wonen Met het aantreden van de huidige Vlaamse regering heeft het Vlaamse woonbeleid een nieuw elan gekregen. Een beleid dat tijdens de vorige regeerperiode vooral gekenmerkt werd door het elkaar in snel tempo opvolgende aantal ministers van Wonen (Anciaux, Sauwens, Van Grembergen, Gabriëls en Keulen), werd omgebogen in een beleid waarbij maatregelen worden uitgewerkt die de mensen die op zoek zijn naar een betaalbare en kwaliteitsvolle woning, ondanks de stijgende prijzen, echt helpen. Samen met de provincies en de gemeenten worden er ook in West-Vlaanderen heel wat initiatieven rond wonen genomen. Voor CD&V blijft het thema in elk geval een aandachtspunt.
Organisatie van het woonbeleid De Vlaamse wooncode De Vlaamse Wooncode kan worden beschouwd als de grondwet voor het woonbeleid in Vlaanderen. Ze geeft immers het kader aan voor het woonbeleid. Het centrale uitgangspunt van de Vlaamse Wooncode is het recht op een behoorlijke huisvesting voor iedere burger: “Iedereen heeft recht op menswaardig wonen”. Het uiteindelijke doel is de verwezenlijking van dit recht door het bevorderen van de beschikbaarheid van aangepaste woningen, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid. Het decreet legt ondermeer de minimale kwaliteitsvereisten voor alle woningen vast. Ze bevat ook een uiteenzetting over de wijze waarop de sociale huursector werkt. Bijzonder aan de Vlaamse Wooncode is dat zij de gemeenten een coördinerende rol toekent op het vlak van het lokale woonbeleid. Dit gebeurt via samenwerking met andere instanties als het OCMW, de sociale huisvestingsmaatschappij, het sociaal verhuurkantoor, welzijnsorganisaties. In de Vlaamse Wooncode worden de sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM) beschouwd als de bevoorrechte uitvoerders van het Vlaamse woonbeleid. De SHM specialiseerden zich in de bouw van degelijke en betaalbare woningen die vervolgens worden verhuurd of verkocht. De expliciete taakstelling in de Vlaamse Wooncode en de opgebouwde deskundigheid inzake de bouw van woningen met gunstige prijs-kwaliteitsverhouding, maakt de SHM tevens tot bevoorrechte partners van de lokale besturen bij de ontwikkeling van een lokaal sociaal woonbeleid.
wonen
De zeven krachtlijnen van het vernieuwde decreet zijn: 1. Meer betrokkenheid van de gemeente bij het toewijzingsbeleid. Nu kan bijvoorbeeld het gemeentebestuur het te voeren sociaal woonbeleid opnemen in zijn lokaal sociaal beleidsplan. 2. Actualisering en aanvulling van enkele bijzondere doelstellingen van het woonbeleid. Als streefdoel van het nieuwe Vlaams woonbeleid wordt een optimale leefbaarheid van de wijken, het bevorderen van de integratie van de bewoners in de samenleving en het bevorderen van gelijke kansen voor eenieder ingeschreven. 3. Uitbreiding van het toepassingsgebied tot alle verhuurde woningen door de erkende sociale verhuurkantoren. 70
4.
5.
6.
7.
