VvE’s met Energie Beleid op duurzaamheid & energiebesparing door VvE’s
Een experiment van:
Inhoudsopgave Voorwoord
5
Samenvatting – lessen & aanbevelingen Leeswijzer
7 8
VvE’s met Energie – pioniers in de energietransitie
9
Doelstelling & vraagstelling Doelstelling Vraagstelling
11 11 11
VvE’s een lastige groep?
13
Het proces binnen de VvE: Samenwerken op twee fronten Fase 1: oriëntatie fase & een gezamenlijke start Fase 2: blijven communiceren over voortgang & technisch plan op maat Fase 3: voldoende stemmen & uitvoeren
15 15 17 18
Beleid voor VvE’s Een “lichte” aanpak Waar beginnen Werving Proces van bijeenkomsten Inhoud van bijeenkomsten De kracht van voorbeeld-VvE’s
19 19 19 20 20 20 22
De nabije toekomst: VvE’s naar Nul op de Meter? Proces en ambitie Een gunstig klimaat voor VvE’s
23 23 24
Concluderend: gemeenten en duurzame VvE’s
25
Dankwoord
27
Bijlage: Gereedschap: alternatieve werkvormen
29
3
4
Voorwoord – bottom-up bestaat niet Participatiesamenleving. Volgens velen een slechte smoes voor vergaande bezuinigingen, volgens anderen de gezonde kanteling van verzorgingsstaat naar een samenleving die gemaakt wordt door haar leden. Ik zal u gelijk verklappen: ik voel me thuis in het tweede kamp, hoewel ik niet ontken dat het eerste ook aan de hand is. Verenigingen van Eigenaren: verenigingen waar mensen “gedwongen” lid van zijn (sommige appartementseigenaren beweren desgevraagd dat ze niet lid zijn). Wat is dat voor vereniging die niet verenigt? Een juridisch erfenis uit de jaren ‘50. Eigenlijk moet je wel een beetje gek zijn om daar jarenlang energie in te stoppen. Toch doen heel veel mensen dat: voorzitters, technische commissies, schrijvers van uitnodigingen voor de jaarlijkse nieuwjaarsborrel of nazomer-barbeque. Zelf hoor ik er ook bij: jaar na jaar maak ik me sterk voor een behoorlijk bestuur van onze VvE-van-drie en sinds deze maand hebben wij en onze drie buur-VvE’s een nieuw dak: samen bedacht, geregeld en ingekocht. Waarom steken mensen hun vrije tijd in het zorgen voor huizen waarvan ze de bewoners soms niet eens kennen? Wij leerden voorzitters en energieke VvE-ers kennen die genieten van de rol die ze kunnen spelen in hun kleine gemeenschap. Ook kwamen we mensen tegen die popelen om technische innovaties toe te passen op hun huis en de VvE graag meesleuren in hun enthousiasme, en mensen die zich grote zorgen maken om ons klimaat. Stuk voor stuk motieven die maken dat mensen over hun verlegenheid of gebrek aan ervaring heen stappen en voor een groep gaan staan, zich kwetsbaar maken, hun vrije tijd investeren om samen met hun buren te werken aan een huis dat ook in de toekomst mooi, warm, veilig en betaalbaar blijft. Maar gemotiveerde burgers alleen maken nog geen participatiesamenleving; enkel bottom-up bestaat niet. “Wij zorgden dat de mensen bij elkaar kwamen, en dat ze gingen praten over wat ze wilden”. Zo vatte een mediator zijn werk in de grootschalige woningverbeteringen in de jaren ‘80 samen. Maar het duidt ook wat we gedaan hebben in VvE’s met Energie: een structuur geven, of een smoes, of allebei, om mensen met elkaar te laten spreken over wat ze wilden. Als er daarna meer dan gras tot groei moet komen is het fijn als overige betrokkenen ook deel gaan nemen aan dat gesprek: energieke burgers aan het roer, overheden met een visie, ambtenaren die graag de partner-in-crime worden van burgers met ideeën, woningbouwcorporaties, marktpartijen en een schare vakmensen om bij te springen. Mimi Slauerhoff en ik hebben dit advies geformuleerd in de hoop dat het bijdraagt aan de schone taak van ambitieuze VvE’s en de ambtenaren en adviseurs met een passie voor wonen. Voor mij persoonlijk geldt dat het werk me bleef fascineren: voor mij zijn VvE’s de-samenleving-in-het-klein. En dus ook: de participatiesamenleving zoals het zou kunnen gaan. Waar een overheid in de eerste plaats haar burgers helpt om zich te organiseren om eigen doelen te bereiken; laat dit werk een proeftuin zijn voor een energieke participatiesamenleving. Rotterdam, november 2014 Carolien Hoogland
5
6
Samenvatting – lessen & aanbevelingen Een driejarig “actie-onderzoek” in het krachtenveld van bewoners en bestuurders van VvE’s, overheden, marktpartijen, beheerders en NGO’s heeft de volgende inzichten opgeleverd: • •
• •
• •
• • •
Ook onder appartementseigenaren bevinden zich voldoende “energieke burgers” om een beweging in te zetten naar het verduurzamen van appartementsgebouwen. Deze groep is met relatief geringe ondersteuning in staat slagen te maken. Deze VvE’s hebben behoefte aan: • onafhankelijke informatie en procesbegeleiding; • samen leren (bijvoorbeeld via netwerkbijeenkomsten); • en sprekende voorbeelden. Een overheid is een uitgelezen partner voor deze mensen; anders dan bijvoorbeeld marktpartijen en adviseurs heeft de overheid een niet-commercieel belang in het duurzamer maken van gebouwde omgeving dat goed strookt met de belangen van VvE’s. Vindbaar worden in plaats van vinden is het devies voor gemeenten en provincies als het gaat om het leggen van de eerste contacten met deze “energieke VvE’s”. • “Vindbaar worden” komt neer op het uitnodigen van “koplopers” onder de VvE’s. • “Vindbaar worden” bespaart energie aan de kant van de overheid; het is effectiever en efficiënter om geïnteresseerde burgers uit te nodigen dan om de hele goegemeente hiernaar te doorzoeken. In de beginfase, wanneer een VvE zich nog aan het oriënteren is op de wensen van bewoners en de technische mogelijkheden van een complex, kan inmenging door marktpartijen en het proces verstoren. Mensen die deze partijen introduceren (VvE-leden of ambtenaren) lopen het risico het vertrouwen van de VvE te verliezen. Hebben VvE en overheid elkaar gevonden, dan kunnen ze gaan samenwerken aan het realiseren van een “voorbeeld-VvE”. Het realiseren van voorbeeld-VvE’s is om meerdere redenen een waardevolle oefening. • Het realiseren van voorbeeld-VvE’s is een krachtig middel in het overtuigen van andere VvE’s. Energiesprong bewandelt dit pad al met de stroomversnelling: een concreet voorbeeld met de enthousiaste verhalen van bewoners is overtuigender dan welke communicatiecampagne ook. • Dit in de praktijk uitproberen – experimenteren – is een waardevolle oefening waar alle betrokken partijen (overheid, maar ook markt, adviseurs, andere geïnteresseerde VvE’s) van kunnen leren. Dit samenwerken en samen leren vraagt van overheden een andere rol: die van facilitator of coördinator (meer dan van aandrager van oplossingen). De VvE als probleemeigenaar en ervaringsdeskundige blijft aan het roer; ambtenaren organiseren de nodige kennis en procesbegeleiding. Het betreft naast de zaken waar VvE’s zelf om vragen (vanuit bewuste onbekwaamheid) ook zaken waar VvE’s niet om vragen (vanuit onbewuste onbekwaamheid). Hier is het vakmanschap van de ambtenaar van cruciaal belang. Voor het vormgeven van het proces van leren en besluitvormen zijn verschillende gereedschappen beschikbaar. Een deel ervan wordt beschreven in dit document. Onze toekomstverkenning naar Nul op de Meter wierp licht op het voordeel dat eigenaren van appartementen hier hebben boven particulier eigenaren: het ligt in de aard van een VvE (de juridische vorm en het technisch beheer) om een langjarig investeringsplan te maken. De economische “truc” van Nul op de Meter is hier zeer goed in te bedden: “de investering verkoop je vrolijk door aan de volgende, want die is immers uitgesmeerd over de VvE.” (Bron: persoonlijke communicatie met Jasper van den Munckhof).
