Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan
behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Inhoudsopgave
Toe lichting
3
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Aanleiding voor het wijzigingsplan 1.3 Het plangebied 1.4 Planologisch kader
4 4 4 4 5
Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 2.1 Bestaande situatie 2.2 Beoogde ontwikkeling
7 7 8
Hoofdstuk 3
Afweging voorwaarden
10
Hoofdstuk 4 Milieu & omgevingsaspecten 4.1 Archeologie 4.2 Geluid 4.3 Bodem 4.4 Luchtkwaliteit 4.5 Externe veiligheid 4.6 Bedrijven en milieuzonering 4.7 Waterhuishouding 4.8 Ecologie
13 13 13 14 14 15 16 17 18
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 5.2 Economische uitvoerbaarheid
20 20 20
Hoofdstuk 6
21
Juridische opzet
bijlagen bij toelichting Bijlage 1 Overleg belangenvereniging nov. 2012 Bijlage 2 Overleg belangenvereniging jan. 2013 Bijlage 3 Overleg belangenvereniging juni 2013
23 25 29 33
Re ge ls
37
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
38 38 51
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
Bestemmingsregels Groen Verkeer Wonen
53 53 54 55
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene gebruiksregels Algemene wijzigingsregels
58 58 59 60 61
Hoofdstuk 4 Artikel 10 Artikel 11
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
62 62 63
2
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Toelichting
status: ontwerp
3
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Inleiding
Het voorliggende plan betreft een wijziging ex artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van het bestemmingsplan 'Valkenburg Dorp' van de gemeente Katwijk. Het bestemmingsplan Valkenburg Dorp is op 29 november 2012 door de gemeenteraad van Katwijk vastgesteld. Het bestemmingsplan Valkenburg Dorp is sinds 5 juni 2013 onherroepelijk. De Raad van State heeft uitspraak gedaan in de twee beroepszaken. Deze beroepszaken hebben echter geen betrekking op de wijzigingsbevoegdheid in artikel 25 'Algemene aanduidingsregels' onder lid 2 'wro-zone – wijzigingsgebied' waar hier gebruik van wordt gemaakt.
1.2
Aanleiding voor het wijzigingsplan
De aanleiding voor het wijzigingsplan is het verzoek namens bouwbedrijf Van der Plas om medewerking te verlenen aan de wijziging van de bestemming om de bouw van 18 woningen met bijhorende erven en ontsluiting, mogelijk te maken op het perceel Bloemenlaan 18. In het bestemmingsplan Valkenburg Dorp was ten behoeve van woningbouw op deze locatie een wijzigingsbevoegdheid opgenomen, met de bedoeling dat burgemeester en wethouders medewerking kunnen verlenen wanneer een stedenbouwkundig plan voorligt dat beantwoordt aan de gewenste kwaliteit en aan de in artikel 25.2 opgenomen voorwaarden.
1.3
Het plangebied
Het plangebied betreft het voormalige Axi-terrein aan de Bloemenlaan in Valkenburg. Zie begrenzing hieronder.
Figuur 1 Ligging plangebied
4
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.4
Planologisch kader
1.4.1
Provinciaal beleid
Provinciale Staten hebben op 30 januari 2013 de Actualisering 2012 Structuurvisie en Verordening Ruimte vastgesteld. In de verordening is onder andere vastgelegd dat er in principe geen verstedelijking buiten bebouwingscontouren (geen nieuwe vestiging of uitbreiding van stedelijke functies, intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies) mag plaatsvinden. Het plangebied is gelegen binnen de bebouwingscontour. In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de ladder van duurzame verstedelijking opgenomen. De ladder is ook in de verordening opgenomen, omdat toepassing van de ladder voor duurzame verstedelijking ook van provinciaal belang is. De ladder heeft betrekking op alle stedelijke ontwikkelingen: woningbouw, kantoren, bedrijven, detailhandel en andere stedelijke voorzieningen. Bij de vaststelling van bestemmingsplan Valkenburg Dorp is getoetst aan het geldende beleid van rijk, de provincie Zuid-Holland en de gemeente Katwijk. Op de toekomstige ontwikkeling werd in dit bestemmingsplan al ingespeeld door een wijzigingsbevoegdheid op te nemen. Deze ontwikkeling sluit dan ook aan bij de ontwikkeling van de woningen en daarmee aan het vigerend beleid van de diverse overheden.
1.4.2
Moederplan Valkenburg Dorp
Het Axi-terrein aan de Bloemenlaan is door de voormalige gemeente Valkenburg aangewezen als een mogelijke bouwlocatie voor woningbouw. Vanwege de interesse van diverse ontwikkelaars, heeft de toenmalige gemeente Valkenburg in 2005 stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld voor het gebied. Deze randvoorwaarden zijn opgesteld om de kwaliteit van de wijk te bewaken. Op basis van deze randvoorwaarden is er door een initiatiefnemer destijds een plan ontwikkeld. Door de veranderde marktomstandigheden is het eerder vastgestelde plan aangepast. Op verzoek van aanvrager en na afweging van verschillende belangen wordt de bestemming Bedrijf gewijzigd in de bestemmingen Wonen, Verkeer en Groen voor de realisering van 18 woningen.
status: ontwerp
5
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Figuur 2 Uitsnede bestemmingsplan Valkenburg Dorp (www.ruimtelijkeplannen.nl)
Ten behoeve van deze ontwikkeling is in het bestemmingsplan Valkenburg Dorp een wijzigingsgebied (wro-zone – wijzigingsgebied) opgenomen waaraan volgende voorwaarden zijn verbonden. toegestaan zijn maximaal 19 woningen; maximale goothoogte 6 meter; maximale bouwhoogte 10 meter; de raad heeft een beeldkwaliteitsplan vastgesteld; het plan voldoet aan het gemeentelijke parkeernormenbeleid (bijlage bij de regels); de functie(s) van aangrenzende niet bij het wijzigingsgebied behorende gronden en bebouwing niet onevenredig worden belemmerd; het gebruik is gelet op milieuhygiënische eisen inpasbaar; het verhaal van kosten van grondexploitatie voor de gemeente over de in het wijzigingsplan begrepen gronden is via een exploitatieplan of anderszins verzekerd. Diverse onderzoeken die reeds voor de beoogde functiewijziging van de locatie zijn uitgevoerd waren als bijlage aan het bestemmingsplan Valkenburg Dorp toegevoegd. In hoofdstuk 4 is uiteengezet in op welke wijze het plan voldoet aan de gestelde voorwaarden. Na wijziging gelden voor de, op bijgevoegde verbeelding, opgenomen bestemmingen de regels bij dit plan, deze komen overeen met die in het moederplan Valkenburg Dorp.
6
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 2 2.1
Planbeschrijving
Bestaande situatie
Het plangebied is deels bebouwd en is gelegen ten zuidoosten van de kern Valkenburg, ten noorden van de Bloemenlaan, ten oosten van de Korenbloemlaan en ten zuiden van de Waterlelie. Langs de oostzijde van het plangebied loopt een water dat in verbinding staat met de Oude Rijn, die circa 30 m ten noorden van het plangebied stroomt. Het plangebied heeft een oppervlakte van ongeveer 4.500 m2 en een gemiddelde maaiveldhoogte van +0,2 m NAP.
Figuur 3 Bestaande situatie vanuit zuidwesten van het plangebied Binnen het plangebied is een bedrijvenpand met daarop aangesloten een loods en bijbehorend opslagterrein. De ruimtes zijn niet meer in gebruik. Aan de oostzijde van de locatie is een voormalige was-/ tankplaats aanwezig. Aan de randen van het plangebied bevindt zich een struweel- en boombeplanting. In het centrale deel is eveneens een groenstrook aanwezig en in de noordzijde een grasveld dat als gazon wordt beheerd.
status: ontwerp
7
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Figuur 4 Bestaande situatie vanuit zuidoosten van het plangebied Aan de west-, noord- en oostzijde van de locatie zijn woningen gesitueerd en aan de zuidzijde is de openbare weg gelegen met daarachter een klein industriegebied.
2.2
Beoogde ontwikkeling
De basis voor de realisatie van de woningen op de planlocatie is neergelegd in de wijzigingsbevoegdheid zoals beschreven in paragraaf 1.4. Op het terrein zullen 18 woningen worden gerealiseerd met bijhorende erven , ontsluiting en groenvoorziening. Ten behoeve van de realisatie van parkeergelegenheid worden de huidige bebouwing, verharding en een deel van het aanwezige groen verwijderd.
8
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Figuur 5 Stedenbouwkundige opzet 27 juni 2013 De woningen zijn van een vergelijkbaar type als de woningen in de omliggende woonwijk, namelijk rijenwoningen die langs de openbare ruimte zijn georiënteerd, de achtertuinen bevinden zich binnen het blok. De omvang van de woningen komt eveneens overeen met omliggende woningen: twee bouwlagen en een kap, met een goothoogte van 6 meter en een nokhoogte van 10 meter. Naast een viertal hoekwoningen worden garages gebouwd. Overige bijgebouwen zullen door de nieuwe eigenaars kunnen worden opgericht volgens de standaardregeling voor bijgebouwen van de gemeente Katwijk. Langs de oostelijke zijde van het plangebied gelegen waterloop, waarin een rij woonschepen ligt afgemeerd, wordt een vrij brede groenstrook ingericht om een goede overgang tussen beide woongebieden te kunnen maken. Zoals is aangegeven in het Beeldkwaliteitsplan zal de groenstrook worden voorzien van voldoende dicht en hoog groen om het inschijnen van koplampen vanaf de parkeerplaats te voorkomen en voldoende privacy voor de bewoners aan het Botenpad te realiseren. De ontsluiting van het plangebied geschiedt vanaf de bestaande Bloemenlaan, Korenbloemlaan en Waterlelie. Ten behoeve van parkeergelegenheid wordt de Bloemenlaan in noordelijke richting iets verlengd. Het plan voorziet in voldoende parkeergelegenheid voor de nieuwe woningen, deze bevinden zich deels op eigen terrein (opritten) en deels in de openbare ruimte. Op grond van het gemeentelijke Parkeernormenbeleid vereist het plan ca. 32 parkeerplaatsen in de directe omgeving van het plan. Hiervan worden er in openbaar gebied 24 gerealiseerd en op eigen terrein ca 10. In Hoofdstuk 3 is de parkeerbalans voor het plan en directe omgeving nader uitgewerkt.
status: ontwerp
9
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 3
Afweging voorwaarden
Onderhavig wijzigingsplan maakt onderdeel uit van bestemmingsplan Valkenburg Dorp. In dat moederplan is de haalbaarheid van de ontwikkeling van de woningen onderzocht op het gebied van onder andere beleids-, milieukundige en waardenaspecten. Deze aspecten komen in dit hoofdstuk beknopt aan bod. De in bestemmingsplan Valkenburg Dorp opgenomen wijzigingsregels zijn als volgt: toegestaan zijn maximaal 19 woningen; maximale goothoogte 6 meter; maximale bouwhoogte 10 meter; de raad heeft een beeldkwaliteitsplan vastgesteld; het plan voldoet aan het gemeentelijke parkeernormenbeleid (bijlage bij de regels); de functie(s) van aangrenzende niet bij het wijzigingsgebied behorende gronden en bebouwing niet onevenredig worden belemmerd; het verhaal van kosten van grondexploitatie voor de gemeente over de in het wijzigingsplan begrepen gronden is via een exploitatieplan of anderszins verzekerd. Het wijzigingsplan voldoet aan al deze voorwaarden, zoals onder meer uit de beschrijving van hoofdstuk 4 blijkt. In het plan is één woning minder opgenomen omdat uit samenspraak met omwonenden en stedenbouwkundig onderzoek was gebleken dat daarmee een groenere en daarmee maatschappelijk meer aanvaardbare inpassing mogelijk werd.