Vroeger beperkte het toepassingsgebied van de sociale verhuurkantoren zich tot die woningen waarvoor projectsubsidies werden verleend. Nu is dit toepassingsgebeid uitgebreid naar alle woningen die door een erkend sociaal verhuurkantoor worden verhuurd. Explicitering van de verplichtingen van de verhuurder en huurder. De voornaamste verplichtingen van de verhuurder (bijvoorbeeld het onderhoud en de herstellingen evenals de juiste aanrekening van de huurlasten) worden in de nieuwe Vlaamse Wooncode vermeld. Ook de verplichtingen van de huurder worden gepreciseerd en aangevuld in het licht van de geactualiseerde bijzondere doelstellingen van het woonbeleid. Eén van die verplichtingen is de bereidheid tonen om het Nederlands aan te leren. De kandidaat-huurder moet eveneens kunnen aantonen – voor zover hij onder het toepassingsgebied van het decreet van 28 februari 2003 betreffende het Vlaams inburgeringsbeleid valt – dat hij bereid is tot het volgen van het inburgeringstraject. Een typehuurovereenkomst voor andere sociale verhuurders dan de sociale huisvestingsmaatschappijen. In de Vlaamse Wooncode is bepaald dat voor de sociale huisvestingsmaatschappijen, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) en alle andere sociale huurders een typehuurovereenkomst wordt vastgesteld. Domiciliefraude aanpakken. Het decreet zorgt ervoor dat naast een agent of officier van de gerechtelijke politie, ook beëdigde ambtenaren van de Vlaamse Gemeenschap domiciliefraude kunnen opsporen en vaststellen. Er wordt tevens voorzien in een administratieve maatregel en administratieve geldboete. Opvolging en begeleiding van de huurders. Het decreet voorziet de mogelijkheden om in bepaalde probleemgevallen in te grijpen en de huurders te begeleiden teneinde verdere problemen te voorkomen in het belang van de leefbaarheid van woonprojecten.
Territoriale planning De Vlaamse Regering bakent de volgende gebieden af: 1. Gebieden waarbinnen grote inspanningen noodzakelijk zijn om de woonkwaliteit te verbeteren = woonvernieuwingsgebieden; 2. Gebieden waarin het Vlaams Gewest de bouw van nieuwe woningen stimuleert via de uitkering van subsidies en tegemoetkomingen = woningbouwgebieden. De woonvernieuwings- en woningbouwgebieden werden vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse regering van 7 april 1998 houdende de afbakening van woonvernieuwings- en woningbouwgebieden. Dit Besluit legt deze gebieden vast tot op wijk- en straatniveau.
Atlas van woonuitbreidingsgebieden Sinds 1 december 2005 is de ‘Atlas van woonuitbreidingsgebieden’ beschikbaar. Deze Atlas doet uitspraken over de bebouwbaarheid van gebieden die op het gewestplan staan aangeduid als ‘woonuitbreidingsgebied’. Deze afgebakende gebieden zijn bepalend voor de subsidiëringsgraad voor projectsubsidiëring. Naargelang een project binnen of buiten een bijzonder gebied is gelegen, wordt een duidelijk onderscheid gemaakt in de grootte van subsidie. Onze voorstellen Er is nood aan een evaluatie en actualisatie van de woonuitbreidingsgebieden zodat de financiële inspanningen beter afgestemd en optimaal geconcentreerd zijn.
wonen
71
Sociaal wonen
Decreet grond- en pandenbeleid Het decreet biedt een kader voor alle aspecten van het grond- en pandenbeleid, maar is toch vooral gericht op het aspect wonen. Het bevat normen voor de realisatie van een sociale woningaanbod via: • Activatie van de overheid: Het is de bedoeling dat, waar overheden beschikken over gronden in publieke handen, een soort actieprogramma tot stand komt, waarbij het de ambitie zou zijn om op macroniveau 25 percent van deze gronden te activeren naar een bescheiden en sociaal woonaanbod. • Sociale lasten: Via onderhandelingen en convenanten. Bepalingen betreffende het aandeel nieuwbouw sociale woningen. Bij nieuwe verkavelingen kan de gemeente sociale lasten opleggen. Er zijn twee voorwaarden: het moet gaan over minstens tien kavels en een grondoppervlakte van minstens een halve hectare en over potentieel vijftig appartementen, bouw of vernieuwbouw. Het decreet grond- en pandenbeleid geeft een aantal concrete praktische uitwerkingen aan doelstellingen die het woonbeleid moeten structureren. Volgende thema’s komen er in aan bod: a. Opmaak plannen b. Opmaak registers en invoer heffingen c. Subsidies voor ‘activeringsprojecten’ d. Ontwikkelen van gemengde projecten e. Invoer van bestemmingswijzigingscompensatie Verhoging van het aantal sociale woningen De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) staat in voor de tijdige realisatie en de financiering van het door de Vlaamse Regering geplande programma voor sociale woonprojecten. Zij stimuleert, ondersteunt en begeleidt lokale organisaties om betaalbare en kwaliteitsvolle projecten te realiseren en neemt indien nodig zelf initiatieven. De VMSW stelt een jaarlijks uitvoeringsprogramma op voor de aankoop, bouw en renovatie van sociale huur- en koopwoningen. Tijdens het bouwproces begeleidt zij de uitvoeringsactoren, voornamelijk sociale huisvestingsmaatschappijen, en in mindere mate ook gemeenten en OCMW’s. De VMSW is zelf verantwoordelijk voor de aanleg van wooninfrastructuur bij de sociale woonprojecten.
