Policy Research Corporation CONCRETE OPLOSSINGEN GEBASEERD OP WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
DE ECONOMISCHE BETEKENIS VAN SPORT IN NEDERLAND
april 2008
Policy Research Corporation Copyright 2008 Parklaan 40 3016 BC Rotterdam (Nederland) tel : +31 10 436 0 364 fax : +31 10 436 1 416 e-mail :
[email protected] website : www.policyresearch.nl Dit rapport, waarop het auteursrecht van toepassing is, is bestemd voor intern gebruik door de geadresseerde. Elke vorm van gebruik door derden van dit rapport of de inhoud ervan, volledig of gedeeltelijk, vergt een voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Ministerie van Economische Zaken.
april 2008
© Policy Research Corporation
2
VOORWOORD Het doel van het onderhavig onderzoek is om de economische betekenis van sport in brede zin in beeld te brengen. De cijfers in dit rapport met betrekking tot de economische betekenis van sport in Nederland bouwen voort op bestaande studies en rapporten en zijn, waar nodig, aangevuld aan de hand van eenvoudige verdeelsleutels. De cijfers in dit rapport geven de grootteordes van de economische betekenis van sport weer, zonder uitspraken te doen over de causaliteit tussen de verschillende onderdelen van sport en economie. Aan dit rapport is een management samenvatting gekoppeld waarin de voornaamste bevindingen en conclusies van het onderzoek worden toegelicht.
april 2008
© Policy Research Corporation
3
LEESWIJZER In dit rapport worden achtereenvolgens de volgende onderdelen behandeld: • Definitie van sport & economie in Nederland • Belangrijkste spelers en de organisatie van sport & economie • Economische betekenis van sport in Nederland: directe en indirecte effecten van sport inzake: – Omzet, werkgelegenheid, bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product en terugvloei naar de Nederlandse overheid
• De financiële stromen tussen de vraag naar en het aanbod van sport in Nederland • De sector sport & economie in Nederland in perspectief geplaatst met andere sectoren in Nederland en sport & economie in het buitenland • Ontwikkelingen in en rondom sport in Nederland en overheidskansen die hieruit voortvloeien april 2008
© Policy Research Corporation
4
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie
p. 5
Spelers en organisatie
p. 8
Economische betekenis van sport in Nederland
p. 26
Financiële stromen van sport in Nederland
p. 47
Sport & Economie in perspectief
p. 82
Ontwikkelingen en kansen voor de overheid
p. 91
Conclusies
p. 106
april 2008
© Policy Research Corporation
5
DEFINITIE VAN SPORT EN ECONOMIE Spelers en organisatie van sport en economie Vraag naar sport
Aanbod van sport
Consumentenuitgaven Consumentenuitgaven
Sportbonden Sportbonden en en -verenigingen -verenigingen
•• Actieve Actieve sportbeoefening sportbeoefening •• Passieve Passieve sportbeoefening sportbeoefening
•• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Topsport – Topsport – breedtesport breedtesport
Commerciële Commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport Reclame Reclame en en sponsoring sponsoring
Financiële stromen
•• Particuliere Particuliere accommodatie accommodatie •• Producenten Producenten van van sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Handel Handel in in sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Media Media •• Gelieerde Gelieerde sectoren sectoren (bvb. (bvb. vervoer) vervoer)
Overheid Overheid en en sport sport
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven
•• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Accommodaties Accommodaties gemeenten gemeenten •• Gymleraren en sportopleidingen Gymleraren en sportopleidingen •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sport sport
•• Rijk Rijk •• Provincies Provincies •• Gemeenten Gemeenten
Inkomstenbronnen Inkomstenbronnen voor voor het het sportaanbod sportaanbod
Bijdrage Bijdrage aan aan het het Bruto Bruto Binnenlands Binnenlands Product Product (BBP) (BBP) en en werkgelegenheid werkgelegenheid
Sport Sport & & economie economie betreft betreft het het samenspel samenspel tussen tussen overheid, overheid, bedrijfsleven, bedrijfsleven, sportbonden sportbonden en en –verenigingen –verenigingen en en de de actieve actieve en en passieve passieve sportbeoefenaar sportbeoefenaar april 2008
© Policy Research Corporation
6
EEN ONDERSCHEID KAN WORDEN GEMAAKT TUSSEN EEN BINNEN- EN BUITENRING VAN SPORT Binnenring Binnenring van van sport sport Deelsectoren Deelsectoren die die noodzakelijk noodzakelijk zijn zijn voor voor actieve actieve sportbeoefening sportbeoefening
Buitenring Buitenring van van sport sport Deelsectoren Deelsectoren m.b.t. m.b.t. passieve passieve sportbeoefening sportbeoefening of of die die faciliterend faciliterend zijn zijn voor voor de de actieve actieve sportbeoefening sportbeoefening
Intensief Extensief
Commercieel
Overheidsgerelateerd of -ondersteund Sportverenigingen Sportbonden
Particuliere accommodatie, excl. fitnesscentra
Buitenring
Binnenring
Gemeentelijke accommodatie
Gymleraren en sportopleidingen
Fitnesscentra
Handel in sportmateriaal e.d.
Productie van sportmateriaal e.d.
Gezondheidszorg m.b.t. sportblessures Beleidsmedewerkers sport
Media m.b.t. sport Vervoer m.b.t. sport
Onderscheid Onderscheid kan kan gemaakt gemaakt worden worden tussen tussen sectoren sectoren die die noodzakelijk noodzakelijk zijn zijn voor voor actieve actieve en en passieve passieve sportbeoefening sportbeoefening april 2008
© Policy Research Corporation
7
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie Spelers en organisatie • • • • • • • •
Sportbonden en –clubs Sportaccommodaties Fitnessbranche Sportevenementen Bedrijfsleven voor sportuitrusting en –accommodaties Media Overheid: rijk, provincie, gemeente Vrijwilligers
Economische betekenis van sport in Nederland Financiële stromen van sport in Nederland Sport & Economie in perspectief Ontwikkelingen en kansen voor de overheid Conclusies april 2008
p. 5 p. 8
© Policy Research Corporation
p. 26 p. 47 p. 82 p. 91 p. 106 8
SPORTBONDEN EN –CLUBS: GESUBSIDIEERD VERSUS NIET OF SLECHTS BEPERKT GESUBSIDIEERD Niet of slechts beperkt gesubsidieerd
Gesubsidieerd NOC*NSF*
Sportbonden • In 2006 in totaal 72
Buitengewone leden aangesloten bij NOC*NSF** • In 2006 in totaal 16 organisaties waaronder Katholieke Sportfederatie, Culturele Sportbond en Nederlands Christelijke Sport Unie
Bij NOC*NSF aangesloten sportclubs in 2006: 27 249
Niet aangesloten (commerciële) sportclubs Fitnesscentra: 2 041 in 2007***
Maneges: 1 190 in 2003
Sportscholen: 1 970 in 2003
Zeil- en surfscholen: 115 in 2003
*** Bron: Mulier Instituut Bron: CBS (SO’03; SW’03) en Fit!Vak in Rapportage sport 2006
* Een omschrijving van de taken van NOC*NSF is opgenomen in Bijlage 3 ** De buitengewone organisaties ontvangen geen (structurele) gelden van de NOC*NSF Bron: NOC*NSF, Ledental NOC*NSF 2006
Er Er kan kan onderscheid onderscheid gemaakt gemaakt worden worden tussen tussen gesubsidieerde gesubsidieerde en en niet niet of of slechts slechts beperkt beperkt gesubsidieerde gesubsidieerde sportbonden sportbonden en en -clubs; -clubs; deze deze laatste laatste groep groep is is niet niet bij bij de de NOC*NSF NOC*NSF aangesloten aangesloten april 2008
© Policy Research Corporation
9
SPORTBONDEN EN -CLUBS: LIDMAATSCHAP VERSUS SPORTDEELNAME
4 544
3 500
3 000
2 500
400
7 000
350
6 000
300
5 000
250
4 000
200
3 000
150
2 000
100
1 000
50
Leden van de top-5 bonden (2006) 1. Voetbalbond
1 089 000
2. Tennisbond
699 000
3. Gymnastiek Unie
284 000
4. Golffederatie
269 000
5. Hippische federatie
189 000
Ledental top-15 bonden: zie Bijlage 4
Overige sport
Zeil- en surfscholen
Hengelsport
Watersportclubs
Vechtsport/fitness
Zwemsport
Maneges
0 Paardensport
2006
Tennis
2005
Sportscholen en -instructeurs
2004
Overige veldsport
2003
Veldvoetbal
0
2 000
Teamzaalsport
x 1 000
4 000
450
8 000
Aantal leden
4 686
500
9 000
Individuele zaalsport
4 500
+3%
Aantal clubs, organisaties of scholen
Evolutie ledenaantal alle bonden 5 000
Clubs, organisaties of scholen Gemiddeld aantal leden per club, organisatie of school
10 000
••Sportverenigingen, Sportverenigingen, -scholen -scholen en en -organisaties -organisaties hebben gemiddeld tussen de 50 en hebben gemiddeld tussen de 50 en de de 450 450 leden leden ••TeamTeam- en en individuele individuele zaalsporten zaalsporten hebben hebben meeste meeste absolute absolute verenigingen, verenigingen, en en hengelsport hengelsport en en tennis tennis hebben hebben meeste meeste aantal aantal leden leden per per club club Bron: CBS StatLine – Sportclubs en -scholen, 2003
Er Er zijn zijn een een aantal aantal sporten sporten die die door door een een groot groot aantal aantal Nederlanders Nederlanders wordt wordt beoefend beoefend zonder zonder dat dat de de beoefenaars beoefenaars daarvoor daarvoor bij bij een een betreffende betreffende sportbond sportbond zijn zijn aangesloten; aangesloten; dit dit geldt geldt onder onder andere andere voor voor fitness, fitness, wandelsport, wandelsport, trimmen, trimmen, toerfietsen/wielrennen, toerfietsen/wielrennen, etc. etc. (zie (zie Bijlage Bijlage 4) 4) april 2008
© Policy Research Corporation
10
IN 2003 WAREN ER CIRCA 7 750 SPORTACCOMMODATIES IN NEDERLAND Jachthavens*
Zwembaden Combibaden 19%
Strand- of natuurbaden 4%
351-500 ligplaatsen 5% Overdekt zwembaden 45%
Openluchtzwembaden 32%
Totaal: 770
501 ligplaatsen en meer 5%
101-200 ligplaatsen 25%
Overdekt
Overige sport 15%
50 ligplaatsen of minder 26%
201-350 ligplaatsen 14%
Openlucht
51-100 ligplaatsen 25%
Totaal: 815
Voetbal 32%
Veldsport en overige sport 10%
Combinaties van veldsporten 20%
Totaal: 4 000
Eén soort andere veldsport 10%
Tennis 13%
Overige overdekte accommodaties 25%
Tennishalaccommodaties 12%
Sportzaalaccommodaties 20%
Sporthalaccommodaties 43%
Totaal: 2 160, excl. fitnesscentra
Alle sportaccommodaties, excl. fitnesscentra Totaal: 7 745
Totaal jachthavens 11%
Totaal openlucht sportaccommodaties 51%
Totaal zwembaden 10% Totaal overdekte sportaccommodaties 28%
* Jachthavens door gemeente of als nevenactiviteit geëxploiteerd zijn niet meegerekend Bron: CBS StatLine – Sportaccommodaties en Jachthavens naar capaciteit, 2003
Meer Meer dan dan 60% 60% van van de de accommodaties accommodaties zijn zijn in in openlucht, openlucht, daarnaast daarnaast 10% 10% zwembaden zwembaden en en bijna bijna 30% 30% overige overige overdekte overdekte accommodaties accommodaties april 2008
© Policy Research Corporation
11
DE FITNESSBRANCHE IN NEDERLAND KENT EEN ZEER STERKE GROEI SINDS MIDDEN JAREN ‘90 Fitnesscentra: • De fitnessbranche is de laatste jaren sterk in ontwikkeling: – Sinds de tweede helft van de jaren ‘90 is het aantal fitnesscentra zeer sterk gegroeid van 400 tot ruim 2 000 fitnesscentra – Bijna de helft van alle fitnesscentra is na 2000 geopend – In 2006 is het aantal fitnesscentra met 14% toegenomen
• 85% van de centra is in eigendom van zelfstandige ondernemers; 86% hiervan (= 73% van het totaal) heeft één vestiging en 14% heeft tussen de 2 en 5 vestigingen • De overige 15% van de fitnesscentra zijn onderdeel van een keten of franchise; in 2007 zijn ongeveer 30 ketens in Nederland – Health City, High Five, Laco, Achmea Health, Fitness First, Curves en SVB Netwerk hebben meer dan 20 vestigingen Bron: W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008
De De Nederlandse Nederlandse fitnessbranche fitnessbranche is is zeer zeer sterk sterk ontwikkeld: ontwikkeld: het het aantal aantal fitnessvestigingen fitnessvestigingen is is sinds sinds midden midden jaren jaren ‘90 ‘90 meer meer dan dan vervijfvoudigd vervijfvoudigd waarvan waarvan bijna bijna de de helft helft na na 2000 2000 is is geopend; geopend; bovendien bovendien is is het het aandeel aandeel van van ketens ketens toegenomen toegenomen april 2008
© Policy Research Corporation
12
FITNESSBRANCHE IN NEDERLAND: BIJNA 2 MILJOEN NEDERLANDERS AANGESLOTEN BIJ EEN FITNESSCENTRUM Klantenbestand: • Het totale ledenbestand van Nederlandse fitnesscentra bedraagt 1.95 miljoen • Gemiddeld heeft een Nederlands fitnesscentrum 955 leden • De meeste fitnesscentra hebben een ledenaantal van 250-500 (22%) en 500-950 (23%) Verdeling klantenbestand bij fitnesscentra 9%
19%
13%
14%
22%
Minder dan 250 Tussen de 250 en 500 Tussen de 500 en 950 Tussen de 950 en 1 500 Tussen de 1 500 en 2 500 Meer dan 2 500
23% Bron: W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008
In In totaal totaal zijn zijn bijna bijna 22 miljoen miljoen Nederlanders Nederlanders aangesloten aangesloten bij bij een een fitnesscentrum; fitnesscentrum; dat dat betekent betekent dat dat een een fitnesscentrum fitnesscentrum gemiddeld gemiddeld 955 955 leden leden heeft; heeft; echter, echter, 45% 45% van van de de fitnesscentra fitnesscentra heeft heeft een een klantenbestand klantenbestand tussen tussen de de 250 250 en en 950 950 leden leden april 2008
© Policy Research Corporation
13
EENMALIGE EVENEMENTEN WORDEN GEORGANISEERD DOOR BONDEN EN STRUCTURELE DOOR STICHTINGEN •
Incidentele of Eenmalige evenementen* worden voornamelijk georganiseerd door bonden. In sommige gevallen wordt hiervoor een stichting opgericht waarbij de financiële gegevens veelal worden opgenomen in de jaarrekeningen van de sportbonden Bvb.: Stichtingen die Euro 2007 en Euro 2000 organiseerden, zijn opgenomen in geconsolideerde jaarrekeningen van KNVB
Bron: KNVB – Jaarverslag ’06-’07
•
Structurele evenementen** zijn in handen van onafhankelijke stichtingen die zelfbedruipend zijn. Bijgevolg geven deze partijen meestal verantwoording aan hun financiële stromen in een afzonderlijke jaarrekening Bvb.: ABN AMRO World Tennis Tournament − Organisatie: Stichting o.l.v. toernooidirecteur Kraijcek in naam van Ahoy en in samenwerking met ABN AMRO − Jaarlijks budget bedraagt ca. € 5 miljoen, waarvan € 2.7 miljoen sponsoringbedrag van hoofdsponsors * **
Lijst van incidentele of eenmalige evenementen door VWS gesubsidieerd tussen 2004 en 2006 kan geraadpleegd worden in Bijlage 5 Structurele evenementen zijn events die jaarlijks terugkeren; lijst van twintig grootste op vlak van aantal bezoekers is terug te vinden in Bijlage 6
Bron: Informatie uit gesprekken met Rotterdam Topsport en Bureau BenS
Financiële Financiële gegevens gegevens van van incidentele incidentele evenementen evenementen zijn zijn meestal meestal vervat vervat in in de de jaarrekening jaarrekening van van de de organiserende organiserende bonden, bonden, terwijl terwijl stichtingen stichtingen die die structurele structurele events events organiseren organiseren zelfstandig zelfstandig verantwoording verantwoording afleggen afleggen april 2008
© Policy Research Corporation
14
SPORTEVENEMENTEN: INCIDENTELE EVENEMENTEN GESUBSIDIEERD DOOR VWS Inkomsten van sportbonden voor eenmalige kampioenschappen in Nederland*, ** ∑ = € 22 mln.
in € miljoen
20
opbrengst ticketing
bijdrage atleten/ begeleiders
40
bijdrage sponsoren
bijdrage land. sportorg.
35
bijdrage lokale overheid
bijdrage provinciale overheid
bijdrage rijksoverheid
overige
∑ = € 17 mln.
15
∑ = € 11 mln.
10
in € miljoen
25
Uitsplitsing grootste evenementen qua inkomsten in Nederland tussen 2004 en 2006 + Euro 2000 35
***
30 25 20 15 9
10
5
5
5 0 2004
•
4
WK Atletiek voor gehandicapten (2006)
Euro 2007
0 Euro 2000
•
5
2005
2006
Totale inkomsten uit incidentele sportevenementen bedroegen tussen 2004 en 2006 respectievelijk € 22 mln., € 11 mln. en € 17 mln. Overheid subsidieerde in 2004, 2005 en 2006, respectievelijk, € 6 mln., € 3 mln. en € 5 mln.
•
FIFA WK WK Honkbal onder 23 (2005) (2005)
Topevenementen in Nederland op vlak van inkomsten zijn drie kampioenschappen voetbal (∑= € 48 mln.), WK Honkbal in 2005 (€ 5 mln.) en WK Atletiek voor gehandicapten in 2006 (€ 5 mln.)
* Lijst met alle door VWS gesubsidieerde evenementen is opgenomen in Bijlage 5 ** Verdeling over jaartallen van de evenementen heeft betrekking op jaar van uitreiking van subsidie door VWS *** Opbrengsten EURO 2000 zijn in totaal € 59 mln. en worden voor 60% toegewezen aan Nederland (bron: Oldenboom (2006) – Costs and benefits of major sports events) Bron: VWS o.b.v. cijfergegevens van stichtingen
Totale Totale inkomsten inkomsten van van incidentele incidentele sportevenementen sportevenementen voor voor sportbonden sportbonden bedroegen bedroegen €€ 17 17 miljoen miljoen in in 2006, 2006, waarvan waarvan €€ 55 miljoen miljoen gesubsidieerd gesubsidieerd door door overheid overheid april 2008
© Policy Research Corporation
15
STRUCTUUR VAN HET NEDERLANDS BEDIJFSLEVEN VOOR SPORTUITRUSTING EN ACCOMMODATIE Sportaccommodatie
Sportartikelen
Sportkleding en -schoenen
Kunstgrasvelden: Ten Cate
Schaatsen: Zandstra, Viking, Raps, Maple en Seves
Nederlandse sportmerken: Rucanor, Masita, Beltona, Nomad, Protest, Brunotti, O’Neill en Gaastra
Tijdelijke accommodatie: De Boer Tenten
Turntoestellen: Janssen-Fritsen Hippische sport: o.a. Brokx Sport Bieman de Haas, Harry’s Horse en Safetyle
Productie in Nederland
Merendeel productie in Nederland
Binnenlands verbruik
Binnenlands verbruik
Uitvoer
Uitvoer
Hoofdzetel en distributiecentra internationale sportmerken in Nederland (zoals Nike, Adidas, Reebok en K-Swiss)
Merendeel productie in lage loonlanden Binnenlands verbruik Distributie Uitvoer
Structuur en economische kengetallen van Ten Cate, De Boer Tenten, Maple en Janssen en Fritsen zijn opgenomen in Bijlage 7 Bron: Federation of Sports and Play Associations, The European sports goods market, 2007
Productie Productie van van accommodatie accommodatie en en artikelen artikelen van van Nederlandse Nederlandse merken merken verloopt verloopt voornamelijk voornamelijk in in binnenland, binnenland, terwijl terwijl kleding kleding en en –schoenen –schoenen in in lageloonlanden lageloonlanden geproduceerd geproduceerd worden worden april 2008
© Policy Research Corporation
16
PASSIEVE SPORTBEOEFENAARS: 35% VAN DE NEDERLANDSE BEVOLKING BEZOEKT JAARLIJKS SPORTWEDSTRIJDEN Bezoeken van bevolking aan sportwedstrijden naar frequentie* nooit
< 1 x per maand
1-3 x per maand 100% 90% 80% 70%
Verhouding sporters - niet-sporters die sportwedstrijden bezoeken Aandeel sporters in bezoeken**
45%
≥ 1 x per week
Aandeel niet-sporters in bezoeken
40% 8
7
11
11
10
6 10
6 9
6 9
18
18
17
16
15
19
9
7 9
- 7%
35% 30%
19
25%
28% 28%
60%
20%
50% 62
63
65
68
69
71
65
5%
11%
10% 1979
•
8%
7%
6%
6%
5%
1987
1991
1995
1999
2003
24%
9%
0%
0%
•
25%
10%
20%
•
30%
25%
15%
40% 30%
27%
1983
1987
1991
1995
1999
1979
2003
35% van de bevolking bezoekt soms een sportwedstrijd De verhouding tussen niet-bezoekers en bezoekers schommelt is vrij constant 15% gaat minstens één maal per maand naar een sportwedstrijd kijken
• •
•
* Belangrijkste jaarlijkse sportevenementen: zie Bijlage 6 Bron: SCP, Rapportage-Sport 2006
1983
Sporters vertegenwoordigen het grootste deel van de bezoekers In 2003 waren 30% van de totale bevolking actieve sporters die jaarlijks naar één of meer sportwedstrijden gingen kijken Tussen 1979 en 2003 daalde het aandeel van de sportbezoekers met 7%, vnl. door daling in niet-sporters
** Sportdeelname in Nederland: zie Bijlage 4
Een Een sporter sporter is is een een persoon persoon die die actief actief aan aan sport sport deelneemt, deelneemt, dat dat wil wil zeggen zeggen iemand iemand die die zelfstandig zelfstandig of of in in teamverband teamverband feitelijk feitelijk een een sport sport beoefent. beoefent. In In totaal totaal is is 30% 30% van van de de Nederlandse Nederlandse bevolking bevolking een een actieve actieve sporter sporter die die sportwedstrijden sportwedstrijden bezoekt bezoekt april 2008
© Policy Research Corporation
17
MEDIA: SPORT NEEMT TOT MEER DAN 15% VAN TOTALE TV-KIJKTIJD IN BESLAG Minuten per dag per persoon
Bekijken van sport met televisie a.d.h.v. kijk- en zendtijd omroepstations, 2006
35
Totale kijktijd aan sport
30
Aandeel sport in zendtijd
25
Aandeel sport in kijktijd
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
20 Uitzendrechten Ere divisie*
15 10 5 0 Publieke Omroep Nederland 1 Nederland 2 Nederland 3
RTL Nederland RTL 4 RTL 5 RTL 6
SBS
Talpa
SBS6 Net5 Veronica
Tien
Eurosport
Totaal alle zenders **
De kijktijd naar sport op televisie is tussen 1991 en 2005 verdubbeld (Rapportage Sport 2006)
* Zender Tien en uitzendrechten voetbal overgenomen door RTL in juni 2007 ** Exclusief betaalzenders Bron: Stichting KijkOnderzoek-Jaarrapport 2006
Sport Sport wordt wordt relatief relatief gezien gezien meer meer bekeken bekeken dan dan uitgezonden uitgezonden april 2008
© Policy Research Corporation
18
MEDIA: SPORTTIJDSCHRIFTEN HEBBEN BETREKKING OP BONDSBLADEN* EN COMMERCIËLE SPORTTIJDSCHRIFTEN Kernoplage*** per uitgave van bondsbladen en frequentie per jaar, 2006 ∑ (Gemiddelde kernoplage x frequentie per jaar) = 8.8 mln. bondsbladen per jaar
800 000
30
Totaal losse verkoop
700 000
Kernoplage*** per uitgave van commerciële sportbladen en frequentie per jaar, 2006 ∑ (Gemiddelde kernoplage x frequentie per jaar) = 22.8 mln. commerciële sporttijdschriften per jaar
180 000
60
160 000 25
Totaal abonnementen
50
140 000
600 000
Uitgave frequentie per jaar
20
Totaal losse verkoop Totaal abonnementen
120 000
500 000
Uitgave frequentie per jaar
100 000 400 000
40
15
30
80 000 300 000 10
60 000
20
200 000
40 000 5
10
100 000
20 000
0 Golf2day
VI for Kids
Nummer 14
RaceReport**
Golfers Magazine
Ajax Magazine
Auto Motor Klassiek
Moto 73
Sport International
Motor
Auto Review
Formule 1 Race Report
Fiets
FietsActief
Voetbal Magazine
Op Pad
Autokampioen
Runner's World
Waterkampioen
De Feyenoord krant
Autovisie
Sportweek
Elf
Autoweek
0
Voetbal International
Hockey Magazine
FietsSport Magazine
Snowboard Magazine
Ski Magazine
Bridge
Atletiek Magazine
Hockey Magazine Special
GOLFjournaal
GolfNieuws
0
De Bal**
0
Bron: Het Oplage Instituut, 2006 Bron: Het Oplage Instituut, 2006 * Aankoopprijs van bondsbladen is verrekend in lidgelden van de sportbond ** Cijfers hebben betrekking op het jaar 2005 *** Kernoplage is de gemiddelde oplage die per editie verspreid wordt voor alle tijdschriften in de categorie sport die door HOI opgenomen worden
Per Per jaar jaar worden worden meer meer dan dan 20 20 miljoen miljoen exemplaren exemplaren van van commerciële commerciële sporttijdschriften sporttijdschriften verkocht verkocht april 2008
© Policy Research Corporation
19
MEDIA: KERNOPLAGE VAN DAGBLADEN NAAR AANKOOPWIJZE EN REDACTIONELE RUIMTE VOOR SPORT Betaalde kernoplage top-15 dagbladen verdeeld naar abonnementen en losse verkoop, 2006 700 000
Gemiddelde oplage per dag
600 000 Totaal losse verkoop Totaal abonnementen
500 000 400 000 300 000 200 000 100 000
D k sk RC ra H nt an de lsb D D eG la ag d el bl d ad er lan va n de N he oo r tN rd ho oo lla rd en D nd ag sD bl ag ad bl De ad Li m bu rg er D e Br St en ab to an D r ts eT D ag we bl nt ad sc BN he / D Co eS ur te an m Ei tT nd u b ho an ve tia ns Le D eu ag w bl ar ad de rC ou ra nt Tr ou w
A
eV ol
N
D
D
eT
el eg ra af
0
Gemiddelde redactionele ruimte voor sport in top-4 kranten: 15% Bron: HOI en Sportredactie top-4 kranten
15% 15% van van de de redactionele redactionele ruimte ruimte in in de de Nederlandse Nederlandse dagbladen dagbladen wordt wordt ingevuld ingevuld door door sport sport april 2008
© Policy Research Corporation
20
IN TOTAAL ZIJN ZES MINISTERIES BETROKKEN ROND BELEID MET BETREKKING TOT SPORT VWS draagt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het sportbeleid; verschillende andere Ministeries zijn daarnaast betrokken Ministerie van VWS:
Ministerie van EZ:
Departementale trekker op gebied van ontwikkeling en uitvoering van nationaal sportbeleid
I.h.b. vanuit marktwerking (EZ voert geen sectorspecifiek beleid)
Ministerie van OCW: O.a. lichamelijke opvoeding en sportopleidingen
Ministerie van VROM:
Ministerie van Defensie:
Ministerie van AZ:
Ruimtelijke ordening voor sport en bewegen
Ondersteuning van militaire topsporters
Versterking van sociale samenhang en binding in de samenleving
Doelstelling sportbeleid kabinet (Nota Tijd voor Sport): Een sportieve samenleving waarin zowel veel aan sport wordt gedaan als van sport wordt genoten • Mensen gaan meer sporten en bewegen voor hun gezondheid • Via de sport ontmoeten meer mensen elkaar en doen mee aan maatschappelijke activiteiten • Mensen gedragen zich sportief en respecteren (spel)regels • De topsport in Nederland wordt bevorderd als symbool voor ambitie, als bron van ontspanning en voor ons nationale imago in binnen- en buitenland
Het Het kabinet kabinet heeft heeft met met betrekking betrekking tot tot het het sportbeleid sportbeleid als als doelstelling doelstelling een een samenleving samenleving te te realiseren realiseren waar waar veel veel aan aan sport sport wordt wordt gedaan gedaan en en van van sport sport wordt wordt genoten; genoten; het het beleid beleid wordt wordt door door verschillende verschillende Ministeries Ministeries ontwikkeld ontwikkeld en en uitgevoerd uitgevoerd april 2008
© Policy Research Corporation
21
HET RIJK ONTWIKKELT PROGRAMMA’S ROND SPORT MET UITEENLOPENDE DOELEN De uitvoering van het nationale sportbeleid wordt vormgegeven door de ontwikkeling en implementatie van verschillende programma’s van de verantwoordelijke Ministeries: • Gezond door sport: – Voor een betere gezondheid dienen meer mensen te sporten en te bewegen; hiertoe worden twee programma’s ingezet: • •
Nationaal Actieplan Sport & Bewegen (VWS, OCW, VROM, LNV) Gezonde Sportbeoefening (VWS)
• Meedoen door sport: – Meer mensen ontmoeten elkaar via de sport en doen mee aan maatschappelijke activiteiten (met name ouderen, allochtone jeugd en mensen met beperkingen); hiertoe worden verschillende programma’s ingezet waaronder: • •
Opvoeden door sport en school (VWS, OCW) Meedoen allochtone jeugd door sport (VWS, Justitie, BZK)
• Sport aan de top: – Het kabinet steunt het streven van de sportsector om Nederland te laten behoren tot de Top-10 landenklassering: hiertoe worden topsportonderdelen waarin Nederland goed presteert of goed kan presteren ondersteund door middel van talentontwikkelingsprogramma’s, aanstelling van coaches en de organisatie van evenementen in Nederland
Belangrijke Belangrijke programma’s programma’s van van het het nationale nationale sportbeleid sportbeleid zijn zijn gericht gericht op op de de bijdrage bijdrage die die sport sport heeft heeft op op gezondheid gezondheid en en integratie integratie en en op op topsport topsport april 2008
© Policy Research Corporation
22
DE PROVINCIES ZIJN BETROKKEN BIJ SPORT VIA SPORTRADEN EN SPORTSERVICEBUREAUS
Sportraden
• Elke provincie heeft een sportraad met als belangrijkste taken het adviseren, ondersteunen en begeleiden van de georganiseerde sport en overheden op het gebied van sport • De sportraad van elke provincie biedt ondersteuning aan sportverenigingen, koepels en -bonden bij hun sporttakoverstijgende werkzaamheden – Met name gericht op personeelsbeleid en sponsorwerving – Ondersteuning wordt gegeven door middel van deskundigheidsbevordering, actieve probleemoplossing en het aanbieden van cursussen en informatiemateriaal
• Daarnaast hebben de sportraden een uitvoerende taak in het organiseren van sportevenementen en –congressen
Activiteiten sportservicebureaus: • Vanuit de sportraden zijn zogenoemde sportservicebureaus ontstaan (verenigd in Net-WERK in de SPORT) • Deze bureaus verzorgen voor amateursportclubs- en verenigingen onder andere de loon- en salarisadministratie van de werknemers van die organisaties indien de verenigingen zelf niet beschikken over voldoende deskundigheid • Sportservicebureau treedt dan op als formeel werkgever De De provincies provincies vervullen vervullen binnen binnen de de sport sport de de taak taak van van het het bieden bieden van van professionele professionele ondersteuning ondersteuning aan aan sportbonden sportbonden en en –verenigingen –verenigingen april 2008
© Policy Research Corporation
23
GEMEENTES HEBBEN EEN BELANGRIJKE ROL MET BETREKKING TOT SPORTACCOMMODATIES Gemeentes en sport: • Gemeentes kunnen volledig autonoom en gericht op de eigen gemeente sportbeleid ontwikkelen en implementeren • Over het algemeen is een belangrijk deel van gemeentelijk sportbeleid gericht op sportaccommodaties: renovaties, vervanging, onderhoud, exploitatie • Aanzienlijke verschillen tussen het sportbeleid van gemeentes, bvb. i.f.v. demografie • Vanuit de nationale overheid zijn budgetten vrijgemaakt om op lokaal niveau sport te verbeteren; dit zijn onder andere: – Breedtesportimpuls: duurzaam versterken van lokaal sportaanbod en de sport inzetten voor het oplossen van sociale en maatschappelijke problemen – Buurt, Onderwijs en Sport (BOS-impuls): gemeenten kunnen via naschoolse (sport)activiteiten op lokaal niveau de achterstanden van jeugdigen aan pakken Gemeentes Gemeentes richten richten op op autonome autonome wijze wijze hun hun sportbeleid sportbeleid in; in; tevens tevens ontvangen ontvangen gemeentes gemeentes rijkssubsidies rijkssubsidies ten ten behoeve behoeve van van de de lokale lokale sportontwikkeling sportontwikkeling april 2008
© Policy Research Corporation
24
VRIJWILLIGERSWERK: SPORT IS DE BELANGRIJKSTE VRIJWILLIGERSACTIVITEIT 18
50%
14.2
14
13
12
40%
10 30%
8 6
20% 12% 8%
10%
• •
16
Geen vrijwilligerswerk
Sport
7%
Kerk en levens- Recreatie beschouwing en hobby
4 6%
1 600
2
Gezondheid
1 589
1 611
1 689
1 635
1 596
18% 1 581
1 454
1 445
14%
1 200
12%
1 000
10%
800
8%
600
6%
400
4%
200
2% 0% 1997
• •
16%
1 400
0
0
In 2006 verrichtte 12% van de bevolking vrijwilligerswerk voor sport, waardoor het de grootste verschaffer van vrijwillige werkgelegenheid in Nederland is 35% van alle Nederlandse vrijwilligers werkt op vrijwillige basis voor meer dan 1 organisatie Gemiddeld werkt een vrijwilliger in de sportsector 13 uur per maand
Bron: Geven in Nederland 2007
1 000 vrijwilligers
16.3
Gemiddeld aantal uren vrijwilligerswerk per maand
% van bevolking
18.6
58%
60%
•
1 800
20
70%
0%
Evolutie aantal vrijwilligers in sport
Percentage van de bevolking
Verdeling aantal vrijwilligers naar activiteit, 2006
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
In 2004 voerden ca. 1.6 miljoen mensen vrijwilligerswerk uit in de sportsector in Nederland Tussen 1997 en 2004 schommelde het aandeel van de bevolking dat vrijwillig werk uitvoerde voor sport rond 13%
Bron: SCP – Rapportage Sport 2006
In In de de sportsector sportsector werken werken circa circa 1.6 1.6 miljoen miljoen Nederlanders Nederlanders gemiddeld gemiddeld 13 13 uur uur per per maand maand op op vrijwillige vrijwillige basis basis april 2008
© Policy Research Corporation
25
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie
p. 5
Spelers en organisatie
p. 8
Economische betekenis van sport in Nederland
p. 26
Financiële stromen van sport in Nederland
p. 47
Sport & Economie in perspectief
p. 82
Ontwikkelingen en kansen voor de overheid
p. 91
Conclusies
p.106
april 2008
© Policy Research Corporation
26
HET SPORTAANBOD VORMT DE BIJDRAGE VAN SPORT AAN DE NEDERLANDSE ECONOMIE Aanbod van sport Sportbonden Sportbonden en en -verenigingen -verenigingen
Vraag naar sport
•• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Topsport – Topsport – breedtesport breedtesport
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven Commerciële Commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport
Consumentenuitgaven Consumentenuitgaven Reclame Reclame en en sponsoring sponsoring
•• Particuliere Particuliere accommodatie accommodatie •• Handel Handel en en productie productie van van sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Media Media •• Gelieerde Gelieerde sectoren sectoren (bvb. (bvb. vervoer) vervoer)
Overheid Overheid en en sport sport
•• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Accommodaties Accommodaties gemeenten gemeenten •• Gymleraren en sportopleidingen Gymleraren en sportopleidingen •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sport sport
Bijdrage Bijdrage aan aan Bruto Bruto Binnenlands Binnenlands Product Product (BBP) (BBP) en en werkgelegenheid werkgelegenheid
Omzet, Omzet, toegevoegde toegevoegde waarde, waarde, werkgelegenheid werkgelegenheid en en terugvloei terugvloei naar naar de de overheid overheid van van het het aanbod aanbod van van sport sport in in Nederland Nederland worden worden in in kaart kaart gebracht gebracht april 2008
© Policy Research Corporation
27
ZOWEL DE DIRECTE ALS DE INDIRECTE ECONOMISCHE EFFECTEN VAN SPORT WORDEN GEANALYSEERD Directe economische betekenis
Indirecte economische betekenis Intermediaire aankopen (Import)
Intermediaire aankopen
Indirecte toegevoegde waarde
Arbeidskosten Afschrijvingen Bedrijfsresultaat
...
