IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 1
Zuid-Holland
Scholen voor Duurzame Ontwikkeling naar een ondersteuning voor het voortgezet onderwijs in Provincie Zuid-Holland
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 2
Colofon Uitgave Deze brochure is een uitgave van het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’ Zuid-Holland. Dit is een netwerk van organisaties die scholen voor voortgezet onderwijs ondersteunt bij de inbedding van duurzaamheidseducatie in de school. Het project ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’ is gefinancierd door de Provincie Zuid-Holland in het kader van het programma ‘Leren voor Duurzaamheid’. Een lijst van deelnemende organisaties vindt u achterin deze brochure. Redactie Samenstelling: Nely van der Weijde [IVN Consulentschap Zuid-Holland] Interviews : Sandra van der Wielen [Cailin Partners] Teksten: Sandra van der Wielen, Bowine Wijffels, Nely van der Weijde en Bert Frings, [NDO, Hogelschool van Arnhem en Nijmegen] Eindredactie: Bowine Wijffels [Cailin Partners] Foto’s voorkant: Milieudienst Midden Holland, Both ENDS Vormgeving: Jelle Hellinga, Den Haag Informatie Voor meer informatie kunt u contact opnemen met IVN Consulentschap Zuid-Holland of met één van de organisaties van het netwerk [zie adressenlijst achterin]. December
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 1
Voorwoord Menig docent, leidinggevende of bestuurder van een scholengemeenschap zal zich afvragen wat ‘duurzaamheid’ en voortgezet onderwijs met elkaar te maken hebben. Dat komt wellicht doordat het begrip duurzaamheid niet altijd even duidelijk is. In mijn vorige functie als gedeputeerde milieu heb ik die onduidelijkheid rond duurzaamheid dikwijls ervaren. Bij duurzame ontwikkeling gaat het er onder andere om dat wij onze grondstoffen en omgevingskwaliteit zodanig gebruiken dat volgende generaties of andere werelddelen niet in de problemen komen. Met de huidige groei van de wereldbevolking zal dat nog een hele opgave worden. Dat is echter een verantwoordelijkheid van ons allemaal. Wat heeft het voortgezet onderwijs daar mee te maken? Het onderwijs tracht de jongeren ook voor te bereiden op hun rol als verantwoorde burgers. Dat gaat in de eerste plaats om het aanleren van concrete, vaak specifieke competenties. Steeds meer wordt echter ook aandacht besteed aan meer algemene vaardigheden om complexe vraagstukken te kunnen hanteren en naar oplossingen te zoeken. Via thema- of projectgericht onderwijs wordt daaraan invulling gegeven. Een praktische koppeling met concrete maatschappelijke vraagstukken is daarbij gewenst. Ook de verschillende partijen buiten de scholen stellen dat op prijs en willen daar graag aan meewerken. In deze brochure staan voorbeelden van projecten en organisaties die op het gebied van duurzaamheid ondersteuning geven. Juist omdat deze projecten aansluiten op ontwikkelingen in het onderwijs zelf, geloof ik dat er veel kansen liggen. Dat hoeft uiteindelijk ook geen extra tijd te kosten, maar geeft een inhoudelijke invulling aan huidige onderwijsontwikkelingen. Het brede begrip ‘duurzame ontwikkeling’ is bij uitstek geschikt om sectoroverstijgend onderwijs in te vullen. In die zin kunnen ’duurzaamheid’ en het onderwijs veel voor elkaar betekenen. Deze brochure wil een eerste hulpmiddel zijn. Met een schets van ontwikkelingen, wensbeelden en concrete informatie. Ik spreek de hoop uit dat de komende jaren het voortgezet onderwijs in Zuid-Holland steeds ‘duurzamer’ zal worden. Lennie Huizer Gedeputeerde Onderwijs, provincie Zuid-Holland
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 2
Inhoud
Voorwoord. Inhoud en Leeswijzer. Inleiding ‘Leren voor Duurzame Ontwikkeling’. Een duurzame school in 2010. Het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’. Producten en diensten. Adressen.
Leeswijzer Deze brochure gaat over de kansen en mogelijkheden voor ondersteuning van duurzaamheidseducatie in Zuid-Holland en is bedoeld voor scholen voor voortgezet onderwijs in deze provincie. De brochure start met een inleiding over leren voor duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs. U leest wat het netwerk hiermee bedoelt, wat het belang is van educatie rond duurzaamheid en hoe u dat op school vorm en inhoud kunt geven. Bert Frings schetst zijn toekomstbeeld van de ideale school in ; een ideale duurzame school. Vervolgens stellen de verschillende aanbieders en ondersteuners van duurzaamheidseducatie zich aan u voor. Zij vertellen waarom zij zich hebben verenigd in het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’. In het productenaanbod vindt u een aantal relevante producten en diensten van de betrokken aanbieders. Ook welke expertise zij hebben, zodat u een goed beeld krijgt van waar u terecht kunt voor ondersteuning. Het overzicht is overigens niet compleet, het geeft u echter wel een goed beeld van de mogelijkheden. Tot slot treft u in deze brochure een adressenlijst aan van de organisaties in het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’.
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 3
Inleiding ‘Leren voor Duurzame Ontwikkeling’ In een duurzame samenleving nemen individuele personen verantwoordelijkheid voor zichzelf en voor hun naasten zonder een negatieve invloed te hebben op de mogelijkheden van toekomstige generaties. Duurzame ontwikkeling gaat dus over zorg en respect en het steeds afwegen van economische, ecologische en maatschappelijke belangen. Om nu en straks verantwoorde keuzes te kunnen maken, moeten leerlingen kennis, ervaring en vaardigheden opdoen rondom duurzaamheidsthema’s. Thema’s als: biodiversiteit, de relatie Noord-Zuid, water, mondialiteit en eerlijke handel. Het gaat dus mede over het ontwikkelen van een visie op maatschappelijke dilemma’s [klimaatverandering, werkloosheid, aanleg HSL]. Dat klinkt als een zware opgaaf voor u als docent, maar veel hiervan komt al in het onderwijsprogramma naar voren. Bovendien helpt ‘leren voor duurzame ontwikkeling’ u om vorm en inhoud te geven aan de recent doorgevoerde onderwijsvernieuwingen. Aansluiting op het lesprogramma Bijdragen aan een duurzame samenleving vraagt niet alleen om kennis, maar ook om vaardigheden en competenties en sluit daarmee uitstekend aan bij de huidige ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs. Vooral in de vakoverstijgende kerndoelen komen vele aspecten van duurzaamheidseducatie naar voren. Verder zijn de verschillende aspecten van duurzaamheid [economie, sociaal en ecologie] verwerkt in de nieuwe indeling van het voortgezet onderwijs. De VMBO-sectoren economie, zorg en welzijn, landbouw en techniek sluiten hier naadloos op aan. Ook bij de profielen in de tweede fase [economie en maatschappij, cultuur en maatschappij, natuur en gezondheid, natuur en techniek] zijn deze drie invalshoeken van duurzaamheid, terug te vinden. U kunt met behulp van duurzaamheidsthema’s dus heel mooi invulling geven aan de oriëntatie sector beroep [OSB] en profiel sector oriëntatie [PSO]. Het werken aan duurzame ontwikkeling biedt ook vele mogelijkheden om vaardigheden te trainen en aan te sluiten op de competenties van leerlingen. Bovendien geeft ‘leren voor duurzame ontwikkeling’ de mogelijkheid om het leren ‘betekenisvol’ te maken. Leren voor duurzame ontwikkeling is dus maatschappelijk én onderwijskundig relevant. Duurzaamheid in de school Wil duurzaamheid werkelijk geïncorporeerd worden in en op school, dan dient het niet alleen in de lesprogramma’s [curriculum], maar ook in het beheer van het gebouw [campus] en de relaties met de buitenwereld [community] een plaats te krijgen. ‘Leren voor duurzame ontwikkeling’ gaat over basiskennis van natuur en ecologie [door middel van veldexcursies en practica], over mondiale aspecten van duurzaamheid, over milieuzorg op school en over het bezoeken van een supermarkt of nutsbedrijf. Daarvoor zijn contacten nodig met maatschappelijke organisaties. Dat hoeft u als school niet zelf te organiseren. U vindt deze organisaties in en via het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’. Ondersteuning geboden De verschillende aanbieders van duurzaamheidseducatie in de provincie Zuid-Holland die in deze brochure vermeld staan, kunnen de benodigde deskundigheid en ondersteuning bieden voor het incorporeren van duurzaamheid in de school. Op een manier die voor u haalbaar en praktisch is en past binnen de structuur van de school. De organisaties van het netwerk staan u immers graag ter zijde in het vormgeven van goed en betekenisvol onderwijs. Verderop in deze brochure kunt u meer lezen over welke organisaties dit precies zijn en hoe deze ondersteuning er uit zou kunnen zien.
