E
Lichtbericht 71
L’Australie tout entière a les yeux rivés sur Melbourne : à Federation Square, le nouveau centre culturel est l’expression du visage architectural contemporain que souhaite afficher la deuxième ville du continent. Savamment imbriqués, intérieurs et extérieurs, salles et galeries, places et patios créent un environnement stimulant aux conceptions d’éclairage multiples.
Heel Australië kijkt naar Melbourne: met het nieuwe Culturele Centrum aan het Federation Square wil de op een na grootste stad van dit continent zichzelf een contemporain, architectonisch uiterlijk geven. Gecompliceerde binnen- en buitenruimten, zalen, galerieën, pleinen en atria creëren een stimulerende omgeving met veelsoortige verlichtingstaken.
Publié en septembre 2003 Verschenen in september 2003
Situé à Leusden, aux Pays-Bas, ce nouveau hall d’exposition Volkswagen présente les modèles haut de gamme Phaeton et Touareg dans des conditions optimales spécialement adaptées : intensifiée par des Downlights pendentifs ERCO pour l’éclairage d’ambiance, une lumière du jour diffuse pénètre à travers une généreuse toiture en shed de couleur blanche. Sous les brillantes accentuations lumineuses des projecteurs Eclipse, peintures et chromes étincellent de mille feux.
Deze nieuwe Volkswagen-showroom in Leusden (Nederland) creëert speciaal voor de presentatie van de topmodellen Phaeton en Touareg optimale omstandigheden: Diffuus daglicht stroomt door de royale, witte sheddakconstructie, ondersteund door ERCO pendeldownlights voor de algemene verlichting. De virtuoze lichtaccenten van de Eclipse spots doen het lak en het chroom verleidelijk glanzen.
Het Koopmanshuis, Leusden Conception du hall d’exposition/ Showroom-Design : QuA Associates Brand Environment Design, Amsterdam
E
ERCO Leuchten GmbH Postfach 24 60 58505 Lüdenscheid Germany Tel.: +49 2351 551 0 Fax: +49 2351 551 300
[email protected] www.erco.com
Sommaire
1 2–3 4–11 12–13 14–19 20 21 22–23 24–25 26–27 28–31 32–35 36–39 40–41
Over dit nummer
A propos de cette publication Flash Gare de l’aéroport de Changi, Singapour Maison d’habitation Steeman Temple Sri Senpaga Vinayagar, Singapour Zoom : Coleur de la lumière et perception Zoom rapproché : L’éclairage des arbres et de la végétation Optec Projecteurs et projecteurs à faisceau mural Skim Appareils encastrés Focalflood Projecteurs Flood et Downlights apparents pour lampes fluorescentes T16 Banque ING, Amsterdam Albertina, Vienne Federation Square, Melbourne Feux Stop : LightNight 2003, New York
Inhoud
A propos de cette publication
Over dit nummer Flitslichten Changi Airport Luchthavenstation, Singapore Woonhuis van Steeman Sri Senpaga Vinayagar tempel, Singapore Focus: Lichtkleur en waarneming Dubbelfocus: Verlichting van bomen en vegetatie Optec spots en wallwashers
Asie, Australie, Europe et Amérique, les projets que nous vous présentons dans ce Lichtbericht représentent une fois encore le monde entier. L’Amérique se distingue par un événement et un projet d’exception : la LightNight 2003, qui s’est tenue en mai dernier à New York, et le nouveau World Trade Center, qui doit encore voir le jour. Invité d’honneur de cette soirée, Daniel Libeskind, qui a remporté l’appel d’offre pour le World Trade Center, a présenté son projet et les concepts fondateurs de son architecture. Plus de 400 invités avaient répondu présent à l’invitation lancée par ERCO et l’IALD, l’International Association of Lighting Designers. Vous trouverez plus de détails à ce sujet et sur l’atmosphère de cet événement à la fin de cette publication. Ville de contrastes, Singapour a mis en service une gare ferroviaire ultramoderne à l’aéroport international de Changi, sous un important éclairage ERCO. Puis, peu après, la communauté hindoue de Singapour a célébré l’inauguration du temple Sri Senpaga Vinayagar. Le programme d’appareils d’éclairage extérieur ERCO assure une entrée en scène spectaculaire du temple à la tombée de la nuit. Moins romantique, plus pragmatique : la partie technique du Lichtbericht. Nous vous y présentons de nouveaux produits : les nouveaux projecteurs Optec, d’une part, et les familles innovantes d’appareils d’éclairage Skim, d’autre part, ainsi que les nouveaux projecteurs et Downlights apparents Focalflood. Les chroniques Zoom et Zoom rapproché sur la technique d’éclairage aborde cette fois-ci respectivement la couleur de la lumière et la perception, et l’éclairage des arbres et de la végétation, thèmes que les lecteurs intéressés peuvent approfondir sur Internet grâce au Guide du Light Scout (http://www.erco.com/guide). La lumière d’ERCO continue de tracer son sillon à l’ING Bank d’Amsterdam, à la Grafische Sammlung Albertina de Vienne et pour le projet Federation Square de Melbourne : la lumière comme quatrième dimension de l’architecture, un sujet d’envergure désormais mondiale. Par ailleurs, de grandes avancées ont été réalisées sur le plan technique. Le prochain catalogue, prévu pour début 2004, présentera ainsi de façon saisissante les facteurs qui marqueront le développement de la technique d’éclairage dans les années à venir. L’interconnexion des médias et la possibilité d’un travail en parallèle entre le catalogue et Internet constituent la clef de voûte d’une conception efficace. La conjoncture restera sans doute encore difficile pendant quelque temps, mais le progrès technique dans le domaine de l’éclairage promet, lui, d’être passionnant. Soyez assurés qu’ERCO contribuera fortement à cette évolution.
Skim plafondinbouwarmaturen Focalflood washers en opbouwarmaturen voor T16-fluorescentielampen ING Bank, Amsterdam Albertina, Wenen Federation Square, Melbourne Achterlicht: LightNight 2003, New York Klaus J. Maack
Une architecture à couper le souffle pour ouvrir à Melbourne les portes de la scène publique internationale plus grand encore : découvrez des pages 36 à 39 notre reportage sur le nouveau centre culturel édifié à Federation Square.
Architectuur met een grote beeldende kracht moet Melbourne meer in de belangstelling van de wereldpubliciteit trekken: Op pag. 36–39 berichten wij over het nieuwe Culturele Centrum aan de Federation Square.
Un éclairage empreint de magie se fait l’expression de la spiritualité : à Singapour, la communauté hindoue s’est dotée d’un nouveau temple, une pure merveille. Pour en savoir plus, rendezvous aux pages 14 à 19.
Magisch schijnende verlichting dient als uitdrukking van spiritualiteit: In Singapore bouwde de Hindoegemeenschap een nieuwe prachtige tempel meer daarover op de pagina’s 14–19.
ERCO Lichtbericht Mentions obligatoires / Impressum Directeur de la publication / Uitgever: Klaus J. Maack Rédacteur en chef / Hoofdredacteur: Martin Krautter Mise en page / Layout: Klaus J. Maack, Hugo Zöller Impression / Druk: MOHN Media Mohndruck GmbH, 33311 Gütersloh 1028645000 © 2003 ERCO
Optec, une nouvelle génération de projecteurs se présente sous ce nom réputé : Aux pages 22 à 27, nous vous présentons ces nouveautés avec la famille des appareils encastrés Skim et les nouveaux projecteurs et Downlights apparents Focalflood.
Onder de bekende naam Optec verschijnt een nieuwe generatie spots: op de pagina’s 22 – 27 introduceren wij deze noviteiten tezamen met de Skim plafondinbouwarmaturen, de nieuwe Focalflood breedstralers en de opbouwarmaturen.
Photographies / Foto’s (Page / Pagina): Michael Coyne, Singapour/ Singapore (U1, U2, 4–11, 14–19, 36–39); Werner Huthmacher, Berlin (2); Rudi Meisel (3, 32–35); Thomas Pflaum (3, 28–31, U4); Lisa Quinones, New York (40–41); Wolfgang Retter, Innsbruck (2); Alexander Ring (U2, 1, 22–27)
Azië, Australië, Europa en Amerika – ook in dit Lichtbericht laten we weer projecten vanuit de hele wereld zien. Amerika is daarbij een uitzondering: daar gaat het om een belangrijk evenement – de LightNight 2003 van afgelopen mei in New York – en een project, dat nog helemaal moet ontstaan – het nieuwe World Trade Center. Gastspreker Daniel Libeskind, winnaar van de architectuurwedstrijd voor het World Trade Center, berichtte over dit project en de concepten, die aan zijn architectuur ten grondslag liggen. Meer dan 400 gasten hadden aan de uitnodiging van ERCO en de IALD, de International Association of Lighting Designers, gevolg gegeven. Helemaal aan het eind van dit nummer leest u meer daarover en over de sfeer van deze bijzondere gebeurtenis. Singapore, een stad van contrasten, heeft op Changi International Airport een hypermodern station in bedrijf genomen, met veel licht van ERCO. Op een iets later tijdstip vierde de Hindoe-gemeenschap in Singapore de inwijding van hun tempel Sri Senpaga Vinayagar. Armaturen uit het ERCO buitenruimteprogramma zorgen voor een dramatische verschijning van de tempel na zonsondergang. Minder romantisch, maar wel belangrijk gaat het er in het technische deel van dit Lichtbericht aan toe. We presenteren nieuwe producten: enerzijds onze nieuwe Optec spots, anderzijds de innovatieve armatuur-families Skim maar ook Focalflood spots en opbouwarmaturen. De lichttechnische columns Focus en Dubbelfocus brengen thema’s als „Lichtkleur en waarneming” en „Verlichting van boomen en vegetatie” ter sprake. Geïnteresseerde lezers kunnen in het Guide-deel van Light Scout (http://www.erco.com/guide) online dieper hierop ingaan. De door ERCO verlichte projecten overspannen meer dan de boog van de ING Bank in Amsterdam, de grafische collectie Albertina in Wenen en het project Federation Square in Melbourne en laten zien, dat licht als een vierde dimensie van de architectuur tot een alomvattend thema geworden is. De technische ontwikkeling maakt grote vooruitgang. De volgende catalogus, verschijningsdatum begin 2004, zal op indrukwekkende wijze aantonen, welke factoren hun stempel zullen drukken op de lichttechnische ontwikkelingen in de komende jaren. Het in een netwerk onderbrengen van media, de mogelijkheid van parallel werken in de catalogus en op internet zijn de belangrijkste uitgangspunten voor een efficiënte planning. Het kan dan wel zijn, dat de conjuncturele omstandigheden nog een tijdje moeilijk blijven, maar desondanks zal de technische vooruitgang op lichtgebied spannend worden. U kunt ervan overtuigd zijn, dat wij bij ERCO deze ontwikkelingen mede intensief zullen vormgeven.
Traduction / Vertaling: L & P Lanzillotta GmbH, Düsseldorf ERCO Lichtbericht 71 09/03
1
Flash Flitslichten
Maison individuelle T. à Lienz Architecte : Peter Jungmann, Lienz; études d’éclairage : Bureau Ing. Willieggen, Feldkirchen/Kärnten
Eengezinswoning T. in Lienz Architect: Peter Jungmann, Lienz; lichtplanning: Bureau Ing. Willieggen, Feldkirchen/Kärnten
L’ouverture sur le dehors et l’utilisation du béton brut déterminent le concept de cette maison individuelle. Un guidage lumineux raffiné façonne l’espace tandis que des projecteurs à faisceau mural Optec offrent un éclairage optimal des surfaces murales.