(Import)
Directe productiewaarde*
...
Arbeidskosten
Afschrijvingen
Directe toegevoegde waarde
Bedrijfsresultaat
Directe terugvloei naar de overheid
Indirecte terugvloei naar de overheid
* De productiewaarde van een sector is in vele sectoren gelijk aan de omzet van die sector. Uitzonderingen bestaan bij onder andere handels-, commissie- en reparatieactiviteiten, waar bruto marges als productiemaatstaf gelden. Ook in geval van clustering van klanten en toeleveranciers dient een correctie voor dubbeltellingen te geschieden.
De De directe directe economische economische betekenis betekenis heeft heeft betrekking betrekking op op de de sportsector sportsector zelf zelf (bvb. (bvb. een een fitnesscentrum); fitnesscentrum); de de indirecte indirecte economische economische betekenis betekenis heeft heeft betrekking betrekking op op de de aankopen aankopen van van de de sportsector sportsector in in de de rest rest van van de de Nederlandse Nederlandse economie economie (bvb. (bvb. aankopen aankopen van van fitnesstoestellen fitnesstoestellen door door een een fitnesscentrum) fitnesscentrum) april 2008
© Policy Research Corporation
28
DE DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN DE VOLLEDIGE NEDERLANDSE SPORTSECTOR BEDRAAGT RUIM € 8.6 MILJARD 5 000 4 681
Directe productiewaarde (in miljoenen Euro's)
4 500 4 000 3 500
∑ = € 8 603 miljoen 3 000 2 500 2 000
2 225 1 697
1 500 1 000 500 0 Sportbonden en -verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport*
Overheid & sport
* Financiële stromen van sportvoeding en –drank zijn hier niet opgenomen voor zover de verkoop niet plaatsvindt in de sportclub of sportaccommodatie
De De directe directe productiewaarde productiewaarde van van volledige volledige Nederlandse Nederlandse sportsector sportsector bedraagt bedraagt €€ 8.6 8.6 miljard; miljard; de de commerciële commerciële sportsector sportsector is is met met €€ 4.7 4.7 miljard miljard (54%) (54%) de de grootste grootste deelsector deelsector april 2008
© Policy Research Corporation
29
DE DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN DE SPORTBONDEN EN –VERENIGINGEN BEDRAAGT BIJNA € 1.7 MILJARD
Directe productiewaarde (in miljoenen Euro's)
1 200
1 000
953
∑ = € 1 697 miljoen
800
600
406 400 255 200 83 0 Sportverenigingen en -clubs
BVO's
Sportbonden
NOC*NSF
Bron: SCP, Berenschot, CBS, Ecorys en De Lotto
De De directe directe productiewaarde productiewaarde van van de de sportbonden sportbonden en en -verenigingen -verenigingen bedraagt bedraagt €€ 1.7 1.7 miljard; miljard; €€ 953 953 miljoen miljoen (56%) (56%) van van de de directe directe productiewaarde productiewaarde wordt wordt gecreëerd gecreëerd door door de de sportverenigingen sportverenigingen en en –clubs, –clubs, €€ 338 338 miljoen miljoen (20%) (20%) door door sportbonden/NOC*NSF sportbonden/NOC*NSF en en €€ 406 406 miljoen miljoen (24%) (24%) door door de de Betaald Betaald Voetbal Voetbal Organisaties Organisaties april 2008
© Policy Research Corporation
30
DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT* 1 200 986
1 000
785
800
∑ = € 4 681 miljoen
600 472 402 400
380 314
97
(Binnenlandse) productie sportuitrusting
Handel in fietsen
(Binnenlandse) productie fietsen
Maneges, zeil- en surfscholen en sportscholen
Uitgevers dagbladen, tijdschriften en sportboeken
Televisie- en kabelmaatschappijen (aandeel sport)
Handel in sportuitrusting
Vervoer
Fitnesscentra
0
Particuliere sportaccommodaties
46
26
12
5 (Binnenlandse) productie tv en radio
112
Handel in gedrukte media
200
Handel in tv- en radiotoestellen
Directe productiewaarde (in miljoenen Euro's)
1 044
* Omzet van Nederlandse handel in sportgames bedroeg € 101 miljoen in 2006. De berekeningswijze hiervan is opgenomen in Bijlage 8 Bron: CBS, HBD, HOI, Stichting Kijk en Luisteronderzoek, Bovag-Rai en PWC
De De commerciële commerciële activiteiten activiteiten rondom rondom sport sport leveren leveren een een jaarlijkse jaarlijkse directe directe productiewaarde productiewaarde van van €€ 4.68 4.68 miljard miljard april 2008
© Policy Research Corporation
31
DIRECTE PRODUCTIEWAARDE VAN OVERHEID & SPORT 1 000
928*
Directe productiewaarde (in miljoenen Euro's)
900
837
∑ = € 2 225 miljoen
800 700 600 500 400 300 220 200
155 68
100
17 0 Gymleraren
Gemeentelijke sportaccommodaties
Gezondheidszorg
Sportopleidingen
Beleidsmedewerkers Politie-inzet Sport (voetbalwedstrijden)
* De directe omzet van de gymleraren is berekend op basis van de loongegevens Bron: Consument en veiligheid, VWS, Hildebrandt, RIVM en SCP
De De totale totale directe directe productiewaarde productiewaarde van van overheid overheid & & sport sport bedraagt bedraagt meer meer dan dan €€ 2.2 2.2 miljard miljard april 2008
© Policy Research Corporation
32
DE DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN DE VOLLEDIGE NEDERLANDSE SPORTSECTOR BEDRAAGT CIRCA 82 000 FTE 50 000
46 936
45 000
Directe werkgelegenheid (in fte's)
40 000
∑ = 82 035 fte’s
35 000 30 000
27 184
25 000 20 000 15 000 10 000
7 915
5 000 0 Sportbonden en -verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Overheid & sport
De De directe directe werkgelegenheid werkgelegenheid van van de de volledige volledige Nederlandse Nederlandse sportsector sportsector bedraagt bedraagt circa circa 82 82 000 000 fte; fte; de de commerciële commerciële sportsector sportsector is is de de grootste grootste deelsector deelsector met met een een werkgelegenheid werkgelegenheid van van bijna bijna 47 47 000 000 fte fte (57%) (57%) april 2008
© Policy Research Corporation
33
DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN DE SPORTBONDEN EN -VERENIGINGEN 4 000 3 580 3 500
Directe werkgelegenheid (in fte's)
3 200 3 000
2 500
∑ = 7 915 fte’s
2 000
1 500 1 000
1 000
500 135 0 Sportverenigingen en -clubs
BVO's
Sportbonden
NOC*NSF
De De totale totale directe directe werkgelegenheid werkgelegenheid bij bij de de sportbonden sportbonden en en verenigingen verenigingen bedraagt bedraagt bijna bijna 88 000 000 fte’s; fte’s; sportverenigingen sportverenigingen en en –clubs –clubs nemen nemen met met ruim ruim 45% 45% van van de de totale totale werkgelegenheid werkgelegenheid het het grootste grootste deel deel voor voor hun hun rekening; rekening; de de BVO’s BVO’s volgen volgen met met ruim ruim 40% 40% en en de de sportbonden sportbonden met met bijna bijna 15% 15% april 2008
© Policy Research Corporation
34
april 2008 0
© Policy Research Corporation 363 262 250
(Binnenlandse) productie sportuitrusting
Handel in gedrukte media
(Binnenlandse) productie tv en radio
524 (Binnenlandse) productie fietsen
2 000
Handel in tv- en radiotoestellen
10 000
Handel in fietsen
2 213
Televisie- en kabelmaatschappijen (aandeel sport)
2 530
Uitgevers dagbladen, tijdschriften en sportboeken
7 188
Maneges, zeil- en surfscholen en sportscholen
8 000
Vervoer
11 580
Handel in sportuitrusting
12 000
Particuliere sportaccommodaties
Fitnesscentra
Directe werkgelegenheid (in fte's)
DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT 14 000
11 420
∑ = 46 936 fte’s
7 040
6 000
4 000 2 202
1 340 24
De De commerciële commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport bieden bieden werkgelegenheid werkgelegenheid aan aan bijna bijna 47 47 000 000 fte’s fte’s 35
DIRECTE WERKGELEGENHEID VAN OVERHEID & SPORT 14 000 12 300 12 000
Directe werkgelegenheid (in fte's)
∑ = 27 184 fte’s 10 000 8 650 8 000
6 000
4 000
3 244 1 775
2 000
1 035 180
0 Gymleraren
Gemeentelijke sportaccommodaties
Gezondheidszorg
Sportopleidingen
Beleidsmedewerkers Politie-inzet Sport (voetbalwedstrijden)
De De totale totale directe directe werkgelegenheid werkgelegenheid van van de de overheid overheid & & sport sport bedraagt bedraagt meer meer dan dan 27 27 000 000 fte’s; fte’s; gymleraren gymleraren nemen nemen met met 45% 45% van van de de totale totale werkgelegenheid werkgelegenheid het het grootste grootste deel deel voor voor hun hun rekening; rekening; de de gemeentelijke gemeentelijke sportaccommodaties sportaccommodaties volgen volgen met met 32% 32% april 2008
© Policy Research Corporation
36
KOSTENSTRUCTUREN DIE GEHANTEERD WORDEN VOOR DE DEELSECTOREN SPORT EN ECONOMIE 100%
9%
Percentage van de omzet
31%
27%
27%
75%
30% 48% 46.3%
52%
59%
64%
49% 78%
50%
73% 100%
91% 69%
73%
73%
25%
54%
41%
36%
Intermediaire Aankopen
70% 52%
48%
Toegevoegde Waarde
51% 22%
27%
Beleidsmedewerkers Sport
Gezondheidszorg
Onderwijs
Audio-, video- en telecommunicatieapparatuur
Textiel
Vervoer
Uitgeverijen en drukkerijen
Post- en telecommunicatie
Detailhandel
Transportmiddelenindustrie
Sportaccommodaties
Betaald Voetbal Organisaties
Sportclubs en -verenigingen
Sportbonden
0%
Bron: CPB Input-Output Tabel basis 2004; ECORYS, De waarde van voetbal; Diverse jaarverslagen van sportbonden, 2006; CBS StatLine
Bovenstaande Bovenstaande kostenstructuren kostenstructuren worden worden gebruikt gebruikt om om de de toegevoegde toegevoegde waarde waarde van van de de verschillende verschillende sportsectoren sportsectoren in in kaart kaart te te brengen; brengen; voor voor de de berekening berekening van van de de indirecte indirecte effecten effecten wordt wordt daarnaast daarnaast rekening rekening gehouden gehouden met met het het aandeel aandeel van van de de intermediaire intermediaire aankopen aankopen in in het het buitenland buitenland april 2008
© Policy Research Corporation
37
DE DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE VOLLEDIGE NEDERLANDSE SPORTSECTOR BEDRAAGT ± € 4.5 MILJARD Directe toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's)
2 500
2 377
Bruto Binnenlands Product 2006: € 534 miljard 2 000
Bron: CBS Statline
∑ = € 4 529 miljoen (ca. € 55 000/FTE*)
1 531 1 500
1 000 621 500
0 Sportbonden en -verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Overheid & sport
* Ter vergelijking: toegevoegde waarde per fte in de sectoren Chemische eindproductenindustrie, Textiel- en lederindustrie, Bankwezen en Gezondheids- en welzijnszorg en bedroeg in 2006 respectievelijk € 82 153, € 57 968, € 110 911 en € 49 963 (Bron: CBS, Nationale Rekeningen 2006)
De De bijdrage bijdrage van van de de Nederlandse Nederlandse sportsector sportsector aan aan het het BBP BBP is is ongeveer ongeveer 0.85%; 0.85%; de de commerciële commerciële sportsector sportsector is is de de grootste grootste deelsector deelsector met met een een toegevoegde toegevoegde waarde waarde van van €€ 2.4 2.4 miljard miljard april 2008
© Policy Research Corporation
38
DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE SPORTBONDEN EN -VERENIGINGEN 300
Directe toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's)
260
255
250
200
∑ = € 621 miljoen
150
100
80
50 26
0 BVO's
Sportverenigingen en -clubs
Sportbonden
NOC*NSF
De De directe directe toegevoegde toegevoegde waarde waarde afkomstig afkomstig van van de de sportbonden sportbonden en en -verenigingen -verenigingen bedraagt bedraagt jaarlijks jaarlijks circa circa €€ 621 621 miljoen; miljoen; de de BVO’s BVO’s maken maken met met €€ 260 260 miljoen miljoen (42%) (42%) het het grootste grootste deel deel hiervan hiervan uit uit april 2008
© Policy Research Corporation
39
0
april 2008 © Policy Research Corporation 15 14 7 0.4
(Binnenlandse) productie sportuitrusting
Handel in gedrukte media
(Binnenlandse) productie tv en radio
31 Handel in tv- en radiotoestellen
(Binnenlandse) productie fietsen
100
Handel in fietsen
176
Maneges, zeil- en surfscholen en sportscholen
194
Uitgevers dagbladen, tijdschriften en sportboeken
200
Televisie- en kabelmaatschappijen (aandeel sport)
300
Handel in sportuitrusting
400
Vervoer
Fitnesscentra
Particuliere sportaccommodaties
Directe toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's)
DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT 600 539 512
500
389
∑ = € 2 377 miljoen
281
161
58
De De directe directe toegevoegde toegevoegde waarde waarde afkomstig afkomstig uit uit de de commerciële commerciële activiteiten activiteiten met met betrekking betrekking tot tot sport sport bedraagt bedraagt jaarlijks jaarlijks circa circa €€ 2.4 2.4 miljard miljard 40
DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN OVERHEID & SPORT 800
Directe toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's)
728 700
∑ = € 1 531 miljoen
600
500 435 400
300
200
161 122
100
68 17
0 Gymleraren
Gemeentelijke sportaccommodaties
Gezondheidszorg
Sportopleidingen
Beleidsmedewerkers Politie-inzet Sport (voetbalwedstrijden)
De De directe directe toegevoegde toegevoegde waarde waarde afkomstig afkomstig van van de de overheid overheid & & sport sport bedraagt bedraagt jaarlijks jaarlijks circa circa €€ 1.5 1.5 miljard; miljard; de de gymleraren gymleraren en en gemeentelijke gemeentelijke sportaccommodaties sportaccommodaties maken maken met met €€ 728 728 miljoen miljoen (48%) (48%) en en €€ 435 435 miljoen miljoen (28%) (28%) het het grootste grootste deel deel hiervan hiervan uit uit april 2008
© Policy Research Corporation
41
DOOR AANKOPEN IN DE NEDERLANDSE ECONOMIE WORDEN OOK SIGNIFICANTE INDIRECTE EFFECTEN GEREALISEERD Indirecte productiewaarde Directe productiewaarde
∑ = totale productiewaarde Multiplicator*: 1.62 ∑ = 7 586
8 000
Productiewaarde (in miljoenen Euro's)
7 000
Totale productiewaarde = € 13 908 miljoen 2 905
6 000
5 000
4 000
• Aandeel van indirecte productiewaarde in totale productiewaarde bedraagt 38% • Indirecte productiewaarde van Sportbonden en – verenigingen is relatief hoog (= 85% van directe productiewaarde) door het hoog aandeel (binnenlandse) intermediaire aankopen • Lage indirecte productiewaarde bij Overheid & sport (= 43% van directe productiewaarde) wordt verklaard door de relatief hoge directe toegevoegde waarde die deze sector genereert
Multiplicator*: 1.43 ∑ = 3 175
Multiplicator*: 1.85 ∑ = 3 147
3 000 950 1 450
4 681
2 000
1 000
2 225 1 697
0 Sportbonden en -verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Overheid & sport
* Multiplicator van productiewaarde wordt omschreven als het getal waarmee de directe productiewaarde wordt vermenigvuldigd om de totale productiewaarde te bekomen
De De indirecte indirecte productiewaarde productiewaarde van van sport sport in in Nederland Nederland bedraagt bedraagt €€ 5.3 5.3 miljard; miljard; hiermee hiermee wordt wordt een een totale totale productiewaarde productiewaarde van van €€ 13.9 13.9 miljard miljard gerealiseerd gerealiseerd april 2008
© Policy Research Corporation
42
DE INDIRECTE WERKGELEGENHEID VAN SPORT IN NEDERLAND BEDRAAGT CIRCA 36 000 FTE Indirecte werkgelegenheid Directe werkgelegenheid
Multiplicator: 1.38 ∑ = 64 773
70 000
60 000
∑ = totale werkgelegenheid
Totale werkgelegenheid = 118 320 fte’s 17 837
Werkgelegenheid (in fte's)
50 000
Multiplicator: 1.34 ∑ = 36 313
40 000
9 129
30 000
20 000
• Verhoudingen tussen indirecte en directe werkgelegenheid vertonen sterke gelijkenissen met dezelfde verhoudingen binnen de productiewaarde • De hoogste indirecte werkgelegenheid wordt gegenereerd door commerciële activiteiten rondom sport (17 837 fte’s) • Sportbonden en –verenigingen realiseren een hogere indirecte dan een directe werkgelegenheid omwille van het relatief laag aandeel van directe toegevoegde waarde in de productiewaarde
Multiplicator: 2.18 ∑ = 17 234
46 936
27 184
9 319 10 000 7 915 0 Sportbonden en -verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Overheid & sport
Sport Sport in in Nederland Nederland genereert genereert een een totale totale werkgelegenheid werkgelegenheid van van circa circa 118 118 000 000 fte fte april 2008
© Policy Research Corporation
43
DE INDIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN SPORT IN NEDERLAND BEDRAAGT € 2.4 MILJARD Indirecte toegevoegde waarde Directe toegevoegde waarde
∑ = totale toegevoegde waarde
Multiplicator: 1.56 ∑ = 3 712
4 000
Toegevoegde waarde (in miljoenen Euro's)
3 500
3 000
Totale toegevoegde waarde = € 6 933 miljoen = ca. € 58 000/fte = 1.30% van BBP
1 335
• In de totale toegevoegde waarde vertegenwoordigt de indirecte toegevoegde waarde een aandeel van 35% • Indirecte toegevoegde waarde bedraagt circa 50% van de indirecte productiewaarde • Het aandeel van de totale toegevoegde waarde in het BBP (€ 534 miljard) vertegenwoordigt bijna 1.30%
2 500
Multiplicator: 1.28 ∑ = 1 966
2 000
435 1 500
Multiplicator: 2.02 ∑ = 1 255 2 377
1 000
634 1 531
500 621 0 Sportbonden en -verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Overheid & sport
Sport Sport in in Nederland Nederland genereert genereert een een totale totale toegevoegde toegevoegde waarde waarde van van €€ 6.9 6.9 miljard miljard april 2008
© Policy Research Corporation
44
HET SPORTAANBOD IN NEDERLAND GENEREERT EEN TERUGVLOEI NAAR DE OVERHEID VAN € 1.94 MILJARD* Componenten van terugvloei: • •
Terugvloei naar overheid (in miljoenen Euro's)
•
2 000
Sociale premie werkgever Inkomsten- en loonbelasting en sociale premie werknemer Vennootschapsbelasting Niet-productgebonden belastingen en subsidies
• •
Totale terugvloei = € 1 944 miljoen
1 800 1 600 1 400
664 Bonden en verenigingen: 16% Commerciële activiteiten: 46% Overheid & sport: 38%
Indirecte terugvloei
1 200 1 000 800 600
1 280
400 200 0
Bonden en verenigingen: 26% Commerciële activiteiten: 50% Overheid & sport: 24%
Rijk Provincies Gemeenten
•
Directe terugvloei
Netto-overheidsuitgaven (in miljoenen Euro's)
•
Subsidies en bijdragen verstrekt door:
2 000
Totale netto-overheidsuitgaven** = € 1 795 miljoen
1 800
Componenten
1 600
Beleidsmedewerkers Sportaccommodaties Sportbonden Sportclubs
1 400
Gemeenten 820
1 200 1 000
Idem gemeenten
16
Provincies
800 Idem gemeenten
600 400 200
+ Sportopleidingen +Gymleraren +Openbare omroep + Politie-inzet +’Overige’
959 Rijk
0
* Uitsplitsing naar componenten van terugvloei is opgenomen in Bijlage 9 ** Netto-overheidsuitgaven zijn het verschil tussen de bruto-overheidsuitgaven (€ 2 085 mln.) en de directe inkomsten die hieruit voortvloeien (€ 290 mln.)
