Wijzigingsplan locatie Mozaik bestemmingsplan 'Woongebieden', gemeente Oisterwijk
projectnummer 0401081.00 definitief revisie 02 2 maart 2016
SEQ Part \r0 \h ColofonInhoud Kop 1 Bijlage
Wijzigingsplan locatie Mozaik bestemmingsplan 'Woongebieden', gemeente Oisterwijk
Opdrachtgever Gemeente Oisterwijk Postbus 10101 5060 GA Oisterwijk
datum vrijgave 02-03-2016
beschrijving revisie vastgesteld
goedkeuring ir. M.L.M. Stabel
vrijgave drs. T. Artz
Colofon
Colofon
Vormgeving Antea Group
Contactgegevens: Beneluxweg 125 4904 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT T. (010) 23 51 74 8 E.
[email protected] Copyright © Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.
Toelichting
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Inhoud
Blz.
1
Inleiding
1
1.1 1.2 1.3 1.4
Aanleiding en doel Procedure Wijzigingsgebied en omgeving Leeswijzer
1 1 2 2
2
Beleidsaandachtspunten
3
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.2.1 2.2.2 2.3 2.3.1 2.3.2
Rijksbeleid Structuurvisie infrastructuur en ruimte Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Ladder voor duurzame verstedelijking Provinciaal beleid Structuurvisie ruimtelijke ordening Verordening ruimte 2014 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Plus (2005) Bestemmingsplan Woongebieden
3 3 3 4 6 6 7 8 8 9
3
Planbeschrijving
11
4
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
15
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9
Akoestiek Luchtkwaliteit Externe veiligheid Water Bodem Archeologische waarden Flora- en fauna Bedrijven en milieuzonering Conclusie
15 15 17 18 21 22 24 25 27
5
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
29
Bijlagen: Bijlage 1: Bijlage 2:
Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek - boringen Mozaïk te Oisterwijk, Antea Group, september 2015 Nota van Zienswijzen en wijzigingen bij vaststelling
Inhoudsopgave
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Inleiding
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en doel De onderwijsfunctie van het gebouw van basisschool Mozaïk aan de Burgemeester Verwielstraat in Oisterwijk komt te vervallen. Dit biedt mogelijkheden om de vrijkomende gronden te herontwikkelen. De gemeente heeft in 2009 plannen gemaakt om op deze locatie 12 woningen te bouwen. De huidige bestemming van de schoollocatie is op grond van bestemmingsplan 'Woongebieden', onherroepelijk per 18 december 2014, ‘Groen’, ‘Verkeer’ en ‘Wonen Woningen’. Daarnaast is de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie - 1’ en de gebiedsaanduiding ‘wro-zone - wijzigingsgebied 2’ van toepassing. Volgens het vigerende bestemmingsplan zijn er in het gebied 12 woningen toegestaan verdeeld over 6 woningen in het westelijk deel en 6 woningen in het oostelijk deel van het plangebied.
Afbeelding 1: uitsnede vigerend bestemmingsplan Woongebieden (bron: www.planviewer.nl)
In het geldende bestemmingsplan is voor de schoollocatie een wijzigingsbevoegdheid opgenomen (artikel 31.2). Binnen het plangebied (rode contour in afbeelding 1) zijn maximaal 15 woningen onder voorwaarden toegestaan. De Senioren Vereniging Oisterwijk (SVO) heeft samen met enkele buurtbewoners van de Mozaik een plan opgesteld voor de locatie Mozaïk. In het plan werden 8 seniorenwoningen en 8 levensloopbestendige woningen geschetst. Dit plan is opgepakt en verder uitgewerkt door het CPO Mozaïk. Uiteindelijk worden er 15 grondgebonden woningen in het plangebied gebouwd, waarvan 8 seniorenwoningen.
1.2
Procedure Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd met toepassing van artikel 3.6, eerste lid van de Wro het wijzigingsplan vast te stellen. Het ontwerpwijzigingsplan wordt ter visie
Pagina 1 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Inleiding
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
gelegd. Met inachtneming van de eventueel ingediende zienswijzen stelt het college van burgemeester en wethouders het uiteindelijke wijzigingsplan vast.
1.3
Wijzigingsgebied en omgeving Het wijzigingsgebied bevindt zich centraal in Oisterwijk op de hoek van de Burgemeester Verwielstraat en de Burgemeester Canterslaan en bestaat uit basisschool Mozaïk met bijbehorende gronden. De locatie heeft een oppervlak van circa 5.000 m2 en bevindt zich in het bestaande woongebied van Oisterwijk. De begrenzing van het gebied wordt gevormd door de Burgemeester Verwielstraat (west), Burgemeester Canterslaan (zuid), Lindeparklaan (oost) en de Voorste Stroom (noord). De ligging en begrenzing van het wijzigingsgebied is weergegeven in afbeelding 2.
Afbeelding 2: ligging en begrenzing plangebied (bron: www.globespotter.nl)
1.4
Leeswijzer Na deze inleiding beschrijft hoofdstuk 2 de beleidsaandachtspunten vanuit de verschillende overheidsniveaus, die niet reeds in het geldende bestemmingsplan zijn behandeld. Hoofdstuk 3 gaat in op de diverse realiserings- en uitvoeringsaspecten die van invloed zijn op het bouwplan. Hoofdstuk 4 beschrijft de uitgangspunten en randvoorwaarden voor de voorgenomen herontwikkeling. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het bouwplan.
Pagina 2 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
2
Beleidsaandachtspunten De basis van onderhavig wijzigingsplan wordt gevormd door het bestemmingsplan 'Woongebieden'. In dit bestemmingsplan is een uitgebreide beleidsscan opgenomen als bijlage 1 ‘achtergronden van het bestemmingsplan’, waarmee de aan het plan ten grondslag liggende gedachten zijn verwoord. Het bestemmingsplan 'Woongebieden' is op 28 maart 2013 gewijzigd vastgesteld. Op 28 mei 2014 heeft De Raad van State in haar uitspraak een verplichting geformuleerd aan de gemeenteraad die heeft geleid tot een gewijzigde vaststelling op 18 december 2014. Ten aanzien van het laatste raadsbesluit is beroep alleen mogelijk tegen de wijziging waardoor het plan voor wat betreft het plangebied van dit wijzigingsplan per 18 december 2014 onherroepelijk is. Gelet op de actualiteit van het vigerende bestemmingsplan is er in beperkte mate sprake van gewijzigde beleidskaders voor het wijzigingsgebied en de voorgenomen ontwikkeling. Derhalve wordt onderstaand kort ingegaan op de relevante beleidskaders, die niet zijn behandeld in het bestemmingsplan 'Woongebieden'.
2.1
Rijksbeleid
2.1.1
Structuurvisie infrastructuur en ruimte De Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte (SVIR) bevat het ruimtelijk beleid van het rijk als opvolger van de Nota Ruimte (2004). Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur & Ruimte vastgesteld: In de SVIR is geen specifiek ruimtelijk beleid voor het plangebied geformuleerd; Wel zijn in de SVIR de dertien onderwerpen aangegeven die het rijk als 'nationaal belang' beschermingswaardig acht. Voor een aantal van deze onderwerpen is reeds een (beschermende) regeling opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro, zie hierna). In de SVIR geeft het rijk aan dat overheden, burgers en bedrijven de ruimte krijgen om oplossingen met betrekking tot ruimte en mobiliteit te creëren. Het rijk gaat daarbij zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten. Dat komt onder andere tot uiting in de oplossingsrichtingen voor het verstedelijkings- en landschapsbeleid. Dit laat het rijk over aan de provincies en gemeenten. Gemeenten krijgen ruimte voor kleinschalige natuurlijke groei geënt op het bouwen van huizen die aansluiten bij de woonwensen van mensen. Met betrekking tot gebiedsontwikkeling wordt de daadwerkelijke vraag van bewoners, bedrijven en organisaties leidend. Om een zorgvuldig gebruik van de schaarse ruimte te bevorderen, wordt een ladder voor duurzame verstedelijking geïntroduceerd. Dat betekent onder andere: vraaggericht ontwikkelen en voor zover mogelijk binnen bestaand stedelijk gebied.
2.1.2
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening Voor de ruimtelijke onderwerpen die de rijksoverheid van 'nationaal belang' acht, heeft de Minister van Infrastructuur & Milieu een beschermende regeling opgenomen in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro).
Pagina 3 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient een gemeentebestuur bij het vaststellen van een ruimtelijk plan de algemene regels van het Barro in acht te nemen. Op 17 december 2011 is het Besluit, houdende algemene regels ter bescherming van nationale ruimtelijke belangen (Besluit algemene regels ruimtelijke ordening) in werking getreden. Delen van het Barro zijn gereserveerd en door middel van wijzigingen ingevuld. Voor deze onderbouwing is getoetst aan de geconsolideerde versie van 5 juni 2014 digitaal gepubliceerd als “NL.IMRO.0000.IMamGCBarro-5015”. Het plangebied maakt deel uit van het stedelijk gebied van Oisterwijk. Op grond van het Barro worden er door de realisatie van het plan geen nationale belangen geschaad.
2.1.3
Ladder voor duurzame verstedelijking In het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is de verplichting opgenomen om in het geval van nieuwe stedelijke ontwikkeling in de plantoelichting een onderbouwing op te nemen van nut en noodzaak van de nieuwe stedelijke ruimtevraag en de ruimtelijke inpassing. De ladder voor duurzame verstedelijking is sinds 1 oktober 2012 opgenomen in artikel 3.1.6, tweede lid van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en stelt eisen aan bestemmingsplannen met het oog op een zorgvuldige afweging, transparante besluitvorming en een optimale benutting van de ruimte in stedelijke gebieden. De ladder voor duurzame verstedelijking heeft als doel om zorgvuldig ruimtegebruik te stimuleren en overprogrammering op regionaal niveau te voorkomen en bevat drie treden die doorlopen moeten worden in een ruimtelijke procedure. De definitie van een stedelijke ontwikkeling is als volgt in het Bro omschreven: 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen'. In deze paragraaf wordt beschreven hoe de ladder wordt ingevuld. Artikel 3.1.6 tweede lid van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) schrijft het volgende voor: De toelichting bij een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, voldoet aan de volgende voorwaarden: a. er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte; b. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel a, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins, en; c. indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld. Onderdeel a (Trede 1) verplicht overheden om nieuwe stedelijke ontwikkelingen af te stemmen op de geconstateerde actuele behoefte en de wijze waarop in die behoefte wordt voorzien ook regionaal af te stemmen. Op deze wijze wordt over- en ondercapaciteit zoveel mogelijk voorkomen. Of de behoefte actueel is, wordt onder meer bepaald aan de hand van de vraag of reeds elders in de regio een stedelijke ontwikkeling is gepland of plaatsvindt die in die behoefte kan voorzien.
