Spreekweb Een onderzoek naar de technische (on)mogelijkheden van de verspreiding van gesproken woord radio
Door: Klaas Kuitenbrouwer (Virtueel Platform) in opdracht van het Mediafonds – Oktober 2009
Inleiding Een nieuw platform voor de elektronische verspreiding van gesproken woord, ter aanvulling op- en verbetering van de traditionele radio. Daarin zijn de makers van audiodocumentaires, audiodrama, luisterboeken, toneel, poëzie en andere verhalenvertellers vrijwel zonder uitzondering bijzonder geïnteresseerd. Maar hoe zou zo’n plek er uit moeten zien? Wat is er technisch mogelijk? En in hoeverre zijn dit soort nieuwe distributievormen elders al met succes tot stand gebracht? Die vragen werden door radiomakers, uitgevers en vertegenwoordigers van cultuurfondsen gesteld tijdens een expertmeeting ten huize van het Mediafonds in het voorjaar van 2009. Klaas Kuitenbrouwer kreeg het verzoek ze te beantwoorden. Zijn bondige onderzoeksverslag treft u hierbij aan. We hopen dat het een bijdrage kan leveren aan de gedachtenvorming over het thema. En dat woorden uiteindelijk tot daden leiden. In de vorm van nieuwe kansen voor het oudste literaire genre.
H.M. van den Brink
Directeur
2 Mediafonds
Spreekweb Al geruime tijd is er een toename te zien in belangstelling voor een aantal typische gesproken woord genres. Podcasts met lezingen, discussies, recensies hebben een significant publiek gekregen, onder mannen en vrouwen van uiteenlopende leeftijden. De omzet in het genre van het luisterboek groeit met dubbele cijfers. Live poëzie, stand-up comedy, het zijn allemaal groeiende culturele praktijken. Toch schopt het gesproken woord, als het geen geen acute nieuwswaarde heeft, het nog maar zelden tot prime time radio – tenzij je daar De Avonden op radio 5 en 6 toe rekent. En de radiodocumentaire lijkt vooral een genre voor nachtportiers en -zusters geworden. Economisch is dat waarschijnlijk goed verklaarbaar, maar jammer is het wel. Gesproken woord vindt zo zijn potentiële publiek minder goed, en de cultuur eromheen fragmenteert. Terwijl het Mediafonds de plek van interessant en niet nieuws-gebaseerd gesproken woord graag versterkt zou zien in de ether, wil het tegelijkertijd een nieuwe plek stichten op het internet om zowel gemarginaliseerde publieken als versnipperde inhoud te bundelen, en om het gesproken woord beter in de 21ste eeuwse media ecologie te nestelen. Deze plek – een naam heeft hij nog niet: Spreekweb? – moet drie rollen in zich verenigen: Het moet een online archief zijn waar bijzonder Nederlands gesproken woord uit verschillende perioden goed te vinden en te beluisteren is. Daarnaast moet het een permanent kanaal worden, dat nieuw, recent en historisch materiaal uitzendt via de meest geëigende dragers. Verder is het plan dat Spreekweb een magazine-achtige rol krijgt en dat het op gezette tijden thematisch gebundeld, van goed redactioneel commentaar voorzien materiaal presenteert. Vanuit de luisteraars benaderd: die moeten kunnen luisteren wanneer ze willen – on demand. Daarvoor moeten ze kunnen vinden wat ze zoeken, en het gevondene in hun eigen tijd kunnen beluisteren, met zo min mogelijk moeite. Ze willen niet altijd tot keuzes maken gedwongen zijn en in de auto of in de trein gewoon het Spreekweb kanaal kunnen aanzetten, op hun autoradio, of op hun mobiel. Maar de mensen die voorheen bekend stonden als het publiek (in de huidige mediasfeer opgegroeide vup’s – viewer/user/players) willen nog meer: die willen kunnen vinden wat ze zoeken, daarbij zeker ook verrast worden door ander onverwachts aangetroffen fraais. Die willen hun pareltjes kunnen bewaren, en kunnen delen met anderen, via mail, blogs, twitter en vooral ook via sociale netwerken. Selecties van andere vup’s willen ze kunnen aanbevelen of bekritiseren. En ze willen er liever geen extra apparaten voor hoeven kopen. Hieronder verken ik eerst hoe op dit moment het aanbod aan digitaal gesproken woord in de vorm van archieven, kanalen en ‘magazines’ is georganiseerd. Dan bekijk ik wat er nodig is om digitaal gesproken woord beter in de huidige media ecologie te laten nestelen, en daarmee Spreekweb een succes te maken.
