Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg met specifieke Nederlandse referentiesteden
Opdrachtgever: Gemeente Tilburg Ambtelijk coördinator Robert Kint Afdeling Ruimte Auteurs: Prof. dr. ir. Bastiaan Zoeteman Ruben Smeets, MSc Joost Slabbekoorn Tilburg, 12 november 2013
Documentnummer: 13.083 Warandelaan 2 5037 AB Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg T 013 - 466 87 12 F 013 - 466 34 99
[email protected] www.telos.nl
Inhoudsopgave
Samenvatting
5
1
Achtergrond van de opdrachtverlening
9
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Benchmarken van de duurzaamheid van Tilburg met die in andere referentiesteden Aanpak Onderzoeksmethode De gekozen voorraden en indicatoren De geselecteerde benchmarksteden Stappenplan
11 11 12 15 17 17
3
Tilburg in vergelijking met de Brabantse grote steden
19
4
Tilburg in vergelijking met de grootste steden van Nederland
21
5
De duurzaamheidscores van Tilburg en oude industriesteden
25
6
Duurzaamheiduitdagingen die Tilburg met andere gemeenten heeft
29
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8
Specifieke duurzaamheiduitdagingen van Tilburg Sociale samenhang Onderwijs Kunst en cultuur Bodem en Grondwater Hinder en calamiteiten Grondstoffen Oppervlaktewater Infrastructuur en bereikbaarheid
33 33 34 34 35 35 36 36 37
8 8.1
Samenvatting en benchmarking van de laag scorende indicatoren Sterk van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden Aantal vrijwilligers binnen de oude industriesteden Aantal voortijdige schoolverlaters binnen de oude industriesteden
39
8.2 8.3
39 39 40
8.4 8.5 8.6 8.7
9
Aantal musea binnen de oude industriesteden Overlast geluid binnen de oude industriesteden Ontsluiting hoofdwegen binnen de oude industriesteden Matig van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden
41 41 42
Conclusies
45
43
Bijlage 1: Factsheets Duurzaamheidbenchmark Tilburg 2013
47
Sociaal-cultureel kapitaal Sociale samenhang Participatie Kunst en cultuur Gezondheid Veiligheid Woonomgeving Onderwijs
47 47 50 55 58 65 71 77
Ecologisch kapitaal Bodem en grondwater Lucht Hinder en calamiteiten Oppervlaktewater Natuur en landschap Energie en klimaat Grondstoffen
84 84 86 93 96 98 103 108
Economisch kapitaal Arbeid Ruimtelijke vestigingswaarden Economische structuur Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis Overzicht gehanteerde bronnen
112 112 117 122 128 130 134
Bijlage 2: Scores van Tilburg op de indicatoren
135
Bijlage 3: Taartdiagrammen van alle duurzaamheidscores van Tilburg 2013 en ca. 4-5 jaar daarvoor 137 Bijlage 4: Vergelijking per indicator van Tilburg met de waarden bij de drie referentiegroepen (oude industriesteden, grote steden-G11 en de B5)
149
Bjilage 5: Namen leden stuurgroep en projectteam
153
4
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Samenvatting
Tilburg scoort op door Telos gedefinieerde duurzaamheiddoelstellingen met een waarde van 45%.Dezelfde doelstellingen zijn ook gebruikt om referentie steden voor Tilburg te beoordelen. In Brabant scoren ’s-Hertogenbosch (50%), Breda (49%) en Eindhoven (47%) beter, Helmond scoort lager (44%). De best scorende grote Nederlandse steden, Nijmegen en Almere, scoren met 51% beter dan Tilburg. ’sGravenhage (44%) en Rotterdam (42%) scoren lager. Het verschil in totaal score tussen 11 in deze studie betrokken grote Nederlandse steden varieert van 42-51%.
Deze studie is opgezet om de duurzaamheidscore van Tilburg te benchmarken met die van de vier andere Brabantse grote steden en met de 10 andere grootste Nederlandse steden. Omdat Tilburg een verleden heeft als oude industriestad en de stad daar nog steeds de sporen van draagt, is Tilburg ook vergeleken met steden die een soortgelijk verleden hebben. In deze studie zijn betrokken 16 andere oude industriesteden, waarvan in 1930 meer dan 30% van de beroepsbevolking in de industrie/mijnbouw werkzaam was. Tilburg scoort te midden van de Brabantse 5 steden op de 4e plaats, te midden van de 11 grootste Nederlandse steden op de 8e/9e plaats en binnen de groep 17 oude industriesteden op de 8e plaats.
De duurzaamheid score is opgebouwd uit drie kapitalen: het economische, ecologische en sociaal-cultureel kapitaal. In onderstaande figuur zijn de scores van de 17 oude industriesteden vermeld en tevens de onderlinge verhoudingen van de drie kapitalen binnen de totaalscores. Binnen deze drie kapitalen scoort Tilburg het best op het economisch kapitaal. Tilburg weet zich uit zijn industriële verleden los te maken en is op weg om zich een nieuw profiel aan te meten.
Elk van de drie kapitalen is opgebouwd uit 5-7 thematische voorraden. Tilburg doet het binnen de groep van de 17 oude industriesteden relatief goed bij de voorraden energie en klimaat (2e plaats na Rotterdam), arbeid (2e plaats na
5
Eindhoven), ruimtelijke vestigingsvoorwaarden en de voorraad kennis (beide 3e plaats) en woonomgeving (4e plaats).
Temidden van de 11 onderzochte grote steden behoort Tilburg tot de top vier bij de voorraden lucht, energie en klimaat, participatie, veiligheid, woonomgeving en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Tilburg onderscheidt zich binnen de benchmarksteden positief als klimaatinnoverende stad, stad voor nieuwe bedrijfsvestigingen en stad met een prettige woonomgeving. Tilburg heeft te maken met een aantal grootstedelijke uitdagingen. Hiertoe behoren onder meer problemen die zijn verbonden met de voorraden sociale samenhang, economische structuur en onderwijs. Tilburg heeft een aantal duurzaamheidvoorraden waarop het relatief laag scoort en zelf in beginsel maatregelen kan treffen om tot verbetering te komen. De voorraden waarvoor dit geldt zijn: Kunst en cultuur Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Grond (afval) stoffen Onderwijs Oppervlaktewater (kwaliteit) Infrastructuur en bereikbaarheid
6
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Een nadere analyse van deze voorraden leert dat er specifieke problemen zijn die door de indicatoren worden aangeduid en die zouden moeten worden aangepakt. De meest in het oog springende (rood kleurend) indicatoren zijn: Vrijwilligers Musea Overlast geluid Voortijdige schoolverlaters Ontsluiting hoofdwegen Bij de ontsluiting van hoofdwegen vertoont Tilburg in de groep oude industriesteden de laagste score. Daarbij moet worden bedacht dat de laatste ontwikkelingen, zoals de aanleg van de tangent, nog niet in de meest recente CBS gegevens zijn verwerkt.
Daarnaast zijn er een aantal andere indicatoren die duiden op het nog ver verwijderd zijn van de duurzaamheiddoelen (oranje gekleurde indicatoren): arme huishoudens, sociale cohesie, podiumkunsten, rijksmonumenten, bodemsanering, mestafzet op het land, overlast door stank-stof-vuil. Ook vallen hieronder de grondstoffen indicatoren (huishoudelijk en GFT-afval, papier en karton, glas), jeugdwerkloosheid, vertraagd naar diploma, eindexamencijfer, opleidingsniveau van de bevolking en tenslotte de ecologische toestand van het oppervlaktewater. Bij een aantal indicatoren, die relatief moeilijk op gemeenteniveau zijn te beïnvloeden laten andere steden dan Tilburg betere uitkomsten zien, bijvoorbeeld bij eenzaamheid, levensverwachting en de werkgelegenheidsfunctie (beschikbare banen ten opzichte van de omvang van de beroepsbevolking). Dergelijke problemen
7
zouden een prioritaire aanpak en ondersteuning vanuit de rijks- en provinciale overheden moeten krijgen. Door te werken aan met bovengenoemde indicatoren verbonden problemen kan Tilburg de transitie vervolmaken van oude industriestad naar een innovatieve duurzaamheidstad waar bedrijven en burgers zich graag vestigen.
8
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
1 Achtergrond van de opdrachtverlening
De gemeenteraad van Tilburg heeft, naar aanleiding van het uitkomen van de door Telos geformuleerde Duurzaamheidbalans Tilburg 2010, aan het college van B&W opdracht gegeven in 2013 een nieuwe duurzaamheidbalans voor de gemeente Tilburg op te laten stellen. De gemeente heeft daarbij de volgende drie mogelijke vormen overwogen: 1. een update van de eerdere duurzaamheidbalans Tilburg 2010; 2. een benchmark van de duurzaamheid in Tilburg anno 2013 ten opzichte van andere gemeenten; 3. een combinatie van beide vormen. Naar aanleiding hiervan heeft de gemeente Tilburg Telos op 8 februari 2013 verzocht deze drie varianten globaal uit te werken waarna de gemeente heeft gekozen voor de derde variant. Op 12 maart 2013 heeft Telos voor deze combinatievariant een offerte uitgebracht.1 De gemeente heeft haar offerte verzoek als volgt gespecificeerd: 1. ‘Het opstellen van een duurzaamheidbalans door herhaling van de duurzaamheidbalans van Tilburg 2010. In de periode 2010-2011 heeft Telos voor Tilburg een duurzaamheidbalans opgesteld. Bij een herhaling hiervan zouden alle indicatoren hetzelfde kunnen blijven. In dit geval behoeft alleen de nieuwste informatie verwerkt te worden. Er zijn indicatoren, die de gemeente Tilburg sindsdien zelf niet meer meet. Bij de offerte zal moeten worden aangegeven hoe met dit gegeven wordt omgegaan.’ 2. ‘Het opstellen van een duurzaamheidbeoordeling van Tilburg in vergelijking tot andere gemeenten. We vinden uw rapport "Vergelijkende duurzaamheidbeoordeling van de 25 grootste steden van Nederland" veelbelovend…. We verwachten een voorstel hoe deze presentatie meer tot de verbeelding gaat spreken.’ Conform de offerte heeft Telos het project in drie delen aangepakt waarbij de eerste twee parallel aan elkaar zijn uitgevoerd: een update van de duurzaamheidbalans 2010;
_______________________________________________________________________________________________ 1
Telos, Offerte Actualisering Duurzaamheidbalans Tilburg 2013 inclusief een Duurzaamheidbenchmark - simpele variant, kenmerk Telos/13.089.
9
een benchmarking van de duurzaamheid in Tilburg in vergelijking met minstens 16
andere gemeenten; en een beoordeling van de combinatie van de resultaten van beide projecten. De eerste twee studies zullen eerst afzonderlijk worden gerapporteerd. Daarna volgt de beoordeling van de gecombineerde uitkomsten. In dit rapport staat de tweede studie, het benchmarken van Tilburg met referentiesteden, centraal.
10
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
2 Benchmarken van de duurzaamheid van Tilburg met die in andere referentiesteden
2.1
Aanpak In het kort komt het beoordelen van de duurzaamheid van een stad volgens de Telosmethode neer op het volgende. Telos gebruikt het zogeheten driekapitalenmodel, waarin een onderscheid wordt gemaakt tussen het economische, ecologische en sociaal-cultureel kapitaal. Dit zijn de drie pijlers waarop de essentie van duurzame ontwikkeling steeds is gebaseerd. Duurzame ontwikkeling wordt opgevat als een ontwikkelingsproces gericht op het bevorderen van een evenwichtige groei (het in balans zijn) van de veerkracht en kwaliteit van de natuur (het ecologisch kapitaal), van het lichamelijke en geestelijke welzijn van mensen (het sociaal-cultureel kapitaal) en van de houdbaarheid van de economische productie en consumptie (het economisch kapitaal). Om te kunnen spreken van duurzame ontwikkeling moet worden voldaan aan drie eisen: Er moet sprake zijn van het gelijktijdig verbeteren van het economische, ecolo-
gische en het sociaal-cultureel kapitaal. Verbetering van het ene kapitaal mag niet ten koste gaan van één of beide andere kapitalen. De ontwikkeling moet houdbaar zijn over generaties heen: er mag geen afwenteling in de tijd plaatsvinden. De ontwikkeling moet ook houdbaar zijn op mondiaal niveau of, anders geformuleerd: er mag geen afwenteling in de ruimte plaatsvinden. Onze ontwikkeling mag niet ten koste gaan van die in andere gebieden en andere landen. Met deze integrale benadering wordt nadrukkelijk voor een breed perspectief op duurzame ontwikkeling gekozen. Het begrip heeft zowel een strategische dimensie (de langere termijn), als een normatieve dimensie (verantwoordelijkheid voor andere schaalniveaus en toekomstige generaties). Het werken aan duurzame ontwikkeling
11
vraagt een commitment van alle betrokkenen om op zoek te gaan naar integrale oplossingen. 2.2
Onderzoeksmethode Om duurzame ontwikkeling te kunnen meten heeft Telos de duurzaamheidbalans methode ontwikkeld. In een duurzaamheidbalans worden de drie kapitalen ontleed in voorraden, eisen, indicatoren en hun normen (figuur 2.1). Figuur 2.1 De relevante begrippen uit de duurzaamheidbalans
Begrip
Omschrijving
Kapitaal
De drie essentiële delen, subsystemen van het totale maatschappelijk systeem: ecologie, sociaal-cultureel en economie.
Voorraad
De essentiële elementen die samen de kwaliteit en kwantiteit van een kapitaal bepalen.
Eisen
De lange termijn doelen die geformuleerd worden voor de ontwikkeling van een voorraad in het onderzochte gebied.
Indicatoren
Graadmeters waarmee de eisen kunnen worden geoperationaliseerd.
Normen
Normatief vastgestelde maatstaven met behulp waarvan de score van indicatoren wordt beoordeeld.
In het onderstaande schema wordt de samenhang van deze begrippen kort toegelicht. Figuur 2.2 De samenhang tussen kapitalen, voorraden en indicatoren
De indicatoren kunnen betrekking hebben op objectieve grootheden, zoals het % groen in een wijk, of op jaarlijkse wijzigingen in een bestand, zoals het aantal opgeleide leerlingen, of op de perceptie door de bevolking van een aspect, zoals de tevredenheid over de zorg. Ook kunnen indicatoren worden gekozen voor de
12
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
identiteit of de dominante houding ten aanzien van duurzaamheid in de stad. Dit laatste type indicatoren is niet bij deze benchmark gebruikt. Voor de andere indicatoren geldt dat de voorkeur uitgaat naar het gebruik van gegevens over de omvang van bestanden en mutaties daarin en dat alleen bij uitzondering is volstaan met gegevens over de perceptie door de bevolking. Voor iedere indicator wordt een meetschaal opgesteld. Deze meetschaal bestaat uit normatief vastgestelde maatstaven die een nul- en een streefwaarde kennen met daartussen gelegen grenswaarden. In de balans en bij de benchmark wordt deze klassenindeling op de volgende manier zichtbaar gemaakt. Figuur 2.3 Klassenindeling
Voor het bepalen van de grenswaarden wordt gebruikgemaakt van beleidsdocumenten van rijk, en provincies, vergelijkingen in de tijd, vergelijkingen tussen steden en de resultaten van maatschappelijke discussies. De weging van de indicatoren valt af te lezen uit de grootte van de hoekpunt die ze innemen in het taartdiagrammen dat voor elke voorraad wordt gemaakt. De straal van de taartpunt geeft aan hoe dicht de actuele situatie de als doel geformuleerde situatie nadert. Hoe groter de straal, hoe beter de score op duurzaamheid. Dit maakt dat de uitkomsten overzichtelijk kunnen worden gepresenteerd en in één oogopslag de goed en minder goed scorende aspecten worden getoond. Een bezwaar van deze systematiek is dat erg slecht scorende indicatoren verschijnen als een heel klein rood hoekpuntje. Waar dit noodzakelijk is zal daarom voor dergelijke aspecten apart aandacht worden gevraagd.
13
Figuur 2.4 Voorbeeld cirkeldiagram
De optelsom van de indicatoren binnen een voorraad bepaalt de score van de voorraad en de optelsom van de voorraden binnen een kapitaal bepaalt vervolgens de score van het kapitaal. Ook hierbij vindt een weging plaats. Niet iedere voorraad is even belangrijk. Het gehanteerde gewicht van de voorraden is terug te vinden bij de conclusies bij ieder kapitaal. Telos heeft deze gewichten bepaald. Figuur 2.5 Samenhang tussen kapitalen, voorraden en indicatoren
14
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Een overzicht van alle gehanteerde bronnen en data en een verantwoording bij de gemaakte keuzes voor (wegingen) van voorraden, indicatoren en normeringen is terug te vinden in de in bijlage 1 opgenomen factsheets. 2.3
De gekozen voorraden en indicatoren Onderstaande tabel 2.1 geeft een overzicht van de gekozen voorraden per kapitaal bij de benchmarkstudie. Tabel 2.1. De voor de benchmarksteden gekozen voorraden binnen de drie kapitalen
Sociaal-cultureel
Ecologie
Economie
Sociale samenhang
Bodem en grondwater
Arbeid
Participatie
Lucht
Kennis
Kunst en cultuur
Oppervlaktewater
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Gezondheid
Natuur en landschap
Economische structuur
Veiligheid
Grondstoffen
Infrastructuur en bereikbaarheid
Woonomgeving
Energie en klimaat
Onderwijs
Hinder en calamiteiten
De voorraden zijn hoofdzakelijk gelijk aan die welke bij de duurzaamheidbalans zijn gebruikt. Er zijn kleine verschillen aanwezig, waarbij de belangrijkste is dat bij het ecologisch kapitaal een aparte voorraad ’hinder en calamiteiten’ wordt onderscheiden. Deze is samengesteld uit hinder die bij de Balans samen is genomen met de voorraad lucht, terwijl de calamiteiten bij de Balans zijn ondergebracht bij de voorraad veiligheid onder het sociale kapitaal. Bij de benchmark studie wordt in beginsel dezelfde systematiek gebruikt als bij het opstellen van de duurzaamheidbalans. Er zijn echter twee verschillen: de normen, waaraan de indicatorwaarden van alle steden worden getoetst, worden zonder betrokkenheid van Tilburg maar door de onderzoekers van Telos gedefinieerd. Verder worden geen door Tilburg aan te leveren data gebruikt, maar worden alle data ontleend aan externe publiek toegankelijke bronnen, die al dan niet tegen betaling verkrijgbaar zijn. Deze aanpak betekent dat voor sommige voorraden minder gegevens beschikbaar zijn dan bij de duurzaamheidbalans studie voor Tilburg, waardoor sommige voorraden, zoals bij voorbeeld de voorraad infrastructuur en bereikbaarheid, op minder indicatoren zijn gebaseerd dan bij de duurzaamheidbalans studie van Tilburg. In totaal is de benchmarkstudie op 87 indicatoren gebaseerd, waarvan er 37 betrekking hebben op het sociaal-cultureel kapitaal, 28 op het ecologisch kapitaal en 22 op het economisch kapitaal. In tabel 2.2 is samengevat welke indicatoren zijn gemeten per voorraad.
