HUWELIJK HUWELIJK
HET HUWELIJK, SAMENWONEN, ECHTSCHEIDING EN HERTROUWEN
INHOUDSOPGAVE 1.
VOORWOORD
2.
HET HUWELIJK IN DE BIJBEL
3.
SAMENWONEN
4.
ECHTSCHEIDING EN ECHTBREUK
5.
HERTROUWEN
6.
TUCHT
7.
PASTORAAT
Hoofdstuk 1
Voorwoord
Over het onderwerp ‘huwelijk en echtscheiding’ is in de loop van de tijd al veel gezegd en geschreven. In het eerste hoofdstuk van deze brochure kijken we naar wat de Bijbel zegt over het huwelijk. We zullen zien dat het huwelijk een instelling is van God zelf waarin Zijn scheppingsorde tot uitdrukking komt. Het huwelijk is een prachtig geschenk van God aan de mens. In het huwelijk voegt God man en vrouw samen en vormt hen tot een eenheid. De keuze om te trouwen wordt steeds minder gemaakt. Er werden in 1970 in Nederland 123.631 huwelijken gesloten; in 2009 waren dat er nog maar 73.477. Als oorzaak geeft het CBS op dat de relatieen gezinsvorming steeds meer als een privéaangelegenheid wordt gezien, waarbij opgelegde verplichtingen ten aanzien van huwelijkssluiting, ouderschap of echtscheiding de individuele vrijheid beperkt. In deze tijd wordt het huwelijk meer gezien als een samenlevingsvorm die vroeger in onze cultuur gebruikelijk was. Velen kiezen voor samenlevingsvormen die God ons nooit heeft voorgehouden zoals een huwelijk tussen twee mannen of twee vrouwen, het geregistreerd partnerschap en het samenwonen met of zonder samenlevings-contract. Vaak wordt op basis van emotionele overwegingen hierin
een keuze gemaakt. Onder degenen die voor een huwelijk kozen, is het aantal echtscheidingen schrikbarend hoog. In 2010 liepen 32.544 huwelijken uit op een echtscheiding, waarbij er in 6 op de 10 gevallen minderjarige kinderen betrokken waren. Deze trend maakt dat we ook als gemeente steeds meer te maken krijgen met het onderwerp echtscheiding en de vraag tot hertrouwen. In onze omgang met de vraagstukken van echtscheiding en hertrouwen, willen we recht doen aan de beginselen uit de Schrift. We zijn daarom eerlijk op zoek gegaan naar wat de Bijbel ons te zeggen heeft over dit moeilijke onderwerp. We pretenderen niet met deze uitgave een eind aan alle discussie te maken omdat wij de enige Bijbelse visie hebben ontdekt. We hebben dan ook in deze dingen Gods wijsheid en genade hard nodig. Het lijkt ons goed om in deze brochure uiteen te zetten hoe wij op grond van de Bijbel het huwelijk zien en hoe we in de EGHW zullen omgaan met echtscheiding, hertrouwen en andere samenlevingsvormen. Wil je naar aanleiding van deze brochure doorpraten? De oudsten zijn bereikbaar via het mailadres:
[email protected] pagina 2
pagina 3
Hoofdstuk 2
Het huwelijk in de Bijbel a. een instelling van God sinds de schepping We lezen in het scheppingsverhaal: God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag. [Gen.1:27,28] God maakte de mens ‘mannelijk en vrouwelijk’, zowel de man als de vrouw zijn beelddragers van God. Als in Gen.2 het ontstaan van de mens wordt beschreven, bedenkt God dat het niet goed is dat de mens alleen is. Hij maakt daarom een helper voor hem die bij hem past. Zonder de vrouw was de man feitelijk dus niet compleet. De meeste mensen hebben een diep verlangen naar een levenspartner. Dit verlangen is door God zelf in de mens gelegd bij de schepping. Uit het gegeven dat de vrouw een ‘helper’ is voor de man, mag niet worden afgeleid dat de vrouw minderwaardig zou zijn. Met hetzelfde Hebreeuwse woord wordt God aangeduid die onze ‘helper’ is (Deut.33:7; Ps.27:9; 33:20 40:18 enz.). Man en vrouw vormen samen een team met een gezamenlijke opdracht.
…God, de HEER, bouwde een vrouw en hij bracht haar bij de mens. Toen riep de mens uit: ‘Eindelijk een gelijk aan mij, mijn eigen gebeente, mijn eigen vlees, een die zal heten: vrouw, een uit een man gebouwd.’ Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt. [Gen.2:22-24] Als aan Jezus door de farizeeën een vraag wordt gesteld over echtscheiding dan gaat Hij terug naar dit woord uit Gen.2 dat over de instelling van het huwelijk gaat. Hij antwoordt: Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden. [Mat.19:3-6] God heeft het huwelijk dus ingesteld als de fundamentele samenlevingsvorm. Vanaf de schepping is het zo bedoeld dat één man en één vrouw aan elkaar verbonden zouden zijn voor het leven. Dit is geen instelling van de kerk of van de staat maar het is vastgesteld als de scheppingsorde van God. Het is de hoeksteen van de samenleving. pagina 4
b. een levenslang verbond Wat is een verbond? Volgens de christelijke encyclopedie: ‘Een verbond is een plechtig gesloten overeenkomst tussen twee partijen met bepaalde beloften en verplichtingen, waarvan de hechtheid met bepaalde ceremoniën wordt beklemtoond en waarvan de duurzaamheid geldt voor het hele leven’. Het huwelijk is een verbond voor het leven dat ten overstaan van God en mensen wordt gesloten. Omdat je de vrouw met wie je je leven deelde trouweloos behandeld hebt, de vrouw met wie je in je jeugd een verbintenis bent aangegaan, waarvan de HEER getuige is geweest. [Mal.2:14] ...die de geliefde van haar jeugd heeft verlaten en het verbond met haar God is vergeten. [Spr.2:17] Ezechiël vergelijkt het huwelijk met de relatie tussen God en Israël. ik zwoer je trouw, ik sloot een verbond met je - spreekt God, de HEER - en je werd de mijne. [Ez.16:8]
pagina 5
Hier zien wij dat de ene mens zich onder ede verbond aan de ander (een eed van trouw aflegde) en een plechtig verbond aanging dat niet verbroken kon worden; het was niet alleen een formaliteit. De mens was verplicht zijn belofte van trouw na te komen, ook als er van verliefdheid geen sprake meer was. Niet de liefde draagt het huwelijk; het huwelijk draagt de liefde. Jezus zegt over dit huwelijksverbond: Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden. [Mat.19:6] Daarom mogen we het huwelijk niet lichtvaardig of impulsief aangaan. Als je de zekerheid hebt dat God het is die je als man en vrouw samenvoegt, dan mag je erop vertrouwen dat Hij ook Zijn hulp en bijstand zal geven om aan de belofte trouw te kunnen blijven tot de dood scheiding brengt. Een huwelijksverbond dient openbaar en in de aanwezigheid van ten minste twee getuigen gesloten te worden. Als een man en een vrouw elkaar onder vier ogen trouw beloven, ook als zij God daarbij betrekken, voldoet dat niet aan de vereisten van een verbond. Een huwelijkssluiting is openbaar en onder getuigen, opdat een ieder er kennis van kan nemen. Volgens de Bijbel is iets rechtsgeldig op grond van ten minste twee getuigenverklaringen (Ruth 4:11, 2Kor.13:1).
