Onderzoek naar de technische staat van oorlogsmonumenten Corrie van de Vendel Louki Verschuren (red.)
toegepast
onderzoek
Voorwoord Voor u ligt het resultaat van een onderzoek naar de technische staat van oorlogsmonumenten in Nederland; in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei uitgevoerd in samenwerking met de Nederlandse Kring van Beeldhouwers en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Esther Captain en Niels Weitkamp van het Nationaal Comité 4 en 5 mei ben ik veel dank verschuldigd vanwege de adequate begeleiding van het onderzoek en de prettig verlopen voortgangsoverleggen. Ook de beheerders van deelcollecties oorlogsmonumenten hebben in belangrijke mate bijgedragen aan dit rapport: ze namen alle tijd om vragen te beantwoorden en hielpen, waar nodig, het een en ander nog eens te verduidelijken. Rutger Morelisen dank ik zeer voor zijn input vanuit de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Tot slot wil ik de beeldhouwers van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers bedanken voor hun gemotiveerde medewerking. Ik hoop dat sommige monumenten hen hebben geïnspireerd tot nieuw werk. Corrie van de Vendel Buro DSB Augustus 2012
3
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Inhoud
Inleiding
7
1
9
ONDERHOUD
1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.3.4 1.3.5 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.5.5 1.6 1.6.1 1.6.2 1.6.3 1.6.4 1.7 1.7.1 1.7.2 1.7.3
2
Basisgegevens Schouwing Aantallen van de selectie Onthullingsjaar Formaat Adoptie Materialen Soort monument Resultaten van schouwing Bevestigingen Omgeving en bereikbaarheid Leesbaarheid van teksten Regulier en eenmalig onderhoud Mankementen Onderlinge verbanden Adoptie Materialen Graffiti en krasfiti Verhouding formaat en benodigd onderhoud Technische staat per monumentsoort Opvallende punten Teksten Adoptie Materialen Ontbrekende delen Onderhoudskosten Achterstallig onderhoud (eenmalige uitgave) Regulier onderhoud (jaarlijkse kosten) Per saldo
BEHEER VAN DE MONUMENTEN
2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4
Interviews met bijzondere beheerders Introductie van de beheerders Resultaten interviews De collectie Relatie met de Tweede Wereldoorlog Diversiteit Monumentstatus Combinatie met kunstwerken
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
9 9 10 10 11 12 12 12 12 13 13 14 15 16 18 18 19 21 21 22 22 22 22 22 23 23 23 24 27
25 26 26 26 27 27 27 27 27
4
2.5 2.5.1 2.5.2 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.8 2.8.1 2.8.2 2.8.3 2.8.4 2.8.5 2.8.6 2.9 2.9.1 2.9.2 2.9.3 2.9.4 2.9.5 2.9.6 2.9.7 2.9.8 2.9.9
3
28 28 28 28 28 28 28 28 29 29 29 29 29 29 30 30 30 30 31 31 31 31 31 31 31 31 32 32
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.3.6 3.3.7 3.3.8 3.3.9 3.3.10
5
Registratie van de collectie Inventarisatie Registratie Onderhoud en planning Onderhoudsplan en regulier onderhoud Uitvoering van het onderhoud Organisatie Achtergrond planners en uitvoerders Informatie Adoptie Contact met specifieke groepen Overige onderwerpen Beleidshandreiking Bezit Afspraken kunstenaars Afspraken oprichters Financiën Diefstal Opvallende punten Moreel besef Inzet van andere organisaties Herdenkingen Adoptie Persoonlijke invloed Invloed van de beleidshandreiking Schouwen en monitoren Registratie en planning Beschrijving van de technische staat
33
Resultaat van schouwing Onderhoud Conservering originele staat Teksten Materialen GPS Kosten Beheer Onderhoudsplan Alternatieve manieren van uitvoering van het onderhoud Stimuleren van moreel besef Nieuwe monumenten Registratie Registratie van het onderhoud Documentatie van de monumenten Schouwing Beleidshandreiking Diefstal
33 33 33 33 34 35 35 36 36 36 37 37 37 37 37 37 37 37 3.4
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Aanbevelingen 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.4.6 3.4.7 3.4.8 3.4.9 3.4.10
Algemeen Overkoepelend orgaan en fonds Onderhoudsdienst Adoptie Inzet deskundigheid Regelgeving Betrekken van belangengroeperingen Nieuwe monumenten Invloed van buiten de eigen organisatie Nulmeting
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
37 37 38 38 38 38 38 38 38 39 39
6
Inleiding
Rapport in het kort In aansluiting op de publicatie Beleidshandreiking
In 2009 publiceerde het Nationaal Comité 4 en 5 mei
beheer en behoud oorlogsmonumenten bestaat ook
de Beleidshandreiking beheer en behoud oorlogsmo-
het onderzoek naar de technische staat van de
numenten. Op basis hiervan zouden Nederlandse
monumenten uit twee samenhangende delen: het
gemeenten, die alle een exemplaar ontvingen, deze
beheer en het onderhoud.
monumenten adequater kunnen beheren. In de
Met het oog op het behoud werden monumenten
praktijk bleken gemeenten echter weinig actie te
geschouwd, waarbij de technische staat werd be-
ondernemen. Het Nationaal Comité heeft daarop
paald. Het eerste hoofdstuk bevat de resultaten
besloten de technische staat en het beheer van de
van deze schouwing.
oorlogsmonumenten in kaart te brengen. Dit
In verband met het beheer werd een aantal eigenaren
rapport is het verslag hiervan.
van collecties oorlogsmonumenten geïnterviewd. Het tweede hoofdstuk maakt duidelijk wat in die
Het onderzoek kwam tot stand met hulp van twee
gesprekken naar voren kwam.
partners: de Nederlandse Kring voor Beeldhouwers
Het derde hoofdstuk ten slotte bevat conclusies
(NKvB) en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
en aanbevelingen die moeten leiden tot beter on-
(RCE). De Rijksdienst, die nauw betrokken is bij
derhoud en beheer van onze oorlogsmonumen-
de aanwijzing, het behoud, de duurzame ontwik-
ten.
keling en het toegankelijk maken van het meest waardevolle erfgoed in Nederland, boog zich over
Over de oorlogsmonumenten
de randvoorwaarden van het onderzoek en de se-
In de Database Oorlogsmonumenten van het Nationaal
lectie van de monumenten. Leden van de NKvB,
Comité 4 en 5 mei zijn 3.642 monumenten (peil-
een landelijke vereniging van professionele beeld-
datum 17 augustus 2012) opgenomen die herinneren
houwers, namen het schouwen van de oorlogs-
aan de Tweede Wereldoorlog en/of oorlogssituaties
monumenten op zich.
en vredesoperaties nadien.
Het onderzoek werd opgezet en uitgewerkt door
Elk monument is anders: groot of klein, van na-
Corrie van de Vendel van Buro DSB, zorg voor bui-
tuursteen, hout, brons of glas; in de vorm van een
tenkunst – indertijd ook voorzitter van de Neder-
beeld, plaquette, bank, bos, boom, kruis of kapel.
landse Kring van Beeldhouwers.
Sommige staan buiten, andere binnen. Al deze monumenten zijn bedoeld om de herinnering aan
Kernpunten
een bepaalde gebeurtenis of persoon levend te
Het onderzoek draaide om de volgende vragen:
houden. Het monument kan tijdens of na de
• Wat is de conditie van de geselecteerde oorlogsmonumenten? • Welk onderhoud is noodzakelijk om de monumenten in goede staat te houden?
Tweede Wereldoorlog zijn opgericht; er zijn er echter ook die al vóór de oorlog bestonden en pas erna de betekenis van oorlogsmonument hebben gekregen. Bij sommige monumenten vinden jaarlijks herdenkingen plaats, maar dit is geen vanzelfspre-
En om de volgende deelvragen: • Wat is de huidige technische staat van de geselecteerde oorlogsmonumenten? • Hoe wordt het beheer van de monumenten momenteel uitgevoerd?
kendheid. Het comité streeft ernaar alle oorlogsmonumenten in Nederland op te nemen, evenals oorlogsmonumenten in het buitenland die herinneren aan Nederlanders. In de database zijn in principe geen
• Welke conclusies zijn te trekken ten aanzien van
individuele oorlogsgraven en geen Stolpersteine
beheer en behoud, mede op basis van de interviews
(zie 2.7.4 Contact met specifieke groepen) opgenomen.
met de eigenaren van de monumenten?
Wél opgenomen zijn erevelden in Nederland én Nederlandse erevelden in het buitenland. Informatie over alle monumenten is te vinden op www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten.
7
Nationaal Comité 4 en 5 mei
De verantwoordelijkheid voor vele monumenten ligt
Onderzoeksopzet
bij de gemeenten waarin zij geplaatst zijn. Maar
Bij het onderzoek werd informatie over de technische
niet in alle gevallen is een gemeente eigenaar of
staat vergaard door middel van schouwingen; in-
beheerder. Soms zijn andere instanties verant-
formatie over het beheer werd verkregen door
woordelijk voor het onderhoud en beheer, bijvoor-
middel van interviews.
beeld de Nederlandse Spoorwegen of de Oorlogs-
Uit het bestand oorlogsmonumenten in Nederland,
gravenstichting.
geregistreerd door het Nationaal Comité, zijn van de 3.642 oorlogsmonumenten (peildatum 17 au-
Voor zover bekend bestaat er geen (wettelijke) zorg-
gustus 2012) 212 monumenten geselecteerd. Zie
plicht voor oorlogsmonumenten, behalve voor de
voor de gehanteerde criteria 1.3 Aantallen van de
vijf die zijn aangemerkt als rijksmonument: het
selectie. Deze zijn visueel geschouwd om de tech-
Nationaal Monument in Amsterdam, de John Frost-
nische staat vast te stellen, zie 1 Onderhoud. Kop-
brug in Arnhem, de Eerebegraafplaats Bloemendaal,
peling van gegevens leverde conclusies over het
het Herdenkingshof in Putten en het monument
onderhoud, zie 3.2 Onderhoud.
De Verwoeste Stad in Rotterdam. Voor door kun-
Interviews met eigenaren van meerdere oorlogs-
stenaars ontworpen monumenten, zoals sculpturen,
monumenten maakten duidelijk hoe het beheer
geldt het reguliere auteursrecht. Daarin wordt ge-
geregeld is, zie 2 Beheer van de monumenten. Knel-
regeld dat de eigenaar ‘als goed huisvader’ dient
punten, goede ideeën en bijzondere gegevens zijn
te zorgen voor het verworven goed. Naast deze
vervat in 2.9 Opvallende punten.
wettelijke plicht is er vanzelfsprekend de morele
Analyse van beide delen heeft geleid tot aanbeve-
plicht om goed voor oorlogsmonumenten te zorgen.
lingen voor het uitvoeren van onderhoud aan de oorlogsmonumenten in 3.4 Aanbevelingen.
De in het rapport opgenomen foto’s zijn bedoeld als verduidelijking van de tekst, niet om dieper in te
Per saldo
gaan op specifieke eigenaren of beheerders. Daarom
Van de oorlogsmonumenten blijkt 80% in goede tot
zijn de monumenten niet verder aangeduid.
zeer goede staat te verkeren en 20% in min of meerdere mate te kampen met ernstig achterstallig
Reikwijdte onderzoek
onderhoud.
Het onderzoek heeft zich uitsluitend gericht op oorlogsmonumenten binnen Nederland; die in het buitenland (al dan niet op erevelden) onder Nederlands beheer zijn buiten beschouwing gelaten. Hetzelfde geldt voor erevelden in Nederland waar slachtoffers van andere nationaliteiten zijn begraven: deze vallen onder het beheer van de desbetreffende landen. Basisgegevens voor het onderzoek komen uit de database met oorlogsmonumenten van het Nationaal Comité. Het Comité zelf is geen eigenaar van oorlogsmonumenten en registreert ook niet wie dat wél is. Ook is niet bekend of alle monumenten wel beheerd of onderhouden worden. Hoe bepaalde, tijdens de schouwing geconstateerde, mankementen zijn veroorzaakt is eveneens buiten dit onderzoek gehouden.
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
8
1
Onderhoud
.
1.1 – Basisgegevens Bij het onderzoek is uitgegaan van de database van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, die is ingevuld met foto’s en tekst. De opzet ervan is niet technisch
Om inzicht te krijgen in het behoud van de monumenten
van aard, maar gericht op interesse in de achtergrond
werd de huidige technische staat vastgesteld door
en de betekenis van het monument. Voor verdere
leden van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers.
beschrijving van de database wordt verwezen naar
De kunstenaars, die gespecialiseerd zijn in ruimtelijk
bijlage 1.
werk en bij uitstek weten hoe materialen zich
De opzet van de database was van invloed op de
gedragen in de buitenlucht, werden gekozen met
selectie van de te schouwen monumenten. Dit
een zo groot mogelijke geografische spreiding over
komt aan de orde in hoofdstuk 1.3 Aantallen van de
Nederland.
selectie.
Bij de schouwing is het materiaal en de technische
1.2 – Schouwing
staat leidend geweest. De kunsthistorische, artistieke
De betrokken beeldhouwers hebben per monument
waarde en herinneringswaarde, voor deze collectie
een schouwingsformulier ingevuld. Dit formulier
van groot belang, werd buiten beschouwing gelaten.
bestond uit twee componenten: een algemeen
De schouwing werd uitgevoerd zonder hulpmid-
deel en een deel over elk gebruikt materiaal afzon-
delen: door vanaf het maaiveld naar het monument
derlijk.
te kijken. Op deze manier kunnen op eenvoudige
In het algemene deel is een aantal 'harde' gegevens
wijze de belangrijkste mankementen worden ge-
opgenomen (onthullingsjaar, formaat, of het een
constateerd. De monumenten zijn alleen aan de
geadopteerd monument is, of het een buiten- of
buitenzijde bekeken. Aan de binnenkant van buizen,
binnenwerk betreft en of er een informatiebord bij
bijvoorbeeld, is voorbijgegaan. Er werd niet met
geplaatst is) en daarnaast wat de schouwer te
meetapparatuur gewerkt en er zijn geen proefbo-
melden heeft over de algemene onderhoudsstaat,
ringen gedaan.
eventuele schade en mankementen aan bevestigingen. Ook wordt in dit deel gekeken naar de onderhoudsstaat van de omgeving en worden gegevens uit de database gecheckt. Veel van de monumenten zijn voorzien van (betekenisvolle) tekst. Daarom is met nadruk gekeken naar de leesbaarheid van de teksten, zie 1.4.3 Leesbaarheid van teksten.
Foto 1: bronzen beeld op natuurstenen sokkel Foto 2: glasplaten in een roestvaststalen vatting
9
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Veel van de monumenten bestaan uit verschillende materialen, bijvoorbeeld een bronzen beeld op een
een monument onder bomen, zijn niet bij de schouwing meegenomen.
natuurstenen sokkel, of glasplaten in een roestvaststalen vatting ( foto 1 en 2). Elk materiaal heeft
Aantallen > In de volgende paragrafen wordt inzicht
zijn eigen mogelijke faalvormen: natuursteen kan
gegeven in de opbouw van de selectie. Deze is per
alg- of mosgroei hebben, of zijn detaillering hebben
paragraaf verdeeld in onthullingsjaar, formaat, (al
verloren door verwering; staal kan corroderen en
dan niet) adoptie, materialen en soort monument.
brons kan een agressieve patina ontwikkelen. Daar-
Naar aanleiding van die onderverdeling kunnen
om zijn in het tweede gedeelte de materialen per
conclusies worden getrokken over het betreffende
onderdeel bekeken. Bepaalde faalvormen kunnen
onderwerp van de paragraaf. In sommige paragrafen
bij elk materiaal voorkomen, maar worden in het
wordt het resultaat vergeleken met het gehele be-
tweede gedeelte wel per materiaal geregistreerd.
stand.
Het tweede gedeelte is onderverdeeld in natuurlijke
In 1.3.1 Onthullingsjaar wordt de verdeling naar
invloeden, menselijke invloeden en constructie.
onthullingsjaar weergegeven voor de selectie en voor de database. De chronologische spreiding is
1.3 – Aantallen van de selectie
nagenoeg gelijk in de database en in de selectie.
Gezien de vele criteria waarop geselecteerd zou
Alleen de groep onbekend is relatief groter in de
kunnen worden, was het ondoenlijk een represen-
database.
tatieve steekproef te nemen van de 3.642 Neder-
De verdeling naar onthullingsjaar is dus represen-
landse oorlogsmonumenten. Daarom zijn er 212
tatief voor het gehele bestand oorlogsmonumenten.
(6% van het geheel) geselecteerd: een aantal dat
Via deze representatieve verdeling zijn de indicatieve
genoeg gegevens zou opleveren om inzicht in het
onderhoudskosten voor het hele bestand berekend,
geheel te verkrijgen. Deze monumenten zijn geo-
zie 1.7 Onderhoudskosten.
grafisch verdeeld over Nederland. Niet aangetroffen monumenten > Tijdens de schouwing
1
In de database van het Nationaal Comité is het formaat van de monumenten niet opgenomen als zoekterm. Ook materialen zijn niet opgenomen als zoekterm, en bovendien niet consequent gebruikt in de omschrijvingen. Bij het bepalen van de selectie zijn de verhoudingen van deze gegevens geschat.
