Zoektocht naar combinaties van zorg, wonen en de stad 1
Inhoud
Colofon Samenstelling en redactie Ellen Holleman (Islant atelier voor stedebouw) Inhoudelijke samenstelling & organisatie thema Wonen en Zorg Nanine Carree Albert Groothuizen Hans Staller Ria Steenaart Ferdinand Vreugdenhil Vormgeving Jan Schoen (Studio Scarpa) Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Jacob Stinsfonds
2
•
Inleiding
3
1
De stand van de zorg
2
Leven met zorg
3
Zorg en ruimte: hoe het ook kán
10
4
Zorg en wonen in Zaanstad
5
Intermezzo: Pepik Henneman aan het woord
14 17
Zorgen voor vandaag en morgen
18
6
Bijlage: Buurtkompas, 12 strategieën voor een levensloopbestendige buurt
20
7
Verder lezen & bronnen
4
8
22
Inleiding Het is een trend die allang niet meer te negeren valt: Nederland vergrijst, en niet een klein beetje! Onze gemiddelde levensverwachting is enorm gestegen en zal nog verder toenemen1. Het zal niet lang meer duren voor de grijze hoofden het straatbeeld van kleur zullen laten verschieten. Daarnaast is het bij iedereen inmiddels wel doorgedrongen dat we -volgens het nieuwe beleid uit het regeerakkoordsteeds meer en langer voor onszelf zullen moeten zorgen. Dit heeft grote gevolgen voor de woon- en leefsituatie op onze oude dag en op de inhoud van de zorg die we vroeger of later nodig zullen hebben. Maar het zijn niet alleen ouderen die zorg nodig hebben, en ook die zorg voor andere groepen zal er heel anders uit gaan zien in de toekomst. Wie zorgt er straks voor wie? Hoe ziet die zorg er uit en hoe gaan we dat -ruimtelijk- vormgeven? Dat was het thema dat de activiteiten van Stichting Babel het eerste kwartaal van 2014 verbond. Een thema dat -in de woorden van een van de deelnemers- misschien niet zo heel ‘sexy’ is, maar wel zeer actueel. Het is bijzonder relevant om na te denken over het ‘zorg-proof’ maken van onze wijken en steden. Dat vraagt om kennis en inlevingsvermogen in de wensen en behoeften van de mensen die een zorgvraag hebben maar ook veel creativiteit om ‘beter oud worden’ zo goed mogelijk vorm te geven.
*1. Volgens berekeningen van onderzoeker Joop de Beer van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) zullen meisjes die nu geboren worden een gemiddelde levensverwachting hebben van 96 jaar en jongens een levensverwachting van 92 jaar
3
Zaans Medisch Centrum, beeld van het nieuwe ziekenhuis 1. Hoofdentree 2. ‘De Straat’ 3. Glazen bezoekersliften 4. Milieuplein - laden/lossen 5. Spoedeisende hulp/ambulance 6. Zorgboulevard 7. Zorghotel 8. Parkeergarage 9. Supermarkt 10. Snelweg A7 11. Gebouw psychiatrie 12. Locatie huidig Zaans Medeisch Centrum
4
1. De stand van de zorg In februari was de aftrap van het thema tijdens een BabelSalon. Gespreksleiders Ferdinand Vreugdenhil en Joke Bosch (beiden Stichting Babel) spreken met Jos van der Lans (cultuurpsycholoog en publicist), Rob Dillmann (bestuursvoorzitter ZMC) en Hans Admiraal (directeur Evean) over de grote transities die gaande zijn op het gebied van zorg en welzijn. Dillmann praat vanuit zijn rol bij de vernieuwing van het Zaans Medisch Centrum, Admiraal vanuit zijn positie bij een organisatie die het aanbieden van zorg aan het heruitvinden is en van der Lans als kritische beschouwer die alle ontwikkelingen op de voet volgt. De heren zijn het erover eens: we gaan naar een andere constellatie van het organiseren van zorg toe. En ook al is deze transitie voor een belangrijk deel ingezet vanwege financiële overwegingen – er moet bezuinigd worden!- er valt ook zeker veel te winnen. Admiraal: ‘We hebben jarenlang alles onder de noemer ‘zorg’ geschoven met als gevolg dat de bureaucratie en instituties enorm uit de klauwen zijn gegroeid, we moeten herdefiniëren wat ‘zorg’ is en wie welke zorg nodig heeft. Een apparaat dat het aantrekken van steunkousen makkelijker maakt, heeft niet hetzelfde effect als iemand die twee keer per dag langs gaat en tijdens het helpen met de steunkousen een praatje maakt.’ Dillmann onderschrijft dat: ‘De focus ligt te veel op de somatische zorg, als mensen ouder worden moeten we veel beter kijken naar wie welk type zorg nodig heeft.’ Bij ouderen komt eenzaamheid vaak voor, dan is een ziekenhuisopname niet altijd de oplossing omdat er eigenlijk een andere zorgvraag is. De grote uitdaging voor de toekomst zit dan ook niet in het langer en meer sleutelen aan patiënten, maar in het langer vitaal houden van mensen. Natuurlijk moeten patiënten wel mobiel gehouden worden, maar veel zorg kan anders en vaak ook veel dichter bij huis georganiseerd worden. Daarnaast komt er bij het nieuwe ZMC een zorghotel. Hier kunnen patiënten die niet direct een duur ziekenhuisbed nodig hebben opgevangen worden.
5
Historische ontwikkelingen HISTORISCHE ONTWIKKELINGEN OUDEREN EN WONEN ouderen en wonen hospitaliseren
aktiveren
90 HOFJES
76
70
opkomst van bejaardenhuizen, verpleeghuizen, rusthuizen
OUDEMANNENHUIS
ouderen wonen in reguliere woningbouw
60
industrialisatie opkomst van steden
50
bejaardenwoningen onderdeel van tuindorpen
‘pensiontehuis’ speciaal voor ouderen ontworpen appartementen
45 40 NoordAmerica
30
30 28
MiddenOosten
35 30
30
28
hofjes
behalve hofjes nauwelijks geen specifieke woonvormen voor ouderen
500BC
0
1450
1000
ZORG WELZIJN
ontwikkeling van niet religieuze vormen van ziekenzorg
Bond voor staatspensionering
1960
1970
IT domotica
zelfstandig/ zelfredzaam wonen van ouderen
kleinschaligheid
1997
1950
ontstaan van ouderenzorg
1913
Invaliditeitsen Ouderdomswet
VRAAGGESTUURD
1e co-housing /DK/
1945
verzuiling kloosterziekenhuizen
ZORGFABRIEKEN
doelgerichte woningen / arbeiders ‘siedlungsbau‘ CIAM
1800 1900
67
1e gemasterplande leeftijd beperkte gemeenschap voor ouderen /VS/
veel ouderen woonden bij kinderen tekort van geschikte tehuizen
MULTIGENERATIEGEZIN
WONEN
levensverwachting europa perceptie van ouderen
80
WHO active aging
1957
invoering aow
1947
Noodwet Ouderdoms voorziening
zorg naar mensen thuis zorg op afstand e-nursing
1980
loskoppeling zorg van wonen
2011
2001
Verenigde Senioren Partij
gespecialiseerde zorg instellingen
Vergrijzing: wat zijn de belangrijkste verwachtingen voor de toekomst? ontwikkelingen in het verleden: de babyboomgeneratie • Vergrijzing blijft toenemen
van 1946-1970 begint sinds 2011 de leeftijd van 65 jaar
Volgens de CBS Bevolkingsprognose zal het aantal
te passeren. De toename van de levensverwachting blijft,
65-plussers toenemen van 2,7 miljoen in 2012 tot een
net als in het verleden, ook in de toekomst van belang
hoogtepunt van 4,7 miljoen in 2041 . Tot 2060 blijft het
voor de toename van het aantal ouderen.
