Bestemmingsplan Centrum Chaam fase 2 Gemeente Alphen-Chaam Bijlagenboek
Bestemmingsplan Centrum Chaam fase 2 Gemeente Alphen-Chaam Bijlagenboek
Rapportnummer:
211x06719.081539_2
IMRO-IDN-nr:
NL.IMRO.1723. Brouwerijfase2-VO01
Datum:
7 juli 2015
Contactpersoon opdrachtgever:
De Eekelaar NV De heer C. van Eekelen
Projectteam BRO:
Pascal Hendriks, Wanda Blommensteijn, Kasper van de
Concept:
November 2014
Voorontwerp:
Juli 2015
Langenberg
Ontwerp: Vaststelling: Trefwoorden:
-
Bron foto kaft:
HH 4
Beknopte inhoud:
-
BRO Hoofdvestiging Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 5282 WV Boxtel T +31 (0)411 850 400 F +31 (0)411 850 401 E
[email protected]
Inhoudsopgave
BIJLAGEN Bijlage 1: Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam Bijlage 2: Archeologisch onderzoek Bijlage 3: Watertoets Bijlage 4: Bodemonderzoek Bijlage 5: Parkeerdruktellingen Bijlage 6: Akoestisch onderzoek wegverkeer Bijlage 7: Toets externe veiligheid
Inhoudsopgave
1
BIJLAGEN
Bijlage 1: Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
Notitie
: Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
Datum Opdrachtgever
: 01 juli 2015 : De Eekelaar NV
Ter attentie van
: de heer C. van Eekelen
Projectnummer
: 211x06719
Opgesteld door
: Robin van Lieshout
1. Inleiding De Eekelaar NV is voornemens om in twee bouwmassa’s winkelruimte te ontwikkelen op de locatie Dorpsstraat 41-49 in het centrum van de kern Chaam in gemeente Alphen-Chaam. Het bouwplan heeft als werknaam ‘De Eekelaar’. In de massa direct aan de Dorpsstraat wordt een supermarkt gerealiseerd van ca. 1.857 m² bvo en de mogelijkheid voor realiseren van omzoomwinkels met een oppervlakte van ca. 90 m² bvo. In een tweede massa in de bebouwingswand van het Brouwerijplein wordt een winkel gerealiseerd met een oppervlakte van ca. 235 m² bvo1. In het bestemmingsplan is vastgelegd dat in Chaam maximaal ruimte geboden kan worden aan twee supermarkten. De nieuwe supermarktruimte op locatie de Eekelaar dient dus ingevuld te worden met een verplaatser. Het kan dus theoretisch de Lidl of Albert Heijn betreffen. In voorliggende notitie worden beknopt de mogelijkheden voor en effecten van een uitbreiding van de detailhandel in de kern Chaam onderzocht. Tevens is aandacht voor de Ladder voor duurzame verstedelijking. Voor de aanbodcijfers is gebruik gemaakt van de Locatus Retail Verkenner. De meest recente opname in Alphen-Chaam heeft plaatsgevonden in februari 2015.
2. Aanbodsituatie Gemeente Alphen-Chaam De gemeente Alphen-Chaam beschikt over ca. 15.080 m² wvo, verdeeld over 49 verkooppunten. Hiervan bevinden zich 11 verkooppunten en ca. 3.355 m² wvo in de dagelijkse sector en 38 verkooppunten en ca. 11.725 m² wvo in de niet-dagelijkse sector. Afgezet tegen het inwonertal is dit 346 m² wvo dagelijks aanbod per 1.000 inwoners en 1.208 m² wvo per 1.000 inwoners in de niet-dagelijkse sector. Landelijk is dit respectievelijk 344 m² wvo en 1.312 m² wvo. De gemeente Alphen-Chaam beschikt hiermee in de dagelijkse sector over een aanbod dat vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde, terwijl het aanbod in de niet-dagelijkse sector wat achterblijft.
