Duurzaamheid & energiebesparing Resultaten peiling EnschedePanel Juni 2013
Samenvatting Eind maart is een peiling onder het EnschedePanel gehouden over duurzaamheid. In totaal hebben 2.224 panelleden aan de peiling deelgenomen, waarvan 79 procent in een koopwoning en de rest in een huurwoning woont. Bijna alle panelleden (94 procent) vinden energiebesparing (heel) belangrijk. Daarnaast vindt 40 procent zichzelf zeer energiezuinig, 51 procent zichzelf redelijk energiezuinig en vindt 9 procent zichzelf niet zo energiezuinig. Iets minder dan de helft weet precies wat zij per maand kwijt is aan energielasten. Drie op de tien weet het ongeveer en twee op de tien weet het niet. Bijna alle panelleden hebben wel een of meerdere kleine energiebesparende maatregelen in huis getroffen. Zo heeft 84 procent gloeilampen vervangen door spaar- en led-lampen en zet 67 procent de verwarming lager om energie te besparen. Het grootste deel van de panelleden (84 procent) kent het energielabel van de eigen woning niet. Het merendeel van hen zou het wel graag willen weten. Hoe nieuwer een woning hoe vaker bewoners het energielabel kennen. Slechts een klein deel van het panel (10 procent) heeft wel eens een maatwerkdossier of woningadvies laten opmaken. Het merendeel van het panel (90 procent) heeft hier geen ervaring mee. Bijna een kwart (24 procent) van het panel is wel van plan dit te laten doen. Woningen kunnen voorzien zijn of worden van energiebesparende maatregelen. Meest voorkomend op dit moment zijn dubbelglas, de HR-ketel en dakisolatie. Bij respectievelijk 92, 72 en 65 procent van de respondenten is dit in huis aanwezig. De belangrijkste argumenten om energiebesparende maatregelen te treffen zijn: 1) een lagere energierekening (86 procent), 2) dat het goed voor het milieu is (64 procent) en 3) dat het wooncomfort verhoogd wordt (64 procent). Bezwaren tegen energiebesparende voorzieningen leven er ook. De belangrijkste bezwaren zijn: 1) dat de investering te groot is (45 procent) en 2) dat het te lang duurt voordat de investering is terugverdiend (38 procent). Een op de zeven panelleden ziet geen bezwaren. Als men van plan is energiebesparende voorzieningen te treffen aan de eigen woning, dan betreft dit relatief vaak zonnepanelen. Van alle panelleden is 17 procent van plan om de komende twee jaar zonnepanelen te laten plaatsen. Op de langere termijn heeft bijna de helft van het panel interesse in de aanschaf van zonnepanelen. Twee belangrijke voorwaarden bij de aanschaf van zonnepanelen of een andere duurzame energiebron zijn 1) dat deze zichzelf binnen 10 jaar terugverdient (60 procent) en 2) dat er een goed aanbod wordt gedaan met duidelijke informatie over voor- en nadelen (47 procent). De gemeente wil inwoners goed informeren over duurzaamheid en stimuleren duurzaam te wonen. Inwoners hebben vooral behoefte aan informatie over zonne-energie (66 procent). Veelal zoekt men deze informatie via internet of de energieleverancier. Qua ondersteuning vindt het merendeel van de deelnemende panelleden het vooral zinvol wanneer de gemeente inwoners financieel ondersteunt duurzamer te wonen. Zes projecten rondom duurzaamheid van de gemeente Enschede zijn de ThermoScan, TVprogramma Klus je Rijk, Campagne Doe Groen Dat Scheelt, het Energieloket, BuurtEnergie en de duurzaamheidslening/-premie. De ThermoScan is verreweg het meest bekend. De helft van de panelleden kent deze warmtescan van daken. De overige projecten zijn bij een kwart van de panelleden of minder bekend. Minst bekend is de duurzaamheidslening/-premie.
1
1. Inleiding De Gemeente Enschede heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan. In 2020 wil de gemeente 30% minder CO2 uitstoten en 20% duurzame energie opwekken. Om die reden wil de gemeente inzicht in hoe duurzaamheid bij de inwoners van Enschede leeft. Daarnaast wil de gemeente Enschede initiatieven, projecten en communicatie op het gebied van duurzaamheid beter afstemmen op haar inwoners. Om deze en andere vragen te onderzoeken is een peiling uitgevoerd onder het EnschedePanel. Voor de peiling zijn alle 7.197 leden van het EnschedePanel uitgenodigd. Zij konden tussen 22 maart en 1 april 2013 deelnemen. In totaal hebben 2.224 panelleden de vragenlijst volledig ingevuld. Het responspercentage bedraagt 31 procent. Dit komt overeen met de respons in eerdere peilingen. Om te corrigeren voor onder- en oververtegenwoordiging van bepaalde groepen zijn de resultaten gewogen naar leeftijd, geslacht en woonwijk. In deze nieuwsbrief staan de uitkomsten van de peiling beschreven. Ook worden relevante, statistisch significante verschillen beschreven tussen groepen panelleden, zoals bijvoorbeeld verschillen tussen panelleden met een huur- en panelleden met een koopwoning. Panelleden in een huurwoning zijn in deze peiling waarschijnlijk iets ondervertegenwoordigd ten opzichte van panelleden met een koopwoning. Vier op de vijf panelleden vond de peiling interessant (84 procent). De meeste panelleden vonden de lengte van de peiling goed. Er waren meer panelleden die de peiling te lang vonden (14 procent) dan te kort (1 procent).
