D UTCH S OCIETY
OF
P ERIODONTOLOGY
nieuws nieu w s brief nr. 36, maart 2002
Nederlandse Vereniging voor Parodontologie Secretariaat: Postbus 24 9649 ZG Muntendam Telefoon: 0598 - 633 313 Telefax: 0598 - 633 413 / 633 412 E-mail:
[email protected] Website: www.nvvp.org
Redactie: Jan Tromp - Leo Kroon - Schelte Fokkema Laurens Tinsel - SACHA tekst & pr Vormgeving: Aat Doek bno In deze NVvP-Nieuwsbrief treft u onder andere de volgende onderwerpen aan: Woord van de voorzitter 1
Woord van de voorzitter
Paro-preventieve aanpak 2 Abstract uit het Journal of Clinical Periodontology 4
Consequenties van groei
10 Jaar MSc Parodontologie KU Nijmegen 5
Het gaat goed met de NVvP! Hetledenaantal groeit en de congressen worden goed tot zeer goed bezocht. Om deze trend voort te zetten zal wat de NVvP biedt aantrekkelijk moeten blijven voor zo veel mogelijk werkers in de tandheelkundige zorg. Tijdens de voorbereiding van deze Nieuwsbrief blijkt ook het congres ‘Paro met z’n allen’ weer een succes te zijn. Zes weken tevoren was de grote zaal van de Jaarbeurs al volledig volgeboekt!
NVvP-Braun Oral-B® Mondhygiëneprijs 7
Een Nederlandstalig congres met een voor ieder lid van het tandheelkundig team aantrekkelijke inhoud is natuurlijk een geweldige publiekstrekker. Hoewel een dergelijk grote belangstelling fantastisch is mag de NVvP toch niet vergeten om ook aan de leden die een méér diepgaand wetenschappelijk programma wensen een kwalitatief goed congres te bieden. Deze leden mogen immers niet van de vereniging vervreemd raken. Het bestuur zal daarom met name bij de komende voorjaarscongressen trachten zo veel mogelijk klinische en wetenschappelijke ontwikkelingen en noviteiten in de parodontologie en implantologie aan te bieden. De najaarscongressen proberen we voor zo veel mogelijk tandheelkundige zorgverleners op alle niveaus aantrekkelijk te houden door het aanbieden van parallelcongressen en workshops. Zo biedt de NVvP alle leden interessante congresprogramma’s. De groei van de vereniging heeft ook gevolgen voor de huidige financiële struc-
M EMBER
OF
EUROPEAN FEDERATION
OF
EFP Nieuws 6 Nieuwe erkenningen tandarts-parodontoloog 7 De Website van de NVvP 8 Laboral Diagnostics nieuwe sponsor NVvP 9 Agenda 10 Informatie van onze sponsors 11 Mission Statements NVvP De Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) is een wetenschappelijke organisatie van tandheelkundige zorgverleners. De NVvP streeft naar algemene erkenning van het inzicht dat een gezond parodontium de basis vormt van duurzame tandheelkundige zorg en spant zich ervoor in effectieve parodontale zorg voor iedereen bereikbaar te maken. De NVvP ondersteunt tandheelkundige zorgverleners bij het verwerven en uitdragen van kennis en behartigt de belangen van haar leden.
Foto: Jan Jansen
tuur. In eerdere ALV-boekjes bent u hierover al uitgebreid geïnformeerd. Als de ledenvergadering accoord gaat zal onder de NVvP-vereniging een ‘BV Diensten Nederlandse Vereniging voor Parodontologie’ worden geplaatst (hieraan wordt momenteel door het bestuur, ondersteund door deskundigen, hard gewerkt). Binnen deze BV vinden de commerciële activiteiten van de vereniging plaats waarvoor aan de fiscus BTW verschuldigd is (organisatie van congressen, brochureverkoop, Internet- en PR-acti-
viteiten). Naast deze BV blijft uiteraard de verenigingstructuur bestaan voor de nietBTW-plichtige activiteiten. Door deze opzet kan de NVvP voldoen aan de verplichte BTW-afdracht en wordt de financiële aansprakelijkheid van de vereniging en het bestuur geregeld. De gekozen solide financiële structuur maakt een méér op maat gesneden en betere dienstverlening aan de NVvP-leden mogelijk zodat de vereniging kan blijven groeien. Nico Corba, voorzitter
PERIODONTOLOGY
De NVvP, omdat een goed gebit op een gezond fundament staat.