Pagina 4 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Het passende regionale schaalniveau wordt in het algemeen voornamelijk bepaald door het woon-werkverkeer. De behoefte dient te worden afgewogen tegen het bestaande aanbod. Onderdeel b (Trede 2) vraagt om te beoordelen of de beoogde ontwikkeling binnen het bestaand stedelijk gebied in de betreffende regio kan worden gerealiseerd. Dit betekent dat wordt bezien of binnen bestaand stedelijk gebied in de behoefte kan worden voorzien door middel van herstructurering, transformatie of anderszins. Onderdeel hiervan is dat wordt bekeken of leegstaande verstedelijkingsruimte door het treffen van kwalitatieve maatregelen in de behoefte kan voorzien. Onderdeel c (Trede 3) bepaalt dat moet worden beoordeeld in hoeverre de ontwikkeling mogelijk is op locaties die al ontsloten zijn of ontsloten worden door verschillende modaliteiten op een schaal die passend is bij de beoogde ontwikkeling. Wat woningbouw betreft betekent dit dat indien in een regio een specifieke behoefte bestaat aan bijvoorbeeld een dorps woonmilieu, kleinschalige locaties of landgoederen, en dit niet in het bestaand stedelijk gebied kan worden gecreëerd, hier elders ruimte voor kan worden gezocht. Verantwoording Trede 1: De ladder voor duurzame verstedelijking richt zich op een regionale behoefte voor stedelijke ontwikkeling op het gebied van wonen, werken, detailhandel en overige voorzieningen. De ladder kent daarbij geen ondergrens. Als er een regionale vraag is, hoe klein deze ook is, dan is in de motivering van de locatiekeuze de ladder van toepassing. Lokaal beleid Woonvisie 2011 In de in december 2011 vastgestelde Woonvisie van de gemeente Oisterwijk is de woningbouwprogrammering opgenomen. Onderdeel van dit woningbouwprogramma is de herontwikkeling van de locatie Mozaik. De Woonvisie bevat voor de gemeente Oisterwijk een referentieprogramma van 688 woningen voor de periode tot 2021 (conform scenario III). Scenario I geeft ruimte aan meer woningbouwontwikkelingen, maar gaat uit van een goed functionerende woningmarkt. Daar was ten tijde van vaststelling van de Woonvisie in ieder geval geen sprake van. Herprogrammering woningbouw 2012 Bij vaststelling van de Woonvisie 2011 heeft de raad het college de opdracht gegeven om kritisch te kijken naar de woningbouwprogrammering. Aanleiding voor de herprogrammering is o.a. de huidige situatie op de woningmarkt, de actuele inzichten in de ontwikkeling van de woningbehoefte en het belang dat wordt gehecht aan het herontwikkelen van het KVL-terrein in de periode tot 2021. Doel is om iedere vier jaar, voor het eerst in 2016, een volledige heroverweging en herijking van de woningbouwprogrammering te laten plaatsvinden. Het plan Mozaik is onderdeel van de harde plancapaciteit van projecten in het document ‘Herprogrammering woningbouw gemeente Oisterwijk’ waarbij wordt aangegeven dat gestart wordt met de uitgifte van de kavels. Regionaal beleid Regionale woningbouwafspraken 2014 Op grond van de provinciale bevolkings- en woningbehoefteprognose 2014 (bevolkingsprognose.brabant.nl) worden de woningbouwafspraken in december 2014 geactualiseerd.
Pagina 5 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
De prognose geeft aan wat in kwantitatieve zin de behoefte is aan woningen in de gemeente Oisterwijk. De laatste prognose laat voor Oisterwijk een behoefte zien van 805 woningen in de periode 2014 t/m 2025. Deze programma-indicatie van 805 woningen is richtinggevend voor de jaarlijks te maken regionale woningbouwafspraken. De ontwikkeling van het plan Mozaik valt binnen deze periode. Het thans aanwezige percentage 'harde plancapaciteit' rechtvaardigt dat de gemeente het wijzigingsplan Mozaik vaststelt om te kunnen voorzien de woningbehoefte die volgt uit de prognose en de afspraken. Regionaal Kwalitatief Behoefteonderzoek 2014 De regio Midden-Brabant heeft in 2014 grootschalig onderzoek gedaan naar de woningbehoeften in de regio, Uit dit onderzoek komt duidelijk naar voren dat de kern Oisterwijk binnen de regio kan rekenen op grote waardering als aantrekkelijkste woonplaats, waarmee – gelet op de grote verhuisgeneigdheid in de regio – de kern Oisterwijk met haar onderscheidende woonmilieus voorziet in een regionale woningbehoefte. Trede 2: De ontwikkelingen die in het wijzigingsplan mogelijk wordt gemaakt vinden plaats in het stedelijk gebied van Oisterwijk. De huidige bebouwing in de vorm van een schoolgebouw heeft zijn functie verloren door de realisatie van een nieuwe Brede School. De locatie is derhalve aan te merken als een potentiële ontwikkellocatie. Door de sloop van de leegstaande bebouwing en de invulling van woningen is er sprake van herstructurering in de wijk Westend van Oisterwijk. Door middel van deze herstructurering is er geen ruimte buiten het stedelijk gebied nodig voor woningbouw. Er is daarom sprake van een duurzame stedelijke ontwikkeling waarmee voldaan wordt aan trede 2 van de ladder. Trede 3: Omdat er sprake is van een stedelijke herstructurering en ontwikkeling binnen het bestaand stedelijk gebied is deze trede niet van toepassing.
2.2
Provinciaal beleid
2.2.1
Structuurvisie ruimtelijke ordening Op 19 maart 2014 is de Structuurvisie ruimtelijke ordening 2014 (SVRO) in werking getreden. De SVRO schetst de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen. In de structuurvisie is het plangebied aangewezen als concentratiegebied voor verstedelijking dat ligt in het landschapsgebied Het Groene Woud. Op basis van provinciaal beleid ligt de opgave voor wonen (en verstedelijking) primair in het concentratiegebied. De ontwikkeling past binnen de in de SVRO uiteengezette beleidsuitgangspunten.
Pagina 6 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Afbeelding 3: uitsnede Structuurvisiekaart (bron: ruimtelijkeplannen.brabant.nl)
2.2.2
Verordening ruimte 2014 De provincie Noord-Brabant heeft de Verordening Ruimte 2014 vastgesteld. Voor de toets van het wijzigingsplan is de geconsolideerde versie van 18 maart 2014 gebruikt. Het plangebied is gelegen in het bestaand stedelijk gebied. Een bestemmingsplan dat voorziet in een stedelijke ontwikkeling dient te zijn gelegen in bestaand stedelijk gebied. Aan deze voorwaarde wordt voldaan in dit wijzigingsplan. Uit de verordening blijkt dat de Voorste Stroom ten noorden van het plangebied is aangewezen als Ecologische Hoofdstructuur. Ter bescherming van de EHS liggen er ook twee zones in het plangebied te weten: Behoud en herstel van watersystemen (een zone van 25 meter aan weerszijden van de waterloop); Ecologische verbindingszone (een zone langs de Voorste Stroom). Behoud en herstel watersystemen Voor werkzaamheden zoals het ophogen van gronden, het aanbrengen van oppervlakteverhardingen of verharde oppervlakten van meer dan 100m2 en realiseren van bebouwing in de zone die is aangemerkt voor behoud en herstel van het watersysteem moet het waterschapsbestuur worden gehoord. Ecologische verbindingszone Een ecologische verbindingszone heeft in de praktijk niet over de volle lengte een breedte van 25 meter. Sommige onderdelen kunnen smaller zijn, zker als er met stapstenen wordt gewerkt. Een bestemmingsplan stelt regels voor zover dat nodig is om te voorkomen dat het gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, het behoud en het beheer van een ecologische verbindingszone.
Pagina 7 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Afbeelding 4: uitsnede Verordening Ruimte 2014 (bron: ruimtelijkeplannen.brabant.nl)
In het vigerende bestemmingsplan Woongebieden is voor de oever van de Voorste Stroom de bestemming ‘Groen’ met de functieaanduiding ‘natuur’ opgenomen. De noordelijke rand van het wijzigingsgebied kent eveneens de functieaanduiding ‘natuur’ binnen de bestemming ‘Groen’. Relevantie plangebied Bij het opstellen van het ontwerp voor de invulling van het plangebied dient rekening te worden gehouden met de ecologische verbindingszone Voorste Stroom. Dit betekent dat de planuitwerking zich richt op de Burgemeester Canterslaan zodat aan de noordzijde van het plangebied ruimte blijft voor groen en natuur zoals deze op dit moment ook aanwezig zijn. Door het inpassen van het programma blijft de ecologische verbindingszone in stand en tast het plan dit gebied niet aan. Bij de planuitwerking zal daarnaast advies worden ingewonnen bij de waterbeheerder, dit ook in het kader van de watertoets.
2.3
Gemeentelijk beleid
2.3.1
Structuurvisie Plus (2005) Met de Structuurvisie Plus geeft de gemeente in hoofdlijnen richting aan de ruimtelijke ontwikkeling van het grondgebied. Oisterwijk wil ook in de toekomst de titel 'Parel in het groen' met trots kunnen voeren, meer in het bijzonder ziet zij zichzelf als een 'Groene parel tussen de steden'. Dit impliceert dat de ontwikkelingsmogelijkheden een afgeleide zijn van de groene kwaliteiten en dat de gemeente 'los' van Tilburg blijft en afstand tot de N65 behoudt. Daarnaast worden de natuurwaarden behouden, vindt verduurzaming van het overige buitengebied plaats en winnen de kernen aan kwaliteit door het versterken van de groene potenties en cultuurhistorische kwaliteit.
Pagina 8 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
In de Structuurvisie Plus zijn hoofduitgangspunten voor de verschillende kernen van de gemeente geformuleerd. De relevante uitgangspunten die betrekking hebben op de herontwikkeling van het schoolgebouw Mozaik zijn: inzetten op het versterken van de ruimtelijke structuur en identiteit van de kernen; ruimte voor opwaardering en herstructurering, met aandacht voor (passende) menging van functies; benutten van de potentie op inbreidings- en herstructureringslocaties, waarbij gezocht wordt naar meerwaarde en rekening gehouden wordt met de maat en schaal van de bebouwing. Relevantie plangebied Met de herontwikkeling van het plangebied wordt invulling gegeven aan bovenstaande hoofduitgangspunten voor de kernen uit de Structuurvisie Plus.
2.3.2
Bestemmingsplan Woongebieden Voor het wijzigingsgebied geldt momenteel bestemmingsplan 'Woongebieden'. In artikel 31.2 zijn voor het wijzigingsgebied de onderstaande regels opgenomen. Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied-2' de bestemmingen Groen, Verkeer en Wonen - Woningen wijzigen ten behoeve van een andere stedenbouwkundige invulling, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: een andere stedenbouwkundige invulling is toelaatbaar voor zover dit beter aansluit bij de marktsituatie; in het wijzigingsplan mag de bestemming Verkeer worden geprojecteerd ter plaatse van de bestaande wegen of ten behoeve van verlegging van het tracé in noord-zuidelijke richting; woningen mogen aan de randen van het gebied worden geprojecteerd; de afstand van de bouwgrens tot de voorste perceelsgrenzen is vergelijkbaar met de afstanden zoals gehanteerd bij de percelen in de directe omgeving; het woningtype mag aaneengebouwd, twee-aaneen, patiowoning of vrijstaand zijn; de hoogte in het wijzigingsplan mag aansluiten op de hoogte zoals reeds opgenomen voor de percelen; het aantal te projecteren woningen bedraagt ten hoogste 15; bij het projecteren van woningen wordt rekening gehouden met de entreefunctie van de Burgemeester Verwielstraat voor het centrumgebied alsmede met de ligging ten opzichte van de Voorste Stroom;
Pagina 9 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Beleidsaandachtspunten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
h. de wijzigings wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen:
wijzigen bestemmingen
1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie hiervoor)
ja
1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden
ja
1c. voldoende parkeermogelijkheden
ja
2. planologische aspecten: 2a. past in het volkshuisvestingsbeleid
ja
2b. het beleid inzake water
ja
2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden
nee
2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden
ja
3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie
ja
3b. vereisten van de Wet geluidhinder
ja
3c. geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig
ja
grote milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
ja
Voor het wijzigen van het aantal woningen op grond van artikel 17.6.1 zijn bovenstaande voorwaarden eveneens van toepassing. Relevantie plangebied In voorliggende onderbouwing van het wijzigingsplan wordt getoetst aan de bovenstaande voorwaarden. Ten aanzien van de stedenbouwkundige invulling wordt verwezen naar hoofdstuk 3 (artikel 31.2 onder a t/m h). De milieuaspecten worden in hoofdstuk 4 samengevat (artikel 31.2 onder h).