wonen
Besluit van de Vlaamse Regering tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode: Het besluit behandelt onder meer de inschrijvings- en toelatingsvoorwaarden, de verplichtingen van de huurder en de proefperiode, het toewijzingsbeleid, de huurprijsberekening en het toezicht. Het kaderbesluit geeft uitvoering aan de nieuwe Wooncode. 72
Deze hervorming garandeert een betaalbare woning voor elke huurder. Ze maakt het steden en gemeenten mogelijk een eigen toewijzingsbeleid te voeren binnen een algemeen Vlaams kader. En ze geeft de huurder door de invoering van de taal- en inburgeringsbereidheid en de proefperiode van twee jaar rechten, maar ook plichten.
Het kaderbesluit sociale huur Dit is in tegenstelling tot het vorige besluit van toepassing op alle sociale gesubsidieerde huurwoningen (van de SHM’s, de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen, van de gemeenten en OCMW’s, van de sociale verhuurkantoren, van het Vlaams Woningfonds,…). Hierdoor komt er eenvormigheid in de sociale huisvesting in Vlaanderen. Investeringsprogramma voor woonprojecten De Vlaamse Regering stelt periodiek een beleidsmatig investeringsprogramma voor woonprojecten vast. Dat investeringsprogramma heeft betrekking op vijf jaar. Het houdt een verdeling in van de middelen over sociale koop- en huurwoningen en een regionale spreiding tot op het niveau van gemeenten of groepen van gemeenten. Zowel de verdeling van de middelen als de regionale spreiding beantwoordt aan de reële woonbehoeften. Het investeringsprogramma kan jaarlijks geactualiseerd worden.
Projectsubsidiëring voor sociale woonprojecten De middelen voor de verhoging van het aanbod aan sociale huur- en koopwoningen zijn toegenomen. Tot een sterke uitbreiding heeft dit eigenlijk niet geleid. De productie aan sociale huur- en koopwoningen ligt reeds een paar jaar op een gemiddelde van minder dan 3.000 bijkomende woningen per jaar. De redenen zijn ondermeer de overgang naar een nieuw sociaal huurbesluit en financieringsstelsel en het feit dat de orderboeken van de aannemers overvol zijn. Cijfergegevens: Aantal sociale huurwoningen Brugge Diksmuide Ieper Kortrijk Oostende Roeselare Tielt Veurne West-Vlaanderen Vlaanderen
2002 5.030 538 2.642 8.013 3.553 2.170 1.406 1.281 24.633
2003 5.189 551 2.729 8.051 3.588 2.223 1.460 1.332 25.123
2004 5.241 559 2.775 8.108 3.634 2.260 1.538 1.410 25.525
2005 5.323 554 2.768 8.172 3.744 2.325 1.581 1.479 25.946
2006 5.391 584 2.794 8.372 3.750 2.342 1.605 1.482 26.320
130.783
133.196
134.652
136.381
137.837
wonen
In Vlaanderen werden 3.033 sociale huurwoningen gebouwd in 2006-2007, tegenover 3.494 in 2004-2005. Als we opdelen naar de verschillende provincies komen we aan het volgende resultaat: Antwerpen 561 Vlaams-Brabant 475 West-Vlaanderen 641 Oost-Vlaanderen 795 Limburg 561 TOTAAL 3033 73
Aantal nieuwe huurwoningen 2006-2007
IEPER
KORTRIJK
OOSTENDE
ROESELARE
TIELT
VEURNE
wonen
Totaal
140 9 77 29 154 46 194 50 4 58 761
35 10 4 9 4 9 21 14 6 7 4 33 30 53 30 25 23 23 46 4 390
9 5 19 10 18 4 3 12 14 8 108 73 76 7 20 153 8 99 17 8 5 114 12 15 9 18 13 40 15 78 739 251
