Draaien op 3 Niveaus Plan van Aanpak 2011 o.b.s. Bijlmerhorst
Dit PvA dient als aanvulling en aanscherping van het Verbeterplan 2010-2011, in het kader van de Kwaliteitsaanpak Basisonderwijs Amsterdam. Het is geformuleerd op basis van inzichten uit het eerste jaar en het rapport van de onderwijsexperts d.d. 15-12-2010.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 1
Inleiding Openbare basisschool Bijlmerhorst zit in de lift. De effecten van ruim een jaar hard werken aan kwaliteit zijn duidelijk zichtbaar. Ook de zware periode met uitval van vele leerkrachten heeft dat proces niet geschaad, hooguit iets vertraagd. Om die reden, en vanwege inzichten die zich in de loop van dat eerste verbeterjaar hebben gevormd, is dit plan van aanpak geschreven. Het beoogt een extra focus te bieden op de zaken die nu nog de meeste aandacht vragen, en is in die zin een aanvulling op, en een aanscherping van het grotere Verbeterplan 2010-2012, zoals definitief vastgesteld in mei 2010, binnen het KBAtraject van de gemeente Amsterdam. Dit Plan van Aanpak is niet alleen compacter en doelgerichter dan het grotere Verbeterplan, het is ook met een andere bril op geschreven. Werden een jaar geleden het KBA-traject en de betrokkenheid van de onderwijsexperts hier en daar nog als een zware last en bron van spanning ervaren, inmiddels zien team en directie ze als een kritische vriend en juist een bron van persoonlijke groei. De bemoedigende woorden van de experts (blz. 20 van het rapport van 15-122010), voorgelezen door de directeur, werden dan ook met instemming en een grote glimlach ontvangen. Die glimlach verraadt geen gemakzucht. Alle betrokkenen zijn ervan doordrongen dat we nog een flinke weg te gaan hebben. Dit plan vormt de leidraad voor die weg. Voor wat betreft de ontwikkeling van het leerkrachtgedrag ligt de focus in 2011 heel duidelijk op 3 zaken: 1.
Fijnafstemming van de zorg (pag. 4)
Zoals leerlingzorg als geheel in 3 niveaus verdeeld is, onderscheiden we voor zorg in de groep ook 3 niveaus. Het grootste tandwiel is dat van de Cito-LVStoetsen die twee keer per jaar worden afgenomen. Daarbinnen draait een kleiner tandwiel van de methodegebonden toetsen, die met een regelmaat van enkele weken informatie opleveren. Binnenin draait het kleinste wieltje van de dagelijkse afstemming. Om dát wieltje gaat het vooral in de komende periode. Deze 3 wielen verbeelden de constante zorg voor onze leerlingen. Wanneer we kans zien ook dat kleinste wieltje goed aan het draaien te krijgen, leveren de 2 grotere meer op, en voorkomen we een onnodige, enorme uitbouw van het systeem. Belangrijke voorwaarde voor deze verfijning van de zorg, is een pedagogisch klimaat, inclusief protocol, dat de leerkracht in staat stelt hier ook voldoende aan toe te komen. 2.
Kwaliteit van de instructie (pag.9)
Zeker bij de vaste leerkrachten die het traject van het afgelopen jaar meegemaakt hebben, is veel meer structuur gekomen in organisatie, voorbereiding en een lesmodel (ADI) dat houvast biedt. Nu is het zaak, dat zowel de basis- als de verlengde instructie nog aan kwaliteit winnen. Dat vraagt maatwerk, want teamleden verschillen op dit vlak in behoefte en aandachtsgebieden. 3.
Verhoging van de gemiddelde vaardigheidsscore (pag.11)
De groei is bemoedigend en op sommige terreinen zelfs opmerkelijk, maar het algemene vaardigheidsniveau van leerlingen ligt nog te laag. Voor enkele groepen bieden de gerealiseerde veranderingen al voldoende perspectief. Soms scoren ze zelfs al zeer goed. De groepen waarin de gemiddelde score op enkele vakgebieden nog veel te laag ligt, vragen tijdelijk een extra investering met een tweeledig doel. Ten eerste is het natuurlijk voor de betreffende leerlingen goed wanneer ze gaan presteren op het niveau dat ze, mits goed begeleid, aan zouden moeten kunnen. Ten tweede zal het bijwerken van hun hiaten en/of achterstand leiden tot een didactisch beter hanteerbare groep, waardoor alle andere beoogde verbeteringen in een stroomversnelling komen.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 2
En verder ……. (afronding en voortzetting van ‘oude’ aandachtspunten) 4.
Woordenschat en Lezen (pag.12)
Naast deze hoofdzaken vraagt een aantal lopende trajecten uit het Verbeterplan nog de nodige aandacht. Na forse vertraging is de invoering van de nieuwe methode voor Technisch Lezen (Estafette) nu goed op gang gekomen. Verdere begeleiding van dit traject in 2011 zal leiden tot borging van sterk leesonderwijs in de school. Voor beter en actueler Begrijpend Lezen werd naast Goed Gelezen al enige tijd gewerkt met Nieuwsbegrip. In 2011 wordt definitief de overstap naar Nieuwsbegrip-XL gemaakt. Professionalisering op ander gebied heeft gaandeweg tot het inzicht geleid dat de school ook zo snel mogelijk zou moeten gaan werken met een nieuwe taalmethode. Woordenschat was al een aandachtspunt in het Verbeterplan, maar voortschrijdend inzicht heeft ertoe geleid dat de school de beoogde training niet gevolgd heeft, maar naar een geheel nieuwe methode uitziet, omdat de (oude) Zin in Taal op alle fronten tekortschiet. Met Woordenschat en ADI als focus, is de zoektocht naar de beste methode al in volle gang. In februari en maart testen verschillende groepen methodes op basis van zichtzendingen. Begrijpend Lezen en Woordenschat krijgen zo de beoogde extra impuls (zie ‘opbrengsten’ op blz. 16 van het KBA rapport, dec 2010). In de onderbouw rondt de laatste leerkracht dit jaar de cursus af van Cito’s Piramide. Gelijktijdig gaan zij, samen met de Voorschool, over op de nieuwe versie van Piramide. In groep 3 wordt, in samenhang met Veilig Leren Lezen, gestart met het brede kennis- en woordenschatpakket Veilig de Wereld in. 5.
