f ^ipï%^i: ^l^^'<':-' -:: ^ v^:k '*ï3r&, r* -'r.r:^-, -?: > ^c^. -A • /,, i'*:~ •^i&<«^'Vi **-* '->il.:ï'i»i -$'<• ^"r->'^'A^^- -'v*1-1
\,r*^k-^*xiM -^-- ^^- **.
h(
l l
S
Duaal in Dordt projectopdracht onderzoek naar mogelijkheid tot vestiging van duale opleidingen in Dordrecht juni 2008 Opdrachtgevers: CHE, College van Bestuur: dr. C.P. Boele Gemeente Dordrecht, wethouder: drs. D.A. van Steensel Opsteller: drs. A.W. van Vugt Projectleiders: drs. R.A.M, van der Sande drs. A.W. van Vugt
Inhoudsopgave 1 Managementsamenvatting en inleiding 2 Probleemstelling uitgangssituatie 3 Doelstelling 4 Resultaat 5 Afbakening 6 Randvoorwaarden 7 Fasering 8 Beheersing 9 Tijd 10 Geld 11 Kwaliteit 12 Organisatie 13 Informatie en communicatie 14 Voortgangsbewaking 15 Beslisdocumenten 16 Risico's 17 Afhankelijkheden en interfaces 18 Voorakkoord
1 1 4 4 5 5 5 6 6 6 6 7 8 8 8 8 8 9
1
Managementsamenvatting en inleiding
De gemeente Dordrecht en de CHE hebben beide de intentie om een nevenvestiging van de CHE in Dordrecht te starten. Concreet heeft de CHE de wens om een drietal duale opleidingen in Dordrecht te beginnen en is zij in een volgend stadium bereid om te onderzoeken of het op langere termijn mogelijk is meerdere opleidingen (voltijd, deeltijd en duaal) in Dordrecht te starten. De gemeente Dordrecht alsook de Drechtsteden hebben belang bij de komst van hoger beroepsonderwijs: zowel de kennis als de studenten zijn van belang voor de innovatieve en duurzame ontwikkeling van het gebied. Bedrijven en instellingen hebben nu en in de toekomst behoefte aan goed opgeleid personeel. Voor Dordrecht zijn in principe alle opleidingen van de CHE van nut en dus welkom. De intentie is er, maar is dit ook realistisch en zo ja, op welke wijze kan de CHE dan een vestiging in Dordrecht beginnen? Wat betekent dit voor de CHE en voor Dordrecht? Beide partijen zijn overeengekomen eerst de haalbaarheid van een CHE-vestiging met drie duale varianten in Dordrecht te onderzoeken. Hiertoe starten we op korte termijn een project om te komen tot een advies voor de start van drie duale opleidingen in Dordrecht, te weten: Leraar Godsdienst / Levensbeschouwing (GL), Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) en Verpleegkunde (VP). Bij positieve adviezen levert dit project tevens implementatieplannen voor deze start op. We zijn bereid om daarna te onderzoeken in hoeverre het wenselijk en haalbaar is om overige opleidingen in de verschillende varianten te vestigen. De sterke groei van de CHE, alsmede de T-2 systematiek in de bekostiging zorgt voor druk op mensen en middelen van de CHE, waardoor het onmogelijk is om daarover nu reeds uitspraken te doen. Dit laat onverlet dat Dordrecht voor de CHE een aantrekkelijke vestigingsplaats is. Uit een vooronderzoek bleek dat het starten van duale opleidingen wettelijk gezien geen problemen oplevert. Het belang voor de duale opleidingen VP en GL is groot en SPH heeft via stichting De Hoop feitelijk al een duale opleiding in Dordrecht. In deze projectopdracht is beschreven op welke wijze in de komende maanden gewerkt wordt aan de totstandkoming van adviezen en eventuele implementatieplannen met betrekking tot het vestigen van de duale opleidingen GL, SPH en VP in de gemeente Dordrecht. Begin december 2008 vindt besluitvorming plaats over deze adviezen, zodat het eventueel mogelijk is om per 1 september 2009 duale opleidingen in Dordrecht te starten.
