Kortom, mijns inziens zou ook voor minderjarige stiefkinderen een ouderschapsplan opgesteld moeten worden waarin de onderhoudsverplichting wordt geregeld. Verder moeten jongmeerderjarige stiefkinderen in het kader van een administratieve echtscheiding betrokken worden bij het onderwerp alimentatie. Er hoort naar mijn mening geen onderscheid plaats te vinden tussen stiefkinderen en eigen kinderen. Gekeken dient te 40
Echtscheiding via het gemeenteloket? worden naar het belang van het kind. Kinderen hebben het recht op een gezonde en evenwichtige ontwikkeling en groei naar zelfstandigheid op basis van artikel 3 IVRK. Ook hebben de ouders de verantwoordelijkheid bij de uitoefening door kinderen van hun rechten op basis van artikel 5 IVRK. Voorts hebben kinderen het recht op eigen mening en het recht om gehoord te worden. Het is belangrijk dat de onderhoudsverplichting van de stiefouder doorloopt na een echtscheiding in het belang van minderjarige en jongmeerderjarige stiefkinderen.
§ 5.3 ‘Zorgvuldige’ administratieve echtscheiding
Volgens Luchtenveld dienen partijen hun overeenstemming in een verklaring te laten opnemen die vervolgens door een juridische deskundige wordt ondertekend.174 Hij voegt dan ook de scheidingsbemiddelaar toe aan de ondertekening gerechtigden. Voor het slagen van de voorgestelde wijzigingen in het echtscheidingsrecht stelt hij dat het essentieel is dat er voldoende ervaren en goede mediators beschikbaar zijn. De waarborging van de kwaliteit van het proces ziet Luchtenveld in het beschikbaar zijn van een groot aantal forensisch mediators. Forensisch mediators zijn mediators die een juridisch-academische achtergrond hebben op het niveau van de VFAS of de VSMN.175 Het criterium voor een ‘deskundige’ is volgens Luchtenveld: personen met een grondige kennis van de ‘relevante rechtsgebieden’ en die voldoen aan de vakbekwaamheidseisen van de beroepsverenigingen. De deskundigen krijgen in het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld een verantwoordelijkheid voor de inhoud van de afspraken die gemaakt zijn door de partijen. Luchtenveld meent dat deze route zorgvuldig is en langzaam is in de zin dat de partijen de gevolgen van de echtscheiding in een convenant dienen te regelen. Hij stelt aan de andere kant dat deze route snel is omdat partijen geen procedure meer bij de rechtbank hoeven te doorlopen. Om de zorgvuldigheid verder vorm te geven dient er in zijn ogen een nieuw register te komen waarin gekwalificeerde personen zijn opgenomen die als deskundige zijn aangemerkt. Jonker176 en Quispel177 stellen dat om een ‘zorgvuldige’ administratieve echtscheiding te kunnen realiseren, het belangrijk is om partijen te stimuleren met behulp van een scheidingsbemiddelaar een convenant op te stellen. De afspraken die gemaakt worden over de gevolgen van de echtscheiding dienen duidelijk en helder in een convenant gezet te worden met behulp van een deskundige. 174
Kamerstukken II, 2003/04, 29 676, nr.6, p. 3. Kamerstukken II, 2003/04, 29 676, nr.6, p. 4. 176 Jonker 2006, p. 310-316. 177 Quispel 2006, p. 276-283. 175
41
Echtscheiding via het gemeenteloket? Mijns inziens zou een administratieve echtscheiding zeker zorgvuldig kunnen plaatsvinden. Belangrijk is dat als echtgenoten geen minderjarige kinderen hebben en op gemeenschappelijk verzoek administratief willen scheiden, bijgestaan worden door een ‘deskundige’. In het wetsvoorstel van Luchtenveld staat dat de echtgenoten hun huwelijk kunnen beëindigen door inschrijving van een akte in de registers van de burgerlijke stand. De akte moet medeondertekend worden door een ‘deskundige’, te weten een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar. Zij hebben de mogelijkheid om te kiezen tussen de drie deskundigen zoals voorgesteld in het wetsvoorstel. Wel vind ik dat niet iedere advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar bevoegd moet worden om als ‘scheidingsbegeleider’ op te kunnen treden in een administratieve echtscheiding. Om de zorgvuldigheid bij een administratieve echtscheiding te waarborgen is het van essentieel belang dat al deze ‘scheidingbegeleiders’ moeten voldoen aan in de wet neer te leggen criteria. Opleidingen en toetsingen door verenigingen van advocaten, notarissen en scheidingbemiddelaars zijn niet voldoende. De kwaliteit van die opleidingen horen gewaarborgd te zijn en dit kan bereikt worden door ook de opleidingen ‘onder toezicht te’ stellen. Juristen die niet voldoen aan de in de wet gestelde eisen mogen geen verklaringen en geen verzoekschriften indienen in het kader van administratieve echtscheidingen. Ik meen dat bij de juridische begeleiding van scheidende echtparen in een administratieve echtscheiding het niet zo belangrijk is of partijen kiezen voor een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar, het gaat er vooral om of men deskundig en ervaren is op het gebied van het echtscheidingsrecht. In de volgende paragraaf wordt gekeken welke advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar als een deskundige zou kunnen optreden in een administratieve echtscheiding.
§ 5.3.1 Advocaat, notaris en scheidingsbemiddelaar
De voorzitter van de VFAS pleit voor een verplichte opleiding voor alle advocaten die echtscheidingszaken behandelen.178 Zij vindt dat professionalisering van de beroepsgroep noodzakelijk is en dit kan volgens haar bereikt worden door een gespecialiseerde opleiding tot familierecht advocaat en scheidingsbemiddelaar. De advocaten die lid zijn van de VFAS zouden mijns inziens als scheidingsbegeleider in een administratieve echtscheiding goed kunnen functioneren. De advocaten krijgen immers een specialistische opleiding en sluiten deze af door middel van examinering. De waarborg, dat de begeleiding van echtgenoten die administratief willen scheiden deskundig plaatsvindt, bestaat dus naar mijn mening. Er zijn ook advocaten gespecialiseerd in echtscheidingsbemiddeling, en die zijn aangesloten bij de 178
www.vfas.nl
42
Echtscheiding via het gemeenteloket? VFAS. De VFAS-scheidingsbemiddelaar beschikt over vele vaardigheden. Zo heeft hij inzicht in relationele problematiek, communicatievaardigheden, juridische kennis, methodisch onderhandelen, afspraken juridisch goed formuleren en vastleggen en echtscheidingen door de rechtbank kunnen laten formaliseren.179 De scheidingsbemiddelaar heeft een belangrijke taak in een administratieve echtscheiding. Hij dient partijen te informeren over de juridische en bij voorkeur ook de fiscale gevolgen van hun echtscheiding. Op dit moment is de VFAS naar mijn mening een organisatie die de zekerheid van deskundigheid op het gebied van echtscheidingsrecht kan bieden. Deze groep heeft ervaring op het gebied van het familierecht en zij hebben een opleiding tot bemiddelaar gevolgd. Deze advocaten die gespecialiseerd zijn in echtscheidingsbemiddeling hebben mijn voorkeur als de partijen kiezen voor een scheidingsbemiddelaar in het kader van hun administratieve echtscheiding. Volgens Chin-A-Fat zou moeten worden gekomen tot certificering van scheidingsbemiddelaars die als zodanig zijn opgeleid en getraind.180 Als er wettelijke eisen zullen worden gesteld aan de scheidingsbemiddelaar, welke eisen betrekking hebben op zijn juridische kennis met betrekking tot de gevolgen van een echtscheiding, zal de rechter volgens haar volledig vervangen kunnen worden door de scheidingsbemiddelaar. Een rechterlijke toetsing is haars inziens dan ook overbodig.181 Chin-A-Fat182 en Quispel183 geven ook aan dat er in de toekomst zoveel mogelijk all-round scheidingsbemiddelaars beschikbaar dienen te zijn. Dat wil zeggen dat zij niet alleen de specifieke juridische kennis hebben, maar ook inzicht moeten hebben in de psychologische, relationele en materiële wetmatigheden. Op deze manier wordt voorkomen dat echtgenoten ongewilde en onnodige kosten maken doordat zij geen beroep hoeven te doen op verschillende instanties. ‘De scheidingsbemiddelaar dient een compleet ‘product’ te leveren, in tegenstelling tot de rechter die slechts een beschikking afgeeft’, aldus Schonewille.184 Sinds kort kent het notariaat een vereniging van notarissen-scheidings-bemiddelaars (VNSB).185 Er worden aan de leden van deze vereniging eisen gesteld van inhoudelijke vakbekwaamheid. Notarissen zijn in het algemeen niet bekend met het echtscheidingsrecht en in het bijzonder van alimentatievraagstukken. Bij de VNSB wenden de notarissen zich in het kader van de vraagstukken dan vaak tot een advocaat die hen assisteert. Bij deze groep van notarissen kan men vertrouwen op een deskundige begeleiding in een administratieve echtscheiding. Ook dit is naar mijn mening een stap in de 179
Heida e.a. 2007, p. 21. Chin-A-Fat 2004, p. 431. 181 Quispel 2006, p. 276-283. 182 Chin-A-Fat 2004. 183 Quispel 2006, p. 276-283. 184 Schonewille 2006, p. 143 in: Antokolskaia 2006. 185 Luijten & Meijer 2008, p. 691-695. 180
43
Echtscheiding via het gemeenteloket? goede richting naar een zorgvuldige administratieve echtscheiding. Geconcludeerd kan worden dat het gaat om ‘deskundigheid’ van de advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar. Partijen zouden kunnen kiezen voor een scheidingsbegeleider, mits deze de nodige ‘deskundigheid’ bezit. Het gaat er dus niet om of men advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar is, maar vooral of men deskundig en ervaren is in het echtscheidingsrecht. Mijns inziens zou de overheid veel geld moeten steken in opleidingen en cursussen voor advocaten, notarissen en in het bijzonder voor scheidingsbemiddelaars, opdat de zorgvuldigheid in een administratieve echtscheiding voldoende gewaarborgd wordt. Voorts zouden advocaten mijns inziens, net zoals notarissen, bevoegd moeten worden om aktes te kunnen verlenen. De notaris kan op dit moment aktes verlenen met een executoriale titel. Mijns inziens zouden advocaten ook die bevoegdheid moeten krijgen. Wanneer partijen bij een administratieve echtscheiding hun verklaring door een advocaat laten ondertekenen, hoeven zij vervolgens niet naar een notaris om hun verklaring te laten opnemen in een notariële akte. Advocaten zijn immers deskundig op het gebied van alimentatie en de meesten hebben relatief de nodige ervaring op het gebied van de vermogensrechtelijke afwikkeling van een huwelijk. Om een executoriale titel te verkrijgen kunnen partijen op die manier kiezen voor een notaris of een advocaat. Indien partijen kiezen voor een scheidingsbemiddelaar in het kader van een administratieve echtscheiding, zouden zij daarna toch naar een notaris of een advocaat moeten gaan ter verkrijging van een executoriale titel.