Pagina 10 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Planbeschrijving
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
3
Planbeschrijving Voor de locatie Mozaïk is door het CPO Mozaïk een verkaveling uitgewerkt, waarbij 15 woningen in het gebied gerealiseerd kunnen worden.
Afbeelding 5: voorbeeldverkaveling 3 (bron: LSWA architecten)
Uitgangspunt is de invulling van 15 grondgebonden woningen met een maximale goothoogte van 6 meter en een maximale bouwhoogte van 10 meter. Deze maatvoering sluit aan op de goot- en bouwhoogte van de woningen aan de Lindeparklaan en de woningen aan de Burgemeester Canterslaan (eveneens 6 en 10 meter). De bebouwing is voornamelijk georienteerd op de Burgemeester Canterslaan en de Voorste Stroom. In afbeelding 5 is ook zichtbaar dat de woningen aan de westzijde een oriëntatie hebben op de Burgemeester Verwielstraat die als route naar het centrum aandacht verdient (zie ook de wijzigingsregels, artikel 31.2 onder g) in de stedenbouwkundige uitwerking. Verkeer en parkeren De nieuwe woningen binnen het plangebied worden ontsloten via de Lindeparklaan en de Burgemeester Canterslaan. Voor de 8 woningen in de noordelijk deel van het plangebied wordt een buurtontsluitingsweg aangelegd die aansluit op de Lindeparklaan. De woningen aan de zuidzijde zijn geörienteerd op de Burgemeester Canterslaan. Deze woningen hebben ook een oprit vanaf deze weg naar de garage op eigen erf. De Lindeparklaan wordt 5 meter verlegd naar het westen door de verkoop van de strook grond aan de aangrenzende percelen, zie afbeelding 5.
Pagina 11 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Planbeschrijving
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Net als in de huidige siutuatie zal er een haakse parkeervoorziening worden gerealiseerd met 13 parkeerplaatsen aan de Lindeparklaan voor bewoners en bezoekers. Op eigen terrein is er bij elke woning minimaal 1 parkeerplaats aanwezig. Het plangebied maakt onderdeel uit van de schil van Oisterwijk grenzend aan het centrum. In dit gebied is op grond van de Parkeerfondsverordening 2010 van de gemeente Oisterwijk een parkeernorm van 1,9 plaats per dure woning (koop > € 265.000,00 en huur > € 800,00 per maand) van toepassing.
Tabel 1: parkeernormen (bijlage 1 van de Parkeerfondsverordening, gemeente Oisterwijk)
Uitgaande van 15 kavels (zie afbeelding 6) zijn er 28,5 parkeerplaatsen nodig. De capaciteit van het parkeergebied aan de Lindeparklaan biedt ruimte aan 14 motorvoertuigen. Daarnaast worden er op eigen erf bij elke woning een parkeerplaats aangelegd op eigen terrein. In totaal voorziet het plan in 29 parkeerplaatsen. Het bouwplan voldoet aan de parkeernormen zoals opgenomen in de Parkeerverordening gemeente Oisterwijk 2010. Er worden 29 parkeerplaatsen gerealiseerd ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling terwijl op basis van de norm 28,5 parkeerplaatsen nodig zijn. Stedenbouwkundige inpassing Het plangebied van de Mozaik ligt aan de Burgemeester Verwielstraat, één van de toegangswegen naar het centrum van Oisterwijk. De vormgeving van de bebouwing bij een entree verdient de nodige aandacht om als het ware de plek te markeren/smoel te geven. De locatie is ook gelegen aan de Voorste Stroom. Dit is een kwaliteit, maar wordt op dit moment nauwelijks ervaren. Aan de kant van het plangebied ligt de bebouwing tegen de stroom aan. De brug over de stroom kent een hekwerk, maar accentueert de overgang over de Stroom niet. Er zijn twee uitgangspunten bij de inrichting van het gebied: - geef de entree naar het centrum voldoende kwaliteit (smoel). - zorg ervoor dat het water van de stroom beter wordt ervaren. Entree centrum Het plan gaat uit van het voortzetten van de bestaande bebouwing langs de Burgemeester Canterslaan en Lindeparkplaan. Hierbij worden de woningen aan de overkant van de Canterslaan als referentie aangehouden. Deze woningen (Burgemeester Canterslaan 51 t/m 103) zijn aangewezen als beschermd Dorpsgezicht. In verkavelingsschets 3 (zie afbeelding 5) is de nokrichting van de woningen grenzend aan de Burgemeester Verwielstraat georiënteerd op deze weg. De bijgebouwen van deze woningen ligt terug ten opzichte van de hoofgebouwen waardoor er zicht is op de woningen vanaf de Burgemeester Verwielstraat. Een aandachtspunt is wel de vormgeving en ontwerp van de bijgebouwen van deze woningen die moet worden aangesloten op het hoofdgebouw zodat er een ensemble van bebouwing ontstaat met dezelfde beeldkwaliteit.
Pagina 12 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Planbeschrijving
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Water van de Voorste Stroom beter ervaren In het plan wordt de huidige achterkantsituatie die veroorzaakt wordt door het schoolgebouw weggenomen. Langs de Voorste Stroom ontstaat een woonerf (buurtontsluitingsweg) met woningen die geörienteerd zijn met de voorgevel op de Voorste Stroom. Vanaf de Lindeparklaan ontstaat een looproute langs de watergang in oost-west richting die aansluit tot de brug over de Voorste Stroom van de Burgemeester Verwielstraat.
Afbeelding 6:
impressie woningen langs Burgemeester Verwielstraat vanaf rotonde Burgemeester Verwielstraat Burgemeester Canterslaan -Groenstraat (bron: LSWA architecten)
Afbeelding 7:
impressie woningen langs Burgemeester Verwielstraat vanaf brug over de Voorste Stroom (bron: LSWA architecten)
Pagina 13 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Planbeschrijving
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Pagina 14 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
4
Realiserings- en uitvoeringsaspecten In dit hoofdstuk zijn de voor het wijzigingsplan relevante realiserings- en uitvoeringsaspecten in beeld gebracht, die betrekking hebben op het bouwplan.
4.1
Akoestiek Bij de nieuwbouw van woningen dient te worden voldaan aan het bepaalde in de Wet geluidhinder. Volgens deze wet mag de geluidbelasting op de gevels van de woningen ten gevolge van wegverkeerslawaai niet meer bedragen dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Voor railverkeerslawaai bedraagt de voorkeursgrenswaarde 55 dB. In februari 2009 is een onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen van railverkeerslawaai op het nieuwbouwplan Mozaik. Omdat de nabijgelegen wegen een maximumsnelheid van 30 km/uur hebben, zijn ze van ondergeschikt belang en derhalve niet in het onderzoek betrokken. Gelet op de lage verkeersintensiteiten is de geluidbelasting ten gevolge van deze wegen dermate laag dat veronderstelt mag worden dat de invloed op het nieuwbouwplan gering is. Het plangebied Mozaik ligt binnen de zone van het spoortraject Tilburg-Boxtel. Uit de berekeningsresultaten van het railverkeer blijkt dat de geluidbelasting maximaal 49 dB bedraagt. De voorkeursgrenswaarde van 55 dB wordt niet overschreden. Railverkeerslawaai vormt daarmee geen belemmering voor de geplande nieuwbouw. Aangezien er door het railverkeerslawaai geen overschrijding is van de voorkeursgrenswaarde, is het vaststellen van een hogere grenswaarde niet vereist. Het binnenmilieu wordt beschermd door de eisen opgelegd vanuit het Bouwbesluit. De geluidwering van de gevel dient zodanig te zijn dat het resulterende geluidniveau in de woning niet meer bedraagt dan 33 dB. Bij deze berekening wordt de cumulatieve geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer gebruikt. Conclusie plangebied Voor het aspect geluid zijn er geen belemmeringen voor het wijzigingsplan. Bij de realisatie van de woningen zal moeten worden voldaan aan de eisen uit het Bouwbesluit voor wat betreft de binnenwaarde van het geluid.
4.2
Luchtkwaliteit Wettelijk kader Nederland heeft de Europese regels ten aanzien van luchtkwaliteit geïmplementeerd in de Wet milieubeheer. De in deze wet gehanteerde normen gelden overal, met uitzondering van een arbeidsplaats (hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing). Op 15 november 2007 is het onderdeel luchtkwaliteit van de Wet milieubeheer in werking getreden. Kern van de wet is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin staat wanneer en hoe overschrijdingen van de luchtkwaliteit moeten worden aangepakt. Het programma houdt rekening met nieuwe ontwikkelingen zoals bouwprojecten of de aanleg van infrastructuur. Projecten die passen in dit programma, hoeven niet meer te worden getoetst aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit. De ministerraad heeft op voorstel van de minister van VROM ingestemd met het NSL. Het NSL is op 1 augustus 2009 in werking getreden.
Pagina 15 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Ook projecten die 'niet in betekenende mate' (NIBM) van invloed zijn op de luchtkwaliteit hoeven niet meer te worden getoetst aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit. De criteria om te kunnen beoordelen of er voor een project sprake is van NIBM, zijn vastgelegd in de AMvB-NIBM. In de AMvB-NIBM is vastgelegd dat na vaststelling van het NSL of een regionaal programma een grens van 3% verslechtering van de luchtkwaliteit (een toename van maximaal 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) als ‘niet in betekenende mate’ wordt beschouwd. Binnen de voorgenomen plannen wordt de bouw van maximaal vijftien woningen mogelijk gemaakt. Op basis van de CROW-rekentool voor verkeersgeneratie mag worden uitgegaan van een ritproductie van 8 ritten per woning (gemiddelde weekdag). Dit betekent een ritproductie vanwege het bouwplan van ongeveer 120 ritten per etmaal. NIBM-Tool Voor kleinere ruimtelijke en verkeersplannen die effect kunnen hebben op de luchtkwaliteit heeft het toenmalige Ministerie van VROM in samenwerking met InfoMil een specifieke rekentool ontwikkeld. Daarmee kan op een eenvoudige en snelle manier worden bepaald of een plan niet in betekenende mate bijdraagt (NIBM) aan de concentratie van een stof in de buitenlucht. De NIBM-tool juni 2014 is een excel-applicatie op basis van Rekenmethode 1 (Rbl 2007) en hoeft niet geïnstalleerd te worden. Voor de NIBM-tool is een handleiding beschikbaar waarin het toepassingsbereik en de uitgangspunten zijn toegelicht. Onderzoek Uit de berekeningen met de NIBM-tool blijkt dat het plan de grens van 3% (een toename van 1,2 µg/m3 NO2 of PM10) niet overschrijdt. Het project kan op basis hiervan worden beschouwd als een NIBM-project. Nader onderzoek naar de luchtkwaliteit kan achterwege blijven. Het plan voldoet hiermee aan de gestelde eisen in de Wet milieubeheer.
Afbeelding 8:
Rekenresultaten NIBM-tool (bron: www.infomil.nl)
Conclusie De realisering van het plan op de locatie Mozaik leidt op basis van het beleid en de doorrekening van het plan in de NIBM-tool niet door onaanvaardbare nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit.
