Bestemmingsplan Park Heerengoed. Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek - Deel I

Bestemmingsplan ‘Park Heerengoed’ Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek - Deel I

Bestemmingsplan ‘Park Heerengoed’ Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek

Rapportnummer:

211X04919.077824_1

Datum:

Juli 2014

Contactpersonen gemeente:

mw. J. Rama-Alberto, dhr. M. Stabel

Projectteam BRO:

Eva Haverkorn van Rijsewijk, Pascal Hendriks, Grietje Pepping

Trefwoorden:

-

Bron foto kaft:

BRO, Abstract

Beknopte inhoud:

-

BRO Hoofdvestiging Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 5282 WV Boxtel T +31 (0)411 850 400 F +31 (0)411 850 401

Inhoudsopgave

SEPARATE BIJLAGEN Bijlage 1: Akoestisch onderzoek Bijlage 2: Contourberekeningen Bijlage 3: Quickscan Bodemkwaliteit Bijlage 4: Waterhuishoudkundigplan Bijlage 5: Quickscan Ecologie Bijlage 6: Quickscan Ecologie en Bomeninventarisatie Bijlage 7: Quickscan Archeologie Bijlage 8: Beeldkwaliteitplan Bijlage 9: Inrichtingsvoorstel Reuselhoeve Bijlage 10: Verslag bewonersavond Bijlage 11: Bodemonderzoek Bijlage 12: Nota van zienswijzen

Inhoudsopgave

1

2

BIJLAGEN

Bijlage 1: Akoestisch onderzoek

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Park Heerengoed te Moergestel


Opdrachtgever

: BRO Postbus 4 5280 AA BOXTEL

Projectnummer

: 20110047-01

Status rapport / versie nr.

: Definitief 01

Datum

: 6 november 2013

Opgesteld door

: C.J.M. Machielsen

Gecontroleerd door

: ing. F.H. Henrichs

Voor akkoord

: C.J.M. Machielsen

Paraaf :

Versie nr.

Datum

Omschrijving

Opgesteld door

Gecontroleerd door

D01

06-11-2013

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai

CM

FH

Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout

t.(0162) 456481 f.(0162) 435588 [email protected] www.ageladviseurs.nl

AGEL adviseurs D01 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai Park Heerengoed te Moergestel

INHOUD

1

2

3

blz.

INLEIDING

3

1.1

Aanleiding en doelstelling

3

1.2

Leeswijzer

3

ONTWIKKELING

4

2.1

Planbeschrijving

4

2.2

Situering

4

WETTELIJK KADER

6

3.1

Algemeen

6

3.2

Wet geluidhinder

6

3.2.1 Zonering

6

3.2.2 Grenswaarden Wgh

7

3.2.3 Aftrek artikel 110g Wgh

8

3.2.4 Maatgevend berekeningsjaar

8

3.3

Wet ruimtelijke ordening

8

3.4

Toetsing wettelijk kader plansituatie

8

3.4.1 Wet geluidhinder

8

3.4.2 Wet ruimtelijke ordening 4

6

9

BEREKENINGSUITGANGSPUNTEN

10

4.1

Verkeersvariabelen

10

4.1.1 Bron verkeersgegevens

10

4.1.2 Onderzoeksgebied

10

4.1.3 Verkeersintensiteiten

10

4.1.4 Snelheid wegverkeer en type wegdek

11

4.2

Rekenmethode

11

4.3

Modelinvoergegevens

11

4.3.1 Bodemfactor

11

4.3.2 Reflectiefactor objecten

11

4.3.3 Beoordelingshoogte

11

Modelweergave

13

4.4 5

20110047-01 november 2013 blad 1

BEREKENINGSRESULTATEN

14

5.1

Toetsing Wet geluidhinder

14

5.2

Geluidbelasting voor toets Bouwbesluit 2012

15

5.3

Beoordeling in het kader van een goede ruimtelijke ordening

15

SAMENVATTING EN CONCLUSIE

17

6.1

Samenvatting

17

6.2

Conclusie

17

© AGEL adviseurs 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.


20110047-01 november 2013 blad 2

BIJLAGEN

1. 2. 3. 4. 5.

Figuren Verkeersgegevens Invoergegevens rekenmodel Berekeningsresultaten gezoneerde wegen incl. wettelijke aftrek Gecumuleerde berekeningsresultaten excl. wettelijke aftrek

© AGEL adviseurs 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.


1

INLEIDING

1.1

Aanleiding en doelstelling

20110047-01 november 2013 blad 3

In het kader van de RO procedure voor de ontwikkeling van Park Heerengoed dient een akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai te worden uitgevoerd. De ontwikkeling betreft het realiseren van 38 woningen. BRO heeft aan AGEL adviseurs opdracht verstrekt om het akoestisch onderzoek uit te voeren. Doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidbelasting op deze ontwikkeling als gevolg van het wegverkeer en deze te toetsen aan het wettelijk kader en dient tevens ter beoordeling of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 1.2

Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt de planontwikkeling beschreven. Hoofdstuk 3 behandelt het wettelijk toetsingskader. In hoofdstuk 4 worden de gehanteerde berekeningsuitgangspunten uiteengezet waaronder de verkeersgegevens, de rekenmethode en de rekenmodelgegevens Hoofdstuk 5 omvat de berekeningsresultaten, de toetsing van de resultaten aan de Wet geluidhinder en een beoordeling in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Hoofdstuk 6 sluit de rapportage af met een samenvatting en een conclusie.


2

ONTWIKKELING

2.1

Planbeschrijving

20110047-01 november 2013 blad 4

De ontwikkeling betreft de realisatie van 38 woningen binnen het project Park Heerengoed te Moergestel. 2.2

Situering

Het plangebied is gelegen aan de noordoostzijde van de woonplaats Moergestel. Het plangebied wordt aan de zuidzijde begrenst door de Hofakker, aan de westzijde door de Oostelvoortjes, aan de noordzijde door het agrarisch buitengebied en aan de westzijde aan de waterloop De Reusel. In figuur 2.1 is de situering van het plan ten opzichte van de omgeving weergegeven en figuur 2.2 de verkaveling van het plan. Figuur 2.1: Situering plangebied met de planlocatie geel omlijnd (bron: Google Earth)


Figuur 2.2: Verkaveling park Heerengoed

20110047-01 november 2013 blad 5


3

WETTELIJK KADER

3.1

Algemeen

20110047-01 november 2013 blad 6

Bij een nieuwe geluidgevoelige ontwikkeling dient te worden aangetoond dat voldaan wordt aan de Wet geluidhinder (Wgh) en dat er, op grond van de Wet ruimtelijke ordening, sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Indien van toepassing dient aanvullend te worden aangetoond dat voldaan wordt aan het gemeentelijk geluidbeleid. De Wgh is alleen van toepassing binnen de wettelijk vastgestelde zone van een weg. Een akoestisch onderzoek in het kader van de Wgh is daarom alleen noodzakelijk wanneer de ontwikkeling plaatsvindt binnen een zone van een weg en waarbij sprake is van geluidgevoelige bestemmingen. De geluidbelasting dient per gezoneerde weg te worden getoetst aan de wettelijke grenswaarden. Bij een nieuwe ontwikkeling dient op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), in het kader van een goede ruimtelijke ordening, het akoestische klimaat inzichtelijk te worden gemaakt indien er sprake is van geluidgevoelige bestemmingen ter plaatse van of nabij de ontwikkeling. Aangetoond dient te worden dat er geen sprake is van onaanvaardbare negatieve effecten op het woon en leefklimaat. Als toetsingskader kan hierbij aangesloten worden bij de Wgh. 3.2

Wet geluidhinder

3.2.1 Zonering Met betrekking tot wegverkeerslawaai is hoofdstuk VI Wgh, ‘Zones langs wegen’ van toepassing. Artikel 74 Wgh geeft aan dat zich langs alle wegen geluidszones bevinden, met uitzondering van woonerven en wegen waarvoor een maximale snelheid geldt van 30 km/uur. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- of buitenstedelijk). De afstanden worden aan weerszijden van de weg gemeten vanaf de buitenste begrenzing van de buitenste rijstrook. Een overzicht van de zonebreedten is opgenomen in tabel 3.1. Tabel 3.1: Zones langs wegen in stedelijk/buitenstedelijk gebied Zonebreedte [m]

Aantal rijstroken Stedelijk

Buitenstedelijk

1 of 2

200

250

3 of meer

350

--

3 of 4

--

400

5 of meer

--

600

Het stedelijk gebied wordt in de Wgh gedefinieerd als ‘het gebied binnen de bebouwde kom, doch voor de toepassing van de hoofdstukken VI en VII met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom voor zover liggend binnen de zone langs een autoweg of autosnelweg. Dit laatste gebied valt onder het buitenstedelijk gebied. Aan de uiteinden van een weg loopt de zone door over een afstand gelijk aan de breedte van de zone ter hoogte van het einde van de weg. Bij een overgang tussen weggedeelten met een verschillende zonebreedte loopt de breedste zone door over een afstand van een derde van de breedte van de zone.


20110047-01 november 2013 blad 7

Binnen een geluidszone dient een akoestisch onderzoek plaats te vinden naar de geluidsbelasting op de gevel van nieuw te realiseren woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen zoals o.a. scholen en verpleeg- en zorgcentra. De geluidbelasting wordt uitgedrukt dB en betreft het Lden. De Lden waarde is het energetisch en naar tijdsduur gemiddelde van de volgende drie waarden: Het geluidniveau in de dagperiode tussen 07.00 en 19.00 uur (Ldag); Het geluidniveau in de avondperiode tussen 19.00 en 23.00 uur (Lavond) + 5 dB; Het geluidniveau in de dagperiode tussen 23.00 en 07.00 uur (Lnacht) + 10 dB.

3.2.2 Grenswaarden Wgh Ten hoogste toelaatbare geluidbelasting Artikel 82 van de Wgh stelt de waarde van 48 dB als de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting binnen geluidszones voor wegverkeer.

Hogere waarde Indien de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden dient beoordeeld te worden of geluidbeperkende maatregelen mogelijk c.q. doelmatig zijn. Als maatregelen niet mogelijk c.q. doelmatig zijn, dient door het bevoegd gezag een hogere waarde te worden vastgesteld. In deze situatie zijn burgemeester en wethouders van de Oisterwijk het bevoegd gezag. De gemeente Oisterwijk heeft geen eigen ‘hogere waarde beleid’ vastgesteld maar maakt gebruik van het voormalige hogere waarde beleid van de provincie Noord-Brabant. De resultaten van het akoestisch onderzoek worden aan dit beleid getoetst. Tabel 3.2 geeft een overzicht van de wettelijke grenswaarden. Tabel 3.2: Grenswaarden Wgh voor woningen c.q. geluidgevoelige bestemmingen bij een nieuwe situaties Situatie

Ten hoogste toelaatbare geluidbelasting [dB]

Maximale hogere waarde [dB]

Stedelijk

Buitenstedelijk

Nieuwbouw

48

63

53

Vervangende nieuwbouw binnen bebouwde kom

48

68

-

Vervangende nieuwbouw binnen bebouwde kom langs auto(snel)weg

48

63

-

Vervangende nieuwbouw buiten bebouwde kom

48

-

58

Bouwbesluit 2012 Indien er sprake is van het vaststellen van een hogere waarde dient op grond van artikel 3.2 van het Bouwbesluit te worden onderzocht of de karakteristieke geluidwering van de woning of de geluidgevoelige bestemming bij de betreffende hogere waarde voldoet aan de wettelijke grenswaarde voor het binnenniveau. Toetsing van de karakteristieke geluidwering valt buiten het kader van dit onderzoek.

Cumulatie Wgh Bij het vaststellen van een hogere waarde waarbij sprake is van een situering binnen meerdere zones van weg-, rail- en/of industrielawaai is inzicht vereist in de geluidbelasting als gevolg van alle gezoneerde geluidbronnen samen waarbij sprake is van een overschrijding van de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting. De gecumuleerde geluidbelasting mag daarbij niet leiden tot een onaanvaardbare geluidbelasting. In deze situatie is sprake van de aanwezigheid van één gezoneerde weg.


20110047-01 november 2013 blad 8

3.2.3 Aftrek artikel 110g Wgh Voor de beoordeling aan de normstelling van de Wet geluidhinder wordt op grond van artikel 3.4 van het Reken en meetvoorschrift geluid 2012 (Rmg 2012) een aftrek toegepast. Deze aftrek is gebaseerd op artikel 110g Wgh en bedraagt voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt 2 dB en 5 dB voor overige wegen. Daarnaast bedraagt de aftrek 0 dB bij berekeningen ter bepaling van de geluidwering in het kader van het Bouwbesluit. In afwijking op de aftrek van 2 dB voor wegen met een representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen van 70 km/uur of meer wordt een aftrek van 1 dB toegepast indien het wegdek bestaat uit elementenverharding, ZOAB, tweelaags ZOAB met uitzondering van tweelaags ZOAB fijn, uitgeborsteld beton, geoptimaliseerd uitgeborsteld beton en oppervlakbewerking. Op grond van de uitspraak van de Raad van State 200809116/1/R1 mag geen aftrek worden toegepast bij wegen met een rijsnelheid van 30 kilometer per uur of minder, omdat de geluidemissie bij deze snelheden hoofdzakelijk gedomineerd wordt door het motorgeluid en minder door het bandengeluid.

3.2.4 Maatgevend berekeningsjaar In gevallen waarin zich geen bijzondere omstandigheden voordoen kan als maatgevend jaar aangehouden worden het tiende jaar na realisatie van het plan of 10 jaar na dato van het akoestisch onderzoek. Voor dit akoestisch onderzoek is 2024 als maatgevend jaar aangehouden. 3.3

Wet ruimtelijke ordening

Voor een beoordeling in het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt uitgegaan van een toetsing aan de Milieukwaliteitsmaat (MKM Lden). De milieukwaliteitsmaat MKM Lden is een methode om de gecumuleerde geluidsbelasting te beoordelen op hinderlijkheid. Hiertoe wordt de gewogen geluidsbelasting (Lden) omgerekend naar de bijbehorende milieukwaliteitsmaat (MKM Lden). De omrekening geschiedt op identieke wijze als omschreven in hoofdstuk 2 van bijlage 1 van de Rmg 2012. Tabel 3.3 toont de classificering van de kwaliteit van de akoestische omgeving in Lden. Tabel 3.2: Classificering van de kwaliteit van de akoestische omgeving in Lden Gecumuleerde Lden

3.4

Classificering milieukwaliteit

<50

Goed

50 – 55

Redelijk

55 – 60

Matig

60 – 65

Tamelijk slecht

65 – 70

Slecht

>70

Zeer slecht

Toetsing wettelijk kader plansituatie

3.4.1 Wet geluidhinder De voorgenomen ontwikkeling betreft een geluidgevoelige bestemming. De planlocatie ligt binnen de verlengde zone van de Oirschotseweg. Vanaf het kruispunt met de Oostelvoortjes is in oostelijke richting sprake van een maximale snelheid van 60 km per uur en in westelijke richting van 30 km per uur.


20110047-01 november 2013 blad 9

De geluidsbelasting op de gevels van de nieuw te bouwen bestemming dient voor de betreffende gezoneerde weg te worden getoetst aan de grenswaarden van de Wgh. De ontwikkeling bevindt zich in stedelijk gebied en betreft nieuwbouw. De ten hoogste toelaatbare geluidbelasting bedraagt 48 dB. De maximaal vast te stellen hogere waarde bedraagt 63 dB. Voor de toetsing aan de Wgh geldt voor de Oirschotseweg vanwege een maximum snelheid van 60 km per uur een aftrek van 5 dB. De aftrek wordt in het rekenmodel door middel van een groepsreductie toegepast.

3.4.2 Wet ruimtelijke ordening Voor een beoordeling in het kader van een goede ruimtelijk ordening zijn de volgende geluidbronnen relevant: Oirschotseweg (gezoneerd deel) Raadhuisstraat/Oirschotseweg, 30 km weg Oostelvoortjes, 30 km weg Om de gecumuleerde geluidbelasting als gevolg van bovengenoemde bronnen te kunnen beoordelen wordt gebruik gemaakt van de classificering van het akoestisch klimaat zoals aangegeven in tabel 3.2.


4

BEREKENINGSUITGANGSPUNTEN

4.1

Verkeersvariabelen

20110047-01 november 2013 blad 10

4.1.1 Bron verkeersgegevens Met betrekking tot de verkeersintensiteiten wordt uitgegaan van door de gemeente Oisterwijk beschikbaar gestelde gegevens. De gegevens met betrekking tot rijsnelheid en het type wegdek zijn door de gemeente Oisterwijk beschikbaar gesteld.

