J A A R V E R S L A G
2011 Duurzaamheid in al zijn facetten
H ooge
2
Maey
inhoud 2011 J A A R V E R S L A G
Ecologisch en milieuvriendelijk 1 Afval storten en sanering
8
2 Elektriciteitsopwekking 12 3 Waterzuivering 18 4 Productie van biomassa uit algen
20
5 Mest- en digestaatdroging
24
Oog voor maatschappelijk draagvlak 1 Zorg voor de werknemers
28
2 Aandacht voor de omgeving
30
32
3 Bijdrage aan de maatschappij
Economisch verantwoord 1 Verwerken van vaste afvalstoffen
36
2 Elektriciteitsopwekking 38 3 Zuiveren van afvalwaters
40
4 Kerncijfers 42 5 Verslag van de raad van bestuur
46
6 Jaarrekening 48
1 1
H ooge
Maey
Doel en ambtsgebied De Intercommunale Vereniging Hooge Maey heeft tot doel de verwerking van alle restafval van haar publieke vennoten te waarborgen. Zij realiseert dit in de eerste plaats door het ecologisch en economisch verantwoord storten van het restafval op de stortplaats de Hooge Maey die zij met het oog daarop saneert, inricht en exploiteert in overeenstemming met de regels en voorschriften die haar door de vergunningen worden opgelegd.
Zetel De zetel van de Intercommunale Vereniging is gevestigd in Antwerpen, aan de Hooge Maey, Haven 550, Moerstraat 99, 2030 Antwerpen.
Duur De Intercommunale Vereniging werd opgericht voor bepaalde tijd, tot en met 9 november 2019.
2
In dit jaarverslag, verwijst ‘de Hooge Maey’ zowel naar de Intercommunale Vereniging Hooge Maey als naar de stortplaats, afhankelijk van de context.
J A A R V E R S L A G
Woord vooraf
2011
2011 was een mijlpaal in de geschiedenis van de Hooge Maey: de eindafdek van zone C werd voltooid. Enkel een prominent aanwezige groene heuvel herinnert nog aan de stortplaats die ooit één van Vlaanderens belangrijkste ‘blackpoints’ werd genoemd. Wat rest is een monument dat getuigt van het verleden en van de intelligente en creatieve aanpak die heeft geleid tot een duurzame oplossing voor huidige en toekomstige generaties. Duurzaamheid – in al zijn facetten - is richtinggevend voor ons doen en laten. We benaderen maatschappelijk verantwoord ondernemen als een continu leerproces waarbij duurzaamheid bewust wordt geïntegreerd in het handelen en we de lat steeds hoger leggen. In de loop der jaren werden vele initiatieven gerealiseerd, eerst voor de sanering en de exploitatie van de site, later voor de valorisatie van afvalstoffen. En ook vandaag blijven we zoeken naar manieren om afvalstoffen en reststromen te verwerken tot bruikbare grondstoffen en energie. Het Alchemisproject voor de productie van biomassa op basis van reststromen en het gebruik van verbrandingsresidu’s voor de zuivering van rookgassen zijn twee sprekende voorbeelden van recente proefprojecten. Dergelijke projecten laten ons toe te leren uit de praktijk. Alleen zo kunnen we blijven innoveren en verbeteren. Duurzaam ondernemen streeft naar harmonie tussen ecologische, sociale en economische aspecten. Maar duurzaam ondernemen is ook een kwestie van prioriteiten stellen. Landen in economische ontwikkeling leggen begrijpelijkerwijze andere accenten dan het geïndustrialiseerde Westen. Door kennisoverdracht wil de Hooge Maey ook in die landen bijdragen aan een betere leefomgeving en – op langere termijn – een beter milieu. Een eerste project in China is al van start gegaan. Andere projecten zullen volgen. 2011 was een jaar waarop we tevreden terugkijken. Een jaar waarin heel wat werd gerealiseerd dankzij de niet-aflatende inzet en toewijding van onze medewerkers, partners, aannemers en bestuurleden. Dankzij hen kan de Hooge Maey rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak. Daarvoor mijn hartelijke dank. Tot slot: waar we vorig jaar het jaarrapport CO2-neutraal lieten drukken, gaan we dit jaar nog een stapje verder. Dit jaarverslag wordt voor het eerst niet gedrukt maar op een elektronische datadrager verdeeld. Dat is niet alleen kostenbesparend, maar ook milieuvriendelijk. En daarmee is de toon voor 2012 gezet: de Hooge Maey blijft timmeren aan de weg naar een groenere en duurzame samenleving, met aandacht voor duurzaamheid in al zijn facetten.
3
Guy Lauwers Voorzitter raad van bestuur
H ooge
Maey
Duurzaamheid in al zijn facetten Duurzaam ondernemen is streven naar harmonie tussen ecologische, maatschappelijke en economische aspecten. Het betekent niet alleen rekening houden met het ‘hier en nu’, maar ook denken aan ‘elders’ en ‘later’. Duurzaamheid in al zijn facetten is leidraad en toetssteen voor het dagelijks handelen van de Hooge Maey. Dit jaarrapport werd volgens diezelfde indeling opgebouwd. Omdat de activiteiten van de Hooge Maey in belangrijke mate raken aan diverse aspecten van het leefmilieu, zal het hoofdstuk ‘ecologie’ uitgebreider zijn dan de overige twee hoofdstukken. Dit wil echter niet zeggen dat de Hooge Maey hier meer belang aan hecht dan aan de andere twee. De drie aspecten van duurzaamheid moeten immers in balans zijn. Trouw aan het engagement tot open communicatie, wil de Hooge May over alle projecten uitgebreid verslag uitbrengen. Dit leidt bij sommige onderdelen tot iets meer tekst dan bij andere.
4
J A A R V E R S L A G
2011 Ecologische, milieuvriendelijke exploitatie
Op een economisch verantwoorde manier
Zowel de sanering als de exploitatie van de site gebeuren met de grootst mogelijke zorg voor het milieu. Gestort afval wordt zorgvuldig geïsoleerd van de lucht, de bodem en het water, zodat uitstoot van gassen en bodem- of grondwaterverontreiniging worden vermeden. Continue controles zorgen ervoor dat er bij een onverhoopt falen van een van de voorzieningen tijdig kan worden ingegrepen. De Hooge Maey gaat nog een stap verder en zet afval om in duurzame energie en grondstoffen.
De Hooge Maey is voor de financiering van haar initiatieven aangewezen op de inkomsten uit de exploitatie van de site. Investeringsbeslissingen worden getoetst aan ecologische en maatschappelijke maatstaven, zonder echter de economische kosten en baten uit het oog te verliezen. Alle inspanningen zijn erop gericht oplossingen te vinden die ook economisch verantwoord zijn.
Economie
Met oog voor een maatschappelijk draagvlak De maatschappelijke aanvaarding van een stortplaats staat of valt met het vertrouwen van haar stakeholders. De Hooge Maey moet haar exploitatievergunning ‘verdienen’ door niet alleen op een ecologische, maar ook sociaal aanvaardbare manier te werk te gaan. Onafgebroken zet ze zich in om een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak te creëren.
5
ECOLOGIE
Ecologisch en milieuvriendelijk De Hooge Maey verwerkt vaste afvalstoffen, percolaat en afvalwater met zorg en aandacht voor het milieu. Duurzaam gebruik van grondstoffen en energie is een van de grote uitdagingen van deze tijd. Het sluiten van kringlopen wordt noodzakelijk. Elektriciteitsopwekking door stortgasvalorisatie is een voorbeeld van kringloopsluiting en slechts één van de vele manieren waarop de Hooge Maey bijdraagt aan een beter milieu. De Alchemis- en Fertikalprojecten zijn schoolvoorbeelden van hoe de Hooge Maey ook voor nieuwe initiatieven resoluut de kaart trekt van ecologisch duurzame ontwikkeling.
Economie
Niet-gevaarlijk afval wordt op een veilige manier gestort op de stortplaats met inachtneming van strenge voorzorgsmaatregelen, zodat de invloed op de omgeving minimaal is. Een goede onderafdichting voorkomt dat grondwater kan worden verontreinigd.
De eindafdek schermt het afval af van de omgeving en creëert een anaerobe reactor waarin microorganismen de organische fractie van het afval omzetten in stortgas. Dat gas wordt onttrokken via een systeem van schachten [3a] en wieken [3b] en, na zuivering [3c], in stortgasmotoren [3d] omgezet in elektriciteit.
3 Stortgas wordt, na zuivering [3c], door verbranding in de stortgasmotoren [3d] omgezet in elektriciteit. Die wordt in de eerste plaats gebruikt voor de waterzuivering [4], de algenkweekreactor [5] en in de gebouwen. Wat de Hooge Maey niet zelf gebruikt, levert ze als groene stroom aan het net. De restwarmte wordt gebruikt voor de verwarming van de gebouwen, de waterzuivering [4] en de algenkweekreactor [5]. De CO2 die vrijkomt bij de verbranding van het stortgas is ‘voeding’ voor de algen [5]. 4 Om te vermijden dat het percolaat, regenwater dat door het gestorte afval sijpelt, zich zou vermengen met grondwater, wordt het via een drainagesysteem afgevoerd en in de waterzuivering gezuiverd. Sinds 2009 verwerkt de waterzuiveringsinstallatie [4] van de Hooge Maey ook extern afvalwater.
6
5 De Hooge Maey wil algen kweken om er biomassa uit te produceren die kan dienen als hoogwaardige grondstof voor de chemische industrie. Een proefinstallatie moet uitsluitsel geven over de haalbaarheid van dit initiatief. De algenkweek kan ook de werkingskosten van de site gunstig beïnvloeden: omdat algen ammonium opnemen, zorgen ze voor een energiebesparing in de waterzuivering [4]. Door de opname van het CO2 van de gasmotoren [3d] dragen ze bij aan een reductie van de CO2emissie van de site. 6 De Hooge Maey wil tonen welke mogelijkheden er zijn op het gebied van hernieuwbare energie. Zonne-energie is er één van. De elektriciteit opgewekt door de fotovoltaïsche zonne-installaties wordt geleverd aan het net.
J A A R V E R S L A G
2011
Zonne-energie
Biomassa Biobrandstoffen
Zonne-energie
Hooge Maey
ium
Algen
m
Am
5
Extern afvalwater
Waterzuivering
on
4
Percolaat CO2, warmte en elektriciteit
Warmte en elektriciteit
Warmte en elektriciteit
3c
3d
Gaszuivering
Motoren Elektriciteit
ek
Eindafd
2
Aanvoer vaste afvalstoffen 1
3b 6
Fol ie
Zo
nn
ep an
ele
n
3a
Pol
der
Tee l
Zan d Hyd ros tab Afv al
aar de
klei
7
EC OL OG I E
1. Afval storten en sanering
1.1 Duurzame afvalverwerking Nog steeds is de duurzame verwerking van vaste afvalstoffen één van de belangrijkste activiteiten van de Hooge Maey. Niet-gevaarlijk afval wordt gestort op de stortplaats zone B, een oppervlakte van ongeveer 25 ha waarvan de helft sinds 2009 in gebruik is als stortplaats. De zone heeft een capaciteit van 2 miljoen m³. Aan het huidige aanvoerritme is dat ruim voldoende voor 20 jaar. Daarna kan de andere helft van de zone eventueel nog in gebruik worden genomen. Het storten gebeurt met inachtneming van strenge voorzorgsmaatregelen, zodat de invloed op de omgeving minimaal is. De Hooge Maey laat zich leiden door drie basisprincipes: isoleren, beheersen en controleren. Een goede onderafdichting bestaande uit een minerale laag en een 2,5 millimeter dikke HDPE-folie met lekdetectie - bovenop de eindafdeklaag die na de sanering werd aangebracht - voorkomt dat stoffen uit het afval in de bodem terechtkomen of dat het grondwater kan worden verontreinigd. Bovendien wordt het percolaat, regenwater dat door het gestorte afval sijpelt, opgevangen en naar de eigen waterzuivering afgevoerd. De Hooge Maey gaat voortdurend na of nog aan alle veiligheidsnormen en milieueisen voldaan is, ook wanneer de stortplaats haar maximale capaciteit zal hebben bereikt. In principe verwerkt de Hooge Maey enkel onbrandbaar afval en bodemassen. Sinds 1998 is het storten van brandbaar afval in Vlaanderen namelijk verboden. Binnen het kader van stortafwijkingen die worden toegestaan door de Vlaamse overheid, kan de Hooge Maey echter ook brandbaar niet-gevaarlijk bedrijfsafval verwerken (zie kader op pagina 11). Voor afvalstoffen die niet kunnen worden hergebruikt of gerecycleerd, verdient verbranding met energierecuperatie de voorkeur als verwerkingsmethode. Toch is storten, bij een tekort aan verbrandingscapaciteit, evenzeer een kwaliteitsvolle oplossing op voorwaarde dat het op een duurzame manier gebeurt zoals op de Hooge Maey. Daarom is het belangrijk om in kringprocessen te werken. Afval storten in combinatie met energierecuperatie, zoals de Hooge Maey dat doet, is zo’n kringproces (zie figuur op pagina 10).
8
J A A R V E R S L A G
2011 1.2 De sanering van zone C is afgerond Lange tijd stonden de activiteiten van de Hooge Maey in het teken van sanering. Op basis van de aard van de vervuiling en de toe te passen saneringstechniek werd in 1999 het 100 hectare grote terrein ingedeeld in vier zones: A, B, C en D. Zone B, een oppervlakte van 25 ha verontreinigd door industriële afvalstoffen, en zone C, een stortplaats van 35 ha voor huishoudelijk afval, kwamen in aanmerking voor de techniek van eindafdek. De bodem ter hoogte van zone B werd eerst grondig gesaneerd, en met het oog op de stabiliteit werd het stortmassief van zone C geremodelleerd tot een heuvel met verschillende terrassen. Net zoals het storten, steunt het saneringsconcept van de Hooge Maey op drie pijlers: isoleren, beheersen en controleren. De eindafdek vervult de rol van isolatie: ze vermijdt contact tussen het afval en de omgeving, verhindert dat stortgas ontsnapt en voorkomt dat regenwater in het stortmassief binnendringt. De eindafdek is opgebouwd uit verschillende lagen. Bovenop het afval is een waterondoorlatende minerale laag (Hydrostab) aangebracht. Die laag is bedekt met een 2,5 millimeter dikke HDPE-folie die regenwater en stortgas tegenhoudt. De folie is op zijn beurt bedekt met een drainerende zandlaag van 0,5 meter die zorgt voor een gelijkmatige afvoer van het regenwater naar de drainagebuizen onderaan de heuvel. Bovenop de zandlaag, ten slotte, ligt een bewortelingslaag (teelaarde) van 1 meter dik, ingezaaid met gras1. Eind 2005 startte de Hooge Maey met het aanbrengen van de eindafdek. Zone C was toen nog in exploitatie en in de loop der jaren werd de stortplaats systematisch afgedekt. De exploitatie van zone C liep af in 2009. Het stortmassief had toen zijn maximaal toegelaten hoogte van 55 meter bereikt. Eind 2011 was de eindafdek ter hoogte van zone C, op het inzaaien van het gras na, voltooid. In 2012 zal de OVAM in haar eindverklaring bevestigen dat het terrein voldoet aan alle voorwaarden opgelegd in het saneringsplan. De eindafdek van zone C was het sluitstuk van het ganse saneringsproject van de Hooge Maey. Nu die afgerond is, kan ook de volledige sanering als afgerond beschouwd worden.
9
Ter hoogte van zone B werd, na de sanering van de bodem, een gelijkaardige eindafdek aangebracht, zonder bewortelingslaag. Voor de zone in gebruik werd genomen als stortplaats, werd bovenop de eindafdek een onderafdichting aangebracht bestaande uit een kleilaag en 2,5 millimeter dikke HDPE-folie met lekdetectie. Zone B is aan de onderzijde dus dubbel beschermd.
1
ECOLOGIE - 1. Afval storten en sanering
1.3 Nieuw systeem voor efficiënte waterhuishouding De eindafdek van zone C vermijdt contact tussen afval en omgeving, maar belet dus ook dat regenwater het stortmassief binnendringt. Naar schatting 20% van het regenwater verdampt, 30% blijft aanwezig in de bewortelingslaag waaruit het kan worden opgenomen door de vegetatie, en de resterende 50% moet worden afgevoerd. Daarom werd een hydronautstudie uitgevoerd op basis waarvan een afwateringssysteem werd ontworpen. In de loop van 2011 werd het ontwerp in detail uitgewerkt. De uitvoering van de werkzaamheden liep een lichte vertraging op ten opzichte van het plan. Voor er kon gestart worden, moest de eindafdek klaar zijn en door de natte zomer zijn ook die werkzaamheden uitgelopen. Eind december 2011 waren de grachten aangelegd. Na de winter konden de nog ontbrekende werken (de bouw van kopmuren, bruggetjes, overstorten, spuikom) worden gestart. Het afwateringssysteem zal medio 2012 in gebruik worden genomen.
Afval storten met energierecuperatie sluit de kringloop Figuur 1: De stortplaats is een reactor waarin bij de anaerobe afbraak van organisch materiaal (Corg) methaangas (CH4 ) wordt gevormd. Dat gas wordt verbrand in gasmotoren die elektriciteit en warmte, maar ook CO2 produceren. Door fotosynthese (zonne-energie) zal dit CO2 opnieuw worden omgezet in organisch materiaal (Corg). De kringloop is gesloten. Voor organisch materiaal voltrekt zich in een stortplaats zoals die van de Hooge Maey in wezen hetzelfde proces als in een verbrandingsinstallatie met energierecuperatie.
verbranding
stortplaats
Corg
Corg
natuur
natuur anaerobe afbraak
CO2
10
verbranding CO / CO2 dioxines
CO2 rookgasbehandeling energierecuperatie
motor
CH4
1 2011 J A A R V E R S L A G
Meersporenbeleid Vlaanderen Vlaanderen voert een meersporenbeleid op het gebied van afval. Door afval te vermijden, te hergebruiken en zoveel mogelijk nuttig toe te passen, probeert het de hoeveelheid afval dat wordt gestort te beperken. Verbranding met energierecuperatie heeft de voorkeur boven storten. Milieuheffingen maken storten duurder dan verbranden, waardoor er verhoudingsgewijs minder afval wordt gestort. Sinds 1998 is het storten van brandbaar afval in Vlaanderen ook verboden. In afwachting van voldoende verbrandingscapaciteit stond de Vlaamse overheid jaarlijks stortafwijkingen toe voor categorie 2-stortplaatsen2. Deze stortafwijkingen dalen in principe jaar na jaar en na 2015 zullen er geen meer worden toegekend. Dankzij de groeiende verbrandingscapaciteit in Vlaanderen verminderde ook de behoefte aan stortafwijkingen. De toegestane stortafwijkingen van de laatste jaren worden nog slechts gedeeltelijk ingevuld.