Pagina 16 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
4.3
Externe veiligheid Wettelijk kader Externe veiligheid beschrijft de risico's die ontstaan als gevolg van opslag of handelingen met gevaarlijke stoffen. Dit kan betrekking hebben op inrichtingen (bedrijven), transportroutes en buisleidingen. Op deze drie categorieën is verschillende wet- en regelgeving van toepassing. Het huidige beleid voor inrichtingen (bedrijven) is afkomstig uit het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi), het beleid voor transportmodaliteiten staat beschreven in de circulaire 'Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen' (cRvgs). Het beleid voor buisleidingen is opgenomen in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Binnen het beleidskader voor externe veiligheid staan twee kernbegrippen centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Hoewel beide begrippen onderlinge samenhang vertonen zijn er belangrijke verschillen. Hieronder worden beide begrippen verder uitgewerkt. Plaatsgebonden Risico (PR) Het plaatsgebonden risico geeft de kans, op een bepaalde plaats, om te overlijden ten gevolge van een ongeval bij een risicovolle activiteit. De kans heeft betrekking op een fictief persoon die de hele tijd op die plaats aanwezig is. Het PR kan op de kaart van het gebied worden weergeven met zogeheten risicocontouren: lijnen die punten verbinden met eenzelfde PR. Binnen de 10-6 contour (welke als wettelijk harde norm fungeert) mogen geen nieuwe kwetsbare objecten geprojecteerd worden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de 10-6 contour niet als grenswaarde, maar als een richtwaarde. Groepsrisico (GR) Het groepsrisico is een maat voor de kans dat bij een ongeval een groep slachtoffers valt met een bepaalde omvang. Het GR is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting. Het GR kan niet ‘op de kaart’ worden weergegeven, maar wordt weergegeven in een grafiek waar de kans (f) afgezet wordt tegen het aantal slachtoffers (N), de fNcurve. Het GR wordt bepaald binnen het invloedsgebied van een risicovolle activiteit. Dit invloedsgebied wordt doorgaans begrensd door de 1% letaliteitsgrens (tenzij anders bepaald), ofwel door de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden bij een calamiteit met gevaarlijke stoffen. Verantwoordingsplicht In het Bevi, de cRvgs en het Bevb is een verplichting tot verantwoording van het groepsrisico opgenomen. Deze verantwoordingsplicht houdt in dat wijzigingen met betrekking tot planologische keuzes moet worden onderbouwd én veelal ook verantwoord moeten worden door het bevoegd gezag. Hierbij geeft het bevoegd gezag aan of het groepsrisico in de betreffende situatie aanvaardbaar wordt geacht. In het Bevi, de cRvgs en het Bevb zijn bepalingen opgenomen waaraan deze verantwoording dient te voldoen. Onderzoek Er zijn in de directe omgeving van het plangebied geen inrichtingen aanwezig die vallen onder het Bevi of het Brzo en derhalve relevant zijn in het kader van externe veiligheid. Op ca. 820 meter van het plangebied ligt het Shell Tankstation Oisterwijk aan de Moergestelseweg 5. Dit tankstation is een LPG tankstation. Gelet op de doorzet van LPG bedraagt de afstand tot grens invloedsgebied voor het verantwoorden van het groepsrisico 150 meter. Vanwege de ruime afstand tot het plangebied is dit bedrijf niet relevant voor een beschouwing van de externe veiligheid.
Pagina 17 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Op ca. 425 meter afstand van het plangebied ligt de spoorlijn Tilburg-Boxtel. Over het spoor vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. In het onderzoek ‘risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen’ is onderzoek verricht naar de externe veiligheid van het spoor (Gemeente Oisterwijk risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen, RMD, mei 2011). In het onderzoek zijn berekeningen uitgevoerd uitgaande van het Basisnet. De plaatsgebonden risicocontour reikt niet tot buiten de spoorbaan. Naast de plaatsgebonden risicocontour dient in de toekomst ook rekening gehouden te worden met de effecten van een ongeval met brandbare vloeistoffen. Deze zone wordt een PAG (Plasbrand Aandacht Gebied) genoemd en bedraagt 30 meter vanaf de buitenste spoorstaaf. Bij bouwplannen binnen een PAG moet de gemeente beargumenteren waarom op deze locatie wordt gebouwd. Conclusie Voor bedrijven en de spoorlijn gelden ter hoogte van het plangebied geen relevante risico's. Gezien de afstand tot de spoorlijn (circa 425 meter) en de afstand tot het LPG tankstation (820 meter), de beperkte toename van het groepsrisico alsmede de zelfredzaamheid van de toekomstige bewoners wordt een nader onderzoek naar het aspect externe veiligheid niet noodzakelijk geacht.
4.4
Water Inleiding Nederland is groot geworden door het leven met en de strijd tegen het water. In de 20 e eeuw is, doordat er te weinig rekening is gehouden met het waterbelang, veel ruimte aan het water onttrokken en veel afvalwater direct geloosd op oppervlaktewater. Om de toekomst van Nederland veilig te stellen is het nodig om te anticiperen op klimaatsveranderingen en bij de ruimtelijke planvorming goed rekening te houden met water. De waterbeheerder (Waterschap de Dommel) heeft de taak, kennis en kunde om daar zorg voor te dragen. Daarom is het belangrijk om het waterschap vroegtijdig te betrekken bij de planvorming. Beleidskader Op Europees, nationaal en stroomgebiedsniveau wordt gewerkt aan de Kaderrichtlijn Water (KRW). De KRW streeft naar duurzame en robuuste watersystemen. Basisprincipes van het nationaal en Europees beleid zijn: meer ruimte voor water, voorkomen van afwenteling van de waterproblematiek in ruimte of tijd en stand-still (géén verdere achteruitgang in de huidige (2000) chemische en ecologische waterkwaliteit). Het streven naar een veilig, gezond en duurzaam waterbeheer staat in de belangstelling. Thema’s zoals ‘water in de stad’ en ‘water als ordenend principe’ zijn beleidsspeerpunten op alle overheidsniveaus. Het vroegtijdig betrekken van de waterbeheerder en het meewegen van het waterbelang is, door middel van de Watertoets, sinds 1 november 2003 verankerd in het ‘Besluit op de ruimtelijke ordening 1985’. Het belangrijkste instrument vanuit het Waterschap is de Keur 2015 van Waterschap de Dommel. In het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan ( V-GRP) 20152019 heeft de gemeente Oisterwijk haar visie op het stedelijk waterbeheer vastgelegd. Het bovenstaande resulteert in een voorkeursvolgorde voor het verwerken van hemelwater waarbij optie 1 het meest wenselijk en optie 5 het minst wenselijk is: 1. Hergebruik 2. Vasthouden 3. Bergen en afvoeren 4. Afvoeren naar oppervlaktewater (direct of indirect)
Pagina 18 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
5.
Afvoeren naar de riolering
Aan de hand van deze waterparagraaf wordt duidelijk gemaakt hoe binnen het plan Mozaïk, met water wordt omgegaan. Verder is opgenomen op welke wijze de inrichtingsmaatregelen bijdragen aan ‘Veiligheid, Voldoende en Schoon Water’. In het laatste deel is een omschrijving en tekening opgenomen van de aan te leggen voorzieningen. Gebiedsomschrijving in relatie tot water Het plangebied bevindt zich ten zuiden van de Voorste Stroom. Dit is het enige oppervlaktewater in de omgeving. Huidige en toekomstige situatie van de planlocatie De locatie is voorheen in gebruik geweest als onderwijsfunctie. Door de realisatie van een Brede School-concept is deze functie komen te vervallen. Dit biedt mogelijkheden om de vrijkomende gronden te herontwikkelen. De gemeente is voornemens om op de vrijkomende locatie 15 grondgebonden woningen te realiseren. Verdeling verhard oppervlak Oppervlaktes Daken Groene daken Terrein verharding Openverharding Onverhard terrein Totaal
Huidig m2 1.450 0 1.800 0 1.775 5.025
Toekomstig m2 1.465 0 2.080 0 1.480 5.025
Tabel 2: verhardingssituatie bestaand en nieuw
Bodem Boringen Dino-loket In het Dino-loket van TNO zijn een aantal grondboringen gevonden in de omgeving (circa 100 meter) van het plangebied. Hieruit blijkt de bodem hoofdzakelijk bestaat uit matig fijn zand en op 10 m-mv worden leemlagen aangetroffen van circa 0,5 m dik. De locatie bevindt zich op circa 9,4 m+ N.A.P. Op basis van gebiedskennis is de verwachting dat de bodem goed doorlatend is en dat binnen het plangebied infiltratie goed mogelijk is. Om dit zeker te stellen, wordt een infiltratieonderzoek uitgevoerd om de K-waarde te bepalen. Aan de hand van dit onderzoek kan worden geconcludeerd of de achtertuinen geschikt zijn voor infiltratie. Het aantal kubieke meter dat op eigen terrein geïnfiltreerd kan worden, kan in mindering worden gebracht van de compensatieopgave (zie onder ‘hemelwater’). Het restant zal in een (collectieve) bergingsvoorziening moeten worden opgevangen. Grondwater Peilbuizen Op basis van het meetnet van peilbuizen van de Gemeente Oisterwijk is inzicht in de grondwaterstanden binnen de locatie. Ten zuiden van de locatie Mozaik, langs de Burgemeester Verwielstraat staat een peilbuis. De GHG (Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand) is 8,35 boven N.A.P. Dit is circa 1 onder maaiveld.
Pagina 19 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Oppervlaktewater Door de kern Oisterwijk stroomt de Voorste Stroom, een beek waarlangs een Ecologische Verbindingszone (EVZ) is gelegen. Het plangebied grenst aan de Voorste Stroom. Bij de herontwikkeling dient een buffer van 10 meter vanaf de oever gereserveerd te worden voor de EVZ. Afvalwater Het vuilwater wordt in de huidige situatie afgevoerd op het gemeentelijke gemengde stelsel. In de nieuwe situatie zal ook sprake zijn van een volledige scheiding van het afvalwater en hemelwater. Het afvalwater wordt aangesloten op het gemengde stelsel. Hemelwater De initiatiefnemer voor een werk of project wordt geacht de voorkeursvolgorde te doorlopen; als hergebruik en infiltratie van het hemelwater niet mogelijk zijn dan is afvoer naar oppervlaktewater mogelijk. In dat geval kan een compenserende berging noodzakelijk zijn, waarbij gedacht kan worden aan een vijver, een infiltratievoorziening of buffersloot op eigen terrein. Deze voorzieningen mogen gerealiseerd worden met een geknepen afvoer naar een bermsloot of watergang (Voorste Stroom). Afvoer naar de riolering is uitsluitend toegestaan binnen stedelijk gebied en als er geen andere mogelijkheden zijn. In het kader van de herontwikkeling van het plangebied dient het duurzaamheidsprincipe gevolgd te worden op basis van de kwaliteitstrits schoonhouden, scheiden en zuiveren. In dit kader worden geen uitloogbare materialen gebruikt. Voor het plangebied geldt een bergingsopgave van 213 m 3 (zie tabel 3).
Tabel 3: HNO-berekening bergingsopgave (bron: rekentool gemeente Oisterwijk)
Pagina 20 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Gezien de beperkte omvang van de tuinen is het niet wenselijk de wateropgave op eigen terrein op te vangen. Het heeft de voorkeur deze opgave te bergen in een openbare voorziening. Het hemelwater dient op de perceelgrens oppervlakkig te worden aangeboden, waarna het naar de openbare voorziening kan worden afgevoerd. Door de methode van oppervlakkige afvoer toe te passen, is de aanleg van een geringe leiding met kolkaansluiting bij de Burgemeester Canterslaan een optie. Indien de afvoer niet oppervlakkig plaatsvindt, dient de hele weg open te worden gebroken voor een riolering. Vanwege de locatiekenmerken zijn het aanleggen van oppervlaktewater (vijver of sloot) of een infiltratieriool niet haalbaar. Derhalve wordt gekozen voor een infiltratiekelder. Deze kan aan de westzijde van het plangebied worden gerealiseerd. De kelder dient te worden voorzien van een leegloopvoorziening welke gekoppeld en ontworpen kan worden op de infiltratievoorzieningen van de Lindeparklaan. Daar bevindt zich al een overstort met leegloopvoorziening. Indien de realisatie van een bergingsvoorziening binnen het plangebied niet mogelijk blijkt te zijn, kan de benodigde berging elders binnen de gemeente Oisterwijk worden gecompenseerd. De kosten daarvoor bedragen € 350,00 per m3 (prijspeil 2015 met een jaarlijkse indexering). Ten behoeve van de ontwikkeling zal nog een infiltratieonderzoek worden uitgevoerd om de exacte K-waarde van de bodem te bepalen. Aan de hand daarvan kunnen de exacte infiltratiemogelijkheden op eigen terrein worden bepaald. Vergunningen Eventueel benodigde vergunningen worden niet met deze waterparagraaf geregeld en zullen via daarvoor bedoelde procedures verkregen moeten worden.