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Achtergrond van deelnemers 2.1 Omvang huishouden 2.2 Woningtype 2.3 Bouwjaar woning 2.4 Koop- of huurwoning 3. Bewust omgaan met energie 3.1 Energiebewustheid 3.2 Eigen energiezuinigheid 3.3 Bekendheid energielasten 3.4 Eenvoudige energiebesparende maatregelen of gedragsaanpassingen 4. Energiebesparing in de eigen woning 4.1 Bekendheid energielabel 4.2 Maatwerkadvies of woningdossier 4.3 Energiebesparende maatregelen in en om huis 4.4 Argumenten bij energiebesparende maatregelen 4.5 Energiebesparende maatregelen in een huurwoning
5. Energieopwekking bij de eigen woning 5.1 Belangstelling voor duurzame energiebronnen 5.2 Voorwaarden bij aanschaf 6. Informatie en ondersteuning 6.1 Informatiebehoefte 6.2 Informatiebronnen 6.3 Informatiekanalen 6.4 Ondersteuning door de gemeente 6.5 Uitvoering energiebesparende of opwekkende voorzieningen 7. Duurzaamheidsprojecten 7.1 Bekendheid duurzaamheidsprojecten 7.2 ThermoScan 7.3 Doe groen Dat scheelt 7.4 Oordeel over inzet gemeente Enschede 8. Opmerkingen en suggesties
2
2. Achtergrond van de deelnemers 2.1 Omvang huishouden Iets meer dan de helft van de panelleden maakt deel uit van een huishouden van twee personen (tabel 1). Bijna een kwart van de panelleden maakt deel uit van een 3- of 4-persoonshuishouden. Tabel 1 Omvang Huishouden. (n=2.224) procent 1 persoons
17%
2 persoons
54%
3 of 4 persoons
24%
5 of meer persoons
5% 100%
2.2 Type woning Ruim een kwart van de panelleden woont in een twee-onder-een-kapwoning (tabel 2). Ook wonen veel panelleden in een rijwoning, in totaal is dat 34 procent van de respondenten. Er zijn ongeveer evenveel respondenten woonachtig in een vrijstaande woning als een flat/appartement. Tabel 2 Type woning. (n=2.224) procent Vrijstaande woning
19%
Twee onder één kap, geschakeld
27%
Rijwoning, hoek
14%
Rijwoning, tussen
20%
Flat, etagewoning, bovenwoning, maisonnette, appartement
18%
Kamer, studio
0%
Anders
2% 100%
2.3 Bouwperiode woning De bouwperiode van de woning waarin men woont, is een zeer relevant achtergrondkenmerk voor de aanwezige energiebesparende maatregelen. Verderop in deze nieuwsbrief onderscheiden we vier groepen bouwperiode: voor 1960, tussen 1960 en 1984, tussen 1985 en 2000 en vanaf 2000. Ruim een kwart van de respondenten woont in een wat oudere woning die gebouwd is voor 1960 (tabel 3). Bijna een derde woont in woning gebouwd tussen 1960 en 1984. Een vijfde woont in een woning gebouwd tussen 1985 en 1999 en 15 procent woont in een woning die gebouwd is na 1999 en dus nog geen vijftien jaar oud is.
3
Tabel 3 Bouwperiode woning. (n=2.224) procent 1959 of langer geleden
27%
1960 t/m 1974
18%
1975 t/m 1984
14%
1985 t/m 1994
13%
1995 t/m 1999
9%
2000 t/m 2005
8%
2006 t/m heden
7%
Weet ik niet
3% 100%
2.4 Huur- of koopwoning Het grootste deel van de respondenten woont in een koopwoning. Iets meer dan een vijfde woont in een huurwoning (tabel 4). Panelleden in een huurwoning zijn in deze peiling waarschijnlijk iets ondervertegenwoordigd ten opzichte van panelleden met een koopwoning. Tabel 4 Huur- of koopwoning. (n=2.224) procent Huurwoning van woningcorporatie
18%
Huurwoning van particuliere verhuurder
3%
Koopwoning
79% 100%
3. Bewust omgaan met energie 3.1 Energiebewustzijn Bijna alle panelleden (94 procent) vinden energiebesparing (heel) belangrijk (figuur 1). Er zijn kleine verschillen naar leeftijd en geslacht. Panelleden van 50 jaar of ouder vinden energiebesparing iets belangrijker dan de jongere panelleden. Van de 50-plussers vindt 96 procent energiebesparing (heel) belangrijk. Bij de panelleden tot 30 jaar is dit 92 procent en van de panelleden tussen de 30 en 50 jaar vindt 93 procent energiebesparing (heel) belangrijk. Vrouwen vinden energiebesparing iets belangrijker dan mannen. Respectievelijk 96 en 92 procent vindt dit (heel) belangrijk. Er zijn geen verschillen tussen panelleden met een huur- en een koopwoning in het belang dat zij hechten aan energiebesparing.
4
Figuur 1 In hoeverre vindt u energiebesparing belangrijk? (n=2.224) 5% 1%
(Heel) belangrijk Niet belangrijk/ niet onbelangrijk (Heel) onbelangrijk
94%
3.2 Energiezuinigheid Vervolgens is aan alle panelleden gevraagd hoe energiezuinig zij zichzelf achten. Zij mochten dit uitdrukken in een cijfer tussen 1 (zeer energieonzuinig) en 10 (zeer energiezuinig). Panelleden gaven zichzelf op deze schaal het vaakst een 7 of een 8. Het gemiddelde cijfer was een 7,1 (figuur 2). Hieruit blijkt dat panelleden zichzelf gemiddeld genomen aardig energiezuinig vinden. Voor verdere analyses zijn de panelleden op basis van deze vraag ingedeeld in drie groepen: niet zo energiezuinige respondenten (cijfer 1 t/m 5): 9 procent; redelijk energiezuinige respondenten (cijfer 6 of 7): 51 procent; zeer energiezuinige respondenten (cijfer 8,9 of 10): 40 procent. Ook hier zijn kleine verschillen naar leeftijd, geslacht en ook naar inkomen. Oudere panelleden, vrouwen en panelleden met een laag inkomen achten zichzelf energiezuiniger dan jongere panelleden, mannen en panelleden met een hoog inkomen. Panelleden met een huurwoning achten zichzelf iets energiezuiniger dan panelleden met een koopwoning. Dit verschil wordt echter verklaard doordat panelleden met een huurwoning vaak een lager inkomen hebben en panelleden met een koopwoning een hoger inkomen.