aantal schommelen rond 4,7 miljoen. De komende jaren zal vooral het aandeel 65-79-jarigen
• Sterke vergrijzing onder niet-westers
sterk stijgen en vanaf 2025 neemt ook de groep 80-plus-
allochtone bevolking
sers sterk toe (de dubbele vergrijzing). In 2040, het
Het aandeel 65-plussers onder de niet-westers allochtone
hoogtepunt van het aantal 65-plussers, is naar schatting
bevolking is nu nog laag, maar zal in de komende decen-
26% van de bevolking 65-plusser, waarvan een derde
nia sterk toenemen; van 4% in 2012 naar 23% in 2060
ouder is dan 80 jaar. Ter vergelijking: in 2012 is het per-
(Garssen, 2011).
centage 65-plussers nog 16%, waarvan 25% 80-plus is.
De sterkste vergrijzing treedt op onder Surinamers; in 2060 is 39% van hen 65-plusser (Garssen, 2011).
6
• Oorzaken toename: babyboomgeneratie
Daarna volgen Turken (32%) en Marokkanen (31%) en
en levensverwachting
de autochtone bevolking (28%). Ondanks deze sterke
De belangrijkste oorzaak voor de sterk toenemende
vergrijzing bestaat de populatie 65-plussers zélf in 2060
vergrijzing van de bevolking is gelegen in de geboorte-
grotendeels uit autochtonen (74%) (Garssen, 2011).
2050
• In 2040 is de grijze druk 51%
potentieel werkenden op elke oudere, in 2040 is
* bron: http://www.nationaalkompas.nl/
De komende decennia zal de grijze druk sterk
dit afgenomen naar twee potentieel werkenden
bevolking/vergrijzing/toekomst/
toenemen; van 27% in 2012 naar 51% in 2040.
voor iedere 65-plusser. Na 2040 blijft de grijze
De grijze druk geeft de verhouding aan tussen
druk stabiel. In 2060 is de grijze druk 50%. Als
het aantal 65-plussers en de potentiële beroeps-
de pensioenleeftijd in de toekomst hoger ligt, zal
bevolking (20-64-jarigen). Het geeft inzicht in de
vanzelfsprekend de grijze druk teruglopen. Stijgt
verhouding ouderen tot het potentieel werkende
de pensioenleeftijd tot 67 jaar in 2040, dan is de
deel van de bevolking, die de lasten van de ver-
grijze druk naar verwachting 45% in plaats van
grijzing moet opvangen. In 2012 zijn er nog vier
51% (2,2 in plaats van 2 werkenden per oudere).
Maar van der Lans is kritisch, met name over de rol van verzekeraars. Hij stelt dat de logica waarbij de productie van artsen de hoogte van financiering bepaalt doorbroken moet worden. Dit wordt beaamd door Dillmann, die beschrijft hoe in het ZMC gewerkt wordt aan een cultuurverandering bij artsen. Met verzekeraars worden afspraken gemaakt om ervoor te zorgen dat meer ingrepen bij eenzelfde patiënt niet meer beloond worden. Tot slot komt de rol van de nieuwe sociale wijkteams ter sprak; die wordt heel belangrijk: zij vormen de verbindende schakel tussen de professionele structuren en de informele ‘vangnetten’. Deze wijkteams zitten dichter bij de mensen en krijgen zo beter zicht op de vraag achter de vraag. Op termijn moet dat de ‘dure’ (en veelal intramurale) zorg terugbrengen én het biedt meer ruimte om mensen regie over hun eigen leven te laten houden. Want vitaliteit heeft niet alleen met lichamelijk welbevinden te maken, maar vooral met de mate waarin men zelfregie houdt en de keuzes die men zelf kan blijven maken.
7
2. Leven met zorg Dat het behoud van regie over je eigen leven voor mensen met een zorgvraag niet vanzelfsprekend is, valt te zien tijdens BabelCinema. Drie korte documentaires, de Zorgfabriek, De Vijfde Dag en Eigen Kracht Conferentie, tonen respectievelijk het leven in een verzorgingstehuis waar efficiëntie de dienst uitmaakt, de impact van bezuinigingen op het voortbestaan van verzorgingstehuizen en een inspirerende aanpak waarbij iemand met een zorgvraag weer de regie over zijn of haar leven terug kan krijgen. De toeschouwers krijgen een confronterende inkijk in de zorg: hoe hebben we dat georganiseerd, zorg verlenen? Om na afloop de discussie te voeren: hoe wíllen we dat er zorg verleend wordt?!
Van ‘oude’ zorg . . .
‘De Zorgfabriek’ brengt een zorginstelling in beeld waar de zorg tot op de minuut geregistreerd en becijferd is. De verregaande automatisering en bedrijfslogica neemt de mensen in het verzorgingstehuis waar zij hun oude dag slijten, op pijnlijke wijze de regie uit handen. Dit is het afschrikwekkende beeld dat we van de ‘oude’ bejaardenhuizen hebben. De zaal huivert, dit moet toch anders kunnen?! Na afloop van de film reflecteert Ineke Annen op de zorg die haar instelling, Odion, biedt. Odion streeft ernaar om mensen met een -veelal blijvende- hulpvraag als volwaardige burgers aan de samenleving te laten deelnemen. Zij herkent wel de planningen en de verantwoording van protocollen die in de zorg onontkoombaar zijn, maar denkt dat Odion erin slaagt een meer persoonlijke en menselijke vorm van zorg te bieden. Al zou ook zij de woonvormen liever nóg kleinschaliger willen organiseren dan nu. In de Zaanstreek heeft Odion 14 locaties waar mensen in de wijk zijn gehuisvest in verschillende woonvormen. In elk huis zijn circa 24 tot maximaal 30 plekken beschikbaar, minder is financieel niet haalbaar.