In beginsel werden de 212 op pragmatische gronden
bleken negen van de 212 monumenten niet te tra-
gekozen: uitgangspunt vormde de regio rondom
ceren: ze bleken opgeheven, opgeslagen of op een
de woonplaats van de geselecteerde beeldhouwers.
onbereikbare plek geplaatst. Eén van de negen
Per regio werd zo veel mogelijk rekening gehouden
zou later worden teruggeplaatst op de plek waar
met een aantal criteria:
het eerder stond: een her in te richten plein. Dit
- ouderdom (aan de hand van onthullingsjaar)
monument kon niet geschouwd worden. Twee mo-
- formaat 1
numenten bleken gewoonweg verdwenen. De geanalyseerde gegevens betreffen de uiteindelijk daad-
- adoptie - materiaal
1
werkelijk geschouwde monumenten: 203 in totaal.
- soort monument
Het percentage niet te traceren monumenten van
- herdachte groepen
de selectie is 0,9. Deze verhouding omrekenen
- geografische ligging
naar het geheel zou betekenen dat 34 van de 3.642 monumenten niet te traceren zijn. Het is verstandig
De laatste twee criteria bleken bij analyse niet
met een dergelijk aantal rekening te houden, zie
bruikbaar.
1.7 Onderhoudskosten.
Bij het criterium herdachte groepen bleken in sommige
1.3.1 – Onthullingsjaar
groepen soms zo weinig aantallen monumenten
In figuur 1 is de verdeling naar onthullingsjaar opge-
te zijn geschouwd, dat het niet verantwoord was
nomen. Soms worden monumenten tijdens de le-
deze om te zetten naar het gehele bestand.
vensduur aangepast: er worden bijvoorbeeld namen
Wat betreft de geografische ligging leek het relevant
toegevoegd of onderdelen veranderd. Als datum
om te kijken naar de invloed van zoute zeelucht.
is het moment van onthulling genomen.
Ook hier bleken te weinig monumenten gegevens op te leveren die het waard waren om te transponeren. Omgevingsfactoren, zoals de plaatsing van
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
10
Figuur 1: indeling naar onthullingsjaar De figuur toont de gegevens van zowel de selectie als de database. De rode lijn laat de percentages van de database zien, de blauwe lijn de percentages van de selectie. Van sommige monumenten is niet bekend wanneer ze zijn onthuld, deze monumenten zijn buiten beschouwing gelaten. Opvallend is dat vlak na de oorlog langzaamaan steeds minder monumenten werden opgericht, terwijl er tussen 1980 en 2000 juist weer meer werden geplaatst. Na 2000 nam het aantal nieuwe monumenten weer af. De selectie laat een nagenoeg eenzelfde verdeling zien als de database. Dit betekent dat de selectie van oorlogsmonumenten op basis van ouderdom representatief is voor het geheel. 1.3.2 – Formaat De database geeft geen indicatie van de omvang van de monumenten. Van de geschouwde monumenten is het formaat wel bekend. Er is gekeken naar het
Foto 3: monument groter dan 30 m³
totale volume van een monument. Dat kan zeer omvangrijk zijn, zoals bij het Bevrijdingsbos in
Het onderhoud van een groot of hoog monument
Groningen of het Koopvaardijmonument in Rotter-
neemt meer tijd in beslag dan dat van een klein.
dam.
Het formaat is dus van belang bij de kostenraming
Als de directe omgeving onderdeel vormt van het
voor regulier onderhoud. In de paragraaf 1.5.4 Ver-
monument, is deze ook meegerekend; zoals het
houding formaat en benodigd onderhoud wordt
voorplein van het Monument voor Gevallen Vliegers
hierop teruggekomen.
in Soesterberg (foto 3). De hoogte van monumenten is niet apart geregistreerd, maar wel meegerekend bij het formaat.
Uit figuur 2 blijkt dat 60% van de geschouwde monumenten niet groter is dan 3 m3, namelijk 74 en 42 = 116 van de 203 monumenten. Een kwart van
Figuur 2: formaat van de geschouwde monumenten
11
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Figuur 3: verhouding geadopteerde-niet-geadopteerd
de monumenten is groter dan 10 m3. Van de mo-
De aangetroffen materialen waren zeer divers: van
numenten uit de database is het formaat niet
een natuurstenen sculptuur, een bronzen beeld
bekend; daardoor is niet te achterhalen of voor het
op een sokkel en een glaswand met namen, tot
hele bestand eenzelfde verdeling geldt.
een keramieken beeld in de buitenlucht, glas-inloodramen en onderdelen van tanks of vliegtuigen.
1.3.3 – Adoptie
Brons en koper zijn als afzonderlijke materialen
In figuur 3 wordt de verdeling van geadopteerde en
opgenomen. Onder metaal valt bijvoorbeeld gietijzer,
niet-geadopteerde monumenten weergegeven voor
messing en roestvaststaal. Baksteen wordt vooral
zowel de monumenten van de schouwing als de
gebruikt voor muren en sokkels, glas kan glas-in-
monumenten van de database. Van de database is
lood zijn, gegoten of geblazen glas, of glazen
31% geadopteerd en 69% niet-geadopteerd; bij de
platen. Onder natuur vallen herdenkingsbomen en
selectie zijn de percentages respectievelijk 41 en 59.
bevrijdingsbossen, maar ook (bloem)perken, voor zover die onderdeel uitmaken van het monument.
1.3.4 – Materialen
In 203 monumenten zijn in totaal 461 materialen
Bij de schouwing zijn per monument de aanwezige
aangetroffen. In figuur 4 zijn tien materialen be-
materialen beoordeeld op technische staat. Relatief
noemd; de rest is ondergebracht in de categorie
kleine onderdelen werden niet meegenomen. Van
overige. Deze is relatief groot. Duidelijk is dat er erg
de monumenten bestaan 150 uit meerdere materi-
veel verschillende materialen worden gebruikt voor
alen en 68 uit één enkel materiaal.
de monumenten. Natuursteen blijkt verreweg het populairst: het vormt – vaak als sokkel, plaquette of sculptuur – een derde deel van de aangetroffen materialen. Een goede tweede is brons, veel gebruikt voor letters, plaquettes en sculpturen, dat een vijfde deel van de materialen vormt. 1.3.5 – Soort monument De monumenten kunnen verdeeld worden naar soort. Sculpturen en plaquettes zijn de meest voorkomende (respectievelijk 64 en 45 van de 203 monumenten). De overige komen in veel mindere mate voor (maximaal 24 van de 203 monumenten; 12%). De
Figuur 4: materialen van de geschouwde monumenten
verdeling naar monumentsoort is niet representatief voor het hele bestand (figuur 5).
1.4 – Resultaten van schouwing In de inleiding staan de kernvragen van het onderzoek vermeld, met drie deelvragen. De deelvraag naar de huidige technische staat van oorlogsmonumenten wordt uitgewerkt in de volgende vragen: • Hoe is het gesteld met bevestigingen (van onderdelen) van de monumenten? Figuur 5: monumentsoorten van de geschouwde monumenten
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
• Hoe is het gesteld met de omgeving van de monumenten?
12
Figuur 6: bevestigingsproblemen geschouwde monumenten • Zijn de monumenten bereikbaar en zichtbaar?
1.4.1 – Bevestigingen
• Zijn natuurlijke processen of is menselijk handelen
Slechts acht van de 203 monumenten hebben (redelijk)
van invloed op de staat van de monumenten?
veel bevestigingsproblemen. De ernst van de con-
• Is de constructie van de monumenten in orde?
statering werd hierbij in verhouding gezien tot de
• Zijn de teksten op de monumenten leesbaar?
omvang van het monument. Onder de acht viel
• Wat is het benodigde onderhoud van het hele be-
bijvoorbeeld een bronzen beeld dat niet goed ver-
stand? • Wat zijn naar schatting de kosten van (eenmalig of regulier) onderhoud?
ankerd stond op de natuurstenen sokkel (hetgeen direct ingrijpen vereiste), en een plaquette die van de vier bevestigingsbouten er een of twee miste. (figuur 6)
Uit de verzamelde gegevens kunnen de volgende verbanden worden bekeken:
1.4.2 – Omgeving en bereikbaarheid
• Zijn geadopteerde monumenten in een betere
Tijdens de schouwing is gekeken naar de directe om-
staat dan niet-geadopteerde?
geving van het monument: binnen een straal van 2
• Zijn bepaalde materialen extra kwetsbaar?
meter rondom (figuur 7), en wat verder weg: binnen
• Is er een relatie tussen formaat van het monument
een straal van 20 meter (figuur 8). Beide figuren
en het benodigde onderhoud?
laten bijna hetzelfde beeld zien. Bij bijna de helft
• Verschilt de technische staat van specifieke soorten
van de monumenten is de omgeving in zeer goede
monumenten (sculptuur, graf, kruis, gedenkbank
staat (93 van de 203 binnen 2 meter en 96 van de
etc.)?
203 binnen 20 meter). Iets meer dan de helft kan
• Is er verband tussen ouderdom en benodigd onderhoud?
verbeterd worden (respectievelijk 110 en 107 van de 203 monumenten). De kwalificatie zeer slecht is op geen van de omgevingen van toepassing.
In de volgende paragrafen worden deze vragen uitge-
De schouwingen zijn eind april/begin mei 2012 uit-
werkt en de resultaten van de schouwing aangege-
gevoerd. Men zou verwachten dat oorlogsmonu-
ven. Uitgelegd wordt wat de vragen behelzen, om
menten er heel goed bij zouden staan, in verband
welke mankementen het gaat en wat de uitkomsten
met de herdenkingen van 4 mei. Het is des te op-
betekenen; waar mogelijk wordt een resultaat ge-
vallender dat meer dan de helft verbetering behoeft.
formuleerd.
Figuur 7: staat van onderhoud in de omgeving van de
Figuur 8: staat van onderhoud in de omgeving van de
monumenten binnen 2 meter
monumenten binnen 20 meter
13
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Foto 4: verafgelegen monument graafplaatsen of in tuinen van privépersonen en Bekeken werd ook of de monumenten zichtbaar zijn
instellingen (figuur 10).
vanaf de openbare weg. Dat blijkt het geval bij iets meer dan 40% (figuur 9). Een opvallend groot
1.4.3 – Leesbaarheid van teksten
deel is niet zichtbaar. Dit zijn voor een klein deel
Juist bij oorlogsmonumenten zijn teksten belangrijk
de monumenten die binnen staan, maar ook mo-
om over de achtergrond van het monument te in-
numenten die zijn opgericht op de historische
formeren of slachtoffers met naam te herdenken.
locatie, zoals het monument voor gefusilleerden
Tijdens de schouwing is uitsluitend gekeken naar
op Landgoed Den Treek-Henschoten, dat na lang
teksten die onderdeel uitmaakten van het eigenlijke
zoeken, ver van het pad af, gevonden werd (foto 4).
monument. Teksten op bijbehorende informatieborden zijn buiten beschouwing gelaten.
Het grootste deel van de monumenten (90%) is makkelijk tot eenvoudig te voet te bereiken. De
Aan iets minder dan de helft mankeert iets aan de
slecht tot zeer slecht toegankelijke monumenten
leesbaarheid, zie figuur 11. De mankementen
bevinden zich in de natuur (bos of duinen), in
variëren van afgesleten verf in verdiepte letters of
niet-openbare gebouwen, bedrijfsterreinen of be-
op vlakke ondergrond, vervaging van ingehakte
Figuur 9: zichtbaarheid geschouwde monumenten van de weg
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
14
Figuur 10: bereikbaarheid geschouwde monumenten te voet letters in natuursteen (waarschijnlijk door reiniging met hoge druk), verkeerd gebruikte materialen voor de letters zelf en ontbrekende letters uit een verhoogd aangebrachte reeks. In een aantal gevallen werd ter vermeende bescherming transparant materiaal voor de teksten geplaatst. Dit resulteert vaak in ophoping van vocht of vuil. Ook hierdoor vermindert dus de leesbaarheid. Opvallend is dat tien monumenten met grote of zeer grote problemen kampen wat betreft de leesbaarheid van de teksten (foto’s 5a t/m d).
Figuur 11: leesbaarheid teksten geschouwde monumenten
1.4.4 – Regulier en eenmalig onderhoud
Onder regulier onderhoud vallen de monumenten die
Na het in detail schouwen maakten de kunstenaars
geen gebreken vertonen en dus genoeg hebben
een inschatting van de kosten om een monument
aan een jaarlijkse onderhoudsbeurt. Mogelijk tonen
in goede staat te krijgen of te houden. Daarbij
de monumenten wel veroudering: niet-storende
werd onderscheid gemaakt tussen regulier onder-
verwering of verkleuring. Het kan dus zijn dat
houd en eenmalig onderhoud; het regulier onder-
tijdens een dergelijke onderhoudsbeurt ook een
houd werd als term opgenomen, van het eenmalig
kleine specifieke handeling uitgevoerd moet worden:
onderhoud werden de kosten ingeschat.
bijvoorbeeld het opzetten van een nieuwe kitrand.
a
b
c
Foto’s 5a t/m e: a - verdwenen verf uit verdiepte belettering b - afgesleten goudkleurige belettering c - verweerde steen d - schade door afdekking met kunststof d
15
e
e - ontbrekende letters
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Figuur 12: regulier en eenmalig onderhoud geschouwde monumenten Onder eenmalige kosten worden de kosten verstaan
groot. Dit is een aangenomen gemiddeld bedrag
die nodig zijn om achterstallig onderhoud weg te
voor alle monumenten, van groot tot klein. Alle
werken. Na dit onderhoud zijn de monumenten,
kosten die in dit rapport worden genoemd zijn ex-
op de jaarlijkse reguliere beurt na, twintig jaar on-
clusief btw.
derhoudsvrij. 1.4.5 – Mankementen Uit figuur 12 is op te maken dat iets meer dan de
De mankementen aan de monumenten zijn verdeeld
helft van de monumenten (108 van de 203) met
in verschillende categorieën: natuurlijke invloeden,
regulier onderhoud in goede staat kan worden ge-
menselijke invloeden en constructie.
houden. De kosten die dat met zich meebrengt
Figuur 13 geeft een indruk van de natuurlijke in-
komen terug in 1.6 Opvallende punten en 1.7 On-
vloeden, figuur 14 van de menselijke invloeden.
derhoudskosten.
Bij beide grafieken is de eerste 50% niet in beeld
Ook kan uit figuur 12 worden opgemaakt dat iets
gebracht. Hierdoor kunnen de categorieën zeer
meer dan een kwart (58 van de 203 monumenten)
weinig tot en met erg veel beter bekeken worden,
met niet meer dan € 1.000 per monument in goede
en de getallen beter getoond worden.
staat kan worden gebracht. Deze objecten zullen
Onder natuurlijke invloeden vallen alle weers-
na een dergelijke ingreep in de jaren erna slechts
invloeden en de inwerking van flora (denk aan on-
regulier onderhoud nodig hebben. Verdere uitwerking
kruid, alg- en mosgroei) en fauna (urinerende hon-
hiervan is ook te vinden in 1.7 Onderhoudskosten.
den, knagende konijnen).
Voor regulier onderhoud wordt gemiddeld € 480 be-
Figuur 13: natuurlijke invloeden per materiaal op geschouwde monumenten
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
16
Figuur 14: menselijke invloeden per materiaal geschouwde monumenten
Figuur 15: constructieproblemen per materiaal op geschouwde monumenten Duidelijk is dat natuurlijke invloeden meer impact
Beide mankementen zijn niet altijd opvallend,
hebben dan menselijke invloeden.
maar veroorzaken kieren en niet-lijnende delen.
Maximaal 17% van de monumenten draagt sporen
Van alle materialen bleek 4% te kampen met roes-
van menselijke invloeden: zwerfvuil en vreemde
tende doken.
toevoegingen, beschadigingen, krassen of verf. Er zijn relatief weinig problemen met de constructie van de monumenten (figuur 15). Deze werd op zes punten onderzocht: doken (stalen verbindingselementen, met name toegepast in stukken natuursteen), bevestigingen, ontbrekende en openstaande delen, verzakking en ontzetting (foto 6 en 7). Op bijna al deze punten vertoonde minder dan 10% van de materialen mankementen. De grafiek begint omwille van de duidelijkheid bij 50%. Bij iets meer dan 10% van de monumenten ontbreken onderdelen. Soms gaat het slechts om een letter, soms om beduidend meer: in één geval
Foto 6: ver-
miste één van de twee stenen die het monument
zakking;
vormen.
foto 7: roes-
Een aantal objecten is verzakt of ontzet. Onder
tende dook
verzakking verstaat men het verschuiven of (scheef) wegzakken van onderdelen. Dit kan worden veroorzaakt door veranderingen in, of het wegslaan van ondergelegen grond, óf door een niet goed dragend fundament. Ontzetting is het verschuiven of wegdrukken van onderdelen door problemen met de bevestigingen of met het materiaal.
17
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Tabel 1 maakt duidelijk wat de meest voorkomende
Tabel 2
mankementen zijn. De laatste kolom geeft het totaal aantal constateringen weer. Mankementen
erg veel aanwezig Natuurlijke invloeden
die meer dan vijftig keer zijn geconstateerd (met
Gaten
0
de aanduiding weinig, veel of erg veel) zijn: vervuiling,
Corrosie
0
verwering, aangetast oppervlak, alg en watersporen.
Agressieve patina
0
Het zijn dus vooral de natuurlijke invloeden die
Kalk
1
zich laten gelden. Ook begroeiing en verkleuring (res-
Invloed dieren
2
pectievelijk 46 en 45 constateringen) vallen onder
Verkleuring
2
de natuurlijke invloeden.