Nieuwkomers (en nieuwe leerkrachten) (pag.13)
Sinds augustus 2010 maken twee Nieuwkomersgroepen van st. Sirius deel uit van de school. Voorheen waren deze verbonden aan o.b.s. De Blauwe Lijn. Hoewel anders bedoeld, waren beide groepen tot dusver niet meegenomen in het KBA-traject. Na een gewenningsperiode zijn de groepen nu toe aan meer afstemming met de rest van de school en een grondige analyse door de onderwijsexperts. Deze staat gepland voor 19 april 2011. Op dit moment is dus nog niet duidelijk aan welke aspecten in de ogen van de experts vooral gewerkt zou moeten worden, maar op voorhand lijkt wel duidelijk dat het ADI-lesmodel ook hier, in aangepaste vorm, de nodige aandacht zal vragen. Inmiddels is een begin gemaakt met het standaardiseren van de groepsadministraties, en wordt op enkele vakgebieden (m.n. Technisch Lezen en Rekenen) (mede-)gebruik gemaakt van de nieuwe methoden die de school onlangs heeft ingevoerd. Dit verklaart ook de bij-aanschaf van materialen voor Veilig Leren Lezen, Estafette en Wereld In Getallen die idealiter al medio 2010 had plaatsgevonden.
Bij dit Plan van Aanpak 2011 hoort een begroting, opgesteld volgens het format van het KBA-traject, met daarin gespecificeerd de extra inzet van teamleden (zowel vervanging als coaching, die in de toekomst intern voortgezet zal worden), inzet van externen (o.a. IB-coaching en begeleiding bij de invoering van nieuwe lesmethoden) en de benodigde materialen.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 3
1.
Fijnafstemming van de zorg
De basisvoorwaarde van een goed pedagogisch klimaat, waardoor leerlingen zich veilig, gewaardeerd en competent voelen en positief gestimuleerd worden, is nog niet over de gehele breedte gerealiseerd. Specifieke ondersteuning is op korte termijn noodzakelijk in enkele groepen. In augustus 2010 heeft de school het nieuwe zorgplan vastgesteld waarin men haar continuüm van zorg heeft beschreven. Daarin onderscheidt de school, naast enkele basisvoorwaarden, een drietal zorgniveaus: 1: groepsniveau, 2: schoolniveau, 3: bovenschools niveau. In dit plan ligt de nadruk verder op niveau 1: zorg op groepsniveau: De kern hiervan is het groepsplan als organisatiemodel voor afstemming en zorg. Meer verfijning en informatie in het groepsplan zal bijdragen aan verhoging van de leeropbrengsten. Voor alle leerlingen, behalve die waarvoor is vastgesteld dat ze de einddoelen van het basisonderwijs vrijwel zeker niet zullen halen, zijn de doelen van het curriculum uitgangspunt voor het te geven onderwijs. Door te variëren in de intensiteit en duur van de instructie wordt zowel aan de goede snelle als de zwakke en langzame leerlingen passende aandacht besteed. OM het maximale uit leerlingen te halen en uitval te voorkomen, wordt voor de snelle leerlingen gekeken naar uitdagende doelen, terwijl de tragere leerling extra instructie krijgt. Indien leerlingen op deze wijze toch onvoldoende profiteren van het gegeven onderwijs, wordt in overleg met de IB-er besloten tot het maken van een handelingsplan, dat gemakkelijker tot stand komt doordat al vroeg informatie over de leerling en het leerproces is verzameld en geregistreerd. De leerkracht is dus aan zet om zorgvuldig uitvoering te geven aan de dagelijkse zorg voor de leerlingen. Daartoe is het gewenst dat de IB-er een plan maakt waarin de achtereenvolgende stappen moeten worden vastgelegd om de leerkrachten goed voor te bereiden op hun toekomstige taken. Het is daarbij van belang dat de IB-er vanwege de veelheid en complexiteit van taken gedurende langere tijd professionele ondersteuning krijgt. Bij de verdere ontwikkeling en implementatie van de zorg zijn vragen aan de orde als: - Hoe kan de preventieve zorg worden versterkt en welke positieve effecten heeft dat voor de effectiviteit van het onderwijs? - Op welke wijze kunnen de vaardigheden van de leerkrachten op het gebied van het onderzoekend onderwijzen worden versterkt? - Welke kennis en vaardigheden heeft de groepsleraar nodig om een goed renderend groepsplan te maken en dit effectief uit te voeren? - Hoe kan de leraar bij de dagelijkse uitvoering van het groepsplan actuele informatie over leerlingen optimaal benutten? - Wat is de rol van de IB-er in relatie tot die van de (individuele) groepsleerkrachten? De verbetering van de volgende kwaliteitsaspecten behoeft hoge prioriteit: 1. Ontwikkeling van lln volgen door nadere analyse van alle beschikbare leerlinggegevens (resultaten, schriftelijk werk, diagnostische gesprekjes enz.). 2. Benutten van de uitkomsten van bovenstaande ten behoeve van een effectieve afstemming bij de instructie en verwerking. 3. Professionalisering van leerkrachten om beide taken zo goed mogelijk uit te voeren.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 4