De sturende rol die de stortafwijkingen aanvankelijk hadden, is vandaag overgenomen door de OVAM. Om de beschikbare capaciteit van de verbrandingsinstallaties optimaal te benutten kan de OVAM te allen tijde vragen dat stortplaatsen (tijdelijk) geen brandbaar afval aanvaarden. Omdat storten van brandbaar afval enkel mogelijk is mits stortafwijkingen, en deze afwijkingen maar eenmaal per jaar kunnen worden toegestaan, kiest de overheid ervoor om de afwijkingen ruim in te stellen zodat er bij een onverhoopt probleem in de verbrandingsinstallaties toch voldoende kan worden gestort. Voor 2011 werd aan de Hooge Maey een stortafwijking voor brandbaar bedrijfsafval verleend van 100.000 ton. Voor Vlaanderen bedroeg de totaal toegekende stortafwijking 260.000 ton. Voor 2012 bedragen ze voor de Hooge Maey opnieuw 100.000 ton en 250.000 ton voor Vlaanderen.
Figuur 2: Stortafwijikingen brandbaar bedrijfsafval De stortafwijkingen voor brandbaar bedrijfsafval verminderen jaar na jaar. Na 2015 zullen er geen meer worden toegekend. Vlaanderen Hooge Maey
gewicht (ton) 1.000.000 800.000 600.000 400.000 200.000 0 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Figuur 3: Aanvoer naar stortplaatsen in Vlaanderen Categorie 1 Categorie 2 Totaal De aanvoer naar stortplaatsen in Vlaanderen neemt af, al steeg de aanvoer in 2010 ten opzichte van 2009 als gevolg van een toename in de aanvoer van gevaarlijk gesolidifieerd afval, bodemas, vliegas en shredderafval. Bij de categorie 2-stortplaatsen lijkt de dalende trend zich door te zetten.
gewicht (ton) 2.000.000 1.750.000 1.500.000 1.250.000 1.000.000 750.000 500.000 250.000 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Bron: OVAM ‘Tarieven en capaciteiten voor storten en verbranden – Actualisatie tot 2010’.
In navolging van de Europese regelgeving wordt enkel nog onderscheid gemaakt tussen stortplaatsen voor gevaarlijk en stortplaatsen voor niet-gevaarlijk afval. In de praktijk wordt de opdeling categorie 1- en categorie 2-stortplaatsen nog wel gebruikt. Categorie 1: niet-biologisch afbreekbaar gevaarlijk en niet-gevaarlijk afval. Categorie 2: biologisch afbreekbaar huishoudelijk afval en gelijkaardig (niet-gevaarlijk, biologisch afbreekbaar) bedrijfsafval.
2
11
EC OL OG I E
2. Elektriciteitsopwekking
2.1 Gaswinning en –valorisatie Stortgas: bron van groene energie Het afval dat gestort werd ter hoogte van zone C bevat een hoog gehalte aan organisch materiaal. Micro-organismen zetten die organische fractie om in brandbaar stortgas. Dat bestaat voor de helft uit methaan (CH4), circa 40% CO2 en ongeveer 1,5% zuurstof. De rest is stikstof en waterdamp. Methaan is schadelijk voor het milieu: meer nog dan CO2 draagt het bij tot het broeikaseffect. Methaan is echter ook een goede brandstof voor stortgasmotoren die het gas omzetten in duurzame energie onder de vorm van warmte en elektriciteit. Een zorgvuldige ontgassing van de stortplaats beperkt niet alleen de emissie van methaan, maar zorgt tegelijkertijd voor groene energie, waardoor het gebruik van fossiele brandstof wordt vermeden. Vandaag vangen 60 schachten en een systeem van wieken het stortgas op. In 2011 werd er per uur gemiddeld 431m³ stortgas ontrokken per motor. In totaal werd in 2011 10.657.214 m³ stortgas onttrokken. De gasvoorraad in het stortmassief van zone C is niet onuitputtelijk. Als het afval volledig is afgebroken tot inerte, onschadelijke stoffen en het natuurlijke afbraakproces van het afval gestopt is, stopt ook de gasproductie. Er is naar schatting voldoende gas aanwezig voor nog 15 jaar omzetting tot groene stroom, op een economisch zinvolle manier. De Hooge Maey heeft er alle belang bij om ervoor te zorgen dat de ‘inertisering’ van het stortmassief maximaal is. Als de eindafdek dan ooit beschadigd zou raken, zijn de risico’s voor de omgeving verwaarloosbaar.
Hoe de gasproductie op peil houden? Het hoeft geen betoog dat het belangrijk is dat het stortgas zo lang mogelijk en zo goed mogelijk kan worden opgevangen.
12
Capteren van àl het stortgas Een analyse van knelpunten die een goede stortgasvalorisatie in de weg staan, wees uit dat er onder andere behoefte was aan extra gasschachten voor een efficiëntere gaswinning. De afstand tussen twee gasschachten is ongeveer 30 meter. Elke schacht kan maar in een beperkte zone gas onttrekken. Hoe groot die zone is, wordt onder meer bepaald door de porositeit van het afval rond de schacht, het peil van het percolaat en de onderdruk in de schacht. Analyses wezen uit dat
J A A R V E R S L A G
2011 er zones zijn die buiten de actieradius van een schacht vallen. In plaats van extra schachten te boren, koos de Hooge Maey voor een innovatief systeem van wieken. In maart en juli 2010 werden op het bovenvlak van het stortmassief van zone C, over een oppervlakte van 3 ha, gaswieken geplaatst (zie kader op pagina 15). De wieken zijn eenvoudiger in het stortmassief in te brengen dan gasschachten. Bovendien staan ze in een dichter raster dan de schachten. Het resultaat: een uniforme gascaptatie over het volledige stortlichaam. Condensatie in leidingen vermijden Stortgas bevat heel wat waterdamp dat in de gasleidingen kan condenseren. Water in de leidingen kan zorgen voor verstoppingen. De hoofdleidingen liggen ondergronds aan de voet van het stortmassief. Ze zijn dus niet toegankelijk zonder de eindafdek te beschadigen. In het kader van de finale eindafdek en de definitieve ontgassing van het stortmassief, gaf de Hooge Maey in 2011 aan een studiebureau de opdracht een nieuw ontgassingsnetwerk te ontwerpen dat boven de folie kan worden geïnstalleerd. Dit moet inspectie en onderhoud vergemakkelijken. Het gekozen ontwerp wordt in de loop van 2012 aangelegd. Uitdroging van stortmassief voorkomen Voor een ideale ontgassing, moet uitdroging van het stortlichaam vermeden worden. De eindafdek houdt niet alleen gas tegen, maar ook regenwater. Water is echter noodzakelijk voor de vorming van methaan. Zonder ingrijpen droogt het stortmassief uit en valt het natuurlijke afbraakproces voortijdig stil. Op termijn zal de Hooge Maey dan ook op een gecontroleerde manier water in het stortmassief inbrengen om het afbraakproces te onderhouden en de inertisering van de stortplaats gecontroleerd te voltooien. Het systeem van wieken laat dat relatief eenvoudig toe.
Vier gasmotoren zetten stortgas om in groene stroom Vier stortgasmotoren zetten het stortgas, na zuivering, door verbranding om in elektriciteit. Wat de Hooge Maey niet zelf gebruikt, wordt geleverd aan het net, als groene stroom. Het effectieve elektrische rendement van een gasmotor bedraagt ongeveer 37%; de restwarmte (circa 63%) verwarmt de gebouwen, de waterzuivering en de algenkweekreactor. Later zal een deel van de restwarmte ook worden gebruikt voor het drogen van mest en digestaat. De CO2 die vrijkomt bij de verbranding van het methaan is ‘voeding’ voor de algen.
De eerste gasmotor De eerste motor werd geïnstalleerd in 2004. Vandaag beschikt de Hooge Maey over vier motoren met een gezamenlijk vermogen van 4,09 MWe (megawatt elektrisch vermogen). In de loop van 2011 leverden die 17.419 MWh, voldoende voor de elektriciteitsbehoefte van bijna 5.000 gezinnen.
13
ECOLOGIE - 2. ElektriciteitSOPWEKKING
Aandacht voor gaskwaliteit Het gas dat uit de stortplaats wordt onttrokken, bevat onzuiverheden zoals siliciumverbindingen (siloxanen) en, vooral, zwavel (onder de vorm van waterstofsulfide, H2S). Deze verontreinigingen zijn eigen aan stortgas, maar ze moeten worden verwijderd om schade aan de gasmotoren te voorkomen en het onderhoud ervan te beperken. De zwavel in het stortgas vormt bijvoorbeeld zwavelzuur dat de motorolie verzuurt, wat aanslag en corrosie kan veroorzaken. Voor het gas in de motoren komt, wordt het gezuiverd. Tot dusver gebeurde dat in actiefkoolfilters, maar dat is een vrij dure methode. De Hooge Maey onderzoekt daarom economischere alternatieven, vooral omdat de zwavelconcentratie in het stortgas zal stijgen met de tijd.
Verbrandingsresidu’s, een duurzaam alternatief voor actieve kool? Uit onderzoek en publicaties blijkt dat verbrandingsresidu’s afkomstig van de verbranding van huisvuil en daarmee gelijkgesteld bedrijfsafval, een oplossing kunnen bieden, in het bijzonder voor de ontzwaveling van stortgas. Ze zouden niet alleen een goedkoper, maar ook een ecologisch duurzamer alternatief zijn. Voor de productie van actieve kool zijn immers grondstoffen nodig (steenkool, hout, turf, ...). Verbrandingsresidu’s gebruiken in plaats van actieve kool betekent een nieuwe nuttige toepassing van afvalstoffen. Ze worden ook al gebruikt voor drainage, bijvoorbeeld onder de eindafdek. De gaszuivering zou dan in twee stappen gebeuren: eerst wordt met behulp van verbrandingsresidu’s (een deel van) het aanwezige H2S en CO2 verwijderd. Vervolgens zorgt een actiefkoolfilter voor de verdere ontzwaveling en de verwijdering van siloxanen.
Veelbelovende testresultaten In een eerste test op kleinere schaal werden verschillende verbrandingsresidu’s afkomstig van de verbrandingsovens van de Indaver-site in Doel getest (ruwe bodemassen, gewassen bodemassen, granulaten, … restfracties van de verbranding van huishoudelijk afval en daarmee gelijkgesteld bedrijfsafval). Aan de hand van biogas met een hoge zwavelconcentratie werd de absorptiecapaciteit en het absorptierendement van de verschillende residu’s bepaald. De resultaten toonden aan dat de geteste residu’s een hoge activiteit vertonen en dus geschikt zijn voor de (gedeeltelijke) ontzwaveling van het stortgas van de Hooge Maey. Vervolgens werd een test op operationele schaal opgezet die uitsluitsel moet geven over de besparing die kan worden gerealiseerd door het stortgas voor te zuiveren door middel van verbrandingsresidu’s. De resultaten worden medio 2012 verwacht.
14
J A A R V E R S L A G
Wieken als aanvulling op schachten
2011
Op het bovenvlak van de stortplaats werd een halve meter dikke drainerende laag van bodemas (de as die in een afvalverbrandingsinstallatie overblijft bij de verbranding van huisvuil en bedrijfsafval) aangebracht [1]. Een machine duwde de wieken ongeveer 25 meter diep in de stortplaats, in een raster van 4 bij 4 meter. Elke wiek werd 1,5 meter boven de drainerende laag afgesneden. Het uiteinde werd omgeplooid en in de drainerende laag gelegd [2]. Op elke wiek werd een geleidingswiek gelegd die om een drainerende buis is gewikkeld [3]. Deze buis ligt eveneens in de drainerende laag. Ten slotte werd de drainerende buis aangesloten op het gasnetwerk. Bovenop de drainerende laag is, zoals over de rest van zone C, eindafdek aangebracht zodat het systeem afgesloten is van de omgeving. Het gas verzamelt zich in de drainerende laag waaruit het wordt afgezogen. Omdat het gas wordt afgevoerd via een drainerende laag is er ook geen gevaar voor verstopping door condensatie. Zettingen in het massief hebben dus minder invloed. Het wiekensysteem laat bovendien toe om, als de stortplaats dreigt uit te drogen, op een gecontroleerde manier water te injecteren om de gasproductie op peil te houden.
Figuur 2: Gascaptatie door middel van wieken De wieken staan in een dichter raster dan de schachten. Het resultaat: een uniforme gascaptatie over de volledige oppervlakte.
15
ECOLOGIE - 2. ElektriciteitSOPWEKKING
2.2 Zonnepanelen Stortgas: bron van groene energie Zonne-energie is net zoals windenergie, biomassa en waterkracht een hernieuwbaar alternatief voor fossiele brandstoffen. De Hooge Maey wil de praktische toepassing ervan evalueren. Het zuidelijke talud van zone C heeft niet alleen een ideale oriëntatie op het zuiden, ook de hellingshoek is nagenoeg perfect. Met de installatie van zonnepanelen wordt er nuttig gebruikgemaakt van de beschikbare ruimte op de site. Gezien de hoge kost van fotovoltaïsche zonne-installaties werd besloten om in eerste instantie een beperkte oppervlakte aan te leggen. Als zonnepanelen in de toekomst ook hun duurzaamheid bewezen zullen hebben, kan worden overwogen om de installatie uit te breiden. In januari 2011 kreeg de Hooge Maey de stedenbouwkundige vergunning voor de installatie. Aan verschillende aannemers werd verzocht om een ontwerp en offerte in te dienen. Uiteindelijk viel de keuze op MBG-Nizet omdat hun voorstel het meest geschikt was (zie kader). De werkzaamheden werden gestart in mei 2011 en in januari 2012 werd de installatie in gebruik genomen. Enkele cijfers: op het zuidelijk talud werd 554,4 m² zonnepanelen geplaatst. Het geïnstalleerde vermogen bedraagt 82,5 kWp (kilowattpiek3), goed voor een gegarandeerde jaaropbrengst van bijna 68,5 MWh. De installatie levert voldoende groene stroom om de jaarlijkse elektriciteitsbehoefte van 20 gezinnen te dekken.
Technisch hoogstandje De installatie van de zonnepanelen op het talud was geen sinecure. De constructie mag de eindafdek namelijk niet beschadigen. Ze verankeren door middel van funderingen in het talud is dan ook uitgesloten. Bovendien moet worden vermeden dat het regenwater dat van de zonnepanelen stroomt zich verzamelt en erosiegeulen veroorzaakt in het talud. Niet alleen schade aan de eindafdek, ook beschadiging van de zonnepanelen moet worden vermeden. Het talud is onderhevig aan zetting en dat mag geen schade veroorzaken aan de installatie of de werking ervan hinderen. Op het talud werd daarom een grid van geocellen aangebracht dat de vervorming van de grond onder belasting beperkt. Daarop kwam een speciaal ontworpen draagconstructie van funderingsbalken die zodanig zijn verankerd dat ze de eindafdek niet beschadigen en de zetting van het talud volgen. Ten slotte werden de zonnepanelen bevestigd op de draagconstructie op een zodanige manier dat ze geen hinder ondervinden van eventuele zetting. Dankzij het grid van geocellen kan de constructie de afschuifkrachten opvangen en de windbelasting weerstaan.
16
Het nominale vermogen of piekvermogen van een zonnepaneel wordt uitgedrukt in kilowattpiek (kWp). 1 kWp is duizend wattpiek of duizend watt piekvermogen. Bij een zonnepaneel hangt het geleverde vermogen onder meer af van de hoeveelheid zon die erop valt. Daarom wordt een zonnepaneel gekenmerkt door een getal dat aangeeft welk vermogen het paneel levert onder internationaal gestandaardiseerde testomstandigheden. Dat getal is het aantal wattpiek. Een typisch zonnepaneel van 200 Wp levert onder die gestandaardiseerde testomstandigheden 0,2 kW.
3
J A A R V E R S L A G
2011
17
EC OL OG I E
3. Waterzuivering
3.1 Zuivering van percolaat Het regenwater dat in de loop der jaren in het stortmassief van zone C is ingesijpeld, heeft boven de ondoordringbare polderklei een ‘percolaatbel’ gevormd. Om te vermijden dat dit percolaat – afvalwater – zich zou vermengen met grondwater, wordt het via een drainagesysteem afgevoerd en in de waterzuivering gezuiverd. Ook het percolaat van zone B wordt naar de waterzuivering afgeleid. De laatste jaren heeft de waterzuivering echter steeds minder percolaat te verwerken gekregen. Naarmate de eindafdek ter hoogte van zone C vorderde, sijpelde er immers minder regenwater in het stortmassief en dus werd er minder percolaat gevormd. Vandaag is die eindafdek voltooid. Gaandeweg zal de hoeveelheid te zuiveren percolaat alleen maar afnemen.
3.2 Afvalwater van derden Sinds 2009 verwerkt de waterzuiveringsinstallatie van de Hooge Maey ook extern afvalwater. Als intercommunale vereniging wil de Hooge Maey geenszins de commerciële markt voor afvalwaterzuivering verstoren. Haar prioriteit blijft de zuivering van het eigen percolaat. Maar omdat de waterzuivering steeds minder percolaat verwerkt, lag het voor de hand dat de vrije capaciteit zou worden benut voor de zuivering van niet-gevaarlijk afvalwater van derden. In de omgeving zijn er overigens nauwelijks vergelijkbare waterzuiveringsinstallaties aanwezig. Voor de zuivering van afvalwater van derden is de centrale ligging van de Hooge Maey in de Antwerpse haven een troef: het transport voor bedrijven uit de regio blijft beperkt, wat niet alleen de transportkosten drukt, maar ook een gunstig effect heeft op het milieu.
18
Er werd gestart met extern afvalwater dat qua aard en samenstelling overeenstemde met het eigen percolaat, zodat het binnen de bestaande configuratie van de waterzuivering kon worden behandeld. Idealiter kan de Hooge Maey op termijn een breder aanbod van afvalwaters verwerken. Daarom werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd. In 2010 werd een ontwerp gemaakt voor de extra opslag- en voorbehandelingscapaciteit die nodig is om op een flexibele manier extern afvalwater te kunnen verwerken (zie kader), en schreef de Hooge Maey een openbare aanbesteding uit. Op basis van een investeringsanalyse zou in de loop van 2011 worden beslist over de concrete bouw van deze extra opslag- en voorbehandelingscapaciteit. In het licht van de huidige economische omstandigheden lijkt het op dit moment echter wenselijk om de investering te beperken. Aan de aannemer werd gevraagd om een nieuw ontwerp te maken dat gefaseerd kan worden uitgevoerd. In 2011 was ruim 20% van het gezuiverde water afkomstig van andere stortplaatsen en bedrijven.
J A A R V E R S L A G
Waterzuivering van naderbij bekeken
2011
Zuivering in twee stappen
Extra buffering en voorbehandeling
De waterzuiveringsinstallatie van de Hooge Maey bestaat uit twee stappen. De eerste stap is de afbraak van organische componenten en stikstof- en fosforverbindingen. Dat gebeurt in een biologisch zuiveringssysteem op basis van bacteriën, uitgevoerd als kringloopreactor. Na de biologische zuiveringstrap, wordt het slib van het water gescheiden in een membraanfilter. In een volgende stap worden de moeilijk afbreekbare organische verbindingen uit het water verwijderd door een filter met actieve kool (actiefkooladsorptie).
De huidige opslagcapaciteit is ontoereikend om op een flexibele en efficiënte manier afvalwater van derden te kunnen verwerken.Bovendien is de samenstelling van het externe afvalwater aan grotere fluctuaties onderhevig dan het eigen percolaat. De Hooge Maey wil daarom een voorbehandelingsinstallatie en extra buffertanks bouwen. De extra buffers bieden niet alleen opslagcapaciteit, maar helpen ook om de samenstelling van het afvalwater zo homogeen mogelijk te maken.