Probleemstelling uitgangssituatie Perspectief Dordrecht De gemeente Dordrecht hecht grote waarde aan de komst van hoger beroepsonderwijs naar hun gemeente. Dordrecht heeft een heldere visie op onderwijs, de beroepskolom (aansluiting, vmbo, mbo, hbo, werkveld) en kenniscirculatie. Deze visie krijgt onder andere gestalte in het Leerpark te Dordrecht. De gemeente wil met partners samenwerken die er zelf belang bij hebben om zich in Dordrecht te vestigen. In de gemeente zijn op dit moment vier hbo-opleidingen: twee Pabo's (Hogeschool Rotterdam en Hogeschool InHolland) en het Da Vinci college (roe) heeft de hbo opleidingen Psychologie en Ondernemerschap. Dordrecht wil met name hbo-opleidingen binnen haar gemeentegrenzen krijgen die aansluiten bij het profiel van Dordrecht en de Drechtsteden (onder andere Zorg en (maritieme) techniek). Het profiel van de CHE voldoet aan de wensen van Dordrecht als kwalitatief hoogwaardige hogeschool met mensgerichte opleidingen. De gemeente heeft voor alle CHE-opleidingen belangstelling, met uitzondering van de Pabo. De gemeente Dordrecht heeft aangegeven te willen investeren in het onderzoek naar de mogelijkheden voor de CHE om in Dordrecht te beginnen. Zij stellen menskracht ter beschikking, onder andere een projectleider. Tevens zijn zij bereid voor de CHE te netwerken en te lobbyen. Overige vormen van onderlinge samenwerking en investeringen zullen in het project nader moeten worden bekeken.
Perspectief CHE Voor de CHE is de kans die de gemeente Dordrecht biedt buitengewoon aantrekkelijk. Enerzijds komt deze mogelijkheid aan de vroege kant. In de toekomstvisie van het College van Bestuur van de CHE komen nevenvestigingen pas na 2012 in beeld. Daarom wil de CHE met kleine stapjes de mogelijkheden in Dordrecht onderzoeken, waarbij het mogelijk is dat de CHE voor 2012 op beperkte schaal activiteiten ontwikkelt in Dordrecht en voorwerk verricht om zich - zo mogelijk - na 2012 op grotere schaal in het Westen van het land te vestigen. Waarom is Dordrecht voor de CHE een interessante vestigingsplaats? a. Een deel van de achterban van de CHE woont in de omgeving van Dordrecht: Ridderkerk, Zwijndrecht, Hendrik Ido Ambacht, de Alblasserwaard en de Hoekse Waard. Een ander deel woont op de ZuidHollandse eilanden en in Zeeland. Reeds nu heeft de CHE studenten die uit deze gebieden komen en die op kamers in Ede wonen. Met een vestiging in Dordrecht gaat de CHE naar haar doelgroep toe. De huidige trend is dat steeds minder studenten ervoor kiezen om op kamers te gaan. Een vestiging in Dordrecht zal een nieuwe doelgroep aanboren. Hier dient nader marktonderzoek naar te worden gedaan. b. Dordrecht heeft de potentie om een gezellige studentenstad te worden. c. De relatie tussen de gereformeerde grondslag van de CHE en de plaats die Dordrecht inneemt ten aanzien van het gereformeerde gedachtegoed zorgen ervoor dat de CHE en Dordrecht elkaar op dit punt kunnen versterken. Alle opleidingen van de CHE zijn bereid te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn voor activiteiten in Dordrecht. De urgentie om dit te onderzoeken is voor de CHE-opleidingen verschillend. De opleiding VP begint graag op korte termijn een duale variant in Dordrecht, terwijl de opleidingen MER én P£tA over een aantal jaar pas toe zijn aan een mogelijke start van een vestiging in Dordrecht. Feitelijk heeft de opleiding SPH al een duale variant (samenwerking met De Hoop) in Dordrecht. Onderstaande opleidingen willen uiteindelijk voor de genoemde varianten een onderzoek doen naar de haalbaarheid van een vestiging in Dordrecht. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Verpleegkunde (duaal, deeltijd, voltijd) Godsdienst Pastoraal Werk (deeltijd, voltijd) Godsdienstleraar (duaal deeltijd, voltijd) Sociaal Pedagogische Hulpverlening (duaal, deeltijd, voltijd) Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (deeltijd, voltijd) Communicatie (voltijd) Management Economie en Recht (voltijd) Personeel 6t Arbeid (voltijd)