3 Mediafonds
Het huidige aanbod Archief Om te beginnen bij het archief. Beelden voor de Toekomst is een project van Beeld & Geluid, Filmmuseum, Nationaal Archief, Vereniging van Openbare Bibliotheken, Centrale Discotheek Rotterdam en Stichting Nederland Kennisland. Het heeft tot doel om de Nederlandse mediageschiedenis zoveel mogelijk beschikbaar te krijgen in het publieke domein. Eén van de resultaten van Beelden voor de Toekomst is www.openbeelden.nl dat op 24 september 2009 online is gegaan. Bij het schrijven van deze woorden staan er 217 video’s uit het Beeld&Geluid archief online, onder een Creative Commons license. De bestanden kunnen worden gestreamd, gedownload en elders online worden ingebed. De bedoeling is dat er daar op termijn ook audio en gesproken woord beschikbaar gesteld wordt, maar voorlopig is dat nog niet het geval. Het lijkt logisch dat de mensen van Spreekweb en die van openbeelden.nl gaan bezien wat ze voor elkaar zouden kunnen betekenen met betrekking tot het online beschikbaar maken van historisch gesproken woord. Daarbij is de rechtensituatie vooral in relatie tot gebruikte muziek altijd een belangrijke overweging. De kelders van Beeld&Geluid bevatten eindeloos veel gesproken materiaal uit verschillende technische tijdperken. Daarvan is een deel gedigitaliseerd, en daarvan wordt ook nu al een klein deel online, streambaar bewaard als mp1 bestand. Spreekweb zal in zijn lijst met relevante links uiteraard zoveel mogelijk moeten wijzen naar dit en ander interessant materiaal online. Er zijn daarnaast verschillende online archieven met historische toespraken en mondelinge geschiedenis (‘oral history’), die over het algemeen als gebufferde streams worden aangeboden. De bestanden in deze wetenschappelijke archieven zijn voorzien van uitgebreide inhoudelijke, doorzoekbare metadata. De standaard manier waarop een gesproken podcast online wordt aangeboden is met een titel, een maker, een productiedatum, (dat is de metadata waar iTunes om vraagt) één of enkele zinnen over de inhoud, en een knopje dat je kunt aanklikken om de stream of download te starten. Hier en daar kunnen luisteraars sterren toevoegen die voor andere luisteraars te zien zijn, of hangt er ‘shoutbox’ aan waarin meningen kunnen worden geventileerd. Maar dat is al vrij zeldzaam. Voorbeelden van gangbare praktijken zijn onze eigen www.radiocast.nl. Geen mogelijkheid tot gebruikers feedback, wel kunnen luisteraars zich via RSS abonneren op nieuwe podcasts van hetzelfde programma. http://www.filmspotting.net/ is een verzameling gesproken film recensies, met tamelijk uitgebreide doorzoekbare, inhoudelijke metadata. De podcasts kunnen ook worden beoordeeld door luisteraars, en ze kunnen commentaar geven, dat volgende luisteraars weer kunnen gebruiken. Maar de bestanden zelf zijn alleen in hun geheel downloadbaar en beluisterbaar. Kanaal Komen we bij het permanente kanaal. Alle publieke zenders in Nederland zenden ook via het web uit, via hun eigen websites, en gebundeld bij www.radiocast.nl. Webradio is te beluisteren via de computer, via de browser, of via iTunes bijvoorbeeld. Ook alle grote mobiele platforms (Symbian, Windows, Android, iPhone ) bieden (veelal gratis te downloaden) applicaties die je toestaan zelf internet radio kanalen te selecteren van over de hele wereld, via het GPRS, UMTS of 3G netwerk. Brandbreedte en daarmee samenhangende geluidskwaliteit is op sommige platforms een issue, maar de meesten werken ook goed over het GPRS netwerk. Meestal draaien deze applicaties alleen op smartphones. Luisteraars krijgen toegang tot het digitale kanaal door het webadres van de streaming server aan de lijst van te ontvangen stations toe te voegen. De publieke omroep zendt alle grote publieke radio zenders ook digitaal uit in de ether, in het DAB (Digital Audio Broadcast) format. Dat is volkomen ruisvrij, en stelt in staat bepaalde soorten metadata mee te sturen met het signaal, die kan worden gelezen op het menuschermpje van de vereiste ontvangers. Technisch zijn er dus de