Duaal of deeltijd? Een onderzoek naar de duale en de deeltijdopleidingsvariant tot docent Arjan Woord (08WO2009L) Minor Leidinggeven (cursusjaar 2011/2012) Begeleider: Chris Flikweert juni, 2012
Arjan Woord (08WO2009L) Minor Leidinggeven (cursusjaar 2011/2012) Begeleider: Chris Flikweert juni, 2012
Duaal of deeltijd?
1
Duaal of deeltijd?
Een onderzoek naar de duale en de deeltijdopleidingsvariant tot docent
Een nieuwe start. Ik ga studeren! Ik heb de keuze gemaakt om naar Groningen te gaan. Zoals zoveel van mijn oude klasgenoten. Studeren aan de Rijksuniversiteit. Een mond vol. Welke studie? Economie & Management, een mix van bedrijfseconomie en algemene economie. Ik heb er zin aan. Een nieuwe uitdaging! Met deze woorden begon mijn eerste column die ik schreef voor de schoolkrant van de Pieter Zandt. Na 6 jaar VWO had ik de keuze gemaakt om te gaan studeren op de universiteit. Naast mijn studie aan de universiteit ben ik het nieuwe, duale traject gaan volgen ‘Meester in je vak!’. Na enkele maanden bleek dat ik de combinatie niet kon volhouden. Echter, mijn hart ligt tot op de dag van vandaag in het onderwijs. De keuze was snel gemaakt. Zonder enige moeite kon ik doorstromen naar het reguliere duale traject aan de Driestar Educatief. Het duale leertraject bleek voor mij de ideale combinatie. Heerlijk praktisch bezig zijn in het onderwijs. Je wordt gelukkig niet gelijk in het diepe gegooid, maar langzaam groei je naar het lesgeven toe. Uiteindelijk behaal je een tweedegraadsbevoegdheid. Daarmee mag je lesgeven in alle onderbouwklassen en het hele vmbo. De route sprak mij erg aan en op de school is er veel vrijheid. Je doet onderzoeken voor de school, bereid lesonderdelen voor, helpt de vakgroep bij problemen en ondersteunt leerlingen. Nu ben ik aan het einde gekomen van mijn studie. De minor Leidinggeven sprak mij het meest aan. Ik mag graag organiseren en op organisatorisch vlak bezig zijn. Ik heb van deze minor veel kunnen leren voor de praktijk van het lesgeven. Het duale opleidingstraject heeft mij altijd enorm geboeid. Ik was dan ook benieuwd of dit een meerwaarde heeft ten opzichte van een deeltijdopleiding. Levert het volgen van het duale opleidingstraject een betere docent op dan een deeltijdopleiding? Die vraag hield mij bezig en resulteerde in een onderzoeksvoorstel. Mijn begeleider, Chris Flikweert (Gomarus College), was meteen enthousiast over het onderzoeksvoorstel. Ook mijn docentopleider Arie Trouwborst (Pieter Zandt Scholengemeenschap) en opleidingscoördinator Johan Strijbis (Driestar Educatief) juichten dit initiatief van harte toe! Na enkele aanpassingen aan mijn onderzoeksvoorstel kon ik beginnen. Duaal of deeltijd?
2
Het afnemen van de enquêtes duurde langer dan verwacht. Het schrijven van het rapport heb ik met heel veel plezier gedaan. Met de aanbevelingen en de conclusies hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan de verdere verbetering van de opleidingen tot docent. Wellicht dat dit onderzoek in de toekomst nog eens een vervolg kan krijgen. Mijn dank is verschuldigd aan Chris Flikweert die mij op een uitstekende wijze heeft geholpen tijdens mijn onderzoek. Ook gaat mijn dank uit naar mijn docentopleider Arie Trouwborst die mij van de nodige feedback heeft voorzien en tijdens het onderzoek meerdere malen zijn bijdrage heeft geleverd. Arjan Woord Urk, juni 2012
Duaal of deeltijd?
3
Probleemschets In het cursusjaar 2010/2011 is de Pieter Zandt Scholengemeenschap geaccrediteerd door een visitatiecommissie van de Driestar Educatief uit Gouda. De Pieter Zandt heeft het keurmerk in ontvangst mogen nemen en mag in de eigen opleidingsschool duale studenten en onbevoegde docenten opleiden tot start bekwame docenten. Ook op diverse andere reformatorische scholen kan de duale opleidingsvariant, zoals die door Driestar Educatief wordt aangeboden, gevolgd worden. In dit onderzoek ga ik op zoek naar de verschillen in de opleiding van duale studenten en docenten die een deeltijdopleiding hebben gevolgd. Dit onderzoek zal bijdragen aan de verdere ontwikkeling van de duale opleidingsvariant en inzicht geven in de verschillen tussen de duale opleidingsvariant en een reguliere opleiding. Doel van het onderzoek Ik maak bij mij onderzoek gebruik van de SBL-‐competenties en toets in hoeverre docenten/duale studenten hieraan voldoen. Door dit te toetsen aan het einde van de opleiding bij een populatie van ongeveer 25 duale studenten en 25 reguliere studenten (praktijkervaring tussen 1 en 3 jaar) wil ik deze resultaten in beeld brengen. Het doel is om een kwalitatief onderzoek te verrichten. Door een enquête uit te zetten onder deze 50 afgestudeerden verzamel ik kwantitatieve gegevens. Het is daardoor een combinatie van een kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Onderzoeksvragen Voordat ik met mijn onderzoek begon heb ik een aantal onderzoeksvragen opgesteld. Ik heb een hoofdvraag geformuleerd die ik graag wil beantwoorden door mijn onderzoek te verrichten. De hoofdvraag wordt ondersteund door vijf deelvragen. Hoofdvraag: Wat zijn de verschillen tussen een docent die het duale opleidingstraject heeft gevolgd in de praktijk van het lesgeven t.o.v. een docent die een deeltijdopleiding heeft gevolgd?
Duaal of deeltijd?
4
Deelvragen:
1. Welke competenties dienen startbekwame docenten te beheersen? 2. Waarin onderscheidt de duale opleidingsvariant zich van een reguliere deeltijdopleiding? 3. Welke criteria hanteren docentopleiders en teamleiders bij de beoordeling van hun docenten? 4. Welke onderzoeksresultaten zijn er in de literatuur te vinden over het verschil tussen de opleiding in de praktijk (duaal) en een reguliere opleiding op school? 5. Zijn er uit het onderzoek significante verschillen te ontdekken in de beoordeling van docenten over hun eigen functioneren?
Afbakening Om mijn onderzoek af te bakenen heb ik gekozen om een aantal criteria op te stellen waarbinnen mijn onderzoek heeft plaats gevonden: 1. De vragenlijst voor duale docenten is afgenomen onder een groep duale studenten die inmiddels hun opleiding hebben afgerond of in het 4e jaar van hun opleiding zitten en minimaal 12 uur of meer voor de klas staan. 2. De vragenlijst voor deeltijd docenten is verspreid onder een groep willekeurige docenten die inmiddels hun reguliere opleiding hebben afgerond of studerend zijn maar wel voor de klas staan. 3. De ingevulde vragenlijsten zijn anoniem verwerkt om de betrouwbaarheid van mijn onderzoek te waarborgen. 4. De SBL-‐competenties die door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen zijn opgesteld zijn gebruikt in dit onderzoek. 5. Het onderzoek beperkt zicht tot de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs. 6. De deeltijdgroep heeft gestudeerd aan verschillende opleidingen en hogescholen. 7. De duale groep respondenten hebben allemaal hun opleiding gevolgd aan de Driestar Educatief.
Onderzoeksaanpak Ik heb gebruik gemaakt van kwalitatieve en kwantitatieve gegevens die ik door middel van een enquête heb verzameld. Ook heb ik diverse literatuurbronnen geraadpleegd in het kader van deze studie.
Duaal of deeltijd?
5
Welke competenties dienen startbekwame docenten te beheersen? Deelvraag 1
Vanuit overheidswege dient de startbekwame docent te voldoen aan een zevental competenties. Deze competenties worden gehanteerd in alle lerarenopleiding. Een docent in opleiding moet zichzelf regelmatig toetsen aan deze competenties. Iedere opleiding geeft er zijn eigen invulling aan en verwerkt de competenties zodanig in het curriculum dat aan het einde van de opleiding alle competenties voldoende worden beheerst worden. In deze eerste deelvraag wil ik graag de competenties die startbekwame docenten dienen te beheersen kort uiteenzetten. 1) Interpersoonlijke competentie
Afbeelding 1 -‐ Interpersoonlijk competent (bron: www.zevencompetenties.nl)
Een startbekwame leraar wil graag een vriendelijke en goede sfeer scheppen binnen de klas. Hij heeft daarvoor oog voor de individuele leerling. Dat vraagt investering. De docent dient daadwerkelijk aandacht te schenken aan de klas. De houding waarmee hij zich opstelt voor de klas is hierbij van werkelijk belang. De startbekwame docent dient leerlingen niet alleen te kennen, maar ook te herkennen. Duaal of deeltijd?
6
De leraar die voldoet aan deze competentie bevordert de zelfstandigheid van leerlingen te bevorderen en stimuleert samenwerking onder de leerlingen. Hij probeert op een goede manier interactie te krijgen met de klas en is op zoek naar een goede balans tussen het geven van leiding, het begeleiden van leerlingen, het corrigeren maar ook het stimuleren. Leraren moeten zich op school niet anders gedragen dan thuis. Ook op school dienen ze mens te zijn, ruimte te scheppen voor persoonlijke gesprekken en ook grenzen te stellen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat leerlingen, docenten die streng zijn maar ook rechtvaardig als een goede docent beoordelen. Bij de interpersoonlijke competentie hoort ook dat de docent zich verdiept in de leefwereld van jongeren. Dat betekent niet meteen dat alle muziek beluistert moet worden die jongeren mooi vinden of dat de docent leerlingen moet gaan volgen op Twitter maar dat de docent wel op de hoogte is van de ontwikkelingen in de leefwereld van jongeren. Dan kun je ook het gesprek aangaan met leerlingen. 2) Pedagogische competentie
Afbeelding 2 -‐ Pedagogische competentie (bron: www.zevencompetenties.nl)
Bij het leren op school is een veilige leer-‐ en werkomgeving van cruciaal belang. Als er sprake is van een veilige leeromgeving dat hebben leerlingen en docenten alle ruimte om zich te ontwikkelen. Als leerlingen zich veilig voelen op school kunnen ze in alle rust leren en gaan ze ook graag naar school. Geen pesterijen of andere problemen. Voorkom onrust
Duaal of deeltijd?