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 4
De duurzame school in Duurzaamheid wordt steeds meer een criterium in beleid van bedrijven, overheden en instellingen. Belangrijkste trefwoorden hierbij zijn: ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’ en ‘kennisintensieve economie’. Voor het onderwijs is duurzame ontwikkeling niet alleen een item dat voorkomt in de kerndoelen en exameneisen, maar zal in de toekomst ook een steeds belangrijkere factor worden bij bouwen en beheer. In dit hoofdstuk schetst Bert Frings vanuit een aantal trends en ontwikkelingen een [ideaal] beeld van de duurzame voortgezet onderwijsschool. Een duurzame school waarin aandacht is voor zowel de fysieke als de onderwijsinhoudelijke aspecten van duurzame ontwikkeling. Bij de beschrijving van de onderwijsinhoudelijke aspecten is onderscheid gemaakt in de onderbouwperiode [basisvorming], het VMBO en de Tweede Fase HAVO/VWO. Duurzaam beheren De schoolgebouwen van nu zijn in het algemeen groot en eenvormig. De verschillende afdelingen [gangen] zijn gecentreerd rondom een aantal voorzieningen zoals de kantine, de aula, het documentatiecentrum en de ict-werkruimte. Gebouwen die functioneel zijn voor het huidige gebruik, maar tekort zullen schieten voor de activiteiten in de toekomst waarbij leerlingen meer individueel, of groepsgewijs het eigen leerproces vormgeven. Tegelijk worden scholen geconfronteerd met een steeds hoger wordende gas- en elektriciteitsrekening door langere gebruikstijden, meer apparatuur, geen optimaal gebruik van de installaties [met name verwarming] en uiteraard de hogere energieprijzen. Ook wordt steeds meer duidelijk dat grootschalig beheerde complexe voorzieningen, zoals een school voor voortgezet onderwijs, duur is. Deze ontwikkelingen vragen om een andere, slimmere aanpak. De oplossing is een duurzame aanpak met oog voor: - het waarmaken van eigen verantwoordelijkheid en zorg van mensen voor hun eigen werk- en leefomgeving; - beheer- en kostenaspecten voor optimaal rendement. Een duurzaam opgezet schoolgebouw En hoe gaan we om met nieuwbouw? In zal bij nieuwbouw van scholen, mede vanuit duurzaamheidsperspectief, de campusgedachte definitief zijn doorgedrongen. Deze gedachte gaat uit van een multifunctioneel gebruik, gecombineerd met een decentraal beheer. Een ‘campus’ is een schoolgebouw waarin een aantal eenheden of afdelingen feitelijk als zelfstandige schooltjes functioneren, met een eigen team van docenten en een overzichtelijke groep leerlingen. Door slim gebruik te maken van een aantal gemeenschappelijke voorzieningen [sportvoorzieningen, kantine, bibliotheek en de kinderopvang] maken deze ‘schooltjes’ tegelijk gebruik van de schaalvoordelen van een grote scholengemeenschap. Vanwege haar oriëntatie op de buitenwereld is het voor deze school een doodnormale zaak dat alle voorzieningen bovendien worden gebruikt door andere maatschappelijke instellingen zoals het ouderenkoor dat ’s avonds repeteert, de bewonersorganisatie uit de wijk, die hier vergadert, activiteiten organiseert en de wijkkrant produceert, de computerclub die werkbijeenkomsten en cursussen verzorgt, et cetera. Indien de school van de toekomst decentraal is opgezet en wordt beheerd, kan alles gemakkelijker en goedkoper gerealiseerd worden. Zaken als schoonmaak, afvalscheiding en zorg voor de groene leefomgeving zijn in de toekomst onderdeel van het normale takenpakket van alle gebruikers. De school is meer een leef- en werkomgeving geworden dan het exclusieve schoolgebouw zoals wij dat nu nog kennen. Het realiseren van decentralisering is niet alleen gunstiger voor het waarmaken van eigen verantwoordelijkheid van mensen voor hun eigen leef- en werkomgeving, maar is ook nog eens goedkoper. Zowel wat betreft de investeringen als de exploitatie van het gebouw. Dubbele winst dus! Een onderwijsprogramma met oog voor duurzaamheid vraagt ruimte voor creativiteit in leerprocessen De huidige trend tot deregulering en het toekennen van grotere beleidsvrijheid voor scholen zal gevolgen hebben voor scholen in de toekomst. Hoe ziet het onderwijs op een school er in uit? Zeker is dat er een grotere diversiteit zal zijn en er meer vormgevingsvarianten zullen bestaan dan nu het geval is. Met oog voor de leerlingen. De toekomstige school die duurzaamheid als leefwijze wil uitstralen en uitdragen, heeft een onderwijsconcept waarin leerlingen maximaal worden uitgedaagd om te presteren naar hun eigen talenten en mogelijkheden *). Onze duurzame school in de toekomst kent geen klassiek vakgeoriënteerde roosters meer en ook het jaarklassensysteem is verdwenen. De school van de toekomst bestaat mogelijk uit de volgende zelfstandige eenheden: - Een juniorcollege voor de onderbouw [BaVo]; - De VMBO-beroepsafdeling; en - Het studiehuis voor HAVO/VWO-top.
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 5
Hoe gaat dan in zijn werk? Wat treft u aan in deze school van de toekomst? In de onderbouw [juniorcollege] wordt in de verschillende leergebieden thematisch onderwijs verzorgd met didactische concepten als probleemgestuurd of projectonderwijs. Er wordt gewerkt in dagdelen. Deze aanpak biedt leerlingen ruimte om op reflectieve wijze maatschappelijke issues te onderzoeken en met eigen oplossingen te komen. Uiteraard maken duurzaamheids- en andere waardegeladen thema’s een belangrijk deel uit van het curriculum. Leerroutes zijn deels gemeenschappelijk, deels individueel georganiseerd. Leerlingen moeten in de eerste twee jaar van de periodes in een verplichte volgorde acht thema’s uitwerken. Voor de andere acht thema’s kunnen zij zich per periode inschrijven, om vervolgens in gemêleerd samengestelde groepen deze thema’s op te pakken. Voor een beperkt aantal kernvakken werken zij in jaarklassen of niveaugroepen. In de VMBO-top [VMBO-beroepsafdeling] is, naar verwachting, in de toekomst competentiegericht onderwijs ingevoerd. Het onderwijs is in eenheden gecentreerd rondom een specifieke beroepstaak waarvoor leerlingen zich kennis, vaardigheden en gedrag eigen moeten maken. De AVO-vakken zijn daarmee dienstverlenend aan het beroepsonderwijs geworden; een ver doorgevoerd concept dus. Tevens kent deze school geen centraal schriftelijk eindexamen meer. Een eventuele overstap naar een ROC is op basis van het leerlingdossier soepel te realiseren. Omdat het in deze school gaat om competenties, met de nadruk op gewenst handelen en gedrag, zijn duurzaamheidsaspecten naadloos in het onderwijs ingepast. Het leren letten op aspecten van duurzaamheid is immers een teken van professionaliteit, of een goede beroepshouding. Daarnaast werken leerlingen geregeld in projecten of thema’s, die mede worden aangedragen door het lokale of regionale bedrijfsleven. Men kan bijvoorbeeld denken aan een jaarlijkse wedstrijd van de metaalbranche: leerlingen krijgen een ontwerpopdracht voor product- of procesvernieuwing, waarbij voorwaarden zijn gesteld ten aanzien van duurzaamheid. Zou dat niet de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn? In de toekomstige, ideale Tweede fase van de HAVO/VWO-top [het studiehuis] is de lijn uit de onderbouw doorgetrokken. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het feit dat een groot deel van het onderwijs, zowel in het algemene deel als in de profielen, inmiddels is gereorganiseerd. Dat biedt voldoende mogelijkheden om duurzaamheidsthema’s in de profielen Natuur & Techniek, Natuur & Gezondheid en Economie & Maatschappij diepgaand te kunnen uitwerken. Het model van probleem gestuurd onderwijs [PGO] vormt daarvoor het vehikel. Leerlingen kunnen in hun praktische opdrachten en werkstukken gebruik maken van vragen van maatschappelijke organisaties om onderzoek te doen. Deze vragen zijn te vinden in de landelijk en regionaal georganiseerde databanken. Ook aandacht voor de mondiale component In de duurzame en ideale school van de toekomst is ook aan het mondiale aspect van duurzaamheid gedacht. De school is aangesloten bij een wereldwijd samenwerkingsverband van voortgezet onderwijsscholen. De school heeft een uitwisselingsprogramma met scholen in Oeganda, India en Canada. Alle afdelingen nemen deel aan [digitale] uitwisselingsprojecten. In de beste Nederlandse tradities van zorg voor ontwikkelingslanden heeft elke afdeling een kleinschalig project geadopteerd en draait een eigen programma van sponsoractiviteiten. Uiteraard betreft dit hoofdstuk veelal persoonlijke ideeën en toekomstdromen, maar zou het niet heerlijk zijn om op zo’n school te werken of te leren? Met deze bijdrage hoop ik de discussie over de school van de toekomst een extra impuls te geven. Bert Frings Onderwijsdeskundige, adviseur en trainer bij NDO, Hogoschool van Arnhem en Nijmegen
*) zie: Overdenken en doen: een pedagogische bijdrage aan adaptief onderwijs, Luc Stevens, hoogleraar Orthopedagogiek, Universiteit Utrecht,
IVN boekje
29-12-2003 14:11
Pagina 6
Het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’ Het implementeren van duurzame ontwikkeling in de school is een behoorlijke opgave. De praktijk staat bovendien nog ver af van de in het vorige hoofdstuk geschetste ideale school. U staat hier als school echter niet alleen voor. Tal van organisaties kunnen hierbij ondersteunen. Organisaties die u misschien al kent, zoals het lokale NME-centrum of het COS in uw regio. Samen in een netwerk Organisaties rondom duurzaamheidseducatie in Zuid-Holland hebben zich verenigd in het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’. Hierdoor kunnen zij producten en diensten op elkaar afstemmen en in de toekomst de beschikbare expertise in het netwerk optimaal gaan benutten. Samen kunnen zij de voor scholen belangrijke onderwijsontwikkelingen goed bijhouden en daar adequaat op inspelen. Een voordeel voor scholen, want door de krachten te bundelen kunnen meer scholen voor duurzaamheid terugvallen op een netwerk met een breed palet aan specialismen: duurzaamheid is meer dan milieu en meer dan mondiale vraagstukken. Deskundigheid en ondersteuning Het netwerk heeft de kennis en kunde waarmee ze voor scholen een belangrijke ondersteunende rol kan vervullen. De intentie is om in samenwerking met het voortgezet onderwijs in Zuid-Holland toe te groeien naar een werkbare en efficiënte structuur voor praktijk- en procesondersteuning op het terrein van onderwijsvernieuwing en duurzaamheid. Het netwerk denkt daarbij niet alleen aan didactische en methodische ondersteuning, maar ook aan nascholingen en procesbegeleiding op maat. In overleg met de school kan op het gebied van duurzaamheid ook één vast contactpersoon vanuit het netwerk aangesteld worden. Kennismaken met de organisaties In dit hoofdstuk stellen de betrokken organisaties zich aan u voor. Er is gekozen voor de interviewvorm. Zo zijn de vertegenwoordigers van de betreffende organisaties zelf aan het woord. De interviews zijn in alfabetische volgorde verdeeld in: provinciaal, regionaal en lokaal werkende organisaties. De interviews gaan in op informatie over de betreffende organisatie, hun visie op leren voor duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs en wat deze organisatie voor u, als school kan betekenen.