7
Aanbevelingen Met deze lessen zijn de volgende aanbevelingen voor beleid te maken: • •
• •
• •
Maak van VvE’s en duurzaamheid een verantwoording van provincies en gemeenten; geef hen de tijd en de middelen om de energiekelingen, de koplopers, te helpen bij het realiseren van hun duurzame ambities, en bij het delen van hun kennis en ervaringen met andere VvE’s. Met middelen doelen we niet op subsidies maar op het ondersteunen van het leerproces van energieke VvE’s. Door het steunen van koplopers kan hun beweging groter gemaakt worden. • Bijvoorbeeld: zorg voor (gratis) cursussen waar bestuursleden en actieve VvE-leden hun kennisniveau kunnen opkrikken om goede opdrachtgevers te worden. • Bijvoorbeeld: financier het onafhankelijk advies dat VvE’s nodig hebben om een plan te kunnen maken. Maak het realiseren van voorbeeld-gebouwen (“pilots”) tot prioriteit van beleid. Dit spreekt meer dan labelstappen of kilo’s CO2. Bovendien doet het in de wereld zetten van een voorbeeld-VvE een gemeenschap ontstaan; het bindt mensen aan het thema en aan elkaar. De groep kan meedenken en sturen bij de voorbeelden die volgen. Provincies kunnen zorg dragen voor zaken die te “zwaar” zijn om gemeentelijk te organiseren, maar die gemeenten wel nodig hebben. • Bijvoorbeeld: een specialistisch loket (zie bijvoorbeeld het Energieloket van Delft/ Rijswijk) en fysieke kenniscentra (zie bijvoorbeeld het Innovatiecentrum Duurzaam Bouwen in Rotterdam). Gemeenten kunnen zorg dragen voor het faciliteren van (netwerken) van VvE’s die aan de slag willen met duurzaamheid. Dit houdt in: • uitnodigen voor hoogwaardige bijeenkomsten waar de motivatie en kennisbehoefte van de VvE’s centraal staan; • het opbouwen van samenwerkingsrelaties met de ambitieuze VvE’s; • het helpen van VvE’s om hun ambities te realiseren; • het uitdagen tot hoge ambities wat betreft levensloopbestendigheid, woonkwaliteit en energiezuinigheid; • het instellen van ambassadeurs (onder de VvE’s) voor verduurzaming.
Leeswijzer Dit rapport beschrijft twee niveaus van VvE’s met Energie: • het proces dat een VvE die wil verduurzamen, doormaakt (Hoofdstuk “Het proces binnen de VvE”); • wat een overheid hierin kan betekenen voor deze VvE’s (Hoofdstuk “Beleid voor VvE’s”). De lessen en aanbevelingen zijn hierop gebaseerd. Het sluit af met een blik naar de toekomst.
8
VvE’s met Energie – pioniers in de energietransitie De benaming “VvE’s met Energie” verwijst in dit rapport naar: een experimenteel onderzoek; een werkwijze; en een relevante groep pioniers. Om met de laatste betekenis te beginnen: eigenaren van appartementen die hun eigen, persoonlijke energie steken in het verbeteren en verduurzamen van hun complex zijn wat ons – de auteurs – betreft: VvE’s met energie. We zien deze VvE-leden als sleutelfiguren in de energietransitie1 van de gebouwde omgeving. Immers, appartementencomplexen maken landelijk circa 6% uit van het Nederlandse bouwbestand; in de steden ligt dit aandeel uiteraard hoger; Den Haag alleen telt 100.000 appartementen (bronnen: VvE-balie en www.statline.CBS.nl). Het onderzoek en de werkwijze komen voort uit een gepland proces van samenwerken en samen leren met meer dan vijftig VvE’s in drie gemeenten (Den Haag, Rotterdam en Delft), en met de ambtenaren die in deze gemeenten verantwoordelijk zijn voor energiebesparing in de gebouwde omgeving. Dit document geeft aanknopingspunten om lokaal met VvE’s te werken aan de verduurzaming van hun gebouwen. Het is geen blauwdruk maar meer een beschrijving van principes. Zo kan elke gemeente een eigen aanpak ontwikkelen op basis van de beschikbare middelen en competenties. Wel hebben wij een aantal “gereedschappen” uitgeprobeerd en verfijnd. Hiervan kan gebruik worden gemaakt: zie bijlage. Er zijn plannen om een uitgebreide gereedschapskist voor VvE’s met Energie online beschikbaar te maken. Dit gebeurt onder regie van Mieke Weterings (adviseur duurzaam & gezond bouwen bij de gemeente Den Haag). Leeswijzer Hierna gaan we eerst in op het proces dat een VvE die wil verduurzamen, doormaakt. Vervolgens beschrijven we wat een overheid hierin kan betekenen voor deze VvE’s. We sluiten af met een blik in de nabije toekomst.