Beeldkwaliteitsplan In de gemeenteraad en onder belanghebbenden in de nabijheid van het plangebied bestond onvoldoende maatschappelijk draagvlak voor het stedenbouwkundige plan dat in het ontwerpbestemmingsplan Valkenburg Dorp was opgenomen. Om die reden is de geldende bestemming Bedrijf gehandhaafd en een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die een heroverweging van de stedenbouwkundige invulling mogelijk maakt, met nog de nodige vrijheid in de uitwerking, maar wel op basis van een door raad en omwonenden gedragen stedenbouwkundig plan en beeldkwaliteitsplan. Mede in overleg met omwonenden is een alternatief stedenbouwkundig plan opgesteld. Tevens is voor het plangebied is een beeldkwaliteitsplan opgesteld waarin de gewenste inrichting en beeldkwaliteit van de woningen en de openbare ruimte staan beschreven. Dit plan wordt terinzage gelegd en zal waarschijnlijk in september door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Verkeer en Parkeren Om inzicht te verkrijgen in de parkeerdruk in de Bloemenlaan en omgeving zijn luchtfoto's van de afgelopen jaren bekeken. Bijvoorbeeld laat de luchtfoto van maart 2012 zien dat in de gehele Bloemenlaan op de openbare weg 35 auto's stonden geparkeerd, waarva 32 op eigen bedrijfsterrein. in de Korenbloemstraat stonden 10 auto's geparkeerd. In de jaren 2011, 2010, 2009, 2008 tonenen alle luchtfoto's diverse varianten van voller tot vergelijkbaar met 2012. De straat toont vooral vol vanwege de geparkeerde auto's op eigen terrein voor de diverse bedrijven in het eerste deel van de Bloemenlaan. Op zich is dat geen probleem en is er nog restcapaciteit. Om tegemoet te komen aan de bezwaren ten aanzien van de verkeersafwikkeling en de invulling van de parkeerbalans is het oorspronkelijke stedenbouwkundige plan aangepast in die zin dat aan de oostzijde van het plangebied de ontsluitingsweg is vervallen en vervangen door een brede groenstructuur. Ook zullen er 18 in plaats van het maximale aantal van 19 woningen worden gerealiseerd. Dit komt de parkeerbalans verder ten goede. Wat de parkeersituatie betreft gelden de gemeentelijke parkeernormen voor ontwikkelingslocaties: Minimaal 0,5 pp per woning in de openbare ruimte. Gebiedscategorie: 'rest bebouwde kom' Opritten tellen als 1,0 pp indien afmetingen min. 3,3 x 5 m en als 2,0 pp indien de afmetingen minimaal 3,3 x 11 meter zijn. Particuliere garages tellen als 0,3 pp.
10
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Woningen middelduur: 1,8 pp/woning Parkeersituatie Korenbloemlaan/Bloemenlaan/Gerberalaan 13 eengezinswoningen en 6 appartementen = 19 x parkeernorm 1,8 = 34 parkeerplaatsen nodig Beschikbaar in bestaande situatie: 14 + 7 + 8 + 3 = 32 parkeerplaatsen aan de Korenbloemlaan Beschikbaar nabij het kruispunt Bloemenlaan-Korenbloemlaan-Gerberalaan: 14 plaatsen aan de Bloemenlaan. Overcapaciteit is dus (32 + 14 ) – 34 = 12 parkeerplaatsen De parkeerbalans voor het plangebied, na realisering van de ontwikkeling, ziet er dan als volgt uit: Parkeerbehoefte: Woningaantal
18 woningen
Parkeernormering
1,8 parkeerplaats per woning
Benodigd
32 parkeerplaatsen
Aanbod parkeerplaatsen: Overcapaciteit buurt
12 parkeerplaatsen
Plan: openbaar gebied
24 parkeerplaatsen
Plan: eigen terrein opritten
9 parkeerplaatsen
Plan: eigen terrein garages
1 parkeerplaats
Plancapaciteit:
46 parkeerplaatsen
Het plan voldoet daarmee ruim aan het parkeernormenbeleid van de gemeente Katwijk. Aan de voormalige bedrijfsbestemming mogen, volgens het parkeernormenbeleid, 7,4 parkeerplaatsen in de openbare ruimte worden toegerekend. Vanwege de ervaren parkeerdruk in de wijk is echter van deze aftrek van 7,4 parkeerplaatsen afgezien. Dit betekent dat de parkeersituatie voldoende moet worden geacht, met dien verstande dat niet bekend is of er verdrijvingseffecten merkbaar of traceerbaar zijn vanuit de omliggende straten als de Gerberastraat, de Rozenlaan of 't Boonrak. De maatvoering van de ontsluitingswegen, in bestaande en nieuwe situatie, voldoet aan de richtlijnen van het CROW. Het betreft 30 km/gebied met vooral personenauto's, weinig vrachtvervoer, tweerichtingsverkeer. Voor dit type wegen geldt een adviesbreedte van 4.80 tot 5.40 meter. De Korenbloemlaan is 5.00 meter breed, Gerberalaan en Bloemenlaan voor het grootste deel 6.00 meter breed. Dit komt overeen met de adviesbreedte voor tweerichtingsverkeer met vrachtverkeer (6.00 - 6.60 m). Overigens valt een deel van de toe te voegen parkeerplaatsen, gelegen langs de westzijde van de Korenbloemlaan, buiten de grens van dit wijzigingsplan. De parkeerplaatsen worden gerealiseerd binnen een strook die in het vigerende bestemmingsplan Valkenburg Dorp is voorzien van de bestemming Verkeer Verblijfsgebied.
Milieuhygiënische inpasbaarheid Dit betekent onder andere dat milieuhygienische belemmeringen ten gevolge van binnen en buiten het plangebied aanwezige functies genoegzaam dienen te zijn weggenomenen/ of de voorwaarden in acht zijn genomen, zoals neergelegd in de toepasselijke wet- en regelgeving aangaande relevante milieuaspecten. Voor een verantwoording van de milieuhygienische uitvoerbaarheid wordt verwezen naar hoofdstuk 4.
Kostenverhaal Voor een verantwoording van de economische uitvoerbaarheid en verhaal van kosten wordt verwezen naar Hoofdstuk 5.
status: ontwerp
11
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
12
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 4
4.1
Milieu & omgevingsaspecten
Archeologie
In het voormalig Axi-terrein (circa 4500 m2) is in juli 2011 in het kader van bestemmingsplan Valkenburg Dorp een bureauonderzoek en verkennend booronderzoek uitgevoerd. Afzettingen met eventuele archeologische resten van voor de late middeleeuwen zijn volledig verdwenen door erosie van de Oude Rijn. Afzettingen met eventuele resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd zijn verdwenen door kleiwinning in de nieuwe tijd. Op basis van deze bevindingen is aanbevolen geen vervolgonderzoek uit te voeren. Om die reden is in het bestemmingsplan Valkenburg Dorp het plangebied vrijgesteld van de onderzoeksplicht wat betreft archeologie. Slechts op de strook langs de waterloop aan de oostzijde van het terrein is deze dubbelbestemming nog van kracht. Gezien de begrenzing van het onderzoeksgebied in het rapport van IDDS uit 2011 mag worden geconcludeerd dat de lage verwachtingswaarde voor het gehele plangebied geldt. Om die reden is in dit wijzigingsplan in het geheel afgezien van de dubbelbestemming Waarde - Archeologisch Verwachtingsgebied.
4.2
Geluid
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu Binnen het plangebied worden 18 nieuwe woningen mogelijk gemaakt.
Toetsingskader Verkeer en industrie zijn geluidsbronnen met ruimtelijke relevantie. De Wet Geluidhinder stelt kaders voor deze bronnen en normen voor de geluidsbelasting op de gevels van geluidsgevoelige objecten. Omdat de wet het bevoegd gezag toestaat om ontheffing van de voorkeursgrenswaarde te verlenen is lokaal geluidbeleid opgesteld.
Onderzoek Wegverkeersgeluid De nieuw geprojecteerde woningen liggen binnen de geluidzone van de Hoofdstraat. Daarom geeft het bouwen van woningen aan de Bloemenlaan te Valkenburg een noodzaak tot een akoestisch onderzoek. Voor de overige wegen in de omgeving van het plangebied, o.a. de Bloemenlaan, geldt een maximum snelheid van 30 km/uur. Deze wegen zijn uitgezonderd van toetsing aan de Wet geluidhinder. Voor de ontwikkeling van het plangebied is in het kader van bestemmingsplan Valkenburg Drop reeds een akoestisch onderzoek uitgevoerd. IDDS bv (2011), Rapport betreffende een akoestisch onderzoek Bloemenlaan te Valkenburg, 11 oktober 2011. Uit het akoestisch onderzoek is gebleken dat de gevelbelasting, na de wettelijke aftrek van 5 dB, niet hoger zal zijn dan 48 dB, dit is de voorkeursgrenswaarde. De gewijzigde stedenbouwkundige opzet (zie hoofdstuk 2) is van zodanig beperkte aard dat dit geen noodzaak geeft tot het uitvoeren van een nieuw akoestisch onderzoek met een gewijzigde onderzoeksopzet. Industriegeluid Binnen het plangebied zijn geen grote lawaaimakers (zie art. 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer) toegestaan. Ook ligt het plangebied niet binnen een geluidzone rond een industrieterrein (artikel 41 Wet geluidhinder).
status: ontwerp
13
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Conclusie Het plangebied ligt binnen een zone langs een weg als bedoeld in artikel 74 van de Wet geluidhinder. Echter wordt de voorkeurswaarde van 48 dB vanwege het wegverkeersgeluid niet overschreden.
4.3
Bodem
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu Het plangebied is overwegend in gebruik als woongebied.
Toetsingskader Het Besluit ruimtelijke ordening stelt eisen aan de uitvoerbaarheid van plannen. Daarom is kennis van de bodem van belang voor het leggen van de bestemmingen. De Wet bodembescherming bevat kaders voor (het saneren van) ernstige verontreinigingen. De Woningwet en de Wet milieubeheer bevatten kaders omtrent het gebruik. Of een verontreiniging moet worden gesaneerd hangt af van de ernst en omvang. Uiteraard speelt het toekomstig gebruik ook een belangrijke rol.
Onderzoek Uit een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd door IDDS, (Rapport betreffende een milieukundig bodemonderzoek Bloemenlaan 18 te Valkenburg, 9 augustus 2011), is geen bodemverontreiniging binnen het plangebied gevonden.
Conclusie Binnen het plangebied zijn geen ernstige verontreinigingen bekend en naar de aard van het gebied worden die ook niet verwacht. Uit het bodemonderzoek is gebleken dat de aangetroffen bodemkwaliteit aanvaardbaar wordt geacht en geen belemmering vormt voor de geplande nieuwbouw.
4.4
Luchtkwaliteit
Toetsingskader Het bestemmingsplan moet voldoen aan de Wet milieubeheer, Titel 5.2 Luchtkwaliteitseisen. De kern van dit hoofdstuk is het Nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit (NSL), een bundeling van maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Uit het NSL volgt het onderscheid tussen grote en kleine projecten: grote projecten, die de luchtkwaliteit in betekenende mate verslechteren; kleine projecten hebben geen wezenlijke invloed op de luchtkwaliteit en behoeven niet te worden beoordeeld op luchtkwaliteit. Het begrip 'in betekenende mate' (Wm, art. 5.16 lid 1c), is verder uitgewerkt in het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) (Nibm). Een plan draagt niet in betekenende mate bij als aannemelijk wordt gemaakt dat de toename van de jaargemiddelde concentratie aan fijnstof of stikstofdioxide minder is dan 3 % van de grenswaarde van 40 ug/m3. Dan hoeft niet verder te worden getoetst aan de grenswaarden uit de wet. Naast de 3 %-grens uit het Besluit Nibm is er de Nibm-regeling, waarin categorieën van gevallen zijn benoemd welke in elk geval niet bijdragen. Onder die categorieën vallen woningbouwlocaties (tot 1.500 woningen bij één ontsluitingsweg) en kantorenlocaties (tot 100.000 m2 bruto vloeroppervlak bij één ontsluitingsweg). Met de toepassing van de regeling wordt op cijfermatige wijze gekwantificeerd of een project in betekenende mate bijdraagt aan luchtverontreiniging.
