E
Verschenen in juli 2009
Sjeik Zayed-moskee Topprestaties van kunstenaars, handwerkers en technici uit elk deel van de wereld, met een majestueus gebaar verenigd in een totaalbeeld van fascinerende rijkdom: de Sjeik Zayed-moskee in Abu Dhabi, een sacraal bouwwerk waarvoor superlatieven tekortschieten. De lichtplanners, Speirs and Major Associates, legden de nadruk op verticale verlichting en verborgen gemonteerde lichtbronnen – een concept als het ware ontworpen voor de uitvoering met ERCO lichtwerktuigen.
Lichtbericht 88
Over dit nummer
Inhoud
Inleiding
1
Over dit nummer
2
Flitslichten
4
Inzicht in licht
Historie
Verslag
32
6
75 lichtjaren Een terugblik op de geschiedenis van de firma ERCO naar aanleiding van het 75ste jubileum van de onderneming.
Sjeik Zayed-moskee, Abu Dhabi Het visioen van een modern islamitisch heerser werd realiteit – met kunstzinnige en technische topprestaties uit de hele wereld.
Achtergrond
Tim Henrik Maack
Projecten
16
Achtergrond: Het licht volgt de curator – en niet omgekeerd door Werner Lippert
20
Curatorisch licht Een objectstudie
22
Lighting Leibovitz In het kader van een ERCO lichtwork shop plaatsten studenten het grote Annie Leibovitz-retrospectief in Berlijn in het juiste licht.
48
Museo Superior de Bellas Artes Palacio Ferreyra, Córdoba In het herbouwde Palacio Ferreyra zorgt een Light System DALI installatie voor optimale lichtomstandigheden.
52
Opgravingscentrum L'Almoina, Valencia Het nieuw vormgegeven afgravingscen trum ensceneert op effectvolle wijze een wandeling door het verleden.
56
Museo de Bellas Artes, Granada Nieuw licht voor de kunstcollectie in het gebouwencomplex van het beroemde Alhambra in Granada
58
Igreja da Santíssima Trindade, Fátima In het Portugese bedevaartsoord ont stond een modern sacraal bouwwerk, waarvan de kerkruimte met ongeveer 8.800 zitplaatsen tot de grootste ter wereld behoort.
60
Achterlichten
Licht & Techniek
26
Nieuwe producten 2009 Spots met LED-techniek
28
Efficient visual comfort
30
Focus Lichtplanning met lumenklassen: Techniek
31
Dubbelfocus Lichtplanning met lumenklassen: Planning
ERCO Lichtbericht Impressum Uitgever: Tim H. Maack Hoofdredacteur: Martin Krautter Design/Layout: Simone Heinze, Christoph Steinke Druk: Mohn Media Mohndruck GmbH, Gütersloh 1028735000 © 2009 ERCO
Foto's (Pagina): Andreu Adrover (61), Frieder Blickle (3), Charles Crowell (U1, 6-15), ERCO fotoarchief (32-47), Andreas J. Focke (2, 3), Bernd Hoff (2, 58-59), Aksel Karcher (28), David Kuntzsch (22-25), Joshua Lieberman (3), Thomas Mayer (3, 52-55, 56-57), Rudi Meisel (2, 4-5), Thomas Pflaum (3), Rogerio Reis (49-51), Alexander Ring (20-21, 26-27), Rupert Steiner (2), Kay-Chin Tay (61), Dirk Vogel (1, 60), Sabine Wenzel (U4). Vertaling: Lanzillotta Translations, Düsseldorf
De afgelopen 75 jaar heeft ERCO zich ontwikkeld van een aanbieder van armaturen voor particu lier gebruik tot een toonaangevende producent van professionele lichtsystemen in de architec tuurverlichting. Met het nog altijd actuele con cept „Licht in plaats van armaturen“ zijn we ook de komende jaren goed gepositioneerd om de veranderingen in de armaturenindustrie mede vorm te geven. Vooral door innovaties ten dien ste van de energiezuinigheid van verlichtings installaties, door het integreren van lichtrege lingen en producten voor LED zien we nog veel potentieel om ook in de toekomst een relevante bijdrage aan de architectonische verlichting te kunnen leveren. Net 75 jaar jong staan we dus aan het begin van een interessante ontwikkeling waardoor de onderneming de komende jaren nogmaals voor langere tijd zal veranderen. Des te meer zijn we verheugd dat we precies tegelijk met het jubile um talrijke nieuwe producten en technologieën bij de LED’s en verdergaande ontwikkelingen op het gebied van lichtregeling kunnen aanbieden. Binnen de grondgedachte van „efficient visual comfort“ vormen ze een voortreffelijke aan vulling op een moderne verlichtingsinstallatie: efficiënt in het omgaan met energie en effec tief in de realisering van visual comfort door de modernste lichttechniek. In het spanningsveld tussen cultuur en tech niek ontwikkelen we onze producten. Het wordt voor ons altijd interessant op het moment dat we betrokken worden bij technische oplossingen voor culturele uitdagingen van bijzondere aard. Dat was het geval met de Sjeik Zayed-moskee in Abu Dhabi. Een moskee die zelfs voor ervaren lichtprofessionals als een droom uit 1001 nacht verschijnt. Het bureau Speirs and Major Asso ciates heeft deze droom voor wat de lichtplan ning betreft gerealiseerd. Wij mochten dit pro ject zowel voor de binnen- als buitenruimte begeleiden. Een van de geheimen van het succes van de ERCO-oprichter Arnold Reininghaus was dat hij volledig vertrouwen had in de jeugd. Zeker, vertrouwen is goed, opleiding is beter. Naast onze interne opleiding en verdere ontwikke ling binnen het bedrijf biedt ERCO sinds enke le jaren ook lichtseminars aan voor studenten en architecten. Een zeer bijzondere workshop met studenten vond plaats in het kader van de grote Annie Leibovitz-retrospectieve in Berlijn. Studenten hadden hier de gelegenheid om onder leiding van de curator Felix Hoffmann en met de hulp van ERCO medewerkers, zelf de handen uit de mouwen te steken en het licht voor de tentoonstelling in te richten – beslist een intense en verrijkende ervaring voor alle deelnemers.
Naast vele boeiende projecten hebben we in het jubileum-Lichtbericht ook een bijdrage over onszelf opgenomen. „75 lichtjaren“ beschrijft de geschiedenis van ERCO: vanaf het basisidee met industriële productie van armaturen, de grote verandering naar architectuurverlichting tot en met de specialisten die we nu zijn op het gebied van lichttechnische soft- en hardware. Een stuk industriële geschiedenis – met verandering van een analoge naar een digitale verlichtingswe reld – wordt hier quasi versneld weergegeven, wat een weerspiegeling is van de innovatieve cultuur van ERCO. Een boeiend gedeelte van de weg hebben we succesvol afgelegd en wij zijn benieuwd naar wat nog komen gaat. Op deze plaats gaat onze dank uit naar onze klanten die deze ontwikkeling überhaupt mogelijk hebben gemaakt en naar onze medewerkers die deze ontwikkeling met grote creativiteit hebben begeleid.
ERCO Lichtbericht 88
1
Flitslichten
Londen Het gebouwencomplex Kings Place biedt niet alleen huisvesting aan kantoren, zoals bijvoorbeeld de redactie van de „Guardian", maar ook aan culturele instellingen: galerieën, concertzalen en restau rants worden, in combinatie met ERCO downlights, spots en dag licht, in een aantrekkelijke, duide lijke atmosfeer gezet die uitnodigt om er wat langer te vertoeven. Kings Place, Londen Architect: Dixon Jones, Londen www.kingsplace.co.uk
Düsseldorf Met het nieuwe Corporate Center krijgt het energieconcern E.ON een representatief en modern aanzien. Hoogwaardige, nieuwe materialen en een verlichting met antiverblin dende downlights en wallwashers creëren een elegante eenheid tus sen de heldere stijlelementen van architectuur en licht.
Lissabon Jorge Welsh en Luisà Vinhais zijn internationaal gerenommeer de experts voor antiek porselein uit Azië en Afrika, die hun eigen galerieën in Engeland en Portugal exploiteren. In hun dependance in Lissabon worden uitsluitend ERCO Pollux spots gebruikt om de waar devolle originele exemplaren met accenten te verlichten. Galerie Jorge Welsh, Lissabon www.jorgewelsh.com
Berlijn Uit het voormalige tankstation uit de jaren '50 ontstond na intensie ve verbouwingswerkzaamheden een van de exclusiefste galerieën midden in Berlijn. Optec spots, downlights en Tesis vloerinbouw armaturen illumineren de buiten gewone combinatie uit woning, ontvangst- en galerieruimte. Galerie Jürg Judin, Berlijn Architect: bfs d architekten, Berlijn
Karlsruhe In het moderne zwembad, waarvan de twee dakhelften als het ware als vleugels over het bad gedrapeerd zijn, scheppen Parscoop wallwashers, Paratec inbouw spots en cilinder downlights met beschermingsgraad IP65 een afwisselende en veilige verlichting van de verschillende bassins en ruimtelijke zones. Europabad, Karlsruhe Architect: Geier & Geier, Stuttgart www.europabad-karlsruhe.de
Stuttgart Het lichtconcept van de nieuwe cafetaria van de verzekeringsmaat schappij WGV won in mei 2009 een IALD Award of Merit. Het spel uit direct en diffuus licht ontstaat uit de interactie tussen Skim down lights, de vorm van het plafond en de hangende reflectielichamen. WGV Cafeteria, Stuttgart Interior Design: ippolito fleitz group, Stuttgart Lichtplanning: Gerd Pfarré, Pfarré Lighting Design, München
E.ON Corporate Center, Düsseldorf Architect: bsp archtitekten, Bochum
Lissabon In de nieuw ingerichte ruimten van het museum voor het traditionele Portugese, melancholische lied, de Fado, koos men voor een intensief gebruik van verticale verlichting. Deze opzet wordt gerealiseerd met Quadra wallwashers die voor een efficient visual comfort zorgen. Museu do Fado, Lissabon www.museudofado.egeac.pt
2 ERCO Lichtbericht 88
Esch-sur-Alzette De verlichting van het raadhuis plein van de op een na grootste stad van Luxemburg is tot op het essentiële beperkt. Tesis vloerin bouwarmaturen verlichten de bomen, Beamer spots zorgen voor lichtaccenten op het plein. Ze zijn op 3 stèles gemonteerd die ook als vlaggenmasten dienen. Place de l’hôtel de ville, Esch-surAlzette Architect: cba Christian Bauer & Associés Architectures, Luxemburg Lichtplanning: Gerd Pfarré, Pfarré Lighting Design, München
Wenen De installatie van Olafur Elias sons zorgt langs de façade van dit gebouw met sandwich-model voor een fascinerend spektakel: bij een invallende duisternis stijgt kunstmist op die door een aan het gezicht onttrokken gemonteerde Focalflood varychrome breedstra lers geel verlicht wordt en de veran dering van het dag- en nachtritme ofwel de overgang van de dag naar de nacht, moet symboliseren. Yellow Fog, Verbund AG, Wenen Kunstenaar: Olafur Eliasson, Berlijn
Oslo De openingstentoonstelling van het museum was gewijd aan de in februari 2009 overleden architect Sverre Fehn, die het historische gebouw van de voormalige Noorse bank aanvulde met dit glazen pavil joen. De ruimten worden verlicht met Parscan spots, die aan Hi-trac spanningsrail bevestigd zijn. Nationalmuseum - Architectuur Oslo Architect: Prof. Arch. Sverre Fehn www.nationalmuseum.no
Tokyo Een van de belangrijkste musea van Japan, het NAC, strekt zich met een totaal oppervlak van 48.000 m2 uit over meerdere, ruime etages. De rond 600 museumstukken, voor namelijk uit de 20ste eeuw, worden door Eclipse spots geaccentueerd, de grondvlakken door een lichtpla fond diffuus verlicht. The National Art Center, Tokio Architect: Kisho Kurokawa Architect & Associates, Tokio; Nihhon Sekkei, Tokio www.nact.jp
Barcelona Het culturele centrum van de stich ting boekenclub „Circulo de Lecto res", die in Spanje als een institutie moet worden gezien en als zodanig ook bekende ereleden, zoals koning Juan Carlos of Günter Grass heeft, getuigt van zakelijke elegantie. Zwarte marmeren vloeren en zui len bepalen het beeld van multi functionele ruimten, opgedeeld in bibliotheek, expositiegalerie en evenementenzaal. De ruimten worden verlicht met ERCO: Optec spots plaatsen accenten op de geëxposeerde objecten, downlights produceren de basisverlichting. Centro Cultural Fundación Círculo de Lectores, Barcelona Architect en lichtplanning: Jordi Garcès, Barcelona
Merano In het slot Trauttmansdorff bij Merano bevindt zich het Zuidti roolse museum voor toerisme. In de ruimten werden Pollux en Jilly spots en Starpoint bolderarmatu ren gebruikt. Aan de vroeger ver moedelijk bekendste bezoekster, keizerin Sissi, werd bij de ingang een sculptuur gewijd die met Beamer schijnwerpers in het licht wordt gezet. Touriseum, Merano Architect: Tacus & Didonè, Bolzano www.touriseum.it
ERCO Lichtbericht 88
3
Inzicht in licht
Saatchi Gallery, Duke of York's HQ, Londen Architect: Allford Hall Monaghan Morris, Londen Foto: Rudi Meisel, Berlijn www.saatchi-gallery.co.uk
4 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
5
Sjeik Zayed bin Sultan Al Nahyan-moskee, Abu Dhabi
Het visioen van een modern islamitisch heerser werd realiteit – met kunstzinnige en technische topprestaties uit de hele wereld: in de Sjeik Zayed-moskee in Abu Dhabi fascineert de geraffineerde dag- en kunstlichtdramaturgie.