1 Energietransitie: de maatschappelijke omwenteling waarin we onafhankelijk willen worden van fossiele brandstoffen.
9
10
Doelstelling & vraagstelling Theoretische basis Voor de werkwijze in dit experiment hebben wij geput uit diverse gebieden: antropologie, groepsdynamica, transitiekunde, en actie-onderzoek. In actie-onderzoek is het gebruikelijk om kennis te genereren doordat probleemeigenaren en onderzoekers samen een pragmatische uitdaging aangaan. Een transitie-onderzoek is een onderzoek waarbij telkens gezocht wordt naar de “beweging in het systeem” om daar te interveniëren. In plaats van een gevonden antwoord of oplossing daarna te herhalen, wordt na elke interventie of stap in het onderzoek opnieuw bekeken wat er veranderd is in het systeem, en wordt opnieuw beoordeeld (met de probleemeigenaren samen) wat een nuttige vervolgstap zou kunnen zijn. In dit document zijn hier en daar alinea’s te vinden die een doorkijkje geven naar deze theoretische basis.
Doelstelling De “pragmatische uitdaging” was in dit geval het doen ontstaan van voorbeeld-VvE’s. Voor deze doelstelling zijn een aantal argumenten op te voeren: • overtuigingskracht: voorbeelden en ervaringen dienen andere VvE’s tot inspirerende voorbeelden met een geloofwaardige afzender. Energiesprong bewandelt dit pad al met de stroomversnelling: een concreet voorbeeld met de enthousiaste verhalen van bewoners is overtuigender dan welke communicatiecampagne ook; • community of practice: het in de wereld zetten van een voorbeeld-VvE doet een gemeenschap ontstaan; het bindt mensen aan het thema en aan elkaar. De groep kan meedenken en sturen bij de voorbeelden die volgen; • kennisproductie: dit in de praktijk uitproberen – experimenteren – is een waardevolle oefening waar alle betrokken partijen (overheid, maar ook markt, adviseurs, andere geïnteresseerde VvE’s) van kunnen leren: • de pilots vergen innovaties op het vlak van bijvoorbeeld advies, garanties en financieringen; • de pilots stimuleren het oplijnen voor samenwerking van (lokale) partijen uit de hele renovatie-keten; • marktpartijen raken vertrouwd met de behoeftes en wensen van VvE’s; • de VvE’s, als nieuw te ontginnen markt, leren wat er te halen is. Ze raken vertrouwd met het idee om te investeren in (advies over) verduurzaming. Ze leren wat er nodig is om een goede opdrachtgever te worden.
Vraagstelling De vraag die ten grondslag lag aan het experiment was: “Wat hebben VvE’s nodig om te verduurzamen op een manier die zij zelf willen?”
11
12
VvE’s een lastige groep? “VvE’s dreigen buiten beeld te raken – een ondergeschoven kind te worden – omdat het langzaam gaat en het groepsproces lastig is.”
VvE’s vormen een substantieel deel van het Nederlandse bouwbestand maar lijken voor zowel markt als overheid lastig grijpbaar; dit kan verklaard worden aan de hand van een aantal factoren. Een voor de hand liggende factor is het diffuse eigenaarschap van een complex. Door splitsing raken niet alleen het eigenaarschap van het gebouw verdeeld maar ook de verantwoordelijkheden voor onderhoud. (Naast de groep bewoners heeft een VvE te maken met het bestuur, “de vergadering”, beheerders, en soms ook (groot-)verhuurders.) Gemeenschappelijk bezit staat begrijpelijkerwijs verder van de mensen af. Daarnaast treedt er bij VvE’s een fenomeen op waar we in dit rapport uitgebreid op ingaan: enthousiaste VvE’s blijven meer dan eens “verborgen” omdat ze blijven hangen in een eerste fase van ideeën opwerpen en technische informatie verzamelen. Het dóórkomen van deze fase vergt namelijk een dosis professionele kennis en communicatieve competenties die niet in elke VvE voorhanden is. Als de initiatiefnemers en koplopers2 binnen de VvE niet verder komen met hun verhaal is de kans groot dat ze uitgeput raken en hun enthousiasme dooft. Naast deze groepsdynamische factoren vormt de inhoud een horde op zich: of het nu gaat om technische, juridische of financiële kwesties: voor VvE’s zijn er nauwelijks voorbeelden voorhanden en moet alles nog uitgedacht en uitgetest worden.
2 Koplopers: transitiekundige aanduiding van pioniers; de mensen die als eerste nieuwe technologieën of trends aannemen of daartoe bereid zijn.
13
De ervaringen uit het experiment stemmen echter hoopvol. De samenwerking tussen de onderzoekers, de gemeenten en de VvE’s met Energie laat zien dat: • • •
VvE’s wel degelijk willen verduurzamen; en (met de juiste strategie) makkelijk te vinden zijn; VvE’s in hun aard zelfs aantrekkelijke partners kunnen worden voor gemeenten die willen verduurzamen.
Over dit laatste punt: Wij zijn VvE’s gaan zien als grote schepen waar lang voordat de koers van het schip verandert het roer al omgegooid is. Met andere woorden: om het beleid van de VvE duurzamer en energiezuiniger te maken vergt veel energie maar als de besluiten eenmaal gevallen zijn, dan kunnen er grote slagen gemaakt worden. Het vervolg beschrijft het proces binnen de VvE. Het is een neerslag van a) de ervaringen van succesvolle, energieke VvE’s en b) de processturing zoals de auteurs die uitgeprobeerd hebben met geïnteresseerde VvE’s.
14
Het proces binnen de VvE: Samenwerken op twee fronten3 “Er zijn een harde kant in de aanpak, en een zachte kant. De harde kant belemmert soms (als onafhankelijke informatie ontbreekt), de zachte kant wordt vaak over het hoofd gezien.” De samenwerking met VvE’s laat zien dat de aandacht van de energieke voorlopers in de VvE in de eerste fase gaat naar het maken van een goed plan. Voorlopers in de VvE zijn vaak enthousiast over bepaalde technische oplossingen – het inhoudelijke werk – maar hebben nog geen zicht op de benodigde samenwerking in de VvE. Ze verwachten dat het goede plan de andere bewoners zal overtuigen. Helaas is de praktijk weerbarstig: inhoud alleen is niet datgene waar mensen zich door laten overtuigen. Een uitgewerkt plan kan er zelfs voor zorgen dat de rest van de VvE met de hakken in het zand gaat. Met andere woorden: het nemen van maatregelen ter verduurzaming van een appartementencomplex vraagt om samenwerking. Zo’n samenwerking heeft twee fronten: het verzamelen van de nodige informatie (inhoud), en het werken aan de relatie. Succesvolle VvE’s vervlechten deze twee fronten. De illustratie op de volgende pagina geeft dit proces schematisch weer. Ter verduidelijking beschrijven we hieronder deze twee kanten van het proces – de inhoudelijke en de relationele. In het proces zijn drie fasen te onderscheiden.