§ 5.4 De rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van een administratieve echtscheiding
Over de rol van de ambtenaar van de burgerlijke stand bij de ontbinding van het huwelijk is in het kader van de behandeling van het initiatiefwetsvoorstel veel discussie geweest.186 In het oorspronkelijke initiatiefwetsvoorstel was namelijk een formulering uit de regeling van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap klakkeloos overgenomen. Er stond in de oorspronkelijke versie:’een door de partijen en een deskundige ondertekende en gedateerde verklaring waaruit blijkt dat en op welk tijdstip de echtgenoten omtrent de beëindiging van het huwelijk een overeenkomst hebben gesloten, door de ambtenaar van de burgerlijke stand wordt ingeschreven’.187 De formulering suggereert dat de ambtenaar van de burgerlijke stand de overeenkomst tussen partijen slechts bij wijze van administratie in het 186 187
Antokolskaia 2006, p. 37 in: Antokolskaia 2006. Kamerstukken II, 2003/04, 29 676, nr. 2.
44
Echtscheiding via het gemeenteloket? register inschrijft. Dit heeft tot veel discussie en commotie geleid, omdat een dergelijke ‘privéscheiding’ door veel landen niet zou worden erkend.188 Luchtenveld heeft dit bij de eerste nota van wijziging geprobeerd te corrigeren door te bepalen dat de ambtenaar van de burgerlijke stand van de verklaring van partijen in het register een akte opmaakt.189 Dit was echter niet voldoende, omdat de registratie van een onderhandse akte waaruit een overeenkomst blijkt over de ontbinding van een huwelijk, moeilijk als een constitutief element voor de echtscheiding kan worden gezien.190 Wanneer de overeenkomst niet door partijen maar door de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte wordt opgemaakt is dat dus niet wezenlijk anders. Drie nota’s van wijzigingen later, zijn alle problemen rondom de erkenning van de administratieve echtscheiding in het buitenland opgelost. Het initiatiefwetsvoorstel stelt op dit moment buiten twijfel dat de ambtenaar van de burgerlijke stand een constitutieve beslissing neemt. De ambtenaar van de burgerlijke stand ‘spreekt’ uit dat het huwelijk is beëindigd en maakt daarvan in het register een akte op.191 Mijns inziens zal er in materieel opzicht niet veel veranderen aan de handelingen van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van een administratieve echtscheiding wanneer zijn handeling conform Brussel II- bis wordt vormgegeven als een ‘ constitutieve’ beslissing. En hier is sprake van. De ambtenaar van de burgerlijke stand zal naar mijn mening precies hetzelfde doen als wat hij doet bij de beëindiging van een geregistreerd partnerschap. De functie van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van een administratieve echtscheiding vereist geen verruiming van zijn bevoegdheid of extra opleiding. Hij ‘spreekt’ uit dat het huwelijk beëindigd is en maakt daarvan een akte op in het register. Op deze manier komt de ontbinding van het huwelijk rechtsgeldig tot stand. De ambtenaar van de burgerlijke stand treedt in het initiatiefwetsvoorstel niet in de grond van de scheiding, dus van een toetsing is ook geen sprake. Op basis van het huidige recht treedt de rechter ook niet in de grond van de scheiding. Mij lijkt het daarom verstandiger om een ambtenaar van de burgerlijke stand niet te laten toetsen aan de vereisten aan de wet. Hiervoor zijn deskundigen nodig op het gebied van het familierecht en in het bijzonder het echtscheidingsrecht. De toets van de overeenkomst tussen partijen vindt plaats door een deskundige, te weten een advocaat, notaris of een scheidingsbemiddelaar. Antokolskaia192 geeft ook aan dat bij de discussie over de constitutieve aard van de handeling van de ambtenaar van de burgerlijke stand, men wel dient te bedenken dat het theoretische onderscheid bijna geen betekenis
188
Boele-Woelki & Mom 2006, p. 231-232 in: Antokolskaia 2006. Kamerstukken II, 2004/05, 29676, nr.15. 190 Antokolskaia 2006, p. 38 in: Antokolskaia 2006. 191 Art. 1:149a BW-voorstel & Kamerstukken II, 2004/05, 29 676, nr. 15. 192 Antokolskaia 2005, p. 738. 189
45
Echtscheiding via het gemeenteloket? heeft voor de inhoudelijke kant. Of de handeling van de ambtenaar van de burgerlijke stand nu wordt vormgegeven als ‘ inschrijving’, ‘het opmaken van een akte’, het maakt niets uit voor de inhoud van de handeling. Het is belangrijk voor internationale verhoudingen, omdat de terminologische verwarring tot ongewenste gevolgen kan leiden. Materieel gezien doet de ambtenaar van de burgerlijke stand precies hetzelfde: ‘zonder inhoudelijke toetsing verheft hij de beslissing van partijen om hun huwelijk te ontbinden tot een echtscheiding in juridische zin’, aldus Antokolskaia. De nieuwe status zal wel een beperkt aantal toetsen193 meenemen, bijvoorbeeld het behandelen van het verzoek toetsing van partijen en het controleren of het echtscheidingsconvenant door de twee scheidende personen is ondertekend. Deze toets leiden mijns inziens niet tot een ingrijpende verzwaring van de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand en dus ook niet tot een verandering van het karakter van zijn ambt als ambtenaar van de burgerlijke stand.