. . . naar ‘zorg op maat’
In ‘De Vijfde Dag’ krijgen we een concreet beeld van de huidige problematiek van verzorgingstehuizen. Als gevolg van het Regeerakkoord uit 2012, waarin staat dat mensen met een lage zorgvraag geen indicatie meer krijgen voor zorg met verblijf in een verzorgingshuis1, komt veel woonruimte in verzorgingshuizen leeg te staan. Zorgorganisaties zien vaak geen andere optie dan het verzorgingshuis te sluiten. In het nieuwe zorgsysteem moeten mensen hun eigen ‘zorg op maat’ zélf gaan regelen. Dat zal via meer loketten gaan en wordt daardoor behoorlijk veel ingewikkelder. En vaak duurder. Ook zullen mensen langer in hun eigen woning blijven wonen en hebben dan behoefte aan ondersteunende dienstverlening. Bij een verzorgingstehuis in de buurt kunnen ze vaak voor veel diensten terecht. Moet zo’n tehuis sluiten, dan treft dat dus niet alleen de mensen die er wonen, maar ook mensen uit de omgeving die incidenteel gebruik maken van de diensten van een verzorgingstehuis. Maar het openhouden van een tehuis vraagt nogal wat, in de documentaire wordt dat duidelijk tijdens een scene aan de vergadertafel, wanneer het concreet gaat over de dagelijkse klussen als koken, wassen en schoonmaken. De vraag rijst of de (kleine) gemeenschap de steun kan opbrengen die nodig is om het tehuis open te houden.
8
Duco Stuurman (gemeente Zaanstad) geeft antwoord op de vraag hoe Zaanstad zich, tegen deze achtergrond van een veranderend zorgstelsel, voorbereidt op de toename van ouderen in de stad. Hij ziet verschillende bewegingen. Binnen een belangrijk deel van de (ouderen) zorg zal de markt zijn werk doen: er komen nieuwe concepten en organisaties waar ouderen met een grotere eigen bijdrage zorg kunnen inkopen. Daarnaast neemt het aantal gezonde ouderen toe en blijven mensen steeds langer zelfstandig wonen. Om de echte zorgvragen zo lang mogelijk uit te stellen, wil de gemeente zorg zoveel mogelijk naar de wijken, dicht bij de mensen brengen. Hiervoor zijn de sociale wijkteams in het leven geroepen. Zij hebben een belangrijke rol in het vroegtijdig signaleren van problemen en het bij elkaar brengen van mensen die elkaar -informeel kunnen helpen. Tenslotte is er nog een grote groep mensen die niet in staat zijn om hun eigen zorg te regelen en/of financieren. Voor die mensen is de gemeente nu aan het onderzoeken wat er nodig is en hoe dat te organiseren. En daar zijn nog geen pasklare antwoorden voor. Wel zijn het Mennistenerf en Pennemes, wat Stuurman betreft, twee goede voorbeelden van verzorgingstehuizen die meer en meer – ondersteund door de gemeente- hun nieuwe rol vooruitstrevend oppakken en invullen.
Het heft in eigen handen
Een Eigen Kracht-conferentie is een vorm van hulpverlening waarbij een persoon met een hulpvraag, gestimuleerd wordt om zelf een oplossing te zoeken voor de gerezen problemen. Bij die zoektocht wordt deze persoon ondersteund door familie, vrienden en andere mensen uit de directe omgeving. In principe heeft de zorgvrager zo veel als mogelijk zelf de regie en blijft de professionele hulpverlener op afstand. Het concept komt oorspronkelijk uit de jeugdhulpverlening en wordt inmiddels ook steeds meer ingezet in de zorg voor (kwestbare) ouderen en verstandelijk gehandicapten. In de documentaire over een Eigen Kracht Conferentie die getoond wordt tijdens de BabelCinema, is te zien hoe dat werkt. Hoe iemand met een zorgvraag geholpen wordt om zijn of haar sociale netwerk (vrienden, familie, collega’s etcetera) als vangnet in te schakelen. Jan Muijs van de Eigen Kracht Centrale legt na afloop uit hoe zo’n traject verloopt. Een ‘Eigen Kracht’ aanpak is bedoeld als aanvulling op de professionele hulpverlening, het staat niet op zichzelf en is ook geen (volledige) vervanging. Wel past het naar zijn idee bij onze veranderende opvattingen ten aanzien van zorg en dienstverlening: ook als je oud en/of minder mobiel wordt moet je tot op zekere hoogte deel kunnen blijven uitmaken van de samenleving. De Eigen Kracht benadering kan daarbij helpen. Daarnaast ziet Muijs een nieuwe generatie ouderen aankomen die ondernemender is en meer gewend om dingen zelf te regelen. In zijn ogen is er te lang gedacht in specifieke oplossingen voor elke doelgroep, hij ziet meer in alternatieve zorgvormen waarbij meer gemengde woonvormen ervoor kunnen zorgen dat mensen elkaar kunnen helpen en zelf alternatieve zorgvormen organiseren. Het is mooi als ze daar een handje bij geholpen worden.
9
10
3. Zorg en ruimte: hoe het ook kan De BabelExcursie voert ons langs een aantal inspirerende voorbeelden van zorghuizen in de 21ste eeuw. We bezoeken een drietal zorginstellingen, elk van een andere schaal en leeftijd. De dag start met een bezoek aan het Amsterdams Medisch Centrum (AMC). Gastheren Emile Spek (Directeur Huisvesting) en Onno Valk (Clinic Director) vertellen met zichtbare trots over ‘hun’ gebouw, dat in staat blijkt de huidige, ingrijpende, vernieuwingsoperatie heel goed op te vangen. De bouwkundige kwaliteit en ruimtelijke overmaat van dit gebouw uit begin jaren 1980, maken het nog steeds mogelijk om onderdak te blijven bieden aan de drie kerntaken van het AMC: zorg, onderzoek en onderwijs. Spek en Valk signaleren, net als Dillmann tijdens de BabelSalon, dat de (technische) ontwikkelingen in de zorg enorm snel gaan. Niet alleen de vragen en behoeftes, maar ook de mogelijkheden veranderen. Zo snel, dat het niet mogelijk is om in blauwdrukken te denken. Toch moeten ze wel decennia vooruit denken en, tegelijkertijd, oplossingen voor het hier en nu leveren. Dat maakt hun opgave, de vernieuwing van het AMC, des te interessanter. Ze vatten die vernieuwingsoperatie op als een stedenbouwkundige opgave waarbinnen ze voor elke opgave altijd eerst kijken naar de mogelijkheden binnen de bestaande bouw, pas in tweede instantie is
* 2. Per 1 januari 2013 worden geen
nieuwbouw een optie. Er waren grootse plannen voor een zorgboulevard, maar die zijn inmid-
nieuwe indicaties meer gegeven voor
dels geschrapt. In plaats daarvan ligt de focus op wat er écht nodig is om de kerntaken van
zorgzwaartepakket (ZZP) 1 en 2, vanaf
het AMC zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren. Voorop staat dat het AMC een ‘gasthuis’ is,
1 januari 2014 worden geen nieuwe
waar in principe iedereen - ziek of niet ziek - welkom is. Het ziekenhuis heeft ook een functie
indicaties meer gegeven voor ZZP 3 en
voor de omliggende buurt, sommigen doen er zelfs hun boodschappen. Er wordt dan ook voor
vanaf 2016 mogen veel minder indicaties
gewaakt om niet meteen bij binnenkomst al te veel een ziekenhuissfeer uit te stralen en veel
afgegeven worden voor ZZP 4. Mensen
aandacht wordt besteed aan geur en sfeer: het mag niet ruiken als een ziekenhuis!