Fase 1: oriëntatie fase & een gezamenlijke start De uitdaging in deze eerste fase is om niet alleen de inhoudelijke, maar juist de twee kanten aandacht te gaan geven: de relationele èn de technisch-inhoudelijke. Voor de relationele kant is het nodig dat alle VvE-bewoners kunnen aanhaken. Dit betekent: uitnodigen en luisteren, ideeën en inspiratie met elkaar delen. Een bekende valkuil is dat initiatiefnemers in een “zendingsmodus” gaan en proberen om hun medebewoners te overtuigen van het nut van een bepaalde oplossing. Effectiever in deze fase is het open aangaan van een gesprek over duurzaamheid en woonkwaliteit. Overigens zullen in deze fase lang niet alle leden actief meedoen; het gaat erom dat ze weten wat er speelt en zich uitgenodigd voelen om mee te denken. Want als de leden weten dat zij en hun buren hun zegje kunnen doen (of ze daar nu gebruik van maken of niet) is de kans groter dat ze positief betrokken raken en blijven. Voor de technisch-inhoudelijke kant is het nodig dat de VvE toegang krijgt tot onafhankelijke informatie over de technische mogelijkheden voor hun pand. Momenteel is dat nog niet zo eenvoudig: de VvE’s hebben voor deze fase meestal geen investeringsruimte, een energieadvies of quickscan kost geld en bedrijven komen slechts met één oplossing (die van henzelf).
3 De inzichten uit dit hoofdstuk zijn ook beschikbaar als website: www.vvesmetenergie.nl
15
Concluderend: als het de voorhoede lukt om ideeën te delen en om onafhankelijke technische informatie op te halen, kan uit de oriëntatiefase het draagvlak ontstaan waarbinnen een voorhoede met toestemming van de andere bewoners een plan op maat gaat uitwerken. Hiermee gaat Fase 2 in.
Illustratie: Schematische weergave van het proces van een VvE met Energie
16
Fase 2: blijven communiceren over voortgang & technisch plan op maat Op basis van verkregen informatie in de eerste fase (zowel wensen van bewoners als technische inzichten over het complex) kan een plan op maat gemaakt worden. Voor de relationele kant is het belangrijk dat de energiekelingen de rest van de leden blijven informeren over het voortschrijdend inzicht. De basis is gelegd in Fase 1, maar de energieke groep stelt de rest van de VvE in staat om mee te beslissen over deel-onderwerpen. Het inhoudelijke plan heeft bouwtechnische, financiële en juridische aspecten. Naast een plan is het raadzaam om aandacht te besteden aan een zo compleet mogelijke offerte-uitvraag, zodat marktpartijen kunnen reageren met goed vergelijkbare offertes. Als een plan op maat is uitgewerkt wordt het in een informatiebijeenkomst door de voorhoede toegelicht aan de overige bewoners. Alle twijfels en vragen hebben daar een plek zodat het plan een hamerstuk kan worden in de ALV. Daar is immers weinig ruimte voor uitgebreide discussies. Met een positief besluit tijdens een ALV breekt Fase 3 aan.
Fase 3: voldoende stemmen & uitvoeren Na een positief besluit tijdens een ALV kan opdracht gegeven worden tot de uitvoering. Een goed plan bevat afspraken over onderhoud, garanties en afspraken over energieprestaties die tijdens de uitvoeringsfase om toezicht en naleving vragen. Dit soort afspraken zijn nog niet gangbaar in de bouw, maar wel belangrijk voor de omwenteling in hun denken die marktpartijen hopelijk gaan maken.
17
Onderstaande tabel geeft de twee fronten en drie fasen schematisch weer: Fase:
Samenwerkingsrelatie:
Inhoud:
3
In stemming brengen
Uitvoering
2
Blijven communiceren
Plan op maat
1
Ideeën delen
Oriënteren op de mogelijkheden
Tabel: Het proces binnen de VvE
18
Beleid voor VvE’s Hierboven beschreven we het proces dat een VvE die wil verduurzamen, doormaakt. Hierna beschrijven we wat een overheid hierin kan betekenen voor deze VvE’s. We zagen dat VvE’s juist in de eerste fase (ideeën delen met medebewoners en het krijgen van technisch inzicht) steun nodig hebben van een onafhankelijke, niet-commerciële partij. Een gemeente of provincie kan die rol goed vervullen.
Een “lichte” aanpak Ondersteuning vanuit een overheid kan gegeven worden op een redelijk ‘lichte’ wijze: met een efficiënte inzet van beperkte uren en middelen, gericht op het regelen van datgene waaraan het de VvE’s in de eerste fase juist zo ontbreekt: onafhankelijk advies op het inhoudelijke vlak en procesmatig advies op het relationele vlak. De lichtheid van de beleidsaanpak is te bereiken met principes die we hieronder zullen toelichten: • gebruik de beweging die er al is; • niet vinden maar vindbaar worden; • luisteren in plaats van zenden, een adaptieve houding; • werken in netwerken; • goed voorbeeld doet goed volgen.
Waar beginnen “Gebruik de beweging die er al is.” Net als de VvE’ers met Energie zich afvragen “waar in het complex moeten we beginnen?”, kan een gemeente zich afvragen: “met welke VvE’s moeten we beginnen?” Wij zien op dit moment twee zinvolle aanvliegroutes: • werken met goed georganiseerde VvE’s die zelf al enthousiast zijn voor duurzaamheid; • werken met VvE’s die in de knel zijn geraakt en zoeken naar oplossingen voor hun noodzakelijk onderhoud4. Dit is dus een andere strategie dan bijvoorbeeld het “overtuigen” van mensen; de aanname is dat er al beweging is die nuttig ingezet kan worden, en dat de uitdaging is om deze te vinden. Praktijkvoorbeeld De gemeente Den Haag heeft al veel ervaring met deze “participatieve” strategie voor milieubeleid. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op: www.duurzaamdenhaag.nl/projecten/duurzaamheid-door-haagse-wijken en www.glurengroeneburen.nl
4
Over die tweede route: problemen kunnen zorgen voor betrokkenheid bij de leden. Voor deze VvE’s kunnen energiebesparende maatregelen leiden tot een lastenverlichting die hen de investeringsruimte biedt waar ze naar op zoek zijn. Ook kan een ‘groen plan’ toegang bieden tot leningen uit het Energiebespaarfonds van de regering. Overigens ligt de ervaring van de auteurs duidelijk op de eerste route. Van de tweede route zijn wel voorbeelden bekend. Ervaringen uit de eerste route zijn deels overdraagbaar op de tweede.