Een goede temperatuursregeling is essentieel
Tijdens de voorbehandeling worden grove bestanddelen, zoals zand en steengruis, en drijvende bestanddelen, zoals olie en vetten, verwijderd. Zulke bestanddelen kunnen namelijk de werking van de biologische waterzuivering verstoren en/of de installatie beschadigen. De voorbehandeling van het afvalwater verschilt naargelang de aard en de graad van vervuiling. Volstaat een summiere voorzuivering, dan wordt het water over een korffilter geleid voor de verwijdering van fijne vuildeeltjes. Is een uitgebreide voorzuivering vereist, dan wordt het afvalwater naar de voorbehandelingsinstallatie gepompt om er achtereenvolgens de grove bestanddelen, olie en vetten, en zand te verwijderen.
De bacteriën in het actief slib die zorgen voor de biologische afbraak gedijen het beste bij temperaturen tussen 10 en 35°C. Voor een optimale stikstof- en fosforverwijdering ligt de temperatuur van het actief slib echter tussen 18 en 30°C. Daarom wordt het verwarmd als het te koud is, en afgekoeld als de temperatuur te hoog oploopt.
Koeling De biologische reacties in de bioreactor zijn exotherm: er komt warmte vrij. Er komt ook veel energie vrij doordat het water continu wordt rondgepompt. Zeker in de zomer kan hierdoor de temperatuur van het water oplopen tot boven 30°C. Om te vermijden dat hierdoor het zuiveringsproces instabiel zou worden, wordt het actief slib continu van de reactor over een warmtewisselaar gepompt. Langs de koude kant van de warmtewisselaar stroomt koud leidingwater dat warmte onttrekt aan het slib. Het gekoelde slib wordt teruggepompt naar de reactor. Het opgewarmde leidingwater wordt gekoeld in een koeltoren. Bij een slibtemperatuur van 30°C springt de koeling aan en wordt er koud leidingwater rondgepompt. Zodra de temperatuur gedaald is tot 28°C schakelt de koeling uit.
Voorbehandeling
Buffering Een algemene buffertank voedt de waterzuivering. De operator bepaalt uit welke van de buffertanks die algemene buffertank gevoed zal worden. Voor een optimaal rendement van de waterzuivering is het namelijk belangrijk dat het afvalwater een samenstelling heeft die een goede zuiveringsefficiëntie waarborgt. Daarom worden de kwaliteit en de samenstelling van het afvalwater in de verschillende buffertanks continu gemonitord.
Verwarming Voor een optimale stikstofverwijdering bedraagt de temperatuur van het actief slib minimaal 18°C. Tijdens de koude maanden wordt het slib in de membraanbioreactor opgewarmd door middel van dezelfde warmtewisselaar die in de zomer koelt. Hiervoor werd de warmtewisselaar aangesloten op de warmtekrachtkoppeling van de stortgasmotoren. De restwarmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit in de gasmotoren wordt voortaan niet alleen gebruikt voor de verwarming van de gebouwen van de Hooge Maey, maar ook voor de waterzuivering en het algenproject.
19
EC OL OG I E
4. Productie van biomassa uit algen
4.1 Algen: duurzame bron van biogrondstoffen en CO2-reductie Algen zijn eencellige planten die goed gedijen in een waterig milieu. Onder invloed van zonlicht en warmte zetten ze CO2 en nutriënten – voedingsstoffen zoals stikstof- en fosforverbindingen – om in biogrondstoffen zoals eiwitten, koolhydraten en vetzuren (oliën). Algen groeien sneller dan bijvoorbeeld zonnebloemen of koolzaad en produceren meer biomassa per oppervlakte. Bovendien kunnen ze worden gekweekt op grond die niet kan worden gebruikt voor de landbouw en zijn ze dus geen concurrentie voor de voedselproductie. Ze zijn een duurzame bron voor biomassa en aardolievervangers, en ze halen CO2 uit de omgeving.
4.2 Alchemis: proefproject op de Hooge Maey Tot dusver was de productie van algen nog te duur om hun gebruik ook economisch rendabel en duurzaam te maken. Het Alchemis-project (Algae for chemicals production and emission abatement) wil daar verandering in brengen. Het onderzoekt de haalbaarheid van algenkweek op basis van reststromen, nl. CO2 en nutriënten aanwezig in rookgassen en afvalwater. Rookgassen uit verbrandingsmotoren zijn een bron van CO2 en stikstofverbindingen; afvalwater is een bron van stikstof- en fosforverbindingen. Het gebruik van reststromen kan de productie van algen aanzienlijk goedkoper maken en de ecologische impact ervan beperken. Het project is gestart in april 2010 en loopt nog tot eind 2012 met steun van MIP, het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform van de Vlaamse overheid. Samen met acht partners stapte de Hooge Maey in dit initiatief in (zie kader op pagina 22). Op de Hooge Maey zijn immers alle randvoorwaarden om algen te kweken aanwezig. Het afvalwater van de zone B en C is rijk aan stikstof in de vorm van ammonium, en de gasmotoren leveren naast elektriciteit ook warmte en CO2. Op de site is er ook voldoende ruimte die anders niet zou worden gebruikt. Dit project sluit ook perfect aan bij het duurzaamheidsstreven van de Hooge Maey.
20
Algen kweken op de Hooge Maey is dus een opportuniteit. Het feit dat de meeste elementen voor algenkweek aanwezig zijn in de randinfrastructuur van de site zal een gunstige impact hebben op de werkingskosten van een kweekprogramma. Bovendien worden deze elementen vandaag niet of slechts beperkt gevaloriseerd. Als de kweekreactor kan worden geïntegreerd in de werking van de stortplaats, kan algenkweek ook de werkingskosten van de site gunstig beïnvloeden. Zo zorgen algen voor energiebesparing in de waterzuivering omdat ze het ammonium (stikstof) opnemen. Daarnaast dragen ze door de opname van het CO2 van de
J A A R V E R S L A G
2011 gasmotoren bij aan een reductie van de CO2-emissie van de site. Kortom: een win-winsituatie.
Realisaties van 2011 zijn een stap vooruit Het onderzoek heeft zich in 2011 vooral toegespitst op de algenkweek en de opschaling van de installatie. Er werd onderzocht of de reststromen van de Hooge Maey, het percolaat van het stortmassief en de emissies van de gasmotoren, geschikt zijn voor de algenkweek. De resultaten van dat onderzoek waren positief (zie kader op pagina 23). Bij de start van het project besloeg de reactoroppervlakte 30 m². In de loop van 2011 werd die uitgebreid tot 40 m². De stuurunit die de kweek- en oogstprocessen aanstuurt werd zo aangepast dat de verdere opschaling en automatisering van de installatie wordt vereenvoudigd. Het oogstsysteem werd uitgebreid getest, zowel op laboratorium- als op pilootschaal, met succes. Het systeem biedt onmiskenbare voordelen op het gebied van rendement en kostprijs. Ten slotte is in de loop van 2011 ook onderzoek gestart naar downstream processing. De kweekinstallatie was het hele jaar door ononderbroken operationeel, ondanks de strenge winter. Daarmee is aangetoond dat de warmtetoevoer van de gasmotoren en de temperatuursregeling naar behoren werken. In de loop van 2012 wordt de kweekinstallatie stapsgewijs uitgebreid tot meer dan 500 m² en zal het systeem om de algen te oogsten verder getest worden. Hiervoor is namelijk een voldoende hoeveelheid algen nodig.
Algenproject beste MIP2-project in 2011 Op 20 oktober 2011 organiseerden MIP en FCA (Flanders Cleantech Association) in Gent het eerste Cleantechfestival. Dertien innovatieve projecten werden er voorgesteld aan het publiek. Bezoekers konden hun stem geven aan het project dat volgens hen het meeste marktpotentieel heeft. Alchemis kwam als winnaar uit de bus. Voor de partners van het project is dit een teken dat er een maatschappelijk draagvlak is voor het project en bij uitbreiding voor algen als biogrondstof.
21
ECOLOGIE - 4. PRODUCTIE VAN BIOMASSA UIT ALGEN
4.3 De toekomst? Groene chemie! Het Alchemis-project focust op niet-voedingstoepassingen voor de chemie, zoals de productie van kleurstoffen, verven, lijmen enz. Daar kunnen de biogrondstoffen gewonnen uit algen grondstoffen vervangen die nu nog worden gewonnen uit fossiele brandstoffen.
chemicaliën
algen oogsten
recyclage van het kweekmedium
algen kweken
De chemische sector is zich ervan bewust dat de omschakeling naar biogrondstoffen, waardoor de sector minder afhankelijk wordt van fossiele brandstoffen en oliederivaten, de beste kansen biedt voor een sterke concurrentiepositie in de toekomst. En algen hebben volgens de sector het grootste potentieel als alternatief voor fossiele brandstoffen. Dat was ook de conclusie van de haalbaarheidsstudie van ‘Flanders strategic Initiative for Sustainable Chemistry’ (FISCH – Vlaanderens strategisch initiatief voor duurzame chemie). De ontwikkeling en instandhouding van een gezonde op algen gebaseerde economie kan bijdragen tot de verankering van de chemische industrie in Vlaanderen. Daarom zet de Belgische chemiefederatie essenscia zich in om de chemische industrie te motiveren om lid te worden van een gebruikerswerkgroep die input zal leveren voor concrete toepassingen van algenbiomassa. Alchemis is immers geen einddoel, maar een springplank voor vervolgprojecten. Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan onderzoek naar nieuwe types bioplastics op basis van algenpolymeren. Voor dergelijke projecten is industriële input onontbeerlijk.
emissies
In een breder kader kan het mechanisme dat in de proefopstelling wordt onderzocht een oplossing bieden voor Vlaanderens nutriëntenoverschot (stikstof- en fosforverbindingen uit afvalwater en uit de mest van veebedrijven). Ook voor de verwijdering van NOx uit rookgassen komt de techniek in aanmerking. De chemie heeft met de overheid een milieubeleidsovereenkomst afgesloten waarin ze zich ertoe engageert de emissie van NOx tegen 2013 te beperken tot 9,8 kiloton, iets wat met de huidige technieken moeilijk haalbaar zou zijn.
Multidisciplinaire aanpak Cruciaal voor het welslagen van het Alchemis-project is de juiste combinatie van technologie en een goede kennis van de toekomstige afzetmarkt en alle aspecten van productontwikkeling. Het project werd dan ook opgezet als een samenwerking tussen negen industriële en wetenschappelijke partners die elkaar aanvullen: Desmet Ballestra, essenscia, GEA Westfalia Separator, Intercommunale Vereniging Hooge Maey, Orineo, Proviron, Universiteit Gent, VITO en Wageningen University. Het krijgt gedeeltelijke financiële steun van MIP2 (Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform 2), een financieringsprogramma van de Vlaamse Overheid voor projecten die investeren in de groene economie. (www.mipvlaanderen.be).
22
J A A R V E R S L A G
Algen kweken in een fotobioreactor
In samenwerking met Wageningen University ontwikkelde Proviron een ingenieuze fotobioreactor: een plastic zak gevuld met water waarin compartimenten drijven. De algen groeien in de compartimenten in een zoutwateroplossing waaraan CO2 en nutriënten (stikstof- en fosforverbindingen, sporenelementen en vitaminen) zijn toegevoegd. Het water in de reactor vervult een dubbele rol: de structuur wordt zelfdragend, dus goedkoper, en het water houdt de algen op de juiste temperatuur. De restwarmte van de gasmotoren houdt de temperatuur ook in de winter op peil. Onderzoek heeft uitgewezen dat vlakkeplaatreactoren het meest effectief zijn. Ze zijn echter duur en daardoor enkel geschikt voor laboratoria. De fotobioreactor simuleert als het ware een vlakkeplaatreactor, maar dan op een manier die ook op grotere schaal economisch haalbaar is. De fotobioreactor is een gesloten systeem. Hierdoor wordt verontreiniging vermeden en zijn de groeiomstandigheden beter beheersbaar. De algendichtheid bedraagt circa 5 g/l.
Algen oogsten met kringloopsluiting Als de algen oogstrijp zijn, worden ze afgetapt in een oogstcontainer. Vervolgens moeten ze worden gescheiden van het kweekmedium waarin ze zich bevinden, een zoutoplossing. Traditioneel gebeurt dat door middel van centrifugeren. VITO heeft echter een uniek systeem ontwikkeld dat membraanfiltratie combineert met nageschakelde centrifugatie. Dat systeem verbruikt vier keer minder
2011
energie en heeft een hoger rendement dan het klassieke centrifugeren. Het permeaat van de membraanfiltratie en het effluent van de centrifuge zijn zuiverder. Hierdoor kunnen ze gemakkelijker worden gerecycleerd in de kweekreactor en wordt de kringloop gesloten.
Automatische sturing Het kweken en oogsten van algen is grotendeels geautomatiseerd en computergestuurd. Een stuurunit monitort de samenstelling van het kweekmedium en voegt indien nodig voedingsstoffen en CO2 toe. De temperatuur van het water wordt op peil gehouden. Het systeem detecteert wanneer de algen klaar zijn om te oogsten en stuurt het volledige proces van aftappen, filteren, centrifugeren en recycleren aan.
Downstream Processing Na het centrifugeren heeft de algenmassa de consistentie van een pasta. Die wordt gedroogd of ingevroren en bewaard voor latere verwerking. De algen die worden gekweekt op de Hooge Maey zullen uiteindelijk hun toepassing vinden in de productie van chemicaliën zoals kleurstoffen, verven, lijmen en kunststoffen. Hiervoor moeten de nuttige bestanddelen – in dit geval de oliën – worden geëxtraheerd. Ook voor de extractie zijn verschillende technieken op punt gesteld op laboratoriumschaal. Desmet Ballestra onderzoekt hoe die extractie ook op grote schaal kosteneffectief kan gebeuren.
23
EC OL OG I E
5. Mest- en digestaatdroging
5.1 Een nieuwe bestemming voor zone A Zone A van de Hooge Maey krijgt mogelijk een nieuwe bestemming. Er werd gezocht naar een activiteit die een economische en ecologische meerwaarde kan betekenen voor de regio, en die lijkt nu gevonden. De zone grenst aan de site van Indaver Antwerpen. Samen met Indaver onderzoekt de Hooge Maey op welke manier daar kan worden samengewerkt met Fertikal, een mestverwerkingsbedrijf dat organische meststoffen produceert op basis van mest en gedroogd digestaat. In de loop van 2011 werd een intentieverklaring getekend en een werkgroep opgericht.
5.2 Digestaat voor de export Digestaat is het restproduct afkomstig uit biogasinstallaties. In biogasinstallaties wordt elektriciteit en warmte gewonnen uit de vergisting van mest, vermengd met organisch-biologisch afval en energieteelten. De acht aandeelhouders van Fertikal zijn mestverwerkers en landbouwers die ieder een eigen biogasinstallatie uitbaten. Fertikal verwerkt het digestaat tot organische meststoffen voor gebruik in binnen- en buitenland. Als gevolg van de steeds strenger wordende regelgeving op het gebied van het gebruik van meststoffen, kampt Vlaanderen met een mestoverschot. Ook digestaat valt onder de beperkingen opgelegd door het Vlaamse Mestactieplan. Export van digestaat en afgeleide producten naar landen met een tekort aan meststoffen is de oplossing. Digestaat bestemd voor de binnenlandse markt bevat ongeveer 20% droge stof. Om voor de export toegelaten te worden, moet digestaat echter voldoende stabiel zijn en moet het vooraf nog een extra warmtebehandeling ondergaan. Het resultaat is een product dat 80% droge stof bevat. Fertikal heeft diverse vervangings- en uitbreidingsinvesteringen gepland, onder meer in een nieuwe drooginstallatie, extra acceptatieverwerking van meststoffen en digestaat, persen en opslagcapaciteit.
5.3 Infrastructuur laten renderen
24
Om het investeringsproject economisch rendabel te maken, wil Fertikal een beroep doen op partners die bijvoorbeeld de nodige warmte en elektriciteit kunnen leveren. De Hooge Maey en Indaver produceren meer warmte en elektriciteit dan ze zelf nodig hebben. Fertikal zou daar nuttig gebruik van kunnen maken voor de extra droging van het digestaat en de aansturing van zijn nieuwe installaties. Door voor de drooginstallatie beroep te doen op restwarmte van gasmotoren in plaats van fossiele brandstoffen, wordt extra CO2-uitstoot vermeden.
J A A R V E R S L A G
2011 De inplanting van de activiteiten van Fertikal in zone A heeft nog andere voordelen: Fertikal kan gebruikmaken van de bestaande infrastructuur van de Hooge Maey. De weegbruggen van de Hooge Maey kunnen dienen om digestaat en meststoffen te wegen. De capaciteit die is vrijgekomen als gevolg van de dalende aanvoer van vaste afvalstoffen wordt op die manier beter benut. De waterzuivering van de Hooge Maey kan ook het water dat overblijft na droging van meststoffen en digestaat verwerken.
5.4 Stand van zaken Er dient nu verder onderzocht aan welke voorwaarden moet voldaan worden om dit project op een duurzame manier vorm te geven. Hierbij zal rekening gehouden worden met de economische, ecologische en maatschappelijke aspecten. Dit onderzoek zal dan de basis vormen voor de nodige vergunningsaanvragen.
Indeling van het terrein van de Hooge Maey in zones A, B, C en D.
D
A
C B
25
S a m e n le v i n g
Oog voor maatschappelijk draagvlak Verantwoord en duurzaam ondernemen is ondernemen met oog voor mens, veiligheid en milieu. In haar streven naar duurzaamheid schept de Hooge Maey dan ook de randvoorwaarden voor een veilige en gezonde werk- en woonomgeving voor alle betrokkenen. Door haar kennis te delen wil ze ook elders in de wereld de milieu-impact van stortplaatsen helpen te verminderen. Op die manier creëert ze een zo breed mogelijk maatschappelijk draagvlak voor haar activiteiten.
Economie
26
J A A R V E R S L A G
2011
27
S A M E N L E V I N G
1. Zorg voor de werknemers
1.1 Evenwichtig personeelsbeleid Een evenwichtig personeelsbeleid is van doorslaggevend belang voor duurzaam succes. Alleen door geschikte medewerkers aan te trekken en te houden, kan een onderneming haar toekomst veiligstellen. De Hooge Maey heeft eerlijkheid en transparantie hoog in het vaandel staan. Ze biedt een veilige, professionele en aangename werkomgeving waar persoonlijk initiatief wordt aangemoedigd en werknemers de kans krijgen om zich ten volle te ontplooien.
1.2 Gelijke kansen en ethisch handelen De Hooge Maey waarborgt de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en zorgt ervoor dat personen met een handicap waar mogelijk kunnen worden tewerkgesteld. In haar personeelsbeleid maakt ze geen onderscheid op basis van iemands geslacht, leeftijd, ras, godsdienst, seksuele geaardheid of politieke voorkeur. Ook van medewerkers wordt geen enkele vorm van discriminatie op basis van deze kenmerken getolereerd. De Hooge Maey hecht groot belang aan ethisch handelen. Van medewerkers wordt verwacht dat ze zich in hun relaties met collega’s, leveranciers en omwonenden op een correcte, respectvolle en ethische manier gedragen.
