EEN WOORD VAN DE VOORZITTER
En wederom een jaar voorbij, het gaat maar door, het gaat maar door... Voor je het weet, is er iets te vieren. tekening: Nico Visscher Jawel! 2011 is het jaar dat onze VOIC tien jaar bestaat! Dat kunnen we natuurlijk niet zomaar aan ons voorbij laten gaan, crisis of geen crisis. Daar moet op geklonken worden. Het was op 31 mei 2001 dat de vereniging een feit werd (we blijven het gewoon vereniging noemen, maar het is een feit!). Veel Sleutelavonden, picknicken, modeltekenavonden, VOIcafé ‘s en exposities zijn sindsdien georganiseerd door deze club. En nog steeds zijn we bezig om zinvolle maar bovenal gezellige avonden en dergelijke te organiseren. We hebben in 2010 een redelijk nieuw bestuur gekregen, waardoor er weer een aantal frisse nieuwe ideeen boven zijn komen drijven. Uiteraard staan wij als bestuur geheel open voor suggesties van de leden, wat betreft de invulling van de avonden. Of misschien ochtenden, middagen...men roept maar! Het idee om elkaar af en toe een bezoekje te brengen, loopt volgens mij nog niet zo hard. Ikzelf bel, of word gebeld en ga bij iemand op atelierbezoek, of men komt bij mij. Even zien hoe je collega het doet. Volgens mij vindt iedereen dat best leuk, maar zijn jullie gewoon te verlegen. Spreek anders af samen met een collega en ga met z’n tweeen naar een onbekende collega, waar je misschien ook nog iets van kan leren, en anders is het gewoon gezellig, echt waar. 1
De adressen staan op onze site. Die overigens weer geheel up-to-date is dankzij Jan en John. Heb je nieuws?Heb je een ander adres?Heb je nieuw werk wat er op moet? Mail het naar deze webmeneren, en zij zorgen ervoor, dat het op de site komt.
Er staan ook plaatjes in ....
En dan nu verder lezen, want in deze Inkt staan nog veel belangrijke zaken die ons allen aangaan. Alvast een goed 2011 gewenst, opdat die crisis nu eens bekoelt in deze winter en wij met goede moed aan het vrolijke werk kunnen!
Een aantal jaren geleden werden in de Volkskrant af en toe kinderboeken gerecenseerd. Onder dat artikel werd dan de titel nog eens herhaald met de naam van de auteur en de uitgever. En dan stond er nog; “geïll.” Dat was zo ongeveer de status van kinderboekillustraties, daar maakte je geen
Sieger Zuidersma
EXPOSITIE 22 januarie 2011 - 13 maart 2011 Ogen open, pyjama aan. Illustraties voor kinderen CBK EMMEN Ermerweg 88b (de oude Melkfabriek) 7812 BG Emmen Daniëlle Schothorst, Marianne van Voorn en Marloes de Vries
die deze kinderboekenweek aan de illustratoren werd besteed. “Dat mocht ook wel eens”zegt de Volkskrant “De tekenaar komt er soms bekaaid af”. Dan gaat het over het feit dat er maar één jaarlijkse prijs te vergeven is (het Gouden Penseel) en dat er weinig subsidies te halen zijn. “Maar”, zegt de krant;” Hebben onze illustratoren het ècht zo slecht? Cijfermatig moet dat meevallen: Onmiskenbaar zit het geïllustreerde boek als genre in de lift. Het aantal prentenboeken dat bij de Koninklijke Bibliotheek wordt gedeponeerd, is in de afgelopen twintig jaar verdubbeld. De afgelopen tien jaar heeft zich een groot aantal frisse, jonge illustratoren aangediend, terwijl een aantal oudere geregeld tentoonstellingen heeft en voet aan de grond lijkt te krijgen in het buitenland”.