7
op school en zorg dat er een vriendelijke en uitnodigende sfeer hangt. Dat moet merkbaar zijn voor docenten en leerlingen. De docent heeft een sleutelrol in het creëren van een veilige leeromgeving. Hij moet ervoor zorgen dat leerlingen zich veilig en vertrouwd voelen in de klas. Hij zorgt ervoor dat leerlingen weten dat ze erbij horen, welkom zijn in de klas en gewaardeerd worden door zowel de docent als door klasgenoten. Dit kan de startbekwame docent bereiken door leerlingen op een respectvolle manier met elkaar om te laten gaan. Ook het geven van een stuk eigen verantwoordelijkheid hoort hierbij. Dit kan deels bereikt worden door het opstellen van goede leef-‐ en gedragsregels binnen de school en de klas. Maak regels bespreekbaar met je leerlingen. De leerlingen hebben vaak een eigen mening en visie en door samen na te denken over deze regels bereik je veel meer vertrouwen en medewerking. Leerlingen voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen gedrag en kunnen de consequenties zelf benoemen. Door duidelijke grenzen te stellen weten leerlingen waar ze aan toe zijn. De docent leert tijdens zijn opleiding voldoende vaardigheden om een goed pedagogisch klimaat te laten ontstaan in de klas. Als leerlingen ervaren daadwerkelijk gezien te worden, een bijdrage mogen leveren aan de les, ze gewaardeerd worden en ook weten waarom ze ergens voor leren, dan kunnen ze zich ontwikkelen tot zelfstandige en verantwoordelijke personen.
Duaal of deeltijd?
8
3) Vakinhoudelijke-‐ en didactische competentie
Afbeelding 3 -‐ Vakinhoudelijke-‐ en didactische competentie (bron: www.zevencompetenties.nl)
De docent staat voor de klas om de leerling kennis bij te brengen van zijn vak. Het vak dat de docent doceert bevat veel praktische lessen voor de maatschappij. De leerling dient zich deze praktische lessen eigen te maken. Het kunnen bepaalde vaardigheden zijn, het leren spreken van een andere taal of bepaalde verbanden leren kennen en waar te nemen. De docent helpt de leerling om vertrouwd te raken met de leerstof en de manier waarop deze in het dagelijkse leven en in het werk een plek innemen. Er zijn daarbij verschillende leervormen mogelijk. Van klassikale instructie tot groepswerk, van individueel zelfstandig werken tot het werken met de PC. De docent gebruikt de lesmethode als inspiratiebron voor zijn lessen en vanuit daar begeleidt hij de leerling in het leerproces. Hij maakt daarbij gebruik van de leermiddelen die voorhanden zijn. Hij wisselt regelmatig manier van werken met elkaar af om op die manier een afwisselende en krachtige leeromgeving te creëren. Kennis bij leerlingen kan getoetst worden door de juiste vragen te stellen. Ook dit hoort bij de vakinhoudelijke-‐ en didactische competentie. Een goede docent kan niet zonder de Duaal of deeltijd?
9
juiste manier van vragen stellen. Dit is van belang tijdens de lessen maar ook bij het opstellen van toetsen. De startbekwame docent houdt hierbij ook rekening met verschillen tussen zijn leerlingen. 4) Organisatorische competentie
Afbeelding 4 -‐ Organisatorische competentie (bron: www.zevencompetenties.nl)
Het leerproces op school staat of valt met een goede voorbereiding. De omgeving waarin het leren plaatsvindt dient uitnodigend en overzichtelijk te zijn. Dit is merkbaar aan de indeling in de klas, de voorbereiding van de lessen en de wijze waarop leerlingen instructie ontvangen. Juist in het onderwijs is een goede organisatie het halve werk. En mocht het dan een keer misgaan dan is improvisatievermogen nodig om het leerproces toch in goede banen te leiden. Door gebruik te maken van verschillende werkvormen toont de startbekwame docent die aan deze competentie voldoet aan dat hij in staat is een krachtige leeromgeving te laten ontstaan. In zo’n leeromgeving kunnen leerlingen van elkaar leren, hen helpen en ondersteunen. Ze krijgen daarbij van de docent een stuk eigen verantwoordelijkheid. In het onderwijs moet ook veel gepland worden. Allerhande plannen moeten worden beheerd. Hierbij kan gedacht worden aan planningen in de leerstof, het plannen van buitenschoolse activiteiten, scholingsdagen en toetsmomenten. Er moet wel een zekere mate van flexibiliteit inzitten. In het onderwijs kan er dagelijks iets veranderen waarop je als docent dient in te spelen.
Duaal of deeltijd?
10
Juist het plannen en het organiseren maakt de docent een professional. Voor leerlingen, collega’s en voor zichzelf zorgt het voor structuur en planmatig werken. Dat komt het onderwijs ten goede. 5) Samenwerken met collega’s
Afbeelding 5 – Competent in het samenwerken met collega's (bron: www.zevencompetenties.nl)
Als docent ben je niet alleen in de schoolorganisatie. Dagelijks heb je te maken met collega’s, ouders en derden van buiten de school. De startbekwame docent dient er dus voor te zorgen dat zijn werk goed is afgestemd op het werk van zijn collega’s. Er dient dus regelmatig overleg plaats te vinden onderling. Samen met collega’s geef je het onderwijs een gezicht. Dat betekent veel samenwerken en openstaan voor ideeën van collega’s. De startbekwame docent levert zelf ook een inhoudelijke bijdrage aan de organisatie door zijn eigen opvattingen en ideeën te delen met elkaar. Samen met collega’s kun je dan heldere, gemeenschappelijke verwachtingen uitspreken. Ook het evalueren op het onderwijsbeleid hoort hierbij. In een organisatie is er veel van elkaar te leren. Je moet als startbekwame docent daarom wel openstaan voor feedback. Collega’s mogen bij je in de les komen observeren en feedback geven. Een vorm van intervisie is een goed hulpmiddel om jezelf en collega’s een spiegel voor te houden.
Duaal of deeltijd?
11
6) Samenwerken met de omgeving
Afbeelding 6 – Competent in samenwerken met de omgeving (bron: www.zevencompetenties.nl)
Leerlingen hebben niet alleen hun contacten op school. Na schooltijd werken de meeste leerlingen bij bedrijven, doen vrijwilligerswerk of zijn naast hun opleiding met hun stage bezig. Het onderwijs is veel breder dan alleen de schoolorganisatie. Het is daarom van belang dat de docent veel externe contacten onderhoud. Weet wat leerlingen doen en bezig houdt en sluit hierbij op aan tijdens de lessen. Ook ‘uitstapjes’ naar de omgeving behoren tot de mogelijkheden. Als er goede contacten zijn met bedrijven kan er bijvoorbeeld een excursie worden gepland. Hoe groter het netwerk van de docent, des te meer mogelijkheden zijn er. Netwerk daarom actief. De startbekwame docent heeft ook heel veel contact met ouders. De leerlingen van de docent brengen immers veel tijd door op school. De ouders vertrouwen daarom een deel van hun opvoeding toe aan docenten. Het is dus niet alleen een kwestie van het overdragen van vakinhoudelijke kennis maar ook dienen de leerlingen een persoonlijke ontwikkeling door te maken. Het is daardoor verstandig om regelmatig contact te onderhouden met het thuisfront. Docenten signaleren vaak problemen op school. Deze kunnen van verschillende aard zijn. Een docent dient als professional de ouders hiervan op de hoogte te stellen en indien nodig contacten buiten school in te schakelen voor hulpverlening. De docent heeft daarom voldoende kennis in huis om leer-‐ en gedragsproblemen tijdig te signaleren en hiervoor de verantwoordelijkheid te kunnen dragen.
Duaal of deeltijd?
12
7) Reflectie en ontwikkeling
Afbeelding 7 – Competent in reflectie en ontwikkeling (bron: www.zevencompetenties.nl)
Een professionele docent vertoont alle zeven competenties, heeft een gedegen vakinhoudelijke kennis en laat verantwoordelijkheid zien voor zijn taken. Hij reflecteert regelmatig op zijn eigen handelen en functioneren. De startbekwame docent blijft zich voortdurend ontwikkelen. Hij zal een leven lang blijven leren. De docent reflecteert op zijn verworven competenties, stelt zijn verwachtingen bij en toont zijn sterke en zwakke punten en bespreekt deze regelmatig met zijn leidinggevende. Hij legt deze ontwikkeling ook vast in een portfolio en houdt daardoor zicht op zijn eigen leerproces. De kansen die de school hem biedt voor bij-‐ en nascholing benut hij zeker. De startbekwame docent is ook in deze competentie een professional. Hij staat op voor feedback en is bereid te luisteren naar collega’s. Hij neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen functioneren binnen de school.
Duaal of deeltijd?
13
Waarin onderscheidt de duale opleidingsvariant zich van een reguliere deeltijdopleiding?
Deelvraag 2 De duale opleidingsvariant voor leraar in het voortgezet onderwijs wordt in Nederland alleen aangeboden door de Driestar Educatief in Gouda. De overige lerarenopleidingen in Nederland voor voortgezet onderwijs kunnen alleen als deeltijd-‐ of voltijdopleiding gevolgd worden. Dat maakt het duale opleidingstraject bijzonder en uniek. Er is dan ook een sterk netwerk ontstaan van reformatorische scholen die zich verbonden weten aan het duale opleidingstraject. Studenten kunnen op een van deze scholen terecht om hun opleiding hier te gaan volgen. Wat is een duale studieroute? Duaal betekent dat je leren en werken kan combineren met elkaar. In het geval van de Driestar Educatief betekent dit concreet dat een deel van de opleiding gevolgd wordt op de hogeschool en een deel op de opleidingsschool. Op de opleidingsschool leer in je met beide benen in de modder. Je staat heel dicht bij de praktijk van het lesgeven. Zo doe je tijdens de studie heel veel ervaring op en ben je praktijkgericht bezig. De begeleiding op de opleidingsschool is in handen van een docentopleider en vakcoach. De opleidingsscholen waar de Driestar mee samenwerkt voor de duale lerarenopleiding zijn: •
Calvijn College (Goes)
•
Driestar College (Gouda)
•
Jacobus Fruytier Scholengemeenschap (Apeldoorn)
•
Gomarus Scholengemeenschap (Gorinchem)
•
Van Lodensteincollege (Amersfoort)
•
De Passie (Utrecht)
•
Pieter Zandt scholengemeenschap (Kampen)
•
Wartburg College (Rotterdam)
Duaal of deeltijd?