§5.5 Toets van de echtscheidingsovereenkomst Bij een administratieve echtscheiding is dus een voorafgaande overeenkomst over alle gevolgen van de scheiding vereist. In het wetsvoorstel bestond de sanctie van nietigheid op het niet voldoen aan een van de in de overeenkomst gestelde voorwaarden. De sanctie is daarna door Luchtenveld uit het wetsvoorstel gehaald omdat het door velen bekritiseerd werd. De Raad van State heeft opgemerkt dat het tot onwenselijke consequenties kan leiden uit het oogpunt van rechtszekerheid.194 Wanneer er bijvoorbeeld achteraf blijkt dat een overeenkomst niet aan de voorwaarden voldoet, komt de ontbinding van het huwelijk met terugwerkende kracht te vervallen. ‘ Er is weinig fantasie voor nodig om te bedenken wat dit bijvoorbeeld voor een hertrouwde ex-echtgenoot kan betekenen’, aldus Antokolskaia.195 De Raad van State heeft mijns inziens terecht opgemerkt dat dit in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. De overeenkomst die partijen opstellen moet worden getoetst en ondertekend door een ‘deskundige’, te weten een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar. Over de omvang van de toets is tijdens de behandeling van het wetvoorstel heftig gediscussieerd.196 De overeenkomst werd in het oorspronkelijke initiatiefwetsvoorstel getoetst op strijd met een wettelijk voorschrift. De toetsingsplicht van de deskundige werd steeds zwaarder gemaakt met het oog op de bescherming van de belangen van 193
Kamerstukken II, 29 676, nr. 14, p. 7. Kamerstukken II, 2004/05, 29 676, nr. 4, p. 5. 195 Antokolskaia 2005, p. 738. 196 Schonewille 2006, p. 115-147 in: Antokolskaia 2006. 194
46
Echtscheiding via het gemeenteloket? de kinderen die destijds nog binnen de reikwijdte van de administratieve echtscheiding vielen. Echtparen met minderjarige kinderen zijn op dit moment uitgesloten van de administratieve echtscheiding. De deskundige toetst dus op strijd met een wettelijk voorschrift en zal de overeenkomst tussen de partijen inhoudelijk zwaar toetsen. Dit is in mijn ogen een toets die ook noodzakelijk is om tot een zorgvuldige administratieve echtscheiding te komen, het aantal conflicten achteraf sterk zal beperken en de ‘zwakkere’ partij zal kunnen beschermen. Uit de experimenten met scheidingsbemiddeling is namelijk gebleken dat een beperkte toetsing van de overeenkomst, enkel op strijd met een wettelijke bepaling, aan de zwakkere partij al genoeg bescherming biedt.197 Een zorgvuldige administratieve echtscheiding kan naar mijn mening mogelijk zijn wanneer er een inhoudelijke toets van de overeenkomst door een deskundige plaatsvindt. Op die manier kunnen misverstanden tussen de partijen en tegenstrijdigheden in de overeenkomst al vóór de echtscheiding worden opgelost, zodat er geen lange procedures volgen daarna. De partijen kunnen vervolgens kiezen om de overeenkomst op te laten nemen in een notariële akte of de ambtenaar van de burgerlijke stand vragen om de inhoud van de overeenkomst te laten opnemen in de akte van administratieve echtscheiding teneinde een executoriale titel te verkrijgen, zoals ook bij een flitsscheiding. Mijns inziens zouden advocaten ook de bevoegdheid moeten krijgen om aktes te verlenen, zodat partijen terecht kunnen bij een advocaat om een executoriale titel te verkrijgen.
§5.6 Wetsvoorstel 31 714
In de inleiding van hoofdstuk 3 is in het kort aangegeven dat er een wetsvoorstel ligt in de Tweede Kamer waarbij de notaris bevoegd wordt gemaakt tot het indienen van gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap.198 Het gaat in dit wetsvoorstel over de mogelijkheid om een echtscheidingsverzoek in te laten dienen door een notaris.199 De memorie van toelichting stelt dat met het wetsvoorstel uitvoering wordt gegeven aan het voornemen dat is neergelegd in een brief van de minister van Justitie om de echtscheidingsprocedure te vereenvoudigen.200 Het gaat dan wel over echtgenoten zonder minderjarige kinderen die hun relatie wensen te beëindigen en feitelijk gezien alleen hun vermogensrechtelijke zaken van het huwelijk moeten regelen. Er wordt gesteld dat voor deze groep mensen de toegevoegde waarde van een advocaat 197
Chin-A-Fat & Steketee 2001. Kamerstukken II, 31 714, 2008-09, nr. 1-4. 199 Nuytinck 2008, p. 863-865. 200 Kamerstukken II, 2008/09, 31 174, nr.3, p. 1. 198
47
Echtscheiding via het gemeenteloket? beperkt is, aangezien zij over alle zaken overeenstemming hebben bereikt. Alleen in deze gevallen zou de notaris de bevoegdheid moeten krijgen om een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding in te dienen.201 Schonewille geeft aan dat als de notaris bevoegd dient te worden om in formele zin echtscheidingen af te wikkelen voor zijn cliënten, een aansluitende gang naar de rechter daar vanzelfsprekend niet bij past.202 ‘De achtereenvolgende tussenkomst van twee rijksambtenaren doet het argument van eenvoud bepaald sterk verbleken’.203 De doelstelling van ‘eenvoud’ wordt door een administratieve echtscheiding bereikt, omdat de gang naar de rechter niet verplicht wordt. Echtgenoten die willen scheiden wenden zich namelijk tot de notaris en daarna wordt de verklaring die de notaris heeft opgesteld, ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het doel waarnaar de Minister streeft, namelijk het vereenvoudigen van het echtscheidingsrecht, wordt met dit wetsvoorstel mijns inziens niet bereikt. Dit wetsvoorstel geeft de notaris de bevoegdheid om als procesvertegenwoordiger van beide echtgenoten, zonder minderjarige kinderen, een gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding kan ondertekenen en indienen in plaats van een advocaat. De argumentatie van de Minister komt erop neer dat betrokkenen het in bepaalde gevallen onnodig vinden om een advocaat in te schakelen en dat notarissen voldoende deskundig zijn om dergelijke zaken te behandelen. De enige vereenvoudiging in mijn ogen is dat er naast de notaris niet ook nog een advocaat hoeft te worden ingeschakeld. Ik deel de mening van Schonewille dat de gang naar de rechter niet noodzakelijk is als de notaris bevoegd wordt om in formele zin echtscheidingen af te wikkelen voor zijn cliënten. De Minister had mijns inziens in plaats van de flitsscheiding, de administratieve echtscheiding moeten introduceren om het echtscheidingsrecht te vereenvoudigen.
201
Kamerstukken II, 2008/09, 31 174, nr.4, p.2. Schonewille 2009, p. 598. 203 Schonewille 2009, p. 598. 202
48
Echtscheiding via het gemeenteloket? § 5.7 conclusie Echtgenoten, die geen minderjarige kinderen hebben en willen scheiden, moeten op basis van het huidige echtscheidingsrecht een gerechtelijke procedure doorlopen. Zij zijn verplicht een advocaat in de arm te nemen voor een verzoek tot echtscheiding. Zelf ben ik van mening dat de werkzaamheden van de rechter veelal slechts van administratieve aard zijn wanneer partijen overeenstemming hebben bereikt over zowel de scheiding als haar gevolgen. Omdat de afspraken over kinderen worden vrijwel overal beschouwd als zijnde van openbare orde, is het in situaties waarbij minderjarige kinderen betrokken zijn wel belangrijk dat er een rechter is die de afspraken over de minderjarige kinderen toetst en uiteindelijk de knoop doorhakt. Jongmeerderjarigen dienen naar mijn mening betrokken te worden in het kader van een administratieve echtscheiding als het gaat om het onderwerp onderhoudsbijdrage. Ook stiefkinderen hebben mijns inziens recht op onderhoudsbijdrage na een echtscheiding. Normaliter stopt de onderhoudsbijdrage wanneer er een echtscheiding uitgesproken wordt. Maar dit is mijns inziens in strijd met artikel 8 EVRM, ‘ family life’. De administratieve echtscheiding dient wel zorgvuldig plaats te vinden, om latere conflicten en moeilijkheden te voorkomen. Mijns inziens kan een administratieve echtscheiding zorgvuldig plaatsvinden. Belangrijk is dat echtgenoten bijgestaan worden door een ‘deskundige’. De scheidingsbegeleider zouden moeten voldoen aan in de wet neer te leggen criteria. Het gaat er dus niet om of men advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar is, maar vooral of men deskundig en ervaren is in het echtscheidingsrecht. Een zorgvuldige administratieve echtscheiding kan naar mijn mening mogelijk zijn wanneer er een inhoudelijke toets van de overeenkomst door een deskundige plaatsvindt. Op die manier kunnen misverstanden tussen de partijen en tegenstrijdigheden in de overeenkomst al vóór de echtscheiding worden opgelost, zodat er geen lange procedures volgen daarna. De notaris kan op dit moment aktes verlenen met een executoriale titel. Mijns inziens zouden advocaten ook die bevoegdheid moeten krijgen. Wanneer partijen bij een administratieve echtscheiding hun verklaring door een advocaat laten ondertekenen, hoeven zij vervolgens niet naar een notaris om hun verklaring te laten opnemen in een notariële akte. Advocaten zijn deskundig op het gebied van alimentatie en hebben veel ervaring op het gebied van de vermogensrechtelijke afwikkeling van een huwelijk. In materieel opzicht zal er niet veel veranderen aan de handelingen van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van een administratieve echtscheiding wanneer zijn handeling conform 49
Echtscheiding via het gemeenteloket? Brussel II- bis wordt vormgegeven als een ‘ constitutieve’ beslissing. De functie van de ambtenaar van de burgerlijke stand in het kader van een administratieve echtscheiding vereist geen verruiming van zijn bevoegdheid of extra opleiding. Hij ‘spreekt’ uit dat het huwelijk beëindigd is en maakt daarvan een akte op in het register. Op deze manier komt de ontbinding van het huwelijk rechtsgeldig tot stand. Er ligt een wetsvoorstel in de Tweede Kamer waarbij de notaris bevoegd wordt gemaakt tot het indienen van gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap.204 De memorie van toelichting stelt dat met het wetsvoorstel uitvoering wordt gegeven aan het voornemen dat is neergelegd in een brief van de Minister van Justitie om de echtscheidingsprocedure te vereenvoudigen. Het doel waarnaar de Minister streeft, namelijk het vereenvoudigen van het echtscheidingsrecht, wordt met dit wetsvoorstel mijns inziens niet bereikt.