De opleiding Leraar Basisonderwijs staat niet in dit overzicht. De Hogeschool InHolland en Hogeschool Rotterdam hebben reeds een Pabo in Dordrecht. Ook is de opleiding Journalistiek niet opgenomen in het overzicht. Journalistiek is een numerus fixus opleiding, waar 65 studenten worden toegelaten. Daarbij komt dat deze opleiding kostbare faciliteiten nodig heeft in de vorm van studio's. Haalbaarheid Het haalbaarheidsonderzoek dat verricht moet worden, bestaat uit: a. De wettelijke kaders (juridische haalbaarheid). b. Marktonderzoek voor de verschillende opleidingen en hun varianten. c. Organisatorische haalbaarheid. Is het organisatorisch haalbaar om een nevenvestiging in Dordrecht te hebben? Er zal antwoord moeten komen op vragen als: Is er een goede locatie? Hoe vindt de aansturing plaats? Wat betekent dit voor medewerkers? d. Financiële haalbaarheid. Is het financieel haalbaar om een nevenvestiging in Dordrecht te hebben? Er zal helder inzicht moeten komen in de kosten-baten verhouding. Met name de huisvesting zal hoge kosten met zich meebrengen. e. De haalbare onderwijskwaliteit. Kunnen we in Dordrecht de hoge onderwijskwaliteit van de CHE garanderen?
Wettelijke kaders Uit een eerste onderzoek naar de wettelijke kaders blijkt dat het wettelijk gezien voor de CHE geen probleem is om commerciële activiteiten en duale hbo-opleidingen in Dordrecht te starten. Voor de overige opleidingsvarianten geldt dat er een doelmatigheidstoetsing moet plaatsvinden. Doelmatigheid hoger onderwijs Door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) is in de beleidsregel 'Doelmatigheid hoger onderwijs' vastgelegd aan welke voorwaarden een instelling moet voldoen om een opleiding of een gedeelte daarvan te starten in een andere gemeente. In het kort zijn de criteria als volgt: a. Het onderwijs draagt aantoonbaar bij aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving doordat de opleiding tegemoet komt aan gebleken behoefte aan nieuwe beroepen of noodzakelijk geachte nieuwe ontwikkelingen in innovatieve sectoren. b. Het onderwijs draagt aantoonbaar bij aan door de rijksoverheid erkende behoefte. c. Het onderwijs wordt gevestigd in: 1. een landsdeel waarvoor de rijksoverheid specifiek beleid voert ter versterking van de kennisinfrastructuur; 2. het onderwijs wordt gevestigd in een landsdeel waarop bijzondere bestuurlijke afspraken met de minister van toepassing zijn over de versterking van de kennisinfrastructuur ter vermindering van door de minister erkende gebiedsspecifieke knelpunten of achterstandsituaties. d. De realisering van het onderwijs mag naar de mening van de minister op lange termijn niet leiden tot substantieel nadelige effecten voor de benutting van de bestaande capaciteit en infrastructuur op het desbetreffende onderwijs- en onderzoeksterrein. e. De inbedding van het onderwijs in de regionale kennisinfrastructuur moet in voldoende mate verzekerd zijn. Het voornemen van de CHE moet voldoen aan minimaal één van de criteria a, b of c2 én aan de vereisten d en e. Indien een voornemen voldoet aan criterium c1 moet tevens worden voldaan aan de criteria a of b én d en e. Een aanvraag van het voornemen voor een nieuwe vestigingsplaats omvat de volgende gegevens: 1. Welke gemeente het betreft en of de gehele opleiding of een deel daarvan wordt aangeboden. 2. Documenten waaruit blijkt dat aan de hierboven genoemde criteria wordt voldaan. 