4.1.2 Onderzoeksgebied Als onderzoeksgebied zijn de volgende wegen, c.q. wegvakken, geselecteerd: a. Raadhuisstraat/Oirschotseweg (ten westen aansluiting Oostelvoortjes) b. Oirschotseweg (ten oosten aansluiting Oostelvoortjes) c. Oostelvoortjes

4.1.3 Verkeersintensiteiten In de onderstaande tabel 4.1 zijn de verkeersintensiteiten voor het maatgevende jaar 2024 samengevat. De etmaalintensiteiten zijn gebaseerd op het verkeersmodel 2020 van de gemeente Oisterwijk. Voor de autonome groei is gerekend met een percentage van 1,5%. Voor de verdeling van de intensiteiten over de etmaalperioden en de voertuigcategorieën is voor de Raadhuisstraat en de Oirschotseweg uitgegaan van de resultaten van een verkeerstelling uit 2012. Voor de Oostelvoortjes is voor de verdeling over de voertuigcategorieën uitgegaan van een kengetal geldend voor woonstraten. Voor de bijdrage van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is uitgegaan van een toename van 200 verkeersbewegingen. Deze toename kan als een worstcase situatie aangemerkt worden omdat er op basis van de huidige gebruiksbestemming (zorgcentrum) ook al sprake is van een verkeersaantrekkende functie. De bijdrage is alleen in rekening gebracht voor de ontsluitingsweg Oostelvoortjes. Tabel 4.1: Verkeersgegevens 2024

Etmaalintensiteit 2020 Autonome groei

Raadhuisstraat/ Oirschotseweg west

Oirschotseweg Oost

Oostelvoortjes tot De Stappert

Oostelvoortjes Vanaf De Stappert

8771

6029

2920

1015

1,5%

1,5%

1,5%

1,5%

Bijdrage plangebied

200

200

Etmaalintensiteit

9309

6399

3299

1277

% gem. dag uur

6,92

6,92

6,92

6,92

% lv

91

91

98

98

% mv

7

7

2

2

% zv

2

2

0

0

% gem. avond uur

3,25

3,25

3,25

3,25

% lv

91

91

98

98

% mv

7

7

2

2

% zv

2

2

0

0

% gem. nacht uur

0,5

0,5

0,5

0,5

% lv

91

91

98

98

% mv

7

7

2

2

% zv

2

2

0

0


20110047-01 november 2013 blad 11

4.1.4 Snelheid wegverkeer en type wegdek Tabel 4.2 geeft een overzicht van representatieve snelheid van het wegverkeer per weg. Tabel 4.2: Representatieve rijsnelheid en type wegdek beschouwde wegen Representatieve snelheid [km/u]

Type wegdek

Raadhuisstraat/Oirschotseweg (W)

30

Elementen(keper)

Oirschotseweg (O)

60

Asfalt

Oostelvoortjes

30

Elementen(keper)

Weg

4.2

Rekenmethode

Op basis van de verkeers- en omgevingsvariabelen is voor het projectplan de geluidsbelasting van het wegverkeer berekend conform Standaardrekenmethode II van bijlage III van het Rmg 2012. De berekeningen zijn uitgevoerd met het programma Geomilieu V2.30. Het akoestisch model bestaat uit een objectenmodel (gebouwen en hoogtelijnen), een wegenmodel. De berekeningsinvoer is opgenomen in bijlage 3. 4.3

Modelinvoergegevens

4.3.1 Bodemfactor Als standaard bodemfactor is een factor 1, absorberende bodem, aangehouden. Verhardingen en waterpartijen zijn ingevoerd als akoestisch reflecterend met een factor 0.

4.3.2 Reflectiefactor objecten Voor objecten wordt een reflectiefactor van 0,8 aangehouden als praktijkwaarde.

4.3.3 Beoordelingshoogte Als beoordelingshoogte is uitgegaan van 1,50 meter voor de begane grond, 4,50 meter voor de 1e verdieping en 7,50 meter voor de 2e verdieping. De toetspunten zijn gekoppeld aan de gevel ter bepaling van het invallend geluid. De berekeningen zijn uitgevoerd voor de bouwblokken en bouwvlakken gelegen aan de westzijde van de Oostelvoortjes. In figuur 4.1 is de ligging van de bouwblokken, bouwvlakken en beoordelingspunten weergegeven. De bouwblokken en bouwvlakken worden aangeduid met behulp van een letter en de beoordelingspunten met behulp van twee letters. De 1e letter geeft het betreffende bouwblok of bouwvlak aan en de 2e letter de geveloriëntatie. De letters A t/m K zijn voor de bouwblokken voor de woningen 1 t/m 31 en de letters L t/m R voor de bouwvlakken.


Figuur 4.1: Situering beoordelingspunten

20110047-01 november 2013 blad 12


4.4

20110047-01 november 2013 blad 13

Modelweergave

Figuur 4.2 toont een 3D weergave van het wegverkeermodel. Figuur 4.2: Akoestisch rekenmodel Oostelvoortjes Plangebied

Oirschotseweg


5

BEREKENINGSRESULTATEN

5.1

Toetsing Wet geluidhinder

20110047-01 november 2013 blad 14

In de onderstaande tabel 5.1 is de geluidbelastingen als gevolg van het wegverkeer, samen met de toetsing, voor de gezoneerde Oirschotseweg weergegeven. De volledige berekeningsresultaten zijn opgenomen in bijlage 4. Bij de rekenresultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh meegenomen. De etmaalwaarden zijn afgerond overeenkomstig het Rmg 2012. Tabel 5.1: Geluidbelasting als gevolg van de Oirschotseweg, incl. aftrek artikel 110g Wgh Naam

Omschrijving

A-N_A A-N_B A-N_C A-O_A A-O_B A-O_C A-Z_A A-Z_B A-Z_C B-N_A B-N_B B-N_C B-O_A B-O_B B-O_C B-Z_A B-Z_B B-Z_C F-N_A F-N_B F-N_C F-O_A F-O_B F-O_C F-Z_A F-Z_B F-Z_C L-N_A L-N_B L-N_C L-O_A L-O_B L-O_C L-Z_A L-Z_B L-Z_C Q-N_A Q-N_B Q-N_C R-N_A R-N_B

noordgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak A oostgevel bouwvlak A oostgevel bouwvlak A oostgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak F noordgevel bouwvlak F noordgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F noordgevel kavel L noordgevel kavel L noordgevel kavel L oostgevel kavel L oostgevel kavel L oostgevel kavel L zuidgevel kavel L zuidgevel kavel L zuidgevel kavel L noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel R noordgevel kavel R

Hoogte

Dag

Avond

Nacht

Lden

1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0

18,3 19,7 22,2 30,6 31,3 32,3 30,6 31,3 32,5 27,1 27,7 29,1 32,9 33,5 34,5 19,3 24,0 31,6 19,6 20,4 21,5 24,5 25,8 26,8 17,8 21,3 27,1 10,3 13,9 18,6 24,8 25,4 25,6 24,3 25,5 27,3 -1,6 4,9 5,6 7,0 10,7

15,0 16,5 18,9 27,3 28,0 29,0 27,3 28,0 29,2 23,8 24,4 25,8 29,6 30,3 31,3 16,0 20,7 28,3 16,4 17,1 18,2 21,2 22,6 23,6 14,5 18,1 23,8 7,1 10,6 15,3 21,5 22,1 22,3 21,0 22,2 24,0 -4,8 1,6 2,3 3,7 7,5

6,9 8,3 10,8 19,2 19,9 20,9 19,1 19,9 21,1 15,7 16,3 17,7 21,5 22,1 23,1 7,9 12,6 20,2 8,2 9,0 10,1 13,1 14,4 15,4 6,3 9,9 15,7 -1,1 2,5 7,2 13,4 14,0 14,2 12,8 14,1 15,9 -13,0 -6,5 -5,9 -4,4 -0,7

18 20 22 31 31 32 31 31 32 27 28 29 33 34 35 19 24 32 20 20 21 25 26 27 18 21 27 10 14 19 25 25 26 24 25 27 -2 5 6 7 11

>48 <63


Naam

Omschrijving

R-N_C R-O_A R-O_B R-O_C R-Z_A R-Z_B R-Z_C

noordgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R

20110047-01 november 2013 blad 15

Hoogte

Dag

Avond

Nacht

Lden

7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5

-15,4 18,7 22,7 19,2 21,2 23,0

-12,1 15,4 19,4 15,9 18,0 19,7

-4,0 7,3 11,3 7,8 9,8 11,6

-15 19 23 19 21 23

>48 <63

Uit de rekenresultaten blijkt dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48 dB als gevolg van de Oirschotseweg ter plaatse van de woningen niet wordt overschreden. De hoogst optredende geluidbelasting bedraagt 35 dB ter plaatse van de oostgevel van bouwblok B. Op basis van deze rekenresultaten kan gesteld worden dat de Wet geluidhinder geen beperkingen geeft aan de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. 5.2

Geluidbelasting voor toets Bouwbesluit 2012

Het Bouwbesluit 2012 vereist dat de karakteristieke geluidwering van een uitwendige scheidingsconstructie minimaal 20 dB bedraagt. Tevens geldt op grond van artikel 3.2 van het Bouwbesluit dat, indien sprake is van een vastgestelde hogere waarde, de karakteristieke geluidwering voor een verblijfsgebied minimaal het verschil is van de vastgestelde hogere waarde, waarbij voor de aftrek 0 dB dient te worden aangehouden, en 33 dB als grenswaarde voor het binnenniveau. Omdat de karakteristieke geluidwering bij een standaard gevelopbouw reeds 20 dB bedraagt om aan het Bouwbesluit te voldoen, zijn bij een geluidsbelasting hoger dan 53 dB mogelijk extra geluidwerende gevelmaatregelen noodzakelijk. In deze situatie is het vaststellen van een hogere waarde niet noodzakelijk. Op grond hiervan dient de karakteristieke geluidwering te voldoen aan de minimale eis van 20 dB. 5.3

Beoordeling in het kader van een goede ruimtelijke ordening

Voor een beoordeling in het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt uitgegaan van een toetsing aan de Milieukwaliteitsmaat MKM Lden (zie paragraaf 3.3). Voor de onderhavige situatie betreft de MKM Lden de gecumuleerde geluidbelasting als gevolg van alle wegverkeersbronnen, inclusief de 30 km wegen. Tabel 5.2 toont de beoordeling van de gecumuleerde geluidbelastingen als gevolg van alle wegverkeersbronnen. Bij de rekenresultaten is de aftrek conform artikel 110g Wgh niet meegenomen. De etmaalwaarden zijn afgerond overeenkomstig het Rmg 2012. De berekeningsresultaten zijn opgenomen in bijlage 5. Tabel 5.2: Gecumuleerde geluidbelasting wegverkeer, zonder aftrek artikel 110g Wgh Naam A-N_A A-N_B A-N_C A-O_A A-O_B A-O_C

Omschrijving noordgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak A oostgevel bouwvlak A oostgevel bouwvlak A oostgevel bouwvlak A

Hoogte

MKM Lden

Classificatie

1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5

50 50 50 55 55 54

Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk


Naam A-Z_A A-Z_B A-Z_C B-N_A B-N_B B-N_C B-O_A B-O_B B-O_C B-Z_A B-Z_B B-Z_C F-N_A F-N_B F-N_C F-O_A F-O_B F-O_C F-Z_A F-Z_B F-Z_C L-N_A L-N_B L-N_C L-O_A L-O_B L-O_C L-Z_A L-Z_B L-Z_C Q-N_A Q-N_B Q-N_C R-N_A R-N_B R-N_C R-O_A R-O_B R-O_C R-Z_A R-Z_B R-Z_C

Omschrijving zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak F noordgevel bouwvlak F noordgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F noordgevel kavel L noordgevel kavel L noordgevel kavel L oostgevel kavel L oostgevel kavel L oostgevel kavel L zuidgevel kavel L zuidgevel kavel L zuidgevel kavel L noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel R noordgevel kavel R noordgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R

20110047-01 november 2013 blad 16

Hoogte

MKM Lden

Classificatie

1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 4,5 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5 1,5 5,0 7,5

49 50 50 48 49 49 52 53 53 49 50 50 48 49 48 53 53 53 49 49 49 49 50 50 54 54 53 49 49 49 42 44 44 49 49 49 54 54 54 49 50 50

Goed Redelijk Redelijk Goed Goed Goed Redelijk Redelijk Redelijk Goed Redelijk Redelijk Goed Goed Goed Redelijk Redelijk Redelijk Goed Goed Goed Goed Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk Redelijk Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Goed Redelijk Redelijk Redelijk Goed Redelijk Redelijk

Uit de beoordeling van de rekenresultaten blijkt dat de MKM Lden bij de woningen varieert tussen redelijk tot goed zodat kan worden gesteld dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.


6

SAMENVATTING EN CONCLUSIE

6.1

Samenvatting

20110047-01 november 2013 blad 17

In het kader van de RO procedure voor het woongebied Park Heerengoed dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. De ontwikkeling betreft het realiseren van 38 woningen. BRO heeft aan AGEL adviseurs opdracht verstrekt om het akoestisch onderzoek uit te voeren. Doel van het onderzoek is het bepalen van de geluidbelasting op deze ontwikkeling en deze te toetsen aan het wettelijk kader. Een akoestisch onderzoek is op grond van de Wet geluidhinder noodzakelijk wanneer een woning of een geluidgevoelig object gelegen is binnen een door deze wet aangewezen geluidzone. De ontwikkeling bevindt zich binnen de geluidzone van de Oirschotseweg. Daarnaast dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook de geluidbelasting te worden beoordeeld als gevolg van cumulatie van alle geluidsbronnen. In dit verband zijn ook de niet gezoneerde 30 km wegen bij het onderzoek betrokken. De verkeersgegevens zijn beschikbaar gesteld door de gemeente Oisterwijk. De geluidsbelastingen zijn berekend met de Standaardrekenmethode II van bijlage III van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012. De berekeningen zijn uitgevoerd met het programma Geomilieu V2.30. Uit de rekenresultaten blijkt dat de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van 48 dB als gevolg van de Oirschotseweg ter plaatse van de woningen ruim wordt onderschreden. De hoogst optredende geluidbelasting bedraagt 35 dB ter plaatse van de oostgevel van bouwblok B. Omdat er sprake is van maar één gezoneerde geluidbron is er geen sprake van een cumulatie op grond van de Wet geluidhinder. In deze situatie is het vaststellen van een hogere waarde niet noodzakelijk. Op grond hiervan dient op grond van het Bouwbesluit 2012 de karakteristieke geluidwering te voldoen aan de minimale eis van 20 dB. Ter plaatse van de ontwikkeling is vanuit het kader van een goede ruimtelijke ordening de geluidbelasting ter plaatse van het plangebied inzichtelijk gemaakt en beoordeeld. Hierbij is aangetoond dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 6.2

Conclusie

De geluidbelastingen als gevolg van wegverkeerslawaai overschrijden de ten hoogste toelaatbare geluidbelasting van de Wet geluidhinder niet. De Wet geluidhinder geeft geen beperking aan de realisatie van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Daarnaast zijn geen extra geluidwerende voorzieningen noodzakelijk en kan het akoestisch klimaat als gevolg van het wegverkeer ter plaatse van het plangebied als redelijk tot goed aangemerkt worden.

BIJLAGE 1 FIGUREN


AGEL adviseurs

Park Heerengoed

20110047-01; Bijlage 1

te Moergestel Bebouwingsgebied Gebouw

0m

60 m schaal = 1 : 1500

Wegverkeerslawaai - RMW-2012, [versie van Reuselhof te Moergestel - Basismodel] , Geomilieu V2.30

figuur 1 situatietekening


AGEL adviseurs

Park Heerengoed

20110047-01; Bijlage 1

te Moergestel 50

46

51

Bodemgebied Gebouw

49

48

47

0m

60 m schaal = 1 : 1500

Q

R 41 42 11

43

02 44 L

45 K G

H

F

I 40 12

39 38

D 10

A

E

26 C B

27

13 34

35 36

37

28

29 25 30

24

31

32 23 15 12 22 21

08

16

14

09

17

13

18

19

10

01 11


figuur 2 bodemgebieden en gebouwen

20


AGEL adviseurs

Park Heerengoed

20110047-01; Bijlage 1

te Moergestel Toetspunt Gebouw

0m

30 m schaal = 1 : 750

Q-N

R-N R-O R-Z

L-N L-O L-Z

F-N F-O F-Z

A-N

A-O A-Z

B-N B-O B-Z


figuur 3 beoordelingspunten


AGEL adviseurs

Park Heerengoed

20110047-01; Bijlage 1

te Moergestel Weg Gebouw

33 55 54 0m

80 m

52 53

50

46

Q

47

R

51

49

48

41 42

43 44

03B

L

schaal = 1 : 2000

45 K I

G

H

F 40 39 38

D A

E

26 C

34

35 36

B

27

37

28 29

25 30 31

24 04

05

32

23

15

12

01

16

14 21

22

17

13

03A

03

18

19

07 08

09

10

02


figuur 4 wegen

11

20

BIJLAGE 2 VERKEERSGEGEVENS

BASEC

pagina 1 van 1

Meting:

2012 apr: Classificatie

Locatie:

Oirschotseweg : OW1

Wegvak:

Oostelvoortjes - Heiligenboom

Plaats:

Oisterwijk

Periode:

6-4-2012 t/m 23-4-2012

Werkdag Abs

Weekdag %

Abs

Zaterdag %

Abs

Zondag %

Abs

%

Historie 2012 (apr)

4094

3913

3469

3449

2011 (nov)

3481

3241

2901

2383

2010 (sep)

2570

2480

2343

2162

2006 (jun-jul)

3338

3229

2989

2922

Resultaten 2012 (apr) Dagperiode Etmaal (0-24 uur)

4094

100%

3913

100%

3469

100%

3449

100%

Dag (7-19 uur)

3384

83%

3206

82%

2681

77%

2845

82%

Avond (19-23 uur)

526

13%

507

13%

497

14%

418

12%

Nacht (23-7 uur)

184

4%

200

5%

291

8%

186

5%

Ochtendspits (7-9 uur)

778

19%

595

15%

188

5%

85

2%

Avondspits (16-18 uur)