Begroeiing
4
Watersporen
3
Tabel 1: mankementen bij de geschouwde monu-
Vervuiling
0
menten
Aangetast oppervlak
3
Verwering
0
Alg
4
Aanwezigheid
weinig
veel erg veel totaal
Natuurlijke invloeden Gaten
13
1
0
14
Corrosie
11
5
0
16
Graffiti
1
Agressieve patina
13
4
0
17
Krasfiti
0
Menselijke invloeden
Kalk
13
4
1
18
Vreemde toevoegingen
2
Invloed dieren
29
6
2
37
Zwerfvuil
5
Verkleuring
32
11
2
45
Beschadiging
5
Begroeiing
36
6
4
46
Watersporen
39
13
3
55
Roestende doken
0
Vervuiling
43
15
0
58
Verzakking
0
Aangetast oppervlak
45
14
3
62
Ontzetting
0
Verwering
48
15
0
63
Losgelaten bevestigingen
2
Alg
56
15
4
75
Openbrekende delen
1
Ontbrekende delen
6
Menselijke invloeden
Constructie
Graffiti
2
0
1
3
Krasfiti
16
2
0
18
1.5 – Onderlinge verbanden
Vreemde toevoegingen 16
4
2
22
In de volgende paragrafen zijn de resultaten van de
Zwerfvuil
16
3
5
24
schouwing verder uitgewerkt. Koppeling ervan geeft
Beschadiging
27
8
5
40
inzicht in de verhouding tussen adoptie en benodigd
3
3
0
6
materialen, de relatie tussen formaat en onderhoud,
Verzakking
7
2
0
9
en de technische staat per monumentsoort.
Ontzetting
8
3
0
11
Losgelaten bevestigingen 12
5
2
19
1.5.1 – Adoptie
Openbrekende delen
12
8
1
21
Voor leerlingen uit groep 7 of 8 heeft het Nationaal
Ontbrekende delen
11
7
6
24
Comité een adoptieplan dat is gericht op geschie-
Constructie Roestende doken
onderhoud, de bestendigheid van verschillende
denis, herdenken en de rituelen die verbonden zijn Wordt echter alleen gekeken naar de categorie veel, dan
met herdenken, zie bijlage 9.
ziet het beeld er anders uit (tabel 2, dit zijn de cijfers uit kolom 4 van tabel 1). In het oog springen dan
Hoewel onderhoud niet specifiek deel uitmaakt van
vooral de menselijke invloeden: zwerfvuil, graffiti, be-
het adoptieprogramma, werd verondersteld dat
schadigingen en vreemde toevoegingen. Daarvan zijn
de aandacht van de adoptiescholen een positief
graffiti en beschadigingen de ernstige mankementen.
effect zou hebben op de zorg voor monumenten.
Ook bij constateringen aan de constructie gaat het
De realiteit blijkt anders. Bij geadopteerde beelden
om ernstige zaken: openbrekende en ontbrekende
werd juist meer zwerfvuil gevonden, meer invloeden
delen en problemen met de bevestigingen.
van dieren en werden vooral aanzienlijk meer
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
18
Figuur 16: wel/niet geadopteerde monumenten en onderhoud constructieproblemen geconstateerd: ontzetting,
1.5.2 – Materialen
verzakking, ontbrekende delen en rammelende
Figuur 17a en b geven de mankementen aan materialen
bevestigingen.
weer. Alle geschouwde items komen aan de orde: menselijke en natuurlijke invloeden en mankementen
Niet-geadopteerde monumenten bleken in betere
aan de constructie. De donkerblauwe balk in figuur
staat dan geadopteerde: iets meer dan 40% heeft
17a laat zien dat het specifieke materiaal geen pro-
mankementen, tegenover 60% van de geadopteerde.
blemen vertoont. Dit kan echter twee dingen bete-
Bovendien kost het opknappen van geadopteerde
kenen: het materiaal is ongehavend, of het betref-
monumenten veel meer: vijf minimaal € 10.000,
fende euvel is niet van toepassing. Bij ‘staal’ is dan
en één zelfs minimaal € 50.000.
bijvoorbeeld geen corrosie gevonden; bij natuursteen
De selectie is niet representatief voor het hele be-
ook niet, maar dat spreekt voor zich.
stand. Toch is het, gezien het grote verschil tussen geadopteerde en niet-geadopteerde monumenten,
Uit figuur 17a kan dus niet de verhouding tussen wel
niet aannemelijk dat het daar anders is. Dit is een
en géén mankementen worden afgelezen.
opvallend gegeven. Wellicht worden geadopteerde
Figuur 17b, een afgeleide van figuur 17a, is een
monumenten vaker gebruikt, of worden juist mo-
weergave van de hoeveelheid aangetroffen manke-
numenten die in slechte staat zijn, geadopteerd.
menten. Natuur, hout, glas en keramiek hebben
Dit is nog niet verder onderzocht.
de minste mankementen, terwijl juist glas en keramiek bekendstaan als kwetsbaar.
Figuur 17a: mankementen aan materialen geschouwde monumenten
19
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Figuur 17b: mankementen aan materialen geschouwde monumenten Opvallend genoeg kent natuur (bomen, bosschages
Alle keramiek is in voldoende of in redelijke staat.
en bos) zeer weinig ernstige mankementen: nage-
Het ernstigste mankement was een scheur in het
noeg geen kwalificaties slecht of zeer slecht.
oppervlak van een sculptuur; waarschijnlijk een
Ook hout wordt weinig gekwalificeerd als slecht of
krimpscheur van afkoeling na het bakken.
zeer slecht. Hierbij moet worden aangetekend dat het aangetroffen hout doorgaans een ondersteunende functie heeft (als lijst of ondersteunend balkwerk). Er zijn een paar houten kruizen geschouwd en twee klokkenstoelen van hout. Glas heeft weinig problemen, maar de mankementen die er zijn, zijn ernstig (gekwalificeerd als zeer slecht). Hierbij moet worden aangetekend dat één monument op drie verschillende punten als zeer slecht is beoordeeld. Dat betreft de afwerking en het materiaalgebruik. Mits goed toegepast is glas een bestendig materiaal in de buitenlucht. Glas kan wel makkelijk breken, maar breuk werd nergens aangetroffen. Mogelijk wordt gebroken glas snel vervangen.
Foto 8: uitwatering van bronsdeeltjes Foto 9: door vorst loskomende toplaag steen Foto 10: corrosie van binnenuit
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
20
De mankementen aan beton zijn vooral schade, be-
1.5.3 – Graffiti en krasfiti
groeiing van alg en mos en verkleuring, bijvoorbeeld
Krasfiti, waarbij krassen in het materiaal zijn getrokken,
door de uitwatering van bronsdeeltjes (zie foto 8).
is in het algemeen een lastig te herstellen mankement. Bij krasfiti is niet alleen de toplaag aangetast,
Baksteen vertoont vooral begroeiing van alg en mos,
maar ook het materiaal daaronder. Op iets meer
verwering of schade, en problemen met het voeg-
dan 6% van de monumenten werd graffiti aange-
werk. Op een paar plekken werd schade aan het
troffen: 13 van de 203. Mogelijk volgen alle beheerders
oppervlak van de steen geconstateerd, wellicht ver-
het algemene beleid om direct in te grijpen bij
oorzaakt door een verkeerde afdichtende laag. Als
graffiti. Iets minder dan 15% van de monumenten
een laag een steen geheel afsluit, kan inwendig
heeft krasfiti.
vocht namelijk niet weg. Bij vorst zet het vocht uit, en komt de bovenlaag van de steen los (foto 9)
1.5.4 – Verhouding formaat en benodigd onderhoud
Een belangrijk mankement aan natuursteen wordt
De relatie tussen het formaat van een monument en
veroorzaakt door ondeskundige reiniging, (foto
het benodigde onderhoud is af te lezen in figuur
5c). Een hogedrukspuit bijvoorbeeld blaast kleine
19. Zoals te verwachten zijn de meeste kosten ge-
deeltjes steen weg, waardoor de detaillering vervaagt.
moeid met het in orde brengen van grote monu-
Na een aantal behandelingen treedt dan een egale
menten – met name van de groep van 10 tot 30 m3.
vervlakking op die, anders dan bij natuurlijke ver-
Waarom juist deze groep veel kosten met zich
wering, veel ongewisser is.
meebrengt (vier van de 26 monumenten vragen
De verschillende metaalsoorten (staal, aluminium
meer dan € 10.000; dat is 15%) is niet helemaal
en roestvaststaal) waren in redelijke staat. De
duidelijk.
corrosie bleek niet erg groot en ook niet ernstig.
Kleinere monumenten zijn beter te onderhouden.
Opvallend zijn wel bepaalde mankementen bij de
Van de objecten tot één kubieke meter heeft bijna
bevestiging van roestvaststaal, waarschijnlijk doordat
driekwart genoeg aan regulier onderhoud (53 van
hiervoor andersoortig materiaal is gebruikt, dat
de 74). Van de monumenten tot drie kubieke meter
van binnenuit is gaan corroderen (foto 8).
vergt er niet één meer dan € 10.000 aan eenmalig
De meest voorkomende mankementen aan brons zijn
onderhoud.
verkleuring, agressieve patina en watersporen. Deze ontstaan door gebrek aan onderhoud. Brons kleurt in zo’n geval gaandeweg groen en eventueel zwart.
De kosten voor eenmalig onderhoud zijn gerelateerd aan het formaat. Op basis hiervan zijn de kosten geschat voor regulier onderhoud. Dit blijkt gemiddeld Figuur 18: graffiti en krasfiti geschouwde monumenten
Figuur 19: formaat versus onderhoud geschouwde monumenten
21
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Figuur 20: soort monument en onderhoud € 480 (zie voor schatting en berekening bijlage 6:
in de beste staat te verkeren (acht van de negen
Gemiddeld bedrag regulier onderhoud. Met dit bedrag
hebben genoeg aan regulier onderhoud).
is verder gerekend in 1.7 Onderhoudskosten.
Wat vooral opvalt is dat sculpturen er relatief slecht bij staan: minder dan een derde verkeert in goede
1.5.5 – Technische staat per monumentsoort
staat en bij ruim 6% is veel geld nodig om ze op te
In figuur 20 zijn de geschatte onderhoudskosten in-
knappen (vier van de 64 monumenten).
gedeeld naar de monumentsoort. De reliëfs blijken
Foto 11: verkeerde mortel
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
22
1.6 -Opvallende punten
1.6.3 – Materialen
1.6.1 – Teksten
Verschillende mankementen blijken veroorzaakt te
Voor oorlogsmonumenten is tekst van groot belang.
zijn door foutief reinigen van de materialen, zoals
Des te opvallender is het dat aan bijna de helft van
het gebruik van zuur of hogedrukspuit, zie 3.2.3
de teksten mankementen worden geconstateerd.
Materialen. Dit zou voorkomen moeten worden. Baksteen en voegen vragen aandacht. Bij het
1.6.2 – Adoptie
voegen wordt geregeld verkeerde mortel gebruikt
Hoewel onderhoud geen deel uitmaakt van het adop-
(foto 11).
tieplan van het Nationaal Comité, valt op dat juist geadopteerde monumenten uit de selectie in slech-
Monumenten, borden en plaquettes zijn niet altijd
tere staat verkeren dan niet-geadopteerde. Uit de
goed vastgezet. Hier en daar bleken monumenten
gegevens van dit onderzoek valt niet te herleiden
onvoldoende geborgd. Men moet zich beter reali-
waarom dit zo is.
seren dat zich in de openbare ruimte van alles kan
Gezien het belang van het adoptieplan zou moeten
voordoen, waardoor bevestigingen juist robuuster
worden bekeken of dit een algemene tendens is en
dan strikt noodzakelijk moeten worden uitgevoerd.
zo ja, hoe dit valt te verklaren.
Informatieborden en ondersteunende materialen, zoals vloerplaten en steunbalken, verdienen meer aandacht – zowel qua vormgeving als qua uitvoering. Nu maken sommige een smoezelige indruk. 1.6.4 – Ontbrekende delen Sommige monumenten bleken onderdelen te missen. Het is voor de uitstraling van de monumenten van belang dat deze snel mogelijk worden hersteld.
23
Nationaal Comité 4 en 5 mei
2
Beheer van de monumenten
De monumenten op de erevelden en op sommige erehoven worden beschouwd als oorlogsmonumenten en vallen binnen het kader van dit onderzoek.
2.1 – Interviews met bijzondere beheerders
Nederlandse Spoorwegen > De Nederlandse Spoor-
In Nederland zijn diverse instanties/organisaties ei-
menten. Hieronder vallen de vele metalen plaquettes
genaar of beheerder van een – al dan niet grote –
op stations waarmee individuele personeelsleden
groep oorlogsmonumenten, zoals Herinnerings-
worden herdacht. Daarnaast bezit de NS een aantal
centrum Kamp Westerbork, Nationaal Monument
lokale monumenten en verschillende monumenten
Kamp Vught, Liberty Park Oorlogsmuseum Over-
van landelijk belang (onder andere het Monument
loon, Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Ge-
voor gevallen spoorwegpersoneel in Utrecht).
wegen (NS) bezitten een collectie oorlogsmonu-
kozen is om interviews te houden met vertegenwoordigers van het Koninklijk Tehuis voor Oud-
Bronbeek in Arnhem > Het Koninklijk Tehuis voor Oud-
Militairen en Museum Bronbeek (KTOMMB), de
Militairen en Museum Bronbeek (KTOMMB, hierna
Oorlogsgravenstichting (OGS) en de Nederlandse
genoemd Bronbeek) biedt veteranenzorg, en her-
Spoorwegen (NS).
denkt de strijd in Zuidoost-Azië. Het KTOMMB bestaat uit landgoed Bronbeek met het tehuis voor
Veel gemeenten zijn de beheerders van lokale monu-
veteranen. In het pand huist een museum, dat in
menten, al dan niet als eigenaar. Naast de drie bij-
samenwerking met het Indisch Herinneringscentrum
zondere beheerders zijn vertegenwoordigers geïn-
Bronbeek is ingericht. Op het landgoed bevinden
terviewd van Apeldoorn, een gemeente met veel
zich ook elf oorlogsmonumenten. Het landgoed,
oorlogsmonumenten, en gemeente De Ronde Venen,
het tehuis, het museum en de monumenten vormen
die slechts enkele oorlogsmonumenten heeft.
een ensemble. Museum Bronbeek draait om het koloniale verleden van Nederland in Nederlands-Indië.
2.2 – Introductie van de beheerders
Centraal staat de geschiedenis van het Koninklijk
Oorlogsgravenstichting > De Oorlogsgravenstichting
Nederlands-Indisch Leger (KNIL). De monumenten
(OGS) voert een wettelijke taak uit: van vervulling
zijn geplaatst door belangengroepen die juist op
van de ereplicht tot het onderhouden van oorlogs-
deze plek een monument op wilden richten.
graven. Dit in navolging van koningin Wilhelmina,
Bronbeek richt zich op het gelegenheid bieden tot
tijdens een radiotoespraak in 1942: "Nederland zal
gedenken en herdenken, met name voor veteranen
de martelaren die vielen voor zijn bevrijding nimmer
en nabestaanden van slachtoffers van de Japanse
vergeten. Naam voor naam, persoon voor persoon,
bezetting in Zuidoost-Azië tijdens de Tweede We-
zal hun nagedachtenis bij ons voortleven."
reldoorlog. Na plaatsing valt het beheer van een monument en het regelen van de daarmee samen-
De OGS houdt zich bezig met de aanleg, inrichting,
hangende herdenkingen onder Bronbeek.
instandhouding en verzorging van het Nederlandse oorlogsgraf, waar ter wereld dit zich ook moge be-
Gemeente Apeldoorn en gemeente De Ronde Venen
vinden. In Nederland beheert de OGS twee grote
> Omdat er qua beheer verschil zou kunnen zijn
erevelden in Loenen en Rhenen. Ook enkele erehoven
tussen gemeenten met veel en weinig oorlogsmo-
(kleine groepen oorlogsgraven) en vele individuele
numenten, zijn twee gemeenten onder de loep ge-
oorlogsgraven vallen onder het beheer van de stich-
nomen: Apeldoorn en De Ronde Venen.
ting. Sommige worden ook door de stichting on-
In Apeldoorn zijn op dit terrein verschillende orga-
derhouden. In Europa bevinden zich nog elf Neder-
nisaties actief, waaronder de Stichting Bevrijding
landse erevelden, in Indonesië zeven. Ook hiervoor
’45, het plaatselijk erfgoedcentrum, museum CODA
is de OGS verantwoordelijk. De OGS heeft met
en de Vereniging Oud Apeldoorn. De gemeente
onder meer de Commonwealth War Graves Com-
maakt een onderscheid tussen enerzijds oorlogs-
mission afgesproken om de graven in elkaars landen
monumenten en anderzijds (kleine) objecten die
te onderhouden.
met de oorlog zijn verbonden, zoals (grens)paaltjes, plaquettes, hekjes et cetera.
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
24
Apeldoorn telt ruim veertig monumenten en circa
Een bijzonderheid is het bronzen kunstwerk van
honderd objecten. Opvallend is dat veel objecten
Cor van Kralingen, waarvan afgietsels zijn geplaatst
en monumenten tamelijk recent zijn geplaatst: in
op verschillende locaties, waaronder ereveld Loenen.
1990 waren het er twintig, in 2006 maar liefst 38.