tekening: Harry Geelen
Ratten, tekening: Marianne van Voorn
2
woorden aan vuil. Maar in de kinderboekenweek (op 2 oktober j.l.) ruimde de Volkskrant twee hele pagina’s in voor de bespreking van het boek “Tekenaars - kinderboekillustratoren geportretteerd” geschreven door Joukje Akveld en de tentoonstelling in het Rijksmuseum over Gouden Penseel - winnaars. Aanleiding was de extra aandacht
tekening: Jet Boeke
3
Vervolgens wordt een aantal collega’s gevraagd naar hun ervaringen in dezen. Daan Remmerts de Vries, medemaker van Stimmy, het prentenboek van de kinderboekenweek, zegt: “Ik lig er wel eens wakker van of er genoeg opdrachten binnenkomen”. Maar hij prijst zich gelukkig dat in Nederland nog bijzondere projecten worden uitgegeven. En Martijn van der Linden, een veelgevraagde illustrator zegt: “Met schoolbezoeken erbij red ik het prima”. Maar omwille van zijn gezin zal
dedain jegens illustratoren geen sprake is. In het boek van Joukje Akveld worden leven en werk van negentien illustratoren naast elkaar gelegd. Van Mance Post (85) tot Martijn van der Linden (31). De oudsten zien hun werk als een ambacht en de jongeren zien het eerder als een vorm van beeldende kunst. Maar jong en oud moeten er af en toe ander werk bij doen om een redelijk inkomen te behalen. Verderop in het verhaal komt dan Saskia de Bodt, bijzonder hoogleraar illustratie aan de UVA., aan het woord. Zij vind de Nederlandse illustratoren van hoog niveau maar te weinig onderscheidend. Ze schrikt een beetje als ze ziet hoezeer ze haast allemaal op elkaar lijken. Enkele uitzonderingen met een heel eigen stijl daargelaten, meent zij dat de meesten geen eigen karakteristieke stijl hebben.
tekening: The Tjong King tekening: Sieb Postuma
hij een goed betalend commercieel project niet afslaan. Hij had zich verbaasd over een oudere collega die zich wel erg dienstbaar opstelde.”Alsof illustraties alleen maar het verhaal dienen”. Hij zou, in deze verhouding, geen illustrator willen zijn. Jan Jutte (ha, een oud VOIC-lid) vind dat er nog wel een goed inkomen “bij elkaar te kleuren is” als je heel hard werkt. En niet al te strak binnen het illustratievak blijft. Overigens heeft hij in Amerika de ervaring opgedaan dat daar van enig 4
vk. ill.haas
Intussen groeit de waardering voor het vak toch wel gestaag, al ziet zij het gevaar van hoormoed voor de illustratoren die nu sterk in de belangstelling staan. Maar zij heeft een zwak voor de nijvere tekenaar die zich al tekenend voor wie hem of haar maar wil, een volwaardig inkomen verschaft . En ze besluit; “De illustrator van vandaag lijkt soms het liefst
alleen, ongestoord, op een eilandje mooie dingetjes te willen maken, met daarna een beschaafd applausje. Dan denk ik: Ammehoela”. Dit is een verkorte versie van het artikel uit de Volkskrant van 6 oktober 2010. Nico Visscher
5
Het boek kost € 14,95 en is verkrijgbaar via www.philipelchers.nl Website van Matty zelf : www.mattydevries.nl
OPROEP AAN ALLE LEDEN! Op en buiten onze Voic-avonden blijkt dat veel VOIC-leden iets interessants te melden hebben over het illustratievak of over alles daaromheen. Dat kan gaan over de workshops die ze geven en hoe die verlopen, bijzondere contacten met opdrachtgevers en/ of collega’s, exposities of open atelier, gewonnen prijzen of nominaties, de eens-maarnooit-weer opdrachten, samenwerking met schrijvers of andere aan ons vak gerelateerde personen, mislukkingen, successen, plannen, zoektochten, vragen, antwoorden, onderwerpen voor discussie etc.etc. De redactie van de INKT zou heel graag deze verhalen willen plaatsen. Andere leden herkennen er misschien iets in, kunnen er iets aan hebben of willen er over meepraten. Of vinden het gewoon leuk om te lezen. Daarom roepen wij iedereen op om iets te schrijven voor de Inkt. De kopij kan ingestuurd worden naar een van de volgende redactieleden; Marianne van Voorn -
[email protected] Hans Huisjes -
[email protected] Angelique Boter -
[email protected] Nico Visscher -
[email protected] of naar alle vier tegelijk. De Inkt verschijnt vier keer per jaar, meestal een tot twee weken voor de VOIC-avond, de deadline voor de kopij ligt daar dan weer een week voor. maar Maak je daar niet te druk over, als het met de ene Inkt net niet meer mee kan, dan wel de volgende (tenzij de verschijningsdatum wel van belang is, bv. een aankondiging van een expositie, dan kun je het het beste op tijd insturen). Verder is het natuurlijk ook erg leuk om je tekeningen, illustratiewerk, cartoons en stripjes in te sturen voor plaatsing. Tenslotte zijn we een illustratoren-vereniging! Ook met ontwerpen voor de omslag zijn we erg blij. Het is de bedoeling dat de inhoud voor de INKT zoveel mogelijk door de leden gemaakt wordt, en niet alleen door de redactie. Wij zijn benieuwd!