751

18%

685

18%

486

14%

558

16%

Oostelvoortjes

1968

48%

1904

49%

1766

51%

1720

50%

Heiligenboom

2126

52%

2009

51%

1703

49%

1729

50%

Richting

Categorie Licht verkeer

3621

88%

3483

89%

3145

91%

3135

91%

Middel-zwaar verkeer

332

8%

292

7%

223

6%

166

5%

Zwaar verkeer

102

2%

89

2%

48

1%

68

2%

40

1%

48

1%

53

2%

81

2%

Gemiddelde snelheid

51

km/uur

51

km/uur

51

km/uur

50

km/uur

V85

60

km/uur

60

km/uur

60

km/uur

59

km/uur

Overige voertuigen Snelheid

http://www.basec.nl/Site/Measurement/overview.aspx?MeasurementID=18002

4-11-2013

Knip verkeersmodel 2020 gemeente Oisterwijk

BIJLAGE 3 INVOERGEGEVENS REKENMODEL


Model: Groep:

AGEL adviseurs 20110047-01; Bijlage 3

Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam 01 02 10 11 12

Omschr. wegverharding wegverharding De Reusel wegverharding wegverharding

Bf 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Opp. 3778,99 3127,93 3601,68 553,34 473,37

13

wegverharding

0,00

740,29

Geomilieu V2.30

06-11-2013 12:32:54


Model: Groep:


Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam 01 02 03 04 05

Omschr. Bestaande Bestaande Bestaande Bestaande Bestaande

bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing bebouwing

Raadhuisstraat Raadhuisstraat Raadhuisstraat Raadhuisstraat Raadhuisstraat

Hoogte 6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief

0 0 0 0 0

Cp dB dB dB dB dB

Zwevend False False False False False

Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

06 07 08 09 10

Bestaande Bestaande Bestaande Bestaande Bestaande


Raadhuisstraat Raadhuisstraat Oirschotseweg Oirschotseweg Oirschotseweg

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief

0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB

False False False False False

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

11 12 13 14 15



Oirschotseweg Oirschotseweg De Stappert De Stappert De Stappert

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

16 17 18 19 20



De De De De De

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

21 22 23 24 25



Oirschotseweg Oostelvoortjes Oostelvoortjes Oostelvoortjes Oostelvoortjes

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

26 27 28 29 30



Oostelvoortjes Oostelvoortjes Oostelvoortjes Oostelvoortjes Oostelvoortjes

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

31 32 33 34 35



Oostelvoortjes Oostelvoortjes Oostelvoortjes Hofakker Hofakker

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

36 37 38 39 40



Hofakker Hofakker Mispelbos Mispelbos Mispelbos

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

41 42 43 44 45



Mispelbos Mispelbos Mispelbos Mispelbos Mispelbos

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

46 47 48 49 50



Oostelvoortjes De Voorbeemd De Voorbeemd De Voorbeemd De Voorbeemd

6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

Geomilieu V2.30

Stappert Looyakker Looyakker Looyakker Looyakker

06-11-2013 12:32:54


Model: Groep:


Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam 51 52 53 54 55

Omschr. Bestaande Bestaande Bestaande Bestaande Bestaande

Hoogte 6,50 6,50 6,50 6,50 6,50

Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

Cp dB dB dB dB dB

Zwevend False False False False False

Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

A B C D E

woningen woningen woningen woningen woningen

05 08 12 16 24

8,00 8,00 8,00 8,00 8,00

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

F G H I K

woningen 25 t/m 26 woningen 27 t/m 28 woning 29 woning 30 woning 31

8,00 8,00 8,00 8,00 8,00

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


0 0 0 0 0

dB dB dB dB dB


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

L R Q

bouwvlak L bouwvlak R bouwvlak Q

8,00 8,00 8,00

0,00 0,00 0,00

Relatief Relatief Relatief

0 dB 0 dB 0 dB

False False False

0,80 0,80 0,80

Geomilieu V2.30


01 06 09 13 17

t/m t/m t/m t/m t/m

De De De De De

Voorbeemd Stappert Stappert Stappert Stappert

06-11-2013 12:32:54


Model: Groep:


Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Rekenpunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012

Naam A-N A-O A-Z B-N B-O

Omschr. Maaiveld noordgevel bouwvlak A 0,00 oostgevel bouwvlak A 0,00 zuidgevel bouwvlak A 0,00 noordgevel bouwvlak B 0,00 oostgevel bouwvlak B 0,00


Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50 1,50

Hoogte B 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50

Hoogte C 7,50 7,50 7,50 7,50 7,50

Hoogte D ------

Hoogte E ------

Hoogte F ------

Gevel Ja Ja Ja Ja Ja

B-Z F-N F-O F-Z L-N

zuidgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F noordgevel kavel L

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


1,50 1,50 1,50 1,50 1,50

4,50 4,50 4,50 4,50 5,00

7,50 7,50 7,50 7,50 7,50

------

------

------

Ja Ja Ja Ja Ja

L-O L-Z R-N R-O R-Z

oostgevel kavel L zuidgevel kavel L noordgevel kavel R oostgevel kavel R zuidgevel kavel R

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00


1,50 1,50 1,50 1,50 1,50

5,00 5,00 5,00 5,00 5,00

7,50 7,50 7,50 7,50 7,50

------

------

------

Ja Ja Ja Ja Ja

Q-N

noordgevel kavel Q

0,00

Relatief

1,50

5,00

7,50

--

--

--

Ja

Geomilieu V2.30

06-11-2013 12:32:54


Model: Groep: Naam 01 03A 03B 02


Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 Omschr. Raadhuisstraat/Oirschotseweg west Oostelvoortjes - De Stappert 30 km Oostelvoortjes 30 km Oirschotseweg Oost

Geomilieu V2.30

ISO H 0,00 0,00 0,00 0,00

Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief

Type Verdeling Verdeling Verdeling Verdeling

Hbron 0,75 0,75 0,75 0,75

Wegdek W9a W9a W9a W0

V(LV(D)) 30 30 30 60

V(MV(D)) 30 30 30 60

V(ZV(D)) 30 30 30 60

%Int(D) 6,92 6,92 6,92 6,92

06-11-2013 12:32:54




Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 %Int(A) 3,25 3,25 3,25 3,25

Geomilieu V2.30

%Int(N) 0,50 0,50 0,50 0,50

%LV(D) 91,00 98,00 98,00 91,00

%LV(A) 91,00 98,00 98,00 91,00

%LV(N) 91,00 98,00 98,00 91,00

%MV(D) 7,00 2,00 2,00 7,00

%MV(A) 7,00 2,00 2,00 7,00

%MV(N) 7,00 2,00 2,00 7,00

%ZV(D) 2,00 --2,00

%ZV(A) 2,00 --2,00

%ZV(N) 2,00 --2,00

Totaal aantal 9309,00 3299,00 1277,00 6399,00

06-11-2013 12:32:54




Basismodel versie van Reuselhof te Moergestel - Reuselhof te Moergestel (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2012 LV(D) 586,21 223,72 86,60 402,96

Geomilieu V2.30

LV(A) 275,31 105,07 40,67 189,25

LV(N) 42,36 16,17 6,26 29,12

MV(D) 45,09 4,57 1,77 31,00

MV(A) 21,18 2,14 0,83 14,56

MV(N) 3,26 0,33 0,13 2,24

ZV(D) 12,88 --8,86

ZV(A) 6,05 --4,16

ZV(N) 0,93 --0,64

06-11-2013 12:32:54


Rapport: Model:

Lijst van model eigenschappen Basismodel

Model eigenschap Omschrijving Verantwoordelijke Rekenmethode Aangemaakt door

Basismodel cmachielsen RMW-2012 cmachielsen op 14-03-2011

Laatst ingezien door Model aangemaakt met Standaard maaiveldhoogte Rekenhoogte contouren

cmachielsen op 06-11-2013 Geomilieu V1.80 0 5

Detailniveau toetspunt resultaten Detailniveau resultaten grids Standaard bodemfactor Zichthoek [grd] Geometrische uitbreiding

Bronresultaten Groepsresultaten 1,00 2 Volledige 3D analyse

Meteorologische correctie C0 waarde Maximum aantal reflecties Reflectie in woonwijkschermen Aandachtsgebied

Conform standaard 3,50 1 Ja --

Max. refl.afstand van bron Max. refl.afstand van rekenpunt Luchtdemping Luchtdemping [dB/km]

--Conform standaard 0,00; 0,00; 1,00; 2,00; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00

Geomilieu V2.30


06-11-2013 12:33:25



Commentaar

Geomilieu V2.30

06-11-2013 12:33:25

BIJLAGE 4 BEREKENINGSRESULTATEN GEZONEERDE WEGEN INCL. WETTELIJKE AFTREK


Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:


Resultatentabel Basismodel LAeq totaalresultaten voor toetspunten Oirschotseweg Ja

Naam Toetspunt A-N_A A-N_B A-N_C A-O_A A-O_B

Omschrijving Hoogte noordgevel bouwvlak A 1,50 noordgevel bouwvlak A 4,50 noordgevel bouwvlak A 7,50 oostgevel bouwvlak A 1,50 oostgevel bouwvlak A 4,50

Dag 18,3 19,7 22,2 30,6 31,3

Avond 15,0 16,5 18,9 27,3 28,0

Nacht 6,9 8,3 10,8 19,2 19,9

Lden 18,2 19,7 22,2 30,5 31,3

A-O_C A-Z_A A-Z_B A-Z_C B-N_A

oostgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak B

7,50 1,50 4,50 7,50 1,50

32,3 30,6 31,3 32,5 27,1

29,0 27,3 28,0 29,2 23,8

20,9 19,1 19,9 21,1 15,7

32,2 30,5 31,2 32,4 27,0

B-N_B B-N_C B-O_A B-O_B B-O_C

noordgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B

4,50 7,50 1,50 4,50 7,50

27,7 29,1 32,9 33,5 34,5

24,4 25,8 29,6 30,3 31,3

16,3 17,7 21,5 22,1 23,1

27,7 29,0 32,9 33,5 34,5

B-Z_A B-Z_B B-Z_C F-N_A F-N_B

zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak F noordgevel bouwvlak F

1,50 4,50 7,50 1,50 4,50

19,3 24,0 31,6 19,6 20,4

16,0 20,7 28,3 16,4 17,1

7,9 12,6 20,2 8,2 9,0

19,2 24,0 31,6 19,6 20,3

F-N_C F-O_A F-O_B F-O_C F-Z_A

noordgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F

7,50 1,50 4,50 7,50 1,50

21,5 24,5 25,8 26,8 17,8

18,2 21,2 22,6 23,6 14,5

10,1 13,1 14,4 15,4 6,3

21,4 24,5 25,8 26,8 17,7

F-Z_B F-Z_C L-N_A L-N_B L-N_C

zuidgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F noordgevel kavel L noordgevel kavel L noordgevel kavel L

4,50 7,50 1,50 5,00 7,50

21,3 27,1 10,3 13,9 18,6

18,1 23,8 7,1 10,6 15,3

9,9 15,7 -1,1 2,5 7,2

21,3 27,0 10,3 13,9 18,5

L-O_A L-O_B L-O_C L-Z_A L-Z_B

oostgevel kavel L oostgevel kavel L oostgevel kavel L zuidgevel kavel L zuidgevel kavel L

1,50 5,00 7,50 1,50 5,00

24,8 25,4 25,6 24,3 25,5

21,5 22,1 22,3 21,0 22,2

13,4 14,0 14,2 12,8 14,1

24,7 25,4 25,6 24,2 25,4

L-Z_C Q-N_A Q-N_B Q-N_C R-N_A

zuidgevel kavel L noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel R

7,50 1,50 5,00 7,50 1,50

27,3 -1,6 4,9 5,6 7,0

24,0 -4,8 1,6 2,3 3,7

15,9 -13,0 -6,5 -5,9 -4,4

27,3 -1,6 4,9 5,5 7,0

R-N_B R-N_C R-O_A R-O_B R-O_C

noordgevel kavel R noordgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R

5,00 7,50 1,50 5,00 7,50

10,7 -15,4 18,7 22,7

7,5 -12,1 15,4 19,4

-0,7 -4,0 7,3 11,3

10,7 -15,3 18,7 22,6

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen Geomilieu V2.30

06-11-2013 12:34:03


Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt R-Z_A R-Z_B R-Z_C


Resultatentabel Basismodel LAeq totaalresultaten voor toetspunten Oirschotseweg Ja

Omschrijving zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R

Hoogte 1,50 5,00 7,50

Dag 19,2 21,2 23,0

Avond 15,9 18,0 19,7

Nacht 7,8 9,8 11,6

Lden 19,1 21,2 23,0


06-11-2013 12:34:03

BIJLAGE 5 GECUMULEERDE BEREKENINGSRESULTATEN EXCL. WETTELIJKE AFTREK


Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:


Resultatentabel Basismodel LAeq totaalresultaten voor toetspunten cumulatief Nee

Naam Toetspunt A-N_A A-N_B A-N_C A-O_A A-O_B

Omschrijving Hoogte noordgevel bouwvlak A 1,50 noordgevel bouwvlak A 4,50 noordgevel bouwvlak A 7,50 oostgevel bouwvlak A 1,50 oostgevel bouwvlak A 4,50

Dag 49,8 50,2 49,9 55,1 55,1

Avond 46,5 46,9 46,6 51,8 51,8

Nacht 38,4 38,8 38,5 43,7 43,7

Lden 49,8 50,1 49,9 55,1 55,1

A-O_C A-Z_A A-Z_B A-Z_C B-N_A

oostgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A zuidgevel bouwvlak A noordgevel bouwvlak B

7,50 1,50 4,50 7,50 1,50

54,4 49,4 50,0 49,9 47,9

51,2 46,1 46,7 46,6 44,6

43,0 37,9 38,6 38,5 36,5

54,4 49,3 49,9 49,9 47,9

B-N_B B-N_C B-O_A B-O_B B-O_C

noordgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B oostgevel bouwvlak B

4,50 7,50 1,50 4,50 7,50

48,6 48,6 52,3 52,9 52,7

45,3 45,3 49,0 49,6 49,4

37,2 37,2 40,9 41,5 41,3

48,5 48,5 52,3 52,8 52,6

B-Z_A B-Z_B B-Z_C F-N_A F-N_B

zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B zuidgevel bouwvlak B noordgevel bouwvlak F noordgevel bouwvlak F

1,50 4,50 7,50 1,50 4,50

48,8 49,5 50,0 48,1 48,6

45,5 46,2 46,7 44,8 45,3

37,4 38,1 38,6 36,6 37,2

48,7 49,5 49,9 48,0 48,5

F-N_C F-O_A F-O_B F-O_C F-Z_A

noordgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F oostgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F

7,50 1,50 4,50 7,50 1,50

48,4 52,9 53,1 52,8 48,6

45,1 49,6 49,8 49,5 45,3

37,0 41,4 41,7 41,3 37,2

48,4 52,8 53,1 52,7 48,5

F-Z_B F-Z_C L-N_A L-N_B L-N_C

zuidgevel bouwvlak F zuidgevel bouwvlak F noordgevel kavel L noordgevel kavel L noordgevel kavel L

4,50 7,50 1,50 5,00 7,50

49,2 49,2 49,2 49,7 49,6

45,9 45,9 45,9 46,4 46,3

37,8 37,7 37,8 38,3 38,2

49,1 49,1 49,1 49,7 49,5

L-O_A L-O_B L-O_C L-Z_A L-Z_B

oostgevel kavel L oostgevel kavel L oostgevel kavel L zuidgevel kavel L zuidgevel kavel L

1,50 5,00 7,50 1,50 5,00

53,7 53,8 53,4 48,7 49,2

50,4 50,5 50,1 45,4 45,9

42,3 42,4 41,9 37,3 37,7

53,7 53,8 53,3 48,7 49,1

L-Z_C Q-N_A Q-N_B Q-N_C R-N_A

zuidgevel kavel L noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel Q noordgevel kavel R

7,50 1,50 5,00 7,50 1,50

49,0 41,8 43,5 43,7 48,5

45,7 38,5 40,2 40,4 45,2

37,6 30,4 32,1 32,3 37,1

48,9 41,7 43,5 43,6 48,5

R-N_B R-N_C R-O_A R-O_B R-O_C

noordgevel kavel R noordgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R oostgevel kavel R

5,00 7,50 1,50 5,00 7,50

49,0 48,8 54,2 54,2 53,7

45,7 45,5 50,9 50,9 50,5

37,6 37,4 42,8 42,8 42,3

49,0 48,7 54,1 54,2 53,7


06-11-2013 12:35:29


Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt R-Z_A R-Z_B R-Z_C


Resultatentabel Basismodel LAeq totaalresultaten voor toetspunten cumulatief Nee

Omschrijving zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R zuidgevel kavel R

Hoogte 1,50 5,00 7,50

Dag 49,5 49,9 49,6

Avond 46,2 46,6 46,3

Nacht 38,0 38,5 38,2

Lden 49,4 49,8 49,6


06-11-2013 12:35:29

Bijlage 2: Contourberekeningen

Bijlage 1 Geluidcontouren gezoneerde wegen incl. aftrek art. 110g Wgh

Akoestisch onderzoek wegverkeer

AGEL adviseurs

Plangebied Reuselhof te Moergestel

20110047; Bijlage periode: groep:

43

Lden gezoneerde wegen Inclusief groepsreducties 43 dB 48 dB

48

53 dB 58 dB

395600

63 dB 68 dB 99 dB 99 dB 99 dB 99 dB 99 dB

395500 0m

100 m schaal = 1 : 2500

395400

395300

43

395200

43

43

48 53 48

63

53 48 58 63 63

395100

43

48

141100 141200 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [versie van Reuselhof te Moergestel - Basismodel] , Geomilieu V1.80

Geluidcontouren gezoneerde wegen

58

141300

141400

Bijlage 2 Gecumuleerde geluidcontouren excl. aftrek art. 110g Wgh

Akoestisch onderzoek wegverkeer

AGEL adviseurs

Plangebied Reuselhof te Moergestel

20110047; Bijlage periode: groep:

43

Lden cumulatief Inclusief groepsreducties 43 dB 48 dB

53

48

43

53 dB 58 dB

395600

58

48

63 dB 68 dB 99 dB

53

99 dB 99 dB 99 dB 43

99 dB

48 43 395500

48 53

0m

100 m schaal = 1 : 2500

58 43

48 43 395400

48

43

53

58 43

48 48

395300

48

53 53

53 43

58 58

63 395200

68

68

48

63

63

68

53 48

58

58 53 58

58

53

63 63

53 395100

48

141100 141200 Wegverkeerslawaai - RMW-2006, [versie van Reuselhof te Moergestel - Basismodel] , Geomilieu V1.80

Geluidcontouren cumulatief

53

141300

58

141400

Bijlage 3: Quickscan Bodemkwaliteit

Bijlage 3 Quickscan bodemkwaliteit

AGEL adviseurs Hoevestein 20b Postbus 4156 4900 CD Oosterhout tel.: 0162 - 456481 fax.: 0162 - 435588 email: [email protected] internet: www.ageladviseurs.nl

Memo Datum

:

11 maart 2011

Bestemd voor

:

BRO Boxtel

Van

:

AGEL adviseurs, M. den Besten

Projectnummer

:

20110047

Betreft

:

Quickscan bodemkwaliteit Reuselhof te Moergestel

In onderhavige memo worden de resultaten van de quickscan bodemkwaliteit ter plaatse van de Reuselhof 1 – 37 te Moergestel besproken. De onderzoekslocatie heeft een oppervlakte van circa 12.0000 m2. Inzicht in de mogelijke risico’s op het voorkomen van bodemverontreiniging is gewenst in verband met de realisatie van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling, bestaande uit de bouw van nieuwe woningen op de locatie Reuselhof te Moergestel. Gegevens onderzoekslocatie Ter plaatse van de onderzoekslocatie zijn tijdens de quickscan de volgende gegevens achterhaald: In 2007 is op de locatie reeds een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd “Verkennend bodemonderzoek Reuselhof 1 – 37 te Moergestel, Search ingenieursbureau, kenmerk 257415.2, 7 november 2007”. In dit onderzoek is de gehele locatie onderzocht. Uit het destijds uitgevoerde historisch onderzoek zijn geen voor bodemverontreiniging verdachte activiteiten bekend geworden op of nabij de locatie. Alle boringen zijn destijds uitpandig verricht. Het onderzoek voldoet aan den NEN 5740 voor een onverdachte locatie. In het mengmonster samengesteld van de bovengrond van het noordoostelijk deel van de locatie is een licht verhoogd gehalte aan kwik aangetoond. In de overige bovengrond en ondergrond zijn geen verhoogde gehalten aan de onderzochte parameters aangetoond. In het grondwater is een sterk verhoogd gehalte aan arseen aangetoond en een licht verhoogd gehalte aan koper en zink. Geconcludeerd is dat dit waarschijnlijk verhoogde achtergrondconcentraties zijn die mogelijk samenhangen met de versnelde bemonsteringstermijn van de peilbuizen. Wel wordt aanbevolen de peilbuis opnieuw te bemonsteren en te laten analyseren op arseen. Voor zover bekend is dit nog niet gebeurd. In 2008 is een asbestinventarisatie van de bebouwing uitgevoerd “Asbestinventarisatie conform BRL 5052 De Reuselhof, Search ingenieursbureau, kenmerk 248018.1, 28 en 29 januari 2008. Uit deze asbestinventarisatie blijkt dat in diverse panden op diverse locaties asbest aanwezig is dat voor de sloop verwijderd dient te worden.

Op alle door ons aanvaarde opdrachten en verrichte werkzaamheden zijn de ‘De rechtsverhouding opdrachtgever-architect, ingenieur en adviseur DNR 2005’ van toepassing. De DNR 2005 wordt op verzoek toegezonden. KvK Breda 20051141

BTW nr. NL800203823B01

ABN-AMRO 59.44.82.291

AGEL adviseurs blad 2 van 2

Uit de Grondwaterkaart van Nederland, Dienst Grondwaterverkenning TNO, 1975, bladen 44 en 55O /51 en 57W blijkt dat de grondwaterstroming van het freatisch grondwater noordoostelijk gericht is. Gegevens omgeving Op www.bodemloket.nl staat vermeld dat ten noordoosten van de onderzoekslocatie een nerts- en pelsdierenfokkerij aanwezig is. Van de locatie zelf is geen vermelding. Uit de Uniforme Bron Indeling potentieel bodemvervuilende activiteiten (UBI code) blijkt dat deze activiteit bodembedreigend is voor een verontreiniging met zink. De activiteit wordt echter ingedeeld in klasse 1 met een UBI score van 0 dat inhoudt dat een kans op ernstige bodemverontreiniging als gevolg van deze activiteit klein is. Bodemkwaliteitskaart De Reuselhof is gelegen in het deel wat aangeduid wordt als ‘Moergestel, Industrie < 1995’. In dit deel worden voor zowel de bovengrond als de ondergrond geen overschrijdingen van achtergrondwaarden verwacht. Omdat de gehele ondergrond van de gemeente Oisterwijk naar verwachting voldoet aan de achtergrondwaarde is hiervoor geen separate kaart voor opgesteld. De bodemkwaliteitskaart van de bovengrond is als bijlage aan deze memo toegevoegd. Conclusies Met betrekking tot het sterk verhoogde gehalte aan arseen, aangetoond in het verkennend bodemonderzoek uit 2007, dient bij de gemeente nagevraagd te worden of deze verhoogde gehalten gebruikelijk zijn voor de regio en of deze terecht is toegeschreven aan een sterk verhoogde achtergrondconcentratie. Herbemonstering van de peilbuis is aan te bevelen. Uit de asbestinspectie van de bebouwing blijkt dat er op diverse locaties asbest aanwezig is. Om bodemverontreiniging veroorzaakt door de sloop te voorkomen dient het asbest voor de sloop uit de bebouwing verwijderd te worden. Uit deze quickscan blijkt dat ter plaatse van de onderzoekslocatie de kans klein is dat er een bodemverontreiniging aanwezig is die toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen zou kunnen belemmeren. Het onderzoek uit 2007 is mogelijk verouderd als gevolg van gewijzigde wetgeving.

Bijlagen Rapport Bodemloket Locatiekaart Bodemloket Ontgravingskaart bovengrond, Bodemkwaliteitskaart gemeente Oisterwijk

Op alle door ons aanvaarde opdrachten en verrichte werkzaamheden zijn de ‘De rechtsverhouding opdrachtgever-architect, ingenieur en adviseur DNR 2005’ van toepassing. De DNR 2005 wordt op verzoek toegezonden. KvK Breda 20051141

BTW nr. NL800203823B01

ABN-AMRO 59.44.82.291

Bodemloket

pagina 1 van 1

Rapport Bodemloket Algemene informatie Locatie ID

NB082400369

Locatienaam

Oostelvoortjes 17

Adres

Oostelvoortjes 17

Gemeente

oisterwijk

Bevoegd gezag

Noord-Brabant

Gegevensbeheerder Provincie Noord-Brabant

Bronnen Verdachte activiteiten Omschrijving

Start activiteit Einde activiteit

nerts- en pelsdierenfokkerij Geen invoer

Geen invoer

Verontreinigende (onderzochte) activiteiten Omschrijving

Start activiteit Einde activiteit

nerts- en pelsdierenfokkerij Onbekend

Onbekend

Technische informatie Bijgewerkt tot

2011-03-01

Informatiesysteem Geen invoer

Contactgegevens Contactgegevens Onbekend

De inhoud van de website Bodemloket is met de grootste zorg samengesteld. Toch kan het voorkomen dat de informatie op deze website verouderd is, onvolledig is of onjuistheden bevat. De organisatie achter Bodemloket.nl noch de data-eigenaren (gemeenten en provincies) zijn aansprakelijk voor enigerlei schade die het directe of indirecte gevolg is van of in verband staat met het gebruik van de op deze website beschikbare informatie. U helpt de overheid door eventuele geconstateerde fouten of gebreken te melden. Bodemloket wordt gevuld door de provincies en gemeenten die op de kaart van Nederland groen gekleurd zijn. Het kan voorkomen dat andere instanties zoals kleinere gemeenten óók bodeminformatie bezitten. Deze informatie wordt voorlopig niet op deze website getoond. U kunt daarom voor een compleet beeld ook uw gemeente raadplegen.Het komt voor dat locaties (nog) niet zijn ingetekend op de kaart. Informatie over deze locaties ontbreekt dan ook op bodemloket.

http://www.bodemloket.nl/map/rapport_locatie_print.asp?ID=NB082400369

11-3-2011

Ligging nerts- en pelsdierenfokkerij

Bodemkwaliteitskaart gemeente Oisterwijk Ontgravingskaart bovengrond

°

T: F: E: I:

040 259 46 64 040 269 45 99 [email protected] www.milieudienst.sre.nl

Legenda water

Zones Oisterwijk, wonen < 1945 Moergestel, wonen < 1945 Wonen 1945-1995 en Moergestel, industrie < 1995 Oisterwijk, industrie < 1995 Buitengebied en ontwikkelingen na 1995

Bodemkwaliteitsklassen Achtergrondwaarden Wonen Industrie, met P95 > I Gemeentegrens

0

500

1.000

1.500 m

Opdrachtgever:

Gemeente Oisterwijk

Projectnummer:

472880

Kaartnummer:

4

Datum:

28-4-2009

Auteur:

FL

Formaat:

A3

Schaal:

1:44.000

Copyright:

© SRE Milieudienst Eindhoven © Topografische Dienst Kadaster

Bijlage 4: Waterhuishoudkundigplan

(water)bodemonderzoek

GIS

bodembescherming ecologie

(water)bodemsanering

beleidsondersteuning

directievoering

asbestinventarisaties

geofysisch onderzoek

veiligheid

Due Dilligence Assessments

geofysisch onderzoek

energieadvies

kwaliteitszorg

projectmanagement

milieumanagement (water)bodemonderzoek subsidies

Waterhuishoudkundig plan

detachering

veiligheid

geohydrologisch onderzoek

(water)bodemsanering energieadvies

Reuselhof te Moergestel

waterhuishoudingsplannen

waterhuishoudingsplannen

subsidies

energieadvies RO-projecten Due Dilligence Assessments

RO-projecten

GIS

waterplannen

subsidies

(water)bodemsanering

beleidsondersteuning kwaliteitszorg

geohydrologisch onderzoek

asbestinventarisaties

projectmanagement

directievoering (water)bodemonderzoek

ecologie

detachering

Inhoudsopgave 1

Inleiding

1

2

Locatiebeschrijving en geplande ontwikkeling 2.1 Huidige situatie 2.2 Ontwikkeling op inbreidingslocatie 2.3 Geohydrologie

2 2 2 3

3

Eisen 3.1 3.2 3.3

4 4 5 5

4

Waterhuishoudkundige invulling 4.1 Algemene beschrijving 4.2 Dimensionering systeem 4.3 Noodzaak tot maaiveldophoging t.a.v. ontwatering 4.4 Opmerkingen, aandachtspunten en ontwerprandvoorwaarden

en randvoorwaarden Provinciaal, landelijk en Europees beleid Eisen en randvoorwaarden Waterschap de Dommel Eisen en randvoorwaarden gemeente Oisterwijk

Bijlagen 1 Stedenbouwkundig plan 2 Geohydrologisch onderzoek 3 Uitdraai HNO-tool

7 7 11 13 13

Waterhuishoudkundig plan Reuselhof te Moergestel

1

Inleiding

In opdracht van Park Heerengoed bv heeft Geofox-Lexmond bv, als onafhankelijk adviesbureau1, een waterparagraaf opgesteld voor de locatie Reuselhof te Moergestel. Aanleiding en doel De opdrachtgever is voornemens om de locatie te herontwikkelen. Hierbij zal de huidige bebouwing (bejaardenhuis) plaatsmaken voor grondgebonden woningen. Door de gemeente Oisterwijk en waterschap de Dommel wordt een waterparagraaf inclusief dimensionering van het watersysteem gevraagd. Het doel van de dimensionering is om de invulling en omvang van het benodigde watersysteem te bepalen. In de waterparagraaf worden relevante (ruimtelijke) aspecten ten aanzien van de waterhuishouding in de toekomstige situatie beschouwd. Geplande ontwikkeling Er wordt een combinatie van tussenwoningen, twee-onder-één kappers en vrijstaande woningen gerealiseerd. De locatie is gelegen aan de noordoostzijde van de woonkern Moergestel in de gemeente Oisterwijk (zie navolgende figuur).

Figuur 1.1: Indicatieve situering locatie In het rapport komt achtereenvolgens aan de orde: een beschrijving van de huidige locatie en geplande ontwikkeling, eisen en randvoorwaarden voor de geplande ontwikkeling ten aanzien van de waterhuishouding en de geplande waterhuishoudkundige invulling.

1

De opdrachtgever en terreineigenaar zijn geen zuster- of moederbedrijf en komen niet uit de eigen organisatie zodat de onafhankelijkheid van het onderzoek is gewaarborgd.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

1 van 14


2

Locatiebeschrijving en geplande ontwikkeling

2.1

Huidige situatie

De betreffende inbreidingslocatie heeft een oppervlak van circa 1,2 ha en is momenteel voor ongeveer 50% verhard en bebouwd. De locatie wordt aan de westzijde begrensd door waterloop de Reusel. Het waterpeil in de Reusel bedraagt ter hoogte van Moergestel, op basis van een gemiddelde afvoer, 8,7 m+NAP. Daarnaast is door het waterschap aangegeven dat het gewenste peil van de Reusel, ter hoogte van de bomenrij (juist stroomopwaarts van de locatie), 8,9 m+NAP bedraagt2.

2.2

Ontwikkeling op inbreidingslocatie

Door de opdrachtgever is een tekening aangeleverd (zie figuur 2.1) met daarin de toekomstige verhardingssituatie. Op het linker gedeelte van de figuur (noord) zijn 5 kavels te zien waar vrijstaande woningen gebouwd kunnen worden. Het rechter gedeelte van de figuur (zuid) zijn de verharde delen te zien waar tussen woningen, geschakelde woningen en twee onder één kappers voorzien zijn.

Figuur 2.1: Toekomstige verhardingssituatie (grijs is verhard, groen is onverhard) De verdeling verhard/onverhard oppervlak is voor de huidige en toekomstige situatie nader gespecificeerd in onderstaande tabel. Tabel 2.1: Oppervlakteverdeling in huidige en toekomstige situatie Oppervlaktes Huidig m2 Verharding (bebouwing en verharding) 7.0351) onverhard terrein 5.3411) totaal 12.376

Toekomstig m2

6.2602) 6.1162) 12.376

E.e.a. op basis van: 1) aangeleverde tabel per mail door W. van de Wier (d.d. 29-11-2013) en 2) een ontwerp, afkomstig van de opdrachtgever: “Reuselhof Moergestel, Studie, overzicht oppervlaktes”, d.d. 08-05-2013). 2

Bron: Waterschap de Dommel, mevrouw M. Rensink d.d. 26 november 2013.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

2 van 14


2.3

Geohydrologie

De geohydrologie ter plaatse is in het verleden door Geofox-Lexmond bv onderzocht (“onderzoek naar bodemopbouw en k-waarde”, kenmerk 20130754_a1BRF.doc, d.d. 19 juni 2013). Voornoemd briefrapport is opgenomen in bijlage 2. Hierin is de bodemopbouw tot 2 m-mv beschreven en gecategoriseerd als matig fijn zand (tot 1 m-mv) en zeer fijn zand (tot 2 m-mv). De doorlatendheid van de zeer fijne zandlaag (tussen 1 en 2 m-mv) is matig tot slecht en bedraagt op basis van 3 metingen gemiddeld 0,5 m/dag. Door de heer F. Veeke van de gemeente Oisterwijk (d.d. 24-09-2013) is aangegeven dat de GHG, GG en GLG ter plaatse van een gemeentelijk peilpunt in de voortuin van de Reuselhof respectievelijk 9,86, 9,29 en 8,92 m+NAP bedraagt. Op basis van de langdurige grondwaterstandsgegevens afkomstig van het TNO-meetnet, de gegevens van de gemeente Oisterwijk en de resultaten van door Geofox-Lexmond gemeten indicatieve grondwaterstanden op locatie wordt ter plaatse van de onderzoekslocatie een GHG van afgerond circa 9,8 m+NAP (0,6 à 0,8 m-mv) verwacht. De GG en GLG bedragen naar verwachting respectievelijk 9,3 m+NAP (1,1 à 1,4 m-mv) en 8,9 m+NAP (1,6 à 1,8 m-mv). Voor het vervolg van de rapportage wordt echter een GHG van 9,86 m+NAP gehanteerd.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

3 van 14


3 3.1

Eisen en randvoorwaarden Provinciaal, landelijk en Europees beleid

Het beleid van de rijksoverheid op het gebied van duurzaam watergebruik in Nederland is ontwikkeld in een aantal nota’s en beleidsplannen: § Vierde Nota Waterhuishouding, NW4 (1998); § Nationaal Bestuursakkoord Water (2003); § Europese Kaderrichtlijn Water, KRW (2008); § Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening, NRO5 (2002). Momenteel zijn binnen Nederland bij ruimtelijke plannen ten aanzien van de waterhuishoudkundige invulling de volgende algemene eisen en voorwaarden van kracht: § De toekomstige effecten van ingrepen in de huidige waterhuishoudkundige situatie dienen in alle gevallen “hydrologisch neutraal” te zijn. Dat wil zeggen, dat in de toekomstige situatie op waterhuishoudkundig gebied in elk geval geen negatieve effecten mogen optreden wanneer veranderingen in de huidige situatie worden aangebracht; § De wettelijke voorkeursvolgorde voor de berging van hemelwater (regenwater) in de toekomstige situatie is achtereenvolgens: a) hergebruik voor huishoudelijke doeleinden of bedrijfsdoeleinden, b) infiltratie in de (boven)grond, c) lozen op het oppervlaktewater en d) afvoeren via de riolering van een verbeterd gescheiden rioolstelsel; § Het begrip “hydrologisch neutraal” heeft niet alleen betrekking op kwantitatieve, maar ook op kwalitatieve aspecten van de waterhuishouding in de toekomstige situatie. Veranderingen die een negatief effect hebben op de kwaliteit van het grondwater en/of het oppervlaktewater zijn niet toegestaan; § Bij het zoeken naar oplossingsrichtingen voor het hergebruik of de berging van hemelwater moet primair binnen de eigen perceelsgrenzen gekeken worden. Alleen in bijzondere gevallen kan naar oplossingsmogelijkheden buiten de eigen grenzen gezocht worden. Dit dient in overleg met de gemeente, het waterschap en/of de provincie Noord-Brabant te geschieden; § De algemeen geldende norm met betrekking tot de ontwateringsdiepte3 in stedelijke gebieden is 0,7 m. Daarnaast gelden op de locatie enkele specifieke voorwaarden op basis van provinciaal beleid (Verordening Water en Verordening Ruimte artikel 4.3 en 5.7). Zo wordt de grond langs de Reusel op basis van de Verordening Water aangewezen als regionale kering. Daarnaast bevindt de locatie zich (deels) binnen het zoekgebied voor ecologische verbindingszones en het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen. Hiervoor worden in algemene zin de volgende voorwaarden gesteld: § De regionale kering langs de Reusel ter hoogte van de locatie dient in het plangebied te worden geïntegreerd (ophoging). Deze ophoging dient aan te sluiten op de hoogtes van de kering die blijft liggen; § Voor het zoekgebied voor ecologische verbindingszones (binnen een afstand van 50 meter tot de zone) en het zoekgebied voor behoud en herstel van watersystemen (binnen een afstand van 25 meter tot de zone), gelden beperkingen ten aanzien van stedelijke, agrarische en recreatieve ontwikkelingen, voor zover nodig om te voorkomen dat het gebied minder geschikt wordt voor de verwezenlijking, behoud en beheer van respectievelijk de ecologische verbindingszone en het watersysteem.