1.3 Veiligheid en gezondheid Stortplaatsen trekken meeuwen en kraaien aan, op zoek naar etensresten. Hun uitwerpselen kunnen ziektekiemen verspreiden en irritatie aan ogen, huid en luchtwegen veroorzaken. Een zwerm vogels is bovendien gevaarlijk voor de chauffeurs van vrachtwagens en verdichters. Daarom zorgt een valkenier ervoor dat zijn vogels de meeuwen en kraaien verjagen, zodat er tijdens de werkuren veilig kan worden gewerkt.
28
J A A R V E R S L A G
2011
29
S A M E N L E V I N G
2. Aandacht voor de omgeving
2.1 Risicobeheersing creëert lokaal draagvlak Vertrouwen van alle stakeholders is cruciaal voor voldoende lokaal draagvlak voor een stortplaats. Dat vertrouwen moet de Hooge Maey elke dag opnieuw verdienen. Goed nabuurschap is daarbij essentieel. Door een veilige, gewetensvolle en oordeelkundige exploitatie van de site beperkt ze het risico voor het milieu en de omwonenden. De site werd grondig gesaneerd en het gestorte afval wordt zorgvuldig afgeschermd van de omgeving. Op regelmatige tijdstippen wordt de kwaliteit van het grondwater gemonitord om er zeker van te zijn dat er geen vervuiling optreedt. Van nieuwe activiteiten onderzoekt de Hooge Maey steeds vooraf of ze hinder zouden kunnen veroorzaken voor de omwonenden.
2.2 Communicatie en betrokkenheid bevorderen draagvlak Ofschoon de Hooge Maey er alles aan doet om de risico’s van haar activiteiten voor mens en milieu te beperken, is voldoende aandacht voor alle aspecten van wonen en werken in de omgeving van een stortplaats essentieel. De Hooge Maey ziet het als haar maatschappelijke plicht om over eventuele risico’s en de daarvoor genomen maatregelen regelmatig, open en transparant te communiceren met alle betrokkenen - omwonenden, buurtbedrijven en de omliggende gemeenten. Communiceren doet de Hooge Maey niet alleen zo veel mogelijk, ze doet het op zo veel mogelijk verschillende manieren: via haar website en jaarverslagen, via folders, in persberichten en door middel van artikelen in de vakpers en in dag- en weekbladen. Om de betrokkenheid van de omgeving zoveel mogelijk te stimuleren blijft haar communicatie niet beperkt tot loutere informatieoverdracht, maar biedt ze ook ruimte voor interactie. Bezoekers uit binnen- en buitenland, van bedrijven, onderzoeksinstellingen, scholen en de overheid zijn meer dan welkom. De Hooge Maey neemt ook regelmatig deel aan de Open Bedrijvendag en in 2011 bood het evenement ‘Train of Ideas’ opnieuw een uitgelezen gelegenheid om haar realisaties en onderzoeksprojecten aan het publiek voor te stellen.
30
J A A R V E R S L A G
2011 Train of Ideas : Antwerpen op het juiste groene spoor Mobiele tentoonstelling Naar aanleiding van haar bekroning door de Europese Commissie tot Europese Groene Hoofdstad 2011, organiseerde de stad Hamburg verschillende evenementen om haar aanpak in de kijker te zetten. Tussen april en september 2011 deed een mobiele tentoonstelling ‘Train of Ideas’ 18 Europese steden aan. Centrale thema van de tentoonstelling: hoe kunnen Europese steden duurzamer, milieuvriendelijker en leefbaarder worden? In de zeven wagons van de trein toonde Hamburg wat het zelf verwezenlijkt heeft rond stadsontwikkeling, ruimtelijke plannen, natuurbehoud, water en lucht, en bracht het tientallen inspirerende voorbeelden van andere Europese steden.
Laatste halte: Antwerpen Het Centraal Station van Antwerpen was in september 2011 de laatste halte voor de terugreis naar Hamburg. Net zoals de andere steden op de route kreeg Antwerpen de kans om enkele duurzame projecten uit de regio onder de aandacht te brengen. De keuze viel op Park Spoor Noord, Ecohuis en de Hooge Maey. De organisatoren van het evenement waren onder de indruk van de transformatie van stortplaats tot groene energiecentrale en de duurzame wijze waarop deze site geëxploiteerd wordt. Bezoekers in groepsverband konden een bezoek aan de tentoonstelling in de trein combineren met een begeleid en gegidst bezoek aan één van de drie projecten. De website van de Hooge Maey toonde die dagen enorme pieken. Daar kon men immers terecht voor alle praktische informatie over dit project.
31
S A M E N L E V I N G
3. Bijdrage aan de maatschappij
3.1 Werken aan een duurzame samenleving De toekomstige energievoorziening is een van de grootste uitdagingen. De vraag naar energie neemt wereldwijd toe, maar fossiele bronnen zijn eindig. Het gevolg: schaarste op de markt, prijsstijgingen en een steeds moeilijker voorspelbaar aanbod en prijs. Daarom is het van maatschappelijk belang om het gebruik van groene, hernieuwbare energie te bevorderen en onderzoek naar alternatieven te stimuleren en te ondersteunen. Al even grote bekommernissen zijn de toenemende milieuproblematiek en de nog vaak schrijnende leefomstandigheden van honderden miljoenen mensen, vooral in ontwikkelingslanden. Waren de onderzoeksinspanningen van de Hooge Maey in de beginjaren vooral gericht op de sanering en duurzame exploitatie van de site, dan is gaandeweg de nadruk verschoven naar andere toepassingen zoals energiewinning en het valoriseren van de aanwezige knowhow. Vandaag is de Hooge Maey klaar om haar kennis, technologie en ervaring ten dienste te stellen van haar directe omgeving en de maatschappij. Op haar manier draagt ze haar steentje bij aan een betere samenleving, niet alleen hier en nu, ook voor toekomstige generaties en in andere delen van de wereld, bijvoorbeeld in China. In de overgrote meerderheid van de landen in de wereld geldt storten als enige vorm van afvalbehandeling. Hierbij zijn de systemen en technieken voor stortgasextractie en –valorisatie, zoals ze op de Hooge Maey toegepast worden, ongekend. De Hooge Maey is permanent op zoek naar projecten die ecologische duurzaamheid combineren met economische toegevoegde waarde én die maatschappelijk relevant zijn. Vandaar de interesse voor een project als Fertikal waar gezocht wordt naar clustering en verankering van bedrijven rond de site. Het delen van infrastructuur en energie en het creëren van lokale werkgelegenheid zijn aspecten van duurzaam ondernemen waar meer en meer de focus op ligt. Ook de productie van dit jaarverslag wordt jaar na jaar geëvalueerd op het vlak van duurzaamheid. Het verslag over de activiteiten van 2010 werd klimaatneutraal gedrukt. De Hooge Maey compenseerde het equivalent aan CO2-uitstoot van het drukproces immers door de aankoop van CO2-reductiecertificaten. In een poging om steeds beter te doen, wordt het verslag dit jaar niet gedrukt. Het wordt aan de stakeholders van de Hooge Maey bezorgd op digitale datadrager. Door het hele printprocédé te vermijden, wordt ook het verbruik van papier, inkten, elektriciteit, water etc. vermeden.
32
J A A R V E R S L A G
2011 3.2 Valorisatie van stortgas in China In de loop der jaren heeft de Hooge Maey een diepgaande kennis en brede expertise opgebouwd op het gebied van stortplaatstechnologie en duurzaam storten met energierecuperatie. Het UNFCCC met de daaraan gekoppelde CDM-projecten biedt een kader waarbinnen de Hooge Maey haar kennis met betrekking tot de valorisatie van stortgas kan overdragen aan ontwikkelingsregio’s (zie kader). Wereldwijd komt het meeste (huishoudelijk, brandbaar) afval immers nog op stortplaatsen terecht. Project in Chaohu In 2010 zette de raad van bestuur van de Hooge Maey het licht op groen om na te gaan welke landen en sites in aanmerking zouden komen voor overdracht van kennis. China bleek het meest geschikt. In de loop van 2011 werden verschillende mogelijkheden afgetast. De keuze viel op Chaohu, een fusie van gemeenten met in totaal een miljoen inwoners, in de provincie Anhui in het oosten van China. Chaohu beschikt over een oude en een nieuwe stortplaats. In de loop van 2011 werd een studie uitgevoerd naar de haalbaarheid van de extractie en valorisatie van het stortgas uit deze stortplaatsen. De uitkomst was positief. In april 2012 werd een bezoek gebracht aan de stortplaatsen en overlegd met de Chinese autoriteiten. Omdat de intercommunale geen investeringen kan doen in het buitenland, werd een privépartner aangetrokken. ‘Taste’, een bedrijf van de familieholding ‘Westerlund’, zal instaan voor de financiering van het project. De Hooge Maey staat garant voor kennisoverdracht. Nadat de samenwerkingsovereenkomst was gesloten, werd de procedure om het project te laten erkennen als CDM-project opgestart. Die erkenningsprocedure loopt momenteel nog. Verwacht wordt dat de erkenning tegen eind 2012 rond zal zijn. Voortrekkersrol De Hooge Maey speelt een voortrekkersrol: ofschoon er wereldwijd heel wat CDM-projecten lopen, is België nog ondervertegenwoordigd. Het is trouwens de bedoeling dat het niet bij dit ene project blijft. Het introduceren van duurzame technologie in ontwikkelingsregio’s heeft zowel ecologische als maatschappelijke voordelen. Beperkte middelen kunnen er een groot effect sorteren. De Hooge Maey is dan ook vast van plan om in de toekomst andere gelijkaardige projecten te stimuleren, bijvoorbeeld in India.
UNFCCC en CDM Tijdens de wereldmilieutop van 1992 in Rio de Janeiro werd het raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering (in het Engels ‘United Nations Framework Convention on Climate Change’, afgekort UNFCCC) afgesloten. Dit klimaatverdrag bond de strijd aan tegen de klimaatwijziging die wordt veroorzaakt door het door de mens versterkte broeikaseffect. Het verdrag bood een algemeen kader dat industrielanden verplichtte hun emissies tegen 2000 tot het niveau van 1990 terug te brengen. Sindsdien werden extra overeenkomsten afgesloten die nieuwe verplichtingen oplegden voor na het jaar 2000. Het Protocol van Kyoto definieerde ook enkele mechanismen om tot de gewenste emissiereducties te komen. Via het Clean Development Mechanism (mechanisme voor schone ontwikkeling, afgekort CDM) kan een geïndustrialiseerd land (donorland) investeren in projecten die in ontwikkelingslanden de uitstoot van broeikasgassen reduceren. In ruil kent de UNFCCC aan die projecten ‘carbon credits’ of emissierechten toe die het donorland kan gebruiken om aan zijn emissieverplichtingen te voldoen. Omdat er schone technologie wordt geïntroduceerd, zal ook het ontwikkelingsland zijn emissies onder controle kunnen houden.
33
EC ON OM I E
Economisch verantwoorde exploitatie Ook in deze economisch moeilijke tijd houdt de Hooge Maey goed stand en blijft ze financieel gezond. Het resultaat bedroeg 2,46 miljoen euro, een meer dan verdubbeling ten opzichte van vorig jaar. Door de uitzonderlijk grote aanvoer van vaste afvalstoffen liep het aandeel van elektriciteitsopbrengsten uit stortgasvalorisatie weliswaar licht terug, maar de absolute inkomsten stegen als gevolg van de hogere energieprijzen. De inkomsten uit waterzuivering voor derden winnen jaar na jaar aan belang. Dankzij investeringen waarbij kosten en baten zorgvuldig worden afgewogen stelt de Hooge Maey haar toekomst als leverancier van duurzame energie en materialen veilig.
Economie
34
J A A R V E R S L A G
2011
35
E C O N O M I E
1. Vaste afvalstoffen
1.1 Aanvoer De aanvoer van vaste afvalstoffen nam, na opeenvolgende jaren van daling, toe met 23% van 64.315 ton tot 78.914 ton. Hiervan was 35.157 ton bodemas, onbrandbaar huishoudelijk afval en onbrandbaar bedrijfsafval en 43.757 ton brandbaar bedrijfsafval. Van de toegestane stortafwijking voor 2011 (100.000 ton) werd dus slechts 44% ingevuld. De stijging is des te opmerkelijker na de dalende trend van de vorige jaren. Er werd uitzonderlijk veel onbrandbaar bedrijfsafval, bodemas en brandbaar bedrijfsafval aangevoerd. De extra aanvoer van brandbaar bedrijfsafval is het gevolg van een incident in een verbrandingsinstallatie in juni. De OVAM heeft toen toestemming verleend tot het uitzonderlijk storten van het afval dat normaal gezien zou worden verbrand. Precies voor het opvangen van dergelijke incidenten werden stortafwijkingen ingevoerd . Figuur 1: Jaarlijkse aanvoer vaste afvalstoffen
gewicht (ton) 400.000 350.000 300.000 250.000 200.000 150.000 100.000 50.000 0 1999
36
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
J A A R V E R S L A G
2011 1.2 Opstal- en exploitatieovereenkomst Indaver De stortplaatsen van de Hooge Maey en van Indaver grenzen aan elkaar. Indaver wil de ruimte tussen de stortplaatsen verder opvullen met afval. De raad van bestuur van de Hooge Maey heeft besloten om de ruimte, in ruil voor een vergoeding, ter beschikking te stellen. In de loop van 2011 werd hiervoor met Indaver een overeenkomst opgesteld. De vergunning voor de exploitatie van deze zone zou in de zomer van 2012 rond moeten zijn. Naar verwachting zal Indaver starten met het opvullen in het eerste kwartaal van 2013. In 2018 zou de volledige ruimte dan benut zijn.
Duurzaam gebruik van beschikbare ruimte levert extra inkomsten De stortplaatsen van de Hooge Maey en van Indaver grenzen aan elkaar. De voet van het talud van zone C ligt op circa 15 meter van de voet van het talud van de stortplaats van Indaver. Tussen beide taluds is een niet-benutte ruimte van ongeveer 497.000 m³. Iets meer dan de helft ligt langs de kant van de Hooge Maey. De ruimte opvullen met afval zal de stabiliteit van het talud van zone C ten goede komen. Bovendien wordt op een duurzame manier gebruikgemaakt van de beschikbare ruimte. Er wordt immers extra stortcapaciteit gecreëerd op een plaats die aan alle randvoorwaarden voldoet, zonder dat beslag hoeft te worden gelegd op ruimte die ook voor andere doeleinden gebruikt zou kunnen worden. Stortplaats Hooge Maey
De ‘nieuwe’ stortplaats
Stortplaats Indaver
37
E C O N O M I E
2. Elektriciteitsopwekking
De Hooge Maey beschikt momenteel over vier motoren met een gezamenlijk vermogen van 4,09 MWe (megawatt elektrisch vermogen). In de loop van 2011 leverden de motoren 17.419 MWh, voldoende voor de elektriciteitsbehoefte van ongeveer 5.000 gezinnen. Ondanks de inbedrijfstelling van het wiekensysteem lag de elektriciteitsproductie in 2011 iets lager dan het jaar daarvoor. Zolang de eindafdek op het bovenvlak van zone C, waar de wieken zich bevinden, nog niet voltooid was, bleef de gascaptatie beperkt. Ook werden tijdens de eindafdekwerkzaamheden de schachten in de betrokken zone uit veiligheidsoverwegingen buiten werking gesteld. Hierdoor kon de vierde motor niet op volle capaciteit draaien. In 2011 werd ook een van de motoren gereviseerd waardoor die enkele maanden buiten gebruik was. De inkomsten uit elektriciteit vertegenwoordigen een aanzienlijk deel van de bedrijfsinkomsten. Voor de verkoop van haar groenestroomcertificaten heeft de Hooge Maey een overeenkomst afgesloten die tot 2015 een vast tarief garandeert. Voor 2011 bedroegen de totale inkomsten uit elektriciteit 2,67 miljoen euro of ruim 37% van de omzet (zie 4 Kerncijfers). Ondanks een daling van de elektriciteitsproductie zijn deze inkomsten ten opzichte van vorig jaar gestegen als gevolg van de hogere energieprijzen. Sinds 2011 hanteert de Hooge Maey namelijk een variabele prijs, gebaseerd op de ENDEX-prijs. ENDEX is een energiebeurs waarop door bedrijven wordt gehandeld in langetermijnenergiecontracten (gas en elektriciteit). Tot 2010 werd de groene stroom verkocht aan de netbeheerder tegen een vooraf vastgestelde prijs. Omdat het steeds moeilijker werd om de evolutie van de energieprijzen in te schatten en een vaste prijs te onderhandelen, werd besloten om voortaan de markt te volgen.
Figuur 4: Verhouding bedrijfsopbrengsten
38
Jaar na jaar vertegenwoordigen de inkomsten uit elektriciteit een steeds groter deel van de bedrijfsinkomsten. De opbrengsten uit de stortactivtiteit vertegenwoordigden in 2011 53% van de globale omzet.
% 100,00
75,00
50,00
25,00
Stortopbrengsten Elektriciteit
0,00 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
J A A R V E R S L A G
2011 Figuur 5: Elektriciteitsproductie De vier gasmotoren die vandaag op de Hooge Maey het stortgas omzetten in groene energie, leverden in 2011 17.419 MWh, voldoende voor de elektriciteitsbehoefte van ongeveer 5.000 gezinnen.
Mwh 20.000
15.000
10.000
5.000
0 2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
39
E C O N O M I E
3. Waterzuivering
Sinds 2009 wordt de waterzuiveringsinstallatie van de Hooge Maey niet alleen gebruikt voor de zuivering van het eigen afvalwater, maar ook voor afvalwater van andere stortplaatsen en bedrijven. De aanvoer van extern afvalwater blijft jaar na jaar stijgen. 2011 kende enkele zeer natte periodes waardoor de aanvoer van percolaat van composteringsinstallaties en andere stortplaatsen significant toenam. Hierdoor steeg de aanvoer ten opzichte van vorig jaar met ruim 50% tot 24.116 ton, goed voor een omzet van 239.921 euro. Figuur 6: Aanvoer van extern afvalwater
gewicht (ton) 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2010
40
2011
2012
J A A R V E R S L A G
2011
41
E C O N O M I E
4. Kerncijfers
4.1 Bedrijfsopbrengsten (exclusief milieuheffing) De bedrijfsopbrengsten (exclusief milieuheffing) stegen met 12%. Hoofdoorzaak is de uitzonderlijke toename van de inkomsten uit de stortactiviteit met 19% als gevolg van de extra aanvoer van vaste afvalstoffen. Ofschoon de elektriciteitsproductie licht daalde, namen de inkomsten uit elektriciteit toe als gevolg van de hogere energieprijzen. Dankzij de verhoogde aanvoer van extern afvalwater, stegen de inkomsten uit waterzuivering. Voor de afronding van de eindafdek werd extra grond aangevoerd tegen vergoeding. Figuur 7: Bedrijfsopbrengsten (exclusief milieuheffing)
miljoen euro 25
20
15
Andere Gronden Concessies Elektriciteit Stortopbrengsten “Andere” groepeert inkomsten uit waterzuivering van extern afvalwater en subsidies.