Doelstellingen (in gewenst leerkrachtengedrag) Algemeen A1 De leerkracht hanteert een klassenmanagement (GIP-model), dat het mogelijk maakt om aandacht te besteden aan groepjes of individuele leerlingen. A2 De leerkracht biedt ook de snellere leerling instructie en uitdagend materiaal en voorkomt zo o.a. onderpresteren.[VBP3.5] A3 De leerkracht kan onderzoekend onderwijzen (Rekenen) en maakt gebruik van de handvatten en didactische aanwijzingen uit de methodehandleiding. Klein K1 De leerkracht zorgt bij stagnatie voor extra instructie, bij voorkeur voorafgaand aan de volgende (relevante) les. K2 De leerkracht weet hoe leerlingen denken/leren (laat hardop verwoorden), voert waar mogelijk een diagnostisch gesprekje, en kan het handelen hierop afstemmen (onderzoekend onderwijzen). K3 De leerkracht houdt een soort logboek bij, het deel in de klassenmap waarin de dagplanning, lesinhoud en doelen beschreven staan, met bevindingen en aantekeningen van opvallende en relevante leerlinggegevens. Ordening op hoofdpunten dient als basis van de overdracht a/h eind van het schooljaar. Midden M1 De leerkracht voert, geholpen door de methodehandleiding, gesprekjes met leerlingen die dreigen achter te blijven op de methodelijn. Kennis van de leerlijnen van het vak bevordert, dat bij stagnatie vlot wordt vastgesteld wat een leerling in die leerlijn nog wel kan. M2 De leerkracht observeert systematisch met behulp van aanwijzingen die de methode geeft, signaleert uitval en maakt vervolgens een diagnose. M3 De leerkracht maakt een eigen analyse naar aanleiding van methode-gebonden toetsen. M4 De leerkracht maakt een groepsplan (Rek, T.Lez., voor 8 a 10 weken), (groeps)handelingsplannen, en kan deze evalueren en bijstellen. Groot G1 De leerkracht neemt methodeonafhankelijke toetsen af volgens de toetskalender, registreert de uitkomsten en analyseert deze. G2 De leerkracht gebruikt de vaardigheidsscores per leerling om de vorderingen nog concreter in beeld te brengen. Evaluerend E1 De leerkracht bereidt zich per zorgleerling schriftelijk voor op groeps- en leerlingbesprekingen en rapporteert alle relevante informatie. E2 De leerkracht past de pedagogische aanpak aan op grond van gedocumenteerde kennis over de sociaal-emotionele ontwikkeling. E3 De leerkracht meet half-jaarlijks de sociaal-emotionele ontwikkeling door middel van het nog aan te schaffen SEVS (soc-em. volgsysteem) : SCOL. E4 De leerkracht van groep 1-2 voert een intake-gesprek met de ouders wanneer een kind ca. 1 maand op school is. E5 De leerkracht noteert welke storende factoren een rol spelen bij het niet of onvoldoende uit kunnen voeren van bovenstaande acties (m.n. A/K/M) Begeleidend B1 De IB-er begeleidt en coacht de leerkrachten bij de analyse en afstemming, en controleert op juistheid van daarop volgende interventies. B2 De IB-er begeleidt de leerkrachten bij het maken van groepsplannen, (groeps)handelingsplannen (bij Rekenen, voor E- en lage D-scores). B3 Directie en IB-er begeleiden nieuwe/vervangende leerkrachten en informeren hen over het systeem van leerlingzorg. B4 De directeur organiseert specifieke ondersteuning ter bevordering van het pedagogisch klimaat, tevens resulterend in een protocol. B5 De directeur zorgt dat er adequate voorzieningen worden getroffen waardoor escalatie van onacceptabel gedrag wordt voorkomen en gekanaliseerd.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 5
Prestatie-indicatoren 1-03-2011
A2 K1/2 K3 M1/2 M4 G1/2 E1 B4/5
20% biedt de snellere leerling voldoende instructie en uitdagend materiaal. 40% voorziet na onderzoek in een gedegen Extra Instructie bij Rekenen. Alle leerkrachten hanteren het concept Planningsformulier Extra Instructie (gr3 t/m 8 bij Rekenen). 50% signaleert, onderzoekt en analyseert op basis van de methodehandleiding en methodegebonden toetsen. 40% maakt zelf groeps(handelings-)plannen, evalueert deze en stelt ze bij. 40% maakt zelf analyses en brengt de vaardigheidsgroei in kaart op basis van LOVS-toetsen. Alle leerkrachten zijn schriftelijk goed voorbereid bij een groeps- of leerlingbespreking. De directie heeft een concept pedagogisch protocol opgesteld (onaccept. gedr.) en specifieke ondersteuning in gang gezet.
1-04-2011
A1 A3 K1/2 K3 M3 E2 E4 B1 B4/5
65% heeft klassenmanagement en pedagogisch klimaat op orde als basisvoorwaarde voor Extra Instructie. 30% kan onderzoekend onderwijzen (bij Rekenen) en de didactiek afstemmen met gebruikmaking van de methodehandleiding. 60% voorziet na onderzoek in een gedegen Extra Instructie bij Rekenen. Alle leerkrachten hanteren het Planningsformulier Extra Instructie (gr3 t/m 8 bij Rekenen). 40% analyseert zelf methodegebonden toetsen en beschrijft acties. 80% handelt mede op basis van kennis over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. Alle leerkrachten van groepen 1-2 voeren intake-gesprekken wanneer een kind ca. 1 maand op school is. De IB-er ondersteunt leerkrachten die nog moeite hebben met analyse en afstemming (≤ 70%). Het pedagogisch protocol is voorgelegd aan het team, vastgesteld, en bijpassende voorzieningen zijn getroffen.