15
Tabel 2.2 Overzicht van gemeten indicatoren per voorraad bij de benchmarkstudie
Voorraad
Gemeten indicatoren
Sociaal-cultureel kapitaal Sociale samenhang Participatie
Kunst en cultuur Gezondheid
Veiligheid Woonomgeving Onderwijs
Arme huishoudens, Sociale cohesie, Vrijwilligers Eenzaamheid, Opkomst % gemeenteraadsverkiezingen, Opkomst % bij landelijke verkiezingen, Langdurige werkloosheid, Langdurige bijstand Podiumkunsten, Rijksmonumenten, Musea, Onvoldoende bewegen, Riskant gedrag, Huisartsen, Kwaliteit ziekenhuizen, Afstand ziekenhuizen, Levensverwachting, Beoordeling van eigen gezondheid Geweldsdelicten, Vermogensdelicten, Vandalisme, Jeugdcriminaliteit, Verkeersonveiligheid, Onveiligheidsgevoel Woningtekort, Afstand supermarkt, Tevredenheid woonomgeving, Tevredenheid winkels, WOZ-waarde, Verhuissaldo Jeugdwerkloosheid, Aanbod basisscholen, Aanbod voorgezet onderwijs, Voortijdige schoolverlaters, Onvertraagd naar diploma, Eindexamencijfer, Opleidingsniveau van de bevolking
Ecologisch kapitaal Bodem en grondwater Lucht Hinder en calamiteiten Oppervlaktewater Natuur en landschap
Energie en klimaat Grondstoffen
Bodemsanering, Opgebrachte mesthoeveelheid Emissie CO2, Emissie stikstofoxides, Emissie fijn stof, Emissie NMVOS, GCN stikstofoxides, GCN fijn stof, GCN NMVOS Overlast geluid, Kans op ramp, Overlast stank-stof-grof vuil Chemische toestand, Ecologische toestand Tevredenheid groen in de buurt, Aandeel bos en natuurlijk terrein, Afstand openbaar groen, Aandeel recreatief (binnen) water, Soorten rijkdom Warmte, Windenergie, Gasverbruik huishoudens, Elektriciteitsverbruik huishoudens, Energielabels woningen Huishoudelijk restafval, GFT-afval, Oud papier en karton, Verpakkingsglas
Economisch kapitaal Arbeid
Ruimtelijke Vestigingsvoorwaarden Economische structuur
Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis
16
Werkgelegenheidsfunctie, Benutting arbeidspotentieel, Werkloosheid, Ontgroening en vergrijzing, Arbeidsongeschiktheid Voorraad bedrijventerreinen, Verhouding netto/bruto bedrijventerreinen, Veroudering bedrijventerreinen, Voorraad kantoorruimte, Leegstand kantoorruimte Aandeel starters, Opheffingen, Besteedbaar inkomen, BRP per hoofd van de bevolking, Aandeel topsectoren, Investeringsniveau Ontsluiting treinstations, Ontsluiting hoofdwegen Aandeel hoog opgeleiden, Capaciteit WO/HBO, High en medium tech werkgelegenheid, Creatieve industrie
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
2.4
De geselecteerde benchmarksteden Voor het maken van de benchmark van Tilburg met andere voor Tilburg relevante steden wordt in objectieve termen de situatie in Tilburg met die in andere gemeenten vergeleken. Hierbij is het nodig meer onderzoek te doen dan alleen voor de stad Tilburg. Immers ook de steden waarmee Tilburg zich wil vergelijken, moeten daartoe in beeld gebracht worden. Daartoe zal Tilburg op verzoek van de gemeente Tilburg worden vergeleken met: 1. de vier andere grote Brabantse steden: Breda, Eindhoven, Helmond en ’s-Hertogenbosch; 2. de tien andere grootste steden van Nederland: Almere, Amsterdam, Breda, Den Haag, Eindhoven, Enschede, Groningen, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht; 3. steden die behoren tot de groep die in 1930 meer dan 30% van de beroepsbevolking werkzaam had in de industrie. In totaal betreft het de volgende steden: Almelo, Eindhoven, Emmen, Enschede, Heerlen, Helmond, Hengelo, Kerkrade, Leiden, Oss, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Sittard-Geleen, Veenendaal, Vlissingen en Zaanstad. In totaal betreft het benchmarkonderzoek daarmee 23 steden naast Tilburg. De gemaakte keuzes en gehanteerde meetwaarden zijn verantwoord in de eerder genoemde factsheets per indicator zoals weergegeven in bijlage 1. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zal de situatie in Tilburg worden geschilderd tegen deze drie achtergronden, waardoor een duurzaamheidportret van de stad ontstaat. Hieruit kan duidelijk worden voor welke unieke opgaven Tilburg staat in vergelijking met de andere steden en welke opgaven Tilburg met bepaalde andere steden deelt. Zo kan worden getoond hoe de steden vanuit duurzaamheid zijn te rangschikken voor bijvoorbeeld de voorraden bodem, onderwijs, etc.
2.5
Stappenplan De werkzaamheden zijn conform het volgende stappenplan parallel aan die van de duurzaamheidbalans studie uitgevoerd: 1. Verzamelen uit algemeen toegankelijke bronnen van actuele meetwaarden voor alle indicatoren voor alle steden waarmee Tilburg zich wil vergelijken. 2. Concept duurzaamheidbenchmark Tilburg 2013 met daarin een analyse van: a) de duurzaamheidkenmerken van alle onderzochte steden; b) opvallende verschillen tussen Tilburg en de andere grote Brabantse gemeenten; c) opvallende verschillen tussen Tilburg en de andere 10 grootste gemeenten van Nederland; d) Tilburg in vergelijking met andere Nederlandse steden met een oud industrieel verleden. 3. Bespreking met de Stuurgroep van de voorlopige uitkomsten. 4. Afronding van de rapportage.
17
18
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
3 Tilburg in vergelijking met de Brabantse grote steden
In tabel 3.1 zijn de kernresultaten voor de Brabantse steden samengevat. Van de Brabantse steden vertoont ’s-Hertogenbosch de hoogste duurzaamheidscore (50%). Onder de vijf grote steden neemt Tilburg de 4e plaats in, boven Helmond. Tabel 3.1 Overall duurzaamheidscores van de vijf grootste Brabantse steden
Totaal score
Ecologisch kapitaal
's-Hertogenbosch 50 Helmond
Sociaal-cultureel kapitaal
Economisch kapitaal
52 's-Hertogenbosch 49 Eindhoven
51
Breda
49 's-Hertogenbosch 49 Breda
49 's-Hertogenbosch 51
Eindhoven
47 Breda
49 Tilburg
42 Tilburg
48
Tilburg
45 Eindhoven
48 Eindhoven
42 Breda
46
Helmond
44 Tilburg
45 Helmond
40 Helmond
41
Gemiddeld
47
49
45
48
Op het punt van de afzonderlijke kapitalen scoort Tilburg op de laagste plaats op het ecologisch kapitaal (45%) en, net als Helmond en Eindhoven, beneden het gemiddelde (42%) op het sociaal-cultureel kapitaal. Tilburg scoort gemiddeld (48%) bij de B5 op het economisch kapitaal. Uit deze gegevens komt naar voren dat er duurzaamheidverschillen zijn tussen de Brabantse steden maar dat deze verschillen op het niveau van de drie kapitalen in het algemeen niet heel erg groot zijn. De totaalscores van de kapitalen zoals getoond in tabel 3.1 variëren van 44 - 50% in het bereiken van het duurzaamheiddoel. Bij een meer gedetailleerde analyse van de scores op het niveau van de voorraden binnen de kapitalen komen grotere verschillen naar voren. In tabel 3.2 zijn per kapitaal de drie voorraden met de grootste verschillen tussen de Brabantse gemeenten weergegeven.
19
Tilburg toont bij twee voorraden de beste prestaties onder de Brabantse steden: energie en klimaat, en de ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Tilburg scoort het slechtst op de voorraad hinder en calamiteiten. Tabel 3.2 Scores van 9 voorraden met de grootste uitersten voor de onderzochte grote Brabantse steden
‘s-Hertogenbosch Breda
Eindhoven
Tilburg Helmond
Voorraad 66
29
56
33
33
57
62
49
39
59
Energie en klimaat
40
50
33
64
48
Participatie
49
51
36
43
30
Kunst en cultuur
56
35
26
31
36
Onderwijs
47
54
42
41
36
Ruimtelijke vesti-
47
48
55
57
40
59
39
36
43
54
55
61
71
59
35
Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten
gingsvoorwaarden. Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis
20
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
4 Tilburg in vergelijking met de grootste steden van Nederland
De verschillen in duurzaamheidscores van de grootste steden in Nederland zijn meer uitgesproken dan die binnen Brabant. In tabel 4.1 zijn de scores voor de kapitalen samengevat. Tabel 4.1 Duurzaamheidscores van Tilburg vergeleken met de 10 grootste gemeenten in Nederland
Stad
Ecologisch kapitaal
Sociaal-cultureel kapitaal
Economisch kapitaal
1
Nijmegen
51 Almere
64 Breda
49 Groningen
62
2
Almere
51 Nijmegen
55 Amsterdam
47 Utrecht
57
3
Groningen
51 Enschede
51 Nijmegen
46 Amsterdam
55
4
Breda
49 Breda
49 Groningen
44 Nijmegen
53
5
Amsterdam
48 Eindhoven
48 Tilburg
42 Eindhoven
51
6
Utrecht
47 Groningen
47 Utrecht
42 Almere
49
7
Eindhoven
47 ‘s-Gravenhage
46 Eindhoven
42 Rotterdam
49
8
Enschede
46 Tilburg
45 Enschede
41 Tilburg
48
9
Tilburg
45 Utrecht
42 Almere
40 Breda
48
10 ‘s-Gravenhage
44 Amsterdam
41 ‘s-Gravenhage
40 Enschede
45
11 Rotterdam
42 Rotterdam
40 Rotterdam
36 ‘s-Gravenhage
45
47
48
43
51
Gemiddeld
Was de afwijking van de gemiddelde duurzaamheidscore bij de Brabantse steden 2 à 3%, bij de grootste Nederlandse steden is deze variatie 4 à 6 %. Tilburg scoort op de 9e plaats (45%) waarbij Nijmegen en Almere het hoogst scoren (51%) en Rotterdam het laagst (42%).
21
De score van het sociaal-cultureel kapitaal van Tilburg komt dicht bij het landelijke gemiddelde van de grote steden, de score van beide andere kapitalen blijft wat achter bij het gemiddelde. Om een snel inzicht te krijgen in de relatieve positie van Tilburg op het niveau van de verschillende voorraden is tabel 4.2 opgesteld. Tabel 4.2 De relatieve positie van Tilburg per voorraad binnen de groep van de 11 grootste Nederlandse steden (1: hoogste positie; 11: laagste positie)
Voorraad Sociaal-cultureel kapitaal
Relatieve positie Tilburg 5
Sociale samenhang
6
Participatie
3
Kunst en cultuur
7
Gezondheid
10
Veiligheid
4
Woomomgeving
3
Onderwijs
9
Ecologisch kapitaal
8
Bodem en grondwater
10
Lucht
4
Hinder en calamiteiten
8
Oppervlaktewater
9
Natuur en landschap
7
Energie en klimaat
4
Grondstoffen
6
Economisch kapitaal
8
Arbeid
6
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
2
Economische structuur
7
Infrastructuur en bereikbaarheid
8
Kennis
8
22
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Tabel 4.2 laat zien dat Tilburg het in landelijk kader als grote stad bij de voorraden lucht, energie en klimaat, participatie, veiligheid, woonomgeving, ruimtelijke vestigingsvoorwaarden relatief goed doet (behorend bij de top vier). Dat Tilburg goed scoort op energie en klimaat en op ruimtelijke vestigingsvoorwaarden was ook uit de vergelijking met de Brabantse steden gekomen. Die trend wordt kennelijk landelijk voortgezet. Maar ook participatie en woonomgeving blijken landelijk gezien tot Tilburgs sterke punten te behoren. Zwakker scoort Tilburg op de voorraden bodem en grondwater, hinder en calamiteiten, oppervlaktewater, gezondheid en onderwijs. Deels zijn de problemen van Tilburg aan de regio gerelateerd, daar zoals in tabel 3.2 bleek, in Brabant bijvoorbeeld oppervlaktewater (kwaliteit van het water) en gezondheid (riskant gedrag en levensverwachting) er niet bijzonder uitspringen. Uit deze vergelijking van de duurzaamheid van Tilburg met die in andere grote steden van Nederland komt Tilburg wat de totaal score betreft als een relatief laag scorende gemeente naar voren. Dit beeld geeft echter geen uitsluitsel over de relatieve prestaties van Tilburg als oude industrie stad die nu eenmaal op bijvoorbeeld ecologisch gebied grotere duurzaamheidopgaven heeft dan een stad als bijvoorbeeld Almere waar men met een schone lei kon beginnen. Om daarover uitsluitsel te krijgen is een aparte analyse van oude industriesteden gemaakt.
23
24
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
5 De duurzaamheidscores van Tilburg en oude industriesteden
Een overzicht van de scores van de oude industriesteden is weergegeven in tabel 5.1 en figuur 5.1. Figuur 5.1 Tilburg vergeleken met oude industriesteden
Als tabel 5.1 wordt vergeleken met tabel 4.1 dan blijkt dat de grote steden in Nederland over het geheel genomen wat beter op duurzaamheid scoren (47%) dan de oude industriesteden (45%). Dat komt vooral omdat bij de grote steden het economisch kapitaal hoger scoort, te weten gemiddeld 50% tegen 44% bij de oude industriesteden.
25
Tabel 5.1 Duurzaamheidscores van oude industriesteden
Stad
Ecologisch kapitaal
Sociaal-cultureel kapitaal
Economisch kapitaal
1
Hengelo
54 Veenendaal
57 Hengelo
56 Vlissingen
51
2
Veenendaal
51 Hengelo
56 Zaanstad
53 Eindhoven
51
3
Vlissingen
50 Kerkrade
52 Ridderkerk
51 Hengelo
50
4
Eindhoven
47 Helmond
52 Oss
51 Rotterdam
49
5
Oss
47 Vlissingen
51 Veenendaal
50 Tilburg
48
6
Zaanstad
46 Enschede
51 Vlissingen
48 Heerlen
46
7
Enschede
46 Emmen
49 Tilburg
42 Sittard-Geleen
45
8
Tilburg
45 Eindhoven
48 Eindhoven
42 Enschede
45
9
Ridderkerk
44 Ridderkerk
48 Schiedam
41 Veenendaal
45
10 Helmond
44 Oss
47 Enschede
41 Zaanstad
45
11 Kerkrade
44 Heerlen
47 Helmond
40 Kerkrade
43
12 Heerlen
43 Almelo
45 Almelo
39 Almelo
43
13 Almelo
42 Tilburg
45 Emmen
37 Oss
43
14 Rotterdam
42 Schiedam
44 Sittard-Geleen
37 Helmond
41
15 Schiedam
41 Zaanstad
41 Kerkrade
36 Schiedam
39
16 Emmen
41 Sittard-Geleen
41 Rotterdam
36 Emmen
38
17 Sittard-Geleen
41 Rotterdam
40 Heerlen
36 Ridderkerk
34
45
48
43
44
Gemiddeld
Onder de 17 oude industriesteden, het type stad waar Tilburg eigenlijk vooral mee moet worden vergeleken, neemt Tilburg de 8e plaats in met een score die op het gemiddelde ligt van de hele groep (45%). Het ecologisch kapitaal in Tilburg scoort beneden-gemiddeld (13e plaats), het sociaal-culturele ongeveer gemiddeld (7e plaats) en het economisch kapitaal boven-gemiddeld (5e plaats). Om op het niveau van de voorraden tot een vergelijking te komen, is net als bij de 11 grote steden voor de 17 oude industriesteden in tabel 5.2 de plaats van Tilburg per voorraad gepresenteerd.