brief
‘Paro-preventieve aanpak nú voorkomt problemen later’ In Memoriam Sture Nyman
Tine Vangsted over de Richtlijnen voor Parodontale Preventie Tijdens het recent gehouden NVvP-voorjaarscongres werd er uitvoerig over gesproken: met de implementatie van de “Richtlijnen voor Parodontale Preventie” is het paroprotocol volledig. Eén van de drijvende krachten achter deze initiatieven is tandarts-parodontoloog en ex-NVvP bestuursvoorzitter Tine Vangsted. “Om te voorkomen dat steeds meer mensen in de patientencategorieën B en C van het paroprotocol terecht komen, moeten we veel meer aan parodontale preventie doen. Deze richtlijnen bieden daartoe een onmisbaar handvat voor kleine én grote praktijken”.
Parodontale Preventie is vooral praktisch van aard. “Als vereniging plannen wij onze congressen altijd enkele jaren vooruit en dit jaar was er pas voor het eerst een mogelijkheid om de Richtlijnen voor Parodontale Preventie op een congres nader onder de aandacht van de tandheelkundige behandelaars te brengen”. Voornamelijk jongeren Met de Richtlijnen voor Parodontale Preventie krijgt de behandelaar de mogelijkheid om de risicofactoren voor parodontitis weg te halen bij een voornamelijk jeugdig publiek. “Grofweg kun je stellen dat ongeveer 60% van de Nederlandse bevolking ingedeeld kan worden in patiënten behorende tot categorie A en dat betreft met name de jeugd en jonge volwassenen”, legt Tine uit. “Slechts een klein deel van deze groep beschikt over een echt goede mondhygiëne en een gezonde gingiva (DPSI 0). Het merendeel van deze groep heeft wél last van plaque en bloedend tandvlees (DPSI 1), een deel ook van tandsteen en plaqueretentieplaatsen (DPSI 2). Het gaat er nu om dat we bij deze groep het ontstaan van gingivitis moeten trachten te voorkomen door deze mensen al vroeg een optimale mondhygiëne aan te leren en waar nodig tandsteen cq. plaqueretentieplaatsen te verwijderen. Op deze manier kunnen we de meest voorkomende vorm van parodontitis (de adulte parodontitis) bij de komende generatie aanzienlijk beperken.
Parodontale screening werd begin 1998 ingevoerd. Tijdens het NVvP -voorjaarcongres in 2001 (en tijdens elk daaropvolgend NVvP-congres) ontvingen de deelnemers in hun congresmap een stencil waarop de Richtlijnen voor Parodontale Preventie duidelijk op een rij waren gezet. Waarom dan pas nu de nadrukkelijke aandacht voor dit initiatief? Tine Vangsted: “Dat heeft twee redenen. Na invoering van de DPSI-screening in 1998 (met de bijbehorende indeling van patiënten in diverse categorieën) bleek dat zeer veel patiënten zich met name in de categorieën B en C bevinden. Op die patiëntengroepen hebben we ons in eerste instantie gefocust. Echter: tandheelkundig Nederland kan door gebrek aan mankracht de behandeling van deze patientencategorieën niet aan. En een aanzienlijk deel van deze patiënten is niet of De voordelen in de toekomst voor alle partijen slechts gedeeltelijk verzekerd voor zullen duidelijk zijn: minder parodontitisparodontale behandeling. Grote groepen problemen (met alle positieve gezondheids- en patiënten blijven om deze redenen (met financiële gevolgen vandien) en minder behanTine Vangsted gevaar voor hun algehele gezondheid en delwerkdruk in de praktijk in een tijd waarin welbevinden) met uitgebreide parodontale menskrachttekort aan de orde van de dag is. ontstekingen rondlopen”. Redenen genoeg dus om meteen de jongste patiënten te Aandacht op preventie screenen en ook de patiënten met een lage DPSI-score op een “Er is hier sprake van een verloren generatie door gebrek aan relatief eenvoudige wijze aandacht te geven”. of mislukking van de parodontale preventie”, vervolgt Tine. “Dat