3

de ontwateringsdiepte is het hoogteverschil tussen het toekomstige straatpeil en de (gemiddeld hoogste) grondwaterstand.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

4 van 14


3.2

Eisen en randvoorwaarden Waterschap de Dommel

Op basis van de Keur 2013 van Waterschap De Dommel, “Beleidsregels inrichtingsvarianten ‘meandering’ en natte natuurzone 2010, “Beleidsregels voor lozingen verhard oppervlak” en “Beleidsregels onderhoudsstroken langs a-wateren 2010, waterschap de Dommel” zijn onderstaande eisen en randvoorwaarden geformuleerd: § Randvoorwaarde bij een ruimtelijk plan is om hydrologisch neutraal te bouwen voor de toename aan verhard oppervlak; § De piekneerslag zal ter plaatse verwerkt moeten worden, bijvoorbeeld door te zorgen voor voldoende infiltratie, ondergrondse buffering of bovengrondse buffering. Hiervoor gelden hydraulische voorwaarden op basis van de nota "Ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk" en de praktische vertaling van deze nota in de vorm van een rekeninstrumentarium (HNO-tool), door het waterschap beschikbaar gesteld via de website. Ter voorkoming van een (toename van) een lozing wordt een buffering tot een T=10+10% situatie en een vrijwaring van overlast in een T=100+10% situatie voorgeschreven; § Wordt er afgevoerd op oppervlaktewater dan is bij licht verontreinigd water een bodempassage gewenst en bij matig verontreinigd water is deze vereist; § Daarnaast is een vergunning nodig voor het inbrengen van hemelwater in een oppervlaktewaterlichaam (wanneer dit meer dan 40 m3/uur bedraagt); § Het is verboden zonder vergunning veranderingen aan te brengen in afmetingen of constructie van een oppervlaktewaterlichaam (A-watergang) of ingrepen te verrichten die een onomkeerbaar effect hebben in relatie tot beekherstel, dan wel het meanderende en/of natuurlijke karakter van de beek; § Afhankelijk van de inrichting van de voorziening, dient een obstakelvrije en berijdbare onderhoudsstrook te worden aangelegd naast de waterloop; § Kunstwerken dienen te allen tijde vrij toegankelijk te zijn en op een afstand van 10 meter van een kunstwerk mag geen bebouwing komen; § Bij het realiseren van nieuwbouwplannen wordt sterk de voorkeur gegeven aan het gebruik van niet-uitloogbare bouwmaterialen. Dit komt de kwaliteit van het af te koppelen hemelwater ten goede.

3.3

Eisen en randvoorwaarden gemeente Oisterwijk

Naast de landelijke en de door het waterschap gestelde eisen, worden door de gemeente Oisterwijk de volgende specifieke eisen gehanteerd: § Het geheel te realiseren oppervlak dient afgekoppeld te worden. Dit betekent dat de geplande herontwikkeling als hydrologisch positief bestempeld kan worden. De voorkeur gaat uit naar berging in een draszone, eventueel gecombineerd met berging en infiltratie op de locatie middels een infiltratietransport (IT-) riool. Voor de draszone geldt dat deze over de volle beschikbare ruimte wordt toegepast en er mogelijk gevarieerd wordt met de taludhelling om een natuurlijk effect te creëren; § Het is niet toegestaan om de berging in het cunet van het IT-riool mee te nemen in de bergingsberekening; § Er is sprake van een transportleiding met een overstortfunctie die langs de noordgrens van het terrein loopt. Binnen het plan moet deze constructie compleet opgenomen worden en bereikbaar gemaakt worden voor onderhoud, beheer en vervanging op termijn. Om dit mogelijk te maken dient aan één zijde van de leiding een strook van 3 meter vrijgehouden te worden (erfdienstbaarheid). Het overstortwater van het DWA-riool en het hemelwater in de draszone mag niet met elkaar vermengen;

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

5 van 14


§

§ §

§

§ §

Het hemelwater van alle woningen dient aangesloten te worden op het hemelwaterafvoersysteem (HWA-systeem). Woningen dienen oppervlakkig afgekoppeld te worden en niet rechtstreeks aangesloten worden op het HWA-riool. Het ontwerp van de woningen en de HWA systemen moet daarop ingericht worden; Dekking bovenop (infiltratie)rioolleidingen dient afgestemd te worden op de aansluitmogelijkheden voor kolken; Bij de Hofakker (een straat die grenst aan het zuidelijke gedeelte van het plangebied) is een IT-riool aanwezig die momenteel aangesloten is op de Reusel. Deze dient aangesloten te worden op de draszone; De uitstroomvoorziening van het HWA-systeem dient voorzien te worden van een overstortmuur en terugslagklep. Binnen de gemeente Oisterwijk geldt een stuwpeil voor de overstortdrempel tot 0,70 m-mv, tenzij het buitenwater hoger kan komen; (Oppervlakkige)afstroming van hemelwater naar belendende percelen is niet toegestaan; Ten behoeve van het na een bui snel beschikbaar zijn van de bufferruimte in de draszone, wordt een leegloopvoorziening met b.o.b.-hoogte op GHG-niveau voorzien in het dijkje. Hierbij geldt een maximaal landbouwkundige afvoer van 1,67 l/s/ha.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

6 van 14


4

Waterhuishoudkundige invulling

4.1

Algemene beschrijving

Binnen de inbreidingslocatie dient een gescheiden afvoerstelsel te worden gerealiseerd, waarbij het regenwater gescheiden van het vuilwater wordt afgevoerd. Het vuilwater zal voornamelijk bestaan uit huishoudelijk afvalwater (wc’s, douches etc.). Het vuilwaterriool wordt aangesloten op het gemengd rioolstelsel in de Oostelvoortjes, waarbij rekening wordt gehouden met de b.o.b.-hoogte van het bestaand stelsel. Bergingseis Op basis van een berekening middels de HNO-tool4 van waterschap De Dommel en uitgaande van een hydrologisch positieve ontwikkeling, blijkt dat er minimaal 300 m3 hemelwater verwerkt dient te worden in een T=10+10% situatie het eigen terrein en binnen de draszone die parallel loopt aan de Reusel. Zie bijlage 3 voor een rapportage van de hoeveelheid benodigde berging voor deze locatie, zoals gegenereerd middels de HNO-tool. In een T=100+10% situatie dient 403 m3 geborgen te worden. Waterhuishoudkundige invulling Het hemelwater zal verwerkt worden in een hemelafwateringsstelsel, waarbij gebruik wordt gemaakt van een zogenaamd IT-riool (infiltratie-transport riool). Verwacht wordt dat een gedeelte van het hemelwater middels dit IT-riool zal infiltreren in de ondergrond. Het resterende gedeelte van het te verwerken hemelwater wordt geborgen in een draszone die aangelegd wordt aan de oostzijde van de Reusel ter hoogte van de locatie. Hiervoor wordt een bestaande sloot die parallel loopt aan de Reusel verbreed en wordt het dijkje tussen de sloot en de Reusel verlaagd en versmald, waarbij het wateroverschot in de draszone komt. Naast infiltratie wordt voor de afvoer van het wateroverschot (waterpeil boven GHG), een leegloopvoorziening met terugslagklep in de kade beoogd. In navolgende foto is de parallelsloot te zien waarin de draszone gerealiseerd wordt. Er wordt een onderhoudspad gecreëerd waarmee het gemaal van de gemeentelijke riooloverstort van het DWA-riool bereikbaar blijft voor onderhoud, beheer en vervanging op termijn. Daarnaast wordt het tracé van de overstortleiding vrijgehouden van bebouwing/obstructies zodat onderhoud aan het leidingwerk gedaan kan worden en/of de leiding vervangen kan worden (3 meter aan weerszijde van de leiding, erfdienstbaarheid). De overstort is aangesloten op de parallelsloot ten noorden van de draszone. De kade dient zo doorgetrokken te worden dat er geen vermenging plaats kan vinden tussen het overstortwater en het hemelwater in de draszone. Daarnaast wordt het verhoogde maaiveld in het plangebied aangesloten op de regionale kering, zodat deze niet wordt onderbroken.

4

De HNO-tool is een rekenmodule die onder andere door waterschap De Dommel wordt gebruikt om te toetsen wat de hoeveelheid te verwerken hemelwater is. Zie bijlage 3 voor een rapportage van de hoeveelheid benodigde berging voor deze locatie zoals gegenereerd middels de HNO-tool.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

7 van 14


Figuur 4.1: Foto parallelsloot huidige situatie en de Reusel.

Legenda Indicatieve ligging draszone

Foto 4.1

Figuur 4.2: Luchtfoto met globale ligging te realiseren draszone. IT-riool Het hemelwater dat terecht komt op de planlocatie wordt grotendeels afgevoerd middels een hemelafwateringsstelsel (HWA-stelsel) waarbij deels gebruik wordt gemaakt van afgerond 400 meter aan IT-riool (infiltratie-transport riool).

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

8 van 14


Door het toepassen van IT-riool kan een gedeelte van het hemelwater infiltreren in de ondergrond, waardoor uiteindelijk minder water in de draszone terecht komt. Hierbij is het van belang dat er sprake is van een uitstroomvoorziening met een drempelhoogte, terugslagklep en uitstroom/leegloopvoorziening die ervoor zorgt dat er alleen water wordt overgestort wanneer het IT-riool geheel gevuld/verzadigd is en waarmee de uitstroom gereguleerd kan worden. Het water dat in de achtertuinen terecht komt dient door de bewoners zelf opgevangen/geborgen te worden met een overloopconstructie op het DWA-riool. Het hemelwater dat op de daken komt dient aangesloten te worden op het hemelwaterafvoerstelsel. Het is niet toegestaan om dit ondergronds te doen. Het dakoppervlak van de woningen dient derhalve oppervlakkig aangesloten te worden. Dit kan gedaan worden door het dakoppervlak via de voorzijde af te laten wateren op de straat. Ook kan, voor de achterzijde van zadeldaken, gedacht worden aan een ondergrondse leiding waarmee het hemelwater middels een opwelkolk op de straat terecht komt. In navolgende figuur is een mogelijk afwateringspunt gedefinieerd.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

9 van 14


Scheiding parallelsloot en draszone

DWA-gemaal

Overstortleiding Onderhoudspad

IT-riool kade

dijk Draszone

Uitstroomvoorziening HWA-systeem

HWA-riool

Figuur 4.3: Stedenbouwkundig plan met indicatieve mogelijke ligging IT-riool (TB-infra, projectnummer Calc13324, d.d. 10-12-2012) en indicatieve ligging draszone die als uitgangspunt dient voor de berekeningen.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

10 van 14


4.2

Dimensionering systeem

IT-riool Het IT-riool dient boven de GHG aangelegd te worden, wat inhoudt dat de b.o.b.-hoogte op minimaal 9,86 m+NAP gelegd wordt. Wanneer uitgegaan wordt van een diameter van 300 mm zal de bovenkant van het riool op 10,16 m+NAP gelegd worden. Er dient rekening gehouden te worden met voldoende dekking bovenop het riool. De hoeveelheid benodigde gronddekking bepaalt het uiteindelijke minimale maaiveldniveau. Woningen mogen niet rechtstreeks aangesloten worden, maar alleen bovengronds afwateren. Het ontwerp van de woningen en de HWA-systemen moet daarop ingericht worden. Voor het aanleggen van het IT-riool dient grondverbetering toegepast te worden. In onderstaande figuur is een schematisatie van een dwarsdoorsnede weergegeven van het IT-riool. maaiveld 10,6 m+NAP (minimaal) Peilniveau berging vol = 10,16 m+NAP

IT-riool 3:2

Peilniveau (berging leeg) = GHG = 9,86 m+NAP Ontgravingsniveau = 9,56 m+NAP 1,0 meter

Figuur 4.4: Schematische voorstelling vertraagde instroom/uitstroomvoorziening Het IT-riool zorgt voor berging en infiltratie van hemelwater naar de omliggende bodem. Hieronder is een berekening uitgevoerd van achtereenvolgens de bergings- en infiltratiecapaciteit van het IT-rioolsysteem. Berging in riool: Hieronder is de berging in het riool berekend: Pi (3,14) * (straal) 0,15^2 = 0,077 m3/m1 (kubieke meter per strekkende meter). Uitgaande van een sleuflengte van 400 meter kan er 0,077 m3/m1 * 400 m1 = 30,8 m3 geborgen worden. Infiltratiecapaciteit riool-cunet In de berekeningen is alleen uitgegaan van infiltratie via de onderste helft van het infiltratieriool (worst-case benadering). Het infiltrerend oppervlak bedraagt 2 * Pi * r (straal) / 2 = 2 *Pi * 0,15 / 2 = 0,42 m per strekkende meter. Dit betekent dat er 0,42 * 400 m = 336 m2 aan oppervlak is waardoor infiltreert. Met een infiltratiesnelheid van 0,2 m/dag (horizontale infiltratie) is de infiltratiecapaciteit naar beneden afgerond 33,6 m3/dag (1,4 m3/uur). Uitstroomvoorziening Om ervoor te zorgen dat infiltratie plaatsvindt, dient een uitstroomvoorziening met (regelbare) drempel gemaakt te worden. Hiermee wordt ervoor gezorgd het hemelwater in het IT-riool blijft en kan infiltreren maar dat de voorziening ook leeg kan lopen wanneer dit wenselijk is.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

11 van 14


De (standaard)drempelhoogte van de uitstroomvoorziening dient zodanig gekozen te worden dat overstort pas plaatsvindt wanneer het IT-riool vol is. Wanneer uitgegaan wordt van een IT-riool met een binnendiameter van 300 mm en een b.o.b.-hoogte van 9,86 m+NAP, dan dient de drempelhoogte 10,16 m+NAP te zijn. Daarnaast kan gebruik gemaakt worden van een zogenaamde knijpconstructie waarbij water vertraagd afgevoerd wordt zodat het IT-riool binnen een bepaalde tijd leegloopt. De uitstroomvoorziening dient een terugslagklep te hebben om te voorkomen dat hemelwater vanuit de draszone het IT-riool instroomt. Aangeraden wordt om de uitstroomvoorziening en (eventuele) leegstroomvoorziening civieltechnisch nader uit te werken in overleg met de gemeente en het waterschap. Dit betreft met name de afvoer en de afmeting en vorm van de constructie. In onderstaande figuur is een schematische weergave van de draszone en de voorgestelde uitstroom- en leegloopvoorziening weergegeven. Reuselhof

Reusel

maaiveld 10,6 m+NAP (minimaal) Overgang naar Reusel Draszone IT-riool

Peilniveau (berging leeg) = GHG = 9,86 m+NAP terugslagklep Uitstroomvoorziening met in hoogte regelbare drempel (10,16 m+NAP) en knijpconstructie

Leegloopvoorziening in dijk

Figuur 4.5: Schematische dwarsdoorsnede draszone met voorgestelde uitstroomvoorziening en leegloopvoorziening (niet op schaal). Draszone In voorgaande paragraaf is berekend dat afgerond 30 m3 geborgen kan worden in het IT-riool (exclusief cunet). De infiltratiecapaciteit bedraagt afgerond 67 m3/dag. Wanneer alleen uitgegaan wordt van de bergingscapaciteit (worst-case benadering) betekent dit dat er 270 m3 verwerkt moet worden in de draszone in een T=10+10% en 373 m3 in een T=100+10% situatie. Om een indicatie te krijgen van het benodigde ruimtebeslag5 voor het bergen van de totale wateropgave in oppervlaktewater op de locatie is een berekening uitgevoerd. Hierbij is uitgegaan van een beschikbare bergingshoogte van 0,3 meter boven GHG (voorafgaand aan de bui-norm), een talud van 1:5 en een totale lengte van 140 meter tijdens een T=10+10% situatie. De hoeveelheid benodigd oppervlak aan de waterlijn is berekend bij een situatie waarbij de berging in draszone geheel gevuld is. Hierbij wordt opgemerkt dat de hoeveelheid oppervlakte aan het maaiveld groter is. Dit is afhankelijk van de taludhelling.