26
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Tabel 5.2 De relatieve positie van Tilburg per voorraad ten opzichte van de 17 oude industriesteden in Nederland (in 1930 meer dan 30% beroepsbevolking werkzaam in de industrie). (1: hoogste positie; 17: laagste positie)
Voorraad
Relatieve positie Tilburg
Sociaal-cultureel kapitaal
7
Sociale samenhang
13
Participatie
6
Kunst en cultuur
11
Gezondheid
10
Veiligheid
8
Woomomgeving
4
Onderwijs
7
Ecologisch kapitaal
13
Bodem en grondwater
16
Lucht
12
Hinder en calamiteiten
12
Oppervlaktewater
14
Natuur en landschap
5
Energie en klimaat
2
Grondstoffen
Economisch kapitaal
13
5
Arbeid
2
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
3
Economische structuur
13
Infrastructuur en bereikbaarheid
14
Kennis
3
Tilburg doet het onder de oude industriesteden relatief goed bij de voorraden energie en klimaat (2e plaats na Rotterdam), zoals we ook bij de eerdere vergelijkingen zagen, bij arbeid (2e plaats na Eindhoven), bij ruimtelijke vestigingsvoorwaarden en de voorraad kennis (beide 3e plaats) en bij woonomgeving (4e plaats). Tilburg doet het binnen deze groep van oude industriesteden steden minder goed op het gebied van bodem (16e plaats na Helmond), oppervlaktewater en de voorraad infrastructuur en bereikbaarheid (beide 14e plaats), de voorraad grondstoffen, de voorraad sociale samenhang en de voorraad economische structuur ( 13e plaats). De vraag kan gesteld worden of deze uitkomsten belangrijke bouwstenen voor het profiel van de stad en politiek te kiezen beleidsprioriteiten vormen. Om die vraag te kunnen beantwoorden is het van belang om beter na te gaan wat Tilburg met andere
27
steden gemeen heeft en waar voor Tilburg typische eigen uitdagingen liggen. De volgende hoofdstukken gaan hier nader op in.
28
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
6 Duurzaamheiduitdagingen die Tilburg met andere gemeenten heeft
Zoals eerder in tabellen 3.2, 4.2 en 5.2 is samengevat kent Tilburg voorraden die achterblijven bij de gemiddelde duurzaamheiddoelen. Daarbij wordt niet als eerste naar de relatieve score ten opzichte van de benchmarksteden gekeken, maar naar de absolute hoogte van de duurzaamheidscore. In tabel 6.1 wordt in beeld gebracht bij welke voorraden Tilburg 43% of lager scoort. De grens is relatief hoog gelegd om zoveel mogelijk voorraden zichtbaar te maken. Zoals tabel 6.1 laat zien zijn er 11 van de 17 voorraden die onder deze grens vallen. Als de grens bij een score van 40% of minder wordt gelegd, resteren er 6 voorraden die hieronder vallen. Tabel 6.1 Voorraden waarop Tilburg 43% of minder scoort en de relatieve posities van Tilburg
Voorraad
Score
Rangorde Brabant 1 = hoogste 5 = laagste
Rangorde grote NL steden 1 = hoogste 11 = laagste
Rangorde oude industriesteden 1 = hoogste 17 = laagste
Sociale samenhang
29
5
6
13
Kunst en cultuur
31
4
7
11
Bodem en grondwater
33
3
10
16
Economische structuur
39
5
7
13
Hinder en calamiteiten
39
5
8
12
Grondstoffen
40
4
6
13
Onderwijs
41
4
9
7
Arbeid
42
4
6
2
Participatie
43
3
3
6
Oppervlaktewater
43
5
9
14
Infrastructuur en bereikbaarheid
43
3
8
14
Een analyse van de absolute duurzaamheidscores laat zien dat Tilburg het laagst scoort op sociale samenhang (29%), gevolgd door kunst en cultuur (31%) en bodem en grondwater (33%).
29
Alvorens dieper in deze en de andere voorraden te duiken door naar de hierachter liggende indicatoren te kijken, zal in dit hoofdstuk bij elk van de voorraden worden nagegaan of deze lage score specifiek geldt voor Tilburg of meer algemeen voorkomt bij de gebenchmarkte steden. Als de andere gemeenten met vergelijkbare lage scores kampen betreft het problemen die waarschijnlijk meer door beleid van hogere overheden zou moeten worden aangepakt dan beleid van de gemeente Tilburg zelf. Sociale samenhang Al scoort deze voorraad het laagst van de voorraden van Tilburg (29%), dit maakt nog niet dat Tilburg voor deze voorraad ook in vergelijking met andere steden als slechtste uit de bus komt. Dat geldt wel binnen Brabant. Maar onder de 11 grootste Nederlandse steden behoort Tilburg wat deze voorraad betreft tot de middenklasse (6e plaats). Onder de 17 oude industriesteden scoort Tilburg op de 13e plaats. Dit beeld geeft de indruk dat Tilburg bij sociale samenhang te maken heeft met een grootstedelijke problematiek. Sociale samenhang blijkt in ons onderzoek tevens een belangrijke voorraad die statistisch significant correleert met andere voorraden zoals veiligheid, participatie, economische structuur, grondstoffen (hergebruik van afvalstoffen) en hinder en calamiteiten. Daarom wordt deze voorraad als belangrijk gezien om als gemeente zelf te beïnvloeden. Kunst en cultuur Met de score van 31% doet Tilburg het niet zo goed op dit thema. In alle drie de benchmarkgroepen behoort Tilburg tot de beneden-gemiddeld scorende steden. Bodem en grondwater De lage score bij de voorraad bodem en grondwater (33%) in Tilburg is volgens tabel 6.1 een vrij uitzonderlijke situatie. Neemt Tilburg binnen 5 Brabantse steden weliswaar voor bodem en grondwater een tussenpositie in (3e plaats), Tilburg scoort bij de 11 grootste steden van Nederland de één na laagste plaats, en bij de oude industriesteden ook de één na laagste plaats. De onduurzame situatie bij de voorraad bodem en grondwater is dus een typisch Tilburgs probleem, al maakt het onderdeel uit van een landelijk beleidsprogramma. Economische structuur De score voor de voorraad economische structuur (39%) maakt dat Tilburg slecht afsteekt bij de andere Brabantse gemeenten. Ook ten opzichte van de grote steden en de oude industriesteden scoort Tilburg beneden-gemiddeld. Geen enkele van de bij dit onderzoek betrokken steden scoort bij deze voorraad boven 46%. Onder de oude industriesteden zijn er overigens 8 gemeenten die een gelijke score als Tilburg hebben voor deze voorraad. Hinder en calamiteiten Tilburg scoort op hinder en calamiteiten (39%) als laagste in Noord-Brabant. Ook in vergelijking met de 11 grootste steden in Nederland staat Tilburg in de lagere regionen van de lijst met een 8e plaats. Dat zelfde geldt bij de vergelijking met de 17 oude industriesteden met een 12e plaats. De positie is echter minder extreem dan die bij de voorraad bodem en grondwater.
30
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Grondstoffen De voorraad grondstoffen (hergebruik van afvalstoffen) scoort met 40% slecht in de context van de Brabantse steden (4e plaats). In vergelijking met de grote steden van Nederland heeft Tilburg een middenpositie (6e plaats), maar in de groep van oude industrie steden doet Tilburg het minder (13e plaats). Het beeld dat hieruit naar voren komt is dat Tilburg door eigen beleid tot een betere prestatie zou moeten kunnen komen. Onderwijs Op het gebied van onderwijs (41%) neemt Tilburg in Brabant de 4e plaats in. Ook in de groep grote steden staat Tilburg bijna onderaan (9e plaats). Onder de oude industriesteden doet Tilburg het relatief beter (7e plaats). Hier is een maatschappelijk thema voorhanden waarbij Tilburg zich lijkt te ontworstelen aan zijn oude industrieverleden maar nog niet geheel de aansluiting heeft gevonden bij de meeste andere Nederlandse grote steden, net zoals Enschede (10e plaats) en Rotterdam (laatste plaats). Arbeid Bij de voorraad arbeid (42%) is wat Tilburg bij onderwijs nog niet lukte wel gerealiseerd. In Brabant staat Tilburg op de 4e plaats, onder de grote steden neemt Tilburg een middenpositie in (6e plaats) en dat is een mooie prestatie voor een oude industriestad. Want in deze laatste groep is Tilburg met de score van 42% een leider (2e plaats). Participatie De voorraad participatie scoort weliswaar slechts 43% maar dit is in vergelijking met de score van andere steden niet bijzonder laag. In Brabant staat Tilburg met deze voorraad op een middenpositie, onder de 11 grote steden op een mooie 3e plaats en onder de 17 oude industriesteden op een 6e plaats. Kortom de score kan voor Tilburg als relatief goed worden beoordeeld. Oppervlaktewater Het beeld is anders bij de voorraad (kwaliteit van) oppervlaktewater, die een zelfde score als participatie heeft (43%). Daarmee is Tilburg het slechts presterend in Brabant, staat bijna onderaan bij de groep grote steden (9e plaats) en dit is ook het geval bij de groep oude industriesteden (14e plaats). Infrastructuur en bereikbaarheid Ook deze voorraad scoort slechts 43%. Daarmee is Tilburg geen buitenbeentje in Brabant (3e plaats), maar steekt negatief af bij de 11 grote steden (8e plaats) en de 17 oude industriesteden (14e plaats). Op basis van deze vergelijkingen komen de volgende 8 voorraden naar voren die specifieke uitdagingen voor de stad Tilburg opleveren: Sociale samenhang Kunst en cultuur
31
Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Grond(afval)stoffen Onderwijs Oppervlaktewater Infrastructuur en bereikbaarheid In het volgende hoofdstuk wordt op deze voorraden dieper ingegaan.
32
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
7 Specifieke duurzaamheiduitdagingen van Tilburg
Een eerste factor die in het oog moet worden gehouden is dat de voorraden bij de benchmarkstudie niet altijd gelijk zijn aan die van de duurzaamheidstudie. Dat kan ertoe leiden dat met de gebruikte indicatoren niet een volledig beeld, zoals dat gewenst is, in kaart kon worden gebracht. Bij de interpretatie van de uitkomsten zal hiermee rekening moeten worden gehouden. In dit hoofdstuk zal nader worden bezien hoe de voorraden die specifieke uitdagingen voor Tilburg opleveren zijn samengesteld en of er ook een verandering is te constateren over de afgelopen 5 jaar. Daarbij zullen net als bij de duurzaamheidbalans de taartpunten voor de geselecteerde voorraden worden getoond. 7.1
Sociale samenhang De lage score van sociale samenhang is toegelicht in onderstaand taartdiagram voor Tilburg, dat is opgesteld op basis van de benchmark indicatoren. Zoals eerder opgemerkt, kan dit afwijken van de indicatoren gebruikt voor de duurzaamheidbalans. Het aantal vrijwilligers is laag en het aantal arme huishoudens is de laatste 5 jaar licht verslechterd. De sociale cohesie in Tilburg is daarentegen op basis van deze gegevens licht verbeterd.
33
7.2
Onderwijs De forse jeugdwerkloosheid is in Tilburg de laatste jaren weinig veranderd. Het aanbod aan basisscholen en aan voorgezet onderwijs instellingen is van goed niveau in Tilburg. Het aantal voortijdige schoolverlaters is volgens deze data ronduit zorgelijk gebleven. De indicator onvertraagd naar diploma toont een sterke achteruitgang. Een kleine verbetering is gemeten bij het eindexamencijfer en het opleidingsniveau van de bevolking.
7.3
Kunst en cultuur De indicatorscores voor kunst en cultuur zijn onderstaand vermeld. De indicator podiumkunsten is licht gestegen. De indicatoren rijksmonumenten en musea zijn in Tilburg gelijk gebleven. Andere kunst en cultuur aspecten waarop Tilburg zich probeert te onderscheiden konden helaas niet in beeld worden gebracht.
34
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
7.4
Bodem en Grondwater Deze voorraad is berekend op basis van slechts twee indicatoren: bodemsanering en de hoeveelheid op het land gebrachte mest. De laatste indicator is licht verbeterd de laatste vijf jaar. Dat blijkt niet uit de gegevens voor de bodemsanering situatie.
7.5
Hinder en calamiteiten Binnen deze voorraad scoort de indicator overlast geluid het slechtst. Bovendien is hierin de laatste vijf jaar een verslechtering opgetreden. De kans op een ramp is de afgelopen vijf jaar aanzienlijk verminderd in Tilburg. Daar staat tegenover dat de overlast door stank, stof en vuil verslechterd is.
35
7.6
Grondstoffen De indicator oud papier en karton is de laatste vijf jaar verslechterd, terwijl voor de overige drie indicatoren voor huishoudelijk restafval, GFT-afval en verpakkingsglas de uitkomst licht is verbeterd.
7.7
Oppervlaktewater Deze voorraad bestaat uit slechts twee indicatoren. De chemische toestand van het Tilburgse oppervlaktewater scoort goed. Met de ecologische toestand is het minder gesteld.
36
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
7.8
Infrastructuur en bereikbaarheid Ook voor de voorraad infrastructuur en bereikbaarheid konden maar twee indicatoren worden toegepast. In Tilburg scoort de ontsluiting naar hoofdwegen slecht. De ontsluiting van de treinstations scoort veel beter, al is daarin de laatste jaren een lichte achteruitgang geboekt.
37
38
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
8 Samenvatting en benchmarking van de laag scorende indicatoren
8.1
Sterk van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden Bovenstaande samenvattend kan geconstateerd worden dat er in Tilburg een aantal rood scorende indicatoren zijn blijven bestaan die in de toekomst beleidsmatige aandacht waard zijn. Op basis van de in de taartpunten getoonde scores gaat het bij de voorraden waar er, zoals in voorgaande hoofdstukken besproken, voor Tilburg specifieke opgaven liggen om de volgende laag (rood) scorende indicatoren: Vrijwilligers Musea Overlast geluid Voortijdige schoolverlaters Ontsluiting hoofdwegen Voor deze indicatoren is de relatieve positie van Tilburg onderstaand nader in beeld gebracht vanuit de vergelijking met de oude industriesteden. Voor een overzicht van de vergelijking per indicator met het gemiddelde beeld bij de Brabantse 5 steden, de andere 10 grote steden en het totale pakket aan indicatoren bij de andere 16 oude industriesteden wordt verwezen naar het overzicht dat in bijlage 4 is opgenomen. Hieruit kunnen door de gemeente zelf ook onderwerpen voor aanvullend beleid worden gekozen in aanvulling op de hieronder gemaakte selectie.
8.2
Aantal vrijwilligers binnen de oude industriesteden De score van het aantal vrijwilligers is in Tilburg laag te noemen (22%). Dit beeld heeft Tilburg gemeen met steden zoals Enschede, Helmond, Rotterdam en Heerlen.
39
Figuur 8.1 Score van vrijwilligers in de oude industriesteden
Maar niet ver van Tilburg vandaan zijn er andere Brabantse steden die aanzienlijk beter scoren, zoals Eindhoven (42%) en Oss (75%). Ook scoort Tilburg beneden het gemiddelde van de B5 (29%) en de grootste 11 steden (26%) (bijlage 4). 8.3
Aantal voortijdige schoolverlaters binnen de oude industriesteden De duurzaamheidscore van het aantal voortijdige schoolverlaters is in Tilburg eveneens laag (25%), en vertoont een gelijk beeld als in acht andere steden in deze groep waaronder Rotterdam, Eindhoven, Heerlen en Helmond. Figuur 8.2 Score van voortijdige schoolverlaters in oude industriesteden
Hogere duurzaamheidscores worden aangetroffen in acht steden zoals Kerkrade (47%), Hengelo (77%) en Oss (80%). De score voor Tilburg ligt op dezelfde waarde
40
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
als het gemiddelde van de andere 10 grote steden, maar beneden de gemiddelde waarde voor de B5 (30%). Kennelijk betreft het hier een grote steden problematiek. 8.4
Aantal musea binnen de oude industriesteden Tilburg scoort bij de indicator musea laag (24%), evenals de steden Ridderkerk, Eindhoven, Sittard-Geleen en Oss. Figuur 8.3 Score van aantal musea in oude industriesteden
Beduidend hoger scoren op deze indicator de oude industriesteden Rotterdam, Helmond en Heerlen. Vergelijking met de gemiddelde scores bij de 11 grote steden (33%) en de B5 (40%) (bijlage 4) bevestigen het beeld dat Tilburg hier laag scoort. 8.5
Overlast geluid binnen de oude industriesteden De score van de indicator geluidoverlast toont dat de lage score van Tilburg (24%) beslist niet uniek is in deze groep steden. Een dergelijke lage score wordt in 12 andere oude industriesteden aangetroffen.