14
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Uit oogpunt van goede ruimtelijke ordening moet ook worden vastgesteld of er sprake is van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde.
Onderzoek Binnen het plangebied worden 18 nieuwe woningen beoogd. De bestaande toestand van de luchtkwaliteit in het plangebied en omgeving is vastgelegd in de NSL-Monitoringstool. Over het peiljaar 2010 blijkt dat van de stoffen NO2 en PM10 de actuele concentraties de grenswaarden niet worden overschreden. Ook zullen autonome ontwikkelingen in de toekomst niet leiden tot grenswaardeoverschrijdingen. Het plan voldoet aan de Nibm-criteria omdat de ontwikkellocatie Bloemenlaan een capaciteit betreft van 18 woningen.
Conclusie Ter plaatse van het plangebied is geen sprake van een (dreigende) overschrijding van een grenswaarde. Ook voldoet dit plan aan de Nibm-criteria en daarom hoeft geen verdere beoordeling van de luchtkwaliteit te worden uitgevoerd.
4.5
Externe veiligheid
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu Nabij het plangebied is een aardgastransportleiding van de Gasunie NV aanwezig. Het bestemmingsplan maakt de bouw van nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk.
Toetsingskader Externe veiligheid richt zich op het beheersen van activiteiten die een risico voor de omgeving kunnen opleveren, zoals bij de productie, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen. Bij de herinrichting van een gebied bepalen deze risico's mede de ruimtelijke mogelijkheden. In het kader van de Wet ruimtelijke ordening dient te worden onderzocht in hoeverre er sprake is van aanwezigheid van risicovolle activiteiten in de nabijheid van het plangebied. Dat kan zowel inrichtingen als transporten betreffen. Van die activiteit dient het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR) te worden bepaald en eventueel de toename hiervan. Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De normstelling heeft de status van een grenswaarde die niet mag worden overschreden. Voor bestaande situaties wordt het niveau van 10-5 per jaar als grenswaarde gehanteerd, 10-6 per jaar geldt als richtwaarde. Voor nieuwe situaties geldt een grenswaarde van 10-6 per jaar. Een richtwaarde is daarbij niet van toepassing. Het GR kan worden beschouwd als de maat van maatschappelijke ontwrichting in geval van calamiteit (en drukt dus de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een calamiteit). De normstelling heeft de status van een oriënterende waarde. Deze waarde is geen vastgestelde wettelijke norm. Desondanks hebben overheden en betrokken private instellingen een inspanningsverplichting om te voldoen aan deze oriënterende waarde en dient een toename van het GR bestuurlijk te zijn verantwoord.
Onderzoek De ontwikkellocatie Bloemenlaan ligt op ongeveer 300 meter afstand van de aardgastransportleiding A-560-00. De toetsingszone langs deze leiding bedraagt 430 meter.
status: ontwerp
15
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Op deze locatie geldt de bestemming Bedrijfsdoeleinden en is een kantoor gevestigd. Met de functiewijziging verandert het aantal personen binnen de toetsingszone zeer beperkt. Uit het onderzoek naar externe veiligheid in de bestaande situatie blijkt dat het groepsrisico kleiner is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde. Eventuele wijziging van de bestemming aan de Bloemenlaan leidt tot een verwaarloosbare toename van het aantal personen binnen de toetsingszone langs de gasleiding. De bestaande aardgastransportleidingen leveren geen overschrijding van de de PR-grenswaarde of GR-oriëntatiewaarde in het plangebied Valkenburg dorp, ook niet wanneer kleine ontwikkelingen worden gerealiseerd. Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen (spoor)wegen, vaarwegen of inrichtingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen voor de beoogde ontwikkeling.
Conclusie De conclusie luidt dat de veiligheid in het kader van dit bestemmingsplan niet in het geding is.
4.6
Bedrijven en milieuzonering
Beoogde ontwikkeling in relatie tot milieu Het bestemmingsplan heeft in hoofdzaak betrekking op een woongebied. Om deze woonfunctie te beschermen dient aandacht te worden geschonken aan mogelijk conflicterende bestemmingen. Om te komen tot een ruimtelijk relevante toetsing van bedrijfsvestigingen op milieu hygiënische aspecten wordt het begrip milieuzonering gehanteerd. Hieronder wordt verstaan een voldoende ruimtelijke scheiding tussen enerzijds milieubelastende bedrijven of inrichtingen en anderzijds milieugevoelige gebieden zoals woongebieden.
Toetsingskader Om het begrip milieuzonering hanteerbaar te maken is gebruik gemaakt van de publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' (2009) van de VNG. Bedrijven zijn opgenomen in een tabel die is ingedeeld in milieucategorieën, waarbij per bedrijf/branche is aangegeven wat de afstand tot een rustige woonwijk dient te zijn (de zogenaamde afstandentabel). Deze afstanden kunnen als basis worden gehanteerd maar zijn indicatief. Door middel van deze zonering tussen bedrijvigheid en woonbebouwing wordt de overlast ten gevolge van de bedrijfsactiviteiten zo laag mogelijk gehouden. De indeling van de bedrijven is vastgelegd in een afstandentabel, waarin de diverse aspecten van bedrijven in normatief opzicht zijn weergegeven. Op grond van deze lijst kan een beleidsmatige selectie worden gemaakt van de binnen het plangebied toe te laten bedrijfsactviteiten. Ook bestaande bedrijven kunnen aan deze lijst getoetst worden. Bij deze selectie dienen milieuoverwegingen een belangrijke rol te spelen. Bedrijven die voorkomen in de categorieën 1 en 2 hebben een relatief geringe milieubelasting en zullen in het algemeen niet conflicteren met de woonbestemming. Bedrijven die als categorie 3 zijn gekwalificeerd dienen van geval tot geval te worden bezien, waarbij met name de afstand tot de woonbestemming in relatie tot de bedrijfsbestemming van belang is. Bedrijven die in categorie 4 of hoger worden gerangschikt dienen van vestiging binnen een woonomgeving te worden uitgesloten.
Onderzoek In het kader van bestemmingsplan Valkenburg Dorp is een milieuzoneringsonderzoek uitgevoerd. IDDS bv (2001), Rapport betreffende een onderzoek naar milieuzondering Bloemenlaan te Valkenburg. 5 augustus 2011. In de omgeving van het plangebied zijn enkele bedrijven toegestaan in de categorieën 1 en 2 deze zijn goed verenigbaar met een woonomgeving. Hiernaast zijn al bestaande woningen aanwezig op een gelijke of kortere afstand van de bedrijvigheid dan de beoogde woningen.
16
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Conclusie De geplande woningen aan de Bloemenlaan zullen geen hinder ondervinden van de omliggende bedrijven. De algemene milieu hygiënische situatie van de bedrijven en instellingen binnen het plangebied waarop de Wet milieubeheer van toepassing is, is redelijk tot goed te noemen. Van een structureel klachtenpatroon is geen sprake.
4.7
Waterhuishouding
Bij de voorbereiding van bestemmingsplannen moet rekening worden gehouden met de effecten van het plan op de waterhuishouding (artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening). Tevens moet het waterschap worden betrokken bij de voorbereiding van het plan (artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening). Via de watertoets wordt hieraan invulling gegeven. In de watertoets voor het plangebied van bestemmingsplan Valkenburg Dorp is zoals gezegd de ontwikkeling aan de Bloemenlaan nog niet meegenomen. De watertoets dient ervoor om waterbelangen vroegtijdig en evenwichtig in de ruimtelijke besluitvorming te betrekken. De watertoets omvat in ieder geval een wateradvies van de waterbeheerder, dat wordt meegenomen in de waterparagraaf van het bestemmingsplan. Overeenkomstig het rijksbeleid geeft Rijnland de voorkeur aan het scheiden van hemelwater en afvalwater, mits het doelmatig is. De voorkeursvolgorde voor de omgang met afvalwater houdt in dat het belang van de bescherming van het milieu vereist dat: a. het ontstaan van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; b. verontreiniging van afvalwater wordt voorkomen of beperkt; c. afvalwaterstromen gescheiden worden gehouden, tenzij het niet gescheiden houden geen nadelige gevolgen heeft voor een doelmatig beheer van afvalwater; d. huishoudelijk afvalwater en afvalwater dat daarmee wat biologische afbreekbaarheid betreft overeenkomt, worden ingezameld en naar een afvalwaterzuiveringsinrichting getransporteerd; e. ander afvalwater dan bedoeld in onderdeel d: - zo nodig na zuivering bij de bron, wordt hergebruikt; - lokaal, zo nodig na retentie of zuivering bij de bron, in het milieu wordt gebracht. Het bestemmingsplan Valkenburg Dorp betreft in hoofdzaak een conserverend plan. Een watertoets op grond van het Besluit ruimtelijke ordening is verplicht voor de voorgenomen ontwikkeling aan de Bloemenlaan. Dit betekent concreet dat overleg moet worden gevoerd met de desbetreffende waterbeheerder (het Hoogheemraadschap van Rijnland). Deze waterbeheerder adviseert omtrent de inhoud van het wijzigingsplan in het zogenaamde wateradvies.
Wateropgave In de huidige situatie is ten zuiden van het plangebied een watergang aanwezig. Ten noorden van het plangebied stroomt de Rijn. Het plangebied en de omgeving zijn voor de afvoer van het huishoudelijk afvalwater en het schoon hemelwater aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Nabij het plangebied ligt nu nog een gemengd rioleringsstelsel. Het plangebied is niet in een grondwaterbeschermingsgebied gelegen. De verhardingssituatie in de nieuwe situatie bestaat uit huizen/ daken, parkeerplaatsen, trottoir en groen. In de waterparagraaf is uitgegaan van een toekomstige oppervlakte verharding van 3300 m2. Dat is een afname van 700 m2 ten opzichte van de huidige situatie met een bebouwde oppervlakte van ca. 4500 m2. Door IDDS is in het kader van bestemmingsplan Valkenburg Dorp het watertoetsproces doorlopen en samengevat in een watertoets. Het Hoogheemraadschap van Rijnland is daarbij betrokken. Inmiddels is het stedenbouwkundig plan gewijzigd. De afname van verhard oppervlak zal in die nieuwe situatie beduidende groter zijn aangezien 1 woning minder wordt gerealiseerd en een deel van de geplande ontsluiting is komen te vervallen. Dat betekent dat geen compensatie (waterberging) is vereist. De conclusies ten aanzien van de meest optimale invulling van de relevante wateraspecten zijn als volgt:
status: ontwerp
17
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Berging en infiltratie Gezien de bodem- en grondwatersiuatie is het praktisch onmogelijk om op de projectlocatie te infiltreren. Er is overeengekomen met het Hoogheemraadschap van Rijnland dat het schone hemelwater (dat afstroomt van het verhard oppervlak) mag worden aangeboden aan de naastgelegen watergangen.
Riolering In de huidige situatie is een gemengd rioleringsstelsel aanwezig voor de verweking van het hemelwater en vuilwater. In de nieuwe situatie mag het regenwater ongezuiverd en niet vertraagd geloosd op de naastgelegen watergang. Het afvalwater in de nieuwe situatie wordt afgevoerd naar de RWZI middels riolering.