Een voorbeeld van content wat interessant is voor de Inkt; nieuws over een van onze leden, Matty de Vries, gespot in de Gezinsbode. 6
7
“In de Inkt gezet”
Jesse van Muylwijck wint stripschapsprijs 2010 door Hans Huisjes
moet gaan dan de advocaat, die slechts een partijbelang dient. De advocaat is daarmee een goede bijfiguur. De rechter is een archetype, een oordelende macht, die het goede van het kwade moet scheiden. Hij staat halverwege de mens en god, en dat maakt hem als hoofdfiguur heel bruikbaar.”
De Frossels, Ben Huisjes
Hier aankondiging volgende voic-avond en wat er die avond te doen is.
“Als voormalig rechtenstudent lag de keuze voor een rechter als belangrijkste personage voor de hand. “Het is een beetje moeilijk om een strip over een dokter te maken als je rechten hebt gestudeerd, net zoals het moeilijk is een strip over een rechter maken als je geneeskunde hebt gedaan. Omdat ik rechten heb gestudeerd en kantoorbanen me niet zo aantrokken, is dat de meest voor de hand liggende keuze”, legt Jesse van Muylwijck uit in een interview voor Stripelmagazine. “Dan kun je nog vragen: waarom dan geen advocaat als hoofdpersoon? Omdat de rechter dieper 8
mainstream In het Stripschapjuryrapport wordt hij o.a. een eigenzinnige stripmaker genoemd, die desondanks geheel in de mainstream werkt in een primitieve, toegankelijke stijl. ( met ‘primitief’ bedoelt men waarschijnlijk 2D) Dat wil dus zeggen dat zijn bekendste komische strip De Rechter elke dag in 14 kranten verschijnt en door Jan en Alleman gelezen wordt. Zijn strip bereikt dus dagelijks meer dan drie en een half miljoen lezers van alle leeftijden. En dat al 17 jaar lang! Dit jaar tekende hij de 5000e aflevering. Je kunt het je als ordinaire plaatjesmaker nauwelijks voor stellen. Daarnaast geeft hij zijn gebundelde strips ook nog zelf uit. Inmiddels is in september het achttiende deel van De Rechter verschenen. Tenslotte treedt hij 9
het dan toch het exclusieve woonklimaat van Vancouver Island zijn?
ook sinds jaar en dag regelmatig op als Stand-up caricaturist en -cartoonist. Vooral zijn caricaturen vind ik opvallend goed. In een heel andere stijl dan zijn strips. Die virtuose tekenstijl heeft heeft hij aan het begin van zijn loopbaan ontwikkeld tijdens zwerftochten door Zuid-Europa als karikaturist en straattekenaar. Lees het in zijn website maar na. Als je Jesse nu ziet, kun je hem nauwlijks voorstellen als Bohémien op de Place du Tertre...Hoe doet ie dat eigenlijk allemaal en hoe houdt hij het vol? Komt hij nog wel aan een normaal sociaal leven toe? Als je hem in Houten tegenkomt, maakt hij een allesbehalve overspannen indruk. Integendeel. Hij oogt relaxt en ziet alle drukte en gedoe om zijn persoon met een minzame glimlach aan. Wat is zijn geheim van zijn ongebreidelde werkdrift? Is hij een echte workaholic of zou
10
Oeuvreprijs De Stripschapprijs is een oeuvreprijs. Als je daar het fijne van wilt weten kun je op de officiële website van het Stripschap kijken. Het is wel irritant dat de website sinds 2009, waarin Barbara Stok de prijs won, blijkbaar niet is bijgewerkt. Op dit moment wordt ons nog steeds voorgehouden dat de Stripschapprijs tijdens de Stripdagen op zaterdag 25 en zondag 26 september in Expo Houten voor de 37e keer zal worden uitgereikt. Als je de kersverse laureaat Jesse in het zoekvenster typt krijg je nul op het rekest. Nergens wordt gerept over de toekenning van deze belangrijke oeuvreprijs. Behalve dan in het clubblad ‘Stripschrift’. De bekroonde ‘albums van het jaar 2010’, in de verschillende categorieën en alle nominaties zijn wel te vinden. Merkwaardig… juryrapport De jurycommissie, waarin dit jaar onze leden Frans Le Roux en Barbara Stok zitting hebben, laat weten dat Van Muylwijck niet alleen gehuldigd wordt vanwege de duur of het succes van zijn strip: ‘Het maken van een krantenstrip is een eenzame bezigheid, waarbij het vaak lijkt alsof je buiten alle clubs en stromingen valt. Toch is wat Van Muylwijck doet een typische uiting van de mogelijkheden van de strip.