Architectuur: Yusef Abdelki; Halcrow (Executive Architects); Spatium Architects, Milaan (Interior Design) Lichtplanners: Speirs and Major Associates, Edinburgh Fotograaf: Charles Crowell, Black Star
atmosferisch gesloten en harmonisch ruimtelijke belevenis te componeren. De lichtplanners van het Britse bureau Speirs and Major Associates formuleerden daarvoor een stringente opzet op basis van verticale en accentuerende verlichting met behulp van spots, wallwashers en vloerinbouwarmaturen. De lichtwerktuigen zelf gaan schuil in nissen, plafondsleuven of achter rastervormige ornamenten – volledig in de betekenis van het planningsadagium „Licht in plaats van armaturen“. Voor hun prestatie kregen de lichtplanners een aantal onderscheidingen, zoals de „Middle East Lighting Design Award 2008“ als beste lichtproject in het hele Midden-Oosten en een „IALD Award of Merit 2009“. De basisverlichting in de tussengedeelten van de binnen- naar de buitenruimte ligt verborgen in rondom lopende plafondverspringingen. Door het schitterende witte licht van de Lightcast richtbare spots voor 35W halogeenmetaaldamplampen gaat het kostbare marmeren oppervlak stralen. Sculptuurlenzen verspreiden de lichtbundel van de richtbare spots waardoor het effect van wallwashing ontstaat. Uitgerust met de beschermingsgraad IP65 voor stof- en vochtbestendigheid garanderen ze een gelijkwaardige lichtkwaliteit als in de binnenruimte. De verlichting in de binnenruimte, bijv. in de grote gebedshal, functioneert volgens hetzelfde principe: verborgen gemonteerde Stella spots voor 150W halogeen-metaaldamplampen met smal stralende reflectorkarakteristiek in combinatie met Stella wallwashers met dezelf de uitrusting ensceneren een lichtdramaturgie De indrukwekkende Sjeik Zayed-moskee ligt tussen de luchthaven van Abu Dhabi en Abu Dhabi City aan de oostpunt van het eiland in de Perzische Golf, die het centrum van het emiraat Abu Dhabi vormt. Het godshuis, genoemd naar Sjeik Zayed bin Sultan Al Nahyan, de overleden heerser van Abu Dhabi en stichter van de Verenigde Arabische Emiraten, is een gebouw waarvoor superlatieven tekortschieten: het volledig met wit marmer beklede complex is de grootste moskee van de Verenigde Emiraten en de op twee na grootste ter wereld. Met een hoogte van 70 meter bezit ze de grootste koe pel van een moskee en telt in totaal 82 koepels. Vier 107 meter hoge minaretten flankeren de 17.000 vierkante meter grote binnenplaats; ook deze is in marmer aangelegd, dat met bloemmotieven is versierd. In de belangrijkste gebedsruimte ligt met een oppervlak van meer dan 5.500 vierkante meter het grootste handgeweven tapijt ter wereld; 200 weefsters uit Iran verwerkten daarin 25 verschillende natuurlijke kleuren van wol uit Nieuw-Zeeland en Iran, het 6 ERCO Lichtbericht 88
tapijt weegt in totaal 47 ton. De moskee biedt plaats aan meer dan 40.000 gelovigen. De initiatiefnemer van dit ambitieuze project, Sjeik Zayed, vond zijn laatste rustplaats in 2004 in een klein mausoleum in de directe nabijheid van de ingang van de moskee. Tussen zijn idee voor de moskee in 1989 en de ruwbouw-realistatie ervan in mei 2002 zat 13 jaar. Gedurende de gehele ontstaansfase werkten de project betrokkenen volgens de deugden die zijn symboliek weergeven: traditie, gastvrijheid en openheid kenmerkten de intensieve samenwerking van de participerende planners, leveranciers en handwerkers uit elk deel van de wereld. Architectuur en details berusten op een traditionele oriëntaalse vormtaal, maar pas door hightech-materiaal, de modernste productietechnieken en logistieke prestaties kon het schitterende kunstwerk als een geheel worden gerealiseerd. Onder de marmeren bekleding gaat een gewapend-betonskelet schuil, dat door een efficiënte CAD ondersteunde bekistingstechniek ontstond. Meer dan 1.000 zuilen, die de filigrane
van accentuerende verlichting en gelijkmatige wandverlichting. Alle verlichtingscomponenten hebben met elkaar gemeen dat ze een exacte verblindingsbegrenzing nastreven om een maximaal visual comfort voor alle gebruikssituaties te garanderen. Het grote aantal verlichtingscomponenten en de veelzijdige gebruikswensen noodzaakten tot een zorgvuldig concept van de gehele (licht) regelingstechniek. Speirs and Major projecteerden een oplossing die zowel gebruiksvriendelijk als flexibel is. De verschillende maan- en zonnestanden, het geheel van armaturen voor de binnen- en buitenruimte en natuurlijk de diverse gebruiksvarianten, zoals bijv. gebedstijden, het publieksbezoek of televisieopnamen werden met elkaar geïntegreerd. Om de in de hoofdhal met 150 lux exact gedefinieerde gewenste lichtsterkte te behouden, bouwden de lichtplanners tijdens de planningsfase in de schouwburg van hun geboortestad Edinburgh een mock-upruimte op een schaal van 1:1.
Voor de aankleding van de nieuwe moskee enga geerden de opdrachtgevers uit elk deel van de wereld de grootheden van hun vak. Buiten de gebedstijden is een bezoek ook mogelijk voor niet-moslims – passende kleding is vereist. Informatie bij het bureau voor toerisme van Abu Dhabi (www.visitabudhabi.ae).
Licht om naar te kijken: een enorme kroonluchter, vervaardigd door de firma Faustig uit München, schijnt met zijn doorsnede van 10 meter bij een hoogte van 15,5 meter met 15.500 LED’s. Verguld roestvrij staal, verguld messing, kleurrijke glazen elementen en Swarovskikristallen sieren deze
12 ton zware armatuur, die voor zijn onderhoud over een binnenin aangelegde trap beschikt.
intarsia van goud en halfedelstenen sieren, werden met meer dan 20.000 met de hand gemaakte marmeren platen bekleed. Het interieurdesign is afkomstig van het Italiaanse bureau Spatium, dat vroeger vooral luxe villa’s, hotels en boetieks ontwierp, onder andere voor Versace. Even zorg vuldig is de vormgeving van de buitenruimten: kunstmatig aangelegde waterpartijen met don kere vloertegels liggen rondom de moskee. Ze dienen als reflectiepools en zorgen overdag en ’s nachts voor interessante weerspiegelingen. De groenvoorziening van het totale oppervlak van 550.000 vierkante meter met honderden palmen en wandelpaden moet in de loop van het jaar worden voltooid – het is een uitstapje voor gezinnen, schoolklassen en de toeristen uit de hele wereld. Een belangrijke rol in dit ongewone project speelt de kunst- en daglichtdramaturgie. Als vormgevende verbindende schakel dient het om het complexe continuüm van buiten- en binnenruimte op elk moment van de dag en voor een zeer uiteenlopend gebruik tot een ERCO Lichtbericht 88
7
Onder grote druk werken op dit moment landschapsplanners en hoveniers aan de voltooiing van de beplanting buiten, die zelfs voor het gebouw in al zijn pracht niet zal onderdoen. Ook hier zal een zeer afwisselend verlichtings scenario het nachtelijk beeld mede bepalen: een paar honderd schijnwerpers, vloerinbouwarmaturen en meer dan duizend traparmaturen voorzien van de moderne, energiebesparende LED-techniek werden al in de richting van de Emiraten verscheept en wachten tot ze worden gebruikt. Binnenkort zal het mammoetproject voor zijn bestemming gereed zijn; bezoekers uit eigen land en elk deel van de wereld zijn ongeacht nationaliteit of religie uitgenodigd om het mooiste uit de traditie en de moderne tijd in Abu Dhabi te bewonderen en in een respectvolle dialoog met elkaar te treden.
Een ambachtelijke en lichttechnische uitdaging is de uitvoering van de 23 meter hoge en 50 meter brede Qiblawand van de centrale hal. De 99 namen van Allah en traditionele islamitische bloemmotieven zijn weederig in de marmeren voorzetmuur ingewerkt. Een vezeloptisch systeem van de fabrikant Fiberstars EFO zorgt voor de verlichting vanaf de achterkant.
Een blik in de hoofd koepel van de moskee: met behulp van een kostbare regelinstallatie en door de combinatie van verlichtingselementen uit de architectuur en het theater kunnen voor verschillende gelegenheden bijpassende lichtscenario’s worden opgeroepen. Als kleurrijke lichtcomponenten gebruikten de planners blauwtinten, waaraan ze een „spiritueel karakter“ toeschrijven. Onzichtbaar op de kroonlijsten en kapitelen gemonteerde Beamer schijnwerpers voor 35W halogeenmetaaldamplampen accentueren de versiering met ornamenten.
Verborgen lichtbronnen plaatsen de lichtwerking in de ruimte op de voorgrond en creëren een bijna magische atmosfeer. In plafondverspringingen, nissen en achter het versierde rasterwerk van de hoofdgebedsruimte zijn honderden Stella spots en wallwashers gemonteerd.
Ook in het overgangs gebied tussen binnen- en buitenruimte overheerst de verticale verlichting. Lightcast richtbare spots IP65 met sculptuurlenzen vertonen de kenmerken van wallwashing. Ze zijn uitgerust met halogeenmetaaldamplampen en onopvallend in een doorlopende plafondverspringing gemonteerd.
Speirs and Major Associates Speirs and Major Associates is een in Engeland gevestigd designbureau dat gebruik maakt van licht om de visuele omgeving beter te kunnen ervaren. Hun werkterrein is rijk geschakeerd in termen van type en omvang en bestaat uit architectuur, strategische projecten en innovatief product design. Voorbeelden van hun projecten zijn: de Barajas International Airport, de Sackler Crossing in Kew, het operagebouw in Kopenhagen en het interieur van de St. Paul's Cathedral in Londen. Daarnaast hebben ze strategische lichtplanningen voor verschillende steden ontwikkeld en ontwerpen voor bijvoorbeeld Cambridge, Coventry, Durham, Al Raha, Abu Dhabi en Burj Dubai. Het bureau heeft zijn diensten bewezen doordat het heeft bijgedragen het bewustzijn te vergroten van het beroep van licht ontwerper in Engeland. Tegenwoordig heeft
8 ERCO Lichtbericht 88
Van links naar rechts: Keith Bradshaw, Mark Major en Jonathan Speirs, het leidende trio van Speirs and Major Associates.
De hoofdkoepel verheft zich ongeveer 70 meter boven de binnenplaats – het is de grootste koepel van een moskee ter wereld. Het totale oppervlak van de binnenplaats van 17.000 vierkante meter is aangelegd met bloemachtige marmeren ornamenten.
het 30 mensen in dienst, die afkomstig zijn uit verschillende disciplines, zoals de architectuur, kunst, verlichting, het interieurontwerp, de grafische kunst en het theater. De kantoren zijn gevestigd in Londen en Edinburgh, Verenigd Koninkrijk. www.lightarch.com
ERCO Lichtbericht 88
9
10 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
11
12 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
13
14 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
15
Het licht volgt de curator – en niet omgekeerd door Werner Lippert
Het gaat dus om het licht bij een tentoonstelling. Wat we tegenwoordig vaak puur als resultaat van architectonische en technische verlichtingsmogelijkheden zien, berust in feite in de eerste plaats op een beslissing van de curator. En deze past in de dialoog met het kunstwerk, het is dus een esthetische en geen architectonische beslissing. Zo zou het tenminste moeten zijn. De esthetica wordt daarbij bepaald door de mode en ontwikkelingen van ons culturele leven en tevens door de omvang van datgene wat we onder een steeds ruimer omschreven cultuurbegrip willen beschouwen. Het museum wijdt zich namelijk niet langer alleen aan kunst, maar heeft nadat de grenzen tussen high and low zijn weggevallen een hoeveelheid andere artefacten in zijn tentoonstellingen (en collecties) opgenomen. Naast schilderijen en beeldhouwwerk stellen we tegenwoordig ook alledaagse (gebruiks)voorwerpen, auto’s, mode, video’s, lichtsculpturen en nog vele andere dingen tentoon. Daarmee worden de eisen die aan de verlichting worden gesteld verruimd. De moderne presentatie-concepten dragen er op andere wijze toe bij om deze eisen aan te scherpen – tegenwoordig hebben we het bij tentoonstellingen immers ook over dramatiek, enscenering of zelfs mythische ruimten. Interessant genoeg bezat licht altijd al een „curatorische“ betekenis – de „verlichting“ werd gezien als deel van het uitgebeelde. Zo gold al voor de fresco’s uit de Renaissance dat „de constante verlichting van de kale wand op het uitgebeelde“ moest worden overgebracht. Een door de schilder Cennino Cennini geformuleerde wet die volgens Giovanni Paolo Lomazzo later ook voor de schilderkunst moest gelden. Lomazzo eiste dat het licht van de expositieruimte zich moest voortzetten in het uitgebeelde. Aan dit voorbeeld wordt al duidelijk dat de verlichting van kunstwerken ook steeds een product is van het betreffende tijdperk. Tot aan het begin van de 19e eeuw was kunstlicht het licht van kaarsen of olielampen met een gering rendement. Zowel schilders als exposanten waren daarom aangewezen op daglicht en zworen daarbij bij het licht van het Noorden dat haast niet veranderde. Pas in de 19e eeuw ontwikkelde zich een technologie, waarbij licht uit gas of petroleum met gloeikousjes of langs elektrische weg werd geproduceerd. Het zou echter nog enige tijd duren voordat kunstlicht als verlichting voor kunstwerken werd geaccepteerd. De openbare museumgebouwen uit de eerste helft van de 19e 16 ERCO Lichtbericht 88
eeuw werkten nog uitsluitend met daglicht. En ook lange tijd daarna was elke nieuwbouw ondanks het al bestaande kunstlicht een daglicht-museum. Nog bij de Salontentoonstelling in Parijs van 1879 kwam het tot protesten van de kunstenaars toen hun werken aan het felle booglicht werden blootgesteld. Pas vanaf de jaren ’50 en ’60 van de 20ste eeuw was de museale architectuur in hoofdzaak gericht op raamloze galerieën. De White Cube en zijn gevolgen In die tijd ontwikkelde de Iers-Amerikaanse kunstcriticus Brian O'Doherty in zijn beroemd geworden „White Cube“-essays in het tijdschrift Artforum een emancipatiegeschiedenis van het kunstwerk, waarbij hij uitging van de tentoonstellingssalon van de 19e eeuw als eerste openbare galerieruimte. In zijn essays wees hij op de wisselwerking tussen de geschiedenis van de moderne kunst en die van de galerieruimte. Zijn „Inside the White Cube – Het ontstaan en de ontwikkeling van de witte cel“ is absoluut de meest belangwekkende tekst over de ontwikkeling van het museum. Het vierde essay „De galerie als expressie“ – dat veel later verscheen dan de eerste drie essays – behandelt ten slotte het vraagstuk of de lege galerieruimte zelf niet de eigenlijke verworvenheid is van de moderne tijd. Over zijn functie zegt O’Doherty het volgende: „De ideale galerie houdt alle aanwijzingen die van storende invloed op het kunstwerk zouden kunnen zijn buiten de deur. Ze schermt het werk af van alles wat het autonome karakter ervan op hinderlijke wijze in de weg staat. Dit geeft de ruimte de krachtiger presentie, zoals ook andere ruimtes die bezitten waarin een gesloten systeem door herhaling in leven wordt gehouden.“ Een dergelijke presentatie, met inbegrip van een daarmee overeenstemmende ver lichting, werd onder andere geëist door de schilders van de Color Field-richting. Inmiddels wordt bij de nieuwbouw van musea aan deze eis gevolg gegeven. Zo merkt de lichtdesigner voor de zogenaamde „Color Field Gallery“ in het Smithsonian American Art Museum in Washington, Scott Rosenfeld, het volgende op over zijn werk: „Our objective when lighting our modern galleries, especially the one dedicated to Color Field painting, is to help artworks appear as a natural extension of the white wall. The lighting should subtly ‚pop‘ works off the wall without making them look ‚spot lit.‘ If the relationship between the wall and the work is perfect, it will appear almost to float on the wall.“
Het gaat om licht in het museum of beter gezegd: om het licht bij de tentoonstelling. Het museum is namelijk niet meer de enige plaats waar kunst wordt tentoongesteld. De laatste decennia zijn daar kunstverenigin gen, kunsthallen, tentoonstellingshuizen en galerieën bijgekomen.