De De directe directe en en indirecte indirecte terugvloei terugvloei van van het het sportaanbod sportaanbod naar naar de de overheid overheid bedraagt bedraagt respectievelijk respectievelijk €€ 11 280 280 miljoen miljoen en en €€ 664 664 miljoen, miljoen, terwijl terwijl de de netto-overheidsuitgaven netto-overheidsuitgaven jaarlijks jaarlijks circa circa €€ 11 795 795 miljoen miljoen bedragen bedragen april 2008
© Policy Research Corporation
45
DE ECONOMISCHE BETEKENIS VAN SPORT IN NEDERLAND: CONCLUSIES
Productiewaarde
• • •
•
Werkgelegenheid
Toegevoegde waarde
Terugvloei naar de overheid
april 2008
• •
• • • • • •
De totale productiewaarde voor sport in Nederland bedraagt jaarlijks bijna € 14 miljard Commerciële activiteiten rondom sport vertegenwoordigen het grootste aandeel (55%) De verhouding directe – indirecte productiewaarde is 62% – 38% In Nederland werken in totaal ca. 118 000 fte’s in de sportsector Met 65 000 fte’s hebben de commerciële activiteiten m.b.t. sport een aandeel van 55% De directe en indirecte werkgelegenheid bedraagt respectievelijk 70% en 30% van de totale werkgelegenheid in de sportsector De totale toegevoegde waarde in Nederland m.b.t. sport bedraagt jaarlijks € 6.9 miljard Alle sportaccommodaties genereren samen een directe toegevoegde waarde van € 1.6 miljard of 35% van de totale directe toegevoegde waarde De verhouding directe – indirecte toegevoegde waarde is 65% – 35% De totale terugvloei naar de overheid van de totale sportsector (direct en indirect) bedraagt jaarlijks € 1.9 miljard Hier tegenover staan netto-overheidsuitgaven van € 1.8 miljard De verhouding directe en indirecte terugvloei bedraagt 66% - 34%
© Policy Research Corporation
46
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie
p. 5
Spelers en organisatie
p. 8
Economische betekenis van sport in Nederland
p. 26
Financiële stromen van sport in Nederland
p. 47
Sport & Economie in perspectief
p. 82
Ontwikkelingen en kansen voor de overheid
p. 91
Conclusies
p. 106
april 2008
© Policy Research Corporation
47
OVERZICHT FINANCIËLE STROMEN M.B.T. SPORT & ECONOMIE IN NEDERLAND* Consumentenuitgaven Consumentenuitgaven
Sportbonden Sportbonden en en -verenigingen verenigingen
Reclame Reclame en en sponsoring sponsoring
Commerciële Commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven
Overheid Overheid en en sport sport NAAR Sportbonden en verenigingen
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Overheid & sport
Consumentenuitgaven
897
4 788
237
Reclame en sponsoring
389
296
158
185
1 699
143
296
288
1 587
5 565
2 224
in miljoen €
Overheidsuitgaven
**
'Overige' VAN Totaal netto stromen Import (-) Onderlinge bijdragen Productiewaarde
884 ***
109 1 696
4 681
2 224
*
Financiële stromen in matrix zijn berekend op basis van slides 50-52, 61-62 en 76 en de waarden kunnen afwijken van de productiewaarden weergegeven op slides 29-32 door verschillen in afronding ** Overheidsuitgaven zijn bruto-uitgaven van overheid (excl. uitgaven aan ‘Overige’: € 43 miljoen.). Ze houden geen rekening met overheidsinkomsten die hieruit direct voortvloeien (= € 290 miljoen) en evenmin met geldstromen tussen Rijk, Provincies en Gemeenten onderling. *** Onderlinge bijdragen zijn financiële stromen van sportclubs naar sportbonden (73.5), binnen NOC*NSF (8.8) en van NOC*NSF naar sportbonden (26.4)
De De financiële financiële stromen stromen tussen tussen elk elk van van de de blokken blokken zijn zijn gedetailleerd gedetailleerd in in kaart kaart gebracht gebracht april 2008
© Policy Research Corporation
48
DE FINANCIËLE STROMEN TUSSEN VRAAG EN AANBOD VAN SPORT WERDEN GEDETAILLEERD IN KAART GEBRACHT Vraag naar sport
Aanbod van sport
Consumentenuitgaven Consumentenuitgaven
Sportbonden Sportbonden en en -verenigingen -verenigingen
•• Actieve Actieve sportbeoefening sportbeoefening •• Passieve Passieve sportbeoefening sportbeoefening
•• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Topsport – Topsport – breedtesport breedtesport
Commerciële Commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport Reclame Reclame en en sponsoring sponsoring
Financiële stromen
•• Particuliere Particuliere accommodatie accommodatie •• Producenten Producenten van van sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Handel Handel in in sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Media Media •• Gelieerde Gelieerde sectoren sectoren (bvb. (bvb. vervoer) vervoer)
Overheid Overheid en en sport sport
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven
•• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Accommodaties Accommodaties gemeenten gemeenten •• Gymleraren en sportopleidingen Gymleraren en sportopleidingen •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sport sport
•• Rijk Rijk •• Provincies Provincies •• Gemeenten Gemeenten
Inkomstenbronnen Inkomstenbronnen voor voor het het sportaanbod sportaanbod
•• Financiële Financiële stromen stromen op op hoofdlijn hoofdlijn •• Financiële Financiële stromen stromen op op detailniveau detailniveau met met bronvermelding bronvermelding april 2008
© Policy Research Corporation
49
Bonden & clubs
OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES*,** Sportbonden en –clubs: overheid en consumenten (in miljoen €) (1/3) 14.8
NOC*NSF € 8.8 aan eigen inkomsten
Overheid
18
Rijk: € 43.1 naar overige
Provincie Gemeente Consumenten
6
Sportbonden
30.4
30.7
89.2
102 4.8
705.2
Actief Passief
102.8
73.5
Sportclubs en -verenigingen Betaald Voetbal Organisaties
* Voor de samenstelling van dit overzicht zijn de meest up-to-date financiële data gebruikt ** Bruto-overheidsuitgaven en consumentenbestedingen aan sportbonden en –clubs gefilterd voor dubbeltellingen bedragen respectievelijk € 158 miljoen en € 897 miljoen
Het Het totaal totaal van van de de netto netto financiële financiële stromen stromen uit uit ‘Overheid’ ‘Overheid’ en en ‘Consumenten’ ‘Consumenten’ bedraagt bedraagt ca. ca. €€ 11 055 055 miljoen; miljoen; de de productiewaarde productiewaarde van van sportbonden sportbonden en en –clubs –clubs is is €€ 11 138 138 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
50
Bonden & clubs
OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES Sportbonden: sponsoring, de Lotto en media (in miljoen €) (2/3) 11.4
NOC*NSF
Sponsoring
26.4 24.3 42.7
De Lotto
Sportbonden
0.4 1.2
Sportclubs en - verenigingen
95.3 163.6
Media (tv rechten)
50.5
Betaald Voetbal Organisaties
Het Het totaal totaal van van de de netto netto financiële financiële stromen stromen bedraagt bedraagt circa circa €€ 389 389 miljoen; miljoen; de de productiewaarde productiewaarde uit uit ‘Reclame ‘Reclame en en sponsoring’ sponsoring’ is is ongeveer ongeveer €€ 415 415 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
51
Bonden & clubs
OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES Sportbonden en –clubs: ‘overige’ (in miljoen €) (3/3) 5.2
11.0
NOC*NSF
Sportbonden
‘Overige’ 38.1
Sportclubs en -verenigingen
88.6*
Betaald Voetbal Organisaties
* De som van inkomstenpost ‘Overige’ (€ 80.9 mln.) en ‘Subsidies en giften’ (€ 7.7 mln.). Deze laatste baten kunnen eventueel afkomstig zijn van internationale voetbalbonden UEFA en FIFA, waardoor ze niet aanzien worden als subsidies van de Nederlandse overheid
Het Het totaal totaal van van de de financiële financiële stromen stromen van van de de categorie categorie ‘Overige’ ‘Overige’ bedraagt bedraagt circa circa €€ 143 143 miljoen; miljoen; de de totale totale productiewaarde productiewaarde bedraagt bedraagt ongeveer ongeveer €€ 11 696 696 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
52
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden: financiële relaties met de Lotto* in 2006 (in € miljoen) De Lotto
16.7
Charitas NOC*NSF
0.7 Resultaat uit gewone bedrijfsvoering: € 61.0 miljoen
42.0
Performance: (sponsorprogramma van NOC*NSF) Fonds middelen opbouw***: (4 blijft achter in fonds)
Bestemd voor de eigen organisatie
11.6 26.4****,***** 0.4**
1.2
Sportbonden
Sportclubs en -verenigingen
Bron: De Lotto, jaarverslag 2006; NOC*NSF, jaarrekening 2006 * ** *** ****
Rol en financiële relaties van de Lotto met betrekking tot sport wordt verduidelijkt in Bijlage 10 Dit betreft gelden ten behoeve van de sportbonden die promotie-inspanningen verrichten voor de Lotto Fonds middelen opbouw is t.b.v. de toekomstige financiering van bestedingsplannen van sportbonden; dit fonds wordt door NOC*NSF beheerd De verdeling van deze gelden over de verschillende sportbonden vindt plaats op basis van besluitvorming door de Toekennings- en afrekencommissie Lottogelden (TAC); de TAC laat zich mede leiden door het advies van NOC*NSF; indien een deel van deze gelden niet door de sportbonden worden gebruikt worden deze terug overgemaakt (in 2006 bedroeg dit € 887 000) ***** NOC*NSF maakt daarbovenop € 1.1 miljoen geoormerkte gelden over aan de sportbonden; deze zijn afkomstig van de NOS
De De Lotto Lotto maakte maakte in in 2006 2006 €€ 44.3 44.3 miljoen miljoen over over aan aan sport; sport; €€ 42.7 42.7 miljoen miljoen hiervan hiervan komt komt via via de de NOC*NSF NOC*NSF (fonds (fonds middelenopbouw middelenopbouw en en performance) performance) bij bij de de sport sport terecht terecht en en €€ 1.6 1.6 miljoen miljoen wordt wordt rechtstreeks rechtstreeks aan aan sportbonden sportbonden en en –clubs –clubs overgemaakt overgemaakt april 2008
© Policy Research Corporation
53
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR NOC*NSF: financiële relaties in 2006 (in miljoen €) Inkomsten NOC*NSF • Eigen inkomsten: € 8.8 (opgemaakt uit dienstverlening à € 4.4 , verhuur à € 3.3 , contributies à € 0.8 en rente à € 0.3) • Lotto: € 42.7 • VWS: € 14.8 • Sponsoring: € 11.4 • Geoormerkte gelden voor derden: € 1.1 • Overige: € 4.1
Inkomsten
NOC*NSF 15.5
Uitgaven
38.0
25.8
Basisinfrastructuur NOC*NSF
Bestedingsplannen
Projectkosten
• Personeel: € 9.6 • Huisvesting: € 3.2 • Organisatiekosten: € 1.8 • Afschrijvingen en rente: € 0.9
• Sportbonden: € 26.4 • Eigen organisatie: € 11.6
• Performance 2008: € 11.4 • Topsport (ontw.): € 8.2 • Breedtesport (ontw.): € 2.8 • NSD: € 0.9 • Cross Mediaal Platform: € 0.6 • Sport.nl: € 0.5 • Personeelskosten: € 0.6 • Overige: € 0.8
€ 82.9
TOTAAL 1.1 Geoormerkte gelden voor derden • € 1.1 voor de bonden, afkomstig van NOS
€ 80.4
Bron: NOC*NSF jaarrekening 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
54
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden: financiële relaties in 2006 (in miljoen €) Totaal Top 10 Totaal: € 255
Inkomsten
Eigen inkomsten 162.7
Totaal: € 177.3
Subsidies
Sponsoring
57.0
24.3
Overige baten
Uitgaven Kerntaken
92.6
30.8
14.4
5.7
11.0
Totaal Sportbonden 159.5
126.4
Top 10 grootste sportbonden 0.1
Ondersteunende taken
Maatschappelijke taken
Totaal: € 252.2
106.9
63.2
0.1
Totaal: € 170.2
Inkomsten en uitgaven van grootste sportbond KNVB: zie Bijlage 11 Bron: Berenschot, Onderzoek Sportinfrastructuur, 2007; diverse jaarverslagen van sportbonden, 2006
In In 2006 2006 ontvangen ontvangen alle alle 72 72 sportbonden sportbonden ongeveer ongeveer €€ 255 255 miljoen, miljoen, waarvan waarvan bijna bijna €€ 160 160 miljoen miljoen rechtstreeks rechtstreeks voor voor de de sport sport bestemd bestemd is is april 2008
© Policy Research Corporation
55
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden en -clubs: financiële relaties met rijk in 2006 (in € miljoen) 30.7
14.8 Ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport
Gemeentes
NOC*NSF
Totaal 119* 30.4
43.1
Sportbonden
Overige: Diverse instellingen zoals NebasNSg en NISB
* Daarnaast gaf het Ministerie van VWS in 2006 € 2.3 miljoen aan apparaatsuitgaven ten behoeve van sport uit Bron: VWS, definitieve realisatie 2006
De De totale totale programma-uitgaven programma-uitgaven van van het het Ministerie Ministerie van van VWS VWS bedroeg bedroeg in in 2006 2006 €€ 119 119 miljoen, miljoen, waarvan waarvan ruim ruim 26% 26% naar naar gemeentes gemeentes en en meer meer dan dan 37% 37% naar naar de de NOC*NSF NOC*NSF en en de de sportbonden sportbonden april 2008
© Policy Research Corporation
56
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR
Sportbonden en -clubs: financiële relaties met overheid (provincie en gemeente) in 2005 (in € miljoen) Overheid 6 Provincie
Gemeente
TOTAAL
1 102
Sportbonden en -clubs
17 108 (130 in 2000) 18
In Bijlage 12 is de evolutie van de financiële stromen tussen overheid en bonden en clubs voor de periode 1999-2005 opgenomen Bron: CBS StatLine - Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie: sportclubs en –raden, 2005
Vanuit Vanuit de de provincies provincies en en gemeenten gemeenten gaat gaat er er in in 2005 2005 totaal totaal €€ 108 108 miljoen miljoen naar naar de de sportbonden sportbonden en en –clubs –clubs en en ontvangen ontvangen zij zij €€ 18 18 miljoen; miljoen; in in 2005 2005 wordt wordt de de grootste grootste bijdrage bijdrage aan aan sportbonden sportbonden en en –clubs –clubs door door gemeentes gemeentes gegeven gegeven april 2008
© Policy Research Corporation
57
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR Sportclubs: financiële relaties in 2003 (in € miljoen)* (1/3) Totaal: € 953
Inkomsten
Contributie, lesen entreegelden
457.4
Subsidies en bijdragen
Sponsoring en reclamegelden
114.4
95.3
Kantineverkopen
Overige baten
247.8
38.1
Totaal Sportclubs 101.1 Uitgaven
Personeels kosten
64.3 Loonkost en nietpersoneel
193
73.5
Huisvesting
137.9 Inkoopkosten kantine
Onderhoud
55.1
73.5
KapitaalBondslasten contributies
73.5
147.0
Wedstrijden reiskosten
Overige kosten
Totaal: € 919 * Meer gedetailleerde samenstelling inkomsten en uitgaven: zie Bijlage 13 Bron: CBS StatLine – Baten en lasten van sportclubs, 2003
De De grootste grootste inkomstenbron inkomstenbron van van de de sportclubs sportclubs in in 2003 2003 zijn zijn de de ‘eigen ‘eigen inkomsten’ inkomsten’ bestaande bestaande uit uit contributie, contributie, lesles- en en entreegelden entreegelden àà €€ 457.4 457.4 miljoen miljoen en en kantineverkopen kantineverkopen àà €€ 247.8 247.8 miljoen; miljoen; de de totale totale inkomsten inkomsten bedragen bedragen ruim ruim €€ 950 950 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
58
Bonden & clubs
SPORTINFRASTRUCTUUR Sportclubs: financiële relaties BVO’s in seizoen 2003/04 (in € miljoen) Totaal inkomsten BVO’s: € 405.5 Consumenten
Inkomsten
• Netto wedstrijdbaten • Food & Beverage • Merchandising
Subsidies en giften
102.8
7.7
Sponsoring
Media
Overige
• Televisierechten
163.6
50.5
80.9
Betaald Voetbal Organisaties (BVO) (Ere- en Eerste divisie) Totaal uitgaven BVO’s: € 428.0 Inkoop goederen en diensten: € 66.6 Uitgaven
• Wedstrijd/trainingskosten: € 26.0 • Huisvestingskosten: € 26.6 • Bureau- en bestuurskosten: € 14.0
Factorkosten: € 361.4 • • • •
Personeelskosten: € 225.8 Afschrijvingen afkoopsommen: € 56.8 Mutatie afkoopsommen: € 21.5 Overige: € 57.3
Bron: ECORYS, De waarde van voetbal, 2005
De De totale totale inkomsten inkomsten van van alle alle betaald betaald voetbal voetbal organisaties organisaties gezamenlijk gezamenlijk bedraagt bedraagt voor voor het het seizoen seizoen 2003/04 2003/04 ruim ruim €€ 400 400 miljoen; miljoen; de de grootste grootste inkomstenposten inkomstenposten zijn zijn afkomstig afkomstig van van sponsoring sponsoring (€ (€ 163.6 163.6 miljoen) miljoen) en en consumenten consumenten (€ (€ 102.8 102.8 miljoen) miljoen) april 2008
© Policy Research Corporation
59
SPELERS EN ORGANISATIE VAN SPORT EN ECONOMIE Vraag naar sport
Aanbod van sport
Consumentenuitgaven Consumentenuitgaven
Sportbonden Sportbonden en en -verenigingen -verenigingen
•• Actieve Actieve sportbeoefening sportbeoefening •• Passieve Passieve sportbeoefening sportbeoefening
•• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Topsport – Topsport – breedtesport breedtesport
Commerciële Commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport Reclame Reclame en en sponsoring sponsoring
Financiële stromen
•• Particuliere Particuliere accommodatie accommodatie •• Producenten Producenten van van sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Handel Handel in in sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Media Media •• Gelieerde Gelieerde sectoren sectoren (bvb. (bvb. vervoer) vervoer)
Overheid Overheid en en sport sport
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven
•• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Accommodaties Accommodaties gemeenten gemeenten •• Gymleraren en sportopleidingen Gymleraren en sportopleidingen •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sport sport
•• Rijk Rijk •• Provincies Provincies •• Gemeenten Gemeenten
Inkomstenbronnen Inkomstenbronnen voor voor het het sportaanbod sportaanbod
april 2008
© Policy Research Corporation
60
FINANCIËLE RELATIES MET BETREKKING TOT DE COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT*,** (in € miljoen) 1 243 986 785 294 268 105
Consumenten (Actieve en passieve sportbeoefenaar)
Aankoop van sportuitrusting
8
Fitnessbranche Autovervoer voor sport
Overheid
Fietsen voor sportbeoefening Maneges, sportscholen, zeilen surfscholen
4
Aankoop TV- en radiotoestellen voor sport
147 616
Particuliere sportaccommodatie
19 30***
277*** 214
Reclame en sponsoring
TV en radio
95*** Gedrukte media
178
* **
Voor de samenstelling van dit overzicht zijn de meest up-to-date financiële data gebruikt Financiële stromen met betrekking tot binnenlandse productie met het oog op export en cijfers over sportdranken en –voeding zijn hier niet opgenomen. De financiële stromen inzake sportgames zijn opgenomen in Bijlage 8. *** Cijfers hebben enkel betrekking op televisie
Jaarlijks Jaarlijks bedragen bedragen de de netto netto financiële financiële stromen stromen uit uit ‘Consumenten’, ‘Consumenten’, ‘Overheid’ ‘Overheid’ en en ‘Reclame ‘Reclame en en sponsoring’ sponsoring’ circa circa €€ 5.2 5.2 miljard miljard april 2008
© Policy Research Corporation
61
OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES COMMERCIËLE ACTIVITEITEN M.B.T. SPORT Categorieën ‘Overige’ en Import (in miljoen €)
‘Overige’
Import
34
Sportscholen, maneges en zeil- en surfscholen
262
Particuliere sportaccommodaties
725
Aankoop van sportuitrusting
85 74
Fietsen voor sportbeoefening Aankoop TV- en radiotoestellen voor sport
Het Het totaal totaal van van alle alle netto netto financiële financiële stromen stromen (incl. (incl. ‘Overige’) ‘Overige’) bedraagt bedraagt €€ 55 565 565 miljoen; miljoen; met met vermindering vermindering van van de de importstromen importstromen (€ (€ 884 884 miljoen) miljoen) bedraagt bedraagt de de productiewaarde productiewaarde van van de de commerciële commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport €€ 44 681 681 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
62
Handel & productie
SPORTUITRUSTING Bestedingen consument verdeeld over handel en productie Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
100% 100%
38% 38%
62% 62%
∑ = € 1 243 miljoen
∑ = € 472 miljoen
∑ = € 771 miljoen
Handelaars
∑ = € 725 miljoen
Bestedingen sportuitrusting** 1 400 1 200
€ miljoen
1 000
1 105
1 184
1 243
928 Sportartikelen
800
Sportschoenen
600
Sportkleding
400 200
Ambulante handel, postorder/internet en overige winkels 24%
0 2003
2004
2005
94%***
Productie
6%***
Sportspeciaalzaken 48%
Groothandel en beurzen 14%
Warenhuizen 5%
Import
Kledingwinkels 9%
∑ = € 46 miljoen
2006*
*
Componenten van sportuitrusting worden samengenomen door andere methodiek en bestedingen aan paardensportartikelen (€ 192 miljoen) worden voor 2006 toegevoegd ** Exclusief artikelen voor hengelsport *** Verhouding import-productie van de volledige Nederlandse kledingindustrie is genomen als basis. Zie Bijlage 14 voor uitwerking hiervan. Bron: HBD, Sport- en kampeerzaken - Branches in detail 2004, 2005, 2006 en 2007 en HAS Den Bosch, Marktonderzoek Ruitersport, 2007
Totale Totale bestedingen bestedingen aan aan sportuitrusting sportuitrusting bedroegen bedroegen €€ 11 243 243 miljoen miljoen in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
63
Handel & productie
WAARDE VAN IMPORT EN EXPORT VAN SPORTUITRUSTING IN NEDERLAND*, 2006 Totaal geïmporteerde waarde: € 989 mln. (excl. vaartuigen € 835 mln.) 600
Totaal geëxporteerde waarde: € 1 127 mln. (excl. vaartuigen € 568 mln.) 559
€ miljoen
500
473
invoer uitvoer
400
348
300 200
195
167 126
100 0
154 94
Top drie importlanden***: • China • België • Duitsland Top drie exportlanden***, excl. vaartuigen****: • Duitsland • België • Frankrijk
Sportkleding** Sportschoenen** Sportvaartuigen** Sportartikelen, excl. vaartuigen**
* Cijfers wijken af van importcijfer uit vorige slide door gebruik van verschillende definities en methodiek en ze liggen 5 tot 15% lager dan cijfers Eurostat ** Verdere onderverdeling van de verschillende klassen van sportuitrusting is opgenomen in Bijlage 15 *** Berekening van belangrijkste handelspartners voor Nederland o.b.v. Bijlage 16 **** Belangrijkste exportlanden voor vaartuigen zijn Caymaneilanden, Verenigd Koninkrijk en Bermuda Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006
De De totale totale waarde waarde uit uit export export voor voor sportuitrusting sportuitrusting bedraagt bedraagt €€ 11 127 127 miljoen miljoen en en is is voor voor circa circa 50% 50% toe toe te te schrijven schrijven aan aan de de export export van van vaartuigen vaartuigen april 2008
© Policy Research Corporation
64
Handel & productie
ORGANISATIE VAN DE NEDERLANDSE KEY PLAYERS IN DE SPORTVOEDING- EN SPORTDRANKINDUSTRIE De markt voor sportdrank en –voeding is nog nooit gestructureerd in kaart gebracht. Bijkomend onderzoek is aanbevolen indien dit inzicht gewenst is.
Belangrijkste producenten voor Nederlandse markt
Drank
Extran AA Drink
ToeVoeding*** levering
Aquarius** BornSport
Nederlandse producenten
Export Handel
MDY Binnenlandse verbruik
DSM*
Maxim Isostar
Buitenlandse producenten
Sportscholen en –clubs en verenigingen****
* DSM is toeleverancier van grondstoffen voor sportdrank en –voeding voor zowel Nederlandse als buitenlandse producenten ** Aquarius maakt deel uit van Coca-Cola Company dat in Nederland enkel produceert voor de binnenlandse markt *** Voeding omvat voornamelijk voedingssupplementen zoals nitraten en vitaminen ****De inkomsten van sportdranken en –voeding in sportscholen en –clubs en verenigingen zijn vervat in de inkomsten uit kantineverkopen
De De Nederlandse Nederlandse markt markt voor voor sportdrank sportdrank en en –voeding –voeding wordt wordt voornamelijk voornamelijk voorzien voorzien door door binnenlandse binnenlandse producenten producenten die die eveneens eveneens exporteren exporteren april 2008
© Policy Research Corporation
65
Fitnesscentra
FITNESSBRANCHE IN NEDERLAND Contributies
Omzet
• Bijna 85% van de fitnesscentra vraagt inschrijfgeld aan nieuwe leden; deze eenmalige bijdrage is gemiddeld € 36 per nieuw lid • Het gemiddelde tarief voor de te betalen maandelijkse contributie is € 43 (€ 516 per jaar) – In sommige gevallen kunnen leden ook een gemiddelde jaarlijkse contributie à € 460 per jaar betalen hetgeen een korting van ongeveer 11% is (deze betaling dient in één keer te worden voldaan)
Omzet: • Met een gemiddeld klantenbestand van 955 leden is de jaarlijkse omzet uit contributies van een fitnesscentrum per jaar 955 x € 43 x 10* maanden = € 410 650 • Dat betekent dat de omzet vanuit contributies van de totale Nederlandse fitnessbranche € 410 650 x 2 041 fitnesscentra = € 838 miljoen • Ongeveer 85% van de totale inkomsten van fitnesscentra wordt uit contributies behaald: dat betekent dat de totale jaarlijkse omzet van fitnesscentra ruim € 986 miljoen bedraagt * In de zomermaanden loopt het aantal ingeschrevenen bij fitnesscentra terug, zodat voor de berekening van de jaarlijkse omzet van 10 maanden contributiebetalingen in plaats van 12 maanden wordt uitgegaan Bron: W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008
De De Nederlandse Nederlandse fitnessbranche fitnessbranche heeft heeft een een totale totale jaarlijkse jaarlijkse omzet omzet van van bijna bijna €€ 11 miljard miljard waarvan waarvan ongeveer ongeveer €€ 838 838 miljoen miljoen uit uit contributies contributies van van leden leden wordt wordt behaald; behaald; een een gemiddeld gemiddeld fitnesscentrum fitnesscentrum heeft heeft een een omzet omzet van van ruim ruim €€ 480 480 000 000 april 2008
© Policy Research Corporation
66
Part. accomm.
FINANCIËLE RELATIES VOOR PARTICULIERE SPORTACCOMMODATIES*, 2003 Inkomstenbronnen
Resultaat particuliere sportaccommodaties
€ 1 044 mln.
€ 67 mln.
Sportbeoefenaars
Sportbezoekers Sportverenigingen en sportbonden
Uitgaven € 977 mln.
Zwembaden Entree- en lesgelden
Personeel
€ 616 mln.
Overige baten
€ 262 mln.
Bedrijven
Reclame en sponsoring
€ 19 mln.
Overheid
Subsidies en bijdragen
€ 147 mln.
Overdekte sportaccommodatie
Kapitaallasten Huisvestingskosten
Openlucht sportaccommodatie
Schoonmaak en onderhoud Overige lasten
Jachthavens
* Zie Bijlage 17 voor definities en exploitatievorm Bron: CBS StatLine – Sportaccommodaties; exploitatie, 2003
Totale Totale inkomsten inkomsten van van particuliere particuliere accommodaties accommodaties bedroegen bedroegen €€ 11 044 044 miljoen miljoen in in 2003 2003 april 2008
© Policy Research Corporation
67
Part. accomm.
FINANCIËLE RELATIES VOOR SPORTSCHOLEN, MANEGES EN ZEIL- EN SURFSCHOLEN, 2003 Inkomstenbronnen
Resultaat
Uitgaven
∑ = € 314 mln.
∑ = € 66 mln.
∑ = € 248 mln.
Abonnementsen lesgelden
€ 235 mln.
Kantineverkopen
€ 33 mln.
Sportscholen
Personeel
Consumenten
Overige baten
€ 34 mln.
Bedrijven
Reclame en sponsoring
€ 4 mln.
Overheid
Subsidies en bijdragen
€ 8 mln.
Kapitaallasten Huisvestingskosten
Maneges
Schoonmaak en onderhoud Inkoopkosten kantine
Zeil- en surfscholen
Overige lasten
Bron: CBS StatLine – Maneges, sport-, zeil- en surfscholen, 2003
Totale Totale inkomsten inkomsten van van sportscholen, sportscholen, maneges maneges en en zeilzeil- en en surfscholen surfscholen bedroegen bedroegen €€ 314 314 miljoen miljoen in in 2003 2003 april 2008
© Policy Research Corporation
68
Handel & productie
NEDERLANDSE BESTEDINGEN AAN FIETSEN VOOR SPORT Totale binnenlandse bestedingen aan fietsen voor sport
Tijdsbesteding gebruik fiets, 2005 Andere 14%
∑ = € 294 mln.
320 Woon/werk en schoolverkeer 45%
+ 4%
280 240 € mln.
Recreatieve en sportieve doelstellingen 41%
200 160 120 80
Totale bestedingen aan fietsen
40
750
0
625
2001
2002
2003*
2004
2005
€ mln.
500 375
€€ 294 294 miljoen miljoen bestedingen bestedingen aan aan fietsen fietsen voor voor sport, sport, waarvan: waarvan: •• Handel: Handel: €€ 97 97 miljoen miljoen •• Binnenlandse Binnenlandse productie: productie: €€ 112 112 miljoen miljoen •• Import: € 85 miljoen Import: € 85 miljoen
250 125 0 2001
2002
2003*
2004
2005
* Daling in bestedingen door trendbreuk n.a.v. nieuwe onderzoeksmethoden
Bron: Bovag-Rai, Mobiliteit in cijfers 2006 en HBD, Rijwielhandel - Branches in detail, 2006
Totale Totale consumentenbestedingen consumentenbestedingen van van fietsen fietsen in in functie functie van van het het gebruik gebruik voor voor sport sport bedroegen bedroegen bijna bijna €€ 300 300 miljoen miljoen in in 2005 2005 april 2008
© Policy Research Corporation
69
Media
JAARLIJKS REALISEREN DAGBLADEN, TIJDSCHRIFTEN EN BOEKEN CIRCA € 392 MILJOEN AAN OMZET M.B.T. SPORT OMZET UIT VERKOOP EN ADVERTENTIES VOOR DAGBLADEN EN SPORTTIJDSCHRIFTEN
Totaal
Omzet uit verkoop
Aandeel sport
Omzet uit advertenties
Totaal Aandeel sport Totaal Aandeel sport
Dagbladen
Sporttijdschriften
Sportboeken
€ 885 mln.
€ 65 mln.*
€ 1 624 mln.
€ 133 mln. (15%)
€ 65 mln. (100%)
€ 16 mln. (1%)
€ 708 mln.
€ 72 mln.
€ 106 mln. (15%)
€ 72 mln. (100%)
€ 1 593 mln.
€ 137 mln.
€ 1 624 mln.
€ 239 mln.
€ 137 mln.
€ 16 mln.
∑= € 392 miljoen Handel
Productie
€ 12 mln.
€ 380 mln.
* Voor de omzet uit verkoop van sporttijdschriften worden bondsbladen niet meegerekend daar de bestedingen hiervan verrekend zijn in het lidgeld Berekeningen: zie Bijlage 18
Inkomsten Inkomsten voor voor dagbladen, dagbladen, sporttijdschriften sporttijdschriften en en sportboeken sportboeken bedragen bedragen respectievelijk respectievelijk €€ 239 239 miljoen, miljoen, €€ 137 137 miljoen miljoen en en €€ 16 16 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
70
Media
FINANCIËLE RELATIES VOOR BEKIJKEN TELEVISIE OP VLAK VAN SPORTUITZENDINGEN, 2006 Belangrijkste inkomstenbronnen ∑ = € 402 mln. Reclameopbrengsten
Commerciële televisiemaatschappijen
€ 30 mln.*
€ 65 mln.*
Bijdragen overheid
Consumentenbestedingen
Publieke televisiemaatschappijen
€ 30 mln.**
Betaalzender Sport 1
€ 41 mln.*** 80% 80% marge marge € 189 mln. € 236 mln.
* ** *** ****
Kabelmaatschappijen****
€ 47 mln.
Cijfers voor 2001 (berekening: zie Bijlage 19) Cijfers voor 2006 (berekening: zie Bijlage 19) Cijfers voor 2006 o.b.v. ca. 265 000 abonnees tegen gemiddeld maandelijks abonnementsgeld van €12.95 a.d.h.v. cijfergegevens van Sport 1 Cijfers 2006 (berekening: zie Bijlage 20)
Totale Totale inkomsten inkomsten uit uit sportuitzendingen sportuitzendingen bedragen bedragen jaarlijks jaarlijks circa circa €€ 402 402 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
71
Media
SCHATTING VAN DE BELANGRIJKSTE UITZENDRECHTEN VOOR SPORT OP TELEVISIE, RADIO EN INTERNET, 2006 Uitzendrechten
Voetbal Bestemming
Uitzendrechten
Schaatsen Bestemming
Olympische Spelen
Uitzendrechten Bestemming
Uitzendrechten
Andere events
Ere en eerste divisie (live en samenvattingen ’07-’08): € 70 miljoen KNVB-beker: € 8 miljoen EK 2004: € 10 miljoen WK 2006: € 20 miljoen Champions League ’07-’08: € 26 miljoen Eredivisie C.V. krijgt inkomsten uit zendrechten van Nederlandse competities. Hiervan wordt een deel doorgestort naar de clubs. Voor internatonale wedstrijden blijft het merendeel van de zendrechten bij de FIFA of UEFA. EK Schaatsen 2008: € 18.5 miljoen Schaatsseizoen: € 4 miljoen Het geld blijft voornamelijk ter beschikking bij de International Skating Union voor internationale wedstrijden of de KNSB voor binnenlandse wedstrijden Zomerspelen 2004: € 14 miljoen Winterspelen 2006: € 4 miljoen Uitzendrechten voor Olympische Spelen gaan naar organiserende partijen, die via een verdeelsleutel het geld doorstorten naar de nationale bonden. Formule 1 (’03-’04): € 4.5 miljoen Grand Slam tennis toernooien: € 2.1 miljoen Tour de France: € 1 miljoen
Bestemming is afhankelijk van de organiserende partij. Voor binnenlandse events wordt het geld meestal geherinvesteerd. (bvb.: KNLHB gebruikt inkomsten uit uitzendrechten voor inzet van extra videocamera’s) Bron: Van den Wall Bake Consult bv en Van den Heuvel (2003) – Sport op televisie in Nederland Bestemming
De De zendrechten zendrechten voor voor voetbal voetbal en en -schaatswedstrijden -schaatswedstrijden betreffen betreffen de de grootste grootste bedragen bedragen die die de de media media in in Nederland Nederland jaarlijks jaarlijks betalen betalen voor voor het het uitzenden uitzenden van van sport sport april 2008
© Policy Research Corporation
72
Handel & productie
BESTEDINGEN M.B.T. SPORT AAN RADIO- EN TELEVISIETOESTELLEN ZIJN MEER DAN € 100 MILJOEN PER JAAR* Totale bestedingen in Nederland per jaar TV toestellen Radio toestellen
Bestedingen m.b.t. sport aan radio en TVtoestellen
€ 676 mln.