Provinciaal werkende organisaties Both ENDS Interview met Remi Kempers
“Bij ‘Kleur het Groene Hart’ maken docenten en jongeren uit twee totaal verschillende werelden contact op een manier die ‘de andere kant van de wereld’ ineens heel dichtbij en tastbaar maakt.” Both ENDS versterkt organisaties en gemeenschappen in ontwikkelingslanden die zich richten op duurzame ontwikkeling. Door ontbrekende communicatiemiddelen en netwerken en een vaak geïsoleerde positie, hebben die organisaties moeite hun stem te laten horen en worden ze in het Westen nauwelijks opgemerkt. Both ENDS zet zich juist in voor deze groepen, door intensieve samenwerking en partnerschap. De rijke en de arme helft van de aarde [Noord en Zuid] worden vaak behandeld als twee aparte werelden. Both ENDS wil deze ‘beide einden’ verbinden. Dit betekent naast het steunen van groepen in ontwikkelingslanden óók het betrekken van mensen in Nederland bij mondiale duurzaamheid. Remi Kempers ziet heel duidelijk het belang van duurzaamheidseducatie in het voortgezet onderwijs. Duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs is volgens hem niet te vangen in één vak, maar moet eigenlijk door alle vakken heen verweven worden. Vaak wordt hierbij de mondiale component vergeten. Both ENDS is juist gespecialiseerd in
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 7
deze mondiale component van duurzaamheid. Het educatieproject ‘Kleur het Groene Hart’ is hiervan een goed voorbeeld. Leerlingen in India en leerlingen in Nederland onderzoeken hun eigen leefomgeving en wisselen ervaringen met elkaar uit via e-mail. Daarnaast verzorgen Indiase en Nederlandse docenten wederzijds gastlessen op de deelnemende scholen. Bij ‘Kleur het Groene Hart’ maken docenten en jongeren uit twee totaal verschillende werelden contact op een manier die ‘de andere kant van de wereld’ ineens heel dichtbij en tastbaar maakt. Both ENDS kan Nederlandse organisaties en scholen helpen om het mondiale aspect van het begrip duurzaamheid vorm te geven. Via een groot netwerk van internationale en buitenlandse organisaties is contact met bijna elke uithoek van de wereld.
Centrum Educatieve Dienstverlening [CEDgroep] Interview met Onno Albada De CEDgroep is een dienstverlenende organisatie voor de bevordering van de kwaliteit van het onderwijs. Zij zijn een partner voor de school. De CEDgroep kan bijvoorbeeld de school ondersteunen in hun visie en in de ontwikkeling van kwaliteiten. Onno Albada vertelt dat leren voor duurzame ontwikkeling parallel loopt aan de ontwikkeling van de scholen. Heel praktisch gezien is de sector oriëntatie [OSB en PSO] al een begin van leren voor duurzame ontwikkeling. Onno Albada ziet ook wel dat scholen moeite hebben met hun overvolle programma. “Het CED kan hierbij ondersteunen, maar dan moet een school wel zelf met vragen komen”, aldus Albada. De ondersteuning kan geboden worden op inhoud of in de vorm van materialen of docentcompetenties. Ook kunnen zij projecten organiseren in samenwerking met bijvoorbeeld MKB, KvK, landelijke natuur- en milieuorganisaties of lokale NME-centra. Maar dat is nog niet alles. De CEDgroep levert ook begeleiding en coaching aan docenten en de schoolorganisatie. Betreffende de inhoud kunnen zij helpen bij de ontwikkeling van het curriculum. Scholen weten vaak niet welke ondersteuning ze het beste kunnen gebruiken of het meest nodig hebben. Onno Albada: “Wij helpen dan ook eerst met het formuleren van de vraag voor ondersteuning”. Ook Onderwijs Advies West Zuid-Holland ondersteunt scholen voor voortgezet onderwijs op een zelfde wijze. Zij zijn net als bovenstaande organisaties aangesloten bij het netwerk ‘Scholen voor Duurzame ontwikkeling’.
Codename Future Interview met Gerrit Vledder
“Codename Future helpt scholen bij onderwijsvernieuwing. Duurzaamheid hoort daarbij.” Codename Future is een ideële stichting met een duidelijke missie, namelijk het professionaliseren van jongeren van tot jaar aan de hand van hun maatschappelijke positie. Zij werken daartoe met een methode, die speciaal voor het voortgezet onderwijs is ontwikkeld en waarbij alles via een digitale work-space gaat. Deze methode wordt momenteel landelijk op zo’n scholen ingezet. Codename Future wil en kan scholen uit het voortgezet onderwijs met name helpen bij het invullen van vakoverstijgende kerndoelen [algemene vaardigheden] en ICT kerndoelen. Codename Future kiest samen met de school een programma dat goed aansluit bij de wensen en mogelijkheden van de school en bij de doelgroep. Zo’n programma bestaat in ieder geval uit een didactisch stappenplan voor leerlingen, toegang tot dossiers waarin maatschappelijke problemen worden behandeld en de begeleiding van docenten. De dossiers verwijzen naar informatie van andere organisaties. Via het IVN Consulentschap Zuid-Holland krijgen de leerlingen meer informatie over milieu, water, energie of landbouw. Er zijn momenteel onderzoeksdossiers, waarbij duurzaamheid via het stappenplan terug komt. Welk van de 16 dossiers de leerling ook kiest: via het stappenplan wordt gevraagd het onderwerp vanuit zowel een economische, ecologische als sociale invalshoek te onderzoeken. Codename Future biedt scholen een doorlopende leerlijn aan voor vier jaar, waarmee de ICT kerndoelen en algemene vaardigheden grotendeels worden afgedekt.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 8
COS Rijnmond & Midden-Holland Interview met Marjonel van Hooft
“Wereldburgers zijn we allemaal!” Een COS is een centrum voor internationale samenwerking. “De COSsen in Nederland hebben de ambitie om draagvlak te creëren voor internationale samenwerking en mondiale vraagstukken met als einddoel een duurzame rechtvaardige wereld,” aldus Marjonel van Hooft. Hun speerpunten hierbij zijn: internationale samenwerking, duurzame ontwikkeling en multiculturele samenleving. COS Rijnmond & Midden-Holland is een serviceverlenend bureau dat samen met COS Zuid-Holland Zuid en COS Haaglanden & WestHolland de scholen in Zuid-Holland van dienst wil zijn bij het verduurzamen van het voortgezet onderwijs. Leren voor duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs kunnen zij ondersteunen op bovengenoemde thema’s. Een school die invulling zou willen geven aan duurzame ontwikkeling doet dit door het thema duurzaamheid op te nemen in de vakken en leerlijnen, maar ook buiten de vakken om. Zo zijn er vakoverstijgende kerndoelen over de multiculturele samenleving en duurzame ontwikkeling. De COSsen in Zuid-Holland kunnen u als school helpen om invulling te geven aan deze kerndoelen in de vorm van lesmateriaal, projecten of producten op maat. Daarnaast hebben de COSsen in Zuid-Holland een uitgebreid regionaal en landelijk netwerk van maatschappelijke organisaties, die zich bezig houden met internationale samenwerking, migranten en vluchtelingengroepen. De COSsen in Zuid-Holland kunnen u helpen om hiermee in contact te komen.
IVN Consulentschap Zuid-Holland Interview met Nely van der Weijde
“Bruggen slaan en samen werken aan leerprocessen voor een duurzame toekomst.” Het IVN is een maatschappelijke organisatie met provinciale consulentschappen. Het IVN wil met een breed pakket aan leerprocessen en instrumenten, te vatten onder de term natuur- en milieueducatie en communicatie, een brug slaan tussen mens en natuur, tussen burger en duurzaamheid. Het IVN Consulentschap ZuidHolland vervult zelf geen actieve rol naar scholen, maar ondersteunt andere organisaties hierin. Dit doet zij door professionalisering en deskundigheidsbevordering. Het is hun taak om te initiëren, adviseren en stimuleren op het gebied van educatie in Zuid-Holland. Zij houden zich verder bezig met beleidsbeïnvloeding en overkoepelende taken in de provincie Zuid-Holland. Zo coördineren zij bijvoorbeeld het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’. Implementatie van leren voor duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs past in deze tijd, aldus Nely van der Weijde, projectleider van ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’. Het zou moeten worden ingebed in het curriculum en terug te zien zijn in het gebouwenbeheer en in de schoolorganisatie. Iedere school doet dat uiteraard op zijn eigen manier. Een school kan hiervoor samen met een organisaties van het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’ een stappenplan maken. Organisaties uit het netwerk kunnen helpen bij het vormen van beleidsplannen en het ontwikkelen van leerlijnen en producten. Het IVN Consulentschap Zuid-Holland heeft een omvangrijke netwerk en bovendien goed zicht op landelijke ontwikkelingen. U kunt met uw vraag op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid terecht bij het consulentschap. “Of het nu gaat om producten, diensten of ondersteuning, wij verwijzen u graag naar de juiste organisatie”, aldus Nely van der Weijde.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 9
SME MilieuAdviseurs Interview met Hans Smit SME MilieuAdviseurs is een landelijke professionele non-profit organisatie die zich bezig houdt met communicatiemanagement en gedragsverandering. Educatie is daarbij een belangrijk middel. SME MilieuAdviseurs werkt voor diverse organisaties en ook voor scholen. Voor het voortgezet onderwijs ontwikkelen zij producten en kunnen zij ondersteunen op processen. Leren voor duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs ziet Hans Smit als aandachtsgebieden binnen vakken en waar mogelijk vakoverstijgend. SME MilieuAdviseurs kan docenten en directeuren adviseren en ondersteuning bieden. “Een school moet wel zelf iets willen doen aan duurzaamheid en komt dan met vragen bij ons “, aldus Hans Smit. “Wij inventariseren wat er al gebeurt op de school, verhelderen de vraag en kijken wat er nog kan gebeuren. Samen met de school stippelen we dan een traject uit om dit aan te pakken.” SME MilieuAdviseurs heeft ook veel ervaring met coaching van docenten en teams. Deze advies- en coachingstrajecten op procesniveau worden ondersteund met concrete producten ten behoeve van leren voor duurzame ontwikkeling. GLOBE is een internationaal programma met specifiek lesmateriaal wat gebruikt kan worden op verschillende niveau’s. Het gaat uit van natuurwetenschappelijk onderzoek en maakt gebruik van ICT bij de verwerking van gegevens. Er ligt een directe koppeling met wetenschappers die van de gegevens gebruik maken. Ecoschools is een concept voor zowel basis- als voortgezet onderwijs, wat gebruik maakt van het bestaande aanbod in de regio. “Hiermee helpen we de school, via een gericht stappenplan en draaiboek te groeien naar een gecertificeerde Eco-school”, vertelt Smit. Dit concept haakt in op het curriculum, de schoolorganisatie, het schoolgebouw en stimuleert concreet de participatie van betrokkenen in en buiten de school.