5

Hierbij wordt opgemerkt dat hierbij uitgegaan wordt van geschematiseerde uitgangspunten. Wanneer hiervan wordt afgeweken kan het ruimtebeslag afwijken.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

12 van 14


Uitgaande van een T=10+10% situatie bedraagt het oppervlak aan de waterlijn afgerond circa 1.000 m2 en uitgaande van een T=100 +10% situatie bedraagt het benodigde oppervlak aan de waterlijn afgerond 1.300 m2. Het hemelwater dat in de draszone wordt geborgen zal vertraagd infiltreren in de ondergrond, waardoor de draszone na een bui leeg raakt en er weer berging beschikbaar komt voor een volgende regenbui. Daarnaast wordt een leegloopvoorziening in de dijk met een b.o.b.-hoogte op GHG-niveau gewenst, waardoor de berging na een regenbui nog sneller beschikbaar komt. Hierbij is gerekend met een afvoer van 0,67 l/s/ha (circa 35 m3/dag bij een aangesloten verhard oppervlakte van 0,63 ha). Als alleen wordt uitgegaan van infiltratie met een capaciteit van 0,2 m/dag (de helft van de gemeten waarde 0,4 m/dag) en alleen infiltratie via het taludhelling (niet via de bodem), zal de volledige berging boven GHG binnen 3 dagen weer beschikbaar zijn. Als de leegloopvoorziening ook wordt meegenomen in de berekening, zal de volledige berging na ruim 2 dagen weer beschikbaar zijn. Navolgend is een schematische dwarsdoorsnede weergegeven van de draszone (zie figuur 4.6). Door de opdrachtgever is aangegeven dat de draszone de volledige beschikbare ruimte in beslag neemt.

10,6 m+NAP

10,2 m+NAP

Berging

Figuur 4.6: Schematisch dwarsprofiel draszone (toekomstig)

4.3

Noodzaak tot maaiveldophoging t.a.v. ontwatering

Om te voldoen aan de landelijk geldende ontwaterings- en droogleggingsnorm dient het maaiveld van de inbreidingslocatie opgehoogd te worden tot minimaal 10,6 m+NAP (0,7 m boven de GHG). Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de minimale dekkingseis voor riolering van de gemeente Oisterwijk.

4.4

Opmerkingen, aandachtspunten en ontwerprandvoorwaarden

Tenslotte worden, aanvullend op het ontwerp van het hemelwatersysteem, nog enkele specifieke zaken vermeld die van belang zijn voor de ontwikkeling ter plaatse: § De dijk dient berijdbaar en obstakelvrij te zijn, zodoende voldoende mogelijkheden te bieden voor onderhoudswerkzaamheden aan de draszone; § Met de ontwikkelingen dient de functie van het gebied met betrekking tot ecologie en waterstructuur te worden geborgd, waarbij de huidige constructie en afmetingen van de Reusel niet mogen worden gewijzigd; § Er wordt sterk afgeraden gebruik te maken van uitloogbare materialen;

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

13 van 14


§

§

§ §

Het bouwpeil komt iets hoger te liggen dan de omliggende percelen. In alle gevallen moet afstroming voorkomen worden naar belende percelen. Dat geldt voor zowel een T=10+10% situatie als een T=100+10% situatie. Er moet daarom ook rekening gehouden worden met de bestaande sloot tussen de planomgeving en het veel lager gelegen terrein aan de noordkant van het plan. Daarnaast dient rekening gehouden te worden dat hemelwater oppervlakkig vanaf de straten afstroom richting gedeelten buiten het plangebied. Hiervoor kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van waterkerende drempels bij ontsluitingen van het plangebied die meteen als verkeersdrempels dienen. Aangeraden wordt om drempels met een hoogte van minimaal 0,3 meter aan te houden en dit nader civieltechnisch uit te worken in een definitief ontwerp. Daarnaast kan gekozen worden het wegtracé te laten aflopen richting de Reusel; Het huishoudelijk afvalwater zal via een DWA-riool worden afgevoerd naar het gemeentelijk rioolstelsel onder de Oostervoortjes. De hoogteligging van dit DWA-riool dient te worden afgestemd op de b.o.b.-hoogte van het bestaande rioolstelsel; Aangeraden wordt om de drempelhoogte van de woningen (bouwpeil) circa 0,3 meter hoger aan te leggen dan de hoogte van de omliggende weg; Voor de aanleg van het DWA-riool dient bemalen te worden.

Disclaimer Het onderzoek (i.h.k.v. 20130754) is op een zorgvuldige wijze uitgevoerd met behulp van de voor het onderzoek gangbare technieken, inzichten en methodes. Bij het uitvoeren van onderzoek streven wij optimale representativiteit na. Het blijft mogelijk dat er plaatselijk afwijkingen voorkomen in de samenstelling van grond of grondwater. Deze afwijkingen komen door het steekproefsgewijze karakter van het onderzoek niet aan het licht. Daar komt bij dat onderzoek naar de bodem een momentopname is. Verandering van grond en grondwater o.a. als gevolg van het bodemgebruik kan na het onderzoek plaatsvinden. Geofox-Lexmond b.v. is niet aansprakelijk voor schade die voortkomt uit bovengenoemde aspecten.

20131362/DSMU juli 2014

20131362_a5RAP.docx

14 van 14


Bijlage 1: Stedenbouwkundig plan

20131362/RHER juli 2014

20131362_a5RAP.docx

Bijlagen


Bijlage 2: Geohydrologisch onderzoek

20131362/RHER juli 2014

20131362_a5RAP.docx

Bijlagen


Bijlage 3: Uitdraai HNO-tool

20131362/RHER juli 2014

20131362_a5RAP.docx

Bijlagen

Toetsinstrumentarium Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen Compenserende berging voor nieuw verhard gebied Algemeen Naam project


Contactpersoon initiatiefnemer

Park Heerengoed

Contactpersoon waterschap

Marion Rensink

Datum

20-01-2014

Kenmerken projectgebied

Hydrologisch neutraal ontwikkelen

Bestaand verhard oppervlak

2

0

m

2

Toekomstig verhard oppervlak

6260

m

Afvoercoëfficiënt projectgebied

0.67

l/s/ha

Infiltratiesnelheid

0.2

m/dag

GHG

9.86

m +NAP

Huidig maaiveldniveau

10.8

m +NAP

Toekomstig maaiveldniveau

10.6

m +NAP

De waterschappen Aa en Maas en De Dommel willen met deze berekening in een vroeg stadium de betrokkenen adviseren over de eisen die de waterschappen stellen ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen. Het berekende wateradvies is richtinggevend. Aan de berekening kunnen geen rechten worden ontleend.

Kenmerken infiltratievoorziening Type

IT-Riolering

Te bergen en/of infiltreren volume T=10+10%

300

m3

Extra volume hemelwater T100+10%

103

m3

Diameter IT riolering

0.3

m

Lengte

4239

m

Waterschap De Dommel Postbus 10.001 5280 DA Boxtel Bosscheweg 56 5283 WB Boxtel Tel: 0411-61 86 18 Fax: 0411-61 86 88 http://www.dommel.nl/ Waterschap Aa en Maas Postbus 5049 5201 GA 's-Hertogenbosch Pettelaarpark 70 5216 PP 's-Hertogenbosch Tel: 073-61 566 66 Fax: 073-61 566 00 http://www.aaenmaas.nl/

Pagina 1




Park Heerengoed


Marion Rensink

Datum

20-01-2014


Hydrologisch neutraal ontwikkelen


2

0

m

2


6260

m


0.67

l/s/ha

Infiltratiesnelheid

0.2

m/dag

GHG

9.8

m +NAP

Huidig maaiveldniveau

10.6

m +NAP

Toekomstig maaiveldniveau

10.6

m +NAP


Kenmerken infiltratievoorziening Type

Bovengrondse infiltratievoorziening

Te bergen en/of infiltreren volume T10+10%

300

m3

Extra volume hemelwater T100+10%

103

m3

Talud

5

1:x

Lengte

200

m

Hoogte

0.3

m

Breedte

6

m


Pagina 1




Park Heerengoed


Marion Rensink

Datum

20-01-2014



Hydrologisch neutraal ontwikkelen 2

0

m

2


6260

m


0.67

l/s/ha

Te bergen en/of infiltreren volume T10+10%

300

m3



Pagina 1

creatief

duurzaam ondernemerschap

ondernemend

mensgericht kwaliteitsgericht

ondernemend

klantgericht

duurzaam ondernemerschap mensgericht

betrouwbaar

betrokken

deskundig

creatief

flexibel

betrokken flexibel

deskundig

kwaliteitsgericht

integer

klantgericht

betrouwbaar

Geofox-Lexmond is een milieuadviesbureau met vestigingen in Gouda, Oldenzaal en Tilburg. Onze activiteiten bewegen zich op het vlak van bodem, water, milieu en ruimtelijke ordening en alle mogelijke milieuvraagstukken die zich binnen dit spectrum aandienen. Voor deze vraagstukken bedenken wij pragmatische oplossingen. Duurzaam ondernemerschap zit in onze genen. Samen met onze relaties zoeken wij continu naar de ultieme balans tussen menselijk handelen en ons leefmilieu. Elke dag opnieuw.

www.geofox-lexmond.nl / [email protected] Gouda: Tielweg 10 Postbus 2026 2800 BD Gouda T (0182) 72 90 00

Oldenzaal: Eektestraat 10-12 Postbus 221 7570 AE Oldenzaal T (0541) 58 55 44

Tilburg: Jules Verneweg 21-15 Postbus 2205 5001 CE Tilburg T (013) 458 21 61

Bijlage 5: Quickscan Ecologie

erl Buro Ma , h a p d s c L a n

e l o g i E c o

&

ant

j k e t e l i R u i m

g e n i n O rd

BM-RAPPOR T 2014

Moergestel Park Heeregoed Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 3 februari 2014

Inhoud Blz 1

Inleiding

3

1.1

Algemeen

3

1.2

Methode / doel

3

1.3

Beschrijving van het plangebied en de ingrepen

3

2

Wet- en regelgeving

4

2.1

Flora- en faunawet

4

2.2

Natuurbeschermingswet 1998

6

3

Bronnenonderzoek

8

3.1

Data uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF)

8

3.2

Gebiedsbescherming

9

4

Resultaten van het veldonderzoek

9

4.1

Algemeen

9

4.2

Beschermde soorten: resultaten en verwachting

9

5

Conclusies en aanbevelingen

12

Conclusies

12

Aanbevelingen

13

Literatuur

14

Bijlage 1

15

I m p re s s i e v a n h e t plangebied. F o t o ’s : B u ro M a e r l a n t 30-01-2014

Moergestel Park Heeregoed Eologische quickscan

1 Inleiding 1.1 Algemeen In opdracht van Park Heerengoed B.V. heeft Buro Maerlant een ecologische quickscan uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen herbestemming van het plangebied Park Heeregoed, gelegen aan de Reuselhof te Moergestel in de gemeente Oisterwijk.

1.2 Methode / doel De

ecologische

quickscan

bestaat

uit

een

veldonderzoek

en

een

bronnenonder-

zoek. Tijdens het veldonderzoek is het plangebied onderzocht op de aanwezigheid van diersporen zoals uitwerpselen, krap- en graafsporen, en is de vegetatie bekeken. Tevens zijn waarnemingen van aanwezige diersoorten gedaan. Op basis van expert-

judgement is een inschatting gemaakt van het mogelijke voorkomen van beschermde soorten. Dit is afgewogen tegen de toekomstige ontwikkelingen. Doel van het onderzoek is een goed onderbouwde inschatting te geven, zodat kan worden gehandeld conform de Flora- en faunawet.

1.3 Beschrijving van het plangebied en de ingrepen Het plangebied Park Heerengoed ligt in het oostelijke deel van Moergestel aan de Reuselhof te Moergestel in de gemeente Oisterwijk, ten oosten van een loop, de Reusel. Op dit moment bestaat het plangebied uit een (voormalig) zorgcentrum voor ouderen bestaande uit laagbouw en hoogbouw omgeven door perkjes en gazons met diverse bomen (figuur 1). Men is voornemens het plangebied te ontwikkelen voor woningbouw. Voor dit doel wordt de huidige bebouwing gesloopt en bomen op het binnenterrein gekapt. Figuur 1 G l o b a l e b e g re n zing van het plangebied op een luchtfoto van Google.


Wet- en regelgeving 2.1 Flora- en faunawet De Flora- en faunawet heeft betrekking op de bescherming van in het wild voorkomende planten diersoorten. Deze bescherming heeft als doel het voortbestaan van soorten (géén individuen) te waarborgen. Het veroorzaken van schade aan planten en dieren is in principe verboden, tenzij men hier uitdrukkelijke toestemming voor heeft (nee, tenzij principe). De verbodsbepalingen gelden voor circa 500 planten diersoorten. Verbodsbepalingen De volgende verbodsbepalingen (tabel 1) in de Flora - en faunawet zijn voor dit onderzoek relevant: Artikel 8

Verbodsbepaling Het verbod om planten behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei wijze van hun groeiplaats te verwijderen.

9

Het verbod om dieren te doden, te verwonden, te vangen, te

Tabel 1 Beknopte w e e rgave verbod s bepalingen u i t artikel 8 t/m 1 3 uit de Flora - e n Faunawet

bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. 10

Het verbod om dieren opzettelijk te verontrusten.

11

Het verbod om nesten, holen, of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren.

12

Het verbod om eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.

13

Het verbod planten, producten van planten of dieren dan wel eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot beschermde inheems of uitheemse dier- of plantensoorten te vervoeren, ten vervoer aan te bieden of af te leveren.

Zorgplicht In artikel 2 van de Flora- en faunawet wordt verwacht, dat iedereen voldoende zorg in acht neemt voor alle (dus ook niet beschermde) planten en dieren en de leefomgeving. Het kan worden gezien als een fatsoenseis. Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) In 2005 heeft de minister van LNV door middel van een AMvB de regels vereenvoudigd door wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet. Bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig behoud of beheer geldt in een aantal gevallen een vrijstelling op de verbodsbepalingen. De


zorgplicht blijft echter van kracht. Er zijn drie categorieën of tabellen van beschermde soorten opgesteld (zie tabel 2 en bijlage 1): Categorie Ta b e l 2 B e s c h e r m i n g s regimes 1 t/m 3 A M v B a r t i k e l 75 v a n d e F l o r a - en f a u n a wet

1

Omschrijving In deze categorie zijn algemeen voorkomende beschermde soorten opgenomen. Bij ruimtelijke ontwikkeling, bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt voor deze soorten geldt op voorhand een vrijstelling van artikel 8 t/m 12. Dit is zonder verdere eisen (lichte toets). Voor andere activiteiten dient een ontheffing te worden aangevraagd.

2

Hier onder vallen minder algemene, niet bedreigde soorten. Indien men werkt volgens een goedgekeurde gedragscode is geen ontheffing nodig. In de andere gevallen is een ontheffing nodig. Voor het verkrijgen van een ontheffing dient men aan te tonen, dat er geen inbreuk wordt gedaan op de gunstige instandhouding van de soort.

3

Tabel 3-soorten zijn strikt beschermd. Dit zijn soorten uit bijlage IV van de Habitatrichtlijn en bedreigde soorten die bij Algemene Maatregel van Bestuur zijn aangewezen. Alle vogelsoorten vallen hier ook onder. Voor broedende vogels wordt in principe nooit ontheffing verleend, omdat werkzaamheden buiten het broedseizoen kunnen worden uitgevoerd. Voor ruimtelijke ontwikkeling is een ontheffing nodig. Deze wordt alleen verkregen als wordt aangetoond, dat geen alternatieven voor handen zijn en wezenlijk negatieve effecten kunnen worden uitgesloten. Van de initiatiefnemer wordt gevraagd schade zoveel mogelijk te beperken(mitigatie) en dienen veelal alternatieven te worden geboden(compensatie). Door een effectbeoordeling via een uitgebreide toets en een compensatieplan kan onder voorwaarden een ontheffing worden verkregen. Indien sprake is van bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik dient men te werken met een goedgekeurde gedragscode. Indien men deze niet zelf op heeft gesteld, is het mogelijk gebruik te maken van reeds bestaande gedragscodes. Als geen gedragscode voor handen is dient een ontheffing te worden aangevraagd. Voor overige activiteiten is altijd een ontheffing nodig, waarbij bovengenoemde criteria gelden.