TV toestellen (15%)
€ 101 mln.
€ 106 mln.
Radio toestellen (4%)
€ 4 mln.
∑ = € 105 mln.
∑ = € 782 mln.
Handel (ca. 25%)
Productie (ca. 75%)
€ 26 mln.
€ 79 mln.
* Voor meer gedetailleerde berekeningen zie Bijlage 21 Bron: HBD, CBS en Stichting Kijk- en luisteronderzoek
Binnenlandse productie
€ 5 mln.
Buitenlandse productie
€ 74 mln.
In In 2006 2006 werd werd in in Nederland Nederland €€ 105 105 miljoen miljoen besteed besteed aan aan radioradio- en en televisietoestellen televisietoestellen met met betrekking betrekking tot tot sport, sport, waarvan waarvan 25% 25% voor voor rekening rekening van van handel handel en en 75% 75% voor voor productie productie april 2008
© Policy Research Corporation
73
Gelieerde sectoren
TOTALE CONSUMENTENBESTEDINGEN GERELATEERD AAN AUTOVERVOER VOOR SPORT (2004) Totale bestedingen ∑ = € 785 mln. Aankoop wagens
€ 298 mln.
Verzekering en heffingen*
€ 164 mln.
Bijdrage aan werkgever
€ 15 mln.
Brandstofkosten
Onderhoud en accessoires
Vaste kosten € 477 mln.
€ 225 mln.
€ 83 mln.
Variabele kosten € 308 mln.
* Voertuigverzekering en overdrachten i.v.m. auto Berekeningen: zie Bijlage 22
Totale Totale bestedingen bestedingen van van consument consument voor voor autovervoer autovervoer van van en en naar naar sportfaciliteiten sportfaciliteiten bedroegen bedroegen €€ 785 785 mln. mln. in in 2004 2004 april 2008
© Policy Research Corporation
74
SPELERS EN ORGANISATIE VAN SPORT EN ECONOMIE Vraag naar sport
Aanbod van sport
Consumentenuitgaven Consumentenuitgaven
Sportbonden Sportbonden en en -verenigingen -verenigingen
•• Actieve Actieve sportbeoefening sportbeoefening •• Passieve Passieve sportbeoefening sportbeoefening
•• Betaald Betaald –– amateur amateur •• Topsport – Topsport – breedtesport breedtesport
Commerciële Commerciële activiteiten activiteiten m.b.t. m.b.t. sport sport Reclame Reclame en en sponsoring sponsoring
Financiële stromen
•• Particuliere Particuliere accommodatie accommodatie •• Producenten Producenten van van sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Handel Handel in in sportmateriaal sportmateriaal e.d. e.d. •• Media Media •• Gelieerde Gelieerde sectoren sectoren (bvb. (bvb. vervoer) vervoer)
Overheid Overheid en en sport sport
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven
•• Gezondheidszorg Gezondheidszorg •• Accommodaties Accommodaties gemeenten gemeenten •• Gymleraren en sportopleidingen Gymleraren en sportopleidingen •• Beleidsmedewerkers Beleidsmedewerkers sport sport
•• Rijk Rijk •• Provincies Provincies •• Gemeenten Gemeenten
Inkomstenbronnen Inkomstenbronnen voor voor het het sportaanbod sportaanbod
april 2008
© Policy Research Corporation
75
OVERZICHT FINANCIËLE RELATIES* Overheid en sport (in miljoen €) 640
Rijk
Gymleraren + 288 van ‘Overige’**
138
Sportopleidingen
Provincie
837 Gemeente
Overheid
16.6
Gemeentelijke accommodaties
2.6
Rijk
9.8
Provincies
55
Gemeentes
272
Beleidsmedewerkers sport Consumenten
17
Actief Passief
220
Politie bij voetbalwedstrijden Gezondheidszorg***
* **
Voor de samenstelling van dit overzicht zijn de meest up-to-date financiële data gebruikt De gemiddelde loonkost in de sectoren Primair, Secundair en Tertiair onderwijs vertegenwoordigt een aandeel van 69% van de totale productiewaarde (Bron: CPB, Input-Output Tabel basis 2004). De loonkost (640) wordt m.a.w opgehoogd (288) tot een totale productiewaarde van € 928 miljoen. *** De kosten m.b.t. gezondheidszorg hebben enkel betrekking op de directe medische kosten, niet op de indirecte kosten a.g.v. arbeidsverzuim
De De netto netto financiële financiële stromen stromen en en de de productiewaarde productiewaarde van van Overheid Overheid en en sport sport bedragen bedragen beide beide ongeveer ongeveer €€ 22 224 224 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
76
GYMLERAREN & SPORTOPLEIDINGEN
Aantal fte
Loonkost
7 950 fte
€ 400 miljoen
4 350 fte
€ 240 miljoen
Sportopleidingen
1 775 fte
(dit betreft totale omzet van sportopleidingen waarvan loonkost een onderdeel is)
TOTAAL
14 075 fte
€ 795 miljoen
Primair onderwijs (regulier + speciaal)
Voortgezet onderwijs (VWO, HAVO en VMBO)
€ 155 miljoen
Berekeningen: zie Bijlage 23
In In totaal totaal zijn zijn meer meer dan dan 14 14 000 000 fte fte actief actief in in het het sportonderwijs sportonderwijs met met een een totale totale loonkost loonkost van van ongeveer ongeveer €€ 800 800 miljoen miljoen per per jaar jaar april 2008
© Policy Research Corporation
77
Gemeente sportaccommodaties
SPORTINFRASTRUCTUUR
Gemeente sportaccommodaties: financiële relaties met overheid in 2005 (in € miljoen) Overheid 7 Rijk
Provincie
Gemeente
TOTAAL
0 1 0 829
Sportaccommodaties
272 837 272 Op gemeentelijk niveau zijn op het gebied van sport personen ingehuurd voor de uitvoering van sportactiviteiten in gemeentelijke sportaccommodaties (o.a. onderhoud); op landelijk niveau zijn dit ongeveer 8 650 fte’s
Bron: CBS StatLine - Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie: sportaccommodaties, 2003
Vanuit Vanuit de de overheid overheid gaat gaat er er in in 2005 2005 in in totaal totaal €€ 837 837 miljoen miljoen naar naar sportaccommodaties sportaccommodaties en en de de overheid overheid ontvangt ontvangt €€ 272 272 miljoen; miljoen; quasi quasi 100% 100% van van de de bijdragen bijdragen aan aan sportaccommodaties sportaccommodaties worden worden door door gemeentes gemeentes gegeven gegeven april 2008
© Policy Research Corporation
78
POLITIE-INZET BIJ VOETBALWEDSTRIJDEN Financiële relaties politie-inzet in 2003/04 (in € miljoen) en werkgelegenheid • In voetbalseizoen 2003/04 is de totale politie-inzet ten behoeve van de veiligheid bij en rondom voetbalwedstrijden ongeveer 331 000 manuren • Bij een uurtarief van € 50* (materieel en personeel) bedraagt de omzet van de totale politie-inzet € 50 x 331 000 = € 16 550 000 • Uitgaande van een 40-urige werkweek en 46 werkweken per jaar per fte is het aantal fte dat door de politie wordt ingezet voor voetbalwedstrijden: 331 000 / (40 x 46) = 180 fte
Rijk
16.6
Politie bij voetbalwedstrijden
Bron: ECORYS, De waarde van voetbal *Bron: Nederlands Politie Instituut
In In totaal totaal is is de de jaarlijkse jaarlijkse omzet omzet (zowel (zowel materiële materiële als als personele personele kosten) kosten) die die gepaard gepaard gaat gaat met met de de inzet inzet van van politie politie ten ten behoeve behoeve van van de de veiligheid veiligheid bij bij voetbalwedstrijden voetbalwedstrijden ongeveer ongeveer €€ 17 17 miljoen; miljoen; deze deze politie-inzet politie-inzet levert levert 180 180 fte fte aan aan werkgelegenheid werkgelegenheid op op april 2008
© Policy Research Corporation
79
BELEIDSMEDEWERKERS SPORT Rijk, Provincie, Gemeente
Aantal fte
Loonkost
Rijk
35 fte
€ 2.6 miljoen
Provincie
150 fte
€ 9.8 miljoen
Gemeente
850 fte
€ 55.3 miljoen
TOTAAL
1 035 fte
€ 67.7 miljoen
Berekeningen: zie Bijlage 24
In In totaal totaal zijn zijn meer meer dan dan 11 000 000 fte fte aan aan beleidsmedewerkers beleidsmedewerkers op op de de verschillende verschillende overheidsniveaus overheidsniveaus actief actief in in de de sport; sport; dit dit leidt leidt tot tot een een totale totale jaarlijkse jaarlijkse loonkost loonkost van van ongeveer ongeveer €€ 68 68 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
80
SPORT EN GEZONDHEID* Cijfers Kosten van sportblessures*** Directe (medische) kosten (2005): €220 miljoen/jaar**** Indirecte (arbeidsverzuim) kosten: €380 miljoen/jaar ⇒Totale jaarlijkse kosten a.g.v. sportblessures bedragen ca. €600 miljoen verkeersongevallen = €680 miljoen; ongevallen in privé-sfeer = €1 700 miljoen
Daling van medisch behandelde sportblessures met 1% d.m.v. preventie kan tot ca. € 6 miljoen besparingen in de gezondheidszorg opleveren** * ** *** **** ***** ******
Kosten van niet meer sporten*****
Kosten die gereduceerd kunnen worden door meer sport******
Kosten voor het bedrijfsleven (verhoogd arbeidsverzuim; 1997): ca. €550 miljoen
6% van de sterfgevallen (140 000 personen/jaar) ontstaat door onvoldoende lichaamsbeweging
Kosten voor de maatschappij (bewegingsapparaat; hart- en vaatziekten; psychische aandoeningen; overige aandoeningen; 1997): ca. 180 miljoen
Medische kosten a.g.v. ongezond gedrag, overgewicht en hoge bloeddruk liggen tussen de €2.8 à €5.1 miljard
⇒Totale kosten van niet meer sporten bedragen meer dan €700 miljoen/jaar1
5% van de totale jaarlijkse sterfte in Nederland ontstaat door overgewicht: • Directe kosten: €0.5 miljard/jaar • Indirecte kosten2: €2 miljard/jaar
1
2
Dit cijfer houdt rekening met de daling van kosten van sportblessures
Ziekteverzuim, productieverlies, uitkeringslasten, maatschappelijke kosten
Algemene feiten m.b.t. sport en gezondheid opgenomen in Bijlage 25 Doelstelling van de overheid is dat in 2010 de kans op een blessure is gedaald met 10% Bron: Letsellastmodel 2005, Consument en Veiligheid i.s.m. Erasmus Medisch Centrum Rotterdam Onderverdeling van de directe medische kosten van sportblessures voor het jaar 2000 is opgenomen in Bijlage 25 Bron: Sportieve werknemer is economisch aantrekkelijk voor bedrijf, V. Hildebrandt et al, 1997 Bronnen: VWS, Tijd voor sport en RIVM, Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht
Voor Voor het het in in kaart kaart brengen brengen van van de de financiële financiële stromen stromen worden worden enkel enkel de de directe directe medische medische kosten kosten –– €€ 220 220 miljoen miljoen per per jaar jaar –– meegerekend meegerekend april 2008
© Policy Research Corporation
81
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie
p. 5
Spelers en organisatie
p. 8
Economische betekenis van sport in Nederland
p. 26
Financiële stromen van sport in Nederland
p. 47
Sport & Economie in perspectief
p. 82
Ontwikkelingen en kansen voor de overheid
p. 91
Conclusies
p. 106
april 2008
© Policy Research Corporation
82
ECONOMIE EN SPORT IN PERSPECTIEF In de voorgaande onderdelen van dit rapport zijn de economische betekenis van sport en de hiermee gepaard gaande financiële stromen in kaart gebracht In dit onderdeel wordt de economische betekenis van sport vergeleken met andere sectoren in Nederland en met de sportsector in het buitenland Het doel van deze vergelijking is van illustratieve aard en dient ertoe meer duiding te geven aan de grootteorders van de economische betekenis en financiële stromen van de sportsector in Nederland Uit deze vergelijking is het niet mogelijk om (beleidsmatige) conclusies te trekken met betrekking tot het belang van de Nederlandse sportsector In In de de komende komende slides slides wordt wordt een een cijfermatige cijfermatige vergelijking vergelijking gemaakt gemaakt van van de de Nederlandse Nederlandse sportsector sportsector met met andere andere sectoren sectoren en en de de buitenlandse buitenlandse sportsector sportsector april 2008
© Policy Research Corporation
83
TOP-10 OVERHEIDSUITGAVEN PER CAPITA VAN EUROPESE LANDEN AAN SPORT, RECREATIE, CULTUUR EN MEDIA, 2005 Luxemburg
1 403
Denemarken
618
Noorwegen
574 444 (waarvan € 76 specifiek voor sport)
Nederland Frankrijk
407
België
367
Finland
361
Zweden
347
Spanje
299
Oostenrijk
283 0
200
400
600
800
1 000
1 200
1 400
1 600
€ per hoofd in 2005 Bron: Eurostat – Government expenditure by function (COFOG), 2005
Nederland Nederland scoort scoort hoger hoger dan dan het het Europese Europese gemiddelde gemiddelde op op de de overheidsuitgaven overheidsuitgaven per per capita capita voor voor sport, sport, cultuur, cultuur, recreatie recreatie en en media media april 2008
© Policy Research Corporation
84
NEDERLAND SCOORT RELATIEF HOOG IN EUROPA OP HET VLAK VAN OVERHEIDSUITGAVEN* VOOR SPORT PER HOOFD 90 80
76 70
70
€ per hoofd
60
Nederland
68
Cyprus
60
Spanje Portugal
50 40 32
Griekenland
20
18
Polen
10
9
Litouwen
30
0 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
*
Overheidsuitgaven hebben voornamelijk betrekking op bruto-uitgaven voor sportaccommodaties en sportclubs en –raden. De landen die hier vergeleken worden, zijn diegene waarvoor Eurostat gedetailleerde gegevens ter beschikking stelt over de overheidsuitgaven voor sport en recreatie. Bron: Eurostat – Government expenditure by function (COFOG), 2005 en CBS StatLine – Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie, 2005
Overheidsuitgaven Overheidsuitgaven voor voor sport sport in in Nederland Nederland bedroegen bedroegen €€ 76 76 per per capita capita in in 2005 2005 april 2008
© Policy Research Corporation
85
NEDERLANDSE HUISHOUDENS GAVEN IN 2003 MEER UIT AAN SPORTUITRUSTING DAN BELGISCHE Totale bestedingen in Nederland: € 929 miljoen (€ 57 per hoofd) Totale bestedingen in België: € 401 miljoen (€ 39 per hoofd)
140
131
120 € per huishouden
Nederland
België
100
92
80 60 40
51 35
37
43 31
26
20 0 Sportkleding
Sportschoenen
Sportartikelen
Totaal
Bron: HBD – Branches in detail: Sport- en kampeerzaken, 2004 en Statbel – Huishoudbudgetonderzoek 2003
Nederlanders Nederlanders geven geven jaarlijks jaarlijks €€ 18 18 per per persoon persoon meer meer uit uit aan aan sportuitrusting sportuitrusting dan dan Belgen Belgen april 2008
© Policy Research Corporation
86
CREATIEVE SECTOR IS OP HET GEBIED VAN WERKGELEGENHEID (IN FTE) GROTER DAN SPORTSECTOR IN NEDERLAND Werkgelegenheid in creatieve industrie*
‘Enge’ ‘Enge’definitie definitie:: Alle Allebranches branchesdie die zich zich bezig bezighouden houden met metde deinitiële initiëlecreatie creatie
‘Ruime’ ‘Ruime’definitie definitie:: Alle bedrijven Alle bedrijven (incl. (incl. productie, productie,distributie distributie en en handel) handel)die diedirect direct afhankelijk afhankelijk zijn zijn van van de decreativiteit creativiteitaan aan het het begin begin van van de deketen keten
Architecten- en technische ontwerp- en adviesbureaus voor burgerlijke en utiliteitsbouw Reclame-, reclameontwerp- en -adviesbureaus Dienstverlening voor kunstbeoefening en organisatie van culturele evenementen Technisch ontwerp en advies voor stedenbouw-, verkeers-, tuin- en landschapskunde, ruimtelijke ordening en planologie Recreatiecentra Beoefening van scheppende kunst Musea Fotografie Productie van (video)films (geen televisiefilms) Interieur-, modeontwerpers, e.d. Beoefening van podiumkunst Organiseren van beurzen, tentoonstellingen en braderieën Productie van radio- en televisieprogramma's Overig amusement n.e.g. Ondersteunende activiteiten voor de productie van (video)films Vervaardiging van sieraden e.d. (geen imitatiesieraden) Kunstgalerieën en -expositieruimten Vervaardiging van spellen en speelgoed Totaal eng Openbare bibliotheken Uitgeverijen van boeken e.d. Winkels in boeken tijdschriften en kranten Omroeporganisaties Theaters schouwburgen en concertgebouwen Videotheken Overige culturele uitleencentra en openbare archieven Groothandel in boeken tijdschriften en ander drukwerk Winkels in geluidsdragers Overige uitgeverijen Drukkerijen van boeken e.d. Vertoning van films Pers- en nieuwsbureaus; journalisten Ondersteunende activiteiten voor radio en televisie Winkels in schilderijen, lijsten, prenten, kunstvoorwerpen en religieuze artikelen Producenten van podiumkunst Uitgeverijen van geluidsopnamen Groothandel in beeld- en geluidsdragers Evenementenhallen Veilingen van huisraad, kunst, antiek, machines e.d. roerende goederen Kunstuitleencentra Reproductie van geluidsopnamen Distributie van (video)films Reproductie van video-opnamen Totaal ruim
25 977 19 603 7 351 7 334 5 738 4 599 4 331 4 012 3 829 3 623 3 482 1 599 1 433 1 327 1 102 1 068 1 006 719 72 156 7 909 5 439 5 388 5 052 4 381 2 543 2 486 2 484 2 426 2 285 2 218 2 006 1 922 1 773 1 759 1 471 1 450 1 337 385 371 240 226 141 121 153 948
Werkgelegenheid in sportindustrie Gymleraren Fitnesscentra Particuliere sportaccommodaties Gemeentelijke sportaccommodaties Handel in sportuitrusting Vervoer Sportverenigingen en -clubs Gezondheidszorg BVO's Maneges, zeil- en surfscholen en sportscholen Uitgevers dagbladen, tijdschriften en sportboeken Televisie- en kabelmaatschappijen (aandeel sport) Sportopleidingen Handel in fietsen Beleidsmedewerkers Sport Sportbonden Handel in tv- en radiotoestellen (Binnenlandse) productie fietsen (Binnenlandse) productie sportuitrusting Handel in gedrukte media Politie-inzet (voetbalwedstrijden) NOC*NSF (Binnenlandse) productie tv- en radiotoestellen Totaal ruim
12 300 11 580 11 420 8 650 7 188 7 040 3 580 3 244 3 200 2 530 2 213 2 202 1 775 1 340 1 035 1 000 524 363 262 250 180 135 24 82 035
* Werkgelegenheid is omgerekend van aantal banen naar FTE op basis van het gemiddeld aantal FTE’s per baan in de sector Cultuur, sport en recreatie o.b.v. Nationale Rekeningen (= 1.55 FTE/baan) Bron: SEO, Cultuur en creativiteit naar waarde schat, 2005
De De werkgelegenheid werkgelegenheid in in de de creatieve creatieve industrie industrie bedraagt bedraagt circa circa 154 154 000 000 FTE FTE in in ruime ruime en en 72 72 000 000 FTE FTE in in enge enge zin, zin, terwijl terwijl in in de de sportsector sportsector ongeveer ongeveer 82 82 000 000 FTE FTE actief actief zijn zijn april 2008
© Policy Research Corporation
87
VERGELIJKING VAN OVERHEIDSUITGAVEN VOOR SPORT MET (ANDERE) RECREATIEVE SECTOREN Jaarlijkse bruto-overheidsuitgaven per type accommodatie, 2005
Evolutie overheidsuitgaven aan cultuur, sport en kunst 3 000
1.60
+ 24%
2 500
1.40 € miljoen per accommodatie
Cultuurbeheer en verspreiding*
€ miljoen
2 000 1 500
+ 45%
1 000
+ 40%
1.59
Kunsten* Sport*
1.20 1.00 0.80 0.60
0.53 0.33 **
0.40
0.13***
0.20
500
0.00
0
Bibliotheken
1999
•
•
2000
2001
2002
2003
2004
# = 351
2005
De overheidsuitgaven aan Sport zijn tussen 1999 en 2005 gestegen met 40%, voor Cultuurbeheer & verspreiding en Kunsten bedroeg stijging respectievelijk 45% en 24% De totale uitgaven van de overheid aan sport in 2005 bedroegen € 1.24 miljard waarvan € 992 miljoen voor sportaccommodaties, € 167 miljoen voor sportclubs en -raden en € 83 miljoen voor overige sportondersteuning
• •
Musea
# = 775
Archieven
# = 329
Sportaccommodaties
# = 7 750
De overheid geeft per sportaccommodatie (excl. fitnesscentra) jaarlijks € 130 000 uit Bibliotheken ontvangen gemiddeld de meeste overheidsgelden, namelijk € 1.59 mln., musea en archieven respectievelijk € 0.53 en € 0.33 mln.
*
Cultuurbeheer & verspreiding bevat musea, monumenten, bibliotheken en archieven. Kunsten omvatten kunstaccommodaties, muzische en culturele vorming, beroepsuitvoerende- , amateur-, scheppende- en overige kunst. Sport bevat accommodaties, sportclubs en –raden en overige ondersteuning ** Cijfers voor 2000 *** Cijfers voor 2003 Bron: CBS StatLine – Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie, 1999-2005
Sportfaciliteiten Sportfaciliteiten ontvangen ontvangen minder minder overheidsgeld overheidsgeld in in vergelijking vergelijking met met bibliotheken, bibliotheken, musea musea en en archieven, archieven, zowel zowel in in absoluut absoluut totaal totaal bedrag bedrag als als relatief relatief per per accommodatie accommodatie april 2008
© Policy Research Corporation
88
SPORTACCOMMODATIES HEBBEN EEN VRIJ HOGE DIRECTE TOEGEVOEGDE WAARDE (PER FTE), 2003 Directe toegevoegde waarde
600
539
€ miljoen
500 400 286
300
259
200 100
44 Archieven *
Openbare bibliotheken
Particuliere sportaccommodaties
Musea
1 191
6 860
11 420
5 837
47 200
50 000 40 000 in €
Directe toegevoegde waarde per FTE
0
41 700
Aantal FTE’s
44 400
37 100
30 000 20 000 10 000 0 Archieven *
Openbare bibliotheken
Particuliere sportaccommodaties
Musea
* Cijfers voor 2000 Bron: CBS StatLine – Kerncijfers musea, openbare bibliotheken, archiefbewaarplaatsen en sportaccommodaties, 2003
Directe Directe toegevoegde toegevoegde waarde waarde per per FTE FTE in in sportaccommodaties sportaccommodaties bedroeg bedroeg €€ 47 47 200 200 april 2008
© Policy Research Corporation
89
TOTALE BATEN VAN SPORTACCOMMODATIES EN CLUBS STEGEN STERKER DAN HET BBP TUSSEN 1988 EN 2003* 1 800
1 400
Totaal baten sportaccommodaties Totaal baten sportclubs en -scholen
+206%
1 600 1 400
BBP
1 200
1 200 +280%
1 000
1 000
800
800
600
600
400
+119%
200 0
BBP in € miljard
Totale baten in € miljoen
1 600
1 800
400 200
1988
1991
1994
1997
2000
2003
0
* Empirisch onderzoek naar de sportconsumptie heeft uitgewezen dat de inkomenselasticiteit van actieve sportbeoefening zich voor de meeste sporten situeert tussen 0.5 en 1. Dit wil zeggen dat wanneer het inkomen stijgt met € 1, dan zullen de uitgaven m.b.t. actieve sportbeoefening eveneens stijgen met € 0.5 tot € 1. Hieruit blijkt dat sportbeoefening meer en meer evolueert van een luxegoed naar een levensnoodzakelijk goed (Bron: Késenne, Sport en economie, 2000) Bron: CBS StatLine – Sportaccommodatie-exploitatie en Sportclubs en –scholen, 2003
De De totale totale baten baten van van sportaccommodaties sportaccommodaties en en sportclubs sportclubs stegen stegen tussen tussen ’88 ’88 en en ’03 ’03 met met respectievelijk respectievelijk 280% 280% en en 206%, 206%, terwijl terwijl het het BBP BBP steeg steeg met met 119% 119% april 2008
© Policy Research Corporation
90
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie Spelers en organisatie Economische betekenis van sport in Nederland Financiële stromen van sport in Nederland Sport & Economie in perspectief Ontwikkelingen en kansen voor de overheid • • • • • • • •
Maatschappelijke ontwikkelingen rond sport Sport en innovatie Europese regelgeving rond sport Sportsponsoring Ruimtelijke Ordening en sport Combinatiefuncties Impact topsportprestaties Kansen voor de overheid
Conclusies april 2008
p. 5 p. 8 p. 26 p. 47 p. 82 p. 91
p. 106 © Policy Research Corporation
91
1. Maatschappelijke ontwikkelingen
MAATSCHAPPELIJKE EN ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN (1/2)
MaatschapMaatschappelijk pelijk
SportSportdeelname deelname
• In de jaren na 2001 is de koopkracht gedaald tot het niveau van het jaar 2000 • Aandeel van mensen met overgewicht is toegenomen tot 45% en het aandeel van mensen met ernstig overgewicht (obesitas) tot 11% • Toenemende druk op ruimte door onder meer klimaatverandering, bodemdaling en woningbouw • Momenteel doet 64% van de bevolking van 18-79 jaar aan sport in de vrije tijd • Sporten die duidelijk populairder zijn geworden de afgelopen jaren zijn hockey, golf en hardlopen • Onder de vrouwen ligt het aandeel sporters niet lager dan onder de mannen; wel domineren mannen nog in teamsporten en in de wedstrijdsport • De sportdeelname onder ouderen is de afgelopen decennia indrukwekkend gestegen
BetrokkenBetrokkenheid heid
• De deelname aan vrijwilligerswerk in de sport is de afgelopen jaren relatief stabiel gebleven; de sport is de maatschappelijke sector met de grootse aandelen verenigingsleden en –vrijwilligers
Sport, Sport, tijd tijd en en ruimte ruimte
• In Nederland is 0.8% van de ruimte (31 000 hectare) in gebruik ten behoeve van sportterreinen • Vooral in de Randstadprovincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht is per inwoner weinig ruimte voor sport beschikbaar • In de vier grote steden (G4) is er per saldo sprake van een achteruitgang in de voor sport beschikbare ruimte, terwijl vlak buiten de gemeentegrenzen van de G4 het sportareaal toenam • Gemeten aan de omvang van de bevolking zijn de centrale delen van het land het karigst bedeeld met sportvoorzieningen; alleen fitnesscentra zijn oververtegenwoordigd in de centra van de grote steden
Bron: SCP, Rapportage sport 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
92
1. Maatschappelijke ontwikkelingen
MAATSCHAPPELIJKE EN ECONOMISCHE ONTWIKKELINGEN (2/2)
Sport Sport en en onderwijs onderwijs
• Slechts 40% van de basisscholen heeft een vakleerkracht lichamelijke opvoeding in dienst • Alle scholen voor voortgezet onderwijs werken met vakleerkrachten • Naar schatting vijftig scholen voor voortgezet onderwijs bieden leerlingen in een sportklas een programma met veel aandacht voor sport en lichamelijke opvoeding • Het aandeel basisscholen dat schoolzwemmen aanbiedt, is de afgelopen decennia gedaald en bedraagt thans 57% • Het aantal deelnemers aan sportopleidingen op mbo-niveau is de afgelopen tien jaar gegroeid, van een kleine 3 000 in 1995 naar ruim 10 000 in 2004 • Het aantal studenten aan de academie voor lichamelijke opvoeding (hbo-niveau) is de laatste jaren toegenomen tot 3 700 in 2004 • Het arbeidsmarktperspectief van gediplomeerden van de mbo- en hbo-sportopleidingen is nog altijd goed; het enige minpunt is de vaak geringe omvang van hun aanstelling
Topsport Topsport
• Olympische cyclus naar Sydney 2000: €95 miljoen investeringen aan topsport uit collectieve middelen • Olympische cyclus naar Athene 2004: €150 miljoen investeringen • Nederland: grote spreiding van het geïnvesteerde geld over een groot aantal sportbonden en – disciplines is in 2003 aangepast: beter presterende bonden kunnen nu aanspraak maken op een hogere subsidie • Nederlandse topsporters behalen thans betere resultaten dan voorheen => de laatste jaren neemt Nederland tussen de achtste en de achttiende plaats in in de internationale sportwereld
Verschillen Verschillen in in sportsportdeelname deelname
• Sportbeoefening en het lidmaatschap van sportverenigingen liggen bij Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen lager dan bij autochtonen • Onder tweedegeneratie-allochtonen ligt de sportdeelname hoger dan onder de eerste generatie • Ondanks toegenomen drukte besteden Nederlanders eind jaren negentig meer tijd aan sport en bewegen dan eind jaren zeventig • Hoe sportiever de ouders, hoe groter de kans dat ook de kinderen aan sport doen
Bron: SCP, Rapportage sport 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
93
2. Sport en innovatie
INNOVATIE IN SPORT: ONDERWERPEN EN SPELERS Onderwerpen Onderwerpen
Spelers Spelers
Sportmaterialen Sportmaterialen en en sportuitrusting sportuitrusting :: aërodynamica, aërodynamica, lichtgewicht lichtgewicht sportuitrusting, sportuitrusting, meetapparatuur, meetapparatuur, persoonlijke beschermingsmiddelen persoonlijke beschermingsmiddelen (bvb. (bvb. helm), helm), high performance schoeisel en kleding high performance schoeisel en kleding Sportstimulering Sportstimulering Sportmanagement Sportmanagement technieken technieken Trainingsmethoden Trainingsmethoden en en trainingstechnische trainingstechnische hulpmiddelen hulpmiddelen Sportvoeding Sportvoeding Sportaccommodaties Sportaccommodaties en en ondergrond ondergrond Benaderingswijzen Benaderingswijzen op op het het gebied gebied van van sportstimulering sportstimulering
Waar Waar vindt vindt innovatie innovatie in in sport sport plaats? plaats? •• Universiteiten: Universiteiten:
−− faculteiten faculteiten bewegingswetenschappen bewegingswetenschappen −− Technische Technischeuniversiteiten: universiteiten:Delft, Delft,Eindhoven, Eindhoven,Enschede Enschede
•• NOC*NSF NOC*NSF en en bonden bonden •• Bedrijfsleven: Ten Bedrijfsleven: Ten Cate, Cate, De De Boer Boer Tenten, Tenten, Maple Maple en en JanssenJanssenFritsen, Fritsen, etc. etc.