19
Vanuit de theorie bekeken Het werken met VvE’s die al enthousiast zijn kun je zien als werken met “koplopers”. Volgens de transitiekunde spelen deze mensen of groepen mensen een sleutelrol in maatschappelijke verandering. Het werken met hele ambitieuze VvE’s of VvE’s in de knel is iets soortgelijks: je gaat op zoek naar “waar het al beweegt”; deze VvE’s willen bewegen of staan onder druk om te gaan bewegen. De theorie zegt dus: je hoeft niet te overtuigen; begin met de groepen die al in beweging zijn. Je hoeft dan zelf geen extra energie te investeren, maar zorgt er voor dat de beweging richting duurzaamheid in gang blijft en verder kan groeien. Overigens kunnen een initiatiefnemers binnen de VvE gebruik maken van dezelfde dynamiek: door in Fase 1 gesprek aan te gaan over woonkwaliteit (en niet alleen over duurzaamheid), gaan zij op naar waar het beweegt binnen de VvE.
Werving “Niet vinden, maar vindbaar worden.” Een tweede veelgehoorde vraag van gemeenten is: “hoe vinden we deze ambitieuze VvE’s?” Ga je in een gemeente op zoek naar een VvE met interesse in energiebesparende maatregelen, dan kan dat al snel gaan voelen als zoeken naar een speld in een hooiberg5. Hier helpt andersom denken: in plaats van zoeken, is het zaak vindbaar te worden. Dus de gemeente gaat niet op zoek, maar roert de tam-tam en zorgt er zo voor dat ambitieuze VvE’s de gemeente kunnen vinden. Met deze “omgekeerde” zoekstrategie hebben we de laatste jaren tientallen VvE’s bij elkaar en met gemeenten om tafel gebracht. Deze omgekeerde zoekstrategie is om nog een reden relevant: door ervoor te zorgen dat een gemeente vindbaar is en VvE’s zelf de eerste stap kunnen zetten, selecteer je de koplopers, de VvE’s die zelf al gemotiveerd zijn, en kun je werken met “de bestaande beweging”. Hoe wordt je vindbaar? Een uitnodiging voor een informatieavond of netwerkbijeenkomst trekt meestal gemakkelijk een aantal VvE’s. Zorg voor goede PR, zoals een tijdige advertentie in een lokale krant of zoek samenwerking met een bestaande organisatie met vergelijkbare belangen. Een milieuorganisatie of een behartiger van VvE-belangen heeft mogelijk al warme contacten met VvE’s met energie.
Proces van bijeenkomsten “Werken in netwerken” Wij hebben – na een aantal leerzame één op één processen – ervoor gekozen om VvE’s bij elkaar te brengen in netwerkbijeenkomsten: met veel ruimte en aanleiding voor interactie en informele gesprekken. De ervaring leert dat energieke VvE’s geholpen zijn met een dergelijke, groepsgewijze ondersteuning. Naast de overwegingen van efficiënt informatie delen is het de wens van de VvE’s zelf om in contact te komen met andere VvE’s met vergelijkbare ambities. Zo ontstaat een lerend netwerk van VvE’s waarbij nieuwe deelnemers aanhaken en sommige (tijdelijk) alleen verder kunnen. Hierdoor verandert telkens de informatie-behoefte; met een luisterende en adaptieve houding kan een overheid hier steeds op in spelen.
Inhoud van bijeenkomsten “Luisteren in plaats van zenden” Ambtenaren die aan de slag willen met VvE’s kunnen op zoek gaan naar “wat er al beweegt” onder de VvE’s in hun stad of gemeente: welke thema’s leven; wat zijn de behoeftes van de VvE’s die al “goed bezig zijn”.
5
Een voorbeeld: de gemeente Amersfoort ging gedurende zes maanden van deur tot deur bij meer dan zestig VvE’s, op zoek naar ambities om energie te besparen. De resultaten: een derde voelde zich niet handelingsbekwaam wegen het ontbreken van een bestuur; een derde was geïnteresseerd in offertes voor zonnepanelen en spouwmuurisolatie; een kwart was niet geïnteresseerd in energiebesparing. (Bron: Yvonne Feuerhahn, 033Energie, Amersfoort).
20
“We hebben behoefte aan (...) iets anders dan communicatie-medewerkers, want die zenden, en dit gaat om luisteren.” (Woorden van een gemeentelijke projectleider die vanuit ervaringen met de straat-aanpak met VvE’s aan de slag ging.)
“Het verloopt niet planmatig; je doet ‘iets’ wat een stap in de goede richting lijkt en dáármee maak je ruimte vrij voor vervolgstappen.”
Een voorbeeld van een adaptieve houding is die manier waarop het inhoudelijke programma tot stand komt. Mogelijk heeft een gemeente ooit één of enkele VvE’s gesproken; een (hernieuwd) kennismakingsgesprek met zo’n VvE kan gebruikt worden om een thema te kiezen; de kans is groot dat dit thema ook op interesse stuit bij andere VvE’s in de regio. Een ander voorbeeld van een adaptieve houding is hoe de gemeente Den Haag begon met netwerkbijeenkomsten voor VvE’s met een interesse in duurzaamheid. Daaruit bleek een grote behoefte aan technische informatie op diverse gebieden. Uit de voorkeuren van de VvE’s is een programma samengesteld met technische cursussen voor VvE’s en VvE-beheerders. De cursussen worden betaald door de gemeente. Daarnaast heeft de gemeente studiegroepen gestart voor VvE’s die zonnepanelen willen; PV stuit op grote interesse, maar laat dit nu juist een maatregel zijn met – in VvE-verband – veel haken en ogen. De studiegroepen laten je in vier avonden de scenario’s voor je eigen VvE uitrekenen. Les: een combinatie van luisteren en vakmanschap aandragen Naast de kennis waar VvE’s om vragen, wordt ook de kennis ingebracht waarvan de ambtenaar of andere begeleidend adviseur – vanuit zijn of haar vakmanschap – weet dat het relevant is. De inhoud is dus een combinatie van kennis waarvan de VvE weet dat ze die ontberen, en kennis waarvan ze dat niet weten. Een voorbeeld op het technische vlak: mogelijk zijn de ambities aan te scherpen als een VvE kan leren over Nul op de Meter, of energieneutraal. Een voorbeeld op het relationele front: mogelijk heeft het bestuur geen oog voor het belang van informele ontmoetingen om bewoners beter te informeren over de VvE. Les: het inhoudelijk niveau Het is zaak om met de inhoudelijke informatie op niveau in te steken. De koplopers die op deze bijeenkomsten afkomen, hebben over het algemeen al een goede kennis van zaken; de VvE’s zijn meestal goed georganiseerd. Vaak zijn het mannen op leeftijd die tijd kunnen maken om zich in te spannen voor hun complex; ook de jongere deelnemers zijn hoogopgeleid. Les: Transparantie over belangen In deze fase van kennismaking tussen VvE en overheid speelt legitimatie een rol: waarom doe je mee, wat is je belang? Het helpt als iedereen daar transparant over is. Die transparantie bepaalt immers mede de geloofwaardigheid van alle deelnemers in dit proces, ook die van een overheid. De markt heeft een eigen belang dat niet strookt met dat van de VvE’s. Niet in deze oriënterende fase althans, die gaat over het verzamelen van onafhankelijke informatie. Het toelaten van de markt in deze fase leidde steevast tot afname van het vertrouwen van de VvE’s: in elkaar, in de gemeente, in het proces. Als de VvE’s de weg naar de bijeenkomsten eenmaal hebben gevonden, gewogen en goed bevonden, komen ze steeds terug.