Indien alleen tabel-1 soorten worden aangetroffen volstaat voor ruimtelijke ontwikkeling een quickscan (lichte toets). Wanneer tabel 2 of 3- soorten worden aangetroffen of worden verwacht kan afhankelijk van toekomstige ingrepen en de soort aanvullende toetsing nodig zijn (uitgebreide toets). Doorgaans is daarvoor intensiever onderzoek nodig in het geschikte jaargetijde. Per augustus 2009 is de beoordeling Flora- en faunawet bij ruimtelijke ingrepen door de Dienst Regelingen gewijzigd, waardoor bij aantoonbaar voldoende mitigatie en compensatie voor strikt beschermde soorten niet altijd meer een ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Middels een positieve afwijzing worden maatregelen door DR getoetst en goedgekeurd (géén ontheffing nodig mits de maatregelen worden uitgevoerd). Door een recente uitspraak van Moergestel Park Heeregoed Eologische quickscan

Raad van State (11 juli 2012) lijkt de positieve afwijzing van de baan en zal vaker een ontheffing nodig zijn. Dienst Regelingen beoordeelt aanvragen vanaf heden op basis van deze uistpraak, maar blijft op het standpunt dat een positieve afwijzing in sommige gevallen nog afgegeven kan worden. Behoud van functioneel leefgebied is hierbij essentieel en niet alléén het treffen van mitigerende maatregelen. Ontheffingen voor Habitatrichtlijnsoorten worden vrijwel niet meer verleend. Nesten van vogels zijn doorgaans alleen beschermd tijdens het broedseizoen. Van een beperkt aantal vogelsoorten zijn nesten ook buiten het broedseizoen en dus jaarrond beschermd (zie tabel 3). Categorie

Omschrijving Jaarrond beschermde nesten

Ta b e l 3 B e s c h e r m i n g s c a t e g or i e ë n n e s t e n , w a a r v an d e v e r b o d s b e p a l i n g en v a n a r t i k e l 1 1 v a n de F l o r a - e n f a u n a w et j a a r ro n d ( 1 t / m 4 ) of t i j d e n s h e t b ro e d s eiz o e n ( c a t e g o r i e 5) g e l d en

1

Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil).

2

Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk zijn van bebouwing of biotoop. De fysiekke voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus).

3

Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk).

4

Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil). Niet jaarond beschermde nesten Let op: onderbouwing en eventueel nader onderzoek echter gewenst. Indien sprake is van zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden, zijn ook deze nesten beschermd.

5

Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen (voorbeeld: boerenzwaluw, ekster, groene specht en spreeuw.

Van alle categorieën vogels in hierboven genoemde tabel is het belangrijk aan- of afwezigheid van nesten / territoria aan te tonen en sprake is van een mogelijk effect. Via een omgevingscheck en eventueel nader onderzoek is dit mogelijk. Voor categorie 5 - soorten is een potentie inschatting doorgaans voldoende.

2.2 Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet 1998 is per 1 oktober 2005 in werking getreden. Met deze wet beoogt men bescherming van gebieden die nationaal en internationaal van belang zijn. Naast bescherming van natuurmonumenten is ook de bescherming van gebieden die vanuit de Europese Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn zijn aangewezen in deze wet verankerd. Gezamenlijk


vormen deze gebieden een Europees netwerk: Natura 2000. Ingrepen en effecten In de Natuurbeschermingswet 1998 is bepaald, dat handelingen of projecten die mogelijk schadelijk invloed hebben op beschermde monumenten of Natura 2000-gebieden vergunningsplichtig zijn. Door middel van toetsing wordt bepaald of sprake is van effecten,en zo ja in welke mate dit is. Toetsing vindt plaats in drie fasen:

» orientatiefase of voortoets; » verstorings- en verslechteringstoets (bij mogelijke negatieve, maar géén significant negatieve effecten);

» passende beoordeling (kans op significant negatieve effecten). Als uit de verstorings- en verslechteringstoets blijkt, dat sprake is van mogelijk negatieve effecten dient in een aanvullende toetsing een effectbeoordeling plaats te vinden en is een vergunning nodig. Het bevoegd gezag (de provincie en in sommige situaties EL&I) verleent een vergunning onder strikte voorwaarden, waarbij met voldoende mitigerende en compenserende maatregelen de instandhoudingsdoelstellingen zijn gewaarborgd.


3 Bronnenonderzoek 3.1 Data uit de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF) Voor het onderzoek zijn de gegevens uit de NDFF middels quickscanhulp opgevraagd. Het betreft waarnemingen van strikter beschermde soorten (Tabel II en III Flora- en faunawet) binnen een straal van 0 tot 5 km ten opzichte van het plangebied. Deze gegevens zijn in de onderstaande tabel weergegeven (tabel 4). Ta b e l 4 Data uit de N D F F. © N D F F - quickscanhulp. nl 30-01-2014 09:31:59.

Soort Soortgroep Levendbarende hagedis Reptielen Brede orchis Vaatplanten Gevlekte orchis Vaatplanten Kleine zonnedauw Vaatplanten Lange ereprijs Vaatplanten Rapunzelklokje Vaatplanten Spaanse ruiter Vaatplanten Vleeskleurige orchis Vaatplanten Waterdrieblad Vaatplanten Wilde gagel Vaatplanten Eekhoorn Zoogdieren Heikikker Amfibieën Poelkikker Amfibieën heideblauwtje Insecten - Dagvlinders Gevlekte witsnuitlibel Insecten - Libellen Boomvalk Vogels Buizerd Vogels Gierzwaluw Vogels Grote Gele Kwikstaart Vogels Havik Vogels Huismus Vogels Kerkuil Vogels Ooievaar Vogels Ransuil Vogels Roek Vogels Slechtvalk Vogels Sperwer Vogels Steenuil Vogels Wespendief Vogels Das Zoogdieren Gewone dwergvleermuis Zoogdieren Laatvlieger Zoogdieren Rosse vleermuis Zoogdieren Alpenwatersalamander Amfibieën Beenbreek Vaatplanten Gele helmbloem Vaatplanten Klokjesgentiaan Vaatplanten Parnassia Vaatplanten Rietorchis Vaatplanten Ronde zonnedauw Vaatplanten Ruig klokje Vaatplanten Steenanjer Vaatplanten Tongvaren Vaatplanten Veldsalie Vaatplanten Wilde marjolein Vaatplanten Kleine modderkruiper Vissen Paling Vissen Rivierdonderpad Vissen Rivierdonderpad Vissen Steenmarter Zoogdieren Kamsalamander Amfibieën Rugstreeppad Amfibieën Vinpootsalamander Amfibieën Gestreepte waterroofkever Insecten - Kevers Hazelworm Reptielen Drijvende waterweegbree Vaatplanten Bittervoorn Vissen Oehoe Vogels Zwarte Wouw Vogels Franjestaart Zoogdieren Gewone grootoorvleermuis Zoogdieren Gewone-, Kleine- of Ruige dwergvleermuis Zoogdieren Gewone- of Grijze grootoorvleermuis Zoogdieren Meervleermuis Zoogdieren Myoot onbekend Zoogdieren Ruige dwergvleermuis Zoogdieren Waterspitsmuis Zoogdieren Watervleermuis Zoogdieren

Bescherming tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel II tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III tabel III

Afstand 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 0 - 1 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km 1 - 5 km


Bij de uitwerking van de resultaten van het veldonderzoek (zie hier onder) wordt een verwachting uitgesproken in hoeverre deze beschermde soorten ín het plangebied aanwezig kunnen zijn en in hoeverre effecten zijn te verwachten.

3.2 Gebiedsbescherming Het plangebied ligt op circa 1 km ten zuiden van het Natura 2000 - Gebied Kampina & Oisterwijkse Vennen. Door deze afstand en de aard van de ingrepen (woningbouw binnen de bebouwde kom op een reeds bebouwd perceel) zijn effecten op dit gebied niet aan de orde. De Reusel maakt onderdeel uit van de EHS. Doordat de aard van het plangebied in ecologisch opzicht niet verandert (er komen woningen ter plaatse van hoog- en laagbouw), zijn, mits het verlichtingsregime gelijkaardig blijft, geen effecten te verwachten. Er vinden geen werkzaamheden aan de oevers plaats.

4 Resultaten van het veldonderzoek 4.1 Algemeen Het veldonderzoek werd uitgevoerd op 30 januari 2014 door J. van Suijlekom. Ten tijde van het veldonderzoek was het half bewolkt, vrijwel windstil en droog bij een temperatuur van circa 3 °C. Biotopen In het plangebied zijn de volgende biotopen aanwezig:

» Bebouwing, hoogbouw en laagbouw, opgetrokken uit baksteen met metalen en kunststof gevel - en dakrandbekledingen. De bebouwing vertoonde op het eerste oog geen voor fauna toegankelijke spleten of kieren. Stootvoegen bleken in het verleden onzorgvuldig te zijn aangebracht en waren grotendeels afgesloten door resten mortel. Stootvoegen die wel open waren, waren voorzien van roosters (ter wering van wespen / overig “ongedierte”). Daklijsten sloten nauw aan.

» Diverse relatief jonge bomen, zoals zomereik, grove den, populier, ruwe berk en wilg, allen gaaf, zonder holten. Diverse struiken en enkele thuja’s;

» Gazons / tuinen met verspreid openbare verlichting. » Verhardingen. De tuinen en gazons waren door het onderhoud soortenarm. In de omgeving, buiten het plangebied, zijn de volgende biotopen aanwezig:

» Genormaliseerde loop / laaglandbeek met strakke vegetatieloze oevers, aan beide zijden voorzien van een aarden wal.

» Woonwijk met openbaar groen en laanbomen. » Agrarisch gebied op groteren afstand ten noorden van het plangebied.


4.2 Beschermde soorten: resultaten en verwachting Planten Er zijn binnen het plangebied geen door de Flora- en faunawet beschermde plantensoorten aangetroffen. Door het huidige gebruik als gazon en tuin worden deze ook niet verwacht. In de ruimere omgeving zijn blijkens de database van de NDFF (zie tabel 4) diverse strikter beschermde vaatplanten aangetroffen. Dit betreft vrijwel allen soorten van natuurterreinen en / of specifieke standplaatsen. Veel soorten zijn kenmerkend voor het natuurgebied Kampina, waar blauwgraslanden worden afgewisseld door natte en droge heiden. Op enkele muren werden muurplanten aangetroffen: muurvaren en mannetjesvaren. Dit zijn algemene niet beschermde vaatplanten. Strikter beschermde muurplanten werden niet aangetroffen. Zoogdieren grondgebonden In de nabijheid van het plangbied zijn eekhoorn en de das waargenomen. De das komt niet binnen deze context voor. Van eekhoorn ontbraken sporen van nesten en/of andere sporen. De kans dat eekhoorn in het plangebied foerageert is aanwezig, al lijkt dit door het ontbreken van sporen erg klein. Op grotere afstand zijn blijkens de NDFF steenmarter en waterspitsmuis aangetroffen. Voor beide soorten ontbreekt geschikte biotoop in het plangebied. Voor de steenmarter is de bebouwing niet toegankelijk. De oevers van de Reusel zijn ter hoogte van het plangebied erg strak en weinig divers, de aanwezigheid van waterspitsmuis in de omgeving is weinig aannemelijk. De aanwezigheid van vaste rust- of verblijfplaatsen van de hierboven genoemde en overige strikt beschermde grondgebonden zoogdieren kan door de aard en ligging van het plangebied redelijkerwijs worden uitgesloten. Vleermuizen In de omgeving van het plangebied zijn diverse soorten vleermuizen waargenomen, waaronder de gewone dwergvleermuis, laatvlieger en rosse vleermuis binnen een straal van 1 km, daarnaast op rumere afstand franjestaart meervleermuis, watervleermuis, gewone grootoorvleermuis en ruige dwergvleermuis. Verblijfplaatsen In het plangebied zelf worden aan bebouwing gebonden soorten verwacht als gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en laatvlieger. De bebouwing bleek uit inspectie ontoegankelijk voor vleermuizen. Tijdens uitvoer van het veldonderzoek werd door de initiatiefnemer aangegeven, dat open stootvoegen in het verleden onjuist zijn aangebracht en deze aan de binnenzijde nog dicht zaten met mortel (onzorgvuldig uitkrabben). Uit inspectie bleken stootvoegen inderdaad gedeeltelijk afgesloten. Stootvoegen die wel open waren, waren voorzien van metalen roosters. Op enkele plekken werd een mogelijk open stootvoeg aangetroffen. Deze delen bleken na inspectie met een ladder ontoegankelijk. Daklijsten en betimmeringen sloten nauw aan en waren eveneens ontoegankelijk voor vleermuizen. Doordat de bebouwing geheel ontoegankelijk is, kan de aanwezigheid van verblijfplaatsen van gebouwbewonende vleermuizen worden uitgesloten. Aanwezige bomen waren allen relatief jong en gaaf. Voor vleermuizen geschikte holten en/of kieren werden niet aangetroffen. De aanwezigheid van verblijfplaatsen in bomen kan redelijkerwijs worden uitgesloten.


10

Foerageergebied en vliegroutes Als foerageergebied heeft het plangebied vermoedelijk enige betekenis, echter is het oppervlak dermate gering in verhouding tot overig aanwezig geschikt foerageergebied, dat negatieve effecten op de foerageermogelijkheden op voorhand niet aan de orde zijn. Er zullen naast de gebouwen zelf op het binnenterrein bomen worden gekapt en struiken verwijderd. In de nieuwe plannen zijn soortgelijke elementen voorzien, daarnaast is de wijk groen van opzet, zodat ruim voldoende foerageermogelijkheden overblijven. Negatieve effevcten op de foerageermogelijkheden van vleermuizen kan worden uitgesloten. De Reusel zelf en oevers / de aarden wal aan weerszijde van de loop kunnen mogelijk functie hebben als vliegroute voor vleermuizen. De bouw van de woningen heeft geen effect op deze potentiële functie, daar de watergang voldoende breed is om donker te blijven. Met openbare verlichting dient men te voorkomen dat deze over de gehele loop uitstraalt. Uit de huidige indeling van de woningen blijkt dit niet aan de orde: er grenzen tuinen aan de zijde van de loop. Negatieve effecten op dieren op vlieroute kunnen redelijkerwijs worden uitgesloten. Vogels Het plangebied is geschikt voor algemene broedvogels van tuinen en parken als vink, winterkoning, merel, roodborst etc. Tijdens het veldonderzoek werden enkele zilvermeeuwen, kauw en zwarte kraai waargenomen. De bebouwing was op het platte daken na niet toegankelijk voor vogels. Platte daken worden regelmatig gebruikt door scholekster. De kans bestaat, dat scholekster broedend aanwezig is. Tijdens het veldonderzoek werd scholekster niet gezien of gehoord, echter is januari geen geschikte tijd om scholekster waar te nemen. Indien scholekster onverhoopt in het plangebied aanwezig is, is het voldoende de werkzaamheden conform advies buiten de broedperiode uit te voeren. Voor strikter beschermde vogels (nesten jaarrond beschermd) zoals gierzwaluw en huismus is de bebouwing beoordeeld als ontoegankelijk en ongeschikt. De bebouwing was hermetisch afgesloten. Nesten van deze soorten komen met zekerheid niet voor. Sporen en / of nesten van overige jaarrond beschermde broedvogels zoals uilen en roofvogels werden niet aangetroffen. In de bomen waren ook geen oude nesten aanwezig van kraaiachtigen, die eventueel gebruikt zouden kunnen worden. De aanwezigheid van nesten van uilen of roofvogels kan redelijkerwijs worden uitgesloten.

Effecten en maatregelen Werkzaamheden ín het broedseizoen (globaal half maart tot midden juli) hebben mogelijk effect op broedende vogels in het plangebied en/of de nabije omgeving. De werkzaamheden dienen dan ook te worden afgestemd op het broedseizoen. Vissen In het plangebied ontbreekt water. De aanwezigheid van strikter beschermde vissen kan redelijkerwijs worden uitgesloten.


11

Amfibieën In de nabijheid van het plangebied is kamsalamander waargenomen, in de ruimere omgeving rugstreeppad en alpenwatersalamander. Het plangebied zelf is als als biotoop ongeschikt voor deze strikter beschermde soorten. Als landhabitat heeft het plangebied eveneens weinig te bieden, daar opgaande vegetaties afgewisseld met nattere plekken ontbreken. Rugstreeppad is een mobiele soort, die nieuwe geschikte gebieden, bijvoorbeeld ontstaan door graafwerkzaamheden kunnen koloniseren. Bij grondwerkzaamheden in voortplantingsperiode van rugstreeppad dient men voorzichtigheidshalve te voorkomen dat water kan stagneren binnen de bouwblokken. Er is een kleine kans dat rugstreeppad zich kan vestigen als interessante ondiepe plassen ontstaan. Als winterbiotoop is het plangebied door het ontbreken van graafbaar rul zand of delen met muizenholen op voorhand ongeschikt. Overige vorstvrije overwinteringsplekken (op het land) zijn niet aanwezig. Indien stagnatie van (hemel)water in de voortplantingsperiode (half april t/m september) niet voorkomen kan worden, dient het terrein te worden afgezet met amfibieënschermen. Reptielen Op enige afstand van het plangebied zijn levendbarende hagedis en hazelworm waargenomen. In de Kampina komen deze soorten beiden voor. Het plangebied is geen geschikte biotoop voor de levendbarende hagedis en de hazelworm. Aanwezigheid kan redelijkerwijs worden uitgesloten. Overige soortgroepen Voor de overige door de Flora- en faunawet strikter beschermde soortgroepen ontbreekt geschikt leefgebied.

