DRAAIBOEK masterclass Research and Policy; bad marriage or happily ever after?
1
Colofon Tilburg, 2014 Joyce de Goede Masterplan is een samenwerkingsproject van Academische Werkplaatsen, GGD Nederland, NSPOH, RIVM (CGL) met als doel de opgedane ervaringen met Public Health in de Academische Werkplaatsen te delen met praktijk- en beleidsprofessionals en studenten.
2
3
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 5 1. Achtergrond van de masterclass ......................................................................................................... 6 Doel masterclass ‘Research and Policy: bad marriage or happily ever after?’ .................................... 6 Leerdoelen............................................................................................................................................ 6 2. Inhoud en organisatie van de masterclass .......................................................................................... 7 Voorbereiding door deelnemers .......................................................................................................... 7 Algemeen ............................................................................................................................................. 7 Werkvormen ........................................................................................................................................ 7 Inhoud van de theoretische colleges ................................................................................................... 8 Inhoud van de werkcolleges ............................................................................................................... 10 3. Bijlagen .............................................................................................................................................. 12 Bijlage 1. Programma ......................................................................................................................... 13 Bijlage 2. Draaiboek Werkcolleges ..................................................................................................... 14
4
1. Inleiding Het doel van dit draaiboek is om de ervaringen met de masterclass te delen met organisaties die vergelijkbaar onderwijs willen organiseren. Het draaiboek is gebaseerd op het rapport en de evaluatie van de masterclass in Wageningen. In dit document staan centraal: -
Inhoud en organisatie van de masterclass en geleerde lessen en tips Bijlagen met te gebruiken documenten
Dit draaiboek is gebaseerd op de ervaringen met de eerste masterclass (1) in een serie van vijf binnen het Masterplan project. Masterplan is een samenwerkingsproject van Academische Werkplaatsen, GGD Nederland, NSPOH, RIVM (CGL) met als doel de opgedane ervaringen met Public Health in de Academische Werkplaatsen te delen met praktijk- en beleidsprofessionals en studenten. De andere vier masterclasses in de reeks zijn gericht op (2) gebruik maken van onderzoeksgegevens voor lokale beleidsontwikkeling; (3) bewerkstelligen van waardevolle interactie tussen beleid, praktijk en onderzoek; (4) evalueren van interventies in publieke gezondheid; en (5) kosteneffectiviteit van interventies in publieke gezondheid. De masterclass is tot nu toe twee keer georganiseerd. Op 6 en 7 september 2012 is de masterclass georganiseerd bij Tilburg University, op 7 en 8 november 2013 bij de Universiteit van Leiden. De tweede masterclass werd uitgevoerd in opdracht van de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid in Leiden. Hier zijn twee nieuwe sprekers bij ingezet. (zie bijlage 1) Aan beide masterclasses namen 20 deelnemers deel voornamelijk van de GGD en enkele van universiteiten. De Masterclasses zijn in het Nederlands gegeven. De evaluatie door deelnemers liet zien dat de masterclasses positief zijn beoordeeld, beide met een 8,2 als gemiddeld eindoordeel. De verschillende presentaties werden grotendeels als goed of voldoende beoordeeld. De meeste presentaties scoorden een rapportcijfer tussen de 7 en 8 op kwaliteit en relevantie en een rapportcijfer tussen de 7 en de 8 op toepasbaarheid voor eigen werkzaamheden. Bij de ontwikkeling van de masterclass waren de volgende mensen betrokken: Hans van Oers, Marja van Bon en Joyce de Goede. Voor meer informatie, en hand-outs van alle lezingen kunt u contact opnemen met Joyce de Goede (
[email protected]).