21
“In den Haag zijn we klein begonnen. Er zijn daar een aantal subsidie mogelijkheden voor VvE’s, zoals voor dak- en vloerisolatie, dubbele beglazing en zonnepanelen. Als er VvE’s informeerden naar een van die subsidiemogelijkheden, hebben we ze teruggebeld en een gesprek met ze gevoerd. (Wat hun wensen precies waren, de achtergronden daarvoor en waarmee ze geholpen zijn zouden zijn). Dat zijn onze eerste voorbeeld VvE’s geworden. Daarnaast meldden veel VvE’s zich met interesse in zonnepanelen en hebben we een aantal voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd over zonnestroom voor VvE’s. Vaak bleek dat voor de aanschaf van zonnepanelen andere investeringen veel sneller rendement opleverden. Vervolgens vonden de VvE’s die iets met duurzaamheid wilden zelf hun weg naar de VvE balie.”
De kracht van voorbeeld-VvE’s “Goed voorbeeld doet goed volgen” Het organiseren van bovenstaande activiteiten lijkt wellicht veel werk voor de eerste lichting VvE’s die er op af komt. De aanname is echter dat deze investering van energie vermenigvuldigd wordt als de VvE’s tot voorbeeld, aanmoediging en inspiratie dienen voor andere VvE’s. Daarnaast banen we technische paden voor de volgers: in de toekomst zal de “vergroening” van een MJOP een standaard zijn, en hoeft er van overheidswege niet meer zoveel aandacht en energie te worden geïnvesteerd. We hebben het dus over een tijdelijk inzet. De praktijk laat zien (o.a. in Den Haag en Delft) dat juist gemeentes deze tijdelijke rol goed kunnen vervullen. Tot zover de inzichten voor beleid. We sluiten af met een blik op de toekomst.
22
De nabije toekomst: VvE’s naar Nul op de Meter? Proces en ambitie VvE’s met Energie is in 2010 als experiment ontworpen onder de vleugels van Energiesprong. Al snel bleef het in tempo en ambitie achter bij Energiesprong, dat onder leiding van Jan-Willem van de Groep toewerkte naar het concept “nul op de meter” (zie Intermezzo). Het experiment VvE’s met Energie daarentegen ontwikkelde zich als een spiegel van VvE’s: er was een lange aanlooptijd waarin dankzij vallen en opstaan werkbare rollen en posities konden worden ingenomen. Daarna ontstond een momentum waarin gemeenten en VvE’s elkaar nu wel vinden en ook andere actoren (banken, belangenorganisaties) mee gaan denken en doen. Het lijkt erop dat de VvE’s nu kunnen aanhaken bij de hoge ambities van Energiesprong, en gebruik kunnen maken van de innovaties en kennis die Energiesprong inmiddels heeft doen ontstaan. Energiesprong richt zich op de ambitie “Nul op de Meter”, een praktische uitwerking van “energieneutraal”. Maar er zijn ook andere ambities denkbaar: levensloopbestendig; gebruik van materialen die geheel herbruikbaar zijn in de techno- of biosfeer; renovaties die ingaan op sociale innovaties. De lijst kan aangevuld worden door VvE’s en vakmensen. Belangrijker misschien is het proces waarmee we die ambities willen nastreven. Daarom gaan we in dit hoofdstuk kort in op de aanbestedingsprocedure waarmee we een vervolg willen geven aan VvE’s met Energie: de competitieve dialoog. Middels een innovatieve aanbestedingsprocedure (zie www.slim-en-snel.nl) heeft Energiesprong de transitie in de woningbouwcorporaties in een “stroomversnelling” gebracht: eerst waren de naoorlogse rijtjeshuizen aan de beurt, en eind 2013 werd de eerste pilot voor de gestapelde bouw opgeleverd (zie stroomversnelling.net). Dit werk – met name de technische innovaties en de nieuwe manier van onderhandelingen met bouwers – is van grote waarde voor de VvE’s: de stenen voorbeelden gaan veel betekenen voor het aanmoedigen van hun enthousiasme en overtuigingskracht naar mede-eigenaars. Intermezzo “Nul op de Meter” “We gaan mensen iets geven waarvan ze niet wisten dat ze het wilden hebben.” Met deze – door Steve Jobs geïnspireerde – filosofie ging Energiesprong aan de slag. Ze stelden zich tot doel om de eigen innovatiekracht van de bouw aan te jagen; dat deden ze middels een proces met hele specifieke kenmerken: • uitgangspunt was het Programma van Eisen van de potentiele koper (in het geval van Stroomversnelling een aantal woningbouwcorporaties); • er werd gestuurd op industrialisatie van het renovatieproces; • vraag en aanbod werd gesynchroniseerd; • er werd op het scherpst van de snede onderhandeld over geld, tijd, schaalgrootte en garanties; • er werd alleen gewerkt in gebieden waar gemeenten beloofden om een regelluwe ruimte te creëren; vergunningsprocedures en welstandscommissies mochten geen roet in het eten gooien. Er werden dus hoge eisen gesteld, maar de potentiele winst voor zowel bouwers als kopers was zo aantrekkelijk dat er nu stuk voor stuk veelbelovende pilot-woningen worden gerealiseerd.
23
In de voorgaande hoofdstukken hebben we er steeds op gehamerd dat verandering mogelijk wordt als we gaan luisteren naar woonwensen en de markt haar aanbod-oriëntatie veranderd naar vraag-oriëntatie. Hoe is dat verenigbaar met bovengenoemde filosofie? In feite komen ook de zeer innovatieve renovatie-concepten, juist voort uit de wensen van opdrachtgevers. Alleen: ze gaan verder. Behalve de overte woonwensen nemen ze ook de latente woonbehoeftes mee. De vraag is dus of dit pakket van technische en financiële innovatie ook aanslaat bij VvE’s en welke wijzigingen hiervoor nodig zijn in de propositie. Om precies dit te onderzoeken is er op uitnodiging van VvE’s met Energie een groep bijeengekomen van VvE’s, gemeenten en adviseurs6 die open staan voor “energieneutraal”. De groep heeft tot doel om de competitieve dialoog te organiseren; hierbij gebruik makend van de lessen uit “slim en snel”. Uiteindelijk is het doel om een aantal Nederlandse voorbeelden te doen ontstaan van VvE’s die naar energieneutraal of nul op de meter gerenoveerd zijn.