Wie Wie draagt draagt bij bij aan aan organisatie organisatie van van innovatie innovatie in in sport? sport? •• Innosport Innosport •• Sports Sports & & Technology Technology •• Syntens Syntens •• TNO TNO Health Health & & sport sport •• Telematica Telematica Insituut Insituut
Ruim Ruim 300 300 bedrijven bedrijven en en kennisinstellingen kennisinstellingen zijn zijn actief actief op op het het gebied gebied van van onderzoek onderzoek naar naar technologische technologische innovaties innovaties m.b.t. m.b.t. sport, sport, gepaard gepaard gaan gaan met met ruim ruim €€ 3.5 3.5 miljoen miljoen aan aan R&D-loonkosten R&D-loonkosten (SenterNovem, (SenterNovem, 2007) 2007)
Een overzicht met betrekking tot een aantal knelpunten rond sport en innovatie is opgenomen in Bijlage 26
Motieven Motieven voor voor het het ontwikkelen ontwikkelen van van innovatie innovatie in in sport sport zijn zijn zowel zowel economisch economisch als als gericht gericht op op het het verstevigen verstevigen van van de de kennisbasis kennisbasis ( ( concurrentiepositie) concurrentiepositie) april 2008
© Policy Research Corporation
94
3. Europese regelgeving
IMPACT EU-REGELGEVING* Tot op heden: • Impact EU-regelgeving op sport is in Nederland beperkt door de beperkte regelgeving ter zake; enkel ‘case-by-case’ benadering
Ontwikkelingen op EU-niveau: • Witboek Sport 2007 tracht op Europees niveau een eerste omvattende benadering van sportgerelateerde kwesties te geven (zie Bijlage 27)
Toekomst: • Meest waarschijnlijk dat enkel voor welbepaalde kwesties aanvullend kader vanuit de EC meerwaarde biedt * Sportdeelname en sportclubs in vergelijking met alle Europese landen: zie Bijlage 28 en 29
Impact Impact EU-regelgeving EU-regelgeving op op sport sport in in Nederland Nederland is is tot tot nu nu toe toe beperkt beperkt door door de de beperkte beperkte regelgeving regelgeving ter ter zake; zake; echter, echter, het het Witboek Witboek Sport Sport 2007 2007 tracht tracht hiervoor hiervoor een een eerste eerste benadering benadering op op Europees Europees niveau niveau te te geven geven april 2008
© Policy Research Corporation
95
4. Sportsponsoring
SPORT MAAKT 45% UIT VAN DE TOTALE SPONSORINGUITGAVEN VAN BEDRIJVEN Sponsoring* van bedrijven naar doel, 2005 Internationale hulp 8% Milieu 3%
Overige 5%
Totaal: € 1 103 miljoen
Belangrijkste sponsoringcontracten • •
Kerk 3% Gezondheid 4%
Sport en recreatie 45%
Maatschappijle en sociale doelen 10%
•
Onderwijs 11%
•
Cultuur 11%
100 80 60 40 20 0
95
Belangrijkste redenen om sport te sponsoren •
30
19 15 12
8 7.5 7 6.5 6
• •
IN
G G H ro R ei ne abo ep ke ba n/ nk A Am N BN ste ik eN A l ed mro er la Ph nd ili A ps di da Fo s rt A is eg on D SB
€ mln.
Belangrijkste bedrijven die sport sponsoren in Nederland, 2007
ING: Formule 1 Rabobank (zie Bijlage 30 m.b.t. Wielerplan): Wielerploeg en verschillende sportbonden (KNWU, KNHB en KNHS) Heineken/Amstel: Amstel Gold Race, Champions League en diverse evenementen ABN AMRO: Ajax, ABN AMRO Tennis Tournament
•
Onderscheiding ten opzichte van concurrerende bedrijven Naambekendheid en zichtbaarheid Associatie met sponsoringobject (bvb.: talentontwikkeling of topprestaties) Company Pride
* Totaal bedrag van sponsoring wijkt af van bedrag dat elders in deze studie wordt berekend door verschillen in methodiek en definities m.b.t. sponsoring Bron: Geven in Nederland 2007 en Van den Wall Bake Consult bv
Commerciële Commerciële doelstellingen doelstellingen zoals zoals naambekendheid naambekendheid en en zichtbaarheid zichtbaarheid zijn zijn voornaamste voornaamste redenen redenen voor voor onder onder andere andere ING, ING, Rabobank Rabobank en en Heineken Heineken om om sport sport te te sponsoren sponsoren april 2008
© Policy Research Corporation
96
5. R.O. en Sport
BEHOEFTE AAN RUIMTE* VOOR BUITENSPORT IN NEDERLAND IN 2020 TEN OPZICHTE VAN 2005 Veldsporten 8 000
Andere buitensporten
Totale extra benodigde ruimte in 2020 = -640 ha
16 000
7 000
14 000
+ 128 golfterreinen
6 000
12 000
Huidig ruimtegebruik (ha) 5 000
Huidig ruimtegebruik (ha)
Ruimte behoefte totaal (ha)
10 000
4 000
Ha
Ha
Totale extra benodigde ruimte in 2020 = 9 385 ha
3 000
Ruimte behoefte totaal (ha)
8 000
+ 255 maneges en 100 regionale concoursterreinen
6 000
2 000
+ 43 motorcircuits
4 000
+ 18 buitenschietbanen + 50 wielerparcours
1 000
2 000 0 Voetbal
• •
•
Base- en softbal
Tennis
Hockey
Korfbal
Atletiek
Rugby
Handbal Petanque
0 Golf
Toename van aantal kunstgrasvelden noodzaakt minder ruimte voor voetbal Andere veldsporten (vnl. tennis, hockey en korfbal) kunnen van vrijgemaakte ruimte gebruik maken om uit te breiden Voor veldsporten is er een overschot van 640 ha in 2020
•
• •
Paardrijden
Schaatsen
Motorrijden
Sportschieten
Wielrennen
Sterke toename van het aantal golfers veroorzaakt enorme stijging in ruimtebehoefte in 2020 (128 extra golfterreinen) Aantal motorrijders en ruiters zal eveneens toenemen Totale ruimtebehoefte in 2020 voor buitensporten bedraagt 17 193 ha of 9 385 ha extra ruimte t.o.v. 2005
* Schatting op basis van toekomstige sportdeelname en benodigde ruimte per sporter. Deelname is geschat op basis van gegevens over trends in ledentallen van sportbonden, demografische ontwikkelingen, ambities van verschillende sportbonden en AVO-cijfers van SCP. Ruimtegebruik per sporter is gebaseerd op sporttechnische normen, cijfers over het huidige aanbod aan sportaccommodaties en planningsnormen Bron: NOC*NSF, Ruimte voor sport in Nederland tot 2020, 2005
In In totaal totaal schat schat NOC*NSF NOC*NSF dat dat 88 745 745 ha ha extra extra ruimte ruimte nodig nodig is is voor voor het het beoefenen beoefenen van van buitensporten buitensporten in in Nederland Nederland in in 2020, 2020, voornamelijk voornamelijk voor voor golf golf april 2008
© Policy Research Corporation
97
5. R.O. en Sport
BEHOEFTE AAN RUIMTE* VOOR BINNENSPORT IN NEDERLAND IN 2020 TEN OPZICHTE VAN 2005 Zaalsporten
Andere binnensporten
Totale extra benodigde ruimte in 2020 = 13 ha = 425 extra sporthallen
60
Totale extra benodigde ruimte in 2020 = 91 ha 180
+ 125 turnhallen
160
50
+ 49 schietbanen
140 120
Ruimte behoefte totaal (ha)
100
Ha
40
Huidig ruimtegebruik (ha)
Ruimte behoefte totaal (ha)
+ 43 tennishallen + 35 zwembaden + 251 fitnesscentra + 3 sneeuwbanen + 4 kunstijsbanen
Ha
80 30
Huidig ruimtegebruik (ha)
60 40
20
+ 1 772 petanquebanen
20
•
Hockey
Korfbal
Handbal
Aantal zaalsporters blijft constant tot 2020 waardoor beperkt aantal ha extra ruimte nodig is tegen 2020 In totaal zijn 425 nieuwe sporthallen nodig om alle sporters te voorzien van voldoende sportfaciliteiten en om het huidige tekort van 360 sporthallen op te vangen
ge
t or
Br id
e
rg sp be
-e
n
Pe ta nq u
Ju do
s
ië n Sc ha at se n Ta fe lte nn is Sq ua sh
Sk
Fi tn es
Te nn is Zw em m en
lim
Basketbal
K
Badminton
hi et
k
Volleybal
tsc
tie
Futsal
Sp or
ym na s G
0
•
en
0 10
• •
De totale benodigde ruimte voor binnensporten bedraagt 715 ha in 2020, tegen een huidig aanbod van 624 ha Extra ruimte van 91 ha wordt veroorzaakt door stijging in benodigde accommodatie voor onder andere gymnastiek, sportschieten, tennis, en fitness
* Zie vorige slide voor methodiek en berekeningswijze van het onderzoek Bron: NOC*NSF, Ruimte voor sport in Nederland tot 2020, 2005
De De totale totale extra extra benodigde benodigde ruimte ruimte in in 2020 2020 t.o.v. t.o.v. 2005 2005 voor voor binnensporten binnensporten bedraagt bedraagt meer meer dan dan 100 100 ha ha april 2008
© Policy Research Corporation
98
5. R.O. en Sport
OORZAKEN, KANSEN EN BEDREIGINGEN VAN VERSCHUIVING VAN SPORTACCOMMODATIES NAAR DE RAND VAN DE STAD Voornaamste oorzaken van verschuiving: •
Beperkt economisch rendement: – –
•
Schaarste aan ruimte voor winstgevende activiteiten zoals woning- en kantoorbouw, waardoor laagrenderende sportaccommodatie moet wijken om hoogrenderende ruimtebehoefte in te vullen Accommodaties renderen relatief beter op goedkope grond en deze is nauwelijks te vinden in de stad
Verplaatsbaarheid in bouwtermen: sportgronden zijn eenvoudig bouwrijp te maken en investeren in nieuwe sportaccommodatie is relatief goedkoop*
Ruimtelijke kansen voor sport: •
•
‘Rood voor groen’ (i.e. een specifieke vorm van publiekprivate samenwerking die gericht is op het behoud van groen bij de realisatie van bebouwing) medegebruik van de openbare ruimte: i.e. sportief gebruik van niet voor sport bestemde groene ruimte Meervoudig gebruik van sportruimte: – – –
Gebiedsniveau (bvb.: woon-golf-accommodatie zoals onder andere in gemeente Dronten) Verenigingsniveau (bvb.: sportvoorzieningen delen tussen verschillende clubs) Multifunctioneel gebruik van sportaccommodaties (bvb.: Omni Sport Centrum in Apeldoorn voor wielrennen, atletiek en volleybal)
Bedreigingen van verschuiving van sportaccommodaties: • •
Beschikbaarheid van sportaanbod neemt af naarmate de woningdichtheid toeneemt Verhoging vervoerstijd van en naar sportaccommodatie door minder goede bereikbaarheid en grotere afstand Risico op vermindering aantal sporters in accommodaties die naar de randstad verschuiven * Afhankelijk van doel en type accommodatie: aanleg outdoor atletiekbaan (8 banen) kost ca. € 1.5 mln. in vergelijking met ca. € 60 mln. voor bouw multifunctioneel Omni Sport Centrum in Apeldoorn (bron: Van Haperen - KNAU) Bron: Van der Poel (2001) – Bewegingsruimte, Verkenning van de relatie sport en ruimte
De De voornaamste voornaamste bedreiging bedreiging van van verschuiving verschuiving van van de de sportaccommodatie sportaccommodatie naar naar de de rand rand van van de de stad stad is is de de vermindering vermindering van van het het aantal aantal sporters sporters april 2008
© Policy Research Corporation
99
6. Combinatiefuncties
COMBINATIEFUNCTIES Inzet van meer combinatiefuncties ter bevordering van sportdeelname: • Mogelijkheid om meer samenwerking tussen sectoren te krijgen: tussen bijvoorbeeld onderwijs en georganiseerde sport • Combinatiefunctie: één functie ingevuld door één persoon die een combinatie van taken uitvoert (duale taakstelling) – Bijvoorbeeld: het geven van bewegingsonderwijs in combinatie met het organiseren van naschoolse sportactiviteiten
• Om een adequate invulling te geven aan de creatie van 2 500 combinatiefuncties (tussen (brede) scholen, sportverenigingen en culturele instellingen) heeft het Ministerie van VWS en OCW de overeenkomst ‘Impuls brede school’ getekend – Andere ondertekenaars zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, bestuurlijke onderwijsorganisaties, sportkoepel NOC*NSF en de cultuurformatie
• Het doel van deze overeenkomst is tweeledig: – Groter aanbod van sport- en beweegaanbod voor leerlingen, zowel op school als de sportvereniging – Sterkere en professionelere sportverenigingen: deze zijn beter in staat maatschappelijke taken uit te voeren en de samenwerking aan te gaan met het onderwijs, de naschoolse opvang of de wijk
De De inzet inzet van van meer meer combinatiefuncties combinatiefuncties leidt leidt tot tot een een groter groter sportaanbod sportaanbod voor voor leerlingen leerlingen en en sterkere sterkere en en professionelere professionelere sportverenigingen sportverenigingen april 2008
© Policy Research Corporation
100
7. Impact topsportprestaties
ECONOMISCHE IMPACT TOPSPORTPRESTATIES OP EEN LAND Country Branding
Percentage bevolking dat zeer trots is op Nederland naar vijf redenen, 2005:
Promoten van het land door de sportprestaties van bepaalde Nederlandse personen en teams: • • •
sociale zekerheidssysteem
kunst- en cultuurprestaties
geschiedenis van het land
wetenschappelijke en technologieprestaties
85 80 75 70 65 sportprestaties
in %
Country Pride
Toptrainers Nationale voetbalteam Olympische en wereldkampioenen
Potentiële impact van country pride en country branding Primaire gevolgen
Verhoging betrokkenheid van Nederlanders met sport
Secundaire gevolgen Meer sportbestedingen Verhoging toerisme
Naambekendheid Nederland
Verhoging investeringen
Tertiaire gevolgen
Meer stimulering topsportbeleid van overheid
Bron: SCP- Rapportage sport 2006
Country Country pride pride en en branding branding als als gevolg gevolg van van topsportprestaties topsportprestaties kunnen kunnen economische economische gevolgen gevolgen hebben hebben op op Nederland, Nederland, hoewel hoewel de de precieze precieze economische economische impact impact moeilijk moeilijk kwantificeerbaar kwantificeerbaar is is april 2008
© Policy Research Corporation
101
8. Kansen voor overheid
OVERHEIDSDOELSTELLINGEN EN COMMERCIËLE BELANGEN IN FUNCTIE VAN BREEDTE- EN TOPSPORT Programma’s v/d overheid • Talentontwikkelingsprogramma’s
• Presteren
• Bewegen → gezondheid • Deelnemen → cohesie in de samenleving
Economische/commerciële belangen
TOPSPORT
• Basisinfrastructuur bonden en verenigingen ondersteunen • Bevolking aanmoedigen om te bewegen • Steun voor accommodatie die commercieel te weinig rendabel zijn • Moeilijk bereikbare groepen betrekken bij sport
DOORSTROOM
Doel v/d overheid
Club en/of sporter kan commercieel belangrijk worden: marktwaarde is afhankelijk van regels, tijd, plaats en entertainmentwaarde
Vooral commerciële belangen van toeleveranciers, o.a.: • sportuitrusting • sportaccommodatie
BREEDTESPORT
• Voorkomen sportblessures
INSTROOM BREEDTESPORT
Piramidale Piramidale structuur structuur van van sport sport hangt hangt nauw nauw samen samen met met diversiteit diversiteit van van publieke publieke en en private private doelstellingen doelstellingen en en belangen belangen april 2008
© Policy Research Corporation
102
8. Kansen voor overheid
OVERHEIDSDOELSTELLINGEN HEBBEN SLECHTS BEPERKT BETREKKING OP COMMERCIËLE SPORTACTIVITEITEN Elementen waarop het huidige overheidsbeleid betrekking heeft Doelstelling Gezond door sport Meedoen door sport • Sport aan de top •
Rijk
•
•
(Administratief) ondersteunend en adviserend voor de georganiseerde sport
•
Sportaccommodatiebeleid Ondersteuning lokale sportverenigingen
Provincie Gemeente
•
Bonden & Clubs
Overheid & Sport
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Topsport & breedtesport (basisinfrastructuur)
Gezondheid, Sportonderwijs en -opleiding
p.m. (algemeen overheidsbeleid)
O.a. spreidingsbeleid accommodaties Ondersteunend en organiserend
Accommodatie*
Overheidsbeleid Beperkt of geen overheidsbeleid
Gesubsidieerd sportaanbod Vnl. georganiseerde (top- en breedte) sport, basisdienstverlening en accommodaties die duur zijn in onderhoud (bvb.: zwembaden)
Niet (of slechts beperkt) gesubsidieerd sportaanbod Vnl. gericht op individuele sporten en hoogkwalitatieve dienstverlening
* De gemeenten verlenen hoofdzakelijk ondersteuning voor gemeentelijke sportaccommodaties alhoewel ze daarnaast ook subsidies verstrekken aan commerciële sportaccommodaties van € 155 miljoen
Het Het huidige huidige sportbeleid sportbeleid van van de de overheid overheid heeft heeft vooral vooral betrekking betrekking op op georganiseerde georganiseerde sport, sport, basisdienstverlening basisdienstverlening en en het het faciliteren faciliteren van van weinig weinig rendabele rendabele accommodatie accommodatie april 2008
© Policy Research Corporation
103
8. Kansen voor overheid
KANSEN VOOR DE OVERHEID M.B.T. SPORT (1/2) Sportbonden en -verenigingen
Overheid & Sport
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Verdere versterking van (basis) infrastructuur van bonden en verenigingen en kennisuitwisseling van best practices
Verdere kostefficiënte initiatieven ter preventie sportblessures
Behoud en verdere uitbouw in Nederland van productie van niches in sportaccommodaties, artikelen en -voeding (uithangbord)
Piramidale structuur en kritische massa voor georganiseerde (groeps-) sport vereisen een solide basisinfrastructuur en continue instroom van nieuwe sporters
Voortzetting van kostefficiënte initiatieven om sportblessures te voorkomen, zal arbeidsverzuim verlagen en productiviteit verhogen en de (in) directe (medische) kosten doen dalen
Goede randvoorwaarden creëren voor het behoud van key players op de wereldmarkt zoals onder meer Ten Cate, De Boer Tenten, DSM en Maple
Monitoring van effecten combinatiefuncties en eventueel versterking van dit beleid
Bijkomende afstemming en benchmarking best practices sportbeleid tussen gemeentes (strategie rekening houdend met verschillen in ruimtelijke ordening en demografie)
Behoud en verdere uitbouw in Nederland van distributiefunctie van sportkledij en -schoenen in Europa
Het actief bevorderen van combinatiefuncties biedt de overheid de kans om op efficiënte wijze het bewegingsonderwijs te combineren met (sportieve) naschoolse opvang; de lokale sportverenigingen bieden hiertoe middels hun organisationele en accommodatiefaciliteiten de benodigde infrastructuur en het geeft sportverenigingen toegang tot een groter aanbod van trainers en begeleiders: versteviging van infrastructuur van sportverenigingen; daarnaast geeft het de overheid de kans om mensen reeds op jonge leeftijd met sport in contact te laten komen
Afstemming van best practices op vlak van sportbeleid tussen verschillende gemeenten kan een belangrijke bijdrage leveren aan de effectiviteit en efficiëntie van de maatregelen
Europese distributiecentra van vooraanstaande sportmerken zijn in Nederland gevestigd omwille van de centrale ligging en goede infrastuctuur binnen een regio met grote koopkracht
Kansen Reden voor kans april 2008
© Policy Research Corporation
104
8. Kansen voor overheid
KANSEN VOOR DE OVERHEID M.B.T. SPORT (2/2) Sportbonden en -verenigingen
Overheid & Sport
Commerciële activiteiten m.b.t. sport
Vrijwilligerswerk ook in de toekomst faciliteren
PPS-structuren voor sportprojecten in gemeentes
Organisatie van innovatie in sport verder stroomlijnen en know-how versterken
Vrijwilligers zijn hoeksteen bij de ontwikkeling en instandhouding van sportverenigingen, accommodaties en evenementen
PPS-projecten ter vervanging van zuivere subsidiëring verlaagt de overheidsuitgaven met behoud van beslissingsbevoegdheid
Veelvoud aan instellingen die zich bezig houden met innovatie (voor sport), waardoor een duidelijke voortrekker ontbreekt
Monitoren dat subsidies aan gemeentelijk sportaanbod geen negatieve impact hebben op ontwikkeling commerciële activiteiten m.b.t. sport (cfr. verstoren marktwerking)
Nagaan: optimaal beheer accommodaties in 'Nederlandse (data)bank voor sportterreinen' (hypotheekwaarde, relatie met R.O., koppeling aan (mogelijke) organisatie grote evenementen)
Fitnesscentra en particuliere sportaccommodaties ontvangen relatief weinig subsidies van de overheid in vergelijking met gemeentelijke sportaccommodaties (oppassen voor verstoring marktwerking)
Sportaccommodaties bezitten een inherente waarde die gebruikt kan worden om andere projecten te financieren; door een (data)bank op te zetten kunnen al deze accommodaties met bijbehorende krediet-mogelijkheden geraadpleegd en ingezet worden
Kansen Reden voor kans
april 2008
© Policy Research Corporation
105
INHOUDSOPGAVE Definitie Sport & Economie
p. 5
Spelers en organisatie
p. 8
Economische betekenis van sport in Nederland
p. 26
Financiële stromen van sport in Nederland
p. 47
Sport & Economie in perspectief
p. 82
Ontwikkelingen en kansen voor de overheid
p. 91
Conclusies
p. 106
april 2008
© Policy Research Corporation
106
SPORT EN ECONOMIE IN NEDERLAND: CONCLUSIES Sport & economie betreft het samenspel tussen overheid, sportbonden en –verenigingen, bedrijfsleven met commerciële activiteiten rondom sport en de actieve en passieve sportbeoefenaar De directe bijdrage van de Nederlandse sportsector aan het BBP is ongeveer 0.85%; de deelsector van commerciële activiteiten m.b.t. sport is de grootste deelsector met een toegevoegde waarde van € 2.4 miljard; sport in Nederland genereert een totale toegevoegde waarde van € 7 miljard (1.3% van het BBP) De directe werkgelegenheid van de volledige Nederlandse sportsector bedraagt circa 82 000 fte; de commerciële sportsector is de grootste deelsector met een werkgelegenheid van 47 000 fte; sport in Nederland genereert een totale werkgelegenheid van meer dan 118 000 fte In de sportsector werken daarnaast circa 1.6 miljoen vrijwilligers gemiddeld 13 uur per maand De directe en indirecte terugvloei van het sportaanbod naar de overheid bedraagt respectievelijk € 1 280 miljoen en € 664 miljoen, terwijl de netto-overheidsuitgaven jaarlijks circa € 1 795 miljoen bedragen Top-3 van de grootste financiële stromen m.b.t. sport & economie in Nederland: • • •
€ 4.8 miljard consumentenuitgaven aan commerciële activiteiten m.b.t. sport € 1.7 miljard overheidsuitgaven aan overheidsgerelateerde sport, i.h.b. accommodaties en sportonderwijs € 0.9 miljard consumentenuitgaven aan sportbonden en -clubs
Kansen voor de overheid inzake sportbeleid hebben onder meer betrekking op: verdere versteviging van de basisstructuur, delen van best practices tussen bonden/clubs en provincies/gemeentes, het monitoren van de effecten van beleidsmaatregelen en het behoud en verder faciliteren van de commerciële activiteiten m.b.t sport april 2008
© Policy Research Corporation
107
BIJLAGEN
april 2008
© Policy Research Corporation
108
BIJLAGEN Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8: Bijlage 9: Bijlage 10: Bijlage 11: Bijlage 12: Bijlage 13: Bijlage 14: Bijlage 15: Bijlage 16: Bijlage 17: Bijlage 18: Bijlage 19: Bijlage 20: Bijlage 21: Bijlage 22: Bijlage 23: Bijlage 24: Bijlage 25: Bijlage 26: Bijlage 27: Bijlage 28: Bijlage 29: Bijlage 30: april 2008
Gecontacteerde personen Referenties Taken van NOC*NSF Sportdeelname en ledentallen van sportbonden in Nederland Incidentele of eenmalige evenementen gesubsidieerd door VWS Bezoekers van jaarlijkse sportevenementen en betaald voetbal Belangrijkste Nederlandse sport exportmarkten Financiële relaties voor sportgames m.b.t. sport Berekeningswijze voor directe en indirecte terugvloei naar overheid Rol Lotto in sport Inkomsten en uitgaven KNVB Financiële relaties tussen sportbonden en –clubs en de overheid in 1999-2005 Sportclubs: inkomsten en uitgaven in 2003 (in € miljoen) Verhouding productie en import van Nederlandse kledingindustrie Import- en exportwaarde sportuitrusting naar klasse Voornaamste import- en exportlanden voor sportuitrusting Exploitatie van gemeentelijke en particuliere accommodaties Financiële stromen gedrukte media Baten omroeporganisaties televisie die gepaard gaan met sportuitzendingen Bestedingen aan sport door huishoudens aan aansluiting voor televisie Berekeningswijze bestedingen aan radio- en televisietoestellen Berekening kosten gerelateerd aan autovervoer voor actieve of passieve sportbeoefening Financiële stromen en economische kengetallen m.b.t. gymleraren en sportopleidingen Berekeningen beleidsmedewerkers voor sport Algemene feiten m.b.t. sport en gezondheid en directe medische kosten die hiermee gepaard gaan Knelpunten m.b.t. innovatie in sport Sleutelmomenten op EU-vlak omtrent sport Sportdeelname in de EU Aantal sportclubs in de EU Rabo Wielerplan als voorbeeld voor sportsponsoring © Policy Research Corporation
109
BIJLAGE 1: GECONTACTEERDE PERSONEN • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Ramona van den Bosch-Bakker, secretaris Toerisme, Recreatie, Cultuur en Sport, MKB Nederland Koen Breedveld, adjunct-directeur Mulier Instituut Berry Eijgendaal, Ministerie van Economische Zaken Ron Francis, financieel directeur KNVB Rien van Haperen, directeur Atletiekunie Vincent Hildebrandt, senior-onderzoeker en teammanager Bewegen & Arbeid, TNO Kwaliteit van Leven Evert-Jan Hulshof, KNLTB André de Jeu, Vereniging Sport en gemeenten Saskia Kloet, Consument en veiligheid Ruud Koning, Hoogleraar Sporteconomie, Rijksuniversiteit Groningen Jasper Kraaijeveld, Ministerie van Economische Zaken Wouter Pont, Ministerie van Economische Zaken Wouter Schaaf, Ministerie van Economische Zaken Theo Schuyt, VUA, faculteit sociale wetenschappen, werkgroep filantropie Hidde Toet, Consument en veiligheid Nelly Voogd, KNWU Gerard van der Houten, Vereniging Sport en gemeenten Ingrid Vriend, Consument en veiligheid Johan Wakkie, directeur KNHB René Wijlens, TNO Jan Willem van der Wal, directeur Innosport Dirk Vinken, directeur brancheorganisatie van sportleveranciers FGHS Rob de Vries, programmamanager Rijksoverheid, Olympisch Plan 2028 Bart Zijlstra, Ministerie VWS, plaatsvervangend directeur Sport Luuk Klomp, Ministerie Economische Zaken, clusterleider DG Ondernemen en Innovatie Maarten Koornneef, Ministerie VWS Dorien Höppener, Ministerie VWS Han Haitsma, Ministerie VWS Rob Goossens, CBS Heiko van Staveren, Hoogleraar Sportrecht, Vrije Universiteit Amsterdam Ruud Ververs, Hoofdbedrijfschap Detailhandel (HBD) Villaume Kal, DSM Hans Zoethoutmaar, Rotterdam Topsport Henny Smorenburg, Bureau BenS Frank van den Wall Bake, van den Wall Bake Consult b.v.