Hij voegt er echter aan toe: „This is opposite from the way we light installations in our nineteenth-century galleries where paintings are hung on deeply colored walls.“ O'Doherty’s denkbeelden kwamen echter vooral overeen met de ideeën over Minimal Art. De kunstenaars uit die stroming ontwikkelen hun kunstwerken als een functie van ruimte, licht en gezichtsveld, zoals Robert Morris in zijn essay „Notes on Sculpture“ (1966) opmerkt. De beschouwer bevindt zich met het kunstwerk in een ruimtelijk complex en heeft de gelegenheid zich op verschillende manieren tot het werk te verhouden. Dit wordt ondersteund door het feit dat hij verschillende posities in de ruimte kan innemen en een daarmee gepaard gaande verandering van lichtomstandigheden. Donald Judd, een invloedrijk kunstenaar en criticus uit die tijd, werkte deze ideeën verder uit. Vanaf 1977 leefde hij vooral in Marfa, Texas, waar hij land en verscheidene gebouwen had verkregen om ver weg van de kunstbeoefening zijn werk op exemplarische wijze in te richten. In Marfa wordt dan ook de enorme betekenis duidelijk, die Judd voor zijn kunst toedichtte aan licht en ruimte. Licht betekent daar van beide kanten naar binnen vallend daglicht. Door deze inrichting verandert de verlichting van kunstwerken wanneer de beschouwer er langs loopt op dezelfde manier als door de steeds ver anderende zonnestand gedurende de dag of door een verandering van het weer. Daarmee schiep Judd vanuit zijn gezichtspunt het „ideale“ museum. Geen kunstlicht in de koekjesfabriek Een ander lichtconcept werd gekozen voor het Amerikaanse museumproject Dia:Beacon. ’s Werelds grootste museum voor hedendaagse kunst werd in 2003 in een stilgelegde fabriek geopend, waarin tot 1991 kartonnen verpakking voor crackers werd gemaakt. Door het enorme tentoonstellingsoppervlak – viermaal zo groot als het Whitney Museum of American Art in New York – kunnen werken van zeer grote afmetingen langere tijd in een optimale ruimte worden tentoongesteld. In Europa min of meer vergelijkbaar met de Hallen für Neue Kunst in Schaffhausen in Zwitserland. „Wij wilden kunst laten zien, zoals ernaar gekeken zou moeten worden – in een omgeving die aan de intentie van de kunstenaar beantwoordt“, aldus directeur Michael Govan in een toelichting over het concept dat eraan ten grondslag ligt. In het nieuwe ���������� „��������� pelgrimsdoel voor de doorsnee kunstliefhebber“, aldus
de New York Times, doet men het, afgezien van de noodverlichting, helemaal zonder elektrisch licht. In plaats daarvan zorgt een oppervlak van meer dan 3.000 vierkante meter aan dakramen voor gelijkmatig, niet te fel licht dat van boven schijnt. In de winter gaat Dia:Beacon daarom om 16.00 uur dicht, in de zomer pas om 18.00 uur. Galerieën, collecties, tentoonstellingen en musea reageerden op dit lichtconcept door de toepassing van eigen daglicht-verlichting of door gebruikmaking van een lichtinstallatie die op een andere manier aan de eisen van de kunstenaar beantwoordde: zo werd een aantal industrieel gefabriceerde neonlampen aangebracht, die de ruimte in een gelijkvormig, onpersoonlijk, zelfs fel licht dompelden. Wat voor de objecten van Minimal Art op een bijzondere manier reëel was – hoe zou men een plat op de vloer verspreid liggende sculptuur van Carl Andre anders willen belichten dan met gelijkmatig licht van boven – was ook geschikt voor een zich nieuw definiërende kunstvorm: de fotografie. Vooral Bernd en Hilla Becher (hartstochtelijk nagevolgd en ondersteund door Minimal-Artkunstenaars als Carl Andre) ontwikkelden de documentaire fotografie tot kunstvorm. Ze namen hun objecten – schachttorens, gastanks en dergelijke – bij voorkeur op vanuit een wat hoger waarnemingsstandpunt, bij diffuus licht, zodat ze voor een neutrale achtergrond verschenen. Om tijdloosheid te realiseren, mocht geen wolkje de opnames met een lange belichtingstijd verstoren. „De hemel is niet blauw“, zei Hilla Becher. Dat lijkt maar zo. Daarom zou kleur ook nooit de weg „naar een vaste objectieve waarheid“ mogen vertroebelen. Dat was in overeenstemming met de in die tijd bekende analyse van Roland Barthes over de „Mythes van het alledaagse“: „De dingen wekken de indruk, alsof ze vanuit zichzelf betekenis hebben.“ En juist dat was ook een premisse van Minimal Art. Neutraal versus drama Maar ook iemand uit de generatie na Bernd en Hilla Bechers, Thomas Demand, antwoordt op de vraag naar de verlichting van zijn foto’s in tentoonstellingen laconiek: „Ik werk alleen bij kunstlicht“, om daaraan vervolgens zijn eis van een „adequate“ verlichting te verbinden, die eveneens kunstlicht, vlak, niet hiërarchisch en al helemaal niet dramatiserend diende te zijn. En wie de studio van zijn collega Thomas Struth in Düsseldorf ziet is eerst onder de indruk van een eindeloze rij neonbuizen die een dicht lichttapijt voortbrengt.
Het Dia:Beacon: in een voormalige koekjesfabriek in de Hudson Vallei ontstond een zuiver daglicht-museum met ook voldoende ruimte voor monumentale werken (Donald Judd, zonder titel, 1975. © Donald Judd Foundation/Licentie VAGA. Foto: Bill Jacobson.)
Foto’s van Mario Testino in het NRW-Forum, Düssel dorf: sterke accentverlichting brengt de motieven tot leven – geheel zoals de kunstenaar het heeft bedoeld.
ERCO Lichtbericht 88
17
Neutraal, praktisch schaduwvrij licht voor een installatie van Bruce Nauman in de galerie Konrad Fischer, Düssel dorf.
Couture van Alexander McQueen in het NRWForum, Düsseldorf: extreem gebundeld licht van projectieschijnwerpers haalt de exponaten vanuit het donker naar voren.
18 ERCO Lichtbericht 88
De installatie van zulke foto’s, die op zich het licht of in elk geval elke vorm van lichtdramatisering quasi negeren, vraagt om een adequate verlichting en dat betekent dat deze net zo neutraal, niet-dramatisch en gereduceerd moet zijn als de lichtsituatie op de foto’s. Tegen de achtergrond van de (kunst-) geschiedenis wordt dat ook geloofwaardig, want het laat zien dat de verlichting in het atelier ook altijd de bepalende museale verlichting was. Eeuwenlang waren schilders voor hun werk aangewezen op natuurlijk daglicht, wat zich in de museale verlichting weerspiegelde. Onder de nieuwe omgevin gen, zoals die bijvoorbeeld door de loft werden gecreëerd, gebruikten kunstenaars in tegenstelling daarmee een andere, technische verlichting door neonbuizen of verlichte plafonds. En zij die deze niet dramatiserende of hiërarchie scheppende verlichting in hun atelier gebruikten, eisen tegenwoordig een soortgelijk museaal licht. Voor de schilderskenner Markus Lüpertz is „het klassieke museum“ logischerwijs zo gebouwd: „vier wanden, licht dat van boven komt, twee deuren, een voor degenen die binnenkomen, de andere voor degenen die weggaan.“ En ook nu worden weer nieuwe musea gebouwd die aan Lüpertz’ (en in zekere zin ook aan Brian O'Doherty’s) eisen voldoen, zoals het Kirchner Museum in Davos of het Kunsthaus in Bregenz, die beide met daglicht werken, of de gebouwen van architecten als Herzog & de Meuron (Tate Modern) of Stephan Braunfels (Pinakotheek van de Moderne kunst), die met de techniek van verlichte plafonds werken. Maar ook daartegen (re-)ageren kunstenaars, zoals recent Gerhard Richter in het museum Ludwig in Keulen, toen hij de diffunderende plafondbekleding liet verwijderen en het rendement in één klap met het veelvoudige vergrootte. Van Rembrandt tot Gursky Zo ziet men: de concepten van curatoren veranderen – zoals bijvoorbeeld met de esthetische ontwikkelingen of met de intrede van nieuwe zienswijzen onder kunstenaars, waarvan hier een voorbeeld: „Mijn eerste zuiver digitaal gefotografeerde afbeelding; het licht moet immers op elke opname identiek zijn. Hiervoor heb ik vaak met plaatcamera’s gewerkt, met een zwaar toestel. Deze opname bestaat uit vele detailscènes, het is een cocktail van beelden van het circuit op de Nürburgring en in Sjanghai. De verschillende perspectieven heb ik geëlimineerd.“ In die bewoordingen beschrijft Andreas Gursky een van zijn nieuwe foto’s van de Formule 1. Tegenwoordig wordt Gursky vergeleken met Rembrandt of met de fascinerende Chiaroscuro, maar ook met Caravaggio, de meester van het licht-donker van het hoogrealisme. Of zich van daaruit ook een oriëntatie op een nieuwe vorm van verlichting ontwikkelt moet nog worden afgewacht. Tot op heden staat Andreas Gursky in elk geval absoluut voor een gelijkmatige verlichting van zijn foto’s – zoals deze in zijn grote expositie in het Münchner Haus der Kunst perfect werden geënsceneerd. Daarvoor had men de aanwe-
zige lichtinstallatie helemaal verwijderd en de gewelfde plafonds zo met sterke schijnwerpers verlicht dat in de expositieruimten een helder indirect licht alles gelijkmatig verlichtte. Tijdens het gesprek geeft hij de voorkeur aan gelijkmatig neonlicht. In werkelijkheid stelt hij zich echter in op de plaatselijke omstandigheden. Zo overheersten bij zijn tentoonstelling in de National Gallery van Victoria in Melbourne halogeenlampen het totaalbeeld. Andreas Gursky gaf daarop opdracht het licht wat te dimmen en accentueerde, zoals door ons was voorgesteld, met de lichtgeleiding het boxenstop-werk. Dag en nacht in het museum Kunstenaars als Jeff Wall gaan met hun eisen ten aanzien van de verlichting nog gediffe rentieerder om. Hij heeft als stelregel: „Het woord museum lijkt met daglicht te worden geassocieerd, terwijl de bioscoop een donkere ruimte veronderstelt. Van meet af aan had het museum de pretentie een universeel museum te zijn. Dan moet het naast de dag ook de nacht in zich bergen, dan moet het museum ook donkere ruimten krijgen. Wellicht moeten we het verdelen in een zonnevleugel en een maan-zijvleugel.“ Daarmee roert Wall een ander discussie thema aan: wat is de moeite waard om te worden tentoongesteld? Wat wordt tentoongesteld? Op welke manier wordt de canon van wat kan worden tentoongesteld uitgebreid? – Hij wordt zelfs uitgebreid met vluchtige objecten, modellen, projecties, lichtbakken, alledaagse objecten, gedrukte en elektronische media of textiel. Objecten echter zoals bijvoorbeeld de modefotografie of het werk van modeontwerpers zelf, vereisen een belichting die eerder aansluit bij die van de retail-sector van shopping malls dan die van een conventioneel verlicht museum. Daarmee ontstaan opnieuw nieuwe oriëntatiepunten. Waar menig kunstenaar zich instelt op daglicht brengen anderen als referentiesysteem de media in, zoals bijvoorbeeld de fotograaf Mario Testino, die bij de presentatie van zijn foto’s in het museum aansluit bij hun weergave in fototijdschriften en daarbij tevens teruggaat op de manier waarop de bezoeker het beeld opneemt: „Beams of light concentrate the eyes of the beholder on the image which is the same that magazines do due to the nature of their sizes and distance between the viewer and the maga zine. As most of the images shown were shot for magazines, these lights made sense. On another note, in general when looking at pictures on a wall they tend to lose some of the light that actually exists whilst I take an image. I like life and these lights seem to bring the images to life.“ De reactie van curatoren op deze zienswijze van Testino is het gebruik van projectoren met een grote lichtsterkte en een begrensd lichtverlies, zodat alleen de foto in een relatief donkere ruimte wordt verlicht. Het effect is enorm: de foto krijgt de kwaliteit van een van binnen oplichtende dia en de kijker raakt daardoor op magische wijze ervan in de ban.
Dat kunstenaars de belichting van hun werk zo duidelijk aan regels onderwerpen, heeft een traditie. Een aparte plaats wordt hierbij ingenomen door Constantin Brancusi, die hierover een fotografische documentatie heeft nagelaten hoe zijn plastieken moeten worden getoond en verlicht. De foto’s worden bewaard in het Musée d'art moderne in Parijs en ook het Kunsthaus Zürich bezit een map met zulke opnames. Voor Brancusi was het effect van zijn sculpturen op de sokkel en in de ruimte erg belangrijk. Voor de definitie van deze ruimtelijke werking is indirect licht voor hem absolute noodzaak. Een denkbeeld waarop we bij de verlichting van onze komende expositie „U.F.O. – Grensgebieden tussen kunst en design“ zullen teruggrijpen om de ruimtevullende werking van sculptu ren (of dat nu kunstwerken of designobjecten zijn) door licht te accentueren. Een eerste test toont opvattingen over werk „Box in four movements“ van Ron Arad. Teksten en adviezen over het thema museale verlichting worden heel vaak opgesteld door restaurateurs onder de basisveronderstelling dat licht schadelijk is voor de tentoongestelde kunst. Of ze komen van architecten met heel eigen ideeën. Zo zei een collega met enige spijt: „Het probleem in zo veel musea voor hedendaagse kunst is immers dat de architecten nog altijd denken in de categorieën van foto’s aan de wand, die apart moeten worden verlicht.“
in de Tate Gallery in Londen. Een visie ook die zelf aan continue verandering onderhevig is, niet alleen omdat de productievoorwaarden van kunst veranderen, maar ook de maatschappelijke pretenties met betrekking tot de presentatie. Deze visie heeft echter steeds als doel het licht ter wille van de kunst te gebruiken, zoals de lichtdesigner Christopher Cuttle het treffend formuleerde met de boektitel „Light for Art's Sake“. De schrijver spreekt zijn dank uit voor de inzichten die hij heeft verkregen door de gesprekken en correspondentie met Dr. Julian Heynen (K21 Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen), Thomas Demand, Andreas Gurky, en de fotografen Mario Testino en Albert Watson en door middel van de in het NRW-Forum tentoongestelde werken van fotografen, designers en kunstenaars.
Een vraagstuk van curatorische visie Naast elke conservatorische voorzichtigheid is lichtdesign in het museum echter – in mijn opvatting – een vraagstuk van curatorische visie die in elk geval de ideeën van de kunstenaar als basis moet hebben. Een visie waarvan het object in de loop der tijd sterk is veranderd – van het individuele kunstwerk dat op passende wijze moet worden verlicht, tot een niet-hiërarchische rangschikking van groepen objecten en beelden van een individuele kunstenaar, zoals we die exemplarisch aantreffen in de ruimte van de Rothko-foto’s Over de auteur: Werner Lippert Werner Lippert leidt met Petra Wenzel al 10 jaar het expositiemanagement van het Düsseldorfer NRW-Forum Kultur und Wirtschaft. Het NRWForum Kultur und Wirtschaft heeft op museaal gebied een zelfstandige positie verworven en daarmee populaire en voor het publiek toegankelijke standaards geformuleerd voor de enscenering rond de thema’s fotografie, video, mode, design en architectuur. De in de kunst-, media- en algemene economische theorie sinds het eind van de jaren 1990 gesignaleerde megatrends in de modefotografie of de wederzijdse toenadering van mode en kunst, video en kunst, reclame en kunst werden vroegtijdig herkend en consequent voor een eigen uniek expositieprogramma gebruikt. „Haast geen enkele andere instelling slaagt erin de verbintenis tussen kunst, mode, design, architectuur, nieuwe media, verhandeling en economie op zo’n elegante wijze tot stand te
brengen“ schrijft Vogue, en stelt verder: „Het NRW-Forum brengt mode, kunst en fotografie met elkaar in dialoog.“ Werner Lippert is tevens adviseur op het gebied van Corporate Culture. Als beherend vennoot van de firma Projects Corporate Culture Consultants GmbH (Düsseldorf) begeleidt hij projecten op het gebied van Corporate Culture en ondernemingscom municatie voor ondernemingen als de Münchener Rück AG, de Stadtsparkasse Düsseldorf, Daimler AG e.a. Daarnaast heeft hij voor Hugo Boss de sponsoring van het Guggenheim Museum begeleid. Hij is de auteur van publicaties als „Corporate Collecting“, „Future Office“ en van talrijke artikelen over hedendaagse kunst. www.nrw-forum.de
ERCO Lichtbericht 88
19
Curatorisch licht: een objectstudie
Licht is een werktuig voor de curator: in principe stuurt licht de aandacht en beïnvloedt het de waarneming. De verlichting van een object verandert de werking van het materiaal en zijn ruimtelijke aanwezigheid. Ensceneringen kunnen worden gemoduleerd van dramatisch en theatraal tot neutraal en nuchter – wat deze casestudy van een designobject van Ron Arad, opgenomen naar aanleiding van de expositie „U.F.O. – Grensgebieden tussen kunst en design" (23 mei – 5 juli 2009) in het NRW-Forum Kultur und Wirtschaft, op plastische wijze illustreert. Spots met spotreflector van twee kanten De klassieke verlichting met twee smalstralende, gerichte lichtbronnen geeft een goede weergave van materiaal en vorm, maar leidt ook tot harde, dramatische schaduwvorming.
Spots met floodreflec tor van twee kanten Gerichte lichtbronnen met een bredere lichtbundel hebben een soortgelijk effect bij zachtere schaduwvorming en een sterkere verlichting van de omgeving.
Spots met spotreflector van twee kanten, wall washing De extra gelijkmatige wallwashing verzacht de contrasten en creëert een neutrale, rustige achter grond voor het door de spots duidelijk uitgebeelde object.