14
Wie kiezen er voor een duale opleidingsroute? De meeste studenten die kiezen voor een duale opleidingsroute bestaan uit schoolverlaters die na MBO niveau 4, havo of het vwo kiezen voor een baan in het onderwijs. De leeftijd ligt hier dus ook vaak lager dan bij deeltijdopleidingen. Studenten die kiezen voor deze opleidingsvariant zijn echt betrokken op het onderwijs. Daarnaast hebben ze vaak een passie voor jongeren en ook voor het vak dat ze graag willen gaan geven zijn ze dolenthousiast. Om de opleiding te volgen bij de Driestar en een van de reformatorische scholen voor voortgezet onderwijs, is het belangrijk dat je betrokken bent op het christelijke onderwijs. Een extra reden om te kiezen voor deze route is het feit dat je heel praktisch bezig kan zijn en zelfstandig kan en mag werken aan je studie. Hoe zit de route in elkaar? De duale lerarenopleiding bestaat uit een vakinhoudelijk en een pedagogisch-‐didactisch deel. In het vakinhoudelijke deel verdiep je je in het vak dat je wilt geven. Hiervoor volg je op de donderdagavonden colleges op de hogeschool in Gouda. In het pedagogisch-‐didactische deel leer je hoe je als een goede en christelijke docent lesgeeft. Twee dagen per week ben je hiermee bezig op je opleidingsschool: op dinsdag en een in overleg te bepalen andere dag. Je krijgt je opdrachten vanuit de praktijk. Je bent zelf ‘eigenaar’ van je leerproces en studeert zelfstandig (onder begeleiding). Via het opbouwen van een portfolio bewijs je dat je bepaalde vaardigheden beheerst. Het betekent dus dat je de hele week bezig bent met de opleiding, en de duale opleiding in die zin volledig vergelijkbaar is met de voltijdopleiding. De duale opleiding duurt vier jaar. De eerste twee jaar ben je als student jezelf aan het voorbereiden op het zelfstandig voor de klas staan. In het tweede jaar ‘oefen’ je dit twee keer een week op je opleidingsschool. Ook loop je stage in het buitenland. Daarnaast doe je een dag per week maatschappelijke ervaring op een (soms betaalde) baan. Het derde en vierde jaar loop je stages in het (niet-‐reformatorisch) voortgezet onderwijs en basisonderwijs. Je leert het leraarschap van meer kanten kennen en doet veel ervaring op. Daarnaast werk je parttime als leraar in opleiding (LIO) of als onbevoegd docent op je opleidingsschool. Dan geef je les aan je ‘eigen’ klassen en word je ook betaald voor je werk. De duale opleiding wordt afgesloten met een afstudeergesprek. Aan het einde van de vier jaren ben je gevormd tot een volwaardig docent. Hoe ziet de deeltijdopleiding eruit? Deeltijdopleidingen leiden op voor hetzelfde diploma als voltijdopleidingen. De studielast is ook hetzelfde als bij een voltijdopleiding, maar er zijn minder contactmomenten. Duaal of deeltijd?
15
De colleges vinden op de meeste hogescholen ’s avonds plaats. Op deze manier is het mogelijk om de studie naast het werk te doen. Bij ieder cursusjaar hoort een stage. Als je al voldoende uren werkt in het werkveld waarvoor je wordt opgeleid, kun je je stageopdrachten in werktijd doen. Ook bij deeltijdopleidingen is er sprake van een vakinhoudelijk en een pedagogisch-‐ didactisch deel. In het vakinhoudelijke deel verdiep je je in het vak dat je wilt geven. Bij het pedagogisch-‐didactisch deel doe je allerlei tools en kennis op om voor de klas te kunnen staan.
Duaal of deeltijd?
16
Welke criteria hanteren docentopleiders en teamleiders bij de beoordeling van hun docenten? Deelvraag 3
Navraag bij diverse docentopleiders in het land en een gesprek met mijn docentopleider Arie Trouwborst leert dat er een onuitputtelijke lijst kan worden opgesteld van criteria waaraan een docent moet voldoen. Er gebeurt zoveel in een les waaraan een docent getoetst kan worden. De criteria die opgesteld kunnen worden geven slechts een handvat waaraan een docent getoetst kan worden. Wel dienen deze criteria eraan bij te dragen om de zeven competenties van de docent in beeld te krijgen. Aan de eerder beschreven zeven competenties dient een startbekwame docent te voldoen. Verreweg de meeste opleidingen en scholen gebruiken tools waaraan een docent getoetst kan worden om er voldaan is aan de competenties. Op de opleidingsschool Pieter Zandt waar ik werkzaam ben wordt gebruikt gemaakt van een competentieformulier. Deze is ontwikkeld door docentopleider Arie Trouwborst en wordt effectief ingezet om resultaten te meten. Op verschillende momenten tijdens de opleiding wordt de voortgang in ontwikkeling van de duale studenten gemeten. De docentopleider en de opleidingscoördinator hebben hierin een cruciale rol. Om deze ontwikkeling in beeld te brengen is dit competentiescoreformulier ontwikkeld. Deze compententielijst bevat een aantal indicatoren die onderverdeeld zijn naar niveau’s. Deze niveau’s zijn te onderscheiden in het 1e jaar voor de klas en het 2e jaar voor de klas. Aan het einde van het tweede jaar dienen alle competenties beheerst te worden in voldoende mate. Het kan zijn dat aan enkele indicatoren nog gewerkt kan worden. Naast de vereiste voor elke docent om competent te zijn op de terreinen zoals die vastgesteld zijn voor het onderwijs is voor onze scholen het identiteitsaspect van groot belang. Identiteit is echter geen competentie maar veel meer ‘een zuurdesem dat het hele brood doorzuurd’. Daarom is het identiteitsaspect niet vast gelegd in een score. Er vindt daarom een gesprek plaats tussen de student en de docentopleider. Uitgangspunt voor dit gesprek is het identiteitsprofiel, zoals dit ontwikkeld is door het VGS (Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs).
Duaal of deeltijd?
17
In de bijlage III vindt u een leeg competentieformulier. Om een docent te toetsen aan deze competenties kan onder andere onderstaande lijst1 met criteria worden opgesteld. Criteriumlijst startbekwame docent (observatielijst) 1.
Houding/ Gebaren/ Contact De docent straalt een zelfverzekerde indruk uit Neemt uitnodigende houding aan Straalt autoriteit uit Straalt uit boven de leerstof te staan Zoekt oogcontact met leerlingen Houdt overzicht over de hele groep
• • • • • • 2.
Stemgebruik/ Spreken/ Taalgebruik Voldoende stemvolume Levendige spreektoon Maakt functioneel gebruik van variatie in stemgebruik Heeft voldoende articulatie Spreektempo is normaal Maakt gebruik van pauzes in zijn betoog Accentueert kernpunten dmv stemgebruik Accentueert kernpunten door deze te herhalen
• • • • • • • • 3.
Beginsituatie peilen Stelt vragen om aanwezige kennis over het onderwerp te peilen Spreekt verwachtingen uit omtrent veronderstelde voorkennis Roept vroeger opgedane kennis in herinnering
• • • 4.
Motiveren Legt het belang het onderwerp/ de leerstof uit Legt relatie met de belevingswereld van de leerlingen Vertaalt de inhoud van het thema tot een voor de leerlingen reëel te ervaren probleem. Actualiseert daar waar het maar enigszins mogelijk is Legt relatie met (toekomstige) werkveld van de leerlingen Kiest een verrassende, interesse opwekkende aanloop tot het thema Formuleert elkaar tegensprekende stellingen n.a.v. het thema om de leerlingen te activeren Straalt enthousiasme over het onderwerp/ vak uit Probeert in zijn gedrag zijn interesse en enthousiasme voor het thema over te brengen Gebruikt humor Stelt een beloning in het vooruitzicht Brengt een spel- en competitie-element in
• • • • • • • • • • • • 5.
Interactie Maakt oogcontact met leerlingen Stelt duidelijke vragen Gebruikt vragen om een nieuw onderwerp te introduceren Stelt vragen aan individuele leerlingen Stelt vragen aan de groep als geheel Moedigt leerlingen aan om antwoord te geven Laat de leerlingen brainstormen
• • • • • • •
1 Ontleend aan http://home.orange.nl/onderwijs/Observatie.htm Duaal of deeltijd?
18
6.
• • • • • • •
Geeft leerlingen tijd om na te denken en antwoord te geven Geeft hints/ aanwijzingen om leerlingen naar het goede antwoord te leiden Herhaalt goede antwoorden Speelt op de juiste wijze in op (onverwachte) reacties van de leerlingen Moedigt aan om vragen te stellen Nodigt de leerlingen uit tot het stellen van vragen over het thema tijdens de introductie Checkt of uitleg van een onderdeel begrepen is
Leerstofbehandeling Maakt de doelstellingen van de les duidelijk Geeft een korte omschrijving van de leerinhoud Geeft de stuctuur van de les aan Legt de leerstof begrijpelijk uit Hanteert een systematische opbouw Maakt onderscheid tussen hoofd- en bijzaken Legt relaties met eerder behandelde leerstof Legt relatie met andere vakken/ leergebieden Vat elk onderdeel samen Gebruikt afwisselende werkvormen
• • • • • • • • • • 7.
Differentiatie Biedt daar waar noodzakelijk individuele hulp Geeft de leerlingen naar hun aard en kunnen verschillende opdrachten Houdt bij het samenstellen van subgroepen rekening met samenwerkingsvaardigheden Houdt bij het samenstellen van subgroepen rekening met kennis- en vaardigheidsniveau van de leerlingen • Maakt aantekeningen van vragen, leerresultaten en observaties van individuele leerlingen
• • • •
8.
Media Controleert voor de les of media in orde zijn Schrijft belangrijke termen op bord Doet werkwijze, procesvolgorde, rekenmethode etc. voor op het bord Laat leerlingen voorbeelden op het bord uitwerken Schrijft duidelijk Gebruikt overzichtelijke bordindeling Maakt duidelijk of aantekeningen op het bord moeten worden overgenomen Maakt duidelijk wannéér aantekeningen van het bord kunnen worden overgenomen Ziet er op toe dat leerlingen aantekeningen overnemen van het bord Geeft leerlingen tijd om aantekeningen over te nemen Vraagt alvorens het bord te wissen
• • • • • • • • • • •
9. Begin van de les • Heeft alle leermiddelen klaarstaan • Begroet de leerlingen • Zorgt dat hij eerst de aandacht van alle leerlingen heeft • Krijgt gemakkelijk de aandacht van de leerlingen • Reageert op leerlingen die te laat binnenkomen/ lesaanvang belemmeren 10.
• • • •
Klassenmanagement Zorgt dat het klaslokaal voor de les in de juiste opstelling staat Zorgt dat voldoende leerlingmaterialen beschikbaar zijn Bespreekt met de leerlingen de gang van zaken tijdens de les(sen) Maakt regels duidelijk
Duaal of deeltijd?
19
• • • • • • • •
Ziet toe op naleving van regels Is consequent in toepassing van de regels Is alert op eerste signalen van ordeverstoring Reageert adequaat op eerste signalen van ordeverstoring Kent de namen van de leerlingen Gebruikt hulpmiddelen om de namen van leerlingen te memoriseren Noemt de leerlingen bij naam Beheert de lestijd op een juiste en efficiente wijze
De teamleider gebruikt tijdens het functioneringsgesprek in de meeste gevallen een 360-‐ graden feedback die de docent zelf in dient te vullen. Hieruit ontstaat een meer dan compleet beeld van de ontwikkeling van de docent en de plek waar hij zich bevindt in de schoolorganisatie. Aan de hand van deze cirkelanalyse kan het gesprek plaatsvinden. De cirkelanalyse wordt ingevuld door diverse collega’s. Directe en indirecte collega’s geven hun feedback over het functioneren.
Duaal of deeltijd?
20
Welke onderzoeksresultaten zijn er in de literatuur te vinden over het verschil tussen de opleiding in de praktijk (duaal) en een deeltijdopleiding?
Deelvraag 4 Uitgangspunt voor mijn literatuuronderzoek is een publicatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau uit 2006. Deze instantie heeft een metastudie verricht onder de titel Duaal als ideaal? Leren en werken in het beroeps-‐ en hoger onderwijs. Uit deze literatuur heb ik een aantal korte onderzoeksresultaten gehaald die van belang zijn voor dit onderzoek.