87 16 30 66 20 6 16 7 29 49 326
renovatie
19 32 19 21 46 11 22 7 8 8 19 99 25 22 13 13 16 7 15 16 48 486
renovatie
DIKSMUIDE
BLANKENBERGE BRUGGE DAMME OOSTKAMP TORHOUT ZEDELGEM DIKSMUIDE HOUTHULST KORTEMARK LO-RENINGE HEUVELLAND IEPER POPERINGE WERVIK ZONNEBEKE HARELBEKE KORTRIJK KUURNE MENEN SPIERE-HELKIJN WAREGEM WEVELGEM ZWEVEGEM DE HAAN GISTEL ICHTEGEM OOSTENDE OUDENBURG HOOGLEDE IZEGEM LICHTERVELDE ROESELARE STADEN DENTERGEM MEULEBEKE TIELT WIELSBEKE ALVERINGEM DE PANNE KOKSIJDE NIEUWPOORT VEURNE
2007 nieuwbouw
BRUGGE
nieuwbouw
SOCIALE HUURWONINGEN
Renovatie
Aantal realisaties nieuwbouw en renovatie
2006
nieuwbouw
2005
Het aantal kandidaat-huurders in Vlaanderen blijft stijgen. Dit aantal is nu om en bij de 76.680 kandidaathuurders, tegenover 69.671 medio 2005. In West-Vlaanderen is het aantal kandidaat-huurders 17.294. 74
De gemiddelde wachttijd in Vlaanderen is 821 dagen, of twee jaar en drie maanden. In West-Vlaanderen ligt dit hoger en is dit 842 dagen. Gezien het groeiend aantal kandidaten, wordt er echter nog een bijkomende stijging van deze wachttijden verwacht.
Lokaal woonbeleidsplan Met het nieuw sociaal huurbesluit worden de mogelijkheden om de sociale vermenging van de sociale woonprojecten te realiseren, verbeterd. Er is een grotere rol toebedeeld aan de gemeenten zodat het mogelijk wordt om een eigen lokaal huisvestingsbeleid te voeren dat tegemoet komt aan de specifieke noden die er zich in een bepaalde stad of gemeente voordoen. In de hernieuwde Vlaamse Wooncode werd uitdrukkelijk gestipuleerd dat in de toekomst de gemeente(n) het lokaal woonoverleg dienen te organiseren met alle actoren – ook deze uit de welzijnssector die raakvlak ken hebben met wonen – om een lokaal woonbeleidsplan uit te werken dat na aftoetsing met de Vlaamse beleidsaccenten zal omgezet worden in een uitvoeringsplan waarbij de respectievelijke woonactoren in een meerjarenplanning en enveloppefinanciering via beheerscontracten geresponsabiliseerd zullen worden omtrent de uitvoering hiervan. Meer aandacht voor de leefbaarheid van de sociale woonprojecten In het kader van het verhogen van de leefbaarheid dient ook de maatregel tot het tonen van de bereidheid tot het aanleren van het Nederlands gekaderd te worden. Hierbij gaat het duidelijk om het tonen van de bereidheid tot het aanleren van de Nederlandse taal; er moet na het volgen van de cursus geen examen afgelegd te worden. Onze voorstellen
Wachttijd en aangroei In de volgende legislatuur moet de wachttijd voor een sociale woning in West-Vlaanderen onder het Vlaams gemiddelde liggen. Dat kan volgens ons in de eerste plaats door het aantal woningen aanzienlijk te verhogen. Het aangroeitempo van nieuwe sociale woningen moet in de volgende legislatuur worden verdubbeld. Dit via nieuwbouw en vooral ook via initiatieven die de aankoop van oude woningen voor renovatie stimuleren. De doelstelling is dat het aandeel sociale woningen per gemeente 6% van het gemeentelijke woningpatrimonium is. Daarom moeten er in West-Vlaanderen minimaal 3.400 sociale woningen worden gerealiseerd.