Oppervlaktewaterkwaliteit Bij de beoogde ontwikkeling dienen de milieuaspecten als gevolg van het direct lozen te worden ondervangen. Hierbij is het van belang dat het gebruik van materialen zoals zink, lood, witte pvc en teerhoudend bitumen worden voorkomen danwel dusdanig behandeld worden dat geen uitloging naar oppervlaktewater kan plaatsvinden. De toe te passen materialen voor gebouwen en verharding dienen geen uitlogende stoffen te bevatten.
Grondwaterkwaliteit De verwachting is dat het project geen negatieve gevolgen heeft op de grondwaterkwaliteit aangezien er geen bodemvervuilende activiteiten zullen plaatsvinden.
Beheer en onderhoud Belangrijk is dat het water, op het moment dat het wordt geloosd op het oppervlaktewater, zo schoon mogelijk is, dat wil zeggen een minimum gehalte aan organisch en mineraal materiaal moet bevatten. Dit impliceert het toepassen van ondermeer: Bladscheiders; Kolken met zandvangers en additioneel een filter Afscheidings/bezinkputten Regelmatige inspectie en reiniging is noodzakelijk om deze voorzieningen in goede werking te houden. Bovenstaande toepassingen moeten het functioneren van de voorziening waarborgen.
4.8
Ecologie
Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Deze wet vereist dat inzicht wordt geboden in de effecten van een voorgenomen ruimtelijke ingreep op wettelijke beschermde planten en dieren. Als er significante schadelijke gevolgen zijn voor een wettelijk beschermde soort en/ of leefgebied zal bezien moeten worden in hoeverre de schadelijke effecten kunnen worden voorkomen. Wordt de uitvoering van een plan noodzakelijk geacht (maatschappelijke relevantie aantonen) dan zal in het kader van de wet ontheffing moeten worden verkregen en zal moeten worden voorzien in compensatie. In het kader van bestemmingsplan Valkenburg Dorp is een flora- en faunaonderzoek verricht. IDDS bv (2011), Rapport betreffende het flora- en faunaonderzoek Bloemenlaan te Valkenburg. 5 augustus 2011. In het onderzoek wordt het volgende geconcludeerd dat relevant is voor onderhavig wijzigingsplan: In of nabij het plangebied zijn geen milieubeschermingsgebieden (bijv. voor stilte of grondwater) aanwezig. Ook leidt het beoogde plan niet tot (mogelijk) negatieve effecten op het op afstand gelegen natuurbeschermingsgebied Berkheide. Bij de uitvoering van een project moet voor de specifieke locatie worden onderzocht of het project mogelijk negatieve effecten heeft op de bij de Flora- en faunawet aangewezen soorten. In het plangebied en de directe omgeving van de ontwikkeling zijn geen soorten aanwezig of te verwachten, die
18
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
in de Flora- en faunawet zijn aangemerkt als algemeen, overig en streng beschermde inheemse soort en door de ingreep mogelijk hinder of schade ondervinden. Voor de broedvogels is wel extra aandacht vereist. In het onderzoek wordt een aantal aanbevelingen gedaan:
Algemeen beschermde soorten (tabel 1): Voor soorten uit dit beschermingsniveau is geen ontheffing in het kader van de Flora - en faunawet nodig.
Overige beschermde soorten (tabel 2): Nesten van de voorkomende vogelsoorten zijn alleen beschermd gedurende het gebruik van deze nesten. In de aanwezige beplanting kunnen soorten tot broeden komen als houtduif en merel. Jaarrond beschermde nesten ontbreken in het plangebied. Voor broedvogels geldt dat rekening gehouden dient te worden met het broedseizoen, zowel met de start van de werkzaamheden als het daadwerkelijk verwijderen van de beplanting. Dit betekent dat werkzaamheden bij voorkeur worden uitgevoerd buiten de periode maart-juli. Een soort als de houtduif kan echter tot laat in het najaar broeden (tot oktober) In het geval van de start van de werkzaamheden plaatsvindt binnen deze periode, kan het beste door een ecoloog een scan worden uitgevoerd kort voor de uitvoer van de werkzaamheden om te bepalen of in gebruik zijnde nesten aanwezig zijn.
Streng beschermde soorten (tabel 3): Het plangebied heeft een marginale betekenis voor vleermuizen. Vaste rust- en verblijfplaatsen ontbreken. Vleermuizen gebruiken het plangebied hooguit om te foerageren en om te migreren. Beide functies zijn echter niet structureel van belang ter plaatse van het gebied.
status: ontwerp
19
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 5 5.1
Uitvoerbaarheid
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Ter inzage ontwerp wijzigingsplan Conform artikel 3.9a Wro, doorloopt een uitwerkingsplan de uniforme openbare voorbereidingsprocedure die is vastgelegd in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze procedure houdt in dat het ontwerp-uitwerkingsplan na behandeling in het college van burgemeester en wethouders wordt gepubliceerd en zes weken ter inzage wordt gelegd. In deze periode kan een ieder zijn of haar bezwaren uiteenzetten in een zogenaamde zienswijze. De resultaten daarvan gaan deel uitmaken van het plan en worden meegewogen in de besluitvorming. Het ontwerp wijzigingsplan heeft op basis van artikel 25.2 van het bestemmingsplan Valkenburg Dorp ingevolge het bepaalde in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht vanaf ... oktober 2013 gedurende 6 weken ter visie gelegen in het gemeentehuis te Katwijk aan Zee. Gedurende deze termijn zijn PM zienswijzen ingebracht. Deze zienswijze heeft aanleiding gegeven tot de volgende aanpassingen van het ontwerpwijzigingsplan: PM Het wijzigingsplan is vervolgens op PM gewijzigd/ongewijzigd vastgesteld door burgemeester en wethouders van Katwijk.
Vooroverleg instanties De in art. 3.1.1 lid 1 Bro voorziene overlegverplichting voor het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan geldt in beginsel ook voor burgemeester en wethouders bij de voorbereiding van een uitwerkings- of een wijzigingsplan, tenzij de provincie heeft aangegeven dit niet noodzakelijk te vinden. De provincie Zuid-Holland heeft aangegeven dat, als het wijzigingsplan past binnen de regels van het 'moederplan', wijzigingsplannen niet voor een reactie hoeven te worden aangeboden. Aangezien het moederplan Valkenburg Dorp in overeenstemming is met het provinciale beleid en de ontwikkeling Bloemenlaan past binnen de Verstedelijkingsafspraken (WBR2010) is derhalve geen vooroverleg vereist. Wel zullen enkele instanties zoals het Hoogheemraadschap, Gasunie, Regionale brandweer e.d. worden gewezen op de terinzagelegging van het plan, zodat deze nog wel in de gelegenheid zijn kennis te nemen van het plan en eventueel te reageren.
5.2
Economische uitvoerbaarheid
Ingevolge artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening is de gemeente verplicht een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een bouwplan mogelijk wordt gemaakt als bedoeld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze eis geldt niet indien het verhaal van kosten anderszins verzekerd is. Het plan betreft een particulier initiatief waarop, op grond van de Wet Grondexploitatie, kostenverhaal van toepassing is. Om onder meer dit kostenverhaal te verzekeren is met de initiatiefnemer d.d. 4 november 2011een overeenkomst gesloten. Om die reden hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Gezien het voorgaande kan worden geconcludeerd dat aan de wettelijke vereisten ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid van dit plan is voldaan.
20
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 6
Juridische opzet
Het voorliggende wijzigingsplan dient ter realisering van 18 woningen op het voormalige Axi-terrein in Valkenburg. In voorgaande hoofdstukken is beschreven welke ontwikkeling in het gebied gaat plaatsvinden. In het bestemmingsplan 'Valkenburg Dorp' is op dit gebied een wijzigingsbevoegdheid van toepassing. Burgemeester en wethouders kunnen binnen de aanduiding de huidige bestemmingen wijzigen naar de bestemming Wonen, Verkeer-verblijfsgebied en Groen. Bij het wijzigen van de bestemmingen moeten burgemeester en wethouders zich houden aan de door de raad gestelde kaders in de betreffende bestemmingsplanregels. Het wijzigingsplan vormt dan ook geen zelfstandig nieuw bestemmingsplan omdat het beleidskader reeds door de gemeenteraad is vastgesteld. Het juridische deel van het wijzigingsplan bestaat uit de verbeelding en de regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De verbeelding heeft een ondersteunende functie van visualisering van bestemmingen. De verbeelding vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het wijzigingsplan. De regels van het vigerende bestemmingsplan blijven onverminderd van toepassing op de in dit wijzigingsplan opgenomen gronden. Dat betekent dat voor de in dit plan opgenomen gronden dezelfde regels gelden als voor het omliggende gebied. Daarnaast worden (vanwege redenen die verband houden met verplichte digitalisering) de betreffende bestemmingen en overige relevante regels in het wijzigingsplan herhaald.
