Monitor van de Duurzame Ontwikkeling Driemaandelijks│ Driemaandelijks nr. 2│ 2 zomer 2007
DOSSIER School en duurzame ontwikkeling AMECE Riccardo Petrella maakt de balans op van de wereldvergadering voor water
Ecodynamisch label De Vereniging heeft een ster!
Praktijkvoorbeelden: Anderlecht enWatermaal-Bosvoorde Federaal geld voor duurzame projecten in gemeenten
BLZ. 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2007/02
INHOUD Dossier “School en DO” Duurzame ontwikkeling op school Het recept van MOS Ik en de anderen: een project rond duurzaamheid op school
3 5 7
De wereldvergadering voor water (AMECE) Federaal geld voor duurzame projecten in gemeenten
10
Goede praktijkvoorbeelden Projectoproep DO 2005 Anderlecht maakt schoon met regenwater Watermaal-Bosvoorde dematerialiseert een deel van zijn diensten aan de burger! Label eco-dynamische onderneming De Vereniging heeft een ster!
15
Dit tijdschrift is de vrucht van een samenwerking tussen het Brussels Gewest en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Gewest (VSGB, vzw) Het kan gedownload worden op de website www.vsgb.be Nr. 2007/02 — zomer 2007 Redactie: Philippe Delvaux, Ghislaine De Graeve, Philippe Mertens, Riccardo Petrella, Vincent Pluymackers, Paul Renders. Coverfoto: Cursedthing. Vertaling: Liesbeth Vankelecom. Revisie: Philippe Delvaux. Coördinatie: Philippe Mertens. Verantwoordelijke uitgever: Marc Thoulen. Adres: Aarlenstraat 53/4 - 1040 Brussel
16 17 19 21
BLZ. 3
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 7 / 0 2
DOSSIER SCHOOL EN DO
DUURZAME ONTWIKKELING OP DE SCHOOLBANKEN
E
en vrij vertaald Litouws spreekwoord stelt een fundamentele vraag: Wil je een goed opgevoede samenleving? Dan moet je beginnen met de opvoeding van de grootouders. Daartoe begin je bij de kinderen en over drie generaties zal je goed opgevoede grootouders hebben! Op 11 mei 207 organiseerde de Vereniging in samenwerking met Leefmilieu-Brussel een workshop « Duurzame ontwikkeling op de schoolbanken ». Een veertigtal personen maakten er een stand van zaken op aan de hand van twee thema’s: educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) en het duurzaam beheer van schoolgebouwen.
Voor deze Monitor Duurzame Ontwikkeling hebben twee sprekers hun slideshow geruild voor tekstverwerking en gaan zij dieper in op de onderwerpen die zij in hun uiteenzetting behandelden.
Educatie voor Duurzame Ontwikkeling - EDO Paul Renders van Milieuzorg op School (MOS) richtte er de schijnwerpers op milieuzorg in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel. MOS is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap, dat tot stand kwam in samenwerking met de vijf Vlaamse provincies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het is een project voor milieuopvoeding, vanaf de kleuter-
school tot het hoger onderwijs.
Eco-dynamisch label op school Het Canadese concept "groene inrichtingen Brundtland" (EVB, établissements verts Brundtland) is nog niet ingevoerd in Brussel, maar er bestaan reeds initiatieven waarbij scholen hun gebouwen milieuvriendelijker trachten te beheren. Tijdens de workshop werd dit punt behandeld door twee scholen die reeds initiatieven terzake genomen hebben: 1.
de International School of Brussels (ISB),
2.
het Franstalig atheneum Jean Absil te Etterbeek.
N° 2 0 0 7 / 0 2
Twee groene scholen De International School of Brussels (ISB) bestaat sinds 1951 en is de oudste Engelstalige school van onze hoofdstad.
Er lopen momenteel 1.400 leerlingen school en het is de enige school die het label ecodynamische onderneming reeds verkregen heeft. De vertegenwoordigers van de ISB hebben voor ons een stand van zaken opgemaakt van de maatregelen 1 die hun in 2001 en 2004 een ster opgeleverd hebben: de terugschroeving van het verbruik van water, stookolie en elektriciteit, de sortering van afval, een mobiliteitsplan, ...
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Het atheneum Jean Absil van Etterbeek heeft een grootschalig project op het getouw gezet om een proces voor continue verbetering van het milieubeheer op gang te brengen, waarbij zowel leerkrachten, leerlingen en de directie
als de ouders betrokken zijn. Momenteel is de school een dossier aan het samenstellen om het eco-dynamisch label aan te vragen.
Vincent Pluymackers van de vzw Coren geeft van bladzijde 7 tot 9 in deze Monitor meer details over dit project, dat momenteel in uitvoering is.