Duaal of deeltijd?
21
Zijn er uit het onderzoek significante verschillen te ontdekken in de beoordeling van docenten over hun eigen functioneren? Deelvraag 5 Ik heb mijn onderzoek afgenomen in de periode van 29 maart tot 9 mei 2012. Ik heb daarvoor diverse collega’s uit het land om medewerking gevraagd. Deze gegevens heb ik ontvangen van diverse reformatorische scholen. Van de deeltijd heb ik 25 complete ingevulde onderzoeken ontvangen en van de duaal 22 complete onderzoeken. Met deze gegevens (zie bijlage I & II) wil ik de verschillen met elkaar gaan vergelijken. Ik doe dat allereerst aan de hand van kenmerken en daarna ga ik de verschillende SLB-‐competenties met elkaar vergelijken bij beide groepen. Kenmerken Bij het analyseren van de enquêtes is het meteen opvallend dat er procentueel meer vrouwen een duale opleiding volgen tegenover procentueel meer mannen die de deeltijdvariant hebben. Wellicht heeft dit te maken met het feit dat er meer mannen werkzaam zijn in het voortgezet onderwijs en deze pas later in hun carrière in het Duaal of deeltijd?
22
onderwijs terecht komen vanuit een baan in het bedrijfsleven. Het volgen van een deeltijdopleiding is dan het meest voor de hand liggend. Op de vraag in welke onderwijssector de ondervraagden werkzaam zijn blijkt dat van de duaal opgeleiden verreweg de meeste werkzaam zijn in de onderbouw van het VMBO en HAVO/VWO, namelijk 91%. Bij de deeltijders is 44% van de ondervraagden werkzaam in de bovenbouw van het VMBO. Dit komt overeen met de structuur van de duale opleiding die duidelijke eisen stelt aan een opleidingsschool en de studenten. Zij mogen alleen lesgeven in de onderbouw. Uit het onderzoek blijkt dat dit ook gebeurd. Tabel 1 -‐ Onderwijssector voor deeltijd 4.In welke onderwijssector bent u het grootste deel van uw tijd werkzaam? 0
25
50
75
100
%
f
n 25
Onderbouw VMBO
20
5
Bovenbouw VMBO
44
11
Onderbouw HAVO/VWO
32
8
Bovenbouw HAVO/VWO
4
1
Tabel 2 -‐ Onderwijssector voor duaal 4.In welke onderwijssector bent u het grootste deel van uw tijd werkzaam? 0
25
50
75
100
%
f
n 23
Onderbouw VMBO
48
11
Bovenbouw VMBO
9
2
Onderbouw HAVO/VWO
43
10
Bovenbouw HAVO/VWO
0
0
Opvallend is dat de duaal opgeleiden weinig ervaring hebben met de bekwaamheidseisen in het onderwijs. 39% van de ondervraagden geeft aan er wel eens van gehoord te hebben maar niet bekend ermee te zijn. Bij de deeltijders blijkt dit maar 28% te zijn. Er blijkt van deze groep ook een meerderheid (52%) een bekwaamheidsdossier te hebben tegen slechts 26% van de duaal opgeleiden. Interpersoonlijk competent in het werken met leerlingen Bij de analyse van de onderzoeksresultaten kan opgemerkt worden dat er over het algemeen weinig opvallende verschillen zijn waar te nemen tussen beide groepen respondenten. Enkele opvallende verschillen die in het belang zijn voor het opleiden van docenten wil ik nader uitwerken. Het blijkt uit de onderzoeksresultaten dat de duale groep meer kennis in huis heeft van de mogelijke zorgproblematiek waarmee een leerling te maken kan krijgen. De duale groep Duaal of deeltijd?
23
geeft op een schaal van 4 punten hun kennis van de zorgproblematiek een 3. Hier staat tegenover dat de deeltijders 0,2 punt lager zitten, namelijk een 2,8. Een mogelijke conclusie kan zijn dat in het duale opleidingstraject meer aandacht wordt besteedt aan zorgproblematiek en het herkennen hiervan. Tabel 3 -‐ Kennis van zorgproblematiek bij deeltijd opgeleiden 10.Ik heb voldoende kennis van de mogelijke zorgproblematiek die een leerling kan hebben 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,7
25
Tabel 4 -‐ Kennis van zorgproblematiek bij duaal opgeleiden 10.Ik heb voldoende kennis van de mogelijke zorgproblematiek die een leerling kan hebben 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
23
In de benadering van leerlingen en de omgang met hem zijn weinig opvallende verschillen waar te nemen tussen beide groepen respondenten. Wanneer echter de vraag wordt gesteld of de docent positieve verwachtingen heeft van de leerlingen, blijkt er een opvallend verschil waar te nemen. Het blijkt dat de groep die een deeltijd opleiding hebben gevolgd veel positievere verwachtingen hebben van hun leerlingen dan de duale groep. Waar de deeltijd zichzelf beoordeeld met een 3,4 op dit kenmerk staat een 3,1 bij duaal. Als het gaat om het stimuleren van een klimaat waarin leerlingen goed met elkaar kunnen samenwerken is er ook een significant verschil waar te nemen. Waar de duale respondenten een gemiddelde score behalen van 2,9 is dat bij deeltijd een 3,2. Dat is een verschil van 0,3. Het zou goed zijn als er tijdens de opleiding van duale studenten meer aandacht besteedt zou gaan worden aan dit onderwerp. Tabel 5 -‐ Stimuleren van samenwerking onder leerlingen (deeltijd) 14.Ik stimuleer een klimaat waarin leerlingen goed met elkaar samenwerken 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
Duaal of deeltijd?
24
Tabel 6 -‐ Stimuleren van samenwerking onder leerlingen (duaal)
14.Ik stimuleer een klimaat waarin leerlingen goed met elkaar samenwerken
1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,9
0,5
23
Pedagogisch competent Op het pedagogisch vlak blijken er heel veel overeenkomsten te zijn. Beide groepen geven aan dat ze leerlingen voldoende persoonlijke aandacht geven tijdens en na de lessen en de leerlingen hebben ook het gevoel dat ze meetellen. De sfeer in de klas is bij beide groepen docenten bespreekbaar te maken. Ook zorgen beide groepen docenten voor duidelijke gedragsregels in de klas. Op het naleven van deze regels worden leerlingen consequent aangesproken. Opvallend is hierbij te noemen dat het stellen van regels makkelijker is dan het naleven hiervan. Het vaststellen van duidelijke gedragsregels blijkt in de praktijk niet moeilijk. De respondenten geven zichzelf hier gemiddeld meer dan een 3 voor. (respectievelijk 3,2 (deeltijd) en 3,3 (duaal)) Als het echter aankomt op het aanspreken van leerlingen op de naleving van deze regels schort het in de praktijk. Veel docenten vinden dit moeilijk zo blijkt uit een gemiddelde van respectievelijk een 2,9 (deeltijd) en een 2,8 (duaal). Een opmerkelijk verschil blijkt uit de analyse van vraag 18 uit het onderzoek. De stelling luidt als volgt; “Ik leer mijn leerlingen op te staan voor elkaars mening.” De respondenten uit de deeltijdgroep blijken hier geen enkele moeite mee te hebben. Met een gemiddelde beoordeling van een 3,2 is dit voor hun niet moeilijk. Bij de duale groep blijkt echter een gemiddelde van 2,9 te zijn. De duale docenten kunnen hier blijkbaar slechter mee omgaan in de praktijk van het lesgeven. Tabel 7 -‐ Leerlingen open laten staan voor elkaars mening (deeltijd) 18.Ik leer mijn leerlingen open te staan voor elkaars mening 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,5
25
Tabel 8 -‐ Leerlingen open laten staan voor elkaars mening (duaal) 18.Ik leer mijn leerlingen open te staan voor elkaars mening 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
2,9
0,6
23
Duaal of deeltijd?
25
Een laatste verschil op de pedagogische competentie blijkt te zitten in het aanmoedigen van leerlingen om van elkaar te leren. Bij vraag 23 in mijn onderzoek blijken de deeltijd respondenten een score van 3,1 te hebben en daar tegenover de duale respondenten een gemiddelde van 2,8. Dit is 0,3 punt verschil. Duaal opgeleide docenten blijken dus kennelijk moeite te hebben met het aanmoedigen van leerlingen om van elkaar te leren. Dit gegeven komt sterk overeen met een eerdere bevinding bij de competentie ‘interpersoonlijk competent in het werken met leerlingen.’ Toen bleek dat ook de duale groep moeite had om samenwerking onder leerlingen te stimuleren. Deze cijfers vertonen daarbij hetzelfde beeld. Een punt van aandacht voor de duale opleidingen. Tabel 9 -‐ Stimuleren om van elkaar te leren (deeltijd) 23.Ik moedig de leerlingen aan om van elkaar te leren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,6
25
Tabel 10 -‐ Stimuleren om van elkaar te leren (duaal) 23.Ik moedig de leerlingen aan om van elkaar te leren 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
2,8
0,6
23
Vakinhoudelijk-‐ en didactisch competent Met deze competentie kunnen beide groepen goed uit de voeten. De gemiddelde scores liggen meestal rond de 3,0 op de gestelde vragen. Er zijn ook bij deze competentie een aantal belangrijke verschillen op te merken tussen beide groepen. De uitslag van de stelling “Ik heb vanuit mijn opleiding voldoende handvatten ontvangen om leerlingen te ondersteunen bij leerproblemen” (vraag 30) geeft reden tot zorg. Beide groepen respondenten geven een score weer die lager is dan 3,0. Dat betekent dat de meeste het niet eens zijn met deze stelling. Bij de deeltijd blijkt dit een gemiddelde van 2,7 op te leveren en bij de duale een gemiddelde score van 2,4. Uit deze scores kan geconcludeerd worden dat er vanuit de opleidingen weinig aandacht besteedt wordt aan mogelijke leerproblemen bij leerlingen. De beide groepen docenten hebben te weinig handvatten in huis om deze leerproblemen te signaleren/voorkomen of op zoek te gaan naar mogelijke oplossingen. In mijn aanbevelingen kom ik hier op terug.
Duaal of deeltijd?