status: ontwerp
21
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
22
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
bijlagen bij toelichting
status: ontwerp
23
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
24
status: ontwerp
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Bijlage 1 Overleg belangenvereniging nov. 2012
status: ontwerp
25
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
26
status: ontwerp
Overleg belangenvereniging Botenpad inzake Bloemenlaan 15 november 2012
Notulist
Aanwezig Namens Katwijk:
Wethouder Binnendijk, M. Verheijen, W. Prinsen
Namens belangenvereniging Botenpad:
C. Huisman, E. Vegt,
M. Palit
Namens architectenburo P. Onderwater en Parners: J. Spigt Te bereiken op 071 406 5209
[email protected]
Wethouder Binnendijk opent het overleg en heet iedereen welkom. Afgesproken wordt dat er een uitgebreid verslag wordt gemaakt van dit overleg. Wethouder Binnendijk licht toe wat er de afgelopen periode m.b.t. het bestemmingsplan is gedaan. De functie bedrijvigheid is blijven staan, daar is een raster over heen gelegd, zodat het kan “omklappen” met een wijzigingsbevoegdheid naar woningbouw. Dit betekent dat het bestemmingsplan door kan, zodat het voor 1 juli 2013 gereed kan zijn. Verder licht wethouder Binnendijk toe dat bij een wijzigingsbevoegdheid normaal gesproken de bevoegdheid bij het College ligt. Er is nu een koppeling gemaakt met het beeldkwaliteitsplan waardoor het ook naar de gemeenteraad moet. Woensdag 14 november is de commissie Ruimte akkoord gegaan met het voorstel voor een wijzigingsbevoegdheid, de volgende stap is dat het voorstel door gaat naar de raad. Beeldkwaliteitsplan: Wethouder Binnendijk refereert aan het manifest dat door belangenvereniging Botenpad is overhandigd. Dit manifest is voorgelegd aan de ontwikkelaar, die zich bewust is dat er een stapje terug gedaan moet worden. De belangrijkste onderdelen van het manifest zijn de rust en privacy van het Botenpad. De heer Huisman benadrukt dat de zienswijze door meer mensen dan alleen de bewoners van het Botenpad is ondertekend. Wethouder Binnendijk deelt mee dat nu door Willem Prinsen een aantal varianten worden getoond, waarbij kan worden aangegeven wat men er van vindt. Willem Prinsen legt uit dat het gaat om drie varianten, waarvan er twee eerder zijn besproken. Het uitgangsplan was 19 woningen waarbij parkeren aan de oostkant langs het water werd gerealiseerd. Er is een variant getekend, waarbij geprobeerd is een aantal suggesties mee te nemen. Het verschil zit in het feit dat geprobeerd is aan de oostzijde een brede groenstrook en een klein woonstraatje te maken zodat het geen doorgaand straatsysteem wordt, maar een achteraf straatje. Er ontstaat meer groen, het wordt breder en parkeren wordt aan de andere kant opgelost. Bij de derde variant loopt er geen weg langs het water, de sloot wordt verbreed, er is meer ruimte voor water en de woonarken. De grootste concentratie bevind zich aan westzijde, met een kleine straat om te ontsluiten. De groenstrook is vergroot en de weg is totaal weggehaald. Verder zijn er meer parkeerplaatsen gerealiseerd, dit is opgelost in haaks parkeren. W. Prinsen zegt dat er echter één kleine maar aanzit: De afstand naar de woningen tegenover de woonboten is nu 10 tot 17 meter en was 18 meter. Dit is een variant waar de ontwikkelaar zich in kan vinden. Er zijn nu 16 woningen (waarvan 2, 3 - onder 1 kappers aan de waterkant)
2/2
Overleg belangenvereniging Botenpad inzake Bloemenlaan 15 november 2012
De getoonde schetsen/foto’s worden digitaal toegestuurd. De heer Vegt zegt dat hij positief verrast is door de ontwikkeling en vindt het een verfrissende variant. Wethouder Binnendijk antwoordt dat met deze variant waar meer parkeerplaatsen kunnen worden aangelegd, aangeeft dat de gemeente maximaal geluisterd heeft. Op de vraag van de heer Vegt over het aantal meters tussen de woningen (water en staatzijde) antwoordt W. Prinsen dat bij het maken van een blok, 15 meter minimaal is bij een massieve wand. Er is nu extra water gemaakt en doordat het plan schuin gemaakt wordt krijg je een ander perspectief. Het water is voor de helft in eigendom van de ontwikkelaar. De ontwikkelaar wil de mogelijkheid geven om met een sloep te kunnen varen. De heer Vegt reageert daarop dat dit betekent dat men over hun grond moet. De heer Huisman reageert dat het nadeel van water is dat je geen schutting of heg kunt zetten. Het water wordt breder, maar daar win je geen privacy mee volgens hem. De positie van de woonboten liggen laag t.o.v. de woningen. Vraag van de heer Vegt is wat dat doet? W. Prinsen antwoordt dat je te maken hebt met een aantal elementen; er zijn plussen en minnen. Er is geprobeerd iets meer privacy te creëren, meer groen en water. Op de vraag hoe het zit met het ecologische stempel, antwoordt wethouder Binnendijk dat de EPC norm steeds verder naar beneden gaat en op dit moment 0.6 is. Op het moment dat de woningen gebouwd worden zullen deze in ieder geval aan deze 0.6 norm moeten voldoen. De heer Vegt zegt dat zij deze nieuwe informatie uit het overleg voor kennisgeving aannemen en gaan praten met de overige omwonenden. Procedure: Wethouder Binnendijk zegt dat de wens is om zo snel mogelijk duidelijkheid te krijgen, maar dat hij beseft dat er over nagedacht moet worden. Afgesproken wordt dat over twee weken door belanghebbenden Botenpad een reactie richting wethouder Binnendijk wordt gegeven. Deze variant lijkt op een variant die eerder is ingediend door de ontwikkelaar. Wethouder Binnendijk zegt dat het klopt, maar dat tijdens het proces door het College de voorkeur is gegeven aan de andere variant. De variant die er nu ligt, dat zijn in feite twee plannen een deel sluit aan bij de woonarken en een deel bij de woningen n de scharnier daarbij ligt in het midden. De hoogte van de woningen is een normale hoogte van 2 lagen en kap. De heer Vegt vraagt waarom er geen kuil gegraven wordt en merkt op dat zij 2 meter boven het maaiveld uitsteken. W. Prinsen antwoordt dat het een samenspel moet zijn van de architectuur en de bouwmassa. De rooilijn is naar achter gelegd om het parkeren mogelijk te maken. Vervolgafspraken: Het verslag en de tekeningen/foto’s worden toegestuurd. De tekeningen/foto’s worden verspreid onder de achterban maar daarbij wordt benadrukt dat deze niet in de pers mogen komen. Actie
Wie
Gereed
Reageren op de nieuwe variant Bloemenlaan
Belanghebbenden Botenpad
29-11-2012
Verslag toesturen
M. Palit
29-11-2012
Tekeningen/foto’s toesturen
M. Verheijen
22-11-2012
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Bijlage 2 Overleg belangenvereniging jan. 2013
status: ontwerp
29
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
30
status: ontwerp
Overleg belangenvereniging Botenpad inzake Bloemenlaan 10 januari 2013
Aanwezig
Notulist
Namens Katwijk: Wethouder Binnendijk, M. Verheijen, P. Baalbergen
M. Palit
Namens belangenvereniging Botenpad: C. Huisman, E. Vegt, Namens architectenburo P. Onderwater en Parners: K. van der Meij Te bereiken op 071 406 5209
[email protected]
Bespreking: Wethouder Binnendijk opent het overleg en heet de aanwezigen welkom. Wethouder Binnendijk blikt terug op het overleg van 15 november, toen is er een alternatief plan gepresenteerd. Hij merkt daarbij op dat dit alternatieve plan door de heren Huisman en Vegt namens belangenvereniging positief is ontvangen. Deze opmerking wordt door de heer Vegt genuanceerd en hij zegt dat zij hebben aangegeven positief te zijn over de beweging die de gemeente gemaakt heeft. De nieuwe schetsen die zijn uitgereikt tijdens het overleg van 15 november zijn door de vertegenwoordigers meegenomen en in een bijeenkomst met degenen die zienswijzen tegen het plan Bloemenlaan hebben ondertekend besproken. De heer Vegt geeft aan dat de uitkomst van deze bijeenkomst niet positief is en dat het alternatief ontwerp van de gemeente niet in goede aarde is gevallen. De punten die in het manifest naar voren zijn gebracht komen terug in de bezwaren tegen de nieuwe schetsen: • Het belangrijkste punt is de privacy; de bebouwing is in het nieuwe voorstel alleen maar dichterbij gekomen. • De weg is niet het grootste struikelblok. De groene buffer blijft wel belangrijk. • Het huidige groen moet zoveel mogelijk behouden blijven. • Het plan moet zoveel mogelijk plaatsvinden op Bloemenlaan 18. • Behoud van zonurenvoor de woonbootbewoners • Het aantal parkeerplaatsen is belangrijk • Het aantal woningen vindt men aan de hoge kant • Vraagtekens bij het parkeren op eigen terrein. P. Baalbergen merkt op dat er is gekeken naar een oplossing waarbij de weg niet langs de woonboten ligt, daardoor is het plan verschoven en is de bewoning op een bepaald gedeelte dichterbij gekomen. De heer Vegt legt een voorstel op tafel dat is gesuggereerd door één van de belanghebbenden; het voorstel is om het bestaande deel van de wijk te kopiëren in nog twee blokken met totaal 16 woningen. Wethouder Binnendijk reageert dat de stedenbouwkundigen van de gemeente naar dit voorstel moeten kijken en er een mening over moeten vormen. Ook de architect en de ontwikkelaar moeten het plan bestuderen. De heer Vegt geeft aan dat vanuit de belangenvereniging positief/luchtig is gereageerd op het voorstel voor de drie blokken. De heer Van der Meij reageert dat de ontwikkelaar een berekening moet maken voor dit alternatief. Wethouder Binnendijk zegt dat de opmerkingen duidelijk zijn Alle partijen moeten nadenken over dit voorstel.
2/2
Overleg belangenvereniging Botenpad inzake Bloemenlaan 10 januari 2013
Vervolgstappen: • De stedenbouwkundigen van de gemeente gaan nadenken over het aangeboden alternatief en wellicht bekijken of er nog een andere optie is. • Het verslag wordt rond 17 januari toegestuurd daarbij wordt dan door de gemeente aangegeven op welke termijn er nieuwe alternatieven kunnen worden verwacht voor het plan Bloemenlaan en wordt er een nieuwe afspraak ingepland.
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Bijlage 3 Overleg belangenvereniging juni 2013
status: ontwerp
33
Toelichting behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
34
status: ontwerp
Overleg belangenvereniging Botenpad inzake Bloemenlaan 20 juni 2013
Aanwezig
Notulist
Namens Katwijk: Wethouder Binnendijk, M. Verheijen, P. Baalbergen
M. Palit
Namens belangenvereniging Botenpad: C. Huisman, E. Vegt, Namens architectenburo P. Onderwater en Parners: K. van der Meij Te bereiken op 071 406 5209
[email protected]
Inleiding en bespreking: M. Verheijen opent het overleg met de mededeling dat het proces is vertraagt door ziekte en persoonlijke omstandigheden van de stedenbouwkundige W. Prinsen. Ook de interne afstemming van de ontwerpen heeft de nodige tijd gevraagd. M. Verheijen blikt terug op het proces: Er is een eerste ontwerp gepresenteerd op de informatieavond in oktober samen met een tweede variant. Hier waren tal van bezwaren op geuit. Vervolgens zijn de vergaderleden met elkaar om tafel gegaan en is er een derde variant gepresenteerd. Ook deze variant stuitte op bezwaren vanwege privacy redenen. Namens de belangenvereniging is een maatschappelijk gedragen variant voorgesteld. W. Prinsen heeft hiernaar gekeken en geconcludeerd dat deze variant niet de gewenste aansluiting had op het gebied en het straatbeeld en kwaliteit van de locatie van de nieuwbouw niet wordt verbeterd. M. Verheijen zegt dat er goed geluisterd is naar de opmerkingen die zijn gemaakt door de belangenvereniging en legt een nieuwe schets voor waarbij de weg er uit is gehaald en de privacy verbeterd is door de brede groene zone. Er zijn 18 woningen ipv 19 woningen. De maatvoering t.o.v. de bebouwing is gunstiger dan in de vorige variant. De eerste reactie van de heer Huisman is dat het er mooi uitziet. Op de vraag over de parkeerplaatsen reageert M. Verheijen dat er een sluitende parkeerbalans is, maar dat er geen extra parkeerplaatsen zijn toegevoegd. De heer K. van der Meij merkt op dat de keuken aan de straatzijde is en het wonen aan de tuinzijde. Dit levert ook privacy op. Ook de heer Vegt reageert zeer positief te zijn. Afgesproken wordt dat de belangenvereniging de notitie van W. Prinsen over de variant van de belangenvereniging krijgt toegestuurd. Wethouder Binnendijk deelt mee dat het aantal varianten nu is uitgeput. Er komt geen nieuwe variant. De enige reden om nog bij elkaar te komen is wanneer de leden van de belangenvereniging aangeven dat deze variant echt niet kan. Wethouder Binnendijk vraagt of het mogelijk is om binnen twee weken een reactie te geven. De wethouder heeft het voornemen om deze variant z.s.m. in procedure te brengen. Hij wijst op de mogelijkheid om tijdens deze procedure te reageren. De heer C. Huisman uit het verzoek om in de uitvoering rekening te houden om bijvoorbeeld struiken te plaatsen om te voorkomen dat er hinder ontstaat door het naar binnen schijnen van koplampen. De heer E. Vegt vraagt om bouwtechnisch gezien rekening te houden met de woonboten. Wethouder Binnendijk benadrukt het belang om door te kunnen gaan, ook voor het architectenbureau en de ontwikkelaar en vraagt alleen de “alarmknop” te gebruiken wanneer er echt alarmerende bezwaren zijn.
2/2
Overleg belangenvereniging Botenpad inzake Bloemenlaan 20 juni 2013
Wethouder Binnendijk wil er op inzetten om zo snel mogelijk de procedure te starten en het beeldkwaliteitsplan in de raad te brengen. M. Verheijen probeert het voorstel in de laatste raad voor de zomer op 11 juli te krijgen. Wethouder Binnendijk vraagt de belangenvereniging om te proberen om uiterlijk 1 juli te reageren wanneer er alarmerende bezwaren zijn. Ook zegt hij dat het zal helpen wanneer de belangenvereniging op 11 juli tijdens de raadsvergadering in zou spreken en mee te delen dat de vereniging tevreden is met de betrokkenheid in het proces. Procedure: -Beeldkwaliteitsplan gaat richting de raad om te worden vastgesteld. Actie De belangenvereniging krijgt de notitie van W. Prinsen toegestuurd. Voor 1 juli te reageren wanneer er alarmerende bezwaren zijn.