Hij heeft een vorm gevonden waarmee hij agelijks meer dan drie en een half miljoen lezers van alle leeftijden bereikt. Daarmee houdt hij de strip levend, dus hulde voor hem en voor alle kranten die hem die gelegenheid geven.’ (Zie ook de website: jessecartoons.com)
uitreiking De prestigieuze prijs werd (met alle andere nog niet bekende toekenningen) tijdens de Stripdagen in Houten op zaterdag 25 september uitgereikt in een bedroevende ambiance. Je vraagt je af hoe het Stripschap dit de prijswinnaars en de vele Vips en betalende leden kon aandoen. In een slecht verlichte ruimte met een nog slechtere geluidskwaliteit, werden de verschillende prijswinnaars op een rommelig podium genodigd, dat meer geschikt zou zijn als decor voor dorpstoneel. De stuntelige geluidstechnicus, die luidkeels door de presentator werd gekleineerd en aangekondigd als Guust Flater, probeerde wanhopig allerlei correcties aan te brengen, wat het onbedoelde hilarische effect helaas alleen maar verhoogde. Van Muylwijk, die even was overgevlogen uit Canada om zijn prijs in ontvangst te nemen, liet alle tumult glimlachend over zich heen gaan. In tegenstelling tot de andere winnaars, die zich beperkten tot een kort statement, hield Jesse een pakkend anekdotisch verhaal, dat door de toehoorders zeer op prijs werd gesteld. Wat mij betreft een verademing na het quasi-lollige geleuter van de zelfingenomen presentator, een voor mij volslagen onbekende televisieacteur. Die toespraak van Jesse van Muylwijck, als primeur in ons blad willen we u niet onthouden.
toespraak “Toen het nieuws van deze prijs bekend werd gemaakt kreeg ik een mail van een vriend van mij.Hij schreef dat hij die ochtend de radio had aangezet – radio4 - en dat toen iemand zei: “de Stripschapprijs wordt dit jaar voor de 37e keer toegekend aan Jesse van Muylwijck.” Hij feliciteerde mij, en schreef erbij “het is toch de éérste keer?” Dat klopt, en dat is al een hele eer. Maar het geeft nog maar eens aan dat er in taal veel humor verborgen zit. En dat is wat ik in die 17 jaar, 20 jaar, als ik de voorbereidingstijd van mijn strip meetel, heb geprobeerd, om in beelden èn in woorden humor te vinden. De tekenaar van de Peanuts heeft ooit over dit werk gezegd: “als je een krantenstrip tekent moet je elke dag hetzelfde doen, zonder dat je jezelf herhaalt.” Dat is erg mooi gezegd, en dat is precies waar het op neer komt. Een vraag die mij heel vaak wordt gesteld, en ik denk dat veel collega’s die zullen herkennen, is: “hoe kom je toch elke dag weer op het idee? Hoe bedenk je het elke keer weer?” Dat is natuurlijk niet makkelijk te beantwoorden. Daar is ook geen wiskundige formule voor. Maar ik kan er wel dit over 11
riep ze “het heeft gepiepschuimd!” En toen mijn zoon nog een zoontje was zag hij een keer een regenboog, en zei hij “het waait, misschien waait die regenboog wel weg.” Dat zijn dingen, die zijn zo mooi, dat kun je als volwassene niet meer bedenken. Maar van dat soort dingen kun je wel strips maken.