5 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Soorten In het plangebied, of binnen de invloedssfeer van de werkzaamheden, zijn de volgende potentiële natuurwaarden aangetroffen waar inzake de Flora- en faunawet rekening mee gehouden dient te worden;

» Potentiële vliegroute voor vleermuizen (Reusel); » Algemene broedvogels (niet jaarrond beschermd) in het plangebied zelf en in de bomen nabij de randen van het plangebied;

» Kans op de vestiging van rugstreeppad indien water stagneert tijdens de voortplantingsperiode. Effecten Doordat de werkzaamheden op het land plaatsvinden binnen reeds bebouwd gebied en preventief afdoende maatregelen kunnen worden getroffen, zijn géén negatieve effecten op strikter beschermde soorten te verwachten. De onderstaande aanbevelingen zijn leidend om Moergestel Park Heeregoed Eologische quickscan

12

effecten en overtreding van verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet tijdens de werkzaamheden geheel te vóórkomen. Beschermde gebieden Het plangebied ligt niet in beschermde gebieden krachtens Natura 2000 / EHS. Er is voldoende aannemelijk gemaakt, dat effect van het plan op beschermde gebieden in de (ruimere) omgeving uitgesloten zijn.

Aanbevelingen Vleermuizen Aanbevolen wordt bij de toepassing van openbare verlichting te voorkomen dat deze uitstraalt naar het open water en de oevers van de Reusel. Tijdelijke verlichting op de bouwplaats wordt in de actieve periode van vleermuizen (tussen 1 april en 1 november) beperkt tot de bouwvlakken zelf, oevers en het water van de Reusel blijven onverlicht. Vogels Doordat de kans bestaat dat broedende vogels aanwezig zijn, wordt aanbevolen de sloop, grondwerkzaamheden en snoei- en kapwerkzaamheden uit te voeren buiten het broedseizoen: ná half juli en vóór half maart. Hetzelfde geldt voor werkzaamheden in de directe nabijheid (25 meter) van bomen in de omgeving. Het verstoren van broedende vogels is conform de Flora- en faunawet niet toegestaan. Amfibieën (rugstreeppad) Bij grondwerkzaamheden in de voortplantingsperiode van rugstreeppad (globaal april tot augustus, soms tot in september) dient men te voorkomen dat ondiepe waterplassen ontstaan en rugstreeppad zich alsnog vestigt. Indien stagnatie van (hemel)water in de voortplantingsperiode niet voorkomen kan worden, dient het terrein te worden afgezet met amfibieënschermen. In samenspraak met een ter zake deskundige worden deze preventieve stappen genomen. Overige soorten Voorkomen dient te worden dat de ontwikkellocatie gaat verruigen en soorten zich alsnog kunnen vestigen.


13

Literatuur Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk, en J.B.M. Thissen, 1992. Atlas van de Nederlandse zoogdieren. KNNV Uitgeverij, Utrecht. Diepenbeek, A. van, 1999. Veldgids Diersporen (tweede druk, 2003). KNNV Uitgeverij, Utrecht. Meijden, R. van der, 2005. Heukel’s flora van Nederland. Wolters-Noordhoff, Groningen.

Internet » » » » » »

Google maps www.nederlandsesoorten.nl www.rijksoverheid.nl/ministeries/eleni www.telmee.nl www.ravon.nl www.vzz.nl


14

Bijlage 1 Tabellen soorten Flora- en faunawet In onderstaande tabellen staan alle beschermde soorten van de Flora- en faunawet (Ffwet). De tabellen zijn aan de ene kant aan de orde bij ontheffingverlening voor artikel 75 en aan de andere kant bij vrijstellingen in het kader van het Besluit houdende wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen (AMvB artikel 75). Vogelsoorten zijn in deze tabellen niet apart opgenomen, omdat het een erg lange lijst is. Alle vogelsoorten in Nederland zijn beschermd (behalve exoten). In de toelichting bij de tabellen staat aangegeven welk regime toepasselijk is voor vogelsoorten. Toelichting tabel 1 -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 1 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld. Voor deze activiteiten hoeft geen ontheffing aangevraagd worden. -Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 1 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort’ (zgn. lichte toets). Tabel 1: Algemene soorten R = soort van Rode lijst 2004 Zoogdieren aardmuis Microtus agrestis bosmuis Apodemus sylvaticus dwergmuis Micromys minutus bunzing Mustela putorius dwergspitsmuis Sorex minutus egel Erinaceus europeus gewone bosspitsmuis Sorex araneus haas Lepus europeus hermelijn Mustela erminea huisspitsmuis Crocidura russula konijn Oryctolagus cuniculus mol Talpa europea ondergrondse woelmuis Pitymys subterraneus ree Capreolus capreolus rosse woelmuis Clethrionomys glareolus tweekleurige bosspitsmuis Sorex coronatus veldmuis Microtus arvalis vos Vulpes vulpes wezel Mustela nivalis woelrat Arvicola terrestris Reptielen en amfibieën bruine kikker gewone pad middelste groene kikker kleine watersalamander meerkikker

Rana temporaria Bufo bufo Rana esculenta Triturus vulgaris Rana ridibunda

Mieren behaarde rode bosmier kale rode bosmier stronkmier zwartrugbosmier

Formica rufa Formica polyctena Formica truncorum Formica pratensis

Slakken wijngaardslak

Helix pomatia

Vaatplanten aardaker akkerklokje brede wespenorchis breed klokje dotterbloem* gewone vogelmelk grasklokje grote kaardenbol kleine maagdenpalm knikkende vogelmelk koningsvaren slanke sleutelbloem zwanebloem

Lathyrus tuberosus Campanula rapunculoides Epipactis helleborine Campanula latifolia Caltha palustris Ornithogalum umbellatum Campanula rotundifolia Dipsacus fullonum Vinca minor Ornithogalum nutans Osmunda regalis Primula elatior Butomus umbellatus

*m.u.v. spindotterbloemR

16-06-05 Moergestel Park Heeregoed

1

Eologische quickscan

15

Toelichting tabel 2 -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik of ruimtelijke ontwikkelingen, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 2 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Hetzelfde geldt voor alle vogelsoorten. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. --Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 2 een ontheffing nodig. Een ontheffingaanvraag voor deze soorten wordt getoetst aan het criterium ‘doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort’. Dit is niet van toepassing op alle vogelsoorten (zie toelichting tabel 3) Tabel 2: overige soorten R = soort van Rode lijst 2004 Zoogdieren DamhertR Edelhert Eekhoorn Grijze zeehondR Grote bosmuisR Steenmarter Wild zwijn

Dama dama Cervus elaphus Sciurus vulgaris Halichoerus grypus Apodemus flavicollis Martes foina Sus scrofa

Reptielen en amfibieën Alpenwatersalamander Levendbarende hagedis

Triturus alpestris Lacerta vivipara

Dagvlinders MoerasparelmoervlinderR Vals heideblauwtjeR

Euphydryas aurinia Lycaeides idas

Vissen Bermpje Kleine modderkruiper Meerval Rivierdonderpad

Noemacheilus barbatulus Cobitis taenia Silurus glanis Cottus gobio

Vaatplanten Aangebrande orchisR AapjesorchisR BeenbreekR Bergklokje BergnachtorchisR Bijenorchis BlaasvarenR Blauwe zeedistel Bleek bosvogeltjeR BokkenorchisR Brede orchisR Bruinrode wespenorchisR Daslook DennenorchisR Duitse gentiaanR FranjegentiaanR Geelgroene wespenorchisR Gele helmbloem Gevlekte orchisR Groene nachtorchisR GroensteelR Grote keverorchisR Grote muggenorchisR Gulden sleutelbloemR HarlekijnR HerfstschroeforchisR HondskruidR HoningorchisR JeneverbesR Klein glaskruid kleine keverorchisR kleine zonnedauwR klokjesgentiaanR kluwenklokjeR koraalwortelR kruisbladgentiaanR lange ereprijs lange zonnedauwR mannetjesorchisR maretak moeraswespenorchisR

Orchis ustulata Orchis simia Narthecium ossifragum Campanula rhomboidalis Platanthera chlorantha Ophrys apifera Cystopteris fragilis Eryngium maritimum Cephalantera damasonium Himantoglossum hircinum Dactylorhiza majalis majalis Epipactis atrorubens Allium ursinum Goodyera repens Gentianella germanica Gentianella ciliata Epipactis muelleri Pseudofumaria lutea Dactylorhiza maculata Coeloglossum viride Asplenium viride Listera ovata Gymnadenia conopsea Primula veris Orchis morio Spiranthes spiralis Anacamptis pyramidalis Herminium monorchis Juniperus communis Parietaria judaica Listera cordata Drosera intermedia Gentiana pneumonanthe Campanula glomerata Corallorhiza trifida Gentiana cruciata Veronica longifola Drosera anglica Orchis mascula Viscum album Epipactis palustris


2


16

Tabel 2: overige soorten muurbloemR Erysimum cheiri R Parnassia palustris parnassia R pijlscheefkelk Arabis hirsuto sagittata poppenorchisR Aceras anthropophorum prachtklokje Campanula persicifolia R purperorchis Orchis purpurea rapunzelklokjeR Campanula rapunculus Gymnocarpium robertianum rechte driehoeksvarenR rietorchis Dactylorhiza majalis praetermissa ronde zonnedauwR Drosera rotundifolia rood bosvogeltjeR Cephalanthera rubra ruig klokje Campanula trachelium schubvarenR Ceterach officinarum slanke gentiaanR Gentianella amarella R soldaatje Orchis militaris Cirsium dissectum spaanse ruiterR R steenanjer Dianthus deltoides steenbreekvaren Asplenium trichomanes R stengelloze sleutelbloem Primula vulgaris R stengelomvattend havikskruid Hieracium amplexicaule R stijf hardgras Catapodium rigidum tongvaren Asplenium scolopendrium R valkruid Arnica montana R veenmosorchis Hammarbya paludosa R Gentianella campestris veldgentiaan veldsalieR Salvia pratensis R vleeskleurige orchis Dactylorhiza incarnata R Ophrys insectifera vliegenorchis R vogelnestje Neottia nidus-avis voorjaarsadonis Adonis vernalis wantsenorchisR Orchis coriophora waterdriebladR Menyanthes trifoliata weideklokjeR Campanula patula Platanthera bifolia welriekende nachtorchisR wilde gagelR Myrica gale wilde herfsttijloos Colchicum autumnale wilde kievitsbloemR Fritillaria meleagris wilde marjolein Origanum vulgare R wit bosvogeltje Cephalanthera longifolia R Pseudorchis albida witte muggenorchis R zinkviooltje Viola lutea calaminaria zomerklokjeR Leucojum aestivum zwartsteel Asplenium adiantum-nigrum Kevers vliegend hert

Lucanus cervus

Kreeftachtigen rivierkreeft

Astacus astacus


3


17

Toelichting tabel 3 -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud of bestendig gebruik, geldt een vrijstelling voor de soorten in tabel 3 voor artikel 8 t/m 12 van de Ffwet, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van LNV goedgekeurde gedragscode. Deze vrijstelling is enigszins beperkt; voor activiteiten die zijn te kwalificeren als bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik geldt geen vrijstelling voor artikel 10 van de Ffwet. Ook niet op basis van een gedragscode. Een gedragscode moet door een sector of ondernemer zelf opgesteld worden en ingediend voor goedkeuring. -Als iemand activiteiten onderneemt die zijn te kwalificeren als ruimtelijke ontwikkeling, geldt voor soorten in tabel 3 geen vrijstelling. Ook niet op basis van een gedragscode. Hiervoor is een ontheffing nodig. -Voor activiteiten in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw en bestendig gebruik en voor activiteiten in het kader van ruimtelijke ontwikkeling is het niet mogelijk voor artikel 10 voor de soorten in tabel 3 een ontheffing te krijgen. -Voor andere activiteiten dan hierboven genoemd is voor de soorten in tabel 3 een ontheffing nodig. -Een ontheffingaanvraag voor de soorten van tabel 3 wordt getoetst aan drie criteria: 1) er is sprake van een in of bij de wet genoemd belang1, 2) er is geen alternatief, 3) doet geen afbreuk aan gunstige staat van instandhouding van de soort. Deze drie criteria vormen de zgn. uitgebreide toets. De drie criteria staan naast elkaar en niet na elkaar (aan alle drie moet voldaan zijn). -De uitgebreide toets voor ontheffingverlening geldt ook voor alle vogelsoorten. Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB R = soort van Rode lijst 2004 Bijlage 1 AMvB Zoogdieren das boommarterR eikelmuisR gewone zeehondR veldspitsmuisR waterspitsmuisR

Meles meles Martes martes Eliomys quercinus Phoca vitulina Crocidura leucodon Neomys fodiens

Reptielen en amfibieën adderR hazelwormR ringslangR vinpootsalamanderR vuursalamanderR

Vipera berus Anguis fragilis Natrix natrix Triturus helveticus Salamandra salamandra

Vissen beekprikR bittervoornR elritsR gestippelde alverR grote modderkruiperR rivierprik

Lampetra planeri Rhodeus cericeus Phoxinus phoxinus Alburnoides bipunctatus Misgurnus fossilis Lampetra fluviatilis

Dagvlinders bruin dikkopjeR dwergblauwtjeR dwergdikkopjeR groot geaderd witjeR grote ijsvogelvlinderR heideblauwtjeR iepepageR kalkgraslanddikkopjeR keizersmantelR klaverblauwtjeR purperstreepparelmoervlinderR rode vuurvlinderR rouwmantelR tweekleurig hooibeestjeR veenbesparelmoervlinderR veenhooibeestjeR

Erynnis tages Cupido minimus Thymelicus acteon Aporia crataegi Limenitis populi Plebejus argus Strymonidia w-album Spialia sertorius Argynnis paphia Cyaniris semiargus Brenthis ino Palaeochrysophanus hippothoe Nymphalis antiopa Coenonympha arcania Bolaria aquilonais Coenonympha tullia

1

-onderzoek en onderwijs -repopulatie en herintroductie -bescherming van flora en fauna -veiligheid van het luchtverkeer -volksgezondheid of openbare veiligheid -dwingende redenen van openbaar belang -het voorkomen van ernstige schade aan vormen van eigendom -belangrijke overlast veroorzaakt door dieren -uitvoering van werkzaamheden in het kader van bestendig beheer en onderhoud in de landbouw en bosbouw -bestendig gebruik -uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling


4


18

Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB veldparelmoervlinderR Melitaea cinxia Melitaea diamina woudparelmoervlinderR R zilvervlek Clossiana euphrosyne Vaatplanten groot zeegrasR

Zostera marina

Bijlage IV HR Zoogdieren baardvleermuis bechstein’s vleermuisR beverR bosvleermuis brandt’s vleermuisR bruinvisR euraziatische lynx franjestaartR gewone dolfijn gewone dwergvleermuis gewone grootoorvleermuis grijze grootoorvleermuisR grote hoefijzerneus hamsterR hazelmuisR ingekorven vleermuisR kleine dwergvleermuis kleine hoefijzerneusR laatvlieger meervleermuis mopsvleermuis nathusius’ dwergvleermuis noordse woelmuisR otterR rosse vleermuis tuimelaarR tweekleurige vleermuis vale vleermuisR watervleermuis wilde kat witflankdolfijn witsnuitdolfijn

Myotis mystacinus Myotis bechsteinii Castor fiber Nyctalus leisleri Myotis brandtii Phocoena phocoena Lynx lynx Myotis nattereri Delphinus delphis Pipistrellus pipistrellus Plecotus auritus Plecotus austriacus Rhinolophus ferrumequinum Cricetus cricetus Muscardinus avellanarius Myotis emarginatus Pipistrellus pygmaeus Rhinolophus hipposideros Eptesicus serotinus Myotis dasycneme Barbastella barbastellus Pipistrellus nathusii Microtus oeconomus Lutra lutra Nyctalus noctula Tursiops truncatus Vespertilio murinus Myotis myotis Myotis daubentonii Felis silvestris Lagenorhynchus acutus Lagenorhynchus albirostris

Reptielen en amfibieën boomkikkerR geelbuikvuurpadR gladde slangR heikikkerR kamsalamanderR knoflookpadR muurhagedisR poelkikkerR rugstreeppad vroedmeesterpadR zandhagedisR

Hyla arborea Bombina variegata Coronella austriacus Rana arvalis Triturus cristatus Pelobates fuscus Podarcis muralis Rana lessonae Bufo calamita Alytes obstetricans Lacerta agilis

Dagvlinders donker pimpernelblauwtjeR grote vuurvlinderR pimpernelblauwtjeR tijmblauwtjeR zilverstreephooibeestjeR

Maculinea nausithous Lycaena dispar Maculinea teleius Maculinea arion Coenonympha hero

Libellen bronslibel gaffellibelR gevlekte witsnuitlibelR groene glazenmakerR noordse winterjufferR oostelijke witsnuitlibelR rivierromboutR sierlijke witsnuitlibelR

Oxygastra curtisii Ophiogomphus cecilia Leucorrhinia pectoralis Aeshna viridis Sympecma paedisca Leucorrhinia albifrons Stylurus flavipes Leucorrhinia caudalis

Vissen houting steurR

Conegonus oxyrrhynchus Acipenser sturio



Tabel 3: soorten bijlage IV HR/bijlage 1 AMvB Vaatplanten Luronium natans drijvende waterweegbreeR groenknolorchisR Liparis loeselii R kruipend moerasscherm Apium repens Spiranthes aestivalis zomerschroeforchisR Kevers brede geelrandwaterroofkever gestreepte waterroofkever heldenbok juchtleerkever

Dytiscus latissimus Graphoderus bilineatus Cerambyx cerdo Osmoderma eremita

Tweekleppigen bataafse stroommosselR

Unio crassus

16-06-05

5

19

Buro Maerlant Dorpsstraat 17 4271 AA Dussen T 085 877 86 85 E [email protected] I www.BuroMaerlant.nl KvK 18091206


20

BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen www.BRO.nl

Bestemmingsplan Park Heerengoed. Gemeente Oisterwijk Bijlagenboek - Deel I

Recommend Documents