met een lage zorgvraag moeten langer
In de bus krijgen we een toegift: Peter Defesche (architect, OD205) is een van de excur-
zelfstandig blijven wonen en zelf huur
siegangers en tevens architect van het nieuwe Emma Kinderziekenhuis in het AMC. Hij vertelt
betalen. Zij krijgen dan thuis ‘zorg op
vol enthousiasme over de manier waarop dat tot stand is gekomen.
maat’.
11
Prikkelen van de zintuigen
Ook in de volgende projecten die we bezoeken, de Kaleidoskoop en het Bartholomeus Gasthuis, zijn uitstraling en zintuiglijke beleving belangrijke aandachtspunten. Ook al is ouderenzorg de belangrijkste functie, in beide gebouwen is met veel zorg de zintuigelijke associatie met verzorgingstehuizen vermeden. Het Bartholomeus Gasthuis in de Utrechtse binnenstad, stamt uit de 14e eeuw en is daarmee het oudste gasthuis van Nederland. Sinds haar oprichting heeft het onafgebroken in het teken gestaan van de ouderenzorg. Bij de recente renovatie door de architecten van Op Ten Noort Blijdenstein waren sfeer en uitstraling belangrijke elementen bij het realiseren van het ‘nieuwe bejaardenhuis’. Het vernieuwde gebouw ruikt niet als een bejaardenhuis, de meubels zijn met zorg stuk voor stuk uitgezocht (en niet ingekocht via een projectinrichter om de uitstraling van een ‘instelling’ zo veel mogelijk te vermijden) en de recreatiezaal is een ‘Brasserie’ geworden. De architecten werkten bij de renovatie samen met het Breincollectief, een groep deskundigen die adviseert om zorggebouwen tot betere, belevingsgerichte leefomgevingen te maken. Zo is er bijvoorbeeld op basis van hun advies in de binnentuin van het complex een waterpartij aangebracht waar de bewoners met hun voeten in het water kunnen zitten.
Huis in de Wijk
Na de ingrijpende modernisering is het Bartholomeus Gasthuis niet alleen een aantrekkelijke plek geworden voor de ouderen die er permanent verblijven maar ook voor de omgeving. Het vervult tegenwoordig als ‘Huis in de Wijk’ ook een functie voor andere (oudere) bewoners van de Utrechtse binnenstad. Er is een activiteitenprogramma en de diverse faciliteiten in het gasthuis (er bevinden zich in het complex naast de Brasserie een zalenverhuur, zorghotel, wellness, kapsalon, fysiotherapieruimte, sauna, zonnebank en schoonheidssalon, allemaal speciaal gericht op ouderen) zijn ook toegankelijk voor mensen van buiten.
12
Ook de Kaleidoskoop in Nieuwkoop laat zien dat een zorginstelling anno 2014 een belangrijke rol voor de leefbaarheid in een dorp kan vervullen. Architecte Marianne Loof (LEVS Architecten) kreeg de opdracht om een ‘gewoon’ gebouw te ontwerpen waarin een spannende combinatie van functies is samengebracht. In een tijdlijn geeft ze aan dat er een steeds grotere mix van functies is te vinden in woon- zorgcomplexen. Haar vermoeden is dat dit in de toekomst weer meer wordt gescheiden door het teruglopende budget van woningcorporaties. In het gebouw bevinden zich rondom een binnentuin 3 kleinschalige groepswoningen waar zeven dementerende ouderen per woning kunnen wonen, een zorghotel en 56 appartementen met 24 uur zorg op maat, van de lichtste tot de meest uitgebreide zorg. Verder biedt het gebouw onderdak aan een Kulturhus met café-restaurant, een bibliotheek, een multifunctionele zaal en infoloketten van de Woningstichting Nieuwkoop, de eigenaar van het complex. Juist deze slimme combinatie van programma’s maakt dat functies die in dorpen elders in het land moeite hebben het hoofd boven water te houden, hier goed kunnen blijven bestaan. Maar, bij alle mooie voorbeelden die we te zien krijgen wordt de kanttekening gemaakt, dat deze projecten nu, met de nieuwe financieringsregimes niet meer gerealiseerd zouden kunnen worden. In de voorgaande jaren was het mogelijk om zogenaamde kruisfinanciering toe te passen binnen projecten, multifunctionele bouwprojecten rekenden met een totaalbudget voor alle functies, waar de zorgbudgetten onderdeel vanuit maakten. Tegenwoordig zijn de budgetten voor zorg, wonen en andere functies van elkaar losgeknipt en is er geen mogelijkheid meer om een tekort bij het ene programma te dekken met een overschot uit een ander potje. Bovendien nemen woningcorporaties geen onrendabele toppen meer voor hun rekening. De vraag wordt steeds prangender: hoe kan het dan nog wel?
13
4. Zorg en wonen in Zaanstad ‘Kunnen jullie iets LANGZAMER praten!’ klinkt het uit de zaal en er wordt instemmend geknikt. De BabelDebat avond gaat over ‘zorg en wonen’ en de zaal is voor een belangrijk deel gevuld met mensen die de leeftijd naderen waarop de behoefte aan zorg een deel van de dagelijkse werkelijkheid begint te worden. Het is de afsluiting van de reeks bijeenkomsten over het thema ‘zorg en wonen’.
Goed oud worden
Wat betekenen de vergrijzing en de transities in de zorg concreet voor de huisvesting van mensen die zorg nodig hebben? Wat betekent dit voor de voorzieningen in onze wijken en welke ondersteuning kunnen we verwachten van corporaties, zorgaanbieders, gemeente, particuliere initiatieven en misschien van partijen die we nu nog niet kennen? Hoe zullen die wijken er in de toekomst uitzien? Welke partijen kunnen die transitie vormgeven in de Zaanstreek? Op deze vragen gaat het BabelDebat dieper in en gaan we het gesprek aan met de aanwezigen. Stichting Babel beoogt tevens verbindingen leggen die in Zaanstad tot nieuwe initiatieven kunnen leiden. Pepik Henneman (buro meneer de Leeuw) is deze avond de gespreksleider en opent met de vraag: ‘Voor wie zorg jij en wie zorgt er voor jou?’ Hij wil het deze avond niet hebben over de formele definities van ‘zorg’, maar over hoe je beter oud kunt worden en wie dat in de toekomst mogelijk kan maken.