204
Kamerstukken II, 31 714, 2008-09, nr. 1-4.
50
Echtscheiding via het gemeenteloket? Hoofdstuk 6
Conclusie en aanbevelingen
§6.1 Conclusie
De probleemstelling die centraal staat in deze scriptie is: ‘Kan inschrijving door de ambtenaar van de burgerlijke stand van een echtscheidingsovereenkomst de rechterlijke beslissing vervangen? En zo ja, hoe?’. In deze scriptie wordt onderzocht of de administratieve echtscheiding als optie voor burgers mogelijk zou moeten en kunnen zijn. De hervorming van het echtscheidingsrecht staat al lange tijd hoog op de politieke agenda. Er deed zich een situatie voor die vrij uitzonderlijk was. Er waren namelijk twee met elkaar strijdige wetsvoorstellen in de Tweede Kamer aanhangig, te weten een initiatiefwetsvoorstel van het VVDkamerlid Luchtenveld en een ‘tegenvoorstel’ van de regering. Het initatiefwetsvoorstel205 ‘Wet beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap beoogt een buitengerechtelijke echtscheiding te introduceren. De Minister beoogt met zijn tegenvoorstel206 ‘Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding’ een buitengerechtelijke echtscheiding, ook wel ‘administratieve echtscheiding’ genoemd, te voorkomen. Deze ontwikkelingen hadden grotendeels te maken met het fenomeen van de ‘flitsscheiding’. Dit was een buitengerechtelijke sluiproute voor de ontbinding van het huwelijk. Bijna 1 op de 6 echtscheidingen verliep langs deze route.207 Deze ontwikkeling laat in mijn ogen zien dat er een grote maatschappelijke behoefte is aan scheiden buiten de rechter om. Het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld is vervolgens in juni 2006 door de Eerste Kamer afgewezen.208 Het wetsvoorstel van Donner werd wel aanvaard door de Eerste Kamer op 25 november 2008209 en is per 1 maart 2009 in werking getreden.210 De ‘flitsscheiding’ is met deze nieuwe wet afgeschaft en ouders worden nu verplicht een ouderschapsplan in te dienen bij verzoek tot echtscheiding. Dat zijn in principe de belangrijkste wijzigingen die hebben plaatsgevonden met de invoering van de nieuwe wet. Op basis van het huidige echtscheidingsrecht is er dus geen echtscheiding mogelijk zonder tussenkomst van de rechter. Het initiatiefwetsvoorstel trachtte een administratieve echtscheiding te introduceren, maar dit is helaas niet gelukt. Ik vind het een gemiste kans voor
205
Kamerstukken II 2003/04, 29 676 Kamerstukken II 2004/05, 30 145 207 Van Huis 2005, p. 1. 208 Kamerstukken I 2006, 29676, nr. 31, p. 1372. 209 Kamerstukken I 2008/09, 30 145, nr. G. 210 Stb. 2008, 500. 206
51
Echtscheiding via het gemeenteloket? Nederland als zij haar ogen zou sluiten voor een subtiele doch progressieve wijziging in het echtscheidingsrecht wanneer het wenselijk en mogelijk is. Zowel het echtscheidingspercentage als de maatschappelijke behoefte om te scheiden buiten de rechter is immers groot. Er is een brede politieke steun in beide Kamers en er is een goede wetenschappelijke basis voor de administratieve echtscheiding. De administratieve echtscheiding als een krachtig symbool van een modern en permissief echtscheidingsrecht van het primaat van de autonomie van de partijen.211 Ook wordt een gerechtelijke procedure vaak geassocieerd met conflict, dwang en sancties. Lenters vindt dat betrokkenheid van de rechter alleen op zijn plaats is waar er iets te berechten valt, de rechterlijke tussenkomst is bij een administratieve echtscheiding een ‘ultimum remedium’.212 Er werd gesteld dat als twee mensen zonder kinderen ‘in goede harmonie’ uit elkaar willen gaan en geen geschillen hebben, er voor de rechter geen rol is weggelegd. ‘ De rechter is er voor het oplossen van conflicten, niet om te stempelen’.213 Er zijn veel argumenten die voor de administratieve echtscheiding pleiten. De vraag is dan ook waarom de administratieve echtscheiding toch niet ingevoerd is? De strijd tegen invoering van de administratieve scheiding werd door de Minister in termen van praktische bezwaren gevoerd. Het grootste bezwaar is de erkenning van de administratieve echtscheiding in het buitenland geweest. Na een aantal wijzigingen in het wetsvoorstel van Luchtenveld heeft de Minister zelf erkend dat de regeling van de administratieve echtscheiding ‘Brusselproof’ is. De Minister had het vervolgens over het ontbreken van een executoriale titel bij een echtscheidingsconvenant. Naar mijn mening is dit ook geen probleem, partijen kunnen namelijk het echtscheidingsconvenant laten opnemen in een notariële akte of door de echtgenoten de mogelijkheid te verschaffen om de inhoud van het echtscheidingsconvenant te laten opnemen in de akte van de administratieve echtscheiding door de ambtenaar van de burgerlijke stand.214 De Minister heeft het verder over de extra kosten die gemoeid zijn met de opleidingen die ambtenaren van de burgerlijke stand zouden moeten volgen en de kosten van de invoering van de administratieve echtscheiding. Er verandert echter nauwelijks iets aan de aard van het optreden van de ambtenaar van de burgerlijke stand, hij zal namelijk precies hetzelfde doen wat hij sinds 1998 bij de ontbinding van een geregistreerd partnerschap doet. In werkelijkheid is er ook geen sprake van verzwaring van de taken voor de ambtenaar van de burgerlijke stand.215 Over de kosten van de invoering van de administratieve echtscheiding kan gezegd worden dat er veel oplossingen zijn die de
211
Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3001. Lenters 1993, p. 276-280. 213 Handelingen I, 2008/09, 35 145, 8-399. 214 Kamerstukken I, 2005/06, 29 676 A & kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 20. 215 Antokolskaia 2009, p. 591-597. 212
52
Echtscheiding via het gemeenteloket? kosten van de invoering zullen beperken. Antokolskaia stelt bijvoorbeeld dat de administratieve echtscheiding samen met de gerechtelijke echtscheiding in één en hetzelfde bestaande register ingeschreven zou moeten kunnen worden. Dat zal veel tijd en kosten besparen.216 De Minister stelt verder dat er verwarring zal optreden bij de burgers wanneer sommige procedures via de rechter en andere via de ambtenaar van de burgerlijke stand zullen verlopen.217 Maar ook een geregistreerd partnerschap kan worden ontbonden, namelijk via de rechter en via de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dit heeft nooit tot enige ‘verwarring’ bij de burgers of overheidsinstanties geleid. De burgers zouden bovendien een bepaalde keuzevrijheid moeten hebben als het gaat om de ontbinding van het huwelijk. Tenslotte geeft de Minister als bezwaar aan dat de administratieve echtscheiding nauwelijks goedkoper en sneller zou zijn dan een gerechtelijke echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek.218 Er zijn weliswaar geen grote verschillen in kosten tussen beide procedures, maar zelf denk ik ook niet dat het kostenaspect een grote rol moet spelen in de vraag over de invoering van de administratieve echtscheiding. De Minister heeft zelf ook aangegeven dat het kostenaspect niet maatgevend is.219 Kortom kunnen mijns inziens de argumenten tegen de administratieve echtscheiding de toets der kritiek niet doorstaan. De wetgever dient aan de duidelijke maatschappelijke behoefte tegemoet te komen. Het gaat bij de argumenten voor de administratieve echtscheiding in belangrijke mate om symbolen, maar ook symbolen spelen een grote rol in ons leven. Zelf ben ik, na een onderzoek gedaan te hebben naar de argumenten voor-en tegen de administratieve echtscheiding, tot de conclusie gekomen dat de administratieve echtscheiding in onze samenleving wenselijk en mogelijk is. Er is een redelijk grote maatschappelijke behoefte aan zo’n regeling en het probleem van erkenning in het buitenland is inmiddels opgelost in het initiatiefwetsvoorstel Luchtenveld. Tot 1 maart 2009 waren echtgenoten die wilden scheiden van echt geheel vrij in hun beslissing om de rechter te betrekken bij de gevolgen van hun echtscheiding. De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, die 1 maart 2009 in werking is getreden, verplicht partijen namelijk een ouderschapsplan op te stellen. In het ouderschapsplan staan de afspraken over de gevolgen van de echtscheiding voor hun minderjarige kinderen. Vermogensrechtelijke gevolgen van de echtscheiding kunnen de partijen in onderling overleg regelen. Zij kunnen de afspraken aan de rechter voorleggen op grond van artikel 819 Rv, om de afspraken van een executoriale titel te voorzien. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de rechter de afspraken die partijen - al dan niet verplicht - aan hem voorleggen, 216
Antokolskaia 2009, p. 591-597. Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3025. 218 Kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 6, p. 23. 219 Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3030. 217
53