10
5
0 2004
42
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
J A A R V E R S L A G
2011 4.2 Verdeling bedrijfsopbrengsten in 2011 Jaar na jaar vertegenwoordigen de inkomsten uit elektriciteit een steeds groter deel van de bedrijfsinkomsten. Door de uitzonderlijk grote aanvoer van vaste afvalstoffen liep het aandeel van de elektriciteitsopbrengsten enigszins terug in vergelijking met vorig jaar. De opbrengsten uit de stortactiviteit vertegenwoordigden in 2011 53% van de globale omzet. In 2010 was dat minder dan 50%. Figuur 8: Verdeling bedrijfsopbrengsten 2011
4,85% 1,80%
3,19%
Stortopbrengsten Elektriciteit Concessies Gronden Andere “Andere” groepeert inkomsten uit waterzuivering van extern afvalwater en subsidies.
37,03%
53,12%
43
ECONOMIE - 4. kernci jfers
4.3 Resultaat In het verleden was het resultaat sterk afhankelijk van de aanvoer van vaste afvalstoffen. Het resultaat, en dus ook het rendement op kapitaal, fluctueerde met de aanvoer. Dankzij een stijging van de bedrijfsopbrengsten, een daling van de bedrijfskosten en een oordeelkundig beheer van de financiële middelen bedroeg het resultaat in 2011 2,46 miljoen euro. Figuur 9: Resultaat
miljoen euro 14 12 10 8 6 4 2 0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
4.4 Kapitaal Gebruiksrechten geven het recht een bepaalde stortcapaciteit te benutten. De waarde van die gebruiksrechten wordt vertegenwoordigd door het variabel gedeelte van het kapitaal. Naarmate de stortcapaciteit wordt ingevuld, wordt het variabel gedeelte van het kapitaal teruggestort. Die terugstorting gebeurt a rato van de afschrijvingen op het immaterieel actief dat de gebruiksrechten vertegenwoordigt. Door de verminderde aanvoer wordt de afschrijving echter vertraagd en vertraagt dus ook de terugstorting van het kapitaal. Figuur 10: Evolutie kapitaal
miljoen euro 30 25 20 15 10
44
5 0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
J A A R V E R S L A G
2011
4.5 Dividenduitkering
De Intercommunale Vereniging Hooge Maey tracht steeds een basisdividend van 9% uit te keren. Afhankelijk van de kaspositie kan het dividend worden verhoogd. Dat verklaart de grote schommelingen in dividenduitkering. Figuur 11: Dividend
miljoen euro 12 10 8 6 4 2 0
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
45
EC ON OM I E
5. Verslag van de raad van bestuur aan de jaarvergadering 2012
In overeenstemming met het wettelijke en de statutaire bepalingen van de Intercommunale Vereniging Hooge Maey, hebben we de eer u verslag uit te brengen over de werking van onze vennootschap tijdens het boekjaar 2011 en u de jaarrekening, afgesloten per 31 december 2011 ter goedkeuring voor te leggen. In haar dertiende werkingsjaar heeft de Intercommunale Vereniging Hooge Maey verder uitvoering gegeven aan haar opdracht om op een veilige manier, zonder hinder of risico ten opzichte van haar omgeving, de exploitatie van haar stortplaats op een ecologische en economische wijze te voeren en de sanering van haar site verder te zetten. De aanvoer van afvalstoffen naar de stortplaats Hooge Maey bedroeg 78.916 ton tegenover 64.315 ton. Deze stijging is opmerkelijk na de reeks dalende aanvoercijfers van de voorbije jaren. De stijging van aanvoer is echter voornamelijk te wijten aan een incident dat zich voordeed in een verbrandingsinstallatie waardoor deze tijdelijk buiten dienst ging, een dit afval deels naar de Hooge Maey werd afgevoerd. Voor het jaar 2012 werd aan de Intercommunale bij ministerieel besluit een afwijking op het stortverbod verleend van 100.000 ton voor brandbare bedrijfsafvalstoffen op een totaal van 250.000 ton voor gans Vlaanderen. De ontvangen stortgelden bedroegen 3.826.036 euro in 2011 t.o.v. 3.210.249 euro in 2010. Door de verlaagde aanvoer en de verhoogde elektriciteitsproductie vertegenwoordigen de ontvangen stortgelden nog 53% van de totale omzet. Het storttarief bedroeg in 2011 52 EUR per ton exclusief BTW. De Raad van Bestuur stelt voor om het basistarief waaraan restafval zal aanvaard worden niet te wijzigen en het storttarief te handhaven. Een ander belangrijk deel in de opbrengsten zijn de vergoedingen voor elektriciteitsproductie namelijk 2.661.938 euro of bijna 37% van de omzet. Op dit ogenblik zijn er 4 gasmotoren met een gezamenlijk geïnstalleerd vermogen van 4,05 MWelectrisch in dienst. Elektriciteitsproductie is, op de verwerking van afvalstoffen na, de belangrijkste activiteit van de Intercommunale Vereniging Hooge Maey. Teneinde deze productie te kunnen handhaven zal de intercommunale in 2012 investeren in een nieuw gasonttrekkingsnetwerk. Verder is, bij aanleg van de eindafdek, rekening gehouden met een mogelijke uitdroging van het stortmassief en zijn hiervoor de nodige voorzieningen aangelegd.
46
De waterzuiveringsinstallatie beschikt over een vergunning voor het zuiveren van eigen afvalwater en afvalwater dat extern aangevoerd wordt. De vergunningstermijn loopt tot 28 september 2026. In 2011werd 24.115 ton extern geproduceerd afvalwater in de installatie van de Hooge Maey gezuiverd. Het vertegenwoordigt een omzet van 239.921 euro.
J A A R V E R S L A G
2011 De eindafdek werd eind 2011 voltooid. Enkel werken die leiden tot een verbeterde waterhuishouding zijn nu nog nodig. De kosten voor het plaatsen van de definitieve eindafdek op de zone C bedroeg in 2011 1.384.783 euro. De opbrengsten die ontvangen zijn voor gronden die aangevoerd worden in het kader van de eindafdek zone C bedroegen 347.230 euro. Op basis van grondwater monitoring toonden metingen geen relevante verontreinigingen die verband houden met de activiteiten van de stortplaats. De intercommunale investeerde het afgelopen jaar voor 350.000 euro door op de flanken van de stortplaats 550 m² zonnepanelen te installeren. Deze hernieuwbare energiebron levert elektriciteit voor een twintigtal gezinnen. Onder de naam MIP2 stelt de Vlaamse Overheid middelen ter beschikking voor het nemen van initiatieven in de “groene economie”. In het bijzonder mikt MIP2 op het sluiten van materiaal- kringlopen volgens de cradle-to-cradle filosofie (C2C) en op de ontwikkeling van nieuwe technologieën voor slimme energieopwekking. Met 7 partners, onderzoeksinstellingen en bedrijven, wordt op de terreinen van de intercommunale vereniging Hooge Maey onder de naam “ALCHEMIS” het telen van algen in bioreactoren onderzocht, met als doel de haalbaarheid aan te tonen van algenkweek op emissies met productie van waardevolle producten als gevolg. Gezien de intercommunale in de loop der jaren heel wat knowhow opgedaan op vlak van stortplaatstechnologie werd nagegaan op welke wijze deze technologie ten dienste kan gesteld worden van ontwikkelingslanden Een procedure bij de UNFCCC (United Framework Convention for Climate Change) maakt het mogelijk een transfer van technologie te verwezenlijken en deze inspanningen en investeringen te laten vergoeden door de opbrengst van “Carbon Credits”. De Intercommunale Vereniging Hooge Maey heeft met de stad Chaohu in China een overeenkomst afgesloten en een privé-investeerder gezocht om samen met de lokale overheid een project uit te werken. De stad Hamburg kreeg de titel European Green Capital 2011 (Groene Hoofdstad) en reed van het voorjaar tot het najaar met de mobiele tentoonstelling ‘Train of Ideas’ door 18 Europese steden. De laatste halte was in het Centraal Station van Antwerpen waar 3 duurzame projecten uit de Antwerpse regio in de kijker werden geplaatst. De ombouw van stortplaats Hooge Maey tot groene energiecentrale was er één van. De toekomstige activiteiten en de strategie samen met de begroting 2012 van de intercommunale werden op de Buitengewone Algemene Vergadering van 22 december 2011 voorgesteld.
47
ECONOMIE - 5. verslag raad van bestuur
In 2011 bedroegen de bedrijfsopbrengsten 10.259.094 euro. Het balanstotaal bedraagt 42.038.232,26 euro. Het resultaat na belasting is 2.462.065,33 euro. Rekening houdend met de overgedragen winst van het vorige boekjaar, die 14.391.202,97 euro bedroeg, bedraagt de te bestemmen winst 16.853.268,30 euro. Er is geen toevoeging tot de wettelijke reserve, immers de verplichting tot deze afneming houdt op wanneer dit reservefonds één tiende van het vaste gedeelte van het kapitaal heeft bereikt. Wij vragen u, geachte vergadering, de cijfers te willen goedkeuren zoals deze vandaag worden voorgelegd en het saldo van de winst als volgt te bestemmen: Toevoeging aan de wettelijke reserve: Vergoeding van het kapitaal Over te dragen winst: Totaal van de te bestemmen winst:
0,00 euro 1.758.827,99 euro 15.094.440,31 euro 16.853.268,30 euro
De raad van bestuur stelt voor om voor het gedeelte van het variabele deel van het kapitaal dat in overeenstemming met artikel 8 van de statuten de inbreng van de gebruiksrechten vertegenwoordigt, en vertegenwoordigd wordt door de aandelen R, terug te storten naar de aandeelhouders op basis van de geboekte afschrijvingen op de corresponderende activa,die overeenkomt met 238.458,37 euro. In overeenstemming met de wettelijke bepalingen verzoeken de bestuurders en commissaris de vennoten om kwijting, de bestuurders van hun beheer en de commissaris voor hun controle, tijdens het boekjaar 2011. De raad van bestuur bevestigt dat tijdens het boekjaar 2011 er geen bestuurders aanwezig waren tijdens beraadslagingen of bij het nemen van beslissingen waar op grond van artikel 51 van het Decreet van 6 juli houdende de intergemeentelijke samenwerking, één of meerdere bestuurders een tegenstrijdig belang meedeelden.
48
J A A R V E R S L A G
2011 Tot slot houdt de raad van bestuur eraan de medewerkers te danken voor hun positieve inzet en hoopt verder op hen een beroep te kunnen doen tijdens het volgende boekjaar. De raad van bestuur stelt dan ook de agenda op voor de jaarvergadering welke zal gehouden worden op donderdag 21 juni 2012 om 17.30 uur in het provinciehuis, Koningin Elisabethlei 22 te 2000 Antwerpen, als volgt: 1. Goedkeuring van het verslag van de Raad van Bestuur aan de jaarvergadering 2012. 2. Kennisname van het verslag van de commissaris 3. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 2011 4. Kwijting aan de bestuurders (voor hun beheer) en aan de commissaris (voor zijn controle) tijdens het boekjaar 2011 5. Ontslag en benoeming bestuurders 6. Vaststelling van het basistarief per ton exclusief BTW, waaraan restafval zal aanvaard worden Hoogachtend, Antwerpen, 15 maart 2012 Namens de raad van bestuur in opdracht,
Theo Wampers Geert Maes Guy Lauwers Secretaris Bestuurder Voorzitter
49
EC ON OM I E
6. Jaarrekening
50
J A A R V E R S L A G
2011
51
ECONOMIE - 6. jaarrekening
40
Nr. 0464.834.688
NAT. Datum neerlegging
Blz.
1
EUR
E.
VOL 1.1
D.
JAARREKENING IN EURO (2 decimalen) NAAM:
INTERCOMMUNALE VERENIGING HOOGE MAEY
Rechtsvorm: CVBA Adres: Moerstraat
Nr.: 99
Postnummer: 2030
Gemeente: Antwerpen 3
Land: België Rechtspersonenregister (RPR) - Rechtbank van Koophandel van Antwerpen Internetadres *: Ondernemingsnummer DATUM
10/12/2008
0464.834.688
van de neerlegging van de oprichtingsakte OF van het recentste stuk dat de datum van
bekendmaking van de oprichtingsakte en van de akte tot statutenwijziging vermeldt. JAARREKENING goedgekeurd door de algemene vergadering van
21/06/2012
met betrekking tot het boekjaar dat de periode dekt van
1/01/2011
tot
31/12/2011
Vorig boekjaar van
1/01/2010
tot
31/12/2010
De bedragen van het vorige boekjaar zijn
/
zijn niet ** identiek met die welke eerder openbaar werden gemaakt.
VOLLEDIGE LIJST met naam, voornamen, beroep, woonplaats (adres, nummer, postnummer en gemeente) en functie in de onderneming, van de BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN Coolsaet Ann Jan van Rijswijcklaan 202 , 2020 Antwerpen 2, België Functie : Bestuurder
Wens Freddy Hendrik Kanorastraat 10 , 2180 Ekeren (Antwerpen), België Functie : Bestuurder
Hellemans Jozef Leopoldstraat 138 , 2570 Duffel, België Functie : Bestuurder
Tobback Marc Hondiuslaan 73 , 2570 Duffel, België Functie : Bestuurder
Zijn gevoegd bij deze jaarrekening: 37 Nummers van de secties van het standaardmodel die niet werden neergelegd Totaal aantal neergelegde bladen: omdat ze niet dienstig zijn: 5.1, 5.2.3, 5.2.4, 5.3.4, 5.3.5, 5.3.6, 5.4.1, 5.4.2, 5.5.1, 5.5.2, 5.8, 5.16, 5.17.2, 8, 9
52
Handtekening (naam en hoedanigheid)
Handtekening (naam en hoedanigheid)
Geert Maes
Lauwers Guy
Bestuurder
Voorzitter van de raad van bestuur
* Facultatieve vermelding. ** Schrappen wat niet van toepassing is.
J A A R V E R S L A G
Nr.
0464.834.688
2011 VOL 1.1
LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde) Van Thillo Ronny Pioenlaan 2 , 2950 Kapellen (Antw.), België Functie : Afgevaardigde met raadgevende stem
Giart Jozef Beuksheuvel 107 , 2570 Duffel, België Functie : Afgevaardigde met raadgevende stem
Bresseleers Tony Smoutakker 76 , 2940 Stabroek, België Functie : Bestuurder
Maes Geert Hondshoek 15 , 2820 Bonheiden, België Functie : Bestuurder
Kennis Karin Asterlaan 10 , 2950 Kapellen (Antw.), België Functie : Bestuurder
Franssens Danny Veldstraat 18 , 2940 Stabroek, België Functie : Bestuurder
Hanswijk Monique 's Hertogendyk 168 , 2940 Stabroek, België Functie : Bestuurder
Lauwers Guy Beatrijslaan 80 , 2050 Antwerpen 5, België Functie : Voorzitter van de raad van bestuur
Citak Yeliz Caronstraat 62 , 2660 Hoboken (Antwerpen), België Functie : Bestuurder
53
2/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
0464.834.688
VOL 1.1
LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde) De Preter René Florent Pauwelslei 20 , 2100 Deurne (Antwerpen), België Functie : Bestuurder
Anseeuw Chris Lange Van Ruusbroecstraat 112 , 2018 Antwerpen 1, België Functie : Bestuurder
Hendrickx Karel Cecilianenstraat 22 , 2040 Berendrecht, België Functie : Bestuurder
Van Berlo Luc Van den Weyngaertplein 40 , 2180 Ekeren (Antwerpen), België Functie : Bestuurder
Konings Dirk Over d'Aa 191 , 2910 Essen, België Functie : Bestuurder
Den Abt Lea Lindelei 115 , 2630 Aartselaar, België Functie : Bestuurder Mandaat : 1/01/2009 Röttger Rik Tuyaertsstraat 47 , 2850 Boom, België Functie : Bestuurder
Top Ergün Brederodestraat 146 , 2018 Antwerpen 1, België Functie : Bestuurder
54
3/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 1.1
0464.834.688
LIJST VAN DE BESTUURDERS, ZAAKVOERDERS EN COMMISSARISSEN (vervolg van de vorige bladzijde) RSM InterAudit
CVBA
0436.391.122
Posthofbrug 10 , bus B4, 2600 Berchem (Antwerpen), België Functie : Commissaris, Lidmaatschapsnummer : B00091 Mandaat : 16/06/2011- 19/06/2014 Vertegenwoordigd door : De Witte Kurt Ir.Haesaertslaan 11 , 2650 Edegem, België Bedrijfsrevisor Lidmaatschapsnummer : AO1746 Schelfhout Frank Platte heegtestraat 50 , 2880 Bornem, België Functie : Bestuurder
55
4/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 1.2
0464.834.688
VERKLARING BETREFFENDE EEN AANVULLENDE OPDRACHT VOOR NAZICHT OF CORRECTIE Het bestuursorgaan verklaart dat geen enkele opdracht voor nazicht werd gegeven aan iemand die daar wettelijk niet toe gemachtigd is met toepassing van de artikelen 34 en 37 van de wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. De jaarrekening werd commissaris is.
/ werd niet* geverifieerd of gecorrigeerd door een externe accountant of door een bedrijfsrevisor die niet de
In bevestigend geval, moeten hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van elke externe accountant of bedrijfsrevisor en zijn lidmaatschapsnummer bij zijn Instituut, evenals de aard van zijn opdracht: A. B. C. D.
Het voeren van de boekhouding van de onderneming **, Het opstellen van de jaarrekening **, Het verifiëren van de jaarrekening en/of Het corrigeren van de jaarrekening.
Indien taken bedoeld onder A. of onder B. uitgevoerd zijn door erkende boekhouders of door erkende boekhouders-fiscalisten, kunnen hierna worden vermeld: naam, voornamen, beroep en woonplaats van alle erkende boekhouder of erkende boekhouderfiscalist en zijn lidmaatschapsnummer bij het Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten, evenals de aard van zijn opdracht. Naam, voornamen, beroep en woonplaats
Lidmaatschapsnummer
Aard van de opdracht (A, B, C en/of D)
56 * Schrappen wat niet van toepassing is. ** Facultatieve vermelding.
5/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 2.1
0464.834.688
BALANS NA WINSTVERDELING
Toel.
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
ACTIVA VASTE ACTIVA ...................................................................... Oprichtingskosten ................................................................. ..... Immateriële vaste activa ........................................................ .............. Materiële vaste activa ............................................................ .......... Terreinen en gebouwen ....................................................
20/28 5.1
20
5.2
21
5.3
22/27
30.937.967,89
32.260.007,42
24.779.191,85
25.354.175,08
6.158.621,67
6.905.677,97
22
5.579.272,58
6.583.717,45
Installaties, machines en uitrusting ...................................
23
533.107,73
245.459,02
Meubilair en rollend materieel ...........................................
24
46.241,36
76.501,50
Leasing en soortgelijke rechten ........................................
25
Overige materiële vaste activa .........................................
26
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen ...........................
27
Financiële vaste activa .......................................................... ......... Verbonden ondernemingen ..............................................
5.4/ 5.5.1
28
5.14
280/1
Deelnemingen ............................................................
280
Vorderingen ................................................................
281
Ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat ..............................................................................
5.14
282
Vorderingen ................................................................
283 284/8
Aandelen ....................................................................
284
Vorderingen en borgtochten in contanten ...................
285/8
VLOTTENDE ACTIVA ............................................................. ...... Vorderingen op meer dan één jaar ....................................... ............................ Handelsvorderingen ....................................................