Figuur 2 Hoe energiezuinig vindt u zichzelf (1=zeer energie onzuinig, 10= zeer energiezuinig)? (n=2.219) 50% Gemiddeld cijfer: 7,1
40%
36%
30%
33%
20% 15%
10% 0%
0%
0%
1%
2%
5%
1
2
3
4
5
6
7
8
6%
1%
9
10
5
3.3 Bekendheid energielasten Iets minder dan de helft van de panelleden weet precies wat zij per maand kwijt is aan energielasten (figuur 3). Nog eens drie op de tien weet het ongeveer en een vijfde weet het niet. Hier zijn geen verschillen tussen panelleden met een koop- en panelleden met een huurwoning. Figuur 3 Weet u wat u per maand kwijt bent aan energielasten? (n=2.224) 21% Ja, ik weet het precies 48%
Ja, ik kan het schatten Nee, ik weet het niet
31%
3.4 Eenvoudige energiebesparende maatregelen of gedragsaanpassingen Panelleden kregen vervolgens zes energiebesparende maatregelen voorgelegd. Het betrof hier geen aanpassingen aan de eigen woning, maar eenvoudige maatregelen of gedragsaanpassingen. Figuur 4 laat zien dat de energiebesparende maatregelen populair zijn. De meeste maatregelen die zijn voorgelegd, zijn door een aanzienlijk deel van het panel getroffen. Het vervangen van gloeilampen door spaar- en led-lampen is het vaakst genoemd. Meer dan vier op de vijf panelleden heeft gloeilampen vervangen (figuur 4). Ook het lager zetten van de verwarming is een populaire maatregel die tweederde van het panel heeft genomen. Slechts twee procent van de panelleden heeft geen enkele van de zes energiebesparende maatregelen getroffen. Panelleden met een laag inkomen of een huurwoning zetten vaker apparaten uit in plaats van op standby dan panelleden met een hoog inkomen of een koopwoning. Ook zetten inwoners met een laag inkomen en een huurwoning vaker de verwarming een graadje lager. Panelleden met een hoog inkomen of een koopwoning hebben vaker dan panelleden met een laag inkomen of een huurwoning apparaten met energielabel A in huis. Ook hier is er een relatie tussen inkomen en een huurof koopwoning, waarbij het treffen van energiebesparende maatregelen vooral verklaard wordt door inkomen. Figuur 4 Welke van onderstaande energiebesparende maatregelen heeft u genomen? (n=2.224) Heb gloeilampen vervangen door spaar- en/of led-lampen
84%
Zet mijn verwarming een graadje lager
67%
Bezit energiezuinige apparaten met energielabel A
65%
Zet apparaten niet op stand-by (stand-by killer)
60%
Heb groene stroom
50%
Heb een waterbesparende douchekop
46%
Geen van bovenstaande
2%
0%
25%
50%
75%
100%
6
Ruim tweevijfde van de panelleden probeert nog op andere manieren energie te besparen (figuur 5). Panelleden met een hoog inkomen of een koopwoning doen vaker nog andere dingen dan panelleden met een laag inkomen of een huurwoning. Figuur 5 Doet u nog andere dingen om energie te besparen? (n=2.224)
42%
Ja Nee
58%
In de bijlage vindt u alle andere manieren waarop deze groep panelleden energie bespaart. Hieronder een selectie van de meestgenoemde manieren:
Zuinig rijden/zuinige auto kiezen Vaker fietsen of OV nemen Zuinig programma voor was of afwas Vollere wasmachine/vaatwasmachine Zuinig met spullen Tweedehands spullen kopen Seizoensgebonden producten kopen Minder vlees eten Biologisch eten Zuinig met water/kort douchen Waterbespaarders in kranen Lampen uitzetten
Zon in huis laten Gordijnen sluiten/rolluiken Zo min mogelijk droger gebruiken Thermostaatklok op verwarming Gebruik regentonnen Warme kleding aan Tochtstrips Tijdschakelklok op buitenverlichting Open haard aan of houtkachel Ramen en (tussen)deuren dicht Afval scheiden Apparaten uit die anders onnodig aanstaan
4. Energiebesparing in de eigen woning Naast de relatief eenvoudige maatregelen die men kan treffen om energie te besparen, zoals het vervangen van een gloeilamp door een spaarlamp, kan men ook aanpassingen doen aan de eigen woning, zoals dubbel glas plaatsen, of muren, dak of vloer isoleren. De mate waarin een woning geïsoleerd is, bepaalt het energielabel van een woning. Het energielabel voor woningen geeft met klassen (A++ tot en met G) aan hoe energiezuinig een huis is, in vergelijking met soortgelijke huizen. Energielabel A++ is zeer zuinig, energielabel G is zeer onzuinig. 4.1 Bekendheid energielabel Slechts 1 op de 6 panelleden kent het energielabel van de eigen woning (figuur 6). Bijna tweederde kent het energielabel van de eigen woning niet, maar zou het wel graag willen weten en ruim een vijfde kent het niet en heeft ook geen behoefte om dit wel te weten. Hoe nieuwer een woning hoe vaker bewoners het energielabel wel kennen. Van de panelleden die wonen in een huis gebouwd na 2000 kent 27 procent het energielabel. Daarnaast zijn panelleden met een vrijstaande woning ook vaker bekend met het energielabel (22 procent) dan panelleden die in een flat of appartement wonen (12 procent). Ook tussen eigenaren van een woning en huurders is een significant verschil. Panelleden met een koopwoning kennen vaker het energielabel (17 procent) dan panelleden die huren (13 procent).
7
Panelleden die aangeven niet te hoeven weten wat het energielabel van hun woning is, is gevraagd waarom zij dit niet hoeven te weten. Deze panelleden noemen onder andere als redenen dat het hen niet interesseert, dat het geen meerwaarde heeft, dat zij geen verhuisplannen hebben, dat zij er toch niets aan kunnen veranderen, dat zij alles al hebben gedaan om het huis energiezuiniger te maken, dat men nog met aanpassingen aan de woning bezig is, of dit van plan is. Figuur 6 Kent u het energielabel van uw woning? (n=2.224) 16%
22%
Ja Nee, maar ik zou het wel willen weten Nee en ik hoef het ook niet te weten
62%
In 2011 was van ruim 2 miljoen woningen in Nederland het energielabel bekend. Van huurwoningen was dit vaker bekend dan van koopwoningen. Van de woningen waarvan dit in 2011 bekend was, had 14 procent een A of B label, 57 procent een C of D label en 29 procent een E,F of G label. In Twente heeft 20 procent van de woningen waarvan dit bekend is een A of een B label (bron: CBS statline). Aan de panelleden die het energielabel van hun woning kennen, is nagevraagd wat het energielabel is (figuur 7). De grootste groep, namelijk 43 procent, geeft aan dat zij in een A-label woning wonen. Opvallend is dat leden van het EnschedePanel die hun energielabel kennen relatief vaak aangeven dat dit een A-label is, terwijl de cijfers van het CBS aantonen dat in Twente slechts 20 procent van de woningen waarbij dit bekend is een A- of B-label heeft. Een mogelijke verklaring voor dit verschil is dat inwoners die in een woning met een hoog energielabel wonen, vaker hun energielabel kennen, dan inwoners die wonen in een woning met een laag energielabel. Figuur 7 Wat is het energielabel van uw woning, als u dit kent? (n=371) A
43%
B
20%
C
15%
D
10%
E
4%
F
3%
G
4% 0%
25%
50%
75%
100%
Om te weten welk energielabel een woning heeft en welke energiebesparingsmaatregelen men het beste kan nemen in de woning, kan men een maatwerkadvies laten uitvoeren of een woningdossier aanvragen.