c. Gods orde en volgorde …een man zal zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. In de NBG-vertaling wordt hier i.p.v. ‘hechten’ het woord ‘aanhangen’ gebruikt, het Griekse woord betekent letterlijk ‘kleven’ of ‘binden’. In de joodse traditie werd een vrouw nu een ‘arusiah’ genoemd, ze werd de ondertrouwde vrouw. Het gaat bij aanhangen/verkleven om een officiële, juridische, echtelijke verbintenis. Het is heel belangrijk dit te onderscheiden, want gevoelsmatig zou men in deze tweede fase kunnen denken aan de seksuele eenwording, maar niets is minder waar. Dat gebeurt bij de laatste fase. De tekst in Gen.2:24 geeft namelijk een zekere volgorde aan. Eerst zal een mens zich moeten losmaken van zijn vader en moeder, dat wil zeggen op eigen benen moeten kunnen staan. Vervolgens is er sprake van de periode van het ‘zich hechten aan’, dat wil zeggen het leren kennen van elkaar tot en met het sluiten van een verbond. Ten slotte zullen die twee één worden. In 1Kor.6:16 zegt de Bijbel dat door seksuele gemeenschap man en vrouw ‘één lichaam’ zijn. De seksuele eenwording is niet bedoeld als een tijdelijk genot, maar als ondersteuning van de eenwording tussen man en vrouw binnen het huwelijk. Seks is een privilege voor gehuwden. pagina 6
d. seksuele omgang De liefdevolle omgang tussen man en vrouw wordt o.a. tot uitdrukking gebracht in de lichamelijke eenheid. In het N.T. wordt dit vergeleken met de verhouding die er is tussen Christus en de Gemeente. Het huwelijksverbond is de diepste band, die een mens met een ander mens kan aangaan. Seksuele gemeenschap drukt uit dat er een diepe geestelijke band is ontstaan, die niet meer verbroken mag worden. Bij seksualiteit horen sterke gevoelens. Het boek Hooglied beschrijft dat op een prachtige manier. De Bijbel spreekt zeer positief over seksualiteit. Alleen binnen het huwelijksverbond mogen man en vrouw zich daar aan overgeven. Wanneer je alles voor altijd deelt, alleen dan is er ruimte voor totale overgave aan elkaar. Met elkaar naar bed gaan èn met elkaar je hele leven delen, zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. In onze tijd ligt er veel nadruk op het seksuele aspect van de relatie, en niet op verbondenheid en verantwoordelijkheid. Er ontstaat door seksuele gemeenschap geen huwelijk! Stellen die zeggen in Gods ogen getrouwd te zijn omdat ze door seksuele omgang één zijn geworden, begrijpen niet dat het huwelijk heel wat meer inhoudt dan dit aspect alleen.
pagina 7
Het huwelijk is een verbintenis tussen twee mensen die het geheel van de mens omvat; de mens is geest, ziel en lichaam. Dat heeft God zo bedoeld voor die specifieke huwelijksrelatie tussen die ene man en die ene vrouw. e. seks buiten het huwelijk Alle seksuele omgang buiten het huwelijk is volgens de Bijbel ontucht. Daarom geloven we dat, als je seksuele gemeenschap hebt buiten het huwelijk, dit zonde voor de Here is (Deut.22:28,29; Ruth 4: 10,11,13; 1Kor.7:2,9). In het kerstevangelie lezen we over Jozef en Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. Omdat Maria ongehuwd zwanger was, wilde Jozef haar verlaten. Het kind dat zij verwachtte kon onmogelijk van hem zijn; zij hadden immers nooit geslachtsverkeer gehad (Mat.1:18-20). Seksuele omgang heeft consequenties: daardoor wordt men één! Paulus wijst daar op in 1Kor.6:16-20. Wanneer een man gemeenschap had met een maagd moest hij met haar trouwen (Ex.22:16,17). Seksueel contact is dus niet iets vrijblijvends. Het betekent echter niet dat seksuele gemeenschap hebben hetzelfde is als iemand tot vrouw nemen.
f. beeld van Christus en Zijn gemeente Paulus legt uit dat de relatie tussen man en vrouw een groot ‘mysterie’ of ‘geheimenis’ is (Ef.5:22-33). Er zit meer achter dan we zouden vermoeden. Hij openbaart ons dat de relatie tussen man en vrouw te maken heeft met Gods grote heilsplan: de relatie tussen Christus en de Gemeente, als Zijn bruid, die uiteindelijk zal uitmonden in de bruiloft van het Lam. Het christelijk huwelijk zou een demonstratie moeten zijn van Christus’ liefde voor de Gemeente en de houding van de Gemeente ten opzichte van Christus.
Conclusie: Het huwelijk is een instelling van God, gegeven als een levenslange verbintenis tussen man en vrouw, waarbinnen zij ieder aspect van hun leven delen. Seksuele gemeenschap is gegeven om binnen de liefdevolle, intieme omgang van het huwelijk te beleven.