3. Het verslag van overleg dat de instelling heeft gevoerd met daarvoor in aanmerking komende instellingen of een verklaring van deze instellingen. Toepassing van kaders op ambities van de CHE in Dordrecht Wanneer we de ambities van CHE-Dordrecht naast criteria en voorwaarden leggen, is het volgende op te merken: a. Dit criterium kunnen we niet hanteren. We gaan geen nieuwe opleidingen starten of opleidingen die inspelen op ontwikkelingen in innovatieve sectoren. b. Dit criterium is bruikbaar door aan te tonen dat in het werkveld binnen de regio Dordrecht én onder instromende studenten behoefte bestaat aan specifieke opleidingen. Uit de toelichting op de criteria blijkt dat ten aanzien van onderwijs, gezondheidszorg en thema's als integratie en ondernemerschap mogelijkheden liggen, omdat de rijksoverheid daar bijzondere verantwoordelijkheid heeft m.b.t. werkgelegenheid en/of het aansluit bij beleidsaccenten van de rijksoverheid. c. Voor de CHE is onbekend of deze criteria van toepassing zijn voor Dordrecht, deze informatie moet vanuit de gemeente worden verstrekt. d. Het ministerie wil op lange termijn voorkomen dat er verschraling komt van voorzieningen en ondoelmatige investeringen. Dit betekent dat het vestigen van de CHE in Dordrecht niet mag leiden tot personeelstekorten (weglekken van expertise) bij andere hogescholen en er geen omvangrijke investeringslasten noodzakelijk zijn op materieel en personeelsgebied om de beoogde opleidingen te realiseren. Inschatting is dat dit voor de opleidingen van de CHE aantoonbaar is, zeker wanneer de CHE hierin haar eigen profiel stevig neerzet. e. De CHE moet in aantoonbare samenwerkingsverbanden participeren binnen de regio. Gedoeld wordt op verticale relaties om doorlopende leerlijnen te realiseren. Dit zou mogelijk gerealiseerd kunnen worden met identitair verwante ROC's. Samenwerking met universiteiten in deze regio hebben we (nog) niet.
In de aanvraag is de CHE bovendien verplicht te overleggen met andere instellingen. In Dordrecht betreft dat in ieder geval Hogeschool InHolland, de Hogeschool Rotterdam, vanwege de Pabo's én het Da Vinci College (opleidingen Psychologie en Economie (Ondernemerschap). Uit het verslag of brieven van deze instellingen moet blijken wat zij vinden van het voornemen van de CHE om in Dordrecht onderwijs aan te bieden. Vestiging van delen van opleidingen in Dordrecht De wet biedt ruimte om delen van CHE-opleidingen in Dordrecht te vestigen. Voor voltijd en deeltijd opleidingen geldt dat maximaal 59 ec (european credits (studiepunten)) van een opleidingstraject (ongeacht de totale omvang daarvan; normale omvang is 240 ec) buiten de vestigingsplaats van de hogeschool verzorgd mag worden. Daaronder (onder die 59 ec) vallen in het geval van maatwerktrajecten werkend leren zowel de delen werkend leren als de begeleiding en instructie e.d. en de eventueel op locatie te verzorgen trainingen. Voor duaal ingerichte bacheloropleidingen geldt dat het maximum van 59 ec uitsluitend betrekking heeft op het onderwijsdeel (dus de begeleiding, instructies en eventuele trainingen op locatie). Het werkend leren deel c.q. de beroepsuitoefening wordt niet beïnvloed door de regelgeving over vestigingsplaats van de opleiding. Dit betekent concreet dat het starten van duale trajecten in Dordrecht eenvoudiger te realiseren is. Er geldt namelijk geen doelmatigheidstoets in dat geval en er is geen toestemming van OCW voor nodig. Het aandeel werkend leren kan dan binnen de maatwerktrajecten (qua omvang) optimaal op maat gemaakt worden, terwijl ook voldoende ruimte bestaat voor onderwijsactiviteiten (begeleiding, instructie en training) 'op de werkvloer'. Uiteraard geldt binnen duaal onderwijs wel dat deelnemers een arbeidsovereenkomst moeten hebben en dat er gewerkt moet worden met leerwerkovereenkomsten / onderwijsarbeidsovereenkomsten.