5
2. Achtergrond van de masterclass Deze masterclass omvat de eerste fase van de public health cyclus: agenda setting. Tijdens deze fase komt de analyse van monitoringsgegevens en andere informatiebronnen die inzicht geven in de gezondheidssituatie van de bevolking aan bod. Mede op basis van deze gegevens kiezen gemeenten beleidsprioriteiten, formuleren beleid en geven hier invulling aan door het opzetten van programma’s. Dit klinkt allemaal heel logisch en vanzelfsprekend maar de praktijk is weerbarstig. Doel masterclass ‘Research and Policy: bad marriage or happily ever after?’ Het doel van de masterclass ‘Research and Policy; bad marriage or happily ever after?’ is om cursisten kennis mee te geven en te laten oefenen met het verzamelen van lokaal relevante onderzoeksinformatie, het plaatsen van de informatie in een beleidscontext en het gebruik van kennis te stimuleren. Tijdens de eerste dag worden verschillende thema’s rond het opstellen van een regionale VTV belicht. Er wordt ingegaan op de organisatie en het proces waarbij het conceptuele model als uitgangspunt zal dienen. Vervolgens zal aandacht worden besteed aan het gebruik en de interpretatie van gegevens voor de regionale VTV. Ook zal worden ingegaan op het schrijven van teksten voor de regionale VTV. Het gebruik van onderzoeksinformatie zal de tweede dag centraal staan. Gedurende deze dag zal worden stilgestaan bij de structuur en werking van de openbare gezondheidszorg in Nederland, de wijze waarop lokaal beleid tot stand komt, en hoe besluitvorming verloopt. Hier komen diverse beleid theoretische perspectieven (rationeel, netwerk etc.) aan de orde en resultaten uit empirisch onderzoek. Vervolgens zal dieper worden ingegaan op beleidsbeïnvloeding met behulp van epidemiologische kennis, wat kan werken en wat niet? Leerdoelen Voor deze masterclass zijn de volgende leerdoelen opgesteld. De deelnemers: 1. Kunnen de verschillende aspecten van een regionale volksgezondheidsverkenning (rVTV), proces, inhoud en product, onderscheiden en zijn daarmee in staat om een realistische opzet en planning van een rVTV maken; 2. Weten wat de belangrijkste aandachtspunten zijn bij het opstellen van een regionale VTV en kunnen hier binnen het ontwikkelproces naar handelen; 3. Hebben kennis van de structuur en werking van de openbare gezondheidszorg en kunnen hun positie of die van hun organisatie hierin plaatsen; 4. Zijn bekend met de verschillende theoretische perspectieven op beleidsvorming en veranderingen in beleid en zijn daarmee in staat om een omgevingsanalyse te maken; 5. Kennen theoretische perspectieven over de impact van onderzoek op beleid en vice versa en zijn daarmee in staat om kritisch op hun eigen rol en positionering te reflecteren; 6. Hebben geoefend met het schrijven van toegankelijke onderzoeksteksten; 7. Kennen “tips & trics” in de communicatie van onderzoeksresultaten naar beleidsmakers en weten deze in de praktijk toe te passen; 8. Hebben geoefend met presenteren van onderzoeksresultaten.
6
3. Inhoud en organisatie van de masterclass Voorbereiding door deelnemers Voorafgaand aan de masterclass hebben de cursisten een voorbereidende opdracht thuis gestuurd gekregen, waarin ze gevraagd werden een onderwerp te benoemen wat ze bij de minister van VWS of wethouder volksgezondheid onder de aandacht zouden willen brengen. Tip: Bij deze masterclass is bewust gekozen om weinig voorwerk te geven. Een aantal deelnemers hadden de aansluitende hoofdstukken uit het boek “Epidemiology in public health practice”, wel gelezen maar de sprekers hadden ervoor gezorgd dat de colleges voldoende “nieuwe” informatie verschaften. Algemeen De masterclass duurde twee dagen en werd voornamelijk in het Nederlands gehouden. In de eerste masterclass was een Engelstalige spreker en werd één dagdeel in het Engels gegeven. Het programma van de masterclasses is opgenomen in bijlage 1. Tips
Vooral voor het beleid theoretische gedeelte, research utilisation en ( voor de tweede masterclass) lobby zijn in het Nederlands toegankelijker voor de deelnemers. Het was opvallend dat vooral bij GGD medewerkers met praktijkervaring bij gemeenten, de meer beleidsgerichte colleges goed werden ontvangen. Daar zat een lacune in hun theoretische kennis. De praktijkoefeningen droegen ook bij aan hun kennis doordat ze ervaringen konden uitwisselen. De duur van twee dagen werd door deelnemers als positief ervaren.