4.5
Bodem Wettelijk kader Het nationale bodembeleid is geregeld in de Wet Bodembescherming (Wbb). Het doel van de Wbb is om te voorkomen dat nieuwe gevallen van bodemverontreinigingen ontstaan. Voor bestaande bodemverontreinigingen is aangegeven in welke situaties (omvang en ernst van verontreiniging) en op welke termijn sanering moet plaatsvinden. Hierbij dient de bodemkwaliteit tenminste geschikt te worden gemaakt voor de functie die erop voorzien is en waarbij verspreiding van verontreiniging zoveel mogelijk wordt voorkomen. Met behulp van een bodemonderzoek dient de kwaliteit van de bodem te worden vastgesteld met het oog op de voorgenomen ontwikkeling. Onderzoek Aan de hand van een historisch bodemonderzoek (NEN 5725) is een uitspraak gedaan over de aan- of afwezigheid, de aard en de ruimtelijke verdeling van eventuele bodemverontreinigingen. Uit een eerder uitgevoerd waterbodemonderzoek ter plaatse van de Voorste Stroom is gebleken dat de onderzoekslocatie op basis van een niet nader gespecificeerde verontreiniginsbron als potentieel verdachte locatie is aangemerkt. Overige activiteiten die op en in de directe omgeving van de school hebben plaatsgevonden hebben de bodemgesteldheid naar alle waarschijnlijkheid niet beïnvloed.
Pagina 21 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
Conclusie Op basis van de resultaten van het vooronderzoek is het westelijk deel van de onderzoekslocatie verdacht op het voorkomen van bodemverontreiniging. Het overige deel van de locatie is onverdacht op het voorkomen van bodemverontreiniging. Het aspect bodem levert geen belemmering op voor de wijzigingsprocedure. In het kader van de bouwvergunningprocedure dienen de resultaten van het historisch onderzoek te worden getoetst door middel van een verkennend bodemonderzoek (NEN 5740). Geadviseerd wordt om dit te doen na sloop van de bestaande opstallen.
4.6
Archeologische waarden Wettelijk kader Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis van Nederland. Het verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van deze archeologische waarden. Nederland heeft dit verdrag in 1992 ondertekend en in 1998 geratificeerd. Het Verdrag van Malta (ook wel Verdrag van Valletta genoemd) is geïmplementeerd in de Monumentenwet. De wet op de archeologische monumentenzorg is in april 2006 door de Tweede Kamer aangenomen en in december van dat jaar door de Eerste Kamer bekrachtigd. Op 1 september 2007 is de wet als onderdeel van de monumentenwet in werking getreden. Het belangrijkste doel is de bescherming van het archeologische in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Vooronderzoek moet duidelijk maken welke archeologische waarden verwacht kunnen worden. Wie de bodem in wil, bijvoorbeeld om te bouwen, kan verplicht worden om een archeologisch vooronderzoek te (laten) uitvoeren. De onderzoeksresultaten bepalen het verdere vervolg; een aanpassing van de bouwplannen of het opgraven van archeologische vondsten. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe dat de "verstoorder" betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort. Onderzoek De gemeenteraad van Oisterwijk heeft op 5 november 2009 ingestemd met een nieuw gemeentelijk archeologiebeleid. Daarmee is de eerste stap gezet in het voldoen aan de wettelijke taak om zelf archeologiebeleid op te stellen. Het Beleidsplan archeologie bevat een verwachtingskaart, een beleidskaart met bijbehorende matrixnormen. Besloten is dat deze kaarten met bijbehorende regels worden opgenomen in de nieuwe bestemmingsplannen. Voor het plangebied is in het vastgestelde bestemmingsplan Woongebieden de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie - 1’ opgenomen. Op grond van artikel 19.2 van het bestemmingsplan mag worden gebouwd onder de voorwaarde dat voor het bouwen overeenkomstig de regels voor de andere op deze gronden voorkomende bestemmingen dient de aanvrager van een omgevingsvergunning voor het bouwen, een rapport te overleggen waarin de archeologische waarden van de gronden die blijkens de aanvraag zullen worden verstoord, naar oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate zijn vastgesteld. De uitzondering (artikel 19.2.4) geldt voor een bouwplan dat betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: a. vervanging, vernieuwing, vergroting of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil, wordt uitgebreid binnen een afstand van maximaal 3 meter van de bestaande fundering; b. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 50 m²;
Pagina 22 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
c.
een bouwwerk waarvoor de graafwerkzaamheden om het bouwwerk te plaatsen niet dieper reiken dan 0,30 meter onder peil.
Afbeelding 9:
Uitsnede archeologische beleidskaart (bron: gemeente Oisterwijk)
Conclusie Voor het plan zal een gecombineerd bureau- en verkennend booronderzoek worden uitgevoerd. Met het bureauonderzoek wordt ingezoomd op de historie van locatie en de aanwezige bebouwing en met het booronderzoek wordt in beeld gebracht of de bodem op de locatie nog intact is. Het onderzoek is als bijlage 1 bij de toelichting van het wijzigingsplan gevoegd. Op basis van het archeologisch onderzoek worden binnen het plangebied geen bewoningsresten verwacht. Het plangebied is te nat geweest voor bewoning. Mogelijk is één boring gestuit op resten van een weg die tot de jaren ’50 van de vorige eeuw heeft gefunctioneerd. Wel is het mogelijk om binnen het plangebied, met name ter hoogte van de voormalige beekloop in het oosten, losse vondsten of depositievondsten aan te treffen. Deze sporen kunnen echter niet met een karterend booronderzoek of proefsleuvenonderzoek worden opgespoord. Op basis van deze constateringen wordt geen vervolgonderzoek voor archeologie geadviseerd. Verder archeologisch onderzoek wordt niet noodzakelijk geacht. Het is aan de gemeente Oisterwijk om dit advies over te nemen of anders te beslissen middels een selectiebesluit. Voor vrijgegeven (delen van) plangebieden bestaat wel altijd de mogelijkheid dat er tijdens graafwerkzaamheden toch losse sporen en vondsten worden aangetroffen. Het betreft dan vaak kleine sporen of resten die niet door middel van een booronderzoek kunnen worden opgespoord. Op grond van artikel 53 van de Monumentenwet 1988 dient zo spoedig mogelijk melding te worden gemaakt van de vondst bij de Minister (de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed: telefoon 033-4217456). Een vondstmelding bij de gemeentelijk of provinciaal archeoloog kan ook.
Pagina 23 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
4.7
Flora- en fauna Wettelijk kader Voorafgaand aan ruimtelijke ontwikkelingen in het landelijk en stedelijk gebied moet door middel van een natuurtoets worden vastgesteld of beschermde natuurwaarden in het geding kunnen zijn. Vanuit de Flora- en faunawet is bij ruimtelijke ingrepen de initiatiefnemer verplicht op de hoogte te zijn van mogelijk voorkomende beschermde planten en/of diersoorten binnen het wijzigingsgebied. Het doel van de Flora- en faunawet is het instand houden van de inheemse flora en fauna. Door, voorafgaand aan ruimtelijke ingrepen, stil te staan bij aanwezige natuurwaarden, kan onnodige schade aan beschermde soorten worden voorkomen of beperkt. Indien schade niet te voorkomen is, is een ontheffing ex art. 75 Flora- en faunawet noodzakelijk. Sinds 23 februari 2005 is het Vrijstellingsbesluit van kracht. Met dit besluit is geregeld dat voor algemeen voorkomende soorten een vrijstelling geldt bij ruimtelijke ingrepen en definitief geen ontheffing meer aangevraagd hoeft te worden. Wel blijft de algemene zorgplicht van kracht. Onderzoek Voor het wijzigingsgebied Mozaik is in februari 2009 een natuurtoets uitgevoerd om de gevolgen van de herontwikkeling vanuit het aspect ecologie inzichtelijk te maken. De voornaamste conclusies van het onderzoek zijn in deze paragraaf opgenomen. Conclusie Het resultaat van de uitgevoerde natuurtoets is dat in het wijzigingsgebied enkele beschermde soorten voor kunnen komen. Het gaat hier om soorten die algemeen voorkomen in Nederland en strikt beschermde soorten. De uitvoering van de werkzaamheden kan leiden tot overtredingen van verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet. Ten gevolge van de voorgenomen werkzaamheden zijn er negatieve effecten op een aantal algemene, beschermde soorten te verwachten. Door een zorgvuldige werkwijze in combinatie met de beste perioden van uitvoering, kan schade worden voorkomen en blijven negatieve effecten beperkt. Voor de effecten op de algemene voorkomende maar beschermde soorten hoeft geen ontheffing te worden aangevraagd. Voor de algemene soorten geldt een vrijstelling in het kader van de Flora- en faunawet. De zolder van het schoolgebouw op de locatie Mozaik vormt naar alle waarschijnlijkheid een verblijfplaats voor vleermuizen. Vleermuizen zijn strikt beschermd onder de Flora- en faunawet (tabel 3). Het vernietigen van een vaste verblijfplaats is een ontheffingsplichtige activiteit. Aanvullend onderzoek zal moeten aantonen of de gebouwen daadwerkelijk een vaste verblijfplaats vormen en voor welke soorten en of vleermuizen door de voorgenomen werkzaamheden negatieve effecten zullen ondervinden. Dit aanvullend onderzoek dient plaats te vinden in het kader van de sloop van de gebouwen. Voor het doorlopen van de wijzigingsprocedure zijn er geen belemmeringen vanuit het aspect ecologie. Aanvullend onderzoek naar vleermuizen Voor het verstoren en vernietigen van een vaste verblijfplaats van vleermuizen geldt dat bij ruimtelijke ontwikkelingen een ontheffing ex art. 75 van de Flora- en faunawet noodzakelijk is. Voor het verkrijgen van deze ontheffing is het noodzakelijk om aan te tonen dat het schoolgebouw daadwerkelijk wordt gebruikt als vaste verblijfplaats en wat de functie is voor vleermuizen (kolonie, kraam- of paarplaats of verblijfplaats solitaire mannetjes). Dit dient plaats
Pagina 24 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
te vinden door middel van een aanvullend onderzoek. In 2016 wordt aanvullend onderzoek naar vleermuizen uitgevoerd. Vooruitlopend op de resultaten van het vleermuizenonderzoek worden, als mitigerende maatregel, vleermuiskasten in het plangebied en omgeving opgehangen. Een aanvullend onderzoek naar vleermuizen (in het kader van de sloop van de schoolgebouwen) kan alleen uitgevoerd worden in de periode tussen mei en augustus; de kraam- en paartijd voor vleermuizen. Indien vleermuizen in het wijzigingsgebied worden aangetroffen, dient een ontheffing te worden aangevraagd. Deze zal, mits wordt voldaan aan eventuele voorschriften van het ministerie van LNV, naar verwachting kunnen worden verleend. Zorgplicht Voor alle beschermde soorten, dus ook voor de soorten die zijn vrijgesteld van de ontheffingsplicht, geldt wel een zogenaamde ‘algemene zorgplicht’ (art. 2 Flora- en faunawet). Deze zorgplicht houdt in dat de initiatiefnemer passende maatregelen neemt om schade aan beschermde soorten te voorkomen of zoveel mogelijk te beperken.