8
4.2 Maatwerkadvies of woningdossier Het merendeel van het panel heeft geen ervaring met een maatwerkdossier of woningadvies. Een op de tien heeft een van beiden of beiden laten uitvoeren of aangevraagd (figuur 8). Een kwart van het panel heeft geen maatwerkadvies laten uitvoeren of woningdossier aangevraagd, maar is dit wel van plan en tweederde beschikt niet over een van beide documenten en is hierin ook niets van plan. Panelleden die in een oudere woning wonen, hebben vaker een maatwerkadvies laten uitvoeren of een woningdossier opgevraagd dan panelleden met een nieuwere woning. Zo heeft 14 procent van de panelleden met een woning van voor 1960 wel eens zo’n document opgevraagd, tegenover 4 procent van de panelleden met een woning van na 2000. Verder hebben panelleden met een vrijstaande woning of twee-onder-een-kapwoning vaker een maatwerkadvies laten uitvoeren of woningdossier opgevraagd, dan panelleden in een rijtjeswoning of appartement. Panelleden woonachtig in een flat of appartement zijn dit ook significant minder vaak van plan dan panelleden in een vrijstaande woning, twee-onder-een-kapper of rijtjeswoning. Tot slot hebben panelleden met een koopwoning vaker een maatwerkadvies laten uitvoeren of woningdossier opgevraagd (11 procent) dan panelleden met een huurwoning (3 procent). Figuur 8 Heeft u ooit een maatwerkadvies laten uitvoeren of woningdossier aangevraagd? (n=2.224) Ja, beiden
3%
Ja, alleen een woningdossier
3%
Ja, alleen een maatwerkadvies
4%
Nee, maar ik ben het wel van plan
24%
Nee, en ik ben het ook niet van plan
66% 0%
25%
50%
75%
100%
Een relatief groot deel van de panelleden heeft nog nooit een maatwerkadvies of woningdossier laten uitvoeren en is dit ook niet van plan. Figuur 9 laat zien dat deze panelleden hiervoor het vaakst als redenen hebben dat de eigen woning al voldoende energiezuinig is (31 procent), dat men dat te duur vindt om te laten doen (24 procent) of dat men zich hier eerst nog in wil verdiepen (20 procent). Ook heeft een vijfde nog een andere dan de voorgelegde redenen om geen maatwerkadvies of woningdossier te laten uitvoeren. Hier noemt men onder andere dat men het zelf wil uitzoeken, of het zelf wel weet, dat men een huurhuis heeft en dat men geen geld heeft voor aanpassingen.
9
Figuur 9 Om welke reden(en) bent u niet van plan om een maatwerkadvies/woningdossier uit te laten voeren? (n=1.447) Mijn woning is al voldoende energiezuinig
31%
Ik vind dat te duur
24%
Ik wil me hier eerst nog in verdiepen
20%
Ik vind een dergelijk advies niet zinvol
15%
Ik ga (binnenkort) verhuizen
6%
Ik weet niet hoe ik dat kan regelen
6%
Weet niet
6%
Andere reden
21% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
4.3 Energiebesparende maatregelen in en om huis Aan alle panelleden is een reeks energiebesparende maatregelen in en om huis voorgelegd met de vraag of deze in de eigen woning aanwezig zijn (figuur 10). Aan alle panelleden met een koophuis en aan de panelleden met een huurwoning die bereid zijn zelf energiebesparende maatregelen in en om huis te treffen, is daarnaast gevraagd of ze de komende twee jaar van plan zijn energiebesparende maatregelen te treffen. Aan huurders die aanpassingen aan de woning geheel overlaten aan hun verhuurder is deze vraag niet voorgelegd. Voor deze groep is aangenomen dat zij niet van plan zijn een of meerdere energiebesparende aanpassingen te doen aan hun woning. Figuur 10 laat zien dat dubbelglas in een groot deel van de woningen (92 procent) al aanwezig is. Ook de Hr-ketel en dakisolatie zijn in een meerderheid van de woningen aanwezig, respectievelijk in 72 en 65 procent van de panelleden geven aan dat in hun woning een Hr-ketel of dakisolatie aanwezig is. De meeste plannen zijn er voor zonnepanelen. Van alle panelleden is 17 procent van plan om de komende twee jaar zonnepanelen te laten plaatsen (figuur 10). Van de panelleden geeft 8 procent aan dat de eigen woning nog andere energiebesparende voorzieningen kent dan de voorgelegde voorzieningen. Hierbij noemt men onder andere: stadsverwarming, warmtewisselaar, warmte-terugwin-installatie, Hr++ glas, een houtkachel en rolluiken. Het bouwjaar van de woning en het type woning en of men een huur- of koopwoning heeft is bepalend voor de energiebesparende voorzieningen die aanwezig zijn. Alle energiebesparende voorzieningen zijn relatief vaker aanwezig in de nieuwere woningen dan in oudere woningen. De Hr-ketel vormt hierop een uitzondering. Deze is in oudere woningen (gebouwd voor 1960) het vaakst aanwezig. In woningen gebouwd tussen 1985 en 2000 is de Hr-ketel het minst vaak aanwezig. Bij flatwoningen of appartementen zijn de minste energiebesparende voorzieningen aanwezig. Vrijstaande woningen kennen de meeste energiebesparende voorzieningen. Panelleden met een koophuis beschikken in hun woning vaker over dubbel glas, een Hr-ketel en dak-, gevel- en vloerisolatie dan panelleden met een huurwoning.
10
Figuur 10 Welke energiebesparende voorzieningen zijn in en rondom huis aanwezig en welke bent u de komende twee jaar van plan te nemen? (n=2.224) Dubbel glas
92%
Hoogrendement (HR) ketel
72%
Dakisolatie
26%
65%
Gevelisolatie
4%
45%
Vloerisolatie
5%
40%
Zonnepanelen 4%
30% 49%
6%
53%
17%
79%
Zonneboiler 4% 4% Warmtepomp
3% 4%
92%
2%
97%
0%
25%
50%
75%
100%
Beschikt hier over
Beschikt hier over en is van plan uit te breiden
Beschikt hier nog niet over, maar is dit van plan
Beschikt hier niet over en is dit ook niet van plan
4.4 Argumenten vóór en tegen energiebesparende maatregelen Aan alle panelleden is gevraagd welke argumenten voor hen belangrijk zijn om wel of geen energiebesparende voorzieningen te treffen aan de eigen woning (figuur 11). De belangrijkste argumenten om dit wel te doen zijn: 1. een lagere energierekening (86 procent), 2. dat het goed voor het milieu is (64 procent) en 3. dat het wooncomfort verhoogd wordt (64 procent). Voor panelleden met een woning gebouwd voor 1985 is een lagere energierekening en het vergroten van het wooncomfort nog iets belangrijker dan voor panelleden met een woning gebouwd na 1985. Panelleden woonachtig in een flat of appartementen zien vaker dan panelleden in een vrijstaand huis, twee-onder-eenkapper of rijtjeswoning, geen voordelen aan energiebesparende voorzieningen. Voor panelleden met een koopwoning is het behoud van de waarde van de woning logischerwijs belangrijker dan voor panelleden met een huurwoning. Panelleden met een huurwoning noemen vaker dan panelleden met een koopwoning het verhogen van het wooncomfort als belangrijk argument vóór energiebesparende voorzieningen. Figuur 11 Welke argumenten vóór energiebesparende voorzieningen aan uw woning zijn voor u belangrijk? (n=2.224) Een lagere energierekening
86%
Goed voor het milieu
64%
Verhogen van het wooncomfort
64%
Behouden van de waarde van mijn woning Anders
35% 2%
Geen van bovengenoemd
4% 0%
25%
50%
75%
100%
11