De open doorsnede en het materiaal sierbeton bepalen het concept van deze eengezinswoning. Een geraffineerde lichtspeling geeft een ruimtelijke samenhang weer, Optec wallwashers dienen voor een optimale verlichting van de wanden.
Agence publicitaire Fritzsch & Mackat, Berlin Les fûts de bière ont disparu depuis longtemps, mais le caractère industriel de l’ancienne brasserie a laissé son empreinte. La gestion de la lumière par ERCO Controls adapte agréablement l’éclairage aux diverses exigences du lieu. (Architecte : Mateja Mikulandra-Mackat, Berlin)
Reclamebureau Fritzsch & Mackat, Berlijn Hier worden al lang geen bierflesjes meer gevuld. Desondanks is het industriële karakter van de hal van de brouwerij behouden gebleven. Door een ERCO Controls lichtregeling wordt de ruimte op comfortabele wijze aan de gestelde eisen aangepast. (Architect: Mateja Mikulandra-Mackat, Berlijn)
Stift Neukloster, Vienne Neustadt C’est avec une grande attention et beaucoup de professionnalisme que les concepteurs ont mis en lumière le grand autel restauré du couvent cistercien. Ils ont discrètement intégré des rails lumière à projecteurs Eclipse dans l’architecture gothiquebaroque. La lumière orientée des lampes à décharge haute pression et des lampes halogènes fait ressortir les couleurs de la Madone qui surplombe l’autel et modèle les contours des magnifiques sculptures sur bois. (Architecte : Arnold Link, Maître d’œuvre du couvent Hl. Kreuz. Études d’éclairage : Kolarz Leuchten, Breitenfurt près de Vienne. Directeur des travaux : Architecte Ing. Harald Gnilsen, Office de construction de l’archidiocèse)
Hôtel de ville d’Eindhoven, Pays-Bas Architecte : Arie van Rangelrooy, En En Architecten, Eindhoven
Au cours de la rénovation de ce bâtiment public est apparue la nécessité d’intégrer au nouveau concept d’éclairage de l’atrium une construction, déjà présente, faite de plaques métalliques en suspension, œuvre de l’artiste néerlandais André Volten (1925–2002). Les accentuations lumineuses des projecteurs Stella et des projecteurs Focalflood montés en Uplights suscitent un fascinant jeu d’ombres et de lumières : ses reflets rappellent la lumière du soleil filtrant à travers le toit végétal d’une forêt.
2
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Stift Neukloster, Wenen Neustadt Met grote zorgvuldigheid en professionaliteit hebben de planners het gerestaureerde hoogaltaar in het licht geplaatst. Spanningsrails met Eclipse spots worden heel discreet in de gotisch-barokke architectuur geïntegreerd. Het gerichte licht van hogedrukgasontladingslampen en halogeenlampen laat de kleuren van het Mariabeeld op het altaarblad verlichten en modelleert de prachtige houtsnijwerken. (Architect: Arnold Link, Stiftbouwkundige Hl. Kreuz. Lichtplanning: Kolarz Leuchten, Breitenfurt bij Wenen. Hoofdaannemer: Ir. (architectuur) Harald Gnilsen, AartsbisdomOpenbare Werken)
Stadhuis Eindhoven, Nederland Architect: Arie van Rangelrooy, En En Architecten, Eindhoven
In het kader van de renovatie van het openbare gebouw was de opdracht om een reeds aanwezige inrichting van de Nederlandse kunstenaar André Volten (1925–2002) uit hangende metaalplaten te integreren in een nieuw verlichtingsconcept van het atrium. Lichtaccenten door de Stella spots en de als uplights gemonteerde Focalflood breedstralers zorgen voor een fascinerende afwisseling van licht en schaduw – met reflexen, die doen denken aan het zonlicht dat door het bladerdak van een woud dringt.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
3
Gare de l’aéroport de Changi, Singapour
Architecte : Skidmore, Owings and Merrill (SOM), Chicago Etudes d’éclairage : Susan Brady Lighting Design, Inc., New York http://www.changi.airport.com.sg
A Singapour, la nouvelle gare de l’aéroport de Changi assure une liaison rapide avec le centre ville et constitue, sur le plan architectural, tout à la fois le pivot et la clé de voûte de ce carrefour aérien international en croissance rapide. Il s’agit du terminus d’une extension de six kilomètres de la ligne de type R.E.R. déjà existante à Singapour. Par ailleurs, cette construction relie par voie piétonne le deuxième terminal de l’aéroport au troisième, situé à l’intérieur même du bâtiment. La gare est située sous une large rampe d’accès entre les deux terminaux. Les extrémités de cette voie sont matérialisées par deux atriums hauts de 32 mètres, où ascenseurs et escaliers roulants donnent accès aux terminaux. Grâce à leurs façades vitrées suspendues en rideau à des câbles métalliques, ils font également office de puits de lumière, laissant ainsi la plus grande quantité de lumière du jour possible se répandre dans le sous-sol de l’édifice. Les lamelles inclinées en treillis métalliques régulent l’ensoleillement. La nuit, ces mêmes façades, assimilables à des lamelles, sont illuminées de telle sorte à rendre la construction visible de loin. Lumineux et complémentaires, les deux parallélépipèdes forment un nouvel élément marquant dans le spectacle nocturne de l’aéroport. Comme si ces deux atriums n’étaient pas assez spectaculaires, la plus grande révélation de l’architecture de la gare se cache au soussol, dans la zone d’échange. Un pont de verre s’étend sur toute la longueur des deux quais de gare et permet de passer directement d’un terminal à l’autre sur un même niveau intermédiaire. Les quais ne sont ainsi pas encombrés par les piles du pont. D’une longueur totale de 200 mètres répartie sur trois arches mesurant respectivement 30, 140 et 30 mètres, le pont se compose d’une sous-structure en acier. Le tablier est réalisé en verre en tant que construction porteuse. Latéralement et en dessous, le pont est revêtu d’un verre mat suspendu et quasi-invisible. Ainsi, quand bien même la construction livre ses principales caractéristiques, elle ne révèle pas ses détails. Spécialement adaptés, des appareils suspendus ERCO illuminent ce corps de verre de l’intérieur, si bien que le tronçon médian décrit un arc lumineux au-dessus du sol en granite de la zone de circulation et contribue en grande partie à la clarté des quais. Le résultat : un espace à La lumière du jour est filtrée à travers des lamelles en tôle acier afin de contrôler l’afflux de lumière et de chaleur dans les atriums. Het daglicht wordt door staalplaat-lamellen gefilterd om lichten warmte-inval in de atria te controleren.
4
ERCO Lichtbericht 71 09/03
ERCO Lichtbericht 71 09/03
5
l’élégance glacée, léger et aéré malgré sa situation souterraine, et qui forme un tout harmonieux avec les atriums vitrés auxquels il est relié. Les passagers montent et descendent des rames par des portes automatiques aménagées dans des parois de séparation qui longent la bordure du quai. Ce dispositif, qui fut utilisé pour la première fois à St-Pétersbourg, améliore la sécurité et facilite une ventilation efficace de la gare. A l’instar du nouveau terminal, le n°3, en voie de construction, la gare de l’aéroport est l’œuvre du cabinet Skidmore, Owings and Merril (SOM), l’un des meilleurs groupements d’architectes au monde. Des constructions aussi remarquables que la Lever House à New York et la John Hancock Tower à Chicago sont l’œuvre de SOM, entreprise opérant à l’échelle mondiale qui a déjà érigé ses ouvrages dans plus de 40 pays. En concevant la gare de l’aéroport de Changi, SOM a créé un lieu d’échange convivial entre deux modes de transport. La lumière est ici, d’une part, au service du bien-être des voyageurs et des employés, et permet, d’autre part, d’établir une relation harmonieuse entre la construction et le complexe aéroportuaire en place. Paul Bendelow
L’éclairage nocturne de l’atrium s’articule en trois composantes : un éclairage général indirect par le plafond grâce à des lampes fluorescentes, un éclairage d’ambiance direct avec des Downlights pendentifs Parabelle pour lampes à halogénures métalliques de 400W et des projecteurs Stella. Ces derniers soulignent l’ossature porteuse et font de la transparence le caractère principal de l’architecture.
6
ERCO Lichtbericht 71 09/03
De nachtelijke verlichting van het atrium bestaat uit drie componenten: Een indirecte basisverlichting met fluorescentielampen boven de plafonds, directe algemene verlichting uit Parabelle pendeldownlights voor 400W halogeen-metaaldamplampen en Stella spots. Deze accentueren de draagconstructie en drukken zo de transparantie uit die het hoofdkenmerk is van de architectuur.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
7
Changi Airport Luchthavenstation, Singapore
Architect: Skidmore, Owings and Merrill (SOM), Chicago Lichtplanning: Susan Brady Lighting Design, Inc., New York http://www.changi.airport.com.sg
Tel un gigantesque corps lumineux, un pont de 200 mètres de long habillé d’un verre satiné surplombe les quais.
Als gigantisch lichtgevend voorwerp overspant een 200 m lange, met geglazuurd glas beklede brug het perrongebied.
Des projecteurs Stella pour lampes à halogénures métalliques utilisent les propriétés de réverbération des lamelles pare-soleil pour produire un jeu chatoyant de motifs lumineux.
Het nieuwe station van het Changi Airport in Singapore zorgt voor de snelle bereikbaarheid met het stadscentrum en is tegelijkertijd de architectonische spil van dit snel groeiende, internationale luchtverkeersknooppunt. Het is het eindpunt van een 6 kilometer lange uitbreiding van het bestaande hogesnelheidstreinsysteem in Singapore. Bovendien creëert het gebouw een loopverbinding tussen de tweede en de in aanbouw zijnde derde terminal van de luchthaven. Het treinstation bevindt zich onder de royale auto-toegang tot de beide terminals. De eindpunten worden gemarkeerd door 32 meter hoge atria, waarin liften en roltrappen de toegang tot de terminal ontsluiten. Met de glasfaçades, die aan stalen kabels ervoor zijn opgehangen en hoog oprijzen, dienen ze tevens als lichtschachten, die zo veel mogelijk daglicht in de onderaardse gedeelten van het gebouw naar binnen moeten laten vallen. Dwarsgeplaatste lamellen uit metaalrasterwerk controleren het naar binnen schijnen van de zon. Dezelfde lamellen worden ’s nachts zo verlicht, dat de constructie zichtbaar wordt. De beide schijnende complementaire quaderstenen vormen in het nachtelijke beeld een markant nieuw teken. Alsof deze beide atria nog niet spectaculair genoeg zijn, gaat de grootste sensatie van de stationsarchitectuur schuil in het onderaardse verbindingsgebied. Een brug uit glas overspant de totale lengte van de beide stationsperrons en maakt een directe doorgang tussen de twee terminals op een tussenverdieping mogelijk. De stationsperrons blijven daardoor zonder ondersteuning. De totale lengte van de brug bedraagt 200 meter, opgedeeld in drie bogen van 30, 140 en nog eens 30 meter en bestaat uit een onderbouw uit staal. De brugbodem is als dragende glasconstructie uitgevoerd. Van onde8
ERCO Lichtbericht 71 09/03
ren en aan de zijkant is de brug met nagenoeg onzichtbaar opgehangen matglas bekleed. De hele constructie kan men daarom weliswaar wel aan de hoofdlijnen herkennen, maar de details blijven vaag. Speciaal aangepaste ERCO pendelarmaturen verlichten deze glazen body van binnen, zodat het middelste brugdeel een schijnende boog boven de granietbodem van de verkeerszone maakt en voor een groot deel bijdraagt aan de basisverlichting van het perrongebied. Het resultaat is een ruimte van koele elegantie, die ondanks zijn onderaardse toestand licht en luchtig werkt en die met de verglaasde atria een stemmig ge-heel vormt. De passagiers stappen op de sneltreinen of verlaten deze door automatische deuren in scheidingswanden, die langs de perronkanten lopen. Dit systeem, dat voor de eerste keer in St. Petersburg in gebruik genomen werd, verbetert de veiligheid en vergemakkelijkt de efficiënte ventilatie van het station. Het luchthavenstation is net als de eveneens in ontwikkeling zijnde nieuwe terminal 3 een ontwerp van het kantoor Skidmore, Owings and Merrill (SOM), een van de meest toonaangevende architectenkantoren van de wereld. Belangrijke gebouwen zoals het Lever House in New York en de John Hancock Tower in Chicago komen van SOM af, die als mondiaal opererende onderneming al in 40 landen tal van grote gebouwen oprichtte. Bij het Changi luchthavenstation creëerde SOM een gebruikersvriendelijke scheiding tussen twee verkeerssystemen. Het medium licht dient daarbij aan de ene kant het welbevinden van de reizigers en personeel; aan de andere kant vormt het een bijdrage om het gebouw met het bestaande luchthavencomplex op harmonieuze wijze hiermee in verband te brengen.