4.8
Bedrijven en milieuzonering Algemeen De aanwezigheid van bedrijven kan de kwaliteit van de leefomgeving beïnvloeden. Bedrijven kunnen geur, stof, geluid en gevaar ten gevolg hebben. Voorkomen moet worden dat bedrijven hinder veroorzaken naar de omgeving, vooral indien het woongebieden of andere gevoelige bestemmingen betreft. Daarnaast moeten bedrijven zich kunnen ontwikkelen en eventueel uitbreiden. Om dit te bereiken is het van belang dat bedrijven en gevoelige bestemmingen ruimtelijk goed gesitueerd worden zodat de bedrijven zo min mogelijk overlast opleveren en woongebieden de bedrijven zo min mogelijk beperken in hun bedrijfsuitvoering. Regelgeving Ten behoeve van milieuzonering is door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) een bedrijvenlijst opgesteld, waarin bedrijven op hun milieueffecten zijn gecategoriseerd. Afhankelijk van de mate waarin de in deze lijst opgenomen bedrijven milieuhinder kunnen veroorzaken (uitgaande van de gemiddelde bedrijfssituatie), kent de lijst aan de bedrijven een categorie toe. Naarmate de milieuhinder toeneemt, loopt de categorie op van 1 tot en met 6, met bijbehorende minimale afstanden tot woongebieden. In de uitgave "Bedrijven en milieuzonering" is per bedrijfstype een globale indicatie gegeven van het invloedsgebied voor de aspecten geur, stof, geluid en gevaar. Op basis van het aspect met de grootste afstand zijn de bedrijven in de volgende categorieën ingedeeld: Milieucategorie 1 2 3.1 3.2 4.1 4.2 5.1 5.2 5.3 6
Gebiedstype Rustige woonwijk Gemengd gebied 10 30 50 100 200 300 500 700 1.000 1.500
0 10 30 50 100 200 300 500 700 1.000
Tabel 4: richtafstanden per gebiedstype (bron: VNG publicatie ‘Bedrijven en milieuzonering’)
Pagina 25 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
De afstanden gelden in principe tussen de perceelsgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning (gevoelig object). De afstanden in bovengenoemde uitgaven moeten als indicatief gezien worden. Doordat de omvang van bedrijven kan verschillen en omdat bedrijven maatregelen kunnen nemen om de invloed te beperken kan de invloedssfeer in werkelijkheid afwijken van bovengenoemde afstanden. De uiteindelijke afstemming tussen de hinder van het bedrijf en de omgeving wordt geregeld in het kader van de Wet milieubeheer. Gebiedstypering Voor een rustige woonomgeving gelden andere afstanden (strengere eisen) dan voor andere gebieden, zoals drukke woonwijken, gemengde en landelijke gebieden. Het plangebied kan door de aanwezigheid van voornamelijk woningen als omgevingstype ‘rustige woonwijk’ worden beschouwd. Onderzoek In het plangebied zelf zijn geen bedrijven en functies aanwezig die een externe werking hebben op de functie van gronden binnen het plangebied en/of de directe omgeving. Ook worden er met dit bestemmingsplan geen bedrijven mogelijk gemaakt met een dergelijke zone. In de directe omgeving van het plangebied is één bedrijf aanwezig die op grond van het vigerende bestemmingsplan ‘Woongebieden’ is bestemd als ‘Bedrijf’ in maximaal categorie B1 uit de lijst van functiemening. Adres
Bedrijfsomschrijving (en SBI-code)
Milieucategorie
Burgemeester Canterslaan 87
Slagerij Van Oirschot, SBIcode 4722, 4723
1
Richtafstand 10
Tabel 5: overzicht functies in de omgeving van het plangebied
De afstanden gelden in principe tussen de perceelsgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning (gevoelig object). Dit principe is toegepast bij het bepalen van de afstanden vanaf bovenstaande functies tot aan de gevel(s) van de op te richten woningen. Dit leidt tot de volgende afstanden: Adres Burgemeester Canterslaan 87
Richtafstand
Gemeten afstand vanaf rand perceel. In (..) afstand tot bouwvlak
10
13 (16)
Tabel 6: vergelijking richtafstand met werkelijke afstand
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de afstand tussen de geprojecteerde woningen en de omliggende functies zodanig groot is dat de richtafstanden uit de VNG-publicatie niet worden overschreden. Er kan nog worden opgemerkt dat rondom de bestaande functies, zoals hierboven beschreven, zich al woningen bevinden op kortere afstand dan de te realiseren vijftien woningen. Conclusie Het aspect milieuhinder vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het onderhavige plan.
Pagina 26 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
4.9
Conclusie Gelet op de wijzigingsregels in artikel 31.2 en artikel 17.6.1 zijn de onderstaande conclusie te formuleren. Voorwaarden
Conclusie
Stedenbouw - een andere stedenbouwkundige invulling is toelaatbaar voor zover dit beter aansluit bij de marktsituatie - in het wijzigingsplan mag de bestemming Verkeer worden geprojecteerd ter plaatse van de bestaande wegen of ten behoeve van verlegging van het tracé in noord-zuidelijke richting; - woningen mogen aan de randen van het gebied worden geprojecteerd; de afstand van de bouwgrens tot de voorste perceelsgrenzen is vergelijkbaar met de afstanden zoals gehanteerd bij de percelen in de directe omgeving; - het woningtype mag aaneengebouwd, twee-aaneen, patiowoning of vrijstaand zijn; - de hoogte in het wijzigingsplan mag aansluiten op de hoogte zoals reeds opgenomen voor de percelen; -
bij het projecteren van woningen wordt rekening gehouden met de entreefunctie van de Burgemeester Verwielstraat voor het centrumgebied alsmede met de ligging ten opzichte van de Voorste Stroom; Aantal woningen - het aantal te projecteren woningen bedraagt ten hoogste 15 (artikel 21.2 onder f); - Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen of woningtype wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden (…)
Ruimtelijke aspecten - een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie hiervoor) - voldoende ontsluitingsmogelijkheden -
-
voor het plan is een nieuwe stedenbouwkundige invulling opgesteld die positief is beoordeeld.
-
voor het wijzigingsplan is uitgegaan van de bestaande wegen waarbij noordelijk een ontsluitingsweg is toegevoegd die aansluit op de Lindeparklaan. het stedenbouwkundig plan sluit aan op de bestaande rooilijn van de woningen langs de Burgemeester Canterslaan
-
-
-
door toepassing van beide wijzigingsbevoegdheden kunnen 15 woningen worden gerealiseerd. De onderbouwing van het totale plan is opgenomen in deze toelichting.
-
zie de beoordeling hiervoor
-
het plan wordt ontsloten op de Burgemeester Canterslaan en de Lindeparklaan er wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen
-
voldoende parkeermogelijkheden
Planologische aspecten - past in het volkshuisvestingsbeleid
-
-
het beleid inzake water
-
-
geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden
-
geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden Milieuaspecten - bodemkwaliteit is geschikt voor de functie
-
-
-
-
vereisten van de Wet geluidhinder
Pagina 27 van 31
het stedenbouwkundig plan voldoet aan deze woningtypologie. het stedenbouwkundig plan voldoet aan deze maatvoering voor wat betreft de goot en nokhoogte. voor de woningen langs de Burgemeester Verwielstraat geldt dat er sprake is van een geveloriëntatie op deze weg. Daarnaast worden de 7 noordelijke woningen voornamelijk geörienteerd op de Voorste Stroom.
-
de opgave van 15 woningen past binnen de regionale woningbouwafspraken en lokale behoefte het plan zorgt voor een afname aan verhard oppervlak en past binnen het waterbeleid toetsing aan natuur is niet noodzakelijk. Aandachtspunt zijn vleermuizen bij sloop doordat gebouwd wordt ter plaatse van huidige bebouwing en fundering is er geen aantasting uit historisch onderzoek blijkt dat na sloop van de bebouwing het westelijk deel onderzocht moet worden. Op voorhand zijn er geen belemmeringen er wordt voldaan aan de vereisten uit de Wet geluidhinder
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Realiserings- en uitvoeringsaspecten
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
-
geen onevenredige nadelige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig grote milieuhinder van bedrijven op de locatie vereisten inzake externe veiligheid
-
er ontstaan geen nadelige gevolgen voor omliggende bedrijven
-
er wordt voldaan aan de eisen ten aanzien van externe veiligheid
Tabel 6: toetsingstabel wijzigingsregels
Uit bovenstaande toetsingstabel blijkt dat de ontwikkeling op de locatie Mozaik voldoet aan de gestelde wijzigingsregels.
Pagina 28 van 31
Wijzigingsplan locatie Mozaik
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
projectnummer 0401081.00 2 maart 2016, revisie 02
5
Maatschappelijke uitvoerbaarheid In 2009 heeft de gemeente Oisterwijk voor deze locatie een plan opgesteld met 12 woningen. Hier is een wijzigingsprocedure uit het bestemmingsplan voor doorlopen, zodat het plan gerealiseerd kon worden. In het kader van deze planvorming rondom het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitplan voor het wijzigingsgebied heeft in 2009 afstemming met omwonenden plaatsgevonden. Het wijzigingsplan uit 2009 is opgenomen in het bestemmingsplan Woongebieden. De Senioren Vereniging Oisterwijk (SVO) heeft samen met enkele buurtbewoners van de Mozaik een plan opgesteld voor de locatie Mozaïk. In het plan worden 8 seniorenwoningen en 8 levensloopbestendige woningen geschetst. Dit plan is later uitgewerkt door het CPO Mozaïk naar een plan met 15 woningen, waarvan 8 seniorenwoningen. Hierdoor wijzigt het programma naar 15 woningen en wijzigt tevens de bestemming van de gronden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan Woongebieden. Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid volgt het college van burgemeester en wethouders de procedure zoals omschreven in afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat het ontwerp van het wijzigingsplan voor een periode van 6 weken, van 6 november 2015 tot en met 17 december 2015, ter inzage heeft gelegen. Daarbij is er op 18 november een inloopavond gehouden om de buurtbewoners van het plan op de hoogte te brengen. Tegen het wijzigingsplan zijn in de periode dat het ter inzage heeft gelegen twee zienswijzen ingediend. De bijgevoegde nota van zienswijzen bevat een reactie op de ingediende zienswijzen en licht toe op welke manier deze zienswijzen hebben geleid tot eventuele aanpassing van dit wijzigingsplan.
Pagina 29 van 31
Planregels
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Inhoudsopgave Regels
blad 3 van 29
5
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
7 7 11
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5
Bestemmingsregels Groen Verkeer Wonen
13 13 15 16
Hoofdstuk 3 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Overige regels
21 21 22 23 24 25
Hoofdstuk 4 Artikel 11 Artikel 12
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
27 27 28
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
blad 4 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels Begrippen plan het wijzigingsplan Mozaik met identificatienummer NL.IMRO.0824.WPMozaik-VA01 van de gemeente Oisterwijk.
1.2
bestemmingsplan de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
1.3
aanbouw en uitbouw een aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw.
1.4
aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.5
aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
1.6
aaneengebouwde woningen woningen waarbij meer dan twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden.
1.7
aan-huis-gebonden beroep een aan-huis-gebonden beroep is een vrij beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, kunstzinnig of ontwerp-technisch gebied, dat in een woning, aanbouw en uitbouw, maar geen bijgebouw, door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de activiteiten, zoals genoemd in de Staat van Activiteiten.
1.8
achterste perceelsgrens de van de weg afgekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel van de weg afgekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een achterste perceelsgrens aan.
1.9
bebouwing één of meer gebouwen en / of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.10
bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak.
1.11
bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
blad 7 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
1.12
bevoegd gezag bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
1.13
bijgebouw een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw.
1.14
bijzondere woonvorm een woonvorm die niet op één lijn te stellen is met een huishouden, omdat er geen sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling van de groep en omdat de bewoners zijn aangewezen op noodzakelijke en aanwezige permanente begeleiding en/of therapie ter plaatse of in de directe omgeving.
1.15
bouwen het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
1.16
bouwgrens de grens van een bouwvlak.
1.17
bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge deze regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
1.18
bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
1.19
bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.20
dakkapel een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst en de afstand tot de nok, goot en zijgevels ten minste 0,5 meter bedraagt.