Een spot van links, diffuus licht van rechts Ook de combinatie van een smalstralende puntlichtbron met diffuus licht creëert aangenaam zachte contrasten in de omgeving bij een voldoende glanzende en plastische verlichting van het object.
Ron Arad: Box in Four Movements, 1994, gepolijst roestvrij staal en matgebrand staal, 42x42x42 cm (gesloten), Editie van 20. Welwillend ter beschikking gesteld door Designer's Gallery/Gabriele Ammann, Keulen.
Wallwasher met fluorescentielamp van rechts Verlichting door wall washing vanaf één kant zorgt voor zachte schaduwen. Door het ontbreken van glans wordt het object zelf minder duidelijk en plastisch uitgebeeld.
20 ERCO Lichtbericht 88
Wallwasher met fluorescentielamp van links Dezelfde situatie, echter van de andere kant verlicht: afhankelijk van de lichtrichting verandert de gevoelsindruk van het object. Gebruikelijke lichtrichtingen, bijvoorbeeld van schuin voor naar boven, hebben een natuurlijker effect.
Wallwasher met fluorescentielamp van twee kanten Twee zijdelingse, stralende lichtbronnen produceren een contrastarme verlich ting met lichte schaduwen. Het homogene licht doet de objecten in de achtergrondkleur net als de sokkel bijna verdwijnen.
Diffuus licht van rechts Diffuus licht van de zij kant produceert geen harde schaduwen, door de richting blijven de volumes evenwel gedifferentieerd. Door het ontbreken van glans en contrasten wordt het materiële karakter van het object slechts zwak geaccentueerd.
Diffuus licht van boven Zenitaal, diffuus licht – zoals bij een plafond met licht van boven – onderscheidt objecten in de ruimte niet. Contrasten zijn zwak, het materiëleen kleurkarakter van het object zijn moeilijk waarneembaar.
ERCO Lichtbericht 88
21
Lighting Leibovitz
„We are taking care of your lighting“ zeiden 15 studenten in de architectuur en binnenhuisarchitectuur en gaven daarmee gehoor aan een uitnodiging van ERCO voor een apart soort studentenworkshop. Al een aantal jaren houdt men zich bij ERCO intensief bezig met studentenseminars waarbij aan jonge creatieve mensen meer kennis over architectuurverlichting wordt overgedragen. In het begin van het jaar werd een ongewoon aanbod gedaan dat uitsluitend bestemd was voor de interne studenten van het seminar, die al aan een 3-daagse basisworkshop in Lüdenscheid hadden deelgenomen: ontwikkel een verlichtingsconcept voor een complete expositieruimte en voer dit concept uit aan de hand van een concrete planningstaak. Maak de verlichting bij Annie Leibovitz! Kennelijk waren de benaderde studenten ook van mening dat het daarbij om een unieke en bijzondere kans ging. Want dankzij e-mail en telefoon waren de 15 plaatsen voor de workshop in nog geen zes uur vergeven. Op die manier was een zeer gemotiveerd en competent team geboren, dat ondersteund door experts van ERCO in slechts vier dagen een compleet verlichtingsconcept voor de expositie ontwikkelde en in de praktijk toepaste. Een qua planning en logistiek veeleisende opgave, want tegelijk met de opbouw van de expositie zelf werden een paar honderd armaturen geplaatst en gefocusseerd, voor een deel nog voordat de tentoongestelde stukken hun plaats aan de wand hadden gevonden. Geen planningsspel dus, maar alledaagse planning par excellence.
www.co-berlin.info Foto’s: David Kuntzsch, Bochum
In het kader van een ERCO lichtworkshop plaatsten studenten het grote Annie Leibovitz-retrospectief in Berlijn in het juiste licht.
De officiële ophangopzet als het uitgangspunt: uitsluitend verticale verlichting dient de tentoongestelde stukken te accentueren.
Curator Felix Hoffmann stelt de kunstwerken uitvoerig voor en geeft een toelichting aan de hand van het door de kunstenares goedgekeurde ruimte lijke tentoonstellingsconcept waarin de werken worden opgehangen.
22 ERCO Lichtbericht 88
„We are taking care of Berlin“ zegt fotograaf Stephan Erfurt, directeur van de particuliere instelling C|O Berlin. Wat hij en zijn beide oprichtingspartners, de designer Marc Naroska en architect Ingo Pott, daarmee tot uitdrukking brengen is hun grote persoonlijke betrokkenheid bij een ereproject, dat naast economische risico’s en veel werk hun ook grote successen en waardering oplevert. Het jongste hoofdstuk van dit succesverhaal is een omvattend Annie Leibovitz-retrospectief, waarin werken van zowel particuliere als andere opdrachtgevers van de wereldberoemde fotografe uit de jaren 1990 tot 2005 worden getoond. C|O Berlin vult met de meer dan 200 tentoongestelde stukken zijn gehele huis – het historische postvervoersbedrijf „Postfuhramt" aan de Oranienburger Straße, in het pulserende centrum van Berlijn tussen het Museumeiland en de wijk met regeringsgebouwen: de perfecte en ook enige plaats waar deze opmerkelijke wisseltentoonstelling in Duitsland is te zien.
Om de perfecte verlichting voor een tentoonstelling met geëxposeerde stukken tussen 20 cm en zes meter zijlengte te vinden en geen idee verloren te laten gaan, werkten twee groepen planners in een soort competitie. Na een gedetailleerde inleiding in het werk van Leibovitz en een rondleiding door het gebouw door curator Felix Hoffmann en directeur Stephan Erfurt op maandagmorgen resteerde nog maar één werkdag voor de ontwikkeling en illustratie van het concept van dat moment, want al in de middag van de volgende dag moesten de kritische opdrachtgevers in een colloquium worden overtuigd. Samen werden de beste afzonderlijke aspecten uitgelicht en in een logisch, uniform totaalconcept geïntegreerd. Daarbij bewezen niet alleen de studenten over sterke zenuwen te beschikken, maar gaven ook de initiatiefnemers van C|O Berlin blijk van hun moed, doordat ze jonge professionals zo’n verantwoordelijke taak toevertrouwden. Er resteerden nog slechts twee dagen en nachten voordat 160 journalisten en op vrijdagavond 4.000 bezoekers regelrecht stormliepen voor de tentoonstelling. Na het gezamenlijk verrichte werk bestond bij alle betrokkenen echter eenstemmigheid over het resultaat: een subtiel, toegankelijk lichtconcept voor de tovenares van het licht.
In de mock-up vervangen stukken karton de voor een deel nog niet geleverde stukken.
De historische gymnastiekzaal vormt de coulisse voor een magische verzameling van grote landschapsopnames. Gelijkmatig licht haalt de tentoongestelde stukken uit de donkere ruimte naar voren. Licht is de vierde dimensie van architectuur. De gastheren in discussie met het plannersteam direct op de plaats van het gebeuren. Het uur van de waarheid: presentatie van de concepten voor de opdrachtgever. Geconcentreerde discussie om snel de beste oplossing te vinden.
Op het moment dat de verlichting wordt gemonteerd, komen ook de meer dan 200 stukken aan. Grote spanning bij alle betrokkenen. ERCO Lichtbericht 88
23
Nadat alle armaturen eerst „blind” waren gepositioneerd, volgde de exacte focussering in een tweede ronde.
Dat de Berlinale in het weekend ervoor haar rode tapijten weer had opgerold, deed de gebeurtenis op vrijdag 20 februari 2009 vergeten: wat zich op de buitentrap en in de foyer van het Postfuhramt afspeelde, deed in niets onder voor de drukte rondom het filmfestival. Men zou haast vermoeden dat minstens een paar van de geportretteerde prominenten aanwezig waren om de toeloop van pers en publiek te verklaren. Maar in werkelijkheid waren de 160 journalisten die uit 300 aanmeldingen waren geselecteerd slechts gekomen voor één persoon: Annie Leibovitz eigenlijk het oog achter de camera staat nu in de schijnwerpers en is zelf de ster. Sinds het begin van haar professionele carrière als fotografe van het Rolling Stone Magazine in 1970 stond voor Leibovitz de mens in het centrum van haar fotografische belangstelling. Meestal waren het beroemdheden die ze, gevormd door de reportageachtige kijk van Henri Cartier-Bresson en Robert Frank, voor tijdschriften fotografeert; anderen waren op weg naar roem, sommigen werden pas door hun foto’s beroemd. De reeks opdrachtgevers met het Rolling Stone Magazine, Vanity Fair of Vogue heeft niet minder glamour dan de lijst van hen die voor de camera stonden: Johnny Depp, Nicole Kidman, George Clooney en alle Amerikaanse presidenten vanaf Nixon. Was ze enerzijds bij haar journalistieke werk vaak als door een voorzienigheid op de goede plaats, zoals ze bijvoorbeeld met de foto van John Lennon en Yoko Ono een paar uur voor de moord op Lennon een stuk tijdgeschiedenis schreef, anderzijds geldt ze als de uitvindster van het 24 ERCO Lichtbericht 88
Homogene wallwashing benadrukt de tentoongestelde stukken op de wanden die losstaan van de architectuur. Foto’s die daarentegen direct tegen de historische wanden hangen, krijgen van spots met sculptuurlenzen een individuele, zachte lichtzweem.
De verlichting van de wandoppervlakken creëert een zeer duidelijke waarnemingshiërarchie en scheidt het belangrijke van het onbelangrijke. Een gedefinieerde lichtbaan op de vloer leidt de bezoeker naar de grote gymnastiekzaal met de grootste foto’s van de tentoonstelling.
geënsceneerde portret. Het zijn die foto’s die haar tentoonstelling spectaculair maken – privé-foto’s van familie, vrienden en haar persoonlijke leven zorgen daarentegen voor een cesuur die irritatie oproept. De tentoonstelling waarvoor het boek „A Photographer’s Life” model stond plaatst portretten van prominenten in een intense vermenging tegenover intieme momenten, zoals de dood van haar eigen vader, de geboorte van haar kinderen en de stervensfase van Susan Sontag, de bekende Amerikaanse intellectuele en meer dan15 jaar tot aan haar dood de levenspartner van Leibovitz. Van vele kanten om de publicatie van deze foto’s bekritiseerd geeft Leibovitz zelf in het gesprek met journalisten ook toe dat ze haar privé-leven nooit weer zo zou onthullen, maar dat ze blij is dat ze dit een keer heeft gedaan. Het privé-deel van de tentoonstelling verdeelt het publiek: respect en goedkeuring stuiten op ontsteltenis en onbegrip. Vanuit kunstzinnig standpunt lijkt het echter plausibel dat een fotografe wereld en leven door de camera filtert en overwint – van het alledaagse leven tot zeer emotionele situaties. Uiteindelijk scheiden de geesten zich alleen op het punt van het openbaar tentoonstellen. In dit verband is het bijzonder interessant dat uitgerekend Susan Sontag – al lang voordat ze haar relatie met Leibovitz begon en deze nu de foto’s van haar ziekte en sterven openbaar maakte – dit conflict in haar inmiddels canonieke werk „Over fotografie” analyseerde. Ze geeft daarin aan dat foto’s de wereld slechts afbeelden, ze echter niet in hun afloop en achtergronden kunnen overbrengen. De emotionele betekenis van de opnames wordt slechts in bepaalde mate overgedragen van de fotografe op de beschouwer. Daarom laten de foto’s hem onder omstandigheden achter met een radeloos gevoel. De bezoeker ziet een rijke en tevens polariserende tentoonstelling die de persoon van Annie Leibovitz met al haar scherpe kantjes op gepaste wijze representeert. David Kuntzsch
Meer informatie: Annie Leibovitz: A Photographer‘s Life, 1990-2005 Random House, New York (2006) ISBN-10: 0375505091 ISBN-13: 978-0375505096 Annie Leibovitz: At Work Schirmer/Mosel (2009) ISBN-10: 3829603827 ISBN-13: 978-3829603829 Een ster in de spotlights: wanneer Annie Leibovitz met gepaste vertraging opkomt is alle aandacht alleen op haar gericht. Meer dan 160 vertegenwoordigers van de pers verzamelen zich rond de
fotografe die een toelichting geeft bij de achtergrond van de ongewone fotosamenstelling aan de hand van belangrijke gebeurtenissen in haar biografie.
Annie Leibovitz – Life through a Lens (DVD) Regie: Barbara Leibovitz Kinowelt Home Entertainment (2008)
ERCO Lichtbericht 88
25
Nieuwe producten 2009: Spots met LED-techniek De spotfamilies Cantax, Emanon en Optec waarin ERCO ook al varychrome-spots met LED-techniek aanbiedt, worden nu ook aangevuld met LED-spots in de lichtkleuren daglichtwit en warmwit.
Deze nieuwe spots gebruiken de sterk verbeterde eigenschappen van de jongste generatie witte LED’s vooral ten aanzien van lichtstroom en kleurweergave. Daarmee vormen ze professionele lichtwerktuigen die in vele toepassingen van de architectuurverlichting een zinvol alternatief voor traditionele lichtbronnen kunnen zijn. De spots met LED-techniek bieden alle voordelen die met het principe van deze lamp te maken hebben zoals een uiterst lange levensduur en geringe IR- en UV-aandelen. Het rendement van de LED's die gebruikt worden is vergelijkbaar met de halogeen-metaaldamplampen, tegelijkertijd kunnen ze net als laagspannings-halogeenlampen meteen gestart worden. Op efficient visual comfort geoptimaliseerd voegen de nieuwe lichtwerktuigen zich naadloos in het systeemdesign van het ERCO programma en kunnen dankzij hun algemene productdesign perfect met de andere spots van hun productfamilies gecombineerd worden.
Hoogwaardige, thermisch geoptimaliseerde huizen garanderen optimale bedrijfsvoorwaarden voor alle componenten zodat het voordeel van de lange levensduur van de LED volledig tot zijn recht komt.
Daglichtwit LED spots in daglichtwit met 5500K bieden een bijzonder hoge efficiëntie bij een acceptabele kleurweergave. De lichtkleur benadert het daglicht.
Als het gaat om de lichtstroom zijn spots met witte LED’s inmiddels een alternatief voor spots met laagspannings-halogeenlampen 50W. De perfecte kleurweergavekwaliteit ervan kan weliswaar nog niet met LED’s worden gerealiseerd, maar daarvoor in de plaats bieden de LED’s een langere levensduur en meer energieefficiëntie.
26 ERCO Lichtbericht 88
LED-module De eigenschappen van de LED’s vereisen nieuwe uitgangspunten in de lichttechniek. ERCO heeft voor de accentverlichting met LED-spots passende lenzensystemen ontwikkeld. Ze zijn uit collimatoroptieken en lenzen samengesteld. De stralingshoeken van de hieruit resulterende karakteristieken spot en flood zijn afgestemd op de gewone spotkarakteristieken bij de conven tionele ERCO spots.
Spot Het lenzensysteem spot (stralinghoek 10°–20°) krijgt een softec-lens uit doorzichtig glas.
Flood Het lenzensysteem flood (stralingshoek 25°-35°) krijgt een Spherolit-lens uit doorzichtig kunststof.
Licht ergens heen leiden Door de bij ERCO berekende en vervaardigde collimatoroptiek uit kunststof wordt het licht allereerst parallel gericht. Een speciale lens stuurt de gewenste stralingshoek heel precies.
Potentiometer „tune the light“: De LED-spots voor de ERCO 3-fasen-spanningsrail bezitten een potentiometer voor het individueel instellen van de dimwaarde, zoals bekend van vele spots met laagspanningshalogeenlampen.
Light System DALI Voor de integratie in Light System DALI installaties zijn LED-spots ook als DALI Light Clients verkrijgbaar.
Plug and Play Door de digitale codering in de fabriek met een individuele armatuur-ID in het bedrijfsapparaat bieden ERCO Light Clients samen met het Light System DALI echte Plug and Play.
Warmwit In warmwit hebben LED spots een iets geringer rendement dan in daglichtwit, maar bieden daarvoor in de plaats een betere kleurweergave. De lichtkleur met 3200K komt dichtbij het licht van halogeenlampen.
Hun licht is bovendien vrij van UV- en IR-aandelen en ontziet hiermee gevoelige museumstukken.