april 2008
© Policy Research Corporation
110
BIJLAGE 2: REFERENTIES • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Berenschot, Onderzoek Sportinfrastructuur, 2007 Bovag-Rai, Mobiliteit in cijfers, 2006 CBS StatLine CBS, Nationale Rekeningen 2006 Consument en Veiligheid, Letsellastmodel 2005 CPB Input-Output Tabel basis 2004 De Lotto, diverse jaarverslagen Diverse jaarverslagen bonden, 2006 Ecorys, De waarde van voetbal, 2005 Eurostat, Government expenditures by function (COFOG), 2005 Federation of Sports and Play Association, The European sports goods market, 2007 HAS Den Bosch, Marktonderzoek ruitersport, 2007 Het Oplage Instituut, Oplagecijfers 2006 Hildebrandt et al., Sportieve werknemer is aantrekkelijk voor het bedrijf, 1997 Hoofdbedrijfschap Detailhandel, Branches in Detail Késenne, Sport en economie, 2000 KNVB, jaarverslag 06/07 NOC*NSF, Ledental NOC*NSF en jaarrekening 2006 NOC*NSF, Ruimte voor Sport in Nederland tot 2020, 2005 Oldenboom, Cost and benefits of major sports events, 2006 PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006 RIVM, Kosteneffectiviteit en gezondheidswinst van behalen beleidsdoelen bewegen en overgewicht, 2005 Schuyt, Gouwenberg, et al., Geven in Nederland 2007 SCP, Rapportage Sport 2006 SEO, Cultuur en creativiteit naar waarde geschat, 2005 Statbel, Huishoudbudgetonderzoek 2003 Stichting KijkOnderzoek – Jaarrapport 2006 Van den Heuvel, Sport op televisie in Nederland, 2003 Van der Poel, Bewegingsruimte – Verkenning van de relatie sport en ruimte, 2001 VWS, Tijd voor sport, 2005 VWS, Definitieve realisatie, 2006 W.J.H. Mulier Instituut, De Fitnessbranche 2007, 2008
april 2008
© Policy Research Corporation
111
BIJLAGE 3: TAKEN VAN NOC*NSF Taken van NOC*NSF: • NOC*NSF is de landelijke koepelorganisatie van de sportbonden; actief op internationaal en nationaal niveau • De taken die door NOC*NSF kunnen worden verricht hebben betrekking op: – Belangenbehartiging op (inter)nationaal en regionaal niveau: van sport in het algemeen tot de behartiging van belangen van de diverse leden in het bijzonder – Dienstverlening: op basis van vraag en behoefte van de aangesloten sportbonden wordt onder andere advies verleend, ondersteuning geboden, regels en protocollen doorgevoerd – Organisatie van (gemeenschappelijke) projecten/programma’s: onder andere uitzenden van nationale teams, organiseren van competities en kampioenschappen
april 2008
© Policy Research Corporation
112
BIJLAGE 4: SPORTDEELNAME IN NEDERLAND Aantal sportbeoefenaars ten opzichte van totale bevolking per sport (2005) 25% 20%
15% 10%
5%
z fit wem ne s s me /a n e w rob an ic s to trim dels er p m o fie e tse n/j rt o n/ w gge ie lre n nn ze en ile n/ t e ro ei vel nnis en d /k voe an oë tbal n/ s ba urfe sk d n ee mi gy lere nton m n n a / sk sti ate ek n /tu r n ta fe en lte n vo nis lle y sc bal h a ve ch za atse al tvo n en et ve ba b rd ed ask l e ig in tba gs l sp or te sq n ua s ho h ck e at y le pa tie k ar dr ijd en so ftb al golf /h on kb a ko l rfb al au h a to -/m ndb ot al or sp or ov t er ig
0%
Bron: Richtlijn Sportdeelname Onderzoek i.o.v. SCP en NOC*NSF, 200 5 in SCP, Rapportage-Sport 2006
Zwemmen, Zwemmen, fitness, fitness, wielrennen, wielrennen, wandelen, wandelen, joggen joggen en en toerfietsen toerfietsen worden worden het het meest meest beoefend beoefend in in Nederland, Nederland, vaak vaak zonder zonder aansluiting aansluiting bij bij een een sportbond sportbond april 2008
© Policy Research Corporation
113
BIJLAGE 4: BIJ DE SPORTBONDEN ZIJN BIJNA 5 MILJOEN LEDEN AANGESLOTEN Positie 2006 Ledenaantal top 15 sportbonden x 1 000
2003
2004
2005
2006
2006: %
1 048
1 061
1 077
1 089
23.2%
1
KNL Voetbalbond
2
KNL Lawn Tennis Bond
711
719
709
699
14.9%
3
KNL Gymnastiek Unie
295
292
293
284
6.1%
4
NL Golf Federatie
209
228
247
269
5.7%
5
KNL Hippische Sportfederatie
143
160
180
189
4.0%
6
KNL Hockey Bond
162
172
185
187
4.0%
7
KNL Schaatsenrijders Bond
171
164
162
152
3.2%
8
KNL Zwembond
152
152
149
150
3.2%
9
NL Volleybal Bond
127
128
129
128
2.7%
10
KNL Atletiek Unie
98
103
109
123
2.6%
11
NL Ski Vereniging
141
133
127
119
2.5%
12
NL Bridge Bond
116
115
115
116
2.5%
13
KNL Watersport Verbond
111
115
110
114
2.4%
14
KNL Korfbal Verband
97
98
99
95
2.0%
15
NL Badminton Bond
57
69
67
66
1.4%
3 638
3 709
3 758
3 780
80.7%
906
888
883
906
19.3%
4 544
4 597
4 641
4 686
100%
Subtotaal top 15 Totaal overige sportbonden TOTAAL Bron: NOC*NSF, Ledental NOC*NSF, diverse jaargangen
De De KNVB KNVB is is met met ruim ruim 11 miljoen miljoen leden leden (23%) (23%) de de grootste grootste Nederlandse Nederlandse sportbond; sportbond; het het totale totale ledental ledental van van alle alle sportbonden sportbonden is is tussen tussen 2003 2003 en en 2006 2006 met met 3% 3% toegenomen toegenomen april 2008
© Policy Research Corporation
114
BIJLAGE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR Sportbonden: ledenaantallen Ledenaantal top 5 Positie buitengewone leden 2006 NOC*NSF
2001
2002
2003
2004
2005
2006
1
NL Katholieke Sportfederatie
389 189
401 179
404 799
406 828
406 208
419 015
2
NL Culturele Sportbond
245 254
225 575
244 038
237 596
230 110
209 557
3
NL Christelijke Sport Unie
209 685
164 691
164 849
164 945
156 077
143 600
4
NL Studenten Sportstichting
70 300
66 6671
X
70 000
93 900
93 900
5
NL Politie Sportbond
5 574
5 574
X
5 500
5 500
60 000
Bron: NOC*NSF, Ledental NOC*NSF, diverse jaargangen
De De Nederlandse Nederlandse Katholieke Katholieke Sportfederatie Sportfederatie is is de de grootste grootste organisatie organisatie van van de de buitengewone buitengewone leden leden van van de de NOC*NSF; NOC*NSF; de de leden leden van van deze deze koepels koepels zijn zijn veelal veelal ook ook lid lid van van een een ‘reguliere’ ‘reguliere’ sportbond sportbond april 2008
© Policy Research Corporation
115
BIJLAGE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR (Aantal) lidmaatschappen van sportverenigingen In procenten (%) Lidmaatschap sportvereniging
1999
2003
Bevolking
34
36
Sportende bevolking
55
53
0
66
64
1
26
27
2
7
8
>= 3
1
1
Aantal lidmaatschappen:
Bron: SCP (AVO’79-’03), Rapportage sport 2006
Het Het aandeel aandeel van van de de sportende sportende bevolking bevolking dat dat een een lidmaatschap lidmaatschap bij bij een een sportvereniging sportvereniging heeft heeft daalt daalt licht licht terwijl terwijl dit dit voor voor de de gehele gehele bevolking bevolking licht licht stijgt stijgt april 2008
© Policy Research Corporation
116
BIJLAGE 4: SPORTINFRASTRUCTUUR Sportdeelname: naar sekse Deelname 2003 (%)
Mannen
Vrouwen
Solosporten
Deelname 2003 (%)
Mannen
Vrouwen
Duosporten
Atletiek
1.6
1.4
Badminton
6.8
7.1
Auto-/motorsport
3.1
0.6
Squash
5.1
2.0
Fitness/aerobics
13.5
20.8
Tafeltennis
7.6
3.5
Golf
3.8
1.9
Tennis
13.1
9.3
Gymnastiek/turnen
2.9
8.3
Vecht- en verdedigingssporten
3.9
1.9
Paardrijden
1.8
6.0
Schaatsen
9.6
8.1
Basketbal
4.0
2.1
Skeeleren/skaten
8.9
11.9
Handbal
1.0
1.3
Toerfietsen/wielrennen
23.3
16.1
Hockey
2.5
2.3
Trimmen/joggen
14.7
9.9
Korfbal
1.3
1.3
Wandelsport
13.0
16.2
Softbal/honkbal
1.6
1.2
Zeilen/roeien/ kanoën/surfen
9.1
6.5
Veldvoetbal
19.5
3.4
Zwemmen
33.5
42.1
Volleybal
4.8
4.1
Zaalvoetbal
9.4
1.3
Teamsporten
Bron: SCP (AVO’79-’03), Rapportage sport 2006
Er Er zijn zijn een een aantal aantal sporten sporten die die door door een een groot groot aantal aantal Nederlanders Nederlanders wordt wordt beoefend beoefend zonder zonder dat dat de de beoefenaars beoefenaars daarvoor daarvoor bij bij een een betreffende betreffende sportbond sportbond zijn zijn aangesloten; aangesloten; dit dit geldt geldt onder onder andere andere voor voor fitness, fitness, wandelsport, wandelsport, trimmen, trimmen, toerfietsen/wielrennen, toerfietsen/wielrennen, etc. etc. april 2008
© Policy Research Corporation
117
BIJLAGE 5: INCIDENTELE OF EENMALIGE EVENEMENTEN GESUBSIDIEERD DOOR VWS 2004 Haalbaarheidsstudie • EK Atletiek 2010 • WK Driebanden • WK Handbal dames 2007 • WK Jiu Jitsu 2006 • WK Judo 2009 • EJK Squash Bidprocedure EJK Badminton 2005 • EK Badminton 2006 landenteams • WK Badminton • WK Driebanden • WK Roeien 2009 • EJK Squash • WK Zeilen 2007 • WK Wielrennen op de weg 2008/2009 •
Organisatie NEC Wheelchair Masters 2004 • EK Meerkamp 2004 (m/v) • FBK Games • Golden Tulip Rally • EK Superkarts/rizla racing days • EJK Badminton 2005 • WK Honkbal 2005 • WK Driebanden • World Tenpin Team • EK Cricket (heren) • EK Cricket indoor • WK Trampoline 2005 • EK Zaal hockey (dames) • WK Kanopolo 2006 • WK Motocross des Nations (solo) • WJK Roeien 2006 • WK onder 23 2005 • Rolschaats-, Bandy en Skeeler Fed. • EK Skeeleren • WK teams dames • EK Powerman Duathlon (Venray) 2004 • WK Voetbal junioren 2005 • EK Yngling • WK Fietscross • Valkenburg aan de Geul • EK Wielrennen o.d. weg beloften 2006 •
april 2008
2005 Haalbaarheidsstudie WK Tripletten 2007 • Universiade •
Bidprocedure EJK Atletiek 2007 • WK Judo 2009 • EK Triathlon 2006 • EK Zwemmen 2008 • Grand départ Tour de France 2008 • Tour etappes 2006 • Tour etappes 2006 •
Organisatie WK atletiek voor gehandicapten 2006 • World Team Cup Wheelchair tennis • WK Zitvolleybal 2006 • NEC Wheelchair masters • EK Cross • Golden Tulip Rally • EK Badminton 2006 • EK Softball 2005 • WK Roelstoelbasketbal 2006 • EK Pool • WK Dammen • FBK Games • EK Visually Impaired • WK Jiu Jitsu 2006 • WK Endurance • WK Superbike • WK Junioren • OKT Short Track • EK Teams 2005 • EK Powerman Duathlon • WK Veldrijden 2006 • EK aangepast wielrennen • WK Goju Kai Karate Do •
© Policy Research Corporation
2006 Haalbaarheidsstudie • EK Atletiek indoor 2011 • Olympisch Plan 2028
Bidprocedure WK Roeien 2010 • Europees Jeugd Olympisch Festival •
Organisatie NEC Wheelchair masters 2006 • EK Rally Hellendoorn • EK Cricket voor dames onder 21 • WJK Dammen • ELTK meisjes 2006 • EK Turnen 2007 • EK Acrogym 2007 • World Cup Dressage 2006 • WK Mennen met een beperking • EK Hockey indoor • WK Judo 2009 • WK Touwtrekken outdoor • EK Midgetgolf • WK Endurance • WK MX 1 en MX 2 • EK Powerman • EK Lange afstand Almere 2006 • Euro 2007 • EK Beach Volleybal • EK Yngling • EK Optimist 2006 • EK Fietscross indoor • EK Cyclo Cross • EK Zwemmen (kosten 2006) • Aankomst 3e etappe Tour de France • FBK Games •
118
BIJLAGE 6: BEZOEKERS VAN JAARLIJKSE SPORTEVENEMENTEN EN BETAALD VOETBAL Top 20 jaarlijkse evenementen* op vlak van bezoekers (x 1 000)
Toeschouwers eredivisie en eerste divisie (x 1 000) 6 000
1 000
eredivisie
900
2000
800
2001
2002
2003
2004
2005
5 000
700
677
600
774
805
500
4 000
eerste divisie
599
671
4 427
'00/'01
647
764
652
4 448
4 340
4 362
4 369
'01/'02
'02/'03
'03/'04
'04/'05
780
897
+ 23%
400 300
3 000
200
• •
Rally Roosendaal
4 498
2 000
Enschede Marathon
Leiden Marathon
4 Mijl van Groningen
Olympia's Tour
City-Pier-City Loop
World Tennis Tournament
Sneekweek
Ultimate Hellendoorn Rally
Dutch TT Assen
Marathon Eindhoven
Dam tot Dam Loop
Youth Friendship Games Holland
Amsterdam Marathon
Monaco aan de Maas
Eneco Tour, Nederland, België
Air Race
Amstel Gold Race
Marathon Rotterdam
0
Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen
100
3 554
3 988
4 325 3 784
1 000
0 '95/'96
Gemiddeld bezoek top-20 jaarlijkse evenementen in 20002005 bedraagt 243 000 bezoekers Vooral loop-, wandel- en wielerevenementen worden vaak bezocht
• •
'96/'97
'97/'98
'98/'99
'99/'00
Bezoekers van eredivisie stegen tussen 1995 en 2005 met 23% tot 4 369 000 Eerste divisie haalt jaarlijks tussen 897 000 (’95/’96) en 652 000 (’04/’05) bezoekers
* Uitzonderlijke evenementen zoals EURO 2000 zijn niet inbegrepen Bron: SCP, Rapportage-Sport 2006
Jaarlijkse Jaarlijkse publieke publieke sportevenementen sportevenementen worden worden in in verhouding verhouding het het meest meest bezocht, bezocht, maar maar voetbalwedstrijden voetbalwedstrijden trekken trekken jaarlijks jaarlijks absoluut absoluut veel veel meer meer bezoekers bezoekers april 2008
© Policy Research Corporation
119
BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN
De Boer Tenten BV:
• De Boer Tenten BV is in 1924 opgericht: wereldmarktleider op gebied van tijdelijke (op maat gemaakte) accommodaties voor zowel (sport)evenementen als zakelijke accommodaties (tijdelijke bedrijfsruimtes, etc.) • De Boer Tenten heeft het hoofdkantoor in Nederland met ook buitenlandse vestigingen in onder andere het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, China, Duitsland en Frankrijk – Wereldwijd werken er meer dan 350 mensen (gedurende hoogseizoen 150 extra tijdelijke medewerkers)
• De Boer Tenten richt zich op breed spectrum van tijdelijke accommodaties waaronder sportevenementen en ijsbanen: – Sportevenementen: bestaande sportlocaties uitbouwen tot accommodaties van topniveau (onder andere ‘tented villages’, promodorpen, dubbeldekkertenten en VIP-lounges, zoals het Holland Heineken House) • • • •
Golf: onder andere PGA World tour, PGA Ryder Cup in Ierland, KLM Open in Nederland Tennis: onder andere US Open in Verenigde Staten en Wimbledon in Engeland Auto- en motorsport: onder andere 24 race van Le Mans in Frankrijk Overige sportevenementen: onder andere WK Voetbal in Duitsland, Olympische Spelen, Volvo Ocean Race
– IJsbanen: inclusief aanvullende diensten zoals verlichting, verwarming, koeling en interieur
De De Boer Boer Tenten Tenten BV BV is is wereldmarktleider wereldmarktleider op op het het gebied gebied van van tijdelijke tijdelijke accommodaties; accommodaties; een een belangrijk belangrijk onderdeel onderdeel van van de de activiteiten activiteiten van van de de Boer Boer Tenten Tenten heeft heeft betrekking betrekking op op sportevenementen sportevenementen en en ijsbanen ijsbanen april 2008
© Policy Research Corporation
120
BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN
Ten Cate Thiolon:
• TenCate Thiolon is een multinationale onderneming die textieltechnologie combineert met chemische processen; het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland en heeft buitenlandse vestigingen in onder andere de Verenigde Staten en China • Een belangrijke marktgroep van Ten Cate Thiolon betreft de Grass afdeling: de Ten Cate Grass group produceert hoogwaardige componenten voor sportveldtoepassingen – TenCate is wereldmarktleider op het gebied van kunstgrasvezels en dragende weefsels (backings)
• De omzet over 2006 voor de afdeling Geosynthetics & Grass bedroeg bijna € 400 miljoen met een bedrijfsresultaat van bijna € 30 miljoen – Het totaal aan investeringen is met 175% gestegen tot bijna € 30 miljoen
• De omzet van Ten Cate op kunstgrasgebied wordt voor ruim 40% behaald in Europa en ruim 35% in de Verenigde Staten; de verwachting is dat de wereldmarkt voor kunstgrasvezels jaarlijks met 15% groeit • Ten Cate Thiolon en Oranjewoud hebben een ‘letter of intent’ getekend ten aanzien van de overname van Edel Grass; de transactie zal naar verwachting na de gebruikelijke goedkeuringsprocedures en een afrondend onderzoek begin 2008 worden afgesloten Ten Ten Cate Cate Thiolon Thiolon is is wereldmarktleider wereldmarktleider op op het het gebied gebied van van productie productie en en handel handel in in (componenten (componenten voor) voor) kunstgrasvelden; kunstgrasvelden; in in 2006 2006 was was de de omzet omzet van van de de afdeling afdeling Geosynthetics Geosynthetics & & Grass Grass bijna bijna €€ 400 400 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
121
BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN Maple Skate BV: • •
Maple Skate BV is opgericht in 1990 en heeft ongeveer 15 werkzame personen in dienst (12 fte) Maple Skate richt zich voor de verkoop van haar schaatsen met name op schaatsers van hoog recreatieniveau en wedstrijdschaatsers; zeer hoge kwaliteit schaatsen die in Nederland geproduceerd worden (handgemaakt) –
• • • • •
Shorttrack-, lange baan- en marathonschaatsen
Maple Skate is wereldmarktleider met ongeveer 95% marktaandeel voor shorttrackschaatsen De binnenlandse markt beslaat tussen de 30% en 40% van de omzet; het overige deel wordt geëxporteerd naar onder andere Korea, Canada en de Verenigde Staten Tussen de 20% en 30% van de jaarlijkse omzet wordt besteed aan R&D; deze R&D activiteiten worden allemaal intern uitgevoerd Binnenlandse concurrenten zijn onder andere Viking, Zandstra en Raps; buitenlandse concurrent is onder andere het Amerikaanse Bont De markt voor artikelen voor de schaatssport is groeiende: – –
Nationaal: de toenemende vergrijzing leidt tot een relatief grotere groep oude mensen met meer vrije tijd die in toenemende mate gaat schaatsen en hiervoor de benodigde producten aanschaft Internationaal: de internationale schaatssport is groeiende (onder andere bouw van nieuwe schaatshallen in Rusland) hetgeen er tevens toe leidt dat de afzetmarkt voor producten groeit
Maple Maple Skate Skate BV BV is is een een zeer zeer belangrijke belangrijke Nederlandse Nederlandse wereldspeler wereldspeler op op het het gebied gebied van van de de schaatssport schaatssport waarbij waarbij een een hoge hoge mate mate van van innovativiteit innovativiteit van van groot groot belang belang is is om om de de (internationale) (internationale) concurrentie concurrentie aan aan te te kunnen kunnen gaan gaan april 2008
© Policy Research Corporation
122
BIJLAGE 7: BELANGRIJKE NEDERLANDSE SPORT EXPORTMARKTEN Janssen-Fritsen: • Janssen-Fritsen heeft hoofdkantoor in Nederland en heeft ook vestigingen in diverse Europese landen • Janssen-Fritsen richt zich op bewegingsonderwijs, wedstrijdturnen en de inrichting van sporthallen en gymzalen; Janssen-Fritsen is marktleider en specialist op het gebied van materialen voor het bewegingsonderwijs, de turnsport en de sportzaalinrichting • R&D activiteiten worden allemaal intern uitgevoerd, de productie wordt op onderdelen uitbesteed bij gespecialiseerde toeleveranciers en de assemblage in functie van klantenspecificaties wordt intern uitgevoerd
april 2008
© Policy Research Corporation
123
BIJLAGE 8: SPORT-GAMES* GENEREREN EEN OMZET VAN MEER DAN €150 MILJOEN PER JAAR Type drager
Type game verdeeld naar omzet, 2006
Spelconsole
Games voor consoles
Sony: Playstation Microsoft: X Box 360 Nintendo: Wii
Draagbare spelconsole Sony: PSP Nintendo: GameBoy en Nintendo DS
Totaal: € 157 mln.
Springen en lopen 5% Rollenspel
Racen en rally 19%
3%
Arcade 2%
∑ sport = 50 % = ca. €80 miljoen
Avontuur en actie 33%
Andere sport 18%
Oorlog en strategie 4%
Computer
Combat en gevecht 13%
Denken 3%
Games voor computer en telefonie Compilatie 1% Springen en lopen
PC Games Online Games
Arcade 2% Avontuur en actie 24%
2% Rollenspel 4%
Totaal: € 212 mln. Racen en rally 16%
∑ sport = 34 % = ca. €72 miljoen
Wireless Wireless Games
Andere sport 5%
Oorlog en strategie 18% Denken 15%
Combat en gevecht 13%
* Gamen is nog niet erkend als sport bij NOC*NSF, dus economische stromen uit games voor sport zijn niet meegenomen in de totale economische betekenis van sport in Nederland Bron: PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006
Omzet Omzet van van games games voor voor sport sport gespeeld gespeeld via via consoles consoles en en via via computers computers en en telefonie telefonie bedroegen bedroegen respectievelijk respectievelijk 50% 50% en en 34% 34% van van de de totale totale omzet omzet van van games games in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
124
BIJLAGE 8: OMZET VAN DE GAME-INDUSTRIE VOOR VERKOOP VAN SPORTGERELATEERDE GAMES, 2006 Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
∑ = € 315 mln. Aandeel sportgames in aankoopkosten console Games voor console
Games voor pc
Online Games
Games voor GSM*
Aandeel sportgames in aankoopkost pc
€ 79 mln.
€ 80 mln.
33% 33% handelsmarge handelsmarge € 76 mln.
€ 19 mln.
Handel in consolegames € 214 mln.
€ 44 mln.
€ 9 mln.
30% 30% handelsmarge handelsmarge € 25 mln.
€ 84 mln.
Producenten van games en consoles/computers
Handel in computer
* Aandeel sportspellen in aankoopkost GSM wordt niet meegenomen, daar sportspellen op GSM slechts door 2.04% van bevolking gespeeld worden. Aangezien telefoon voornamelijk gebruikt wordt om te converseren, bedraagt aandeel voor gebruik sportspellen in aankoopkost minder dan 0.1%. Bron: HBD, Branches in Detail – Computershops, 2007
De De totale totale omzet omzet van van de de game-industrie game-industrie voor voor het het gebruik gebruik van van sportspellen sportspellen in in Nederland Nederland bedroeg bedroeg €€ 315 315 mln. mln. in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
125
BIJLAGE 8: AANDEEL SPORTGAMES IN BESTEDINGEN VAN GAMES, 2006 Bestedingen spelconsoles (2006)
€ mln.
200
160
150
80
100 50 0
• • •
Alle games
Sportgames
Omzet consoles kan voor 50% worden toegewezen aan sportgames Totale bestedingen aan consoles bedroeg € 160 mln. in 2006 Aandeel van sportgames in spelconsoles bedraagt €80 miljoen/jaar
Bron: PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006
Bestedingen Bestedingen aan aan spelconsoles spelconsoles voor voor sportgames sportgames bedroeg bedroeg €€ 80 80 miljoen miljoen in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
126
BIJLAGE 8: AANDEEL SPORTGAMES IN AANKOOPKOST COMPUTER, 2006 Tijdsbesteding in gebruik computer
Bestedingen aan computers 1 200
Chatten Gericht overige info zoeken
1 015 1 000
Online
Games E-mailen
800
Zomaar wat surfen
€ mln.
Telebankieren/-shoppen Nieuws/kranten lezen Streaming video/audio
Offline
Games
600 400
Tekstverwerken
247
Overig
200
Muziek luisteren (cd, mp3) Film/dvd kijken 0.1
0.2
0.3
0.4
0.5
0.6
0.7
84
Omzet computermarkt in Nederland
0.8
Uren per dag
•
34%
0 0
•
24%
Aandeel games in de totale tijdsbesteding voor het offline en online gebruik van de computer, bedraagt respectievelijk 13.5% en 10.8% In totaal wordt door de +12 jarigen dagelijks 0.9u aan het spelen van games besteed op een totaal computergebruik van 3.7u per dag
• •
•
Omzet computer voor games
Omzet computer voor sportgames
Totale bestedingen aan computers bedroeg in 2006 € 1 015 mln. Gebruik van games in computergebruik bedroeg 24% (0.9u/3.7u), waardoor aandeel in bestedingen € 247 mln. was € 84 mln. kwam voor rekening van sportgames (34% van €247 miljoen)
Bron: SCP, Tijdsbestedingonderzoek (TBO) en HBD, Branches in detail – Computershops, 2006
Aandeel Aandeel van van bestedingen bestedingen in in aankoopkost aankoopkost van van computers computers bedroeg bedroeg ca. ca. €€ 84 84 mln. mln. in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
127
BIJLAGE 9: BEREKENINGSWIJZE VOOR DIRECTE EN INDIRECTE TERUGVLOEI NAAR DE OVERHEID 1 400 Terugvloei naar overheid (in miljoenen Euro's)
∑= € 1 280 miljoen
1 200
6 149
1 000 Niet-productgebonden belastingen en subsidies
446 800
∑= € 664 miljoen
10 123
600 400
243
Vennootschapsbelasting
Inkomsten- en loonbelasting en sociale premies werknemer
679 Sociale premies werkgevers
200
288
0 Direct
Indirect
De De directe directe en en indirecte indirecte terugvloei terugvloei naar naar de de overheid overheid bedraagt bedraagt jaarlijks jaarlijks respectievelijk respectievelijk €€ 1.28 1.28 miljard miljard en en €€ 0.66 0.66 miljard miljard april 2008
© Policy Research Corporation
128
BIJLAGE 10: ROL LOTTO IN SPORT • De Lotto krijgt opbrengsten via de verkoop van loten in drie verschillende loterijen zijnde de Lotto, de Toto en Krasloten • De Lotto is in origine opgericht ten behoeve van sponsoring van voetbalverenigingen; in de loop der tijd is dit verbreed naar de gehele Nederlandse sport en worden tevens donaties gemaakt ten behoeve van de Nederlandse cultuur, het maatschappelijk welzijn en de volksgezondheid in het algemeen • De Lotto gebruikt hiertoe de jaarlijkse netto-opbrengsten van de Lotto, Toto en Krasloten • Ten behoeve van de breedte- en topsport ontvangt de NOC*NSF jaarlijks ongeveer 75% van de netto-opbrengsten van de Lotto; de gelden worden besteed aan dienstverlening aan bonden, verenigingen en leden, topsporttrainings- en wedstrijdprogramma’s, accommodaties en ondersteuning van topsporters • Charitatieve instellingen waaraan de Lotto gelden overmaakt zijn onder andere het AIDS fonds, KWF, Astma Fonds, Nederlandse Hartstichting, Prins Bernhard Cultuurfonds, etc. De De Lotto Lotto doneert doneert haar haar jaarlijkse jaarlijkse netto-opbrengsten netto-opbrengsten uit uit de de verschillende verschillende loterijen loterijen die die zij zij organiseert organiseert aan aan de de NOC*NSF NOC*NSF ten ten behoeve behoeve van van de de sport sport en en aan aan charitatieve charitatieve instellingen instellingen april 2008
© Policy Research Corporation
129
BIJLAGE 10: DE LOTTO: FINANCIËLE RELATIES MET SPORT (IN € MILJOEN) In € miljoen
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Resultaat De Lotto uit gewone bedrijfsvoering
46.7
52.7
56.5
59.5
61.6
63.4
61.0
Charitas
13.6
14.7
15.8
16.5
17.3
17.5
16.7
NOC*NSF
33.1
38.0
40.7
43.0
44.3
45.9
44.3
Resultaat is besteed aan:
Bron: De Lotto, diverse jaarverslagen; SCP, Rapportage sport 2006, 2006
De De Lotto Lotto maakt maakt jaarlijks jaarlijks meer meer dan dan €€ 40 40 miljoen miljoen aan aan de de NOC*NSF NOC*NSF over over ten ten behoeve behoeve van van de de Nederlandse Nederlandse sport sport (dit (dit is is jaarlijks jaarlijks ruim ruim 70% 70% van van het het resultaat resultaat van van de de Lotto Lotto uit uit gewone gewone bedrijfsvoering) bedrijfsvoering) april 2008
© Policy Research Corporation
130
BIJLAGE 11: INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN DE KNVB IN HET SEIZOEN 2006/2007 Inkomsten KNVB Inkomsten
• • • •
Contributies: € 7.2 Wedstrijdgelden: € 4.7 Tuchtzaken en heffingen: € 6.9 Vertegenwoordigend voetbal (nationale teams): € 27.8
• • • •
Subsidies: € 6.5 Commerciële baten: € 16.3 Koepelfinanciering (NOC*NSF): € 1.8 Overige baten € 23.1
€ 94.2 KNVB € 90.1 Uitgaven KNVB
Uitgaven
• • • • • • •
Personeelskosten: € 22.3 Afschrijvingen: € 1.6 Huisvestingskosten: € 1.7 Bureaukosten: € 2.0 Informatisering/automatisering: € 2.2 Besturen en commissies: € 1.5 Voetbaltechnische zaken: € 8.5
• • • • • • •
Cursussen: € 2.1 Communicatie: € 1.6 Bijdragen en subsidies: € 0.8 Vertegenwoordigend voetbal: € 24.0 Commerciële lasten: € 5.6 Tijd voor Sport: € 3.0 Overige kosten: € 13.0
Bron: KNVB jaarverslag 06/07
De De grootste grootste Nederlandse Nederlandse sportbond sportbond is is de de KNVB; KNVB; deze deze genereerde genereerde in in het het voetbalseizoen voetbalseizoen 2006/07 2006/07 een een totale totale inkomstenstroom inkomstenstroom van van ruim ruim €€ 94 94 miljoen; miljoen; dit dit is is ruim ruim een een derde derde deel deel van van de de totale totale baten baten van van alle alle Nederlandse Nederlandse sportbonden sportbonden bij bij elkaar elkaar april 2008
© Policy Research Corporation
131
BIJLAGE 12: FINANCIËLE RELATIES TUSSEN SPORTBONDEN EN –CLUBS EN DE OVERHEID IN 1999-2005 1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
In € miljoen Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Uitgaven
Inkomsten
Rijk
28
0
55
0
56
0
62
8
65
1
66
1
59
1
Provincie
4
0
4
0
5
0
6
0
6
1
5
1
6
1
Gemeente
44
8
71
8
67
10
84
14
90
16
87
15
102
17
TOTAAL
76
8
130
8
127
10
152
23
161
18
158
17
167
19
Bron: CBS Statline - Overheid; uitgaven cultuur, sport en recreatie: sportclubs en -raden
De De totale totale uitgaven uitgaven van van de de Nederlandse Nederlandse overheid overheid aan aan sportbonden sportbonden en en –clubs –clubs is is over over de de periode periode 1999-2005 1999-2005 gestegen gestegen met met 120% 120% (van (van €€ 76 76 miljoen miljoen naar naar €€ 167 167 miljoen) miljoen) april 2008
© Policy Research Corporation
132
BIJLAGE 13: SPORTCLUBS: INKOMSTEN IN 2003 (IN € MILJOEN) Contributie, lesen entreegelden
Subsidies en bijdragen
Sponsoring en reclamegelden
Kantineverkopen
Overige baten
Totaal
Kracht- en vechtsport
14.6
1.8
0.4
0.9
0.4
18
Individuele zaalsport
45.3
9.3
1.9
4.3
1.2
62
Teamzaalsport
29.6
7.7
8.2
4.6
1.0
51
Zwem- en duiksport
24.1
6.3
1.0
1.0
0.7
33
Overige binnensport
21.4
3.7
1.4
5.8
1.7
34
Atletiek
7.8
1.8
0.8
2.1
0.5
13
Golf
62.3
4.2
5.8
4.2
6.6
83
Hengelsport
8.3
0.9
0.1
0.3
0.4
10
Paardensport
14.8
5.6
2.0
3.6
2.0
28
Tennis
85.8
10.4
7.4
37.0
7.4
148
Veldsport
43.7
11.4
13.5
30.2
5.2
104
Veldvoetbal (enkel amateur)
72.5
33.2
39.3
145.0
12.1
302
Wielersport
2.8
1.8
1.5
0.6
0.4
7
Overige buitensport
27.6
10.8
7.8
10.8
3.0
60
Totaal sportclubs
457.4
114.4
95.3
247.8
38.1
953
Maneges
72.6
4.8
2.4
20.6
20.6
121
Sportscholen
150.5
3.5
1.8
8.8
10.5
175
Zeil- en surfscholen
11.2
0
0
3.6
3.2
18
691.7
122.7
99.5
280.7
72.4
1 267
INKOMSTEN in miljoen €
Binnensporten
Buitensporten
Totaal Bron: CBS StatLine – Sportclubs, 203 april 2008
© Policy Research Corporation
133
BIJLAGE 13: SPORTCLUBS: UITGAVEN IN 2003 (IN € MILJOEN) UITGAVEN in miljoen €
Personeelskosten
Loonkosten nietHuisvesting Onderhoud personeel
Inkoopkosten kantine
Kapitaallasten
Bondscontributies
Wedstrijden reiskosten
Overige kosten
Totaal
Kracht- en vechtsport
2.2
1.9
5.3
0.7
0.5
0.7
0.5
1.5
3.7
17
Individuele zaalsport
9.6
10.2
21.0
0.6
2.4
1.2
4.8
3.0
7.2
60
Teamzaalsport
2.0
7.0
18.0
1.0
2.5
1.0
8.5
4.0
6.0
50
Zwem- en duiksport
0.3
2.2
17.3
0.6
0.6
0.3
3.5
2.9
4.2
32
Overige binnensport
0.6
1.3
9.6
1.3
3.5
1.3
4.2
3.8
6.4
32
Atletiek
0.8
2.1
2.5
0.7
1.2
1.0
1.4
1.0
2.3
13
Golf
16.4
2.3
17.9
14.8
1.6
10.9
1.6
2.3
10.1
78
Hengelsport
0.3
0.2
0.6
0.3
0.1
0.1
2.9
1.5
3.1
9
Paardensport
3.2
3.2
4.3
1.6
2.2
1.4
2.4
4.1
4.6
27
Tennis
18.5
8.5
28.4
15.6
21.3
17.0
8.5
7.1
17.0
142
Veldsport
9.1
7.1
21.2
7.1
17.2
8.1
10.1
7.1
14.1
101
Veldvoetbal (enkel amateur)
38.4
14.8
44.3
20.7
73.8
11.8
17.7
26.6
47.2
295
Wielersport
0.0
0.2
0.4
0.2
0.4
0.1
0.9
1.9
2.9
7
Overige buitensport
2.2
2.8
9.5
5.0
6.2
2.8
3.4
10.6
13.4
56
Totaal sportclubs
101.1
64.3
193.0
73.5
137.9
55.1
73.5
73.5
147.0
919
Maneges
20.1
1.1
17.0
6.4
10.6
15.9
X
X
35.0
106
Sportscholen
39.4
2.5
25.4
5.1
5.1
14.0
X
X
35.6
127
Zeil- en surfscholen
3.0
0.9
1.4
0.9
1.7
2.7
X
X
4.5
15
163.6
68.8
236.7
85.9
155.2
87.7
73.5
73.5
222.1
1 167
Binnensporten
Buitensporten
Totaal Bron: CBS StatLine – Sportclubs, 203 april 2008
© Policy Research Corporation
134
BIJLAGE 14: VERHOUDING BINNENLANDSE PRODUCTIE EN IMPORT VAN DE NEDERLANDSE KLEDINGINDUSTRIE, 2005 In € miljoen
94% 94%
Importwaarde
5 610
Binnenlandse productie
Binnenlandse kleinhandel
Binnenlands aanbod aan sportuitrusting
189*
6% 6%
2 034
3 960
384
Exportwaarde
* Intermediaire aankopen uit import van producerende bedrijven Bron: CBS StatLine – Productie industrie, financiële en algemene gegevens, alle bedrijven (Vervaardiging van kleding) en CBS StatLine – Internationale handel, volgens SITC-indeling naar landen(groepen) (Kleding en toebehoren)
De De Nederlandse Nederlandse productie productie van van kleding kleding maakt maakt 6% 6% uit uit van van de de totale totale omzet omzet bestemd bestemd voor voor de de binnenlandse binnenlandse markt markt en en export export april 2008
© Policy Research Corporation
135
BIJLAGE 15: IMPORTWAARDE VAN SPORTUITRUSTING VERDEELD NAAR VERSCHILLENDE KLASSEN, 2006 6
Biljartartikelen
9 10
Sneeuwsporten Schaatsen Watersportartikelen
*
17 17
Ruitersport
Sportartikelen
Totaal = € 473 mln.