Tevredenheidsbarometer en leefbaarheidssleutel Alle West-Vlaamse sociale huisvestingsmaatschappijen moeten beschikken over een tevredenheidsbarometer. Zo kan de tevredenheid van de huurders worden opgevolgd en heeft het beleid een basis voor bijsturing. De invoering van een leefbaarheidssleutel is noodzakelijk bij de inplanting van nieuwe woonprojecten. Hiermee wordt voor nieuwe projecten niet enkel gekeken naar de woningkwaliteit, maar ook naar de leefbaarheid van de omgeving en de nabijheid van faciliteiten als openbaar vervoer, parken en sportinfrastructuur.
Sociale huurkantoren en de private markt
wonen
De private huurmarkt wordt meer en meer een zorgenkind dat dringend nood heeft aan bijkomende impulsen. Investeringen in woningen die verhuurd (kunnen) worden op de private huurmarkt dienen dan ook aangemoedigd te worden.
75
Cijfers over de private huurmarkt De Vlaamse regering gaf reeds een aantal belangrijke aanzetten – binnen de beperkte mogelijkheden die zij heeft voor wat de private huurmarkt betreft - met de nieuwe regeling m.b.t. de huursubsidies en de renovatiepremies en met de verdere verhoging van de middelen voor het bijkomend erkennen van sociale verhuurkantoren met zowat een miljoen euro. Het aandeel van de private huurmarkt in de totale woningmarkt bedraagt momenteel nog 18,5%. In 1981 bedroeg dit nog meer dan 30%. Dergelijke evolutie toont aan dat het absoluut noodzakelijk is om het aanbod op de private huurmarkt op te drijven. De inschakeling van sociale verhuurkantoren is daarbij een essentiële factor.
Inschakeling van sociale verhuurkantoren Sociale verhuurkantoren (SVK) spelen een belangrijke rol in het verhogen van het aanbod aan betaalbare woongelegenheden op de private huurmarkt. Het werken via sociale verhuurkantoren biedt heel wat voordelen en dit zowel voor de verhuurder als voor de huurder: • SVK’s nemen een groot deel van de verhuurlasten voor hun rekening; • de kleine verhuurder krijgt de huur altijd op zijn rekening gestort; • de huurder wordt begeleid opdat hij op tijd zijn huur zou betalen; • er wordt een brandverzekering afgesloten; • eventuele herstellingen aan de huurwoning worden effectief uitgevoerd; • als het nodig is toezicht te houden op de huurders gebeurt dat ook; • het is een heel spontaan mechanisme om sociale vermenging te organiseren; • er is individuele huurdersbegeleiding. In een krimpende private huurmarkt, kunnen de SVK’s private huurders er toch van overtuigen om te blijven investeren in woningen om te verhuren. Zij kunnen de verhuurders immers een hele reeks belangrijke waarborgen bieden en zij dienen dan ook ondersteund te worden in het verhogen van hun inspanningen.
Een aantal cijfers Eind 2006 verhuurden de SVK’s in Vlaanderen 3.453 woningen (2.905 daarvan werden verhuurd door gesubsidieerde SVK’s en 638 door niet-gesubsidieerde SVK’s). De afgelopen jaren is het aantal door SVK’s verhuurde woningen gestadig toegenomen zoals blijkt uit onderstaande tabel: Provincie Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Vlaanderen
2004 429 274 639 288 1.161 2.791
2005 529 274 672 309 1.248 3.032
2006 585 321 732 504 1.401 3.543
Met de verhoging van de middelen voor het jaar 2008 wordt gestreefd naar een toename van het aantal verhuurde woningen met 500. Hoe nobel ook, deze geplande toename blijft een druppel op een hete plaat. Eind 2006 stonden in Vlaanderen 11.100 mensen op de wachtlijst voor een SVK-woning. Per provincie geeft dat volgend beeld:
wonen
Provincie Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Vlaanderen
Aantal wachtenden 3.248 458 2.834 853 3.707 11.100 76
Het subsidiëringssysteem voor de sociale verhuurkantoren werd in 2004 gewijzigd. Nu bedraagt de basissubsidie 65.000 euro. Van de 31e tot de 60e woning komt er 1.500 euro extra per woning. Van de 61e tot de 90e woning komt er 1.250 euro extra per woning. Vanaf de 91e woning komt er 1.000 euro extra bij per woning. Sinds 1 januari 2007 krijgt een eigenaar die zijn woning renoveert en daarna verhuurt aan een sociaal verhuurkantoor een belastingvermindering (onder voorwaarden) die kan oplopen tot 45% van de kosten (gespreid over 9 jaar met een maximum van 750 euro per jaar).