Een gunstig klimaat voor VvE’s Er zijn diverse omstandigheden die maken dat het klimaat gunstig is om dit nieuwe experiment aan te gaan: • VvE’s kunnen nu leningen aangaan; • het revolverende fonds: het aanstaande revolverend fonds voor VvE’s is met 30 miljoen groot genoeg voor circa 1.000 woningen. Dat is genoeg voor een complete renovatie bijvoorbeeld twintig middelgrote VvE’s. Dat is een wenselijke eerste stap. • nieuwe wetgeving in 2016; • 25K extra hypotheekruimte voor huizen die naar Nul op de Meter gaan; • nieuwe afspraken met hypotheekverstrekkers en taxateurs waardoor Nul op de Meter meegenomen zal worden in de waarde van het huis; • nieuwe afspraken met garantie-instellingen die bouwbedrijven verzekeren waardoor eigenaren beschermd zijn als een bouwbedrijf failliet gaat; • en, zoals genoemd de technische innovatie: dertig bouwers zijn bezig met het ontwikkelen van renovatieconcepten voor Nul op de Meter. Op woensdag 12 november 2014 vond de vierde bijeenkomst plaats van deze groep en is de eerste poging gedaan om het concept Nul op de Meter te vertalen naar een versie die geschikt is voor VvE’s. De volgende stap is: Het vinden van tien VvE’s die de markt willen uitdagen om met een propositie te komen voor Nul op de Meter. Energiesprong is actief betrokken bij het geven van een goed vervolg aan deze verkenning.
6 I. 23 april; II. 23 juni 2014; III. 2 September 2014, IV. 12 November 2014. Steeds in aanwezigheid van Mimi Slauerhoff, Jasper van den Munckhof en Carolien Hoogland.
24
Concluderend: gemeenten en duurzame VvE’s Hoewel VvE’s nog niet voorop lopen in het verduurzamen van de bebouwde omgeving zijn zij een groep met potentie: grote complexen kunnen een behoorlijke CO2 besparing voor hun gemeente realiseren. Bovendien is de geïnteresseerde voorhoede wel degelijk bereid tijd en energie te investeren om het eigen complex verduurzamen (vanuit de motivatie om geld besparen maar juist ook om het milieu te sparen). Zij zijn georganiseerd, hebben reserves, een meerjarig onderhoudsplan, sociale cohesie, kennis en daadkracht onder de leden. Deze groep is met relatief geringe ondersteuning in staat slagen te maken. Onafhankelijke informatie: de cruciale rol van de overheid We onderscheidden drie fasen (zie de tabel op bladzijde 18) en zagen dat veel enthousiaste VvE’s hangen blijven in de eerste fase: die waarin ideeën gedeeld worden met bewoners en informatie verzameld wordt over technische mogelijkheden. Voor het dóórkomen van deze eerste fase bestaat op dit moment noch ondersteuning voor VvE’s, noch een verdienmodel voor het bieden van die ondersteuning. Dit is de fase waarin de overheid (of een andere onafhankelijke partij) met relatief weinig middelen voor veel versnelling kan zorgen. In deze fase hebben de VvE’s behoefte aan: • ondersteuning bij het opstarten van de samenwerking binnen de VvE (relatie); en • onafhankelijke informatie op het vlak van techniek, wetgeving en financiën (inhoud). Met andere woorden: Wat ze missen is “onverdachte” ondersteuning op beiden kanten van het proces. Met “onverdacht” bedoelen we: een partij wiens belang werkelijk strookt met dat van de VvE’s. En laat dat nu juist het unieke zijn wat een overheid te bieden heeft: onafhankelijkheid in commerciële zin, en een belang bij duurzame ontwikkeling. De theorie in praktijk Het experiment VvE’s met Energie liet zien hoe deze participatieve werkwijze kan leiden tot een verandering van relaties en rollen tussen burger en overheid: in de gemeente Den Haag gingen twee afdelingen samen werken, en vervolgens ook met de burgers. Dat was onwennig, maar het zelfvertrouwen van de burger als initiatiefnemer en overheid als luisteraar en facilitator van “enthousiasme van onderaf” groeide snel. We hopen dat het veel navolging zal vinden.
25
26
Dankwoord Dank van de auteurs gaat in de eerste plaats uit naar de vele VvE’s die ons toelieten bij hun vergaderingen, uitnodigden in hun huizen, deelnamen aan de netwerkbijeenkomsten. Met uw open en kritische houding kwam de kern van dit werk tot stand. Een belangrijk deel van de VvE’s leerden we kennen via de Francien de Hoop en haar Haagse VvE-balie en Emile van Rinsum en zijn Rotterdamse Milieucentrum. Dan zijn er de meer dan welwillende adviseurs met knalgroene harten: Mirjam Pronk, Wouter van den Acker, Frank Spruit, Piet Meijer. Belangrijke input kwam van onze “relationele adviseur”: Arienne Klein. Regelmatig konden we onze eerste bevindingen toetsen bij betrokken ambtenaren: Mieke Weterings (gemeente Den Haag), Francien de Hoop (VvE-balie), Theo van Es (gemeente Apeldoorn), Yvonne Feuerhahn (gemeente Amersfoort). Het gesprek met Julia Wittmayer (Drift/EUR) gaf ons relevante inzichten vanuit actie-onderzoek. Aan het begin van onze zoektocht naar inzichten stonden natuurlijk onze opdrachtgevers Jan Willem van de Groep (Energiesprong), Ron Lazaroms (voorheen Stadsgewest Haaglanden), en Ger Kwakkel (gemeente Den Haag), maar ook de koploper onder de koplopers: Edgar van Groningen (Amersfoort, VvE Surinamelaan). Dank aan u allen!