1.21
detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
1.22
dienstverlening het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen.
blad 8 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
1.23
evenementen gebeurtenissen, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur.
1.24
gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.25
hoofdgebouw een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
1.26
huishouden de bewoning door een persoon of meerdere personen in de vorm van een vast samenlevingsverband, niet zijnde kamerverhuur, logies voor arbeidsmigranten of een bijzondere woonvorm, van een woning.
1.27
kamerverhuur het bedrijfsmatig (nacht)verblijf aanbieden, waarbij het kenmerk is dat de kamerhuurder ter plaatse het hoofdverblijf heeft.
1.28
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten activiteiten die in een woning door een bewoner op bedrijfsmatige wijze worden uitgeoefend, voor zover sprake is van een inrichting type A, zoals bedoeld in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.29
logies voor arbeidsmigranten het bedrijfsmatig verblijf en/of nachtverblijf (altijd voor meerdere nachten) aanbieden, waarbij de betreffende persoon het hoofdverblijf elders heeft, waarbij geen sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en onderlinge verbondenheid, ongeacht of arbeidsmigranten hetzelfde werk verrichten, dezelfde nationaliteit delen en gezamenlijk de huishouding doen.
1.30
nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
1.31
overkapping een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een dak.
1.32
patiowoning een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.
1.33
peil a.
blad 9 van 29
voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de kruin van die weg; Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
b.
1.34
in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld, op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
perceel een aaneengesloten stuk grond dat een eenheid vormt in gebruik.
1.35
Staat van Activiteiten de Staat van Activiteiten die deel uitmaakt van deze regels.
1.36
twee-aaneen gebouwde woning woning waarbij twee hoofdgebouwen direct met elkaar zijn verbonden.
1.37
voorgevel de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of uitstraling als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
1.38
voorgevelrooilijn de naar de weg gekeerde bouwgrens; indien meerdere bouwgrenzen naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste bouwgrens aan.
1.39
voorste perceelsgrens de naar de weg gekeerde grens van een perceel; indien meerdere zijden van het perceel naar de weg gekeerd zijn, wijst het bevoegd gezag een voorste perceelsgrens aan.
1.40
vrijstaande woning een woning waarbij het hoofdgebouw niet direct is verbonden met een naastgelegen hoofdgebouw en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
1.41
waterhuishoudkundige voorzieningen voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit, zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.
1.42
woning een gebouw of een gedeelte van een gebouw, dat dient voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.43
zijdelingse perceelsgrens de grens tussen twee percelen, die voor- en achterzijde van een perceel verbindt.
blad 10 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 2
Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
afstand de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2
bouwhoogte van een antenne-installatie a. b.
2.3
ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie; ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie.
bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.4
breedte, lengte en diepte van een gebouw tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren.
2.5
dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.6
goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot / de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; indien een bouwwerk met betrekking tot deze constructiedelen over verschillende hoogten beschikt, wordt als volgt gemeten: a.
b.
2.7
indien zich aan de voorgevelzijde een goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de hoogte aan de voorgevelzijde; indien zich – in geval van een lessenaarsdak – aan de voorgevelzijde van het gebouw geen goot / druiplijn, boeibord of een ander, daarmee gelijk te stellen constructiedeel bevindt, wordt uitgegaan van de laagste hoogte.
inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.8
oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.9
vloeroppervlakte de gebruiksoppervlakte volgens NEN2580.
blad 11 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
blad 12 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels Groen Bestemmingsomschrijving De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
3.2
groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden; ter plaatse van de aanduiding 'natuur': behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden alsmede voor behoud en vergroting van waterberging; bij deze bestemming behorende nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mag worden gebouwd b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 2. lichtmasten en overige masten 3. vrijstaande antennes 4. speelvoorzieningen 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
blad 13 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
gebouwen en overkappingen
bouwwerk, geen gebouw zijnde
nee
ja 4,5 m 10 m 15 m 3m 1m
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
3.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Voor de volgende werken of werkzaamheden is een omgevingsvergunning vereist voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde: omgevingsvergunning vereist a. werken en werkzaamheden 1. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; 2. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren; 3. het aanleggen van dijken of andere taluds en het vergraven of ontgraven van reeds aanwezige dijken of taluds; 4. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; 5. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen; 6. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur; 7. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of andere opgaande beplanting alsmede het verwijderen van oevervegetaties; 8. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen; 9. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
ja ja ja ja
ja ja
ja nee nee
b. voorwaarden omgevingsvergunning 1. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3.3 onder a zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast; 2. Alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies in van de waterbeheerder.
3.4 3.4.1
Wijzigingsbevoegdheid Verkeer en water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Groen wijzigen in de bestemmingen Verkeer of Water, met dien verstande dat: a.
b. c.
d.
blad 14 van 29
is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en / of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur de wijziging voorziet in een versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte; de wijziging geen onevenredig negatieve gevolgen heeft voor de verwezenlijking, het behoud, het beheer en het herstel van de ecologische waarden ter plaatse van de aanduiding 'natuur '; alvorens over de wijziging te beslissen, het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies inwint van de waterbeheerder.
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 4 4.1
Verkeer Bestemmingsomschrijving De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b. c.
4.2
wegen met ten hoogste 2 x 1 doorgaande rijstrook; evenementen; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mag worden gebouwd b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 1. bewegwijzering en overig straatmeubilair 2. lichtmasten en overige masten 3. vrijstaande antennes 4. speelvoorzieningen 5. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
4.3
gebouwen en overkappingen
bouwwerk, geen gebouw zijnde
nee
ja 4,5 m 10 m 15 m 3m 9m
Wijzigingsbevoegdheid
4.3.1
Groen en water
4.3.1
Groen en water Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Verkeer wijzigen in de bestemmingen Groen of Water, met dien verstande dat: a.
b. c.
d.
blad 15 van 29
is aangetoond dat wijziging noodzakelijk is voor de realisering van het gemeentelijk beleid inzake groenstructuur, waterhuishouding en / of de aanpassing van de ondergrondse infrastructuur de wijziging voorziet in een versterking van de ruimtelijke kwaliteit van de openbare ruimte; de wijziging geen onevenredig negatieve gevolgen heeft voor de verwezenlijking, het behoud, het beheer en het herstel van de ecologische waarden ter plaatse van de aanduiding 'natuur '; alvorens over de wijziging te beslissen, het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies inwint van de waterbeheerder.
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 5 5.1
Wonen Bestemmingsomschrijving De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. b.
5.2
wonen in een woning; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangswegen en water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
Bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
a. op deze gronden mag worden gebouwd: 1. ter plaatse van het bouwvlak 2. buiten het bouwvlak b. het aantal bedraagt niet meer dan: 1. woningen per aanduiding
hoofdgebouw
aanbouw en bouwwerk, afwijk/ uitbouw, geen gebouw wijz bijgebouw en zijnde overkapping
ja nee
ja nee
art. 5.5.1
15 m 12,5 m 12,5 m
e. de afstand bedraagt niet meer dan: 1. van de voorgevel van een 4m vrijstaande woning tot voorgevelrooilijn 2. van de voorgevel van een 2m twee-aaneen gebouwde woning tot voorgevelrooilijn 3. van de voorgevel van een 2m aaneengebouwde woning tot voorgevelrooilijn
blad 16 van 29
nee nee
zie aanduiding 'maximum aantal wooneenheden'
c. als woningtype is toegestaan: 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaande woningen; 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-aaneen gebouwde woningen; 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': aaneengebouwde woningen. d. de diepte vanuit de voorgevel bedraagt niet meer dan: 1. vrijstaand 2. twee-aaneen 3. aaneengebouwd
ja ja
Ruimte - Antea Nederland B.V.
nee nee nee
nee
nee
nee
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
f. de afstand bedraagt niet minder dan: 1a. vrijstaand tot zijdelingse 3m perceelsgrens 1b. vrijstaand tot achterste 5m perceelsgrens 2a. twee-aaneen tot één zijdelingse 3 m perceelsgrens 2b. twee-aaneen tot achterste 5m perceelsgrens 3a. aaneengebouwd tot achterste 5m perceelsgrens 3b. achtergevel aaneengebouwd 2,5 m ten opzichte van achtergevel aangebouwd hoofdgebouw 4. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen of overkappingen tot voorgevel van het hoofdgebouw g. de hoogte bedraagt niet meer dan: 1. goothoogte
2. bouwhoogte
nee nee nee nee nee
1m
nee
zie aanduiding 'maxiumum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)' zie aanduiding 'maxiumum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)'
3. bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3a. bewegwijzering en overig straatmeubilair 3b. lichtmasten en overige masten 3c. muren en terreinafscheidingen achter de voorgevel van hoofdgebouwen 3d. muren en terreinafscheidingen voor de voorgevel van hoofdgebouwen 3e. overigen bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3f. pergola's 3g. speelvoorzieningen 3h. vrijstaande antennes
blad 17 van 29
nee
Ruimte - Antea Nederland B.V.
nee
nee
4,5 m
nee
10 m
nee
2m
nee
1m
nee
15 m
nee
3m 2,75 m 1m
nee nee nee
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
h. oppervlakte bedraagt niet meer dan: 1. perceel kleiner dan 800 m²
2. perceel tussen 801 en 1.600 m² 3. perceel tussen 1.601 en 4.000 m² 4. perceel groter dan 4.000 m² 5. voor zover de gronden onder 1 tot en met 4 zijn gelegen op een afstand van meer dan de onder lid d genoemde afstandsmaat uit de voorgevel van het hoofdgebouw. 6. Bij patiowoningen mag maximaal 60% van het perceel bebouwd worden.
5.3
50 % en ten hoogste 50 m² 60 m2 75 m2 100 m2
nee nee nee nee nee
Afwijken van de bouwregels Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a.
5.4 5.4.1
lid 5.2 onder a.2: 1. voor het bouwen van een aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping bij een woning op een hoekperceel tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens, mits de verkeerskundige en stedenbouwkundige situatie ter plaatse dat mogelijk maakt en met dien verstande dat: de afstand van de aanbouw, uitbouw, bijgebouw of overkapping tot de voorgevel van het hoofdgebouw ten minste 3 meter bedraagt; de bouwhoogte ten hoogste 3 meter bedraagt; De gezamenlijke oppervlakte voor aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ter plaatse van de gronden als bedoeld in lid 5.2 onder h5, en ter plaatse van het gedeelte van het perceel dat ligt tussen het bouwvlak en de zijdelingse perceelsgrens mag niet meer bedragen dan het bepaalde in lid 5.2 onder h1 tot en met h4; alvorens over het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, het bevoegd gezag hieromtrent schriftelijk advies inwint van de waterbeheerder.
Specifieke gebruiksregels Bewoning bijgebouw Zelfstandige bewoning van een bijgebouw is niet toegestaan.
5.4.2
Uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Uitoefening van aan-huis-gebonden beroep, dienstverlening en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. b. c. d. e.
blad 18 van 29
er is één activiteit per woning toegestaan; de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; de activiteit naar omvang ondergeschikt is aan het wonen, dus niet meer dan 40% van de vloeroppervlakte van het gebouw en totaal niet meer dan 80 m2 in beslag neemt; de activiteit wordt hoofdzakelijk verricht door de bewoner, mogelijk ondersteund door ten hoogste 1 medewerker; er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
f. g. h. i.
j. 5.4.3
verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige beroepsvestigingen; er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor werknemers en bezoekers; er vindt geen detailhandel plaats, anders dan ten behoeve van ter plaatse vervaardigde of gebruikte goederen; op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt; door de aard van de werkzaamheden of de persoonlijke omstandigheden van de bewoner(s) de activiteit niet of bezwaarlijk anders dan aan huis of op de betreffende locatie kan worden uitgeoefend; de activiteit is niet toegestaan in een bijgebouw.