Philippe Mertens
BLZ. 4
1
Alle teksten van de uiteenzettingen die op de workshop van 11 mei 2007 gegeven werden, zijn terug te vinden op onze website www.vsgb.be
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ. 5
N° 2 0 0 7 / 0 2
SCHOOL EN DO
Het recept van MOS
Milieuzorg Op School (MOS) is een project voor milieu-educatie dat zich tot iedereen richt, van de kleuterschool tot het hoger onderwijs. Paul Renders licht dit initiatief van de Vlaamse Gemeenschap toe. Wat is een MOS-logo? Het MOS-logo is een drieluik dat de scholen krijgen als ze aantonen dat ze op een educatieve manier de milieuproblemen die zich op school voordoen, aanpakken. Dit drieluik kunnen de scholen op minimum drie schooljaren behalen, zo krijgen ze de tijd om de methodiek in de vingers te krijgen. In de praktijk doen de scholen er langer over. MOS, een samenwerkingsproject van de Vlaamse Gemeenschap, de provin-
cies en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, stimuleert scholen om werk te maken van milieuzorg. Dit betekent dat scholen proberen hun ‘ecologische voetafdruk’ te verkleinen door minder grondstoffen te verbruiken, de vervuiling terug te dringen en te vergroenen. De milieubeleidsverklaring is het startpunt! De ervaring leert dat je op school met enkel technische maatregelen geen blijvend resultaat bereikt: een continue aandacht en een steeds
opnieuw verfrissende aanpak is nodig wil je duurzaam succes boeken. Het primaire doel is de school milieuvriendelijker te doen draaien en de leerlingen (en personeel!) een attitude mee te geven waarin respect voor natuur en milieu een belangrijker plaats inneemt. MOS bundelt de informatie die ze krijgt uit het werkveld en moedigt scholen aan om projecten op langere termijn uit te bouwen. Een milieuproject is immers nooit af. Daarom
N° 2 0 0 7 / 0 2
ook werden de MOS-logo’s uitgevonden: je MOS-logo is pas volledig als je de drie luiken hebt gekregen. Een logo behalen is niet moeilijk, maar vereist wel een gestructureerde aanpak en heeft zo zijn voordelen! De scholen kiezen zelf het tempo waarin ze de logo’s willen behalen (je kan er gerust enkele jaren over doen). Een logo ‘inhuldigen’ is het uitgelezen moment om de aandachtspunten waar je al goed aangewerkt hebt, opnieuw voor het voetlicht te brengen en om een nieuw aandachtsveld aan te snijden. Daarnaast is het het ogenblik om nog meer verbinding te maken met andere ‘vakken’: taal, wetenschappen, rekenen,creatieve vakken… Een logo inhuldigen is een feest, waar milieu als positief ervaren wordt en niet - zoals zo dikwijls in de media - als beperkend! Uit de evaluaties van de logocommissies blijkt dat de scholen die naar een logo streven, een duidelijke vooruitgang boeken in kwaliteit: de projecten overstijgen het louter milieu-aspect, krijgen meer diepgang en worden meer ‘duurzame ontwikkelingsprojecten’ waar er oog is voor zowel economische als sociale aspecten. Het Mosdossier bevat niet enkel MOS-acties: MOS stimuleert samenwerking met externe partners zoals NMe-Link, Green, Kleur Bekennen, e.a.. Het spreekt voor zich dat deze acties evenzeer in aanmerking kunnen komen voor een logo. Door de aandacht die de logouitreiking krijgt in de pers, overstijgt MOS het klas- en schoolgebeuren en beginnen de inrichtende machten de voordelen in te zien van een school die aandacht heeft voor milieu en gezondheid. Ze vertonen meer en meer (maar de weg is nog lang) een consequente houding, bv. in hun aankoopgedrag.
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Ook bij de doorlichting is het MOSdossier een belangrijk document om de realisatie van de vakoverschrijdende eindtermen aan te tonen.
MOS-scholen nemen de tijd om te groeien naar een milieuvriendelijke, gezonde en duurzame school. Ze kun-
BLZ. 6
nen gratis een beroep doen op begeleiding. Didactische bundels helpen de scholen een pad uit te tekenen. Voor het basisonderwijs heb je de themabundels afval, water, natuur op school, verkeer en energie voor het secundair het praktijk-
Voor schooljaar 2006-2007 ontvangen volgende scholen hun eerste of tweede MOS-logo. In Brussel heeft al 1 basisschool logo 1, 12 scholen logo 2 en 24 scholen logo 1; 1 secundaire school heeft logo 3, 5 scholen logo 2 en 17 scholen logo 1. Basisscholen L1
Van den Borne
Jette
L1
Windroos
St-Jans-Molenbeek
L1
Regenboogje
Etterbeek
L1
Sint-Pieterscollege
Jette
L1
Sint-Michielsschool
Jette
L2
Boodschapinstituut
Schaarbeek
L2
Sint-Jozef
Evere
L2
Stokkel
St-Pieters-Woluwe
L2
Gouden Regen
Ganshoren
L2
Sint-Jozef
Woluwe
L2
De Ladder
Anderlecht
L1
Assumpta lyceum
Brussel
L1
KA
Anderlecht
L1
Sint-Jozefscollege
Woluwe
L1
Anneessens Funck
Brussel
L2
KTA
Jette
Secundair
boek, handleiding afval, energie, mobiliteit en water(gepland voor schooljaar 2007-2008) en vergroening.
Paul Renders Meer info: Informatie over het MOS-project vindt u bij
[email protected] of www.milieuzorgopschool.be
BLZ. 7
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 7 / 0 2
SCHOOL EN DO
« Ik en de anderen » : een project rond duurzaamheid op school
Het koninklijk atheneum Jean Absil te Etterbeek heeft een milieuproject opgezet met de steun van een vereniging. Voorstelling van het initiatief en de eerste lessen die eruit getrokken werden.
A
ls inleiding tot de dynamiek van duurzame ontwikkeling geven wij u enkele citaten die wij optekenden tijdens de grote slotbijeenkomst in het atheneum Jean Absil.
De directeur: « Wij zijn trots dat onze leerlingen acties ondernemen die hun school gezelliger, levendiger en netter maken »
Het hoofd van het beheer van de gebouwen: « Ik had er geen idee van hoe ver het project zou gaan! Voortaan zal ik de leerlingen zo nauw mogelijk
BLZ. 8
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 7 / 0 2
SCHOOL EN DO
De coördinator van de vzw Coren:
In die microkosmos leert ieder immers de betekenis van het contact met anderen en met zijn omgeving, door te leren ontdekken hoe men de school beter kan doen werken en dankzij de school ook te leren zichzelf te ‘bouwen’.
« Jullie actie ‘vuistslag’, die erin bestond afval te verspreiden in de gang en op de speelplaats, was fantastisch: jullie vestigden de aandacht op het probleem, om de bewustmaking op gang te brengen alvorens concrete acties op te zetten om de houdingen te doen veranderen. »
Zo hebben we een samenwerking op het getouw gezet, waarbij de uitdaging aangegaan werd om zowel de leerkrachten als de leerlingen, de ouders, het administratief personeel en de directie van het atheneum te mobiliseren rond een concreet milieuproject.
betrekken bij het beheer van de school en zal ik niet meer incognito door de gangen van de school lopen! » (werkt al 30 jaar in de school)
De milieucoördinator van de school: « Nu krijgen de leerkrachten opmerkingen van de leerlingen als zij de lichten in de lokalen vergeten te doven … en zij gehoorzamen onmiddellijk! » En een gemeentebeambte van ’Etterbeek: « Als jullie nog evenementen organiseren, willen wij herbruikbare bekers ter beschikking stellen » Deze uitspraken waren voor ons een bewijs dat de school samen een ontwikkeling bewerkstelligd heeft met oog voor de anderen en zijn omgeving (de school en het leefmilieu). Bovendien werd iedereen aangezet tot een andere houding die deze ontwikkeling zo duurzaam mogelijk zal maken. Van bij de aanvang van dit project en sinds de eerste ontmoeting tussen Coren en het atheneum Jean Absil waren we ervan overtuigd dat de basis van een maatschappelijke ontwikkeling echt duurzaam zal zijn als het vanaf zeer jonge leeftijd toegepast wordt, daar waar men zijn wereld opbouwt, d.w.z. op school.