De NS heeft, verdeeld over stations in Nederland,
De Ronde Venen, met acht dorpskernen, telt zes
voornamelijk plaquettes, en daarnaast herden-
oorlogsmonumenten. Eén ervan herdenkt een spe-
kingsmonumenten van verschillende materialen:
cifieke gebeurtenis (Monument voor Canadese mi-
natuursteen, brons, baksteen, koper, staal, glas-in-
litairen, naar aanleiding van een neergestort vlieg-
lood en keramiek. Enkele daarvan zijn bovenge-
tuig), de rest heeft een meer algemeen karakter.
middeld groot. Bronbeek heeft monumenten van gemiddelde groot-
De vijf beheerders ontvingen ter voorbereiding op
te, alle van natuursteen, al dan niet in combinatie
het interview een nagenoeg identieke vragenlijst
met brons. Achter enkele ervan staat bamboe, als
(bijlage 8). Niet elke vraag was op ieder van hen
afscheiding. Een monument heeft als onderdeel
van toepassing: op sommige punten lagen praktijk
een bloemperk, een ander een gemetselde gedenk-
en achtergrond onderling ver uit elkaar. Wel vormden
muur.
de vragen in alle gevallen een goede leidraad voor
Bij de gemeente Apeldoorn is de diversiteit enorm:
een gesprek.
van boom tot gedenkplaat tot vliegtuigonderdeel. De Ronde Venen heeft zes beelden van gemiddelde
2.3 – Resultaten interviews
grootte. Ook hier zijn verschillende materialen ge-
Het interview met de beheerders besloeg vier onder-
bruikt: baksteen, roestvaststaal, brons, aluminium,
werpen: de samenstelling van de collectie, de regi-
natuursteen.
stratie ervan, onderhoud en planning, en de organisatie van het onderhoud. Daarnaast kwamen aan de orde:
2.4.3 – Monumentstatus
bekendheid en gebruik van de beleidshandreiking,
Vijf oorlogsmonumenten hebben de status van rijks-
juridische aspecten, financiën en diefstal.
monument: het Nationaal Monument in Amsterdam, de John Frostbrug in Arnhem, de Eerebe-
2.4 – De collectie
graafplaats Bloemendaal, het Herdenkingshof in
2.4.1 – Relatie met de Tweede Wereldoorlog
Putten en het monument De Verwoeste Stad in
De Oorlogsgravenstichting en Bronbeek hebben beide
Rotterdam.
een opdracht van rijkswege: vervulling van de ere-
Ereveld Loenen, dat in Apeldoorn ligt en onder de
plicht (OGS) en herdenking van de strijd in Nederland,
OGS valt, is in zijn geheel gemeentelijk monument.
Europa en Zuidoost-Azië (Bronbeek). De Nederlandse
Aan de status van gemeentelijk monument zijn
Spoorwegen gedenken de omgekomen collega’s en
geen bindende verplichtingen verbonden.
onderhouden de banden met de nabestaanden, uit
De hoofdgebouwen en het portiersgebouw van
betrokkenheid en waardering voor het personeel.
Bronbeek zijn beschreven als rijksmonument. Een
De gemeenten Apeldoorn en De Ronde Venen
paar standbeelden op het terrein zijn opgenomen
spreken zich minder uit over hun relatie. De monu-
bij de beschrijving van de gebouwen in het Monu-
menten sluiten aan bij de betekenis die de oorlog
mentenregister2. De oorlogsmonumenten op het
heeft voor de inwoners, soms specifiek gerelateerd
terrein zijn hierin niet opgenomen.
aan lokale gebeurtenissen. Beide gemeenten voelen zich verantwoordelijk voor beheer en behoud ervan,
2.4.4 – Combinatie met kunstwerken
ook als de monumenten in opdracht van een Oran-
Veel monumenten zijn ontworpen door kunstenaars
jevereniging of dorpsraad tot stand zijn gekomen,
en vallen daardoor onder de Auteurswet. Soms
en ze geen gemeentelijk bezit zijn.
zijn het (deels) sculpturen, soms omgevingskunstwerken of een samenstel van muren. Hierdoor
2.4.2 – Diversiteit
ontstaat een overlap van twee disciplines: kunst
De OGS heeft herdenkingsmonumenten op de twee
en monumenten. Bij de gemeenten onderhoudt
erevelden, waarvan de entree van ereveld Rhenen
de kunstafdeling daardoor een gedeelte van de
bovengemiddeld groot is. Alle zijn van natuursteen
oorlogsmonumenten.
of van brons, soms met een bakstenen (steun)muur.
25
Nationaal Comité 4 en 5 mei
2
Het Monumentenregister, een database van de Nederlandse rijksoverheid, bevat alle rijksmonumenten in Nederland. Het register is te raadplegen via www.cultureelerfgoed.nl
2.5 – Registratie van de collectie
Apeldoorn verricht onderhoud naar aanleiding van
2.5.1 – Inventarisatie
de jaarlijkse schouwing door Stichting Bevrijding
De enige beheerder die monumenten niet registreert
’45, en waar nodig vóór de herdenkingsdata. De
is de OGS. De manier van registreren van de
dienst Openbare Werken neemt het reguliere on-
andere beheerders loopt uiteen: de NS heeft per
derhoud vanaf 2012 mee in hetzelfde traject als
monument een blad met foto’s en een (zeer korte)
straatmeubilair en kunstwerken in de openbare
omschrijving, en een indicatie van de technische
ruimte.
staat. Bronbeek registreert de werken alsof ze on-
De Ronde Venen heeft nog geen onderhoudsplan
derdeel vormen van de museale collectie en sluit
voor de monumenten; de gemeente staat op het
het onderhoud daarop aan: dit wordt verzorgd
punt een beleidsnotitie Cultuurhistorie te schrijven.
volgens museumnormen voor beelden in de buitenlucht. Bij Apeldoorn en De Ronde Venen is de
2.6.2 – Uitvoering van het onderhoud
registratie verbonden aan die van de overige kunst-
Het onderhoud wordt uitgevoerd door interne diensten
werken, al staan ze wel op aparte lijsten.
van de OGS, NS, Bronbeek en Apeldoorn. Bij de OGS zijn dat in de praktijk geschoolde werk-
2.5.2 – Registratie vorm
nemers; bij de NS valt onderhoud van de monu-
De OGS, de NS, Bronbeek en de gemeenten Apeldoorn
menten – inclusief grote – onder stationsmanagers.
en De Ronde Venen hebben elk een eigen manier
Bronbeek laat het onderhoud uitvoeren door een
van registreren. Dat geldt zowel voor de collectie
speciaal daartoe opgeleide medewerker; de tech-
en de technische staat van de monumenten, als
nische dienst verzorgt de bouwtechnische onder-
voor het onderhoudsplan. Bij de NS is de beschrij-
delen als sokkels en muren.
ving van de monumenten met name gericht op de
Apeldoorn werkte voorheen samen met de Stichting
betekenis ervan. Bij Bronbeek wordt de achtergrond
Wijkwerk Apeldoorn. De medewerkers van deze
van de oprichting én de technische staat beschreven.
organisatie zijn per 1 januari 2012 in dienst gekomen
De gemeente Apeldoorn vermeldt eigenaar, plaats,
van de gemeente. Er is grote bereidheid dit werk
adoptieschool, herdenkingsdatum, vergezeld van
als gemeentedienst te blijven doen.
een foto van het monument. Is het van een pro-
Voor specialistisch werk huren zowel Bronbeek als
fessionele kunstenaar, dan worden ook diens ge-
Apeldoorn mensen van buiten in.
gevens opgenomen met de datum van plaatsing
De OGS is de enige met een inspecteur die uitge-
/opening/onthulling, en wordt vermeld van welk
voerde werkzaamheden controleert. De OGS werkt
materiaal het monument is gemaakt. De Ronde
met consuls: betrokkenen die er op lokaal niveau
Venen heeft gegevens overgenomen uit de database
voor zorgdragen dat de graven aandacht (blijven)
van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
krijgen. Elke Nederlandse gemeente heeft een dergelijke consul. Zij rapporteren als er ter plaatse
2.6 – Onderhoud en planning
onderhoud nodig is. Geen van de beheerders werkt
2.6.1 – Onderhoudsplan en regulier onderhoud
met ‘individuen’, zoals buurtbewoners.
De OGS heeft een onderhoudsplan voor de erevelden Loenen en Rhenen; overige plekken worden als
2.7 – Organisatie
het nodig is bezocht en onderhouden door de mo-
2.7.1 – Achtergrond planners en uitvoerders
biele technische dienst.
Bij de organisatie van het monumentenbeheer zijn
De NS heeft geen exacte planning voor het schouwen,
mensen uit allerlei disciplines betrokken, van an-
maar voert met regelmaat onderhoud uit – doorgaans
tropoloog tot (kunst-) historicus tot monumenten-
verbonden aan jaarlijkse herdenkingen, de meeste
verzorger. Er wordt niet uitgegaan van techniek
op 4 mei. Een paar grote monumenten worden
maar van de inhoudelijke kant van een monument;
door andere partijen dan de NS onderhouden.
de collectie is doorgaans ondergebracht bij een
Bronbeek onderhoudt de werken conform de in-
niet-technische afdeling.
structies van een restaurator. Jaarlijks worden de
Voor het daadwerkelijke onderhoud zorgen kun-
monumenten op een voorgeschreven manier met
stenaars, gespecialiseerde bedrijven, geschoolde
dito middelen behandeld, conform de museum-
en ongeschoolde werknemers en/of de eigen tech-
normen voor beelden in de buitenlucht.
nische dienst.
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
26
2.7.2 – Informatie
jaarlijkse schouwing uitvoert.
Informatie over de monumenten wordt op tal van
De Ronde Venen heeft in Mijdrecht op een plein
manieren gegeven. De OGS informeert bezoekers
tafels staan die verbonden zijn aan de Joodse ge-
middels borden en een tentoonstelling. Foto’s van
meenschap. In de gemeente hebben particulieren
de monumenten van de NS zijn te vinden op de
ook recent het initiatief genomen om Stolpersteine
website van het Utrechts Archief. Bronbeek heeft
(‘struikelstenen’) te plaatsen. Bij dit Europese
een kleine catalogus waarin het hele landgoed in-
project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig
clusief de monumenten aan de orde komen. Ook
worden in het trottoir vóór de huizen waar gede-
staan er informatieteksten op de monumenten
porteerde Joden hebben gewoond, messing plaatjes
zélf. De monumenten zijn daarnaast te vinden op
aangebracht met namen en data.
3
de website van Bronbeek . In Apeldoorn is in 2006
3
een boek verschenen met beschrijvingen en ach-
2.8 – Overige onderwerpen
tergronden. Het is een update van een eerdere uit-
2.8.1 – Beleidshandreiking
gave met twintig monumenten: Apeldoorn Monu-
De uitgave Beleidshandreiking beheer en behoud oor-
ment. Het plan is deze gegevens op de gemeentelijke
logsmonumenten, uitgegeven door het Nationaal
website te plaatsen, op een manier die aansluit op
Comité 4 en 5 mei, is bij alle geïnterviewde partijen
de presentatie van de kunstwerken in de openbare
bekend. Voor de OGS en NS was deze niet van in-
4
ruimte . Er is een wandel- en fietsroute langs de
vloed op de organisatie van het onderhoud. Bron-
monumenten. Monumenten van De Ronde Venen
beek zag de uitgave als een goed instrument voor
zijn te vinden op de gearchiveerde site van de
het opzetten van het onderhoud en als checklist.
voormalige (kleinere) gemeente De Ronde Venen.
De gemeente Apeldoorn was er blij mee omdat de uitgave interne aanvragen en beleidsveranderingen
2.7.3 – Adoptie
betreffende de monumenten ondersteunt. Bij De
De monumenten op de erevelden van OGS zijn niet
Ronde Venen gaf de handreiking de aanzet om
geadopteerd5. Een paar ervan waren dat ooit tijdelijk,
het onderhoud van de monumenten ter hand te
maar welke is niet duidelijk. Vijf stationsplaquettes
nemen.
en één monument van de NS zijn geadopteerd. Twee monumenten van Bronbeek werden tijdelijk
2.8.2 – Bezit
geadopteerd door één school. In Apeldoorn zijn de
De meeste beheerders zijn ook eigenaar van de
meeste monumenten geadopteerd via het adop-
collectie. De NS bezit de monumenten die ze zelf
tieprogramma van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
heeft opgericht. In sommige gevallen, bij werken
In De Ronde Venen is het Oorlogsmonument in
die in de openbare ruimte staan, zijn er contracten
Baambrugge geadopteerd.
met andere partijen opgesteld over onderhoud en gebruik van het monument.
2.7.4 – Contact met specifieke groepen
De OGS is eigenaar van de monumenten op de
Alle oorlogsmonumenten van de NS zijn verbonden
erevelden. Individuele oorlogsgraven (ook familie-
aan omgekomen personeel; de NS hecht zeer aan
graven waar een oorlogsslachtoffer is bijgezet) be-
het contact met nabestaanden. De OGS heeft ook
horen eveneens tot het bezit van de OGS, hoewel
veel contact met (niet-georganiseerde groepen
de juridische status daarvan niet precies is uitge-
van) nabestaanden en collega’s. Bronbeek, waar
werkt.
monumenten zijn geplaatst door externe groepen,
Bronbeek heeft (onder voorwaarden, zie bijlage
heeft alleen al door de herdenkingsbijeenkomsten
10) de monumenten op het landgoed in eigendom
bij de monumenten, regelmatig contact met de
verkregen van andere partijen. Vanwege de bijzon-
initiatiefnemers en de gebruikers. Soms worden
dere manier van verwerven zijn afspraken hierover
na de begrafenis of crematie grafbloemen bij het
schriftelijk vastgelegd. Bronbeek heeft zich verplicht
monument gelegd. Hierdoor blijkt eens te meer
het monument te onderhouden en gelegenheid te
het belang van een monument. Soms is een initia-
bieden voor herdenking. Mocht Bronbeek niet
tiefgroep minder actief en vinden (tijdelijk) geen
langer prijs stellen op een monument, dan heeft
herdenkingen plaats. Apeldoorn heeft onder meer
de voormalige eigenaar als eerste het recht om dit
contact met de Stichting Bevrijding ’45, die de
weer in bezit te nemen.
27
Nationaal Comité 4 en 5 mei
http://www.defensie.nl/cdc/bron beek/landgoed/m onumenten
4
http://www.apeldoorn.nl/ter/bezoekers/BezoekApeldoorn-Cultuur/Kunst-in-deopenbareruimte.html
5
De graven onder beheer van de Oorlogsgravenstichting kunnen, onder voorwaarden, geadopteerd worden via de OGS. Onderhoud valt niet onder een dergelijke adoptie.
De gemeente Apeldoorn heeft geregistreerd wie
De NS bekostigt het onderhoud van de monumenten
eigenaar is van de monumenten (onder andere de
uit de lopende middelen, over het algemeen het
gemeente, NS, de politie, Gelre ziekenhuizen), al
locatiebudget van het station waar het monument
zijn daar geen juridische consequenties aan ver-
is geplaatst. Het is lastig om geld vrij te maken
bonden. Apeldoorn ziet het als zijn plicht de mo-
voor een aparte onderhoudspost. Onderhoud van
numenten te onderhouden, ook al zijn die geen
enkele monumenten in de openbare ruimte is on-
gemeentelijk bezit.
dergebracht bij andere partijen. Er is dus geen
De gemeente vindt dat op het punt van overdracht
inzicht in de kosten voor het totale onderhoud van
van particulier eigendom naar de gemeente nog
de collectie.
wel het een en ander te doen valt: contact zoeken
Bronbeek schaart het onderhoud van de monu-
met de eigenaren en de dorps- en wijkraden om
menten onder dat van de objecten van het museum,
het eigendom vast te leggen.
hetgeen onder het ministerie van Defensie valt.
Gemeente De Ronde Venen is eigenaar van alle
Ook hier wordt geen apart budget genoemd. Apel-
oorlogsmonumenten.
doorn heeft voor onderhoud van zowel de oorlogsmonumenten als de kleine objecten jaarlijks
2.8.3 – Afspraken kunstenaars
een totaalbudget van € 25.000. De Ronde Venen
Alleen de gemeente Apeldoorn heeft voor monumenten
reserveert jaarlijks € 2.100.
die ook onder ‘kunstwerken’ vallen mogelijk afspraken gemaakt met de kunstenaar; overige
2.8.6 – Diefstal
partijen niet. Bij het onderhoud wordt de kunstenaar
Diefstal van de monumenten komt nauwelijks voor.
niet betrokken. Nu is dit juridisch gezien ook niet
De OGS houdt toezicht op de erevelden. Hoewel
noodzakelijk: een eigenaar wordt geacht ‘als een
de NS van alles doet om koperdiefstal te voorkomen
goed huisvader’ voor de werken te zorgen. Volgens
aan materieel van treinen en spoor, neemt zij geen
de Auteurswet dient de maker betrokken te worden
specifieke maatregelen bij de monumenten. De
bij verandering, verplaatsing of grootschalige res-
meeste plaquettes bevinden zich op plekken waar
tauratie van een kunstwerk. Ook in geval van
veel publiek komt of op plekken die ’s nachts zijn
schade is het respectvol de kunstenaar in te lichten
afgesloten. Bij Bronbeek is de bewaking na een
en te betrekken bij het herstel. Dit is noodzakelijk
diefstal uitgebreid met camera’s en bewegings-
als (delen van) het materiaal door het herstel ver-
melders. Op het terrein is nu dag en nacht actief
anderd worden.
toezicht. In Apeldoorn is onlangs een bronzen plaquette (onderdeel van een bank) gestolen. Een
2.8.4 – Afspraken oprichters
replica is teruggeplaatst. Men overweegt nu om
Bronbeek heeft als enige duidelijke afspraken op
het hele object te verplaatsen. In De Ronde Venen
schrift gezet met de oprichters van monumenten;
zijn geen problemen geconstateerd.
de andere beheerders niet. Doorgaans is sprake van een ongeschreven, maar min of meer vanzelf-
2.9 – Opvallende punten
sprekende overeenkomst.