Echtscheiding via het gemeenteloket? geacht wordt te toetsen.220 Het ouderschapsplan wordt door de rechter ambtshalve getoetst aan de wet, jurisprudentie en vooral het belang van het kind.221 Als partijen onderling afspraken, veelal vermogensrechtelijke, hebben gemaakt in een convenant, kunnen zij deze dus aan de rechter voorleggen. De Minister heeft aangegeven dat er ook bij die onderlinge afspraken uitgegaan mag worden van een uitgebreide toets door de rechter.222 In de theorie is er dus steeds sprake van een uitgebreide toets door de rechter over de gevolgen van een echtscheiding. In de praktijk echter herkennen de rechters deze uitgebreide toets niet. Aan de ene kant is er de visie van de Ministers die stellen dat er een uitgebreide toets hoort plaats te vinden en aan de andere kant is er de opvatting van rechters dat van een dergelijke uitgebreide toets geen sprake kan zijn. Lenters constateerde eerder al dat de werkzaamheden van de rechter veelal slechts van administratieve aard zijn wanneer partijen overeenstemming hebben bereikt over de echtscheiding en haar gevolgen.223 Ik deel de mening van Lenters dat de rechter geen toegevoegde waarde heeft in dergelijke situaties. Hij functioneert mijns inziens als een soort ‘stempelmachine’ wanneer er overeenstemming is bereikt tussen partijen. Administratieve echtscheiding is de beëindiging van het huwelijk met wederzijds goedvinden zonder rechterlijke tussenkomst, maar wel met tussenkomst van de ambtenaar van de burgerlijke stand en een of meer advocaten, notarissen, dan wel een of meer scheidingsbemiddelaars.224 Administratieve echtscheiding staat alleen open voor echtparen zonder minderjarige kinderen op basis van het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld. Naar mijn mening kan een administratieve echtscheiding gerealiseerd worden. De administratieve echtscheiding is immers ‘Brussel-proof’. De regeling van Luchtenveld voldoet aan de vereisten die neergelegd zijn in de Europese Verordening Brussel II bis.225 De ambtenaar van de burgerlijke stand is een autoriteit, die een beslissing neemt en als drager van bevoegdheden op het terrein van de echtscheiding gelijkwaardig wordt aan die van de rechter, door een administratieve echtscheiding uit te spreken. Uiteraard kan de ambtenaar van de burgerlijke stand zich niet uitlaten, laat staan een beslissing nemen, over de rechtsgevolgen van de echtscheiding. Partijen moeten dat in een onderliggend convenant zelf al hebben afgesproken. Als er geen compromis wordt bereikt, zal de rechter er aan te pas moeten komen. Bij een administratieve echtscheiding verklaren de echtgenoten, in persoon, ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat hun huwelijk
220
Coenraad 2010, p. 83-91 in: Antokolskaia & Coenraad 2010. Kamerstukken II, 2007/2008, 30 145,nr. C, p. 12. 222 Kamerstukken II, 2007/2008, 30 145,nr. C, p. 12. 223 Lenters 1993. 224 Nuytinck 2006, p. 162-169. 225 Verordening ( EG) nr. 2201/2003 (PbEU 2003, L 338). 221
54
Echtscheiding via het gemeenteloket? duurzaam is ontwricht en dat zij dit op die grond met wederzijds goedvinden wensen te beëindigen.226 In de schriftelijke beëindigingovereenkomst regelen de echtgenoten de gevolgen van hun echtscheiding.227 Deze wordt vervolgens door een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar medeondertekend. Het belangrijkste verschil tussen een gerechtelijke procedure en een administratieve echtscheiding is dat er bij laatstgenoemde geen rechter aan te pas komt. Een ander verschil betreft de voorafgaande overeenstemming tussen partijen. Bij een administratieve echtscheiding moet een overeenkomst worden opgesteld over alle gevolgen van de scheiding. Voor de huidige gerechtelijke echtscheidingsprocedure is geen overeenstemming over de gevolgen van de echtscheiding vereist, behalve met betrekking tot de gevolgen inzake de kinderen die neergelegd moeten worden in een ouderschapsplan. Naar mijn mening zou een administratieve echtscheiding wettelijk mogelijk gemaakt moeten worden voor partijen die zonder rechter willen scheiden van echt. Echtgenoten die minderjarige kinderen hebben en willen scheiden, moeten wel naar de rechter, vind ik. Het is een taak van de overheid om de belangen van minderjarige kinderen te beschermen. Per 1 maart 2009 zijn ouders verplicht om de afspraken over kinderalimentatie voor minderjarige kinderen vast te leggen in een ouderschapsplan door de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Maar na de leeftijd van achttien jaar stopt de onderhoudsplicht van ouders niet. Op grond van artikel 1:395a BW dienen ouders te voorzien in de kosten van hun meerderjarige kinderen die de leeftijd van eenentwintig jaar nog niet hebben bereikt. Jongmeerderjarigen moeten naar mijn mening bij een administratieve echtscheiding betrokken worden door ouders als het gaat om de onderhoudsbijdrage. In de administratieve procedure zou er mijns inziens ook een ‘hoorrecht’ ingevoerd moeten worden net zoals het hoorrecht in de huidige gerechtelijke procedure. Er zou in mijn ogen geen beschikking mogen worden gemaakt met betrekking tot kinderalimentatie zonder de jongmeerderjarigen erbij te betrekken. Stiefkinderen hebben ook recht op onderhoudsbijdrage na een echtscheiding mijns inziens. Wanneer de onderhoudsbijdrage stopt na een echtscheiding zal dit in strijd zijn met artikel 8 EVRM, ‘family life’. De administratieve echtscheiding moet mijns wel zorgvuldig plaatsvinden. Luchtenveld benadrukt de zorgvuldigheid in een administratieve echtscheiding ook in zijn initiatiefwetsvoorstel.228 Mijns inziens zou een administratieve echtscheiding zeker zorgvuldig kunnen plaatsvinden. Belangrijk is dat als echtgenoten die geen minderjarige kinderen hebben en op gemeenschappelijk verzoek administratief 226
Art. 149a lid 3 BW-voorstel Art. 150 BW-voorstel 228 Kamerstukken II, 2004/05, 29 676, nr.14, p. 2. 227
55
Echtscheiding via het gemeenteloket? willen scheiden, bijgestaan worden door een ‘deskundige’. Om de zorgvuldigheid bij een administratieve echtscheiding te waarborgen is het van essentieel belang dat al deze ‘scheidingbegeleiders’ moeten voldoen aan in de wet neer te leggen criteria. Opleidingen en toetsingen door verenigingen van advocaten, notarissen en scheidingbemiddelaars zijn niet voldoende. De kwaliteit van die opleidingen horen gewaarborgd te zijn en dit kan bereikt worden door ook de opleidingen onder toezicht te stellen. Het gaat er dus niet om of men advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar is, maar vooral of men deskundig en ervaren is in het echtscheidingsrecht. Naast notarissen zouden advocaten mijns inziens ook de bevoegdheid moeten krijgen om aktes te verlenen. Op die manier kunnen partijen in een administratieve echtscheiding kiezen om naar een notaris of advocaat te gaan teneinde een executoriale titel te verkrijgen. Advocaten zijn deskundig op gebied van het echtscheidingsrecht. Tot slot ligt er een wetsvoorstel in de Tweede Kamer waarbij de notaris bevoegd wordt gemaakt tot het indienen van gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding en ontbinding van het geregistreerd partnerschap.229 De memorie van toelichting stelt dat met het wetsvoorstel uitvoering wordt gegeven aan het voornemen dat is neergelegd in een brief van de minister van Justitie om de echtscheidingsprocedure te vereenvoudigen.230 Schonewille geeft aan dat als de notaris bevoegd dient te worden om in formele zin echtscheidingen af te wikkelen voor zijn cliënten, een aansluitende gang naar de rechter daar vanzelfsprekend niet bij past.231 Het doel waarnaar de Minister streeft, namelijk het vereenvoudigen van het echtscheidingsrecht, wordt met dit wetsvoorstel mijns inziens niet bereikt. De enige vereenvoudiging in mijn ogen is dat er naast de notaris niet ook nog een advocaat hoeft te worden ingeschakeld. Ik deel de mening van Schonewille dat de gang naar de rechter niet noodzakelijk is als de notaris bevoegd wordt om in formele zin echtscheidingen af te wikkelen voor zijn cliënten. De Minister had in de plaats van de flitsscheiding (die in maart 2009 weer werd afgeschaft) beter de administratieve echtscheiding kunnen introduceren om zo het echtscheidingsrecht te vereenvoudigen. Uit bovenstaande kan geconcludeerd worden dat een echtscheidingsovereenkomst een rechterlijke beslissing in het kader van echtscheidingen kan vervangen. Partijen stellen een echtscheidingsovereenkomst op waarin zij hun echtscheiding en haar gevolgen vastleggen. Een deskundige zal de overeenkomst inhoudelijk toetsen en indien nodig zal de deskundige de partijen adviseren. De echtscheidingsovereenkomst geeft als zodanig niet een executoriale titel, maar als partijen over een executoriale titel willen beschikken kunnen zij een notaris inschakelen. Mijns inziens zou ook de
229
Kamerstukken II, 31 714, 2008/09, nr. 1-4. Kamerstukken II, 2008/09, 31 174, nr.3, p. 1. 231 Schonewille 2009, p. 598. 230
56
Echtscheiding via het gemeenteloket? advocaat die bevoegdheid moeten krijgen om een scheidingsakte te verlenen. Advocaten zijn deskundig op het gebied van alimentatie en zij hebben veel ervaring op het gebied van de vermogensrechtelijke afwikkeling van een huwelijk. Om een executoriale titel te verkrijgen kunnen partijen op die manier kiezen voor een notaris of een advocaat. Indien partijen kiezen voor een scheidingsbemiddelaar in het kader van een administratieve echtscheiding, zouden zij daarna toch naar een notaris of een advocaat moeten gaan ter verkrijging van een executoriale titel. Voorts wordt de administratieve echtscheiding erkend in het buitenland door de Brussel II-bis Verordening. De rechterlijke toets is ook niet in alle gevallen noodzakelijk, vooral bij een gemeenschappelijk verzoek is de rol van de rechter erg klein. Alle problemen rond de administratieve echtscheiding kunnen opgelost worden en veel daarvan zijn al opgelost.