Net als Christus behoort de man met liefde en zelfverloochening hoofd te zijn van zijn vrouw. Als eerstverantwoordelijke moet hij haar voorgaan in het leven met de Here. Hij zal voor haar zorgen, haar beschermen, koesteren en geborgenheid geven. De vrouw bewaart van haar kant de eenheid door recht te doen aan de plaats van haar man. Zij zal hem helpen bij alle dingen die naar Gods wil zijn en liefdevol het leven met hem delen. Wanneer man en vrouw zo elkaar leren aanvaarden, leven zij niet ieder voor zichzelf. Zij zullen hoe langer hoe meer de eenheid van Christus en zijn gemeente weerspiegelen. In dat christelijk huwelijk voegt God één man en één vrouw samen. pagina 8
pagina 9
Hoofdstuk 3 Samenwonen
Samenwonen zonder gehuwd te zijn is in de maatschappij van nu volkomen aanvaard en eerder regel dan uitzondering geworden. Eén op de drie paren in Nederland woont ongehuwd samen. In 2009 werd voor het eerst het omslagpunt bereikt dat er meer kinderen werden geboren in samenwoonrelaties dan bij gehuwden. Velen die zelf opgroei(d)en in een gebroken huwelijk van hun ouders, of zelf de grote teleurstelling van een scheiding hebben doorgemaakt, zijn huiverig geworden voor het (opnieuw) aangaan van een huwelijk. Ook de christelijke gemeente wordt geconfronteerd met de gevolgen van deze grote veranderingen. In deze brochure willen we aangeven hoe we als EGHW aankijken tegen ‘samenwonen’ op grond van het Woord van God en hoe we hiermee zullen omgaan. a. huwelijk versus samenwonen In het vorige hoofdstuk is uiteengezet wat de Bijbel over het huwelijk zegt. Daarmee mag al direct duidelijk zijn dat samenwonen niet overeenkomt met de Bijbelse beginselen. Het is goed om eens te kijken in hoeverre samenwonen daarmee overeenkomt of verschilt.
1. Het huwelijk is in de eerste plaats een liefdesverbond tussen een man en een vrouw. Zij gaan dit verbond aan voor het leven. We gaan er vanuit dat mensen die gaan samenwonen dezelfde intentie hebben als mensen die gaan trouwen. Er is echter bij samenwonen helemaal geen sprake van een verbond dat openbaar en in aanwezigheid van getuigen gesloten wordt. Het huwelijk met alle voorbereidingen, het juridische en openbare karakter - vormt een natuurlijke drempel en toets voor de relatie. Voordat twee mensen trouwen, zullen ze zich vanzelfsprekend goed bezinnen: is dit Gods wil voor mijn leven? Zijn wij hier klaar voor? In de praktijk blijkt dat mensen die samenwonen twee keer zo vaak uit elkaar gaan als mensen die getrouwd zijn. Samenwonen gaat heel gemakkelijk: je trekt bij elkaar in, niemand hoeft daar verder bij betrokken te zijn, weinig of geen voorbereidingen. Deze drempel is zo laag dat je te snel een besluit kunt nemen waarvan je later spijt krijgt. Het karakter, maar ook het imago van een huwelijk is stabieler dan samenwonen. Iemand die samenwoont, noemt zijn partner zijn vriend(in); iemand die getrouwd is, spreekt over zijn vrouw of haar man.
Conclusie: Samenwonen heeft in wezen een vrijblijvend en minder diepgaand karakter dan trouwen. pagina 10
2. Bij het huwelijksverbond tussen man en vrouw is God ten volle betrokken. In Mat.19:6 zegt Jezus in relatie tot het huwelijk: ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ God is in een huwelijksrelatie het derde snoer, dat stevigheid geeft aan het vlechtwerk. Een koord dat uit drie strengen is gevlochten, is niet snel stuk te trekken. [Pred.4:12] De vrouw met wie je in je jeugd een verbintenis bent aangegaan, waarvan de HEER getuige is geweest. [Mal.2:14] Als je samenwoont, kun je God daar ook bij betrekken en Zijn zegen daarover vragen, maar God wil Zijn zegen juist geven aan het huwelijksverbond zoals Hij dat instelde voor de mens.
Conclusie: God verbindt man en vrouw in een huwelijksrelatie voor het leven. Daar staat Hij achter en van daaruit mogen wij Zijn zegen en hulp verwachten.
3. Het huwelijk wordt in het openbaar gesloten: er is een juridische en maatschappelijke verankering, familie en gemeente zijn hier bij betrokken. Boaz regelt zijn huwelijk met Ruth in tegenwoordigheid van de oudsten van de stad: Gij zijt heden getuigen. En al het volk dat in de poort was, en de oudsten zeiden: wij zijn getuigen. [Ruth4:11] Pas daarna neemt hij haar tot vrouw. Op dit derde punt is er het grootste verschil tussen samenwonen en trouwen. Samenwonen is iets tussen twee individuen. Als je trouwt zijn de overheid, familie, vrienden en de gemeente daar sterk bij betrokken. Samenwonen kon alleen maar zo gewoon worden omdat de maatschappij sterk geïndividualiseerd is en het belang en de invloed (en daarmee ook het gezag) van grotere verbanden (overheid, familie, gemeente) minder groot is geworden. Zwart-wit gezegd: we doen waar we zelf zin in hebben, wat ons zelf goed lijkt. Een ander heeft daar niets mee te maken. Hoewel ieder van ons wordt beïnvloed door het ‘vrijheidsdenken’ van de wereld waarin we leven, is dit een tendens waar we als christenen niet in mee moeten gaan. Verbondenheid met God geeft echte vrijheid. De vrijheid van de wereld brengt gebondenheid. Overigens is het vreemd dat
pagina 11
christenen die samenwonen bijna altijd alsnog gaan trouwen en in een dienst Gods zegen over hun huwelijk willen vragen. Dat is de volgorde die God heeft gegeven in Gen.2:24 volledig negeren.
Conclusie: Het Bijbelse huwelijk is meer dan een liefdesrelatie tussen twee mensen. b. misverstand Sommige christenen beweren dat je getrouwd bent zodra je met elkaar naar bed geweest bent en seksuele gemeenschap hebt gehad! Dit is een gigantische vergissing met schadelijke gevolgen voor het huwelijk, de overdracht aan de kinderen, het getuigenis in de gemeente en in de wereld om je heen. Een huwelijk wordt niet in bed gesloten! Zoals al eerder opgemerkt, beschouwt de Bijbel alle seksualiteit buiten het huwelijk als ontucht. Door buiten het huwelijk seksuele contacten te hebben ontstaan verkeerde zielsbanden.