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de financiering van de sociale huisvestingsmaatschappijen voor de realisatie van sociale huurwoningen en de daaraan verbonden werkingskosten: Het besluit bevat een reglementair kader voor de financiering van sociale huurwoningen beheerd door sociale huisvestingsmaatschappijen. In een eerste fase zullen het nieuwe financieringssysteem en de huurprijsberekening enkel van toepassing zijn op de bouwprojecten van de SHM’s. In een tweede fase wordt het stelsel uitgebreid worden tot alle sociale huisvestingsactoren Het nieuwe financieringsstelsel is tweedelig. Er is vooreerst de goedkope lening op 33 jaar tegen 0% intrest voor de realisatie van projecten (aankoop grond, bouw en renovatie). Daarnaast zal er jaarlijks per SHM een gewestelijke sociale correctie gebeuren. Het verschil tussen de inkomsten en genormeerde uitgaven van de SHM wordt bijgepast. Sommige SHM’s zijn immers structureel verlieslatend doordat een groot aandeel van hun huurders over een laag inkomen beschikt. De huurprijs die de sociale huurder betaalt, is immers berekend op basis van het inkomen. De inkomsten uit de sociale verhuring voor het hele patrimonium van een SHM zal jaarlijks worden vergeleken met een aantal reële en een aantal genormeerde kosten. Onze voorstellen
Blinde vlekken wegwerken Er moet worden gestreefd naar een gebiedsdekkend netwerk aan sociale verhuurkantoren in WestVlaanderen. Op vandaag worden de gemeenten De Haan, Zuienkerke, Wielsbeke en Anzegem niet bereikt voor de werking van een sociaal verhuurkantoor. Deze blinde vlekken moeten weggewerkt worden. Fiscale stimuli Eigenaars die hun woning ter beschikking stellen van een sociaal verhuurkantoor, moeten een fiscale stimulans krijgen zoals bvb een vrijstelling van onroerende voorheffing. Ook korting op de gemeentelijke opcentiemen moet mogelijk zijn.
Bevordering eigendomswerving Sociale leningen
wonen
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) staat in voor de bouw van sociale woningen, met de bedoeling om deze te verkopen of te verhuren aan gezinnen met een bescheiden inkomen. Zij kent ook goedkope sociale leningen toe aan de gezinnen die een sociale woning wensen aan te kopen, of die hun eigen woning wensen te kopen (met renovatie), te bouwen of te renoveren. Voor de aanvraag van een sociale lening kan men terecht bij één van de door de VMSW erkende sociale huisvestingsmaatschappijen. Momenteel erkent de VMSW 115 sociale huisvestingsmaatschappijen, waaronder Vivendo uit het Brugse, ’t Heist Best in Knokke-Heist, De Mandel in het Roeselaarse, …
77
Recht van wederinkoop en recht van voorkoop De overheid had nauwelijks vat op de uiteindelijke bestemming van verkochte sociale woningen. Door het recht van wederinkoop in te voeren, kunnen het Vlaams Agentschap voor Sociaal Wonen, de gemeenten, de sociale huisvestingsmaatschappijen en de OCMW’s de woning terug inkopen voor twintig jaar wanneer de kopers de voorwaarden en de verbintenissen niet nakomen die voortvloeien uit de Vlaamse Wooncode en de besluiten ervan. De woning wordt teruggekocht aan dezelfde prijs als bij de oorspronkelijke verkoop. In Vlaanderen geldt op bepaalde woningen en percelen bestemd voor woningbouw een recht van voorkoop. Wanneer de eigenaars van dergelijke woningen of percelen deze goederen wensen te verkopen, zijn zij verplicht die eveneens aan te bieden aan de begunstigden van het recht van voorkoop en dat tegen dezelfde prijs en voorwaarden als definitief overeengekomen met de kandidaat-koper. Het recht van voorkoop heeft tot doel die begunstigden in staat te stellen bepaalde woningen en percelen bestemd voor woningbouw te verwerven om die vervolgens aan te wenden om sociale huur- of koopwoningen of sociale kavels te realiseren.