1
Rekenend met een bvo/wvo-factor van 0,8 is dit respectievelijk 1.486 m² wvo, 72 m² wvo en 188 m² wvo
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
1
Figuur: Verdeling winkelvloeroppervlak Alphen-Chaam over kernen (in m² wvo) Dagelijks
Niet-dagelijks
Totaal
Alphen
935
2.613
3.548
Chaam
2.420
8.328
10.748
Galder
-
714
714
Strijbeek
-
70
70
3.355
11.725
15.080
Gemeente Alphen-Chaam
Kern Chaam Uit de tabel is op te maken dat het meeste aanbod van de gemeente Alphen-Chaam in de kern Chaam gevestigd is. De kern Chaam beschikt in totaliteit over ca. 10.750 m² wvo, verdeeld over 27 verkooppunten. In onderstaande tabel wordt het aanbod in Chaam vergeleken met naar inwonertal vergelijkbare plaatsen. Tabel: Aanbod Chaam en vergelijkbare plaatsen naar hoofdbranche Chaam (4.050 inwoners) Aantal
Vergelijkbare plaatsen (3.500 tot 5.000 inwoners)
gem. wvo per winkel
m² wvo
Aantal
gem. wvo per winkel
m² wvo
Levensmiddelen
6
1.986
331
6
1.329
238
Persoonlijke verzorging
1
434
434
1
158
120
Dagelijkse artikelen
7
2.420
346
7
1.487
215
Warenhuis
-
-
-
0
46
710
Kleding en mode
1
120
120
2
251
142
Schoenen en lederwaren
2
1.494
747
0
47
157
Juwelier en optiek
1
18
18
0
21
56
Huishoudelijke en luxe artikelen
1
879
879
1
160
173
Antiek en kunst
5
2.800
560
0
57
176
Sport en spel
-
-
-
1
112
218
Hobby
1
54
54
0
22
71
Media
-
-
-
0
31
123
Dier en plant
2
310
155
2
824
381
Bruin- en witgoed
-
-
-
1
79
123
Fietsen en autoaccessoires
1
80
80
1
177
171
Doe-het-zelf
1
1.000
1.000
1
408
378
Wonen
5
1.573
315
2
1.003
488
Detailhandel overig
-
-
-
1
152
170
Niet-dagelijkse artikelen
20
8.328
416
13
3.390
267
Totaal detailhandel
27
10.748
398
20
4.877
249
Bron: Locatus
Uit de tabel is op te maken dat Chaam over een zeer ruim aanbod beschikt. Zo is er op het gebied van dagelijkse artikelen een aanbod van ruim 2.400 m² wvo, waaronder een Albert Heijn supermarkt van ongeveer 850 m² wvo en een Lidl supermarkt van 890 m² wvo. De Albert Heijn supermarkt en de Lidl zijn beide aan de Brouwerij gevestigd. De supermarkten zijn naar de huidige maatstaven relatief klein (service-supermarkten ca. 1.250 – 1.750 m² wvo, discounters ca. 1.000 – 1.200 m² wvo).Tevens is er ook een Kruidvat (430 m² wvo) gevestigd aan de Brouwerij. Naast deze supermarkten zijn er ook nog enkele andere foodspeciaalzaken, zoals twee bakkers, een slager en een slijter. Ook op het gebied van niet-dagelijkse goederen is relatief veel aanbod aanwezig. In totaal circa 8.330 m² wvo, meer dan het dubbele in vergelijking met vergelijkbare plaatsen. Dit wordt vooral veroorzaakt Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
2
door enkele grote winkels. Genoemd kunnen worden de antiekzaken ’t Looiershuis (1.700 m² wvo) aan de Baarleseweg, Het Inboedeltje (450 m²) aan de Gilzeweg en De Hofstede (465 m²) aan de Ulicotenseweg. Deze zijn allen buiten het centrum gevestigd. Naast deze antiekzaken is er ook nog een HUBO bouwmarkt van 1.000 m² wvo aan de Florijnstraat en schoenenwinkel Bristol (1.390 m² wvo) aan de Baarleseweg gevestigd (beide buiten het centrum). Eveneens aan de Baarleseweg is een winkel van Action (880 m² wvo) gevestigd. Deze winkel wordt gerekend tot de branche ‘huishoudelijke artikelen’. Ook op het gebied van woninginrichting is er een ruim aanbod, waarvan The Village aan de Dorpsstraat (centrum) met circa 850 m² wvo de grootste is. In de andere branches binnen de sector nietdagelijkse artikelen is het aanbod beperkt. Het aanbod in de branche niet-dagelijkse artikelen wordt derhalve vooral gedomineerd door enkele “local heroes”, die vaak niet in het centrum van Chaam maar elders in Chaam gevestigd zijn.
3. Ladder voor Duurzame Verstedelijking Er wordt door de overheid steeds meer waarde gehecht aan het zorgvuldig omgaan met het ruimtegebruik. Dit is tevens een belangrijk uitgangspunt bij een in oktober 2012 doorgevoerde wijziging in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Hierin is vastgelegd dat de toelichting bij een bestemmingsplan/projectafwijking dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, moet voldoen aan de systematiek van de ‘Ladder voor duurzame verstedelijking’. Deze ladder omvat de volgende stappen: 1. “Er wordt beschreven dat de voorgenomen stedelijke ontwikkeling voorziet in een actuele regionale behoefte. 2. Indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel 1, blijkt dat sprake is van een actuele regionale behoefte, wordt beschreven in hoeverre in die behoefte binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan worden voorzien door benutting van beschikbare gronden door herstructurering, transformatie of anderszins. 3. Indien uit de beschrijving, bedoeld in onderdeel b, blijkt dat de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stedelijk gebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt beschreven in hoeverre wordt voorzien in die behoefte op locaties die, gebruikmakend van verschillende middelen van vervoer, passend ontsloten zijn of als zodanig worden ontwikkeld.” De ladder voor duurzame verstedelijking dient te worden toegepast indien er sprake is van een stedelijke ontwikkeling. De verplaatsing van een supermarkt kan worden aangemerkt als een stedelijke ontwikkeling omdat het een detailhandelsontwikkeling betreft (art. 1.1.1 Bro, definiëring begrippen). Bovendien is er sprake van een aanzienlijk uitbreiding van de winkelruimte en daarom dient de Ladder doorlopen te worden. Eerste trede: Actuele regionale behoefte Voor wat betreft de eerste trede moet op basis van onderhavige notitie geconstateerd worden dat er in Chaam theoretisch geen distributieve ruimte bestaat voor uitbreiding van het winkelaanbod in de dagelijkse artikelensector (zie bijlage). In de huidige situatie hebben de percelen Dorpsstraat 41-47 een centrumbestemming. Dat betekent dat in de huidige situatie reeds verschillende functies op de begane grond mogelijk zijn, waaronder detailhandel. Met het nieuwe plan worden twee massa’s gerealiseerd waarvan de grootste massa ca. 1.947 m² bvo en de kleinste massa 235 m² bvo bedraagt. Op basis van de vigerende bestemmingen is totaal ca. 2.400 m² bvo in de verschillende massa’s toegestaan (100% van het perceel aan Dorpsstraat 47 mag worden bebouwd en 70% van de percelen Dorpsstraat 41, 43 en 45). Dit betekent dat de verplaatsing van een supermarkt en de daarbij behorende uitbreiding past binnen het bestemmingsplan. Uitbreidingsruimte is daardoor in juridisch-planologische zin niet noodzakelijk.