Zorg en ruimte
De avond begint met een introductie door Nanine Carree (Carree architecten) over de omvang van de vergrijzing in Nederland en, meer specifiek, in Zaanstad. Carree laat in vogelvlucht zien met welke opgaven we te maken krijgen en wat we moeten doen om onze gebouwde omgeving ‘senior-proof’ te maken. Ze refereert daarbij onder andere aan het onderzoek ‘Vergrijzing en ruimte’, van het Planbureau voor de Leefomgeving. Uit dat onderzoek blijkt dat de verhuisbereidheid van ouderen erg gering is, mede door het toegenomen eigenwoningbezit. Dat betekent dat er, naast het uitbreiden van diensten, een forse opgave ligt in het geschikt maken van woningen op het moment dat de bewoners minder mobiel worden. En ook buiten liggen opgaven: er zijn aanpassingen nodig om de openbare ruimte veilig te houden voor ouderen (zorgen voor duidelijke, overzichtelijke verkeerssituaties) en om de toegankelijkheid te waarborgen.
Een gezonde stad
Bas Römgens (architect bij VenhoevenCS) volgt met zijn visie op de integratie van zorg in de stad. Römgens plaatst de ontwikkelingen in de zorg in een historisch perspectief en signaleert een parallel met de ontwikkeling van steden. Net als in steden heeft er in de zorg een enorme schaalvergroting en verregaande differentiatie plaatsgevonden. Om iedereen met beperkte middelen gelijke, goede zorg te kunnen bieden was schaalvergroting nodig. Alle goede bedoelingen ten spijt leidde dit tot grootschalige hospitalisatie en het isoleren van zieken en ouderen om hen de ‘perfecte zorg’ te kunnen bieden. We komen daar nu van terug en de trend is nu weer meer richting een inclusieve samenleving, meer kleinschaligheid, diversiteit en participatie. Welke voorzieningen sluiten aan bij die veranderende opvattingen en wat betekent dat voor de gebouwde omgeving? Römgens laat met een aantal inspirerende voorbeelden zien hoe slimme zorg en nieuwe woonconcepten kunnen bijdragen aan het levensloopbestendig maken van buurten.
14
Ontwikkeling zorg en stad Functie menging
Scheiding Functies
Schaalvergroting>>>> Scheiding van functies>>>> multigeneratie
hofjes
Congestie, milieuproblematiek, obesitas , eenzaamheid… bejaardenhuis
trend
Hospitalisatie, isolatie, hogere kosten…
Denken over de toekomst van zorg in de Zaanstreek
Stichting Babel nodigt de aanwezigen uit om ideeën met elkaar te delen en samen na te denken over de toekomst van twee concrete cases in de Zaanstreek. Het gaat om de verzorgingstehuizen Amandelbloesem in Wormerveer en Festina Lente in Assendelft. Voor beide huizen is het voortbestaan onzeker en in een aantal groepen wordt onderzocht welke alternatieve bestemmingen of verdienmodellen er denkbaar zijn. De huizen hebben een duidelijke plek in de buurt en kunnen rekenen op een grote groep vrijwilligers die zich willen inzetten voor de tehuizen. De deelnemers aan de tafels adviseren om de gebouwen te beschouwen als bakens in de wijken, waar zorg geboden wordt maar niet als enige functie. Er wordt een scala aan ideeën geopperd voor het toevoegen van functies die de relaties met de omliggende wijken kunnen versterken. De rode draad bij deze ideeën is niet de bewoners van de verzorgingstehuizen de buurt in te trekken, maar andersom de buurten het tehuis in te trekken. Zo is de positie in de wijk van Festina Lente veel centraler dan die van het buurthuis. In een nu vergrijzende wijk, die de komende jaren zal verjongen biedt dat kansen om van het huis een centrale ontmoetingsplek voor jong én oud te maken. Op die manier kan het huis een rol gaan spelen bij het verbinden van mensen, zodat er minder eenzaamheid optreedt. Nieuwe functies die passen bij de locaties zijn daarvoor nodig. Dat kan zowel in het bestaande gebouw, waarbij gekeken wordt hoe de bestaande ruimtes optimaal zijn te gebruiken, als
15
hospitalisatie
breuk
verhuizing noodzakelijk
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
geschikt
service + zorg
woongroep
individueel
bewuste keuze i.p.v. verhuizing uit noodzaak
verzorgd
wooncarrière
(voorbereid) appartement
beschermd wonen
kangaroowoning
thuiszorg
voorzieningen
14
bij een nieuw gebouw dat in zijn opzet flexibeler kan zijn. Enkele suggesties die genoemd worden: een verhuurpunt van scootmobiels, kleine kantoortjes voor zelfstandige ondernemers zonder personeel, een culturele buurtkeuken, verhuur voor vergaderingen, (definitieve) vestiging van het sociale wijkteam, dagbesteding voor gehandicapten, taalcursussen/taalmaatjes en zelfs een buurt-app komt voorbij. De omgeving van de huizen wordt niet vergeten. De openbare ruimte moet worden aangepast op de veranderende gebruikers (bijvoorbeeld rollatorproef). Het huidige gebrek aan levensloopbestendige woningen in de wijk is een goede aanleiding een studie te verrichten naar de aanpasbaarheid van de woningen. Maar ook de aanwezige sociale huurwoningen in de buurt zijn belangrijk. Deze trekken starters aan, wat weer bijdraagt aan de levendigheid in de wijk door een gevarieerde bevolkingsopbouw. De conclusie is dat het belangrijk is de buurt te betrekken bij de plannen zodat er draagvlak wordt gecreëerd. Laat de sociale kringlopen stromen, die gebouw, voorzieningen, buurtbewoners, vrijwilligers en professionals met elkaar verbindt! Tot slot is er nog een terugkoppeling vanuit de ‘verdiepingsgroep’, die zich niet over een concrete case heeft gebogen maar een kringgesprek had over welke zorg er in de Zaanstreek nodig en wenselijk is. In deze groep valt het op hoe weinig we eigenlijk nog weten over alle veranderingen, maar vooral: hoe weinig we ons er nog maar druk over maken. Een van de deelnemers stelt dat ouderdom een chronische aandoening is en dat veel ouderen het nog op zich af laten komen. Zijn dringende advies aan alle aanwezigen is om een omslag in het denken te maken en te reflecteren op de toekomst en maatregelen te nemen, nu het nog kan!
