TECHNOTOUR Koude & luchtbehandeling RCC
Door Christine Linneweever redactiecoördinator en ing. Dick Havenaar voorzitter redactieraad RCC Koude & Luchtbehandeling
Technotour 2011: Duurzaamheid hoeft niet duur te zijn en thermodynamische optimaliseren van koelinstallaties met grote aandacht voor ons milieu en toekomst waren onderwerp van de presentaties. De keuze van het koudemiddel, optimalisatie van de installatie en slimme toepassing van componenten in combinatie met de financiële aspecten passeerden de revue. De tour trok in maart en april langs zes locaties. Vier in Nederland (De Meern, Zwolle, Eindhoven en Ridderkerk) en twee in België (Brugge en Antwerpen).
Het doel Presentatieruimte
Hoe ziet de toekomst van de koudetechniek eruit? Onder het motto 'duurzaamheid hoeft niet duur te zijn' organiseerden vier prominente fabrikanten en twee toonaangevende vaktijdschriftenuitgevers zes informatiebijeenkomsten in Nederland en België onder de naam Technotour 2011. Vragen als: Met welk koudemiddel ben ik klaar voor de toekomst? Hoe bespaar ik op energiekosten? Welke invloed heeft de wetgeving op mijn koelinstallatie? Welke vormen van subsidie zijn nog mogelijk? kwamen aan de orde. Ook vanuit de overheid werd een bijdrage geleverd door AgentschapNL in Nederland en door VITO in België. Het was de tweede keer dat dit evenement gehouden werd. In 2009 was de eerste aflevering van de Technotour. Toen trok de tour langs drie locaties. Voor de Technotour 2011
Robert Breedijk (organisator en coördinator)
werd gekozen voor duurzaamheid als thema. Partners tijdens de Technotour 2011 waren behalve AgentschapNL en Vito, ook Bitzer, Linde Gas, GEA Goedhart en Danfoss. Het energetisch
Volgens organisator en coördinator van de in ‘Technotour 2011’ samenwerkende bedrijven, Robert Breedijk, was het doel van deze tweede Technotour meerledig. Ten eerste wilde de organisatie feedback vanuit de markt over het onderwerp duurzaamheid, om zo de markt te prikkelen, vragen op te roepen en discussie op te leveren. “Wat is duurzaamheid eigenlijk? De Dikke van Dale heeft het over ‘iets wat bestendig is’, Wikipedia geeft als definitie ‘een proces dat permanent kan worden toegepast omdat het de aarde niet uitput’. Het draait bij duurzaamheid vooral om continuïteit. Hoe kan dat worden vertaald naar de koudetechniek? Het gebruik van natuurlijke
Eric van Peer (GEA Goedhart)
104 e JAARGANG MEI 2011
33
TECHNOTOUR RCC Koude & luchtbehandeling
Presentatie Bitzer
Life cycle costings Een nuttig middel voor systeem- en compressorselectie
….
Ruud van Dissel BITZER Benelux
koudemiddelen is een oplossing, maar wel een waar nog veel haken en ogen aan zitten. Ammoniak is giftig, propaan is brandbaar en explosief, voor het gebruik van CO₂ is hoge druk nodig en daardoor zijn de overheidsregels streng.” Hieronder volt een impressie van de door de deelnemende bedrijven en organisaties gehouden presentaties:
Bitzer Een juiste keuze van koudemiddel en componenten voor een koelinstallatie dient tijdens het ontwerp plaats te vinden, weet Ruud van Dissel van Bitzer. De keuze van de compressor speelt hierin een cruciale rol. Met name de drukverhouding van de compressor, de mogelijkheden voor een juiste capaciteitsregeling en de optimalisatie van de compressor voor het gekozen koudemiddel zijn hierin van belang. De Life Cycle Costings zijn volgens Van Dissel een goed hulpmiddel bij het maken van de juiste keuze, omdat 72 procent van het energiegebruik op conto van de compressor komt. Bitzer richtte zich deze Technotour op de mogelijkheden voor lage bedrijfskosten en economisch succes. Uiteraard spelen de totale energiehuishouding en het milieu hierin een prominente rol. Alle HFK’s passeerden de revue met hun GWP en voor- en nadelen. Sinds 1992 wordt het koudemiddel
34
MEI 2011 104 e JAARGANG
R404A als standaard toegepast in koel-en vriesinstallaties. De GWPwaarde hiervan is 3780. Door voor koeltoepassing over te gaan op het gebruik van R134a met een GWP van 1300 wordt dus een verbetering bereikt. Voor het bepalen van de reductie van de levenscyclus wordt een conventionele samenstelling van een R404installatie gebruikt die is gemeten in een periode van acht jaar. Van deze installatie is bekend dat de levenscycluskosten worden bepaald voor 80 procent door de energie of stroomkosten, 4 procent voor onderhoud en 16 procent voor investering. Reductie van levenscycluskosten kan dus voor een groot deel door reductie van de stroom of energiekosten plaatsvinden. Een grote stap werd gemaakt met de Ecoline uitvoering, waarbij maatregelen ter verbetering van de COP bij het optimaliseren voor het gebruik van R134a zijn doorgevoerd. Uit onderzoek bleek dat een verlaagde
Ruud van Dissel (Bitzer)
condensatietemperatuur, waarbij elektronische expansieventielen worden toegepast, een verbetering van de EER van 36 procent opleverde. Ook met een verlaging van de condensatietemperatuur van R134a Ecoline-systemen zou veel winst te behalen zijn. Een verdergaande ontwikkeling is de Octagon Varispeed waarbij een frequentieregelaar is geïntegreerd in de compressor. Hierdoor wordt door nauwkeurige regeling de verdampingstemperatuur met gemiddeld 2K verhoogd en wordt de COP op jaarbasis nog eens met 6 procent verbeterd. Zowel de Ecoline als de Varispeed zijn innovatieve technologische ontwikkelingen die leiden tot verlaging van de levenscycluskosten.