Werkvormen Er is gekozen voor theoretische lezingen in de ochtend op te nemen, en in de middag werkcolleges te organiseren. De focus van de werkcolleges was gericht op overtuigen van beleidsmakers. De werkcolleges hingen ook met elkaar samen doordat het tweede werkcollege voortborduurde op de eerste. Bij de eerste workshop werd er in koppels gewerkt, bij de tweede workshop werd er gewerkt in groepjes van 4-5 personen. De oefeningen binnen de workshop waren gebaseerd op het onderwerp dat de deelnemers voorafgaande in de voorbereiding hadden moeten kiezen. Tips Combinatie van lezingen in de ochtend en groepswerk in de middag lijkt een goede opzet, o.a. qua energieverdeling. De keuze om mensen een onderwerp uit hun eigen praktijk mee te laten nemen, motiveert de deelnemers en maakt de oefeningen nog concreter.
7
Inhoud van de theoretische colleges Er werden in twee ochtenden vier verschillende hoorcolleges gegeven. Gedurende de hoorcolleges werd door de docenten gebruik gemaakt van onderwijsleergesprekken in de klas of in subgroepen om de deelnemers nader door te laten discussiëren over de toepassing van de theorie op hun eigen praktijk. 1. Het eerste college ging over de Structuur en werking van de openbare gezondheidszorg. Dit college werd in het Nederlands verzorgd door Prof. dr. Hans van Oers, RIVM en Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant, Tranzo, Tilburg University. Dit college is gebaseerd op hoofdstuk 3 en 12 van het boek “Epidemiology in public health practice”. Het college had de volgende lesdoelen: De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis en inzicht in de sturing van de openbare gezondheidszorg in Nederland; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de werking van de preventiecyclus; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de het wettelijk kader en de kerntaken van de openbare gezondheidszorg in Nederland; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis of de structuur en organisatie van de openbare gezondheidszorg in Nederland kennis over de organisatie en complexiteit van lokale preventie; De deelnemer heeft n.a.v. dit college inzicht in de landelijke samenwerkingspartners onderzoeksinstituten en financiers op het gebied van de openbare gezondheidszorg in Nederland. 2. Het tweede college ging over ontwikkelen van kennis voor beleid. Bij dit college lag de nadruk op welke wijze met onderzoek, informatie en kennis kan uitvoeren en vormgeven om gemeentelijke besluitvorming te ondersteuning. Dit college werd verzorgd door Dr. Marja van Bon-Martens, Trimbos Instituut en Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant, Tranzo, Tilburg University. Het college is mede gebaseerd op het 6e hoofdstuk van het boek “Epidemiology in public health practice”. De lesdoelen bij dit college waren: De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de drie verschillende manieren waarop beleidsmakers geïnformeerd kunnen worden; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis van de DIKW hiërarchie; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis waarom interactie tussen onderzoekers en beleidsmakers gedurende onderzoeksproces van belang is; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de drie praktische implicaties voor onderzoek als het gebruikt gaat worden voor beleidsontwikkeling. 3. Het derde college gaat over beleidsvorming en de wijze waarop onderzoek en kennis die kan beïnvloeden. Dit college is gegeven door Dr. ir. Joyce de Goede GGD West-Brabant en de Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Brabant, Tranzo, Tilburg University. Dit college is mede gebaseerd op hoofdstuk 13 van het boek “Epidemiology in public health practice”. De lesdoelen bij dit college waren: • De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis van verschillende theoretische perspectieven op beleidsvorming; • De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de kernelementen van beleid; • De deelnemer heeft n.a.v. dit college inzicht in de rol van kennis bij lokale interactieve beleidsprocessen;
8
• •
De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over een theoretisch analyse kader voor research utilisation; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over het theoretisch model over het “continuüm of research use”.