Stichting Duinbehoud Interview met Marja Zandberg
“Stichting Duinbehoud levert kennis en projecten over de kust, waarmee een school kan leren voor duurzame ontwikkeling.” Stichting Duinbehoud is een landelijke belangenorganisatie voor de bescherming van de duinen. Marja Zandberg is medewerker natuurontwikkeling en educatie bij Duinbehoud. Binnen de organisatie houdt Marja zich bezig met het geven van voorlichting over de waarden en bedreigingen van het duin, het strand en de Noordzee. Leren voor duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs gaat volgens Stichting Duinbehoud over de samenhang tussen natuur en milieu en de samenleving. Leerlingen leren over de consequenties van hun handelen op de natuur, het milieu, de samenleving en de toekomst. “Scholen zouden hier blijvend aandacht aan moeten besteden”, aldus Marja Zandberg. “Niet alleen in de lesstof, maar ook buiten de lessen om”. Stichting Duinbehoud levert kennis en projecten over de kust, waarmee een school kan leren voor een duurzame ontwikkeling. Zo hebben zij het lespakket ‘Ruimterover‘. Vanaf is dat op www.kustwijzer.nl te vinden. Op deze website vindt u een compleet overzicht van het aanbod van lesmaterialen, producten en projecten die met de kust te maken hebben [bijvoorbeeld over drinkwater in de duinen, natuurontwikkeling en zwerfafval]. Scholen kunnen vanaf deze database bij verschillende natuur- en milieueducatiecentra en bezoekerscentra producten bestellen. Stichting Duinbehoud heeft een uitgebreide bibliotheek, waar leerlingen zelf op zoek kunnen gaan naar informatie. Als het nodig is verwijzen ze u door naar andere [natuur- en milieu] organisaties.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 10
Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop Interview met Marja Boersma
“Leren voor duurzame ontwikkeling gaat over de bewustwording van leerlingen en de invloed van hun handelen.” Wilt u iets met veldwerk doen? Dan kunt u terecht bij Stichting Veldstudie Heien Boeicop. Zij zijn gespecialiseerd in veldwerk, vraaggericht en zeer flexibel. “Leren voor duurzame ontwikkeling gaat over milieu”, vindt Marja Boersma, “maar dat moet je dan wel breed opvatten.” Leren voor duurzame ontwikkeling gaat volgens haar over de bewustwording van leerlingen en de invloed van hun handelen. Hier kan de school binnen de lesstof invulling aan geven, maar ook vakoverstijgend door modules en projecten over duurzaamheidsthema’s in te zetten. Een kringloop bijvoorbeeld kan op veel manieren gezien worden [biologisch, chemisch, maar ook voor papier en glas]. Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop kan de school helpen bij het ontwikkelen van geschikt materiaal en kan tevens begeleiding bieden bij veldwerkprojecten. Zij hebben twee accommodaties met een veldstudiecentrum ter beschikking voor scholen, maar kunnen ook naar de school toe komen als dit gewenst is. Naast deze veldwerklessen kan Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop ook gastlessen verzorgen en biedt zij nascholingen aan voor docenten.
Regionaal werkende organisaties Milieudienst Midden-Holland Afdeling educatie Interview met Mariët Broné
“Leren voor Duurzame ontwikkeling doe je door over de schutting van je vak heen te kijken.” De Milieudienst Midden-Holland is een uitvoeringsinstantie voor milieuhandhaving van gemeenten rond Gouda [o.a. Boskoop, Bodegraven, Schoonhoven, Ouderkerk en Nieuwerkerk aan den IJssel en Waddinxveen]. Daarnaast werken er verschillende specialisten, waaronder specialisten educatie. De afdeling educatie van de Milieudienst Midden-Holland biedt ondersteuning aan het voortgezet onderwijs betreffende milieuaspecten bij verschillende vakken. Zij geven advies over het voldoen aan verplichte kerndoelen die met natuur en milieu en duurzaamheid te maken hebben. “Duurzaamheid zit theoretisch al geïntegreerd in de vakken en de kerndoelen. Docenten moeten dan wel over de schutting van hun vak heen durven kijken,” aldus Mariët Broné. Leren voor duurzame ontwikkeling doe je volgens haar niet alleen binnen één vak, maar juist ook vakoverstijgend. Voortgezet onderwijs scholen kunnen bij de Milieudienst Midden-Holland vragen om ondersteuning hierbij. “Deze ondersteuning kunnen wij geven in de vorm van advies, vertelt Mariët Broné, maar ook heel praktisch in de vorm van ondersteuningsprojecten.” Dit zijn projecten waaraan een school kan meedoen, zoals ‘Kleur het Groene Hart’ en waarin duurzaamheid centraal staat. Milieudienst Midden-Holland verzorgt hierin de link met maatschappelijke organisaties. Vaste items in een project zijn het opdoen van [onderzoeks] vaardigheden, het leren keuzes maken en het afwegen van belangen. Naast verschillende school-, en omgevingsprojecten kunnen scholen bij de milieudienst ook terecht voor informatie, uitleen van materiaal, deskundigheidsbevordering en leerling advisering.
VTM Milieucommunicatie Interview met Ed Verhaar VTM Milieucommunicatie is een professionele milieuvereniging. Ze bestaat al jaar en heeft daardoor een lange traditie en ervaring op het gebied van natuur- en milieucommunicatie en natuur- en milieueducatie. De VTM heeft als doel het stimuleren en verbeteren van de communicatie over natuur, milieu en duurzaamheid tussen overheid, burgers en
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 11
bedrijfsleven in de regio Rijnmond. Ed Verhaar vertelt dat hij de milieuaspecten van het begrip ‘duurzame ontwikkeling’ vertaalt naar concrete projecten. Ook voor het voortgezet onderwijs. Duurzame ontwikkeling in het voortgezet onderwijs gaat volgens Ed Verhaar over het koppelen van verschillende vakgebieden met elkaar. Geluid, bijvoorbeeld, gaat niet alleen over natuurkunde maar heeft ook een milieukant. Projectmedewerkers van VTM Milieucommunicatie bieden docenten in het voortgezet onderwijs begeleiding met betrekking tot geïntegreerde projecten. Ook kunnen zij ondersteunen in het ontwikkelen van materiaal. Materiaal dat verschillende onderdelen voor verschillende vakken bevat. Ed Verhaar: “Vaak wordt een project afgesloten met een presentatie, zodat de verschillende vakgebieden het geheel kunnen overzien.” Een school, die duurzame ontwikkeling hoog op de agenda heeft staan, zal ook moeten nadenken over goede milieuzorg op school. VTM Milieucommunicatie geeft hierover advies en kijkt samen met de school naar mogelijke oplossingen.
Lokaal werkende organisaties Gemeente Delft, vakteam milieu Natuur- en milieucentrum ‘De Papaver’ Interview met Jack Boogmans
“Een duurzame voortgezet onderwijs school kan het gevoel van duurzaamheid pas overdragen op zijn leerlingen als de ruimte waarin dit gebeurt ook duurzaamheid uitademt.” De Papaver heeft lesmaterialen voor het onderwijs, tentoonstellingen en excursies voor bezoekers en biedt ruimte aan natuur- en milieuorganisaties. De Papaver houdt zich bezig met het informeren van burgers over natuur, milieu en duurzaamheid en het stimuleren van milieuvriendelijk gedrag in de gemeente Delft. Jack Boogmans ziet in de praktijk dat het voor scholen een hele klus is om leren voor duurzame ontwikkeling een plaats te geven. Vooral omdat duurzaamheid schoolbreed vanuit het bestuur gedragen moet worden en hiervoor een integrale aanpak nodig is. Jack Boogmans: “Een duurzame voortgezet onderwijs school kan het gevoel van duurzaamheid pas overdragen op zijn leerlingen als de ruimte waarin dit gebeurt ook duurzaamheid uitademt.” “Wij kunnen advies geven over het integreren van duurzaamheid in het curriculum en over milieuzorg op school,” vertelt Jack Boogmans. Ook het bestuur kan bij De Papaver terecht voor de integratie van duurzaamheid in de schoolorganisatie. Verder kunnen scholen gebruik maken van de goede contacten met de gemeentelijke organisatie, bedrijven [zie afvalfietstocht] en maatschappelijke organisaties [wijkgericht werken, activiteiten in de buurt]. Deze rol als intermediair zal nog verder worden ontwikkeld. Via de Papaver kunnen scholen kant en klaar lesmateriaal, veldwerkmaterialen en biologische modellen lenen. Op aanvraag kan [samen] nieuw lesmateriaal ontwikkeld worden. Door de faciliteiten zoals de mediatheek, het leslokaal [voor aansluitend practicum], uitleen van veldwerkmaterialen en de handige ligging in het groengebied ‘de Delftse Hout’ is de Papaver een goede uitvalsbasis voor veldwerk. Bij alle activiteiten kan begeleiding geboden worden aan leerlingen en docenten. “In principe werken wij alleen voor de scholen in Delft, maar tegen een vergoeding kunnen scholen in de buurt ook een beroep op ons doen”, aldus Jack Boogmans.