Conclusie Bovenstaande leidt ertoe dat de gemeente Dordrecht en de CHE hebben besloten om een projectopdracht te formuleren om op korte termijn de haalbaarheid van de start van duale opleidingen in Dordrecht te onderzoeken. Verder is er de bereidheid om daarna na te denken over de mogelijkheid om een haalbaarheidsonderzoek voor de overige opleidingen te beginnen en daarmee dus ook de doelmatigheidstoetsing te starten.
Doelstelling De doelstellingen van dit project zijn: a. Bestuurlijke en ook operationele samenwerking tussen de gemeente Dordrecht en de CHE, waarbij we eikaars "nieren kunnen proeven". b. Een duidelijke aanwezigheid in Dordrecht met de duale opleidingsmogelijkheden voor GL, SPH en VP in Dordrecht. c. Een beter zicht op de wijze waarop we invulling geven aan de bereidheid om t.z.t. de haalbaarheid te onderzoeken van de start van een breder opleidingsaanbod in Dordrecht haalbaar is.
4
Resultaat
Het resultaat van dit project is dat er in november 2008 voor drie duale opleidingen (GL, SPH, VP) afzonderlijk een advies ligt met betrekking tot het al dan niet starten van betreffende opleiding in de gemeente Dordrecht. Het advies is het resultaat van een haalbaarheidsonderzoek waarin minimaal aandacht is besteed aan de volgende elementen: 1. Marktonderzoek (m.a.w. is er een studentenmarkt) 2. Onderzoek naar geschikte werkveldpartners en werkplekken die voldoen aan het kwaliteitskader duale opleidingstrajecten van de CHE. 3. Onderzoek naar de organisatorische haalbaarheid (m.a.w. is het haalbaar m.b.t. huisvesting, inzet van medewerkers, etc.).
4.
Onderzoek naar haalbare onderwijskwaliteit (m.a.w. is het mogelijk om in Dordrecht minimaal dezelfde onderwijskwaliteit te bieden als in Ede). Het kwaliteitskader Duale opleidingstrajecten is daarbij het uitgangspunt. 5. Onderzoek naar de financiële haalbaarheid (wat is het minimum aantal studenten én kwalitatief goede werkveldplekken om kostendekkend te kunnen werken). 6. Onderzoek naar de juridische haalbaarheid.
Wanneer dit advies positief is, kan een implementatieplan ontwikkeld worden voor de start per 1 september 2009 van de betreffende opleiding in Dordrecht. Dit implementatieplan heeft betrekking op alle activiteiten die moeten worden ondernomen om per 1 september 2009 daadwerkelijk met betreffende duale opleiding te kunnen starten. In dit plan is aandacht voor: 1. Opzet en ontwerp van het onderwijs op een dislocatie (m.a.w. hoe ziet de opleiding in Dordrecht er concreet uit, curriculum, toetsing, hoe verhoudt zich vestiging Dordrecht tot vestiging Ede? etc.) 2. Uitvoering van het onderwijs op een dislocatie (met name: bemensing en aansturing) 3. Overige faciliterende en ondersteunende aspecten: a. Facilitaire zaken (huisvesting, roostering, iet, etc.) b. Financiën (kosten en hoe kunnen we dit financieren?) c. Studentenwerving (promotiecampagne) d. Studentenadministratie (wat betekent dit voor inschrijfproces, dossiervorming etc.) e. Inzet van ICT om leren op afstand te faciliteren vanuit Ede.