Agentschap NL Karel Haverkorn van Rijsewijk en Koos Elzinga, adviseurs EIA bij AgentschapNL, gingen in op de overheidsmaatregelen die moeten leiden tot het terugbrengen van de CO₂-uitstoot. Ook koeltechnische installaties en onderdelen kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Via de EnergieInvesteringsaftrek (EIA) en de MIA/ Vamil en andere regelingen is er een behoorlijk financieel voordeel te halen. In deze presentatie was er uitgebreid aandacht voor hoe ondernemers hiervoor in aanmerking komen, en welke investeringen het betreft. Het AgentschapNL is een organisatie met 2.500 medewerkers en heeft vestigingen in Den Haag, Utrecht, Zwolle en Sittard. Het is een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) en vormt als het ware een brug tussen de markt en de overheid. De Energie Investeringsaftrek (EIA 2011) stimuleert investeringen in energiebesparende bedrijfsmiddelen en duurzame energie. Het budget voor 2011 bedraagt 150 miljoen euro. De regeling is bestemd voor ondernemers die belastingplichtig zijn. Het
TECHNOTOUR Koude & luchtbehandeling RCC
bedrijfsmiddel moet voldoen aan een energieprestatie-eis. Het voordeel voor de investeerder is dat 41,5 procent van de investeringskosten aftrekbaar zijn van de fiscale winst. De energielijst is een jaarlijkse publicatie met overzicht van bedrijfsmiddelen die voor EIA in aanmerking komen. De lijst omvat vijf toepassingsgebieden: bedrijfsgebouwen, apparatuur of processen, transportmiddelen, duurzame energie en energieadvies. De MIA\Vamil staat voor Milieu-investerings Aftrek en vrije afschrijving en omvat fiscale ondersteuning voor investeringen in milieuvriendelijke apparatuur. De milieulijst 2011 geeft aan welke investeringen in welke technieken hiervoor in aanmerking komen. Ook van belang is het om de criteria te kennen waaraan moet worden voldaan. De ondersteuning zal als fiscaal voordeel kunnen oplopen tot maximaal 40 procent. Belangrijke wijzigingen ten opzichte van vorig jaar op het gebied van de koeltechniek zijn: Code 220212, betreffende energiezuinige koel-vriesinstallaties, waarin wordt aangegeven dat installaties met een HFK-bevattend koudemiddel niet meer in aanmerking komen. Code 210404, betreffende isolatie van koel-of vriesruimten: het bedrag voor isolatie van deze ruimten is verhoogd:
40 euro/m2 voor koeling (tussen -19°C en +12°C) en 60 euro/m2 voor vriezen (lager dan -10°C). Het downloaden van de brochure en meldingsformulier via www.agentschapnl.nl/mia
Linde Gas De presentatie van Raimond Bakker van Linde Gas droeg ‘Natuurlijke koudemiddelen in beweging’ als titel en ging over de ontwikkelingen in het gebruik van natuurlijke koudemiddelen. Hoe ontwikkelt de vraag zich in Nederland en de landen om ons heen? Welke verschuivingen zijn er en wat kan daar de aanleiding voor zijn? Bakker lichtte het befaamde luchtscheidingsproces met wereldwijde productieplants toe en aansluitend werd de aandacht gevestigd op de fabrieken die onder andere het natuurlijke koudemiddel CO2 produceren. Linde Gas is als vooraanstaande leverancier van koudemiddelen al meer dan 40 jaar actief in 40 landen op vijf continenten en is wereldmarktleider op het gebied van de industriële kooldioxide(R-744). Bakker vestigde maar weer eens de aandacht op het feit dat installateurs en eindgebruikers voorbereid moeten zijn op de uitfasering van HCFK’s. Met name de vervangers hiervoor, zoals R422D (ISECON®MO29)en de natuurlijke koudemiddelen NH3 en CO2 en de ontwikkeling van nieuwe synthe-
Presentatie Lind Gas
Raimond Bakker (Lindegas)
tische koudemiddelen met lage GWP bieden volop mogelijkheden. Een kopgroep van installateurs die zich al geruime tijd heeft verdiept in de toepassing van de nieuwe koudemiddelen lijkt afstand te gaan nemen van de rest van de installateurs in Nederland en België. De verwachting is dan ook dat er aanhoudende interesse is in de toepassing van natuurlijke koudemiddelen en een toenemende behoefte bij installateurs voor gerichte ondersteuning. Op termijn verwacht Bakker een registratieplicht op het gebruik van natuurlijke koudemiddelen en aanvullende maatregelen vanuit de overheid die de groei hiervan kunnen versnellen. Het beperken van de toepassing van koudemiddelen met een lage GWP blijft natuurlijk een eerste vereiste maar ook de energie-efficiëntie van de installatie is een belangrijk aspect om de totale CO2 footprint te reduceren.