zeggen. Als je het goed doet, kom je niet op het idee, maar dan komt het idee op jou. En dan bedenk je het niet, maar dan is het net of je wordt bedacht. Het is een soort ontvankelijkheid die je moet hebben, en als het goed is komt het dan naar je toe. Gek genoeg is dat in de rechtspraak ook zo. Daar spreekt men van een vonnis, en dat woord is afgeleid van het Oudnederlandse “vontnisse,” dat betekent datgene wat gevonden wordt. Een rechter vindt dus eigenlijk het recht. Daarom spreekt men ook van rechtsvinding. En zo probeer ik de humor te vinden. Wat dat betreft lijken de rechter en ik op elkaar. Toen mijn dochter nog een dochtertje was stond ze een keer voor het raam te kijken waar een hagelbui was gevallen. En ineens
De tijd tijd dat dit gebeurde is alweer zo lang geleden; toen was er nog geen e-mail of internet. Ik woonde toen nog in Nederland, en als ik dan een actuele strip maakte moest ik dus zorgen dat die op tijd in de brievenbus ging. Ik woonde in Zuidwest-Drenthe, en de buslichting in Vledder was om vijf uur. Maar in Noordwolde, iets verderop, was de buslichting om half zes. En ik ontdekte dat die niet om half zes geleegd werd, maar meestal om twintig voor zes. Soms nog iets later zelfs. Als ik dan mijn actuele strip klaar had, kopieerde ik die snel, dan ging die in enveloppen voor die redacties van al die kranten, en dan sprong ik in de auto en scheurde ik naar Noordwolde. Meestal was ik nog net op tijd. Eén keer zag ik de postbesteller de brievenbus legen toen ik eraan kwam rijden en kon ik mijn post nog net meegeven, maar ook een keer verdween de auto van de postbesteller net om de hoek toen ik eraan kwam rijden. Ik heb toen de achtervolging ingezet, heb hem ingehaald, en de man klemgereden. Hij vond het niet
Dat een getekende situatie opeens weer actueel kan zijn, bewijst deze strip, die een jaar geleden werd gemaakt...
12
erg. Hij vatte het sportief op. Hij had me ook voor de rechter kunnen slepen, maar dan had ik daar weer strips over kunnen maken . Een collega van mij, Gerrit Stapel, die in de jaren zeventig een krantenstrip maakte die in Nederlandse en Belgische kranten stond, vertelde mij ooit dat hij (hij woonde toen in Oss) elke week de bus nam naar het dichtstbijzijnde dorpje in België, en daar dan de strips postte voor de Belgische krant, want, zei hij, dan komt het vijf dagen eerder aan dan wanneer ik het in Nederland op de bus zou doen. Moet je je voorstellen, elke week in de bus naar België om je strip af te leveren . Nog langer geleden, in de jaren dertig, maakt onze grote Nederlandse dichter Leo Vroman ook een krantenstrip. Sommigen zullen dat misschien weten. Hij vertelde mij dat hij achter de tram aan rende om zijn strip op tijd bij de krant te krijgen, want de trams in Amsterdam hadden in die tijd brievenbussen op het achterbalkon. Al die problemen en situaties behoren tot het verleden nu we e-mail en internet hebben. Met een druk op de knop kun je je strip versturen, en je hoeft niet meer bang te zijn dat je een boerenknecht de sloot in rijdt op weg naar de brievenbus. Dus dankzij die moderne ontwikkelingen wonen mijn vrouw en ik nu op wat wij het mooiste plekje van de wereld vinden, Vancouver Island, eiland in de Stille Oceaan dat bij Canada hoort, en het is een groot voorrecht om van daaruit, op gepaste afstand, de Nederlandse actualiteit te volgen en een strip daarover te maken. Ik voel me dus zeer bevoorrecht, en ik voel me nog meer bevoorrecht op dit moment, met deze prijs in mijn hand, en ik bedank de jury hiervoor. Ik bedank ook meneer Lamers, voor zijn prachtige toespraak; ik bedank