1-06-2011
A1 A2 A3 K1/2 M1/2 M4 G1 E3 E5 B1 B2 B3
80% heeft klassenmanagement en pedagogisch klimaat op orde als basisvoorwaarde voor Extra Instructie. 50% biedt de snellere leerling voldoende instructie en uitdagend materiaal. 50% kan onderzoekend onderwijzen (bij Rekenen) en de didactiek afstemmen met gebruikmaking van de methodehandleiding. 80% voorziet na onderzoek in een gedegen Extra Instructie bij Rekenen; 50% ook bij een ander kernvak. 80% signaleert, onderzoekt en analyseert op basis van de methodehandleiding en methodegebonden toetsen. 60% maakt zelf groeps(handelings-)plannen, evalueert deze en stelt ze bij. 60% registreert LOVS-toetsen zelf in het systeem. Alle leerkrachten hebben 1 maal voor hun leerlingen het SEVS (soc-em. volgsysteem) SCOL ingevuld en geanalyseerd. De directie heeft de storende factoren verzameld, geanalyseerd en acties ondernomen om ze te bestrijden/beperken. De IB-er ondersteunt leerkrachten die nog moeite hebben met analyse en afstemming (≤ 50%). De IB-er ondersteunt leerkrachten die nog moeite hebben met het maken van groeps(handelings-)plannen (≤ 70%). Directie en IB-er hebben een concept ‘Handboek Bijlmerhorst’ opgesteld als houvast voor nieuwe teamleden.
1-10-2011
A1 A2 A3 K1/2 K3
Alle leerkrachten hebben klassenmanagement en pedagogisch klimaat op orde als basisvoorwaarde voor Extra Instructie. 80% biedt de snellere leerling voldoende instructie en uitdagend materiaal. 80% kan onderzoekend onderwijzen bij kernvakken, en de didactiek afstemmen met gebruikmaking van de methodehandleiding. 80% voorziet na onderzoek in gedegen Extra Instructie bij meerdere kernvakken. Alle leerkrachten hanteren het Planningsformulier Extra Instructie bij meerdere kernvakken.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 6
1-12-2011
M1/2 M3 M4 G1/2 E2 B1 B2 B3
50% signaleert, onderzoekt en analyseert op basis van de methodehandleiding en methodegebonden toetsen. 80% analyseert zelf methodegebonden toetsen en beschrijft acties. 80% maakt zelf groeps(handelings-)plannen, evalueert deze en stelt ze bij. 70% maakt zelf analyses en brengt de vaardigheidsgroei in kaart op basis van LOVS-toetsen. Alle leerkrachten handelen mede op basis van kennis over de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerling. De IB-er ondersteunt leerkrachten die nog moeite hebben met analyse en afstemming (≤ 30%). De IB-er ondersteunt leerkrachten die nog moeite hebben met het maken van groeps(handelings-)plannen (≤ 30%). De directie heeft het ‘Handboek Bijlmerhorst’ vastgesteld.
G1/2 B1
90% registreert zelf LOVS toetsen in het systeem, maakt analyses en brengt vaardigheidsgroei in kaart. De IB-er begeleidt leerkrachten bij verdere verfijning van analyse en afstemming.
Implementatie e
- 1 week febr. 2011 e e - 2 /3 wk febr. 2011 e - 1 week maart 2011 - rest van maart 2011 - 28 maart 2011
- vanaf mei 2011
Introductie van het Planningsformulier Extra Instructie (PEI). Gezamenlijk voorbeeld bespreken en afspraken maken over gebruik. Experimenteren in de groep met het Planningsformulier Extra Instructie (gr 3 t/m 8 voor Rekenen). Teambijeenkomst: - Inventarisatie ervaringen en ondersteuningsbehoefte. - Afspraken over ondersteuning en gebruik. Alle leerkrachten gebruiken het PEI volgens gemaakte afspraken van begin maart. IB-er biedt ondersteuning. Klassenbezoeken met Extra Instructie als aandachtspunt. Studiedag. - Ervaringen met het PEI en bijstellen indien nodig. - Gebruik van het PEI voor analyse van methode gebonden toetsen. - Gebruik van het PEI voor verdere verfijning van het groepsplan Rekenen. - Keuze van (kort daarna) toe te voegen vakgebied (na Rekenen dan bijv. Spelling of T.Lezen). Alle leerkrachten gebruiken het PEI volgens gemaakte afspraken van 28 maart (2 vakken). IB-er biedt evt. ondersteuning. Klassenbezoeken met Extra Instructie als aandachtspunt. Collegiale consultatie / intervisie met Extra Instructie als onderwerp.
Evaluatie Elk kwartaal
IB-er en leerkracht bespreken feitelijk verleende zorg en of de groepsplannen (nog) voldoende passend zijn. Indien nodig volgt aanpassing. Groepsplannen worden elk kwartaal bijgesteld, 2x op basis van Cito-LOVS, 2x op basis van meth. geb. toetsen en observaties. De leerkracht toont (groepsadministratie - PEI) welke Extra Instructie plaatsgevonden heeft. De leerkracht toont (groepsadministratie) voor welke leerlingen handelingsplannen zijn opgesteld, uitgevoerd en wat het resultaat was. Directie en IB-er bespreken de stand van de zorg in de groepen, en besluiten desgewenst tot ondersteuning waar nodig.
Elk halfjaar:
IB-er en leerkracht vergelijken Cito-LVS-scores met de Inspectienormen (v-scores) . Leerkracht geeft verklaringen voor evt. tegenvallers. Directie en IB-er vergelijken LVS-scores en Inspectienormen op schoolniveau. Zij wegen de verklaring van leerkrachten met tegenvallers, het ‘gewicht’ van de groep en de handelswijze van de leerkracht. Deze wordt gevraagd wat nodig is om de doelen toch te halen.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 7
De IB-er evalueert het werken met het logboek met de leerkracht. Als het voor het onderdeel Rekenen goed werkt kan een volgend onderdeel (Lezen, Begrijpend lezen, Spelling) worden toegevoegd. Leerkrachten evalueren hun groepsplannen. Deze evaluaties worden besproken tijdens de groepsbesprekingen, zodat de volgende stap gezet kan worden. Tijdens de klassenbezoeken door IB en directie wordt bekeken of het onderwijsaanbod voldoende wordt afgestemd op de behoeften van de leerlingen. Tussentijdse (juni 2011) en eindevaluatie door directie en IB, vindt vooral plaats op de volgende punten: - Worden de doelstellingen behaald (Extra Instructie?) - Welke leerkrachten halen de doelstellingen wel/niet? - Hoe verder met groepen/vakgebieden die structureel achterblijven?