Bezwaren tegen energiebesparende voorzieningen leven er ook. De belangrijkste bezwaren zijn dat de investering te groot is (45 procent) en het te lang duurt voordat de investering is terugverdiend. Een op de zeven panelleden ziet geen bezwaren (figuur 12). Voor panelleden met een nieuwere woning geldt vaker het argument dat de woning al energiezuinig is. Zo noemt 62 procent van de panelleden met een woning gebouwd na 2000 dit argument. Onder panelleden met een woning gebouwd voor 1960 is dit slechts 15 procent. Panelleden met een vrijstaand huis en een flat of appartement vinden vaker dan panelleden in een rijtjeswoning of twee-onder-een-kapper dat de eigen woning niet geschikt is voor energiebesparende voorzieningen. Voor panelleden met een twee-onder-een-kapper of rijtjeswoning gelden vaker de investeringskosten als een bezwaar. Panelleden met een vrijstaande woning of tweeonder-een-kapper noemen vaker dan panelleden met een andere woning de terugverdientijd als belangrijk argument tegen energiebesparende voorzieningen. Ook of men een huur- of koopwoning heeft, maakt verschil. Panelleden met een koopwoning noemen vaker dan panelleden met een huurwoning als argument dat de eigen woning al energiezuinig is, dat de investering te groot is en de terugverdientijd te lang. Panelleden met een huurwoning vinden het vaker dan panelleden met een koopwoning te ingewikkeld. Panelleden met een huurwoning zien vaker dan panelleden met een koopwoning geen bezwaren voor energiebesparende voorzieningen. Een mogelijke verklaring voor dit verschil is dat panelleden met een huurwoning het kostenbezwaar toeschuiven naar de verhuurder of woningcorporatie. Acht procent van de panelleden noemt nog andere argumenten tegen energiebesparende voorzieningen. Hierbij noemt men onder andere dat men in een huurwoning woont en niet zelf kan beslissen of niet wil investeren in de huurwoning, dat men niet zelfstandig kan beslissen omdat men in een appartement woont en daarom afhankelijk is van medebewoners, dat er vochtproblemen kunnen ontstaan door isolatie, dat men van plan is te verhuizen en dat de koppeling met stadsverwarming lastig is. Figuur 12 Welke argumenten tegen (extra) energiebesparende voorzieningen aan uw woning zijn voor u belangrijk?(n=2.224) De investering is te groot
45%
Terugverdientijd is te lang
38%
Mijn woning is reeds energiezuinig
29%
Ik vind het te ingewikkeld
10%
Mijn huis is daar niet geschikt voor
9%
Ik vind energiebesparende maatregelen onzin
1%
Anders
8%
Geen van bovengenoemd
14% 0%
25%
50%
75%
Panelleden die de komende twee jaar wel van plan zijn energiebesparende maatregelen te treffen aan hun woning en panelleden die dit niet van plan zijn, zijn met elkaar vergeleken. Panelleden met plannen vinden significant belangrijker dan panelleden zonder plannen dat door het treffen van energiebesparende maatregelen de waarde van de woning wordt behouden, het milieu wordt geholpen en de energierekening omlaag gaat. Zij noemen ook significant vaker als belangrijke nadelen dat de investering te groot is en de terugverdientijd te lang. Panelleden zonder plannen noemen significant vaker als bezwaar dat de eigen woning al energiezuinig is. Een opvallende uit-
12
komst is dat panelleden die een energiebesparende maatregel van plan zijn vaker dan panelleden die niets van plan zijn de kosten als belangrijk nadeel noemen. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze panelleden die van plan zijn maatregelen te treffen zich meer bewust zijn van de kosten. Een belangrijke reden om geen maatregelen te treffen is dat de woning al energiezuinig is, kosten zijn voor deze panelleden wellicht geen belangrijk issue meer.
4.5 Energiebesparende maatregelen in een huurwoning In deze peiling zijn ook enkele specifieke vragen gesteld aan panelleden met een huurwoning. Ruim driekwart van de huurders onder het panel, laat het aanbrengen van energiebesparende voorzieningen over aan de verhuurder of woningcorporatie (figuur 13). De meerderheid van hen laat het geheel over aan de verhuurder, een kleiner deel verwacht wel zelf te kunnen bepalen welke energiebesparende voorzieningen de verhuurder treft. Slechts een op de zeven huurders onder het panel geeft aan zelf energiebesparende maatregelen te treffen als de verhuurder of woningcorporatie hierin niets of weinig onderneemt. Figuur 13 Hoe kijkt u als huurder aan tegen energiebesparende voorzieningen? (n=466) Breng zelf geen energiebesparende voorzieningen aan en laat dit geheel over aan de verhuurder
57%
Breng zelf geen energiebesparende voorzieningen aan, maar verwacht dat ik wel zelf kan bepalen welke energiebesparende voorzieningen de verhuurder treft in mijn woning
20%
Ik zal zelf energiebesparende voorzieningen treffen als de verhuurder niets of weinig hierin onderneemt
Weet ik niet
15%
8%
0%
25%
50%
75%
100%
Slechts een klein deel van de panelleden die huren, namelijk 6 procent (figuur 14), is bereid meer huur te betalen voor een energiezuinigere woning, ook als dit niet geheel wordt gecompenseerd door een lagere energierekening. De overige huurders willen niet meer huur betalen (27 procent) of zijn hier alleen toe bereid als de totale woonlasten dalen (67 procent). Figuur 14 Bent u bereid meer huur te betalen voor een energiezuinigere woning? (n=466) 6% 27%
Ja, ook als de totale woonlasten stijgen Ja, maar alleen als de totale woonlasten dalen Nee 67%
13
Al wil het gros van de panelleden die huren niet dat hun woonlasten toenemen door energiebesparende voorzieningen, de meeste huurders hebben wel wensen hierin. Zeven op de tien panelleden met een huurwoning wenst een of meerdere energiebesparende maatregelen. Het vaakst wenst men zonnepanelen, gevolgd door vloer- en gevelisolatie (figuur 15). Figuur 15 Welke energiebesparende maatregelen wenst u in uw huurwoning? (n=466) Zonnepanelen
40%
Vloerisolatie
30%
Gevelisolatie
30%
Dakisolatie
26%
Zonneboiler
16%
Dubbel glas
16%
Hoogrendement (HR) ketel
16%
Warmtepomp
12%
Anders
9%
Geen
10%
Weet ik niet
19% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
5. Energieopwekking bij de eigen woning Een specifieke maatregel om energie te besparen (via fossiele brandstoffen) is door duurzame energie te genereren bij de eigen woning. De meest bekende duurzame energiebron is het zonnepaneel. 5.1 Belangstelling voor aanschaf van duurzame energiebronnen Eerder kwam al naar voren dat 17 procent van de panelleden de komende twee jaar van plan is zonnepanelen te plaatsen op de eigen woning (figuur 10). Op de langere termijn heeft bijna de helft van het panel interesse in de aanschaf van zonnepanelen (figuur 16). Iets meer dan een op de zeven panelleden heeft op termijn wel interesse in de aanschaf van een zonneboiler en ongeveer een op de tien ziet op termijn iets in een warmtepomp of miniwindturbine. Een derde van de panelleden heeft in geen enkele duurzame energiebron interesse en nog eens een op de zes heeft hier nog geen idee van. Panelleden die significant vaker op termijn wel interesse hebben in een duurzame energiebron hebben vaker een koopwoning dan huurwoning. Hun huishouden bestaat vaker uit 3 of meer personen. Zij hebben vaker een hoger inkomen en hogere opleiding en behoren vaker tot de jeugd of zijn van middelbare leeftijd.