Vier scharniermomenten Het project kadert enerzijds in een burgerdynamiek via het project « Ik en de anderen » en anderzijds in een proces voor permanente verbetering van het milieubeheer van de school via de kandidatuur voor het ecodynamisch label van het BIM. Nadat er een stuurgroep werd samengesteld, een milieu-
beleidsplan opgesteld en de leerlingen en leerkrachten daarover geïnformeerd waren, draaide het project rond 4 scharniermomenten: 1. De leerlingen van 1C, 2D en de optie economie (60 leerlingen) hebben twee dagen lang een milieu-audit uitgevoerd met betrekking tot het beheer van afval, energie, water, levenskader en mobiliteit. 2. De resultaten en de voorgestelde acties werden overgemaakt aan de klasverantwoordelijken en verbeterd alvorens ze aan de stuurgroep voor te leggen. Toen het actieplan afgewerkt was, heeft de stuurgroep verschillende milieubeheergroepen samengesteld, bestaande uit enkele leerlingen en een leerkracht. 3. De milieubeheergroepen begonnen hun werkzaamheden zodra het afgewerkte actieplan in de school ophing.
N° 2 0 0 7 / 0 2
4. Met één vergadering per maand coördineerde de stuurgroep de dynamiek tot het slotevenement, dat door alle betrokken partijen bijgewoond werd. Al de informatie die in de loop van het jaar verzameld werd, vergemakkelijkte de samenstelling van het kandidatuursdossier voor het BIM.
Concrete acties Enkele concrete acties van deze school: 1. Een verrassingsactie om leerlingen en personeel werden te sensibiliseren: vuilnis werd uitgestrooid in de gangen en op de speelplaats, en met afval verklede leerlingen hielden een stand waar men blikjes kon omverwerpen in een immense blauwe vuilnisemmer. 2. Tijdens de ‘dikketruiendag’ bleef de verwarming uit. Een uitdaging die ze allemaal tezamen aangegaan zijn, goed gezind en zonder energieverspilling! 3. Een groep leerlingen heeft een inventaris opgemaakt van het warmteverlies in de gebouwen en heeft met de nodige humor de lacunes aangekaart in de controles door de verantwoordelijke gebouwen, die daar in zijn volgende planning rekening mee zal houden . 4. Een bijzondere brigade controleert de vuilnisemmers in de klassen en laat een rood briefje “opgelet, beter sorteren” of een groen briefje “bravo, goed gesorteerd” achter op het bureau van de leerkracht.
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Uit de statistieken blijkt een duidelijke verbetering tegen het einde van het jaar. Deze voorbeelden tonen aan dat een school, waar de hoofdtaak opvoeding is, niet kan voorbijgaan aan participatief milieubeheer, waarbij de actiefste leden betrokken en geresponsabiliserd worden: de leerlingen! Momenteel hebben zich reeds 14 leerlingen aangeboden om de groep milieubeheerders voor het schooljaar 2007-2008 op te leiden. Hun eerste opdracht zal erin bestaan de toekomstige leerlingen van het eerste middelbaar uit te leggen wat er reeds gebeurt op het vlak van milieubeheer en welke verbeteringen zij nog kunnen doorvoeren. Wat de algemene coördinatie betreft, moet er oog zijn voor de volgende punten: •
het werkschema moet precies zijn en nauwgezet gevolgd worden (audit uitvoeren, planning opmaken, op het juiste moment optreden, evalueren en besluiten trekken);
•
een concreet werkkader dat iedereen aanspreekt (milieuthema’s);
•
de directie moet de acties duidelijk willen inschrijven in het project van de school;
•
•
een stuurgroep waaraan een externe partner deelneemt om een strategie te waarborgen, een coherente planning en communicatie; milieuprestaties die kaderen in een proces van continue verbetering (optekenen van indicatoren, correcties aan het dagelijks beheer van de school).
BLZ. 9
Vergeet ook niet dat met het oog op de responsabilisering van iedereen continu aandacht moet gaan naar de incoherentie tussen woorden en daden, de interactie tussen volwassenen en jongeren, het volgen van gastellers, de chemieles, ... Uiteindelijk moeten de initiatiefnemers steeds voor ogen houden dat het criterium van duurzaamheid inhoudt: • dat men eventueel veranderin-
gen moet doorvoeren als dat nodig blijkt; • dat men moet trachten de an-
dere te begrijpen alvorens hem te beoordelen, dat men zijn boodschap moet toelichten zolang niet iedereen die ze moeten toepassen ze begrepen heeft; • dat men zowel energie moet
steken in het afronden van het project als in het opstarten ervan; • dat milieubeheer ook een mid-
del is om jongeren te responsabiliseren voor bepaalde taken die normaal naar volwassenen toegeschoven worden! In de marge van deze pedagogie via projecten leren we ook dat ’ontwikkeling’ begint bij onszelf, daarna voortgaat met de anderen en resultaten oplevert voor onszelf en de anderen. Het is een zoektocht naar coherentie die samenbrengt en doet groeien om echte duurzame ontwikkeling vorm te geven. Vincent Pluymackers, Externe milieucoördinator, Coren El Mezrichi, Pedagogisch coördinator, Atheneum Jean Absil
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ. 10
AMECE
HET WERELDWATERSCHANDAAL
Riccardo Petrella, de stichter van het Internationaal Comité voor het Wereldcontract voor Water, heeft de kwestie van het recht op water voor iedereen op de agenda gezet. Zijn boodschap en zijn visie op de toekomst zijn duidelijk.