Afbakening Dit project behelst het onderzoek naar de haalbaarheid van de start van de duale opleidingen GL, SPH en VP. Indien dit haalbaar is, wordt er ook aandacht besteed aan het realiseren ervan, de implementatie. Dit project heeft geen betrekking op de start van commerciële activiteiten in Dordrecht of de start van andere opleidingsvarianten, waarvoor doelmatigheidstoetsing noodzakelijk is. Het spreekt voor zich dat informatie die in dit project wordt verkregen eventueel gebruikt kan worden voor de verdere uitwerking van commerciële activiteiten in Dordrecht of in het andere project dat gericht is op de doelmatigheidstoetsing m.b.t. de start van andere opleidingsvarianten in Dordrecht.
6
Randvoorwaarden
a. Het project moet passen binnen de (toekomst)visie van zowel de gemeente Dordrecht als de CHE. b. De CHE en de gemeente Dordrecht dienen zich te committeren aan dit project door erin te investeren door de inzet van mensen en financiële middelen. c. Het lopende cursusjaar biedt weinig ruimte voor wat betreft de inzet van mensen van de CHE. Op korte termijn zullen we roeien met de riemen die we hebben. Voor cursusjaar 2008-2009 geldt dat dit project wordt meegenomen in de urenbegroting. Ook financieel is er in 2008 geen ruimte op de begroting van de CHE voor dit project. Voor 2009 dient dit project te worden meegenomen in de begroting.
Fasering Dit project start met de goedkeuring van de projectopdracht. Dit gebeurt in mei/juni 2008. Begin december 2008 zijn de onderzoeken afgerond en liggen er adviezen met betrekking tot het al dan niet starten van duale varianten van GL, SPH en VP. Bij positieve adviezen wordt het project vervolgd met de ontwikkeling van implementatieplannen. Deze zijn eind januari 2009 gereed, waarna de feitelijke implementatie in gang wordt gezet, zodat zo mogelijk op 1 september 2009 de opleidingen concreet van start gaan.
,.
-. ,- ,.„ f
l Cl f-„ > U
i
j ;
i..-c U
[jordt
Nr. 1
Fase Initiatief Definitie
Activiteiten - Beschrijven projectopdracht - Opstellen projectplan
Tussenresultaten Goedgekeurde projectopdracht / projectplan
Start 28-03-08
Eind 31-05-08
2
Ontwerp Voorbereiding
-
Onderzoeksplannen
01-06-08
01-07-08
3
Realisatie
Vaststellen deelactiviteiten (verschillende onderzoeken binnen project) - Uitvoeren van de verschillende onderzoeken - Adviesrapporten schrijven - Go/no go besluit nemen
Oplevering adviesrapporten
07-07-08
30-11-08
Besluit n.a.v. adviesrapporten
01-12-08
-
Implementatieplannen
01-12-08
Besluit n.a.v. implementatieplannen.
31-01-09
Implementatieplannen ontwikkelen - Go/no go besluit nemen
4
8
Nazorg
- Implementeren van implementatieplannen in de opleidingen en diensten van de CHE en de gemeente Dordrecht. - Evaluatie van het project
31-01-09
01-02-09
01-09-09
01-09-09
01-01-10
Beheersing
De beheersingselementen worden door de projectleiders in het projectplan uitgewerkt.
9
Tijd
De gemeente Dordrecht en de CHE besluiten met de ondertekening van dit document tot de start van dit project. De planning is reeds aangegeven onder het kopje fasering.
10
Geld
Dit project kost in eerste instantie vooral tijd en inzet. Voor de projectgroep is bijvoorbeeld zo'n 600 uur begroot. De kosten van deze personele inzet wordt door beide partners zelf gedragen. Daarnaast zullen kosten worden gemaakt voor het uitvoeren van verschillende onderzoeken (begroot 400 uur; ca. € 20.000,00). Gemeente Dordrecht en de CHE dragen ieder de helft van deze kosten.