c. seks voor het huwelijk Ook als er geen sprake is van samenwonen kan een stel soms te ver gaan. In objectieve zin kan dat doordat ze geslachtsgemeenschap met elkaar hebben voor het huwelijk. Dan is het nodig dat ze met elkaar hun zonde voor de Heer belijden, en concrete afspraken maken om te voorkomen dat het weer gebeurt. Afhankelijk van de situatie zullen deze afspraken strakker of minder strak zijn. Misschien is het goed om zo snel mogelijk te trouwen: Maar wanneer ze dat niet kunnen opbrengen, moeten ze trouwen, want het is beter te trouwen dan te branden van begeerte. [1Kor.7:8-9] Verkeer je in deze situatie, wees moedig en spreek erover met je jeugdleider of een oudste uit de gemeente. Afspraken en grenzen zijn er om elkaar te koesteren, te beschermen, en om met elkaar binnen Gods wil te blijven. Wat er ook gebeurd is, je moet steeds voor pagina 12
ogen houden dat het voor God nooit te laat is en dat Hij nooit één van Zijn kinderen zal verwerpen omdat het gefaald heeft. Soms hebben je daden verstrekkende gevolgen (bv. diepe emotionele littekens of zelfs een ongewenste zwangerschap), maar ook dan strekt Gods genade zich altijd verder uit. d. hoe handelt de EGHW ten opzichte van mensen die samenwonen? De samenleving wijzigt in een rap tempo, velen weten daarom niet meer wat de weg is die God onze Schepper ons wijst. Daarom willen we in deze brochure duidelijk uiteen zetten wat de Bijbel over dit onderwerp leert. In de gemeente willen we de normen die God in Zijn Woord stelt hanteren. Ook als die idealen erg hoog zijn en de gevolgen moeilijk. Zij die samenwonen, kunnen daarom in de EGHW geen lid zijn. Als gelovigen die samenwonen lid willen worden zal er eerst een gesprek plaatsvinden over deze normen uit Gods Woord. Indien een stel met een berouwvol hart hun voor God onwettige situatie herstelt, is er alsnog de mogelijkheid om lid te worden. Zij zullen het samenwonen als zonde moeten belijden. Belijden we onze zonden, dan zal Hij Die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van alle kwaad. [1Joh.1: 9] pagina 13
We zullen hen adviseren om zo spoedig mogelijk te trouwen. In veel gevallen zal besloten moeten worden - omwille van het christelijk getuigenis - tot uit elkaar gaan, om pas na het huwelijk weer samen te wonen. Dat betekent dus ook seksuele onthouding. Hiermee geven ze aan dat ze Gods Woord serieus nemen, berouw hebben over de zonde en de Heer meer lief hebben dan zichzelf. We worden in de Bijbel aangemoedigd om het huwelijk in ere te houden en niet gelijkvormig aan deze wereld te zijn. Er doen zich echter complexe situaties voor, als bijvoorbeeld van een stel één van hen tot geloof komt. Elke situatie moet vanuit genade afzonderlijk bekeken worden. Door eerlijke gesprekken en serieus gebed zal naar een wijze oplossing worden gezocht, zeker als er sprake is van kinderen bij het samenwonen. Het zou dan niet wenselijk zijn om uit elkaar te gaan, maar spoedig een burgerlijk huwelijk te sluiten eventueel gevolgd door een kerkelijke inzegening. Wanneer men blijft bij het standpunt dat men wil samenwonen, zal lidmaatschap niet mogelijk zijn en de toegang tot het avondmaal worden ontzegd. Degenen die al lid zijn, komen niet in aanmerking voor taken waarbij ze leiding of onderwijs geven, geestelijke verantwoordelijkheid dragen of een voorbeeldfunctie hebben.
e. adviezen Zowel in de Bijbel als in deze tijd zijn problematische huwelijken te vinden. Dit is echter geen argument om dan maar te kiezen voor samenwonen. Evenmin is het een argument dat er voor de overheid nog maar weinig verschil is tussen een huwelijk en samenwonen. Het feit dat de EGHW dit standpunt inneemt, houdt niet in dat mensen die samenwonen als ‘grotere’ zondaren worden beschouwd dan anderen. Er is echter wel sprake van een openlijke zonde en dan heeft de gemeente de plicht om hier wat van te zeggen (Mat.18:15-17). Ieder mens en daarmee ook iedere relatie is uniek. Daarom is een persoonlijk gesprek tussen betrokkenen en de oudsten van groot belang. Heb je verkering en zijn er trouwplannen? Volg dan de stellenkring! In een 6-tal avonden word je samen met anderen stellen voorbereid op het huwelijk. Ook pasgetrouwden zijn welkom op deze stellenkring. Over samenwonen en trouwen valt uiteraard meer te zeggen dan in deze brochure is verwoord. Er zijn verschillende goede boeken over dit onderwerp te koop. Enkele voorbeelden zijn: “Meer dan liefde” van Dirk Lemmens en Jef de Vriese (uitgeverij Centrum voor Pastorale Counseling, Heverlee)
“Ik ben met jou getrouwd” van Walter Trobisch (uitgeverij Zomer en Keuning, Wageningen)
“Seks in de kerk” van Willem Ouweneel (uitgeverij Medema, Vaassen 2006)
Zie ook www.wareliefdewacht.nl We beseffen als oudsten dat dit stuk aanleiding kan zijn voor veel vragen. De Bijbelse lijn staat misschien wel haaks op jouw ervaring en visie. Velen van ons hebben gefaald op dit terrein. Maar eigen fouten op dit terrein mogen ons er niet van weerhouden de Bijbelse lijn te hanteren! Juist om nog meer pijn en verdriet onder christenen te voorkomen, geloven we als oudsten dat het hard nodig is helderheid te scheppen op dit terrein. Vooral omdat hier zoveel verwarring over bestaat en de samenleving een totaal andere benadering laat zien. Wees ervan overtuigd dat de deur voor een gesprek altijd openstaat. Ga in gesprek met je celgroep/ jeugdleider, huiskringleider, een oudste, of iemand van het pastorale team. Doe het! Huwelijk en seksualiteit zijn fantastische cadeaus die God heeft bedacht en gegeven. Laten we er goed mee omgaan.