41
Figuur 8.4 Score van geluidoverlast in oude industriesteden
Alleen Vlissingen, Oss, Emmen en Hengelo doen het aanzienlijk beter. De score van Tilburg wijkt niet erg af van de gemiddelde waarden bij de 11 grote steden (23%) en de B5 (25%) (bijlage 4). 8.6
Ontsluiting hoofdwegen binnen de oude industriesteden Een heel ander beeld dan bij de voorgaande indicatoren doet zich voor bij de indicator ontsluiting hoofdwegen. Er is een geleidelijk verloop van hoog (Vlissingen, Kerkrade, Zaanstad, Heerlen, met een score van 70-80%), naar laag scorende gemeenten. Het laagste scoort hier Tilburg, zoals figuur 8.5 toont. Figuur 8.5 Score van ontsluiting hoofdwegen in oude industriesteden
42
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Uit bijlage 4 blijkt dat de indicator ontsluiting hoofdwegen gemiddeld 47% bij de onderzochte grote steden scoort en bij de B5 32%, dus ook beduidend hoger dan in Tilburg (24%). 8.7
Matig van doelstelling afwijkende indicatoren van door Tilburg zelf aan te pakken voorraden Indicatoren die matig van de duurzaamheiddoelstelling afwijken (in het oranje gebied scoren bij de taartdiagrammen) en waar Tilburg waarschijnlijk ook een specifieke opgave heeft, zijn: Arme huishoudens Sociale cohesie Podiumkunsten Rijksmonumenten Bodemsanering Mestafzet op het land Overlast door stank, stof en vuil Alle vier de grondstoffen indicatoren (huishoudelijk en GFT-afval, papier en karton, glas) Jeugdwerkloosheid, vertraagd naar diploma en eindexamencijfer Opleidingsniveau van de bevolking Ecologische toestand van het oppervlaktewater. Uiteraard kunnen er ook nog rood en oranje scorende indicatoren aanwezig zijn bij de andere voorraden. Zie daarvoor ook bijlage 4. Omdat deze voorraden vaak minder beïnvloedbaar zijn vanuit het gemeentelijke beleid worden die hier niet in detail uitgewerkt. Ter indicatie kan worden vermeld dat rood scorende indicatoren de bij deze voorraden de volgende zijn: Eenzaamheid Opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen Levensverwachting Riskant gedrag Aandeel recreatief (binnen) water Werkgelegenheidsfunctie en Werkloosheid. In tabel 8.1 worden de duurzaamheidscores van Tilburg en de marges van de scores voor deze indicatoren voor de groep van oude industriesteden getoond.
43
Tabel 8.1 Scores voor Tilburg en scoremarges per rood scorende indicator voor de oude industriesteden, waarbij de problematiek relatief moeilijk door gemeente zelf is te beïnvloeden
Rood scorende indicator
Score Tilburg Marge score voor oude industriesteden
Eenzaamheid
24
22.7 - 100
Opkomst % gemeenteraadsverkiezingen
25
23.9 – 49.8
Levensverwachting
25
24.3 – 75.0
Riskant gedrag
23
20.4 – 35.0
Aandeel recreatief (binnen)water
8
2.2 – 97.1
Werkgelegenheidsfunctie
22
14.9 – 51.6
Werkloosheid
25
23.0 – 28.5
Deze tabel laat zien dat Tilburg op al deze indicatoren bijzonder laag scoort. Voor sommige indicatoren is dat bij meer oude industriesteden het geval, zoals bij riskant gedrag en werkloosheid. Maar bij andere indicatoren laten andere steden in deze groep veel betere uitkomsten zien, bijvoorbeeld bij eenzaamheid, levensverwachting en de werkgelegenheidsfunctie. De in tabel 8.1 geïndiceerde problemen zouden ook een prioritaire aanpak en ondersteuning vanuit de rijks- en provinciale overheden moeten krijgen.
44
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
9 Conclusies
Is Tilburg een duurzame stad? Wanneer het door Telos gehanteerde normenkader wordt toegepast, is het antwoord op deze vraag dat Tilburg met een duurzaamheid score van 45% nog flink van de duurzaamheiddoelstelling is verwijderd. De grote steden Nijmegen en Almere doen het wat dat betreft beter (51%), evenals in Brabant ’s-Hertogenbosch (50%), Breda (49%) en Eindhoven (47%). Scoort Tilburg in zijn soort hoog op duurzaamheid? Wanneer Tilburg wordt vergeleken met de oude industriesteden van Nederland eindigt het op een middenpositie met een 8e plaats op een totaal van 17 steden. Tilburg heeft zich dus uit zijn industriële verleden al weten los te maken en is op weg zich een nieuw profiel aan te meten. Wat zijn Tilburg’s huidige sterke duurzaamheidpunten? Tilburg doet het binnen de groep van de oude industriesteden relatief goed bij de voorraden energie en klimaat (2e plaats na Rotterdam), bij arbeid (2e plaats na Eindhoven), bij ruimtelijke vestigingsvoorwaarden en de voorraad kennis (beide 3e plaats) en bij woonomgeving (4e plaats). Te midden van de 11 onderzochte grote steden behoort Tilburg tot de top vier bij de voorraden lucht, energie en klimaat, participatie, veiligheid, woonomgeving en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Binnen Brabant is Tilburg de best scorende stad op de voorraden energie en klimaat en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden. Tilburg onderscheidt zich positief als klimaatinnoverende stad, stad voor nieuwe bedrijfsvestigingen en als stad met een prettige woonomgeving. Bij welke voorraden deelt Tilburg problemen met andere steden? Tilburg heeft te maken met een aantal grootstedelijke uitdagingen. Hiertoe behoren onder meer problemen die zijn verbonden met de voorraden sociale samenhang, economische structuur en onderwijs. Sociale samenhang heeft hierbij een bijzondere betekenis omdat deze voorraad (volgens nog niet gepubliceerd onderzoek) sterk blijkt te correleren met minstens vijf andere voorraden. Waar liggen uitdagingen voor Tilburg om zelf de duurzaamheid performance te verbeteren?
45
Tilburg heeft een aantal duurzaamheidvoorraden waarop het relatief laag scoort en zelf in beginsel maatregelen kan treffen om tot verbetering te komen. De voorraden waarvoor dit geldt zijn: Sociale samenhang Kunst en cultuur Bodem en grondwater Hinder en calamiteiten Grond(afval)stoffen Onderwijs Oppervlaktewater (kwaliteit) Infrastructuur en bereikbaarheid Een nadere analyse van deze voorraden leert dat er in het bijzonder door indicatoren aangeduide problemen zijn die zouden moeten worden aangepakt. De in de taartdiagrammen meest in het oog springende (roodkleurende) indicatoren zijn: Vrijwilligers Voortijdige schoolverlaters Musea Overlast geluid Ontsluiting hoofdwegen Ongeveer de helft van de oude industriesteden kampt met dezelfde door deze indicatoren aangeduide problemen als Tilburg. Alleen op het punt van de ontsluiting van hoofdwegen toont Tilburg in de meetperiode een uitzonderlijk lage score. Hieraan is inmiddels gewerkt door aanleg van de tangent om de stad. Daarnaast zijn er een aantal andere indicatoren die duiden op het nog ver afstaan van de duurzaamheiddoelen (oranje gekleurde indicatoren): arme huishoudens, sociale cohesie, podiumkunsten, rijksmonumenten, bodemsanering, mestafzet op het land, overlast door stank-stof-vuil. Verder betreft het de grondstoffen indicatoren (huishoudelijk en GFT-afval, papier en karton, glas), jeugdwerkloosheid, vertraagd naar diploma, eindexamencijfer, opleidingsniveau van de bevolking en tenslotte ecologische toestand van het oppervlaktewater. Bij een aantal indicatoren, die relatief moeilijk op gemeenteniveau zijn te beïnvloeden, laten andere steden dan Tilburg veel betere uitkomsten zien, bijvoorbeeld bij eenzaamheid, levensverwachting en de werkgelegenheidsfunctie. Dergelijke problemen zouden een prioritaire aanpak en ondersteuning vanuit de rijks- en provinciale overheden moeten krijgen. Door aan met deze indicatoren verbonden problemen te werken kan Tilburg de transitie vervolmaken van oude industriestad naar een innovatieve stad gericht op duurzame ontwikkeling, waar bedrijven en burgers zich graag vestigen.
46
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Bijlage 1: Factsheets Duurzaamheidbenchmark Tilburg 2013
Sociaal-cultureel kapitaal Sociale samenhang Indicator
1
arme huishoudens
People
Sociale samenhang
Eis
Er is armoede noch uitsluiting
Omschrijving indicator Percentage huishoudens met inkomen onder 105% van het sociale minimum ten opzichte van het totaal aantal huishoudens.
Relatie eis Armoede is een situatie waarin men door een veelheid van oorzaken terecht kan komen (bijv. door ziekte, werkloosheid, overlijden partner). De mate waarin een gemeenschap in staat is het aantal huishoudens dat onder een sociaal aanvaardbaar minimum zit, beperkt te houden is een indicatie van de solidariteit van die samenleving met sociaal zwakkeren.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
-
Norm Rood
> 10%
Norm Oranje
8% - 10%
Norm Groen
6% - 8%
Norm Goud
< 6%
47
Indicator
2
sociale cohesie
People
Sociale samenhang
Eis
De sociale samenhang van de samenleving is gewaarborgd
Omschrijving indicator Een cijfer dat de sociale cohesie binnen een regio beoordeelt.
Relatie eis Sociale cohesie is een breed begrip dat gaat over de samenhang tussen mensen. Het is de mate waarin mensen in hun gedrag en beleving uitdrukking geven aan hun betrokkenheid bij maatschappelijke verbanden in hun persoonlijke leven, als burger in de maatschappij en als lid van de samenleving. Het is een kenmerk van een groep of gemeenschap.
Eenheid
schaal
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
<6
Norm Oranje
6 - 6.5
Norm Groen
6.5 - 7
Norm Goud
>7
48
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
vrijwilligers
People
Sociale samenhang
Eis
De sociale samenhang van de samenleving is gewaarborgd
Omschrijving indicator Percentage mensen van 18 jaar en ouder die vrijwilligerswerk doen ten opzichte van de totale bevolking van 18 jaar en ouder.
Relatie eis Het percentage burgers dat vrijwilligerswerk doet zegt iets over de mate waarin de sociale cohesie van de samenleving is gewaarborgd.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
< 18%
Norm Oranje
18% - 21%
Norm Groen
21% - 24%
Norm Goud
> 24%
49
Participatie Indicator
1
eenzaamheid
People
Participatie
Eis
Burgers zijn betrokken bij de samenleving
Omschrijving indicator Percentage volwassenen dat matig of ernstig eenzaam is.
Relatie eis Sociaal isolement gaat vaak gepaard met eenzaamheid.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 45%
Norm Oranje
35% - 45%
Norm Groen
25% - 35%
Norm Goud
< 25%
50
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen
People
Participatie
Eis
Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming die hemof haar en de samenleving enhaar toekomst aangaat en maakt daar ook gebruik van
Omschrijving indicator Gemiddelde opkomst van de verkiezingen voor de gemeenteraad van de gemeenten bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010.
Relatie eis Burgers zijn betrokken bij het openbaar bestuur en beantwoorden aan de (morele) plicht gebruik te maken van hun stemrecht. Voor de volledigheid is deze indicator opgenomen naast de indicator opkomstpercentage landelijke verkiezingen, waarbij beide indicatoren een halve weging krijgen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
12.5
Richting
+
Norm Rood
< 45%
Norm Oranje
45% - 60%
Norm Groen
60% - 75%
Norm Goud
> 75%
51
Indicator
3
opkomstpercentage landelijke verkiezingen
People
Participatie
Eis
Elke burger heeft zeggenschap in politieke besluitvorming die hemof haar en de samenleving enhaar toekomst aangaat en maakt daar ook gebruik van
Omschrijving indicator Opkomstpercentage in de gemeente bij de landelijke verkiezingen voor de tweede kamer in 2012.
Relatie eis Burgers zijn betrokken bij het openbaar bestuur en beantwoorden aan de (morele) plicht gebruik te maken van hun stemrecht. Voor de volledigheid is deze indicator opgenomen naast de indicator opkomstpercentage gemeenteraadsverkiezingen, waarbij beide indicatoren een halve weging krijgen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
12.5
Richting
+
Norm Rood
< 60%
Norm Oranje
60% - 70%
Norm Groen
70% - 80%
Norm Goud
> 80%
52
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
langdurige werkloosheid
People
Participatie
Eis
Burgers zijn in staat om zich economisch staande te houden
Omschrijving indicator Met langdurige werkloosheid wordt bedoeld het aandeel niet-werkende werkzoekenden op de gehele beroepsbevolking dat langer dan 36 maanden werkzoekend is.
Relatie eis Langdurige werkloosheid is zowel vanuit economisch als sociaal oogpunt onwenselijk. Binnen de voorraad Participatie is deze langdurige werkloosheid om twee redenen als indicator opgenomen. Allereerst geeft het een indicatie over hoe solidair de samenleving is. In een solidaire samenleving mag langdurige werkloosheid niet voorkomen. Daarnaast gaat langdurige werkloosheid ook hand in hand met een aantal andere maatschappelijk onacceptabele problemen, zoals armoede en sociale uitsluiting. Naarmate de werkloosheid langer duurt, wordt het risico om sociaal geïsoleerd te raken groter. De indicator langdurige werkloosheid weerspiegelt niet alleen de mate van solidariteit van een samenleving. De indicator wordt sterk bepaald door conjuncturele schommelingen en dient daarom geïnterpreteerd te worden in het licht van andere werkloosheid- en werkgelegenheidscijfers.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 2%
Norm Oranje
1.5% - 2%
Norm Groen
1% - 1.5%
Norm Goud
< 1%
53
Indicator
5
landurige bijstand
People
Participatie
Eis
Burgers zijn in staat om zich economisch staande te houden
Omschrijving indicator Aandeel personen dat minimaal 3 jaar behoort tot een huishouden waarvan de voornaamste inkomensbron een uitkering is.
Relatie eis Net als langdurige werkloosheid is langdurige bijstand ook onwenselijk.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 7%
Norm Oranje
5% - 7%
Norm Groen
3% - 5%
Norm Goud
< 3%
54
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Kunst en cultuur Indicator
1
podiumkunsten
People
Kunst en cultuur
Eis
Iedereen kan actief of passief deelnemen aan culturele uitingen of activiteiten
Omschrijving indicator Gemiddeld aanbod van podiumkunsten binnen een straal van 20 kilometer.
Relatie eis Deze indicator geeft de omvang van het aanbod van cultuur in de omgeving aan.
Eenheid
aantal
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
<5
Norm Oranje
5 - 20
Norm Groen
20 - 35
Norm Goud
> 35
55
Indicator
2
rijksmonumenten
People
Kunst en cultuur
Eis
Het culturele aanbod is voldoende groot, evenals de diversiteit
Omschrijving indicator Het aantal rijksmonumenten in een gemeente per 1.000 inwoners.
Relatie eis Deze indicator geeft inzicht in de hoeveelheid monumenten in een gemeente die een beschermde status hebben.
Eenheid
aantal per 1.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
<1
Norm Oranje
1-3
Norm Groen
3-6
Norm Goud
>6
56
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
musea
People
Kunst en cultuur
Eis
Het culturele aanbod is voldoende groot, evenals de diversiteit
Omschrijving indicator Het aantal musea in de gemeente per 100.000 inwoners.
Relatie eis Voor deze indicator is gekeken naar het aantal musea in de gemeente gebaseerd op de data van de Nederlandse Museumvereniging. Het aantal musea geeft mede aan in hoeverre het cultureel erfgoed wordt beschermd in een gemeente.
Eenheid
aantal per 100.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
<1
Norm Oranje
1-2
Norm Groen
2-3
Norm Goud
>3
57
Gezondheid Indicator
1
onvoldoende bewegen
People
Gezondheid
Eis
Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl
Omschrijving indicator Percentage burgers die niet voldoet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB).
Relatie eis De NNGB schrijft voor dat mensen ten minste 5 dagen in de week, 30 minuten matig intensieve beweging hebben. Voldoen aan de NNGB heeft een positief effect op de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Zo is er een direct verband tussen lichaamsbeweging en de verminderde kans op depressie, beroerte en hart- en vaatziekten.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
-
Norm Rood
> 50%
Norm Oranje
40% - 50%
Norm Groen
30% - 40%
Norm Goud
< 30%
58
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
riskant gedrag
People
Gezondheid
Eis
Iedereen heeft een eigen verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl
Omschrijving indicator Het percentage mensen dat riskant gedrag vertoond dat schadelijk is voor de gezondheid. Onder riskant gedrag wordt verstaan: roken, excessief drinken en overgewicht.
Relatie eis Deze indicator zegt iets over hoe mensen invulling geven aan de eis “Iedereen neemt een eigen verantwoordelijkheid voor een gezonde leefstijl”. De indicator riskant gedrag is opgebouwd uit drie onderliggende indicatoren te weten: • Rokers • Overmatige drinkers • Overgewicht
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
-
Norm Rood
> 80%
Norm Oranje
75% - 80%
Norm Groen
70% - 75%
Norm Goud
< 70%
59
Indicator
3
huisartsen
People
Gezondheid
Eis
De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en toegankelijk voor iedereen
Omschrijving indicator Het aantal huisartsenpraktijken binnen 3 kilometer afstand.
Relatie eis Het aantal huisartsen zegt iets over de dichtheid en bereikbaarheid van de gezondheidszorg in de diverse gemeenten.
Eenheid
aantal
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
+
Norm Rood
<5
Norm Oranje
5 - 10
Norm Groen
10 - 15
Norm Goud
> 15
60
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
kwaliteit ziekenhuizen
People
Gezondheid
Eis
De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en toegankelijk voor iedereen
Omschrijving indicator Gemiddelde kwaliteit ziekenhuizen binnen de gemeente.
Relatie eis Om te kunnen toetsen of de gezondheidszorg van goede kwaliteit is in de gemeente wordt, naast het aantal huisartsen, tevens gekeken naar de kwaliteit van ziekenhuizen in de gemeente.
Eenheid
score
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
+
Norm Rood
< 1.5
Norm Oranje
1.5 - 2.5
Norm Groen
2.5 - 3.5
Norm Goud
> 3.5
61
Indicator
5
afstand ziekenhuizen
People
Gezondheid
Eis
De gezondheidszorg is van goede kwaliteit en toegankelijk voor iedereen
Omschrijving indicator Gemiddelde afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis.
Relatie eis De afstand tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis zegt iets over de afstand tot intensieve zorg in de omgeving.
Eenheid
kilometer
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
-
Norm Rood
>9
Norm Oranje
6-9
Norm Groen
3-6
Norm Goud
<3
62
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
6
levensverwachting
People
Gezondheid
Eis
De bevolking is lichamelijk en geestelijk gezond
Omschrijving indicator De gemiddelde levensverwachting bij de geboorte in een regio.