16
Intermezzo Pepik Henneman aan het woord ‘Beste BabelDebatganger, Het was een eer om het BabelDebat over Zorg & Wonen te mogen begeleiden! Stichting Babel verkent openingen in een maatschappelijk debat dat dreigt vast te lopen. Maatschappelijk wordt oud worden gekoppeld aan zorg en aan euro’s. Het gevolg is dat we de vergrijzingsgolf zien
worden, maar lukt het instanties om goed te
als een kostenpost en als een probleem.
luisteren naar wat onze echte wensen zijn?
Daarnaast ligt het onderwerp gevoelig, de
Wij geloven dat vitaliteit de basis vormt, maar
aangekondigde bezuinigingen brengen op
snappen wij wel wat vitaliteit teweeg brengt?
persoonlijk vlak grote onrust met zich mee.
Een ding weten wij zeker, wat wij nastreven
Waar het voorheen vanzelfsprekend was om
zien wij overal om ons heen in het klein of in
in een zorghuis oud te worden, is het dat nu
het groot gebeuren. Wij hebben een 10 tal
niet meer. Niemand weet hoe de zorg er in
concrete icoonprojecten verwoord waarmee
de toekomst uit gaat zien. Stichting Babel
wij denken dat wij nu het verschil kunnen
heeft het gesprek over beter oud worden hier
betekenen.
in gang gebracht. Ik nodig iedereen uit dit gesprek binnen zijn of haar netwerken voor
Wij voorzien een periode van onrust maar
te zetten door elkaar de volgende vragen te
onze boodschap is geruststellend: in Noord-
stellen:
Holland staan wij niet met lege handen! Onze
“Wie zorgt er voor jou?”
regio is rijk aan maatschappelijk kapitaal,
“Voor wie zorg jij?”
lokaal zijn wij sterk met elkaar verbonden, de
“Hoe werden je (groot)ouders oud?”
volle grond is een gezonde voedingsbodem
“Hoe wil jij aan de Zaan oud worden?”
en zelf regelen zit in onze genen. Dat biedt veel mogelijkheden. Wij nodigen je uit om nu
Een jaartje geleden zijn wij, buro meneer de
het gesprek nu aan te gaan over hoe jij oud
PEPIK HENNEMAN
Leeuw met een 25tal bewoners en zorgpro-
wilt worden! En daarvanuit, net als wij dat
is directeur van www.meneerdeleeuw.nl
fessionals, een tijdelijke vernieuwingsnetwerk
doen, kansen om je heen te zien.
Geinspireerd door zijn tijd bij Shell, zijn
begonnen rondom deze zelfde essentiële
verblijf op Schumacher College en zijn
vragen.
Onze toekomstbeelden en de icoonprojecten
vorige bedrijf Innovaders richtte
Wij denken dat de echte transitie in de zorg
die werken naar deze toekomst hebben we
Pepik Henneman in 2008 Meneer de
thuis plaatsvindt. Thuis kun je oud worden
opgenomen in de THUIS. transitie-agenda.
Leeuw op. Hij pioniert ruim vijftien jaar
zoals je dat zelf wilt en wij hechten veel aan
Ook wij hopen met THUIS. het gesprek over
met duurzaam ondernemen.
ons thuisgevoel. Dat is nu nog lastig te rege-
beter oud worden verder op gang te helpen.
Sinds 2006 geeft hij vanuit Dutch Re-
len. Wij zijn gaan verkennen welke omslagen
Als dit verhaal je inspireert dan nodigen wij
search Institute for Transitions vorm aan
nodig en wenselijk zijn om in Noord-Holland
je van harte uit om mee te doen. Door bij te
visievorming processen.
beter oud te kunnen worden. Wij hebben veel
dragen aan een van de icoonprojecten of
Pepik is de auteur van het Burge(r)
vragen. Is ons huis wel geschikt? Wij willen
door zelf vernieuwende projecten of praktij-
meesterboek en inzetbaar als arena-
graag van betekenis zijn tot het laatste mo-
ken aan te dragen. Voor meer informatie kijk
leider, facilitator van brainstorms of als
ment, maar lukt het ons om het gesprek over
op: www.thuislab.nu
dagvoorzitter tijdens een seminar.
een waardig einde met onze omgeving aan te
THUIS.LAB is een initiatief van Omring en
gaan? Wij streven naar wederkerigheid, maar
wordt ontwikkeld in samenwerking met het
durven wij wel om hulp te vragen? Als het
tijdelijke vernieuwingsnetwerk THUIS. en
niet meer anders kan willen wij thuis verzorgd
Meneer de Leeuw’.
17
5. Zorgen voor vandaag en morgen De verkenningstocht die Babel is gestart in 2014 was een onderzoek naar actuele maatschappelijke trends (onder andere vergrijzing en een zich terugtrekkende overheid), naar de grootschalige transitie die in de zorg gaande is en naar wat deze ontwikkelingen betekenen voor de (toekomstige) ruimtelijke opgaven.
Waar het in de toekomst met de zorg en wonen heen gaat weet niemand precies. Wel hebben we veel inspirerende voorbeelden gezien en gehoord. En hebben we een breed beeld gekregen van wat er allemaal speelt en van de complexiteit van het thema. Maar het heeft ook veel –nieuwe- vragen opgeroepen. Hoe willen we dat ons leven eruit ziet als we zorg nodig hebben? Hoe vertalen we dat naar de gebouwde omgeving en de openbare ruimte? Welke instantie, overheden en professionals moeten aan de bak voor deze opgave? En wat moeten jij en je familie/vrienden zelf doen?
Vragen waar we vooralsnog geen eenduidig antwoord op hebben. Wel hebben we een aantal lessen geleerd en we hebben gezien waar de belangrijke ruimtelijke opgaven liggen. Ook hebben we inzicht gekregen hoe de Zaanstreek er voor staat en dat er ook hier volop plannen en ideeën leven.
De opgedane kennis en inspiratie kan ons helpen om de komende jaren een verdiepingsslag te maken op het gebied van wonen en zorg. We geven een overzicht van een aantal inzichten en conclusies uit de verkenningstocht die daarbij kunnen helpen.
Zorg? Ja! Maar voor wie eigenlijk?
Als het gaat over zorg, wordt al snel gesproken over de grote groep ouderen die nu en in toenemende mate in de toekomst zorg nodig zullen hebben. Maar het is belangrijk om een brede focus op zorg en op de gevolgen van vergrijzing te houden. Vergrijzing betekent niet alleen méér mensen die zorg nodig hebben, maar ook méér vitale (en ondernemende!) ouderen die een impact hebben op hoe onze steden er in de toekomst uit zullen zien. Andere en meer gedifferentieerde voorzieningen, een ander gebruik van en andere wensen voor de openbare ruimte. Maar er zijn natuurlijk ook heel veel jonge(re) mensen die zorg nodig hebben. En door het toenemend vernuft van de medische wetenschap, zullen er ook steeds meer mensen komen die langdurig ziek zijn. Het isoleren en hospitaliseren van deze groepen is niet meer van deze tijd. We willen een inclusieve samenleving en zijn veel meer gericht op kleinschaligheid, diversiteit en participatie. Hoe dit een goede ruimtelijke weerslag kan krijgen in buurten en wijken in de stad is een complexe maar boeiende opgave!