Huursubsidies en kooprecht voor de zittende huurder Met ingang van 1 mei 2007 werd een nieuwe huursubsidieregeling van kracht. Deze tijdelijke tegemoetkoming in de huurprijs kan voor behoeftigen ademruimte creëren. Ze is vooral gericht op huurders van SVK’s. Het nieuw stelsel werd zo uitgewerkt dat het eenvoudig en simpel is. Mensen moeten zelf duidelijk kunnen opmaken of zij al dan niet in aanmerking komen voor een huursubsidie. De huurder van een sociale huurwoning heeft het recht gekregen om de woning die hij reeds ten minste vijf jaar heeft bewoond, aan te kopen. Daartoe werd, mede onder impuls van CD&V op 6 juli 2005 een voorstel van decreet door het Vlaams Parlement goedgekeurd. Het biedt sociale huurders die de stap willen zetten naar het eigenaar zijn, daartoe de mogelijkheid zonder dat ze hun vertrouwde omgeving en/of woning dienen achter te laten.
Geen kampeertoestanden meer Iedereen kent de taferelen die zich afspelen op de stoep van huisvestingsmaatschappijen die een aantal sociale kavels of sociale koopwoningen te koop aanbieden. Mensen gaan dagen op voorhand kamperen om zich toch maar als een van de eersten te kunnen aanmelden en aldus kans te maken op betaalbare bouwgrond of woning. Dat zal nu veranderen. Dit door de invoering van zogenaamde “open registers” waarin mensen die in een bepaalde gemeente of in het werkgebied van een bepaalde SHM een bouwgrond of een woning zoeken, zich steeds kunnen gaan inschrijven. Kandidaat-kopers die aan alle voorwaarden (inzake inkomen, bezit en meerderjarigheid) voldoen, kunnen zich bij de SHM inschrijven in het kandidatenregister. Per bouwplaats krijgt men een volgnummer dat de chronologische plaats weergeeft in het register.
Vrijstelling successierechten, kortingen registratierechten en verminderde schenkingsrechten
wonen
Sinds 1 januari 2007 moet de langstlevende partner geen successierechten meer betalen op de gezinswoning die hij of zij samen met de overleden partner zelf gebouwd of gekocht en jarenlang bewoond heeft. De Vlaamse registratierechten voorzien kortingen voor bescheiden woningen, e.d. De algemene verlaging van de registratierechten bij aankoop van een eerste gezinswoning werd echter niet gerealiseerd.
78
Onze voorstellen Het recht van voorkoop en dat van wederinkoop moeten in elk geval de nodige stimulansen krijgen. Niet enkel de bestaansmogelijkheden, maar ook de toepassingsmogelijkheden van deze rechten moeten daarbij bekeken worden. Want enkel wanneer ze ook daadwerkelijk toegepast worden, kunnen we de sociale woningmarkt een extra uitbreiding bieden. Binnen datzelfde verhaal verdienen de sociale leningen dan ook zeker een uitbreiding. CD&V wil ook de afschaffing van het registratierecht op de hypothecaire inschrijving van een lening voor de eerste schijf van 100.000 euro voor de bouw, renovatie of verwerving van de enige gezinswoning.
Woonkwaliteit Toestand in West-Vlaanderen - Sociale woningen
Woningen zonder centrale verwarming Woningen zonder badkamer Woningen zonder toilet Opgericht voor 1900 Opgericht 1900-1918 Opgericht 1919-1945 Opgericht 1946-1961 Opgericht 1962-1970 Opgericht 1970-1981 Opgericht na 1981 (2005)
Vlaanderen 610.446 81.822 55.470 236.654 146.235 402.522 413.688 319.442 407.280 582.135
West-Vlaanderen 154.737 22.594 12.800 48.769 26.719 104.137 74.936 60.877 78.637 121.228
Vlaamse renovatiepremie Per 26 maart 2007 is een nieuw premiestelsel in werking getreden. Daarvoor wordt voorzien in een budget van 50 miljoen euro. Deze maatregel moet mensen die een bestaande woning plannen aan te kopen en te renoveren, een duwtje in de rug geven zodat zij daadwerkelijk in de mogelijkheid gesteld worden om de stap naar het bezit van een eigen woning te zetten. Met deze maatregel wordt terug aangeknoopt met een jarenlange traditie van het verlenen van huisvestingspremies. Onze voorstellen De Vlaamse renovatiepremie en de verbetering- en aanpassingspremies moeten beter afgestemd en uitgebreid worden met specifieke renovatie- en aanpassingswerken in het kader van duurzaam verbouwen en levenslang wonen. Ook moet er worden gezocht naar de mogelijkheid om naargelang de specifieke noden van een provincie, in functie van de kwaliteit van het patrimonium, bijkomende mogelijkheden van de Renovatiepremie te creëren.