14
Figuur 16 Heeft u (op termijn) interesse in de aanschaf van zonnepanelen of een andere duurzame energiebron? (n=2.224) Ja, zonnepanelen
48%
Ja, zonneboiler
15%
Ja, warmtepomp
10%
Ja, miniwindturbine
11%
Ja, anders
4%
Nee
32%
Weet ik niet
16% 0%
25%
50%
75%
Uit figuur 16 kwam naar voren dat een derde ook op termijn geen interesse heeft in zonnepanelen of een andere duurzame energiebron. Aan deze groep panelleden is gevraagd waarom men geen interesse heeft (figuur 17). Belangrijke argumenten zijn net als eerder naar voren kwam bij energiebesparende maatregelen in het algemeen (figuur 15) dat de investering te groot is (36 procent) en de terugverdientijd te lang (31 procent). Ook noemt een vijfde nog een andere dan de voorgelegde redenen. Genoemd wordt onder andere dat men al zonnepanelen heeft, het niet mogelijk is omdat men in een appartement woont, het niet zinvol is, omdat men al op leeftijd is of omdat men niet zo lang meer blijft wonen in de eigen woning, men de panelen lelijk vindt en de zonnepanelen niet zo lang meegaan. Figuur 17 Waarom heeft u geen interesse in zonnepanelen of een andere duurzame energiebron? (n=784) De investering is te groot, die wil of kan ik niet betalen
36%
De terugverdientijd is te lang
31%
Mijn huis is daar ongeschikt voor
21%
Ik heb een huurhuis, dus ik kan niet zelf beslissen over de plaatsing
18%
Ik heb een huurhuis, dus ik ga hier niet in investeren
14%
Ik ben tevreden over de energie die mijn energiemaatschappij levert Ik wacht liever, de duurzame energietechniek staat nog in de kinderschoenen.
13% 10%
Ik ben er niet zo mee bezig Ik vind duurzaamheid onzin
9% 1%
Anders
20% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
15
5.2 Voorwaarden bij aanschaf duurzame energiebron Figuur 18 laat zien dat panelleden twee belangrijke voorwaarden zien bij de aanschaf van zonnepanelen of een andere duurzame energiebron. Allereerst dat deze zichzelf binnen 10 jaar terugverdient (60 procent) en dat er een goed aanbod wordt gedaan met duidelijke informatie over vooren nadelen (47 procent). Andere voorwaarden die men noemt zijn onder andere dat de zonnepanelen lang genoeg meegaan, ze er mooier uitkomen te zien, ze zichzelf zonder subsidie terugverdienen, ze zichzelf sneller dan 10 jaar terugverdienen, duurzaam geproduceerd worden, de regelgeving rondom duurzame energiebronnen toekomstvast is, de mogelijkheid bestaat energie op te slaan of te verkopen aan energieleverancier, de installatie technisch betrouwbaar en niet brandgevoelig is, de plaatsing geen schade toebrengt aan het huis, er eerlijke voorlichting over gegeven wordt. Figuur 18 Wat vindt u de belangrijkste voorwaarden bij de aanschaf van zonnepanelen of een andere duurzame energiebron? (n=2.224) Dat de energiebron zichzelf binnen tien jaar terugverdient
60%
Dat er een goed aanbod wordt gedaan met duidelijke info over de voor-en nadelen
47%
Dat ik de investering gespreid kan betalen
15%
Dat ik zelf niets hoef te regelen en alleen mijn handtekening hoe te zetten
7%
Dat er geen rotzooi ontstaat in en om mijn huis en de installatie binnen een dag werkt
6%
anders weet ik niet
9% 6%
niet van toepassing, ik heb hier geen interesse in
12% 0%
25%
50%
75%
16
6. Informatie en ondersteuning 6.1 Informatiebehoefte Panelleden hebben rondom het thema energiebesparing en -opwekking de meeste interesse in informatie over zonne-energie (figuur 19). Maar liefst tweederde van het panel is hier in geïnteresseerd. In isolatie is ruim een derde geïnteresseerd. Figuur 19 In welke onderwerpen bent u geïnteresseerd, als het gaat om energiebesparing en duurzaamheid? (n=2.224) Zonne-energie
66%
Isolatie (glas, gevel, dak, vloer)
35%
Buurtenergie
25%
Windenergie
18%
Maatwerkadvies
18%
Geen van bovengenoemde
18%
0%
25%
50%
75%
100%
6.2 Informatiebronnen Figuur 20 laat zien dat de meerderheid van de panelleden verwacht informatie over energiebesparing en -opwekking te vinden op internet (57 procent) of bij de eigen energieleverancier (56 procent). Maar na Google en de energieleverancier is de gemeente voor panelleden de voor de hand liggende informatiebron. Tweevijfde verwacht informatie te vinden bij de gemeente en iets meer dan een derde bij het gemeentelijk Energieloket. Andere dan voorgelegde instanties waar men informatie over energiebesparing en -opwekking verwacht, zijn bij Vereniging eigen huis of bij een installateur. Figuur 20 Bij welke instantie verwacht u terecht te kunnen voor alle informatie over energiebesparing en energieopwekking? (n=2.224) Op het internet
57%
Bij mijn energieleverancier
56%
Bij mijn gemeente
40%
Bij het gemeentelijke Energieloket
35%
Via kennissen (mond-tot-mondreclame)
21%
Bij mijn woningbouwcorporatie
12%
Bij de provincie Overijssel
10%
Een andere instantie
6%
Weet ik niet
6%
Geen enkele, ik heb geen interesse
5% 0%
25%
50%
75%
17
6.3 Informatiekanalen Vervolgens is gevraagd via welk kanaal men informatie zoekt (figuur 21). De meeste panelleden kiezen internet (85 procent) of het opnemen van contact met de eigen energieleverancier (44 procent). Iets minder dan een kwart zoekt via het Enschedese Energieloket. Figuur 21 Als meer wilt weten over energiebesparing of duurzaamheid. Via welk informatiekanaal zoekt u dan naar informatie? (n=2.224) Op internet (via Google e.d.)