BLZ. 11
D
e wereldvergadering van verkozenen en burgers voor water AMECE (Assemblée Mondiale des Elus et des Citoyens pour l’Eau) is een politiek initiatief dat de tweeledige uitdaging van het leven wil aangaan. De gezondheid van 2,8 miljard mensen is in het gedrang en hun leven wordt verkort door het gebrek aan toiletten. Omdat zij niet beschikken over de gepaste systemen voor de behandeling van hun uitwerpselen, hebben miljarden armen in de wereld geen recht op een menswaardig bestaan, op leven. Dat is de wrede, onaanvaardbare vaststelling, de tragische zin van het mensenleven dat gekenmerkt wordt door armoede, van de helft van de wereldbevolking. De ‘rijke’ landen spenderen jaarlijks miljarden euro’s voor het gebruik van drinkbaar water in hun toiletten (een derde van het huishoudelijk waterverbruik per inwoner per dag, voor een verbruik van 600 liter per dag in de Verenigde Staten, 358 liter in Italië, 310 liter in Frankrijk maar 130 in Duitsland en 119 in Zweden). Bovendien is de wereldeconomie in staat om miljarden euro’s te besteden om honderden duizenden terreinwagens te produceren (en te doen kopen door enorme reclamebudgetten), steeds zwaardere 4x4-wagens, krachtig, duur, die steeds meer brandstof verbruiken, die beantwoorden aan geen enkele effectieve behoefte maar enkel aan onredelijke motivaties (het tentoonspreiden van zijn consumptievermogen).
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
Diezelfde economie, die beweert gemondialiseerd te zijn, is daarentegen niet in staat om de toiletten te produceren die miljarden mensen broodnodig hebben en waarvan de kostprijs geraamd wordt op 15 tot 20 miljard euro (het equivalent van 5,5 dagen militaire uitgaven op wereldvlak).
Toch zijn de financiële middelen voorhanden Op 17 november 2006 hebben twee private financiële groepen respectievelijk 36 en 26 miljard US-dollar besteed aan de aankoop van het kapitaaleigendom van
twee andere financiële groepen. Enkele dagen voordien gaf de Australische bank Macquarie 14 miljard euro voor de aankoop van de derde privé-onderneming voor water, het Britse Thames Water, uiteraard om winst te maken, veel winst, met de distributie van drinkwater. Miljarden mensen sterven bij gebrek aan drinkbaar water, terwijl privé-ondernemingen, met name Franse (de eerste ter wereld op het vlak van water), miljarden euro winst maken bij de verkoop van drinkwater.
N° 2 0 0 7 / 0 2
Het wereldwaterschandaal Dan hebben we het nog niet gehad over de toenemende vernietiging van de watervoorraden van onze planeet. Meren drogen uit of verdwijnen compleet, rivieren drogen uit (Niger, Po, ...), vallen enkele maanden per jaar droog (Colorado, Yang Tse, ...), de grondwaterlagen zakken angstaanjagend (in de VS en China daalden ze de voorbije vijf decennia respectievelijk gemiddeld met 1,5 en 3,5 meter), vervuild water is onbruikbaar geworden voor de mens (meer dan 80 % van het oppervlaktewater in Frankrijk is besmet); de poolkappen (de grootste reserves zoet water van de planeet) zijn aan het smelten door de “economische groei” die de mens nastreeft. De ‘waterbom’ heeft niet alleen katastrofale effecten voor het leven van miljarden levende wezens; ze is haar dodende kracht aan het vertienvoudigen: binnen 30 à 40 jaar kan ze ‘ontploffen’ en tientallen miljoenen mensen per jaar van het leven beroven.
Onze samenleving wordt geconfronteerd met de tweeledige uitdaging van het leven: het leven voor iedereen en op deze planeet De bewegingen en ngo’s die over de hele wereld actief zijn om de culturele en politieke wereld te sensibiliseren tegen de behandeling van water als koopwaar en de privatisering van de watervoorziening, willen de uitdaging aangaan en trachten bij te dragen tot de oplossing ervan door de organisatie van de wereldvergadering van verkozenen en
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ.12
AMECE burgers voor water AMECE. Die uitdaging aangaan betekent logischerwijs dat (opnieuw) de link gelegd wordt tussen instellingen en burgers, een link die de afgelopen dertig jaar verbroken werd.
De politieke ‘renaissance’ van de relatie tussen burgers en instellingen stond centraal bij AMECE Aan de basis van de breuk liggen voornamelijk de keuzes die onze beleidsvoerders maken met het oog op een samenleving die streeft naar de optimalisering van het individueel belang door het privé-gebruik van goederen en diensten waarvan wij vandaag veronderstellen dat zij zorgen voor het welzijn in het leven. Onze samenlevingen zijn steeds meer gebaseerd op het competitieve antagonisme van allen tegen allen, met de overwinning en de overleving van de beste, namelijk de sterkste. Eén van de voornaamste bronnen van het structureel geweld dat onze ‘ontwikkelde’ samenlevingen kenmerkt, ligt in de ’vrije’ mededinging en de uitsluiting van allen die niet in staat zijn om competitief te zijn. De politiek houdt zich niet langer bezig met de rechten van de mensen, het gemeenschappelijk welzijn. De politiek houdt zich bezig met de efficiëntie van de markten, de economische groei, de productiviteit van het financieel kapitaal, de veiligheid van de rijken en dus met oorlog, en laten het beheer van het dagelijks leven als ‘afval’ over aan de ‘kleine regering’ . De burgers, gereduceerd tot consumenten en spaarders die voornamelijk geïnteresseerd zijn in ROE (Return on Equity), in financi-
eel rendement, zijn vooral ‘actief’ om hun ‘rijkdom’ te verdedigen. Als er geen radicale veranderingen komen in de politieke, economische en sociale keuzes van tegenwoordig, zal de ‘waterbom’ onnoemelijk menselijk leed teweegbrengen, niet alleen in arme streken. De aanhoudende armoede en de achteruitgang van de gezondheid en van het leven op onze planeet maken de installatie van een politiek bestuur op wereldniveau, op basis van de lokale gemeenschappen, en een wereldbeleid van het leven tot noodzakelijke voorwaarden voor de toekomst van de menselijke samenleving. Er moet dringend iets gedaan worden.
Dat is de bestaansreden van AMECE Echte verandering kan pas als de betrekkingen tussen burgers en instellingen, in het bijzonder de parlementaire instellingen en de lokale overheden, hersteld worden. De burgers vinden voor het moment meer mogelijkheden voor expressie en engagement in de sociale bewegingen dan in de instellingen. De betrekkingen zullen nieuw zijn omdat ze gebaseerd zijn op het principe van de rechten en gericht zijn op de gemeenschappelijke goederen, met name door middel van water. AMECE wil een plaats zijn voor de bevordering van een parcours dat in die richting gaat.