Relatie eis De levensverwachting is een uitkomst van allerlei gezondheidsfactoren, zoals: leefstijl, zorg, omgeving en preventie.
Eenheid
jaren
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
+
Norm Rood
< 79.5
Norm Oranje
79.5 - 80.5
Norm Groen
80.5 - 81.5
Norm Goud
> 81.5
63
Indicator
7
beoordeling van eigen gezondheid
People
Gezondheid
Eis
De bevolking voelt zich gezond
Omschrijving indicator Het percentage burgers dat de eigen gezondheid als ‘matig’ of ‘slecht’ beoordeelt.
Relatie eis Om de eis te toetsen of de bevolking zich gezond voelt moeten we afgaan op de subjectieve perceptie van de gezondheid. Het gaat hier om de subjectieve ervaring van de eigen gezondheidstoestand. De bevolking dient niet alleen gezond te zijn maar zich ook gezond te voelen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
14.29
Richting
-
Norm Rood
> 15%
Norm Oranje
12.5% - 15%
Norm Groen
10% - 12.5%
Norm Goud
< 10%
64
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Veiligheid Indicator
1
geweldsdelicten
People
Veiligheid
Eis
De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar.
Omschrijving indicator Het aantal aangehouden verdachten van geweldsdelicten per 10.000 inwoners.
Relatie eis Om de eis dat de kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen verwaarloosbaar is, te kunnen toetsen zijn verschillende vormen van slachtofferschap geïntroduceerd. Want slachtofferschap van geweldsdelicten komt relatief weinig voor, maar de impact van geweldscriminaliteit is zowel op het slachtoffer als op de samenleving vele malen groter dan de impact van zogenaamde vermogenscriminaliteit, die verhoudingsgewijs veel vaker voorkomt.
Eenheid
aantal per 10.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
15
Richting
-
Norm Rood
> 45
Norm Oranje
35 - 45
Norm Groen
25 - 35
Norm Goud
< 25
65
Indicator
2
vermogensdelicten
People
Veiligheid
Eis
De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar.
Omschrijving indicator Het aantal aangehouden verdachten van vermogensdelicten per 10.000 inwoners.
Relatie eis Vermogensdelicten komen veel vaker voor dan geweldscriminaliteit, maar de impact op zowel het slachtoffer als ook de samenleving is geringer dan bij geweldscriminaliteit. De kans om slachtoffer te worden van een vermogensdelict is vele malen groter dan de kans om slachtoffer te worden van een geweldsdelict. Maar gelet op de impact zal de doorwerking op het gevoel van onveiligheid (hoewel dit van persoon tot persoon zal verschillen) geringer zijn dan bij geweldscriminaliteit.
Eenheid
aantal per 10.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
15
Richting
-
Norm Rood
> 60
Norm Oranje
40 - 60
Norm Groen
20 - 40
Norm Goud
< 20
66
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
vandalisme
People
Veiligheid
Eis
De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar.
Omschrijving indicator Het aantal aangehouden verdachten van vernielingen en verstoring van de openbare orde per 10.000 inwoners.
Relatie eis De maatschappelijke impact van vandalisme is groot. Het kan onder andere leiden tot verpaupering van openbaar gebied, aantasting van het leefgenot van burgers en het herstel van de schade brengt enorme kosten met zich mee. De gevolgen van vernielingen aan gebouwen en straatmeubilair zijn voor iedereen direct waarneembaar. Vandalisme als een zichtbaar delict, leidt tot gevoelens van onveiligheid, normvervaging en trekt vaak meer vandalisme aan.
Eenheid
aantal per 10.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
15
Richting
-
Norm Rood
> 30
Norm Oranje
20 - 30
Norm Groen
10 - 20
Norm Goud
< 10
67
Indicator
4
jeugdcriminaliteit
People
Veiligheid
Eis
De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar.
Omschrijving indicator Percentage 12-21 jarigen in een gemeente dat voor de rechter moest verschijnen naar aanleiding van een delict.
Relatie eis Jeugdcriminaliteit is een veelbesproken thema in de politiek en de media. Meestal gaat het om kleine eenmalige delicten, zoals vechtpartijen, winkeldiefstal en vandalisme. Deze jongeren leren van hun fouten en kunnen weer normaal participeren in de samenleving. Aan de andere kant is er een kleine groep jongeren die regelmatig in aanraking komt met justitie, ook voor grotere delicten. Zij vormen een groter probleem omdat het waarschijnlijk is dat ze in het verdere leven vaker met justitie in aanraking zullen komen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
15
Richting
-
Norm Rood
> 4%
Norm Oranje
3% - 4%
Norm Groen
2% - 3%
Norm Goud
< 2%
68
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
5
verkeersonveiligheid
People
Veiligheid
Eis
De kans om slachtoffer te worden van geweld, misdaad, ongelukken en rampen is verwaarloosbaar.
Omschrijving indicator Het aantal verkeersongevallen per 1.000 inwoners.
Relatie eis Dit betreft alle ongevallen door de politie geregistreerd, ongeacht de ernst hiervan. Naast veiligheid in termen van criminaliteit is er ook het risico van ongevallen in het verkeer die een invloed heeft op de onveiligheidsbeleving van burgers. Het aantal verkeersongevallen is een objectieve maat van de aanwezigheid van veiligheidscondities in de leefomgeving en van het (verkeers)gedrag van mensen.
Eenheid
aantal per 1.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
15
Richting
-
Norm Rood
> 10
Norm Oranje
7.5 - 10
Norm Groen
5 - 7.5
Norm Goud
<5
69
Indicator
6
onveiligheidsgevoel
People
Veiligheid
Eis
Iedereen voelt zich veilig
Omschrijving indicator Percentage inwoners dat zich ‘wel eens’ onveilig voelt.
Relatie eis Naast de objectieve indicatoren die de veiligheid meten in deze voorraad, geeft deze indicator het subjectieve gevoel van (on)veligheid aan dat burgers ervaren. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 30%
Norm Oranje
25% - 30%
Norm Groen
20% - 25%
Norm Goud
< 20%
70
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Woonomgeving Indicator
1
woningtekort
People
Woonomgeving
Eis
Iedereen heeft toegang tot een betaalbare woning van goede kwaliteit
Omschrijving indicator Aantal gereedgekomen woningen per 10.000 inwoners
Relatie eis Voor de indicator woningtekort wordt gekeken naar het aantal nieuwe woningen dat gereed is gemaakt. Om te corrigeren voor de grootte van de gemeente is gekeken naar het aantal gereedgekomen woningen per 10.000 inwoners.
Eenheid
aantal per 10.000 inwoners
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 20
Norm Oranje
20 - 40
Norm Groen
40 - 60
Norm Goud
> 60
71
Indicator
2
afstand supermarkt
People
Woonomgeving
Eis
Publieke en dagelijkse voorzieningen zijn bereikbaar en toegankelijk voor iedereen
Omschrijving indicator Gemiddelde afstand tot een grote supermarkt.
Relatie eis De afstand tot een supermarkt geeft de kwantitatieve beschikbaarheid van voorzieningen, zoals winkels, aan in de buurt.
Eenheid
kilometer
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 1.5
Norm Oranje
1 - 1.5
Norm Groen
0.5 - 1
Norm Goud
< 0.5
72
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
tevredenheid woonomgeving
People
Woonomgeving
Eis
Iedereen is tevreden met de eigen woonomgeving waar hij of zij woont: veilig, aangenaam en gezond
Omschrijving indicator Percentage van de bevolking, dat ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ is over de woonomgeving.
Relatie eis Deze indicator geeft het subjectieve gevoel over de (on)tevredenheid van de woonomgeving aan.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 80%
Norm Oranje
80% - 85%
Norm Groen
85% - 90%
Norm Goud
> 90%
73
Indicator
4
tevredenheid winkels
People
Woonomgeving
Eis
Publieke en dagelijkse voorzieningen zijn bereikbaar en toegankelijk voor iedereen
Omschrijving indicator Percentage van de bevolking, dat ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ is over de winkels in de buurt.
Relatie eis Deze indicator geeft aan in hoeverre de inwoners van een gemeente tevreden zijn over het voorzieningen niveau in de buurt. Naast de indicator ‘afstand voorzieningen’, die de kwantitatieve beschikbaarheid aangeeft, geeft deze indicator de subjectief ervaren kwaliteit van de voorzieningen in de buurt.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 80%
Norm Oranje
80% - 85%
Norm Groen
85% - 90%
Norm Goud
> 90%
74
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
5
WOZ-waarde
People
Woonomgeving
Eis
Iedereen heeft toegang tot een betaalbare woning van goede kwaliteit
Omschrijving indicator Mediane WOZ-waarde in de gemeente.
Relatie eis De WOZ-waarde is een waardering van woningen ten behoeve van belastingheffing, en daarom een goede indicatie van de waarde van die woningen. De waarde van woningen wordt door vele factoren beïnvloed. Naast economische factoren en de staat van de woning hebben factoren uit de woonomgeving invloed op de waarde van een woning. De WOZ-waarde is dus een resultaatvariabele die iets zegt over de gehele aantrekkelijkheid van de woonomgeving.
Eenheid
euro
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 100000
Norm Oranje
100000 - 150000
Norm Groen
150000 - 200000
Norm Goud
> 200000
75
Indicator
6
verhuissaldo
People
Woonomgeving
Eis
Iedereen is tevreden met de eigen woonomgeving waar hij of zij woont: veilig, aangenaam en gezond
Omschrijving indicator Instroom gemeente (excl. geboorte) minus uitstroom gemeente (excl. sterfte).
Relatie eis Het verhuissaldo is het resultaat van de in- en uitstroom van inwoners in de gemeente, en zegt daarom iets over de aantrekkelijkheid van de gemeente als woonomgeving. Immers, als het verhuissaldo positief en groot is, willen veel mensen in de gemeente wonen en is er ook voldoende nieuwe woonruimte beschikbaar.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< -0.5%
Norm Oranje
-0.5% - 0%
Norm Groen
0% - 0.5%
Norm Goud
> 0.5%
76
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Onderwijs Indicator
1
jeugdwerkloosheid
People
Onderwijs
Eis
Het onderwijs sluit aan op de maatschappelijke behoefte
Omschrijving indicator Percentage niet-werkende werkzoekenden jonger dan 23 jaar.
Relatie eis Om te toetsen of het onderwijs aansluit op de maatschappelijke behoefte is deze behoefte onder andere vertaald naar de economische behoefte op de arbeidsmarkt. Aan de hand van de indicator jeugdwerkloosheid wordt zicht verkregen op de mate waarop het onderwijs aansluit op de arbeidsmarkt.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 7%
Norm Oranje
5.5% - 7%
Norm Groen
4% - 5.5%
Norm Goud
< 4%
77
Indicator
2
aanbod basisscholen
People
Onderwijs
Eis
Iedereen heeft toegang tot een vorm van onderwijs of scholing die past bij zijn of haar capaciteiten
Omschrijving indicator Het aantal basisscholen binnen 3 kilometer.
Relatie eis Voor de jeugd is het belangrijk dat onderwijs dicht in de buurt is, zodat ze van het onderwijs kunnen genieten zonder een lange reistijd. Deze indicator is zeer sterk gecorreleerd met de indicator aantal voortgezet onderwijs scholen, vandaar dat de weging gehalveerd is.
Eenheid
aantal
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
8.33
Richting
+
Norm Rood
<5
Norm Oranje
5 - 10
Norm Groen
10 - 15
Norm Goud
> 15
78
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
aanbod voortgezet onderwijs
People
Onderwijs
Eis
Iedereen heeft toegang tot een vorm van onderwijs of scholing die past bij zijn of haar capaciteiten
Omschrijving indicator Het aantal middelbare scholen binnen 5 kilometer.
Relatie eis Voor de jeugd is het belangrijk dat onderwijs dicht in de buurt is, zodat ze van het onderwijs kunnen genieten zonder een lange reistijd. Deze indicator is zeer sterk gecorreleerd met de indicator aantal basisscholen, vandaar dat de weging gehalveerd is.
Eenheid
aantal
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
8.33
Richting
+
Norm Rood
<4
Norm Oranje
4-6
Norm Groen
6-8
Norm Goud
>8
79
Indicator
4
voortijdig schoolverlaters
People
Onderwijs
Eis
Iedereen heeft de plicht er voor zorg te dragen dat zijn of haar competenties (blijven) aansluiten op maatschappelijke behoeften
Omschrijving indicator Het percentage leerlingen dat zonder op zijn minst een MBO niveau 1 diploma het onderwijs verlaat.
Relatie eis Een van de eisen die aan de voorraad onderwijs is gesteld zegt dat iedereen toegang heeft tot een vorm van onderwijs of scholing die past bij zijn of haar capaciteiten (ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst en achtergrond). In het geval veel leerlingen voortijdig de schoolloopbaan beëindigt zonder een diploma kan gesteld worden dat aan deze eis niet is voldaan.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 1.25%
Norm Oranje
1% - 1.25%
Norm Groen
0.75% - 1%
Norm Goud
< 0.75%
80
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
5
onvertraagd naar diploma
People
Onderwijs
Eis
Het onderwijs is van hoge kwaliteit
Omschrijving indicator Het percentage leerlingen dat het voortgezet onderwijs doorloopt zonder in één van de (bovenbouw) klassen te blijven zitten.
Relatie eis Deze indicator meet de doorlooptijd van de opleiding door leerlingen. Naast dat er goede cijfers worden gehaald, is het rendement van een opleiding ook een factor die de kwaliteit van het onderwijs aangeeft.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 70%
Norm Oranje
70% - 75%
Norm Groen
75% - 80%
Norm Goud
> 80%
81
Indicator
6
eindexamencijfer
People
Onderwijs
Eis
Het onderwijs is van hoge kwaliteit
Omschrijving indicator Het gemiddeld eindexamencijfer per school.
Relatie eis De kwaliteit van het voortgezet onderwijs is een belangrijke variabele voor de totale kwaliteit van het onderwijs. Dit is een tweede indicator die de kwaliteit van het onderwijs meet.
Eenheid
score
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 6.3
Norm Oranje
6.3 - 6.4
Norm Groen
6.4 - 6.5
Norm Goud
> 6.5
82
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
7
opleidingsniveau bevolking
People
Onderwijs
Eis
Iedereen heeft de plicht er voor zorg te dragen dat zijn of haar competenties (blijven) aansluiten op maatschappelijke behoeften
Omschrijving indicator Percentage laagopgeleiden naar hoogst behaald opleidingsniveau ten opzichte van de totale bevolking van 18 jaar en ouder, exclusief studenten.
Relatie eis Het opleidingsniveau van de bevolking is het resultaat na het genieten van onderwijs totdat de scholingsplicht afgelopen is bij het 18de levensjaar. Echter, ook na het 18de levensjaar kunnen volwassenen boijven investeren in zichzelf om de eigen professionele expertise en competenties, de kennis, vaardigheden en attitudes te verbeteren.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 40%
Norm Oranje
35% - 40%
Norm Groen
30% - 35%
Norm Goud
< 30%
83
Ecologisch kapitaal Bodem en grondwater Indicator
1
bodemsanering
Planet
Bodem en grondwater
Eis
De bodem is schoon
Omschrijving indicator Totaal niet aangepakte humane spoedlocaties.
Relatie eis De overheid streeft naar sanering van humane spoedlocaties en het minimaal in beeld hebben van alle overige spoedeisende bodemverontreinigingen voor eind 2015. Spoedeisende gevallen zijn die gevallen van bodemverontreiniging waarbij onacceptabel risico bestaat voor de mens. Humane risico's worden weggenomen door saneringen of maatregelen (Tijdelijke beveiligingsmaatregelen (TBM)). Indien gekozen wordt voor TBM dan volgt totaalsanering bij ruimtelijke ontwikkelingen.
Eenheid
aantal
(Des)aggregatie Weging
50
Richting
-
Norm Rood
>5
Norm Oranje
2-5
Norm Groen
0.01 - 2
Norm Goud
< 0.01
84
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
mesthoeveelheid
Planet
Bodem en grondwater
Eis
Het grondwater is schoon
Omschrijving indicator De hoeveelheid uitgescheiden stikstof uit mest.
Relatie eis De hoeveelheid mest in de bodem zegt iets over de mate waarin er verontreinigingen van de bodem optreden in de gemeente. Overbemesting (meer mineralen in de bodem dan de gewassen op kunnen nemen) kan verontreiniging van de bodem en het grondwater veroorzaken.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie Weging
50
Richting
-
Norm Rood
> 1000
Norm Oranje
500 - 1000
Norm Groen
100 - 500
Norm Goud
< 100
85
Lucht Indicator
1
emissie CO2
Planet
Lucht
Eis
De gemeente is klimaatneutraal
Omschrijving indicator Uitstoot koolstofdioxide (CO2).
Relatie eis Deze indicator zegt in hoeverre een gemeente de lucht vervuilt en bijdraagt aan het broeikaseffect.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 2000
Norm Oranje
1000 - 2000
Norm Groen
500 - 1000
Norm Goud
< 500
86
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
emissie stikstofoxyden
Planet
Lucht
Eis
De lucht is schoon
Omschrijving indicator Uitstoot stikstofoxiden (NOX).
Relatie eis De uitstoot van stikstofoxiden is sterk gecorreleerd aan de uitstoot van fijn stof, omdat ze waarschijnlijk uit dezelfde bron komen (verkeer). Daarom hebben ze allebei een halve weging.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
8.33
Richting
-
Norm Rood
>3
Norm Oranje
2-3
Norm Groen
1-2
Norm Goud
<1
87
Indicator
3
emissie fijn stof
Planet
Lucht
Eis
De lucht is schoon
Omschrijving indicator Uitstoot fijn stof (PM10).