29/58
154,37 11.100.264,37
154,37 154,37 10.326.357,34
290 291
Voorraden en bestellingen in uitvoering ............................ ............................ Voorraden ......................................................................... ........... Grond- en hulpstoffen .................................................
3 30/36 30/31
Goederen in bewerking ...............................................
32
Gereed product ...........................................................
33
Handelsgoederen ........................................................
34
Onroerende goederen bestemd voor verkoop .............
35
Vooruitbetalingen .......................................................
36
Bestellingen in uitvoering ..................................................
37
Vorderingen op ten hoogste één jaar ................................... ................................ Handelsvorderingen .......................................................... Geldbeleggingen ...................................................................
154,37
29
Overige vorderingen ...................................................
Overige vorderingen ..........................................................
154,37
282/3
Deelnemingen ............................................................ Andere financiële vaste activa ...........................................
154,37
40/41
5.5.1/ 5.6
2.043.682,21
2.088.987,08
40
1.611.996,60
1.692.497,97
41
431.685,61
396.489,11
50/53
4.156.264,58
6.819.498,91
Eigen aandelen .................................................................
50
Overige beleggingen .........................................................
51/53
Liquide middelen ...................................................................
54/58
4.329.826,94
1.157.506,90
490/1
570.490,64
260.364,45
20/58
42.038.232,26
42.586.364,76
Overlopende rekeningen ....................................................... ............
TOTAAL DER ACTIVA ..................................................... ..............
5.6
4.156.264,58
6.819.498,91
6/37
57
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 2.2
0464.834.688
PASSIVA EIGEN VERMOGEN ............................................................... ....... Kapitaal .................................................................................. ............ Geplaatst kapitaal ............................................................. Niet-opgevraagd kapitaal .................................................. Uitgiftepremies ...................................................................... Herwaarderingsmeerwaarden ............................................... ....................... Reserves ................................................................................. ............ Wettelijke reserve............................................................. Onbeschikbare reserves .................................................. Voor eigen aandelen .................................................. Andere ....................................................................... Belastingvrije reserves ...................................................... Beschikbare reserves ....................................................... Overgedragen winst (verlies) ......................................(+)/(-) Kapitaalsubsidies .................................................................. .... Voorschot aan de vennoten op de verdeling van het netto-actief ............................................................................. ................. VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN ......... ......... Voorzieningen voor risico's en kosten ................................ ......... ................................ Pensioenen en soortgelijke verplichtingen ........................ ......... .............................. ......... Belastingen ....................................................................... ......... Grote herstellings- en onderhoudswerken ......................... ......... ......... Overige risico's en kosten ................................................. ......... Uitgestelde belastingen ........................................................ ......... ........... .... SCHULDEN ............................................................................ ........ Schulden op meer dan één jaar ............................................ ....................... Financiële schulden ..........................................................
Toel. 5.7
29.913.085,52
10 100 101 11 12 13 130 131 1310 1311 132 133
14.603.968,13 22.040.773,87 7.436.805,74
14.842.426,50 22.279.232,24 7.436.805,74
12.149,72 667.306,33 667.306,33
12.149,72 667.306,33 667.306,33
15.094.440,31
14.391.202,97
16
8.161.474,28
9.546.257,13
160/5
8.161.474,28
9.546.257,13
14 15 19
160 161 162 5.8
8.161.474,28
9.546.257,13
163/5 168 17/49
5.9
3.498.893,49
3.127.022,11
3.354.042,39
2.915.016,59
17 170/4 170 171
Leasingschulden en soortgelijke schulden ..................
172
Kredietinstellingen ......................................................
173
Overige leningen ........................................................
174
Handelsschulden ..............................................................
175
Leveranciers ...............................................................
1750
Te betalen wissels ......................................................
1751
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen ....................
176
Overige schulden ..............................................................
178/9 42/48 5.9
42 43
Financiële schulden ......................................................... Kredietinstellingen .......................................................
430/8
Overige leningen .........................................................
439 44
Handelsschulden ............................................................... Leveranciers ...............................................................
440/4
Te betalen wissels ......................................................
441
1.210.045,29 1.210.045,29
1.127.422,37 1.127.422,37
46
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen .................... 5.9
45
200.601,35
Belastingen .................................................................
450/3
Bezoldigingen en sociale lasten ..................................
454/9
4.394,29
Overige schulden ..............................................................
47/48
1.943.395,75
Overlopende rekeningen ....................................................... ............ TOTAAL DER PASSIVA ................................................... ................
Vorig boekjaar
30.377.864,49
Niet-achtergestelde obligatieleningen .........................
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten ..............................................................
Boekjaar
10/15
Achtergestelde leningen ..............................................
Schulden op ten hoogste één jaar ........................................ ........................... Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen ............................................................................
58
Codes
5.9
196.207,06
289.375,61 289.375,61 1.498.218,61
492/3
144.851,10
212.005,52
10/49
42.038.232,26
42.586.364,76 7/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 3
0464.834.688
RESULTATENREKENING Bedrijfsopbrengsten .............................................................. ............. Omzet ..............................................................................
Toel.
70/74 5.10
Voorraad goederen in bewerking en gereed product en bestellingen in uitvoering: toename (afname) ............(+)/(-)
70
74 60/64
Aankopen .....................................................................
600/8
Voorraad: afname (toename) .............................(+)/(-)
609 61 5.10
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa ................................................................................
9.160.573,84
3.826.035,66
3.210.249,36
6.433.058,55
5.950.324,48
8.154.310,55
8.033.376,65
4.718.662,82
4.594.437,64
1.686.116,47
1.626.789,77
62 630
Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (terugnemingen) ........................................................(+)/(-)
Andere bedrijfskosten ........................................................
Vorig boekjaar
60
Diensten en diverse goederen ...........................................
Voorzieningen voor risico's en kosten: toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) ..............................(+)/(-)
10.259.094,21
72 5.10
Bedrijfskosten ........................................................................ ... Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen ...........................
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen ............(+)/(-)
Boekjaar
71
Geproduceerde vaste activa .............................................. Andere bedrijfsopbrengsten ...............................................
Codes
631/4
24.826,74
5.10
635/7
-1.384.782,85
-1.123.070,99
5.10
640/8
3.109.487,37
2.935.220,23
Als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten ............................................................................ (-)
649
Bedrijfswinst (Bedrijfsverlies) .......................................(+)/(-)
9901
Financiële opbrengsten ......................................................... ................ Opbrengsten uit financiële vaste activa .............................
75
2.104.783,66
1.127.197,19
375.385,05
71.222,50
750 751
Opbrengsten uit vlottende activa ....................................... Andere financiële opbrengsten .........................................
5.11
752/9
Financiële kosten .................................................................. . Kosten van schulden ........................................................
5.11
65
20.447,40
3.540,27
354.937,65
67.682,23
12.467,79
36.993,88
650
Waardeverminderingen op vlottende activa andere dan voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen: toevoegingen (terugneming) .................(+)/(-)
651
Andere financiële kosten ...................................................
652/9
12.467,79
36.993,88
Winst (Verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening voor belasting ....................................................................... (+)/(-)
9902
2.467.700,92
1.161.425,81
59
8/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 3
0464.834.688 Toel.
Uitzonderlijke opbrengsten ................................................... ................... Terugneming van afschrijvingen en van waardeverminderingen op immateriële en materiële vaste activa .......................................................................
Codes 76
761
Terugneming van voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten ..............................................................
762
Meerwaarde bij de realisatie van vaste activa ...................
763
Andere uitzonderlijke opbrengsten ....................................
764/9
Uitzonderlijke kosten .......................................................... ............ Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa .......................................................................
Vorig boekjaar 3.374,18
750,00
3.374,18
66
660
Waardeverminderingen op financiële vaste activa ............
661
Voorzieningen voor uitzonderlijke risico's en kosten Toevoegingen (bestedingen) ....................................(+)/(-)
662
Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa ..............
663 5.11
Als herstructureringskosten geactiveerde uitzonderlijke kosten ......................................................................... (-)
664/8 669
Winst (Verlies) van het boekjaar voor belasting ..........(+)/(-)
9903
Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen .................... .................... Overboeking naar de uitgestelde belastingen ..................... .................... ..................... ......... Belastingen op het resultaat ........................................(+)/(-) ..................... ....... Belastingen ......................................................................
780
Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen .........................................
750,00
760
Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa .......................................................................
Andere uitzonderlijke kosten .............................................
Boekjaar
2.468.450,92
1.164.799,99
680 5.12
67/77 670/3
6.385,59 6.385,59
1.771,72 1.771,72
77
Winst (Verlies) van het boekjaar ....................................(+)/(-)
9904
Onttrekking aan de belastingvrije reserves ......................... ......................... Overboeking naar de belastingvrije reserves ....................... .................... ....................... Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar ..........(+)/(-) ....................... .
789
2.462.065,33
1.163.028,27
2.462.065,33
1.163.028,27
689 9905
60
9/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 4
0464.834.688
RESULTAATVERWERKING Codes Te bestemmen winst (verlies) ............................................................(+)/(-)
9906
Te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar ..............................(+)/(-)
(9905)
Overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar ....................(+)/(-)
14P
Onttrekking aan het eigen vermogen ........................................................ ............. aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies .............................................. aan de reserves ...................................................................................... Toevoeging aan het eigen vermogen ......................................................... ............ aan het kapitaal en aan de uitgiftepremies .............................................
Boekjaar 16.853.268,30
Vorig boekjaar 15.721.958,00
2.462.065,33
1.163.028,27
14.391.202,97
14.558.929,73
791/2 791 792 691/2 691
aan de wettelijke reserves ......................................................................
6920
aan de overige reserves ........................................................................
6921
Over te dragen winst (verlies) ..........................................................(+)/(-)
(14)
Tussenkomst van de vennoten in het verlies ............................................ ......................... Uit te keren winst ........................................................................................ ............. Vergoeding van het kapitaal ....................................................................
794 694/6 694
Bestuurders of zaakvoerders ...................................................................
695
Andere rechthebbenden .........................................................................
696
15.094.440,31
1.758.827,99 1.758.827,99
14.391.202,97
1.330.755,03 1.330.755,03
61
10/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.2.1
0464.834.688
STAAT VAN DE IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
KOSTEN VAN ONDERZOEK EN ONTWIKKELING Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ...................................... ................................ Mutaties tijdens het boekjaar
8051P
Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa ............
8021
Overdrachten en buitengebruikstellingen ..................................................
8031
Overboeking van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8041
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ...................................... ................................
8051
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... Mutaties tijdens het boekjaar ...... ...... Geboekt ..................................................................................................... ...... Teruggenomen........................................................................................... ...... ...... Verworven van derden .............................................................................. ...... Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ............................. ...... ...... Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-) ...... Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar .... ...... ...... ...... NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR .......................... ...... .......................... .................. ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .
8121P 8071
xxxxxxxxxxxxxxx
147.596,43
147.596,43 xxxxxxxxxxxxxxx
134.322,55
8.065,07
8081 8091 8101 8111 8121 210
142.387,62 5.208,81
62
11/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 5.2.2
0464.834.688
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, KNOWHOW, MERKEN EN SOORTGELIJKE RECHTEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ...................................... ................................ Mutaties tijdens het boekjaar
8052P
Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa ............
8022
Overdrachten en buitengebruikstellingen ..................................................
8032
Overboeking van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8042
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ...................................... ......................................
8052
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... Mutaties tijdens het boekjaar ...... ...... Geboekt ..................................................................................................... ...... Teruggenomen .......................................................................................... ...... ...... Verworven van derden .............................................................................. ...... Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ............................. ...... ...... Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-) ...... Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar .... ...... ...... ...... NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR .......................... ...... .......................... .................. ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .
8122P 8072
xxxxxxxxxxxxxxx
48.335.942,13
10.585,36
48.346.527,49 xxxxxxxxxxxxxxx
22.995.040,93
577.503,52
8082 8092 8102 8112 8122
23.572.544,45
211
24.773.983,04
63
12/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.3.1
0464.834.688
STAAT VAN DE MATERIËLE VASTE ACTIVA Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
TERREINEN EN GEBOUWEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ....................................... ............................... Mutaties tijdens het boekjaar
8191P
Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa ............
8161
Overdrachten en buitengebruikstellingen ..................................................
8171
Overboeking van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8181
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ....................................... ............................... Meerwaarde per einde van het boekjaar ...................................................... ................ Mutaties tijdens het boekjaar
8191 8251P
Geboekt .....................................................................................................
8211
Verworven van derden ..............................................................................
8221
Afgeboekt .................................................................................................
8231
Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8241
Meerwaarde per einde van het boekjaar ..................................................... .................
8251
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... Mutaties tijdens het boekjaar ...... ...... Geboekt ..................................................................................................... ...... ...... Teruggenomen .......................................................................................... ...... Verworven van derden .............................................................................. ...... ...... Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ............................. ...... Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-) ...... Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... ...... ...... ...... NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR .......................... ...... ...... .......................... ...... .................. .......
8321P
8271
xxxxxxxxxxxxxxx
11.728.265,73
23.269,55 11.704.996,18 xxxxxxxxxxxxxxx
5.139,35
5.139,35 xxxxxxxxxxxxxxx
5.149.687,63
981.175,32
8281 8291 8301 8311 8321
6.130.862,95
(22)
5.579.272,58
...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .
64
13/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 5.3.2
0464.834.688
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ..................................... ................................. Mutaties tijdens het boekjaar
8192P
Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa ............
8162
Overdrachten en buitengebruikstellingen ..................................................
8172
Overboeking van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8182
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ....................................... ............................... Meerwaarde per einde van het boekjaar ...................................................... ................ Mutaties tijdens het boekjaar
8192 8252P
Geboekt .....................................................................................................
8212
Verworven van derden ..............................................................................
8222
Afgeboekt .................................................................................................
8232
Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8242
Meerwaarde per einde van het boekjaar ........................................................ ..............
8252
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... ...... Mutaties tijdens het boekjaar ...... Geboekt ..................................................................................................... ...... ...... Teruggenomen .......................................................................................... ...... Verworven van derden .............................................................................. ...... ...... Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ............................. ...... Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-) ...... ...... Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... ...... ...... NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR .......................... ...... ...... .......................... ...... .................. ....... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .
8322P
8272
xxxxxxxxxxxxxxx
608.979,32
375.914,05
984.893,37 xxxxxxxxxxxxxxx
3.533,20
3.533,20 xxxxxxxxxxxxxxx
367.053,50
88.265,34
8282 8292 8302 8312 8322
455.318,84
(23)
533.107,73
65
14/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.3.3
0464.834.688
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ..................................... ................................. Mutaties tijdens het boekjaar
8193P
Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa ............
8163
Overdrachten en buitengebruikstellingen ..................................................
8173
Overboeking van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8183
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ...................................... ................................ Meerwaarde per einde van het boekjaar ...................................................... ................ Mutaties tijdens het boekjaar
8193 8253P
Geboekt .....................................................................................................
8213
Verworven van derden ..............................................................................
8223
Afgeboekt .................................................................................................
8233
Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8243
Meerwaarde per einde van het boekjaar ........................................................ ..............
8253
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... Mutaties tijdens het boekjaar ...... ...... Geboekt ..................................................................................................... ...... ...... Teruggenomen .......................................................................................... ...... Verworven van derden .............................................................................. ...... ...... Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen ............................. ...... Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-) ...... Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar ...... ...... ...... ...... ...... NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR .......................... ...... ...... .......................... ...... .................. .......
8323P
8273
xxxxxxxxxxxxxxx
351.819,85
847,08
352.666,93 xxxxxxxxxxxxxxx
2.915,80
2.915,80 xxxxxxxxxxxxxxx
278.234,15
31.107,22
8283 8293 8303 8313 8323
309.341,37
(24)
46.241,36
...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... ...... .
66
15/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 5.4.3
0464.834.688
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
ANDERE ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ....................................... ............................... Mutaties tijdens het boekjaar
8393P
Aanschaffingen........................................................................................... . Overdrachten en buitengebruikstellingen ..................................................
8363
Overboeking van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8383
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar ....................................... ............................... Meerwaarde per einde van het boekjaar ...................................................... ................ Mutaties tijdens het boekjaar
8393
8373
8453P
Geboekt .....................................................................................................
8413
Verworven van derden ..............................................................................
8423
Afgeboekt .................................................................................................
8433
Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8443
Meerwaarde per einde van het boekjaar ........................................................ ..............
8453
Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..................................... ..................................... Mutaties tijdens het boekjaar .................
8523P
Geboekt .....................................................................................................
8473
Teruggenomen ..........................................................................................
8483
Verworven van derden ..............................................................................
8493
Afgeboekt na overdrachten en buitengebruikstellingen .............................
8503
Overgeboekt van een post naar een andere .....................................(+)/(-)
8513
Waardeverminderingen per einde van het boekjaar ..................................... ..................................... ................. Niet-opgevraagde bedragen per einde van het boekjaar ..............................
xxxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxxxxxxx
8523
8553P .............................. Mutaties tijdens het boekjaar ...............................................................(+)/(-) .............................. 8543 . Niet-opgevraagde bedragen per einde van het boekjaar .............................. 8553 .............................. .............................. NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR ........................... (284) . ........................... ........................... .......... NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR ........................... 285/8P ........................... Mutaties tijdens het boekjaar ........................... .......... 8583 Toevoegingen ............................................................................................
xxxxxxxxxxxxxxx
ANDERE ONDERNEMINGEN - VORDERINGEN
Terugbetalingen..........................................................................................
8593
Geboekte waardeverminderingen ..............................................................
8603
Teruggenomen waardeverminderingen .....................................................
8613
Wisselkoersverschillen .....................................................................(+)/(-)
8623
Overige mutaties ..............................................................................(+)/(-)
8633
NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR ........................... (285/8) ........................... GECUMULEERDE WAARDEVERMINDERINGEN OP VORDERINGEN PER ........................... 8653 EINDE BOEKJAAR ......................................................................................... .......... ..
xxxxxxxxxxxxxxx
154,37
154,37
67
16/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.6
0464.834.688
GELDBELEGGINGEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN (ACTIVA) Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
OVERIGE GELDBELEGGINGEN Aandelen ................................................................................................................... . Boekwaarde verhoogd met het niet-opgevraagde bedrag ..................................... Niet-opgevraagd bedrag ........................................................................................
51 8681 8682
Vastrentende effecten .............................................................................................. ...................... Vastrentende effecten uitgegeven door kredietinstellingen ...................................
52
Termijnrekeningen bij kredietinstellingen .............................................................. ...................................................... Met een resterende looptijd of opzegtermijn van
53
8684
hoogstens één maand ....................................................................................
8686
meer dan één maand en hoogstens één jaar ..................................................
8687
meer dan één jaar ...........................................................................................
8688
Hierboven niet-opgenomen overige geldbeleggingen ........................................... ........................................... ..............................
8689
4.156.264,58
6.819.498,91 Boekjaar
OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. Verkregen opbrengsten electriciteit
496.077,41
68
17/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 5.7
0464.834.688
STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR Codes
Boekjaar
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar.......................................................
100P
XXXXXXXXXXXXXX
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar........................................................
(100)
STAAT VAN HET KAPITAAL
Vorig boekjaar
Maatschappelijk kapitaal
Codes
22.279.232,24
22.040.773,87 Bedragen
Aantal aandelen
Wijzigingen tijdens het boekjaar Terugstorting kapitaal volgens algemene vergadering van 21juni 2011
-238.458,37
9.620
Samenstelling van het kapitaal Soorten aandelen aandelen S
9.915.740,99
400.000
aandelen R
12.125.032,87
489.122 889.122
Aandelen op naam.................................................................................................