Wie M. Verheijen Belangenvereniging
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Regels
status: ontwerp
37
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het wijzigingsplan 'NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01' van de gemeente Katwijk.
1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01 met de bijbehorende regels.
1.3
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.5
aaneengebouwde woningen
blokken van meer dan twee aan elkaar gebouwde woningen.
1.6
aanbouw
een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.7
aan-huis-gebonden beroep
een dienstverlenend beroep op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
1.8
achtererf
de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn achter de achtergevel(rooi)lijn van het hoofdgebouw.
1.9
achtergevel
de van de weg afgekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meer dan één zijde grenst aan een weg, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel.
1.10
achtergevelrooilijn
de lijn die samenvalt met de achtergevel van een hoofdgebouw en met het denkbeeldige verlengde daarvan.
1.11
ambachtelijk bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen.
38
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.12
antennedrager
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne.
1.13
antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
1.14
archeologisch onderzoek
onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt.
1.15
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
1.16
balkon
een al dan niet inpandige, geheel of gedeeltelijk overdekte bij een woning behorende buitenruimte vanaf de eerste bouwlaag.
1.17
bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde.
1.18
bebouwingspercentage
een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een terrein aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd.
1.19
bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen.
1.20
bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten.
1.21
bedrijfswoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein.
1.22
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten.
1.23
bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of tot stand zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.24
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak.
status: ontwerp
39
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.25
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.26
Bevi-inrichtingen
bedrijven zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen.
1.27
bijgebouw
een al dan niet vrijstaand, niet voor bewoning bestemd gebouw, zoals een garage en een schuur, dat een functionele eenheid vormt met een hoofdgebouw, en daaraan in bouwkundig opzicht ondergeschikt is.
1.28
bos
een stuk grond met bomen, struiken en andere opgaande beplanting, waarbij de instandhouding van landschappelijke waarden wordt nagestreefd.
1.29
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.30
bouwgrens
de grens van een bouwvlak.
1.31
bouwlaag
een deel van een gebouw, dat bestaat uit één of meer ruimten, waarbij de bovenkanten van de afgewerkte vloeren van twee aan elkaar grenzende ruimten niet meer dan 1,5 m in hoogte verschillen; bij de bepaling van het aantal bouwlagen wordt de bouwlaag die grotendeels in de kap is gelegen (zogenaamde zolderlaag) evenals de bouwlaag die grotendeels onder de begane grond is gelegen (zogenaamde kelder/souterrain) niet meegerekend.
1.32
bouwmarkt
een al dan niet overdekt detailhandelsbedrijf, waarin een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouwmaterialen en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden.
1.33
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.34
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
1.35
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn toegelaten.
1.36
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
40
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.37
café
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
1.38
congrescentrum
een gebouwencomplex, bestemd en ingericht voor het houden van congressen, conferenties, symposia en andere grote bijeenkomsten.
1.39
consumentverzorgende bedrijfsactiviteiten
het beroepsmatig uitoefenen van dienstverlenende bedrijvigheid gericht op de consumentverzorging doch niet zijnde een aan-huis-gebonden beroep, dan wel ambachtelijke bedrijvigheid gericht op consumentenverzorging, geheel of overwegend door middel van handwerk, waarbij de omvang van de activiteiten zodanig is dat, wanneer deze in een woning en daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft en de ruimtelijke uitwerking of uitstraling in overeenstemming is met die woonfunctie, zoals: fotograaf, autorijschool (geen theorie), bloemschikker, decorateur, fietsenmaker, goud- en zilversmid, hoedenmaker, hondentrimmer, schoonheidsspecialist/kapsalon, nagelstudio, prothesemaker en andere daarmee gelijk te stellen activiteiten.
1.40
consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik.
1.41
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid.
1.42
dakkapel
een op een schuin dakvlak uitgebouwde uitstulping met een eigen dak, met dien verstande dat de onderzijde van de dakkapel ten minste 0,5 meter boven de dakvoet is gelegen.
1.43
dakopbouw
de ophoging van de goothoogte en/of nokhoogte en/of de dakhelling.
1.44
dakvoet
laagste punt van een schuin dak.
1.45
dansschool
een inrichting waarin voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimten dansen en het geven van onderricht daarin, zonder dat zalen worden verhuurd en zonder dat gelegenheid wordt geboden voor het houden van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- of dansevenementen.
1.46
deskundige
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige of commissie van deskundigen.
1.47
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
status: ontwerp
41
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.48
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in de volgende categorieën: a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen; c. tuincentra; d. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering; e. bouwmarkten.
1.49
detailhandelsbedrijf
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
1.50
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals bijvoorbeeld reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, stomerijen, sleutelen hakkenbars, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
1.51
dove gevel
een bouwkundige constructie zoals omschreven in artikel 1b, lid 5 van de Wet geluidhinder (Wgh). Toelichting: Deze constructie heeft een doelmatige geluidwering en er mogen geen te openen delen aanwezig zijn. Er geldt een uitzondering voor bewegende delen in de gevel van niet-geluidsgevoelige ruimten.
1.52
dwarskap
een kap loodrecht op de voorgevel (naar de straat gekeerde gevel).
1.53
erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming deze inrichting niet verbiedt.
1.54
erker
een uitgebouwd gedeelte van een woning aan een gevel.
1.55
evenementen
gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
1.56
extensieve dagrecreatie
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie.
1.57
extensief recreatie medegebruik
recreatief gebruik van gronden, zoals wandelen, fietsen, varen, zwemmen, vissen en daarmee gelijk te stellen activiteiten dat geen specifiek beslag legt op de ruimte, behoudens ruimtebeslag door voet-, fiets- en ruiterpaden.
42
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.58
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.59
geluidsgevoelige objecten
woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.
1.60
geschakelde woningen
woningen, waarvan de hoofdgebouwen door middel van uitbouwen c.q. aangebouwde bijgebouwen met elkaar zijn verbonden en waarbij één zijgevel van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelsgrens is gebouwd.
1.61
gestapelde woningen
een gebouw dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen bevat.
1.62
geluidzone - industrie
een zone rond een industrieterrein zoals bedoeld in artikel 40 van de Wet geluidhinder, waarbuiten de geluidsbelasting vanwege dat terrein de waarde van 50 dB(A) niet te boven mag gaan.
1.63
glastuinbouwbedrijf
een bedrijf dat (nagenoeg) volledig is gericht op het telen van tuinbouwgewassen, waarbij de productie (nagenoeg) volledig plaatsvindt in kassen.
1.64
groothandelsbedrijf
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of afleveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen, ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;
1.65
grootschalige detailhandel
detailhandel waarbij het bruto vloeroppervlak minimaal 1.500 m² bedraagt.
1.66
hobbykas
een gebouw, dat geheel of vrijwel geheel bestaat uit glas of ander doorzichtig materiaal en dat dient voor het hobbymatig telen van planten.
1.67
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.68
hoofdverblijf
het verblijf van waaruit al dan niet tijdelijk het sociale en economische leven van de betrokkene plaatsvindt.
1.69
horeca
een bedrijf dat in zijn algemeenheid gericht is op het verstrekken van nachtverblijf en/of ter plaatse nuttigen van voedsel en/of dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie. De volgende specifieke vormen worden onder horeca begrepen. Bij deze begrippen is een onderscheid gemaakt tussen licht, middel en zware horeca, welke in de regels wordt gebezigd. Tot de in de a t/m g genoemde begrippen worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling op het woon- en leefmilieu vergelijkbare horecasoorten:
status: ontwerp
43
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Lichte horeca (categorie 1): a. winkelondersteunende/winkelgebonden horeca: horeca, waarbij de bedrijfsactiviteit is gericht op het al dan niet voor gebruik ter plaatse verstrekken van al dan niet in dezelfde onderneming bereide of bewerkte etenswaren en dranken, zoals een cafetaria/snackbar, shoarmazaak, automatiek, tearoom, conditorei, koffiehuis, coffeeshop, brasserie, ijssalon en waarbij de aard en omvang van de bedrijfsactiviteit past binnen een overwegend winkelgebied en geheel of overwegend is gebonden aan c.q. ondersteunend is voor de (winkel)functie van dat gebied, daarbij lettend op de aard en de ligging van de andere gebruiksvormen in en het karakter van het gebied; b. restaurant/cafetaria/snackbar/shoarmazaak/automatiek: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van maaltijden voor gebruik ter plaatse en waarbij het verstrekken van dranken (daaraan) ondergeschikt is; c. zaalaccommodatie: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is; d. daghoreca: een bedrijf (zoals een koffiehuis, brasserie, ijssalon) dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleinere maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee en frisdranken met uitzondering van alcoholische dranken; e. hotel: een bedrijf, dat in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van nachtverblijf en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is; f. pension: een gebouw, waarin op kleine schaal tegen vergoeding nachtverblijf wordt verstrekt, zonder exploitatie van zaalaccommodatie; middelzware horeca (categorie 2): g. bar/café/pub/grand-café/eetcafé of taverne: een zelfstandige, niet geheel of gedeeltelijk deel uitmakend van een hotel, restaurant of zaalaccommodatie voorkomende bedrijvigheid, die in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse en waar het verstrekken van maaltijden daaraan ondergeschikt is; zware horeca (categorie 3): h. discotheek of dancing: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen, feesten en andere daarmee vergelijkbare evenementen.
1.70
hoveniersbedrijf
een bedrijf, gericht op de aanleg, de inrichting en het onderhoud van tuinen en groen, met gebruikmaking van de daarbij behorende materialen en gereedschappen, zonder dat detailhandel wordt uitgeoefend.
1.71
huishouden
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt daaronder niet begrepen.
1.72
industrieel bedrijf
een bedrijf, dat is gericht op het geheel of overwegend machinaal verwerken van grondstoffen en / of het vervaardigen van producten (nijverheids- en productief-technische bedrijven).
1.73
kamerverhuurbedrijf
een samenstel van verblijfsruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin anderen dan aan de rechthebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging. Een en ander kan onder meer blijken uit het feit dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen. onder de definitie van kamerverhuurbedrijf valt niet: a. de verhuur van één of twee kamers door de bewoner of eigenaar/bewoner van een woning aan niet meer dan in totaal vier personen, dit mits de gezamenlijke woonvloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van totale woonvloeroppervlakte van de woning, zulks met een maximum van 40 m²;
44
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
b.
de verhuur van (een gedeelte van) de woning ten behoeve van verblijfsrecreatie.
1.74
kantoor
voorzieningen gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.
1.75
kap
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 30° en minder dan 65°.
1.76
kas
een bedrijfsgebouw van glas of ander lichtdoorlatend materiaal ten behoeve van de teelt van of veredeling van gewassen.
1.77
kinderboerderij
een voorziening waarop ter wille van kinderen dieren worden gehouden.
1.78
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen
voorzieningen, zoals aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken, ten behoeve van activiteiten, zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie.
1.79
lawaaisport
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingslawaai wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen de rallysport, motorsport, (model)vliegsport.
1.80
landschapswaarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur.
1.81
langskap
een kap evenwijdig aan de voorgevel (naar de straat gekeerde kap).
1.82
lessenaarsdak
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw.
1.83
lijst van MIP-panden
de lijst van MIP-panden (Monumenten Inventarisatie Project) die van de regels deel uitmaakt.