mijn vrouw Marleen (mijn maatje, mijn coach) en mijn kinderen - ik heb ze net al genoemd - die mij altijd hebben gesteund en er altijd begrip voor hadden als ik het druk had met mijn werk, en zonder wie ik hier niet had gestaan; ik bedank mijn collega’s voor hun geweldige collegialiteit, en ik bedank vooral mijn lezers, voor wie ik het al die jaren heb gedaan, en van wie ik ook heel veel terugkrijg. Bedankt!” Op de website, www.jessecartoons.com, rechtsboven onder “nieuws” staat een interessante videoreportage van de Wereld-omroep over Jesse, gedeeltelijk opgenomen in het Stripmuseum. (HH)
JESSECARTOONS 5923 Aldergrove Drive Courtenay, B.C. V9J 1W2 Canada
verdere info op www.voic.nl > nieuws > Jesse van Muylwijck wint Stripschapsprijs
13
CATAWIKI zie ook de VOIC-website: http://www.voic.nl > Nieuws >Stripmakers op catawiki door Herman Roozen Geld als water? Dat zit er voor ons tekenaars niet snel in. Maar misschien valt er nog wat bij te verdienen met oud papier. Dat wil zeggen: originele (strip)tekeningen van eigen hand. De website Catawiki.nl kan daar bij helpen. Sieger Zuidersma, Ton Meijer en ondergetekende gingen voor u op onderzoek uit in het hoofdkantoor van Catawiki aan de Oranjelaan in Assen.
Jeugdige illustratoren - de aanstormende generatie
Fieke Meeuwissen, Assen
De nieuwe aandacht voor de illustratie heeft leuke neveneffecten; in plaats van de ‘gewone ‘ tekenwedstrijden worden er nu ‘illustratie’wedstrijden uitgeschreven. Geert Pruiksma, van Museum de Buitenplaats in Eelde, organiseerde zo’n wedstrijd. De aanleiding was de tentoonstelling van de illustraties van Fiep Westendorp die op dit moment in het Museum te zien is. Kinderen van groep 6 van basisscholen in de drie noordelijke provincies konden er aan mee doen. Ze schreven een klein verhaaltje en maakten er een tekening bij. Van onze (ex)leden zaten Barbara Stok, Marianne van Voorn en Jan Jutte in de jury, die verder bestond uit de vriendin van Fiep (van de Fiep Westendorp Foundation) en iemand van Klokhuis en RTL4. Het was nog een lastige klus om winnaars uit te zoeken, er was een overstelpende hoeveelheid inzendingen en daar zaten heel veel mooie, ontroerende, artistieke en verrassende creaties tussen. Wel leuk om te zien hoe veel kinderen goed kunnen tekenen. Onder volwassenen is het aandeel mensen die dat kunnen veel kleiner. Wat gebeurt er eigenlijk in die tussentijd? Heeft iemand van jullie daar een idee over? (graag naar
[email protected]) Na veel wikken en wegen zijn er toch een paar prijswinnaars uitgezocht. Hierboven zie je de eerste prijs; een illustratie bij een verhaaltje over enge film met gevaarlijke vogels. Op de tekening zit de hele familie in de bioscoop naar deze film te kijken. Ik ben zeer benieuwd of het meisje die dit gemaakt heeft later illustrator wordt, of toch iets anders gaat doen... MvV 14
Catawiki is een on line catalogus voor verzamelaars. In juli 2010 was Catawiki nog in het nieuws omdat ze meer dan een miljoen kregen van Peak Capital en de Drentse Participatie Maatschappij. Meer recent kregen ze nog 40.000 aan mediabudget vanwege het winnen van de Accenture-awards. Waar het geld ook aan besteed wordt: niet aan suiker, want dat was er nauwelijks toen we er op bezoek waren. Nog net genoeg voor de koffie en thee. Maar het gebrek aan suiker werd ruimschoots gecompenseerd door overige gastvrijheid. We waren er op bezoek om te brainstormen over “Catawiki voor stripmakers”. We spraken daarover met René Schoenmakers.