Vitale wijken
In de zorg verschuift de focus van hoofzakelijk somatische zorg naar een meer integrale en preventieve zorg. De gedachte is dat door de ‘echte’ zorgvraag te adresseren, er minder fysieke (dure) ingrepen nodig zijn. De nieuwe Sociale Wijkteams hebben hier een belangrijke sociaal-maatschappelijke rol in. In ruimtelijke zin betekent dit dat er ook een belangrijke rol is weggelegd voor de inrichting van buurten en wijken. In een leefomgeving die uitnodigt tot bewegen en ontmoeten kunnen mensen langer vitaal blijven. En in een wijk waar sociale netwerken kunnen groeien is de kans groter dat de hoognodige informele vangnetten ontstaan. Daarvoor is het óók noodzakelijk dat de samenstelling van wijken voldoende divers blijft of wordt. Het is misschien een open deur, maar we willen toch benadrukken dat dat ook in de toekomst een belangrijke opgave zal zijn: hoe zorgen we ervoor dat de wijken blijven verjongen? Met alle – terechte – aandacht voor de grote grijze golf en andere zorgbehoevenden moeten we niet uit het oog verliezen dat het voor de leefbaarheid van wezenlijk belang is dat
18
er ook jonge mensen in de wijken kunnen instromen én doorstromen. Kortom: we hebben levensloopbestendige en vitale wijken nodig!
Gebouwde omgeving op maat?
In de toekomst zullen mensen meer en meer hun eigen zorg moeten organiseren, de zogenaamde ‘zorg op maat’ en langer in hun eigen huis blijven wonen. Maar zijn al die woningen daar wel geschikt voor? Welke aanpassingen zijn nodig en mogelijk in de huidige voorraad. Hoe gaan particuliere huiznebezitters hiermee om? En wat betekent het voor de bouw van nieuwe woningen? Is het verstandig om ook in Zaanstad het zogenaamde Bielefelder model toe te passen, waar in alle nieuwbouw standaard barrièrevrij wordt gebouwd (en slechts ten dele toegewezen aan ouderen met een zorgindicatie, zodat er een vitale mix blijft bestaan) Tijdens het bezoek aan het AMC leerden we dat het –op de lange termijn- loont om kwaliteit en overmaat te realiseren in zorggebouwen. Bezuinigen op kosten nu, kan in de toekomst leiden tot veel hogere kosten als er aanpassingen nodig zijn. En dat er vroeger of later aanpassingen nodig zullen zijn, dat is, gezien de ontwikkelingen binnen de medische wetenschap, zo goed als zeker. Maar hoe verhouden dergelijke investeringen zich tot de huidige trend van afslanken en inkrimpen?
Huis in de wijk
Wat gaat er gebeuren met verpleeghuizen die als gevolg van de huidige koers gesloten worden? En wat betekent dat voor de wijken waar ze gelegen zijn? Kan er een betekenisvolle vernieuwing plaatsvinden waarbij de blik niet meer hoofdzakelijk intern gericht is, maar er met open vizier gekeken wordt naar de plek van het voormalige verzorgingstehuis in zijn omgeving. Veel verzorgingstehuizen hebben nu al een belangrijke buurtfunctie die misschien nog te veel onderschat wordt. Maak daar gebruik van en laat buurten meedenken in het zoeken naar aanvullende functies en een betere verankering van deze huizen in de wijk.
Nieuwe deskundigheid
De grote aandacht die we zagen voor de uitstraling en de zintuiglijke beleving van zorgomgevingen, maakten ons ervan bewust dat er soms heel specifieke deskundigheid nodig is voor een goede inrichting van verzorgingstehuizen, maar ook van de openbare ruimte. Gebruik maken van innovatieve technieken, omgevingspsychologie en gerichte kennis van de invloed van
Citaat: ‘Er is geen streefcijfer voor
de gebouwde omgeving bij specifieke ziektebeelden zijn geen overbodige luxe. We vermoeden
barrièrevrije of barrièrearme woningen;
dat de vraag daarnaar in de toekomst groter zal worden en dat er, op dat gebied, wellicht een
overal waar zich mogelijkheden voor-
inhaalslag nodig is in de ruimtelijke sector.
doen voor nieuwbouw wordt standaard barrièrevrij gebouwd; er wordt conse-
Tot slot
I
quent vastgehouden aan het beleid om
In 2014 hebben we kennis en inzichten verzameld die we willen inzetten bij de verdere uit-
barrièrevrije nieuwbouw slechts voor
werking van specifieke, lokale cases. Wat we uiteindelijk willen bereiken is een goed gevulde
een gedeelte toe te wijzen aan ouderen
‘gereedschapskist’ waaruit alle betrokken partijen kunnen putten bij het werken aan vitale,
met een zorgindicatie, zodat er een
duurzame buurten en wijken in Zaanstad. We hebben al een aantal onderdelen daarvoor verza-
vitale mix blijft bestaan. Van hoog niveau
meld, maar we denken dat de gereedschapskist nog niet volledig is en er nog nieuw gereed-
woningaanpassingen is men grotendeels
schap, kennis, toegevoegd moet worden. Dát is de opgave voor 2015. Het juiste gereedschap
teruggekomen, vanwege de hoge kosten.
in handen krijgen én er mee leren werken.
Aan de stichting Babel de taak in 2015 de juiste
Bovendien willen ouderen niet graag in
partijen bij elkaar te brengen, kennis te delen en voor een aantal gebieden tot een aanpak te
naoorlogse portiekflats wonen, ook niet
komen. Een aanpak waarbij iedere partij zijn
op de onderste verdieping en ook niet na renovatie.’ Bron: SEV, Wonen en zorg: het Bielefelder model
19
Ontwerpend onderzoek: 6. Bijlage
12 strategieën voor een levensloopbestendige buurt
20
en breed ijdragen stendige oriseerd
ner de
unnen g urlijke
n jft, ook
ge buurt egrale
Een levendige De wereld binnen handbereik Eenplek levendige plek
Wooncarrière met zorg
uitdagen en activeren
verbinden en ontmoeten
huisvesten en verbreden
De buurt in:
Kritische massa:
Buurtgericht woonbeleid en divers woningaa
• •
langzaam verkeer d.m.v. duidelijke routes. Koppel prettige, groene en veilige openbare
•
Verbeter mobiliteit en reikwijdte.