1.84 a. b.
maaiveld/peil
voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein ter plaatse van de voorgevel.
1.85
maatschappelijke dienstverlening
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening.
status: ontwerp
45
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.86
mansardekap
een kap waarbij de dakvlakken niet van goot tot nok één plat vlak, maar twee platte vlakken vormen die elkaar onder een stompe hoek ontmoeten.
1.87
natuurwaarde
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door botanische, faunistische, biologische, bodemkundige en morfologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.
1.88
NEN
door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan.
1.89
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalinginstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.90
omgevingsvergunning
Een vergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.91
omgevingsvergunning voor het aanleggen
omgevingsvergunning voor aanleggen (voorheen aanlegvergunning): omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
1.92
omgevingsvergunning voor het bouwen
omgevingsvergunning voor bouwen (voorheen bouwvergunning): omgevingsvergunning, geheel of gedeeltelijk bestaande uit het bouwen van een bouwwerk.
1.93
ondergeschikt bouwdeel
een buiten de gevel of de dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een gebouw, zoals een liftopbouw, reclame-uitingen, technische installaties zoals een koelmotor of antenne, een dakvenster, een luifel, schoorsteen en een frans balkon, met uitzondering van een erker c.q. een uitgebouwd gedeelte van een gebouw (ter uitbreiding van het grondoppervlak op de begane grond).
1.94
ondergronds bouwwerk
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer dan wel het laagst gelegen gedeelte van het bouwwerk is gelegen op ten minste 1,75 m beneden maaiveld.
1.95
onderkomen
een voor verblijf geschikte – al dan niet aan de bestemming onttrokken - voer- en vaartuig, woonboot, ark, caravan en stacaravan, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken, alsook een tent.
1.96
overbouwing
een op de verbeelding aangegeven gebied waar binnen het bouwvlak een doorgang mogelijk moet zijn, waarboven bebouwing mag worden opgericht.
1.97
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak.
46
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.98
overkluizing
een civieltechnisch kunstwerk, waarmee een weg een andere weg, een plein of een waterloop (kruiselings) overwelft.
1.99
parkeergarage
een ruimte geheel of gedeeltelijk onder woningen voor de stalling van voertuigen alsmede voor bergingen.
1.100 parkeervoorziening elke al dan niet overdekte stallinggelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer.
1.101 platte afdekking een horizontaal vlak, ter afdekking van een gebouw, dat meer dan tweederde van de grondoppervlakte van het gebouw beslaat.
1.102 praktijkruimte een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
1.103 professioneel vuurwerk vuurwerk, niet zijnde consumentenvuurwerk.
1.104 prostitutie seksueel-erotische dienstverlening die, al dan niet zichtbaar vanaf de (openbare) weg, wordt aangeboden.
1.105 rouwcentrum een gebouw van een uitvaartonderneming, waar een overledene wordt opgebaard in afwachting van de begrafenis of crematie, met de daarbijbehorende functies, zoals kantoorruimte, verzorging van de overledene, rouwbezoeken, uitvaartdiensten en afscheid.
1.106 schildkap een dak dat bestaat uit ten minste drie schuine vlakken, waarvan er één evenwijdig aan de straat en de andere haaks op de straat moeten zijn gesitueerd.
1.107 seksinrichting het bedrijfsmatig - of in een omvang of frequentie die daarmee overeenkomt - gelegenheid bieden tot het ter plaatse, in een gebouw of in een vaartuig, verrichten van seksuele handelingen.
1.108 Staat van Bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt.
1.109 stacaravan een gebouw dat in zijn geheel kan worden verplaatst en is bestemd voor recreatief verblijf, waarbij de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben.
1.110 twee-aaneengebouwde woning een woning die deel uitmaakt van een blok van maximaal twee aan elkaar gebouwde woningen.
status: ontwerp
47
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.111 theatervuurwerk door de minister van VROM aangewezen professionele vuurwerk dat is bestemd voor het teweegbrengen van pyrotechnisch speciale effecten, hetzij bij een film- of televisieproductie, hetzij tijdens evenementen of voorstellingen waarbij het publiek zich op geringe afstand bevindt van de plaats waar het effect teweeg wordt gebracht.
1.112 tuincentrum een bedrijf, gericht op de teelt en de verhandeling van bomen, heesters, planten, bloemen en andere siergewassen en in samenhang daarmee op de verkoop van artikelen die met de tuinbewerking of de inrichting van tuinen verband houden, zoals tuingereedschap, tuinmeubilair en tuingrond.
1.113 uitbouw een uit de gevel springend ondergeschikt deel van een woning bestaande uit één bouwlaag, zoals erkers, toegangsportalen, (bij)keukens en woon- en slaapgedeelten van een woning en dat rechtstreeks vanuit het hoofdgebouw toegankelijk is.
1.114 verbeelding voorheen plankaart; de digitale kaart met bijbehorende verklaring NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01 waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangegeven.
1.115 verblijfsrecreatie een overnachtingaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een recreatief en veelal kortdurend verblijf van steeds wisselende (groepen) personen die elders hun hoofdverblijf hebben, waarbij het recreatief gebruik overwegend tijdens het zomerseizoen en schoolvakantieperiodes plaatsvindt, al dan niet met het verstrekken van consumpties, waarbij dit laatste van ondergeschikte betekenis is.
1.116 verdieping een boven de begane grondlaag gelegen bouwlaag.
1.117 verkoopvloeroppervlakte de vloeroppervlakte van voor het publiek toegankelijke winkelruimten.
1.118 vliesgevel een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel van een gebouw met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 m bedraagt.
1.119 volkstuinen gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voeding- en siergewassen worden geteeld.
1.120 volwaardig agrarisch bedrijf in een volwaardig agrarisch bedrijf is er voldoende werkgelegenheid voor ten minste één arbeidskracht met een aanvaardbaar inkomen en voldoende continuïteit in de bedrijfsvoering op lange termijn.
1.121 voorerf de gronden die behoren bij een hoofdgebouw en gelegen zijn voor de voorgevel(rooi)lijn van het hoofdgebouw.
48
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.122 voorgevel de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw en als een gebouw met meer dan één zijde gekeerd is naar een weg dan worden de betreffende gevels aangemerkt als voorgevels.
1.123 voorgevelrooilijn de lijn die samenvalt met de voorgevel(s) van een hoofdgebouw en met het denkbeeldige verlengde daarvan.
1.124 vrijstaande woning een woning die geheel vrij staat ten opzichte van andere bebouwing.
1.125 waterstaatkundige kunstwerken werken, waaronder begrepen kunstwerken, verband houdend met de waterstaat, zoals dammen, dijken, sluizen, beschoeiingen, remmingswerken, uitgezonderd steigers.
1.126 Wgh-inrichtingen bedrijven, zoals bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken.
1.127 windturbine een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalinginstallaties ten behoeve van de waterhuishouding.
1.128 woning een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting uitsluitend bedoeld is voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden; onder woning wordt mede een zorgwoning begrepen.
1.129 woonschip elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf.
1.130 woonwagen voor bewoning bestemd gebouw dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst en op een daartoe bestemd perceel is geplaatst.
1.131 zeewering aan zee grenzende waterkering, die uit zowel duinen alsook harde waterkerende constructies kan bestaan.
1.132 zijerf de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van dat hoofdgebouw tussen de denkbeeldige lijnen in het verlengde van de voor- en achtergevel.
1.133 zijgevel een van de weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel.
1.134 zijgevelrooilijn denkbeeldige lijn die strak langs de zijgevel van een gebouw kan worden getrokken tot aan de perceelsgrenzen.
status: ontwerp
49
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
1.135 zorgwoning woning bestemd voor groepen, zoals ouderen en personen met fysieke en/of psychische beperkingen, waar intensieve zorgverlening/begeleiding mogelijk is (zoals voor rolstoelgebruik) en/of zorg op afroep of 24 uurszorg beschikbaar is vanuit een verpleeg- of verzorgingshuis, woon-zorgcentrum of bijvoorbeeld een dienstencentrum.
50
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 2
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstand het kleinst is.
2.2
afstand tot de zijdelingse perceelsgrens
de kortst gemeten afstand van enig punt van een bouwwerk tot de zijdelingse perceelsgrens, ondergeschikte bouwdelen niet meegerekend.
2.3 a. b.
bouwhoogte van een antenne-installatie ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het maaiveld en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie; ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
2.4
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil/maaiveld tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwdelen.
2.5
lengte, breedte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren).
2.6
dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.7
dakhelling van een mansardekap
de maximale dakhelling van het eerste dakvlak van een mansardekap - die zowel bij een dwarskap of langskap voorkomen - wordt gemeten vanuit de goot.
2.8
goothoogte van een bouwwerk
vanaf het maaiveld tot aan de bovenkant van de goot/de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
2.9
hoogte van een windturbine
vanaf het maaiveld tot aan de (wieken)as van de windturbine.
2.10
hoogte van een woonschip
vanaf het waterpeil tot aan het hoogste punt van het woonschip, met uitzondering van ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antenne-installaties en naar de aard daarmee gelijk te stellen onderdelen.
2.11
inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
status: ontwerp
51
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
2.12
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.13
oppervlakte van een woonschip
tussen de buitenzijde van de zijwanden, neerwaarts geprojecteerd op het niveau van het waterpeil.
2.14
vloeroppervlakte
de gebruiksvloeroppervlakte volgens NEN 2580.
52
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden, kunstwerken en straatmeubilair; b. brughoofden; c. geluidwal of –scherm; d. nutsvoorzieningen.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Gebouwen
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op of in deze gronden worden uitsluitend gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gebouwd; b. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 3 m; c. de oppervlakte van nutsvoorzieningen bedraagt ten hoogste 15 m² per voorziening. 3.2.2
Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels: a. de hoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 5 m; b. overkappingen zijn niet toegestaan; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 4 m.
status: ontwerp
53
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 4 4.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen met een (boven) lokale functie ontsluiting, ontsluitingswegen, opstelstroken, busstroken, fiets- en voetpaden; b. evenementen en manifestaties; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidwerende voorzieningen, reclame-uitingen, parkeer-, groen-, speel- en nutsvoorzieningen en water.
4.2
Bouwregels
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting, bedraagt ten hoogste 3 m
4.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een strijdig gebruik wordt in ieder geval gerekend, het gebruik van de gronden voor: a. het opslaan van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines of onderdelen hiervan; b. het opslaan van gebruiksklare of onklare voer- of vaartuigen of onderdelen hiervan; c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen; d. het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens.
54
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 5 5.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. woningen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-gebonden beroep; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen-, nutsvoorzieningen, erven, tuinen, verhardingen en water.