26
Tabel 11 -‐ Ondersteuning bij leerproblemen (deeltijd)
30.Ik heb vanuit mijn opleiding voldoende handvatten ontvangen om leerlingen te ondersteunen bij leerproblemen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,7
0,7
25
Tabel 12 -‐ Ondersteuning bij leerproblemen (duaal) 30.Ik heb vanuit mijn opleiding voldoende handvatten ontvangen om leerlingen te ondersteunen bij leerproblemen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,4
0,9
22
Op het gebied van evaluatie van de eigen lessen blijken goede scores te liggen van een gemiddelde rond de 3,0. Wellicht dat hier nog enige winst gehaald kan worden door de opleidingen. Organisatorisch competent De organisatorische competentie blijkt ruim voldoende te zijn. De onderzoeksresultaten laten bij alle vragen een gemiddelde zien die rond de 3,0 of zelfs hoger ligt. Dat betekent dat docenten (zowel deeltijd als duaal) voldoende toegerust worden op organisatorisch vlak. De docenten werken met een duidelijke planning en zorgen steeds voor een overzichtelijke tijd-‐ en lesplanning. De orde in de lessen is ook ruim voldoende beoordeeld door beide groepen respondenten, voor beide groepen is het gemiddelde een 3,3. Ook groepsprocessen worden voldoende onderkent en waar nodig aangestuurd. In onverwachte situaties kunnen de docenten op een professionele wijze improviseren. Ook kunnen er in dergelijke situaties duidelijke prioriteiten worden gesteld. Er is vaak extra lesmateriaal achter de hand. Bij de deeltijd is dit een gemiddelde van 3,2 en bij duaal een gemiddelde van 3,0. Uit de resultaten blijkt echter wel dat docenten die een deeltijdopleiding hebben genoten wel beter hun activiteiten kunnen aanpassen of vervangen als dit nodig blijkt te zijn. Ze komen hier 0,3 punt hoger mee uit dan het gemiddelde van de duale groep respondenten. Tabel 13 -‐ Aanpassen en/of vervangen van een activiteit (deeltijd) 45.Ik pas een activiteit aan of vervang deze als dit naar eigen waarneming nodig is 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,5
0,5
25
Duaal of deeltijd?
27
Tabel 14 -‐ Aanpassen en/of vervangen van een activiteit (duaal)
45.Ik pas een activiteit aan of vervang deze als dit naar eigen waarneming nodig is
1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,4
22
Competent in het samenwerken met collega’s Uit het onderzoek is meteen duidelijk te zien dat docenten die deeltijd hebben gedaan veel meer samenwerken met collega’s dan duale docenten. Bij alle vragen ligt de gemiddelde score 0,1 – 0,3 punt hoger. De docenten die een deeltijdopleiding hebben gevolgd zijn meer betrokken op de onderwijsverbetering en de belangen van de school dan duale collega’s. Het zijn echter maar hele kleine verschillen maar desondanks wel opvallend. Een mogelijke verklaring hiervoor zou zijn dat de leeftijd van de deeltijdgroep hoger zou liggen en meer arbeidservaring hebben. De meeste afwijking in gemiddelde scores is de stelling dat de docent in redelijkheid zijn aandeel in taken binnen de organisatie neemt. (vraag 47) Het blijkt dat bij de respondenten uit de deeltijdgroep hier een gemiddelde van 3,4 punten scoren tegenover een gemiddelde score van 3,1 bij de duale groep respondenten. Dit is zeker wel opvallend te noemen. Docenten die een duale opleiding hebben gevolgd zetten zich kennelijk minder in voor de taken binnen de organisatie. Opnieuw kan hier het leeftijdsverschil meespelen en de opgedane arbeidservaring in beide groepen. Tabel 15 -‐ Aandeel in taken van de organisatie (deeltijd) 47.Ik neem in redelijkheid mijn aandeel in taken binnen de organisatie 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,4
0,6
25
Tabel 16 -‐ Aandeel in taken van de organisatie (duaal) 47.Ik neem in redelijkheid mijn aandeel in taken binnen de organisatie 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
Competent in het samenwerken met de omgeving Het samenwerken met de omgeving levert weinig problemen op voor de meeste docenten. Ook bij deze competentie liggen de gemiddelde scores boven de 3,0. De relevantie informatie van ouders wordt benut en de docenten laten de ouders merken dat ze
Duaal of deeltijd?
28
vertrouwen in hen hebben. Ook zijn de docenten goed aanspreekbaar in professionele contacten met instellingen buiten de school. Mogelijke vormen van zorgproblematiek bij leerlingen worden goed onderkend. De deeltijdgroep scoort hier een gemiddelde van 3,0 tegenover de duale groep die hierbij een 3,1 als gemiddelde score heeft. Met deze cijfers kunnen de opleidingen dan ook tevreden zijn. Competent in reflectie en ontwikkeling De onderzoeksresultaten tonen een positief beeld bij de deeltijd respondenten. Hier liggen de gemiddelde scores per vraag boven de 3,0. Alleen bij vraag 56 (“Ik bespreek regelmatig met collega’s wat de sterke en zwakke punten in mijn professionele functioneren zijn”) blijkt een gemiddelde score van 2,6 uit te komen. De meeste docenten zullen het lastig vinden zich kwetsbaar op te stellen t.o.v. hun leidinggevende en/of collega’s. Hier zou in het onderwijs nog een verdiepingsslag te maken zijn. Ondanks dat er voldoende tools beschikbaar zijn om op jezelf te reflecteren (gemiddelde scores van 3,2 (deeltijd) en 3,1 (duaal)) blijkt de praktijk weerbarstiger. Bij de duale groep respondenten liggen de gemiddelde scores lager dan 3,0 bij bijna alle vragen. Hieruit kan de conclusie worden getrokken dat docenten die een duale opleiding hebben gevolgd minder op zich zelf reflecteren en hun ontwikkeling minder goed in beeld brengen dan docenten die deeltijd hebben gedaan. Tabel 17 -‐ Ontwikkelingsactiviteiten docenten (deeltijd) 55.Ik stem mijn ontwikkelingsactiviteiten af met mijn collega’s en met mijn leidinggevende(n) 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,5
25
Tabel 18 -‐ Ontwikkelingsactiviteiten docenten (duaal) 55.Ik stem mijn ontwikkelingsactiviteiten af met mijn collega’s en met mijn leidinggevende(n) 1 2 3 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
4
gem.
sd
n
2,7
0,7
22
Uit bovenstaande tabellen is te concluderen dat de duale respondenten 0,4 punt lager scoren op de persoonlijke ontwikkelingsactiviteiten dan de deeltijd respondenten. Dit blijkt ook wel uit vraag 58 van mijn onderzoek. Zie tabel 19 en tabel 20.
Duaal of deeltijd?
29
Tabel 19 -‐ Sterke en zwakke punten (deeltijd)
58.Ik maak zo nu en dan de balans op van mijn sterke en zwakke punten en van daaruit beslis ik wat ik ga doen om mij verder te ontwikkelen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,8
25
Tabel 20 -‐ Sterke en zwakke punten (duaal) 58.Ik maak zo nu en dan de balans op van mijn sterke en zwakke punten en van daaruit beslis ik wat ik ga doen om mij verder te ontwikkelen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,7
0,5
22
Geconcludeerd kan worden dat docenten die een duale opleiding hebben gevolgd minder sterk kunnen reflecteren op hun eigen functioneren en het ook moeilijk vinden om hun eigen ontwikkeling als docent bij te houden.
Duaal of deeltijd?
30
Conclusie
In de voorafgaande analyse van de onderzoeksresultaten is een beeld geschetst van een aantal belangrijke significante verschillen van docenten die enerzijds een deeltijdopleiding hebben genoten en anderzijds het duale opleidingstraject hebben gevolgd. In deze conclusie zal ik proberen om op basis van de bevindingen een antwoord te formuleren op de eerder gestelde hoofdvraag. Allereerst komen de belangrijkste bevindingen over de verschillende opleidingen aan de orde. Vervolgens zal ik proberen de hoofdvraag te beantwoorden en tot slot zal ik proberen een aantal aanbevelingen te doen voor de Driestar Educatief in Gouda. Op voorhand moet worden opgemerkt dat het beeld verre van compleet is. Dat hangt samen met de werkwijze: er is uitgegaan van een relatief kleine groep respondenten. Ook is hun achtergrond niet bekend bij het afnemen van dit onderzoek. Ik weet niet in welke mate er praktijkervaring aanwezig was bij deze respondenten. Ook is er sprake van docenten die op verschillende hogescholen hebben gestudeerd. Het beeld kan namelijk per onderwijsinstelling, opleiding, leeftijd en vakgebied sterk verschillen. Dat laat onverlet dat er toch wel een aantal algemene conclusies te formuleren zijn. Bevindingen Uit de voorgaande onderzoeksresultaten blijkt dat er een aantal bevindingen opgesteld kunnen worden. Onderbouw Een eerste bevinding vinden we bij de kenmerken van de respondenten voordat het daadwerkelijke onderzoek begint. We zien dat de meeste docenten die een opleiding hebben gevolgd in de onderbouw van het VMBO en de onderbouw van HAVO/VWO lesgeven. Dit is geheel volgens de verwachting. Gezien de opleidingsstructuur van het duale opleidingstraject is dit ook logisch. Duale studenten mogen in het 3e en 4e leerjaar van hun opleiding alleen nog maar lesgeven in de onderbouw. Je ziet dit heel duidelijk terug uit het onderzoek. De meeste docenten die een deeltijdopleiding hebben gevolgd zitten in de bovenbouw van het VMBO. Meestal zijn dit wat oudere docenten die op een later moment in hun carrière het onderwijs zijn ingegaan. De verwachting is dat de leeftijdscategorie van duale studenten een stuk lager ligt omdat dit vaak een vervolgopleiding is die gekozen wordt na het voortgezet onderwijs.
Duaal of deeltijd?
31
Tevens zijn beide groepen docenten actief op het 2e graads gebied. Er zijn maar enkele docenten die lesgeven in het 1e graads gebied. Hiervoor is nog niet de juiste bevoegdheid gehaald. Zorgproblematiek Een tweede bevinding die uit dit onderzoek naar voren komt is dat de groep die een duale opleiding heeft gevolgd meer kennis in huis heeft van de mogelijke zorgproblematiek onder leerlingen. Uit de onderzoeksresultaten komt duidelijk naar voren dat hier beter op gescoord wordt. Een mogelijke oorzaak hiervan kan zijn dat er in het duale opleidingstraject meer aandacht wordt besteed aan dit onderwerp. De module waarin zorgproblematiek een plaats heeft wordt wellicht dieper uitgewerkt. De duale studenten dienen zich tijdens hun opleiding zich hier in te verdiepen. Positieve verwachtingen van leerlingen De derde bevinding naar aanleiding van de onderzoeksresultaten is dat de groep docenten die een deeltijdopleiding hebben gevolgd een hogere score hebben als het gaat om een positieve verwachting van een leerling. Ik vind het lastig om hier een conclusie uit te trekken. De oorzaak van dit grote verschil is niet te achterhalen. Wellicht heeft het te maken met het leeftijdsverschil tussen beide groepen of op de opgedane ervaring door een eigen gezin. Leerlingen leren van elkaar Een vierde bevinding die kan worden geconstateerd ligt in het stimuleren van een samenwerkingsklimaat. Dit is een leef-‐ en leerklimaat waarin de leerlingen van elkaar kunnen leren. Het blijkt dat de duale groep respondenten meer moeite heeft om een dergelijk samenwerkingsklimaat te creëren dan de deeltijd respondenten. Het blijkt dat docenten die een duale opleiding hebben gevolgd moeite hebben met het stimuleren van een zogenaamd samenwerkingsklimaat. Dit blijkt ook het feit dat de duale groep lager scoort bij het aanmoedigen van leerlingen om van elkaar te leren. Dit is de vijfde bevinding die uit het onderzoek naar voren komt. Het is daarom ook aan te bevelen deze aspecten van de duale opleiding nog eens tegen het licht te houden. Docenten ervaren dus kennelijk moeite om leerlingen te stimuleren van elkaar te leren. Een mogelijke oorzaak hiervan zou kunnen zijn dat in de duale opleiding teveel wordt gericht op het klassikaal lesgeven (frontaal) en nog te weinig van de didactische werkvormen.