De organisatie De vergadering van AMECE vond plaats ten Brussel, van 18 tot 20 maart 2007, op initiatief van een veertigtal organisaties
(ngo’s, bewegingen, …) uit België en elders in de wereld, waaronder, in België, de Antwerpse universiteit voor het Algemeen Belang (UAB), het NCOS, Protos, het Belgisch comité van de internationale conventie van de lokale overheden, alsook vertegenwoordigers van iedere categorie betrokken partijen. De assemblee draaide rond 5 categorieën actoren: • de parlementsleden; • de burgemeesters en verte-
genwoordigers van de lokale overheden; • de openbare watermaat-
schappijen; • de vakbonden; • de burgersamenleving.
Aangezien het ging om een ‘assemblee’, stonden er die drie dagen zowat 80 toespraken op het programma (waaronder meer dan de helft van mensen uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië) waarbij we nog de spontane uiteenzettingen moeten rekenen op de momenten die speciaal voorzien waren voor uitwisselingen. Het doel van de ontmoeting, op de bijzonder symbolische plek die het Europees Parlement is, was voor de 5 vermelde thema’s duidelijke engagementen te laten vastleggen met betrekking tot de verwezenlijking van 4 fundamentele doelstellingen waarvoor AMECE een zo ruim en doeltreffend mogelijk actieparcours wou bereiken, met name: • het recht op drinkbaar water
en op sanitaire diensten voor iedereen, hier en nu; • de bevordering van een wa-
BLZ. 13
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 7 / 0 2
AMECE terbeleid als openbaar gemeengoed voor de verschillende territoriale niveaus; • de inrichting van gepaste fi-
nanciële instellingen en instrumenten voor de overheidsfinanciering van water (mensenrecht en gemeenschappelijk goed); • de effectieve deelname van de
burgers aan de ‘waterregering’, van alle waters, op basis van de lokale gemeenschappen.
De resultaten AMECE wou een platform zijn voor uitwisseling en ontmoeting, waar de voorrang zou gaan naar de engagementen met betrekking tot concrete maatregelen voor verandering om de werkzaamheden van de Alternatieve Wereldforums voor Water te versterken (Firenze in 2003 en Genève in 2005), de Forum s van Caracas en Bamako. Het doel was: 1.
De bevordering van nieuwe vormen van gedecentraliseerde samenwerking, publiek-private samenwerkingsverbanden, en bewegingen voor solidariteit tussen burgers voor het recht op drinkbaar water.
2.
Een betere communicatie naar de burger toe voor een bewustwording van de ernst van de problemen met betrekking tot drinkbaar water en sanering, om tot echte participatie te komen van de gebruikers van water voor het beheer ervan, essentiële elementen voor de verbetering van de kwaliteit van het waterbeheer.
3.
Streven naar toenadering tussen de verschillende soci-
ale partners, ngo’s, vakbonden, verenigingen van gebruikers, groeperingen van verkozenen, … om een gemeenschappelijk voorstel te kunnen doen in de richting van de internationale instellingen.
Gelukt! Zonder overdrijven kunnen we stellen dat de uitdaging gelukt is en dat AMECE een geslaagd initiatief was. Niet alleen wat België betreft, dankzij de opstelling van een gemeenschappelijk handvest voor de drie gewesten, waarin de aandacht gevestigd wordt op de 4 thema’s van AMECE. Maar ook op een ruimer niveau, aangezien de deelnemers verschillende engagementen geformuleerd hebben in de vorm van « de brief van het water » die gericht is aan: • de staats- en regeringsleiders, • de voorzitter van de veilig-
heidsraad van de Verenigde Naties, • de voorzitter van de Raad van
de Regio’s van Europa, • de voorzitter van de Euro-
pese Economische en Sociale Raad, • de voorzitters van de Par-
latino Parlementen, het Europees Parlement, het Panafrikaans Parlement, het federaal Canadees Parlement, het congres van de Verenigde Staten, de nationale assemblee van de volksrepubliek China, de nationale assemblee van India en de representatieve organen van de Aziatische Staten. De brief bevat de 7 voornaamste engagementen die er geformuleerd werden: 1. De concretisering van het recht op water voor ieder mens. 2. De erkenning van het statuut van water als openbaar gemeengoed. 3. De ondersteuning van de overheidsbedrijven voor water.
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ.14
AMECE 4. De voorrang geven aan samenwerkingsverbanden tussen publiek en privé in het kader van programma’s voor internationale en intercontinentale samenwerking. 5. Public finance voor de financiering van de investeringen in de watersector. 6. Water opnieuw ‘res publica’ maken in openbare ruimten en internationale educatieve projecten. 7. Het Wereldforum voor Water onder de verantwoordelijkheid van de VN plaatsen. Bovendien onderstreepten twee belangrijke aspecten de originaliteit en het belang van AMECE ten opzichte van de tien voorbije jaren burgermobilisering op internationaal en wereldvlak op het gebied van water. Enerzijds heeft AMECE vertegenwoordigers van de politieke instellingen, parlementsleden, openbare waterbedrijven en lokale gemeenschappen in dialoog doen treden met de burgerbewegingen, met name andersmondialisten. Dat was werkelijk een première. Anderzijds werd de vergadering van AMECE in het grote halfrond van het Europees Parlement aangevoeld als een sterk symbolisch gebeuren, dat de deelnemers het gevoel gaf dat zij een historisch moment meemaakten. Het ‘huis van de vertegenwoordigers’ (het Parlement) was drie dagen lang het ‘huis van de vertegenwoordigden’.
Dit initiatief heeft de deelnemers zin gegeven om nog samenkomsten te organiseren, op andere plaatsen dan het Europees Parlement. Het goed vertegenwoordigde Italië heeft beslist het initiatief te nemen door een ontmoeting te organiseren, in het Italiaanse Parlement, waar dezelfde categorieën deelnemers zullen samenkomen in het najaar. AMECE is een politieke actie, geen organisme. Het doel was dus niet het geheel te institutionaliseren. Toch hebben de engagementen die tijdens AMECE aangegaan werden, aanleiding gegeven tot de opstelling van een voorstel van plan 2007-2010 en de samenstelling van vier of vijf werkgroepen voor de follow-up ervan. De 3 miljard mensen die vandaag de dag in armoede leven en dorst lijden, kunnen niet wachten tot 2025-2030. We kunnen ook niet aanvaarden dat het er 5 miljard worden in 2040 en 6 miljard in 2060. De concretisering van het recht op water - en dus het recht op leven - voor iedereen is een belangrijke politie-
ke uitdaging bij dit begin van de 21ste eeuw, die in 15 jaar gewonnen moet worden. Er moet iets gedaan worden tegen de watercrisis op wereldvlak en de ‘waterbom’ moet geneutraliseerd worden.