38
Golfartikelen
52
Racketsporten
58
Hengelsport
119
Gymnastiek en fitness
147
Teamsporten (incl. ballen)
6
Opblaasbare boten
12
Roeiboten en kano's
Sportvaartuigen
Totaal = € 154 mln.
53
Zeilschepen
83
Motorboten
2
Skischoenen
Sportschoenen
193
3
Skikledij
7
Sporthandschoenen
Sportkledij
Totaal = € 195 mln.
Sportschoenen
31
Trainingspakken
Totaal = € 167 mln.
57
Zwemkledij
69
Speciale kledij
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
200
€ miljoen * Onder watersportartikelen vallen zeilplanken, surfplanken, waterski’s en ander materiaal voor watersporten, m.u.v. vaartuigen Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006
De De invoer invoer van van sportschoenen sportschoenen en en sportartikelen sportartikelen voor voor teamsporten teamsporten vertegenwoordigen vertegenwoordigen het het grootste grootste aandeel aandeel in in de de totale totale invoerwaarde invoerwaarde van van sportuitrusting sportuitrusting april 2008
© Policy Research Corporation
136
BIJLAGE 15: EXPORTWAARDE VAN SPORTUITRUSTING VERDEELD NAAR VERSCHILLENDE KLASSEN, 2006 2 2
Sneeuwsporten Schaatsen
9 9
Biljartartikelen Ruitersport
Sportartikelen
34 40 42
Racketsporten Golfartikelen Hengelsport
56 65
Teamsporten (incl. ballen) Gymnastiek en fitness Watersportartikelen
*
89 4 7
Opblaasbare boten
Sportvaartuigen
Totaal = € 348 mln.
Roeiboten en kano's
Totaal = € 559 mln. 106
Zeilschepen
442
Motorboten
Sportschoenen
1
Skischoenen
1 4
Skikledij Sporthandschoenen
Sportkledij
Totaal = € 94 mln. 93
Sportschoenen
Totaal = € 126 mln.
21 30
Trainingspakken Zwemkledij
70
Speciale kledij
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
€ miljoen * Onder watersportartikelen vallen zeilplanken, surfplanken, waterski’s en ander materiaal voor watersporten, m.u.v. vaartuigen Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006
Naast Naast vaartuigen vaartuigen worden worden voornamelijk voornamelijk sportschoenen, sportschoenen, watersportartikelen watersportartikelen en en speciale speciale kledij kledij voor voor te te sporten sporten geëxporteerd geëxporteerd april 2008
© Policy Research Corporation
137
BIJLAGE 16: VOORNAAMSTE IMPORT- EN EXPORTLANDEN VOOR SPORTKLEDING EN -SCHOENEN, 2006
Sportkleding
Import
Export Totaal = € 167 mln.
Overige 29%
Overige 26%
China 49% Spanje 4%
Turkije 3%
Verenigd Koninkrijk 8%
Italië 3% België 5%
Frankrijk 9%
Duitsland 11% Overige 10%
Indonesië 6%
Sportschoenen
Totaal = € 126 mln. Duitsland 35%
Totaal = € 195 mln.
Overige 26%
België 18%
Duitsland 24%
Totaal = € 94 mln.
België 39%
Vietnam 8%
Spanje 6%
Duitsland 12%
Frankrijk 13%
China 25%
België 16%
Verenigd Koninkrijk 15%
Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006
België, België, Duitsland Duitsland en en China China zijn zijn voornaamste voornaamste handelspartners handelspartners op op het het vlak vlak van van sportkleding sportkleding en en sportschoenen; sportschoenen; China China neemt neemt vooraanstaande vooraanstaande rol rol in in import import april 2008
© Policy Research Corporation
138
BIJLAGE 16: VOORNAAMSTE IMPORT- EN EXPORTLANDEN VOOR SPORTARTIKELEN, 2006 Sportartikelen, excl. vaartuigen
Import
Export Totaal = € 473 mln.
Overige 28%
China 34%
Totaal = € 348 mln.
Italië 5% Italië 4%
Taiwan 5% Duitsland 7%
België 11%
Overige 27%
Verenigd Koninkrijk 10%
Verenigde Staten van Amerika 18%
Frankrijk 11%
Overige 21%
Totaal = € 154 mln.
Totaal = € 559 mln. Caymaneilanden 37%
Duitsland 17%
Britse Maagdeneilanden 4%
Verenigd Koninkrijk 6% Zweden 6% Frankrijk 10%
België 14%
Spanje 5%
Verenigde Staten van Amerika 10%
Sportvaartuigen
Duitsland 26%
Overige 30%
Duitsland 6% Gibraltar 6%
Italië 16%
Bermuda 11%
Verenigd Koninkrijk 15%
Bron: CBS StatLine – Handel naar goederensoort en landen, 2006
Uit Uit China China is is 34% 34% van van de de importwaarde importwaarde van van sportartikelen sportartikelen afkomstig, afkomstig, de de andere andere handelspartners handelspartners in in sportartikelen sportartikelen en en vaartuigen vaartuigen zijn zijn voornamelijk voornamelijk Westerse Westerse landen landen april 2008
© Policy Research Corporation
139
BIJLAGE 17: CLUBS BINNEN-/BUITENSPORTEN EN ZWEMBADEN Verdeling eigendom accommodatie naar sport, 2003 Eigendom van clubs in buitensport gehuurde accommodatie
accommodatie in eigendom
Eigendom van clubs in binnensport en in zwembad
beschikt niet over accommodatie
gehuurde accommodatie
120%
120%
100%
100%
80%
80%
60%
60%
40%
40%
20%
20%
accommodatie in eigendom
beschikt niet over accommodatie
0%
0% atletiek
golf
hengel-sport
paardensport
tennis
veldsport (excl. voetbal)
veldvoetbal
wielersport
overige buitensport
kracht- en vechtsport
individuele zaalsport
teamzaalsport
zwem- en duiksport
overige binnensport
Bron: CBS StatLine – Sportclubs, 2003
Clubs Clubs in in binnenbinnen- en en buitensporten buitensporten die die een een vaste vaste locatie locatie voor voor hun hun accommodatie accommodatie noodzaken, noodzaken, huren huren voornamelijk voornamelijk april 2008
© Policy Research Corporation
140
BIJLAGE 17: EXPLOITATIE OVERDEKTE SPORTACCOMMODATIE Soorten en evolutie van exploitatie, 2003 Soorten •
Verhouding particuliere-gemeentelijke exploitatie
Sportzaal: Open multifunctionele ruimte voor uitoefenen van sporten zonder sporthal
2 500 2 000
•
Sporthal: Grotere multifunctionele ruimte voor verschillende sporten die onderverdeeld kan worden, eventueel met sportzalen
1 500 38%
Tennishal
•
Overige accommodaties: Ruimte voor specifieke sporten zonder sporthal, sportzaal of tennishal (bvb.: fitness, squash en bowling)
54%
51%
46%
56%
54%
44%
46%
42%
1 000 500
•
49%
62%
58%
0 1988
1991
Gemeente
1994
1997
2000
2003
Particulier
Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003
Privatiseringsfase Privatiseringsfase sinds sinds het het begin begin van van de de jaren jaren ’90 ’90 en en blijvende blijvende groei groei van van overdekte overdekte sportaccommodaties sportaccommodaties leiden leiden tot tot dalend dalend aandeel aandeel van van de de gemeenten gemeenten april 2008
© Policy Research Corporation
141
BIJLAGE 17: EXPLOITATIE OPENLUCHTSPORTACCOMMODATIE Soorten en evolutie van exploitatie, 2003 Soorten • •
Verhouding particuliere-gemeentelijke exploitatie
Voetbal
4 500 4 000
Tennis
13%
15%
19%
18%
21%
22%
87%
85%
81%
82%
79%
78%
3 500 •
•
Eén soort andere veldsport (bvb.: hockey, korfbal en softbal)
3 000 2 500 2 000
Combinaties van veldsporten (bvb.: voetbal en tennis)
1 500 1 000
•
•
Overige sporten (bvb.: atletiek, golf, schaatsen, wielrennen, trimmen, jeu de boules e.d.)
500 0
Veldsporten en overige sporten (bvb.: voetbal en atletiek)
1988
1991
Gemeente
1994
1997
2000
2003
Particulier
Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003
Toenemend Toenemend aandeel aandeel van van particulieren particulieren in in exploitatie exploitatie van van openluchtaccommodaties; openluchtaccommodaties; gemeenten gemeenten blijven blijven meestal meestal wel wel eigenaar eigenaar van van de de accommodaties accommodaties april 2008
© Policy Research Corporation
142
BIJLAGE 17: EXPLOITATIE ZWEMBADEN Soorten en evolutie van exploitatie, 2003 Soorten •
Verhouding particuliere-gemeentelijke exploitatie
Overdekte zwembaden
800 700 36%
•
Openluchtzwembaden
600
39%
45%
55%
58%
45%
42%
1997
2000
64%
500
•
Combibaden Complex met openlucht en overdekte zwembaden
400 300
64%
200
61%
55%
36%
100
•
Strand- en natuurbaden
0 1988
1991
1994
Gemeente
2003
Particulier
Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003
Sterk Sterk toenemend toenemend aandeel aandeel van van particulieren particulieren in in exploitatie exploitatie van van zwembaden; zwembaden; gemeenten gemeenten blijven blijven meestal meestal wel wel eigenaar eigenaar van van de de zwembaden zwembaden en en subsidiëren subsidiëren de de uitbating uitbating april 2008
© Policy Research Corporation
Bron: CBS
143
BIJLAGE 17: EXPLOITATIE JACHTHAVENS Soorten en evolutie van exploitatie, 2003 Soorten
Verhouding exploitatie particulier-watersportclub
Jachthavens zijn sportaccommodaties gebruikt voor het beoefenen van andere watersporten dan in zwembaden Bijvoorbeeld: zeilen , roeien en waterskiën
900 800 700 600
Opmerking: Aantal jachthavens uitgebaat door gemeente of als nevenactiviteit is nihil
51%
54%
53%
49%
46%
47%
500 400 300 200 100 0 1997
2000
Exploitant jachthaven
2003
Watersportclub
Bron: CBS StatLine, Sportaccommodaties, 2003
Aantal Aantal jachthavens jachthavens en en verhouding verhouding tussen tussen uitbating uitbating door door particulieren particulieren en en door door watersportclubs watersportclubs blijft blijft gelijk gelijk tussen tussen 1997 1997 en en 2003 2003 april 2008
© Policy Research Corporation
144
BIJLAGE 18: FINANCIËLE RELATIES VOOR KRANTEN IN FUNCTIE VAN REDACTIONELE RUIMTE VOOR SPORT (15%), 2006 Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
∑ = € 239 mln. (15% van € 1 593 mln.)
Bedrijven
€ 106 mln.
Advertenties
€ 106 mln.
Nationale en regionale dagbladen € 124 mln. 5% 5% handelsmarge handelsmarge € 7 mln.
Abonnementen
95% abonnementen € 126 mln.
Distributeurs
28% 28% handelsmarge handelsmarge € 2 mln.
Consumenten € 133 mln.
Losse verkoop
5% losse verkoop € 7 mln.
€ 5 mln.
Handelaars
Bron: HBD, Branches in detail – Boekhandel, 2007
Totale Totale bestedingen bestedingen van van consumenten consumenten en en bedrijven bedrijven aan aan sport sport in in dagbladen dagbladen bedroeg bedroeg €€ 239 239 miljoen miljoen in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
145
BIJLAGE 18: INKOMSTENBRONNEN NEDERLANDSE DAGBLADEN Advertenties
1 800
∑ = € 1 593 mln.
Verkoop -9%
1 600
€ 885 mln.
1 400
€ mln.
1 200
52%
55%
56%
56%
56%
1 000 800 600 400
€ 708 mln.
48%
45%
44%
44%
44%
2002
2003
2004
2005
2006
200 0
Bron: PWC, Entertainment and Media outlook towards 2011, 2006
Totale Totale inkomsten inkomsten uit uit advertenties advertenties en en verkopen verkopen van van dagbladen dagbladen bedroeg bedroeg €€ 11 593 593 miljoen miljoen in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
146
BIJLAGE 18: FINANCIËLE STROMEN VOOR SPORTTIJDSCHRIFTEN, 2006 Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
∑ = € 137 mln.
Bedrijven
Advertenties
Uitgevers tijdschriften
€ 72 mln.
€ 56 mln. 5% 5% handelsmarge handelsmarge € 3 mln. € 43 mln.
Abonnementen
Distributeurs
28% 28% handelsmarge handelsmarge € 6 mln.
Consumenten
Losse verkoop
€ 22 mln.
€ 16 mln.
Handelaars
Bron: HBD, Branches in detail – Boekhandel, 2007
Totale Totale bestedingen bestedingen door door consumenten consumenten en en bedrijven bedrijven aan aan sporttijdschriften sporttijdschriften bedroeg bedroeg €€ 137 137 miljoen miljoen in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
147
BIJLAGE 18: INKOMSTEN UIT DE VERKOOP VAN COMMERCIËLE SPORTTIJDSCHRIFTEN, 2006 Omzet uit losse verkopen en uit abonnementen naar soort sportmagazine 30
Omzet uit losse verkoop
25
Omzet uit abonnementen € mln.
20 15
Totaal = € 65 mln.
10 5 0 Voetbal
Autosport
Algemeen
Lopen en wandelen
Watersport
Fietsen
Golf
Totale consumentenbestedingen aan commerciële sporttijdschriften Omzet uit losse verkoop
Omzet uit abonnementen
€ 22 mln. € 43 mln.
Uitgeverijen, handelaars en distributeurs sporttijdschriften
Bron: HOI
In In totaal totaal wordt wordt €€ 65 65 miljoen miljoen uitgegeven uitgegeven door door de de passieve passieve sportbeoefenaar sportbeoefenaar aan aan sporttijdschriften sporttijdschriften voornamelijk voornamelijk voor voor voetbal voetbal en en autosport autosport april 2008
© Policy Research Corporation
148
BIJLAGE 18: INKOMSTEN UIT ADVERTENTIES VAN COMMERCIËLE SPORTTIJDSCHRIFTEN EN BONDSBLADEN, 2006 Advertentiebestedingen van sportbladen
€ mln.
160 140
∑ = € 137 mln.
120
Omzet uit advertenties 72
100 80
Factor = 1.1*
60 40 20
Omzet uit verkoop 65
0 Sportbladen
Totale bedrijfsbestedingen aan sporttijdschriften
Inkomsten uit advertenties
€ 72 mln.
Uitgeverijen sporttijdschriften
* Factor 1.1 is zelfde factor als bestedingen aan advertenties in voetbalbladen ten opzichte van de verkopen ervan (o.b.v. Ecorys, Voetbal gewaardeerd)
In In totaal totaal wordt wordt €€ 72 72 miljoen miljoen uitgegeven uitgegeven door door de de bedrijven bedrijven om om te te adverteren adverteren in in sportbladen sportbladen april 2008
© Policy Research Corporation
149
BIJLAGE 18: FINANCIËLE RELATIES UIT DE VERKOOP VAN SPORTBOEKEN, 2006 Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
100% 100%
28% 28%
72% 72%
∑ = € 16 mln.
∑ = € 4mln.
∑ = € 12 mln.
Handelaars
Uitgevers boeken
Totale bestedingen boeken: € 1 624 mln. Aandeel sportboeken 1%*
Totale bestedingen sportboeken: € 16 mln.
* Indicatief percentage o.b.v. informatie verscheidene uitgevers Bron: HBD, Branches in detail – Boekhandel, 2006
In In 2006 2006 werd werd in in totaal totaal €€ 16 16 miljoen miljoen aan aan sportboeken sportboeken besteed besteed in in Nederland Nederland april 2008
© Policy Research Corporation
150
BIJLAGE 19: BATEN OMROEPORGANISATIES TELEVISIE DIE GEPAARD GAAN MET SPORTUITZENDINGEN Absolute overheidsbijdragen aan publieke omroep en aandeel bijdrage in functie van aantal zenduren sport in zendtijd
Bruto reclame-inkomsten voor, na en tijdens sportuitzendingen ∑ = €119 mln.*
120 000
€ 1 000
60 000
Aandeel overheidsbijdrage gerelateerd aan sport
15 119
∑ = €95 mln.*
3 585 11 188
7 514
∑ = € 75 mln.*
21 582
7 947 6 270
13 198
11 863 80 476
40 000 20 000
Aandeel sport in totale zendtijd
SBS 6 RTL 5 RTL 4 Nederland 3 Nederland 2 Nederland 1
€ miljoen
100 000 80 000
Totale overheidsbijdrage
6 676
51 543
42 772
0
1999
•
•
•
2000
2001
500 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
455
* De reclame-inkomsten van Yorin, Fox, Net5 en V8 worden ook meegenomen in het totaalbedrag, maar hun aandeel is te klein om zichtbaar te zijn in de figuur
• •
•
453
442
424
-7%
16% 12% 8%
34
34
39
4% 28 -13% 30 0%
2002
Reclame-inkomsten gepaard met sportuitzendingen bedroegen tussen 1999 en 2001, respectievelijk € 75 mln., € 119 mln. en € 95 mln. Stijging tussen 1999 en 2000 kan verklaard worden door de sportuitzendingen rond de Olympische Spelen en EURO 2000. Nederland 2 ontving de meeste inkomsten uit reclame rond sportuitzendingen
460
2003
2004
2005
2006
Overheid gaf in 2006 een bijdrage aan de publieke omroep van € 424 mln. Tussen 2002 en 2006 schommelde het aandeel sport rond 8% in de totale zendtijd van de publieke omroepen Overheidsbijdrage in functie van aandeel sport in totale zendtijd daalde van € 34 mln. naar € 30 mln., als gevolg van de daling in de totale overheidsbijdrage
Bron: Van den Heuvel, Sport op televisie in Nederland-Trendrapportage 1990-2002, Stichting Kijk-en Luisteronderzoek en Jaarrekeningen NPO
Reclamebestedingen Reclamebestedingen rond rond sport sport bedroegen bedroegen in in 2001 2001 circa circa €€ 95 95 miljoen, miljoen, terwijl terwijl de de overheidsbijdrage overheidsbijdrage voor voor sportuitzendingen sportuitzendingen jaarlijks jaarlijks schommelt schommelt rond rond €€ 30 30 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
151
BIJLAGE 20: TOTALE BESTEDINGEN DOOR HUISHOUDENS AAN AANSLUITING VOOR TELEVISIE Soort aansluiting televisie naar huishoudens
Consumenten bestedingen aan aansluiting media
Totaal in 2006 = 7.04 mln. huishoudens 1 800
Satelliet
Digtitale televisie
Interactieve televisie +8%
6 Miljoen huishoudens
1 576
1 600
1 424
1 400 € mln. per jaar
7.2
Kabel
4.8
1 200
+52%
1 268 1 034
1 127
1 000 800 600 400 200
3.6
0 2002
2.4
2003
2004
2005
2006
15% sport*
1.2
Bestedingen voor sport op televisie:
0 2002
2003
2004
2005
2006
€ 236 miljoen
* Kijktijd naar sport o.b.v. slide 18
De De consumentenbestedingen consumentenbestedingen voor voor aansluiting aansluiting van van televisie, televisie, voornamelijk voornamelijk via via kabel, kabel, voor voor het het bekijken bekijken van van sport sport bedragen bedragen €€ 236 236 miljoen miljoen in in 2006 2006 april 2008
© Policy Research Corporation
152
BIJLAGE 21: BEREKENINGSWIJZE BESTEDINGEN AAN RADIOEN TELEVISIETOESTELLEN Totale bestedingen aan audiovisuele apparatuur: € 2 112 mln.* Gegevens HBD
Gegevens CBS • Aandeel bestedingen in audiovisuele apparatuur**:
• Aandeel bestedingen in audiovisuele apparatuur***:
− Televisietoestellen: 27% − Radio’s en versterkers: 7%
Totale bestedingen:
− Televisietoestellen: 37% − Klassieke radio’s: 3%
Totale bestedingen: − Televisietoestellen: € 781 mln. − Klassieke radio’s: € 63 mln.
− Televisietoestellen: € 570 mln. − Radio’s en versterkers: € 148 mln.
Gemiddeld aandeel in bestedingen audiovisuele apparatuur en bestedingen per jaar Aandeel televisie: 32%
Totale bestedingen televisie: € 676 mln.
Aandeel radio: 5%
Totale bestedingen radio: € 106 mln.
* Op basis van gegevens van HBD, Branches in detail – Wit- en bruingoedzaken, 2007 ** Op basis van CBS StatLine - Bestedingen uitgebreide indeling naar huishoudenkenmerken, 2004 *** Indicatieve percentages aangeleverd door HBD
De De totale totale bestedingen bestedingen voor voor de de aankoop aankoop van van televisie televisie en en radio radio worden worden geraamd geraamd op, op, respectievelijk, respectievelijk, €€ 676 676 miljoen miljoen en en €€ 106 106 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
153
BIJLAGE 21: HANDEL IN TELEVISIETOESTELLEN VOOR SPORT Bestedingen consument verdeeld over handel en productie, 2006 Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
100% 100%
25% 25%
75% 75%
∑ = € 101 mln.
∑ = € 25 mln.
∑ = € 76 mln.
Totale bestedingen televisie Bestedingen audiovisuele apparatuur: € 2 112 mln. 32%
Bestedingen voor televisie: € 676 mln. 15 % sportkijktijd
Handelaars computershops 4% supermarkten 2%
postorder/ internetwinkels, ambulante handel en overige winkels 10%
∑ = € 71 miljoen
Import
94%*
Productie
6%*
huishoudelijkeartikelenzaken 3% niet-detailhandel 9% wit- en bruingoedzaken 73%
Aandeel sportbestedingen televisie
∑ = € 5 miljoen
Totaal: € 101 mln. *
Verhouding import-productie van de Nederlandse sector voor vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur is als basis genomen. Zie Slide 156 voor uitwerking hiervan. Bron: HBD, Stichting Kijk- en luisteronderzoek en CBS
In In 2006 2006 werd werd €€ 101 101 miljoen miljoen besteed besteed aan aan de de aankoop aankoop van van televisietoestellen televisietoestellen voor voor het het bekijken bekijken van van sport sport april 2008
© Policy Research Corporation
154
BIJLAGE 21: HANDEL IN RADIOTOESTELLEN VOOR SPORT Bestedingen consument verdeeld over handel en productie, 2006 Eindgebruiker
Bedrijfsniveau
100% 100%
25% 25%
75% 75%
∑ = € 4 mln.
∑ = € 1 mln.
∑ = € 3 mln.
Totale bestedingen radio Bestedingen audiovisuele apparatuur: € 2 112 mln. 5%
Bestedingen voor televisie: € 106 mln. 4 % sportzendtijd*
Handelaars computershops 4% supermarkten 2%
postorder/ internetwinkels, ambulante handel en overige winkels 10%
∑ = € 2.8 miljoen
Import
94%**
Productie
6%**
huishoudelijkeartikelenzaken 3% niet-detailhandel 9% wit- en bruingoedzaken 73%
Aandeel sportbestedingen radio
∑ = € 0.2 miljoen
Totaal: € 4 mln. * Op basis van SEO-onderzoek uit 1996, bevestigd door Ecorys n.a.v. studie over economische betekenis van voetbal ** Verhouding import-productie van de Nederlandse sector voor vervaardiging van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur is als basis genomen. Zie Slide 156 voor uitwerking hiervan. Bron: HBD en CBS
Totale Totale bestedingen bestedingen aan aan radio’s radio’s in in functie functie van van de de zendtijd zendtijd voor voor sport sport bedraagt bedraagt ca. ca. €€ 44 miljoen miljoen per per jaar jaar april 2008
© Policy Research Corporation
155
BIJLAGE 21: VERHOUDING BINNENLANDSE PRODUCTIE EN IMPORT VAN DE NEDERLANDSE SECTOR VOOR VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEOEN TELECOMMUNICATIEAPPARATUUR, 2003 In € miljoen
94% 94%
Importwaarde
16 322
Binnenlandse productie
Consumptieve bestedingen
Binnenlands aanbod aan audio-, video en telecommunicatieapparatuur
525*
6% 6%
2 279**
1 004
15 047
Exportwaarde
* Intermediaire aankopen uit import van producerende bedrijven ** Consumptieve bestedingen bedragen meer dan bestedingen aan audiovisuele apparatuur op slides 154 en 155 door gebruik van andere definitie Bron: CBS Nationale rekeningen – Productie, consumptieve bestedingen, invoer en uitvoer van audio-, video- en telecommunicatieapparatuur, 2003
De De Nederlandse Nederlandse productie productie van van audio, audio, videovideo- en en telecommunicatieapparatuur telecommunicatieapparatuur maakt maakt 6% 6% uit uit van van de de totale totale omzet omzet bestemd bestemd voor voor de de binnenlandse binnenlandse markt markt en en export export april 2008
© Policy Research Corporation
156
BIJLAGE 22: AFGELEGDE AUTOKILOMETERS VOOR ACTIEVE EN PASSIEVE SPORTBEOEFENING, 2004 Afgelegde afstand voor sport (actief & passief)
Assumpties
Totaal: 1.1 km per persoon per dag Openbaar vervoer 3%
Lopen Overige 2% 2%
Fiets 14%
Auto 79%
Bevolking
16.3 mln.
Dagen
365
Gemiddeld aantal passagiers per auto
1.85 personen
Aantal autokilometers naar categorie Totaal: 92 215 mln. km Overige 17%
recreatie 3%
Winkelen 10% Vrije tijd 39%
sociale contacten 20%
sport 3%
Ca. 2 800 mln. km horeca 1% cultuur 1% overige 10%
Woon-werk 35%
Bron: SCP o.b.v. MON’04
Voor Voor actieve actieve of of passieve passieve sportbeoefening sportbeoefening wordt wordt 22 800 800 mln. mln. km km afgelegd afgelegd met met de de auto auto of of 3% 3% van van het het totaal totaal aantal aantal autokilometers autokilometers april 2008
© Policy Research Corporation
157
BIJLAGE 22: BRANDSTOFKOSTEN VOOR VERVOER VAN EN NAAR EEN SPORTFACILITEIT, 2004
Type brandstof
Aandeel auto’s per brandstof
Gemiddelde prijs
Gemiddeld verbruik/100km
Benzine
81%
1.25 €/l
7l
€ 199 mln.
Diesel
15%
0.89 €/l
6l
€ 22 mln.
LPG
4%
0.46 €/l
7l
€ 4 mln.