85%
Mijn energieleverancier
44%
Het Enschedese Energieloket
23%
Via vrienden/ kennissen
22%
Kranten (Huis aan Huis, Tubantia, wijkkrant) Bij de bouwmarkt (Gamma, Praxis e.d.) Boeken of tijdschriften
17% 10% 7%
Publieksbalie Stadskantoor of Servicecentra
4%
Social media (Facebook, Twitter e.d.)
3%
Anders
5%
Weet ik niet
2%
Geen enkele, ik heb geen interesse
5% 0%
25%
50%
75%
100%
6.4 Ondersteuning door de gemeente Panelleden zijn ook gevraagd mee te denken over de manieren waarop de gemeente inwoners kan helpen om energiebesparende maatregelen te treffen. Figuur 23 laat zien dat driekwart van het panel het zinvol vindt als de gemeente energiebesparende maatregelen financieel ondersteunt (figuur 22). Ongeveer een derde van het panel vindt het zinvol als de gemeente totaal ontzorgt door een totaalpakket energiemaatregelen aan te bieden, een keurmerk ontwikkelt om te kunnen zien of een bedrijf kwaliteit levert of informatie levert. Andere suggesties zijn dat de gemeente woningcorporaties stimuleert energiebesparende maatregelen te treffen, demonstraties organiseert van bestaande installaties, een rekenmodule ontwikkelt om de terugverdientijd te berekenen, een 0%-rente lening verstrekt, gezamenlijke inkoopacties organiseert, borg staat voor de garantie.
18
Figuur 22 De gemeente kan u op verschillende manieren helpen om energiebesparende maatregelen te treffen. Welke onderstaande suggesties vindt u zinvol? (n=2.224) Financiële ondersteuning (denk aan subsidies e.d.)
75%
Volledig ontzorgen via totaalpakket Energiemaatregelen
36%
Keurmerk om te kunnen beoordelen of bedrijf kwaliteit levert
35%
Informatie via website of Huis-aan-Huis
34%
Een woonloket/ energieloket in de stad
28%
Informatieavonden in de wijk
18%
Anders
3%
Weet ik niet
5%
Geen van bovengenoemde
7%
0%
25%
50%
75%
100%
6.5 Uitvoering energiebesparende of –opwekkende voorzieningen Panelleden zouden als zij energiebesparende of -opwekkende voorzieningen willen treffen, dit bij voorkeur laten uitvoeren door een erkend bedrijf (41 procent). Daarnaast ziet 17 procent iets in een BuurtEnergiebedrijf (figuur 23). Figuur 23 Als u energiebesparende of -opwekkende voorzieningen wilt treffen aan uw woning. Waar gaat uw voorkeur dan naar uit? (n=2.224) Ik laat deze bij voorkeur uitvoeren door een erkend bedrijf
41%
Ik sluit me graag aan bij een BuurtEnergiebedrijf
17%
Ik laat dit het liefst regelen door een onafhankelijke deskundig energieloket
8%
Ik ga naar de bouwmarkt en doe het helemaal zelf
6%
Weet ik niet
15%
Niet van toepassing, ik heb hier geen interesse in
14% 0%
25%
50%
75%
7. Bekendheid en waardering duurzaamheidsprojecten De Gemeente Enschede probeert op verschillende manieren duurzaamheid en energiebesparing bij bewoners onder de aandacht te brengen of te stimuleren. 7.1 Bekendheid duurzaamheidsprojecten De Gemeente Enschede heeft in 2012 een aantal duurzame projecten uitgevoerd. De panelleden is gevraagd welke duurzame projecten van de gemeente Enschede men kent. Van alle panelleden kent 50 procent het project ThermoScan (figuur 24). Panelleden met een koopwoning zijn beter bekend met de ThermoScan, de campagne Doe Groen Dat Scheelt, het Energieloket en de duurzaamheidslening/-premie dan panelleden met een huurwoning. Voor het project Klus je Rijk en Buurtenergie is er geen verschil tussen beide groepen. 19
Panelleden die zichzelf niet zo erg energiezuinig vinden (zie paragraaf 3.2) zijn minder bekend met de ThermoScan, Buurtenergie, het Energieloket en de campagne Doe Groen Dat Scheelt dan panelleden die zichzelf wel (zeer) energiezuinig vinden. Figuur 24 De Gemeente Enschede heeft in 2012 een aantal duurzame projecten uitgevoerd. Kent u de volgende projecten? (n=2.224) ThermoScan – (warmtescan daken)
50%
Klus je Rijk
50%
25%
Campagne Doe Groen Dat Scheelt
75%
22%
Energieloket
79%
16%
84%
BuurtEnergie
9%
91%
Duurzaamheidslening/-premie
7%
93%
0%
25% ja
50%
75%
100%
nee
Aan de panelleden die een of meerdere projecten van de gemeente Enschede kennen, is gevraagd hoe men deze projecten kent. Het grootste gedeelte kent de projecten van de gemeente Enschede van de Tubantia, internet of een huis-aan-huisblad (figuur 25). De panelleden die de projecten op een andere manier kennen, noemen met name de reclameborden langs de weg en in de stad en de televisie.
Figuur 25 Hoe bent u in aanraking gekomen met deze projecten? Meerdere antwoorden mogelijk. (n=1.431) Tubantia
46%
Internet
44%
Huis-aan-huisblad
41%
Mond-tot-mond reclame
Social media
Anders
17% 13%
17% 0%
25%
50%
75%
7.2 ThermoScan Bijna een kwart van de panelleden die het project ThermoScan kennen, geven aan deze scan (zeer) interessant te vinden. De panelleden die het project ThermoScan (zeer) interessant vinden, geven voornamelijk aan dat het interessant was om te zien hoeveel energie hun eigen huis verliest. De panelleden die het (zeer) oninteressant vonden geven voornamelijk aan dat hun eigen huis niet binnen het ThermoScan gebied valt, dat ze in een appartement/flat wonen of ze spreken hun twijfel uit van de resultaten van ThermoScan. 20
Tabel 5 U geeft aan de ThermoScan te kennen, wat vindt u van deze ThermoScan? (n=1.110) procent Zeer interessant
15%
Interessant
57%
Neutraal
19%
Oninteressant
5%
Zeer oninteressant
2%
Weet niet
2% 100%
Van de panelleden die de ThermoScan kennen, geeft 3 procent aan door de ThemoScan gestimuleerd te zijn om het eigen dak te isoleren. Het grootste gedeelte van de panelleden die de ThermoScan kent, 58 procent, heeft al een geïsoleerd dak (figuur 26). De panelleden die ‘anders’ antwoorden, geven aan dat zij huren en niet zelf hierover kunnen beslissen, of dat zij geen eigen dak hebben omdat zij in een appartement of flat wonen.