faciliteiten om Spreekweb ook digitaal in de ether uit te zenden. In de frequentiekavels is nog volop ruimte, juist omdat die digitaal zijn. Maar de marktpenetratie van de vereiste DAB ontvangers is nog altijd niet erg hoog, en DAB is ook niet in het hele land te ontvangen. De EU stelt dat in 2012 alle tv en radio uitzendingen in de ether digitaal zouden moeten zijn. Maar een bindend bevel is dat niet, eerder een oproep. Nederland loopt vergeleken met omringende landen achter zowel met de landelijke dekking van digitale radio als met de aanwezigheid van digitale ontvangers bij luisteraars. Dus het lijkt voorlopig niet het geval dat uitzenden in DAB veel extra waarde of publiek zal generen voor Spreekweb.
4 Mediafonds
Magazine Ik heb tot heden geen website gezien die de titel ‘online magazine voor gesproken woord’ waarmaakt. Wel zijn er uiteraard veel sites die als digitaal magazine fungeren, waarin ook video en audio te vinden is, meestal als illustratie bij tekst. De sites gewijd aan gesproken woord zijn over het algemeen geen magazines, maar historische archieven, of bundels van podcasts. De magazine-rol van Spreekweb kan technisch gedragen worden door een geschikt content management systeem (cms) dat ook de implementatie van de nieuw te ontwikkelen functionaliteit (zie beneden) kan ondersteunen. Omdat het bij dit project gaat om de inzet van publiek geld, verdient het de voorkeur om met open source code te werken en daar zo ook aan bij te dragen. Er is keus tussen verschillende open source cms’sen die een goede basis bieden voor magazine achtige toepassingen. Elke cms heeft uiteraard voor- en nadelen. Plone (www.plone. org) heeft een aantal sterke kanten: het heeft de grootste ontwikkelaarscommunity. Het biedt volledige onafhankelijkheid tussen functionaliteit en visueel ontwerp. Het heeft een goede audiovisuele functiebundel: Plumi (http://blog.plumi.org/) Drupal (www.drupal.org) heeft ook een grote ontwikkelaarsgroep (maar minder groot dan Plone), en heeft sterke modules voor de vorming van online communities. User Generated Metadata (bijvoorbeeld ‘tags’) zijn waarschijnlijk eenvoudiger te organiseren met Drupal. MTV UK bijvoorbeeld gebruikt Drupal. MMBase, (http://www.mmbase.org) dat ondermeer door de VPRO en door De Balie wordt gebruikt, heeft een te kleine ontwikkelaars-groep om te garanderen dat het op de lange termijn up-to-date zal blijven. Joomla (http://www.joomla.org) is te beperkt voor een project als dit. Voor alle complete cms paketten geldt dat de aangeboden functionaliteit nooit specifiek optimaal is voor dit gesproken woord project. Dat betekent dat er altijd geprogrammeerd moet worden, en dat de speciaal geprogrammvveten worden aangepast aan de nieuwere versies van het cms, als de site daarin wordt overgezet. Ook zal er in complete flexibele paketten (als Plone en Drupal) altijd een boel code zitten die voor dit specifieke project niet zal worden gebruikt, waardoor de server een boel meer werk doet dan eigenlijk nodig is. Om deze redenen lijkt het aan te bevelen om te werken met een meer generiek ontwikkelsysteem voor cms’sen. Ook daar zijn open source opties voor, zoals Django bijvoorbeeld. Dat heeft als voordeel dat het uiteindelijke cms veel meer op maat gemaakt zal zijn – dus preciezer doet wat de bedoeling is, met lichtere code. De uiteindelijke keuze voor de ontwikkelomgeving zal bepaald worden door de precieze eisen die de nog te ontwikkelen functionaliteit gaat stellen. Verder speelt in de prakijk de al bestaande voorkeur en ervaring van de ontwikkelaars van het project een belangrijke rol, en overwegingen als de mogelijkheden tot lange termijn ondersteuning. Voor welke ontwikkel omgeving ook gekozen wordt, het zal een goed idee zijn om de API (Application Programming Interface) van de functionaliteit van Spreekweb en openbaar te maken. Zo ontstaat de mogelijk voor geinteresseerde coders om zelf widgets, players en andere intrumenten te bouwen, waarmee de content van Spreekweb voor meerdere dragers en contexten ontsloten kan worden.