DALI PLUG+ PLAY
ERCO Lichtbericht 88
27
Efficient visual comfort Om samen met planners en gebruikers lichtconcepten voor een efficient visual comfort te optimaliseren, heeft ERCO vijf factoren geformuleerd die elkaar wederzijds versterken en in de praktijk tot een groot voordeel leiden als het gaat om lichtkwaliteit, het ontzien van natuurlijke hulpbronnen en de energiezuinigheid.
Verlichting heeft energie nodig. Iedereen die zich met verlichting bezighoudt – producent, planner of gebruiker – moet op een verantwoordelijke manier met natuurlijke hulpbronnen omgaan. Ook onder druk van de stijgende energieprijzen heeft de architectuurverlichting in de afgelopen jaren enorme vooruitgang geboekt en al een hoog niveau aan efficiency behaalt. Efficient visual comfort betekent voor ERCO dat door middel van een innovatieve technische en planmatige aanpak zowel de energiezuinigheid als ook de lichtkwaliteit steeds verder toeneemt. Met visual comfort naar efficiency De mens en zijn waarnemingsvermogen geven de doorslag bij de beoordeling of verlichting efficiënt is. Onafhankelijk van het technische rendement is licht dat verblindend is waardoor het kijkvermogen en het welbevinden minder wordt altijd energieverspilling: de pupillen sluiten zich; het oog is gedwongen zich aan te passen. In tegenstelling met antiverblindende lichtbronnen, lijken dan zelfs zones met een hoge verlichtingssterkte relatief donker. Antiverblindend, comfortabel licht creëert daarentegen optimale waarnemingsvoorwaarden voor het menselijke oog. Het staat de planner toe om van het begin met lage verlichtingssterktes
28 ERCO Lichtbericht 88
80%
en subtiele contrasten energiezuinig vorm te geven. Minder kan meer zijn De investering in lichtkwaliteit is zowel economisch als ecologisch zinvol: zorgvuldig geplande verlichting die met hoogwaardige producten is uitgevoerd, is aan de ene kant voor op drachtgevers en gebruikers aantrekkelijker en bespaart anderzijds op de lange termijn op exploitatie- en onderhoudskosten. Gespeciali seerde, professionele lichtwerktuigen volbrengen hun taak binnen een gedifferentieerd lichtconcept uiterst effectief, vervangen dikwijls meerdere niet-specifieke goedkopere producten en relativeren zo hun hogere prijs per stuk. Moderne, efficiënte lampen verlagen niet alleen het aansluitvermogen van de lichtinstallatie zelf, maar tegelijkertijd ook de warmtelast – met een reeks andere positieve effecten bijvoorbeeld op het dimensioneren van ventilatie en verwarmingsinstallaties. Met een intelligente planning en hoogwaardige lichtwerktuigen ontstaan lichtoplossingen die bij lage exploitatiekosten voldoen aan alle esthetische, functionele en ecologische eisen.
Verticale verlichting Verticale verlichting is een karak teristiek kenmerk van goed ontwikkelde en economische lichtconcepten. Daarom biedt ERCO een bijzonder veelsoortig programma aan met hierbij passende lichtwerktuigen. Voor een subjectief gevoel van lichtsterkte is verticale verlichting met speciale wallwashers aanzienlijk belangrijker dan licht op horizontale vlakken. Dit houdt rekening met een lichtplanning die op waarneming is georiënteerd en levert daarmee niet alleen een belangrijke bijdrage om de behoeften van de gebruikers van de architectuur optimaal te ondersteunen, maar kan ook met het overeenkomstige lichtconcept energie besparen. Zo kan bijvoorbeeld een lichte ruimtelijke indruk efficienter worden gerealiseerd door middel van een gedifferentieerd lichtconcept met wallwashing dan via een homogeen verlichtingsniveau met een uitsluitend directe algemene verlichting. De gemiddelde verlichtingssterkte kan dienovereenkomstig verlaagd en het aantal benodigde armaturen gereduceerd worden.
Kwalitatieve lichtplanning Zorgvuldige, waarnemingsgeoriënteerde lichtplanning brengt licht heel gericht daarheen waar het aan de behoeften van de gebruiker voldoet: bijvoorbeeld zorgt verticale verlichting voor een subjectieve indruk van hoge lichtsterkte in een vertrek. Ook is een gedoseerde accentverlichting vaak effectiever dan een uniform hoog verlichtingsniveau. Lichtwerktuigen met een hoog visual comfort vermijden verblinding en maken het de planner mogelijk om van het begin met lage verlichtingssterktes en subtiele contrasten energiezuinig vorm te geven. De omvang en structuur van het productprogramma van ERCO zijn in hun grote verscheidenheid aan krachtige en gedifferentieerde lichtwerktuigen geheel afgestemd op de eisen van de kwalitatieve lichtplanning.
Intelligente lichtregeling DALI techniek van ERCO maakt scenografische verlichting ongecompliceerd en betaalbaar. Lichtscènes die op de betreffende situatie afgestemd zijn en die door de gebruikers geselecteerd en beïnvloed kunnen worden, evenals geautoma tiseerd lichtmanagement waarin sensoren en timerprogramma’s zijn opgenomen, bieden enorme energiebesparingmogelijkheden. Typi sche scenario’s zijn daarbij het gebruik van aanwezigheidsmelders, schemeringschakelaars of analoge daglichtsensoren om afhankelijk van het gebruik van de ruimte of van de daglichtomstandigheden lichtscènes op te roepen. Door de eenvoudige installatie, inrichting en comfortabele bediening zijn ze zeer gewild bij de gebruiker.
Efficiënte lampen Bovendien is ERCO sterk betrokken bij de ontwikkeling van LEDlichtwerktuigen en maakt zo de voordelen van LED's zoals rendement en levensduur praktisch bruikbaar. ERCO heeft bovendien een buitengewoon breed samengesteld productprogramma voor het gebruik van zuinige en duurzame halogeen-metaaldamplampen en compacte fluorescentielampen.
Effectieve lichttechniek Krachtige en nauwkeurige optische systemen verminderen de energiebehoefte voor de verlichting. Een uitgebreide lichttechnische werktuigmodule biedt voor elke bepaalde verlichtingstaak de optimale en daarmee efficiënte lichtverdeling – van asymmetrische wallwashers, verschillende spot-karakteristieken tot en met een reflectorlenzensysteem voor de verlichting van displays van artikelen in shops. Innovaties zoals de ERCO Spherolit-reflectoren combineren rendement met visual comfort. Nieuwe lichtbronnen zoals hoogvermogen-LED’s hebben door hun gerichte straling volledig anders geconstrueerde systemen nodig dan de traditionele lampen en plaatsen de lichttechniek daarmee voor nieuwe uitdagingen. Alleen de werktuigen die de gebruiker een volledige controle over het licht verlenen, maken een duurzame planning mogelijk.
5 factoren voor een efficient visual comfort Verticale verlichting
Kwalitatieve lichtplanning
Effectieve lichttechniek
Intelligente lichtregeling
Efficiënte lampen
Nieuw: Brochure „Licht in de buitenruimte“ Op meer dan 60 pagina’s informatie en suggesties over licht in de buitenruimte – met een accent op efficient visual comfort. Neem contact met ons op: www.erco.com/contact
ERCO Lichtbericht 88
29
Focus
Dubbelfocus
Lichtplanning met lumenklassen Voor een eerste selectie van de geschikte lamp en het wattage kan een schema gemaakt worden in lumenklassen. Onafhankelijk van de soort en de efficiëntie van de lamp geeft de lichtstroom het bruikbare lichtvermogen aan. Uit de verlichtingstaak kan de licht stroombehoefte aan de hand van criteria als objectgrootte, verlich
tingsafstand en de helderheid van de omgeving, worden afgeleid. De lumentabel verklaart welke lampen voor welke lumenklasse beschikbaar zijn. Door de verschillende rendementen van de lampen kunnen bij een gelijk wattage verschillen in lichtstroom voorkomen.
Technologie
Rendement (lm/W)
LED varychrome
Lichtstroom De lichtstroom beschrijft het gehele door een licht bron afgegeven lichtver mogen. Ze kan worden berekend uit het spectrale stralingsvermogen en rekening houdend met de spectrale gevoeligheid van het menselijke oog. Eenheid: Lumen (lm)
Lichtstroom (lm) 10 50
100
500
3.6W
5000 10000
50000
10W
3.6W
10W 14W
28W
42W
15
Accentverlichting van kleine objecten bij zeer geringe verlich tingsafstanden, strijklicht, oriën tatieverlichting
Woonhuizen, tuinen, wegverlich ting, vitrineverlichting, oriëntatie verlichting
Accentverlichting van middel matig grote objecten bij gemid delde verlichtingsafstanden, wallwashing tot 3 m, strijklicht, projectie
Galeries, woonhuizen, tuinen, wegverlichting
Accentverlichting van grotere objecten, wallwashing tot 4 m, washing, strijklicht, projectie
Musea, winkels, brede wegverlich ting, bomen, plantsoenen
Algemene verlichting, washing en accentverlichting van grote objecten of over grote afstanden, washing tot 6 m, strijklicht, pro jectie
Winkels, representatieve ruimten, musea, atriums, façades
Algemene verlichting en wall washing van zeer hoge ruimten, washing en accentverlichting van zeer grote objecten over zeer grote afstanden
Hallen, bedrijfsgebouwen, lucht havens, façades, monumenten, torens
25 50W 75W100W 150W
< 5.000 lm
22 60W 100W 150W
Compacte fluorescentielampen
Trappen, wegen, oriëntatie verlichting
< 2.000 lm
20W
Halogeenlampen
Oriëntatieverlichting in een donkere omgeving, aanduiding van architectuurlijnen, aanwij zingsverlichting
14W 28W 42W
100W 150W
Laagspanningshalogeenlampen
Toepassingen
< 500 lm
20W
62 1.7W
Gloeilampen
Eenheid: Lumen/Watt (lm/W)
Verlichtingswijze
47 1.7W
LED daglichtwit
2000
Lumenklassen < 50 lm
29 10W
LED warmwit
1000
Rendement Het rendement van een lamp kan worden gedefi nieerd als de verhouding van de afgegeven licht stroom en het gebruikte elektrische vermogen van een lamp.
300W 500W 1000W
87 9W 18W 26W 32W 42W 55W
Fluorescentielampen
94 24W 28W 35W 58W
Halogeenmetaaldamplampen
92 20W
Natriumdamphogedruklampen
35W 70W 150W 250W 400W
49 50W
Efficiënte lampen Bovendien is ERCO sterk betrokken bij de ontwikkeling van LED-lichtwerktuigen en maakt zo de grote voordelen van LED’s met betrekking tot rendement en levens duur praktisch bruikbaar. Bovendien biedt ERCO een breed productprogram ma voor halogeen-metaaldamplampen en compacte fluorescentielampen aan.
10
LED varychrome LED warmwit LED daglichtwit Gloeilampen Laagspannings-halogeenlampen Halogeenlampen Compacte fluorescentielampen Fluorescentielampen Halogeen-metaaldamplampen Natriumdamp-hogedruklampen
50
100
500
LED LED LED A QT-NV QT, QPAR TC T HIT-CE HST
1000
2000
100W
5000 10000
50000
> 10.000 lm
20
30 ERCO Lichtbericht 88
< 10.000 lm
40
60
80
100
h(lm/W) ERCO Lichtbericht 88
31
75 lichtjaren In ons handelsregister A is vandaag onder nr. 1.048 de vennootschap onder firma Reininghaus & Co. met als standplaats Lüdenscheid en als persoonlijk aansprakelijke vennoten 1. Koopman Arnold Reininghaus uit Brugge, 2. Metaalbewerker Karl Reeber uit Lüdenscheid, 3. Metaalwalser Paul Buschhaus uit Lüdenscheid ingeschreven. De vennootschap is op 1 juli 1934 met haar bedrijfsactiviteiten begonnen. Lüdenscheid, 11 augustus 1934 Het kantongerecht
De oprichter: Arnold Reininghaus (1907-2003) als jonge man in de jaren ’30. Zijn levensmotto „Men kan niet van vrees leven“ kenmerkt reeds vanaf het begin de innovatiecultuur bij ERCO.
ERCO armaturenpre sentatie op de Leipziger Messe van 1937.
Eigenlijk zijn lichtjaren een maat voor astronomische afstanden en geen tijdsaanduiding, maar wanneer een lichtfabriek haar 75ste jubileum viert, zij deze woordspeling ons vergeven. Tenslotte was het ook een lange weg door al die jaren – „per aspera ad astra", vanaf het idee van een ambitieuze jonge man tot de huidige onderneming, die in de sector van de architectuurverlichting een „global player“ is geworden. Toonaangevend op het gebied van technologie, en met haar innoverend vermogen, competentie in vormgeving en alle goede eigenschappen van een moderne familieonderneming zich instelt op een boeiende en succesvolle toekomst.
Modern concept in de stijl van de tijd: een pendelarmatuur uit de jaren ’30, die tegelijk direct en indirect licht produceert.
1934: De oprichting Op 1 juli 1934 werd de firma Reininghaus & Co. in het handelsregister ingeschreven en daarmee werd de hoeksteen gelegd voor het tot op heden voortdurende succes van de lichtfabriek uit Lüdenscheid. Arnold Reininghaus (1907-2003) richtte de onderneming met de later uitgetreden partners Paul Buschhaus en Karl Reeber op in economisch moeilijke tijden, die door recessie en werkloosheid werden gekenmerkt. Elke firmant bracht 6.000 Rijksmark in, zodat op de oprichtingsdag een kapitaal van 18.000 Rijksmark ter beschikking stond. Alle drie hadden daarvoor in de elektroindustrie gewerkt en brachten zowel commerciële als technische ervaring in. In eerste instantie werden onderdelen voor armaturen vervaardigd: bijvoorbeeld armatuurpendels en trekveren voor in hoogte verstelbare pendelarmaturen. Op de Leipziger Messe van 1935 werden de producten aan de elektrogroothandel aangeboden, die ook prompt orders gaf en daarmee eigen lampenkappen tot kant en klare armaturen completeerde. De balans over 1934 toonde een warenvoorraad van 11.056 Rijksmark. Uit de oorspronkelijke firmanaam Reininghaus & Co. ontstond de fonetische afkorting ERCO dat als handelsmerk werd ingevoerd. Het zou niet lang duren voordat complete armatuurmodellen op de markt kwamen. De omzet ontwikkelde zich voorspoedig, zodat voor het uitbreken van de oorlog een omzet van 1,5 miljoen Rijksmark werd gerealiseerd: in slechts enkele jaren had het bescheiden uit zes mensen bestaande bedrijf zich daarmee ontwikkeld tot een succesvol middelgroot bedrijf dat armaturen voor woningen produceerde en via de groot- en detailhandel verkocht. Met het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 begon ook voor ERCO een zware periode. In de laatste weken van de oorlog werd het bedrijf in maart 1945 door twee bommenvoltreffers ernstig beschadigd.
Een basis voor het succes van ERCO: de universele trekveer, een apparaat waarmee de hoogte van pendelarmaturen kan worden ingesteld.
ERCO leverde de groothandel voorgemonteerde veren die daarna met aangeleverde (lampen) kappen werden gecompleteerd. Oude armatuurmodellen uit een vooroorlogse catalogus.
Nog in de laatste oorlogsweken verwoestten in maart 1945 vliegtuigbommen de productiewerkplaatsen.
32 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
33
De jaren ’50: Wederopbouw en Wirtschaftswunder 12 jaar na de oprichting stond de onderneming praktisch weer aan het begin. Bij een jaaromzet van 288.500 Rijksmark was het moeilijk in een wederopbouw te geloven. Medeoprichter Paul Buschhaus was in de oor log omgekomen, zijn erfgenamen lieten zich na de valutahervorming uitkopen. Arnold Reininghaus en Karl Reeber zetten de onderneming daarna alleen voort. De eerste naoorlogse beurs vond in 1947 plaats in tenten in Hannover. ERCO kwam met oude catalogi uit de vooroorlogse tijd en probeerde het contact met vroegere klanten, die zich door de oorlogstroebelen over alle windstreken hadden verspreid, weer te herstellen. Met overgebleven grondstoffen uit de oorlog werden voeten voor tafellampen gemaakt – zo ontstond de eerste naoorlogse armatuur. Met de valutahervorming begon voor de firma de wederopbouw. In gehuurde productieruimten ontstonden eerst de armatuurmodellen uit de vooroorlogse tijd. Daarnaast voltrok zich het „Wirtschaftswunder“: er werden weer orders geplaatst en ERCO kon aanknopen bij de successen uit het verleden. Receptie van ERCO in de jaren ’50.