8702
XXXXXXXXXXXXXX
Aandelen aan toonder en/of gedematerialiseerde aandelen...................................
8703
XXXXXXXXXXXXXX
Codes
Niet-opgevraagd bedrag
Niet-gestort kapitaal Niet-opgevraagd kapitaal ......................................................................................
(101)
Opgevraagd, niet-gestort kapitaal .........................................................................
8712
7.436.805,74
Opgevraagd, niet-gestort bedrag XXXXXXXXXXXXXX
XXXXXXXXXXXXXX
Aandeelhouders die nog moeten volstorten Variabel kapitaal (bij oprichting 300 mio bef)
7.436.805,74
Codes
Boekjaar
Eigen aandelen Gehouden door de vennootschap zelf Kapitaalbedrag .............................................................................................................................. .......................... ......... Aantal aandelen .............................................................................................................................. .......................... ......... Gehouden door haar dochters .......................... .................. Kapitaalbedrag ................................................................................................................................ ....... Aantal aandelen .............................................................................................................................. .........
8721 8722 8731 8732
Verplichtingen tot uitgifte van aandelen Als gevolg van de uitoefening van CONVERSIERECHTEN Bedrag van de lopende converteerbare leningen ............................................................................. .......................................................... Bedrag van het te plaatsen kapitaal ................................................................................................ ....................................... Maximum aantal uit te geven aandelen ........................................................................................... ............................................ Als gevolg van de uitoefening van INSCHRIJVINGSRECHTEN
8740
Aantal inschrijvingsrechten in omloop ............................................................................................. .......................................... Bedrag van het te plaatsen kapitaal ................................................................................................ ....................................... Maximum aantal uit te geven aandelen ............................................................................................ ...........................................
8745
Toegestaan, niet-geplaatst kapitaal ......................................................................................................... ..............................
8741 8742
8746 8747 8751
69
18/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.7
0464.834.688
STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR Codes
Boekjaar
Aandelen buiten kapitaal Verdeling Aantal aandelen .............................................................................................................................. ......... Daaraan verbonden stemrecht ....................................................................................................... ................................ Uitsplitsing van de aandeelhouders
8761
Aantal aandelen gehouden door de vennootschap zelf ................................................................... ................................................................... Aantal aandelen gehouden door haar dochters ............................................................................... . ........................................................
8771
8762
8781
70
19/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
0464.834.688
2011 VOL 5.9
STAAT VAN DE SCHULDEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN (PASSIVA) UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAARGELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD
Codes
Boekjaar
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden ...................................................................................................................................
8801
Achtergestelde leningen .....................................................................................................................
8811
Niet-achtergestelde obligatieleningen .................................................................................................
8821
Leasingschulden en soortgelijke schulden .........................................................................................
8831
Kredietinstellingen ...............................................................................................................................
8841
Overige leningen ................................................................................................................................
8851
Handelsschulden ...................................................................................................................................... . Leveranciers .......................................................................................................................................
8861
Te betalen wissels .............................................................................................................................
8881
8871
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen ............................................................................................
8891
Overige schulden ......................................................................................................................................
8901
Totaal der schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen ..................................... ................................
(42)
Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar doch hoogstens 5 jaar Financiële schulden ...................................................................................................................................
8802
Achtergestelde leningen .....................................................................................................................
8812
Niet-achtergestelde obligatieleningen .................................................................................................
8822
Leasingschulden en soortgelijke schulden .........................................................................................
8832
Kredietinstellingen ...............................................................................................................................
8842
Overige leningen ................................................................................................................................
8852
Handelsschulden ...................................................................................................................................... . Leveranciers .......................................................................................................................................
8862
Te betalen wissels .............................................................................................................................
8882
8872
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen ............................................................................................
8892
Overige schulden ......................................................................................................................................
8902
Totaal der schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar doch hoogstens 5 jaar .............................................................................................................................................................. .... Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar
8912
Financiële schulden ...................................................................................................................................
8803
Achtergestelde leningen .....................................................................................................................
8813
Niet-achtergestelde obligatieleningen .................................................................................................
8823
Leasingschulden en soortgelijke schulden .........................................................................................
8833
Kredietinstellingen ...............................................................................................................................
8843
Overige leningen ................................................................................................................................
8853
Handelsschulden ...................................................................................................................................... . Leveranciers .......................................................................................................................................
8863
Te betalen wissels .............................................................................................................................
8883
8873
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen ............................................................................................
8893
Overige schulden ......................................................................................................................................
8903
Totaal der schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar ....................................................... ....................................................... ........................................
8913
71
20/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.9
0464.834.688
GEWAARBORGDE SCHULDEN (begrepen in de posten 17 en 42/48 van de passiva)
Codes
Boekjaar
Door Belgische overheidsinstellingen gewaarborgde schulden Financiële schulden ...................................................................................................................................
8921
Achtergestelde leningen .....................................................................................................................
8931
Niet-achtergestelde obligatieleningen .................................................................................................
8941
Leasingschulden en soortgelijke schulden .........................................................................................
8951
Kredietinstellingen ...............................................................................................................................
8961
Overige leningen ................................................................................................................................
8971
Handelsschulden ...................................................................................................................................... . Leveranciers .......................................................................................................................................
8981
Te betalen wissels .............................................................................................................................
9001
8991
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen ............................................................................................
9011
Schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten ....................................................................
9021
Overige schulden ......................................................................................................................................
9051
Totaal door Belgische overheidsinstellingen gewaarborgde schulden .................................................... .................
9061
Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op activa van de onderneming Financiële schulden ...................................................................................................................................
8922
Achtergestelde leningen .....................................................................................................................
8932
Niet-achtergestelde obligatieleningen .................................................................................................
8942
Leasingschulden en soortgelijke schulden .........................................................................................
8952
Kredietinstellingen ...............................................................................................................................
8962
Overige leningen ................................................................................................................................
8972
Handelsschulden ...................................................................................................................................... . Leveranciers .......................................................................................................................................
8982
Te betalen wissels .............................................................................................................................
9002
8992
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen ............................................................................................
9012
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten ...............................................
9022
Belastingen..........................................................................................................................................
9032
Bezoldigingen en sociale lasten...........................................................................................................
9042
Overige schulden ......................................................................................................................................
9052
Totaal der schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden gesteld of onherroepelijk beloofd op activa van de onderneming ........................................................................................................................... .. SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN
9062
Belastingen (post 450/3 van de passiva) Vervallen belastingschulden ....................................................................................................................
9072
Niet-vervallen belastingschulden ...............................................................................................................
9073
Geraamde belastingschulden ....................................................................................................................
450
196.207,06
Bezoldigingen en sociale lasten (post 454/9 van de passiva) Vervallen schulden ten aanzien van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ............................................
9076
Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten .......................................................
9077
4.394,29
72
21/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
0464.834.688
OVERLOPENDE REKENINGEN
2011 VOL 5.9
Boekjaar
Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva indien daaronder een belangrijk bedrag voorkomt. Te betalen milieuheffingen
144.851,10
73
22/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.10
0464.834.688
BEDRIJFSRESULTATEN Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Netto-omzet
Uitsplitsing per bedrijfscategorie Uitsplitsing per geografische markt Andere bedrijfsopbrengsten Exploitatiesubsidies en vanwege de overheid ontvangen compenserende bedragen .............................................................................................................
740
BEDRIJFSKOSTEN
Werknemers waarvoor de onderneming een DIMONA-verklaring heeft ingediend of die zijn ingeschreven in het algemeen personeelsregister Totaal aantal op de afsluitingsdatum ..................................................................
9086
Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten ....................
9087
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren ..............................................................
9088
Personeelskosten Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen ...............................................
620
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen ................................................
621
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen .....................................
622
Andere personeelskosten ....................................................................................
623
Ouderdoms- en overlevingspensioenen ...............................................................
624
Voorzieningen voor pensioenen en soortgelijke verplichtingen Toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) ........................................ (+)/(-)
635
Waardeverminderingen Op voorraden en bestellingen in uitvoering Geboekt .........................................................................................................
9110
Teruggenomen ..............................................................................................
9111
Op handelsvorderingen Geboekt .........................................................................................................
9112
Teruggenomen ..............................................................................................
9113
24.826,74
Voorzieningen voor risico's en kosten Toevoegingen .....................................................................................................
9115
Bestedingen en terugnemingen ..........................................................................
9116
1.384.782,85
1.123.070,99
Bedrijfsbelastingen en -taksen .............................................................................
640
3.088.137,88
2.907.255,57
Andere ................................................................................................................
641/8
21.349,49
27.964,66
Andere bedrijfskosten
Uitzendkrachten en ter beschikking van de ondernemng gestelde personen Totaal aantal op de afsluitingsdatum ..................................................................
9096
1
Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten .........................................
9097
0,8
0,6
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren ..............................................................
9098
1.527
1.199
Kosten voor de onderneming ...............................................................................
617
62.127,83
36.774,58
74
23/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 5.11
0464.834.688
FINANCIËLE EN UITZONDERLIJKE RESULTATEN
FINANCIËLE RESULTATEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Andere financiële opbrengsten Door de overheid toegekende subsidies, aangerekend op de resultatenrekening Kapitaalsubsidies ..........................................................................................
9125
Interestsubsidies ...........................................................................................
9126
Uitsplitsing van de overige financiële opbrengsten meerwaarde op beleggingen ontvangen interesten Afschrijvingen van kosten bij uitgifte van leningen en van disagio .................... .................... Geactiveerde intercalaire interesten ..................................................................... .................... ..................... .................... Waardeverminderingen op vlottende activa ......... Geboekt ............................................................................................................... Teruggenomen ....................................................................................................
313.668,27
55.898,76
40.519,52
11.783,43
6501 6503 6510 6511
Andere financiële kosten Bedrag van het disconto ten laste van de onderneming bij de verhandeling van vorderingen ..................................................................................................
653
Voorzieningen met financieel karakter Toevoegingen ......................................................................................................
6560
Bestedingen en terugnemingen ...........................................................................
6561
Uitsplitsing van de overige financiële kosten
UITZONDERLIJKE RESULTATEN
Boekjaar
Uitsplitsing van de andere uitzonderlijke opbrengsten Uitsplitsing van de andere uitzonderlijke kosten
75
24/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.12
0464.834.688
BELASTINGEN EN TAKSEN Codes
BELASTINGEN OP HET RESULTAAT
Belastingen op het resultaat van het boekjaar .......................................................................................... ............................................. Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen ........................................................................... Geactiveerde overschotten van betaalde belastingen en voorheffingen ....................................................
9134
Boekjaar 6.385,59
9135 9136
Geraamde belastingsupplementen ...........................................................................................................
9137
Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren ................................................................................... .................................................... Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen ...................................................................................
9138
Geraamde belastingsupplementen of belastingen waarvoor een voorziening werd gevormd ...................
9140
6.385,59
9139
Belangrijkste oorzaken van de verschillen tussen de winst voor belastingen, zoals die blijkt uit de jaarrekening, en de geraamde belastbare winst
Invloed van de uitzonderlijke resultaten op de belastingen op het resultaat van het boekjaar
Codes
Boekjaar
Bronnen van belastinglatenties Actieve latenties ........................................................................................................................................
9141
Gecumuleerde fiscale verliezen die aftrekbaar zijn van latere belastbare winsten ...............................
9142
Andere actieve latenties Passieve latenties .....................................................................................................................................
9144
Uitsplitsing van de passieve latenties
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BELASTINGEN OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde Aan de onderneming (aftrekbaar) ........................................................................
9145
1.662.655,07
1.115.281,10
Door de onderneming ..........................................................................................
9146
605.105,96
1.951.492,19
Bedrijfsvoorheffing ...............................................................................................
9147
9.995,99
14.164,05
Roerende voorheffing ..........................................................................................
9148
6.385,59
72.042,64
Ingehouden bedragen ten laste van derden als
76
25/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
0464.834.688
2011 VOL 5.13
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Codes
DOOR DE ONDERNEMING GESTELDE OF ONHERROEPELIJK BELOOFDE PERSOONLIJKE ZEKERHEDEN ALS WAARBORG VOOR SCHULDEN OF VERPLICHTINGEN VAN DERDEN..
Boekjaar
9149
.. .. Door de onderneming geëndosseerde handelseffecten in omloop .............................................................. 9150 .. Door de onderneming getrokken of door aval getekende handelseffecten ................................................ 9151 .. Maximumbedrag ten belope waarvan andere verplichtingen van derden door de onderneming zijn .. 9153 gewaarborgd ............................................................................................................................................. .. .. .. ZAKELIJKE ZEKERHEDEN .. .. Zakelijke zekerheden die door de onderneming op haar eigen activa werden gesteld of .. onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen van de onderneming .. Hypotheken .. 9161 Boekwaarde van de bezwaarde activa ................................................................................................ .. .. 9171 Bedrag van de inschrijving .................................................................................................................. .. 9181 Pand op het handelsfonds - Bedrag van de inschrijving ............................................................................ .. .. 9191 Pand op andere activa - Boekwaarde van de in pand gegeven activa ...................................................... .. 3.500.000,00 .. Zekerheden op de nog door de onderneming te verwerven activa - Bedrag van de betrokken 9201 activa ........................................................................................................................................................ .. .. Zakelijke zekerheden die door de onderneming op haar eigen activa werden gesteld of .. onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden en verplichtingen van derden .. .. Hypotheken .. Boekwaarde van de bezwaarde activa ................................................................................................ .. 9162 Bedrag van de inschrijving .................................................................................................................. .. 9172 .. Pand op het handelsfonds - Bedrag van de inschrijving ............................................................................ .. 9182 Pand op andere activa - Boekwaarde van de in pand gegeven activa ...................................................... .. 9192 .. Zekerheden op de nog door de onderneming te verwerven activa - Bedrag van de betrokken .. 9202 activa ........................................................................................................................................................ .. .. .. GOEDEREN EN WAARDEN GEHOUDEN DOOR DERDEN IN HUN NAAM MAAR TEN BATE.. EN OP RISICO VAN DE ONDERNEMING, VOOR ZOVER DEZE GOEDEREN EN WAARDEN .. NIET IN DE BALANS ZIJN OPGENOMEN .. .. BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN TOT AANKOOP VAN VASTE ACTIVA .. .. BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN TOT VERKOOP VAN VASTE ACTIVA .. .. TERMIJNVERRICHTINGEN .. Gekochte (te ontvangen) goederen .............................................................................................................. 9213 ............................................ .. Verkochte (te leveren) goederen .................................................................................................................. 9214 .. ...................................... 9215 Gekochte (te ontvangen) deviezen ............................................................................................................... ........................................... .. Verkochte (te leveren) deviezen ................................................................................................................... 9216 .. ..................................... .. VERPLICHTINGEN VOORTVOEIEND UIT DE TECHNISCHE WAARBORGEN VERBONDEN ..AAN REEDS .. GEPRESTEERDE VERKOPEN OF DIENSTEN .. .. .. BELANGRIJKE HANGENDE GESCHILLEN EN ANDERE BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN.. .. .. IN VOORKOMEND GEVAL, BEKNOPTE BESCHRIJVING VAN DE REGELING INZAKE HET ..AANVULLEND RUST- OF .. OVERLEVINGSPENSIOEN TEN BEHOEVE VAN DE PERSONEELS- OF DIRECTIELEDEN, MET OPGAVE VAN DE GENOMEN MAATREGELEN OM DE DAARUIT VOORTVLOEIENDE KOSTEN TE DEKKEN .. .. .. . Waarvan
26/37
77
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.13
0464.834.688
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN Code
Boekjaar
PENSIOENEN DIE DOOR DE ONDERNEMING ZELF WORDEN GEDRAGEN Geschat bedrag van de verplichtingen die voortvloeien uit reeds gepresteerd werk
9220
Basis en wijze waarop dit bedrag wordt berekend
AARD EN ZAKELIJK DOEL VAN BUITENBALANS REGELINGEN Mits de risico's of voordelen die uit dergelijke regeling voortvloeien van enige betekenis zijn en voor zover de openbaarmaking van dergelijke risico's of voordelen noodzakelijk is voor de beoordeling van de financiële positie van de vennootschap; indien vereist moeten de financiële gevolgen van deze regelingen voor de vennootschap eveneens worden vermeld:
78
27/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 5.14
0464.834.688
BETREKKINGEN MET VERBONDEN ONDERNEMINGEN EN MET ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT VERBONDEN ONDERNEMINGEN Financiële vaste activa ............................................................................................... ........................ Deelnemingen .......................................................................................................
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
(280/1) (280)
Achtergestelde vorderingen ...................................................................................
9271
Andere vorderingen ...............................................................................................
9281
Vorderingen op verbonden ondernemingen .......................................................... .......................................................... Op meer dan één jaar ........................................................................................... ........... Op hoogstens één jaar ..........................................................................................
9291
Geldbeleggingen ........................................................................................................ ....................... Aandelen ...............................................................................................................
9321
Vorderingen ..........................................................................................................
9341
Schulden ..................................................................................................................... .......... Op meer dan één jaar ...........................................................................................
9351
Op hoogstens één jaar ..........................................................................................
9371
9301 9311 9331
9361
Persoonlijke en zakelijke zekerheden Door de onderneming gestelde of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van verbonden ondernemingen ...........................
9381
Door verbonden ondernemingen gestelde of onherroepelijk beloofd als waarborg voor schulden of verplichtingen van de onderneming.............................
9391
Andere betekenisvolle financiële verplichtingen..................................................... ..................................................... Financiële resultaten .....................
9401
Opbrengsten uit financiële vaste activa ................................................................. .............................................................. Opbrengsten uit vlottende activa ........................................................................... .................................................... Andere financiële opbrengsten ............................................................................. .................................................. Kosten van schulden ............................................................................................ ................................... Andere financiële kosten ....................................................................................... ........................................ Realisatie van vaste activa
9421
Verwezenlijkte meerwaarden ................................................................................ ............................................... Verwezenlijkte minderwaarden .............................................................................. ................................................. ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT
9481
Financiële vaste activa ................................................................................................ ............................... Deelnemingen .......................................................................................................
(282/3)
9431 9441 9461 9471
9491
(282)
Achtergestelde vorderingen ...................................................................................
9272
Andere vorderingen ...............................................................................................
9282
Vorderingen ................................................................................................................. .............. Op meer dan één jaar ...........................................................................................
9292
Op hoogstens één jaar ..........................................................................................
9312
Schulden ..................................................................................................................... .......... Op meer dan één jaar ...........................................................................................
9352
Op hoogstens één jaar ..........................................................................................