Wat willen we nog meer? De boven beschreven, gangbare praktijken voldoen nog niet om een project als Spreekweb een succes te maken en om het echt te laten nestelen in huidige webcultuur. Daarvoor zou Spreekweb meer haar best moeten doen om haar inhoud tot sociaal object te kunnen maken – een object van uitwisseling tussen gebruikers, en van slimme, subtiele vormen van interactie. Ook is van belang dat de inhoud van Spreekweb via de nog altijd breedste kanalen van radio en TV met regelmaat wordt gepromoot, om het grote publiek de weg te wijzen. Ben je eenmaal in contact met Spreekweb, zou je als gebruiker alle plekken willen kunnen beluisteren waar over bepaalde onderwerpen gesproken wordt, zonder dat je daarvoor alle complete (vaak erg lange) bestanden hoeft af te luisteren, of in de stream hoeft te zoeken naar de juiste plek. Zo zou je uitspraken in je eigen blog kunnen opnemen, zo zou je uit een poëzie programma een gedicht kunnen selecteren en de url erheen mailen naar je moeder. Zo zou je clausen uit een theatervoorstelling kunnen vergelijken met uitspraken van een politicus. Zo zou je playlists kunnen samenstellen voor je zelf of voor voor je vrienden met geselecteerde fragmenten, die zij op hun auto- of treinreis op hun mobiel kunnen afluisteren. Hiermee, zou kortom, het online gesproken woord bijna net zo flexibel worden als het online geschreven woord, en zou het op eindeloos veel spannende, rijke, veelzijdige manieren deel kunnen gaan uitmaken van de informatie-stofwisseling in de digitale media.
5 Mediafonds
Maar hoe gaan we dat doen? De interface van openbeelden.nl is inspirerend: helder en duidelijk, zeer gebruiksvriendelijk, en hij maakt bovendien mogelijk om bestanden overal in de digitale media te laten opduiken en gebruiken. Maar het soort materiaal dat Spreekweb wil aanbieden past niet zomaar in die interface, en is anders dan wat er tot nu toe succesvol en divers op het web circuleert. Het Spreekweb materiaal bestaat uit bestanden van veel langere duur (Een Gedicht van de Dag zou een format van 3 minuten of korter kunnen zijn, maar denk aan radiodocumentaires, theaterregistraties, hoodstukken uit luisterboeken, om maar te zwijgen van marathoninterviews.) Verder heeft gesproken woord per definitie geen beeld aan de hand waarvan je snel de sfeer kunt en inhoud kunt scannen. Spreekweb zou moeten willen dat de inhoud van gesproken woord beter vindbaar is, en bovendien beter te delen met andere geinteresseerden.