Duaal of deeltijd?
32
Gedragsregels Uit het onderzoek komt heel duidelijk naar voren dat beide groepen docenten er geen enkele moeite mee hebben om de juiste gedragsregels te stellen in de klas. Maar zodra deze regels nageleefd dienen te worden en leerlingen hierop aangesproken moeten worden, blijkt dit opeens een stuk lastiger. Docenten hebben blijkbaar moeite met het consequent naleven van hun eigen regels. Dit geldt in sterke mate voor beide groepen docenten. Dit is dan ook de zesde bevinding die uit dit onderzoek naar voren komt. Een mogelijke oorzaak hiervan kan zijn dat docenten het moeilijk vinden zich ‘consequent’ op te stellen ten opzichte van hun eigen regels. Ze willen zich als persoon graag handhaven tegenover leerlingen maar niet de ‘strenge’ docent zijn. Open staan voor elkaars mening De groep duale respondenten heeft er zichtbaar moeite mee om leerlingen open te laten staan voor elkaars mening. Dit blijkt duidelijk vanuit het onderzoek. We kunnen hier een zevende bevinding uit concluderen. De duale groep durft minder goed zijn leerlingen open te laten staan voor elkaars mening. Dit ligt in het verlengde van onze vijfde bevinding waarin docenten het lastig vinden om een samenwerkingsklimaat te creëren in de klas. Dit is aan elkaar gelieerd. Een mogelijke conclusie zou kunnen zijn dat docenten die een duale opleiding hebben gevolgd zich niet zo kwetsbaar durven op te stellen voor de groep. Signaleren van leerproblemen Een opmerkelijke achtste bevinding die uit dit onderzoek geconcludeerd kan worden is dat beide groepen docenten, zowel deeltijd als duaal afgestudeerden, grote moeite hebben met het signaleren van leerproblemen bij leerlingen. Doordat ze deze leerproblemen moeilijk kunnen signaleren kan er ook geen professionele hulp aangeboden worden. Voor beide groepen liggen de scores erg laag. Hieruit kan worden geconcludeerd dat vanuit beide opleidingen te weinig aandacht wordt besteed aan het signaleren van leerproblemen. Organisatorisch competent Een negende bevinding die naar voren komt is dat docenten allemaal ruim voldoende organisatorisch competent zijn. Op deze competentie worden de hoogste gemiddelde scores behaald. Geconcludeerd kan worden dat beide opleidingen meer dan voldoende aandacht besteden aan het organisatorische deel. Docenten blijken hun lessen op de juiste manier in te delen, gebruik te maken van een lesplanning en deze ook op een transparante wijze te communiceren met leerlingen. Aandeel taken in de schoolorganisatie Een opvallend gegeven vanuit dit onderzoek is het feit dat de duale groep respondenten veel minder betrokken is op de schoolorganisatie dan de deeltijders. Dit is dan ook onze tiende bevinding. Docenten die een duale opleiding hebben gevolgd zetten zich minder in Duaal of deeltijd?
33
voor de ontwikkeling van het onderwijs, blijken meer moeite te hebben om samen te werken met collega’s en denken dat hun aandeel in de schoolorganisatie nog wel wat omhoog kan. Een mogelijke conclusie is dat tijdens de duale opleiding veel portfolio opdrachten alleen gemaakt moeten worden door de student. Wellicht is het goed om de duale studenten meer te betrekken in de schoolorganisatie. Geef hen ook een bepaalde verantwoordelijkheid, dan zullen ze die later voor de klas ook nemen. Reflectie en ontwikkeling Een laatste en elfde bevinding die kan worden geconcludeerd vanuit het onderzoek is dat er voldoende tools voorhanden zijn om op je eigen functioneren te reflecteren. Ondanks deze tools vinden beide groepen docenten het moeilijk om daadwerkelijk hun eigen functioneren te beoordelen. Ook het delen van deze bevindingen met collega’s blijkt moeilijk te zijn. Een mogelijke conclusie is dat docenten zich niet kwetsbaar willen opstellen. Ook zijn veel docenten niet gewend op zichzelf te reflecteren als ze vanuit het bedrijfsleven in het onderwijs terecht komen. Er is op dit gebied een zekere verlegenheid. Duale studenten blijken nog lager dan deeltijders te scoren in de competentie reflectie en ontwikkeling. Ze ervaren moeite om op zichzelf te reflecteren. Beantwoording hoofdvraag Hoofdvraag: Wat zijn de verschillen tussen een docent die het duale opleidingstraject heeft gevolgd in de praktijk van het lesgeven t.o.v. een docent die een deeltijdopleiding heeft gevolgd?
Door de toegenomen aandacht voor leren in de beroepspraktijk (duaal) is de aantrekkelijkheid van het onderwijs voor scholieren en studenten duidelijk vergroot. Uit dit onderzoek blijkt dat docenten over het algemeen tevreden zijn over hun eigen functioneren en hun genoten opleiding. Duaal is echter nog lang niet het ideaal. Deze onderzoeksresultaten vragen om een verdere verbetering van deze opleidingsvariant. In de praktijk van het lesgeven blijken er toch nog enkele verschillen te bestaan tussen docenten die het duale opleidingstraject hebben gevolgd en docenten die een deeltijdstudie hebben genoten. Om het niveau van beide opleidingen te kunnen handhaven en/of te verbeteren is intensivering van het onderwijs noodzakelijk.
Duaal of deeltijd?
34
Aanbevelingen
Uit het voorafgaande onderzoek en de gestelde bevindingen blijkt dat het volgen van een duale opleiding helemaal geen betere docent oplevert dan het volgen van een deeltijdopleiding. De verschillen zijn niet dramatisch groot maar wel voldoende om een aantal aanbevelingen te doen naar aanleiding van dit onderzoek. Duaal blijkt toch minder het ideaal te zijn dan in eerste instantie werd aangenomen. De respondenten die een deeltijdstudie hebben gevolgd zijn afgestudeerd aan verschillende hogescholen in Nederland. De respondenten die een duaal opleidingstraject hebben gevolgd zijn echter allemaal afgestudeerd aan de Driestar Educatief te Gouda. Daarom wil ik mij in dit rapport beperken tot enkele aanbevelingen om de duale opleiding op de Driestar te verbeteren. 1. Het blijkt dat docenten die een duale opleiding hebben gevolgd moeite hebben om positieve verwachtingen te hebben van hun leerlingen. Het is goed om dit op te nemen in een van de modules van het pedagogisch-‐didactisch programma. Ik denk dat het goed is dit op te nemen in de module Relatie en gezag. Wellicht dat hier literatuur van is waardoor een duale studenten een andere mindset krijgen tegenover leerlingen en hen positiever tegemoet gaan treden. Ik ben ook van mening dat het boekje Essenties van christelijk leraarschap een plaats moet krijgen in het programma. De opleidingsscholen kunnen hier een bijeenkomst aan wijdden. Samen met studenten en docenten nadenken op welke wijze je positieve verwachtingen uit kan spreken van leerlingen. Hiervoor is verdieping in hun leefwereld van essentieel belang. Jongeren willen zich ook begrepen voelen. Het boekje van Els van Dijk De hunkerende generatie zou hiervoor een plek kunnen krijgen in het programma. 2. Afgestudeerde docenten die een duale opleiding hebben genoten blijken moeite te hebben met het stimuleren om leerlingen van elkaar te laten leren. Ik ben van mening dat tijdens vakdidactiek voldoende didactische werkvormen worden aangeboden om een samenwerkingsklimaat op te zetten in de klas. In het pedagogisch-‐didactisch programma kan dit wellicht een nog grotere plek gaan krijgen. Hoe stimuleer ik leerlingen om van elkaar te leren? Deze vraag zou prima een plek kunnen krijgen in de module Leeromgeving en organisatie. Een belangrijk aandachtspunt hierbij is om leerlingen ook een eigen verantwoordelijkheid te geven in de lessen. Leer duale studenten ook om die verantwoordelijkheid te geven aan de leerlingen. Blijf niet krampachtig voor de klas staan maar verdeel rollen en taken in Duaal of deeltijd?
35
de klas. Moedig leerlingen aan om met elkaar bezig te zijn. Dit kan bereikt worden door meer opdrachten samen te laten maken door de leerlingen. 3. Het naleven van gedragsregels en het consequent hierop toezien en optreden bij overtreding van deze regels, blijkt voor veel docenten moeilijk te zijn in de praktijk van het lesgeven. Het nadenken en het opstellen van deze regels levert geen problemen op. Leerlingen aanspreken op deze regels blijkt wel een probleem. Ik ben van mening dat er heel veel angst is op dit gebied. (Jonge) docenten durven leerlingen niet goed aan te spreken op hun houding en gedrag. Ze willen graag een fijne en spontane docent zijn. Maar een spontane docent en tevens het consequent naleven van de regels kan hand in hand gaan. Het moet echter wel rechtvaardig zijn. Dan alleen zal een leerling het ook begrijpen en juist waarderen dat hij of zij op deze regels wordt aangesproken. Ik denk dat het goed is om hier extra aandacht aan te besteden tijdens de opleiding. Waar liggen mijn grenzen? Hoe spreek ik leerlingen aan op het juiste gedrag? En hoe voorkom ik dat ik de ‘boeman’ wordt? Vragen die prima verwerkt kunnen worden in de literatuur en het portfolio van de module Relatie en gezag. Ook tijdens opleidingsbijeenkomsten op de opleidingsschool kan hier bij stil gestaan worden omdat ook door ervaren docenten hier tegenaan gelopen wordt. De essentiële vraag hierbij kan gesteld worden is als volgt. Hoe kan ik het gesprek aangaan met leerlingen zonder een zeur te zijn? 4. Uit het onderzoek blijkt dat docenten moeite hebben met het signaleren van leerproblemen van leerlingen. De docenten zijn heel goed op de hoogte van mogelijke vormen van zorgproblematiek en hoe zij dit deskundig kunnen oplossen maar bij leerproblemen blijkt er nog een verlegenheid te zijn. Toch is het belangrijk om vroegtijdig deze problemen bij leerlingen te signaleren en actie te ondernemen indien nodig. Rust docenten toe om ook deze problemen te signaleren. Deze toerusting en vorming zou een plaats kunnen krijgen in het pedagogisch-‐didactische gedeelte. Bij de module Ontwikkeling en Uniciteit kan hier meer plek voor worden ingeruimd. 5. Een vijfde aanbeveling voor de verbetering van de duale opleiding wil ik graag doen op het gebied van de plek van de duale student in de school. Geef de duale student een eigen verantwoordelijkheid. Biedt hem of haar ook taken aan binnen de schoolorganisatie zodat de student zich betrokken voelt op de schoolorganisatie. Ik heb zelf ervaren tijdens mijn eigen duale traject dat vooral de eerste twee jaar pionieren is. Je bent onbekend in het onderwijs en je bent druk bezig met het eigen portfolio. Ik moest zelf initiatieven tonen om mijn bijdrage te leveren aan de schoolorganisatie. Deze inbreng en actieve opstelling werd zeer gewaardeerd. Maar vraag duale studenten ook eens mee te denken, laat ze teamvergaderingen bijwonen
Duaal of deeltijd?