Relatie eis De uitstoot van fijn stof is sterk gecorreleerd aan de uitstoot van stikstofoxiden, omdat ze waarschijnlijk uit dezelfde bron komen (verkeer). Daarom hebben ze allebei een halve weging.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
8.33
Richting
-
Norm Rood
> 0.3
Norm Oranje
0.2 - 0.3
Norm Groen
0.1 - 0.2
Norm Goud
< 0.1
88
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
emissie NMVOS
Planet
Lucht
Eis
De lucht is schoon
Omschrijving indicator Uitstoot Niet Methaan Vluchtige Organische Verbindingen (NMVOS), exclusief methaan.
Relatie eis De uitstoot van NMVOS veroorzaakt smogvorming. Bronnen van uitstoot van NMVOS zijn: verkeer, industrie en huishoudens.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 1.5
Norm Oranje
1 - 1.5
Norm Groen
0.5 - 1
Norm Goud
< 0.5
89
Indicator
5
GCN stikstofoxiden
Planet
Lucht
Eis
De lucht is schoon
Omschrijving indicator De gemiddelde grootschalige concentraties (GCN) van stikstofdioxide (NO2) in de gemeente.
Relatie eis De GCN, gemeten door het RIVM, zijn een maatstaf voor de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht binnen de gemeente. De gemiddelde GCN neemt naast de uitstoot van schadelijke stoffen binnen de gemeente, ook de schadelijke stoffen die overgewaaid zijn van buiten de gemeente mee.
Eenheid
µg/m3
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 27.5
Norm Oranje
22.5 - 27.5
Norm Groen
17.5 - 22.5
Norm Goud
< 17.5
90
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
6
GCN NMVOS
Planet
Lucht
Eis
De lucht is schoon
Omschrijving indicator De gemiddelde grootschalige concentraties (GCN) van Niet Methaan Vluchtige Organische Verbindingen (NMVOS) in de gemeente.
Relatie eis De GCN, gemeten door het RIVM, zijn een maatstaf voor de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht binnen de gemeente. De gemiddelde GCN neemt naast de uitstoot van schadelijke stoffen binnen de gemeente, ook de schadelijke stoffen die overgewaaid zijn van buiten de gemeente mee.
Eenheid
µg/m3
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 42.5
Norm Oranje
40 - 42.5
Norm Groen
37.5 - 40
Norm Goud
< 37.5
91
Indicator
7
GCN fijn stof
Planet
Lucht
Eis
De lucht is schoon
Omschrijving indicator De gemiddelde grootschalige concentraties (GCN) van fijn stof (PM10) in de gemeente.
Relatie eis De GCN, gemeten door het RIVM, zijn een maatstaf voor de concentratie van schadelijke stoffen in de lucht binnen de gemeente. De gemiddelde GCN neemt naast de uitstoot van schadelijke stoffen binnen de gemeente, ook de schadelijke stoffen die overgewaaid zijn van buiten de gemeente mee.
Eenheid
µg/m3
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 27
Norm Oranje
25 - 27
Norm Groen
23 - 25
Norm Goud
< 23
92
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Hinder en calamiteiten Indicator
1
overlast geluid
Planet
Hinder en calamiteiten
Eis
Er is geen door de mens veroorzaakte overlast in de vorm van geur, licht en geluid
Omschrijving indicator Percentage van de inwoners dat ‘soms’ of ‘vaak’ hinder ondervindt van geluid in de omgeving.
Relatie eis De hinder die mensen ervaren ten aanzien van geluid heeft een negatieve invloed op de gezondheid en maakt de woonomgeving minder aantrekkelijk.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 35%
Norm Oranje
30% - 35%
Norm Groen
25% - 30%
Norm Goud
< 25%
93
Indicator
2
kans op ramp
Planet
Hinder en calamiteiten
Eis
De kans dat er slachtoffers vallen bij een calamiteit is minimaal
Omschrijving indicator Percentage van het landoppervlak binnen de gemeente dat onder een 10-6 risicocontour valt.
Relatie eis Bedrijven en installaties, voornamelijk in de industrie, vormen een risico voor de externe veiligheid. Dit risico wordt uitgedrukt door een 10-6 risicocontour. Binnen deze contour rond het bedrijf is de kans dat iemand komt te overlijden bij een calamiteit 1 op de miljoen. De risicocontour wordt bepaald door de bron (omvang en aard) en door de mensen die in de omgeving aanwezig zijn omdat ze daar wonen of werken. Een kleinere oppervlakte van de risicocontour verkleint de kans van slachtoffers bij een calamiteit. Naast bedrijven, hebben ook wegen, buisleiding en spoorlijnen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd een risicocontour. Op de risicokaart (www.risicokaart.nl), kunnen burgers zelf inzien welke risico’s ze lopen in de omgeving. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
50
Richting
-
Norm Rood
> 2.5%
Norm Oranje
1.5% - 2.5%
Norm Groen
0.5% - 1.5%
Norm Goud
< 0.5%
94
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
overlast, stank, stof en vuil
Planet
Hinder en calamiteiten
Eis
Er is geen door de mens veroorzaakte overlast in de vorm van geur, licht en geluid
Omschrijving indicator Percentage van de inwoners dat ‘soms’ of ‘vaak’ hinder ondervindt van stank, stof en vuil in de omgeving.
Relatie eis De hinder die mensen ervaren ten aanzien van geur, stof en vuil heeft een negatieve invloed op de gezondheid en maakt de woonomgeving minder aantrekkelijk.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 25%
Norm Oranje
20% - 25%
Norm Groen
15% - 20%
Norm Goud
< 15%
95
Oppervlaktewater Indicator
1
ecologische toestand
Planet
Oppervlaktewater
Eis
Het oppervlaktewater is schoon
Omschrijving indicator De gemiddelde score van alle oppervlaktewaterlichamen binnen de gemeente op een schaal van 1-5.
Relatie eis De gemiddelde score van waterlichamen op de schaal van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de ecologische doelstellingen is de indicator die de verontreinigingen te meet in het oppervlaktewater.
Eenheid
score
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
50
Richting
+
Norm Rood
<2
Norm Oranje
2-3
Norm Groen
3 - 4.5
Norm Goud
> 4.5
96
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
chemische toestand
Planet
Oppervlaktewater
Eis
Het oppervlaktewater is schoon
Omschrijving indicator De gemiddelde score van alle oppervlaktewaterlichamen binnen de gemeente op een schaal van 1-5.
Relatie eis De gemiddelde score van waterlichamen op de schaal van de Kaderrichtlijn Water (KRW) voor de chemische doelstellingen is de indicator die de verontreinigingen te meet in het oppervlaktewater.
Eenheid
score
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
50
Richting
+
Norm Rood
<2
Norm Oranje
2-3
Norm Groen
3 - 4.5
Norm Goud
> 4.5
97
Natuur en landschap Indicator
1
tevredenheid groen in de buurt
Planet
Natuur en landschap
Eis
De natuur moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden en zo mogelijk versterkt
Omschrijving indicator Het percentage inwoners dat ‘tevreden’ of ‘zeer tevreden’ is met het aanbod van natuur in de buurt.
Relatie eis De tevredenheid groen in de buurt geeft aan in hoeverre het natuurlijk netwerk in de directe omgeving aan de wensen van de bevolking voldoet.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 70%
Norm Oranje
70% - 80%
Norm Groen
80% - 90%
Norm Goud
> 90%
98
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
aandeel bos en natuurlijk terrein
Planet
Natuur en landschap
Eis
De identiteit van het landschap moet worden behouden en versterkt
Omschrijving indicator Het aandeel van bos en natuurlijk terrein in de totale oppervlakte van een gemeente.
Relatie eis Het aandeel bos en natuurlijk terrein zegt iets over de beschikbaarheid en de robuustheid van het natuurlijk netwerk, te gebruiken voor recreatie en ontspanning.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 5%
Norm Oranje
5% - 10%
Norm Groen
10% - 15%
Norm Goud
> 15%
99
Indicator
3
afstand tot openbaar groen
Planet
Natuur en landschap
Eis
De natuur moet zoveel mogelijk in stand worden gehouden en zo mogelijk versterkt
Omschrijving indicator De gemiddelde afstand tot openbaar groen in de gemeente.
Relatie eis Het aandeel bos en natuurlijk terrein zegt iets over de beschikbaarheid van het natuurlijk netwerk, te gebruiken voor recreatie en ontspanning.
Eenheid
kilometer
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 0.7
Norm Oranje
0.5 - 0.7
Norm Groen
0.3 - 0.5
Norm Goud
< 0.3
100
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
aandeel recreatief (binnen)water
Planet
Natuur en landschap
Eis
De identiteit van het landschap moet worden behouden en versterkt
Omschrijving indicator Het aandeel van bos en natuurlijk terrein in de totale oppervlakte van een gemeente.
Relatie eis Naast bos en open natuur bestaan er meerdere vormen van natuur die kunnen worden gebruikt voor recreatie en ontspanning en onderdak bieden aan een ecosysteem. Onder (binnen)water wordt verstaan: zee, meren, binnenvaarten, sloten, etcetera.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 5%
Norm Oranje
5% - 10%
Norm Groen
10% - 15%
Norm Goud
> 15%
101
Indicator
5
soortenrijkdom
Planet
Natuur en landschap
Eis
De natuurlijke biodiversiteit moet worden behouden
Omschrijving indicator Het totaal aantal soorten waargenomen in de gemeente van 2003 tot 2013.
Relatie eis Biodiversiteit is een begrip voor de graad van verscheidenheid aan levensvormen (soorten) binnen een gegeven ecosysteem. De biodiversiteit wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid van een ecosysteem. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen.
Eenheid
aantal
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
< 1000
Norm Oranje
1000 - 2000
Norm Groen
2000 - 3000
Norm Goud
> 3000
102
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Energie en klimaat Indicator
1
warmte
Planet
Energie en klimaat
Eis
Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt
Omschrijving indicator Percentage huishoudens dat warmte geleverd krijgt uit stads-, blok- of duurzame verwarming.
Relatie eis In huishoudens wordt voor verwarming en warm tapwater relatief laagwaardige warmte gebruikt. In plaats van deze warmte direct uit gas op te wekken kan stads-, blok- of duurzame verwarming worden ingezet. Door het nuttig gebruik van deze restwarmte wordt energie efficiënter en daarmee duurzamer gebruikt.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
< 1%
Norm Oranje
1% - 5%
Norm Groen
5% - 10%
Norm Goud
> 10%
103
Indicator
2
windenergie
Planet
Energie en klimaat
Eis
Alle geconsumeerde energie is duurzaam opgewekt
Omschrijving indicator De productiecapaciteit van de windmolens binnen de gemeente.
Relatie eis Binnen de regio wordt er op alternatieve wijze energie opgewekt die geen CO2 uitstoot en geen fossiele brandstoffen uitput. Een van de duurzame manieren om energie op te wekken is windenergie.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
< 100%
Norm Oranje
100% - 5000%
Norm Groen
5000% - 10000%
Norm Goud
> 10000%
104
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
gasverbruik huishoudens
Planet
Energie en klimaat
Eis
Burgers consumeren minder energie en stoten minder schadelijke stoffen uit
Omschrijving indicator Het gemiddelde verbruik van gas in woningen binnen de gemeente.
Relatie eis Er wordt efficiënt met energie omgegaan in de gemeente, het gemiddelde verbruik van gas is minimaal.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
> 2000%
Norm Oranje
1750% - 2000%
Norm Groen
1500% - 1750%
Norm Goud
< 1500%
105
Indicator
4
elektriciteitsverbruik huishoudens
Planet
Energie en klimaat
Eis
Burgers consumeren minder energie en stoten minder schadelijke stoffen uit
Omschrijving indicator Het gemiddelde verbruik van elektriciteit in woningen binnen de gemeente.
Relatie eis Er wordt efficiënt met energie omgegaan in de gemeente, het gemiddelde verbruik van elektriciteit is minimaal.
Eenheid
Kwh
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
> 3500
Norm Oranje
3000 - 3500
Norm Groen
2500 - 3000
Norm Goud
< 2500
106
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
5
energielabels woningen
Planet
Energie en klimaat
Eis
Burgers consumeren minder energie en stoten minder schadelijke stoffen uit
Omschrijving indicator Score energielabel van de woningen in de gemeente.
Relatie eis Er wordt efficiënt met energie omgegaan in de gemeente, de woningen hebben een goede energieprestatie. Het energielabel geeft de energieprestatie van een woning aan, waarbij A++ de meest zuinige energieklasse is en G de minst, en het wordt bepaald door onder andere isolatie en kierdichtheid. Het energielabel is verplicht bij het overdragen van eigendom van woningen.
Eenheid
score
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
>2
Norm Oranje
1.75 - 2
Norm Groen
1.5 - 1.75
Norm Goud
< 1.5
107
Grondstoffen Indicator
1
huishoudelijk restafval
Planet
Grondstoffen
Eis
Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving
Omschrijving indicator Gemiddelde hoeveelheid huishoudelijk restafval per inwoner.
Relatie eis Voor bedrijven vormen naast arbeid, kapitaal en kennis ook grond- en hulpstoffen belangrijke input voor het productieproces. Waar het gaat om grond- en hulpstoffen kan vastgesteld worden dat deze in toenemende mate niet dan wel tegen hoge kosten (moeilijk winbaar, schaars) beschikbaar zijn. Vandaar dat er in toenemende mate aandacht is voor het gebruik van nieuwe materialen ter vervanging van deze schaarse, uitputbare inputs, het zuiniger gebruiken van de beschikbare voorraden en het hergebruiken van materialen. Huishoudelijk restafval is niet meer her te gebruiken.
Eenheid
hectare
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
-
Norm Rood
> 275
Norm Oranje
225 - 275
Norm Groen
175 - 225
Norm Goud
< 175
108
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
GFT-afval
Planet
Grondstoffen
Eis
Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving
Omschrijving indicator Gemiddelde hoeveelheid ingezameld verpakkingsglas per inwoner.
Relatie eis Hoeveelheid apart ingezamelde GFT-afval voor gemakkelijk hergebruik.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 30
Norm Oranje
30 - 65
Norm Groen
65 - 100
Norm Goud
> 100
109
Indicator
3
oud papier en karton
Planet
Grondstoffen
Eis
Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving
Omschrijving indicator Gemiddelde hoeveelheid ingezameld oud papier en karton per inwoner.
Relatie eis Hoeveelheid apart ingezamelde oud papier en karton voor gemakkelijk hergebruik.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 40
Norm Oranje
40 - 55
Norm Groen
55 - 70
Norm Goud
> 70
110
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
verpakkingsglas
Planet
Grondstoffen
Eis
Burgers werken toe naar een afvalloze samenleving
Omschrijving indicator Gemiddelde hoeveelheid ingezameld verpakkingsglas per inwoner.
Relatie eis Hoeveelheid apart ingezamelde verpakkingsglas voor gemakkelijk hergebruik.
Eenheid
kilogram
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 15
Norm Oranje
15 - 20
Norm Groen
20 - 25
Norm Goud
> 25
111
Economisch kapitaal Arbeid Indicator
1
werkgelegenheidsfunctie
Profit
Arbeid
Eis
De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief
Omschrijving indicator Verhouding tussen werkgelegenheid en werkzame beroepsbevolking.
Relatie eis Bij de werkgelegenheid gaat het om arbeid in een bepaalde gemeente en dit betreft zowel mensen die in die gemeente zelf wonen als mensen die van elders komen (‘pendelen’). Bij de werkzame beroepsbevolking gaat het om mensen die in een gemeente wonen en deze kunnen zowel binnen als buiten die gemeente emplooi vinden. De verhouding tussen aanwezige werkgelegenheid en werkzame beroepsbevolking geeft aan of een gemeente per saldo arbeid ‘importeert’ om de banen in de gemeente te vervullen of juist arbeid ‘exporteert’ om aan de vraag in omliggende regio’s te voldoen. De verhouding tussen beide grootheden wordt aangeduid met de term werkgelegenheidsfunctie en is een maat voor de kwantitatieve vraag/aanbod verhouding.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
< 90%
Norm Oranje
90% - 100%
Norm Groen
100% - 110%
Norm Goud
> 110%
112
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
benutting arbeidspotentieel
Profit
Arbeid
Eis
Het arbeidspotentieel van de totale potentiële beroepsbevolking wordt benut
Omschrijving indicator Percentage van de bevolking in de leeftijd 15 jaar en 65 jaar ten opzichte van de totale bevolking.
Relatie eis De arbeidsparticipatie is het aandeel van de beroepsbevolking in de totale bevolking tussen de 15 en 65 jaar (ook wel aangeduid als potentiële beroepsbevolking). Wanneer het uitsluitend het werkzame deel van de beroepsbevolking betreft, spreekt men van netto participatie. Volgens de definitie die in Nederland meestal wordt gehanteerd, worden uitsluitend personen die minimaal 12 uur per week werken tot de werkzame beroepsbevolking gerekend.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
< 60%
Norm Oranje
60% - 65%
Norm Groen
65% - 70%
Norm Goud
> 70%
113
Indicator
3
werkloosheid
Profit
Arbeid
Eis
De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief
Omschrijving indicator Percentage van de beroepsbevolking die niet werkend werkzoekende is, ten opzichte van de totale beroepsbevolking
Relatie eis Het werkloosheidpercentage zegt iets over het functioneren van de arbeidsmarkt. Een hoog werkloosheidpercentage duidt er op dat de arbeidsmarkt slecht functioneert, dat zowel het gevolg kan zijn van het in kwantitatief opzicht niet op elkaar aansluiten van vraag en aanbod, maar het kan ook betrekking hebben op het in kwalitatief opzicht niet goed op elkaar aansluiten van vraag en aanbod.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
> 6%
Norm Oranje
4% - 6%
Norm Groen
2% - 4%
Norm Goud
< 2%
114
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
ontgroening en vergrijzing
Profit
Arbeid
Eis
De vraag naar en het aanbod van arbeid zijn in evenwicht, kwalitatief en kwantitatief
Omschrijving indicator Het aandeel van 15-35 en 45-65 jarigen in de beroepsbevolking ten opzichte van het nationale gemiddelde.