marktplaatsen als eBay en Marktplaats waarvoor je dat wel moet doen. Je kunt in je “Cata-winkel” je eigengemaakte strips te koop zetten. Bijvoorbeeld de boeken die je in eigen beheer hebt uitgegeven. Daarnaast kun je originele tekeningen aanbieden onder de rubriek “Beeldende kunst”. Daaronder zit een aparte subrubriek voor striptekeningen. Je eigen originele tekeningen moet je wel eerst zelf toevoegen aan de catalogus. Het stikt van de stripverzamelaars op Catawiki, dus je valt als het ware met je neus midden in de doelgroep. Van je Cata-winkel kun je ook nog een “widget” maken dat je weer op je website kunt zetten als etalage. Die etalage laat op je eigen website zien welke items je op Catawiki aanbiedt. Even voor de duidelijkheid: verkopen via Catawiki is niet gratis. Er wordt 5% commissie in rekening gebracht.
Wat heb je aan Catawiki? Catawiki kun je gebruiken als webwinkel. Daarvoor gebruik je de inhoud van de catalogus. De items in de catalogus die je wilt verkopen zet je met één muisklik te koop in “Mijn Shop”. Je hoeft daardoor zelf geen foto’s of gegevens in te voeren. Hiermee onderscheidt Catawiki zich van bestaande 15
Wat kun je er verder nog mee? Begonnen als catalogus voor stripverzamelaars bevat Catawiki nu zo’n 50 rubrieken waaronder theezakjes, bankbiljetten en schrijfgerei. Je kunt deze catalogus ook gebruiken om je eigen (strip)verzameling bij te houden. Dat doe je door je te registreren bij de site en per item in de catalogus aan te geven dat je daarvan óók een exemplaar hebt. Staat wat je hebt niet in de catalogus? Dan kun je het item zelf toevoegen. Dat verklaart meteen de naam Catawiki: het is een catalogus die volgens het wiki-principe (zoals ook Wikipedia) wordt onderhouden, dus ook door de gebruikers. Je kunt de inhoud van Catawiki ook gebruiken om een zoeklijst te maken. Zoeklijsten van verzamelaars en aanbodlijsten van verkopers worden automatisch aan elkaar gekoppeld. De verkoopprijzen van een bepaald object zijn in één oogopslag te vergelijken. Je mist dan natuurlijk wel de charme van het dagenlang snuffelen in
winkeltjes en marktkramen naar dat ene felbegeerde exemplaar.
voic-avond 6-10 zie voor uitgebreid foto verslag op de VOIC-website:
Het grote geld
http://www.voic.nl > Activiteiten > borrelavonden
Rijk zul je er niet van worden, maar de verkoop van spullen via Catawiki kan een extra inkomstenbron zijn. Volgens René Schoenmakers is er bij de gebruikers van Catawiki veel belangstelling voor originele tekeningen. Ook zijn sommige verzamelaars speciaal op zoek naar jeugdwerk van tekenaars. Ton Meijer merkte ter plekke tot zijn grote verrassing dat een oude uitgave van hem, “de Buismuizen”, op Catawiki gezocht werd. Het duurste Nederlandse stripboek ooit, “Doris Dobbel”, een reclamestrip van Marc Sleen, is pas nog voor 12.000 euro van eigenaar gewisseld. Dus wie weet wat er voor Ton nog in het verschiet ligt ... HR
John Croezen gaf een lezing over e-books en hoe je zelf je boek kunt uitgeven.
John Corezen samen met ons redactielid Hans Huisjes achter de computer.
Onder toeziend oog van de voorzitter. 16
17
Gesprek onder collega’s
John klaat zien: strip als e-book: de Kwynk. Meer info op op de VOIC-website: http://www.voic.nl > Nieuws> TV-reclame voor Kwynk en 6-oktber Voic-avond 18
Ook andere nieuwe technologische ontikkelingen hebben de aandacht.
Niet alleen kunnen gesprekken met collega’s nuttig zijn, het is ook nog eens gezellig. Kom dus naar de volgende voicavond op woensdag 12 januari om 20.00 u. in de Sleutel. 19
En daarom vragen we jullie kopij in te sturen naar de redactie (zie p. 6). Zet je werk, tentoonstelling, ideeen en plannen in de aandacht! 20