36
en luister ook naar hun mening. Maak hen mede verantwoordelijk voor bepaalde taken. Laat ze volop deel uitmaken van het team. Dan zullen ze zich ook meer binden aan de school en meer betrokken zijn op het vormgeven van het onderwijs. 6. Een laatste aanbeveling is het doorvoeren van een verbetering op het gebied van reflectie en ontwikkeling. Het schrijven van een dag-‐ en of weekverslag voor het portfolio in het 1e en het 2e jaar van de duale opleiding blijkt onvoldoende om op de juiste wijze te reflecteren op de eigen ontwikkeling als docent. Ik zie hier persoonlijk ook niet het nut van in. Het wordt meer een dagboek dan een reflectiedocument. Ik zou als aanbeveling willen meegeven dat een aantal keren per jaar een gesprek meer oplevert dan een reflectieverslag. Laat ook duale studenten eens een functioneringsgesprek voeren met hun teamleider. Ook ben ik van mening dat er vaker en intensiever contact moet zijn met de opleidingscoördinator van de hogeschool. Slechts 1x per jaar is onvoldoende om de ontwikkeling van de student te volgen. Ik heb het zelf heel waardevol gevonden dat wij wekelijks begonnen met onze docentopleider. Dat waren hele waardevolle momenten waarin persoonlijke reflectie en ontwikkeling een plaats had. Ik zou dit in deze aanbeveling mee willen geven. Laat docentopleiders iedere week (op de verplichte dinsdag) beginnen met hun studenten.
Tot slot zijn er heel veel positieve punten naar voren gekomen uit dit onderzoek. De kwaliteit van de duale opleidingen ligt dicht naast die van de deeltijdopleidingen. Ook zijn de gemiddelde scores voldoende. Hier en daar kunnen met bovenstaande aanbevelingen nog wat verbeteringen worden aangebracht in het curriculum. Een combinatie van werken en leren in de beroepspraktijk (duaal) biedt mogelijkheden voor jongeren en studenten om op een praktijkgerichte en aantrekkelijke wijze opgeleid te worden tot volwaardige docenten. Zo worden ze gemotiveerd om een baan in het onderwijs te ambiëren en wordt er een basis gelegd voor een leven lang leren.
Duaal of deeltijd?
37
Literatuur
Sociaal en Cultureel Planbureau (2006) Duaal als ideaal?. Den Haag: SCP-‐publicatie. http://www.zestor.nl/fileadmin/zestor/data/publicaties/startende-‐docenten-‐in-‐het-‐ hbo.pdf http://www.driestar-‐hogeschool.nl/duaal http://www.driestar-‐hogeschool.nl/deeltijd http://www.zevencompetenties.nl/
Duaal of deeltijd?
38
Bijlage 1 – resultaten onderzoek Label deeltijd
Duaal of deeltijd?
39
Algemeen. pagina 1
Algemeen
Eigenschappen Enquête
Nummer ENQ87033 Naam Duaal of deeltijd? Instelling SG Pieter Zandt Datum Gemaakt 23-2-2012 Datum Start 29-3-2012 Datum Einde 9-5-2012 Filter Opleidingsvorm deeltijd Groepen 1 Populatie 34 Respondenten 34 Enquêtes Compleet 25
Duaal of deeltijd?. pagina 1
Duaal of deeltijd?
40
Leeswijzer. pagina 2
Leeswijzer
Weergave Items
Vraag Nummer
Standaard Deviatie Gemiddelde Score
1.Het rapport is helder.
1
2
3
4
5
5p: oneens - eens Vraag Tekst
gem.
sd
n
3,6
0,9
100
Gemiddelde Score Omschrijving Schaal
Standaard Deviatie Aantal Antwoorden
Weergave Kenmerken
Vraag Nummer Score
1.Bent u man of vrouw? 0
Vraag Tekst
%
f
n
Man
48
120
250
Vrouw
52
130
Optie tekst
25
50
75
100
Percentage Aantal per Optie Totaal Aantal
Duaal of deeltijd?. pagina 2
Duaal of deeltijd?
41
Kenmerken. pagina 3
Kenmerken Algemeen
1.Wat is uw geslacht? 0
25
50
75
100
%
f
n
Man
63
17
27
Vrouw
37
10
2.Welke opleiding heeft u gevolgd om uw 2e graads bevoegdheid voor docent te behalen? %
f
n
Deeltijd
0
25
50
75
100
92
23
25
Duaal
8
2
%
f
n 25
4.In welke onderwijssector bent u het grootste deel van uw tijd werkzaam? 0
25
50
75
100
Onderbouw VMBO
20
5
Bovenbouw VMBO
44
11
Onderbouw HAVO/VWO
32
8
Bovenbouw HAVO/VWO
4
1
%
f
n 25
5.Welke onderwijsbevoegdheid heeft u? 0
Duaal of deeltijd?
25
50
75
100
1e graads
4
1
2e graads
96
24
42
7.Hoe bekend bent u met de bekwaamheidseisen in het onderwijs?
%
f
n
Nooit van gehoord
0
25
50
75
100
4
1
25
Wel van gehoord, maar niet mee bekend
28
7
Wel bekend, maar niet mee gewerkt
28
7
Mee bekend en mee gewerkt
40
10
%
f
n 25
8.Is er op uw school van u een bekwaamheidsdossier aangelegd? 0
25
50
75
100
Ja
52
13
Nee
8
2
Weet ik niet
40
10
Duaal of deeltijd?. pagina 3
Duaal of deeltijd?
43
Items. pagina 4
Items
Interpersoonlijk competent in het werken met leerlingen 9.Leerlingen komen gemakkelijk naar mij toe, bijvoorbeeld ook als ze problemen hebben 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
25
10.Ik heb voldoende kennis van de mogelijke zorgproblematiek die een leerling kan hebben 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,7
25
11.Ik toon interesse in de leerlingen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,6
0,6
25
12.Ik laat leerlingen merken dat ik mij kan verplaatsen in de leefwereld van hun 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,4
25
gem.
sd
n
3,4
0,6
25
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
13.Ik laat merken dat ik positieve verwachtingen heb van leerlingen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
14.Ik stimuleer een klimaat waarin leerlingen goed met elkaar samenwerken 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
44
15.Ik communiceer eenduidig, afgestemd op het (begrips)niveau van de leerling 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,3
25
gem.
sd
n
2,8
0,6
25
Pedagogisch competent 16.Ik geef alle leerlingen persoonlijk aandacht 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
17.Mijn leerlingen merken dat ze allemaal meetellen 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,1
0,5
25
Duaal of deeltijd?. pagina 4
Duaal of deeltijd?
45
Items. pagina 5
18.Ik leer mijn leerlingen open te staan voor elkaars mening 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,5
25
gem.
sd
n
3,3
0,4
25
19.Ik maak de sfeer in de klas bespreekbaar 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
20.Ik zorg voor duidelijke gedragsregels in de klas 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,5
25
21.Ik ben consequent in het aanspreken van leerlingen op het naleven van de regels 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,9
0,7
25
22.Ik ben zelf een voorbeeld in het omgaan met afspraken en regels 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,5
25
gem.
sd
n
3,1
0,6
25
gem.
sd
n
3,2
0,5
25
23.Ik moedig de leerlingen aan om van elkaar te leren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
24.Ik geef leerlingen eigen verantwoordelijkheid binnen de gestelde kaders 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
46
25.Ik begeleid leerlingen bij het reflecteren op hun resultaten en hun leerproces 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
2,8
0,4
25
Duaal of deeltijd?. pagina 5
Duaal of deeltijd?
47
Items. pagina 6
Vakinhoudelijk- en didactisch competent 26.Ik maak vlot een alternatieve aanpak als een leerling dreigt vast te lopen bij het leren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,6
25
gem.
sd
n
3,0
0,3
25
27.Ik zorg dat mijn leerlingen goed snappen waar ze mee bezig zijn en wat daarvan de bedoeling is 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
28.Ik help mijn leerlingen om inzicht te krijgen in hun sterke en zwakke kanten en hoe ze daar effectief mee om kunnen gaan 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,6
25
29.Ik zorg voor voldoende afwisseling in leer- en werkvormen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,6
25
30.Ik heb vanuit mijn opleiding voldoende handvatten ontvangen om leerlingen te ondersteunen bij leerproblemen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,7
0,7
25
gem.
sd
n
3,0
0,6
25
31.Ik ben voldoende toegerust op didactisch gebied 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
48
32.Ik evalueer de lessen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,6
25
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
33.Ik pas de lessen na evaluatie, indien nodig, aan 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
34.Ik leg duidelijk aan de leerlingen uit welke leerdoelen zij bij welke activiteit moeten behalen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,7
0,7
25
35.Ik draag de leerinhoud op een duidelijke wijze over 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,2
0,5
25
Duaal of deeltijd?. pagina 6
Duaal of deeltijd?
49
Items. pagina 7
Organisatorisch competent 36.Ik werk met een duidelijke planning zodat ook mijn leerlingen overzicht hebben over het werk 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
25
gem.
sd
n
3,1
0,3
25
37.Mijn uitleg en instructies bij de leertaken geven mijn leerlingen voldoende houvast 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
38.Ik zorg steeds voor een overzichtelijke tijd- en lesplanning 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
25
39.Ik zorg voor orde in de les 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,6
25
40.Ik onderken groepsprocessen en stuur deze indien nodig 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,5
25
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
41.Ik kan in onverwachte situaties op een professionele wijze improviseren 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
50
42.Ik weet duidelijke prioriteiten te stellen bij het inspelen op onverwachte situaties 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
43.Ik biedt voldoende organisatievormen en leermiddelen aan die de leeractiviteiten ondersteunen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
gem.
sd
n
3,0
0,5
25
44.Ik heb extra lesmateriaal achter de hand 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
45.Ik pas een activiteit aan of vervang deze als dit naar eigen waarneming nodig is 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,5
0,5
25
Duaal of deeltijd?. pagina 7
Duaal of deeltijd?
51
Items. pagina 8
Competent in het samenwerken met collega’s 46.Ik vind de inbreng van mijn collega’s belangrijk en maak gebruik van die inbreng 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,4
0,5
25
gem.
sd
n
3,4
0,6
25
47.Ik neem in redelijkheid mijn aandeel in taken binnen de organisatie 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
48.Ik doe mee aan onderwijsverbetering in mijn school 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
49.Ik sta open voor hulpvragen van collega’s 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,4
0,5
25
50.Ik hou rekening met de belangen van collega’s en de gehele schoolorganisatie 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,4
25
gem.
sd
n
3,3
0,5
25
Competent in het samenwerken met de omgeving 51.Ik laat ouders merken dat ik vertrouwen heb in de samenwerking met hen 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
52
52.Ik ben goed aanspreekbaar in professionele contacten met instellingen buiten mijn school 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,4
25
gem.
sd
n
3,2
0,4
25
53.Ik benut relevante informatie van ouders 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
54.Ik ben op de hoogte van mogelijke vormen van zorgproblematiek 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,0
0,5
25
Duaal of deeltijd?. pagina 8
Duaal of deeltijd?