Relatie eis De leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking zegt iets over de toekomstige verhouding tussen de beroepsbevolking en de totale bevolking en daarmee iets over de toekomstbestendigheid van de arbeidsmarkt. Een relatief oudere beroepsbevolking kan een probleem opleveren voor de toekomst doordat de verhouding werkenden/niet werkenden af zal nemen; dit is de zogenaamde afhankelijkheidsratio. Naarmate er minder sprake is van ontgroening en/of vergrijzing is een regionale arbeidsmarkt beter toegerust voor de toekomst.
Eenheid
score
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
<1
Norm Oranje
1-5
Norm Groen
5 - 10
Norm Goud
> 10
115
Indicator
5
arbeidsongeschiktheid
Profit
Arbeid
Eis
Werk is gezond: langdurig ziekteverzuim en uitstroom t.g.v. arbeidsongeschiktheid worden voorkomen
Omschrijving indicator Percentage inwoners met een WAO uitkering ten opzichte van de totale beroepsbevolking.
Relatie eis Mensen kunnen beroep doen op verschillende wettelijke regelingen waar het gaat om arbeidsongeschiktheid. Onderscheid wordt gemaakt tussen de WAO (Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering), de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten) en de WAZ (Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen). De gebruikte indicator: het aandeel WAO-ers in de totale beroepsbevolking.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
> 6%
Norm Oranje
3% - 6%
Norm Groen
1% - 3%
Norm Goud
< 1%
116
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Ruimtelijke vestigingswaarden Indicator
1
voorraad bedrijventerreinen
Profit
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Eis
Er is voldoende ruimte (terreinen, bedrijfspanden) beschikbaar voor bedrijvigheid
Omschrijving indicator Totale aanbod uitgeefbaar bedrijventerrein.
Relatie eis Voor de ontwikkeling van de bedrijvigheid, in het bijzonder voor nieuw aan te trekken bedrijven van buiten de gemeente en voor bedrijven die op hun huidige locatie te krap in hun ruimtelijke jasje zitten, is het van belang dat er voldoende ruimte beschikbaar is voor bedrijventerreinen. Als indicator is daarom gebruik gemaakt van het aanbod uitgeefbaar bedrijventerrein. Hierbij wordt zowel het gemeentelijk aanbod als het particuliere aanbod meegerekend.
Eenheid
hectare
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
< 50
Norm Oranje
50 - 100
Norm Groen
100 - 150
Norm Goud
> 150
117
Indicator
2
verhouding netto/bruto bedrijventerreinen
Profit
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Eis
De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid wordt optimaal beheerd: zuinig met ruimte en aangepast aan de tijd
Omschrijving indicator Aantal m2 bedrijfsvloeroppervlak t.o.v. het uitgegeven grondoppervlak van het bedrijventerrein.
Relatie eis Deze indicator is opgenomen in de studie om een maat van zuinig ruimtegebruik te kunnen aanduiden met behulp van een kwantitatieve methode. De netto/bruto verhouding is de verhouding tussen het aantal uitgeefbare hectares bedrijventerrein en de totale oppervlakte van het bedrijventerrein. Naarmate de verhouding netto/bruto hoger is, gaat de hoeveelheid uitgeefbare ruimte gepaard met minder bruto ruimtebeslag. Omdat, zeker in Nederland, ruimte schaars is speelt de netto/bruto verhouding een belangrijke rol in de voorraad Ruimtelijke Vestigingsvoorwaarden.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
< 65%
Norm Oranje
65% - 75%
Norm Groen
75% - 85%
Norm Goud
> 85%
118
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
3
veroudering bedrijventerreinen
Profit
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Eis
De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid wordt optimaal beheerd: zuinig met ruimte en aangepast aan de tijd
Omschrijving indicator Percentage oppervlakte bruto voorraad bedrijventerreinen van totaal dat verouderd is.
Relatie eis Voor gemeenten en provincies is het vaak (financieel) aantrekkelijker om een nieuw bedrijventerrein aan te leggen dan een bestaand bedrijventerrein op te knappen. Dit kan ervoor zorgen dat bestaande bedrijventerreinen op termijn verloederen, wat voor de bedrijven gevestigd op het verouderde bedrijventerrein kan leiden tot omzetverlies en imagoschade. Eventueel zijn de bedrijven gedwongen te verhuizen met potentieel negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid in een gemeente. Daarnaast zorgt het overaanbod van ruimte op bedrijventerreinen voor lage grondprijzen, verspilling van ruimte en landschapsvervuiling.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
> 50%
Norm Oranje
25% - 50%
Norm Groen
15% - 25%
Norm Goud
< 15%
119
Indicator
4
voorraad kantoorruimte
Profit
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Eis
Er is voldoende ruimte (terreinen, bedrijfspanden) beschikbaar voor bedrijvigheid
Omschrijving indicator Oppervlakte kantoorruimte per inwoner aanwezig in de gemeente.
Relatie eis Naast bedrijventerreinen is er ook kantoorruimte nodig voor bedrijven. De voorraad kantoorruimte is ook een maatstaf van de bedrijvigheid gecorrigeerd voor het inwonertal in een gemeente. Verder betekent een groot aanbod van kantoorruimte dat er flexibiliteit is in de markt voor kantoorruimte.
Eenheid
m2
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
+
Norm Rood
<1
Norm Oranje
1-3
Norm Groen
3-5
Norm Goud
>5
120
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
5
leegstand kantoorruimte
Profit
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Eis
De beschikbare ruimte voor bedrijvigheid wordt optimaal beheerd: zuinig met ruimte en aangepast aan de tijd
Omschrijving indicator Percentage aangeboden kantoorruimte ten opzichte van de totale voorraad kantoorruimte.
Relatie eis Een groot aanbod van kantoorruimte heeft een keerzijde als de vraag het aanbod niet volgt: leegstand. Een kleine hoeveelheid kantoorruimte die leeg staat is niet slecht, die zorgt voor flexibiliteit op de markt van kantoorruimte. Echter, in Nederland is sinds 2007 de vraag naar kantoorruimte sterk gedaald terwijl het aanbod is gegroeid. Daardoor staat nu ongeveer 16% van de aangeboden kantoorruimte leeg. De vraag naar kantoorruimte daalt niet alleen door de slechte economische omstandigheden, ook ‘het nieuwe werken’ zorgt ervoor dat er minder kantoorruimte nodig is. Leegstaande kantoren kunnen verloederen en een negatief effect hebben op de kantoren in de omgeving en de buurt. Om de negatieve effecten van een grote voorraad kantoorruimte mee te nemen is deze indicator opgenomen, naast de indicator voorraad kantoorruimte, die staat voor de positieve effecten van een groot aanbod van kantoorruimte. Deze indicator meet het aandeel van het aanbod kantoorruimte in de voorraad. Dat is geen perfecte maatstaf voor de leegstand is omdat kantoorruimte die aangeboden wordt niet per se leeg hoeft te staan. Echter, omdat voor alle gemeenten dezelfde methode is gebruikt, is deze methode een redelijk alternatief om de leegstand van kantoorruimte te meten.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
20
Richting
-
Norm Rood
> 20%
Norm Oranje
15% - 20%
Norm Groen
10% - 15%
Norm Goud
< 10%
121
Economische structuur Indicator
1
aandeel starters
Profit
Economische structuur
Eis
De economische structuur wordt permanent versterkt en vernieuwd door de komst van startende ondernemingen en zich nieuw vestigende ondernemingen
Omschrijving indicator Percentage starters ten opzichte van het totaal aantal bedrijven.
Relatie eis Nieuwe bedrijven hebben een positieve invloed op de werkgelegenheid. Ook hebben nieuwe startende bedrijven een positieve invloed op de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Dit zit hem niet zozeer in de eigen initiële arbeidsproductiviteit (deze is immers bij de start laag), maar vooral in hun positieve invloed op de structurele ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. Dit komt enerzijds doordat bestaande bedrijven hun gedrag aanpassen en anderzijds doordat startende ondernemingen in de tijd een snelle groei van de arbeidsproductiviteit laten zien. Nieuwe startende ondernemingen hebben vaak prikkelende en vernieuwende inzichten en dwingen daarmee bestaande bedrijven scherp te blijven, zich aan te passen aan de zich wijzigende concurrentieverhoudingen op hun markten.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
+
Norm Rood
< 1.5%
Norm Oranje
1.5% - 3%
Norm Groen
3% - 4.5%
Norm Goud
> 4.5%
122
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
opheffingen
Profit
Economische structuur
Eis
De economische structuur wordt permanent versterkt en vernieuwd door de komst van startende ondernemingen en zich nieuw vestigende ondernemingen
Omschrijving indicator Percentage opheffingen op het totaal aantal bedrijven.
Relatie eis Er is sprake van opheffing van een bedrijf als de activiteiten niet door een ander bedrijf worden voortgezet. Daarmee meet deze indicator het aantal bedrijven dat ophoudt te bestaan door faillissement en het beëindigen van de bedrijfsvoering, en niet door fusies en overnames.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
16.67
Richting
-
Norm Rood
> 9%
Norm Oranje
8% - 9%
Norm Groen
7% - 8%
Norm Goud
< 7%
123
Indicator
3
besteedbaar inkomen
Profit
Economische structuur
Eis
De economie is concurrerend
Omschrijving indicator Gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden
Relatie eis De ontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner in de gemeente is een indicator voor de groei van de welvaart van een regio en daarmee ook voor de concurrentiepositie.
Eenheid
euro
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
11.11
Richting
+
Norm Rood
< 30.8
Norm Oranje
30.8 - 34.3
Norm Groen
34.3 - 37.7
Norm Goud
> 37.7
124
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
BRP per hoofd van de bevolking
Profit
Economische structuur
Eis
De economie is concurrerend
Omschrijving indicator Het bruto regionaal product (BRP) betreft de waarde van de totale regionale productie minus de waarde van het intermediaire verbruik. Bij dit laatste gaat het om goederen en diensten die in het productieproces worden verbruikt voor verdere bewerking en voor de productie van andere goederen en diensten zoals ingekochte grondstoffen, halffabricaten en diensten van accountantskantoren. De term marktprijzen geeft aan dat er wordt gecorrigeerd voor belastingen en subsidies. De toevoeging per hoofd van de bevolking wijst erop dat het BRP wordt gerelateerd aan de bevolkingsomvang.
Relatie eis De ontwikkeling van het BRP is een indicator voor de economische groei van een regio en daarmee ook voor de concurrentiepositie van een regio. Om de regio’s onderling te kunnen vergelijken en ook vergelijkingen in de tijd te kunnen maken wordt gebruik gemaakt van het BRP per hoofd van de bevolking.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
11.11
Richting
+
Norm Rood
< 85%
Norm Oranje
85% - 100%
Norm Groen
100% - 115%
Norm Goud
> 115%
125
Indicator
5
aandeel topsectoren
Profit
Economische structuur
Eis
De economie is concurrerend
Omschrijving indicator Het aandeel van banen in de zogenaamde topsectoren ten opzichte van het totaal aantal banen.
Relatie eis De overheid heeft in 2011 negen sectoren aangewezen als zogenaamde Topsectoren. In deze sectoren staat Nederland sterk, heeft het een goede internationale concurrentiepositie en deze sectoren kenmerken zich door een hoge kennisintensiteit. De relatieve aanwezigheid van de Topsectoren in een regio geeft dus deels de concurrentiekracht van de regio aan.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
11.11
Richting
+
Norm Rood
< 20%
Norm Oranje
20% - 30%
Norm Groen
30% - 40%
Norm Goud
> 40%
126
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
6
investeringsniveau
Profit
Economische structuur
Eis
Voor het instandhouden enversterken van het productieve vermogen van de economie is het nodig dat het bedrijfsleven voldoende investeert
Omschrijving indicator Percentage ondernemers dat een toename van de investeringen in activa verwacht minus het percentage ondernemers dat een daling van de investeringen verwacht. Gemiddelde over de vier kwartalen van 2011.
Relatie eis Het investeringspeil van bedrijven dient op een zodanig niveau te zijn dat de bedrijven kunnen beschikken over een adequaat machinepark en een up-to-date uitrusting waar het de ICT betreft. Het saldo of ondernemers wel of niet gaan investeren laat ook het vertrouwen in de economie zien. Een hogere investeringsbereidheid is over het algemeen goed voor de economie, omdat het op lange termijn tot uitbreiding van de productiecapaciteit leidt. Op korte termijn leveren de bestellingen van investeringsgoederen werk en inkomen. Om recht te doen aan het feit dat deze eis slechts door één indicator wordt vertegenwoordigd in de voorraad, heeft deze indicator een zwaardere weging gekregen.
Eenheid
saldo
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
33.33
Richting
+
Norm Rood
<0
Norm Oranje
0 - 20
Norm Groen
20 - 40
Norm Goud
> 40
127
Infrastructuur en bereikbaarheid Indicator
1
ontsluiting treinstations
Profit
Infrastructuur en bereikbaarheid
Eis
Bedrijven, voorzieningen, instellingen en economische centra zijn goed bereikbaar dan wel ontsloten zijn via de weg, het spoor, het water, de lucht en de ICT
Omschrijving indicator De gemiddelde afstand tot een treinstation in kilometers.
Relatie eis De ontsluiting van het openbaar vervoer is voor een gemeente een belangrijke indicator. Het wegennet wordt immers zwaar belast en zonder goede alternatieven voor de auto worden fileproblemen niet opgelost.
Eenheid
kilometer
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
50
Richting
-
Norm Rood
>4
Norm Oranje
3-4
Norm Groen
2-3
Norm Goud
<2
128
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
ontsluiting hoofdwegen
Profit
Infrastructuur en bereikbaarheid
Eis
Bedrijven, voorzieningen, instellingen en economische centra zijn goed bereikbaar dan wel ontsloten zijn via de weg, het spoor, het water, de lucht en de ICT
Omschrijving indicator De gemiddelde afstand tot een oprit van een hoofdverkeersweg in kilometers.
Relatie eis Naast de ontsluiting van het openbaar vervoer is voor een gemeente tevens de ontsluiting van het wegennet een relevante indicator. De bereikbaarheid van wegen is voor zowel inwoners als bedrijven van vitaal belang.
Eenheid
kilometer
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
50
Richting
-
Norm Rood
> 2.5
Norm Oranje
2 - 2.5
Norm Groen
1.5 - 2
Norm Goud
< 1.5
129
Kennis Indicator
1
aandeel hoogopgeleiden
Profit
Kennis
Eis
De kennisinfrastructuur is van een hoog niveau en ondersteunt de bedrijvigheid
Omschrijving indicator Percentage van de beroepsbevolking met minimaal een afgeronde HBO of WO opleiding.
Relatie eis Een stijging van het opleidingsniveau van de (beroeps)bevolking is een belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Het aandeel hoogopgeleide mensen in de beroepsbevolking geeft als het ware aan hoe kennisintensief de in de regio aanwezige productiefactor arbeid is. Een hoog opgeleide beroepsbevolking heeft als voordeel dat de factor arbeid in een regio beter in staat zal zijn aan de steeds hogere eisen van de werkgevers te voldoen in vergelijking met regio’s met een laag geschoolde beroepsbevolking. Kennisintensieve arbeid levert over het algemeen een hogere arbeidsproductiviteit op.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 25%
Norm Oranje
25% - 35%
Norm Groen
35% - 45%
Norm Goud
> 45%
130
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
2
capaciteit WO/HBO
Profit
Kennis
Eis
De kennisinfrastructuur is van een hoog niveau en ondersteunt de bedrijvigheid
Omschrijving indicator Percentage ingeschreven WO en HBO studenten van de populatie.
Relatie eis Deze indicator geeft de verspreiding van kennis weer. Voor ondernemingen zijn het opleidingsniveau en de vaardigheden van de beroepsbevolking zeer belangrijk. Voor een goed ontwikkeld bedrijfsleven is de toegang tot hoogwaardige kennis en gekwalificeerd personeel van groot belang. Een grote capaciteit van het WO/HBO in de omgeving zorgt voor voldoende nieuw, hoogopgeleid personeel voor ondernemingen.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 2%
Norm Oranje
2% - 3%
Norm Groen
3% - 5%
Norm Goud
> 5%
131
Indicator
3
high- en medium tech werkgelegenheid
Profit
Kennis
Eis
Het creatieve, adaptieve en innovatieve vermogen van werknemers en werkgevers van en in bedrijven en organisaties als geheel, wordt voortdurend versterkt
Omschrijving indicator Percentage banen in de high- en medium tech industrie ten opzichte van het totaal aantal banen.
Relatie eis De high- en medium tech industrie zijn afhankelijk van hoogopgeleid personeel. Er is een wisselwerking tussen de aanwezigheid van deze kennisintensieve industrieën en het opleidingsniveau van de bevolking Deze industrieën vestigen zich daar waar veel menselijk kapitaal aanwezig is, maar maakt de regio ook aantrekkelijk voor hoogopgeleiden als ze daar gevestigd is.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 1.5%
Norm Oranje
1.5% - 3%
Norm Groen
3% - 4.5%
Norm Goud
> 4.5%
132
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Indicator
4
creatieve industrie
Profit
Kennis
Eis
Het creatieve, adaptieve en innovatieve vermogen van werknemers en werkgevers van en in bedrijven en organisaties als geheel, wordt voortdurend versterkt
Omschrijving indicator Percentage banen in de creatieve industrie ten opzichte van het totaal aantal banen.