is onacceptabel, zeker gezien onze huidige kennis over Eenvoudig op te zetten het effect van preventieve maatregelen. Om te voorkomen Critici zullen wellicht opmerken dat de algemeen practicus dat het patiëntenbestand in de categorieën B en C met het niet zit te wachten op nog meer werk(druk) in de praktijk. huidige tempo blijft groeien is het van groot belang dat we Het voordeel van deze Richtlijnen is volgens Tine echter het de aandacht nu richten op het implementeren van de ons feit dat ze voor een groot deel uit te voeren zijn door hulpbekende preventie. In navolging van het paroprotocol heeft krachten. “De tandarts blijft vanzelfsprekend verantwoordede NVvP zich zodoende voorgenomen om richtlijnen op te lijk voor de preventieve aanpak maar hoeft de invoering van stellen ten behoeve van de opsporing, preventie en behandede Richtlijnen -na het opzetten en het delegeren daarvan- in ling van gingivitis. Zonder gingivitis ontstaat immers geen principe niet als verzwaring van zijn/haar werkdruk te parodontitis”. ervaren. Ongeacht de grootte van de praktijk kan dit systeem De andere reden voor het feit dat er nu pas extra aandacht redelijk eenvoudig en zonder extra stoel worden opgezet. De wordt besteed aan de implementatie van de Richtlijnen voor vereisten beperken zich bij jonge patiënten voornamelijk tot
2
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
Op 18 januari 2002 is ons erelid Prof. dr Sture Nyman overleden. Sture was een veelzijdig parodontoloog, misschien wel vooral omdat hij pas uitgebreid met de parodontologie bezig ging na vele jaren als algemeen practicus te hebben gewerkt. Het was vooral de combinatie van de kennis uit deze algemene praktijk met de wereld van de parodontologie die maakte dat zijn presentaties en publicaties zo hoog werden gewaardeerd door de leden van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie. Niet alleen door de inspirerende wijze waarop hij diverse malen (aanvankelijk vaak samen met Jan Lindhe met wie hij dikwijls in één adem werd genoemd) wetenschappe-lijke programma’s voor de vereniging verzorgde, maar ook door de belangrijke ondersteunende rol die Sture speelde in de tijd dat de NVvP probeerde internationale contacten op te
Prof. dr Sture Nyman, hier geflankeerd door links: Edwin Winkel en rechts Frank Abbas en Arie-Jan van Winkelhoff.
bouwen werd Sture Nyman tijdens het lustrumcongres t.g.v. het 50-jarig bestaan in 1986 tot erelid benoemd. Altijd weer wist hij zijn gehoor te boeien en te verrassen met onverwachte en klinisch spectaculaire behandelresultaten. Velen zullen zich zijn uitgebreid brugwerk herinneren rustend op slechts drie of vier pijlers met een sterk gereduceerd parodon-tium, ook wel "heroic bridges" genoemd. Van zijn hand kwamen begin tachtiger jaren de eerste publicaties over "guided tissue regeneration". Deze ontwikkeling
één of meerdere wastafels met spiegel waar de assistent plaquetesten en instructies mondhygiëne kan uitvoeren. We richten ons immers met name op jonge gezinnen die meestal gezamenlijk op een controleafspraak komen. Terwijl één van de ouders in de stoel zit kan een jonger gezinslid bij de wastafel door een preventieassistent begeleid worden. En omgekeerd zullen de ouders eveneens baat hebben bij begeleiding in het ‘preventie hoekje’. Op deze manier is het haalbaar om met twee assistentes te werken: één aan de stoel en één bij de wastafels. In verloren stoeluren (tijdens andere werkzaamheden van de tandarts) verwijdert de preventieassistent zorgvuldig tandsteen en aanslag bij de DPSI 2-patiënten nadat zij de mondhygiëne heeft gecontroleerd en waar nodig heeft bijgestuurd. In groepspraktijken zie je tevens mondhygiënisten en preventieassistenten op eigen behandelstoelen werken. Voor de mondhygiënist bieden de Richtlijnen een nieuwe uitdaging in het werk. Door de routinematige preventieve voorlichting en de behandeling van patiënten met supragingivaal tandsteen en aanslag aan de preventieassistent over te laten