Riccardo Petrella*
Meer info: www.amece.net
* Riccardo Petrella is de stichter van het Internationaal Comité voor het Wereldcontract voor Water, auteur van Désir d’humanité. Le droit de rêver, Uitgeverij Labor, Brussel & Ecosociété, Montreal.
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ. 15
PROJECTOPROEP
Federaal geld voor projecten rond duurzaamheid in gemeenten In 2007 steunt de federale overheid projecten rond duurzame ontwikkeling via een projectoproep met 10 september als deadline. Alle lokale besturen kunnen meedingen. Meer details in dit artikel.
D
e POD DO verleent financiële ondersteuning aan projecten die duurzame ontwikkeling promoten.
Evaluatiecriteria
De uiterste indieningsdatum voor deze selectieronde is vastgelegd op 10 september 2007.
De kwaliteit van het voorstel en de ervaring van de organisatoren inzake duurzame ontwikkeling wordt aan de hand van een aantal criteria geëvalueerd.
De financiering van de ondersteunde projecten zal nooit meer dan 75 % van de totale kost bedragen.
Meer uitleg over deze criteria vindt u terug op de website van de POD DO, in de rubriek subsidies (www.poddo.be).
Om kans te maken op een subsidie moet het project aan een aantal criteria voldoen.
Enkele van de belangrijkste voorwaarden zijn de aanwezigheid van een partnerschapstructuur, respect voor de duurzaamheidcriteria en een aantoonbare link met de acties uit het huidige Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling 2004-2008 én het nieuwe Plan in voorbereiding (2009-2012).
Ontvankelijkheidcriteria Het voorstel moet ingediend worden op een modelformulier vóór de einddatum van 10 september. Alle ondernemingen, lokale en provinciale overheden en vzw’s die over rechtspersoonlijkheid beschikken met een maatschappelijke zetel en een vestigingsplaats in België, kunnen deelnemen. De projecten moeten aanvangen in december 2007, met een maximumduur van 6 maand, of in januari 2008, met een maximumduur van 1 jaar.
Deelname aan de bevolkingsraadpleging in januari 2008 Van 30 januari tot en met 30 april 2008 organiseert de POD DO de consultatie van de bevolking over het voorontwerp van het Federaal Plan voor Duurzame Ontwikkeling 2009-2012.
Tijdens de selectie van september 2007 zullen projecten die een aanmoediging tot deelname van hun doelpubliek aan deze consultatie weten te integreren in hun activiteiten voordeel genieten. Tot slot moet de subsidieaanvraag vermelden wat de concrete doelstellingen van het project zijn, met indicatoren hiervan, de aanbreng van het project in een duurzame ontwikkeling, meer informatie over de communicatie rond het project, de doelgroep, de partners, de activiteiten, enz.
Meer info: De officiële documenten en meer informatie over deze selectieronde van september 2007 kan u raadplegen en downloaden in de rubriek “Activiteiten/ Subsidies” op de webstek van de POD DO: www.poddo.be
BLZ. 16
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
PRAKTIJKVOORBEELDEN
Duurzame verwezenlijkingen in de lokale besturen
In 2005 deed het BIM een oproep voor de indiening van projecten "Lokale Agenda 21". Het doel was acties te bevorderen rond 3 thema’s met betrekking tot duurzame ontwikkeling: schone voertuigen, duurzame aankopen en ecologisch bouwen. Vijf gemeenten hebben de kans gegrepen om innoverende acties op touw te zetten. Negen dossiers werden aanvaard uit Anderlecht, de stad Brussel, Sint-Jans-Molenbeek, Schaarbeek en Watermaal-Bosvoorde, goed voor een totaal budget van nagenoeg 400.000 euro. Twee jaar later keren wij even terug naar de realisaties in Anderlecht en Watermaal-Bosvoorde.
N° 2 0 0 7 / 0 2
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ. 17
Anderlecht poetst met regenwater
D
e dienst openbare netheid en vervoer beschikt over een uitgebreid wagenpark in gebouwen aan de Bergense steenweg. Het dak van die garage bestrijkt 4.500 m². In het gebouw bevindt zich ondermeer een carwash die 10 m³ water per dag verbruikt. De 6 wagens waarmee de gemeente de straten schoonmaakt, verbruiken tot 24 m³ water per dag. Daarom heeft de gemeente beslist het verbruik van stadswater terug te schroeven en te investeren in de plaatsing van twee regenwatertanks.
De eerste moet dienen om het water te laten bezinken. Aanvankelijk zouden de tanks op de binnenplaats gezet worden, maar wegens plaatsgebrek werd uiteindelijk geopteerd voor ondergrondse tanks in de binnenparking. De tanks hebben immers een grondoppervlak van 20 m² en zijn 1,5 m hoog. De twee installaties kunnen 30 m³ water stockeren. De tanks zijn inmiddels geplaatst en reeds in gebruik. Op technisch vlak werd het project uitgewerkt in overleg met verschillende diensten: gemeentelijke infrastructuren, duurza-
me ontwikkeling en uiteraard de dienst vervoer en openbare netheid, die uiteindelijk gebruik zal maken van de installatie. Het prijskaartje van de werken bedraagt 103.000 euro (BTW in), maar voor een groot deel van dat bedrag kreeg de gemeente subsidies van Leefmilieu-Brussel. De uitgave van de gemeente (33.000 euro) zou op die manier in minder dan vijf jaar afgeschreven zijn. Er wordt gehoopt ongeveer 7.000 m³ stadswater per jaar te besparen (wat neerkomt op ongeveer 20m³ per dag, zijnde een derde van de tank).
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ. 18
N° 2 0 0 7 / 0 2
PRAKTIJKVOORBEELDEN De tanks werden in mei 2007 geplaatst. De carwash en de tanks zijn operationeel sinds 26 juni. Naast het economisch belang kadert het project uiteraard ook in een streven naar duurzaamheid. De gemeente hoopt dat haar voorbeeld navolging krijgt, elders of onder haar eigen inwoners. Anderlecht biedt overigens een premie aan voor inwoners die een regenwatertank plaatsen. Als het project correct functioneert en als de gemeentefinanciën toereikend zijn, kunnen er in een tweede fase nog meer regentonnen geplaatst worden, waardoor er nog meer water voorhanden zou zijn en er voor de schoonmaak van de straten nog minder leidingwater gebruikt zou worden.