Relatie eis De creatieve industrie (o.a. kunst en cultuur, media, entertainment, vormgeving, architectuur, gaming, mode, etc.) voegen waarde toe aan de economie, cultuur en de maatschappij. Goede culturele en creatieve voorzieningen dragen ook bij aan de aantrekkelijkheid van steden voor toeristen, bedrijven en bewoners, waarmee tevens de kennisinfrastructuur positief wordt beïnvloed.
Eenheid
percentage
(Des)aggregatie
Gemeente
Weging
25
Richting
+
Norm Rood
< 1.5%
Norm Oranje
1.5% - 3%
Norm Groen
3% - 4.5%
Norm Goud
> 4.5%
133
Overzicht gehanteerde bronnen
CBS ABF Research GGD Compendium voor de leefomgeving RIVM Provincies IBIS bedrijventerreinenmonitor, Stec Groep & ARCADIS UWV Kiesraad Emissieregistratie Veiligheidsmonitor WoON Monumentenregister Museumregister Elsevier Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) LISA Verwey-Jonker instituut Onderwijsinspectie Nationale Atlas Volkgezondheid KRW-portaal Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit NVM DTZ Zadelhoff Kamer van Koophandel Nationale Databank Flora en Fauna
134
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Bijlage 2: Scores van Tilburg op de indicatoren Tilburg duurzaamheidbenchmark Voorraad Sociale samenhang Sociale samenhang Sociale samenhang Participatie Participatie Participatie Participatie Participatie Kunst en cultuur Kunst en cultuur Kunst en cultuur Gezondheid Gezondheid Gezondheid Gezondheid Gezondheid Gezondheid Gezondheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Veiligheid Woonomgeving Woonomgeving Woonomgeving Woonomgeving Woonomgeving Woonomgeving Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs Onderwijs
Indicator Arme huishoudens Sociale cohesie Vrijwilligers Eenzaamheid Opkomst gemeenteraadsverkiezingen Opkomst landelijke verkiezingen Langdurige werkloosheid Landurige bijstand Podiumkunsten Rijksmonumenten Musea Onvoldoende bewegen Riskant gedrag Huisartsen Kwaliteit ziekenhuizen Afstand ziekenhuis Levensverwachting Beoordeling van eigen gezondheid Vandalisme Geweldsdelicten Vermogensdelicten Jeugdcriminaliteit Verkeersonveiligheid Onveiligheidsgevoe Woningtekort Afstand supermarkt Tevredenheid woonomgeving Tevredenheid winkels WOZ-waarde Verhuissaldo Jeugdwerkloosheid Aanbod basisscholen Aanbod voorgezet onderwijs Voortijdig schoolverlaters Onvertraagd naar diploma Eindexamencijfer Opleidingsniveau bevolking
1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -2,5 0 0 0 0 0 0 0
Normeringen -1 meting 0 meting 2 3 4 5 Gewicht Waarde Gewicht Waarde 6 8 10 100 33,33 9,5 33,33 10,4 6 6,5 7 10 33,33 6,2 33,33 6,3 18 21 24 100 33,33 16,0 33,33 16,0 25 35 45 100 25,00 47,0 25,00 47,0 45 60 75 100 12,50 50,1 12,50 44,9 60 70 80 100 12,50 67,7 12,50 66,7 1 1,5 2 100 25,00 1,1 25,00 1,1 3 5 7 100 25,00 6,6 25,00 5,3 5 20 35 100 33,33 11,2 33,33 11,9 1 3 6 100 33,33 1,6 33,33 1,6 1 2 3 100 33,33 1,0 33,33 1,0 30 40 50 100 14,29 45,0 14,29 45,0 70 75 80 150 14,29 86,0 14,29 86,0 5 10 15 100 14,29 17,8 14,29 16,2 1,5 2,5 3,5 5 14,29 2,0 14,29 2,0 3 6 9 100 14,29 3,6 14,29 3,6 79,5 80,5 81,5 100 14,29 79,1 14,29 79,1 10 12,5 15 100 14,29 13,0 14,29 13,0 10 20 30 100 15,00 43,0 15,00 19,0 25 35 45 100 15,00 71,0 15,00 28,0 20 40 60 100 15,00 70,0 15,00 46,0 2 3 4 100 15,00 4,3 15,00 3,3 5 7,5 10 100 15,00 7,9 15,00 7,0 20 25 30 100 25,00 24,7 25,00 25,9 20 40 60 200 16,67 48,0 16,67 39,0 0,5 1 1,5 5 16,67 0,7 16,67 0,7 80 85 90 100 16,67 77,6 16,67 81,9 80 85 90 100 16,67 85,4 16,67 87,9 100000 150000 200000 300000 16,67 166000,0 16,67 186000,0 -0,5 0 0,5 2,5 16,67 0,1 16,67 0,3 4 5,5 7 100 16,67 6,9 16,67 6,9 5 10 15 50 8,33 15,2 8,33 14,7 4 6 8 100 8,33 9,0 8,33 11,7 0,75 1 1,25 10 16,67 1,3 16,67 1,3 70 75 80 100 16,67 82,8 16,67 73,7 6,3 6,4 6,5 10 16,67 6,2 16,67 6,3 30 35 40 100 16,67 38,0 16,67 36,0
135
Tilburg duurzaamheidbenchmark Voorraad Indicator Arbeid Werkgelegenheidsfunctie Arbeid Benutting arbeidspotentieel Arbeid Werkloosheid Arbeid Ontgroening en vergrijzing Arbeid Arbeidsongeschiktheid Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Voorraad bedrijventerreinen Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Netto/bruto verhouding bedrijventerreinen Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Aandeel verouderd bedrijventerrein Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Voorraad kantoorruimte Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Leegstand kantoorruimte Economische structuur Aandeel starters Economische structuur Opheffingen Economische structuur Besteedbaar inkomen Economische structuur BRP per hoofd Economische structuur Aandeel topsectoren Economische structuur Investeringsniveau Infrastructuur/bereikbaarheid Ontsluiting treinstations Infrastructuur/bereikbaarheid Ontsluiting hoofdwegen Kennis Aandeel hoogopgeleiden Kennis Capaciteit WO/HBO Kennis Medium en high tech werkgelegenheid Kennis Creatieve industrie
1 0 0 0 -30 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -100 0 0 0 0 0 0
Tilburg duurzaamheidbenchmark Voorraad Bodem en grondwater Bodem en grondwater Lucht Lucht Lucht Lucht Lucht Lucht Lucht Hinder en calamiteiten Hinder en calamiteiten Hinder en calamiteiten Oppervlaktewater Oppervlaktewater Natuur en landschap Natuur en landschap Natuur en landschap Natuur en landschap Natuur en landschap Energie en klimaat Energie en klimaat Energie en klimaat Energie en klimaat Energie en klimaat Grondstoffen Grondstoffen Grondstoffen Grondstoffen 136
Indicator Bodemsanering Mesthoeveelheid Emissie CO2 Emissie stikstofoxiden Emissie fijn stof Emissie NMVOS GCN stsikstofoxiden GCN NMVOS GCN fijnstof Overlast geluid Overlast stank/stof/vuil Kans op ramp Ecologische toestand Chemische toestand Tevredenheid groen in de buurt Aandeel bos en natuurlijk terrein Afstand tot openbaar groen Aandeel recreatief binnenwater Soortenrijkdom Warmte Windenergie Gasverbruik huishoudens Elektriciteitsverbruik huishoudens Energielabel woningen Huishoudelijk restafval GFT-afval Oud papier en karton Verpakkingsglas
1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Normeringen 2 3 4 90 100 110 60 65 70 2 4 6 1 5 10 1 3 6 50 100 150 65 75 85 15 25 50 1 3 5 10 15 20 1,5 3 4,5 7 8 9 30,8 34,3 37,7 85 100 115 20 30 40 0 20 40 2 3 4 1,5 2 2,5 25 35 45 2 3 5 1,5 3 4,5 1,5 3 4,5
5 200 100 100 50 100 1000 100 100 100 100 100 100 100 200 100 100 50 10 100 100 100 100
-1 meting 0 meting Gewicht Waarde Gewicht Waarde 20,00 78,8 20,00 77,5 20,00 65,0 20,00 66,2 20,00 6,7 20,00 6,7 20,00 2,7 20,00 9,7 20,00 7,4 20,00 4,7 20,00 107,6 20,00 240,8 20,00 73,9 20,00 77,5 20,00 39,5 20,00 35,2 20,00 2,3 20,00 2,3 20,00 10,0 20,00 10,9 16,67 3,5 16,67 2,3 16,67 8,9 16,67 7,2 11,11 28,4 11,11 31,4 11,11 86,4 11,11 84,7 11,11 26,5 11,11 26,1 33,33 -31,7 33,33 4,5 50,00 2,4 50,00 2,5 50,00 2,9 50,00 2,9 25,00 34,0 25,00 37,3 25,00 6,7 25,00 7,4 25,00 2,4 25,00 2,6 25,00 3,0 25,00 3,8
Normeringen -1 meting 2 3 4 5 Gewicht 0,01 2 5 100 50,00 100 500 1000 10000 50,00 500 1000 2000 35000 16,67 1 2 3 100 8,33 0,1 0,2 0,3 100 8,33 0,5 1 1,5 100 16,67 17,5 22,5 27,5 100 16,67 37,5 40 42,5 100 16,67 23 25 27 100 16,67 25 30 35 100 25,00 15 20 25 100 25,00 0,5 1,5 2,5 100 50,00 2 3 4,5 5 50,00 2 3 4,5 5 50,00 70 80 90 100 16,67 5 10 15 100 16,67 0,3 0,5 0,7 100 16,67 5 10 15 100 16,67 1000 2000 3000 5000 33,33 1 5 10 100 20,00 100 5000 10000 200000 20,00 1500 1750 2000 3000 20,00 2500 3000 3500 5000 20,00 1,5 1,75 2 3 20,00 175 225 275 400 25,00 30 65 100 1000 25,00 40 55 70 1000 25,00 15 20 25 1000 25,00
0 meting Waarde Gewicht Waarde 4,0 50,00 4,0 960,0 50,00 830,0 660,3 16,67 925,8 0,8 8,33 2,4 0,2 8,33 0,2 0,2 16,67 1,4 26,5 16,67 24,8 35,0 16,67 36,6 25,6 16,67 26,6 33,3 25,00 38,5 20,2 25,00 23,8 1,5 50,00 1,5 2,3 50,00 2,3 3,3 50,00 3,3 70,5 16,67 73,9 15,4 16,67 15,4 0,5 16,67 0,5 1,6 16,67 1,6 2530,0 33,33 2530,0 25,0 20,00 25,0 0,0 20,00 10000,0 1200,0 20,00 1050,0 3150,0 20,00 3200,0 1,8 20,00 1,8 270,0 25,00 245,8 49,0 25,00 49,9 59,0 25,00 53,0 16,0 25,00 16,7
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Bijlage 3: Taartdiagrammen van alle duurzaamheidscores van Tilburg 2013 en ca. 4-5 jaar daarvoor
Sociaal-cultureel kapitaal
Sociale samenhang Participatie Kunst en cultuur Gezondheid Veiligheid Woonomgeving Onderwijs
Sociale samenhang
137
Participatie
Kunst en Cultuur
138
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Gezondheid
Veiligheid
139
Woonomgeving
Onderwijs
140
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Ecologisch kapitaal
Bodem en grondwater Lucht Hinder en calamiteiten Oppervlaktewater Natuur en landschap Energie en klimaat Grondstoffen
Bodem en grondwater
141
Lucht
Hinder en calamiteiten
142
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Oppervlaktewater
Natuur en landschap
143
Energie en klimaat
Grondstoffen
144
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Economisch kapitaal
Arbeid Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden Economische structuur Infrastructuur en bereikbaarheid Kennis
Arbeid
145
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Economische structuur
146
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Infrastructuur en bereikbaarheid
Kennis
147
148
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Bijlage 4: Vergelijking per indicator van Tilburg met de waarden bij de drie referentiegroepen (oude industriesteden, grote steden-G11 en de B5) Ecologie Voorraad Bodem en grondwater
Lucht
Hinder en calamiteiten
Oppervlaktewater
Natuur en landschap
Energie en klimaat
Grondstoffen
Indicator
Tilburg
Gemiddelde Oude Gemiddelde Gemiddelde Industriesteden G11 B5
Bodemsanering
33
53
42
41
Mesthoeveelheid
34
60
62
46
Emissie CO2
54
57
35
57
Emissie stikstofoxiden
39
63
39
54
Emissie fijn stof
49
62
47
53
Emissie NMVOS
32
55
35
44
GCN stsikstofoxiden
38
47
39
37
GCN NMVOS
76
56
62
74
GCN fijnstof
30
41
37
30
Overlast geluid
24
32
23
25
Overlast stank/stof/vuil
31
41
31
37
Kans op ramp
51
58
64
76
Ecologische toestand
32
43
44
38
Chemische toestand
54
52
57
54
Tevredenheid groen in de buurt
35
36
35
41
Aandeel bos en natuurlijk terrein
75
38
40
57
Afstand tot openbaar groen
50
52
59
58
Aandeel recreatief binnenwater
8
24
39
15
Soortenrijkdom
63
52
68
60
Warmte
79
18
54
47
Windenergie
75
24
37
28
Gasverbruik huishoudens
83
73
81
80
Elektriciteitsverbruik huishoudens
40
40
53
38
Energielabel woningen
43
43
46
43
Huishoudelijk restafval
40
43
41
51
GFT-afval
39
53
35
47
Oud papier en karton
47
55
41
62
Verpakkingsglas
33
42
45
50
149
Sociaal cultureel Voorraad
Indicator
Tilburg
Gemiddelde Oude Gemiddelde Gemiddelde Industriesteden G11 B5
Arme huishoudens
25
34
26
29
Sociale cohesie
40
43
37
45
Vrijwilligers
22
37
26
29
Eenzaamheid
24
52
46
24
Opkomst gemeenteraadsverkiezingen
25
31
34
27
Opkomst landelijke verkiezingen
42
49
52
49
Langdurige werkloosheid
69
46
44
59
Landurige bijstand
46
40
35
46
Podiumkunsten Kunst en cultuur Rijksmonumenten
37
35
43
35
32
33
38
36
Musea
24
40
33
40
Onvoldoende bewegen
38
52
55
43
Riskant gedrag
23
24
30
23
Huisartsen
75
50
67
54
Kwaliteit ziekenhuizen
38
47
47
55
Afstand ziekenhuis
70
66
75
69
Levensverwachting
25
35
32
33
Beoordeling van eigen gezondheid
45
50
45
56
Vandalisme
53
44
41
46
Geweldsdelicten
68
43
43
54
Vermogensdelicten
43
46
36
45
Jeugdcriminaliteit
43
48
43
41
Verkeersonveiligheid
55
64
59
54
Onveiligheidsgevoel
46
51
42
52
Woningtekort
49
39
51
56
Afstand supermarkt
65
64
69
65
Tevredenheid woonomgeving
35
37
28
34
Tevredenheid winkels
64
47
48
54
WOZ-waarde
68
60
64
75
Verhuissaldo
65
53
71
64
Jeugdwerkloosheid
27
39
35
39
Aanbod basisscholen
74
58
73
59
Aanbod voorgezet onderwijs
76
50
73
69
Voortijdig schoolverlaters
25
44
25
30
Onvertraagd naar diploma
44
47
33
42
Eindexamencijfer
32
36
35
37
Opleidingsniveau bevolking
45
35
59
51
Sociale samenhang
Participatie
Gezondheid
Veiligheid
Woonomgeving
Onderwijs
150
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Economie Werkgelegenheidsfunctie
22
Gemiddelde Oude Industriesteden 23
Benutting arbeidspotentieel
56
47
51
60
Werkloosheid
25
25
24
25
Ontgroening en vergrijzing
73
43
71
71
Arbeidsongeschiktheid
36
30
35
33
Voorraad bedrijventerreinen Netto/bruto verhouding bedrijventerreinen Aandeel verouderd bedrijventerrein
78
38
52
46
56
54
47
58
40
43
50
27
Voorraad kantoorruimte
41
46
65
58
Leegstand kantoorruimte
71
55
49
59
Aandeel starters
38
52
53
40
Opheffingen
69
56
53
69
Besteedbaar inkomen
29
33
33
40
BRP per hoofd
25
35
55
50
Aandeel topsectoren
40
48
37
44
Investeringsniveau
31
27
27
31
Ontsluiting treinstations
63
60
62
61
Ontsluiting hoofdwegen
24
55
47
32
Aandeel hoogopgeleiden
56
37
67
65
Capaciteit WO/HBO
76
49
73
63
Medium en high tech werkgelegenheid
43
55
57
43
Creatieve industrie
64
37
63
55
Voorraad
Arbeid
Ruimtelijke vestigingsvoorwaarden
Economische structuur
Infrastructuur/ bereikbaarheid
Kennis
Indicator
Tilburg
Gemiddelde Gemiddelde G11 B5 30 34
151
152
Duurzaamheidbenchmark 2013 van Tilburg
Bjilage 5: Namen leden stuurgroep en projectteam
Stuurgroep Gemeente Tilburg Berend de Vries (voorzitter) Karin Handstede Silvie Pauly Robert Kint Bastiaan Zoeteman
Projectteam Telos Bastiaan Zoeteman (projectleider) Ruben Smeets Joost Slabbekoorn
153