Uit de interviews kwamen opvallende punten naar voren. Hieronder worden ze een voor een bespro-
2.8.5 – Financiën
ken.
De exploitatiekosten van de OGS worden gesubsidieerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken en
2.9.1 – Moreel besef
Koninkrijksrelaties; de rest van het geld komt uit
In Apeldoorn spelen verschillende organisaties een
eigen vermogen en bijdragen van donateurs. De
actieve rol bij het schouwen en gebruik van de
onderhoudskosten zijn niet uitgesplitst in posten
monumenten. Kennelijk hebben de inwoners een
oorlogsgraven en monumenten. Duidelijk is wel dat
groot moreel besef van het belang daarvan.
het voor de OGS steeds moeilijker wordt het
Apeldoorn zet zich in voor het onderhoud van alle
vereiste kwaliteitsniveau te garanderen bij gelijk-
monumenten op eigen grondgebied, los van de ei-
blijvende subsidiëring.
gendomskwestie. De gemeente ziet dit als een morele plicht. De grote betrokkenheid van de inwoners is hier een pre; mogelijk nadeel is dat de
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
28
collectie zonder regie kan uitdijen, terwijl er wel
trokkenheid van de burgers in de hand werkt. Som-
inspanning moet worden geleverd voor het onder-
mige scholen blijken in elk geval erg actief te zijn
houd.
in het onderhoud van de monumenten (reiniging en aanplanting), hoewel dat niet de opzet is van
2.9.2 – Inzet van andere organisaties
het project, dat vooral gericht is op kennis van ge-
Groepen van buiten de eigen organisatie blijken van
schiedenis en herdenken (bijlage 9).
groot belang voor het behoud van de monumenten. Cruciaal daarbij is goed onderling overleg, over en
2.9.5 – Persoonlijke invloed
weer ondersteunen, en afstemmen van belangen.
Duidelijk mag zijn dat een burgemeester of ambtenaar
Veel monumenten zijn tot stand gekomen via ini-
een voorname rol kan spelen bij het oprichten en
tiatieven van buiten de eigen organisatie. Deze
onderhouden van monumenten. Zo was in Apel-
groepen organiseren herdenkingen en zorgen daar-
doorn voormalig burgemeester mr. G. J. de Graaf
mee voor gebruik van het monument. In Apeldoorn
persoonlijk bij vele herdenkingen aanwezig, zeker
neemt de Stichting Bevrijding ’45 de jaarlijkse
als het geadopteerde monumenten betrof.
schouw van de monumenten op zich. Ook op andere manieren krijgt Apeldoorn steun. Zo heeft
2.9.6 – Invloed van de beleidshandreiking
de Vereniging Oud Apeldoorn zich opgeworpen
De publicatie Beleidshandreiking beheer en behoud oor-
om de gemeentelijke grenspalen te onderhouden
logsmonumenten van het Nationaal Comité onder-
en schilderen. Dezelfde vereniging heeft voorgesteld
steunt het belang van de monumenten. De ge-
om naast grote monumenten ook kleine te laten
meente De Ronde Venen is bezig met het opzetten
adopteren. Onderzocht wordt of dit een idee is
van een beleidsnotitie Cultuurhistorie. Mede naar
voor de objecten die Openbare Werken niet zal
aanleiding van de publicatie worden ook de oorlogs-
meenemen in het reguliere onderhoud.
monumenten in deze nota opgenomen. Voor de
Op landgoed Bronbeek spelen de organisaties die
gemeente Apeldoorn en voor Bronbeek is de hand-
het initiatief voor de oprichting van de monumenten
leiding een goed document om mee te sturen met
hebben genomen een belangrijke rol bij herden-
aanvragen en beleidsnota’s.
kingen. 2.9.7 – Schouwen en monitoren 2.9.3 – Herdenkingen
Onder het schouwen van monumenten verstaan we
Bronbeek gaat op een zeer specifieke manier om met
het op gezette tijden (meestal jaarlijks) bekijken
de monumenten. Het landgoed biedt groepen de
van de onderhoudsstaat. Dit gebeurt alleen bij de
mogelijkheid om een monument op te richten op
monumenten in Apeldoorn.
haar terrein en daar herdenkingen te houden. Bron-
Bij monitoren wordt gekeken naar specifieke as-
beek ondersteunt zelfs nadrukkelijk de organisatie
pecten van de materialen of de omgeving (meestal
daarvan, terwijl het daarnaast ook zelf herdenkingen
een aantal keren per jaar). Geen van de beheerders
initieert. Dit actieve beleid vergroot het aantal her-
heeft hierover gesproken.
denkingen en de betrokkenheid van de gebruikers.
Twee plekken (op ereveld Rhenen en de monu-
Bij de monumenten worden zelfs grafbloemen ge-
menten op het landgoed Bronbeek) kennen welis-
legd.
waar geen reguliere schouwing maar wel veel toezicht, waardoor eventuele mankementen snel op-
2.9.4 – Adoptie
gepikt zullen worden. De monumenten op deze
In Apeldoorn zijn nagenoeg alle monumenten ge-
plekken zien er goed en verzorgd uit.
adopteerd via het adoptieprogramma van het Na-
29
tionaal Comité. De gemeente stimuleert dit ook:
2.9.8 – Registratie en planning
bij het oprichten van een nieuw monument wordt
Opvallend is dat de beheerders op zo veel verschillende
scholen in de buurt gevraagd de adoptie op zich te
manieren registreren, of het nu om de complete
nemen. Ook andere instanties zijn zeer direct bij
collectie gaat, de technische staat daarvan, of het
het onderhoud betrokken. Het is niet duidelijk of
onderhoudsplan. De nadruk ligt duidelijk vooral
de belangstelling voor adoptie voortkomt uit be-
op de betekenis van het monument. Technische
trokkenheid van de burgers of dat adoptie de be-
gegevens ontbreken doorgaans, soms wordt alleen
Nationaal Comité 4 en 5 mei
het belangrijkste materiaal genoemd. Middelen waarmee het monument zijn behandeld, worden niet geregistreerd. Men is ook niet bekend met de Ethische Code, een internationaal opgesteld stelsel van regels waarmee restauratoren werken. 2.9.9 – Beschrijving van de technische staat Soms wordt bij technische inspectie de formulering ‘in goede staat' gebruikt, wat doorgaans inhoudt dat geen ernstige mankementen zijn geconstateerd. Deze omschrijving is echter te weinig precies; het is de vraag of er secuur naar alle onderdelen is gekeken. Het is niet duidelijk wat uitgevoerd zou moeten worden en waarom. Ook al is het beeld in goede staat, dan nóg kan het nodig zijn (klein) onderhoud uit te voeren.
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
30
3
Conclusies en aanbevelingen
3.2 – Onderhoud 3.2.1 – Conservering originele staat Onderhoud is doorgaans gericht op het behouden van de originele staat. Oorlogsmonumenten nemen
In paragraaf 3.1 wordt het resultaat van de schouwing
echter een bijzondere plaats in. Aan sommige wor-
besproken. In de daarop volgende paragrafen wordt
den in de loop der tijd bijvoorbeeld namen toege-
aangekaart wat naar voren is gekomen uit de
voegd, of delen veranderd. Omdat de monumenten
schouwing (3.2 Onderhoud) en uit de interviews
in zekere zin gebruiksvoorwerpen zijn (ze staan
met beheerders (3.3 Beheer). De laatste paragraaf
ten dienste van herdenking en informatie) is het
bevat algemene aanbevelingen (3.4 Aanbevelingen).
zinnig dergelijke veranderingen in te passen. Soms kunnen deze echter op gespannen voet staan met
3.1 – Resultaat van schouwing
het auteursrecht of andere belangen van de kun-
Van de geschouwde oorlogsmonumenten is iets meer
stenaar, of met kunsthistorisch inzicht waarbij ge-
dan 50% (108 van de 203) in goede tot zeer staat.
streefd wordt naar behoud van cultureel erfgoed,
Deze monumenten hebben geen achterstallig on-
liefst in de originele staat. Goede communicatie
derhoud en vertonen geen ernstige mankementen.
en overleg met betrokken partijen zijn bij verande-
Een 28% van de monumenten (58 van de 203) is
ringen daarom van groot belang.
in redelijke staat. Deze groep heeft genoeg aan een eenmalige onderhoudsbeurt van minder dan
3.2.1 – Teksten
€ 1.000 om in goede staat te worden gebracht. De
Extra aandacht moet uitgaan naar de teksten op mo-
overige 22% kampt met grotere problemen. De
numenten; deze zijn immers essentieel. Kies om
meest voorkomende mankementen zijn vervuiling,
te beginnen de juiste materialen. Gebruik geen be-
verwering, aangetast oppervlak, alg en watersporen.
lettering op kunststof ondergrond, want dat materiaal
Het zijn dus vooral de natuurlijke invloeden die
hecht moeizaam. Bedek teksten niet met transpa-
zich laten gelden.
rante platen (kunststof of folie), omdat vocht dan
De mankementen door menselijke invloeden zijn
niet weg kan en mogelijk ook aan andere materialen
zwerfvuil, graffiti, beschadigingen en vreemde toe-
schade zal berokkenen (foto 13). Een goed uit-
voegingen. Zwerfvuil en vreemde toevoegingen
gangspunt is om teksten te zien als onderdeel van
kunnen eenvoudig opgelost worden. Graffiti en
het monument en dus regulier te onderhouden:
beschadigingen zijn dus de ernstigste mankementen
werk verf en vergulding bij, vul ontbrekende letters
als gevolg van menselijk handelen.
aan en voorkom verwering.
Foto 13: schade door vochtophoping
31
Nationaal Comité 4 en 5 mei
3.2.3 Materialen
Zuur gaat een verbinding aan met elementen in
Voor monumenten worden veel verschillende materi-
natuursteen. Hierdoor ontstaan onherstelbare en
alen gebruikt, meestal in combinatie. Zorg voor
zeer ernstige verkleuringen. Foto 14 toont dergelijke
goede bevestigingen en controleer die regelmatig.
ontsierende corrosie van ijzerdelen na reiniging
Naden en poreuze oppervlakken zijn een makkelijke
met zuur.
bodem voor alg en vervolgens mos. Houd naden en poreuze oppervlakken schoon en zo droog mo-
Natuursteen kan men beter niet onder druk reinigen;
gelijk.
chemisch reinigen of stomen is beter. Moet er
Relatief veel baksteen vertoont problemen. Ook
toch op die manier worden gereinigd, dan dient
als het is toegepast als ondersteunend materiaal
men twee zaken in de gaten te houden: de toegepaste
(sokkels of muren) moet het onderhouden worden:
druk en de weersomstandigheden. Maximaal toe-
verwijder alg en mos, verwijder op tijd overhangend
laatbaar (en alleen onder speciale omstandigheden)
groen, heel voegwerk aan (met dezelfde mortel als
is een druk van 5 bar. Veel professionele bedrijven
origineel gebruikt is), en gebruik nooit een chemische
gebruiken tot 200 bar voor het spuiten van gevels,
laag om vocht te weren uit de steen.
en noemen 30 bar al ‘een lage druk’. De daardoor
Natuursteen wordt veel gebruikt en neemt een
aangebrachte schade is echter enorm en onom-
aparte plaats in. Mits de soort goed wordt gekozen
keerbaar (foto 15).
én gebruikt, is het een bestendig materiaal. Veel
Wat het weer betreft: bij het onder druk schoon-
schade aan natuursteen wordt veroorzaakt door
spuiten van een relatief open natuursteen wordt
ondeskundige reiniging: het toepassen van zuur
veel water ingebracht. Gebeurt dit in de vrieskou,
of schoonspuiten met water, al dan niet met
dan is de kans op schade groot: het water in de na-
schoonmaakmiddel, onder hoge druk (foto 14).
tuursteen zet uit en drukt kleine steendeeltjes weg.
Beide methoden geven onherstelbare schade. De
Het is dus zaak bij de schoonmaak voorafgaand
enige oplossing is dan het monument geheel ver-
aan de herdenking van 4 mei rekening te houden
vangen.
met het weer.
Foto 14: schade door gebruik van zuur
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
32
poreuze materialen om vochtinwerking te voorkomen werkt doorgaans averechts: op den duur zal dit leiden tot afstoting van de toplaag. 3.2.4 – GPS Veel monumenten zijn niet direct zichtbaar vanaf de openbare weg, of zelfs moeilijk te vinden. Niet alleen voor het onderhoudspersoneel, ook voor bezoekers zou het handig zijn om de GPS-coördinaten ervan vast te leggen. Er bestaat een gratis app met informatie over oorlogsmonumenten6. Mogelijk kan deze worden uitgebreid met de GPScoördinaten van alle monumenten. 3.2.5 – Kosten Niet onderzocht is welk onderhoud de verschillende beheerders uitvoeren. Ook wat zij hieraan uitgeven is niet bekend. Op twee manieren kan worden berekend wat onderhoud zou kunnen kosten: grofweg door te kijken naar ingeschat benodigd onderhoud of, iets preciezer, door het jaar van onthulling erbij te betrekken. Bij deze tweede berekening – die lager uitvalt – is nauwkeuriger gekeken naar de basisFoto 15: schade door hogedrukreiniging
gegevens. Beide rekenmanieren stuiten op hetzelfde bezwaar: formaat en materiaal konden niet meegewogen
Het gebruik van zuur moet op alle materialen afgeraden
worden. Bovendien hebben de bedragen een nauw-
worden. Elementen uit het materiaal kunnen rea-
keurigheidsmarge van 6,75%. De kosten zijn daar-
geren, waardoor verkleuringen ontstaan of stukken
mee een benadering.
afbreken. Zuur mag alleen toegepast te worden door deskundigen als het echt niet anders kan, bij-
Berekening via ingeschat benodigd onderhoud > 108
voorbeeld voor het terugdringen van corrosie-
van de 203 monumenten (iets meer dan 50%)
smetten.
hebben geen achterstallig onderhoud en zijn dus
Bij bevestigingen moeten de juiste materialen
in goede tot zeer goede staat, zie paragraaf 1.4.4,
worden gebruikt. Zo dienen verbindingsmaterialen
Regulier en eenmalig onderhoud.
van roestvaststaal te zijn, alleen al om druipstrepen
Iets meer dan een kwart van de monumenten (58
van roestwater te voorkomen. Bovendien mogen
van de 203) kan tegen relatief lage kosten (maximaal
bouten en moeren niet losgewrikt kunnen worden.
€ 1.000 per monument) in goede staat worden gebracht.
Het voorkómen van corrosie is een belangrijk punt.
Van de 203 geschouwde monumenten hebben er
Laklagen en gepoedercoate oppervlakken dienen
39 (20%) eenmalig onderhoud nodig om ernstig
daarom goed onderhouden te worden. Het afwateren
tot zeer ernstig achterstallig onderhoud weg te
van de gebruikte vormen voorkomt dat vocht in
werken.
naden of diepliggende delen het materiaal op den duur aantast of doet verkleuren. Verschillende metalen dienen zo te worden toegepast dat ze elkaar niet raken (galvanische isolatie) om corrosie te voorkomen. Ook moet worden voorkomen dat condens zich kan ophopen in muren of holle beelden. Een afsluitende laag aanbrengen op
33
Nationaal Comité 4 en 5 mei
6
http://www.4en5 mei.nl/herinneren /oorlogsmonumen ten/oorlogsmonu menten_in_beeld
Tabel 6: regulier en eenmalig onderhoud gemiddeld bedrag
480
500
5500
30000
50000
aantallen selectie
106
58
32
6
1
percentages
52,2
28,6
15,8
3,0
0,5
100
1.902
1.041
574
108
18
3.642
€ 912.832
€ 520.285
€ 3.157.596
€ 3.229.359
€ 897.044,-
aantallen database subtotalen
203
totaal bedrag 80 %
€ 1.433.118
totaal bedrag 20 %
€ 7.284.000
to
ee € nm 1.0 al 00 ige – kos € te 10 n .0 00 ee n € m 10 a .0 lig 01 e – kos € te 50 n .0 00 ee nm al ig e > ko € ste 50 n .0 00
ee nm
nd er ho u lie ro re gu
In tabel 6 staat het percentage regulier en eenmalig
ta len
€ 8.717.118 d al ig e k < ost € en 1.0 00
totaal bedrag
3.3 – Beheer
onderhoud, omgerekend naar het hele bestand
3.3.1 – Onderhoudsplan
(rij vijf: aantallen database). Voor regulier onderhoud
Het beheren van een collectie monumenten begint
wordt per monument € 480 gerekend, voor het
met een goede inventarisatie. Aan de hand van
eenmalige onderhoud € 500, € 5.500, € 30.000 en
een analyse van de objecten kan de onderhouds-
€ 50.000 exclusief btw. In rij zes zijn de gemiddelde
strategie per onderdeel worden bepaald. Vervolgens
bedragen vermenigvuldigd met de aantallen uit de
kan een totaalplan worden opgesteld en het on-
database.
derhoud structuur krijgen. In de Beleidshandreiking
In het eerste jaar is voor eenmalig en regulier on-
beheer en behoud oorlogsmonumenten en in de af-
derhoud € 8.717.118 nodig: € 7.804.285 voor eenmalig
studeerscriptie Onderhoud van kunstwerken in de
onderhoud, en € 912.832 voor regulier onderhoud
buitenlucht van Corrie van de Vendel wordt de me-
van de (50%) ‘probleemloze’ monumenten. Voor
thode om tot een onderhoudsplan te komen uit-
de 30% monumenten met weinig mankementen
voerig uitgelegd.
is in dat jaar € 520.285 nodig; voor de 20% met ernstig tot zeer ernstige mankementen € 7.284.000.