Stella spots voor halogeen-metaaldamplampen gebruiken de reflexie-eigenschappen van de zonbeschermingslamellen om een levendig spel van lichtpatronen te produceren.
Des unités comportant chacune 4 projecteurs Stella sont fixées sur les poutres en treillis et éclairent les zones de circulation entre la gare et les terminaux de l’aéroport.
Units voor 4 Stella spots zijn aan vakwerkbalken gemonteerd, en verlichten de verkeerszones tussen het station en de luchthaventerminals.
Paul Bendelow ERCO Lichtbericht 71 09/03
9
Les réverbérations multiples donnent à la trame répétitive de la façade de verre profondeur et chatoiement : la lumière, touche poéti-que dans l’architecture technoïde de l’ingénieur.
10
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Veelsoortige reflecties verlenen aan het repetitieve rooster van de glasfaçade diepte en een rijkdom aan facetten: Licht als een element van poëzie in de techno-ingenieursarchitectur.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
11
Maison d’habitation Steeman Woonhuis van Steeman
Architectes / Architecten: Borren Staalenhoef Architecten, Leeuwarden www.borrenstaalenhoef.com
Op een bosrijk perceel grond aan de rand van de gemeente Epe in Nederland bouwde in 1978 de architect J.A.F. Staalenhoef voor de opdrachtgever Steeman een woonhuis, dat met zijn stalen skeletconstructie in strakke rastervorm de geest van het moderne compromisloze uitdrukte. Op consequente wijze rustte de architect het huis destijds met ERCO spanningsrails en spots uit. Nu, meer dan 20 jaar later, heeft de familie Steeman aan de zoon van de oorspronkelijke architect, Andre Staalenhoef en zijn partner Jacob Borren de opdracht gegeven om het huis aan de veranderende eisen aan te passen en uit te breiden. Het was de eerste opdracht voor het jonge bureau. Als voortzetting op het bestaande kader ontstond een nieuw toegangsgebied, een extra slaapkamer met bad, een bergruimte en een dubbele garage – en weer kozen planners en bewoners voor een verlichtingsysteem van ERCO, om daarmee de staal- en glasarchitectuur in hun eigen geest dienovereenkomstig te ensceneren. La sécurité avant tout : des rails lumière basse tension Minirail dans la salle de bain (ci-dessus). Une touche finale réussie : la porte de garage translucide (ci-dessous).
En 1978, sur un terrain boisé situé aux abords de la commune de Epe aux Pays-Bas, l’architecte J.A.F. Staalenhoef construisit pour le maître d’ouvrage, M. Steeman, une maison d’habitation, dont la construction à charpente métallique de trame étroite était l’expression sans compromis de l’esprit de l’école moderne. Dans la même logique, l’architecte avait alors équipé la maison de rails lumière et de projecteurs ERCO. Aujourd’hui, plus de vingt ans plus tard, la famille Steeman a chargé Andre Staalenhoef, fils de l’architecte originel, et son collaborateur, Jacob Borren, de l’agrandissement et de l’adaptation de la maison aux besoins actuels. Il s’agissait du premier contrat de ce tout récent cabinet. Dans la continuité de la trame existante, un hall d’entrée, une chambre à coucher, une salle de bain, un débarras et un double garage ont ainsi été ajoutés et, une fois de plus, concepteur et résidant ont opté pour un système d’éclairage ERCO afin de mettre en scène l’architecture de verre et d’acier dans le plus grand respect de son style.
12
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Les projecteurs Stella pour lampes halogènes mettent en valeur les œuvres d’art de la collection du maître d’ouvrage.
Safety first: Minirail laagspanningsrails in bad (boven). Geslaagde fijnzinnigheid: De doorschijnende garagedeur (boven).
Stella spots voor halogeenlampen accentueren kunstwerken uit de verzameling van de huiseigenaren.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
13
Temple Sri Senpaga Vinayagar, Singapour
L’incarnation du monde des dieux : la coupole du temple, richement décorée. Pour l’éclairage, des projecteurs Beamer et Focalflood ont été montés sur des poteaux. Grâce à leur protection IP65 élevée, ces appareils résistent aux conditions climatiques tropicales extrêmes de Singapour.
14
Belichaming van de godenwereld: De prachtig gedecoreerde dakkoepel van de tempel. Als verlichting zijn Beamer spots en Focalflood breedstralers op masten gemonteerd. Dankzij de hoge beschermingsgraad IP65 kunnen zij de extreme klimatologische omstandigheden in het tropische Singapore het hoofd bieden.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Architecte : Designchart Architects, Singapour Etudes d’éclairage : Er. V R Lingam
Le 7 février 2003, la communauté tamoule de Singapour a inauguré un nouveau temple dédié à Vinayagar (Ganesh), dieu hindou à tête d’éléphant. Somptueuse et haute en couleurs, la cérémonie d’inauguration marquait le point d’orgue des efforts colossaux consentis tant par la minorité tamoule de Singapour que par de nombreux autres habitants de la ville, toutes origines et confessions confondues, qui ont contribué au financement de ce projet de 3,7 millions d’euros. Le Premier Ministre de Singapour, Goh Chok Tong, s’est expressément réjoui de cette dimension multiculturelle : à l’occasion de l’inauguration, il a souligné « le rôle essentiel des institutions religieuses dans l’instauration d’une compréhension et d’une confiance mutuelles entre les différents groupes de la société ». Le terrain occupé par les 2500m2 de l’édifice est reconnu et préservé comme « site historique » par le National Heritage Board de Singapour. Les premiers écrits évoquant un temple hindou à cet endroit, sur Ceylon Road, remontent à 1875 : une cabane recouverte de paille et située sous les branches d’un Senpaga abritait alors la statue du dieu Vinayagar. En souvenir de cet arbre, on donna au temple le nom de « Sri Senpaga Vinayagar ». Plus tard, l’association des Tamoules ceylanais de Singapour remplaça le temple originel par un bâtiment plus résistant, qui fut de nouveau agrandi à plusieurs reprises au cours des années pour faire place à une bibliothèque, à un hébergement pour les prêtres, à une salle de classe et à des salles de cérémonie. Toutefois, vers la fin du 20ème siècle, des affaissements du sol de fondation provoquèrent des dégâts irréparables sur les volumes bâtis, ce qui conduisit en 1998 à la décision exemplaire de remplacer intégralement le bâtiment par un nouvel édifice. La conception du nouveau temple s’inspire du style traditionnel Chola, héritage de l’empire du même nom qui domina le Sud de l’Inde du 9ème au 13ème siècle. En surplomb de l’entrée du temple, une immense tour haute de cinq étages attire tout d’abord le regard : c’est Rajagopuram. Cet édifice atteint une hauteur de 24 mètres, ce qui en fait le plus haut des temples hindous de Singapour. Grâce à un éclairage orienté avec précision, le temple remplit pleinement son rôle de point de repère aussi de nuit. Pas moins de 160 statues de divinités ornent les niveaux de la tour. Ces sculptures ont été réalisées par plusieurs tailleurs de pierre du Sud de l’Inde et du Sri Lanka tandis que les peintures murales à l’intérieur du temple sont l’œuvre d’un seul et unique maître originaire du Sud de l’Inde, Sri Longanathan, afin de garantir une continuité dans l’exécution et les coloris. Quatre grands piliers aux riches reliefs en granite supportent le toit de la salle centrale des prières. Ces reliefs représentent les 32 formes du dieu Vinayagar. Les espaces et les
Tradition et progrès : dans le temple, une tradition séculaire hindoue se fond avec les besoins d’une communauté tournée vers l’avenir. Traditie en vooruitgang: In de tempel versmelten eeuwenoude hindoeïstische overleveringen met de behoeften van een op de toekomst gerichte gemeenschap.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
15
Sri Senpaga Vinayagar tempel, Singapore
Architect: Designchart Architects, Singapore Lichtplanning: Er. V R Lingam
proportions du temple obéissent à un savoir immémorial et leur riche imagerie revêt une importance inestimable dans la transmission de l’enseignement religieux du « Saiva Siddhanta ». Cette expression du sivaïsme, l’une des trois grandes tendances de l’hindouisme contemporain, est particulièrement répandue dans le Sud de l’Inde, au Sri Lanka, en Malaisie et à Singapour et elle est diffusée dans le monde entier par des émigrants tamouls. Tous espèrent désormais que cette réalisation vouée à la culture, au social et à l’éducation donnera le « la » à l’ensemble de la société de la ville-État de Singapour. Voire, comme l’exprimait le représentant de l’Union des Tamouls de Ceylan, Dr. R. Theyvendran : « Toute maison de Dieu devrait toujours être un sanctuaire tant pour le corps que pour l’âme, ouverte à tous ».
Environ 45 prêtres hindous se sont rassemblés pour cette fastueuse célébration, dont certains sont ainsi venus tout spécialement de lieux aussi éloignés que Hawaï, New York, Londres, Melbourne ou que l’Afrique du Sud. Le rituel de l’inauguration doit être accompli tous les 12 ans, mais aussi dès qu’un temple a subi des transformations.
Rond 45 Hindoe-priesters kwamen bijeen voor de grootscheepse ceremonie – velen kwamen daarvoor vanuit verre oorden aan, zoals Hawaï, New York, Londen, Melbourne of Zuid-Afrika. Het wijdingsritueel moet iedere 12 jaar plaatsvinden en bovendien na iedere verbouwing van een tempel.
Le jour tant attendu est arrivé : fidèles et dignitaires des quatre coins du globe sont venus inaugurer le temple lors de la somptueuse cérémonie appelée « Maha Kumbhabishegam ». De lang verwachte dag: Gelovigen en hoogwaardigheidsbekleders uit de hele wereld vierden de inwijding van de tempel met de luisterrijke « Maha Kumbhabishegam »-ceremonie.