GEA Goedhart De presentatie van Eric van Peer van GEA Goedhart ging over de toepassing van natuurlijke koudemiddelen in verschillende warmtewisselaaruitvoeringen, het verkleinen van de koudemiddelinhoud en de optimalisatie van diverse ontdooisystemen door middel van speciale accessoires. Koeling is een grote energiegebruiker. Daarnaast is er het directe milieueffect van chemische koudemiddelen. Het is ondernemers met maatschappelijk verantwoordelijkheidsgevoel, zoals Displays van Lindegas en Bitzer opgesteld in presentatieruimte
1DWXXUOLMNHNRXGHPLGGHOHQLQEHZHJLQJ 5DLPRQG%DNNHU 9RRUMDDU
104 e JAARGANG MEI 2011
35
TECHNOTOUR Koude & luchtbehandeling RCC
tot (lokale) overheden. Denk maar aan het eigen maken van de benodigde kennis en het opdoen van ervaring op het gebied van ammoniak (giftig), propaan (explosief en brandbaar) en CO2 (hoge drukken). Ook zijn de hiervoor benodigde componenten vaak duurder. Voor kleine commerciële toepassingen is het vaak lastig om deze natuurlijke koudemiddelen toe te passen. Vandaar de vraag kan het ook anders? Bijvoorbeeld met chemische koudemiddelen, zoals R134a, R1234yf, XP10 et cetera. Gebleken is dat deze toepassingen ook duurzaam kunnen zijn, doordat het energiegebruik wordt teruggedrongen en gewerkt wordt met een kleinere koudemiddelinhoud. Belangrijk is ook dat er veel efficiëntie wordt bereikt door het toepassen van warmteterugwinning. Chemische koudemiddelen zijn dus nog lang niet afgeschreven! Hoe efficiënt is eigenlijk warmteterugwinning? Als voorbeeld wordt uitgegaan van een koelinstallatie met warmteterugwinning met een warmtepomp. Q koelen +Q verwarmen = Totale COP Pe koelen +Pe verwarmen
verdampings- en condensatietemperatuur veel besparingen mogelijk zijn.
Vito
Display GEA Goedhart, opgesteld in presentatieruimte
Verder is aangenomen dat 1 kW elektrische energie gelijk is aan 5-9 kW warmte. Het betreft een basiskoelsysteem met koudemiddel R404A met To= -12°C en Tc=35°C met warmteterugwinning uit de oververhitting en een COP van 4. Bij verhoging naar een Tc van 40°C is hier sprake van efficiëntieverlies! Onderzoek uitgevoerd bij een geoptimaliseerd R404A-koelsysteem met vlottende To tot maximaal -6°C en vlottende Tc tot minimaal 20°C en warmterugwinning uit de oververhitting bij Tc= 40°C leverde een jaarlijkse besparing van 26,6% op aan energiebesparing. Het moge duidelijk zijn dat er door slim gebruik te maken van warmteterugwinning en optimalisatie van de
IT-INFRASTRUCTUUR
Met de huidige energietarieven loopt de energiefactuur aardig op. Het loont dan ook de moeite om de hernieuwbare of duurzame energiezuinige alternatieven onder de loep te nemen, waarbij automatisch gedacht wordt aan windmolens, biomassa, waterkrachtcentrales en fotovoltaïsche zonnecellen. Deze systemen hebben vooral als doel het opwekken van hernieuwbare of groene elektriciteit. Er zijn echter ook heel wat opties om groene warmte en/of koude te leveren. Geo-energie biedt deze mogelijkheden en met de hedendaagse energieprijzen betekent geo-energie eveneens een economisch alternatief. In de uiteenzetting werd een toelichting gegeven op de technieken van WKO in watervoerende lagen en boorgatenergieopslag gekoppeld met warmtepompen als duurzaam alternatief voor verwarming en koeling.
Meer informatie: www.technotour.nl
SOFTWARE & SERVICE www.rittal.nl