De ongewone omstandigheden van de naoorlogse tijd spreken uit de volgende passages van een brief aan de klanten van 1949: „Door de verheugende ontspanning ten aanzien van de mogelijkheden om grondstoffen te betrekken, hebben we weer artikelen in productie kunnen nemen, die we wegens materiaaltekorten tijdelijk uit ons verkoopprogramma moesten schrappen. Ook de door het huidige grondstoffentekort veroorzaakte veranderingen van productiewerkplaatsen behoren merendeels tot het verleden, zodat we in enkele gevallen tot prijsverlagingen konden overgaan, die per direct ingaan. (...) Ten slotte nog een korte opmerking: Zoals vóór de oorlog, zijn we ook in de moeilijke oorlogs- en naoorlogse tijd steeds achter ons verkoopprincipe blijven staan: onze prijzenswaardige kwaliteits-ERCO ARMATUREN ALLEEN DOOR DE GESPECIALISEERDE GROOTHANDEL te verkopen. Wij zijn er trots op tot de weinige fabrieken te behoren, die dit offer hebben gebracht. Met onze stelregel: DIENSTBAARHEID AAN DE KLANT EN TROUW TEGENOVER ONZE ZAKENVRIENDEN zullen we ons blijven inspannen om u tevreden te stellen.“
34 ERCO Lichtbericht 88
Industriële serieproductie – het credo van Arnold Reininghaus. Een anonieme industriefotograaf legt de productie in de jaren ’50 in zwart-wit vast.
Licht voor boven de tafel: typerende vormen en kleuren uit de jaren ’50 uit een ERCO catalogus van die tijd.
Optimisme door het Wirtschaftswunder: Arnold Reininghaus met medewerksters rond 1950.
Beelden van de ERCO fabricage: ondanks indus triële processen en serieproductie is het handmatige aandeel nog groot. De onderneming wordt een belangrijke en geliefde werkgever in Lüdenscheid.
ERCO Lichtbericht 88
35
Ook deze beurspresenta tie uit de jaren '60 maakt een opgewekte indruk, ze is duidelijk en helemaal vormgegeven in de geest van de „International Style“.
De eerste designer met wie ERCO samenwerkt is Alois Gangkofner. Van oorsprong expert op het gebied van vormgeving met glas ontwikkelt hij vanaf 1963 voor ERCO ook materiaalechte, moderne en kunststof armaturen op maat.
In het tijdperk van de kunststof lampenkap was de kunstenaar Fred Backhove als modelleur een sleutelpersoon binnen de onderneming: onder zijn gouden handen ontstonden de gipsvormen voor de latere productie.
Fotografie in de stijl van de nieuwe zakelijkheid. Hedendaagse designobjecten als vazen of de Braun staafmixer scheppen een voor de jaren '60 typerende sfeer.
Het armatuurprogramma werd uitgebreid met pendel armaturen voor de keuken, armaturen voor nachtkastjes en wandarmaturen. De grootste bijdrage aan de omzetgroei kwam echter van de badkamerarmaturen. In juli 1959 vier de ERCO zijn 25-jarig jubileum. Het waren 25 harde jaren geweest, waarin alleen door intensieve arbeid overleven mogelijk was, zoals de oprichters ook in hun toespraken opmerkten. De export ontwikkelde zich door handelsrelaties met Zweden en Noorwegen, België en Nederland. ERCO was een bloeiende onderneming die nu plannen smeedde voor een groots opgezette nieuwbouw om de in het stedelijk gebied van Lüdenscheid verspreid liggende productiewerkplaatsen samen te voegen.
De kleurkeuze van deze foto duidt reeds op de pop-esthetiek van eind jaren '60. Hoewel de vormgeving technologischer wordt en de lichttechniek op een verfijnde manier wordt uitgewerkt, overheerst toch het begrip van de armatuur als decoratief object.
36 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
37
Glas- en badkamerarmaturen waren de „kaskrakers“ uit de jaren ’60. Hun succes gaf uiteindelijk de noodzakelijke financiële speelruimte voor Klaus Jürgen Maack om de onderneming op een solide basis helemaal nieuw uit te vinden.
1963: Het begin van het tijdperk Maack In het midden van de jaren ’60 benoemde Reininghaus zijn schoonzoon Klaus Jürgen Maack in de directie, en droeg de verantwoordelijkheid voor de sectoren marktonderzoek, productontwikkeling en communicatie aan hem over. Van meet af aan had de moedige schoonvader hem boven dien de planning en realisatie van de nieuwe productiegebouwen toevertrouwd, die volgens ontwerpen van de architect Ernst Kuhlmann uit Hagen tot 1969 op de Brockhauser Ebene, ten noorden van het stedelijk gebied, ontstonden: op de „groene weide“, met een optimale verbinding met de pas aangelegde autosnelweg A45, die als Sauerlandroute NoordDuitsland en het oostelijk Ruhrgebied met Frankfurt a/d Main verbindt. Het ter beschikking staande oppervlak voor productie en kantoor besloeg circa 30.000 vierkante meter. Tegelijk met de verplaatsing van de vestiging begon Maack, hoewel de zaken uitstekend liepen, de strategie van de onderneming te analyseren en te overdenken waarbij hij het bedrijfsmodel van ERCO volledig wenste te vernieuwen. Het resultaat van zijn denkwerk leidt tot een radicale verandering van het productieprogramma, die de vakwereld in eerste instantie shockeert: ERCO verandert van een armaturenfabriek in een lichtfabriek.
38 ERCO Lichtbericht 88
Toekomstgerichte planning: het zeer grote nieuwe bedrijfsterrein op de Brockhauser Ebene biedt plaats aan moderne gebouwen voor productie en kantoor.
Op-art: Met typografisch vormgegeven catalogi en samenwerking met designers bij de productontwikkeling groeit bij ERCO het designbewustzijn.
Linestra-amaturen voor spiegelverlichting – een klassieker met een grote lichtkwaliteit, ooit standaard, tegenwoordig door de geringe energiezuinigheid een model dat met een verbod wordt bedreigd en niet meer wordt gemaakt.
Een vertrouwd beeld: In bijna elke Duitse huishouding kon men deze of soortgelijke spiegelarmaturen aantreffen. Accessoires als het Braun Sixtant scheerapparaat geven de reclameopnames een authentiek koloriet.
ERCO Lichtbericht 88
39
1968: Licht in plaats van armaturen Op basis van zijn analyse van de marktomstandigheden in de armaturen industrie was Klaus Jürgen Maack nogal sceptisch in zijn oordeel over de toekomstmogelijkheden van het bestaande productbeleid van ERCO. Dat had twee redenen: in de eerste plaats tekende zich een verandering af in de leefgewoonten van Duitsers en hun Europese buren. Door het grotere recreatieve aanbod, de sterkere behoefte aan een functionele en individuele vormgeving van de woonomgeving, de hogere inkomens en de daarmee gepaard gaande toegenomen welvaart was het waarschijnlijk dat de markt voor armaturen veeleisender zou worden. In de tweede plaats leed ERCO net als de meeste concurrenten onder korte product cycli die tevens aan de mode onderhevig waren. Bij nieuw geïntroduceerde modellen werden vanwege hun korte levensduur op de markt de ontwikkelingskosten soms nog niet eens terugverdiend. Zijn strategievoorstel op deze analyse bestond uit vijf punten: in de eerste plaats moest licht de kerntaak worden van de onderneming en diende de armaturenontwikkeling daarop te worden afgestemd. In de tweede plaats dienden productsystemen in plaats van afzonderlijke producten te worden ontwikkeld. In de derde plaats dienden de inzichten van de lichttechniek intensief bij de ontwikkeling te worden gebruikt. Ten vierde dienden modieuze trends te worden vervangen door een nieuwe vormtaal die in principe minstens tien jaar mee moet gaan. Ten vijfde dienden bij de productontwikkeling designers met een internationale reputatie met de vormgeving worden belast. Na intensief overredingswerk werden Maacks voorstellen doorgevoerd: in de onderneming, daarna in het verkoopsysteem, bij de handel en ten slotte ook bij de klant. Met spanningsrails, spots en plafondinbouwarmaturen kreeg de tot op heden geldende programmastructuur zijn vorm. ERCO veroverde de nieuw ontstane, groeimarkt voor architectuurverlichting en drukte er haar stempel op.
Deze advertentie uit begin jaren ’70 toont al vele kenmerken van de lichttechnische oriëntatie, systematiek en structuur, die het ERCO productprogramma sindsdien kenmerken: van spots en downlights tot en met elektronische regel apparaten.
Discussie in de ERCO boardroom eind jaren '60: Klaus Jürgen Maack had al zijn overtuigingskracht nodig om steun te winnen voor het nieuwe concept. Licht in plaats van armaturen: op de beursstand van 1968 staat de wisselwerking tussen licht, architectuur en objectvormen op de voorgrond, de werktuigen discreet op afstand.
Een duidelijk signaal voor de gebruikers: met laboratoriumachtig opgestelde diagrammen, curves van lichtsterkteverdelingen, documenteert ERCO de lichttechnische eigenschappen en daagt de cataloguslezer uit op zijn technische kennis.
Dieter Witte gaf vorm aan de legendarische spot van spuitgietwerk met zijn pregnant geribde behuizing van aluminium-spuitgietwerk (boven) waaraan de spot zijn naam dankt. Materiaal en gevoelsindruk van deze spot zouden het ERCO design voor vele jaren kenmerken. De archetypische TM-spot uit 1973 (links) is met steeds geactualiseerde lichttechniek nog steeds in het programma aanwezig.
Voor de sterk gebundelde accentverlichting werden al heel vroeg laagspannings-reflectorlampen gebruikt in spots met geïntegreerde transformatoren.
40 ERCO Lichtbericht 88
Dubbelfocus-downlights: in het begin van de jaren ’70 een sensatie, tot op vandaag een ERCO specialiteit. Door de lichttechniek is een bijzonder kleine reflectoropening mogelijk.
Met kogelspots kon gericht licht onopvallend in het plafond worden geïntegreerd.
ERCO Lichtbericht 88
41
Een samenwerking die veel verder ging dan een relatie opdrachtgeverdienstverlener: Klaus Jürgen Maack (links) en Otl Aicher bij een bespreking in 1990.
1974: Samenwerking met Otl Aicher Het fundamentele marketingidee van Klaus Jürgen Maack kan in één zin worden samengevat: ERCO verkoopt geen armaturen, maar licht. Hij kwam op de „inval“ bij het doorbladeren van een tijdschrift: „Toen de marketing-clubs nog clubs van verkoopsleiders heetten, las ik eens in een van hun tijdschriften: 'Wanneer de oude ovenfabrikanten hadden begrepen dat ze warmte in plaats van ovens verkopen, dan zouden hun bedrijven nu nog bestaan.'“ Maack las en begreep dat het merk ERCO in de toekomst voor eersteklas licht diende te staan. Dat betekende niet alleen een breuk met het traditionele productprogramma, maar ook een ander denken: een denken in licht, in een medium dat zichtbaar maakt, maar zelf niet zichtbaar is. Met die conceptuele achtergrond ontmoette Maack in 1974 een van de meest uitgesproken Duitse vormgevers uit de naoorlogse tijd, Otl Aicher (1922-1991) – allereerst alleen om te onderhandelen over de licentieaanvraag van het bekende pictogram-systeem van Aicher voor een serie oriëntatie-armaturen. Maar uit een terloops gevoerde discussie over typografie en design ontwikkelde zich sympathie en wederzijdse waardering; er volgden gemeenschappelijke projecten: een nieuw logo, drukwerk, een firmabrochure en catalogi. Daaruit ontwikkelde zich het tot op heden behouden uiterlijke beeld van ERCO, dat meer dan eens werd onderscheiden. De intensieve uitwisseling tussen Maack en Aicher kenmerkte een houding in design-vraagstukken, die alle sectoren van de onderneming omvatte: communicatiemedia, producten, beurspresentaties en bedrijfsarchitectuur werden bestanddeel en uitdrukking van de Coporate Identity, de ondernemingscultuur.
Downlight met antiverblindende darklightreflector: voor het eerst wordt bij ERCO een reflectorcontour met behulp van een computerprogramma berekend. Lichttechniek en visual comfort worden de centrale thema’s van de productontwikkeling.
In de jaren ’70 ontstaat de samenwerking met Otl Aicher alsook met een aantal internationaal bekende designers als Terence Conran, Ettore Sottsass en Roger Tallon. De „Tallonspot“ (rechts) met zijn karakteristieke draadkorf wordt een design-icoon uit die tijd.
Licht in plaats van armaturen: de rechthoekige pilaar met kogel, een verwijzing naar de „steen van het goede geluk“ in Goethe’s tuin in Weimar, wordt het demonstratieobject en centrale beeld voor ERCO.
Op de EuroShop Düsseldorf: De „conferentie van de witte mannen“, originele presentatie van het ERCO lichtsysteem.
E Univers 65
Univers 55
42 ERCO Lichtbericht 88
Univers 45
geconstrueerd
ERCO Lichtbericht 88
43
Hightech uit het begin van de jaren '90: de zeer krachtige schijnwerper Emanon, vormgegeven door Roy Fleetwood.
Zeer speciale lichtwerktuigen voor steeds complexere verlichtingstaken: de Eclipse projectieschijnwerper, een design uit 1987 van Mario Bellini.
E
Vele jaren droeg de productdesigner Franco Clivio uit Zwitserland bij aan het ERCO design: bijvoorbeeld met de Lucy (boven), Stella (links) en Lightcast (onder). In 1988 wordt het Technisch Centrum in Lüdenscheid voltooid. Het ontwerp van Prof. Uwe Kiessler baarde opzien in de wereld van de architectuur. Daarbij bestond de briefing uit slechts één zin: het gebouw diende een „overall voor ingenieurs“ te zijn.
Systeemdesign van Mario Bellini (Eclipse, boven) en het ERCO fabrieksdesignteam (Pollux, links): lichttechnische onderdelen zoals filters of geprojecteerde optische systemen vergroten de toepassingsmogelijkheden van spots. De laagspanningshalogeenlampen leidden in de jaren '80 tot veel kleinere armaturen.
Een sierlijke, lichte constructie: in de jaren '80 construeerde Roy Fleetwood voor ERCO de Axislichtstructuur.
Lichttechnische expertise is beslissend: ERCO technici testen armaturen voor de luchthaven LondenStansted, een ontwerp van Norman Foster.
Oseris laagspanningsspots met systeemonderdelen: de esthetica van deze advertentie, dat in de samenwerking met de fotograaf Hans Hansen en reclamemaker Thomas Rempen ontstond, formuleerde nieuwe maatstaven.
De jaren '80 en '90: Een wereldmerk voor licht ontstaat De Duitse marketingprijs van 1980 betekende voor het concept „Licht in plaats van armaturen“ een officiële bevestiging en waardering. In de praktijk was het succes niet te overzien: de onderneming expandeerde, omzet en export groeiden – ERCO ontwikkelde zich tot een wereldmerk voor licht. De samenwerking met sterke persoonlijkheden op elk gebied van vormgeving, zoals fotograaf Hans Hansen, reclamemaker Thomas Rempen, designers Mario Bellini en Franco Clivio, om er maar een paar te noemen, waren een inspiratie voor de onderneming en maakten deze sterker. Vele onderscheidingen voor productvormgeving, grafisch design en Corporate Identity illustreren de prestaties uit die jaren. De lichttechnische knowhow groeide met de eisen van de eerste internationale grote projecten waaraan ERCO meewerkte, zoals bijvoorbeeld de Hong Kong en Shanghai Bank in Hong Kong van Norman Foster of de glazen Louvre piramide van I.M. Pei in Parijs.