Les parures et les peintures corporelles véhiculent une multitude de significations symboliques : ainsi, le signe rougeâtre sur le front, appelé « Tilak », est mis pour le sacrifice spirituel de soi des moines et des prêtres hindous. Sieraden en lichaamsbeschilderingen hebben veelsoortige betekenissen: Zo staat de roodachtige markering „Tilak” genoemd op de voorzijde, voor de spirituele zelfopdracht van de Hindoepriesters en monniken.
16
ERCO Lichtbericht 71 09/03
ERCO Lichtbericht 71 09/03
17
Op 7 februari van dit jaar droeg de Tamilgemeenschap van Singapore aan de olifanthoofdige Hindoe-godheid Vinayagar een nieuwe tempel op. De zinnelijke en kleurrijke inwijdingsceremonie vormde het hoogtepunt van de immense inspanningen van zowel van de kant van de Tamil-minderheid in Singapore als van vele andere mensen uit Singapore van allerlei rassen en religies, die aan de financiering van dit 3,7 miljoen euro kostende project hadden bijgedragen. Deze multiculturele dimensie verwelkoomde de minister-president van Singapore, Goh Chok Tong, hartelijk: Ter gelegenheid van de inwijding onderstreepte hij „de sleutelrol van religieuze instituties bij het opbouwen van begrip en vertrouwen tussen alle groeperingen in de maatschappij”. Het bouwterrein voor de 2500m2 grote nieuwbouw staat als „historische plek” onder bescherming van de monumentenzorg van Singapore. De eerste optekeningen over een Hindoetempel hier aan de Ceylon Road dateren uit het jaar 1875: Een met stro bedekte hut onder een Senpaga-boom herbergde destijds het beeld van de godheid Vinayagar. De tempel werd naar deze boom „Sri Senpaga Vinayagar” genoemd. De vereniging van de Ceylonese Tamils in Singapore verving de oorspronkelijke tempel later door een permanent gebouw, dat wederom in de loop der jaren nog eens werd uitgebreid om ruimte voor een bibliotheek, priesteronderkomens, schoollokalen en evenementenzalen te creëren. Tegen het eind van de 20ste eeuw leidden echter verzakkingen van de bouwgrond tot schades aan de gebouwen die niet meer gerepareerd konden worden – in 1998 viel daarom de definitieve beslissing om de gebouwen door nieuwbouw volledig te vervangen. De nieuwe tempel verwijst in zijn vormgeving naar de overleveringen van de „Chola”stijl, die zijn wortels in het Zuid-Indiase Chola18
ERCO Lichtbericht 71 09/03
rijk uit de 9de-13de eeuw heeft. Als eerste springt een machtige vijf trapsgewijze toren, de zogenoemde Rajagopuram boven de tempelingang, in het oog. Dit bouwwerk heeft een hoogte van 24 meter en is daarmee de hoogste hindoetempel in Singapore. Zijn rol als oriëntatiepunt wordt deze tempel dankzij een nauwkeurig tot stand gebrachte verlichting die ook ’s nachts heel passend is. De torentrappen worden door niet minder dan 160 beelden van Hindoe-goden gedecoreerd. Steenhouwers uit het zuiden van India en Sri Lanka vervaardigden deze sculpturen; de muurschilderingen in de tempels werden daarentegen door een enkele meester uit Zuid-India, Sri Longanathan, samengesteld, dit om een algemene kleurstelling en uitvoering te garanderen. Vier grote, met kostbare graniet-reliëf bedekte zuilen dragen het dak van de centrale gebedshal. De reliëfs tonen de 32 verschijningsvormen van de godheid Vinayagar. De ruimten en proporties van de tempels vloeien voort uit eeuwenoude wijsheden; de kostbare prachtige beelden zijn van grote betekenis voor het overbrengen van religieuze leerstellingen van de „Saiva Siddhantam”. Deze uitdrukking van het Saivisme, die wederom een van de drie basisrichtingen van het hedendaagse Hindoeïsme weergeeft, is in Zuid-India, Sri Lanka, Maleisië en Singapore verspreid en wordt door geëmigreerde Tamils in de hele wereld geaccepteerd. Men hoopt nu dat dit tempelcomplex met zijn culturele, sociale en pedagogische inrichtingen als signaal voor de gehele maatschappij van de stadsstaat Singapore werkt. Of, zoals de voorzitter van de vereniging van CeylonTamils in Singapore, Dr. R. Theyvendran, het formuleerde: „Ieder godshuis zou eigenlijk steeds een heiligdom voor zowel lichaam als geest moeten zijn – open voor iedereen.”
Pour une entrée en scène du temple remarquée parmi les feux de la ville de Singapour : des projecteurs et des projecteurs Flood ERCO pour l’éclairage extérieur illuminent le toit de la tour (ci-dessus) et des encastrés de sol Tesis à faisceau mural garantissent un éclairage homogène des reliefs muraux.
Voor een groots optreden van de tempel in de nachtelijke skyline van Singapore: ERCO breedstralers en spots voor de buitenruimte verlichten het torendak (boven); Tesis vloerinbouw-wallwashers zorgen voor gelijkmatig licht op de muurreliëfs.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
19
Zoom
Zoom rapproché Dubbelfocus
Focus
Pour obtenir un effet de lumière optimal lors de l’exposition d’objets, le concepteur doit se préoccuper des phénomènes du rendu des couleurs et des couleurs de la lumière.
Om bij de presentatie van objecten een optimale lichtwerking na te streven, moet de planner zich vertrouwd maken met de verschijningsvormen van kleurweergave en lichtkleuren.
Couleur de la lumière et perception La couleur est un élément important de la perception visuelle. Sans lumière, qu’il s’agisse de la lumière du jour ou d’un éclairage artificiel, la couleur n’existe pas. L’association de lampes et de filtres permet une myriade de combinaisons destinées à éclairer espaces et objets en lumière colorée, afin d’accentuer ou de modifier leur effet lumineux. En particulier pour exposer, par exemple dans les musées, les salons d’exposition ou les boutiques, on peut utiliser la couleur de la lumière comme instrument de conception. On appelle couleur de la lumière une couleur rayonnée par une source lumineuse. Elle résulte de la somme du spectre lumineux émis et se définit de façon précise par trois paramètres : le coloris, la saturation et la luminosité. Le concept de couleur de la lumière recouvre aussi bien la lumière blanche et ses nuances de blanc chaud, neutre ou naturel que la lumière colorée dans l’ensemble du spectre visible. Pour la spécification, il faut tenir compte du fait que les lampes à lumière blanche chaude font ressortir les rouges et les jaunes, alors que la lumière du jour souligne les bleus et les verts, c’est-à-dire les couleurs froides. La couleur de la lumière joue également un rôle dans l’appréciation subjective d’une situation d’éclairage. Lorsque l’intensité lumineuse est importante et l’éclairage diffus, comme à la lumière du jour, les lumières de couleurs froides sont agréables. En revanche, dans des conditions de luminosité plus faible et de lumière orientée, comme à la lueur d’une bougie, on préfère les lumières de couleurs chaudes. Pour éclairer d’une lumière colorée des murs ou des objets eux-mêmes colorés, il faut bien connaître l’interaction des couleurs de la lumière avec celles des solides. Dans la pratique, il est conseillé, pour l’éclairage de surfaces colorées ou l’utilisation de filtres de couleur, de pratiquer des essais d’éclairage ou des simulations afin d’évaluer les effets de couleur. Les mêmes couleurs de la lumière peuvent, en raison de spectres variés, avoir un rendu des couleurs différent. Les spectres continus, comme ceux des lampes à incandescence, ont un rendu des couleurs homogène et de très bonne qualité. Pour de plus amples informations sur les systèmes, les contrastes ou les mélanges de couleurs ou pour des exemples d’application, vous pouvez consulter le Guide du Light Scout d’ERCO à la rubrique « Concevoir avec de la lumière », avec simulations et éléments interactifs.
Lichtkleur en waarneming Kleur is een belangrijk bestanddeel van de visuele waarneming. Zonder licht, of het nu daglicht is of kunstmatige verlichting, is er geen kleur. De combinatie van verlichting en filters biedt een veelheid aan vormgevingsmogelijkheden, om met gekleurd licht ruimtes en objecten in hun lichtwerking te accentueren of te veranderen. Vooral bij de presentatie van objecten, bijvoorbeeld in musea, op beurzen of in bedrijven kan de lichtkleur als vormgevend middel worden ingezet. Door middel van de lichtkleur wordt de kleur die door een lichtbron wordt uitgestraald gekarakteriseerd. Deze bestaat uit de som van de kleuren in het uitgestraalde lichtspectrum, en kan via de parameters kleurnuance, gevoel van verzadiging en lichtsterkte precies worden gedefinieerd. Het begrip lichtkleur omvat zowel wit licht met de lichtkleuren warmwit, neutraal wit en daglichtwit, alsmede het gekleurde licht met het gehele zichtbare spectrum. Bij de specificatie moet in acht worden genomen, dat warmwitte lampen rode en gele kleuren accentueren, terwijl onder daglichtwit licht blauw en groen, d.w.z. koude kleuren meer naar voren worden gehaald. Ook voor de subjectieve beoordeling van een verlichtingssituatie speelt lichtkleur een rol. Koudere lichtkleuren worden bij grote verlichtingssterkte en diffuse verlichting, net als bij daglicht, als aangenaam ervaren. Warme lichtkleuren worden daarentegen bij geringe verlichtingssterkte en gericht licht (vergelijkbaar met het licht van een kaarsvlam) als behaaglijk waargenomen. Bij de verlichting van gekleurde wanden of objecten met gekleurd licht is kennis over de wisselwerking van licht- en objectkleur beslissend. In de praktijk is het aan te bevelen om bij de verlichting van gekleurde oppervlakken of bij het gebruik van kleurfilters, proefverlichtingen of simulaties uit te voeren, om de kleurwerking te kunnen beoordelen. Gelijke lichtkleuren kunnen op grond van verschillende spectrale samenstellingen tot een verschillende kleurweergave leiden. Continue spectra, zoals bijv. die van gloeilampen leiden tot een gelijkmatige en zeer goede kleurweergave. Meer diepgaande informatie over kleursystemen, kleurcontrasten, het mengen van kleuren en toepassingsvoorbeelden zijn te vinden in de Guide van de ERCO Light Scout, in het hoofdstuk „Vormgeven met licht” met simulaties en interactieve elementen.
Pour éclairer les arbres, de multiples dispositions d’appareils d’éclairage sont possibles. De bons systèmes anti-éblouissement évitent la gêne de la lumière diffuse et réduisent l’éblouissement. Voor de verlichting van bomen kunnen veel verschillende armaturenindelingen worden gekozen. Goed afgeschermde armaturen helpen om storend strooilicht te vermijden en de verblinding te beperken.