Figuur 26 Heeft u naar aanleiding van de ThermoScan uw dak geïsoleerd of bent u dit van plan? Gevraagd aan de panelleden die de ThermoScan kennen. (n=1.110) Nee, ik ga mijn dak niet isoleren Nee, ik was het al van plan
11% 4%
Nee, mijn dak was al geïsoleerd
58%
Ja, dit heeft mij (mede) gestimuleerd
3% 11%
Anders
13%
Ik weet nog niet of ik mijn dak zal isoleren 0%
25%
50%
75%
100%
7.3 Doe groen Dat scheelt De panelleden die hebben aangegeven de website www.doegroendatscheelt.nl te kennen, is gevraagd hoe vaak men deze website bezoekt. Bijna de helft van hen geeft aan de website nog nooit te hebben bezocht. De website is meerdere keren bekeken door 15 procent van de panelleden (figuur 27).
21
Figuur 27 U geeft aan de website www.doegroendatscheelt.nl te kennen. Hoe vaak bezoekt u deze? (n=446) 1% 14% Maandelijks Enkele keren per jaar 49%
Slechts een keer bekeken Nog nooit bezocht 37%
Het grootste gedeelte van de panelleden die de website www.doegroendatscheelt.nl hebben bezocht, was voornamelijk geïnteresseerd in subsidies en premies en informatie over energiebesparende maatregelen. De panelleden die de website kennen, is gevraagd om op een 5 puntsschaal aan te geven welke uitersten oordelen links en rechts het beste bij hun mening past (figuur 28). Relatief veel panelleden gaven aan het niet te weten. Dit is goed te verklaren doordat een groot deel van de ondervraagde panelleden de website wel kent van naam, maar nog nooit bezocht heeft. Van de panelleden die wel een mening konden vormen, was het grootste gedeelte van de respondenten positief. Het meest positief is men over hoe interessant en duidelijk de website is. Figuur 28 U geeft aan de website www.doegroendatscheelt.nl te kennen. Wat vindt u hiervan? (n=237) Up to date 5%
34%
21%
5%
30%
27%
Volledig
Duidelijk
11%
34%
14%
Interessant
19%
25% 2
37%
2%
39%
0% 1
4%
34%
6%
15%
3%
50% 3
4
Onvolledig
29%
Onduidelijk
28%
Oninteressant
75% 5
Achterhaald
100% Weet niet
Een aantal panelleden heeft nog verbetersuggesties voor de website www.doegroendatscheelt.nl. Enkele panelleden geven aan dat de website wat overzichtelijker gemaakt mag worden. Een overzicht van de overige opmerkingen en suggesties zijn terug te lezen in de bijlage.
22
7.4 Oordeel over inzet gemeente Enschede Aan alle panelleden is gevraagd of zij vinden dat de gemeente Enschede energiebesparende maatregelen voldoende stimuleert. Het grootste gedeelte van de panelleden is neutraal hierover. Ruim 1 op de 6 vindt dat de gemeente Enschede de energiebesparende maatregelen voldoende stimuleert. Een even groot deel van de panelleden is het hier (helemaal) mee oneens (tabel 6). Tabel 6 Oordeel over de stelling “De gemeente Enschede stimuleert het nemen van energiebesparende maatregelen voldoende.” (n=2.224) procent Helemaal mee eens
2%
Mee eens
16%
Neutraal
44%
Oneens
13%
Helemaal mee oneens
4%
Weet ik niet
22% 100%
7. Opmerkingen en suggesties Tot slot konden panelleden nog opmerkingen en suggesties kwijt. De complete lijst met opmerkingen en suggesties vindt u in de bijlage. Hieronder een greep uit de suggesties.
Energiebesparing in huurwoningen
Ik vind het een goed initiatief maar als je in een huurwoning/flat woont ben je toch in grote mate afhankelijk van de woningbouwvereniging.
Als energiebesparing en milieuvriendelijkheid zo belangrijk is voor de gemeente Enschede laat woningcorporaties dit dan uitvoeren op huurwoningen.
De gemeente kan het meeste winnen door de goedkopere (dus oudere) sociale huurwoningen aan te pakken > huurders hiervan (waaronder ikzelf) hebben geen poen voor investeringen, woningcorporaties doen er niets aan vanwege de ouderdom en de lage huuropbrengst.
Informatievoorziening en stimuleringsregelingen
Het Rijk geeft subsidie op zonnepanelen. Zet dit levensgroot op internet, maak hiervoor veel reclame. Geef dan als gemeente subsidie op een andere "energieleverancier". Bijvoorbeeld op de ventilatie warmtepomp.
De verwachting die leeft is dat hoge investeringen nodig zijn waarbij de terugverdientijd te lang duurt. Meer inzicht in kosten, subsidies, besparingen en terugverdientijden zou die verwachting moeten doen veranderen.
Zonnepanelen zouden meer moeten gestimuleerd worden zoals in Duitsland wel het geval is!
Meer informatie over warmtepompen vooral in het buiten gebied.
Graag thermoscan ook beschikbaar stellen in buitengebied. Ik voorspel dat daar de slechts geïsoleerde woningen staan. Bovendien behoort een dergelijke service beschikbaar te zijn voor iedereen.
Meer bewustwording is nodig. Misschien is het een goed idee om hier op scholen meer aandacht aan te schenken.
Energiebesparing
Ik zie in onze wijk onnodige straatverlichting, Als burgers zien dat de overheid serieus dit soort verspilling aanpakt,zijn ze ook eerder bereid zelf meer te doen aan duurzaamheid en energiebesparing
Het zou wenselijk zijn, dat de gemeente de winkeliers in de binnenstad zou verplichten om in de wintermaanden hun deuren gesloten te houden,dan zou er niet zoveel warmte verdwijnen in de buitenlucht!
Doe de verlichting uit in grote gebouwen, waar toch niemand s nacht is.
23
Duurzame energiebronnen
Gebruik de landingsbaan van het voormalige vliegveld voor het plaatsen van zonnecellen en eventueel windmolens en de directe omgeving voor het verbouwen van biobrandstof. Financiering met behulp van crowdfunding.
Gebruik de bedrijventerreinen om onze energie op te wekken.
Gebruik bij nieuwbouw dakpannen als zonnepanelen. Laat de architecten hier goed naar kijken.
De gemeente kan energie besparende maatregelen voldoende stimuleren, maar dan moeten de energiebedrijven de retourprijs van energie wel voldoende willen betalen.
Overig
Duurzaamheid is geen taak van de overheid. Eigen verantwoordelijkheid om je huis energiezuiniger te maken zodat je het later kunt verkopen/verhuren. Met stijgende energieprijzen wordt dit steeds belangrijker.
24