3.3.2 – Alternatieve manieren van uitvoering van het onderhoud
7
Het minimumbedrag van € 6.700.000 voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud en het bedrag van € 912.962,72 voor het regulier onderhoud voor het eerste jaar, zie 1.7.3 Per saldo.
8
Het maximumbedrag van € 7.650.000 voor het wegwerken van het achterstallig onderhoud en het bedrag van € 912.962,72 voor het regulier onderhoud voor het eerste jaar, zie 1.7.3Per saldo.
Berekening via onthullingsjaar > Gerekend via de re-
Met hulp van betrokken platforms als historische
presentatieve onthullingsjaargroepen (zie 1.7 On-
verenigingen of andere erfgoedorganisaties kan
7
(klein) onderhoud aan monumenten goed worden
tot € 7.512.0008 nodig voor het totale onderhoud
uitgevoerd. Een vorm van 'adoptie', gericht op on-
(eenmalig plus regulier bij elkaar opgeteld).
derhoud, is hierbij wellicht een goed middel. Een
derhoudskosten) is in het eerste jaar € 8.140.000
goede begeleiding en instructie is daarbij onontRegulier onderhoud > Voor regulier onderhoud aan
beerlijk.
alle 3.642 monumenten, nadat het eenmalig onderhoud is uitgevoerd, is jaarlijks 3.642 x € 480 =
3.3.3 – Stimuleren van moreel besef
€ 1.748.160 nodig.
Het lijkt zinnig om het morele besef te stimuleren
De genoemde bedragen zijn exclusief btw.
middels
De betrouwbaarheid van deze getallen is 85%. De
• actief beleid op het gebied van adoptie, waarmee
nauwkeurigheidsmarge is 6,75% (naar beneden
jonge kinderen in aanraking komen met de lokale
en naar boven).
geschiedenis en de traditie van herdenken • onderwijs over de Tweede Wereldoorlog, onder andere door het gebruik van lesbrieven • het stimuleren en ondersteunen van organisaties die betrokken zijn bij de monumenten
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
34
• het onderhouden van contacten met organisaties op het gebied van de Tweede Wereldoorlog
3.3.7 – Documentatie van de monumenten Het blijft van belang de monumenten onder de aan-
Daaruit zullen de volgende dingen kunnen voort-
dacht te brengen, bijvoorbeeld middels boeken,
vloeien: betrokkenheid bij de monumenten, leven-
websites, databases, fiets- en wandelroutes, apps.
dige herdenking, inzet bij (de organisatie van) on-
Door de achtergronden te schetsen van de monu-
derhoud.
menten zal de betrokkenheid in de samenleving toenemen, wat op zijn beurt fondsen voor onder-
3.3.4 – Nieuwe monumenten
houd genereert.
Er is geen beleid met betrekking tot het plaatsen van nieuwe monumenten. Deze worden meestal op-
3.3.8 – Schouwing
gericht op initiatief van de bevolking of betrokken
Een regelmatige schouwing van de monumenten
organisaties. Het is verstandig om hier gericht
(minimaal éénmaal per jaar) is van belang voor
aandacht aan te besteden. Daarbij moet gestreefd
het behoud. De algehele staat van onderhoud
worden naar een goede balans tussen het onder-
wordt dan bekeken, waarbij kleine mankementen
steunen van deze acties enerzijds en toekomstig
in een vroeg stadium kunnen worden geconsta-
onderhoud van de monumenten anderzijds. Aan
teerd.
te bevelen is om meteen afspraken te maken over de eigendomsverhoudingen en het uitvoeren van
3.3.9 – Beleidshandreiking
toekomstig onderhoud.
De beleidshandreiking blijkt een functie te hebben wat betreft
3.3.5 – Registratie Het is wenselijk te komen tot een uniforme registratie. Deze zou technisch gericht moeten zijn en onder meer een beschrijving moeten geven van fundament, gebruikte materialen, tussenlagen en afwerking,
• het initiëren van beleid op het gebied van oorlogsmonumenten • het benadrukken van het belang van de oorlogsmonumenten • het ondersteunen van aanvragen en beleidsnota’s
manier van vervaardiging, kleurnummers, soortnamen van gebruikte verf, verfmethodes en derge-
3.3.10 – Diefstal
lijke.
Er is nauwelijks aandacht voor het voorkómen van
Op deze manier is eventuele progressie van man-
diefstal van monumenten in de openbare ruimte.
kementen te monitoren, en kan ook nieuw falen
Door de gestegen koperprijs worden in toenemende
beter worden vastgesteld.
mate bronzen beelden gestolen. Morele overwegingen vormen daarbij geen hinderpaal. Het is
3.3.6 – Registratie van het onderhoud
daarom aannemelijk dat ook bronzen monumenten
Ook de registratie van het onderhoud laat te wensen
gestolen zullen worden.
over; uitgevoerde acties worden nauwelijks gearchiveerd. Genoteerd zou moeten worden
3.4 – Aanbevelingen
• de datum van de registratie
3.4.1 – Algemeen
• constateringen aan het monument (zowel een
De helft van de monumenten (108 van de 203) heeft
beschrijving van de goede staat als beschrijving
geen achterstallig onderhoud en is dus in goede
van mankementen)
tot zeer goede staat. Iets meer dan een kwart (58
• ondernomen actie en de motivatie daarvoor
van de 203) kan met relatief lage kosten (maximaal
• gebruikte middelen
€ 1.000 per monument) in goede staat worden ge-
• vervolgadvies
bracht.
• besluiten met betrekking tot het monument of de omgeving • referentie aan fotomateriaal
De relatief kleine mankementen aan deze 58 monumenten zouden met voldoende regulier onderhoud (waarbij mankementen sneller worden geconstateerd en opgelost) aan het licht zijn gekomen. Dit pleit voor het verbeteren van regulier onderhoud. Dit kan op twee manieren: zorgen dát het wordt
35
Nationaal Comité 4 en 5 mei
uitgevoerd en dat het met voldoende kennis van
3.4.3 – Onderhoudsdienst
zaken wordt uitgevoerd: stimuleren en ondersteu-
Te overwegen valt een regionale onderhoudsdienst
nen.
in het leven te roepen, naar het voorbeeld van de mobiele onderhoudsdienst van de Oorlogsgraven-
Van de 203 geschouwde monumenten hebben er 39 (20%) eenmalig onderhoud nodig om ernstig tot
stichting. Een dergelijke dienst combineert de voordelen van expertise en geografische spreiding.
zeer ernstig achterstallig onderhoud weg te werken. Kennelijk hebben deze monumenten geen prioriteit.
3.4.4 – Adoptie
Mogelijk is er geen budget voor vrijgemaakt.
Geconstateerd werd dat niet-geadopteerde monumenten technisch in betere staat zijn dan geadop-
Regulier onderhoud van alle monumenten gaat tussen
teerde. Aanbevolen wordt een analyse uit te voeren
de € 1.500.000 en € 2.000.000 exclusief btw kosten.
bij een meer representatieve selectie monumenten,
Wat het wegwerken van achterstallig onderhoud
om te bepalen of dat in zijn algemeenheid geldt.
kost is moeilijk vast te stellen, vanwege het ontbreken
Mocht dat zo zijn, dan is het zinnig om de oorzaak
van gegevens over formaat en materiaal in de
daarvan te achterhalen. Uitkomsten kunnen worden
database. Uitgegaan moet worden van € 5.500.000
verwerkt in het adoptieprogramma van het Nationaal
tot € 8.700.000 exclusief btw (zie 3.2.5 Kosten).
Comité.
Om de reguliere onderhoudskosten exacter in te
3.4.5 – Inzet deskundigheid
schatten kunnen de foto’s van de database worden
Geconcludeerd is dat onherstelbare schade wordt
doorgenomen op formaat en materiaal van de
toegebracht door ondeskundig onderhoud. Het is
monumenten. Via de berekening naar onthullings-
een absolute noodzaak om het onderhoud door
jaargroepen kan vervolgens meer zekerheid worden
deskundige onderhoudsmensen te laten uitvoeren.
verkregen over de benodigde bedragen. Echter: de enige manier om een reëel beeld van de kosten te
3.4.6 – Regelgeving
krijgen is een schouwing van het gehele bestand.
Er is geen regelgeving voor het onderhoud van monumenten. Schades door gebruik van (onder
3.4.2 – Overkoepelend orgaan en fonds
andere) zuren en hoge druk bij reiniging zijn enorm
Omdat er zo veel meespeelt bij het beheer van oor-
en onomkeerbaar. Het zou goed zijn als hier bin-
logsmonumenten, zou het zinnig zijn een over-
dende regelgeving voor wordt opgesteld. Mogelijk
koepelend orgaan in te stellen met onderhoud en
kan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, als
beheer als hoofdtaak. Een dergelijke instantie kan
hoeder van het Nederlands erfgoed, het voortouw
dan zorgen voor
nemen voor dergelijke regelgeving en handhaving
• gestandaardiseerde registratie- en documenta-
ervan.
tiebladen en een beslisdiagram • praktische en doelgerichte advisering
3.4.7 – Betrekken van belangengroeperingen
• coördinatie van contacten en stimuleren van ex-
Het is zinnig goede contacten te onderhouden met
pertise (nieuwsbrief, bijeenkomsten, digitale werk-
organisaties op het gebied van herdenken en mo-
groepen)
numenten. De hierdoor ontstane band stimuleert
• het instellen van een meldpunt voor problemen
de wederzijdse inzet voor oorlogsmonumenten.
aan, en met oorlogsmonumenten • aansluiting bij contactgroepen over het onderhoud van kunstwerken (vanwege de parallelle thematiek)
3.4.8 – Nieuwe monumenten Bij voorstellen voor nieuwe monumenten is het van belang te letten op de toegepaste materiaalsoort, de detaillering en de omgeving. Soms kunnen
Het is wellicht ook mogelijk in een dergelijk orgaan
kleine aanpassingen het toekomstig onderhoud
een fonds onder te brengen voor het stimuleren
aanzienlijk vergemakkelijken. Het voorstel voor
en ondersteunen van het onderhoud.
een nieuw monument komt niet altijd van degene die later ook het onderhoud zal uitvoeren. Het is goed om direct afspraken te maken over dat toe-
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
36
komstig onderhoud. Hieraan kunnen ook afspraken worden gekoppeld over het bezit van het monument. 3.4.9 – Invloed van buiten de eigen organisatie Het lijkt zinnig om beleid te richten op het gelegenheid bieden en ondersteunen van herdenkingen door • een organisatie steun te bieden, zodra deze een initiatief ontplooit • de burgemeester of een hoge ambtenaar betrokkenheid te laten tonen Daar waar ook buiten de eigen organisatie betrokkenheid ontstaat, is het mogelijk over en weer iets voor elkaar te betekenen, ook op het gebied van onderhoud. Het gebruik van monumenten door betrokkenen rechtvaardigt het bestaansrecht ervan. Die betrokkenheid kan wel met zich meebrengen dat het monument in de loop van de tijd wordt aangepast. 3.4.10 – Nulmeting De huidige schouwing kan gezien worden als een nulmeting. Het verdient aanbeveling om een dergelijke schouw over tien jaar nogmaals uit te voeren om te zien of de monumenten dan in een betere staat zijn.
Buro DSB Corrie van de Vendel Augustus 2012
37
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Literatuur Apeldoorn ’40-’45, het verhaal achter de Apeldoornse oorlogsmonumenten Jan Heerze en Jelle Reitsma, uitgeverij Déput, Rijswijk, 2006, ISBN-10: 90-807241-5-7 Apeldoorn Monument L.P. van Oppen e.a. Apeldoorn, 1990 Beleidshandreiking Beheer en behoud oorlogsmonumenten red. Nationaal Comité 4 en 5 mei, Amsterdam, 2008, ISBN 978-90-77294-07-9 Buitenstaanders, Rijkscollectie in de openlucht Arjan de Koomen, Inspectie Cultuurbezit, ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2005 Onderhoud van kunstwerken in de buitenlucht afstudeerscriptie Corrie van de Vendel, 2000 Oorlogsmonumenten o.a. Ingrid van Beuzekom, uitgeverij Stichting Matrijs, Utrecht, 1995, ISBN 90-5345-062-9 Postkoloniale monumenten in Nederland Gert Oostindie, Henk Schulte Nordholt, Fridus Steijlen, KITLV Press, Leiden 2011, ISBN 978-90-6718-377-2 Sta een ogenblijk stil Monumentenboek 1940/1945 Wim Ramaker en Ben van Bohemen, Kampen, Uitgeversmaatschappij J.H. Kok Matrijs, 1980, ISBN 90-242-0185-3
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
38
Websites • www.apeldoornendeoorlog.nl • www.hetutrechtsarchief.nl/spoorwegen • http://enterprise.archiefweb.eu/archives/archiefweb/20101228032048/http://www.derondevenen.nl/index.php?simaction=content&mediumid=1&pagid=911&fontsize=12 • http://www.defensie.nl/cdc/bronbeek/landgoed/monumenten • http://beeldenvoordetoekomst.nl/nl/activiteiten/oorlogsmonumenten-beeld • http://www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten/oorlogsmonumenten_in_beeld En hier bevindt zich de database met oorlogsmonumenten: • http://www.4en5mei.nl/herinneren/oorlogsmonumenten
39
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Bijlagen Bijlage 1 Database Nationaal Comité 4 en 5 mei
42
Bijlage 2 Lijst van geschouwde monumenten
43
Bijlage 3 Manier van schouwen
47
Bijlage 4 Schouwingsformulier
48
Bijlage 5 Namenlijst
49
Bijlage 6 Vragenlijst beheerders
50
Bijlage 7 Adoptieplan Nationaal Comité 4 en 5 mei
52
Bijlage 8 Voorbeeld Akte van schenking
53
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
40
Bijlage 1
Het monumentenbestand is ook qua achtergrond en betekenis zeer divers. De monumenten zijn inge-
Database Nationaal Comité 4 en 5 mei
deeld in zogenoemde herdachte groepen, zoals hieronder aangegeven:
Uitgangspunt voor de selectie vormde de database
• Burgers uit Nederland
oorlogsmonumenten van het Nationaal Comité,
• Burgerslachtoffers
met foto’s en tekst die diverse partijen hebben
• Vervolgden Nederland
aangeleverd. De database, die focust op interesse
• Verzet Nederland
in achtergrond en betekenis van het monument,
• Burgers voormalig Nederlands-Indië
bevat weliswaar de letterlijke teksten op de monu-
• Burgers voormalig Nederlands-Indië
menten, maar geen technische informatie. Dit
• Militairen en koopvaardijpersoneel
maakte het zoeken op materiaalsoort lastig. In be-
• Geallieerde militairen
schrijvende teksten werden de materialen lang niet
• Koopvaardijpersoneel
altijd genoemd; het bood bovendien geen garantie
• Militairen in dienst van het Ned. Kon. 1940-1945
als dit wel gebeurde. Soms was de benoeming al-
• Militairen in dienst van het Ned. Kon. na 1945
gemeen: natuursteen, soms specifiek: Euville (een
• Anders
soort kalksteen). Dit leidde tot onderstaande ver-
• Algemeen
deling:
• Allen • Overig
Tabel 7: materiaalsoorten Zandsteen
57
De database bevatte de volgende gegevens:
Brons
339
• Naam moment
Bronzen
672
• Adres
Natuursteen
701
• Plaats
Baksteen
173
• Ontwerper
Beton
66
• Onthullingsjaar
Hout
69
• Soort monument (zuil, boom, raam, sculptuur,
Kalksteen
66
plaquette etc.)
Glas
105
• Herdachte groep
IJzer
11
Boom
• Wel/niet geadopteerd
102
Met naam van het monument, adres, plaats en ontwerper (of kunstenaar) is geen rekening gehouden
Op formaat kan in de database niet worden gezocht.
bij de selectie of tijdens de schouwing.
Foto’s van de monumenten geven wel een idee ervan.
Omdat de database-gegevens uit zo veel verschillende
Het totale bestand oorlogsmonumenten bestaat
bronnen komen, kan niet worden gegarandeerd
uit allerlei gedenktekens: van een houten kruisje
dat deze volledig kloppen. Daarom is de beeld-
tot het Nationaal Monument op de Dam in Am-
houwers ook gevraagd de gegevens te controleren
sterdam; van zwerfkei tot minutieus gemodelleerd
op juistheid en volledigheid. Niet bekend is of de
brons.
database alle oorlogsmonumenten in Nederland
De genoemde soorten in de database zijn:
bevat; aanmelden is niet verplicht. Wel worden
beeld/sculptuur
nog steeds nieuwe monumenten onthuld en toe-
• begraafplaats/graf
• boom
• gedenkmuur
• gedenksteen
• glas-in-lood
• kapel
• kruis
• plaquette
• reliëf
• zuil
gevoegd. De database blijft dus in ontwikkeling.