Thomas Schielke Thomas Schielke http://www.erco.com/guide
http://www.erco.com/guide
L’éclairage des arbres et de la végétation Pour le paysagiste, les arbres constituent l’élément essentiel de l’organisation de l’espace. L’apparence de la végétation évolue continuellement selon l’heure de la journée et la saison. La lumière solaire confère aux arbres une forte plasticité et projette au sol une ombre qui épouse la forme du branchage et oscille au gré du vent, tandis que la lumière de la lune porte une ombre qui ne fait qu’esquisser le contour des arbres. En hiver prédomine un branchage en filigrane, tandis qu’en été les cimes s’étoffent en volumes compacts. L’éclairage nocturne de la végétation dans les parcs, les cours intérieures ou les entrées de domaine facilite l’orientation, définit les espaces et dessine les perspectives. Les arbres de forme arrondie et à feuillage touffu, pendant très bas vers le sol, se prêtent à un éclairage par projection utilisant des appareils situés autour de l’arbre, de façon à souligner la plasticité de sa cime. Les arbres en forme de parasol, au feuillage aéré et transparent, sont éclairés par des Uplights disposés sous l’arbre, grâce auxquels la cime irradie. Des projecteurs de forte puissance, éclairant de très haut, reproduisent la structure du branchage et le contour de l’arbre sur le sol, recréant ainsi l’impression d’une lumière lunaire. La lumière émise par un appareil d’éclairage à faisceau lumineux étroit disposé près du tronc souligne par effleurement la texture de l’écorce et met en exergue la verticalité du tronc. Le choix des lampes et le recours aux filtres de couleur permettent de jouer sur l’effet de couleur des feuilles et des fleurs. Le blanc de la lumière du jour accentue le bleu-vert du feuillage, tandis que les blancs de couleur chaude soulignent son brun-roux. Concernant la disposition des appareils d’éclairage, plusieurs variantes de montage sont envisageables. Les encastrés de sol s’insèrent très bien dans le paysage, mais ils requerraient une protection contre les salissures et les herbes folles. Pour les appareils montés sur le sol ou sur tubes verticaux, cela pose moins problème. Dans les parcs, les promeneurs peuvent généralement adopter plusieurs points de vue pour admirer la végétation : il faut en tenir compte pour le positionnement des appareils d’éclairage. Une orientation étudiée et des appareils d’éclairage à grand angle cut-off constituent de bons dispositifs anti-éblouissement pour les passants. Sur Internet, à la rubrique Eclairage extérieur, le Guide présente de façon détaillée les effets de lumière suscités pour différentes formes d’arbres par divers dispositifs, simulations et dessins à l’appui.
Verlichting van bomen en vegetatie Bomen zijn in de landschapsarchitectuur het belangrijkste element om ruimtes te vormen. De verschijning van de vegetatie verandert ononderbroken tijdens de tijdstippen van een dag en gedurende de jaargetijden. Zonlicht geeft de bomen een sterke plasticiteit en geeft, afhankelijk van het bladerdak een met de wind veranderend schaduwbeeld op de grond, terwijl maanlicht alleen de contouren van bomen als silhouetten achterlaat. In de winter vormen filigrane takken het beeld, terwijl ’s zomers de toppen van de bomen, vol met bladeren in compacte volumes veranderen. De nachtelijke verlichting van vegetatie in parken, atria en ingangsdomeinen maakt oriëntatie mogelijk, definieert de grenzen van een ruimte en ensceneert gezichtspunten. Kogelvormige bomen met dichte, naar beneden hangende bladeren zijn geschikt voor een vloeiende verlichting bij een positionering van de armaturen buiten het boomgrondvlak, om zo de plasticiteit van de boomtoppen te onderstrepen. Bij parapluvormige bomen met los, doorzichtig bladerdak kan de verlichting binnen het boomgrondvlak door middel van uplights de gehele boomtop doen stralen. Ver van bovenaf stralende schijnwerpers tekenen de structuur van de takken, respectievelijk de contouren van een boom op de bodem na, en wekken zo de indruk van maanlicht. De positionering van smal stralende armaturen in de buurt van de stam, accentueert met strijklicht de textuur van de boombast en doet de stam uitkomen als een verticaal element. Met de selectie van lampen en het gebruik van kleurfilters kunnen de kleurwerking van de bladeren en bloei worden beïnvloed. Daglichtwitte lichtkleuren accentueren blauwgroene lichtkleuren, terwijl warmwitte lichtkleuren bruinrode bladeren meer naar voren halen. Voor de armaturenindeling zijn de volgende montagevarianten beschikbaar. Vloerinbouwarmaturen zijn zeer goed in de landschapsruimte in te passen, zij moeten echter tegen vervuiling en begroeiing worden beschermd. Dit is bij armaturen, die op vloeren of op staande buizen gemonteerd zijn minder problematisch. De toeschouwer van de vegetatie in plantsoenen kan gewoonlijk meerdere perspectieven kiezen; hier moet bij de positionering van armaturen rekening mee worden gehouden. Zorgvuldig uitrichten en armaturen met een grote cut-off bieden een goede waarborg tegen het verblinden van passanten. De Guide op internet laat in het hoofdstuk buitenverlichting door middel van simulaties en tekeningen gedetailleerd de lichtwerking zien bij verschillende bouwvormen en bij verschillende arrangementen.
Thomas Schielke Thomas Schielke
20
ERCO Lichtbericht 71 09/03
ERCO Lichtbericht 71 09/03
21
Optec Projecteurs et projecteurs à faisceau mural Optec spots en wallwashers
22
ERCO Lichtbericht 71 09/03
QR-CBC51 50W/12V 80 ∅ 70 120
QT12 75W/12V
HIT-TC-CE 35W
80
Onder de bekende naam Optec verschijnt een compleet nieuw ontwikkelde generatie spots, die voor wat betreft hun functieen systeemomvang bijzonder geschikt zijn voor toepassingen zoals galerieën, winkelbedrijven, restaurants en ook privé-huizen. Het accent van het lampenaanbod ligt bij de laagvolts- en halogeen-metaaldamplampen, die met name voor de winkelverlichting een belangrijke rol spelen. In deze serie spots heeft de constructieve scheiding van armatuurkop en bedrijfsapparatuurbehuizing een pregnante vorm. Bovendien maakt het de toepassing van verschillende materialen voor bouwonderdelen die aan de betreffende thermische belastingen aangepast zijn mogelijk. Bij armaturen met een elektronische transformator kan de lichtsterkte traploos van 100 %–10 % gedimd worden. Het programma onderdelen met diverse filters en lenzen maakt aanpassing aan de speciale toepassingen mogelijk.
∅ 90
QT12 75W/12V
140
QT12 100W/12V
QR111 100W/12V
QT12 100W/12V
HIT-CE 70W
HIT-CE 70W
HST 100W
96
Le célèbre nom d’Optec concerne désormais une toute nouvelle génération de projecteurs. L’étendue de leurs fonctions et de leurs applications les prédisposent, tout particulièrement, à être utilisés dans les galeries d’art, les magasins, les restaurants ou même chez les particuliers. Pour ce qui est du choix de lampes, le point fort de ces projecteurs est de pouvoir recevoir des lampes halogènes basse tension et des lampes aux halogénures métalliques, et de jouer, ainsi, un rôle particulièrement important dans l’éclairage des commerces. La séparation structurelle entre le boîtier porte-lampe et le boîtier du ballast confère à cette série de projecteurs une forme compacte et permet l’utilisation de différents matériaux prévus pour résister aux charges thermiques auxquelles les boîtiers sont exposés. Sur des appareils d’éclairage dotés d’un transformateur électronique, la luminosité peut être réduite de façon continue de 100 à 10 %. Grâce aux accessoires disponibles, dont divers filtres et lentilles, ces projecteurs peuvent s’adapter à des cas de figure très particuliers.
127
Optec wallwashers voor laagspannings-halogeenlampen
Optec spots voor natriumdamp-hogedruklampen
150
Optec spots voor laagspannings-halogeenlampen
Optec Projecteurs pour lampes à vapeur de sodium blanc
175
Optec Projecteurs à faisceau mural pour lampes halogènes basse tension
175
Optec Projecteurs pour lampes halogènes basse tension
∅ 125 176
ERCO Lichtbericht 71 09/03
23
Skim Appareils encastrés Skim plafondinbouwarmaturen
QR-CBC51 50W/12V
QT12 50W/12V
115
25
∅ 134
∅ 117
QR-CBC51 50W/12V
QR-CBC51 50W/12V
QT12 75W/12V 100W/12V
HIT-CE 35W
QT12 75W/12V
HIT-CE 35W
QT12 75W/12V
HIT-TC-CE 35W
QT12 75W/12V
HIT-TC-CE 35W
QT12 50W/12V
140
25
∅ 166
∅ 149
Skim Downlights avec anneau varychrome Skim downlights met varychrome-voeg
24
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Les appareils encastrés de la série Skim possèdent un détail de montage caractéristique : entre le bord du réflecteur et l’anneau d’encastrement au ras du plafond, il y a un joint circulaire précis qui peut être un joint d’ombre, un anneau lumineux à lumière diffuse ou même un anneau varychrome d’une lumière d’une couleur au choix. L’anneau lumineux à lumière diffuse est alimenté par la source principale de lumière, et fait que le réflecteur semble flotter au plafond. Sur les appareils d’éclairage varychromes Skim, on utilise des LED RGB, pour alimenter par un élément en fibre optique toute couleur souhaitée dans l’anneau lumineux. Le programme commence avec la taille 3. Il comprend des Downlights, Downlights à faisceau mural, des projecteurs à faisceau mural à lentilles, des encastrés orientables et Downlights orientables avec un grand choix de lampes et s’oriente au niveau technique d’éclairage, dispositif anti-éblouissement et confort visuel, au standard élevé des Downlights du programme ERCO Lightcast.
De plafondinbouwarmaturen uit de serie Skim bezitten een kenmerkend inbouwdetail: Tussen reflectorrand en de voor het plafond geschikte vlakke inbouwring loopt een omlopende precieze sleuf. Deze kan als shadow-gap worden uitgevoerd, maar ook als een diffuus oplichtende lichtvoeg, en zelfs als in willekeurige kleuren oplichtende varychromevoeg. De diffuus oplichtende lichtvoeg wordt door de hoofdlichtbron gevoed en zorgt ervoor dat de reflector ogenschijnlijk in het plafond zweeft. Bij de Skim varychrome armaturen worden LED’s in RGB-techniek gebruikt, om via een lichtgeleidingselement iedere gewenste kleur in de lichtvoeg mee te voeden. Het programma begint met maat 3. Het omvat downlights, downlightwallwashers, lens-wallwashers, richtbare spots en richtbare downlights voor een brede keuze aan lampen en is qua lichttechniek, bescherming tegen verblinding en kijkcomfort afgestemd op de hoge standaard van de vergelijkbare downlights van het ERCO Lightcast programma.
QT12 50W/12V
Le symbole varychrome et l’adjectif varychrome caractérisent des produits ERCO avec une couleur de lumière variable commandée électroniquement ou une part de lumière correspondante. Het varychrome symbool en de toevoeging aan de naam varychrome kenmerken de ERCO producten met elektronisch stuurbare, variabele lichtkleur resp. een overeenkomstig lichtaandeel.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
25
Focalflood Projecteurs Flood et Downlights apparents pour lampes fluorescentes T16
Focalflood washers en opbouwarmaturen voor T16-fluorescentielampen
Focalflood Downlight apparent Focalflood opbouwarmatuur
Focalflood washers varychrome
26
ERCO Lichtbericht 71 09/03
T16 28W 143
T16 54W
1242
206
145
Les versions varychromes des projecteurs Flood et Downlights apparents sont des outils d’éclairage particulièrement variés : elles permettent une fonction de mélange de couleurs avec des lampes fluorescentes T16 de couleur suivant le principe RGB. Les trois ballasts électroniques graduables, un par lampe, sont intégrés dans le boîtier de l’appareil d’éclairage. La commande s’effectue par 3 entrées suivant la technique dite de 1 à 10 V, en liaison, par exemple, avec un système de programmation de la lumière ERCO, ou, autre solution, par DALI. Une lentille Softec et un diffuseur supplémentaire assurent un mélange optimal des trois couleurs primaires à la sortie de la lumière, de telle sorte que la couleur du faisceau lumineux est absolument homogène sur l’ensemble de la surface éclairée.