57
Echtscheiding via het gemeenteloket? §6.2 Aanbevelingen
- De administratieve echtscheiding moet naar mijn mening ingevoerd worden.
- Het initiatiefwetsvoorstel van Luchtenveld sloot in beginsel echtparen met minderjarige kinderen niet uit bij een administratieve echtscheiding. Het initiatiefwetsvoorstel is op advies van velen ingrijpend gewijzigd. Het initiatiefwetsvoorstel werd onder andere beperkt tot huwelijken waarbij er geen minderjarige kinderen betrokken waren. De administratieve echtscheiding moet mijns inziens ook alleen open staan voor echtgenoten die willen scheiden van echt, zonder minderjarige kinderen. De belangen van kinderen zijn van openbare orde en het is een taak van de overheid om op de afspraken over de kinderen toe te zien. Mijn aanbeveling op dit punt is dan ook dat de uitsluiting van ouders met minderjarige kinderen van de administratieve echtscheiding, net zoals in het wetsvoorstel Luchtenveld, ongewijzigd moet blijven bestaan.
- Bij een administratieve echtscheiding is een voorafgaande overeenkomst over alle gevolgen van de scheiding vereist. De overeenkomst die partijen opstellen moet worden getoetst en ondertekend door een ‘deskundige’, te weten een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar. Zelf vind ik dat de partijen ook die keuzemogelijkheid moeten blijven behouden om te kunnen kiezen voor een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar. De keuzevrijheid mag niet beperkt worden. Wel vind ik dat niet iedere advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar bevoegd moet worden om als ‘scheidingsbegeleider’ op te treden in een administratieve echtscheiding. Om de zorgvuldigheid bij een administratieve echtscheiding te waarborgen is het van essentieel belang dat al deze ‘scheidingbegeleiders’ moeten voldoen aan in de wet neer te leggen criteria. Opleidingen en toetsingen door verenigingen van advocaten, notarissen en scheidingbemiddelaars zijn niet voldoende. De kwaliteit van die opleidingen horen gewaarborgd te zijn en dit kan bereikt worden door ook de opleidingen onder toezicht te stellen. Het gaat er volgens mij dus niet om of partijen voor een advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar kiezen, het gaat er vooral om of men deskundig en ervaren is op het gebied van het echtscheidingsrecht. De overheid dient naar mijn mening ook te investeren in opleidingen en cursussen voor advocaten, notarissen en in het bijzonder voor scheidingsbemiddelaars, opdat de zorgvuldigheid in een administratieve echtscheiding gewaarborgd wordt en ter voorkoming van kostbare procedures later.
58
Echtscheiding via het gemeenteloket? - De advocaat zou mijns inziens de bevoegdheid moeten krijgen om aktes te kunnen verlenen net zoals een notaris. Op deze manier kunnen partijen in een administratieve echtscheiding kiezen voor een advocaat of notaris om een executoriale titel te kunnen verkrijgen. Wanneer partijen kiezen voor een scheidingsbemiddelaar, zullen zij ter verkrijging van een executoriale titel daarna naar een notaris of advocaat moeten gaan.
- De nieuwe status van de ambtenaar van de burgerlijke stand in een administratieve echtscheiding zal niet tot een ingrijpende verzwaring van de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand leiden. De nieuwe status zal wel een beperkt aantal toetsen meenemen. Mijn aanbeveling op dit punt is dan ook dat er een korte opleiding/cursus moet komen voor ambtenaren van de burgerlijke stand om het huwelijk te kunnen beëindigen.
- De deskundige zal de overeenkomst tussen partijen op strijd met een wettelijk voorschrift en inhoudelijk goed moeten toetsen. Dit leidt naar mijn mening tot een zorgvuldige administratieve echtscheiding. In de wet zullen er mijns inziens regels met betrekking tot het toetsen van het echtscheidingsconvent moeten komen in verband met de rechtszekerheid. Zo worden er onevenwichtige overeenkomsten tussen partijen voorkomen.
- Op basis van artikel 809 Rv worden kinderen in de gelegenheid gesteld hun mening kenbaar te maken bij de rechter. Een hoorrecht zou naar mijn mening ook ingevoerd moeten worden bij een administratieve echtscheidingsprocedure voor jongmeerderjarigen (18-21 jaar). Jongmeerderjarigen zouden betrokken moeten worden bij het onderwerp onderhoudsbijdrage. De administratieve echtscheiding moet naar mijn mening alleen mogelijk zijn voor echtparen zonder minderjarige kinderen. Wanneer er minderjarige kinderen betrokken zijn is de gang naar de rechter verplicht en worden afspraken over minderjarige kinderen vastgelegd in een ouderschapsplan. De onderhoudsbijdrage voor stiefkinderen stopt wanneer er een echtscheiding plaats heeft gevonden. Dit is naar mijn mening onterecht en ik pleit er dan ook voor om de onderhoudsbijdrage voor stiefkinderen ook te laten doorlopen na een echtscheiding. Over minderjarige stiefkinderen moeten er in het ouderschapsplan afspraken worden gemaakt en jongmeerderjarige stiefkinderen zouden mijns inziens betrokken moeten worden bij het onderwerp onderhoudsbijdrage in het kader van een administratieve echtscheiding. Wanneer de jongmeerderjarigen het niet eens zijn met de voorstellen van de ouders, kunnen zij nog altijd naar de rechter stappen. 59
Echtscheiding via het gemeenteloket?
- Mijns inziens zou de administratieve echtscheiding een optie moeten zijn. Het moet niet verplicht worden voor echtparen zonder minderjarige kinderen die willen scheiden. Dit zou de keuzevrijheid beperken van burgers beperken. De gang naar de rechter moet gewoon open blijven staan. Gezien de enorme belangstelling voor de flitsscheiding zullen partijen zelf kiezen voor de administratieve echtscheiding.
Mijns inziens is het laatste woord over het lot van de administratieve echtscheiding in Nederland nog niet gezegd en is het niet ondenkbaar dat echtscheidingen in de toekomst ook via het gemeenteloket kunnen lopen!
60
Echtscheiding via het gemeenteloket? Bijlage Kerntekst regeling administratieve echtscheiding232 AFDELING 1A Administratieve echtscheiding
Artikel 149a0 Deze afdeling is niet van toepassing op echtgenoten die al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer kinderen.