53
Items. pagina 9
Competent in reflectie en ontwikkeling 55.Ik stem mijn ontwikkelingsactiviteiten af met mijn collega’s en met mijn leidinggevende(n) 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,5
25
gem.
sd
n
2,6
0,7
25
56.Ik bespreek regelmatig met collega’s wat de sterke en zwakke punten zijn in mijn professionele functioneren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
57.Ik maak er regelmatig tijd voor om de ontwikkelingen op mijn vakgebied(en) en in mijn werk als leraar goed bij te houden 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
58.Ik maak zo nu en dan de balans op van mijn sterke en zwakke punten en van daaruit beslis ik wat ik ga doen om mij verder te ontwikkelen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,6
25
gem.
sd
n
3,1
0,8
25
59.Ik heb voldoende tools in handen om op mijzelf te kunnen reflecteren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
60.Ik maak voor mijn professionele ontwikkeling gebruik van de mogelijkheden die de school biedt 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
gem.
sd
n
3,2
0,6
25
54
61.Ik reflecteer op eigen normen, waarden en opvatting en stel die bij indien nodig 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,3
0,6
25
Duaal of deeltijd?. pagina 9
Duaal of deeltijd?
55
Bijlage 2 – resultaten onderzoek Label duaal
Duaal of deeltijd?
56
Algemeen. pagina 1
Algemeen
Eigenschappen Enquête
Nummer ENQ87033 Naam Duaal of deeltijd? Instelling SG Pieter Zandt Datum Gemaakt 23-2-2012 Datum Start 29-3-2012 Datum Einde 9-5-2012 Filter Opleidingsvorm duaal Groepen 2 Populatie 31 Respondenten 31 Enquêtes Compleet 22
Duaal of deeltijd?. pagina 1
Duaal of deeltijd?
57
Leeswijzer. pagina 2
Leeswijzer
Weergave Items
Vraag Nummer
Standaard Deviatie Gemiddelde Score
1.Het rapport is helder.
1
2
3
4
5
5p: oneens - eens Vraag Tekst
gem.
sd
n
3,6
0,9
100
Gemiddelde Score Omschrijving Schaal
Standaard Deviatie Aantal Antwoorden
Weergave Kenmerken
Vraag Nummer Score
1.Bent u man of vrouw? 0
Vraag Tekst
%
f
n
Man
48
120
250
Vrouw
52
130
Optie tekst
25
50
75
100
Percentage Aantal per Optie Totaal Aantal
Duaal of deeltijd?. pagina 2
Duaal of deeltijd?
58
Kenmerken. pagina 3
Kenmerken Algemeen
1.Wat is uw geslacht? 0
25
50
75
100
%
f
n
Man
42
10
24
Vrouw
58
14
2.Welke opleiding heeft u gevolgd om uw 2e graads bevoegdheid voor docent te behalen? %
f
n
Deeltijd
0
25
50
75
100
0
0
24
Duaal
100
24
%
f
n 23
4.In welke onderwijssector bent u het grootste deel van uw tijd werkzaam? 0
25
50
75
100
Onderbouw VMBO
48
11
Bovenbouw VMBO
9
2
Onderbouw HAVO/VWO
43
10
Bovenbouw HAVO/VWO
0
0
%
f
n 23
5.Welke onderwijsbevoegdheid heeft u? 0
Duaal of deeltijd?
25
50
75
100
1e graads
0
0
2e graads
100
23
59
7.Hoe bekend bent u met de bekwaamheidseisen in het onderwijs?
%
f
n
Nooit van gehoord
0
25
50
75
100
4
1
23
Wel van gehoord, maar niet mee bekend
39
9
Wel bekend, maar niet mee gewerkt
22
5
Mee bekend en mee gewerkt
35
8
%
f
n 23
8.Is er op uw school van u een bekwaamheidsdossier aangelegd? 0
25
50
75
100
Ja
26
6
Nee
17
4
Weet ik niet
57
13
Duaal of deeltijd?. pagina 3
Duaal of deeltijd?
60
Items. pagina 4
Items
Interpersoonlijk competent in het werken met leerlingen 9.Leerlingen komen gemakkelijk naar mij toe, bijvoorbeeld ook als ze problemen hebben 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,6
23
10.Ik heb voldoende kennis van de mogelijke zorgproblematiek die een leerling kan hebben 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
23
11.Ik toon interesse in de leerlingen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,5
0,5
23
12.Ik laat leerlingen merken dat ik mij kan verplaatsen in de leefwereld van hun 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,4
23
gem.
sd
n
3,1
0,4
23
gem.
sd
n
2,9
0,5
23
13.Ik laat merken dat ik positieve verwachtingen heb van leerlingen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
14.Ik stimuleer een klimaat waarin leerlingen goed met elkaar samenwerken 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
61
15.Ik communiceer eenduidig, afgestemd op het (begrips)niveau van de leerling 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,2
0,7
23
gem.
sd
n
2,9
0,5
23
Pedagogisch competent 16.Ik geef alle leerlingen persoonlijk aandacht 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
17.Mijn leerlingen merken dat ze allemaal meetellen 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,0
0,5
23
Duaal of deeltijd?. pagina 4
Duaal of deeltijd?
62
Items. pagina 5
18.Ik leer mijn leerlingen open te staan voor elkaars mening 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,9
0,6
23
gem.
sd
n
3,2
0,5
23
19.Ik maak de sfeer in de klas bespreekbaar 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
20.Ik zorg voor duidelijke gedragsregels in de klas 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,7
23
21.Ik ben consequent in het aanspreken van leerlingen op het naleven van de regels 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,7
23
22.Ik ben zelf een voorbeeld in het omgaan met afspraken en regels 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,5
23
gem.
sd
n
2,8
0,6
23
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
23.Ik moedig de leerlingen aan om van elkaar te leren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
24.Ik geef leerlingen eigen verantwoordelijkheid binnen de gestelde kaders 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
63
25.Ik begeleid leerlingen bij het reflecteren op hun resultaten en hun leerproces 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
2,8
0,7
22
Duaal of deeltijd?. pagina 5
Duaal of deeltijd?
64
Items. pagina 6
Vakinhoudelijk- en didactisch competent 26.Ik maak vlot een alternatieve aanpak als een leerling dreigt vast te lopen bij het leren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,6
22
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
27.Ik zorg dat mijn leerlingen goed snappen waar ze mee bezig zijn en wat daarvan de bedoeling is 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
28.Ik help mijn leerlingen om inzicht te krijgen in hun sterke en zwakke kanten en hoe ze daar effectief mee om kunnen gaan 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,6
0,5
22
29.Ik zorg voor voldoende afwisseling in leer- en werkvormen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
22
30.Ik heb vanuit mijn opleiding voldoende handvatten ontvangen om leerlingen te ondersteunen bij leerproblemen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,4
0,9
22
gem.
sd
n
2,9
0,8
22
31.Ik ben voldoende toegerust op didactisch gebied 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
65
32.Ik evalueer de lessen 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,9
0,6
22
gem.
sd
n
3,1
0,6
22
33.Ik pas de lessen na evaluatie, indien nodig, aan 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
34.Ik leg duidelijk aan de leerlingen uit welke leerdoelen zij bij welke activiteit moeten behalen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,8
0,8
22
35.Ik draag de leerinhoud op een duidelijke wijze over 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,3
0,4
22
Duaal of deeltijd?. pagina 6
Duaal of deeltijd?
66
Items. pagina 7
Organisatorisch competent 36.Ik werk met een duidelijke planning zodat ook mijn leerlingen overzicht hebben over het werk 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,9
22
gem.
sd
n
3,2
0,4
22
37.Mijn uitleg en instructies bij de leertaken geven mijn leerlingen voldoende houvast 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
38.Ik zorg steeds voor een overzichtelijke tijd- en lesplanning 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,7
22
39.Ik zorg voor orde in de les 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,6
22
40.Ik onderken groepsprocessen en stuur deze indien nodig 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,6
22
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
41.Ik kan in onverwachte situaties op een professionele wijze improviseren 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
67
42.Ik weet duidelijke prioriteiten te stellen bij het inspelen op onverwachte situaties 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
43.Ik biedt voldoende organisatievormen en leermiddelen aan die de leeractiviteiten ondersteunen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,6
22
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
44.Ik heb extra lesmateriaal achter de hand 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,6
22
45.Ik pas een activiteit aan of vervang deze als dit naar eigen waarneming nodig is 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,2
0,4
22
Duaal of deeltijd?. pagina 7
Duaal of deeltijd?
68
Items. pagina 8
Competent in het samenwerken met collega’s 46.Ik vind de inbreng van mijn collega’s belangrijk en maak gebruik van die inbreng 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,5
22
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
47.Ik neem in redelijkheid mijn aandeel in taken binnen de organisatie 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
48.Ik doe mee aan onderwijsverbetering in mijn school 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,6
22
49.Ik sta open voor hulpvragen van collega’s 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,3
0,4
22
50.Ik hou rekening met de belangen van collega’s en de gehele schoolorganisatie 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,1
0,3
22
gem.
sd
n
3,1
0,6
22
Competent in het samenwerken met de omgeving 51.Ik laat ouders merken dat ik vertrouwen heb in de samenwerking met hen 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
2
3
4
69
52.Ik ben goed aanspreekbaar in professionele contacten met instellingen buiten mijn school 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
3,0
0,6
22
gem.
sd
n
3,3
0,5
22
53.Ik benut relevante informatie van ouders 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
54.Ik ben op de hoogte van mogelijke vormen van zorgproblematiek 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
Duaal of deeltijd?. pagina 8
Duaal of deeltijd?
70
Items. pagina 9
Competent in reflectie en ontwikkeling 55.Ik stem mijn ontwikkelingsactiviteiten af met mijn collega’s en met mijn leidinggevende(n) 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,7
0,7
22
gem.
sd
n
2,8
0,7
22
56.Ik bespreek regelmatig met collega’s wat de sterke en zwakke punten zijn in mijn professionele functioneren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
57.Ik maak er regelmatig tijd voor om de ontwikkelingen op mijn vakgebied(en) en in mijn werk als leraar goed bij te houden 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
58.Ik maak zo nu en dan de balans op van mijn sterke en zwakke punten en van daaruit beslis ik wat ik ga doen om mij verder te ontwikkelen 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
gem.
sd
n
2,7
0,6
22
gem.
sd
n
2,7
0,5
22
59.Ik heb voldoende tools in handen om op mijzelf te kunnen reflecteren 1
2
3
4
4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
60.Ik maak voor mijn professionele ontwikkeling gebruik van de mogelijkheden die de school biedt 1 2 3 4 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
Duaal of deeltijd?
gem.
sd
n
3,1
0,5
22
gem.
sd
n
3,0
0,6
22
71
61.Ik reflecteer op eigen normen, waarden en opvatting en stel die bij indien nodig 1 4p: Helemaal mee oneens- Helemaal mee eens
2
3
4
gem.
sd
n
3,2
0,4
22
Duaal of deeltijd?. pagina 9
Duaal of deeltijd?
72