heeft zeer veel invloed gehad op de hedendaagse parodontologie en implantologie en mag als een grote verdienste beschouwd worden. Hierdoor bleek bovendien dat hij niet alleen een getalenteerd clinicus maar ook een groot wetenschapper was. We zullen hem missen, als vakman maar ook als mens. Want hij was een zeer aimabele en toegankelijke collega! Nico Corba, Voorzitter NVvP
kan de mondhygiënist zich (in overleg met de tandarts) nu concentreren op de groep patiënten met uitgebreidere parodontale problemen. Daarnaast zou de mondhygiënist eventueel een (groot) deel van de preventieve werkzaamheden kunnen protocolleren en dirigeren binnen de tandartsenpraktijk en zodoende werkdruk wegnemen bij de tandarts”, aldus Tine. Steun in de rug De Richtlijnen voor parodontale preventie vormen een advies van de NVvP aan de tandheelkundige behandelaars in Nederland. Met de invoering ervan is nog maar pas een start gemaakt. Of het systeem daadwerkelijk op grote schaal zal werken hangt af van de vraag of tandartsen, mondhygiënisten en assistenten zich hiervoor inzettenmetwelwillendheid,flexibiliteitenenthousiasme.Deervaringen díe er zijn blijken echter zeer positief. Tine tot slot: “Er zijn diverse praktijken in Nederland die al langer, ieder op hun eigen manier, preventie hoog in het vaandel hebben staan. Zij putten nu werkvreugde uit de vele gezonde glimlachen. Dit betreft echter een te klein deel van alle praktijken in Nederland. Wellicht dat de nu aanbevolen Richtlijnen daarbij een steun in de rug bieden”.
3
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
brief
Abstract
10 jaar MSc Parodontologie KU Nijmegen
Herpesvirussen en paropathogenen in early-onset parodontitis Introductie Intrigerend is de mogelijke rol die herpesvirussen kunnen spelen in de pathogenese van ernstige vormen van parodontitis. Er zijn associaties gevonden tussen het vóórkomen van herpesvirussen en parodontitis én tussen het vóórkomen van herpesvirussen en een verhoogde prevalentie van paropathogenen. Daarnaast kon DNA van herpesvirussen in parodontale laesies worden aangetoond, maar niet in de gingiva van parodontaal gezonde personen. Op basis van deze bevindingen werd reeds eerder door de groep van Contreras en Slots een vijftal hypothesen gepostuleerd voor de onderliggende mechanismen met betrekking tot de wijze waarop herpesvirussen betrokken kunnen zijn bij parodontitis(ContrerasA&SlotsJ,JClinPeriodontol2000;35:3-16).Herpesvirussenkunnen 1) directe cytolytische effecten hebben op weefsel en/of immuuncellen, 2) het locale afweersysteem beschadigen en daardoor de weg vrij maken voor paropathogene bacteriën, 3) de aanhechting en colonisatie van bacteriën bevorderen, 4) andere ontstekingsmediatoren zoals cytokinen vrijmaken en 5) via de interferentie met de cellulaire immuunrespons weefselbeschadiging induceren. Uit alle vijf genoemde mechanismen blijkt dat herpesvirussen de ernst van de parodontale aandoening zouden kunnen verergeren. (Geraadpleegdeliteratuur:vanderReijdenW&vanWinkelhoffAJ,NedTijdschrTandheelkd 2001; 108: 360-365.) In het onderhavige onderzoek wordt het vóórkomen van herpesvirussen en paropathogenen in progressieve parodontitis van early onset patiënten onderzocht. KammaJJ,ContrerasA,SlotsJ.HerpesViruses and periodontopathic bacteria inearly-onsetperiodontitis.J.Clin.Periodontol. 2001;28: 879-8.