[email protected] [email protected] pagina 14
Hoofdstuk 4
Echtscheiding en echtbreuk a. echtscheiding versus echtbreuk Als de Bijbel over echtscheiding spreekt dan betekent dit de beëindiging van het huwelijk door de mens middels wetgeving. Evenals een huwelijk voor de wet wordt gesloten, wordt bij echtscheiding het huwelijk voor de wet ontbonden door de betreffende overheid. Daarmee is niet gezegd dat ook voor God het huwelijk is beëindigd! Naast echtscheiding kennen we ook het verwante begrip echtbreuk. Echtbreuk is feitelijk een ander woord voor overspel of huwelijksontrouw. Het houdt in dat een man/vrouw, terwijl hij of zij gehuwd is, een seksuele relatie heeft met een vrouw of man die niet de eigen partner is. b. echtbreuk/overspel De Bijbel zegt dat echtbreuk zonde is. In het OT wordt echtbreuk met zeer duidelijke bewoordingen veroordeeld. Wie overspel pleegt met een getrouwde vrouw, een vrouw die een ander toebehoort, moet ter dood gebracht worden. Beide echtbrekers moeten worden gedood. [Lev.20:10] Als een man wordt betrapt met een getrouwde vrouw moeten beiden ter dood gebracht worden, zowel de man als de vrouw met wie hij
geslapen heeft. Zo moet u het kwaad dat zich bij de Israëlieten aandient in de kiem smoren. [Deut.22:22] Want de HEER, de God van Israël, zegt dat hij het verafschuwt wanneer een man zijn vrouw wegstuurt. Wie zoiets doet besmeurt zichzelf met onrecht – zegt de HEER van de hemelse machten. Speel niet met je leven en gedraag je niet langer trouweloos. [Mal.2:16] Laatstgenoemde tekst geeft vooral aan dat God de ‘trouweloosheid’ of ‘ontrouw’(NBG) haat die aan de scheiding voorafgaat. Eén van de 10 geboden gaat over echtbreuk en niet over echtscheiding zoals sommigen denken. Gij zult niet echtbreken. (NBG) Pleeg geen overspel. (NBV)
[Ex.20:14] [Deut.5:18]
In het NT wordt de straf op overspel niet uitgevoerd maar bevinden we ons in de genadetijd waar mogelijkheid is voor berouw, vergeving en voortzetting van het huwelijk. Feitelijk zien we dat Jezus echtbreuk (overspel) nog scherper neerzet in de Bergrede. Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Pleeg geen overspel.” En ik zeg zelfs: iedereen die naar een vrouw kijkt en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd. [Mat.5:27,28]
pagina 16
c. tijdloos principe We hebben gezien dat het huwelijk een instelling van God is (Gen.2:22-24). Het blijkt ook duidelijk uit Mat.19 waar Jezus door de farizeeën op de proef wordt gesteld met één van hun strikvragen over echtscheiding. Jezus verwijst direct naar Gen.2. Toen kwamen er farizeeën op hem af om hem op de proef te stellen. Ze vroegen: ‘Mag een man zijn vrouw om willekeurig welke reden verstoten?’ Hij zei: ‘Hebt u niet gelezen dat de schepper de mens bij het begin mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt?’ En hij vervolgde: ‘Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één worden; ze zijn dan niet langer twee, maar één. Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ [Mat.19:3-6] In het vervolg van dit onderwerp is het belangrijk om dit als algemeen geldend en tijdloos principe voor ogen te houden. Ook het al eerder genoemde gedeelte uit Ef.5:2233 toont duidelijk aan dat het huwelijk iets is waar we niet lichtvaardig mee om kunnen gaan. Het is een instelling van God, een beeld van de relatie tussen Christus en Zijn gemeente. Het is dan ook niet verwonderlijk dat satan op allerlei manieren daar zijn pijlen op richt. Zijn doel is dit beeld en getuigenis te vernietigen door huwelijksrelaties kapot pagina 17
te maken. Hij wil ons persoonlijk getuigenis als christen schaden. Het komt zelfs voor dat door gebroken huwelijken hele gemeentes verdeeld raken of uiteen vallen. Dit is des te meer een reden om duidelijk onze visie als gemeente op dit onderwerp te geven. Gods Woord is daarin maatgevend en leidend. Uit het voorgaande is duidelijk dat God het huwelijk als een levenslang geldend verbond ziet. d. normvervaging In onze huidige maatschappij zien we dat echtbreuk en echtscheiding oprukt. Dit wordt bijna niet meer als bijzonder gezien terwijl het enkele decennia geleden een grote schande was. Zowel christen als niet christen had daar een duidelijke mening over. De wetgeving voorziet tegenwoordig in vlottere procedures om tot een echtscheiding te komen. De morele verschuiving op het gebied van huwelijk en echtscheiding leek in eerste instantie aan de kerk voorbij te gaan maar de realiteit van dit moment heeft deze gedachte duidelijk ingehaald. De kerken en gemeenten in Nederland worden steeds meer met echtscheiding geconfronteerd, zo ook de EGHW! Zoekend naar Gods weg in deze problematiek ervaren we een voortdurend spanningsveld tussen de zogenaamde studeerkamerwaarheid en de gesprekskamerrealiteit. Met andere
woorden, als we de principes uit de Bijbel leggen naast de realiteit van alle dag vraagt dat veel wijsheid, zorgvuldigheid en genade in het toepassen van Gods Woord. Dan dringt zich steeds weer de vraag op: Wat zou Jezus doen? In het Johannes-evangelie wordt over Jezus gesproken als degene die vol genade en waarheid is. Jezus vol van genade en waarheid. [Joh.1:14] e. de Bijbel over echtscheiding Echtscheiding is het verbreken (officieel via de overheid) van een verbintenis die in werkelijkheid (voor God) niet verbroken kan worden. Net zoals bij een kind, dat door ouders het huis kan worden uitgezet, dat feit de bloedband niet zal kunnen verbreken. We zullen nu verder ingaan op de Bijbelteksten waarin Jezus spreekt over het ‘verstoten’ (wegsturen, loslaten) van de huwelijkspartner en overspel (echtbreuk). De volgende teksten handelen hierover: Mat.5:27-32 en 19:3-9; Mar.10:2-12 en Luk.16:18. In Mat.5:27-31 wordt door Jezus aan het begrip overspel een ruime betekenis gegeven. Normaal verstaan wij onder overspel dat een getrouwde man of vrouw een seksuele relatie heeft met een vrouw of man die niet de eigen partner is. Volgens Jezus is er ook in de volgende situaties sprake van overspel:
1. Een man die naar een vrouw kijkt om haar te begeren. 2. Een man die zijn vrouw verstoot. De man is verantwoordelijk voor het overspel dat daaruit voort komt. 3. Het trouwen met een verstoten vrouw. In Mat.19 komen de farizeeën naar Jezus met de vraag of het toegestaan is voor een man zijn vrouw te verstoten om iedere reden. Daarover waren de diverse leerscholen in die tijd verdeeld. De een leerde dat echtscheiding alleen toegestaan was bij seksuele zonden, zoals overspel. De ander was van mening dat zelfs het laten aanbranden van het eten genoeg reden was om de vrouw te mogen verstoten. Geeft Jezus de groep gelijk die vindt dat scheiding is toegestaan als er sprake is van overspel? Of de andere groep? Eigenlijk geen van beide naar ons idee! Jezus verwijst terug naar Gods bedoeling met het huwelijk. ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ [19:6] De farizeeën beginnen dan over Mozes en de scheidbrief. Daarvan zegt Jezus dat Mozes het om de hardheid van hun harten toestond. Maar: ‘Ik zeg u echter…’ vervolgt Jezus. Zo maakt hij duidelijk dat wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, overspel pleegt! pagina 18
Dit is volledig in lijn met het principe: het huwelijk is onontbindbaar. In Mar.10 is de vraag: Mag een man zijn vrouw verstoten? Jezus geeft hetzelfde antwoord: ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ Tegen zijn eigen discipelen zegt Hij later dat zowel een man als een vrouw overspel pleegt als ze, na hun huwelijkspartner te hebben verstoten, hertrouwen. Het maakt niet uit of het een man of vrouw betreft die verstoot of verstoten wordt. Ook in Luk.16 vinden we deze principes terug. Jezus zegt dus feitelijk: Ook al wordt een huwelijkspartner weggestuurd, de band blijft voortbestaan. Het gevolg is dat hertrouwen door een verstotene of met een verstotene overspel is. f. uitzonderingsclausule? In het evangelie naar Mattheüs vinden we twee tussenzinnen waar heel verschillend over wordt gedacht door Schriftgeleerden van vandaag. Dit worden wel de ‘uitzonderingsclausules’ genoemd. We lezen in hoofdstuk 5:32 en 19:9 de volgende tussenzinnen: …om een andere reden dan ontucht…(NBG’51) …tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis…(NBV) …niet om hoererij…(Telos). Het woord ‘hoererij’ (= porneia) betekent zoveel als overspel, hoererij, ontucht. Het omvat feitelijk alle ongeoorloofde seksuele pagina 19
activiteiten buiten het huwelijk om. De woorden ‘niet om’ of ‘tenzij’ zouden hier kunnen betekenen: ‘afgezien van’, ofwel daarover hebben we het nu niet. Na de tussenzin in Mat. 5 en 19 kunnen dan meerdere conclusies getrokken worden: ‘…wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, tenzij er sprake was van een ongeoorloofde verbintenis (of hoererij)…’ ...want daarover hebben we het nu niet. ...want in dat geval handelen jullie natuurlijk naar de joodse wet. ...want in dat geval was er al sprake van overspel. ...want in dat geval is er nooit een geoorloofde verbintenis geweest. ...want in dat geval mag de man wel zijn vrouw verstoten. Sommigen menen dat Jezus op de vraag of overspel of ontucht een reden kan zijn om te mogen scheiden helemaal niet ingaat. Daarmee maakt Hij het principiële uitgangspunt des te duidelijker: Als er hoe dan ook sprake is van echtscheiding – na overspel of niet – dan veroorzaakt hertrouwen dat er overspel gepleegd wordt. De oorspronkelijke huwelijksband wordt immers door de ontucht niet verbroken. Net zo min als seksuele gemeenschap een huwelijk vormt, wordt een
huwelijk ook niet automatisch verbroken door overspel! (zie ook pag. 12 - 3b) Er is sprake van echtbreuk (ontucht, overspel) maar niet van echtscheiding. Zou het zo kunnen zijn dat Jezus werkelijk zegt – even terloops in deze tussenzin – dat echtscheiding na overspel is toegestaan? Wij menen van niet. Gods Woord ademt een geheel andere geest! Deze uitleg zou in tegenspraak zijn met de gegeven principes in Mat.19:5,6; Rom.7:2,3 en 1Kor.7:39. God stelt een hoge norm aan het huwelijk; het is immers een beeld van Christus en Zijn gemeente (Ef.5:22-33). Zelfs al zou de 5e lezing de juiste interpretatie van de tussenzin zijn, dan nog is niet gezegd dat het huwelijk ontbonden wordt en hertrouwen vrij staat. De discipelen reageren geschokt: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen.’ [Mat.19:10] Zo zouden ze zeker niet hebben gereageerd als Jezus hier partij gekozen had voor de leerschool die het verstoten toestond in geval van overspel of hoererij! Ze begrepen juist dat man en vrouw zolang zij beide leven aan elkaar gebonden zijn. (zie W.J.Ouweneel; Seks in de Kerk hoofdstuk 6) pagina 20
Zij die de uitspraak van Jezus wel als een uitzonderingsclausule beschouwen, moeten dit, in de geest van de Bijbel, niet als een recht gebruiken. Laten we altijd gericht blijven op vergeving, herstel en belijdenis van schuld zodat het huwelijk voortgezet kan worden. In alle gevallen zal pastoraal begeleiden en ondersteunen van beide partners en eventuele kinderen van groot belang zijn.
Conclusie: Gods principe is: Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden Jezus benoemt in Mat.5 en 19 overspel niet als uitzondering op deze regel.
pagina 21
g. onderwijs van Paulus over echtscheiding We willen nu nader ingaan op teksten uit de Romeinenbrief en de brief aan de Korintiërs waar gesproken wordt over dit onderwerp. Een getrouwde vrouw is door de wet gebonden (Gr. deõ), aan haar man zolang hij leeft, maar wanneer hij sterft is zij van deze verplichting ontslagen. Als ze zich zolang haar man in leven is met iemand anders inlaat, noemt men haar overspelig. Maar sterft haar man, dan is ze niet langer aan de wet gebonden, dan pleegt ze geen overspel wanneer ze de vrouw van een andere man wordt. [Rom.7:2,3] Een vrouw is gebonden (Gr. deõ), zolang haar man leeft; maar indien haar man is ontslapen, is zij vrij om te trouwen, met wie zij wil, mits in de Here. [1Kor.7:39] Degenen die getrouwd zijn geef ik, nee, niet ik – de Heer geeft hun het volgende gebod: een vrouw mag niet scheiden van haar man (is ze al gescheiden, dan moet ze dat blijven of zich met haar man verzoenen), en een man mag zijn vrouw niet wegsturen. [1Kor.7:10,11] Maar tot de overigen zeg ik, niet de Here: heeft een broeder een ongelovige vrouw, die erin bewilligt met hem samen te wonen, dan moet hij haar niet verstoten. En een vrouw moet, pagina 22