Gemeente Den Haag Stadsbeheer, afdeling Milieucommunicatie Interview met Simon van der Zwan De afdeling Milieucommunicatie in Den Haag heeft als doel het milieubewustzijn bij de burgers in Den Haag te bevorderen. Voor het voortgezet onderwijs betekent dit: ondersteuning, materialen en projecten op maat. Simon van der Zwan is er van overtuigd dat leren voor duurzame ontwikkeling in de stad Den Haag niet haalbaar is zonder goede communicatie tussen burgers en stadsbeheer. Hij probeert, samen met de scholen en organisaties die zich bezig houden met duurzame ontwikkeling, deze communicatie te stimuleren en verbeteren. Bijvoorbeeld door als
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 12
afsluiting van een project een dialoog met de wethouder te organiseren. Milieucommunicatie Den Haag heeft een lange traditie en veel ervaring met monitorings projecten, zoals Aquamarijn blauw, waarbij de gegevensverwerking door middel van ICT gebeurt. “We werken op ICT gebied veel samen met het Haags Centrum voor Onderwijs Begeleiding”, vertelt Simon van der Zwan. De afdeling Milieucommunicatie leent ook materialen uit en ontwikkelt lesmateriaal. Maar het liefst gaan zij een gesprek aan met een school om producten samen aan te passen aan de wensen van de school en op deze manier duurzaamheid te bevorderen.
Gemeente Dordrecht ‘Weizigt’ Natuur- en Milieucentrum Interview met Maria Epema
“Een school voor voortgezet onderwijs, die leert voor duurzame ontwikkeling, staat midden in de samenleving en is maatschappelijk georiënteerd.” Weizigt Natuur- en Milieucentrum in Dordrecht verzorgt natuur- en milieueducatie in de Drechtsteden. Ook voor het voortgezet onderwijs. In Weizigt wordt vraaggericht gewerkt, waarbij zoveel mogelijk aangesloten wordt bij de beleidsthema’s die spelen in de betreffende gemeenten. “De vraag van scholen is vaak heel praktisch”, aldus Maria Epema. Volgens haar is duurzaamheid niet goed te vangen in één project per jaar. Een school voor voortgezet onderwijs, die leert voor duurzame ontwikkeling, staat midden in de samenleving en is maatschappelijk georiënteerd. Weizigt NMC kan de school hierbij van dienst zijn door de maatschappij in de school te brengen. Maria Epema: “Wij hebben goede contacten met verschillende maatschappelijke organisaties, zoals waterschappen, woningbouwverenigingen en energiebedrijven.” U kunt als school het natuur- en milieucentrum bezoeken om met de leerlingen een lesprogramma uit te voeren of een leskist te lenen om bijvoorbeeld veldwerk op locatie uit te voeren. In en om het centrum vindt u een documentatiecentrum met veel informatie, onderzoeksmateriaal en modellen die uitgeleend worden. In de NEWTONHOEK, een natuurkundige ontdekhoek, komen leerlingen onder begeleiding in aanraking met de verschillende natuurkundige wetten over Licht, Lucht, Water en Energie. Op het terrein van het centrum vindt u naast de stadsboerderij een landschappentuin en een Aquarama. Docenten kunnen bij het centrum terecht voor inhoudelijke ondersteuning op het gebied van duurzaamheid, eigen leefomgeving en handelingsperspectief. “Wij geven advies over producten, materialen, lesinhouden en over hoe je met de klas naar buiten kunt,” vertelt Maria Epema.
Gemeente Leiden Afdeling Natuur- en milieueducatie Interview met Marian Kathmann
“In veel lessen zit een duurzaamheidsaspect. Zie leren voor duurzame ontwikkeling niet als een extra vak of extra lesstof, maar als een manier van kijken naar de stof. Kijk door de duurzaamheidsbril.”
?
NME-Leiden heeft tot taak het bevorderen van natuur- en milieueducatie in de stad Leiden. Voor het primair onderwijs bestaat een actief aanbod van projecten, natuurpaden en lespakketten. Veel VO-scholen maken dankbaar gebruik van onze faciliteiten voor veldwerkdagen in de Leidse Hout of in het polderpark Cronesteyn. Kathmann is van mening dat het belangrijk is voor een duurzame toekomst dat leerlingen van het voortgezet onderwijs steeds de link naar de maatschappij leggen en leren door zelf te doen, oftewel leren voor duurzame ontwikkeling. NME-Leiden kan het voortgezet onderwijs ondersteunen met materialen en advies op het gebied van duurzaamheidseducatie. “Wij kunnen docenten helpen om door een duurzaamheidsbril naar de vakken en de inhoud van de vakken te kijken”, zegt Marian Kathmann. Natuurlijk moet een schoolorganisatie dan wel het goede voorbeeld geven en ook aandacht besteden aan milieuzorg op school. “Ook hierin kunnen wij adviseren”. Er is vaak meer mogelijk dan docenten
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 13
denken. Zo houdt de afdeling natuur en milieueducatie zich ook bezig met monitoringprojecten en kunnen zij helpen bij de profielwerkstukken in de tweede fase. NME-Leiden beschikt over een NME-centrum op de Kinderboerderij Merenwijk, met documentatie en uitleen-mogelijkheden. In de bezoekerscentra in de Leidse Hout en polderpark Cronesteyn zijn tentoonstellingen en faciliteiten voor veldwerk. Er is een gedegen kennis van natuur, milieu en landschap in de directe omgeving en er zijn veel contacten met andere organisaties, zoals de sector Wijkbeheer, Hoogheemraadschap, Agrarische natuurverenigingen en natuurgidsen van het IVN. Er is veel samenwerking en afstemming tussen de afdeling natuur en milieu van de gemeente Leiden en Milieudienst West-Holland.
Gemeente Rotterdam Dienst Sport en Recreatie, afdeling Natuur en Milieu Interview met Bas van der Sanden [tijdelijk vervanger van Wendy Snijders]
“Door onze makelaarsfunctie en vele ervaringen kunnen wij u, als school, gerichte ondersteuning bieden bij het incorporeren van duurzaamheid in het voortgezet onderwijs.” De afdeling Natuur en Milieu van Sport en Recreatie, stimuleert duurzaamheid in de samenleving en specifiek in het onderwijs. Speciaal voor alle voortgezet onderwijsscholen in Rotterdam is daar een aparte VO-medewerkster voor in dienst [Wendy Snijders]. Het voortgezet onderwijs kan dus profiteren van deze ondersteuning in de vorm van een gedegen advies over het integreren van duurzaamheid in het onderwijs. Om te leren voor duurzame ontwikkeling is volgens Bas een integrale aanpak van verschillende vakken nodig. De afdeling NME kan dit ondersteunen en waar nodig doorverwijzen naar andere organisaties. Zij ontwikkelen lesmaterialen en lenen veldwerkmaterialen uit. Ook organiseren zij veldwerk, scholenbijeenkomsten, themamiddagen en grote projecten als de Rotterdamse Jongeren Milieu Excursie. In een speciale nieuwsbrief worden de scholen, organisaties en bedrijven in Rotterdam op de hoogte gebracht van al deze activiteiten. De VO-medewerkster werkt het liefst vraaggericht. Samen met de school en, indien nodig, met andere organisaties projecten op maat opzetten. De afdeling NME kan als makelaar optreden en beschikt over veel contacten met verschillende netwerken [lokaal, regionaal, provinciaal en landelijk] op het gebied van natuur, milieu en duurzaamheid en het voortgezet onderwijs.
Gemeente Zoetermeer Afdeling Beheer en Onderhoud Interview met Annet de Jong
“Verantwoorde keuzes maken met betrekking tot een duurzame ontwikkeling begint op school met kennis en met betrokkenheid en zorg voor de directe leefomgeving.” Zoetermeer let op! Annet de Jong is medewerkster natuur- en milieueducatie met als doelgroep jeugd en jongeren in deze gemeente. Zij probeert deze doelgroep te leren meer zorg te hebben voor de directe leefomgeving. “Leren voor duurzame ontwikkeling, ook in het voortgezet onderwijs, gaat immers over betrokkenheid en zorg”. Door leerlingen onderzoek te laten doen in hun eigen leefomgeving raken zij betrokken bij en zullen meer zorg hebben voor deze leefomgeving. Deze zorgzaamheid, aangevuld met kennis en kunde, stelt de leerlingen in staat om nu en later verantwoorde keuzes te maken met betrekking tot een duurzame ontwikkeling. “Scholen moeten dan wel inspelen op maatschappelijk verantwoorde thema’s”, aldus Annet de Jong. De gemeente Zoetermeer kan het voortgezet onderwijs hierbij ondersteunen en faciliteren. Bijvoorbeeld bij het opzetten van een onderzoeksproject, het vinden van een goede onderzoeksplek, het helpen uitvoeren van een onderzoek door leerlingen, of het organiseren van een excursie. Ook kunnen scholen bij de gemeente terecht voor stadspecifieke lokale kennis, algemene kennis van natuur, milieu en duurzaamheid en advies over het integreren van deze thema’s in het onderwijs.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 14
Producten en diensten De organisaties in het netwerk ‘Scholen voor Duurzame Ontwikkeling’ in Zuid-Holland kunnen het voortgezet onderwijs deskundige ondersteunen bij het incorporeren van duurzaamheid in de school. In dit hoofdstuk maakt u kennis met enkele producten en diensten die zij hiervoor kunnen inzetten. Deze producten en diensten zijn gericht op het opbouwen van een onderwijsprogramma met oog voor duurzaamheid en aandacht voor de mondiale component [curriculum], het beheer van het gebouw [campus] en de relatie met de buitenwereld [community]. Onderstaand overzicht moet u zien als voorbeelden van wat mogelijk is. Er zijn meer producten en diensten dan in het bestek van deze brochure is op te nemen. In het vorige hoofdstuk is toegelicht hoe het netwerk, in samenspraak met de scholen en aansluitend op de nieuwe onderwijsontwikkelingen, maatwerk kan leveren. Het brede begrip ‘duurzame ontwikkeling’ zal dan ook de komende jaren, zowel fysiek als op onderwijsinhoudelijk aspecten, in nauw overleg met de scholen verder ingevuld worden. Er zijn voorbeelden van producten en diensten die a. lokaal, b. regionaal en c. provinciebreed inzetbaar zijn. In dezelfde volgorde als de interviews komen de organisaties in dit hoofdstuk in beeld met een voorbeeld van hun expertise, ingedeeld in: provinciale, regionale en lokale producten en diensten.