Verbruik aan brandstof
Σ = € 225 mln. Bron: SCP o.b.v. MON’04 en CBS StatLine – Motorvoertuigen, 2004
Totale Totale bestedingen bestedingen aan aan brandstofverbruik brandstofverbruik voor voor het het actief actief of of passief passief beoefenen beoefenen van van sport sport bedroeg bedroeg €€ 225 225 mln. mln. in in 2004 2004 april 2008
© Policy Research Corporation
158
BIJLAGE 22: AUTOBESTEDINGEN GERELATEERD AAN SPORT, EXCLUSIEF BRANDSTOFKOSTEN, 2004 Bestedingen aan auto’s voor sport
3 000
2 728 2 083
2 000 501
1 000
Bijdrage voor auto aan werkgever
Overdrachten ivm de auto*
Onderhoud en accessoires auto's
Voertuigverzekering
Gekochte 2e-hands auto's
Gekochte nieuwe auto's
0
3.04%
123 101 83 63 15 Bijdrage voor auto aan werkgever
3 315
∑ = € 560 miljoen
Overdrachten ivm de auto*
4 000
175
Onderhoud en accessoires auto's
4 038
200 180 160 140 120 100 80 60 40 20 0
Voertuigverzekering
€ mln.
5 000
Σ = ca. 18.4 miljard
€ mln.
6 000
5 742
Gekochte 2e-hands auto's
7 000
Gekochte nieuwe auto's
Bestedingen aan auto’s
* Motorrijtuigenbelasting, rijbewijs en kentekenbewijs
Bron: CBS StatLine – Bestedingen huishoudens, 2004
Totale Totale inkomsten inkomsten van van automobielindustrie, automobielindustrie, exclusief exclusief brandstofkosten, brandstofkosten, gerelateerd gerelateerd aan aan actieve actieve of of passieve passieve sportbeoefening sportbeoefening bedroegen bedroegen €€ 560 560 mln. mln. in in 2004 2004 april 2008
© Policy Research Corporation
159
BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Primair onderwijs (1/2) Kerndoelen bewegingsonderwijs in het basisonderwijs: •
Lichamelijke opvoeding dient overal gegeven te worden –
• •
Door bevoegde groepsleerkracht of vakleerkracht
Geen voorschriften voor aantal uren te besteden (ook niet van andere vakken) Richtlijn: – – –
Groep 1&2: dagelijks 45 minuten Groep 3 tot en met 8: 2 keer per week 45 minuten Groep 3 tot en met 8 speciaal onderwijs: 3 keer per week 45 minuten
Feitelijk bewegingsonderwijs primair onderwijs: • • •
In schooljaar 2004/05 waren er 6 986 reguliere basisscholen en 652 scholen voor speciaal onderwijs 1.55 miljoen kinderen volgden regulier basisschoolonderwijs en 0.1 miljoen kinderen volgden speciaal onderwijs Leraren in basisonderwijs in fte’s in 2006: – –
•
Wekelijkse tijd (van totaal van 25 lesuren) besteed aan bewegingsonderwijs in 2002/03 (bron: NWO/ITS/SCO – Kohnstamm Instituut (Prima’02/’03), Rapportage Sport 2006) – –
april 2008
Regulier basisonderwijs: 106 000 Speciaal basisonderwijs: 8 000
Regulier basisonderwijs: 104 minuten Speciaal basisonderwijs: 114 minuten
© Policy Research Corporation
160
BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Primair onderwijs (2/2)
Aantal fte’s besteed aan bewegingsonderwijs op primair onderwijs: • Aanname: gemiddeld aantal uren bewegingsonderwijs is sinds schooljaar 2002/03 niet veranderd • Regulier basisonderwijs: – 104 / (25 x 60 minuten) x 100% = 6.9% van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs; 6.9% van 106 000 fte’s = 7 350 fte’s per jaar aan bewegingsonderwijs – 60% wordt door een groepsleerkracht gegeven = 4 410 fte’s – 40% wordt door een vakleerkracht gegeven = 2 940 fte’s
• Speciaal basisonderwijs: – 114 / (25 x 60 minuten) x 100% = 7.6% van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs; % van 8 000 fte’s = 600 fte’s per jaar aan bewegingsonderwijs – 13% wordt door een groepsleerkracht gegeven = 78 fte’s – 87% wordt door een vakleerkracht gegeven = 530 fte’s In In totaal totaal zijn zijn bijna bijna 88 000 000 fte’s fte’s actief actief in in het het bewegingsonderwijs bewegingsonderwijs op op primair primair onderwijsniveau onderwijsniveau april 2008
© Policy Research Corporation
161
BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Voortgezet onderwijs (1/2) Kerndoelen bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs: • Bewegingsonderwijs is verplicht onderdeel van lesaanbod • Inrichtingsbesluit voortgezet onderwijs: (gemiddeld 2 lesuren per week) – VWO: 12 lessen per week over 6 jaar (480 uur totaal) – HAVO: 10 lessen per week over 5 jaar (440 uur totaal) – VMBO: 10 lessen per week over 4 jaar (400 uur totaal)
Feitelijk bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs: • • • •
In schooljaar 2004/05 waren er 668 middelbare scholen 938 000 jongeren volgden voortgezet onderwijs Leraren in voortgezet onderwijs in fte’s in 2006: 62 200 Wekelijkse tijd (van totaal van 35 lesuren) besteed aan bewegingsonderwijs in 2002/03 (bron: NWO/ITS/SCO – Kohnstamm Instituut (Prima’02/’03), Rapportage Sport 2006) – HAVO/VWO: 156 minuten – VMBO: 144 minuten
april 2008
© Policy Research Corporation
162
BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Voortgezet onderwijs (2/2)
Aantal fte’s besteed aan bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs: • Aanname: gemiddeld aantal uren bewegingsonderwijs is sinds schooljaar 2002/03 niet veranderd • Aanname: gelijke verdeling van aantal leerlingen over VMBO, HAVO en VWO • Voortgezet onderwijs: – HAVO/VWO: 144 / (35 x 60 minuten) x 100% = 6.9 % van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs – VMBO: 156 / (35 x 60 minuten) x 100% = 7.4% van de lestijd wordt besteed aan bewegingsonderwijs – 7% van de 62 200 fte’s = 4 350 fte’s per jaar aan bewegingsonderwijs
In In totaal totaal zijn zijn circa circa 44 350 350 fte’s fte’s actief actief in in het het bewegingsonderwijs bewegingsonderwijs op op primair primair onderwijsniveau onderwijsniveau april 2008
© Policy Research Corporation
163
BIJLAGE 23: BEWEGINGSONDERWIJS Financiële stromen (in € miljoen) Arbeidskosten leraar primair onderwijs (bron: www.werkeninhetonderwijs.nl): • € 40 000* + werkgeverslasten (= 25% van € 40 000 = € 10 000) = € 50 000 per jaar • 7 950 fte’s * € 50 000 = ± € 400 miljoen per jaar aan totale arbeidskosten voor bewegingsonderwijs op primair onderwijs
Arbeidskosten voortgezet onderwijs (bron: www.werkeninhetonderwijs.nl): • € 44 000** + werkgeverslasten (= 25% van € 44 000 = € 11 000 = € 55 000 per jaar • 4 350 fte’s * € 55 000 = ± € 240 miljoen per jaar aan totale arbeidskosten voor bewegingsonderwijs op voortgezet onderwijs €400 miljoen
Leraren primair onderwijs
€240 miljoen
Leraren voortgezet onderwijs
De rijksoverheid
* Gebaseerd op een gemiddelde van begin- en eindsalaris van leraar in salarisschaal LB inclusief vakantiegeld en 13e maand ** Gebaseerd op een gemiddelde van begin- en eindsalaris van leraar in salarisschaal LC inclusief vakantiegeld en 13e maand
Vanuit Vanuit de de rijksoverheid rijksoverheid gaat gaat jaarlijks jaarlijks ongeveer ongeveer €€ 640 640 miljoen miljoen naar naar leraren leraren die die actief actief zijn zijn in in het het bewegingsonderwijs; bewegingsonderwijs; hiervan hiervan gaat gaat €€ 400 400 miljoen miljoen naar naar leraren leraren uit uit het het primair primair onderwijs onderwijs en en €€ 240 240 miljoen miljoen naar naar leraren leraren uit uit het het voortgezet voortgezet onderwijs onderwijs april 2008
© Policy Research Corporation
164
BIJLAGE 23: ONDERWIJSINSTELLINGEN Sportopleidingen: feiten en werkgelegenheid Totaal aantal ingeschreven studenten studiejaar 2006/07 en deel daarvan dat een sportopleiding volgt (in 2005) (bron: Ministerie OCW, www.ocw.nl; W.J.H. Mulier Instituut, Arbeidsmonitor Sport, 2006): • • •
MBO: 476 900 totaal ingeschreven; 12 720 (2.5%) volgt een sportopleiding HBO: 353 100 totaal ingeschreven; 10 970 (3%) volgt een sportopleiding WO: 201 800 totaal ingeschreven; 409 (0.2%) volgt een sportopleiding
Werkgelegenheid (bron: Ministerie OCW, www.ocw.nl , Vereniging van USNU, www.vsnu.nl): • • •
MBO: 2.5% van 37 000 fte’s werkzaam in Bve onderwijs = ± 1 000 fte’s HBO: 3% van 23 000 fte’s werkzaam in HBO onderwijs = ± 700 fte’s WO: 0.2% van 36 500 fte’s werkzaam in WO onderwijs = ± 75 fte’s
Rijksbijdragen aan onderwijsinstellingen (bron: Ministerie OCW, www.ocw.nl , Vereniging van USNU, www.vsnu.nl): • • •
MBO*: 2005: € 3.0 miljard; gemiddelde jaarlijks onderwijsbudget per scholier bedraagt € 3 miljard / 476 900 = € 6 300 HBO: gemiddelde jaarlijkse bijdrage van € 5 100 per student WO: 2005: gemiddelde jaarlijks onderwijsbudget per student bedraagt € 5 000 * Er wordt hierbij geen rekening gehouden met mogelijke verschillen in het aantal ingeschreven studenten over de verschillende jaren
Van Van alle alle MBO, MBO, HBO HBO en en WO WO studenten studenten volgt volgt respectievelijk respectievelijk ongeveer ongeveer 2.5%, 2.5%, 3% 3% en en 0.2% 0.2% een een sportopleiding sportopleiding april 2008
© Policy Research Corporation
165
BIJLAGE 23: ONDERWIJSINSTELLINGEN Jaarlijkse financiële stromen m.b.t. sportopleidingen: rijk en collegegelden (in miljoen €) Rijksbijdragen Bijdragen aan onderwijsinstellingen voor studenten die een sportopleiding volgen • MBO: € 6 300 x 12 720 studenten = € 80 miljoen • HBO: € 5 100 x 10 970 studenten = € 56 miljoen • WO: € 5 000 x 409 studenten = € 2 miljoen
€ 138 Inkomsten onderwijsinstellingen rijk + collegegelden: € 155 miljoen € 17 Collegegelden* van studenten die een sportopleiding volgen • HBO: € 1 500 x 10 970 = € 16.5 miljoen • WO: € 1 500 x 409 = € 0.6 miljoen
Collegegelden * Bij de berekening van de collegegelden wordt aangenomen dat het jaarlijkse gemiddelde collegegeld € 1 500 per student bedraagt
De De onderwijsinstellingen onderwijsinstellingen die die sportopleidingen sportopleidingen aanbieden aanbieden ontvangen ontvangen vanuit vanuit het het rijk rijk jaarlijks jaarlijks ongeveer ongeveer €€ 138 138 miljoen miljoen en en uit uit collegegelden collegegelden €€ 17 17 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
166
BIJLAGE 24: BEREKENINGEN BELEIDSMEDEWERKERS SPORT Rijk en Provincie
Rijk: • • • •
Vanuit het rijk is (op structurele basis) voornamelijk het Ministerie van VWS actief op het gebied van sport VWS heeft hiertoe ongeveer 35 fte’s aan beleidsmedewerkers in dienst De gemiddelde jaarlijkse arbeidskosten per beleidsmedewerker bedraagt ongeveer € 75 000 De totale jaarlijkse uitgaven voor beleidsmedewerkers op rijksniveau actief op sportgebied bedragen ongeveer 35 fte x € 75 000 = € 2.6 miljoen
Provincie (schattingen op basis van expert opinion vanuit diverse sportraden en sportservicebureaus): • •
Vanuit de provincie zelf is in totaal ongeveer 15 fte actief met sport De provinciale sportraden en sportservicebureaus hebben afhankelijk van de grootte van de provincie ook beleidsmedewerkers sport in dienst: – – –
• •
Kleinere provincies (Friesland, Groningen, Drenthe, Flevoland, Overijssel, Limburg en Zeeland): 8 fte x 7 provincies = 56 fte Middelgrote provincies (Gelderland en Noord-Brabant): 12 fte x 2 = 24 fte Grote provincies (Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht) 20 fte x 3 = 60 fte
Op provinciaal niveau is ongeveer 150 fte actief op gebied van sport De totale jaarlijkse uitgaven voor beleidsmedewerkers op provinciaal niveau actief op sportgebied bedragen ongeveer 150 fte x € 65 000 = € 9.75 miljoen Bron: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, gesprekken met diverse provinciale sportraden en sportservicebureaus
Op Op rijksniveau rijksniveau zijn zijn ongeveer ongeveer 35 35 fte’s fte’s aan aan beleidsmedewerkers beleidsmedewerkers actief actief op op sportgebied sportgebied en en op op provinciaal provinciaal niveau niveau 150; 150; dit dit impliceert impliceert een een totale totale jaarlijkse jaarlijkse loonkost loonkost van van €€ 2.6 2.6 miljoen miljoen op op rijksniveau rijksniveau en en €€ 9.8 9.8 miljoen miljoen op op provinciaal provinciaal niveau niveau april 2008
© Policy Research Corporation
167
BIJLAGE 24: BEREKENINGEN BELEIDSMEDEWERKERS SPORT Gemeente Gemeente: • Op gemeentelijk niveau zijn beleidsmedewerkers actief op het gebied van sport; het aantal is met name afhankelijk van de grootte van de gemeente: – Gemeentes met minder dan 50 000 inwoners hebben voor sportbeleid gemiddeld 1.4 fte in dienst – Gemeentes met een inwoneraantal tussen de 50 000 en 100 000 hebben voor sportbeleid gemiddeld 3.0 fte in dienst – Gemeentes met meer dan 100 000 inwoners hebben voor sportbeleid gemiddeld 7.8 fte in dienst
• Dit betekent dat in Nederland op gemeentelijk niveau ongeveer 850 fte’s beleidsmedewerkers sport actief zijn en 8 650 fte’s actief in de uitvoering • De gemiddelde jaarlijkse arbeidskosten per fte bedragen gemiddeld € 65 000 • Dit betekent dat de totale jaarlijkse uitgaven voor gemeentelijk personeel actief op sportgebied 850 fte x € 65 000 = € 55.25 miljoen bedragen Bron: Vereniging Sport en Gemeenten; Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Op Op gemeentelijk gemeentelijk niveau niveau zijn zijn ongeveer ongeveer 850 850 fte’s fte’s aan aan beleidsmedewerkers beleidsmedewerkers actief actief op op sportgebied; sportgebied; dit dit leidt leidt tot tot totale totale jaarlijkse jaarlijkse loonkosten loonkosten van van ruim ruim €€ 55 55 miljoen miljoen april 2008
© Policy Research Corporation
168
BIJLAGE 25: ALGEMENE FEITEN M.B.T. SPORT EN GEZONDHEID Belangrijkste relaties tussen sport en gezondheid: • Positief: verhoogde productiviteit en verminderd arbeidsverzuim • Negatief: directe (medische) en indirecte (arbeidsverzuim) kosten verbonden aan sportblessures Algemeen: • In de periode 2000-2005 vonden jaarlijks gemiddeld 1.5 miljoen sportblessures plaats, waarvan er 760 000 medisch werden behandeld • Sporters verzuimen iets vaker, maar herstellen vooral sneller dan niet-sporters (a) • Over vier jaar gezien verzuimen sporters gemiddeld ruim 20 dagen minder (a) • De positieve effecten van sport blijken sterker bij werknemers met veel zittend werk (a) • Het stimuleren van matige activiteit als fietsen en wandelen levert een gunstiger kosten-baten analyse op dan het stimuleren van intensievere activiteiten (b) • Uit onderzoek binnen het MKB blijkt dat het probleem van sportblessures eigenlijk alleen speelt bij de groep van werknemers die frequent verzuimt wegens sportblessures en dat is maar een kleine groep (c)
Uitgevoerde Uitgevoerde studies studies geven geven aan aan dat dat de de positieve positieve effecten effecten van van sporten sporten op op de de gezondheid gezondheid groter groter zijn zijn dan dan de de negatieve negatieve april 2008
© Policy Research Corporation
169
BIJLAGE 25: ONDERVERDELING VAN VERSCHILLENDE DIRECTE MEDISCHE KOSTEN VAN SPORTBLESSURES, 2000 Therapeutische verrichting 3%
Andere 6%
Totale directe medische kosten = € 170 miljoen
Ambulance 3% Huisarts 7%
Fysiotherapeut 32%
Ziekenhuisopname 10%
SEH-afdeling 19%
Specialist/Polikliniek 20%
Bron: Consument en Veiligheid, Kosten van sportblessures in Nederland, 2005
Fysiotherapeuten, Fysiotherapeuten, specialisten/polikliniek specialisten/polikliniek en en SEH-afdeling SEH-afdeling zijn zijn voornaamste voornaamste partijen partijen die die inkomsten inkomsten ontvangen ontvangen uit uit behandeling behandeling van van sportblessures sportblessures april 2008
© Policy Research Corporation
170
BIJLAGE 26: KNELPUNTEN MET BETREKKING TOT INNOVATIE IN SPORT Ondernemers krijgen hun plannen vaak niet gefinancierd door een reguliere bank wegens: • •
het ontbreken van ondersteunend wetenschappelijk onderzoek dat nog moet worden uitgevoerd en dus ook gefinancierd het feit dat vaak reglementen dienen te worden aangepast vooraleer een innovatie wordt toegestaan en dus op bredere schaal kan worden vermarkt
Ondernemer hebben geen/beperkte toegang tot de sportwereld Dilemma’s met betrekking tot sport & innovatie: • • • •
kennismonopolie: universiteit wil/moet publiceren over het wetenschappelijk onderzoek, terwijl de (top)sporter dat niet wil vanuit economische, psychologische en trainingsredenen de ondernemer die de innovatie heeft uitgewerkt, wil bij voorkeur vóór een evenement publiciteit/reclame voor zijn product maken, terwijl de sporter dat liever niet heeft Intellectual Property Rights: de overheid ‘dwingt’ universiteiten om met hun onderzoek geld te verdienen op derde markten, wat ondernemers tegenhoudt om met universiteiten in zee te gaan Topatleet is een imitator, geen innovator
Een aantal onderzoeken die relevant zijn voor sport, zullen niet of slechts op zeer lange termijn economische waarde generen voor sport. Er is geen centrale database voor innovatie in sport; de meeste informatie is beschikbaar via de universiteiten Innovatie in sport is onvoldoende duidelijk georganiseerd in Nederland => nood aan een centraal en onafhankelijk aanspreekpunt
Rol Rol voor voor de de overheid overheid situeert situeert zich zich vooral vooral in in het het faciliteren faciliteren van van innovatie innovatie in in sport sport en en het het ondersteunen ondersteunen van van onderzoeken onderzoeken met met effecten effecten op op langere langere termijn termijn april 2008
© Policy Research Corporation
171
BIJLAGE 27: SLEUTELMOMENTEN OP EU-VLAK MET BETREKKING TOT SPORT 1995
Bosmanarrest Afschaffing van de transfersom na afloop van een spelerscontract
april 2008
1997
1999 2000
Verdrag van Amsterdam
Helsinki-rapport van de EC
• Benadrukking van maatschappelijke betekenis van sport bij smeden van identiteit en saamhorigheid • EU-organen dienen gehoor te geven aan sportorganisaties m.b.t. belangrijke vraagstukken waar sport aan de orde is (o.a. amateursport)
Suggesties voor concrete stappen om een stabielere juridische omgeving te creëren Onderwerp: strijd tegen doping => Er werden geen maatregelen genomen
Verklaring van Nice Aantal paragrafen over sport en gemeenschapswetgeving => Niet juridisch bindend
2007
Witboek sport Brede benadering van sportgerelateerde kwesties Focus op: • Maatschappelijke rol van sport • Economische dimensie van sport • Organisatie van sport • Follow-up
Sport Sport is is onderworpen onderworpen aan aan EU EU regelgeving: regelgeving: in in de de huidige huidige situatie situatie ontwikkelt ontwikkelt de de wijze wijze waarop waarop sport sport in in het het communautaire communautaire recht recht wordt wordt beoordeeld beoordeeld zich zich op op basis basis van van een een ‘case-by-case’ ‘case-by-case’ benadering. benadering. Echter, Echter, in in het het Hervormingsverdrag Hervormingsverdrag is is een een ‘sportartikel’ ‘sportartikel’ voorzien voorzien © Policy Research Corporation
172
BIJLAGE 27: ER BESTAAN EEN AANTAL VOORSTELLEN OM SPORT EEN BETERE JURIDISCHE BASIS TE BIEDEN Uitgangspunten Uitgangspunten
•• Sport Sport impliceert impliceert bepaalde bepaalde vormen vormen van van discriminatie discriminatie •• Sportcompetitie Sportcompetitie is is niet niet hetzelfde hetzelfde als als economische economische competitie competitie
Mogelijke Mogelijke juridische juridische instrumenten instrumenten om om meer meer zekerheid zekerheid aan aan sport sport te te bieden bieden ••Positie Positie spelersmakelaars: spelersmakelaars: licenties licenties voor voor uitoefenen uitoefenen van van beroep beroep ••Zekerstelling Zekerstelling van van sportfinanciering: sportfinanciering: solide solide licentiestelstel licentiestelstel met gemeenschappelijke financiële basisregels met gemeenschappelijke financiële basisregels voor voor profclubs profclubs op op nationaal nationaal en en Europees Europees niveau niveau (good (good governance) governance) ••Mediarechten: Mediarechten: collectieve collectieve verkoop verkoop van van uitzendrechten uitzendrechten (solidariteit) (solidariteit) ••Teamsamenstellingen: Teamsamenstellingen: samenstelling samenstelling van van nationale nationale teams teams moeten moeten van van zo zo hoog hoog mogelijk mogelijk niveau niveau kunnen kunnen zijn) zijn) ••Opleiding Opleiding van van talenten: talenten: sportopleiding sportopleiding combineren combineren met met ‘reguliere’ ‘reguliere’ opleiding opleiding t.b.v. t.b.v. periode periode na na beëindiging beëindiging sportcarrière sportcarrière
••Verordening Verordening inzake inzake groepsvrijstelling groepsvrijstelling –– Bvb. Bvb. maximale maximale lengte lengte van van een een contract contract voor voor de de centrale marketing van mediarechten centrale marketing van mediarechten ••Richtlijnen Richtlijnen met met betrekking betrekking tot tot de de toepassing toepassing van van de de concurrentiewetgeving concurrentiewetgeving van van de de EU EU op op sport sport –– Bvb. Bvb. regels regels mbt mbt het het trainen trainen van van jonge jonge atleten atleten ••Instrumenten Instrumenten ter ter toepassing toepassing van van de de fundamentele fundamentele vrijheden vrijheden op sport op sport –– Bvb. Bvb. richtlijnen richtlijnen voor voor de de regels regels van van het het vrije vrije verkeer verkeer toepassen toepassen op op sport sport ••Andere Andere EU EU instrumenten instrumenten –– Bvb. Bvb. richtlijn richtlijn m.b.t. m.b.t. agenten/makelaars agenten/makelaars in in sport sport
Bron: Memorandum van Staatssecretaris voor Europese Zaken; Independent European Sport Review 2006
De De beschikbaarheid beschikbaarheid van van een een aantal aantal juridische juridische instrumenten instrumenten om om meer meer zekerheid zekerheid te te bieden bieden aan aan sport sport impliceert impliceert niet niet dat dat hier hier reeds reeds draagvlak draagvlak voor voor bestaat bestaat of of concrete concrete actie actie toe toe wordt wordt ondernomen ondernomen april 2008
© Policy Research Corporation
173
BIJLAGE 27: IN 2007 PUBLICEERDE DE EC HET WITBOEK SPORT EC: EC: “Verantwoordelijkheid “Verantwoordelijkheid op op sportgebied sportgebied ligt ligt in in de de eerste eerste plaats plaats bij bij de de sportorganisaties sportorganisaties en en de de lidstaten, lidstaten, met met een een centrale centrale rol rol voor voor de de sportfederaties” sportfederaties” In het witboek wordt belang gehecht aan: Maatschappelijke Maatschappelijke rol rol van van sport sport Lichaamsbeweging Lichaamsbeweging voor voor een een betere betere volksgezondheid volksgezondheid krachten krachten bundelen bundelen om omdoping doping te te bestrijden bestrijden Meer Meer aandacht aandacht voor voor sport sport in in onderwijs onderwijs en en opleiding opleiding Vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk en en actief actief burgerschap burgerschap bevorderen bevorderen door door sport sport Sport Sport en en sociale sociale inclusie, inclusie, integratie integratie en en gelijke gelijke kansen kansen De De preventie preventie en en bestrijding bestrijding van van racisme racisme en en geweld geweld aanscherpen aanscherpen Onze Onze waarden waarden delen delen met met de de rest rest van van de de wereld wereld Duurzame Duurzame ontwikkeling ontwikkeling ondersteunen ondersteunen
Economische Economische betekenis betekenis van van sport sport Naar Naar een een empirisch empirisch onderbouwd onderbouwd sportbeleid sportbeleid Overheidssteun Overheidssteun voor voor sport sport veiligstellen veiligstellen
Organisatie Organisatie van van sport sport Erkenning Erkenning van van het het specifieke specifieke karakter karakter van van sport sport Vrij Vrij verkeer verkeer en en nationaliteit nationaliteit Transfers Transfers Spelersmakelaars Spelersmakelaars Bescherming Bescherming van van minderjarigen minderjarigen Corruptie Corruptie en en fraude fraude Licentiesystemen Licentiesystemen voor voor clubs clubs Media Media
Follow-up Follow-up Gestructureerde Gestructureerde dialoog dialoog Samenwerking Samenwerking met met de de lidstaten lidstaten Sociale Sociale dialoog dialoog
Wanneer Wanneer een een witboek witboek positief positief wordt wordt onthaald, onthaald, kan kan het het worden worden omgezet omgezet in in een een concreet concreet actieprogramma actieprogramma april 2008
© Policy Research Corporation
174
BIJLAGE 27: REACTIE VAN HET NEDERLAND KABINET OP HET WITBOEK SPORT Algemeen: Sportbeleid is in eerste instantie een bevoegdheid van de lidstaten en de Europese Unie slechts in bepaalde gevallen aanvullend moet optreden wanneer daar meerwaarde op Europees niveau ligt
+
Voor Voor het het eerst eerst een een allesomvattende allesomvattende benadering benadering van van sportgerelateerde sportgerelateerde kwesties kwesties
−
“Van “Van geval geval tot tot geval-benadering” geval-benadering” draagt draagt niet niet voldoende voldoende bij bij aan aan de de gewenste gewenste rechtszekerheid rechtszekerheid en en brengt brengt sportorganisaties, sportorganisaties, sportverenigingen sportverenigingen en en sporters sporters in in een een achterstandspositie achterstandspositie
Bron: Brief van de Staatssecretaris van volksgezondheid, welzijn en sport dd 16/10/07
Beperkt Beperkt enthousiasme enthousiasme bij bij de de Nederlandse Nederlandse overheid overheid met met betrekking betrekking tot tot het het Witboek Witboek Sport Sport april 2008
© Policy Research Corporation
175
BIJLAGE 28: IN DE NOORDELIJKE EU-LANDEN WORDEN GEMIDDELD MEER GESPORT DAN IN HET ZUIDEN Tenminste eenmaal per week sportbeoefening 80%
% van totale bevolking
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% FIN
S
DK
IRL
NL
UK
L
EU15
A
B
D
E
F
I
P
GR
Bron: Les citoyens de l'union Européenne et le sport
Op Op het het vlak vlak van van sportdeelname sportdeelname scoort scoort Nederland Nederland vrij vrij goed goed binnen binnen Europa Europa april 2008
© Policy Research Corporation
176
BIJLAGE 29: ER ZIJN MEER DAN 700 000 SPORTCLUBS IN DE EU Aantal sportclubs per land 180 000
Aantal sportclubs per land
160 000 140 000 120 000 100 000 80 000 60 000 40 000 20 000
M al t Le a tla Li nd to u Lu we xe n m bu r Es g tla nd Ie rla Sl nd ov ak i Sl je ov e H nië on ga rij Fi e nl an Po d rtu g O os al te n G rie rijk ke nl an d D Pol en e em n ar k Ts en je ch i Zw ë e N den ed er la nd Be lg ië Sp a D nje ui tsl V an er d en ig I t d K alië on in k Fr rijk an kr ijk
0
Bron: Améliorer l’emploi dans le domaine du sport en Europe par la formation professionnelle, 2003
Nederland Nederland betrekt betrekt de de 7e 7e plaats plaats in in Europa Europa met met betrekking betrekking tot tot het het aantal aantal sportclubs sportclubs per per land land april 2008
© Policy Research Corporation
177
BIJLAGE 30: VOORBEELD SPONSORING Rabo Wielerplan:
Rabo Wielerplan
• In 1996 is het Rabo Wielerplan van start gegaan: jaarlijks gaat vanuit de Rabobank € 11 miljoen naar het wielerplan (totale Rabobank sponsorbudget is € 37 miljoen) • Sponsoring vanuit Rabo Wielerplan is gericht op recreatief fietsen, de KNWU en de Rabo wielerploeg • Door langjarige gegarandeerde steun is het voor Nederlandse wielerwereld (waaronder KNWU) mogelijk beleid te voeren gericht op de lange termijn – Dit leidt onder andere tot meer investeringen in de opleiding van wielertalent
• Rabobank gebruikt het sponsorschap als een volwaardig ‘tool’ in de marketingmix; sterke integratie in het marketingcommunicatiebeleid van de Rabobank • Met het Rabo Wielerplan wordt getracht de volgende doelstellingen (voor de Rabobank) te behalen: verbetering van merkwaarde: ‘betrokken’, ‘dichtbij’, ‘toonaangevend’, company pride, grotere zichtbaarheid in (massa)media, associatie met talentontwikkeling en topprestatie, inhaakmogelijkheden voor lokale Rabobanken • De exposure voor de Rabobank is groot: in 2005 heeft ruim 10.5 miljoen Nederlanders meer dan vijf minuten gekeken naar Tour de France Het Het Rabo Rabo Wielerplan Wielerplan is is voor voor de de Rabobank Rabobank een een belangrijk belangrijk marketingcommunicatiemarketingcommunicatiemiddel middel waarbij waarbij de de wielrensport wielrensport een een langdurige langdurige en en voor voor de de lange lange termijn termijn een een impuls impuls krijgt krijgt middels middels een een actief actief sponsorbeleid sponsorbeleid april 2008
© Policy Research Corporation
178