Huisvesting voor mantelzorg Huisvesting voor mantelzorg is toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a. b. c. d.
5.4.4
mantelzorg is binnen de bestemming zonder meer toegestaan; huisvesting voor mantelzorg is toegestaan in de vorm van een extra huishouden op hetzelfde perceel; dit wordt niet aangemerkt als woning of als zelfstandige bewoning; de oppervlakte voor huisvesting van mantelzorg bedraagt ten hoogste 30 m2 en wordt meegerekend in de maximale oppervlakte als bedoeld in lid 5.2; mantelzorg is toegestaan indien sprake is van medische noodzaak, onderschreven door een zorgdeskundige en uitsluitend gedurende de periode dat mantelzorg noodzakelijk is.
Logies en ontbijt Verstrekking van logies en ontbijt is uitsluitend toegestaan in een woning, met inachtneming van de volgende regels: a. b. c.
d. e. f. g.
de activiteit is in zijn uiterlijke verschijningsvorm ondergeschikt aan de woning en de woonomgeving; per woning zijn ten hoogste twee eenheden/kamers voor ieder ten hoogste twee personen toegestaan; er is geen sprake van een ontoelaatbare publieks- of verkeersaantrekking, mede in verband met eventueel reeds in de directe nabijheid aanwezige andere functies/activiteiten; er is of kan voldoende worden voorzien in parkeergelegenheid voor bezoekers; op geen andere wijze wordt hinder of overlast veroorzaakt of ondervonden; een tweede huishouden of huisvesting van arbeidsmigranten zijn als vorm van logies en ontbijt niet toegestaan; de activiteiten zijn niet toegestaan in een bijgebouw.
5.5
Wijzigingsbevoegdheid
5.5.1
Woningaantal of woningtype Burgemeester en wethouders kunnen het aantal woningen of woningtype wijzigen, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a.
b.
blad 19 van 29
nieuwe woningen passen in het bestaande bebouwingspatroon en mogen de aanwezige samenhang niet verstoren; hieronder wordt in ieder geval verstaan: 1. de hoogte van de bebouwing sluit aan op de hoogte van de bestaande bebouwing op aangrenzende percelen; 2. het woningtype dient overeen te komen met woningen die in de directe omgeving aanwezig zijn; van het bepaalde onder a mag worden afgeweken indien: 1. deze afwijking het ruimtelijk beeld niet overmatig en negatief beïnvloedt; 2. sprake is van markering van een ruimtelijke situatie, zoals een hoeksituatie; 3. een afwisseling in de eenzijdige opbouw van de buurt, wat betreft het woningtype, wordt bereikt; Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
4.
voor zover een wijzigingsplan in stedenbouwkundig opzicht mogelijk is waarin de hoogte en het woningtype van nieuwe woningen aansluiten op de omgeving als bedoeld onder a, en er geen andere noodzaak voor afwijking hiervan is dan een financieel-economische omstandigheid, kan van dit sublid geen gebruik worden gemaakt.
c. de wijziging wordt voorts getoetst aan de volgende voorwaarden en moet hier aan voldoen: 1. ruimtelijke aspecten: 1a. een voldoende stedenbouwkundige inpassing (zie onder a. en b.) 1b. voldoende ontsluitingsmogelijkheden 1c. voldoende parkeermogelijkheden 2. planologische aspecten: 2a. past in het volkshuisvestingsbeleid 2b. het beleid inzake water 2c. geen onevenredige gevolgen voor natuurwaarden 2d. geen onevenredige gevolgen voor archeologische waarden 3. milieuaspecten: 3a. bodemkwaliteit is geschikt voor de functie 3b. vereisten van de Wet geluidhinder 3c. geen onevenredige gevolgen voor bedrijven in de omgeving en/of geen onevenredig gorte milieuhinder van bedrijven op de locatie 3d. vereisten inzake externe veiligheid
5.5.2
wijziging wijziging aantal woning woningen type ja
ja
ja ja
ja ja
ja ja nee ja
ja nee nee nee
ja ja ja
nee nee nee
ja
ja
Bijzondere woonvorm Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Wonen wijzigen ten behoeve van een bijzondere woonvorm, waarbij de wijziging wordt getoetst aan de volgende voorwaarden en hieraan wordt voldaan: a. b.
c. d.
blad 20 van 29
de bijzondere woonvorm past naar omvang in het beoogde gebouw, een en ander conform de Prestatie-eisen AWBZ-voorzieningen, en in de omgeving; de bijzondere woonvorm mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de buurt, waarbij tevens wordt aangetoond dat de bijzondere woonvorm geen onevenredige beperking tot gevolg heeft voor het woongenot van aangrenzende woonpercelen; voorzien wordt in een adequate ontsluiting en afwikkeling van autoverkeer en toereikende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers; in het wijzigingsplan wordt: 1. de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - bijzondere woonvorm' opgenomen; 2. de bepaling 'ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk bijzondere woonvorm' zijn gronden tevens bestemd voor een bijzondere woonvorm' opgenomen.
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Hoofdstuk 3 Artikel 6
Algemene regels Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
blad 21 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 7 7.1
Algemene bouwregels Afwijking bouwgrenzen De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingen, aanduidingsgrenzen en regels worden overschreden door: a.
b. c.
tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding ten hoogste 2,5 m bedraagt; tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de overschrijding ten hoogste 2 m bedraagt; andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt.
7.2
Ondergronds bouwen
7.2.1
Ondergrondse bouwwerken Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels: a. b. c.
d.
7.2.2
ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak boven het peil; de oppervlakte van ondergrondse bouwwerken wordt bij de in hoofdstuk 2 opgenomen oppervlaktematen meegeteld voor zover niet op dezelfde plaats boven peil een gebouw aanwezig is; de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 3 meter onder peil, met dien verstande dat een voorziening ten behoeve van de waterhuishouding tot maximaal 6 meter onder peil gebouwd mag worden.
Afwijking Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in lid 7.1 onder c omgevingsvergunning verlenen voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarden dat: a. b.
7.2.3
de waterhuishouding niet wordt verstoord; geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
Bouwen van zwembaden Op een perceel is ten hoogste 1 niet-overdekt zwembad toegestaan, met inachtneming van de volgende regels: a.
b. c. d.
blad 22 van 29
het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel van een hoofdgebouw of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 meter van de zijdelingse en van de achterste perceelsgrens; het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut; de oppervlakte van het zwembad mag maximaal 100 m² bedragen; de diepte van het zwembad bedraagt maximaal 3 meter onder peil.
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 8 8.1
Algemene afwijkingsregels Maten en bouwgrenzen Het bevoegd gezag kan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 reeds afwijking mogelijk is en voor zover in hoofdstuk 2 expliciet is bepaald dat geen afwijking mogelijk is - bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels voor: a. b.
afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%; overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. De omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
blad 23 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 9 9.1
Algemene wijzigingsregels Overschrijding bestemmingsgrenzen Burgemeester en wethouders kunnen de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot.
blad 24 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 10 10.1
Overige regels Werking wettelijke regeling De wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
blad 25 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
blad 26 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Hoofdstuk 4 Artikel 11 11.1
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Overgangsrecht bouwwerken Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a.
b.
c.
11.2
een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit lid onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in dit lid onder a met maximaal 10%; dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Overgangsrecht gebruik Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. b.
c.
d.
blad 27 van 29
het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Artikel 12
Slotregel Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het wijzigingsplan Mozaik'.
blad 28 van 29
Ruimte - Antea Nederland B.V.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
Bijlage 1
blad 117 van 120
Staat van Activiteiten
Ruimte - Antea Nederland B.V.
Staat van Activiteiten
Aan-huis-gebonden beroep • advocaat; • accountant; • administratieconsulent; • alternatieve genezer; • belastingconsulent; • bouwkundig architect; • dierenarts; • fysiotherapeut; • gerechtsdeurwaarder; • huidtherapeut; • huisarts; • interieurarchitect; • juridisch adviseur; • kunstenaar; • leraar; • logopedist; • medisch specialist; • notaris; • oefentherapeut; • cesar/mensendieck; • organisatieadviseur; • orthopedagoog; • psycholoog; • raadgevend adviseur; • redacteur; • registeraccountant; • stedenbouwkundige; • tandarts; • tandarts-specialist; • tolkvertaler (al dan niet beëdigd); • tuin- en landschapsarchitect; • verloskundige; • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten. Kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis • bloemschikker; • computerservice (o.a. systeembouw/-analyse); • decorateur; • fietsenreparateur; • fotograaf; • glazenwasser; • goud- en zilversmid;
• • • • • • • • • • • • • • • • •
hoedenmaker; instrumentenmaker; kaarsenmaker; kledingatelier; klompenmaker; koeriersdienst; loodgieter; lijstenmaker; meubelmaker; muziekinstrumentenmaker; pottenbakker; prothesemaker; reparatie kleine consumentenartikelen (antiek, tv's, radio's, horloges etc.); traiteur; tv/radio reparateur; zadelmaker; met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten.
Dienstverlening • autorijschool; • bankfiliaal; • fitness-studio; • hondentrimmer; • kapsalon; • makelaarskantoor; • nagelstudio; • pedicure; • reclamebureau (kleinschalig); • reisbureau; • reisorganisatie (kleinschalig); • uitzendbureau; • wasserette; • schoonheidsspecialist; • webshop; • met de vorenstaande activiteiten vergelijkbare activiteiten.
ontwerp wijzigingsplan Mozaik Gemeente Oisterwijk Projectnummer 401081
blad 120 van 120
Ruimte - Antea Nederland B.V.
Verbeelding
Plangebied De Mozaik
Enkelbestemmingen Groen Verkeer Wonen
G V W
V
G (n)
Functieaanduidingen natuur
(n)
Bouwvlakken W
bouwvlak
15
G
W 6
Bouwaanduidingen
10
[aeg]
[aeg] [tae] [vrij]
[tae]
aaneengebouwd twee-aaneen vrijstaand
[vrij]
Maatvoeringen 15
maximum aantal wooneenheden
6
maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)
10
V 0
10
20
30
40m
Opdrachtgever
Schaal
Gemeente Oisterwijk
1:500 Tekenaar
Project
S. Israel
wijzigingsplan Mozaik
Projectleider
Blad in bladen
R. van Trigt
1-1
Imro-idn
:
NL.IMRO.0824.WPMozaik-VA01
Tekeningnummer
06-401081-BP-VA-MO-160302 Status
Datum
Ontwerp
:
13-10-2015
Ter vaststelling
:
03-03-2016
Vaststelling
:
..-..-....
Formaat
A3
www.anteagroup.nl
\\oranjewoud.intra\OWOST\Rprojecten\00400000\00401081\RO-advies\Bestemmingsplan\Kaart + ondergrond\06-401081-BP-VA-MO-160302.dwg
Over Antea Group Van stad tot land, van water tot lucht; de adviseurs en ingenieurs van Antea Group dragen in Nederland sinds jaar en dag bij aan onze leefomgeving. We ontwerpen bruggen en wegen, realiseren woonwijken en waterwerken. Maar we zijn ook betrokken bij thema’s zoals milieu, veiligheid, assetmanagement en energie. Onder de naam Oranjewoud groeiden we uit tot een allround en onafhankelijk partner voor bedrijfsleven en overheden. Als Antea Group zetten we deze expertise ook mondiaal in. Door hoogwaardige kennis te combineren met een pragmatische aanpak maken we oplossingen haalbaar én uitvoerbaar. Doelgericht, met oog voor duurzaamheid. Op deze manier anticiperen we op de vragen van vandaag en de oplossingen van de toekomst. Al meer dan 60 jaar.
Contactgegevens Beneluxweg 125 4904 SJ OOSTERHOUT Postbus 40 4900 AA OOSTERHOUT T. (010) 23 51 74 8 E.
[email protected]
www.anteagroup.nl
Copyright © 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de auteurs.