81
T16 28W 1xRouge/rood 1xVert/groen 1xBleu/blauw
325
T16 28W 81
325
145
1242
157
Focalflood Projecteur Flood varychrome
La gamme de projecteurs Focalflood est complétée par les modèles avec lampes fluorescentes T16 économiques. Les projecteurs Focalflood avec lampes T16 possèdent une embase articulée. Leur réflecteur avec une protection anti-éblouissement particulièrement élevée produit un cône d’éclairage large avec focalisation du rayonnement. Ils sont adaptés lorsqu’ils sont disposés en ligne, également pour l’éclairage de grandes surfaces murales et de façades à l’extérieur, ou individuellement par exemple pour l’éclairage de tableaux ou de surfaces d’objets. Les Downlights apparents Focalflood sont utilisés pour l’éclairage général par exemple dans la circulation ou l’architecture industrielle, les cours intérieures ou les passages souterrains. Leur réflecteur Darklight non-éblouissant produit un faisceau lumineux large pour l’éclairage direct, efficace des surfaces horizontales. Pour changer les lampes, il suffit de rabattre le cadre avant à deux parties avec le verre de protection. Le boîtier étanche à la poussière et aux projections d’eau à protection IP 65 est composé d’un profilé en aluminium extrudé et est recouvert de plusieurs couches de revêtement par poudre.
T16 28W 1xRouge/rood 1xVert/groen 1xBleu/blauw
Le symbole varychrome et l’adjectif varychrome caractérisent des produits ERCO avec une couleur de lumière variable commandée électroniquement ou une part de lumière correspondante. Het varychrome symbool en de toevoeging aan de naam varychrome kenmerken de ERCO producten met elektronisch stuurbare, variabele lichtkleur resp. een overeenkomstig lichtaandeel.
T16 54W
De Focalflood washerfamilie wordt met uitvoeringen voor de economische T16-fluorescentielampen uitgebreid. Focalflood washers voor T16-lampen bezitten een poot met scharnieren als armatuur. De bijzonder sterk antiverblindende reflector produceert een brede lichtbundel met focaal zwaartepunt. Lineair geplaatst zijn ze geschikt voor de verlichting van grote wandoppervlakken en façades in de buitenruimte, of separaat bijvoorbeeld voor de verlichting van borden of vlakke, platte objecten. De Focalflood opbouwarmaturen worden voor de algemene verlichting bijvoorbeeld in de verkeers- en industriecultuur, in atria of in tunnels gebruikt. De anti-verblindende darklight-reflector produceert een brede lichtverdeling voor de efficiënte, directe verlichting van horizontale oppervlakken. Voor de vervanging van de lampen kan het tweedelige frontframe met het veiligheidsglas eenvoudig opengeklapt worden. De behuizing met beschermingsgraad IP65 is stofdicht, spatwaterbestendig en bestaat uit een aluminium-strenggietprofiel en is meervoudig gecoat. Bijzonder veelzijdige lichtinstrumenten vormen de varychromeversies van de washers en opbouwarmaturen: Zij bieden een kleurmengfunctie door middel van kleurrijke T16-fluorescentielampen volgens het RGB-principe. De drie dimbare elektronische bedrijfsapparaten, telkens een per lamp, zijn in de armatuurhuis geìntegreerd. De regeling ervan geschiedt via 3 ingangen in 1–10 V-techniek, bijvoorbeeld in combinatie met een ERCO lichtregelinstallatie, of als alternatief via DALI. Een softec lens en een extra diffusor garanderen de optimale menging van drie basiskleuren bij de lichtuittrede, zodat de aangestuurde lichtkleur op het te verlichten vlak absoluut gelijkmatig overkomt.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
27
Architecture de verre, architecture de lumière : de nuit, le bâtiment joue de sa transparence ; différentes qualités de lumière en délimitent les diverses zones d’utilisation.
Glasarchitectuur is lichtarchitectuur: ’s Nachts speelt het gebouw met zijn transparantie; uiteenlopende lichtkwaliteiten kenmerken de verschillende functiegebieden.
Banque ING, Amsterdam
www.meyer-vanschooten.nl www.ing.nl Amsterdam est en plein boom. Pendant qu’à l’Est le port se mue en un véritable quartier résidentiel, la méga City s’étend essentiellement vers le Sud. D’ici 2025 en effet, Zuidas devrait se transformer en une zone urbaine où résidences et bureaux se succèderont en masse. Une des premières pièces de cette ambitieuse mosaïque y est d’ores et déjà posée : le nouveau siège du groupe ING dont la forme originale a inspiré les habitants d’Amsterdam pour le qualifier de « chaussure ». Situé aux abords immédiats du périphérique autoroutier, l’édifice de verre fera la jonction entre le futur quartier et l’espace vert de la « nouvelle mer ». Tandis qu’il s’élève à seulement 20 mètres côté verdure, côté ville le bâtiment se dresse de toute la hauteur de ses huit étages, soit 48 mètres. 400 employés y travaillent derrière une double façade transparente, pour le compte d’une entreprise née en 1991 de la fusion de la troisième banque néerlandaise et du premier assureur du pays. Le groupe ING se considère comme un réseau mondial et moderne, aussi l’architecture passe-t-elle outre les attributs typiques du monde financier, qui aspire le plus souvent à la verticalité et raffole des façades miroitantes. Le siège du groupe ING mise sur la dynamique de ce long bâtiment cunéiforme, dont les 16 pieux élevés en « V » montent si haut au-dessus du sol que chaque poste de travail est assuré d’une vue dégagée sur le remblai élevé de l’autoroute – et que l’on croit voir en réalité un vaisseau spatial faisant escale. Armin Scharf
28
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Architecture : Meyer & Van Schooten Architecten, Amsterdam Architecture d’intérieur : Designgroep Trude Hooykaas bV avec Meyer & Van Schooten Architecten
Des concepts d’éclairage différenciés : encastrés à faisceau mural à lentille et Downlights à double foyer Lightcast pour lampes halogènes pour la „Passerelle des conférences” (ci-dessus) et lampes de bureau Lucy aux postes de travail (ci-dessous).
Gedifferentieerde lichtconcepten: Lens-wallwashers en Lightcast dubbelfocusdownlights voor halogeenlampen op de „Conferentie-brug” (boven), Lucy tafelarmaturen op de werkplekken (beneden).
ERCO Lichtbericht 71 09/03
29
ING Bank, Amsterdam
Architectuur: Meyer & Van Schooten Architecten, Amsterdam Binnenhuisarchitectuur: Designgroep Trude Hooykaas bV met Meyer & Van Schooten Architecten www.meyer-vanschooten.nl www.ing.nl La construction de toit en verre et acier supporte des rails triphasés équipés de projecteurs Stella pour lampes halogènes basse tension.
Les atriums, les loggias et les jardins, qui relient plusieurs étages entre eux, confèrent à l’édifice un intérieur de grande qualité et permettent de multiples utilisations. Conçu en conséquence, l’éclairage répond à un même mot d’ordre : flexibilité. Atria, loggia’s en tuinen, die meerdere niveaus met elkaar verbinden, geven het gebouw een hoge interieurkwaliteit en staan multifunctionele gebruiksmogelijkheden toe. Dienovereenkomstig flexibel is het verlichtingsconcept opgebouwd.
30
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Ces lieux non conventionnels d’où se dégagent ouverture et futurisme, expressions des valeurs de l’entreprise, accueillent aussi bien des fêtes et des réceptions que des formations.
Amsterdam boomt. Terwijl uit het oostelijke havenareaal een onvervalst woongebied gaat ontstaan, groeit de mega-city vooral in zuidelijke richting. Tot 2025 moet daar het gebied Zuidas veranderd zijn in een sterk gecomprimeerde, verstedelijkte kantoren- en woonwijk. Met de eigenzinnig gevormde, door de Amsterdammers als „Schoen” aangeduide nieuwe hoofdkantoor van de ING groep is daar al een eerste moziëksteen van het prestigieuze masterplan gerealiseerd. Direct naast de autosnelwegring gesitueerd, zal het glazen gebouw in de latere wijk de scheiding naar het groen van de „Nieuwe Meer” markeren. Terwijl het boven het landschap maar 20 meter oprijst, groeit het gebouw richting stadskant naar zijn volledige hoogte van acht etages, dus 48 meter. 400 medewerkers zijn daar achter een doorzichtige dubbele glasfaçade werkzaam – voor een onderneming, die in 1991 uit een samenvoeging van de op twee na grootste Nederlandse bank en de grootste verzekeraar van het land ontstond. De ING groep kan worden gezien als een modern en internationaal opererend netwerk – in overeenstemming daarmee vermijdt de architectuur de gebruikelijke attributen van de financiële wereld, die meestal in het verticale gericht zijn en houdt van spiegelfaçades. Het ING-hoofdkantoor wordt gebouwd op de dynamiek van een lang uitgestrekte wigvorm, die 16 V-vormige stelten zo ver boven de grond tillen en aan iedere arbeidsplek een vrij uitzicht garandeert boven de hoge dam van het autotracé - en waardoor het lijkt alsof in werkelijkheid een ruimteschip een tussenlanding maakt.
De dakconstructie uit glas en staal draagt 3-fasen-spanningsrails die met Stella spots voor laagspanningshalogeenlampen zijn uitgerust.
Piloté par un système ERCO de gestion de la lumière, l’éclairage du restaurant s’adapte aussi bien aux conditions de luminosité qui varient au cours de la journée, qu’à d’autres utilisations.
De verlichting van de restaurants kan, gestuurd door een ERCO lichtregelsysteem, aangepast worden aan de wisselende lichtomstandigheden gedurende de dag en aan de verschillende gebruiksomstandigheden.
Armin Scharf
Feesten, ontvangsten, maar ook trainingen vinden in deze onconventionele ruimten plaats, waarvan de open futuristische gevoelsindruk de waarden van de onderneming moet uitdrukken.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
31
Albertina, Vienne
Architectes nouveau bâtiment : Steinmayr et Mascher, Vienne et Feldkirch Architecte restaurant : Arkan Zeytinoglu Architecte boutique du musée : Callum Lumsden Architecte hall d’entrée : Hans Hollein Etudes d’éclairage : Kaltenbeck et Kapeller www.albertina.at
Le « Harriet Hartmann Court » (à gauche) est éclairé de 16 mètres de haut par des Downlights apparents équipés de lampes à halogénures métalliques.
beaucoup endommagé le palais en mars 1945, mais les véritables attaques à l’encontre du bâtiment n’eurent lieu qu’après la guerre. L’on abattit par exemple purement et simplement l’imposante façade restée intacte, et on la remplaça par un banal décor néo-baroque. Lors de sa récente restauration, l’Albertina a retrouvé les ornements de sa façade d’origine, ce qui a néanmoins coûté la bagatelle de 2,3 millions d’euros à la ville de Vienne, les pièces d’apparat et leurs dorures légendaires s’étant de leur côté refait une beauté pour quelque 4,6 millions d’euros. En tout, le coût du projet s’élève à près de 100 millions d’euros, dont une part considérable débloquée par les sponsors, qui purent ainsi donner leur nom à certaines parties de l’édifice. Les esprits critiques y verront l’apparition d’une nouvelle attitude mercantile, mais c’est tout de même l’art qui, en dernière instance, en ressort grandi, des maîtres de la Renaissance au 19e, de l’art moderne au graphisme contemporain, sans oublier, enfin, la photographie. Les œuvres sont désormais exposées dans des conditions optimales.