9372
9302
9362
79
28/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 5.14
0464.834.688
BETREKKINGEN MET VERBONDEN ONDERNEMINGEN EN MET ONDERNEMINGEN WAARMEE EEN DEELNEMINGSVERHOUDING BESTAAT Boekjaar TRANSACTIES MET VERBONDEN PARTIJEN BUITEN NORMALE MARKTVOORWAARDEN Vermelding van dergelijke transacties indien zij van enige betekenis zijn, met opgave van het bedrag van deze transacties, de aard van de betrekking met de verbonden partij, alsmede andere informatie over de transacties die nodig is voor het verkrijgen van inzicht in de financiële positie van de vennootschap:
Bijkomende informatie "Bij gebrek aan wettelijke criteria die toelaten om de transacties met verbonden partijen buiten normale marktvoorwaarden te inventariseren, kon geen enkele informatie worden opgenomen in de staat XVIIIbis"
80
29/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
0464.834.688
2011 VOL 5.15
FINANCIËLE BETREKKINGEN MET Codes
Boekjaar
BESTUURDERS EN ZAAKVOERDERS, NATUURLIJKE OF RECHTSPERSONEN DIE DE ONDERNEMING RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS CONTROLEREN ZONDER VERBONDEN ONDERNEMINGEN TE ZIJN, OF ANDERE ONDERNEMINGEN DIE DOOR DEZE PERSONEN RECHTSTREEKS OF ONRECHTSTREEKS GECONTROLEERD WORDEN Uitstaande vorderingen op deze personen
9500
Voorwaarden betreffende de uitstaande vorderingen Waarborgen toegestaan in hun voordeel
9501
Voornaamste voorwaarden van de toegestane waarborgen Andere betekenisvolle verplichtingen aangegaan in hun voordeel
9502
Voornaamste voorwaarden van deze verplichtingen Rechtstreekse en onrechtstreekse bezoldigingen en ten laste van de resultatenrekening toegekende pensioenen, voor zover deze vermelding niet uitsluitend of hoofdzakelijk betrekking heeft op de toestand van een enkel identificieerbaar persoon Aan bestuurders en zaakvoerders ............................................................................................................
9503
Aan oud-bestuurders en oud-zaakvoerders ...............................................................................................
9504
Codes
Boekjaar
DE COMMISSARIS(SEN) EN DE PERSONEN MET WIE HIJ (ZIJ) VERBONDEN IS (ZIJN) Bezoldiging van de commissaris(sen) ......................................................................................................... ........
9505
6.700,00
Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris(sen) Andere controleopdrachten ....................................................................................................................... ............................................... Belastingadviesopdrachten ....................................................................................................................... ............................................... Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten ................................................................................... ...................................................................................
95061 95062 95063
Bezoldiging voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door personen met wie de commissaris(sen) verbonden is (zijn) Andere controleopdrachten ....................................................................................................................... ............................................... Belastingadviesopdrachten ....................................................................................................................... ............................................... Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten ................................................................................... ...................................................................................
95081 95082 95083
Vermeldingen in toepassing van het artikel 133, paragraaf 6 van het Wetboek van vennootschappen
81
30/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
0464.834.688
VOL 5.17.1
VERKLARING BETREFFENDE DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING INLICHTINGEN TE VERSTREKKEN DOOR ELKE ONDERNEMING DIE ONDERWORDEN IS AAN DE BEPALINGEN VAN HET WETBOEK VAN VENNOOTSCHAPPEN INZAKE DE GECONSOLIDEERDE JAARREKENING De onderneming heeft een geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag opgesteld en openbaar gemaakt* De onderneming heeft geen geconsolideerde jaarrekening en een geconsolideerd jaarverslag opgesteld, omdat zij daarvan vrijgesteld is om de volgende reden(en)* De onderneming en haar dochterondernemingen overschrijden op geconsolideerde basis niet meer dan één van de in artikel 16 van het Wetboek van vennootschappen vermelde criteria* De onderneming is zelf dochteronderneming van een moederonderneming die een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt en openbaar maakt* In voorkomend geval, motivering dat aan alle voorwaarden tot vrijstelling, opgenomen in artikel 113, paragrafen 2 en 3 van het Wetboek van vennootschappen, is voldaan:
Naam, volledig adres van de zetel en, zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer van de moederonderneming die de geconsolideerde jaarrekening opstelt en openbaar maakt, op grond waarvan de vrijstelling is verleend:
INLICHTINGEN DIE MOETEN WORDEN VERSTREKT DOOR DE ONDERNEMING INDIEN ZIJ DOCHTERONDERNEMING OF GEMEENSCHAPPELIJKE DOCHTERONDERNEMING IS Naam, volledig adres van de zetel en, zo het een onderneming naar Belgisch recht betreft, het ondernemingsnummer van de moederonderneming(en) en de aanduiding of deze moederonderneming(en) een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt (opstellen) en openbaar maakt (maken)**:
Indien de moederonderneming(en) (een) onderneming(en) naar buitenlands recht is (zijn), de plaats waar de hiervoor bedoelde geconsolideerde jaarrekening verkrijgbaar is**
82 * Schrappen wat niet van toepassing is. ** Wordt de jaarrekening van de onderneming op verschillende niveaus geconsolideerd, dan worden deze gegevens verstrekt, enerzijds voor het grootste geheel en anderzijds voor het kleinste geheel van ondernemingen waarvan de onderneming als dochter deel uitmaakt en waarvoor een geconsolideerde jaarrekening wordt opgesteld en openbaar gemaakt. 31/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 6
0464.834.688
SOCIALE BALANS Nummers van de paritaire comités die voor de onderneming bevoegd zijn:
STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
WERKNEMERS WAARVOOR DE ONDERNEMING EEN DIMONA-VERKLARING HEEFT INGEDIEND OF DIE ZIJN INGESCHREVEN IN HET ALGEMEEN PERSONEELSREGISTER
Tijdens het boekjaar en het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers ..............
1. Voltijds
2. Deeltijds
(boekjaar)
(boekjaar)
Codes
3. Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (boekjaar)
3P. Totaal (T) of totaal in voltijdse equivalenten (VTE) (vorig boekjaar)
100
(VTE)
(VTE)
Aantal daadwerkelijke gepresteerde uren 101
(T)
(T)
Personeelskosten ..................................
102
(T)
(T)
103
(T)
(T)
Bedrag van de voordelen bovenop het loon .....................................................
xxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxx
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar Aantal werknemers ............................................................ .............................. Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Codes
xxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxx 1. Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
105
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd ..........................
110
Overeenkomst voor een bepaalde tijd .............................
111
Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk ........
112
Vervangingsovereenkomst ..............................................
113
Volgens het geslacht en het studieniveau Mannen ...........................................................................
120
lager onderwijs ...........................................................
1200
secundair onderwijs ...................................................
1201
hoger niet-universitair onderwijs ................................
1202
universitair onderwijs .................................................
1203
Vrouwen ...........................................................................
121
lager onderwijs ...........................................................
1210
secundair onderwijs ...................................................
1211
hoger niet-universitair onderwijs ................................
1212
universitair onderwijs .................................................
1213
Volgens de beroepscategorie 130 Directiepersoneel ............................................................................... Bedienden ...............................................................................134 Arbeiders ............................................................................... 132 Andere ...............................................................................
133
83 32/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 6
0464.834.688
UITZENDKRACHTEN EN TER BESCHIKKING VAN DE ONDERNEMING GESTELDE PERSONEN Codes
Tijdens het boekjaar Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen ......................................................... ................................. Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren .............................................................. ............................ Kosten voor de onderneming ............................................................................... ...........
1. Uitzendkrachten
150
0,8
151
1.527
152
62.127,83
2. Ter beschikking van de onderneming gestelde personen
TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR INGETREDEN
Codes
1. Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
Aantal werknemers waarvoor de onderneming tijdens het boekjaar een DIMONA-verklaring heeft ingediend of 205 tijdens het boekjaar werden ingeschreven in het algemeen personeelsregister ....................................................................................................... Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd ................................................................................. 210 Overeenkomst voor een bepaalde tijd ................................................................................. 211 Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk ................................................................................. 212 Vervangingsovereenkomst ................................................................................. 213
UITGETREDEN Aantal werknemers met een DIMONA-verklaring aangegeven of een in het algemeen personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam ................................................
Codes
1. Voltijds
2. Deeltijds
3. Totaal in voltijdse equivalenten
305
Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst Overeenkomst voor een onbepaalde tijd ............................................................................. 310 Overeenkomst voor een bepaalde tijd ........................................................................ 311 Overeenkomst voor een duidelijk omschreven werk ..................................................................... 312 Vervangingsovereenkomst ........................................................................ 313 Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Pensioen .............................................................................
340
Brugpensioen ........................................................................ 341 Afdanking .....................................................................
342
Andere reden ........................................................................ 343 Waarvan:
het aantal werknemers dat als zelfstandige ten minste op halftijdse basis diensten blijft verlenen aan de onderneming ....................
350
84
33/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 6
0464.834.688
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDING VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
Totaal van de formele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever
Codes
Mannen
Codes
Aantal betrokken werknemers .....................................................................
5801
5811
Aantal gevolgde opleidingsuren ..................................................................
5802
5812
Nettokosten voor de onderneming ............................................................................... 5803
Vrouwen
5813
58131 waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding ............................................................................... 58031 58132 58032 waarvan betaalde bijdragen en stortingen aan collectieve fondsen ............................................................................... 58133 58033 waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering).. ............................................................................... Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers .....................................................................
5821
5831
Aantal gevolgde opleidingsuren ..................................................................
5822
5832
5823 Nettokosten voor de onderneming ...............................................................................
5833
Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers .....................................................................
5841
5851
Aantal gevolgde opleidingsuren ..................................................................
5842
5852
5843 Nettokosten voor de onderneming ...............................................................................
5853
85
34/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
0464.834.688
VOL 7
WAARDERINGSREGELS
1. Beginsel
De waarderingsregels worden vastgesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen Ten behoeve van het getrouwe beeld wordt in de volgende uitzonderingsgevallen afgeweken van de bij dit besluit bepaalde waarderingsregels: Immateriële activa zijn de inbreng van de gebruiksrechten en de oprichtingskosten De gebruiksrechten bij oprichting werden gewaardeerd en geboekt aan 47.980.783,29 euro De totale boekhoudkundige waarde wordt jaarlijks afgeschreven in functie van het volstort volume. Deze afwijkingen worden als volgt verantwoord: Het gebruiksrecht en het opstalrecht ingebracht door Stad Antwerpen worden vergoed door kapitaalaandelen waarvan de nominale waarde berekend werd als de economische rendementswaarde van de stortplaats over de resterende vergunbare restcapaciteit en gebruiksduur van de stortplaats. Deze afwijkingen beïnvloeden als volgt het vermogen, de financiële positie en het resultaat voor belastingen van de onderneming:
De waarderingsregels werden ten opzichte van het vorige boekjaar qua verwoording of toepassing (gewijzigd) (niet gewijzigd) zo ja, dan heeft de wijziging betrekking op: en heeft zij een
(positieve) (negatieve) invloed op het resultaat van het boekjaar voor belasting ten belope van
EUR.
De resultatenrekening (wordt) (wordt niet) op belangrijke wijze beïnvloed door opbrengsten en kosten die aan een vorig boekjaar moeten worden toegerekend; zo ja, dan hebben deze betrekking op: De cijfers van het boekjaar zijn niet vergelijkbaar met die van het vorige boekjaar en wel om de volgende reden:
(Voor de vergelijkbaarheid worden de cijfers van het vorige boekjaar op volgende punten aangepast) (Voor de vergelijking van de jaarrekening van beide boekjaren moet met volgende elementen rekening worden gehouden): Bij gebrek aan objectieve beoordelingscriteria is de waardering van de voorzienbare risico's, mogelijke verliezen en ontwaardingen waarvan hierna sprake, onvermijdelijk aleatoir: Andere inlichtingen die noodzakelijk zijn opdat de jaarrekening een getrouw beeld zou geven van het vermogen, de financiële positie en het resultaat van de onderneming: 2. Vaste activa Oprichtingskosten: De oprichtingskosten worden onmiddellijk ten laste genomen, behoudens volgende kosten die worden geactiveerd:
Herstructureringskosten: De herstructureringskosten werden (geactiveerd) (niet geactiveerd) in de loop van het boekjaar; zo ja, dan wordt dit als volgt verantwoord : Immateriële vaste activa: Het bedrag aan immateriële vaste activa omvat voor EUR kosten van onderzoek en ontwikkelingen. De afschrijvingstermijn voor deze kosten en voor de goodwill beloopt (meer) (niet meer) dan 5 jaar; indien meer dan 5 jaar wordt deze termijn als volgt verantwoord : Materiële vaste activa:
86
In de loop van het boekjaar (werden) (werden geen) materiële vaste activa geherwaardeerd; zo ja, dan wordt deze herwaardering als volgt verantwoord :
35/37
J A A R V E R S L A G
Nr.
2011 VOL 7
0464.834.688
WAARDERINGSREGELS Afschrijvingen geboekt tijdens het boekjaar:
Activa
Methode L (lineaire) D (degressieve) A (andere)
Basis N (nietG geherwaardeerde)
G(geherwaardeerde)
Afschrijvingspercentages Hoofdsom Min. - Max.
Bijkomende kosten Min. - Max.
1. Oprichtingskosten 2. Immateriële vaste activa
Gebruiksrecht Software Kosten voor onderzoek 3. Industriële, administratieve of commerciële gebouwen*
L L L
0,02 - 0,05 0,33 - 0,33 0,33 - 0,33
0,00 - 0,00 0,33 - 0,33 0,33 - 0,33
NG NG NG NG
0,10 - 0,33 0,10 - 0,20 0,10 - 0,10 0,06 - 0,33
0,10 - 0,33 0,10 - 0,20 0,10 - 0,10 0,08 - 0,33 0,20 - 0,33 0,20 - 0,20 0,10 - 0,10
Gebouwen Verbouwingen Inkom inrichting zone B
L L L L
Diverse installaties en mach gasmotoren zonne-energie
L L L
NG
0,20 - 0,33 0,20 - 0,20 0,10 - 0,10
Terreinwagens
L
NG
0,20 - 0,33
0,20 - 0,33
Kantoormeubilair Hardware
L L
0,20 - 0,33 0,33 - 0,33
0,20 - 0,33 0,33 - 0,33
4. Installaties, machines en uitrusting*
5. Rollend materieel*
6. Kantoormaterieel en meubilair*
7. Andere materiële vaste activa
* Met inbegrip van de in leasing gehouden activa; deze worden in voorkomend geval op een afzonderlijke lijn vermeld
Overschot aan toegepaste, fiscaal aftrekbare, versnelde afschrijvingen ten opzichte van de economisch verantwoorde afschrijvingen : - bedrag voor het boekjaar:
EUR.
- gecumuleerd bedrag voor de vaste activa verworven vanaf het boekjaar dat na 31 december 1983 begint:
EUR.
Financiële vaste activa: In de loop van het boekjaar (werden) (werden geen) deelnemingen geherwaardeerd; zo ja, dan wordt deze herwaardering als volgt verantwoord : 3. Vlottende activa Voorraden: Voorraden worden gewaardeerd tegen de aanschaffingswaarde berekend volgens de (te vermelden) methode van de gewogen gemiddelde prijzen, Fifo, Lifo, individualisering van de prijs van elk bestanddeel of tegen de lagere marktwaarde: 1. Grond- en hulpstoffen: 2. Goederen in bewerking - gereed product: 3. Handelsgoederen: 4. Onroerende goederen bestemd voor verkoop:
87 36/37
ECONOMIE - 6. jaarrekening
Nr.
VOL 7
0464.834.688
WAARDERINGSREGELS Producten: - De vervaardigingsprijs van de producten (omvat) (omvat niet) de onrechtstreekse productiekosten. - De vervaardigingsprijs van de producten waarvan de productie meer dan één jaar beslaat, (omvat) (omvat niet) financiële kosten verbonden aan de kapitalen ontleed om de productie ervan te financieren. Bij het einde van het boekjaar bedraagt de marktwaarde van de totale voorraden ongeveer
% meer dan hun boekwaarde.
(Deze inlichting is slechts vereist zo het verschil belangrijk is). Bestellingen in uitvoering: Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd (tegen vervaardigingsprijs) (tegen vervaardigingsprijs, verhoogd met een gedeelte van het resultaat naar gelang van de vordering der werken). 4. Passiva Schulden: De passiva (bevatten) (bevatten geen) schulden op lange termijn, zonder rente of met een abnormaal lage rente; zo ja, dan wordt op deze schulden (een) (geen) disconto toegepast dat wordt geactiveerd. Vreemde valuta: De omrekening in
EUR van tegoeden, schulden en verbintenissen in vreemde valuta gebeurt op volgende grondslagen:
De resultaten uit de omrekening van vreemde valuta zijn als volgt in de jaarrekening verwerkt:
Leasingovereenkomsten: Wat de niet-geactiveerde gebruiksrechten uit leasingovereenkomsten betreft (artikel 102, §1 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen), beliepen de vergoedingen en huurgelden die betrekking hebben op het boekjaar voor leasing van onroerende goederen:
EUR.
88
37/37
J A A R V E R S L A G
2011
89
E C O N O M I E
Samenstelling van de organen, kapitaal en statuten Deelnemers (volgens aandelenregister per 1 januari 2012).
Deelnemende gemeenten de stad Antwerpen
Aandelen 213.978
Deelnemende intergemeentelijke verenigingen Aandelen
de gemeente Stabroek
100
IGEAN 60.505
de gemeente Kapellen
100
IVAREM 41.317
de gemeente Duffel
100
IBOGEM 11.977
de gemeente Bornem
100
ISVAG 30.785
de gemeente Aartselaar
283
Provincie Provincie Antwerpen
59.873
Private deelnemer
90
30,00%
35,85%
10,00%
24,15%
Deelnemende gemeenten Deelnemende intergemeentelijke verenigingen Provincie Private deelnemer
Indaver nv
179.624
Totaal
598.742
J A A R V E R S L A G
2011
De raad van bestuur was als volgt samengesteld Voor de deelnemende gemeenten De heer Guy Lauwers, voorzitter, bestuurder Mevrouw Chris Anseeuw, bestuurder De heer Karel Hendrickx, bestuurder Mevrouw Ann Coolsaet, bestuurder De heer Luc Van Berlo, bestuurder De heer Freddy Wens, bestuurder De heer René De Preter, bestuurder Mevrouw Yeliz Citak, bestuurder De heer Ergün Top, bestuurder De heer Danny Franssens, bestuurder De heer Jozef Hellemans, bestuurder De heer Frank Schelfhout, bestuurder Mevrouw Lea Den Abt, bestuurder Mevrouw Karin De Beukelaar-Kennis, bestuurder De heer Marc Tobback, bestuurder Mevrouw Monique Hanswijk, bestuurder De heer Ronny Van Thillo, lid met raadgevende stem De heer Jozef Giart, lid met raadgevende stem
Voor de deelnemende intergemeentelijke verenigingen De heer Dirk Konings, 1ste ondervoorzitter Voor de provincie De heer Rik Röttger, 2de ondervoorzitter Voor de private deelnemer De heer Geert Maes, bestuurder De heer Tony Bresseleers, bestuurder Secretaris De heer Theo Wampers Deskundigen De heer Jos Boeckx De heer Jos Van Hoydonck Commissaris RSM InterAudit cvba, vertegenwoordigd door de heer Kurt De Witte Managementteam De heer Daniël Dirickx, Algemeen Directeur De heer Peter Willemen, Afdelingshoofd Exploitatie De heer Theo Wampers, Afdelingshoofd Financiën en Administratie De heer Jan Dockx, Verantwoordelijke Onderhoud en Veiligheid
91
Intercommunale Vereniging Hooge Maey Opdrachthoudende Vereniging van Gemeenten Moerstraat 99 Haven 550 BE-2030 Antwerpen Tel.: +32 (0)3 568 32 68 Fax: +32 (0)3 568 32 69 www.hoogemaey.be e-mail:
[email protected]