4 a. De masterclass is twee keer gegeven. Tijdens de eerste masterclass werd het laatste theoretische college verzorgd door Dr. Sarah Morton (Edingburgh University) en ging over de impact van onderzoek op beleid en praktijk en dan vooral hoe je dat inzichtelijk kan maken. De lesdoelen bij dit college waren: De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de verschillende generaties van denkmodellen over het gebruik van kennis in beleid en praktijk; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over verschillende definities van kennis gebruik en impact; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over methodologische overwegingen bij het meten van impact; De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over het “Research Contribution Framework”. 4 b. Tijdens de tweede masterclass werd het laatste hoorcollege verzorgd door Prof. dr. Arco Timmermans, hoogleraar Public Affairs en Belangenbehartiging bij de Universiteit van Leiden, Campus Den Haag. Gedurende dit college werd verteld over de invloed van pieken in media aandacht op landelijk beleid. De lesdoelen bij dit college waren: • De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over verschillende manieren waarop onderwerpen bij politici en beleidsmakers onder aandacht gebracht kunnen worden; • De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de cyclus van aandacht ontwikkeling en probleemdefiniëring; • De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over kansen en obstakels bij het beïnvloeden van politieke ne beleidsagenda’s; • De deelnemer heeft n.a.v. dit college kennis over de inzet van kennis bij het beïnvloeden van politieke ne beleidsagenda’s. Tips • Het geven van het Engelse hoorcolleges werd door sommige GGD-deelnemers van de eerste masterclass als lastig ervaren. Veel GGD medewerkers zijn niet meer gewend aan het Engels en om ook in het Engels een leergesprek te voeren. Wanneer er alleen maar Nederlandstalige deelnemers zijn en geen Engelstalige sprekers heeft het de voorkeur om de theoretische colleges in het Nederlands te doen. • De eerste twee theoretische hoorcolleges bevatten elementen over de (regionale ) volksgezondheid toekomstverkenningen. Wanneer er veel GGD medewerkers deelnemen, hoeft er niet veel aandacht aan de (regionale )VTV geschonken te worden want daar is men al mee bekend. • Het bewust inplannen van docenten van onderwijsleergesprekken klassikaal of in subgroepen draagt bij aan de praktische toepassing van de theorie in concrete situaties.
9
Inhoud van de werkcolleges De twee middagen van de masterclass zijn besteed aan groepswerk. Workshop 1. Schrijven voor Beleid Deze workshop is bedoeld om de deelnemers te trainen in het beknopt en helder schrijven aan en voor beleidsmakers en besluitnemers. Het werkcollege is gegeven door Marnie van Dinther, Van Dinther Communicatie. De workshop is mede gebaseerd op het boek “Helder denken” van Kees Kraaijeveld & Suzanne Weusten, van de Argumentenfabriek. De leerdoelen van deze workshop waren:
De deelnemers oefenen een eigen gekozen standpunt onderbouwen m.b.v. een argumentenladder; De deelnemers oefenen met het herkennen van taalvaagheden; De deelnemers oefenen om in een brief de lezer te overtuigen van een standpunt.
Deelnemers werden gevraagd om voorafgaande aan het werkcollege een onderwerp/standpunt te kiezen dat ze graag op de (lokale) politieke agenda zouden willen zetten. Aan de start van de middag werd kort een inleiding gegeven over tekstanalyse en de argumentenladder. Vervolgens werd in tweetallen een stuk gelezen afkomstig van de landelijke VTV. De tweetallen kregen de opdracht om de tekst te analyseren op tekstuele vaagheden en te proberen om de argumenten in de tekst in een argumentenladder te plaatsen. Deze opdracht werd klassikaal nabesproken. De tweede opdracht die middag was om in dezelfde tweetallen 1 standpunt te kiezen en dit standpunt in brief aan de minister/ of wethouder te onderbouwen met argumenten. Ook deze oefening werd aan het einde van de middag klassikaal nabesproken. De uitwerking van de het programma van de workshop staat in bijlage 2. Workshop 2. Presentatie stelling en debat De deelnemers hebben de vorige bij de workshop “Schrijven voor beleid” geoefend met concreet en helder schrijven en het gebruik van de argumentenladder. In de huidige workshop wordt geoefend met het maken van een korte, overtuigende presentatie. Vervolgens wordt de presentatie gegeven en volgt een kort debat. De workshop is mede gebaseerd op hoofdstuk 13 van het boek “Epidemiology in public health practice”. De leerdoelen van deze workshop waren: • De deelnemers oefenen met het maken en uitvoeren van een korte, overtuigende presentatie; • De deelnemers oefenen met het verzinnen van tegenargumenten; • De deelnemers oefenen met drie stijlmiddelen. De huidige workshop start met een herhaling van de theorie over de argumentenladder, er worden tips gegeven over het gebruik van data en beelden bij presentaties en wordt aan de hand van een filmpje (http://www.youtube.com/watch?v=x4tTugqBkJU) de principes van pathos, ethos en logos toegelicht. In de huidige workshop worden 2 koppels bij elkaar gevoegd tot viertallen. Er wordt 1 standpunt gekozen. Binnen 1 uur en 10 minuten moeten de deelnemers een verkorte Pecha Kucha (10 slides van 20 seconden, die automatisch doorlopen) in elkaar zetten waarin ze het standpunt presenteren en onderbouwen. Halverwege wijzen de workshopleiders per viertal twee deelnemers aan die een argument moet benoemen tegen een stelling van een ander viertal. In het tweede gedeelte van de workshop worden de presentaties gegeven (1 of 2 deelnemers). Na de 10
presentatie (3 minuten en 20 seconden) is er ruimte voor debat. Een van de workshopleiders is de debatleider en een workshopleider speelt een minister of wethouder die overtuigd moet worden. Het debat duurt ongeveer 10 minuten en start met de tegenargumenten van andere deelnemers. Aan het einde van het debat geeft de wethouder/minister aan of zij/hij overtuigd is door de presentatie en de discussie in het debat. In bijlage 2 staat de voorbereiding en uitwerking voor deze workshop. Tips voor de workshops Uit de evaluatie kwam naar voren dat gaf een enkele deelnemer aan de workshop “te praktisch” te vinden. Dit geeft ons het leerpunt mee de verwachtingen over de masterclass en verdeling tussen theorie en praktijk goed te managen. Het is van belang de deelnemers er op te wijzen het bij workshop gaat om te oefenen en te leren, er is geen goed of fout. De workshops vragen een gedegen voorbereiding ook materieel, zorg dat alles klaar staat. Als workshopleider is het van belang goed de tijd te bewaken. Het is bij het vaststellen van het aantal deelnemers van de masterclass verstandig alvast rekening te houden met de verdeling van de groepen van de werkcolleges. De tweede workshop is een “snelkookpan”. Het is goed om de verwachtingen van de deelnemers te managen door van te voren de dynamiek en snelheid van de workshop te bespreken.
Mooiste feedback van een deelnemer: “Meestal dut je op vrijdagmiddag in, maar daar had ik helemaal geen tijd voor! Ik ging met energie de zaal uit”.
11
4. Bijlagen
12
Bijlage 1. Programma PROGRAMME AGORA masterclass
‘Reasearch and Policy: Bad marriage or happily ever after?’
Day 1 9.00-9.30 9.30-9.40 9.40-11.00
11.00-11.15 11.00-12.30
12.30-13.30 13.30-16.30
16.30-16.40 18.30-20.30
Binnenkomst Introductie op de masterclass Dr. ir. Joyce de Goede Hoorcollege Prof. dr. Hans van Oers Structuur en werking van de openbare gezondheidszorg (in het Nederlands) Coffee break Hoorcollege Dr. Marja van bon-Martens Kennis voor Beleid (in het Nederlands) Lunch Werkcollege Marnie van Dinther (van Dinther Communicatie) Workshop: Schrijven voor beleid (in het Nederlands)
Afsluiting en evaluatie van de dag Dr. ir. Joyce de Goede Dinner
Day 2
9.30-11.00
Hoorcollege Dr. ir. Joyce de Goede Beinvloeden van Beleid (Engels of Nederlands)
10.30-11.00 11.00-12.00
Coffee break Hoorcollege Dr. Sarah Morton: Research Impact (Engels) Prof. dr. Arco Timmermans: Politiek van de aandacht (Nederlands) Lunch Werkcollege Dr. ir. Joyce de Goede en Prof Hans van Oers of Prof. Arco Timmermans Presentatie en Debat
12.30-13.30 13.30-16.30
16.30-16.40
13
Afsluiting en evaluatie Dr. ir. Joyce de Goede
Bijlage 2. Draaiboek Werkcolleges Workshop 1 Deelnemers krijgen van te voren de opdracht om naar aanleiding van hun eigen werkervaring een stelling te verzinnen, een standpunt in te nemen waarvan zij vinden dat de toekomstige minister van volksgezond mee aan de slag moet. Materiaal: Computers met internet Tijdlijn 13.30-13.40
13.40-14.10
Inleiding opdracht, inleiding eerste oefening: tekstanalyse en het gebruik van een argumentenladder. Materiaal: 1) Tekst van het kernrapport VTV pagina 32 "maatschappelijke baten van gezondheid". 2) Kopieën van de argumentenladder. In tweetallen lezen van de tekst en beantwoorden van de volgende vragen: 1) Wat is de centrale stelling van het stuk? 2) Wat zijn argumenten? Vul de ladder in. 3) Welke taalvaagheden vallen je op?