Vindbaarheid & deelbaarheid Om te beginnen zou het online gesproken woord van meer inhoudelijke, tijdgemarkeerde metadata voorzien moeten worden, die via Google maar ook binnen de site doorzoekbaar moet zijn voor de gebruikers van diverse digitale platforms. Spreekweb zou die inhoudelijke metadata van bestanden niet alleen doorzoekbaar, maar vooral ook klikbaar moeten maken. Spreekweb moet het mogelijk maken om te linken naar gedeeltes van bestanden. Er zijn vier manieren waarop je geluidsbestanden online kunt aanbieden: • als pure download: (podcast) Het audiobestand heeft een eigen url. Als die wordt geklikt start de browser om het bestand te downloaden. Het bestand wordt lokaal (op de computer van de gebruiker) bewaard en kan vaak pas afgespeeld worden als het geheel is gedownload. Het kan daarna makkelijk verplaatst worden naar andere dragers. mp3 downloads kunnein veel verschillende players worden afgespeeld. Metadata kan wel met een download worden meegestuurd, maar zal nooit in alle mogelijke client side players kunnen worden gebruikt. Wel kan makkelijk apart extra informatie in tekst of beeld worden meegestuurd. Downloaden alleen een optie als de rechtensituatie het toelaat. • als progressive download. Terwijl je aan het downloaden bent, kun je het bestand al beginnen af te spelen, als er voldoende buffer is opgebouwd. Het bestand wordt bewaard op je computer. Dit vraagt om een geschikte player aan de kant van de gebruiker. Op de computer is Flash dan waarschijnlijk de meest geschikte optie. Maar elke mobiele telefoon platform heeft een eigen clientside player voor progressive downloads nodig, die werkt bovenop de standaard in het mobiele operating system. De Spreekweb clientside players moeten up-todate gehouden worden voor de specifieke mobiele platforms. Verder is downloaden alleen een optie als de rechtensituatie het toelaat. • als progressive stream: Dit is zoals YouTube het doet. Het bestand wordt op de computer van de gebruiker gecached. Het kan worden afgespeeld als er voldoende buffer is opgebouwd. Afspelen gaat veelal zonder hakkelen.Het bestand wordt na afspelen niet bewaard op de computer van de gebruiker. Heeft verder dezelfde nadelen als progressive download. Dit vraagt om een geschikte players aan de kant van de gebruiker, die up-to-date gehouden moeten worden voor zoveel mogelijk platforms en operating systemen. Er is nog geen techniek die het mogelijk maakt om naar delen van bestanden te linken, en die zo downloadbaar te maken. (Maar die techniek zou kunnen worden ontwikkeld.) • als pure stream: daarbij wordt de stream direct van de server in je browser venster afgespeeld. De files kunnen niet lokaal bewaard worden. De gebruiker kan in principe naar elke plek in de stream klikken. Metadata wordt meegestuurd. Er kunnen url’s naar delen van de stream worden gegenereerd, met alle interactie die dat mogelijk maakt. Pure streams kunnen storend hakkelen, als de bandbreedte niet voldoende is, en de bitrate niet snel genoeg reageert op bandbreedte fluctuaties. Dat moet voorkomen worden. Omdat puur gesproken woord (zonder beeld) weinig bandbreedte vergt, zeker als van de aac+ codec gebruik gemaakt wordt, lijkt dit interessantste combinatie van eigenschappen te leveren. Het kanaal van Spreekweb zou een permanente pure stream moeten worden De archief en magazine content moet downloadbaar als podcasts moeten worden aangeboden, en zou verder on-demand gestreamd moeten worden. Dat kan als progressive stream (als een techniek ontwikkeld wordt die url’s naar delen van bestanden kan genereren) of als pure stream. Ik opteer voor pure stream om redenen die ik hieronder aangeef. Metadata van de content van Spreekweb moet zichtbaar en doorzoekbaar zijn op de website, maar moet ook in de stream zijn meegenomen (mogelijk is met mp3-xml). En verder zou de server url’s moeten kunnen genereren die naar een tijdgemarkeerd fragment linken, waarop de geselecteerde metadata van toepassing is. Essenteel hierbij is dat duidelijk blijft hoe het dochterbestand onderdeel is van het moederbestand.