Lectuur In 2003 heeft het WWF 2 brochures gepubliceerd: •
de brochure « Water voor morgen » (84 blz.) kan gedownload worden op www.wwf.be > Wat jij kan doen > Thuis
• « Guide pratique pour une
gestion intégrée de l’eau au niveau local » is bestemd voor de lokale beleidsvoerders, maar is veeleer op de Waalse situatie gericht (kan gedownload worden op www.wwf.be > Publications) Voorts heeft de Bond Beter Leefmilieu « Integraal Waterbeheer: Gemeentelijke handleiding - Praktijkgerichte handleiding » gepubliceerd: www.bondbeterleefmilieu.be > Bib & publicaties > Publicaties > Downloadbare publicaties > Integraal Waterbeheer: Gemeentelijke handleiding In oktober 2006 heeft de Vereniging een workshop van het Forum voor duurzame ontwikkeling gewijd aan het gebruik van water bij ecologisch bouwen, waarbij de plaatsing van regenwatertanks in verschillende uit-
eenzettingen aan bod kwam. U vindt de synthese van de workshop op www.vsgb.be > Forum voor duurzame ontwikkeling > Workshops > Eco-bouw: rondom water
Meer info Catherine Herman – Dienst Gemeentelijke Infrastructuren tel. 02 556 31 50
[email protected] Marie-Hélène Steurs – Cel duurzame ontwikkeling tel. 02 800 07 48
[email protected]
Philippe Delvaux Dit artikel is een licht aangepaste versie van het artikel dat verscheen in nummer 6 van Nieuwsbrief-Brussel (december 2006). Het tijdschrift kan gedownload worden op www.vsgb.be
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 7 / 0 2
BLZ. 19
Watermaal-Bosvoorde sorteert informatica-‘afval’
I
n de loop der jaren is het jaarlijks budget dat de gemeenteraad van WatermaalBosvoorde voor informatica uittrekt, constant gedaald. En dat terwijl de behoeften van de gebruikers blijven toenemen (cartografie, catalografie, specifieke software, …). Het was dus onmogelijk geworden om de meeste vragen te beantwoorden.
Anderzijds was het informaticateam zich reeds vragen beginnen te stellen over het beheer van het informatica-afval, temeer daar dat niet altijd makkelijk op te sporen is.
team stelselmatig elke oude pc om er de meeste onderdelen uit te halen, waardoor we een stock aan onderdelen aangelegd hebben die herbruikbaar zijn bij defecten van een element uit ons informaticapark. Een eerste poging om een computer uit elkaar te halen bleek positief en economisch zeer interessant (recuperatie van frame, elektrische voeding, grafische en netwerkkaart, ram-geheugen, diskette- en cd-lezers; aankoop van moederkaart, processor, ventilator en cd-brander). De aankoopprijs van een dergelij-
Daarom is onze technicus nagegaan welke informaticaonderdelen optimaal geschikt waren voor de taken van onze gebruikers. Sinds 2004 demonteert ons
Bovendien toonde een interne studie toonde aan dat een groot deel van het informaticapark tegen eind 2006 diende vervangen te worden om te voldoen aan alle vragen en verplichtingen met betrekking tot het informaticagebruik, met name: • deelname aan de pro-
gramma’s van e-government en de dematerialisering van de documenten die alle overheden in verschillende domeinen in het leven roepen 1 ; • uitstippeling van
nieuwe projecten rond e-ID en gedecentraliseerde back-up in samenwerking met het CIBG;
Recyclage van informaticamateriaal Als een gewone computer uit gebruik wordt genomen, brengt dat heel wat afval met zich mee, terwijl bepaalde stukken nog gebruikt kunnen worden, zoals een diskettestation, grafische of netwerkkaarten, cd-speler en in zekere mate of naar gelang van compatibiliteit met de moederkaart en de processor - de elektrische voeding, het ram-geheugen, de batterij, de ventilator, de harde schijf, …
voltijds equivalent).
• uitbreiding van car-
tografische projecten voor alle leden van de studiebureaus; • vervanging van de
software voor de diensten bevolking en burgerlijke stand; ke complete computer bedroeg 1.100 € (BTW inbegrepen), zonder klavier, scherm of muis. Die prijs werd verlaagd tot 325 €, een aanzienlijke besparing dus van 775 €. Maar het aantal werkuren die elk van ons aan dit soort project moest besteden, was niet haalbaar voor ons kleine team (3,8
• installatie van een VPN
netwerk 2 voor onze bibliotheek; • creatie van een Extranet; • bevordering van het gebruik
van vrije software door de gebruikers van onze bibliotheken door de uitrusting van de computers met vrije
BLZ. 20
software om op het internet te surfen.
elektronische publicatie van reglementen, … (milieu); • een verlaging met 60 tot
Oproep Lokale Agenda 21 In het najaar 2005 hebben de diensten leefmilieu en financien van de gemeente Watermaal-Bosvoorde bij de verschillende entiteiten en gemeentediensten toelichting gegeven bij het project Lokale Agenda 21 dat het BIM op het getouw gezet heeft. Voor het schepencollege van Watermaal-Bosvoorde lag het voor de hand dat zij op die oproep zouden ingaan. Het project draaide rond het thema duurzame aankopen en bestond in een programma voor de vervanging van het informaticamateriaal van het gemeentebestuur. Er werd een subsidie gevraagd voor het loon van een technicusmonteur (gegradueerde) die gedurende 18 maanden het werk van een teamlid zou verrichten. De projectoproep van het BIM had als voorwaarde dat de 3 pijlers van de duurzame ontwikkeling nageleefd zouden worden. Die doelstellingen werden duidelijk nageleefd door middel van: • de opstelling van een pro-
gramma voor vorming en bijscholing, opleiding en de aanwerving van een medewerker, in samenwerking met de bevoegde cel (sociaal); • een beter afvalbeheer en een
betere dematerialisering van tal van documenten: dienstnota’s, verzending van dossiers naar adviseurs,
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
65 % van de aankoopprijs van een computer (economisch).