- Worden de doelstellingen behaald (leerresultaten)? - Is daar extra ondersteuning of begeleiding nodig? - Welke trends vallen waar te nemen? / Welke verdere acties zijn nodig?
De directie voert functioneringsgesprekken. In het POP staan vooral doelen gerelateerd aan het verbeterplan. Indien nodig volgt coaching. De Handelingsplannen worden digitaal opgeslagen en de leerkracht bewaart een afschrift in de zorgmap. Het zorgplan is voor iedereen toegankelijk. De IB-er maakt een verslag van de groepsbesprekingen, geeft dit aan de leerkrachten door en bewaart het in de groepsmap van de IB-er. Borging Samenstellen van een ‘Handboek Bijlmerhorst’ als steun voor vaste leerkrachten en leidraad bij inwerken van nieuwe/tijdelijke teamleden. Belangrijke wijzigingen/ontwikkelingen worden verwerkt in of toegevoegd aan het Zorgbeleidsplan. Bijhouden van het aantal handelingsplannen en afbuigende leerlijnen. De groepsplannen en het logboek worden bewaard in de klassenmap. Zorg is een vast onderdeel van Teamvergaderingen en CITO resultaten worden schoolbreed besproken. Tijdens de cyclische leerlingbespreking verifieert de IB-er de voortgang van de groeps(handelings-)plannen en checkt of uitvoering is gepland. Communicatie. In mei 2011 wordt de MR geïnformeerd over de zorg in de groep, en op de open avond (nieuwe schooljaar) de ouders. Minimaal tweemaal per jaar wordt in de teamvergadering de stand van zaken besproken, knelpunten opgelost en bijgestuurd waar nodig. Mondeling: - Tijdens de cyclische leerlingbespreking wordt de ontwikkeling van de zorg in de groep met iedere leerkracht persoonlijk besproken. - Tijdens de studiedag van 28 maart 2011 wordt dit traject binnen het team besproken en op onderdelen geoefend. Schriftelijk: - Het Planningsformulier Extra Instructie is in april 2011 uitgewerkt en in een vast model in elke groepsmap in gebruik genomen. - Het Planningsformulier Extra Instructie wordt opgenomen als bijlage in het Zorgbeleidsplan.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 8
2.
Kwaliteit van de instructie
Het blijft zaak om de verdere ontwikkeling van didactische bekwaamheden van de leerkrachten te verbinden aan een groeiende kennis omtrent vakinhoud en vakdidactiek, bij het aanbod voor kleuters (Piramide Nieuw; geletterdheid en differentiatie) en in de hogere groepen bij Rekenen en Taal/Begrijpend Lezen. Daarbij verdient het aanleren van reflectie op leer- en oplossingstrategieën bijzondere aandacht. Doelstellingen (in gewenst leerkrachtengedrag) Praktijk P1 De leerkracht verzorgt een heldere lesopbouw volgens het ADI-model, waarbij de methodehandleiding leidend is. P2 De leerkracht beschikt over de vaardigheid om leerstof op verschillende manieren uit te leggen (leerstijlen). P3 De leerkracht bereidt voor achterblijvende leerlingen een alternatieve instructie voor [VBP 3.4]. P4 De leerkracht maakt voor verlengde en extra instructie gebruik van de aanwijzingen en materiaaladviezen uit de methodehandleiding. P5 De leerkracht werkt met remediërend materiaal om de stof inzichtelijk en begrijpelijk te maken voor de kinderen. P6 De leerkracht reflecteert met (concreet) materiaal en maakt de leerling bewust van gemaakte fouten. P7 De leerkracht beschikt over voldoende kennis en kunde met betrekking tot het inzetten van materialen, ontwikkelt zich in het herkennen van onderwijsbehoeften van de leerlingen en is in staat het rekenonderwijs hierop af te stemmen. Organisatie O1 De leerkracht oriënteert zich op de leerlijnen van alle kernvakgebieden. O2 De leerkracht maakt bij de planning van instructie gebruik van aantekeningen en analyses m.b.t. het niveau van de leerlingen [VBP 3.3]. O3 De leerkracht kan doelen formuleren voor de goede, gemiddelde en zwakke groepen leerlingen die op de methodelijn zitten. O4 De leerkracht maakt tussen leerlingen verschil in de omvang van de opdrachten. O5 De leerkracht biedt zwakke leerlingen extra leer- en instructietijd. O6 De leerkracht biedt in de klas en daarbuiten, een rijk aanbod aan uitdagend en zelfcorrigerend materiaal. O7 De leerkracht houdt alle leerlingen op de methodelijn, tenzij uit onderzoek blijkt dat zij de einddoelen basisonderwijs niet zullen halen. O8 De leerkracht creëert een veilige, gestructureerde, leerrijke en gezellige omgeving voor de leerlingen in de klas. Prestatie indicatoren (naast eerder geformuleerde streefdoelen voor leeropbrengsten uit VBP 2010-2011) 1-04-2011
P1/2 P3/4 P5/6 O1 O2 O3 O4 O5 O7
65% van de leerkrachten geeft heldere lessen volgens het ADI-model. 75% van de leerkrachten verzorgt de verlengde/extra instructie op een andere wijze, m.b.v. (materiaal)adviezen uit de methode. 50% van de leerkrachten zet aanvullend materiaal in ter bevordering van inzicht en bewustwording van gemaakte fouten. Kennis van leerlijnen Rekenen wordt gedeeld en bestudeerd tijdens Didactische Vergaderingen. 70% van de leerkrachten geeft Rekeninstructies op basis van aantekeningen en analyses. 30% van de leerkrachten kan de inhoud van het groepsplan aanscherpen. 50% van de leerkrachten differentieert in de hoeveelheid werk die kinderen krijgen. 70% van de leerkrachten biedt extra instructie bij Rekenen, 30% bij andere kernvakken. Van kinderen zonder afbuigende leerlijn zit 80% op de methodelijn.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 9
1-06-2011
P3/4 P7 O2 O3 O5 O6 O7
90% van de leerkrachten verzorgt de verlengde/extra instructie op een andere wijze, m.b.v. (materiaal)adviezen uit de methode. Kennis en ervaring met concreet/remediërend materiaal wordt gedeeld tijdens de Didactische Vergaderingen. 80% van de leerkrachten geeft Rekeninstructies op basis van aantekeningen en analyses; 40% bij andere kernvakken. 50% van de leerkrachten kan de inhoud van het groepsplan aanscherpen. 80% van de leerkrachten biedt extra instructie bij Rekenen, 50% bij andere kernvakken. 50% van de leerkrachten heeft in en buiten de klas voldoende uitdagend en zelfcorrigerend materiaal in gebruik. Van kinderen zonder afbuigende leerlijn zit 85% op de methodelijn.