6 Mediafonds
Een nieuwe player? Debatcentrum De Balie en Media instituut V2 zijn bezig om een audioplayer te maken die precies de hierboven beschreven mogelijkheden biedt. Deze nieuwe pure streaming audio player van De Balie en V2 vraagt in principe geen client side player als Quicktime of Flash, want hij werkt met javascript. De videoversie maakt gebruik van Quicktime, en werkt al naar behoren, al laat de gebruikersinterface ook nog ruim te wensen over. Het ontwikkelproject van de audio player gaat binnenkort van start. Omdat het een open source project is, is de deelname van meerdere grotere partijen vooral toe te juichen. Dat stimuleert de verspreiding en het gebruik en daarmee de verdere ontwikkeling van de nieuwe software. Voor de hand ligt het om de technische kant van Spreekweb te organiseren via NPO ICT, het ICT service bedrijf van de NPO. NPO ICT is de internet provider voor het gehele publieke bestel, en verzorgt alle on-demand streams van de publieke omroep. Wellicht is NPO ICT, het ICT zelfs een interessante onderzoekspartner in de ontwikkeling van de nieuwe audioplayer. Qua type compressie lijkt aac+ onder mp3 de beste optie. aac+ comprimeert slim, levert beter geluid op bij lagere bandbreedtes dan oudere codecs (handig voor op de mobiele telefoon) Metadata kan via xml tijdgemarkeerd worden meegestreamd. Voor de toekomst is het ook van belang de ontwikkelingen rondom html5 goed in de gaten te houden. html5 gaat het mogelijk maken dat er helemaal geen clientside players meer nodig zijn om streams af te spelen2 . Maar voorlopig moet het aanbod rekening houden met browsers die nog geen html5 ondersteunen.
Metadata toevoegen Het toevoegen en stadaardiseren van metadata is veel werk. NPO Ondertiteling TT888 ondertitelt op dit moment ongeveer 80% van de Nederlandstalige televisieprogramma’s op de publieke zenders Nederland 1, 2 en 3 voor doven, slechthorenden en nieuwe Nederlandstaligen. De ondertitels worden uitgezonden via Teletekstpagina 888. De mensen van deze dienst hebben als geen ander in Nederland de expertise om uitzendingen van tijdsgemarkeerde inhoudelijke metadata te voorzien. Maar ook bij verschillende universiteiten en archieven voor oral history is relevante ervaring aanwezig. Sinds begin 2009 wordt standaard bij radio 1,2 en 3 (maar niet bij de andere zenders…) het producerslog gedeeld, waarmee de omroepen van elkaar kunnen zien wat er de afgelopen 24 uur is uitgezonden en welke onderwerpen de komende dagen geprogrammeerd staan. Er wordt op gestudeerd hoe die producerslogs als ontsluitende metadata gebruikt kunnen worden. Om de bestaande gearchiveerde bestanden (bij Radiocast en bij Beeld&Geluid bijvoorbeeld, maar ook bij online oral history archieven) en hun al toegevoegde metadata beschikbaar te maken voor Spreekweb, zal voor elk archief waarschijnlijk een xml module geschreven moeten worden. Verder zouden de online bestanden door (ingelogde) gebruikers, analoog aan del.ici.ous, getagd moeten kunnen worden met voor hen en voor anderen relevante keywords, die ook in de navigatie van het Spreekweb kunnen worden ingezet. (‘user generated metadata’) Dit ligt voor de hand, maar is bij podcasts en streams nog niet gebruikelijk. Als gebruiker zou je je zo ook via RSS kunnen abonneren op bepaalde inhoudelijke tags, zodat je telkens direct weet of er nieuw voor jou interessant materiaal beschikbaar is gekomen.
Interfaces Voorbeelden voor de verschillende stukken functionaliteit zijn er: oral history archieven bieden ontsluiting via uitgebreide inhoudelijke metadata; Del.ici.ous geeft een manier voor het taggen van url’s en het delen van de user generated metadata; de videoplayer van De Balie laat zien hoe je urls kun genereren naar delen van langere bestanden. Maar de integratie van deze mogelijkheden in één overzichtelijke, gebruiksvriendelijke interface, die de inhoud van Spreekweb doorzoekbaar en vindbaar maakt, en die bruikbaar is op verschillende digitale platforms en dragers, en die in staat stelt die inhoud via alle gewenste dragers en platforms te delen, moet nog ontworpen worden. 3Dat is een fijne uitdaging voor een team amibiteuze webontwerpers.
Klaas Kuitenbrouwer
juli – oktober 2009
7 Mediafonds
Spreekweb: in schema
met dank aan Martijn de Waal, die de infographics maakte waarop deze tekening grotendeels is gebaseerd.
8 Mediafonds