vertoonde. Bij iedere patiënt werden subgingivale plaquemonsters afgenomen in 2 stabiele en 2 actieve pockets. De monsters werden in het laborato-rium getest zonder voorkennis van de klinische status van de Doel monsterplaats. Met behulp van de polyHet aantonen van de aanwezigheid van het merase-kettingreactiewerdenHCMV,EBV-1, HumaanCytomegalovirus(HCMV),Epstein-Barr HSV en de specifieke bacteriën geïdentifivirustype1(EBV-1),HerpesSimplexvirus(HSV) ceerd. en de bacteriën Porphyromonas gingivalis, Dialister pneumosintes, Bacteroides forsythus Resultaten en Actinobacillus actinomycetemcomitans in Op het moment van bemonstering was stabiele en actieve pockets, dat wil zeggen een de gemiddelde pocketdiepte van de 32 toename in pocketdiepte van meer dan 2 mm actieve pockets 6,8 mm versus 5,6 mm van en bloeding bij sonderen tijdens opeenvolgen- de stabiele pockets. Tussen de laatste twee de recalls bij 16 early onset (EOP) patiënten. recallafspraken verdiepten de actieve pockets met gemiddeld 2,2 mm; het aanhechMateriaal & Methode tingsverlies was gemiddeld 1,8 mm. Van de De leeftijd van de EOP-patiënten was gemid- actieve pockets vertoonde 97% bloeding deld 33 ± 3 jaar en de onderzoeksgroep na sonderen terwijl van de stabiele pockets bestond uit 9 mannen en 8 vrouwen. Ondanks 60% bloedde na sonderen. Er werd geen uitvoerige initiële behandeling en een recall- pusafvloed geconstateerd bij de stabiele programma van gemiddeld 5-10 jaar had elke pockets; bij 16% van de actieve pockets was patiënt voortschrijdende parodontale afbraak dit wel het geval. bij minstens 2 pockets. Dat wil zeggen dat een pocketdiepte in opeenvolgende recalls was Viraal. Van de actieve pockets was 59% toegenomen met minstens 2 mm en boven- positief voor HCMV, 44% voor EBV-1 dien bloeding na sonderen en 34% voor HSV, terwijl voor de sta-
4
biele pockets percentages golden van respectievelijk 13%, 13% en 9%. In 22% van de actieve pockets kon geen virus worden aangetoond, bij de stabiele pockets was dit in 69% het geval. Alle pockets (15) waarin een combinatie van virussen bestond vertoonden bloeding na sonderen, terwijl in de pockets zonder bloeding na sonderen geen coinfectie met herpesvirussen werd aangetroffen. Bacterieel. B. forsythus kwam frequent voor in zowel de stabiele als de actieve pockets, daarentegen kwam A. actinomycetemcomitans zeldzaam voor in deze groep EOP -patiënten. P. gingivalis en D. pneumosintes werden vaker gevonden in de actieve pockets en de combinatie bleek sterk geassocieerd te zijn met progressieve parodontitis. Pockets die een combinatie van HCMV, EBV-1 en HSV vertoonden hadden vaker een P. gingivalis en D. pneumosintes co-infectie dan pockets zonder enig virus. Conclusies Infectie met HCMV, EBV-1, HSV of een combinatie ervan is geassocieerd met voortschrijdende parodontitis. Het HCMV bevindt zich in mono-cyten/macrofagen en inT-cellen,hetEBV-1isaanweziginB-cellen. Een infectie met dergelijke virussen kan een ernstige aanval op het afweermecha-nisme in het parodontium betekenen. Tevens is bekend dat HCMV een latente EBV-infectie kan activeren. De “deuk” die de afweer ter plaatse oploopt wordt waarschijnlijk benut door paropathogene bacteriën met als gevolg parodontale ontsteking. Opmerkingen Verdere studie is noodzakelijk om de oorzaken en gevolgen in het virus-bacterie-model in kaart te brengen. Nieuwe inzichten hebben mogelijk effect op onze diagnostiek, classificatie en therapie. We zullen onze pijlen dan vast en zeker ook meer specifiek op virussen moeten gaan richten! Dit abstract is uitgezocht en bewerkt door Jan-AlbertHaverkamp,tandartsteNunspeet en kwam tot stand onder eindredactie van Schelte Fokkema.