1-10-2011
P1/2 P5/6 O1 O2 O3 O4 O5
85% van de leerkrachten geeft heldere lessen volgens het ADI-model. 85% van de leerkrachten zet aanvullend materiaal in ter bevordering van inzicht en bewustwording van gemaakte fouten. Kennis van leerlijnen (Rekenen en andere kernvakken) wordt gedeeld en bestudeerd tijdens Didactische Vergaderingen. Alle leerkrachten geven Rekeninstructies op basis van aantekeningen en analyses; 75% bij andere kernvakken. 70% van de leerkrachten kan de inhoud van het groepsplan aanscherpen. 70% van de leerkrachten differentieert in de hoeveelheid werk die kinderen krijgen. 90% van de leerkrachten biedt extra instructie bij Rekenen, 70% bij andere kernvakken.
1-12-2011
O3 O4 O6 O7
80% van de leerkrachten kan de inhoud van het groepsplan aanscherpen. 80% van de leerkrachten differentieert in de hoeveelheid werk die kinderen krijgen. 80% van de leerkrachten heeft in en buiten de klas voldoende uitdagend en zelfcorrigerend materiaal in gebruik. Van kinderen zonder afbuigende leerlijn zit 90% op de methodelijn.
Implementatie Directie, IB-er en externe IB-er leggen klassenbezoeken af en adviseren over inhoud, organisatie en aanpak van de verschillende instructie-momenten. De directie maakt (m.n. op Didactische Vergaderingen) ruimte voor bestudering van, en uitwisseling over leerlijnen en materialen. Leerkrachten vergaren extra kennis en werkwijzen en bekwamen zich in instructiekwaliteiten middels collegiale consultatie binnen en buiten de eigen school. De interne leerkrachtcoach verbreedt en verdiept met de leerkrachten hun instructie-repertoire. Evaluatie Elk kwartaal
IB-er en leerkracht bespreken feitelijk verleende zorg en of de groepsplannen (nog) voldoende passend zijn. Indien nodig volgt aanpassing. Groepsplannen worden elk kwartaal bijgesteld, 2x op basis van Cito-LOVS, 2x op basis van meth. geb. toetsen en observaties.
Elk halfjaar:
IB-er en leerkracht vergelijken Cito-LVS-scores met de Inspectienormen (v-scores) . Leerkracht geeft verklaringen voor evt. tegenvallers. Directie en IB-er vergelijken LVS-scores en Inspectienormen op schoolniveau. Zij wegen de verklaring van leerkrachten met tegenvallers, het ‘gewicht’ van de groep en de handelswijze van de leerkracht. Deze wordt gevraagd wat nodig is om de doelen toch te halen.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 10
Directie en IB-er beoordelen per kwartaal niveau, afstemming en hoeveelheid van de (extra) geboden instructie in de groepen. Leerkrachten evalueren hun groepsplannen. Deze evaluaties worden besproken tijdens de groepsbesprekingen, zodat de volgende stap gezet kan worden. Tijdens de klassenbezoeken door IB en directie wordt bekeken of het onderwijsaanbod voldoende wordt afgestemd op de behoeften van de leerlingen. Tussentijdse (juni 2011) en eindevaluatie door directie en IB, vindt vooral plaats op de volgende punten: - Welke leerkrachten halen de doelstellingen wel/niet? - Hoe verder met groepen/vakgebieden die structureel achterblijven?
- Is daar extra ondersteuning of begeleiding nodig? - Welke trends vallen waar te nemen? / Welke verdere acties zijn nodig?
De directie voert functioneringsgesprekken. In het POP staan vooral doelen gerelateerd aan het verbeterplan. Indien nodig volgt coaching. De IB-er maakt een verslag van de groepsbesprekingen, geeft dit aan de leerkrachten door en bewaart het in de groepsmap van de IB-er. Borging Afstemming en bijbehorende administratie zijn vast onderdeel van groepsbesprekingen met IB-er. Deze praktijk wordt bijgewerkt in het Zorgbeleidsplan. Samenstellen van een ‘Handboek Bijlmerhorst’ als steun voor vaste leerkrachten en leidraad bij inwerken van nieuwe/tijdelijke teamleden. Belangrijke wijzigingen/ontwikkelingen worden verwerkt in of toegevoegd aan het Zorgbeleidsplan. Communicatie In juni 2011 wordt de MR geïnformeerd over instructie in de groep, en op de open avond (nieuwe schooljaar) de ouders. Minimaal tweemaal per jaar wordt in de teamvergadering de stand van zaken besproken, knelpunten opgelost en bijgestuurd waar nodig. Mondeling: - Tijdens de functioneringsgesprekken wordt de ontwikkeling van de instructie met iedere leerkracht persoonlijk besproken. - Tijdens een studiedag in seizoen 2011-2012 wordt de instructievaardigheid binnen het team besproken en op onderdelen geoefend. Schriftelijk: - Het Planningsformulier Extra Instructie is in april 2011 uitgewerkt en in een vast model in elke groepsmap in gebruik genomen. - Het Planningsformulier Extra Instructie wordt opgenomen als bijlage in het Zorgbeleidsplan.