als zij een ongelovige man heeft, en deze erin bewilligt met haar samen te wonen, die man niet verstoten. Want de ongelovige man is geheiligd in zijn vrouw en de ongelovige vrouw is geheiligd in de broeder. Anders zouden immers uw kinderen onrein zijn, doch nu zijn zij heilig. Maar indien de ongelovige haar verlaat, laat hij haar verlaten. De broeder of zuster is in dit geval niet gebonden (Gr. douloõ); tot vrede heeft God u geroepen. Want hoe kunt gij weten, vrouw, dat gij uw man zult redden? Of hoe kunt gij weten, man, dat gij uw vrouw zult redden? [1Kor.7:12-16] h. na overlijden Als één van beide partners komt te overlijden dan is de ander vrij om opnieuw te trouwen. Dit is een situatie waar geen meningsverschillen over bestaan (Rom.7:2 en 1Kor.7:39). Het is hierbij belangrijk aandacht te geven aan het rouwproces. Degene die achterblijft, zou niet halsoverkop in een nieuw huwelijk moeten stappen. Tijd om te rouwen en wellicht pastorale begeleiding is van belang. i. twee gelovigen 1Kor.7:10,11 gaat over de situatie waarin twee gelovigen ondanks het verbod tot scheiding toch zijn gescheiden. Dit kan zijn op grond van zwaarwegende motieven. In een dergelijk geval is ongehuwd blijven (celibaat) of verzoening het Bijbelse principe. pagina 23
j. ongelijk span In 1Kor.7:12-16 gaat het over de situatie waarbij één van beide ongelovige partners tot geloof is gekomen. Er vormt zich dan dus een ongelijk span. Dit ongelijke span moet volgens de bijbel nooit vrijwillig worden veroorzaakt doordat een gelovige met een ongelovige trouwt (2Kor.6:14). De gelovige wordt opgeroepen trouw te blijven aan een ongelovige partner maar als de ongelovige zijn/haar partner wil verlaten dan moet de gelovige de ander laten gaan. De gelovige is dan niet meer gebonden. Het lijkt op het eerste gezicht dat hier gezegd wordt dat de verlaten (gelovige) partner niet meer gebonden is aan het huwelijk. Dit zou betekenen dat zij beiden weer vrij zijn om te hertrouwen. Het is echter op z’n minst opvallend dat in 1Kor.7:15 een ander woord in de grondtekst gebruikt wordt voor ‘gebonden’ (douloõ) dan in Rom.7:2 en 1Kor.7:39 (deõ). Het douloõ in 1Kor.7:15 wordt in de Statenvertaling en de Naardense vertaling duidelijker weergegeven: de broeder of de zuster is niet tot dienstbaarheid verplicht in zulke zaken. Er is daar sprake van niet gebonden zijn aan de huwelijkse verplichtingen. De gelovige hoeft niet meer met de ongelovige samen te wonen en de verplichtingen te dragen. Dit zegt echter nog niets over de mogelijkheid tot hertrouwen. Voor God blijft de huwelijksband
bestaan. Overigens is het goed om op te merken dat Paulus in de laatste twee teksten de ene keer melding maakt van: beveel ik niet, maar de Here en in de tweede tekst: zeg ik, niet de Here. Er lijkt hier sprake te zijn van geïnspireerd of niet geïnspireerde tekst. Wat Paulus hier echter bedoelt is dat in het eerste geval Jezus zelf daar in het Matteüs-evangelie duidelijk over spreekt en in de tweede tekst spreekt Jezus daar in het geheel niet over. Twijfel over het gezag van laatstgenoemde tekst is daarom dus zeker niet gerechtvaardigd. k. lichamelijk of geestelijk geweld Er kunnen zich situaties voordoen onder ‘gelovigen’ waarbij net als in 1Kor.7 sprake is van huwelijksproblemen. Eén van de partners kan zich zo misdragen dat met recht mag worden getwijfeld of iemand wel een kind van God is. De problematiek is dan vergelijkbaar met een huwelijk waar sprake is van een ongelijk span. Behalve dat er sprake kan zijn van overspel in een huwelijk, kan er ook lichamelijk geweld, geestelijk geweld of ernstige verwaarlozing plaatsvinden. Dit alles is uiteraard in strijd met de huwelijksbelofte. De Bijbel doet hier geen specifieke uitspraak over. We zullen dan in de geest van Gods Woord stappen moeten ondernemen. De toestand van partners en eventuele kinderen kan zo ernstig zijn dat een tijdelijk uit elkaar gaan (scheiding van tafel en bed)
noodzakelijk is. Gedurende deze periode dient er pastoraal hulp te worden geboden met als doel de relatie te herstellen. Helaas zijn er situaties waarbij echtscheiding het minst slechte besluit blijkt te zijn. Dan zullen we dat toch moeten laten gebeuren. Indien tot scheiding wordt besloten blijft van kracht dat naar 1Kor.7 de partners zich òf met elkaar verzoenen òf celibatair gescheiden blijven leven. Tot vrede heeft God u geroepen.
[1Kor.7:15]
Conclusie: de Bijbel leert dat het huwelijk een verbond voor het leven is. Dit houdt in dat man en vrouw alleen van elkaar gescheiden kunnen worden door de dood. Verder zien we dat Paulus scheiding toestaat als de partner die ongelovig is wil scheiden van de tot geloof gekomen partner maar. Hij zegt daarmee niet dat hertrouwen mogelijk is.
pagina 24
Hoofdstuk 5 Hertrouwen
Wij komen op grond van Gods Woord tot de conclusie dat hertrouw in ieder geval toegestaan is nadat één van beide partners is komen te overlijden. De achterblijvende partij is vrij om te hertrouwen mits in de Heer (1Kor.7:39). Dit betekent zeker niet dat daarmee alles is gezegd. De praktijk is vaak gecompliceerd. Hoewel de beginselen ons duidelijk zijn, is daarmee niet altijd helder hoe we er mee moeten omgaan in de praktijk. Er kunnen zich situaties voordoen waarin keuzes gemaakt moeten worden en de beste niet beschikbaar is - maar wel de minst slechte. Als er een verzoek tot hertrouwen wordt gedaan, zullen we daar als gemeente op ingaan als het vorige huwelijk is ontbonden door overlijden. Dit huwelijk zal worden gesloten alsof het een eerste huwelijk betreft. In overige situaties waarin een broeder en zuster willen hertrouwen, zullen we als oudsten eerst willen bespreken wat de achtergronden zijn van beide gelovigen. In gesprek met hen beiden zullen we onder Gods leiding onderzoeken wat de juiste weg is om te gaan. a. de praktijk • Van twee ongelovige partners komt er één tot geloof. De andere, ongelovige partner wenst na verloop van tijd te scheiden.