• • •
Behoud sociale netwerk als mensen zorg nodig hebben. Voorspel en organiseer benodigde zorg en welzijn binnen de buurt.
Creëer flexibel en representatief woonaanbod voor de buurt.
De buurt binnen het gebouw: •
•
verschillende doelgroepen. Stimuleer differentiatie van leeftijd.
Maak voorzieningen commercieel interessanter en niet puur afhankelijk van mensen die zorg nodig hebben.
Entree als dorpsplein: •
• •
Nodig mensen van buiten uit door een
aantrekkelijk entree als in een alledaagse omgeving.
Situeer verschillende diensten en ondernemers aan de straat rond de hoofdingang. Onderzoek kansen voor combinaties met
• • • •
Behandel ouderen niet als homogene groep
in op wensen van een woon carrière met zo Maak het aanbod divers: variatie in grootte
woningen, buitenruimte etc. Sluit met woonzorg aanbod aan op woninga en wensen in de buurt
Richt toewijzingsmethodes meer op wonen zorg en integreer sociale aspecten.
Veranderende ruimtevraag en capaciteit: • • •
buurtvoorzieningen als bibliotheek, buurthuis,
Verbeter toegankelijkheid van belevingen en activiteiten . Vergroot woongenot thuis door voorzieningen en belevingen binnen handbereik.
Daag uit om fysiek en mentaal actief te zijn.
Ruimte voor diversiteit en overgangen: •
• •
Creëer diverse overgangen tussen privé tot publiek: van beschermd wonen tot meedoen in het openbare leven. Maak ontmoetingen mogelijk tussen verschillende leefsferen.
Verlaag de drempel om het zorgcentrum in te gaan voor ‘buitenstaanders’.
Samen voor de buurt
huisvesten en verbreden
informeren en samenwerken
Buurtgericht woonbeleid en divers woningaanbod:
Integrale ontwikkeling:
•
•
• •
Behandel ouderen niet als homogene groep, speel in op wensen van een woon carrière met zorg. Maak het aanbod divers: variatie in grootte / type woningen, buitenruimte etc. Sluit met woonzorg aanbod aan op woningaanbod en wensen in de buurt Richt toewijzingsmethodes meer op wonen dan zorg en integreer sociale aspecten.
•
•
Koppel eigen plannen aan (toekomstige) ontwikkelingen in de buurt. Breng belangen en potenties (vastgoed, openbare ruimte, verkeer) in kaart door middel van dialoog. Zoek naar toekomstige (private) investeerders.
Veranderende ruimtevraag en capaciteit:
Bottom-up planvorming en slim gekozen partners:
•
•
•
•
thuis,
Laat nieuwe woonnormen in verhouding staan tot uitgangspunten bestaande bouw. Kies voor efficiënt ruimtegebruik; dit scheelt in kosten bouw, beheer en zorg. Combineer intramurale zorg met het verlenen van zorg in zelfstandige woningen.
Leef- en woonkwaliteit voor wonen met zorg:
in te
•
Programmeer voor een gezonde mix van
Wooncarrière met zorg
•
ot oen in
•
Laat nieuwe woonnormen in verhouding sta
uitgangspunten bestaande bouw. Kies voor efficiënt ruimtegebruik; dit schee
kosten bouw, beheer en zorg. Combineer intramurale zorg met het verlen van zorg in zelfstandige woningen.
gemeenteloket.
•
emers
plekken.
Duurzame sociale netwerken:
•
santer zorg
Ontsluit centra (zorg en voorzieningen) voor
• • •
Voorkom gehospitaliseerde zorg, plaats het huis liever midden in de buurt dan afgezonderd. Maak van gangen, binnenstraten en huiskamers geen doolhoven Creëer zicht op buitenwereld en activiteiten, deze verkleinen psychologische afstand.
•
•
Leef- en woonkwaliteit voor wonen met zorg • • •
Voorkom gehospitaliseerde zorg, plaats he liever midden in de buurt dan afgezonderd Maak van gangen, binnenstraten en huiska
geen doolhoven Creëer zicht op buitenwereld en activiteiten verkleinen psychologische afstand.
Deze twaalf strategieën worden op de vo pagina’s uitgebreider uiteengezet aan de ha een probleemstelling, uitleg van de beoogde s en voorbeelden. Daarnaast worden concrete benoemd op ruimtelijk en organisatorisch vl
De strategie wordt steeds geïllustreerd een voorbeeld of referentie uit het ontw onderzoek Samen voor de buurt.
Zoek bondgenoten in de buurt die al een eigen gebruikersgroep hebben. Waarborg draagvlak middels betrokkenheid buurt, organisaties en gebruikers in planvorming. Haal nieuwe expertise in huis. Een nieuw werkveld vraagt andere/nieuwe expertise
Imago, identiteit en profilering: • • •
Creëer een identiteit die meer inhoudt dan zorg. Laat zien wat je te bieden hebt aan de buurt en anderen: straal gastvrijheid uit. Zorg voor een duidelijke visie op wooncultuur en leefsfeer: maak keuzes en versterk waar je goed in bent.
21
7. ‘Verder lezen & bronnen Age-friendly environments, gezond oud worden in eigen wijk, Willeke van Staalduinen; essay uit rapport Hedy d’Ancona prijs 2014 Grijze Stad, themanummer S+RO nr.1-2014 Ruimte voor ouderen, Mirjam Klaassens & Annelies Beek; Agora 2013-3 Wonen en zorg: het Bielefelder model, SEV Afbeeldingen: Cover
‘the kindness of strangers’ van Ed Yourdon
Pag 3
illustratie: Jan Schoen ( vrij naar ‘Mens erger je niet’, - Jumbo)
Pag 4
afbeelding ZMC via ontwikkeling.vorm.nl/
Pag 5, 7, 17
foto’s Babeldebat: Nicolette Zwart
Pag 6
illustratie historische ontwikkeling zorg en wonen: VenhoevenCS
architecture+urbanism
Pag 8
schema TNO via: nabij-vitalewijk.nl
Pag 9
illustratie via
arcon.nl/actueel/nieuws/implementatiepilot-menselijke-maat.html
Pag 11 en 13
foto’s Kaleidsokoop via LEVS architecten (fotograaf Marcel van der Burg),
Islant, illustratie: Carree architecten
Pag 12
foto’s Bartholomeus Gasthuis via Op ten Noort Blijdenstein,
bartholomeusgasthuis.nl en Islant
Pag 14, 15 en 16 afbeeldingen: Luuk Kramer, VenhoevenCS architecture+urbanism en
LeidenNoord.nl
Pag 19
foto via nabij-vitalewijk.nl
Cover (achter) foto via VenhoevenCS architecture+urbanism
22
23
Stichting Babel Musical 23 1507 TS Zaandam T 075-6700695 F 075-6125488 E
[email protected] 24