Het contract van onze medewerker liep af op 30 juni 2007. De afgelopen 18 maanden hebben wij duidelijk vooruitgang geboekt op het vlak van: • opzoekingswerk;
Aanwerving van personeel
• studie;
Onze aanvraag werd goedgekeurd en in februari 2006 konden wij een medewerker aanwerven: hij was 42 jaar maar was pas afgestudeerd als gegradueerde in de informatica (derde cyclus programma) die bij het gemeentebestuur een stage van 100 uur gelopen had.
• mogelijke oplossingen voor
de dematerialisering van documenten door middel van vrije software; • technische interventies en
beheer van ons informaticapark; • samenwerking met ver-
schillende organisaties voor de uitwerking van oplossingen inzake e-government.
Parallel met die aanwerving hebben wij in 2005 een marktstudie gedaan voor de aankoop van verschillende informaticaonderdelen en een planning opgesteld voor de vervanging van de computers. In september 2006 was het informaticapark vervangen en legde onze nieuwe collega zich toe op de installatie van de vrije software voor de raadpleging van internet in de bibliotheken, de creatie van VPN, de configuratie van de nieuwe multi-functie-apparaten, …
Sterke punten De tijd die de andere teamleden zo bespaarden, werd gewijd aan projecten waarvoor analyse, studie en weinig geld nodig was (controle op afstand van computers via vrije software, testproject voor het beheer van stedenbouwkundige vergunningen, uitbouw van Extranet onder PHP en MySql gehost op een van onze servers, LDAPproject).
Ghislaine De Graeve (Informaticacentrum van Watermaal-Bosvoorde)
De elektronische verzending van diverse verklaringen met betrekking tot het personeelsbeheer, gewestelijk project 'NovaCom', ingebruikname van de nieuwe boekhouding voor de grondregie, etc. 1
2 VPN = Virtual Private Network. De mogelijkheid om een internetaansluiting zo te configureren dat er een beveiligd communicatiekanaal gecreëerd wordt waardoor twee of meer gebouwen in een netwerk verbonden kunnen worden en die zo samen eenzelfde toepassing en gegevensbank kunnen gebruiken.
Zo kunnen bibliotheken die verschillende ontleenplaatsen hebben, bij voorbeeld de lezers op plaats A informatie verschaffen over de beschikbaarheid van boeken op plaats B en C.
N° 2 0 0 7 / 0 2
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
BLZ. 21
DE VERENIGING IS GESLAAGD : L’ASSOCIATION CROIT EN SA DE EERSTE STER IS BINNEN! BONNE ÉTOILE
S
inds 2005 voert de Vereniging een milieubeleid met het oog op het verkrijgen van het label eco-dynamische onderneming. Op 7 juni 2007 werden onze inspanningen beloond, toen we onze eerste ster toegekend kregen.
tailleerde follow-up van het papierverbruik, spaarknop op toiletspoeling, recyclage van inktpatronen);
Positieve resultaten Uiteraard moest er een balans opgemaakt en een milieuprogramma opgesteld worden. Dat programma omvat 17 acties, verdeeld over 8 doelstellingen en 5 thema’s (mobiliteit, informatie, energie, afval en water).
Een greep uit de acties die inmiddels gevoerd werden De voorbije jaren heeft de Vereniging inspanningen geleverd op de volgende punten: • het economaat volgt een
• bevordering van alternatie-
ve verplaatsingswijzen (opleiding fietsen in de stad, aankoop dienstfiets, gedetailleerde toegankelijkheidsfiche op website).
ties kunnen onmogelijk ondernomen worden en andere behoren niet tot onze bevoegdheid. Zo is de follow-up van het energieverbruik moeilijk doordat het medeeigendom de boekhouding baseert op de gebruikte oppervlakte en niet op het werkelijk individueel verbruik. Het is dus niet gemakkelijk om de resultaten in te schatten of de financiële opbrengst van onze ingrepen zelf te krijgen. Wordt het bedrijf dan milieubewuster? Dat is wel degelijk de bedoeling. Maar we moeten realistisch zijn: niet iedereen raakt overtuigd door een programma. Maar het personeel erbij betrekken is primordiaal. Het project mag niet door de verantwoordelijke op eigen houtje vastgelegd worden. Er moeten maatregelen opgelegd worden, maar
We denken aan alles
verantwoord aankoopbeleid (onze leverancier biedt een ruime waaier aan milieuvriendelijke producten aan, fairtrade producten); • sensibilisering, informatie
en raadpleging van het personeel (vergaderingen voor de follow-up van het project, affiches met milieutips, ...); • allerlei vormen van besparing (filter om leidingwater te kunnen drinken, gede-
We trachten een soepele en evolutieve actie te voeren. Onze initiatieven zijn namelijk niet beperkt tot de acties die in het programma voor het eco-label vastgelegd zijn. Zo is de Vereniging onlangs naar een andere leverancier overgeschakeld voor de sandwiches bij vergaderingen, waarbij geopteerd werd voor een traiteur die natuurlijke en biologische ingrediënten gebruikt.
Enkele kanttekeningen Eerst een vaststelling: aangezien de Vereniging haar kantoren huurt, is de manoeuvreerruimte beperkt. Sommige ac-
als het globale project de goedkeuring van de meeste medewerkers wegdraagt, is het veel makkelijker om de geplande acties uit te voeren en er nieuwe vast te leggen.
Philippe Mertens
BLZ. 22
MO NI T O R D U U R ZA ME O NT WI K K E LI NG
N° 2 0 0 7 / 0 2
Elektronisch … dus ook ecologisch ! Ons engagement voor duurzame ontwikkeling indachtig maar ook om papierverspilling tegen te gaan, wensen wij de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling prioritair per e-mail onder onze lezers te verspreiden. Neem een abonnement! Hebt u de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling niet persoonlijk ontvangen? Wenst u de volgende nummers te ontvangen? Geen probleem! Neem een abonnement via de website van de Vereniging. U kan het formulier invullen op www.vsgb.be > Diensten > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling. Download via onze website! U kan de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling tevens gratis downloaden op: www.vsgb.be > Diensten > Publicaties > Monitor van de Duurzame Ontwikkeling. Geen e-mailadres? U hebt geen rechtstreekse toegang tot internet en wil de Monitor van de Duurzame Ontwikkeling toch ontvangen? Bel ons dan om een abonnement te nemen. Contact: Forum voor Duurzame Ontwikkeling van de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB) Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Tel: 02/238.51.62 - Fax: 02/280.60.90 - E-mail:
[email protected]
AVCB - VSGB ZOMER 2007