27
28
Bijlage: Gereedschap: alternatieve werkvormen We noemden al dat we enkele werkvormen hebben uitgeprobeerd en verfijnd. We geven hieronder een indruk van de volgende alternatieve werkvormen: • netwerkbijeenkomsten; • een loket; • technische cursussen; • de Cursus VvE’s en Duurzaamheid; • informatiebijeenkomsten; • studiegroepen; • advies en proces-ondersteuning. Netwerkbijeenkomsten Veelgehoord Commentaar van VvE’s op deze werkvorm: het is een verademing om te praten met mensen die duurzaamheid voor de VvE ‘gewoon’ vinden. Dit geeft moed om door te gaan binnen de eigen VvE. Een netwerkbijeenkomst kan bijvoorbeeld vier keer per jaar plaatsvinden met als doel dat VvE’s elkaar en de gemeente ontmoeten, ideeën delen en onafhankelijke informatie ontvangen. De vorm is: uitnodigen tot interactie, drie thema’s kort belichten; voldoende tijd voor informele gesprekken. De drie thema’s zijn: • een voorbeeld VvE; • een lezing over het inhoudelijke front, dus financieel/technisch of juridisch thema; • een lezing over het relationele front, dus psychologisch/communicatie thema. Zinvol is om het thema “inhoud” te kiezen op basis van wat leeft onder de VvE’s, bijvoorbeeld middels enkele kennismakingsgesprekken met VvE’s. Er kan klein gestart worden om het animo te peilen; van daaruit kan het programma uitgebouwd worden. Belangrijk is om aandacht te besteden aan een goede start; een goede eerste indruk is een waardevolle basis voor het vertrouwen tussen overheid en VvE. De presentaties moeten uiteraard van goede kwaliteit zijn. Tenslotte is het zaak een passend vervolg te bieden. Ondersteuning met een Energie- of VvE loket Het werken in netwerken kan goed gecomplementeerd worden met een loket waar VvE’s tussendoor of als ze vastlopen kunnen aankloppen met specifieke vragen en verzoeken om onafhankelijk ondersteuning en tips. Zo’n loket kan een fysieke plek zijn, maar ook een telefoonnummer of e-mailadres. De mensen die het loket bemannen moeten op de hoogte zijn van technische, juridische en financiële kwesties, maar ook van de sociale en relationele zaken die kunnen spelen in een VvE. Zo’n loket is ook een geschikte plek om – via een website – algemene informatie door te geven: • agenda met bijeenkomsten en cursussen; • technische informatiebladen; • verslagen van gehouden bijeenkomsten. Overigens kan zo’n Energieloket ook in latere fase (van planvorming tot uitvoering) een rol spelen. De ervaring leert dat de mensen die een beroep doen op een loket verder komen als de eerste persoon die ze daar tewoord staat, meer informatie heeft (bron: COHERENO). Dus: hoogwaardige bemanning van het loket is een goede investering. Voorbeeld: in Delft/Rijswijk wordt het loket bemand door een ervaren milieuadviseur met ruime expertise. Voorbeelden van loketten zijn te vinden in Den Haag (de VvE-balie) en Delft en Rijswijk (zij delen het Energieloket: www.energieloket.info/vvesmetenergie/).
29
Technische cursussen Cursussen van één of meerdere bijeenkomsten rondom een voor de VvE’s relevant thema. Deze cursussen worden gegeven door een onafhankelijke deskundige. Voorbeelden van thema’s zijn: isolatie, koeling, verwarming inregelen, efficiënt energie besparen. Bij deze cursussen zijn beheerders ook welkom. Cursus VvE’s en Duurzaamheid Cursus van vier avonden waarin VvE leden leren hoe ze voor en met hun VvE een plan uit kunnen stippelen richting verduurzaming van hun pand. (Deze cursus is bijvoorbeeld georganiseer in Rotterdam, voorjaar 2014) Informatie bijeenkomsten Een bijeenkomst voor VvE’s rondom een thema (bijv. in samenwerking met VvE Belang) (De gemeente Delft heeft deze vorm uitgeprobeerd met het thema zonnepanelen.)
Studiegroepen Ongeveer zeven VvE’s (ieder met hooguit twee leden) werken onder deskundige leiding een aantal plannen uit voor de eigen VvE. Bijvoorbeeld: zonnepanelen, een financieel plan, een plan om mede-bewoners te enthousiasmeren. Dit wordt gedaan in Den Haag onder leiding van Mieke Weterings, voor het thema zonnepanelen. Advies en procesondersteuning in ruil voor een inspanningsverplichting Pilots die leiden naar Voorbeeld VvE’s. De gemeente biedt de VvE met Energie een Energieprestatieadvies op maat en procesondersteuning in ruil voor een inspanningsverplichting van een aantal leden van de VvE en de agendering van één van de uitkomsten van het advies op de volgende ALV. Daarna vervult de VvE als voorbeeld-VvE een ambassadeursrol voor de andere VvE’s binnen de gemeente. In Apeldoorn is ervaring opgedaan met het stimuleren van het inkopen van advies; als er overgegaan werd tot maatregelen dat werd de benodigde lening omgezet in een schenking. Meer informatie: Eric Tjaperings, gemeenten Apeldoorn. Energieprestatierapport en -advies Een erkende en onafhankelijke adviseur maakt voor de VvE een energieadvies op maat. In de rapportage en het advies worden ook gezondheidsaspecten meegenomen zoals ventilatie en vochtigheid. Het advies bevat een rapport over de huidige staat van het pand en geeft advies voor logische besparingsstappen. Investeringen en besparingen die logischerwijs op korte termijn, middellange termijn en lange termijn kunnen worden gedaan of ingepland (in het mjop). Bij het advies staan ook richtlijnen genoemd voor de kostprijs van de investeringen en de te verwachten terugverdientijden. Voorbeelden van maatregelen zijn: led-verlichting, vloerisolatie, energiezuinige liften. De adviseur begeleidt de VvE bij technische vragen en ondersteunt in het formuleren van een offerte uitvraag en de beoordeling van de offertes. Procesondersteuning De procesbegeleider kijkt mee en adviseert de VvE bij het betrekken van de medebewoners en de agendering van energieadvies en de uitkomsten. De begeleider is de contactpersoon naar de gemeente toe. Als er vragen zijn rondom subsidies, juridische en financiële kwesties of problemen rondom de besluitvorming en de aanloop daarnaartoe, adviseert en bemiddelt de procesbegeleider. Ook het modereren en organiseren van extra bijeenkomsten kunnen vallen onder diens taken. Inspanningsverplichting Middels een overeenkomst vooraf verplichten tenminste twee VvE leden zich tot een aantal inspanningen gedurende (ongeveer) een jaar. Zij organiseren een bijeenkomst voor de VvE buiten de ALV om (bijvoorbeeld om de uitkomsten van het energieadvies met de overige bewoners te bespreken of om te 30
kijken waar de interesses van de andere bewoners liggen), dragen zorg voor de verspreiding van informatie over de voortgang (bijvoorbeeld middels een nieuwsbrief), zorgen voor de agendering van een van de uitkomsten van het advies op de ALV en zijn bereid om hun ervaringen te delen met andere VvE’s op bijeenkomsten als ambassadeurs van een voorbeeld VvE. (Voor sommige van deze activiteiten ontvangt de VvE van de gemeente een extra onkostenvergoeding.)
Colofon Een uitgave van: Auteurs: Illustraties: Foto: Opmaak:
Energiesprong, in opdracht van het Ministerie van BZK | november 2014 Carolien Hoogland & Mimi Slauerhoff www.jannakool.nl “Relocation” Hans Wilschut (p. 22, 32), rest: Carolien Hoogland & Mimi Slauerhoff www.lottihesper.nl 31