14.10-14.30
Nabespreking stelling en argumentenladder. Twee koppels presenteren hun argumentenladder aan de groep en dit wordt kort besproken (10 minuten per koppel).
14.30-14.50
Centrale bespreking van taalvaagheden in de groep. De groep geeft aan wat is opgevallen, workshopleider plaatst deze taalvaagheden in de zeven vervormingen van taal. Notitie: De zeven vervormingen van taal worden niet vooraf besproken. Deelnemers maken tijdens de workshop kennis met de vervormingen. Pauze Inleiding opdracht, inleiding tweede oefening: schrijven van een brief van 1 A4 naar de minister. Werken in koppels, keuze van 1 stelling. Werken aan brief met behulp van de argumentenladder. Bespreking 1 brief; plaatsen op de overhead, lezen door de groep en centrale bespreking. Bespreking 2 brief; plaatsen op de overhead, lezen door de groep en centrale bespreking.
14.50-15.00 15.00-15.05
15.05-16.00 16.00-16.15 16.15-16.30
14
Workshop 2 Deelnemers hebben de vorige dag in koppels een stelling bedacht en onderbouwd. Er worden nu viertallen gemaakt (2 koppels bij elkaar). De opdracht is over de stelling een pecha kucha presentatie te maken (10 slides van 20 seconden, automatisch instellen). Het publiek is een wethouder/ minister (dit kan een workshopleider maar ook bv een GGD directeur, iemand met politiek ervaring) en ambtenaren (overige deelnemers). Debatleider bewaakt de tijd en discussie. De pecha kucha wordt gepresenteerd, vervolgens geven 2 mededeelnemers uit andere groepen ieder één tegenargument. Presentatie en discussie duren maximaal 15 minuten. Materiaal • 1. PPT sjablonen pecha kucha: 10 slides 20 seconden timer vaststellen • 5x een A3 papier met groep en stelling (zelf laten invullen) • 30 lege buttons waar elke deelnemer zijn groep op kan zetten (of slogan) • stiften Tijdlijn 13.30-13.50
13.50-15.00
15.00-15.15 15.15-16.30
Inleiding opdracht. Herhaling argumentenladder. Toelichting gebruik van data en beelden. Toelichting op logos, ethos en pathos. Werken aan pecha kucha. Workshopleider loopt groepen langs om hun A3 op te schrijven met groep(naam) en stelling, delen de lege pro buttons uit. Vervolgens verdelen workshopleiders de anti buttons. De personen die een tegenargument moeten verzinnen, moeten dit ook binnen dit uur doen. Pauze, lopen naar andere zaal voor presentaties. Presentaties en discussie 5 x 15 minuten, 1 workshopleider is debatleider, ander spelt wethouder of minister.
Organisatie van de groepen Bij 5 groepen groep A 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep B 1 > anti groep C
groep B 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep A 1 > anti groep E
groep C 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep D 1 > anti groep E
groep D 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep A 1 > anti groep B
Bij 4 groepen groep A 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep B 1 > anti groep C
groep B 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep A 1 > anti groep D
groep C 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep D 1 > anti groep B
15
groep D 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep A 1 > anti groep C
Groep E 1 > presentatie 1 > presentatie 1 > anti groep C 1 > anti groep D