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
Op 14 december 2001 is in Nijmegen het tweede lustrum gevierd van de MSc-opleiding in de parodontologie. Het 10 jarig bestaan van het Postgraduate Programma in de Parodontologie werd gevierd met een symposium met en voor de verwijzende tandartsen onder de titel: “Met collegiale groet ”. Aan het begin van de middag zette prof. Rob Burgersdijk, voorzitter van het cluster Tandheelkunde, de coördinator van het MSc-programma parodontologie Gordon Wolffe in het zonnetje vanwege zijn vele verdiensten voor het programma. Voor het grootste deel is aan zijn inspanningen te danken dat het MSc-programma ten doop kon worden gehouden, dat het in 1999 de officiële erkenning heeft gekregen van de European Federation of Periodontology én in de afgelopen 10 jaar 16 parodontologen heeft afgeleverd met een Master of Science-graad. De deelnemers Gordon Wolffe hoort de lovende woorden van prof. Burgersdijk lachend aan aan de opleiding komen niet alleen uit Nederland maar ook uit verschillende andere Europese landen en het Midden Oosten. Momenteel zijn er negen collegae die zich bekwamen in dit steeds belangrijker wordende deelgebied van ons vak (inclusief een basisopleiding in de implantologie).
intake en diagnostiek via initiële behandeling en uitgebreide geavanceerde parodontale chirurgie tot en met de nazorg. Alle lezingen werden gehouden door MSc-studenten in opleiding en MSc-alumni van het Nijmeegse programma. Na afloop van de lezingen werd er een levendige forumdiscussie gevoerd. De middag werd besloten met een receptie waar de intercollegiale banden werden aangehaald. Met een kerstster (als dank voor de goede samenwerking) gingen de deelnemers naar huis. Verdubbeling opleidingscapaciteit Tijdens het diner voor alle MSc-studenten, alumni en staf van het MSc-programma werd op passende wijze afscheid genomen van professor Heinz Renggli die na meer dan 25 jaar het roer heeft overgegeven aan prof. Jörg Kleinfelder. De MSc-opleiding hoopt de opleidingscapaciteit in de komende vijf jaar bijna te verdubbelen om te kunnen voldoen aan de groeiende vraag naar parodontale zorg. Geïnteresseerden vinden méér informatie over het Master of Science Programma parodontologie van het UMC Nijmegen (het Universitair Medisch Centrum Nijmegen waaronder het cluster tandheelkunde sindskort resorteert) via http://www.kun.nl/dentistry/ education/periodontology.
Lezingen, discussie, receptie Meer dan 100 deelnemers luisterden een middag lang naar lezingen over het traject dat een patient, verwezen voor de behandeling van parodontale aandoeningen, doorloopt van
Het panel klaar voor de forumdiscussie. V.l.n.r.: Maarten van der Horst, Gerard Geerligs, Corina Bruckmann, Schelte Fokkema, Roberto Castellani en voorzitter Gordon Wolffe
5
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
Hoge waardering voor Paro à la Carte
Paro
Carte
à la
N V v P
6 5
J A A R
Het NVvP-najaarscongres ‘Paro à la Carte’, dat op 15 en 16 november vorig jaar plaatsvond in Utrecht kreeg van de bezoekers een hoog rapportcijfer. Zowel de presentaties als de faciliteiten werden door de congresdeelnemers goed gewaardeerd, zo blijkt uit een onder hen gehouden enquête. Enkele opvallende gegevens: 85% van alle deelnemers beoordeelt de lezing van G.A. van der Weijden en D.S. Barendregt als zeer goed; 70% geeft de voordracht van N.P. Lang het predicaat ‘goed’. Ook de Hans Rodenburg-lezing van B.G. Loos wordt door 75% van de aanwezigen als goed tot zeer goed gekwalificeerd. De voordrachten van de heren J.P.A.M. Smeekens en H.H. Renggli worden door bijna 90% van de bezoekers als goed tot zeer goed beoordeeld. Op de vraag of men op het A-congres voldoende praktijktips heeft opgedaan antwoordt 70% positief, bij het B-congres geldt dit zelfs voor 83% van de deelnemers. De antwoorden op enquêtevragen over de workshops bevinden zich bijna uitsluitend in de categorie ‘goed tot zeer goed’; een dergelijke waardering geldt ook voor de faciliteiten zoals catering en de bereikbaarheid van de locatie. Al met al een indrukwekkende beoordeling die het NVvP-bestuur natuurlijk tevreden stemt. Dergelijke enquêteresultaten vormen een uitstekend hulpmiddel voor de evaluatie van het congres én voor de invulling van toekomstige congressen. Dank dus aan een ieder die de moeite genomen heeft om het formulier in te vullen en te retourneren.