wonen
79
Kwaliteits- en veiligheidsnormen Het agentschap Wonen-Vlaanderen voert het Vlaamse woonbeleid uit, met het oog op een betaalbaar en kwaliteitsvol wonen voor iedereen. Het verstrekt financiële tegemoetkomingen aan particulieren, in het bijzonder huursubsidie en renovatie- en verbeteringspremies, rechtstreeks of via intermediaire actoren. Het agentschap staat in voor de uitvoering van het woonkwaliteitsbeleid en zorgt ervoor dat de kwaliteitsnormen voor woningen gerespecteerd worden. Tevens volgt het agentschap de erkende huurdiensten op en begeleidt en ondersteunt het de gemeenten bij de ontwikkeling en de uitvoering van een lokaal woonbeleid. Vanuit zijn terreinervaring formuleert het agentschap voorstellen ter verbetering van het beleid inzake wonen. Bij decreet van 7/7/2006 werden wijzigingen aangebracht aan de Vlaamse Wooncode (decreet van 15/7/1997) en aan het decreet van 4/2/1997 houdende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers. Het instrumentarium om op te treden tegen ongeschikte en onbewoonbare woningen en kamers werd uitgebreid en beide decreten werden beter op elkaar afgestemd. Op 19/7/2007 werd het uitvoeringsbesluit door de Vlaamse Regering goedgekeurd dat ook de inwerkingtreding regelt. Onze voorstellen De gemeenten moeten verder aangemoedigd worden in hun strijd om de kwaliteit en veiligheid van de woningen op te voeren. Wanneer zij inspanningen leveren, komt het Vlaamse gewest met een gelijkaardige inspanning over de brug. We denken hier ondermeer aan rookmelders. Net omdat ze hun grote nut al bewezen is het voornaamste voor onze partij dat de bestaande premies behouden kunnen worden. In functie van de middelen die ter beschikking staan van de regering kan dan ook gekeken worden naar de uitbreidingsmogelijkheden van het gamma aan premies.
Energiezuinig wonen In Vlaanderen kunnen er via 4 kanalen premies voor energiebesparende investeringen gekregen worden: 1) Fiscaal voordeel voor energiebesparende maatregelen: - vervanging of onderhoud van stookketels; - installatie van een zonneboiler; - installatie van fotovoltaïsche zonnepanelen; - plaatsing van een warmtepomp; - plaatsing van hoogrendementsbeglazing of superisolerende beglazing; - plaatsing van dakisolatie; - plaatsing van thermostatische kranen op radiatoren of een kamerthermostaat met tijdsinschakeling; - uitvoering van een energie-audit in de woning. 2) Premies van de elektriciteitsnetbeheerder. Bv bij installatie van een zonneboiler, dakisolatie, condensatieketel op aardgas, …
wonen
3) Premies van heel wat lokale besturen voor de installatie van een zonneboiler of fotovoltaïsche zonnepanelen. Enkele gemeenten geven ook steun voor dakisolatie, superisolerende beglazing of de vervanging van de oude cv-ketel. Zo hebben o.a. Diksmuide, Zonnebeke, Ardooie en Roeselare een premiestelsel voor zowel zonneboilers als voor zonnepanelen. In o.a. Kortrijk kun je terecht met de aanvraag voor een premie voor dakisolatie. 4) Premie van de provincies voor een zonneboiler of dakisolatie in bestaande woningen.
80