• overig
41
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Bijlage 2 Lijst van geschouwde monumenten Postcode Titel
Adres
Ontwerper
Co d e
Amsterdam, '7 mei 1945'
Kalverstraat
N.V. Metaalgieterij Holland
0OcPl
Amsterdam, 'De Gevallen Hoornblazer'
Eerste Weteringplantsoen
Gerrit Bolhuis (1908)
Amsterdam, 'Februaristaking' (2)
Waterlooplein
Amsterdam, gevelsteen aan de Bloemgracht
Bloemgracht 82
Amsterdam, 'Hollandia-Kattenburgmonument'
IJplein
Cephas S. Stauthamer (1899-1983)
8ObZu
Amsterdam, 'Joodse Dankbaarheid'
Weesperstraat
Johannes Gustaaf Wertheim
5OaRe
Amsterdam, 'Keesje'
Keesje Brijdeplantsoen
Amsterdam, monument aan de Egidiusstraat
Egidiusstraat
Gerda Rueter (1904-1993)
5OaBee
Amsterdam, monument aan de Marnixstraat
Marnixstraat 404
Hildo Krop (1884-1970)
0OaBee
Amsterdam, monument aan de Stadhouderskade
Stadhouderskade 21
Amsterdam, monument voor Annick van Hardeveld
Hekelveld
Hans Bayens
Amsterdam, 'Monument voor het Kunstenaarsverzet'
Plantage Westermanlaan
Carel Kneulman
Amsterdam, plaquette aan de Zuiderkerk
Zuiderkerkhof 72
Martijn Luns
Amsterdam, plaquette in de Bijenkorf
Dam 1
Amsterdam, plaquette op de gevel van de Noorderkerk
Noordermarkt
Ezechiël J. Hoek
Amsterdam, plaquette voor de voormalige Wilhelmina Catharinaschool
Weteringschans 263
Frits Nolte
Amsterdam, plaquette voor Stichting 1940-1945
Keizersgracht 567
Amsterdam, verzetsmonument
Trijn Hullemanlaan 69
Nico Blom
20OaBee
Amsterdam, 'Walraven van Hall-monument'
Frederiksplein 40
Fernando Sánchez Castillo (1970)
21OaBee
Amsterdam, De Hollandsche Schouwburg
Plantage Middenlaan 24
S.L. Harzt, H.H.P. Waterman
Amsterdam, 'De Dokwerker'
Jonas Daniël Meijerplein 2-4
Mari S. Andriessen (1897-1979)
5OaBee
Amsterdam, Spiegelmonument
Wertheimpark
Jan Wolkers (1925-2007)
7ObOv
Den Haag, 'Aartsengel Michael'
Westeinde
Herman van Remmen (1889-1967)
0A3Bee
Den Haag, 'Davidster'
Gedempte Gracht 40
Dick Stins
Den Haag, 'De Wachter'
Nassauplein
Shinkichi Tajiri
9MeBee
Den Haag, 'Englandspiel'
Hogeweg
Titus Leeser (1903-1996)
8OaBee
Den Haag, 'Grenadiers en Jagers'
Böttgerwater
Dirk Bus (1907-1978)
5MeBee
Den Haag, 'Haags Verzets- en Bevrijdingsmonument'
Carnegieplein
Appie Drielsma (1937)
9OaBee
Den Haag, Homomonument
Koninginnegracht
Theo ten Have
9OcBee
Den Haag, 'Indisch monument'
Prof. B.M. Teldersweg
Mevr. Jaroslawa Dankowa
8NIaBee
Den Haag, 'Koningin Wilhelmina'
Paleisstraat
Charlotte van Pallandt (beeld),
Den Haag, 'Menselijke Vergissing'
Schenkkade1
Den Haag, monument aan de Parallelweg
Parallelweg
Den Haag, monument op Algemene Begraafplaats
Kerkhoflaan 12
Den Haag, monument op het landgoed 'Clingendael'
Clingendael 7
1000
5OaBee 20OaPl 0OcPl
0OcKr
\OaPl 8OaPl &OaBee \A3Pl \OcPl 7OaPl 20ObPl 9OaPl
6ObPl
2500
Den Haag, 'Monument van Puin'' Den Haag, plaquette in het stadhuis
S. van Embden (voetstuk, achtergrond)
8A3Bee
Marijke de Goey
\OcBee
Dirk Bus
0MbGm
0OaPl
0OaPl Donald Duk
Spui 70
\A1Bee \OcPl
Den Haag, 'Reliëf Gevallenen 1940-1945'
Lange Poten 10
Rudi Rooijackers
Den Haag, 'Wereldvredesvlam'
Carnegieplein
Heleen van der Sanden-de Groot (monument)
Scheveningen, 'Engelandvaarders'
Gevers Deynootplein 30
Scheveningen, 'Monument voor hen die vielen'
Keizerstraat
Arie Teeuwisse
Scheveningen, Nationaal Monument voor de Koninklijke Marine
Zeekant
Mari S. Andriessen (1897-1979)
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
6ObPl
6OcRe 20A1Zu 20OaPl 6A3Bee 6MbBee
42
2300 Brielle, herdenkingsmonument
Burg. van Sleenstraat 6
Brielle, 'Indië-monument'
G.J. van Boogerdweg
\OcGs 20MeGs
Brielle, 'Joods monument'
Slagveld 36
Teus van den Berg-Been
Brielle, 'Monument voor de Gevallenen'
Catharijnehof
Hubert C.M. van Lith (09-01-1906)
0OaBee
7ObOv
Oostvoorne, monument voor Leendert van der Meer
Voorweg 48
A. Stoelwinder
0OaGm
Rockanje, monument aan de Blindeweg
Blindeweg 7
Rockanje, monument 'Duinen Tweede Slag'
Tweede Slag
H. van der Graaf
5OaGs
Rockanje, monument op de Oude begraafplaats
Zeeweg
H. van der Graaf
0OaGm
5OaZu
Spijkenisse, 'De Spijkenisser brug'
8A3Pl
Spijkenisse, monument voor Jan Campert
Jan Campertkade
Helen Ferdinand
Spijkenisse, oorlogsmonument
Vredehofstraat 16
Ir. M.C.A. Meischke (pilaar), Pieter van Oostveen (herinrichting)
Spijkenisse, 'RAF-monument'
Dhr. C.P. van Bokkem Toos Neger
20OaZu
5OaZu 9MdBee
Strijen, oorlogsmonument
Kerkstraat 48
5MbRe
Strijen, oorlogsmonument (2)
Kerkstraat 48
Rotterdam, Nationaal Koopvaardijmonument
Boompjeskade
Federico Antonio Carasso (1899-1969)
5MaBee
Utrecht, 'Anne Frank'
Janskerkhof
Pieter H. 'd Hont (24-04-1917)
6ObBee
Utrecht, 'Koningin Wilhelmina'
Wilhelminapark
Mari S. Andriessen (1897-1979)
6A3Bee
Utrecht, monument bij de voormalige machinefabriek Jaffa
Niasstraat
\OaOv
Utrecht, monument op de Israëlitische begraafplaats
Zandpad
0ObGs
Utrecht, 'Monument voor de Binnenlandse Strijdkrachten'
Opaalweg
Jan van Luyn (1916)
0OaBee
Utrecht, 'Monument voor Gevallen Spoorwegpersoneel'
Moreelsepark
Willem Johannes Valk (1898-1977)
0OaBee
Utrecht, oorlogsmonument aan de Ingenhouszstraat
Ingenhouszstraat
Willem van Kuilenberg
\A1Bee
Utrecht, verzetskruis
Amsterdamse straatweg
Utrecht, verzetsplaquette
Maliesingel
Pieter H. 'd Hont (24-04-1917)
0OaPl
20OcPl
3500
\OaKr
3700 Driebergen, Nederlands erehof
Traay 301
Nederlandse Oorlogsgravenstichting (ontwerp grafmonument)
8OaBeg
Ermelo, oorlogsmonument
Horsterweg
Nicolaas Adrianus van der Kreek
0OcBee
Leersum, verzetsmonument
Rijksstraatweg 46
W.P.C. van der Horst
0OaOv
Leusden, 'Monument voor het 16e Regiment Infanterie'
Dodeweg
Dhr. L. Barten (ontwerp),
Leusden, monument voor Pierre Brisdoux
Dodeweg
Maarn, monument op het Raadhuisplein
Raadhuisplein
Henk A. Vedder
0OaOv
Soesterberg, 'Monument 1940-1945'
Kampweg 2
Gert Dûermeyer (24-10-1930)
8NIaKr
Soesterberg, 'Monument voor Gevallen Vliegers'
Verlengde Paltzerweg 3
Dick Stins (beeld)
0MbZu
Willem van Kuilenburg (uitvoering)
0MbBeg \MdKr
Woudenberg, oorlogsmonument
9OcGs
Woudenberg, gedenkmonument
\OaBee
4200 Breda, 'Artikel 1'
Park Valkenberg
Breda, Bevrijdingsboom
Dr. van Campenstraat 17
Breda, 'De Vlucht'
Park Valkenberg
Breda, 'Indië-monument' (1)
43
Maarten Fleuren
20A3Pl 0A1Boo
Hendrik Koreman
0OcBee
Erwin Polke
\MbGs
Breda, oorlogsmonument 'Belcrum'
Pastoor Pottersplein
0OcBee
Breda, 'Pools monument'
Wilhelminapark
\MdZu
Breda, 'Vloeiweide monument'
Paul Windhausenweg 9
Chaam, oorlogsmonument
Raadhuisplein 3
\OaPl 9OaZu
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Etten-Leur, 'Monument voor Gesneuvelde Militairen'
Van Bergenplein
Frans Verhaak (beeld), Nicolaas de Wit (betonnen element)
Gilze, Mariakapel
Kerkstraat
Hein Koremans (beeld)
Gilze, Nederlandse oorlogsgraven
Alphenseweg
Ir. Kees van Beijsterveldt (klokkenstoel)
Gilze en Rijen, plaquette in het NS-station
9OcBee 0A3Ka 9OcBeg
Ir. H.G.J. Schelling, dhr. Winkelman
\OcPl
Riel, monument voor Karl-Heinz Rosch
Dorpsstraat 34
Riet van der Louw
Riel, oorlogsmonument
Kerkstraat 3
J. Backx, A. van Gool
20A3Bee 5MeZu
Goirle, herdenkingsmonument
Kloosterstraat
Nico de Wit
9OcOv
Goirle, monument voor de familie Dasché
Emmastraat 35
20ObPl
Goirle, 'Monument voor de Onbekende Soldaat'
St. Jansstraat
\MdZu
Goirle, oorlogsmonument
Kerkstraat 3
Lucas van Hoek (1910-1991)
5OaRe
Haaren, 'Sint-Joris en de draak'
Mgr. Bekkersplein 2
A. Merckelbach
0OaGl
Oisterwijk, 'Gevleugelde vrijheid'
Gemullenhoekenweg 11
Harm Timmermans
8MbBee
Tilburg, 'Indië-monument'
Gerard van Swietenstraat
Ir. André M. Doevendans (02-06-1927)
20MeOv
Tilburg, monument aan de Bisschop Zwijsenstraat
Bisschop Zwijsenstraat 66
Niel Steenbergen (1911-1997)
0A3Bee
Tilburg, monument aan de Boomstraat
Boomstraat 81
Jac Maris (1900-1996)
0A3Bee
Tilburg, monument bij het NS-station
Spoorlaan 35
Tilburg, monument in Obs. 'De Vuurvogel'
Eikstraat 11
Tilburg, monument op de Joodse begraafplaats
Bredaseweg
5000
Tilburg, monument op de R.K. begraafplaats in de wijk Goirke
Goirkestraat 68
Tilburg, monument voor Coba Pulskens
Diepenstraat 25
Tilburg, monument voor W.A.J. Berkelmans
6OcOv Dhr. P. de Vries
9ObGs 0ObPl \OcGs
Jacques J. van Poppel (1909-1976)
0OaRe
Frater Gamaliël (ontwerper), Firma Gebrs. De Kok (uitvoerder)
0OaRe
Tilburg, 'Onze Lieve Vrouw ter Nood'
Kapelhof
Ir. Jos Schijvens (kapel), Daan Wildschut (glas-in-beton), Kees Mandos (kalligrafie)
6OcKa
Tilburg, 'Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand'
Ringbaan-Zuid
Frans Mandos (schildering), Jos Donders (muur)
0A3Ka
Tilburg, plaquette in de Noordstraat
Noordstraat 59
Mieke Engering
Tilburg, plaquette in het NS-station (1)
Spoorlaan 35
Ir. H.G.J. Schelling, dhr. Winkelman
Tilburg, 'René Klessensmonument tegen Oorlog en Geweld'
St. Willebrordplein
Christien Nijland (1937)
9OcOv
Tilburg, 'Maria-monument'
Rooseveltplein
Hein Koreman (1921)
6A1Bee
20OcPl 0OcPl
5800 Boxmeer, monument op de R.K. begraafplaats
Begijnenstraat
1Lim0OcZu
Boxmeer, oorlogsmonument
Rapenstraat
Willem Muijs
Boxmeer, plaquette in het NS-station (1)
Stationsweg 1-3
Ir. H.G.J. Schelling, dhr. Winkelman
Boxmeer, plaquette in het NS-station (2)
Stationsweg 1-3
4Lim0OcPl
Boxmeer, plaquette op de gevel van het gemeentehuis
Raadhuisplein
5Lim6NIaPl
Holthees, Oorlogsmonument
Sint-Jozeflaan
Jan M. Driessen
6Lim9ObBee
Tienray, monument voor Hanna van de Voort
Hanna van de Voortplein
Elly van den Broek (23-07-1943)
7Lim8OaBee
Tienray, NS-plaquette
Kloosterstraat 1
Ir. H.G.J. Schelling, dhr. Winkelman
2Lim9MeGs 3Lim0OcPl
8Lim\OcPl
Tienray, plaquette voor Hanna van de Voort
Spoortstraat 8
9Lim5OaPl
Tienray, 'Sporen die bleven'
Stationslaan 4
10Lim20OcPl
Venray, Brits Ereveld
Hoenderstraat 99
Venray, monument bij de voormalige Vredeskerk
Kennedyplein 18
Venray, 'Norfolk-monument'
Overloonseweg 32
12Lim0MdBeg Ir. T.H.A. Boosten
Wellerlooi, verzetsmonument
Twistedenerweg
Westerbeek, 'Lancaster-monument'
Kerkstraat
Ysselsteyn, Duitse Militaire Begraafplaats
Timmermansweg 75
Firma Eijsbouts (carillon)
Roermond, Nationaal Monument voor Vredesoperaties
Maastrichterweg
Dick van Wijk, Wijnand Thönissen
Venray, plaquette in het NS-station
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
13Lim5OcOv 14Lim8OcOv 15Lim5OaKr 16Lim\MdOv
Ir. H.G.J. Schelling, dhr. Winkelman
17Lim0A3Beg 18Lim20MeBee 11Lim\OcPl
44
6500 Groesbeek, 'Evacuatie'
Mooksebaan
Greet Norp-Nieuwhof
9A3Bee
Groesbeek, monument aan de Gooiseweg
Gooiseweg
Joep de Bekker
6A3Bee
Groesbeek, monument bij de Zuidmolen
Herwendaalseweg 1
George Blackburn
20MdPl
Groesbeek, monument langs Klein Amerika
Klein Amerika
Teun van Grinsven en G. Thuring
9MdGs
Niel Steenbergen (1911-1997)
Groesbeek, monument voor Anthony M. Stefanich
Sint Antoniusweg 2
Groesbeek, 'Sherwood Rangers-monument'
Wylerbaan 4
7MdRe
Nijmegen, 'De Schommel'
Raadhuishof
Henk Visch (18-09-1950)
20ObOv
Nijmegen, 'Joods monument'
Kitty de Wijzeplaats
Paul de Swaaf (1934)
9ObBee
Nijmegen, monument bij de St. Stevenstoren
Sint-Stevenskerkhof
Mari S. Andriessen (1897-1979)
5OcBee
Nijmegen, monument op het Joris Ivensplein
Joris Ivensplein
Nijmegen, monument op Plein 1944
Plein 1944
Jac Maris (1900-1996)
5MbBee
Nijmegen, monument voor Titus Brandsma
Thomas van Aquinostraat 8
G.L. Mathot (1911)
8OaBee
Nijmegen, oorlogsmonument
Graafseweg 419
Remy Kruytzer
20OaGs
Nijmegen, plaquette 'De Oversteek'
Winselingsweg 12
Nijmegen, plaquette in het postkantoor
Van Schevichavenstraat 1
M. Meesters
Nijmegen, verzetsmonument (1)
Keizer Traianusplein
Marius van Beek (1921-2003)
5OaBee
Nijmegen, verzetsmonument (2)
Bart Hendriksstraat t.o. 9
Ben van Pinxteren
8OaBee
Doetinchem, 'Joods monument'
Boliestraat
Wigger Bierma (1958)
Coevorden, 'Joods monument'
Kerkstraat
Wouter van Rossem
Coevorden, monument aan de Gramsbergerstraat
Gramsbergerstraat
Collendoorn, monument 'Kamp Molengoot'
Luggersweg
Dalen, 'Indië-monument'
Binnenweg
Dalen, 'Joods monument'
Drift
8MdOv
0OaGs
20MdPl 0ObPl
20ObBoo
7700 8ObBee \OcPl Kees Huigen
20ObGs 9MeBee
I. Manschkow
Dalen, monument voor Carel Otterman
9ObGs 0OaGs
Dalen, oorlogsmonument
Hoofdweg
\OcGs
Emmen, oorlogsmonument
Kerkpad
Kees van Renssen (04-10-1941)
Emmen, plaquette bij de Grote kerk
Schoolstraat 5
Nico Witteman
Emmen, 'Pools monument'
Noordbargerstraat
Hardenberg, 'Verlies, verdriet, verzet en vrijheid'
Europaweg
Kees Verkade
21NIaPl
Hooghalen, 'Bevroren Tranen'
Oosthalen 8
Truus Menger-Oversteegen (29-08-1923)
20OaOv
Hooghalen, 'De 102.000 stenen'
Oosthalen 8
J.A. Gilbert, P.A. Ritmeijer
Hooghalen, gedenkraam in het Herinneringscentrum Kamp Westerbork
Oosthalen 8
N. Schriek
Hooghalen, 'Jerusalem Stone'
Oosthalen 8
Hooghalen, 'Monument voor Canadese Militairen'
Middendorp
Fri Heil-Verver (1892-1984)
6MdGs
Hooghalen, 'Tekens in Westerbork'
Oosthalen 8
Victor Levie (13-04-1955)
20OaGs
Sleen, monument op de Algemene begraafplaats
Boterakkersweg
\OaBee 7MbPl 8MdGs
9OaOv 0A3Gl 9OaGs
\OcKr
6800 Arnhem, 'Dampit-monument'
Velperweg 147
Rudi Augustinus
Arnhem, 'Glodok-monument'
Velperweg 147
Arnhem, monument 'Birma-Siam Spoorweg'
Velperweg 147
Dros
Arnhem, monument 'Indisch verzet'
Velperweg 147
Van Loghem
Arnhem, monument 'Japanse Vrouwenkampen'
Velperweg 147
Frans Nix (02-11-1934)
Arnhem, monument 'Japanse Zeetransporten'
Velperweg 147
Anneriet de Pijper (1942)
Arnhem, monument 'Jongenskampen'
Velperweg 147
9NiaGs 8A3Ov 9NiaZu 7NibBee 20NibBee
H.L.B. Mahieu (ontwerper), Anton Beijsens (beeldhouwer)
45
20NIaZu
Nationaal Comité 4 en 5 mei
8NIaBee
8800 Ferwert, 'As 't nedich is'
Vrijhof
Jan van Luyn (1916)
5OaBee
Ferwert, 'Indië-monument'
Marrumerweg
Leeuwarden, 'Bicornus'
Lycklamastins
Leeuwarden, monument in het GAK-gebouw
Tesselschadestraat 5
Leeuwarden, 'Joods monument'
A.S. Levissonstraat 40
Kees van Renssen (04-10-1941)
Leeuwarden, Koningin Wilhelminaraam
Jacobijnerkerkhof 95
Dick Osinga (ontwerp), Firma Bogtman (uitvoering) 6OaGl
Leeuwarden, monument aan de Keizersgracht
Keizersgracht
9MeGs Tilly Buij
9OaBee \OaOv 8ObZu
8OaGs
Leeuwarden, monument in de Prinsentuin
Prinsentuin
Auke Hettema (1927-2004)
5A1Bee
Leeuwarden, monument in de Sint-Bonifatiuskerk
Bonifatiusplein 20
Victor Sprenkels (beeld), H.N.J. Engels (sieraden)
0A3Ka
Leeuwarden, muurschildering in het Gymnasium Beyers Naudé
Gymnasiumstraat 36
Louis Boermeester jr.