EFP Nieuws
brief
Nieuwe erkenningen TA N D A R T S PA R O D O N TO L O O G
Mark Timmerman is op 17 januari jongstleden benoemd als Tandarts-Parodontoloog erkend door de NVvP. Mark studeerde in 1984 af als tandarts aan de Universiteit van Amsterdam. Al in 1982 werkte hij als keuzevakstudent bij de vakgroep Parodontologie. Na het vervullen van zijn militaire dienstplicht als tandarts ging hij in 1986 als volontair werken bij de afdeling Experimentele Parodontologie van het ACTA. Kort daarop vestigde hij zich ook als algemeen practicus in Amsterdam. Sinds 1990 is hij werkzaam in het klinisch onderzoek van de afdeling Parodontologie van ACTA. Vanaf dat moment heeft de nauwe samenwerking met Fridus van der Weijden geleid tot publicatie van circa 50 gezamenlijke publicaties in de internationale literatuur over allerhande parodontale onderwerpen. Op 8 juni 2001 promoveerde Mark op het proefschrift ‘Prevalence and progression of periodontal disease in a young Indonesian population’. In september 2000 legde hij na 15 jaar de algemene praktijk neer om zich geheel op de parodontologie te concentreren. Mark is inmiddels anderhalf jaar, gedurende drie dagen per week, werkzaam in de Praktijk voor Parodontologie in Utrecht waar hij in december 2001 werd gevisiteerd. Mark Timmerman blijft als tandarts-parodontoloog verbonden aan de Praktijk voor Parodontologie Utrecht.
Wint ú straks de NVvp-Braun Oral B®Mondhygiëneprijs 2002? Oproep!
Opleiding tot Mondhygiënist 4 jaar
Journal of Clinical Periodontology: met stip op 1
Tijdens de onlangs gehouden General Assembly van de EFP heeft de Nederlandse delegatie de situatie met betrekking tot de vierjarige opleiding tot mondhygiënist in Nederland besproken. De EFP beschouwt dit als een zorgelijke ontwikkeling. Ook de International Organisation of Dental Hygienists deelt deze mening. Beide organisaties zullen hun zorg over deze ontwikkeling uitspreken in een officieel schrijven. De reden hiervoor ligt onder andere in het feit dat het ontstaan van een dergelijke vierjarige opleiding volledig buiten de situatie in de rest van de wereld staat én dat een dergelijke opleiding het vak van de mondhygiënist dreigt te vernietigen.
Met grote voldoening heeft prof. Jan Lindhe in zijn verslag over het Journal of Clinical Periodontology (JCP) in 2001 aangegeven dat het blad is gestegen op de ‘citation list’ tot nummer 1. Kortom, het gaat goed met JCP. Door het nieuwe contract tussen de EFP en Blackwell (voorheen Munksgaard) krijgen alle abonnees elektronisch toegang tot het JCP. Een groot voordeel is een snellere publicatie van recente onderzoeken. Daarnaast zullen de leden van de NVvP individueel kunnen aangeven of zij naast dit electronisch abonnement ook nog een papieren uitgave thuis willen ontvangen. U zult in de loop van 2002 worden benaderd door de NVvP of u nog van de papieren uitgave gebruik wilt maken. De nieuwe regeling gaat in vanaf 2003; de site van Blackwell is dan volledig operationeel.
6
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
DeNVvP-BraunOralB®-Mondhygiëneprijsis ingesteld door de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) met als doel mondhygiënisten te stimuleren om zich in te zetten voor het vakgebied van de mondhygiëne en/of het werkterrein van de mondhygiënist.
door vóór 1 oktober 2002 een uitgebreide motivatie in te zenden naar het Bestuur van de NVvP, Postbus 24, 9649 ZG Muntendam. De prijs wordt uitgereikt tijdens het Najaarscongres van de NVvP op 15 november 2002 in de Jaarbeurs in Utrecht.