11
Kwaliteit
Het resultaat van dit project dient van dermate kwaliteit te zijn dat deze tot een snelle besluitvorming door zowel het bestuur van de CHE als het gemeentebestuur leidt. In het geval dat het resultaat bestaat uit implementatieplannen dienen deze van dien aard te zijn dat ze direct uitgevoerd kunnen worden. De dienst Onderwijs en Kwaliteit van de CHE zal indien noodzakelijk tijdens het project worden geraadpleegd en voordat besluitvorming plaatsvindt, adviseert deze dienst het CvB van de CHE m.b.t. het projectresultaat.
12
Organisatie
De gemeente Dordrecht toont intrinsieke betrokkenheid bij dit project door het project als proces te trekken. Dit doet zij door een projectleider te leveren die optreedt als voorzitter van de projectgroep en procesbewaker. Daarnaast benoemt de gemeente Dordrecht een secretaris. De taak van deze secretaris is verslaglegging, het schrijven van het projectplan, het schrijven van het adviesrapport en eventueel de implementatieplannen. De CHE gaat met name inhoudelijk aan de gang in het project. Dit doet zij eveneens door een projectleider te leveren die zich met name richt op de inhoudelijke kant van het project. Tevens is er intensieve betrokkenheid bij het project van een dienstmanager en een opleidingsmanager. Daarnaast zullen afdelingen en opleidingen die met de start van duale opleidingen in Dordrecht te maken hebben bij het project betrokken worden. Zij zullen zaken uitzoeken, advies geven, netwerken en voor betrokkenheid van de betreffende opleidingen en diensten zorgen. Concreet ziet de organisatie er als volgt uit: Opdrachtgevers: College van Bestuur CHE: dr. C.P. Boele College van BEtW Dordrecht: wethouder drs. D.A. van Steensel Projectgroep:
Kernteam: Drs. R.A.M, van der Sande (projectleider Dordrecht / voorzitter), gemeente Dordrecht: 80 uur Drs. A.W. van Vugt (projectleider CHE), manager MCS, CHE: 80 uur Mw. R. Maaten, programmamanager Impuls (secretaris), gemeente Dordrecht: 120 uur H.B. Sikking, opleidingsmanager VP, CHE: 40 uur Ir. G. van der Heijden, academiedirecteur Sociale Studies, CHE: 40 uur Drs. L. van Hoorn, opleidingsmanager GL, CHE: 40 uur Leden: H. van den Adel, trekker VP-duaal, CHE: 40 uur H. van der Kooi, trekker SPH-duaal, CHE: 40 uur R. van Swetselaar, trekker GL-duaal, CHE: 40 uur P de Jonge MSc, manager FZ, CHE: 40 uur M. Westmaas, medewerker Financiën, CHE: 40 uur
Vergaderingen van de projectgroep worden gehouden zoveel als nodig en mogelijk is. Het kernteam onderhoudt intensief contact, bereid stukken voor en zorgt ervoor dat de overige projectgroepleden gericht actie kunnen ondernemen. Binnen het project worden verschillende onderzoeken gedaan: 1. Marktonderzoek (80 uur) 2. Onderzoek naar geschikte werkveldpartners (80 uur) 3. Onderzoek naar de organisatorische haalbaarheid (80 uur) 4. Onderzoek naar haalbare onderwijskwaliteit (80 uur) 5. Onderzoek naar de financiële haalbaarheid (40 uur) 6. Onderzoek naar de juridische haalbaarheid (40 uur) De opdrachtgevers nemen de noodzakelijke besluiten en faciliteren het project. Het CvB van de CHE legt besluiten voor aan het Beleidsoverleg (BO) van de CHE, alvorens een definitieve beslissing te nemen. Tenslotte gaan deze beslisdocumenten met het genomen besluit ter goedkeuring naar de Raad van Toezicht (RvT) van de CHE. Binnen de gemeente Dordrecht dient het besluit door het College van Burgemeester en Wethouders te worden genomen.