3.
Verhoging van de gemiddelde vaardigheidsscore
De weg omhoog vanuit de situatie waarin de school enkele jaren geleden was beland blijkt lang. Veel leerlingen hebben al enorm kunnen profiteren van de ingezette verbeterslag, en ijkpunten als de Cito Eindtoets en de kleutertoetsen laten zien dat de school daar op meerdere fronten van profiteert. In de tussenliggende groepen zit echter nog veel werk, getuige alleen al het feit dat in de afgelopen anderhalf jaar veel leerlingen in deze groepen onderzocht zijn,
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 11
en daar zonder uitzondering consequenties aan zaten voor het verdere leerprogramma. In combinatie met een algemeen niveau dat verder omhoog moet, vraagt dat een enorme inspanning van de leerkracht. Tijdelijke, gerichte inzet van leerkrachten met een remediërende opdracht zal ze daarbij ondersteunen, zodat onnodige niveauverschillen goeddeels weggewerkt worden, en het algemene niveau (mede daardoor) groeit. Doelstellingen - de leerkracht maakt een analyse (Rekenen, Begrijpend Lezen, Technisch Lezen) van oplosbare achterstand/hiaten bij leerlingen uit de gr 3, 4, 5 en 6. - leerkrachten en IB-er formeren kleine groepjes leerlingen met vergelijkbare problematiek en bijpassend materiaal (methode of remediërend). - de taken worden verdeeld tussen de leerkracht en een RT-er. - beiden leveren hun aandeel aan het logboek, voor aanscherping en verslaglegging van het proces. - de leerlingen vervolgen zo veel mogelijk hun huidige programma, maar krijgen extra instructie en werk op hun aandachtsgebieden. Dit gaat deels ten koste van lesmomenten die tijdelijk minder urgent geacht worden, en heeft deels het karakter van huiswerk. Prestatie-indicatoren 1-04-2011
- voor alle kinderen is een analyse gemaakt, zijn groepjes geformeerd en is bijpassend materiaal beschikbaar. - voor de specifieke groepjes zijn taken verdeeld tussen leerkracht en RT-er. - er is een begin gemaakt met een logboek per groepje.
1-06-2011
- de vaardigheidsgroei van de groepjes is aantoonbaar hoger dan gemiddeld.
1-10-2011
- extra vaardigheidsgroei heeft geleid tot een afname van het aantal niveaus op kernvakken in de groepen 4, 5, 6 en 7. - de gerichte extra inzet heeft geleid tot minimaal 25% extra vaardigheidsgroei per vakgebied per groep.
Implementatie Op basis van de Cito-M scores, methodetoetsen en aanvullende toetsing/observatie (o.a. Maatwerk) worden niveaugroepjes gemaakt die remediërend werk krijgen naast hun gebruikelijke methode-programma. Beide worden ondersteund en voorzien van extra instructie tijdens wekelijkse momenten. Daartoe wordt het aantal uren per week in de betreffende vakken fors verhoogd, tijdelijk ten koste van de zaakvakken en het extra-curriculaire aanbod. In enkele gevallen wordt zelfs gezocht naar tijdelijke uitbreiding van de totale lestijd per week. Evaluatie Directie en IB-er brengen voor, en enige tijd na de zomervakantie, de betreffende vaadigheidsscores in kaart. xxxx
4.
Woordenschat en Lezen
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 12
Na de focus op Rekenen (als aandachtspunt op zich, en als aanknopingspunt voor Strategieën voor Denken en Leren) wordt de aandacht verbreed naar Woordenschat en (Begrijpend) Lezen. Al lange tijd is in de school de ontevredenheid voelbaar over de wijze waarop invulling gegeven werd aan Lezen in het bijzonder, en Taalonderwijs in het algemeen. Het eerste is nu deels ondervangen door te werken met Estafette, dat meteen al zijn vruchten afwerpt. In groep 3 is, evenals in voorgaande jaren, het leesonderwijs in de eerste helft van het jaar nog moeizaam. De kleuters van vorig jaar zijn weliswaar iets beter beslagen ten ijs gekomen dan voorheen, maar het kost nog altijd veel moeite om ze op gang te krijgen. Naast interventies als Connect-Lezen is verdere investering in Veilig Leren Lezen daarom geboden, waarbij de introductie van het digitale schoolbord in deze groep (begin april) een forse stap voorwaarts zal zijn. In de hogere groepen wordt naast de methode Goed Gelezen al enige tijd gewerkt met de wekelijkse teksten van Nieuwsbegrip. Waar die nu nog ter actuele aanvulling dienen, wordt Nieuwsbegrip-XL op korte termijn de vervanger van Goed Gelezen. Middels het mobiele digibord zullen de ondersteunende beelden van Jeugdjournaal en Nieuwsbegrip-XL daarbij regelmatig gebruikt worden. Woordenschatverbreding wordt nagestreefd door invoering van een nieuwe taalmethode, en het gericht werken aan en verbeelden van woordpakketten die essentieel worden geacht voor het betere begrip van teksten (op zich staand en in andere vakken zoals Rekenen). Doelstellingen 1.1 1.2 2.1 2.2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3
- De leerkrachten van groepen 4 t/m 8 verzorgen Technisch Leesonderwijs volgens het ADI-lesmodel met de methode Estafette. - De belangrijkste woorden van de Estafette-leseenheden worden in de voorgaande dagen behandeld en geoefend. - Essentiële woordspinnen worden netjes uitgewerkt en aan de muren gehangen. - Naast pure woordenschatuitbreiding en Estafetteondersteuning worden ook woordpakketten voor specifieke Rekentaal uitgewerkt. - In groep 3 wordt de uitvoering van het Veilig Leren Lezenprogramma verder ondersteund met nieuwe materialen en het digitale schoolbord. - In groep 3 wordt, ter ondersteuning van de algemene kennis en groei van de Woordenschat, het lespakket Veilig de Wereld in gebruikt. - Leerkrachten van groepen 4 t/m 8 werken met de nieuwe taalmethode. - Leerkrachten van groepen 4 t/m 8 laten in de taallessen duidelijk het ADI-lesmodel en verdere differentiatie zien. - Op een studiedag in maart wordt, met andere schoolteams, stilgestaan bij de verschillen tussen het huidige Nieuwsbegrip en de XL-versie. - De Intern Begeleider introduceert en begeleidt de invoering van Nieuwsbegrip-XL. - Leerkrachten van groepen 4 t/m 8 werken met Nieuwsbegrip-XL.