Artikel 149a 1. Tot het nemen van een beslissing tot en het uitspreken van een administratieve echtscheiding is de ambtenaar van de burgerlijke stand bevoegd indien is voldaan aan de voorwaarden van artikel 4, eerste lid van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, gesteld ter zake van de bevoegdheid van de rechter, onverminderd artikel 1 van dat wetboek. 2. De beslissing wordt genomen door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de woonplaats van een van de echtgenoten. Bij gebreke van een woonplaats van een echtgenoot in Nederland is de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente ’s-Gravenhage bevoegd. 3. Alvorens de beslissing wordt genomen, verklaren de echtgenoten, in persoon, ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand dat hun huwelijk duurzaam ontwricht is en dat zij dit op die grond met wederzijds goedvinden wensen te beëindigen. Zij leggen daarbij een schriftelijke verklaring over die voldoet aan de vereisten, gesteld in het vierde en vijfde lid. De ambtenaar van de burgerlijke stand vergewist zich ervan dat sinds de ondertekening van de overeenkomst, bedoeld in artikel 150, niet meer dan drie maanden zijn verstreken en spreekt hierna uit dat het huwelijk is beëindigd. Hij maakt daarvan terstond een akte van administratieve echtscheiding op in het daartoe bestemde register. De administratieve echtscheiding komt door inschrijving van de akte tot stand. 4. De schriftelijke verklaring, bedoeld in het derde lid, dient: a. te zijn ondertekend door beide echtgenoten;
232
Schonewille 2009, p. 598.
61
Echtscheiding via het gemeenteloket? b. te zijn ondertekend door een of meer advocaten of notarissen, dan wel door een of meer scheidingsbemiddelaars die voldoen aan de vereisten gesteld in het vijfde lid; c. te vermelden dat de echtgenoten naar Nederlands recht rechtsgeldig zijn gehuwd en gezamenlijk hebben gekozen voor toepassing van het Nederlandse recht op de echtscheiding; d. te vermelden dat de echtgenoten een overeenkomst hebben gesloten als bedoeld in artikel 150, alsmede in specifieke bewoordingen dat de desbetreffende overeenkomst voor zover toepasselijk de in het eerste lid omschreven bestanddelen bevat; e. te vermelden de datum en het tijdstip waarop de overeenkomst, bedoeld onder d, is ondertekend. 5. Een scheidingsbemiddelaar als bedoeld in het vierde lid, onder b, voldoet aan de vereisten tot benoembaarheid tot rechterlijk ambtenaar, gesteld in artikel 1d van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de deskundigheden waarover de scheidingsbemiddelaar, bedoeld in het vierde lid, onder b, moet beschikken en de kwaliteitseisen waaraan deze moet voldoen om te kunnen worden opgenomen in een bij de algemene maatregel van bestuur aan te wijzen register. 6. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de aan de ambtenaar van de burgerlijke stand over te leggen stukken. 7. Echtgenoten kunnen de overeenkomst, bedoeld in artikel 150, overleggen, in welk geval de ambtenaar van de burgerlijke stand er zorg voor draagt dat deze onderdeel uitmaakt van de in het derde lid bedoelde akte van echtscheiding. 8. Tegen de beslissing van de ambtenaar van de burgerlijke stand staat geen andere voorziening open dan de voorziening, bedoeld in artikel 27.
Artikel 149b 1. De advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar, bedoeld in artikel 149a, vierde en vijfde lid, is ten minste gehouden: a. de echtgenoten te informeren omtrent toepasselijke wettelijke bepalingen alsmede omtrent de rechtsgevolgen van de voorgenomen beëindiging van het huwelijk en de door echtgenoten in dit verband te maken keuzes;
62
Echtscheiding via het gemeenteloket? b. te toetsen of de belangen van beide echtgenoten op evenwichtige wijze hun weerslag hebben gevonden in de overeenkomst, bedoeld in artikel 150. 2. De in het eerste lid bedoelde advocaat, notaris of scheidingsbemiddelaar onthoudt zich van ondertekening als bedoeld in artikel 149a, vierde lid, onder b, indien hij na toepassing van de onderdelen a en b van het eerste lid van oordeel is dat de belangen van de minderjarige kinderen of de belangen van een of beide echtgenoten onvoldoende hun weerslag hebben gevonden in de overeenkomst.
Artikel 150 1. Echtgenoten die verklaren dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en het wensen te beëindigen, sluiten een overeenkomst over de regeling van de gevolgen van de beoogde beëindiging. Deze overeenkomst bevat: a. een regeling met betrekking tot de uitkering tot levensonderhoud ten behoeve van de echtgenoot die niet voldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich deze in redelijkheid kan verwerven; b. een regeling wie van de echtgenoten huurder zal zijn van de woonruimte die hun tot hoofdverblijf dient, of wie van de echtgenoten gedurende een bij de overeenkomst te bepalen termijn het gebruik zal hebben van de woning en de inboedel die een van hen of hun beiden toebehoren dan wel ten gebruike toekomen; c. een regeling met betrekking tot de verdeling van enige gemeenschap waarin de echtgenoten zijn gehuwd dan wel de verrekening die bij huwelijkse voorwaarden is overeengekomen; d. een regeling met betrekking tot de verevening of verrekening van pensioenrechten. 2. Op een beëindiging van het huwelijk met wederzijds goedvinden zijn de artikelen 155, 157, 158, 159, eerste en derde lid, 159a, 160 en 164 van overeenkomstige toepassing.
63
Echtscheiding via het gemeenteloket? Literatuurlijst
Boeken
Van Apeldoorn 1925 L.J. Apeldoorn, Geschiedenis van het Nederlandsche huwelijksrecht vóór de invoering van de Fransche wetgeving, Amsterdam: Holland 1925.
Antokolskaia 2006 M.V. Antokolskaia, Herziening van het echtscheidingsrecht, Amsterdam: SWP 2006.
Asser e.a. 2003 W.D.H. Asser e.a., Een nieuwe balans. Interimrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2003.
Chin-A-Fat 2004 B.E.S. Chin-A-Fat, Scheiden: (ter)echter zonder rechter? Een onderzoek naar de meerwaarde van scheidingsbemiddeling, Den Haag: Sdu Uitgevers B.V. 2004.
Chin-A-Fat & Steketee 2001 B.E.S. Chin-A-Fat en M.J. Steketee, Bemiddeling in uitvoering. Evaluatie experimenten scheidings- en omgangsbemiddeling, Utrecht: Verwey-Jonker Instituut 2001.
Heida e.a. 2007 A. Heida e.a., Echtscheidingsrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007.
Van Huis 2005 M. van Huis, Flitsscheiding blijft populair, Voorburg-Heerlen: Centraal bureau voor de statistiek 2005.
64
Echtscheiding via het gemeenteloket?
Kaser & Wubbe 1971 M. Kaser & F.B.J. Wubbe, Romeins Privaatrecht, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink 1971.
Keijser 2003 J.A.M.P. Keijser, Handleiding bij scheiding, Deventer: Kluwer 2003.
Lenters 1993 H. Lenters, De rol van de rechter in de echtscheidingsprocedure, Arnhem: Gouda Quint BV 1993.
Van Raak-Kuiper 2001 J.A.E. van Raak-Kuiper, Mediation in familiezaken, Tilburg/’s-Hertogenbosch: Katholieke Universiteit Brabant 2001. De Ruiter 1996 J. de Ruiter, Anders scheiden: rapport van de commissie Herziening Scheidingsprocedure, Den Haag: Ministerie van Justitie, directie van Rechtsbijstand en Juridische Beroepen 1996. Vlaardingerbroek e.a. 2008 P. Vlaardingerbroek, Het hedendaagse personen- en familierecht, Deventer: Kluwer 2008.
Bijdragen in boeken Antokolskaia 2010 M.V. Antokolskaia, ‘ Administratieve echtscheiding vanuit nationaal en internationaal perspectief’, in: M.V. Antokolskaia, Herziening van het echtscheidingsrecht, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2006, p. 32-68.
Boele-Woelki & Mom 2006 K. Boele-Woelki & A. Mom, ‘De erkenning van administratieve echtscheiding in Europa’, in: M.V. Antokolskaia, Herziening van het echtscheidingsrecht, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2006, p. 218-247.
65
Echtscheiding via het gemeenteloket? Coenraad 2010 L. Coenraad, ‘het toezichthoudend oog van de rechter ziet in werkelijkheid weinig’ Toets door de rechter van ouderschapsplannen en echtscheidingsconvenanten’, in: M.V. Antokolskaia en L.M. Coenraad (red), Het nieuwe scheidingsrecht, ouderschapsplan, positie van het kind, regierecht en collaborative divorce, Den Haag: BJu 2010, p. 81-94.