Vienne ne serait pas ce qu’elle est si la réouverture de l’Albertina n’avait pas dûment été célébrée au cours d’une manifestation mêlant glamour et mondanités.
Wenen zou geen Wenen zijn geweest als men de heropening van Albertina niet als een met veel glamour omgeven nationale gebeurtenis op passende wijze zou vieren.
Armin Scharf
De „Harriet Hartmann Court” (links) wordt vanuit 16 meter hoogte helemaal door opbouwdownlights met halogeen-metaaldamplampen verlicht.
Rafraîchie, agrandie, modernisée, reconstruite : telle est depuis peu l’Albertina, dotée d’une collection graphique riche de plus d’un million d’œuvres. Un musée de renommée mondiale, qui renferme notamment le célèbre Lièvre de Dürer. Ses entrepôts ont été agrandis par un espace principalement aménagé dans le sous-sol de l’ancien bastion, en harmonie avec l’architecture du nouveau bâtiment, haut de quatre étages, dédié à la formation. La nouvelle construction, conçue par les architectes Steinmayr et Mascher à l’occasion d’un appel d’offres, s’encastre avec beaucoup de discrétion dans la partie historique de l’édifice. Cet amalgame réussi évoque l’histoire pleine de rebondissements du bâtiment, commencée au milieu du 17e siècle par l’édification d’une 32
ERCO Lichtbericht 71 09/03
demeure impériale à l’emplacement d’un ancien bastion viennois. C’est de cette époque que date la structure en forme de trapèze, qui s’est conservée à travers les siècles en dépit de tous les bouleversements. Le musée a ouvert ses portes en 1800, lorsque le duc Albert a fait transporter sa collection d’art graphique dans le couvent augustinien voisin. Il en profita alors pour adjoindre une très vaste aile au bâtiment, qui devint ainsi le palais des Habsbourg le plus grand de Vienne. A la chute de la monarchie après la première guerre mondiale, la collection fut transférée au patrimoine du jeune Etat autrichien, qui la réunit avec les collections d’eaux-fortes de la bibliothèque nationale. Les bombes avaient ERCO Lichtbericht 71 09/03
33
Albertina, Wenen
Architecten nieuwbouw: Steinmayr en Mascher, Wenen en Feldkirch Architect restaurant: Arkan Zeytinoglu Architect museumshop: Callum Lumsden Architect opgang: Hans Hollein Lichtplanning: Kaltenbeck en Kapeller www.albertina.at
Dans le hall « PropterHomines », l’éclairage est assuré par des encastrés à faisceau mural graduables pour lampes fluorescentes et un rail triphasé. Ce rail porte des projecteurs basse tension Pollux dont la luminosité est réglable individuellement grâce à un gradateur intégré au transadaptateur.
Chargées d’émotion, les estampes de l’Albertina nécessitent un éclairage adapté et flexible, qui ne leur soit bien sûr pas nocif. De gevoelige grafische kunstwerken van Albertina vereisen een sensibel ondersteunend, flexibel en vooral behoedzaam lichtconcept.
34
ERCO Lichtbericht 71 09/03
Opgefrist, uitgebreid, gemoderniseerd, gereconstrueerd – zo presenteert Albertina zich sinds kort met haar grafische collectie van meer dan een miljoen werken. Een museum van wereldformaat, dat onder andere de beroemde Hazen van Dürer in zijn depot heeft. Deze werden door een diepteopslag vergroot en werden in een bouwkundig samenhangend geheel met het nieuwe vier verdiepingen tellende studiegebouw grotendeels onderaards in het toenmalige bastion opgebouwd. Ontstaan uit een wedstrijd en gepland door de architecten Steinmayr en Mascher, is de nieuwbouw uiterst terughoudend in het historische ensemble ingevoegd. Dat kan op een bewogen geschiedenis terugblikken, die midden 17de eeuw met de bouw van een keizerlijke bouwwerf op het toenmalige bastion van Wenen begon. Uit deze tijd stamt ook de trapezevormige doorsnede, die ondanks alle veranderingen door de eeuwen heen in stand is gebleven. De geboorte van het museum dateert evenwel uit het jaar 1800, toen Hertog Albert zijn grafische collectie in het naburige Augustijner klooster onderbracht. Tegelijkertijd breidde hij met een langgerekte bouw van een vleugel het complex uit tot het grootste Habsburgse paleis in Wenen.
Au sous-sol, l’ancien bastion abrite le nouveau hall dédié aux expositions temporaires. L’éclairage général et l’éclairage d’accentuation sont assurés par des rails lumière Hi-trac auxquels sont intégrés des lampes fluorescentes T16 pour un éclairage indirect par le plafond et des projecteurs Pollux. Des projecteurs à faisceau mural Optec éclairent la cloison mobile de façon uniforme.
In de „PropterHomines-Hal” zijn dimbare inbouwwallwashers voor fluorescentielampen en een omlopende 3-fasen-spanningsrail te vinden. Ze draagt Pollux laagvolts-spots, waarvan de lichtsterkte door de in de transadapter geïntegreerde dimmer apart geregeld kan worden.
Met het einde van de monarchie na de eerste wereldoorlog kwam de collectie van Albert in het bezit van de jonge staat Oostenrijk, die deze samenvoegde met de verzameling kopergravures van de Nationale Bibliotheek. In maart 1945 werd het paleis in aanzienlijke mate door bommen beschadigd, maar de eigenlijke schendingen vonden pas aan het eind van de oorlog plaats. Men brak destijds bijvoorbeeld de overgebleven imposante voorgevel af en verving deze door een banaal, neobarok decor. Met de actuele sanering kreeg Albertina ook haar toenmalige façadeornamentiek terug, wat de stad Wenen toch nog 2,3 miljoen euro kostte, terwijl de mooie ruimten met het legendarische verguldsel voor 4,6 miljoen euro grondig werden opgefrist. In totaal vloeide er rond 100 miljoen euro in het project, sponsoren leverden een aanzienlijke bijdrage en mochten hun naam als sponsor vermelden. Critici zien daarin weliswaar een nieuwe wijze van commercialisering, maar uiteindelijk is de kunst van de oude meesters van de 19de eeuw, de klassieke modernen, de contemporaine grafische en fotografische kunst de winnaar. Ze kan nu onder de meest optimale omstandigheden gepresenteerd worden.
Les lentilles de projection et les cadreurs des projecteurs Pollux permettent d’accentuer ponctuellement et précisément les œuvres exposées. Projectielenzen en contouren-beeldmaskers van de Pollux spots dienen voor de exacte, puntsgewijze accentuering van de museumstukken.
Armin Scharf
Onderaards in het voormalige bastion bevindt zich de nieuwe wisseltentoonstellingshal. Hier zorgen Hi-trac spanningsrails met geïntegreerde, indirect naar boven stralende T16-fluorescentielampen en Pollux spots voor basis- en accentverlichting. Optec wallwashers verlichten de transparante scheidingswand gelijkmatig.
ERCO Lichtbericht 71 09/03
35
Federation Square, Melbourne
Architecte : Lab Architecture Studios, Melbourne, en collaboration avec Bates Smart, Melbourne Etudes d’éclairage : Lighting Design Partnership, Darlinghurst, Australie http://www.federationsquare.com.au
Pour ce qui est des galeries d’art, les concepteurs d’éclairage ont proposé des projecteurs à faisceau mural Optec pour l’éclairage homogène des murs et des projecteurs TM pour l’éclairage d’accentuation. Dans les zones de passage multifonctions en revanche, ils ont associé des Downlights équipés de lampes PAR56 ou HIT et des projecteurs Eclipse dotés de lampes PAR56, qui diffusent une lumière indirecte par les voûtes du plafond pour un effet vivant et animé.
Après un débat de plusieurs décennies sur l’édification d’un centre culturel à Melbourne, cinq années houleuses ont été nécessaires à l’élaboration du projet et à la construction ; aujourd’hui enfin, la controverse cède à l’enthousiasme grandissant tant du public que de la critique architecturale. La collection d’œuvres d’art australiennes de la galerie nationale de Victoria, l’Australian Center for the Moving Image et ses nombreuses salles de cinéma, une station de télévision et de radio,
des salles de concert, des magasins, des restaurants et des cafés ont tous trouvé en Federation Square leur nouveau refuge, là où une architecture aérée sait utiliser des espaces tant intérieurs qu’extérieurs pour relier ces nom36
ERCO Lichtbericht 71 09/03
breuses zones entre elles. Une remarquable place de 7 500m2 a été prévue pour accueillir jusqu’à 15000 personnes. Elle s’est d’ores et déjà révélée un forum public particulièrement flexible et apprécié, ses utilisations allant des manifestations politiques au Melbourne Food and Wine Festival. Federation Square, qui couvre une surface de 3,8 hectares, a été érigé sur une plateforme sous laquelle passe un réseau ferré. Le principal quartier commerçant de la ville est ainsi de nouveau relié à la rive du fleuve Yarra, par l’entremise d’un espace où « les systèmes convergent », selon la formule des architectes Donald Bates et Peter Davidson. Ces derniers ont développé pour ce projet un système qui repose sur une géométrie abstraite de volumes qui se chevauchent plutôt que sur une structure rationnelle. Cette option caractérise également la conception de la façade du nouvel édifice. Des triangles de grès, de tôle de zinc partiellement perforée et de verre s’intègrent les uns aux autres en des dalles fractales, et forment des surfaces légèrement inclinées les unes contre les autres, dont la structure rappelle l’intérieur d’une grenade. Tel un filet de camouflage, la façade extérieure laisse entrevoir l’intérieur du bâtiment, sans en révéler la structure pour autant. On se
De lichtplanners hadden het idee opgevat om voor de kunstgalerieën Optec wallwashers voor een gelijkmatige verlichting, en TM-spots als accentverlichting te gebruiken. In de multifunctionele circulatiezones werden daarentegen downlights met PAR56 resp. HIT-uitvoering en PAR56 Eclipse spots met indirect licht uit plafondvouten gecombineerd om een levendig, opwindend effect te realiseren.