ecrn
/
r
•-,
t/ CHE' 13
t Ouuu/ in Dorcr
Informatie en communicatie
De secretaris richt een papieren en een digitaal projectdossier in. De uitwerking hiervan wordt nader omschreven in het projectplan. De inhoud van het project kan voor zowel interne als externe doelgroepen grote betekenis hebben. Daarom dient in iedere vergadering van de projectgroep het onderdeel communicatie op de agenda te staan. De communicatiestrategie die we willen hanteren wordt gekenmerkt door persoonlijke communicatie en transparantie. Juist mondeling, persoonlijk overleg met betrokkenen kan draagvlak, bereidwilligheid e.d. genereren. In ieder beslisdocument is ook een paragraaf over de interne en externe communicatie opgenomen. Voor de externe communicatie geldt dat de opdrachtgevers tevens woordvoerders zijn voor dit project, hierin eventueel bijgestaan door R.A.M, van der Sande en A.W. van Vugt.
14
Voortgangsbewaking
De projectleider maakt voorafgaand aan iedere vergadering een voortgangsrapportage. Maandelijks, of zoveel vaker als nodig is, maakt de projectleider een risicoanalyse en beheersingsdocument voor de opdrachtgever.
15
Beslisdocumenten
Beslisdocument Projectopdracht /projectplan Adviesrapporten Implementatieplannen
16
Maken A.W. van Vugt Secretaris Secretaris
Wie Goedkeuren Opdrachtgevers Opdrachtgevers Opdrachtgevers
Wanneer 31-05-08 01-12-08 31-01-09
Risico's
Het belangrijkste risico in dit project is dat er verwarring ontstaat over de koers die de CHE wil varen. De CHE wil in Ede gaan bouwen en tegelijk ook in Dordrecht een vestiging starten. Voor medewerkers van de CHE en voor externe doelgroepen kan dit leiden tot vragen en negatieve emoties. Heldere, persoonlijke communicatie, waarin goed wordt aangegeven dat het in eerste instantie om een haalbaarheidsonderzoek gaat, kan dit risico verminderen. Een ander risico is dat betrokken partijen strijdende belangen krijgen. Daarom is het van belang dat zowel Dordrecht als de CHE in de vorm van menskracht bij dit project betrokken zijn. Het onderscheid hierin tussen proces gericht (Dordrecht) en inhoud gericht (CHE) lijkt een goede verdeling. Het kernteam moet toezien op een goede onderlinge verstandhouding en open communicatie over belangen, wensen, mogelijkheden, etc.
17
Afhankelijkheden en interfaces
Het resultaat van dit project kan van belang zijn voor de totale huisvestingsproblematiek van de CHE. Tevens kan het resultaat van dit project invloed hebben op financiële keuzes die worden gemaakt door de CHE. In de projectgroep zitten dan ook afgevaardigden van de diensten Financiën en Facilitaire Zaken, zodat nauwe betrokkenheid bij dit project is gewaarborgd. Het resultaat van dit project is van belang voor het al dan niet starten van een haalbaarheidsonderzoek met betrekking tot de vestiging van de overige opleidingen (duaal, dt, vt) van de CHE in Dordrecht.
Tenslotte, Dordrecht kan ook een interessante locatie zijn voor de commerciële activiteiten (CHE-Transfer) van de CHE. Allerlei cursussen, trainingen en post-hbo opleidingen kunnen in Dordrecht worden aangeboden. De start van de samenwerking tussen de gemeente Dordrecht en de CHE kan een impuls zijn voor deze ontwikkeling. Hier kunnen de Transfer-units van de CHE beleid op maken.
18
Voor akkoord
Opdrachtgevers Namens de CHE
Namens de gemeente Dordrecht
Dr. C.P. Boele Voorzitter College van Bestuur
Drs. D.A. van Steensel Wethouder financiën, bedrijven, grotestedenbeleid, milieu en onderwijs
Projectleiders Namens de CHE
Namens de gemeent Dordrecht
Drs. A.W. van Vugt Manager Marketing, Communicatie en Studentzaken
Drs. R.A.M, van der Sande Directeur Programma Impuls
Plaats / Datum