Jepessen-de Boer 2010 C. Jepessen-de Boer, ‘ Gezamenlijk gezag als standaardregeling en Gelijkwaardig ouderschap vanuit Nederlands en Deens perspectief’, in: M.V. Antokolskaia en L.M. Coenraad (red), Het nieuwe scheidingsrecht, ouderschapsplan, positie van het kind, regierecht en collaborative divorce, Den Haag: BJu 2010, p. 17-26.
Vlas & ibili 2006 P. Vlas & F Ibili, ‘Het wetsvoorstel beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap vanuit het IPR bezien,’ in: M.V. Antokolskaia, Herziening van het echtscheidingsrecht, Amsterdam: SWP 2006, p. 248-265.
Schonewille 2010 F. Schonewille, 'Een scheidingsbemiddelaar is altijd een mediator, een mediator niet altijd een scheidingsbemiddelaar. Mediation in het nieuwe echtscheidingsrecht', in: M.V. Antokolskaia, Herziening van het echtscheidingsrecht, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2006, p. 115-154.
Tijdschriftartikelen
Ackermans-Wijn & Brands-Bottema 2009 J.C.E. Ackermans-Wijn & G.W. Brands-Bottema, ‘De invoering van het ouderschapsplan, Goed bedoeld, maar slecht geregeld’, Trema 2009, p. 45-53.
Antokolskaia 2005 M.V. Antokolskaia, ‘De voorstellen tot hervorming van het echtscheidingsrecht: naar de vorm modern, naar de inhoud een stap terug’, WPNR 2005, p. 737-744.
66
Echtscheiding via het gemeenteloket? Antokolskaia 2009 M.V. Antokolskaia, ‘ De administratieve echtscheiding: symbolische versus ‘praktische’ bezwaren’, WPNR 2009, p. 591-597.
Chin- A Fat 2005 B.E.S. Chin- A Fat, ‘Is scheiden zonder rechter nabij’, WPNR 2005, p. 730-736.
Chin- A Fat 2005 B.E.S. Chin-A-Fat, ‘Naschrift’, WPNR 2005, p. 1047-1048.
Coenraad 2006 L.M. Coenraad, ‘Scheiden: administratief of rechterlijk? Het wetsvoorstel Luchtenveld is nog niet rijp’, TCR 2006, p. 1-5.
Jepessen-de Boer 2005 C.G. Jepessen-de Boer, ‘Administratieve echtscheiding in Denemarken’, FJR 2005, p. 231235.
Jonker 2006 M. Jonker, ‘Een herbezinning op de administratieve echtscheiding’, FJR 2006, p. 310-316.
Koens 2006 M.J.C. Koens, ‘ de familierechter: een lijdelijk en/of leidend rechter?’, FJR 2006, p. 126-131.
Kok & Liefaard 2009 J. Kok & T. Liefaard, ‘Actualiteiten - Per 1 maart 2009 ouderschapsplan verplicht en flitsscheiding afgeschaft’, FJR 2009, p. 2-3.
Lenters 2000 H. lenters, ‘de echtscheiding over tien en twintig jaar’, FJR 2000, p. 3-4.
67
Echtscheiding via het gemeenteloket? Luijten & Meijer 2008 E.A.A. Luijten & W.R. Meijer, ‘Echtscheiding buiten de rechter om?’, NJB 2008, p. 691-695.
Nuytinck 2006 A.J.M. Nuytinck, ‘Het belang van de Wet beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap voor de notariële praktijk: het nieuwe fenomeen van de echtscheidingsnotaris’, WPNR 2006, p. 162-169.
Nuytinck 2008 A. Nuytinck, ‘daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris!’, WPNR 2008, p. 863-865.
Quispel 2006 Y. Quispel, ‘De wenselijkheid en mogelijkheid van echtscheiding zonder rechterlijke tussenkomst na ‘de val’ van Wetsvoorstel Luchtenveld’, FJR 2006, p. 276-283. Schonewille 2009 F. Schonewille, ‘De Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding is een feit: exit klassieke omgangsregeling’, WPNR 2009, p. 430-442.
Schonewille 2009 F. Schonewille, ‘Pleidooi voor een weloverwogen positie voor de echtscheidingsnotaris en- op de valreep- voor een administratieve echtscheiding’, WPNR 2009, p. 598.
Teeffelen 2006 P.A.J. van Teeffelen, ‘ Over ouderschapsplannen, gelijkwaardig ouderschap en andere schone voornemens’, EB 2006, p. 153-155.
Vlaardingerbroek 2005 P. Vlaardingerbroek, ‘ Batman of Bad Man?’, FJR 2005, p. 65.
Wortmann 2006 S.F.M. Wortmann, ‘Over administratief scheiden en ‘ouderschapsconflicten’’, WPNR 2006, p. 156-161.
68
Echtscheiding via het gemeenteloket? Elektronische bronnen
CBS, Centraal Bureau voor de Statistiek <www.cbs.nl>
vFAS, vereniging van Familierechtadvocaten en Scheidingsmediators <www.vfas.nl>
Parlementaire stukken Beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap, Kamerstukken II 2003/04, 29676. Kamerstukken II, 2003/04, 29 676, nr.6, p. 3. Kamerstukken II, 2003/04, 29 676, nr.6, p. 4. Kamerstukken II 2003/04, 29 676, nr. 3, p. 1 (MvT) Kamerstukken II, 2003/04, 29 676, nr. 2. Kamerstukken II, 2004/05, 29676, nr.15. Kamerstukken II, 2004/2005, 29 676, nr. 14, p. 7. Kamerstukken II, 2004/05, 29 676, nr. 4, p. 5. Kamerstukken II, 2004/05, 29 676, nr.14, p. 2. Kamerstukken I, 2005/06, 29 676 A Kamerstukken I 2005/06, 29676, nr. A-G. Kamerstukken II 2005/06, 29 676, nr. 25, p. 3. Kamerstukken II, 2005/06, 29 676, nr. 34, p. 2. Kamerstukken II, 2005/06, 29 676, nr. 20 en 34. Kamerstukken I 2006, 29676, nr. 31, p. 1372. Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding, Kamerstukken II 2004-05, 30145. Kamerstukken II, 2004/05, 30 145, nr. 3, p. 9-10 (MvT). Kamerstukken II, 2004/05, 30 145, nr. 3, p. 1 (MvT). Kamerstukken II, 2004/05, 30 145, nr.3, p. 1-2. Kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 6, p. 23. Kamerstukken II, 2006/07, 30145, nr. 23. Kamerstukken II, 2006/07, 30 145, nr. 20. Kamerstukken I, 2007/08, 30 145, nr. C, p. 2. Kamerstukken I, 2007/08, 30 145, nr. C, p. 3. Kamerstukken II, 2007/08, 30 145, nr. C, p. 12. Kamerstukken I, 2007/ 08, 30 145, nr. C, p. 16. Kamerstukken I, 2008/09, 30 145, nr. G.
69
Echtscheiding via het gemeenteloket? Voorstel van de Wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in verband met verlening aan de notaris van bevoegdheden in verband met gemeenschappelijk verzoeken tot echtscheiding en ontbinding van een geregistreerd partnerschap, Kamerstukken II, 31 714, 2008/09, nr. 1-4. Kamerstukken II, 2008/09, 31 174, nr.3, p. 1. Kamerstukken II, 2008/09, 31 174, nr.4, p. 2. Motie van het lid Luchtenveld c.s. Kamerstukken II, 2002/03, 28 600, nr. 57. Motie van het lid de Pater-van der Meer c.s. Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 112. Motie van het lid Schonewille c.s. Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 114. Gewijzigde motie van het lid Dittrich c.s. Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 VI, nr. 115.
Handelingen van de kamers der Staten-Generaal Handelingen II, 1970/71, p. 3367. (MvT) Handelingen II, 2002/03, 34-2575. Handelingen II, 2005/06, 27-1862. Handelingen II, 2005/06, 6, p. 295-296. Handelingen II, 2005/06, 6, p. 296 en 300. Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3001. Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3013-3015. Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3025. Handelingen II, 2007/08, 51, p. 3030. Handelingen II, 2007/08, 76, p. 4042 e.v. Handelingen II, 2007/08, 76, p. 4042. Handelingen II, 2007/08, 76, p. 4046. Handelingen I, 2008/09, 8. Handelingen I, 2008/09, 8-399. Handelingen I, 2008/29, 8, p. 406. Handelingen I, 2008/09, 8, p. 399-400 en 407. Handelingen I, 2008/09, 35 145, 8-399.
70
Echtscheiding via het gemeenteloket? Regelgeving Wet van 27 november 2008, Stb. 2008, 500. Verordening ( EG) nr. 2201/2003 (PbEU 2003, L 338) betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid.
Jurisprudentie HR 22 juni 1883, W. 4924.
71