Prestatie-indicatoren 1-04-2011
1.1 1.2 2.1/2 3.1 4.1 5.1 5.2
50% van de leerkrachten verzorgt Estafette-lessen volgens het ADI-lesmodel. 75% van de leerkrachten biedt Estafettewoorden vooraf ter oefening aan. De eerste 5 essentiële woordspinnen hangen in de school. Bij Veilig leren Lezen in gr3 wordt gebruik gemaakt van het (nieuwe) digitale schoolbord. De proeflessen-series met mogelijke nieuwe taalmethoden zijn afgerond. Er valt een besluit. De leerkrachten van gr 4 t/m 8 kennen de extra mogelijkheden van Nieuwsbegrip-XL. De Intern Begeleider start met Nieuwsbegrip-XL in groep 6.
1-06-2011
1.1
75% van de leerkrachten verzorgt Estafette-lessen volgens het ADI-lesmodel.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 13
1.2 2.1/2 3.1 3.2 4.1 5.2 5.3
Alle leerkrachten bieden Estafettewoorden vooraf ter oefening aan. De eerste 15 essentiële woordspinnen hangen in de school, waaronder enkele voor specifieke Reken-taal. Bij Veilig leren Lezen in gr3 wordt oriënterend gebruik gemaakt van de vernieuwde Speelleesset. De leerkrachten van groep 3 maken oriënterend gebruik van de methode Veilig de Wereld in. 25% van de leerkrachten werkt met de nieuwe taalmethode. De Intern Begeleider heeft een observatieronde met nabesprekingen gedaan voor Nieuwsbegrip-XL. Alle leerkrachten (4t/m8) gebruiken Nieuwsbegrip-XL, dekkend of naast Goed Gelezen.
1-10-2011
1.1 2.1/2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.2 5.3
Alle leerkrachten verzorgen Estafette-lessen volgens het ADI-lesmodel. Minimaal 20 essentiële woordspinnen hangen in de school, waaronder enkele voor specifieke Reken-taal. Bij Veilig leren Lezen in gr3 wordt integraal gebruik gemaakt van de vernieuwde Speelleesset. De leerkrachten van groep 3 werken met de methode Veilig de Wereld in. 60% van de leerkrachten werkt met de nieuwe taalmethode. 40% van de leerkrachten (gr 4 t/m 8) verzorgt goed gedifferentieerd Taalonderwijs volgens het ADI-lesmodel. De Intern Begeleider heeft een nieuwe observatieronde met nabesprekingen gedaan voor Nieuwsbegrip-XL. Alle leerkrachten (4t/m8) gebruiken Nieuwsbegrip-XL als dekkende methode voor Begrijpend Lezen.
1-12-2011
4.2
65% van de leerkrachten (gr 4 t/m 8) verzorgt goed gedifferentieerd Taalonderwijs volgens het ADI-lesmodel.
Implementatie De directie zorgt voor vakkundige begeleiding bij invoering van de nieuwe taalmethode, Veilig de Wereld in, en de verdere invoering van Estafette. De IB-er stuurt de overgang naar Nieuwsbegrip-XL aan. Beiden leggen regelmatig klassenbezoeken af. De directie stuurt en faciliteert de uitwerking en vormgeving van de woordspinnen. xxxxx toetsresultaten
5.
Nieuwkomers (en nieuwe leerkrachten)
De school huisvest sinds augustus 2010 twee van de drie Nieuwkomersgroepen van stichting Sirius. Deze groepen zouden, idealiter, al in 2009-2010 meegegaan zijn in de ontwikkelingen van het KBA-traject, maar door omstandigheden is dat helaas niet gebeurd. Daarom worden ze binnenkort bezocht door een van de onderwijsexperts, en zullen naar aanleiding daarvan ook doelen voor deze groepen opgesteld worden. Vooruitlopend daarop zijn de beide groepen al meegegaan in enkele van de ontwikkelingen die binnen de school in gang waren gezet, en zijn ze deels gebruik gaan maken van de nieuwe lesmethodes die in huis waren. Eigenlijk moest dus met terugwerkende kracht materiaal aangeschaft worden, en persoonlijke begeleiding opgestart. Het materiaal is in beperkte mate opgenomen in de begroting bij dit PvA. Begeleiding is nog niet gestart, vanwege een zeer onrustige periode in de personele bezetting. Het bezoek van de onderwijsexperts zal verder richting moeten geven aan wat wenselijk en noodzakelijk is voor de Nieuwkomersgroepen. Na een eerste aanzet door een externe coach, is voor zowel de Nieuwkomersgroepen als voor nieuwe en jonge leerkrachten voorzien in een interne coach.
O.b.s. Bijlmerhorst – Plan van Aanpak 2011
Pagina 14