44 ERCO Lichtbericht 88
ERCO Lichtbericht 88
45
Het digitale tijdperk Bij de opkomst van internet volgde in 1996 de eerste presentatie op het web onder www.erco.com online. Na het dodelijke ongeval van Otl Aicher in 1991 vormde de ontwikkeling van een verschijningsvorm voor digitale media een eerste grote uitdaging wat betreft vormgeving, waarvoor de onderneming zelfstandig een oplossing diende te vinden. ERCO lichtwerk tuigen verlichten na de herbouw van de Rijksdag in Berlijn door Norman Foster in 1999 het nieuwe parlement. Het wereldwijde verkoopnetwerk bestond inmiddels uit meer dan 40 landen en de expansie ging verder: bijvoorbeeld in 2000 naar de VS en in 2006 naar China. Digitale elektronica doet niet alleen zijn intrede in de communicatie en logistiek, maar ook bij de lichtwerktuigen zelf: elektronische bedrijfsapparaten met digitale interfaces worden een van zelfsprekendheid en de halfgeleider-lichtbron LED verovert sinds de wisseling van het millennium steeds meer toepassingsgebieden.
E
Het belangrijkste deel en symbool van computerondersteunde artikelenen informatielogistiek bij ERCO: in 2002 wordt het volledig geautomatiseerde magazijn ERCO P3 in gebruik genomen, architectonisch vormgegeven door Schneider + Schumacher, met licht geënsceneerd door Prof. Uwe Belzner.
Vanaf eind 2001 biedt ERCO een steeds omvangrijker programma aan van armaturen voor de buitenruimte. Deze zijn dankzij een krachtige lichttechniek en robuuste behuizing een groot succes.
Digitale elektronica doet zijn intrede in de armatuurconstructie: bij de bedrijfsapparatuur, maar ook in de vorm van LED’s als lichtbron.
Al vanaf 2000 gebruikte ERCO LED’s bij oriëntatiearmaturen. Tegenwoordig zijn de experts het erover eens: LED’s zijn de lichtbron van de toekomst.
De vier directeuren van ERCO (van links naar rechts): Dr. Dirk Stahlschmidt, Kay Pawlik, Tim Henrik Maack, Mark Oliver Schreiter.
Naast armaturen voor de binnen- en buitenruimte vervullen lichtregelsystemen zoals Light System DALI een steeds belangrijker rol in het product programma van ERCO.
De webpresentatie ERCO Light Scout heeft zich ontwikkeld tot het scharnier van de informatielogistiek: alle informatie is op elk moment overal beschikbaar. www.erco.com
De lichtfabriek wordt ook softwareproducent: lichtsystemen met steeds meer mogelijkheden vragen om daarop afgestemde comfortabele bedieningsinterfaces, zoals bijvoorbeeld Light Studio voor de configuratie van Light System DALI. tune the light: met deze internationaal begrijpelijke kreet wil ERCO alle lichtgebruikers oproepen de creatieve mogelijkheden van vooruitstrevende lichtwerktuigen volledig te benutten en het maximale ten aanzien van efficiency en visual comfort in de architectuurverlichting te realiseren.
46 ERCO Lichtbericht 88
Wat brengt de toekomst? In 2003 nam Tim Henrik Maack binnen de vierkoppige bedrijfsleiding de rol van woordvoerder over van zijn vader. Hij formuleerde nieuwe accenten over de productpolitiek zonder de oude principes los te laten, want de claim „licht in plaats van armaturen“ geldt nog steeds. De invoering van de digitale lichtregeling Light System DALI onder het motto „tune the light“, dat voor scenografische verlichting en een efficient visual com fort staat, is een van de belangrijkste vernieuwingen van de laatste jaren. Duurzaamheid krijgt een steeds grotere plaats in het beleid van de onderneming. ERCO richt zich op nieuwe technologieën zoals die van LED’s die een onderhoudsarm en energiebesparend alternatief vormen vergeleken met traditionele lampen; daarnaast investeert ERCO op grote schaal in relevante nieuwe ontwikkelingen. Op naar de volgende 75 jaar.
ERCO Lichtbericht 88
47
Museo Superior de Bellas Artes Palacio Ferreyra, Córdoba
Het hele museum is uitgerust met Light System DALI voor de lichtregeling. Ondanks de ongewone omvang van het complex kan het gemakkelijk vanuit een notebook-pc met de software Light Studio worden geconfigureerd.
48 ERCO Lichtbericht 88
Vooral de Duitse voetbalfans zullen zich Córdoba als speelstad van het WK van 1978 in Argentinië herinneren. De nummer twee onder de Argentijnse metropolen na Buenos Aires ligt ongeveer 700 kilometer ten noordwesten van de hoofdstad aan de historische „Camino Real" in de richting van Peru en telt ongeveer 1,3 miljoen inwoners. Als economisch centrum met een enorm verzorgingsgebied heeft Córdoba de laatste decennia een snelle groei doorgemaakt, maar kon tot vreugde van de toeristen in de stadskern zijn koloniale charme behouden. Het oude en nieuwe Córdoba ontmoeten elkaar in de wijk „Nueva Córdoba". Hier, aan het grote verkeersplein van de Plaza España en dicht bij het Sarmiento-park, de „groene long" van Cór doba, ontwikkelt zich een cultuur- en museum wijk die recht doet aan de steeds grotere pretenties van de bevolking en bezoekers. Zo verwierf de regionale regering in 2004 het Palacio Ferreyra, een prachtig neoclassicistisch paleis, dat de patriciërsfamilie Ferreyra in 1916 volgens de actuele Franse mode liet bouwen. Eind 2007 werd in het groots omgebouw de paleis het Museo Superior de Bellas Artes geopend, waaraan intussen de naam „Evita" is toegevoegd, en daarmee aan de flamboyante echtgenote van president Eva Peron (1919– 1952) is gewijd. Er schuin tegenover bevindt zich een ander museum, het Museo Provincial de Bellas Artes Emilio Caraffa, waarvan de hoofdvleugel uit 1915 de afgelopen jaren werd gemoderniseerd en met een aanbouw werd uitgebreid. Met deze beide kunstinstellingen beschikt Córdoba, dat altijd al het culturele cen-
Met ambitieuze museumprojecten maakt de Argentijnse metropool Córdoba haar aan spraak als culturele regio duidelijk. Vorm geving en techniek kunnen elke vergelijking op internationaal vlak doorstaan: zo zorgt in het herbouwde Palacio Ferreyra een Light System DALI installatie voor optimale licht omstandigheden.
Architect: GGMPU Arquitectos, Córdoba. Lichtplanning: Maestre Iluminación, Córdoba. Foto’s: Rogerio Reis, Rio de Janeiro
trum van Zuid-Amerika was, nu over galerieën en expositieruimten die zich qua vormgeving en techniek met de toonaangevende bouwwerken in de wereld kunnen meten. Het binnenlands architectenbureau GGMPU ensceneerde in het Palacio Ferreyra de samensmelting van traditie en toekomst en maakte daarbij intensief gebruik van het „immateriële bouwmateriaal“ licht: alleen het kleurige schijnsel achter de ramen van de hoofdfaçade wijst van ver op de nieuwe bestemming van het paleis. Maar voordat de bezoeker de zorgvuldig gerestaureerde pracht van de hoofdzaal en de galerieën betreedt, loopt hij door een nieuw ingebouwde, futuristische toegangszone. Zwarte, gebeeldhouwde trappen en gaanderijen doorsnijden het luchtruim dat de verdiepingen met elkaar verbindt. Metaalachtig glanzende, transparante of met zeefdruk geornamenteerde bekledingen doen hier slechts iets van de histo rie vermoeden. Het DALI programmagestuurde, kleurrijke licht uit Focalflood façadearmaturen LED varychrome maakt van de bezoekers acteurs in een dramatische scenografie om ze bewust vanuit het alledaagse in de sfeer van de kunst te verplaatsen.
Op de gaanderij: bezoekers worden in de ingangsfoyer van het museum acteurs in een dramatische lichten ruimtelijke enscenering.
DALI PLUG+ PLAY
Vanaf de buitenkant wijst alleen het kleurige schijnsel achter de ramen van de hoofdfaçade op de ruimtelijke belevenis binnen. DALI-gestuurde Focalflood façadearmaturen LED varychrome verlichten vanaf de achterkant de halfdoorschijnende oppervlakken en verplaatsen de atmosfeer als het ware in een continue stroom.
ERCO Lichtbericht 88
49
tune the light De gebruikelijke toepassing van Light System DALI in dit museum toont een centraal voordeel van deze technologie: ze integreert klassieke verlichtingstaken in het museum, zoals bijvoorbeeld het instellen van de voor conservering gewenste lichtsterktes op kunstwerken en biedt tevens alle mogelijkheden van scenografische lichtconcepten voor de gebouwarchitectuur. Met slechts één systeem dat voor de toepassing in de architectuur is ontworpen en met de software Light Studio kunnen de technici van het museum hun gebruiks- en onderhoudskosten minimaliseren. Het gebruik van het DALI protocol als genormeerde industriestandaard voor lichtregeling zorgt ervoor dat de techniek ook voor de toekomst veilig is en probleemloos kan worden uitgebreid: met huidige en toekomsti ge ERCO Light Clients, maar ook met voor DALI geschikte producten van andere fabrikanten. Een belangrijk aspect van Light System DALI ligt in het feit dat lichtsterktes doelgericht en flexibel worden gedoseerd waarmee ook het energieverbruik wordt verminderd – een belangrijke stap in de realisering van efficient visual comfort.
De lichtoplossing in de expositieruimten van het museum: hangende Hi-trac spanningsrails met uplights voor de verlichting van plafonds dragen Optec spots voor laagspannings-halogeenlampen met voor DALI geschikte bedrijfsapparaten. Door de individuele adresseerbaarheid van elke Light Client in het Light System DALI kunnen de lichtsterktes gemakkelijk en nauwkeurig op de tentoongestelde stukken worden afgestemd.
De centrale hal met haar rijkgedecoreerde trap herinnert aan de bloeiperiode van de gegoede burgerij van Argentinië in het begin van de 20ste eeuw.
Ook in het nabijgelegen Museo Emilio Caraffa is een krachtige, gebruiksvriendelijke ERCO ver lichtingsinstallatie met DALI spanningsrails aan een hangende draagstructuur, Optec spots en wallwashers alsook Light System DALI voor de (licht)regeling geïnstalleerd.
50 ERCO Lichtbericht 88
Overzicht van de gebruikte ERCO producten
Optec spots en wallwashers
Hi-trac spanningsrails met uplights
Focalflood façadearmaturen LED varychrome
DALI spanningsrails
Light System DALI
ERCO Lichtbericht 88
51
Opgravingscentrum L'Almoina, Valencia Valencia aan de Spaanse MiddellandseZeekust lokt met een architectuurhistorie die zich afspeelt van de Romeinen tot aan Calatrava. Het nieuw vormgegeven afgravingscentrum „L'Almoina“ ensceneert op effectvolle wijze een wandeling door het verleden. De afgelopen decennia profileerde Valencia zich met grote stedenbouwkundige projecten als een moderne metropool: zo was het bijvoorbeeld opzienbarend hoe na herhaaldelijke verwoestende overstromingen van de rivier de Turia in de jaren zestig de stad resoluut in een kunstmatig nieuwe bedding werd verlegd, en hoe na heftige politieke debatten de Catalaanse architect Ricardo Bofill vanaf 1984 in de vroegere rivierbedding een attractief parklandschap creëerde. Een bekende zoon van Valencia: Santiago Calatrava, die met de „Ciudad des Artes y de las Ciencias“ een vormgevende en inhoudelijke brug sloeg naar de toekomst van zijn geboortestad, drukt vooral een stempel op het moderne stadsbeeld. Maar ook internationale architectuurgrootheden als Lord Foster met zijn „Palacio de Congreso“ lieten hun sporen na waar ooit de Turia stroomde. De andere kant van Valencia is zijn rijke geschiedenis: na de stichting in 138 v. Chr. werd de stad veroverd door de Romeinen, West-Goten en Arabieren. Pas in 1238 kwam ze weer onder christelijke heerschappij. De kathedraal van Valencia, waarvan in 1262 met de bouw werd begonnen, verheft zich op de fundamenten van een oude moskee. Wanneer in de omgeving van de oude stad bij bouwwerkzaamheden wordt gegraven, stuit men bijna automatisch op antieke relieken – zo ook op de Plaza L'Almoina, in de directe nabijheid van de kathedraal van Valencia. Zijn naam, in het Nederlands aalmoes, erfde deze plaats van een inrichting voor behoeftigen uit de 14de eeuw welk gebouw in 1910 werd afgebroken. Bij andere sloopwerkzaamheden die na 1985 werden uitgevoerd, stuitten de arbeiders op zulke rijke antieke vondsten dat men besloot in plaats van een geplande uitbreiding van de naburige „Basilica van de Moeder Gods van de daklozen" de afgravingen veilig te stellen en voor het publiek toegankelijk te maken. Het was het begin van de planning van het opgravingscentrum L'Almoina dat eind 2007 zijn poorten opende. Tegenwoordig biedt dit bijzondere museum de bezoeker een wandeling door meer dan 2000 jaar stadsgeschiedenis. De rondgang begint in het ondergronds gelegen toegangspaviljoen en voert dan trap voor trap dieper naar de historische perioden van Valencia. Daarbij zorgt een architectonische kunstgreep ervoor dat de relatie met de bovenwereld steeds aanwezig blijft en tegelijk vervreemd wordt: het grote glazen bovenlicht dat de afsluiting vormt boven de centrale hal met opgravingen van de Romeinse thermen is als waterbekken tegelijkertijd een vormgevend element van het bovengrondse plein. Men kan er inkijken en heeft uitzicht, maar het creëert ook spiegelingen, lichtreflecties en 52 ERCO Lichtbericht 88
Architect: José María Herrera García, Valencia Lichtplanning: Julià Colomer, Emblemma, Barcelona. Foto’s: Thomas Mayer, Neuss www.valencia.es/almoina
vertekeningen die aan de rondgang door de plaats van de opgravingen soms de indruk van een slaapwandeling geven. Op het 2.500 m² oppervlak van de opgravingen wordt de complete stadsontwikkeling vanaf de tweede eeuw v. Chr. tot en met de veertiende eeuw weergegeven. De tentoonstelling is ingedeeld in vijf belangrijke tijdperken „Valentia, de eerste stad“, „Valentia, de Romeinse keizerstad“, „Valentia, de eerste christelijke gemeente“, „Balansiya, de islamitische stad“ en „Valencia, de christelijke stad“. De tijdperken zijn vertegenwoordigd door oorspronkelijke sacrale en profane elementen als straten, fora met monumentale zuilenhallen, woningen en sacrale bouwwerken, badinrichtingen, fortificaties en begraafplaatsen. De architect creëerde afhankelijk van de beoogde indruk individuele ruimten – van kleine intieme kamers tot hoge uit meerdere verdiepingen bestaan de hallen. Als verbindend element fungeert de verlichting die in het algemeen is opgelost met voor DALI geschikte ERCO spots voor ERCO DALI spanningsrails en door deze technologie flexibel aan de wisselende omstandigheden van het daglicht en de gebruikseisen kan worden aangepast.
De overblijfselen van de Romeinse thermen documenteren de vroegste fase van de geschiedenis van de stad Valencia. Bij de bezichtiging ontstaat een steeds wisselende kijk op de stedelijke omgeving van de plaats van de opgravingen, zoals de koepel van de „Basilica van de Maagd van de hulpelozen“ (boven) of de kathedraal van Valencia
met haar imposante gotische stompe toren (rechts). Met de verhouding van kunstlicht en daglicht kan ook worden geregeld hoeveel inkijk en uitzicht mogelijk wordt gemaakt door het spec taculair als waterbekken uitgevoerde glazen bovenlicht.
ERCO Lichtbericht 88
53
Zoals de moderne aanvullingen en de uitbreiding van de binnenruimte van het museum zich door een heldere vormtaal van de opgravingen afgrenzen, zo vormen ook de verlichting van de architectonische elementen en de ensce-
nering van de tentoongestelde stukken twee niveaus van het lichtconcept voor L'Almoina. Door de DALI technologie is het mogelijk deze niveaus van vormgeving gediffe rentieerd te behandelen en te regelen.