retrouve devant une composition modulée de corps de bâtiment et d’espaces libres qui s’entrelacent en un ensemble indivisible. C’est par son atrium, construction en acier et verre de 20 mètres de large sur 16 mètres de haut qui divise le complexe en deux parties, que le bâtiment se montre dans sa plus grande transparence. Les surfaces irrégulières de la façade de l’atrium coupent le regard tel un écran de branchages. Au Sud, l’atrium s’ouvre en un amphithéâtre de verre qui offre une large vue sur le fleuve et le paysage de la rive opposée, spectacle tout à fait exceptionnel pour une salle de concert. Federation Square se compose de corps et d’espaces orchestrés avec virtuosité. Cet extraordinaire assemblage de lieux culturels se fait ainsi l’expression du concept fédérateur qui lui donne son nom et qui célèbre et unit en un tout cohérent les différentes utilisations en constante mutation qui en sont faites. Paul Bendelow
ERCO Lichtbericht 71 09/03
37
Federation Square, Melbourne
Architect: Lab Architecture Studios, Melbourne, tezamen met Bates Smart, Melbourne Lichtplanning: Lighting Design Partnership, Darlinghurst, Australië http://www.federationsquare.com.au
Decennialang debatteerde men in Melbourne over een Cultureel Centrum en nog eens vijf turbulente jaren gingen voorbij voor het ontwerp en de bouw – maar nu eindelijk wijkt de controverse voor de groeiende bijval vanuit het publiek en de architectuurkritiek. De collectie Australische kunst van de Nationalgalerie van Victoria, het Australian Center for the Moving Image met meerdere bioscoopzalen, een televisie- en radiozender, concertzalen, winkels, restaurants en cafés – al dat heeft hier langs het Federation Square zijn nieuwe herkomst gevonden, gecombineerd met een ’breed opgezette’-architectuur, die zowel de binnenruimten als ook de buitenruimten tussen de gebouwen als medium ziet. Het meest in het oog springende element is een 7500m2 grote plaza, waarop zich wel 15.000 mensen kunnen bevinden. Nu al heeft deze plaza zich als een flexibele en populair openbaar forum bewezen; het nuttig gebruik ervan varieert van politieke demonstraties tot het „Melbourne Food and Wine Festival”. De bovenbouw van de Federation Square met 3,8 ha. oppervlakte ontstond op een platform, waaronder een spoorwegcomplex is gesitueerd. Zij verbindt het zakencentrum van de stad weer met de oever van de rivier de Yarra – een terrein dus, waarin verschillende „systemen convergeren”, zoals de architecten Donald Bates en Peter Davidson dat uitdrukten. Zij ontwikkelden voor de planning een indelingssysteem, dat in plaats van op een rationeel rasterwerk op een abstracte „geometrie van fly-overs” is gebaseerd. Ook de gevelarchitectuur van de nieuwbouw wordt gekenmerkt door deze uitgangspunten. Driehoeken uit zandsteen, uit – deels geperforeerd – zinkplaat en uit glas voegen zich samen tot fractale platen; tezamen vormen zij licht tegen elkaar gekantelde vlakken, waarvan
de structuur gelijkenissen vertoont met de membranen van het binnenste van een granaatappel. Net als een camouflagenet laat de buitengevel wel een inkijk in het binnengedeelte van het gebouw toe, zonder echter de structuur ervan duidelijk kenbaar te maken. In plaats daarvan ervaart men een gemoduleerde compositie uit bouwdelen en tussenruimten, die elkaar kruisvorming verbinden tot een ondeelbaar totaalcomplex. De bouwconstructie laat zich op de meest transparante manier kennen door zijn atrium, een 20 meter brede en 16 meter hoge ruimte-as in een staal-glasconstructie, die het gehele complex in twee delen verdeelt. De onregelmatige oppervlakken breken het zicht door de façade van het atrium zoals een scherm van met rijp bedekte bomen. Aan het Zuideinde opent zich het atrium tot een verglaasd amfitheater, dat – voor een concertzaal zeer ongebruikelijk – een weidse blik over de rivier en het daartegenover liggende parklandschap biedt. De Federation Square bestaat uit op virtuoze wijze georchestreerde delen en ruimten. Zo wordt door deze uitzonderlijke assemblage van culturele schouwplaatsen het federatieve concept uitgedrukt, waaraan de naam werd verleend en dat uiteenlopende, zich constant wijzigende gebruiksbehoeften tot een zinvol geheel verenigt. Paul Bendelow
De nuit, une lumière rasante souligne les ruptures de la façade. Montés sur des câbles qui traversent la place en tout sens, des appareils d’éclairage spéciaux forment un ciel scintillant d’étoiles suffisamment discret pour ne pas voler la vedette aux écrans et autre appareil multimédia du bâtiment.
38
ERCO Lichtbericht 71 09/03
’s Nachts accentueert strijklicht de plooiing van de façadevlakken. Speciale armaturen, die aan heen en weer over de plaza gespannen kabels gemonteerd zijn, vormen een fonkelende sterrenhemel – discreet genoeg, om de doeken en media-elementen niet de show te laten stelen. ERCO Lichtbericht 71 09/03
39
Feux Stop
LightNight 2003, New York Invité d’honneur/Speciale gast: Daniel Libeskind
Achterlicht
Un accueil royal : Andrew Tammes, Président de l’IALD (en haut), Klaus J. Maack, porteparole de la direction d’ERCO (au centre) et Ted Ceraldi, membre du conseil d’administration de l’IALD (en bas), qui connaît M. Libeskind depuis de nombreuses années, souhaitent la bienvenue à l’orateur et aux invités de la LightNight.
Prominente verwelkoming: Andrew Tammes, IALD-president (boven), Klaus J. Maack, woordvoerder van de ERCO directie (midden) en IALD-directielid Ted Ceraldi (onder), die Libeskind al vele jaren kent, verwelkomde de sprekers en gasten van de LightNight.
Le consultant en éclairage Claude Engle (à gauche) qui s’entretien avec Klaus J. Maack. De lichtplanner Claude Engle (links) in gesprek met Klaus J. Maack
40
ERCO Lichtbericht 71 09/03
La Lightfair 2003 a eu lieu à New York du 5 au 8 mai. A cette occasion, ERCO a organisé, en collaboration avec l’IALD (International Association of Lighting Designers), la LightNight, une fête pour la scène internationale de l’éclairage, qui s’est tenue le 6 mai. Dans l’ambiance décontractée d’un loft new-yorkais, plus de 400 invités ont fait la fête sur fond de jazz et, le verre à la main, savouré des mets fins, en attendant le moment fort de la soirée : l’intervention de l’architecte Daniel Libeskind. Depuis que son projet pour le terrain du World Trade Center à Manhattan a été retenu, Daniel Libeskind est non seulement considéré comme une personnalité exceptionnelle dans le monde de l’architecture, mais il se trouve également sur le devant de la scène publique. Le temps de la Lightfair, tous les grands du monde de l’éclairage architectural se donnent rendez-vous à New York. Beaucoup avaient accepté l’invitation à la LightNight, et la présence de Daniel Libeskind n’y était pas étrangère. Situé au 14ème étage du 601 de la 26ème rue Ouest, le loft, qui abritait autrefois le bureau de Buckminster Fuller, s’est révélé l’endroit idéal. Des interventions minimes ont transformé, l’espace d’un instant, le studio entièrement blanc en un temple de lumière : les murs étaient éclairés par des projecteurs Parscoop munis de filtres bleu nuit et les premiers modèles des nouveaux projecteurs Focalflood Chroma, dotés d’une fonction de mélange des couleurs, diffusaient une lumière colorée indirecte, renvoyée par le plafond. La composition de la couleur était pilotée par une installation Controls avec module de séquence, de sorte que l’atmosphère lumineuse de la pièce est demeurée dans un flux constant.
Van 5–8 mei vond in New York de Lightfair 2003 plaats. In dit kader had ERCO tezamen met de IALD (International Association of Lighting Designers) op 6 mei de LightNight, een feest voor de internationale licht-scene georganiseerd. In een ongedwongen sfeer van een loft in New York vierden meer dan 400 gasten feest, genoten van delicieuze gerechten en drankjes en waren, begeleid door jazzmuziek, in afwachting van het hoogtepunt van de avond – de voordracht van de architect Daniel Libeskind. Sinds zijn ontwerp voor het terrein van het World Trade Center in Manhattan zal worden gerealiseerd, geldt Daniel Libeskind niet alleen in de archtitectuurwereld als een boven velen uit stekende persoonlijkheid, maar hij staat ook in het voetlicht van de publiciteit. Tijdens de duur van de Lightfair ontmoeten de wereldwijd toonaangevende figuren uit de archtitectuur-scene in New York elkaar regelmatig. Velen hadden – en dat niet in de laatste plaats om Daniel Libeskind te zien en te horen – deze kans benut en de uitnodiging van harte aangenomen. De loft op de 14e verdieping van het gebouw 601 West 26th St., waarin ooit ook Buckminster Fuller zijn kantoor had, bleek hiervoor de optimale locatie te zijn. Met minimale ingrepen kon de volledig wit gesausde studio tot een tijdelijke lichttempel worden omgetoverd: Parscoop breedstralers met nachtblauwe filters verlichtten de wanden en de eerste modellen van de nieuwe Focalflood Chroma breedstralers met kleurwisselfunctie gaven een kleurrijk, indirect licht op het plafond. De samenstelling van kleuraccenten werd geregeld door een Controls-installatie met sequentiemodule – op deze wijze bleef de lichtatmosfeer van de ruimte in een constante onderdompeling van licht.
Ambiance décontractée pour conversations anodines et lieu d’échanges informels entre professionnels : la LightNight 2003 à New York.
Lors d’une intervention passionnée, Daniel Libeskind, orateur charismatique, décrit le rôle que joue la lumière naturelle et artificielle dans son étude.
In een bezielende voordracht schilderde de temperamentvolle spreker Libeskind de rol, die natuurlijk en kunstmatig licht in zijn planning spelen.
Au 14ème étage, les fenêtres panoramiques du loft offrent une vue saisissante de Manhattan à la nuit tombante.
De panoramavensters van de loft op de 14e verdieping boden een spectaculair uitzicht op de avondschemering over Manhattan.
Smalltalk in partystemming en aan de zijkanten ruimte voor zakelijke gesprekken: De LightNight 2003 in New York. ERCO Lichtbericht 71 09/03
41
E
Lichtbericht 71
L’Australie tout entière a les yeux rivés sur Melbourne : à Federation Square, le nouveau centre culturel est l’expression du visage architectural contemporain que souhaite afficher la deuxième ville du continent. Savamment imbriqués, intérieurs et extérieurs, salles et galeries, places et patios créent un environnement stimulant aux conceptions d’éclairage multiples.
Heel Australië kijkt naar Melbourne: met het nieuwe Culturele Centrum aan het Federation Square wil de op een na grootste stad van dit continent zichzelf een contemporain, architectonisch uiterlijk geven. Gecompliceerde binnen- en buitenruimten, zalen, galerieën, pleinen en atria creëren een stimulerende omgeving met veelsoortige verlichtingstaken.
Publié en septembre 2003 Verschenen in september 2003
Situé à Leusden, aux Pays-Bas, ce nouveau hall d’exposition Volkswagen présente les modèles haut de gamme Phaeton et Touareg dans des conditions optimales spécialement adaptées : intensifiée par des Downlights pendentifs ERCO pour l’éclairage d’ambiance, une lumière du jour diffuse pénètre à travers une généreuse toiture en shed de couleur blanche. Sous les brillantes accentuations lumineuses des projecteurs Eclipse, peintures et chromes étincellent de mille feux.
Deze nieuwe Volkswagen-showroom in Leusden (Nederland) creëert speciaal voor de presentatie van de topmodellen Phaeton en Touareg optimale omstandigheden: Diffuus daglicht stroomt door de royale, witte sheddakconstructie, ondersteund door ERCO pendeldownlights voor de algemene verlichting. De virtuoze lichtaccenten van de Eclipse spots doen het lak en het chroom verleidelijk glanzen.
Het Koopmanshuis, Leusden Conception du hall d’exposition/ Showroom-Design : QuA Associates Brand Environment Design, Amsterdam
E
ERCO Leuchten GmbH Postfach 24 60 58505 Lüdenscheid Germany Tel.: +49 2351 551 0 Fax: +49 2351 551 300
[email protected] www.erco.com