De gelovige zal de ongelovige partner noodgedwongen moeten (en mogen) laten gaan. De hoop is dan gericht op de bekering van de ongelovige partner. Maar als de ongelovige partner met een ander trouwt, moet de gelovige dan de rest van zijn/haar leven alleen blijven? • Een gescheiden man of vrouw komt tot geloof, maar de weg tot verzoening met ex-huwelijkspartner is afgesloten of er is intussen een andere relatie ontstaan. Wat is dan de weg om te gaan? Als de weg terug naar de ongelovige partner open zou zijn, moet er dan een ongelijk span gevormd gaan worden? Eerdere huwelijken hebben geleid tot intense zielsbanden die niet zomaar verbroken worden. Een periode van schuldbelijdenis naar ex-partners, serieus zoeken naar verzoening met ex-partners, herstel en vergeving zal in veel situaties een heel belangrijke rol spelen. Het is onmogelijk om een pasklaar antwoord te geven op allerlei situaties die zich zouden kunnen voordoen. Het is belangrijk om in elke situatie afzonderlijk oprecht Gods wil te zoeken en Zijn weg te gaan. We geloven dat er door Gods genade herstel, vergeving en een nieuwe start mogelijk kan zijn. Als oudsten van de EGHW kiezen we er heel bewust voor om elk van de situaties op zich te beoordelen onder leiding van de Heilige Geest en in nauw overleg met de partijen. pagina 26
Het Woord van God is geen stok om te slaan, maar een staf om te gaan. Waarheid en genade (Letter en Geest) moeten daarin een plek hebben. Bij dit alles is het belangrijk dat er niet overhaast een nieuw huwelijk wordt gesloten. Uit de statistieken blijkt dat 2e en 3e huwelijken minder kans hebben stand te houden. b. inzegening van een huwelijk na echtscheiding Het inzegenen van een huwelijk houdt in dat we als oudsten van de gemeente Gods zegen uitspreken over het echtpaar. Dit betekent dat we ervan overtuigd moeten zijn dat het huwelijk dat gesloten wordt de juiste keuze is. Alleen dan kan God Zijn zegen eraan verbinden. We geloven dat als wij als oudsten - na zorgvuldige overweging - ertoe besluiten aan een tweede huwelijk mee te werken we dit huwelijk ook kunnen inzegenen in een huwelijksdienst. Het kan verstandig zijn en fijngevoelig om de burgerlijke huwelijkssluiting en de kerkelijke inzegening van een tweede huwelijk bescheiden te houden. Zo kan rekening worden gehouden met allerlei persoonlijke gevoelens rond de vorige relaties en geleden schade bij betrokken kinderen. We vinden het belangrijk dat tijdens de aanloop naar de huwelijkse inzegening beide partners met eventuele kinderen pastorale begeleiding krijgen. Dit is mede van belang om herhaling van echtscheiding te voorkomen. pagina 27
Conclusie: Als oudsten zullen we terughoudend zijn in het inzegenen van een volgend huwelijk tenzij er sprake is van overlijden van de vorige partner. Een volgend huwelijk wordt niet ingezegend als: • iemand zelf door overspel de partner heeft verlaten. Eerst zal er een proces van belijdenis, vergeving en herstel nodig zijn; • iemand wil hertrouwen met een ongelovige; • er tussen de scheiding en hertrouw een periode van minder dan 2 jaar ligt, tenzij daar dringende redenen voor zijn; • geen van beide partners lid is van de EGHW. Dit geldt ook voor eerste huwelijken. Nadat elke situatie afzonderlijk door de oudsten is beoordeeld kan eventueel worden besloten tot inzegening van een volgend huwelijk. pagina 28
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Als gemeenteleden bewust tegen de principes van Gods Woord in hertrouwen, scheiden of een huwelijk aangaan met een ongelovige of kiezen voor samenwonen, kunnen tuchtmaatregelen genomen worden. Deze tucht kan inhouden: • (tijdelijke) ontzegging van deelname aan het avondmaal • verbod van uitvoering van taken in de gemeente • ontnemen van rechten die aan het lidmaatschap zijn verbonden • beëindiging lidmaatschap
a. huwelijksvoorbereiding We zijn ervan overtuigd dat het goed is voor beide partners een pre-marriage course of stellenkring te volgen voordat tot een huwelijk wordt overgegaan. Dit is een waardevolle voorbereiding op het huwelijk. Hierin komen zaken aan de orde als: liefde, communicatie, relaties, persoonlijkheid, geestelijk leven, werken, zorg en allerlei andere praktische zaken. Vervolgens zullen er een aantal gesprekken plaatsvinden met een oudstenechtpaar dat de partners verder begeleidt naar de huwelijksdag. Dit gaat dan voornamelijk over de huwelijksdienst en de voorbereiding daarop. In deze gesprekken wordt ook op allerlei geestelijke aspecten ingegaan.
Tucht
Deze tuchtmaatregelen worden niet toegepast om kwaad te vergelden maar om te waken over de zuiverheid van Gods gemeente. Dit gebeurt in de hoop dat het berouw en bekering uitwerkt zodat er vergeving en herstel mogelijk is. Dan zal God opnieuw Zijn zegen willen geven en kan de plek in de gemeente weer worden ingenomen.
Pastoraat
De volgende boeken kunnen in deze voorbereiding hulpmiddelen zijn: “Samen Verder” van Wil Doornenbal en Cobi Wattez (Uitgeverij Boekencentrum Zoetermeer) “Meer dan liefde” van Dirk Lemmens en Jef de Vriese (uitgeverij Centrum voor Pastorale Counseling, Heverlee)
pagina 29
Als er sprake is van een tweede huwelijk kan het wenselijk zijn om leden van het pastorale team te betrekken bij de voorbereiding ter vervanging van de pre-marriage course. b. huwelijksproblemen We hopen dat huwelijksproblemen allereerst gedeeld kunnen worden in de huiskring waar het echtpaar deel van uit maakt. Hiervoor is vertrouwen natuurlijk een absolute voorwaarde. Mochten deze problemen de capaciteiten van de kring(leiders) overstijgen dan is het goed om in overleg met betrokkenen de hulp in te roepen van het pastorale team. Het is niet denkbeeldig dat de problemen ook de mogelijkheden van het pastorale team overstijgen en er professionele hulp in geschakeld moet worden. Ook de betrokken kinderen moeten hierin de nodige aandacht krijgen. c. tot slot Misschien vind je de inhoud van deze brochure moeilijk om te accepteren. De norm die God in Zijn Woord stelt is hoog. Na de uitspraken van Jezus in Mat.19 zeggen zijn discipelen zelfs: ‘Als het met de verhouding tussen man en vrouw zo gesteld is, kun je maar beter niet trouwen’. Toch geloven wij in het huwelijk! God heeft het huwelijk gegeven als een veilig gebied waarbinnen liefde, trouw en seksualiteit tot hun recht kunnen komen. Daarom grijpen echtscheiding en
relatieproblemen juist zo diep in en laten fouten op dit vlak vaak pijnlijke littekens achter. Als wij onze zonden belijden, wil God in Zijn genade ons reinigen en vrijmaken van schuld en schuldgevoelens. Hij geeft kracht voor de tijd die komt en wil je een hoopvolle toekomst geven. Mijn plan met jullie staat vast – spreekt de HEER. Ik heb jullie geluk voor ogen, niet jullie ongeluk: ik zal je een hoopvolle toekomst geven. [Jer. 29:11]
In deze brochure worden – tenzij anders aangegeven – de Bijbelteksten geciteerd uit de Nieuwe Bijbelvertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap. Samenstelling: oudsten van de Evangelische Gemeente Hoekse Waard. Druk: 1e, januari 2012 pagina 30
HOEKSCHE WAARD
Dit is een uitgave van de Evangelische Gemeente Hoeksche Waard