5.2
Bouwregels
Op de gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 5.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend aaneengebouwde woningen worden gebouwd; c. binnen de gronden met de bestemming Wonen mogen maximaal 18 woningen worden gebouwd; d. de goothoogte en bouwhoogte van de gebouwen, bedraagt ten hoogste de met de maatvoeringaanduiding aangegeven hoogte; e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de maatvoeringaanduiding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100 voor het bouwperceel; f. bij de hoofdgebouwen mag de oppervlakte van een hellend voor- dan wel zijdakvlak maximaal 15% worden doorbroken met dakkapellen en dakvensters; g. bij de hoofdgebouwen mag de oppervlakte van een hellend achterdakvlak maximaal 25% worden doorbroken met dakkapellen en dakvensters, met dien verstande dat daar waar het dakvlak doorloopt over meerdere verdiepingen, slechts een dakkapel is toegestaan op het dakvlak van de eerste verdieping. 5.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen a. bij percelen kleiner dan 300 m² bedraagt het gezamenlijk grondoppervlak van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde, geschakelde en vrijstaande woningen ten hoogste 25% van het gehele bijbehorende erf, de bebouwde oppervlakte daarvan inbegrepen, tot ten hoogste 50 m² met dien verstande dat ten minste 50% van het achtererf onbebouwd blijft; b. bij percelen gelijk aan of groter dan 300 m² bedraagt het gezamenlijk grondoppervlak van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij aaneengebouwde, twee-aaneengebouwde, geschakelde en vrijstaande woningen ten hoogste 25% van het gehele bijbehorende erf, de bebouwde oppervlakte daarvan inbegrepen, tot ten hoogste 65 m² met dien verstande dat de bebouwde oppervlakte van een uitbouw of een bijgebouw als onderdeel van de maximaal mogelijke achter- en voorerfbebouwing ten hoogste 50 m² bedraagt en ten minste 50% van het achtererf onbebouwd blijft; c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3,25 m; d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; e. in afwijking van het bepaalde in sub d bedraagt de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan de zijgevel van een woning maximaal 6 m; f. op uitbouwen en bijgebouwen voorzien van een kap zijn geen dakkapellen toegestaan; g. op aan- en uitbouwen en bijgebouwen voorzien van een plat dak zijn dakterrassen dan wel balkons toegestaan en zijn borstweringen toegestaan met een maximale hoogte van 1 m; h. bij de berekening van de in sub a en b genoemde percentages en/of maximale oppervlaktes, worden de onder het overgangsrecht vallende dan wel op grond van eerder verleende bouwvergunning en dan wel omgevingsvergunning om te bouwen nog te bouwen aan- en uitbouwen en bijgebouwen meegerekend. 5.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor en tot en met 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten hoogste 1 m; b. de bouwhoogte van erfafscheiding elders bedraagt ten hoogste 2 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m; d. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 5 m.
status: ontwerp
55
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
5.3
Afwijken van de bouwregels
5.3.1 Afwijken ten behoeve van het doorbreken van het dakvlak a. In afwijking van lid 5.2.1 sub f kunnen burgemeester en wethouders afwijken voor het doorbreken van het hellend voor- en zijdakvlak tot maximaal 25%. b. In afwijking van lid 5.2.1 mag: 1. het voordakvlak tot maximaal 1 m naar achter worden verlengd als de woning maximaal twee bouwlagen heeft en de dakhelling niet meer dan 40° is; 2. een dakhelling wordt vergroot tot maximaal 52° voor een vrijstaande woning die ten minste 2 m van de aangrenzende woning of gebouwen staat, voor een twee- onder één kap woning waarbij de andere woning reeds een grotere hellingshoek heeft, voor een woningen in een bouwblok waarvan reeds een woning een dakhelling heeft die groter is dan 45° en voor een woning die is voorzien van een dwarskap met dien verstande dat de goothoogte van de voor- of zijgevel van de woningen niet meer bedraagt dan 5°; 3. een dakhelling van een mansardekap worden vergroot tot maximaal 70° , voor zover dit het eerste deel van het dakvlak betreft. Dit is alleen toegestaan als de helling van het tweede dakvlak naar de nok minimaal 20° en maximaal 45° bedraagt. 5.3.2
Afwijken ten behoeve van mindervaliden
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 5.2.2 en toestaan dat de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen- en bijgebouwen bij een hoofdgebouw wordt vergroot met maximaal 50 m² ten behoeve van mindervaliden, met inachtneming van de volgende regels: a. voorafgaande aan het afwijken winnen burgemeester en wethouders advies in omtrent de (medische) noodzaak bij en onafhankelijke deskundige; b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van het straat- en bebouwingsbeeld waarbij rekening wordt gehouden met een verantwoorde, samenhangende en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing ter waarborging van de stedenbouwkundige (beeld)kwaliteit, mede gelet op: 1. een goede verhouding tussen bouwmassa en gevelbeeld; 2. de samenhang tussen bebouwing.
5.4
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels: a. op deze gronden is het gebruik van een aan-huis-gebonden beroep in of bij de woning en/of in de bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat: 1. het oppervlak ten dienste van de activiteiten ten hoogste 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen bedraagt, met een maximum van 50 m2 ; 2. er geparkeerd wordt op eigen terrein; 3. het gebruik niet gepaard gaat met horeca en/of detailhandel, uitgezonderd beperkte verkoop die ondergeschikt is aan de uitoefening van de betrokken kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; 4. prostitutie niet is toegestaan; 5. voor de activiteiten waar op grond van bijlage I van het Bor geen omgevingsvergunning milieu nodig is. b. permanente of tijdelijke bewoning van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan; c. het in gebruik nemen van de woning of delen van de woning als een kamerverhuurbedrijf is niet toegestaan; d. op deze gronden is het uitoefenen van een consumentverzorgende bedrijfsactiviteit toegestaan met in achtneming van de volgende regels: 1. de woonfunctie blijft in overwegende mate behouden; 2. ten hoogste 40% van het aanwezige vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de daarbij behorende bijgebouwen mag ten behoeve van deze activiteiten in gebruik zijn; 3. bedoeld gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woonmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt; dit betekent onder meer dat: alleen bedrijven zijn toegestaan die voorkomen in de categorieën A en B van de staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) alsmede naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijven; het gebruik de woonfunctie dient te ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in
56
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
4. 5. 6.
de woning of bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is; het betreft niet zodanig verkeersaantrekkende activiteiten die verkeersoverlast veroorzaken of die verkeersmaatregelen, waaronder extra parkeervoorzieningen, noodzakelijk maken in de openbare ruimte; het betreft een eenmansbedrijf; eventuele detailhandelsactiviteiten zijn van ondergeschikte aard.
status: ontwerp
57
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 3 Artikel 6
Algemene regels
Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
58
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 7 7.1
Algemene bouwregels
Overschrijding bouwgrenzen
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt; c. technische installaties, mits: 1. deze bouwdelen indien mogelijk uit het zicht vanaf de openbare ruimte en van omwonenden worden geplaatst; 2. de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt; 3. het bedrijf/ de installatie op de aanbevolen afstand van woningen staat volgens de brochure 'bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten of de technische installatie noodzakelijk is door nieuwe wet- of regelgeving.
7.2
Dakhelling
Van een gebouw waarvoor de maximale goothoogte is bepaald, mag voor zover niet anders is bepaald, geen deel uitsteken buiten de denkbeeldige vlakken, die de betreffende gevel snijden ter hoogte van de maximale hoogte en terugvallen onder hoeken van 45° met de horizon, met dien verstande dat tussen de toegestane denkbeeldige dakvlakken met een helling van 45° en de daaruit voortvloeiende maximale hoogte, ook platte afdekkingen, dakvlakken met een helling van meer of minder dan 45° en rechtopgaande gevelconstructies, waaronder begrepen topgevels, zijn toegestaan. Deze regel is niet van toepassing op ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen en goten.
7.3
Ondergronds bouwen
7.3.1
Ondergrondse werken
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerk zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen. 7.3.2
Ondergrondse bouwwerken
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, gelden de volgende bepalingen, tenzij in de regels anders is opgenomen: a. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan binnen het bouwvlak; b. ondergrondse bouwwerken zijn toegestaan buiten het bouwvlak met een maximum oppervlakte van 30 m2 ; c. de ondergrondse bouwdiepte van de ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 m onder maaiveld; d. bij het berekenen van de bebouwingspercentages, of van het maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen. 7.3.3
Afwijken van de regels
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in lid 3.2. onder b voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder maaiveld onder de voorwaarde dat de waterhuishouding niet wordt verstoord.
status: ontwerp
59
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 8 8.1
Algemene gebruiksregels
Vormen van verboden gebruik
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 2.1 sub c van de Wabo, moet in ieder geval worden verstaan: a. het gebruik van onbebouwde gronden: 1. als staan- of ligplaats van onderkomens; 2. als staanplaats van voertuigen, waarin detailhandel plaatsvindt; 3. als kampeer- of caravanterrein; 4. als opslag-, stort- of bergplaats van machines, voer- en vaartuigen en andere al of niet afgedankte stoffen, voorwerpen en producten; 5. ten behoeve van lawaaisporten; b. het gebruik van gronden en opstallen voor: 1. een seksinrichting; 2. bedrijfsmatige opslag van vuurwerk Tenzij het gebruik verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik en beheer van die gronden.
60
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 9 9.1
Algemene wijzigingsregels
Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
status: ontwerp
61
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
Artikel 10 Overgangsrecht 10.1
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouw- danwel een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van een omgevingsvergunning voor het bouwen, wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%; c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
10.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. het in dit lid onder a bepaalde is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.
10.3
Hardheidsclausule
Indien toepassing van het overgangsrecht voor bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen dat overgangsrecht buiten toepassing laten.
62
status: ontwerp
Regels behorende bij wijzigingsplan "Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan"
Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald onder de naam 'Regels van het wijzigingsplan Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan' en NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01. Behoort bij besluit van de raad van de gemeente Katwijk d.d. …… tot vaststelling van het wijzigingsplan 'Wijzigingsplan locatie Bloemenlaan en NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01'.
status: ontwerp
63
h
o
13
15
h
1
h
Wate rlel i
2 3
h
4
h
5
11
o o
Wijzigingsplan Bloemenlaan
6
h h
7
h h
h
9
h
22
o 23
31
h
h b
9
h
b
b h
5 b
3
6
h b h
b
18
9
b h
10
aa n
26
20
17 15 h
11
25
11
27
h
34 h
h
16
h
22
V
h
h b
h
23
21
13
h
h
9
18
h
o
29
b b
h
b
24 22
33
31
h
20
30
35
Bl oe me nl aa n
13
32
28
19
9
77A
15
16
b
17
h
7
14
h
h
34
16
24
6 b
h
h
14
5
n en la a
3 h
1
h
h
5
h
10
12 h
Bl
5A
h
h
oe m
b
h
12
b h
h
1J
b
1K 1L
1F 1G 1H
h
h
h
Gemeente Katwijk
h
h
1E
8
h
Afdeling Ruimte en Veiligheid
DATUM
2 augustus 2013
GET.
L.S.
WIJZ. A
1 oktober 2013
GET.
T.N.
id e
1D
h
h
1A 1B
h
2C 2D 2E 4 2F
h
h
h
h
1
h
Do rp
1C
6
sw e
h
h
Wijzigingsplan NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01
WIJZ. B GET.
2B
h
2A
h
h
14
b
Ondergrond
o
b
3
b
VERKLARINGEN
h
h
h
b
Ch ry sa
b
18
h
b
nt en l
b
maximaal aantal wooneenheden
20 h
h
6 10
h b
6 10
8
h b
h
W
h
6
7
h
b
35
33
h b
b
W
h
maximale goot- en bouwhoogte (m)
18
h
h
an
5
10
31
4 h
6 10
h
G B
h
28 Bo te
3 h
b
G
6
h
al a
h
19
h
h
b b
b
1
2
h
8
BG
h
b
Ge rb er
2
np 23 ad
b
1
maatvoering
b
h
7
b
1e
bouwvlak
h
h
10
62
2
32
b
h
4
16
27
13 b
11
6
b
4
30 h
b
h
h
6
h
21
28
an la m oe bl n re Ko
h
BG
32
15
8
26
h
b b
h
h
bouwvlak
14 12
30
b
92
19
h
Wonen
AANDUIDINGEN
1e
h
17
10
b
Verkeer
h
h
b
b
33
Groen
h
h
b
12
1
h
h
b
h
o
25
b b
b
h
h
h
o
h h
h
25
18
3
h
b
14
h
b h
21
o
16
5
h
20
Ro ze nl aa n
7 b
h
G V W
11 12
o
h
b
10
h
h
h h
29
BESTEMMINGEN
8
h
9
b
PLANGEBIED e
ONTWERP
SCHAAL
1:1000
FORMAAT
A3
TEK.NR: NL.IMRO.0537.bpVLKbloemenlaan-on01