Leeuwarden, 'Wand met Joodse namen'
Turfmarkt 11
Rob Nijpels
9ObPl
Leeuwarden, monument op de Joodse begraafplaats
Jelsumerstraat
Ir. Feddema
0ObPl
Leeuwarden, 'Royal Canadian Dragoons'
0OaOv
8MdPl
Leeuwarden, 'Monument voor Spoorwegpersoneel'
Ir. A. Baart sr.
0OaPl
Sint Annaparochie, 'Evacuatie van Venlo'
Van Harenstraat 47
Charles Vos
0A3Re
Sint Annaparochie, 'Strijdt de goede strijd'
Steven Huygenstraat 4
Marijcke Visser (1915-1999)
5A1Re
Sint Jacobiparochie, oorlogsmonument
Oosteinde 1
Verena Wagner
Appingedam, 'Joods monument' bij het raadhuis
Wijkstraat 36
Han Boerrigter, B.S.B. Glasatelier b.v.
Delfzijl, 'Joods monument'
Johan van den Kornputplein 10
Willem Heesen
Delfzijl, 'Joodse plaquette'
Johan van den Kornputplein 1
Delfzijl, monument bij de voormalige Zeevaartschool
Abel Tasmanplein 1
Usquert, oorlogsmonument
Raadhuisstraat
Warffum, 'Joods monument'
Noorderstraat 22
Warffum, monument voor Benjamin Broekema
B.H. Broekemastraat
Winsum, bevrijdingsmonument
Regnerus Praediniusstraat 9
20A2Ov
9700 8ObPl 8ObOv 9ObPl Annette Dekking-van Haeftem (1903-1985)
5OcBee 9OaGm
ir. E.A. Kleima
0ObGs 7ObBee
Wladimir de Vries (beeldhouwer), D.J. Tinga (ontwerp muur)
0A1Bee
Armando (1929)
9OcBee
Winsum, gevelsteen bij De Boog
Hoofdstraat Obergum 2
Groningen, 'Werkmanmonument'
Heresingel
Groningen, monument in het postkantoor
Munnekeholm 1
0ObPl
Groningen, gedenkplaquettes in het Academiegebouw
Broerstraat 5
0OaPl
Groningen, bevrijdingsplaquette
Grote Markt
Willem Johannes Valk (1898-1977)
Groningen, 'Sint-Joris en de draak'
Martinikerkhof 1
Prof. Ludwig Oswald Wenckebach (1895-1962)
5A2Bee
Groningen, 'Joods monument'
Verlengde Hereweg 95
Edu Waskowsky (1934-1976)
7ObBee
Groningen, Bevrijdingsbos
Stadsweg
Groningen, monument op de Joodse begraafplaats
Iepenlaan 93
W. Stalk
5ObBee
Groningen, monument voor Hendrik Boxma
Iepenlaan 204
Groningen, plaquette in het NS-station
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
\A1Gs
7MdPl
9MdOv
\OaBeg Ir. H.G.J. Schelling, dhr. Winkelman
\ObPl
46
Bijlage 3
De constateringen betreffen de waardering voor, dan wel de aanwezigheid van, bepaalde items. Ze zijn, ten behoeve van
Manier van schouwen
de analyse, als cijfers opgenomen op het formulier (bijlage 6): zo kon er via Excel mee worden gerekend. Een deel van de
Werkwijze
verzamelde gegevens is gebruikt voor het corrigeren of aan-
Van de 3.642 monumenten in Nederland werden 212 monu-
vullen van de database van het Nationaal Comité.
menten geselecteerd voor een schouwing, die werd uitgevoerd door leden van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers
Negen van de geselecteerde monumenten waren niet te schou-
(NKvB). De leden zijn allen professionele specialisten in
wen: ze konden niet worden achterhaald of waren opgeslagen.
(het gebruik van) materiaal voor beelden in de buitenruimte.
Uiteindelijk werden gegevens vastgelegd van 461 materialen
Zij noteerden hun bevindingen op een speciaal formulier.
van 203 monumenten.
Op basis hiervan zijn berekeningen uitgevoerd, waardoor algemene uitspraken kunnen worden gedaan over de selectie en het gehele bestand van oorlogsmonumenten.
Door gegevens uit de formulieren te koppelen, konden bijvoorbeeld de herstelkosten van geadopteerde monumenten worden bepaald.
Elke beeldhouwer schouwde circa twintig monumenten in de eigen regio. Omdat de NKvB een landelijke vereniging is, werd daarmee een landelijke dekking van het onderzoek min of meer gegarandeerd. De schouwing, vanaf het maaiveld, en zonder hulpmiddelen, was puur gericht op het constateren van gebreken, niet op het achterhalen van de oorzaken daarvan. Tijdens de schouwing zijn foto’s gemaakt, waar mogelijk van vier kanten. Ook zijn foto’s gemaakt van het monument in zijn omgeving, en van eventuele bijzonderheden of mankementen. De schouwing bestond uit twee hoofdonderdelen: algemene indruk en constateringen per materiaalsoort. Veel monumenten bestaan uit verschillende materialen; de belangrijkste zijn telkens geschouwd.
47
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Bijlage 4 Schouwingsformulier
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
48
Bijlage 5
Oorlogsgravenstichting Zeestraat 85
Namenlijst
2518 AA Den Haag 070 - 313 10 80
Nationaal Comité 4 en 5 mei
www.ogs.nl
mw. dr. E.S.J. Captain, advies en onderzoek
dhr. drs. W.R. Broer, manager beheer en onder-
dhr. drs. N.H. Weitkamp, advies en onderzoek
houd Oorlogsgravenstichting
Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam
Gemeente Apeldoorn
020 - 718 35 00
Marktplein 1
www.4en5mei.nl
7311 LG Apeldoorn 055 - 581 40 55
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
www.apeldoorn.nl
dhr. drs. R. Morelissen, sector Kennis Roerend
mw. Y. de Vries, Dienst Ruimtelijke Ontwikkeling,
Erfgoed
Afdeling Stedebouw en Cultuurhistorie
Postbus 1600 3800 BP Amersfoort
Gemeente De Ronde Venen
033 - 421 7 421
Croonstadtlaan 111
www.cultureelerfgoed.nl
3641 AL Mijdrecht 0297 - 29 16 16
Buro DSB
www.derondevenen.nl
mw. ing. C. van de Vendel
dhr. drs. S.B.P. Willemsen, afdeling Cultuurhisto-
Postweg 1
rie
3941 KA Doorn tel. 06 - 10 50 26 38
Schouwers van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers
Bijzondere beheerders
Martin Borchert Marieke Geerlings
Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum
Jack de Groot
Bronbeek (KTOMMB)
Merel Holleboom
Velperweg 147
Paul van Laere
6824 MB Arnhem
Erik van Maarschalkerwaard
026 - 376 35 55
Henk Rusman
www.defensie.nl/cdc/bronbeek
Adriaan Seelen
dhr. drs. P.J.C. Verhoeven, hoofd Museum
Dick Simonis
Bronbeek
Ron van de Ven Eelke van Willigen
Nederlandse Spoorwegen Laan van Puntenburg 100
Nederlandse Kring van Beeldhouwers
3511 ER Utrecht
Jan Tooropstraat 1
030 - 235 91 11
1062 BK Amsterdam
www.ns.nl
020 - 615 77 44
dhr. G. A. Honing, manager Representatie &
www.NKvB.nl
protocol
49
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Bijlage 6 Vragenlijst beheerders Vragenlijst onderzoek beheer oorlogsmonumenten, in opdracht van Nationaal Comité 4 en 5 mei Uitgevoerd door Buro DSB, Doorn Registratie A – Omvang en afbakening van de (totale) collectie 1 Heeft uw organisatie een relatie met de Tweede Wereldoorlog, zo ja, welke? 2 Beheert u, naast oorlogsmonumenten, nog andere beeldende kunst? 3 Op welke manier zijn oorlogsmonumenten in uw beheer/bezit gekomen? 4 Hoeveel oorlogsmonumenten en hoeveel andere beeldende kunst beheert u? 5 Bent u eigenaar van de oorlogsmonumenten, zo nee, wie zijn dan de eigenaren? 6 Zijn oorlogsmonumenten uit uw collectie aangewezen als gemeentelijk of rijksmonument: zo ja, hoeveel van welke soort? B – Betreft de oorlogsmonumenten 1 Hoeveel monumenten van welke grootte beheert u? < 1 m³ 1 tot 3 m³ 3 tot 10 m³ 10 tot 30 m³ 30 m³ of meer 2 Uit welke materialen bestaan de oorlogsmonumenten/ aantallen? Brons Koper Metaal Natuursteen Keramiek Baksteen Glas Hout Natuur Overige, namelijk … C – Registratie collectie 1 Heeft u een inventarisatie van uw collectie? 2 Als uw collectie groter is dan alleen oorlogsmonumenten: zijn de oorlogsmonumenten dan apart geregistreerd? 3 Hoe is de inventarisatie gericht? Materiaalkundig, betekenis, geschiedenis, gebruik, overige 4 Op welke manier zijn de monumenten geregistreerd (graag inzicht in de manier waarop> kopie registratieblad, inzicht in ordening e.d.)? Onderhoud D – Onderhoud 1 Heeft u een onderhoudsplan voor de monumenten? 2 Wie heeft dit plan opgesteld? 3 Graag inzicht in de manier waarop dit plan is opgesteld (kopie plan, inzicht in ordening e.d.)? 4 Wordt onderhoud volgens het plan uitgevoerd? 5 Heeft uw collectie achterstallig onderhoud? Zo ja, hoe groot is dat deel t.o.v. het geheel? 6 Ondergaat uw collectie regulier onderhoud?
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
50
7 Wordt er ad hoc ingegrepen bij incidenten? 8 Hebben uw beelden (gevolgen van eerdere) schade? 9 Worden de beelden regelmatig geschouwd? Frequentie? Door wie? 10 Op welke manier worden incidenten geconstateerd? 11 Wordt de kunstenaar betrokken bij het onderhoud? 12 Worden werkzaamheden aan de beelden geregistreerd? 13 Worden gebruikte producten, productsoorten, verfnummers e.d. geregistreerd? Organisatie E – Organisatie 1 Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van onderhoud? 2 Is degene die de opdracht geeft een bouwkundige, een andere technicus, een inhoudelijk specialist, een kunsthistoricus, een restaurator, overige, namelijk … 3 Welke instantie voert het onderhoud uit? Eigen dienst (zo ja, welke (soort) dienst), ingehuurd bedrijf, overige, namelijk … 4 Welke achtergrond hebben degenen die het onderhoud uitvoeren? technici, restauratoren, bouwkundigen, groenbedrijf … 5 Wordt het uitgevoerde werk gecontroleerd? 6 Wordt er gewerkt onder de Ethische Code voor behandeling voor erfgoed? 7 Is er informatie te vinden over de monumenten? 8 Staan er informatiebordjes bij de monumenten? 9 Zijn er monumenten uit uw collectie geadopteerd? 10 Zijn er monumenten uit uw collectie verbonden aan specifieke groepen? Zo ja, spelen die een rol in het onderhoud ervan? Diversen F – Beleidshandreiking van het Nationaal Comité 1 Bent u bekend met de eerder door het Comité gepubliceerde Beleidshandreiking beheer en behoud van oorlogsmonumenten? 2 Werkt u met deze handreiking? 3 Heeft u dingen uit de handreiking overgenomen voor uw praktijk? G – Juridische aspecten 1 Is de eigendomssituatie vastgelegd? 2 Zijn er afspraken op schrift met de kunstenaar en de oprichters? H – Incidenten 1 Op welke manier wordt u op de hoogte gesteld van incidenten met de monumenten? 2 Worden meldingen direct opgevolgd? 3 Is er een antigraffiti-beleid? 4 Wordt er gekeken naar de soort of de inhoud van de graffiti? I – Financiën 1 Is er een vastgesteld budget voor beheer en onderhoud van uw collectie? 2 Wat is de hoogte van het budget, voor hoeveel werken? 3 Zijn er reservemiddelen voor het ingrijpen na incidenten? J – Overige 1 Diefstal preventie/toezicht? 2 Zijn de monumenten verzekerd? April 2012
51
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Bijlage 7 Digitale les
Adopteer een Monument Nationaal Comité 4 en 5 mei Onderstaande tekst is overgenomen van de website van het Nationaal Comité 4 en 5 mei: www.4en5mei.nl
Vanaf 2012 kunt u ook gebruikmaken van de digitale les van Adopteer een Monument. Wilt u meer informatie? U kunt altijd terecht bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Ga naar de homepage www.4en5mei.nl.
Adopteer een monument Wilt u ook met uw leerlingen uit groep 7 of 8 een herdenking houden? En ze zo meer te weten laten
Lesmateriaal downloaden Download hier het aanvullende lesmateriaal.
komen over de lokale oorlogsgeschiedenis? Adopteer een monument!
Financiers Het project Adopteer een Monument wordt mede
“Om 8 uur ’s avonds waren alle soldaten en alle
mogelijk gemaakt door het vfonds en het Nationaal
mensen 1 minuut stil. De meesten met een voorover-
Fonds 4 en 5 mei.
gebogen hoofd en met de ogen dicht. Dat deed iets met me. Ik begon echt terug te denken aan alle angst die de mensen hebben meegemaakt. Alle oorlogen en gesneuvelde soldaten. Dat was een hele eer om dat mee te maken.” Daneel Goedhart, groep 8 OBS Harlekijn, Cuijk, 2009 Waarom meedoen? Adopteer een monument is een landelijk onderwijsproject waarbij leerlingen van groep 7 en/of 8 een oorlogsmonument in hun eigen dorp of buurt ‘adopteren’. Kinderen leren door dit project meer over de lokale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, de traditie van herdenken en bijbehorende rituelen. Ze wonen – op een voor de school geschikt tijdstip – een herdenking bij het monument bij. Tijdens die herdenking leggen ze onder meer een bloemstuk bij het monument en dragen bijvoorbeeld gedichten voor. Meld u nu aan en ontvang het handboek! Bij deelname ontvangt uw school een handboek met lessen, werkbladen, oorkondes en praktische tips voor de herdenking. Jan Terlouw, Jacques Vriens en Vivian den Hollander hebben speciaal voor het handboek Adopteer een monument verhalen geschreven. Deze verhalen zijn een mooie inleiding op het lesmateriaal. Verder is het volgende materiaal kosteloos beschikbaar: • een bloemenbon als tegemoetkoming in de kosten voor bloemen of kransen • aanvullend lesmateriaal dat u via de site kunt downloaden
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
52
Bijlage 8 Voorbeeld akte van schenking Onderstaande akte van schenking is overgenomen naar het model van Het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek (Bronbeek).
53
Nationaal Comité 4 en 5 mei
Onderzoek technische staat van oorlogsmonumenten
54