DeprijsdiedoordefirmaBraunOralB®ter beschikking wordt gesteld wordt 1 x per 2 jaar uitgereikt. Voor de prijs ten bedrage van € 900,- komen in Nederland werkzame mondhygiënisten, die zich in de afgelopen 2 jaar uitzonderlijk hebben onderscheiden met betrekking tot bovenstaande doelstelling, in aanmerking. Elke mondhygiënist die meent dat hij/zij (of een ander) voor de prijs in aanmerking komt kan zich aanmelden (of iemand voordragen)
7
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
De website van de NVvP: een bron aan informatie
Bent u op zoek naar informatie of producten van onze sponsoren? Via de logo’s op de startpagina van de website van de NVvP kunt u doorsurfen naar onze sponsoren. Waar mogelijk wordt u doorgelinkt naar de Nederlandse sites. Ontbreken die, dan komt u op de internationale website van onze sponsoren terecht. Zoektumeervakinhoudelijkinformatie?Viadelinks op de NVvP website kunt u literatuur opzoeken bij de National Library of Medicine. Of zoeken via de publieke versie van Medline (Pubnet) danwel via de Medline Gateway van Medportal. Verder is het mogelijk online cursussen te volgen bij onder andere UCLA, de University of Pennsylvania (Histology) en de University of Copenhagen (Basic Periodontology). Het downloaden van filmclips (Virtual Periodontology) of het inzien van atlassen (Oral Pathology Images Database en HIVDent) behoort zelfs tot de mogelijkheden. De website van de NVvP: een goede start voor uw zoektocht naar parodontale informatie!
brief
Ledenenquete: meer werk dan gedacht!
Eind vorig jaar ontvingen alle NVvP-leden een enquêteformulier. Daarmee wilde het verenigingsbestuur meer inzage verkrijgen in de mate waarin de leden tevreden zijn over allerlei verenigingsactiviteiten. Bijna 600 leden (360 tandartsen, 180 mondhygiënisten en 36 tandartsparodontologen) hebben de moeite genomen om het formulier in te vullen en naar het secretariaat te retourneren. In deze Nieuwsbrief hoopten we u te kunnen informeren over de eerste onderzoeksresultaten maar helaas: het uitwerken van de enquêteresultaten blijkt méér werk dan gedacht. We houden u op de hoogte!
LabOral Diagnostics nieuwe sponsor NVvP
In 1989 werd LabOral Diagnostics opgericht, inspelend op een toenemende behoefte in de parodontologie om de diagnose met microbiologisch onderzoek te ondersteunen. LabOral Diagnostics heeft zich, in samenwerking met het ACTA, sterk gemaakt om een vertaalslag te maken van weten-schappelijke kennis op gebied van de orale microbiologie naar de toepassing in de praktijk. In de afgelopen 12 jaar heeft een toenemend aantal tandarts-parodontologen, tandartsen en mondhygiënisten gebruik gemaakt van de kennis en kunde van LabOral en wordt microbiologische diagnostiek in veel praktijken toegepast. Ook de productontwikkeling bij LabOral stond niet stil. Naast de bacterio-logische kweekmethode is de cariës- en legionellatest ontwikkeld. Met de introductie van de Periodontitis Microbiologie Test (PMT) op basis van DNA-techniek heeft LabOral Diagnostics een kwalitatief hoogwaardig productenpakket. Vanaf haar oprichting heeft LabOral Diagnostics achter de doelstellingen van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie gestaan. Overdracht van kennis op het gebied van de parodontologie is tevens één van de belangrijkste speerpunten van LabOral Diagnostics. De tijd is dan ook rijp om in een meer officiële vorm (als sponsor) de NVvP en haar doelstellingen te ondersteunen.
NVvP in het nieuws
LabOral Diagnostics kijkt uit naar een prettige samenwerking in de toekomst met de vereniging en al haar leden! De NVvP blijft u ook via het Nederlands Tandartsenblad regelmatig op de hoogte houden van relevante ontwikkelingen in het vakgebied. In recente NVvP-columns werd het volgende onderwerp besproken: ‘Parodontale richtlijnen bij subgingivale restauraties’, deel I en deel II. Heeft u deze publicaties gemist en bent u alsnog geïnteresseerd? Neemt u voor een kopie gerust contact op met het NVvP-secretariaat.
8
NVvP Nieuwsbrief nr. 35 decemberr 2001 NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002
Voor informatie over LabOral Diagnostics en haar producten kunt u contact opnemen met: LabOral Diagnostics“ Wilgenkade 21 3992 LL Houten Tel.: 0900 5226725 Tel.: 0900 laboral Fax: 030-6361527 www.LabOral.nl
9
NVvP Nieuwsbrief nr. 36 maart 2002