Provinciale producten en diensten Uitwisseling mondiale contacten - Both ENDS Lesondersteuning bij de mondiale component en het leggen van mondiale contacten binnen een thema dat te maken heeft met milieu [m.n. water en wateronderzoek] en duurzame ontwikkeling. Specifiek: Verzorging van de mondiale component in het lesprogramma Kleur het Groene Hart [www.kleurhetgroenehart.nl]. Docentenuitwisseling tussen scholen in India en Nederland, emailuitwisseling tussen leerlingen uit beide landen. Ook contacten met andere landen zijn mogelijk door gebruikmaking van het uitgebreide netwerk van Both ENDS. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; leerjaar ,,. Vakken: Aardrijkskunde, Biologie, Engels, Informatica. Leergebieden en kerndoelen: Aardrijkskunde, samenleving [ontwikkelingssamenwerking], engels, ICT, natuur en milieu. Kerndoelen: communiceren [ook in het engels], werkhouding, kennis en werken met ICT, sociaal gedrag, kennis van andere culturen [kijk op de wereld]. Ondersteuning, dienstverlening: Internationale aanvulling op een lespakket, coördinatie uitwisseling docenten en ICT-uitwisseling tussen leerlingen, internationale coördinatie, verzorging thematische en regionale informatie. Provinciaal project, internationale uitstraling. Informatie: Both ENDS coördineert internationale contacten tussen scholen/organisaties in Nederland en scholen/organisaties in Azië en eventueel Latijns-Amerika en Afrika. Contactpersoon: Remi Kempers.
Coaching - Centrum Educatieve Dienstverlening [CEDgroep] De CED-Groep beweegt zich op het snijvlak van organisatie, competentieontwikkeling en inhoud voor wat Leren voor duurzaamheid betreft. Wij bieden dus aan: coaching van docenten, teams, middenmanagement en directies op inhoud en beleid voor het gehele gebied van Leren voor duurzaamheid. Doelgroep: Onderbouw en bovenbouw of Tweede Fase [leerhuis en studiehuis]. Zowel docenten, als leerlingen in alle leerjaren. Leergebieden en kerndoelen: Het gehele terrein van leren voor duurzaamheid, met een link naar verticale leerlijnen en zelfs leerwerktrajecten en stages. Ondersteuning en dienstverlening: De CED-Groep staat voor Centrum Educatieve dienstverlening en wil op dat terrein partner van scholen zijn. Contactpersonen: Ernst Keizer, Anica Schilperoord, Hein van den Bemt en Onno Albada.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 15
Vier dossiers duurzaamheid - Codename Future Het gaat om dossiers over landbouw, water, energie en milieu. Een ‘dossier’ is een kort, overzichtelijk document over een maatschappelijk onderwerp. De dossiers worden aangeboden in de digitale leeromgeving van Codename Future, de ‘Workspace’. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO, MBO; alle leerjaren. Vakken: In onderbouw voor alle vakken, in bovenbouw geschikt voor het maken van werkstukken passend in het Programma van Toetsing en Afsluiting. Leergebieden en kerndoelen: Er worden vaardigheden geoefend die in alle van vakken belang zijn, met name ook de vakoverstijgende vaardigheden. De duurzaamheiddossiers zijn inhoudelijk relevant voor de leergebieden AVO en voor de leergebieden Mens en Natuur, Mens en Maatschappij. Het materiaal van Codename Future sluit expliciet aan op die nieuwe kerndoelen en leergebieden. Vanaf augustus zien leerlingen die nieuwe kerndoelen expliciet in beeld als ze hun dossier doorlopen. Zij vinken aan het eind van het stappenplan de behaalde kerndoelen zelf af. Ondersteuning, dienstverlening: Docenten krijgen een training voorafgaand aan de lessen. Bij de eerste les is ondersteuning aanwezig van een accountmanager van Codename Future. Er is een helpdesk voor de technische vragen, digitaal lesmateriaal en een digitale leeromgeving waarin de docent met zijn leerlingen kan communiceren. Leerlingen kunnen ook onderling communiceren. Informatie: Het digitale lesprogramma met de duurzaamheiddossiers is voor alle leerlingen tevens een manier om kennis te maken met de sectoren in het VMBO en de Profielen in de HAVO/VWO. Daarmee is het bovendien een invulling van het onderdeel Oriëntatie op Studie en Beroep [OSB] en op Praktische Sectororëntatie [PSO], waar scholen aandacht aan moeten schenken door de leerjaren heen. Contactpersoon: Gerrit Vledder.
Zuid-Holland, verrassend bevolkt! - COS Zuid-Holland Doelstelling van dit educatieve project is leerlingen kennis te laten maken met het leven van asielzoekers en vluchtelingen in Zuid-Holland en hen een duidelijk en reëel beeld te geven van het vreemdelingenvraagstuk in Nederland en wereldwijd. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; leerjaar , , . Vakken: Aardrijkskunde, Geschiedenis, Maatschappijleer. Leergebieden en kerndoelen: Samenleving, levensbeschouwing, leefstijl, mentorlessen. Kerndoelen .: het functioneren als democratisch burger in een multiculturele samenleving, ook in internationaal verband; .: de relatie tussen mens en natuur en het concept van duurzame ontwikkeling; .: culturele en seksegebonden overeenkomsten en verschillen tussen mensen herkennen en hanteren. Ondersteuning, dienstverlening: Compleet educatief project, docentenhandleiding, uitgewerkte lessen [naar keuze te geven], een - en een -meting onder de leerlingen. COS regelt een gastles. Informatie: Maatwerk op basis van wensen en mogelijkheden van de scholen en andere projectpartners. Sluit aan bij de discussie over waarden- en normenoverdracht via het onderwijs. Draagt bij aan de discussie over economische en sociale duurzaamheid in de wereld. Het project combineert lessen op school met sociaal veldwerk en zelfstandig werken door leerlingen. Kosten deelname: €,- per klas. Organisatie: Drie COSsen in Zuid-Holland in samenwerking met deelnemende scholen, lokale vluchtelingenwerkgroepen, azc’s/ Centraal Orgaan opvang Asielzoekers [COA] en andere organisaties die zich met vluchtelingen bezighouden. Contactpersonen: COS Haaglanden & West-Holland, Meiki Liu; COS Rijnmond & Midden-Holland, Marjonel van Hooft; COS Zuid-Holland Zuid, Merlijn Timmers.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 16
Themabank Biodiversiteit - IVN Consulentschap Zuid-Holland De website www.hetgroeneland.nl is een digitale themabank over biodiversiteit. De themabank bestaat uit tips voor onderwerpen, onderzoeksactiviteiten, presentaties en bronnen voor leerlingen uit alle profielen van de Tweede Fase HAVO en VWO. Doelgroep: HAVO, VWO; leerjaar ,. Vakken: Biologie, Scheikunde, Natuurkunde, Algemene Natuurwetenschappen, Economie, Wiskunde, Geschiedenis, CKV, Maatschappijleer Leergebieden en kerndoelen: in alle profielen: Natuur en Gezondheid: ecosystemen, evolutie, bedreigde soorten, voedselwebben, biotische factoren, welzijn mensen en dieren. Natuur en Techniek: chemisch, abiotische factoren, populatiedynamica, ruimtelijke ordening, technisch ontwerp. Cultuur en Maatschappij: maatschappelijke factoren, politiek, historisch, waarden en normen, mens- en natuurbeeld. Economie en Maatschappij: maatschappelijke factoren, politiek, historisch, sociaal geografisch, sociaal economisch. Ondersteuning, dienstverlening: De website ondersteunt de docent en de leerling. Maatschappelijke organisaties dragen relevante onderwerpen aan en bieden begeleiding bij het praktisch onderzoek van de leerlingen. Informatie: Vanaf juli is een nieuw aanbod, afgestemd op de wensen van scholen beschikbaar. In elk profiel staan dezelfde thema’s, maar deze zijn vanuit verschillende invalshoeken per profiel uitgewerkt. Contactpersoon: Nely van der Weijde.
Eco-Schools - SME MilieuAdviseurs Concrete invulling duurzaamheid, certificering als Eco-School. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; alle leerjaren Vakken: alle vakgebieden Leergebieden en kerndoelen: Algemene vaardigheid-, sociale- en communicatieve kerndoelen. Ondersteuning, dienstverlening: Compleet pakket procesondersteuning, draaiboek, stappenplan. Programma op maat voor ondersteuning van docent of op schoolniveau. Actieve participatie van betrokkenen, waaronder leerlingen. Uitgangspunt is de bestaande situatie op school. Professionele milieuscan door Stichting Collusie. Informatie: Europees programma met mogelijkheden voor internationale contacten en uitwisseling van good-practices. Contactpersoon: Hans Smit.