Bij het gebruik van vierhonderd Pollux en tweehonderd Stella spots en een paar honderd meter DALI-spanningsrails kozen lichtplanners en opdrachtgever niet alleen voor precieze lichtwerktuigen, maar ook voor een duurzame oplossing; betrouwbaarheid, een lange levensduur en een eenvoudig gebruik bij installatie en onderhoud
behoren tot de voor de lange termijn belangrijke besluitvormende criteria.
Door met de via DALI individueel adresseerbare spots maken het mogelijk een atmosferisch lichtconcept te creëren dat de zeer grote ondergrondse ruimten met kleine trapsgewijze overgangen met de centrale hal van het museum verbindt waar het daglicht doorheen stroomt.
Aanwezigheidsmelders helpen in combinatie met een DALI regeling het stroomverbruik van de lichtinstallatie te beperken door automatische vermindering van de verlichtingssterktes.
Royale wandhoogten vormen het kader voor monumentale antieke vondsten. De optimale lichtwerktuigen om zulke afstanden te overwinnen: krachtige spots uit het Stella-programma. Ze zijn met DALI transadapters aan DALI spanningsrails gemonteerd en uitgerust met laagspannings-halogeenlampen 100W/12V.
Het gerichte licht van de spots modelleert de tentoongestelde histo rische stukken; het gebruik van laagspanningshalogeenlampen biedt een optimale, natuurlijke kleurweergave.
Een onopvallend en flexibel systeem bestaande uit DALI-spanningsrails en Pollux spots in speciale uitvoering met DALI-transadapters voor laagspannings-halogeenlampen 50W/12V dient als zeer flexibele verlichting in de tentoonstellingsruimten. „tune the light“: dankzij hun varioreflectoren met een stralingshoek van 11° tot 24° en
54 ERCO Lichtbericht 88
de optische accessoires kunnen Pollux spots individueel en op flexibele wijze aan de toepassing van dat moment worden aangepast.
Overzicht van de gebruikte ERCO producten Stella, Pollux in DALI uitvoering voor laagspanningshalogeenlampen, ERCO DALI spanningsrails
Stella
DALI spanningsrails
Pollux
ERCO Lichtbericht 88
55
Museo de Bellas Artes, Granada
Het Alhambra is opge bouwd uit vier delen: de verdedigingswerken, het Alcazaba, het Nasridenpaleis en het paleis van Carlos V. Hoger gelegen bevindt zich het Genera life, de oorspronkelijke zomerresidentie met prachtige tuinen.
Architect binnenruimte: Antonio Jiménez Torrecillas, Granada Lichtplanning: Juan José Sendra Foto’s: Thomas Mayer, Neuss www.alhambra.org
Het museum voor schone kunsten, het Museo de Bellas Artes, bevindt zich in het gebouwen complex van het Palacio Carlos V, dat deel uitmaakt van de vestingwerken van het Alhambra. Het Alhambra behoort tot de belangrijkste cultuurmonumenten uit de regio Andalusië en werd in 1984 op de lijst geplaatst van het wereld cultuurerfgoed. Het ligt hoog boven de stad Granada aan de voet van de Sierra Nevada. De stadsvesting werd tijdens de „Reconquista“, de herovering van de door de Moren bezette gebieden in 1492, door Spaanse koningen ingenomen. De invloeden van de verschillende overheersers weerspiegelen zich in de verschil lende architectonische stijlen van de gebouwen. Moorse en Spaanse architectuur uit verschil lende tijdperken smelten samen tot een eenheid. Dit is een architectonisch kunstwerk dat wereld wijd uniek is. De Spaanse koning Carlos V liet delen van het Moorse Palacio Nazaries (Paleis van de Nas riden) afbreken en bouwde er een nieuw palei zencomplex dat, hoewel niet afgebouwd, tot de belangrijkste bouwwerken van de bloeitijd van de Renaissance behoort. Het uit twee ver diepingen bestaande kasteel en zijn met talrijke reliëfs, zuilen, erkers en versierde façade fas cineert jaarlijks honderdduizenden bezoekers. Hoogtepunt van het paleis is de cirkelvormige binnenplaats met een doorsnede van 30 meter, die wordt omgeven door een arcadengang van twee verdiepingen met elk 32 zuilen. Het museum voor schone kunsten kreeg onlangs een nieuwe vormgeving en werd uit gebreid gerenoveerd. De nieuwe, hoogwaardige
Trion uplights zorgen sinds jaren voor licht in de laaggelegen arcadengang en produceren een indi recte algemene verlichting die een unieke stemming oproept.
56 ERCO Lichtbericht 88
technische staat is ook duidelijk waarneembaar door de gebruikte lichtwerktuigen: ERCO pro ducten welke zijn, uitgerust met speciale filters en lenzen ter bescherming van de tentoonge stelde objecten. Het museum bevindt zich op de tweede etage van het gebouw en toont over wegend werken van kunstenaars uit de School van Granada van de 15e tot de 20ste eeuw. Op de begane grond bevindt zich verder het museum voor Spaanse moslimkunst waar, in Alhambra ondekte, archeologische vondsten worden ten toongesteld.
Ter bescherming van de historische cassettenpla fonds gebruikten de plan ners Stella spots aan Hitrac spanningsrails. Door deze lichtstructuur zijn grote spanwijdten moge lijk, waarvoor slechts enkele montagepunten nodig zijn. Stella spots accentueren de afzonderlijke werken; Trion uplights met fluo rescentielampen, onzicht baar gemonteerd in flexi bele opstellingen, zorgen voor de diffuse basisver lichting. De gehele tech niek werd geïntegreerd in voorzet-wanden om het oude bouwmateriaal niet te beschadigen. In de galerijen met zijdelings licht filtreren ramen met UV-filterglas en gaas gor dijnen het binnenvallende daglicht, waardoor men tevens uitzicht heeft op de omgeving.
ERCO Lichtbericht 88
57
Igreja da Santíssima Trindade, Fátima
Architect: Alexandros Tombazis, Athene Lichtplanning: Bartenbach LichtLabor, Innsbruck; Fernando Silva OHM-E, Porto Foto’s: Bernd Hoff, Düsseldorf www.santuario-fatima.pt
HIT-DE-CE
QT-DE12
In de dakconstructie zijn paarsgewijs Trion uplights gemonteerd – uitgerust met halogeen-metaaldamplampen als aanvulling op het daglicht en met halogeenlampen als dimbare verlichting voor avondevenementen. Een spanplafond van textiel vormt de afsluiting naar onderen.
Het beeld van het enorme verlichte plafond is in verschillende schakeringen van het daglicht verdeeld op basis van een daarop afgestemde filtering.
Naast de bedevaarten vinden in de nieuwe kerk elke zondag meerdere missen plaats. Door een lichtregelinstallatie kunnen dag- en kunstlicht de liturgie volgend scènisch worden aangepast.
Het voorplein van de Drievuldigheidskerk gezien vanaf de toren van de oude basiliek: op de hoogtepunten van het bedevaartsjaar verdringen zich hier honderdduizenden pelgrims.
58 ERCO Lichtbericht 88
Op 13 mei 1917, zo berichtten drie herderskinderen uit het Portugese dorpje Fátima, was hun op een open veld voor het eerst de Maagd Maria verschenen. Andere verschijningen volgden, waarvan door steeds meer gelovigen getuigenis werd afgelegd, en na de erkenning door de katholieke Kerk ontwikkelde Fátima zich tot een geliefd pelgrimsoord – tegenwoordig, iets meer dan 90 jaar later, is de plaats 130 km ten noorden van Lissabon een van de meest bezochte bedevaartsplaatsen ter wereld. Een paar miljoen bezoekers komen elk jaar naar deze plek op zoek naar spiritueel en lichamelijk heil. Deze pelgrimsstroom leidde tot de nieuwbouw van de Drievuldigheidskerk die op 12 oktober 2007 werd gewijd en met ongeveer 8.800 zitplaatsen tot de vier grootste katholieke kerken ter wereld behoort. De cirkelronde bouw naar een ontwerp van de Griekse architect Alexandros Tombazis meet 125 meter in doorsnede en herbergt in het binnenste deel een naar het altaar licht afhellende ruimte zonder steunen met een uitstekende akoestiek en
klimatologische omstandigheden. Door een glazen Shed-dak stroomt het daglicht als diffuse basisverlichting in de ruimte. Verborgen in de dakconstructie dienen Trion uplights als aanvullende verlichting van achteren van de verlichte plafonds van textiel. Naast deze diffuse verlichting, die de omvang van de ruimte benadrukt, is er alleen een subtiele verlichting van belangrijke elementen, zoals het grote altaarbeeld, door in het plafond geïntegreerde wallwashers. Lightcast IP65 downlights accentueren de 13 portalen van de kerk, die Christus en de twaalf apostelen uitbeelden. Net zo zorgvuldig zijn echter ook de zijvertrekken zoals garderobes, galerieën en kapellen vormgegeven en verlicht.
Licht in zijn archaïsche vorm: pelgrims steken in een kapel offerkaarsen op. In bijna alle religies ter wereld heeft licht zijn plaats als spirituele metafoor en symbool. Waar mogelijk gebruikten de planners om redenen van energiezuinigheid armaturen met halogeenmetaaldamplampen. Een uitzondering vormt de verticale verlichting van de achterwand achter het altaar: de prachtige muurschildering van de Sloveense pater Marko Ivan Rupnik wordt voor
een optimale gelijkmatigheid en kleurweergave verlicht met Lightcast lens-wallwashers voor PAR-lampen.
ERCO Lichtbericht 88
59
Achterlichten
10 jaar ERCO Zuid-Amerika Ter gelegenheid van dit jubileum organiseerde het team rondom Edgardo Cappiello, samen met de erkende lichtprofessionals uit de regio een uitgebreid programma met tal van activiteiten. Hoogtepunt was een cocktail party op 20 november 2008. Meer dan 200 bezoekers kwamen daarvoor naar het „Colección Fortabat”: een nieuw geopende kunstgalerie in Buenos Aires, verlicht door ERCO.
Lichtexperts onder elkaar (van links naar rechts): Carlos Sanchez Saravia (redacteur LMD tijdschrift), Edgardo Cappiello en Luis Schmid (Marketing Managers, OSRAM Argentina).
Contact: ERCO Iluminación, S.A. Oficina de Representación Av. Alicia M. de Justo 2030, Of.202 1106 Buenos Aires Argentinië
Mark Oliver Schreiter (3e van links), verant woordelijk voor de ver koop van ERCO wereldwijd, en Antonio Merino (4e van links), hoofd van de Spaanse verkooporganisatie, met het team uit Zuid-Amerika (van links naar rechts): Martiniano
Tel.: +54 11 431 314 00 Fax: +54 11 431 254 65 E-mail:
[email protected]
Designer’Saturday, Düsseldorf „Nieuwe alledaagse oplossingen in architectuur en design", was het motto van de presentatie van de 11e Duitse Designer'Saturday, die van 26 t/m 27 september 2008 in Düsseldorf werd gehouden. De traditierijke bijeenkomst voor ontwerpers uit alle disciplines – die sinds 1985 regelmatig plaats vindt – was een combinatie van productexposities in de fraaie omlijsting van het „Alte Kesselhaus“ (Oude Ketelhuis) van de voormalige Böhlerfabrieken, en een zeer afwisselend programma van lezingen. ERCO was bij beide onderdelen vertegenwoordigd: gelegenheid voor vele interessante ontmoetingen en discussies. www.designersaturday.de
„L´art de la Ilum“ La Sala Vinçon, Barcelona De Firma Vinçon handelt niet alleen in contemporaine designartikelen voor huis en wonen, maar presenteert ook exposities in zijn vertrekken en ruimten aan de Passeig de Gràcia: bijvoorbeeld over actuele architectuurfotografie naar aanleiding van de afgelopen oktober gehouden bijeenkomst Arquiset '08. Pollux spots met contouren-beeldmaskers dienden voor een effectvolle enscenering van de fotoboeken.
Leguizamón, Rodrigo Jardim, Ana Altobelli, Martín Massaglia en Edgardo Cappiello.
www.vincon.com Lezing over eigen werk van Kengo Kuma, ERCO Singapore De Japanner Kengo Kuma geniet met zijn gebouwen in de architectuurwereld een hoge reputatie. Zijn architectuurfilosofie die kan worden samengevat onder het trefwoord „anti-object" bouwwerken, smelten als het ware met de omgeving samen. Op uitnodiging van de architectuurfaculteit van de National University of Singapore bezocht Kengo Kuma op 29 augustus 2008 de Aziatische stadstaat, gaf daar eerst een college aan de universiteit en was aansluitend eregast en spreker tijdens een seminar bij ERCO. Sinds 2007 bestrijkt ERCO vanuit zijn showroom en kantoor in Singa pore de gehele markt van Azië en de Pacific.
„tune the light": Karl-Heinz Beckhoff, lichtexpert en trainer in de Duitse ERCO Ver koopmaatschappij, presenteert de bezoekers van de Designer'Saturday de filosofie, concepten en producten van de Lichtfabriek. De kleine, maar fijne ERCO-stand bood het juiste kader en vele aanknopingspunten voor vakgesprekken onder vormgevers.
60 ERCO Lichtbericht 88
Nieuwe boeken Beide ontwerpers hebben hun stempel gedrukt op een design-tijdperk bij ERCO: Aloys F. Gangkofner met zijn glas- en kunstontwerpen uit de jaren `50 en `60 van de vorige eeuw; Franco Clivio met armaturen zoals Lucy, Stella of Lightcast, die in de laatste twee decennia zijn ontstaan en nog steeds onderdeel vormen van het ERCO programma. Over Gangkofner verscheen een imposante foto-monografie, Clivio daarentegen presenteert zijn fascinerende verzameling van dagelijkse voorwerpen met anoniem design in boekvorm.
Contact: ERCO Lighting Pte. Ltd. 93 Havelock Road #03-532 Singapore 160093 Singapore Tel.: +65 6227 3768 Fax: +65 6227 8768 E-mail:
[email protected]
Aloys F. Gangkofner. Glas und Licht / Glass and Light (Glas en licht) Ilsebill Gangkofner (uitgever), Xenia Riemann Talen: Duits/Engels 2008, Prestel Verlag ISBN: 978-3-7913-4193-4 Een aantrekkelijk kader voor een lezing van een meester in het omgaan met licht en schaduw: de moderne showroom van ERCO in Singapore. In gesprek: Kengo Kuma (links) met Hendrik Schwartz, ERCO Verkoopleider Asia/Pacific (rechts).
Meer over Kengo Kuma en zijn werk op de website van zijn kantoor: www.kkaa.co.jp
Verborgene Gestaltung Dinge sehen und begreifen (Verborgen vormgeving – dingen zien en begrijpen) Franco Clivio, Hans Hansen, Pierre Mendell 2009, Birkhäuser Verlag ISBN: 978-3-7643-8967-3 Engelse uitgave: Hidden Forms – Seeing and Understanding Things ISBN: 978-3-7643-8966-6
ERCO Lichtbericht 88
61
Pergamon-museum, Berlijn Naar aanleiding van de tentoonstelling „Babylon – mythe en waarheid” van 26 juni tot 5 oktober 2008 kregen de wereldberoemde reconstructies van de Processieweg en de Ishtarpoort een nieuwe verlichting. Vanaf nu stralen de antieke, kleurig geglazuurde lemen dakpannen weer net zo levendig en glinsterend als ooit onder de oriëntaalse zon in het Babylon van koning Nebukadnezar II (604–562 v. Chr.). De gebruikte Cantax spots voor halogeen-metaaldamplampen 35W zorgen naast de verbeterde lichtkwaliteit ook voor grote energiezuinigheid en een optimaal visual comfort.
Vormgeving en verlichting van de tentoonstelling: Günter Krüger, Scala – Werkstatt für Gestaltung, Berlijn. Foto: Sabine Wenzel, Berlijn www.smb.museum/babylon
E
ERCO GmbH Postfach 2460 58505 Lüdenscheid Germany Tel.: +49 2351 551 0 Fax: +49 2351 551 300
[email protected] www.erco.com