GLOBE – SME MilieuAdviseurs Dit programma bestaat uit de modules Weer & Klimaat, Natuurkalender, Water, Zeeonderzoek en Aërosolen. Leerlingen doen onderzoek in de eigen schoolomgeving. Zij leveren een bijdrage aan de wetenschappelijke kennis over het mondiale milieu door onderzoekgegevens via internet te leveren aan wetenschappers. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; alle leerjaren Vakken: Algemene Natuurwetenschappen Leergebieden en kerndoelen: Thema’s water, weer, natuurkalender, aërosolen. Algemene vaardigheid-, sociale- en communicatieve kerndoelen. Specifiek voor de leergebieden die verbonden zijn met de thema’s. Ondersteuning, dienstverlening: Compleet lesprogramma met opdrachten voor de leerlingen. Draaiboek en achtergronden voor de docenten. Introductieworkshop voor de begeleiders en docenten, specifieke workshops per thema. Informatie: Concrete ICT toepassing bij de verwerking van gegevens. Concrete contacten met wetenschappers. Doordat GLOBE een internationaal programma is met duizenden scholen als deelnemers, veel mogelijkheden voor internationale contacten. Contactpersoon: Ido de Haan.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 17
Ruimterover - Stichting Duinbehoud Een lespakket over met elkaar conflicterende ruimtelijke belangen in de kuststreek. Het materiaal beslaat twee lessen, waarbij onderscheid is gemaakt tussen VMBO en HAVO/ VWO. De eerste les bestaat uit een spel [duinrover of zeerover], de tweede les uit een debat over een aantal stellingen voor HAVO/ VWO. VMBO - leerlingen maken een eigen kaart. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; leerjaar , . Vakken: Aardrijkskunde. Leergebieden en kerndoelen: Algemeen: waardebesef en oordeelsvermogen ontwikkelen t.a.v. vraagstukken met ruimtelijke aspecten. Domein B: eigen omgeving, leerlingen kunnen voorbeelden geven van herinrichtingvraagstukken, beschrijven welke belangengroepen en argumenten daarbij een rol spelen en geven eigen mening over het vraagstuk. Domein C: stedelijke en landelijke gebieden, verschillende landschapstypen en aspecten van ruimtelijke ordening bij grondgebruik, milieu- en verkeersproblematiek. Domein recreatie, toerisme en vakantiegebieden: herkennen en beschrijven van ruimtelijke effecten van de toegenomen openluchtrecreatie. Ondersteuning, dienstverlening: Het pakket bestaat uit: 1docentenhandleiding, spellen Zeerover en spellen Duinrover met bijbehorende opdrachtkaarten, kenniskaarten, nieuwsflitsen en fiches, werkbladen [duinrover en zeerover]. Informatie: Prijs €,-. Contactpersoon: Marja Zandberg.
Veldstudie - Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop Lesmaterialen en handleidingen op maat gemaakt voor de betrokken leerlingen- of studentengroep. Twee volledig toegeruste veldstudiecentra met volledige begeleiding en verzorging van verblijf. Ontwikkeling van lesmaterialen, organisatie en begeleiding van projecten voor scholen en gemeenten. Productie van informatiepanelen en ontwikkelen en uitzetten van Natuurpaden. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; alle leerjaren, programma’s op maat en aangepast aan het leerling-niveau. Vakken: Biologie, Aardrijkskunde, Scheikunde, Geschiedenis, apart of in combinatie met elkaar. Leergebieden en kerndoelen: Algemene vaardigheid-, sociale- en communicatieve kerndoelen, in de leergebieden die te maken hebben met kennis van bodem en biodiversiteit, samenhang van functie en vorm in de natuur en herkenning van historische- en milieuinvloeden van de mens. Ondersteuning, dienstverlening: Organisatie en programmering van natuurstudieprogramma’s op de eigen veldstudiecentra, op door de school gekozen locaties of in de schoolomgeving. Aansturen en begeleiden van zelfstandig en in groepjes uit te voeren onderzoek. Werkweekprogramma’s met excursies en uitstapjes naar bedrijven en bezienswaardigheden. Informatie: De Stichting Veldstudie is een veelzijdige organisatie die allerlei doelgroepen in contact brengt met natuur- en milieu. Dit gebeurt op een actieve, betrokken en creatieve manier. Bij alle activiteiten, programma’s en uitgaven staat het zelf ontdekken centraal. Contactpersoon: Geert van Griethuysen.
Regionale producten en diensten
Milieutrio - COS Rijnmond & Midden-Holland Door middel van het Milieutrio maken leerlingen op een speelse manier kennis met het begrip duurzame ontwikkeling. Het Milieutrio bestaat uit drie levensgrote spelen: Levenscyclusdomino: foto’s en tekstkaartjes brengen de levenscyclus, de milieukosten en economische kosten van een frisdrankblikje en een rookworst in beeld. Wereldbalans: leerlingen ontdekken hoeveel meer energie de gemiddelde Nederlander gebruikt dan de gemiddelde inwoner van Bhutan, Guatemala of Marokko. Electrospel: geeft informatie vanuit mondiaal perspectief over voedsel, energie, water en Derde Wereld. Doelgroep: Alle vormen van voortgezet onderwijs, leerjaar , .
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 18
Vakken: Aardrijkskunde, Economie, Biologie. Leergebieden en kerndoelen: Aardrijkskunde, samenleving, techniek, milieu. Kerndoel 1.3: de relatie tussen mens en natuur en het concept van duurzame ontwikkeling. Ondersteuning, dienstverlening: Kant-en-klare spelborden, docentenhandleiding, werkbladen voor leerlingen, advies over het gebruik van het Milieutrio. Informatie: Te gebruiken in een éénmalige les of als onderdeel van een project over milieu, water, energie en afval. Kosten: €,- per twee weken of €, per onderdeel per twee weken. Contactpersoon: Marjonel van Hooft.
Kleur het Groene Hart - Milieudienst Midden-Holland, Natuur en milieueducatie Leiden, Sport en Recreatie Rotterdam, Both ENDS Jongeren doen onderzoek in hun eigen omgeving, gaan met de waarden van natuur, cultuur en economie in het Groene Hart aan de slag in de vorm van praktische-, en handelingsopdrachten. Ze oriënteren zich op en vergelijken hun onderzoek met een Zuidelijke situatie. Ze koppelen hun resultaten terug met betrokken organisaties en bestuurders. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; alle leerjaren. Vakken: Vakoverstijgend en Aardrijkskunde, Informatica, Biologie, Maatschappijleer. Leergebieden en kerndoelen: VMBO: past in het Programma van Toetsing en Afsluiting. Kerndoelen: k2.2, k2.3, k2.4, k2.6, k2.7, k3.1, k3.2, k3.3, k3.9, k3.10 Ondersteuning, dienstverlening: NME-diensten in samenwerking met en diverse maatschappelijke organisaties zoals het Hoogheemraadschap van Rijnland, Stichting Both ENDS en het Projectteam Hollandsche IJssel. Informatie: De didactische opbouw van Kleur het Groene Hart is gebaseerd op het BOB-model [Beeld- Oordeel- en Besluitvorming]. Het programma biedt: - Algemene oriëntatie, inleiding op de lokale en mondiale situatie - Praktische lokale verdieping [in discussie met het Hoogheemraadschap] - Praktische mondiale verdieping [gastles Indiase docent (onder voorbehoud)] - Onderzoek buiten de school [buitenpracticum waterkwaliteit/bedrijfsbezoek] - ICT component [In discussie met de wethouder op het virtueel forum(onder voorbehoud)] - Verwerking door presentatie; terugkoppeling resultaten; persbijeenkomst. Contactpersonen: Milieudienst Midden-Holland, Rudy Klaassen; Natuur en milieueducatie Leiden, Marian Kathmann; Sport en Recreatie Rotterdam, Wendy Snijders; Both ENDS, Remi Kempers.
Bedrijfsbezoeken/educatieve fietstochten Midden-Holland - Milieudienst Midden-Holland De Milieudienst Midden-Holland organiseert ieder jaar bedrijfsbezoeken voor brugklasleerlingen van het voortgezet onderwijs. In totaal doen zo’n leerlingen, docenten en bedrijven en maatschappelijke instellingen mee. Jongeren gaan op excursie bij bedrijven en instellingen in hun eigen omgeving. Tijdens de excursies krijgen de jongeren mooie voorbeelden te zien van ‘good practice’, duurzaam ondernemen en de vele relaties tussen natuur en milieu en bedrijfsvoering. Bovendien wordt de kwaliteit van de leefomgeving in kaart gebracht door veldwerkactiviteiten. Doelgroep: Docenten en leerlingen voorgezet onderwijs; onderbouw. Vakken: Vakoverstijgend, Beroepenoriëntatie, Biologie, Aardrijkskunde, Geschiedenis, Economie, Techniek, Informatiekunde, Verzorging, Natuur- en Scheikunde. Leergebieden en kerndoelen: Aardrijkskunde: domein B, C, F; Geschiedenis: domein A, E, G; Economie: domein: B, C, D, E, F; Techniek: domein: A, B, C; Informatiekunde, Verzorging: domein: B; Natuur- en scheikunde: domein: B, E, F, I; Biologie: domein A, C, D. Ondersteuning, dienstverlening: Ondersteuning door de Milieudienst en diverse bedrijven, organisaties en instellingen uit Midden-Holland. Contactpersonen: Gouda, Tineke Nijkamp, [] ; Schoonhoven en Bergambacht, Vivian Buskens, [] ; Waddinxveen en Boskoop, Rudy Klaassen [] .
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 19
Lokale producten en diensten
Afvalfietstocht – De Papaver Gemeente Delft Leerlingen bezoeken in groepjes drie bedrijven. Daar wordt verteld hoe het bedrijf omgaat met haar afval en andere milieuaspecten. Voor elk bedrijf is een werkblad gemaakt met opdrachten. Na het bezoek fietsen de leerlingen zelfstandig naar het volgende bedrijf. Doelgroep, vakken, leergebieden en kerndoelen: [zie Bedrijfsbezoeken/educatieve fietstochten Midden-Holland] Ondersteuning, dienstverlening: Wordt georganiseerd door contactpersoon. Op de dag zelf wordt bij enkele bedrijven extra begeleiding geregeld. De school ontvangt kant en klare werkbladen, roosters en routekaartjes. Informatie: In samenwerking met ca. bedrijven. Na kennismakingsgesprek worden werkbladen gemaakt. Contactpersoon: Jack Boogmans.
Educatieve fietsroute “Uitdagend water” - ‘Weizigt’ Natuur- en Milieucentrum Dordrecht Een fietsroute [ca km] over het eiland van Dordt. Met een opdrachtenboekje, waarin naast een korte beschrijving topografische kaartjes staan afgedrukt, kunnen de leerlingen hun weg vinden. De route voert langs natuurvriendelijke oevers, kreken, dijken, polders, sloten, gemalen, de rivier met uiterwaard en sluizen. Leerlingen nemen watermonsters en voeren proefjes uit. Doelgroep,vakken, leergebieden en kerndoelen: [zie Bedrijfsbezoeken/educatieve fietstochten Midden-Holland] Ondersteuning, dienstverlening: Een lesboekje en docentenhandleiding met complete routebeschrijving en opdrachten. Er is een workshop voor docenten en begeleiders en er zijn onderzoeksmaterialen te leen. Begeleiding bij de onderzoeksplaatsen van een natuur– en milieuorganisatie is mogelijk. Op afspraak is het gemaal te bezoeken en men vindt informatie op de website van de partner. Informatie: Deze educatieve fietstocht is deel van het project Waterzigt op Weizigt [zie Waterles over integraal waterbeheer]. Contactpersoon: Maria Epema.
Waterles over integraal waterbeheer - ‘Weizigt’ Natuur- en Milieucentrum Dordrecht Les over het begrip ruimte voor water, waterkwantiteit en –kwaliteit op het terrein van Weizigt NMC. De leerlingen doen vergelijkend wateronderzoek. Nemen watermonsters en meten zuurstofgehalte met het computerprogramma Coach Lab, kunnen flora en fauna waarnemen door een onderwatervenster. Via een interactieve CD-ROM maken leerlingen kennis met de invloed van diffuse bronnen op de waterkwaliteit en wat ze zelf kunnen doen om dit te voorkomen. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO; leerjaar , en . Vakken: Aardrijkskunde, Scheikunde, Biologie. Leergebieden en kerndoelen: Aardrijkskunde; domein B: de eigen omgeving. Natuur- en Scheikunde; domein B: stoffen en materialen in huis. Biologie; domein A: biologische vaardigheden, domein D: natuur en milieu. Vakoverstijgend: samenwerken, werkhouding, sociaal gedrag. Ondersteuning, dienstverlening: Compleet lesprogramma met opdrachtenboekje voor de leerlingen; draaiboek en antwoordenboekje voor de docenten; workshop voor de begeleiders en docenten; begeleiding bij onderzoeksopdracht aanwezig; voorbereidende les; internetinformatie bij de waterpartners. In overleg kunnen opdrachten op niveau worden aangepast. Informatie: De waterles is een product van het project Waterzigt op Weizigt dat is opgezet in samenwerking met 5 partners: Waterschap De Groote Waard, Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden, Waterbedrijf Europoort, Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland en de gemeente Dordrecht. Contactpersoon: Maria Epema.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 20
Veldwerkdag in de Leidse Hout of Polderpark Cronesteyn - Gemeente Leiden Na een oriënterende wandeling of fietstocht en een nabespreking, soms met dia’s over het gebied en het ontstaan ervan, gaan leerlingen in groepjes onderzoek doen, bijv. wateronderzoek, grondboring, planten en beestjes. Met voorbereiding en verslaglegging op school. Doelgroep: VMBO, HAVO, VWO in Leiden. [Regioscholen betalen voor de geleverde diensten]; leerjaar , en . Vakken: Biologie, Aardrijkskunde, mogelijk in combinaties met Scheikunde, Geschiedenis, Nederlands en Tekenen. Leergebieden en kerndoelen: Afhankelijk van welke vakken geïntegreerd zijn in het project. Relaties leren ontdekken tussen planten, dieren en omgeving. Het landschap in de eigen omgeving. Vakkenoverstijgend: TVS [Toepassing, Vaardigheden(vele!) en Samenwerking]. Zelfstandig werken. Ondersteuning, dienstverlening: Afdeling Natuur- en milieueducatie levert faciliteiten: ruimte in bezoekerscentrum/veldwerkschuur, materialen, plattegrond, advies over plek en eventueel inhoud van de opdrachten. Met behulp van landelijke Veldwerkmappen is een programma op maat ontstaan voor de deelnemende scholen. Informatie: Verantwoordelijkheid voor het veldwerkproject ligt bij de scholen. Er zijn voorbeeldprogramma’s. Contactpersoon: Marian Kathmann.
Rotterdamse Jongeren Milieuexcursie – Sport en Recreatie Rotterdam Een actiedag waarbij scholieren in groepjes door Rotterdam reizen en - gebruik maken van openbaar vervoer; - minstens één bedrijf/ instelling bezoeken die iets laat zien op het gebied van milieumaatregelen of bedrijfsinterne milieuzorg; - minstens één plek bezoeken waar zij actief meewerken aan een milieumaatregel in de eigen leefomgeving; - een inventarisatie van een school/leefomgeving maken, milieuproblemen in kaart brengen en meedenken over mogelijke oplossingen. Doelgroep,vakken, leergebieden en kerndoelen: [zie Bedrijfsbezoeken/educatieve fietstochten Midden-Holland] Ondersteuning, dienstverlening: Wordt georganiseerd door contactpersoon. Op de dag zelf wordt bij enkele bedrijven extra begeleiding geregeld. De school ontvangt kant en klare werkbladen, roosters en routekaartjes. Informatie: Deelname aan de Rotterdamse Jongeren Milieuexcursie is gratis. De uitvoering vindt plaats in oktober. Contactpersoon: Wendy Snijders.
Ondersteunen en faciliteren docentennetwerk - Gemeente Zoetermeer Doel van het netwerk: door onderlinge samenwerking kennis, ervaring en ideeën uitwisselen om de onderwijsvernieuwing praktisch in te vullen. Concrete ondersteuning ten behoeve van: - Onderzoeksplekken in de directe leefomgeving van de leerling. - Onderzoeken die aansluiten bij maatschappelijke relevante thema’s. - Schooloverstijgende (monitoring-)projecten. Doelgroep: Docenten en ondersteunend personeel [TOA’s] van het Voortgezet Onderwijs; alle leerjaren; alle niveaus. Vakken: Alle vakken voor een onderzoekje of project in de directe [school] omgeving. Leergebieden en kerndoelen: Vaardigheden opdoen ‘buiten’, veldwerk, veldwerktechnieken. Leergebieden: natuur, milieu, biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, samenleving, zorg in de directe leefomgeving. Vakoverstijgend: werkhouding, planmatig werken, zelfbeeld, sociaal gedrag. Ondersteuning, dienstverlening: Lespakketten met werkbladen voor veldwerktechniek en onderzoek; ondersteuning bij het vinden van geschikte onderzoeksplekken; advies bij uitvoering van onderzoeken; aanbieden van stadsspecifieke informatie en onderzoeksgegevens over de unieke natuur in Zoetermeer; organiseren van docentenworkshops en excursies. Informatie: Het team NME van de gemeente Zoeterrmeer werkt vraaggericht. Contactpersoon: Annet de Jong.
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 21
Adressen Both ENDS Nieuwe Keizersgracht Amsterdam T [] F [] E
[email protected] www.bothends.org CEDgroep Postbus Rotterdam T [] F [] E
[email protected] www.CEDgroep.nl Codename Future Zeestraat Den Haag T [] F [] E
[email protected] www.codenamefuture.nl COS Rijnmond & Midden-Holland Postbus Rotterdam T [] F [] E
[email protected] www.cosrijnmond.nl COS Haaglanden & West-Holland Prinsegracht Den Haag T [] F [] E
[email protected] www.coshaaglanden.nl COS Zuid-Holland Zuid Wijnstraat Dordrecht T [] F [] E
[email protected] www.coszhz.nl
Gemeente Delft, vakteam milieu Natuur- en milieucentrum ‘De Papaver’ Postbus Delft T [] F [] E
[email protected] Gemeente Den Haag Stadsbeheer, afdeling Milieucommunicatie Postbus Den Haag T [] F [] E
[email protected] Gemeente Dordrecht ‘Weizigt’ Natuur- en Milieucentrum Postbus Dordrecht T [] F [] E
[email protected] Gemeente Leiden Afdeling Natuur- en milieueducatie Parkzicht Leiden T [] E
[email protected] Gemeente Rotterdam Dienst Sport en Recreatie, afdeling Natuur en Milieu Coolsingel Rotterdam T [] E
[email protected] Gemeente Zoetermeer Afd. Beheer en Onderhoud Postbus Zoetermeer T [] E
[email protected] IVN Consulentschap Zuid-Holland Ochterveltstraat b Rotterdam T [] F [] E
[email protected]
Milieudienst Midden-Holland Afdeling educatie Postbus Gouda T [] / F [] E mbroné
[email protected] Milieudienst West-Holland Postbus Leiden T [] ⁄ F [] E
[email protected] Onderwijs Advies West ZuidHolland Karrepad A Delft T [] F [] E
[email protected] SME MilieuAdviseurs Postbus Utrecht T [] F [] E
[email protected] www.sme.nl Stichting Duinbehoud Stationsweg Leiden T [] F [] E
[email protected] www.duinbehoud.nl Stichting Veldstudie Hei- en Boeicop Hei- en Boeicopseweg a Hei- en Boeicop T [] E
[email protected] VTM Milieucommunicatie Rijnmond G.W.Burgerplein Rotterdam T [] E
[email protected]
IVN boekje
29-12-2003 14:12
Pagina 22