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
3
Geconstateerd is dat de Lidl (890 m² wvo) en Albert Heijn (850 m² wvo) een relatief beperkte omvang hebben. Service-supermarkten hebben tegenwoordig al snel een omvang van ca. 1.250 – 1.750 m² wvo, discounters ca. 1.000 – 1.200 m² wvo. Voor de supermarkten in Chaam geldt dat uitbreiding noodzakelijk is om te kunnen blijven voldoen aan de vraag. Een verplaatsing naar de nieuwe locatie geeft een supermarkt de ruimte om uit te breiden en te moderniseren. Hiermee wordt ingespeeld op actuele trends in vraag en aanbod op het gebied van aankopen in de dagelijkse sector (o.a. gemak, comfort, keuzemogelijkheden voor de consument). De uitbreiding zal ten gunste komen aan de consumentenverzorging. Zo wordt met de beoogde ontwikkeling mede voorzien in de realisatie van een compact, helder afgebakend centrumgebied. Door de extra ruimte die gecreëerd wordt kan de supermarktplattegrond zo worden ingericht dat de consument meer comfort wordt geboden middels bredere gangen en een meer logische looproute door de winkel. Daarnaast worden de keuzemogelijkheden voor de consument vergroot door het kunnen bieden van een ruimer assortiment en een betere productpresentatie. Omdat het om de verplaatsing en uitbreiding van een bestaande supermarkt gaat zijn slechts beperkte effecten op het overige levensmiddelenaanbod te verwachten. Bovendien wordt de centrumpositie van Chaam verder versterkt. Modernisering en vernieuwing is noodzakelijk om ook in de toekomst te kunnen blijven functioneren. Vooral voor een kern als Chaam is het belangrijk dat het supermarktaanbod aansluit op moderne maatstaven, aangezien de supermarkten in dergelijke centra de belangrijkste trekkers zijn. Als de supermarkten niet moderniseren zal dit op termijn negatieve effecten kunnen hebben op het functioneren van het centrum. De andere winkels functioneren immers op de aantrekkingskracht van de supermarkten. Dit wordt ook onderschreven door een recente uitspraak van de Raad van State over de vestiging van Ikea op de locatie Zuiderhout te Zaanstad (ABRS 7 mei 2014, nr. 201307684/1). Juist in een situatie waar weinig marktruimte is, is vernieuwing en versterking nodig om het aanbod aan de veranderende vraag aan te passen. Het is op voorhand niet uit te sluiten dat er door de veranderende concurrentieverhoudingen mogelijke effecten zullen zijn op bestaande dagelijkse artikelenwinkels in Chaam en omgeving. Gezien de beperkte uitbreidingsruimte sluiten wij niet uit dat er een dagelijkse aanbieder zal verdwijnen. Als onverhoopt een zaak verdwijnen, zal dit waarschijnlijk een kleine dagelijkse aanbieder zijn. Dergelijke winkels functioneren overigens sowieso al moeizaam vanwege autonome ontwikkelingen. De versterking van het supermarktaanbod is per saldo gunstiger voor de consumentenverzorging en detailhandelsstructuur. Het voorzieningenniveau blijft voor de inwoners van Chaam gehandhaafd. De ontwikkeling heeft daardoor ook een positief effect op het woon-, werk- en leefklimaat. Tweede trede: benutting bestaande panden en leegstand Specifiek voor trede 2 is in de toelichting bij het Bro-artikel aangegeven dat het bij detailhandel moet gaan om het aangeven in hoeverre bestaande leegstaande winkelpanden via transformatie of herstructurering het initiatief zouden kunnen huisvesten. De nieuwe ontwikkeling biedt een goede oplossing voor twee panden van aanzienlijke omvang die momenteel leegstaan (vm. Rabobank en vm. garagebedrijf). In feite is het initiatief dus een vorm van herstructurering. De huidige leegstand op de planlocatie heeft een negatief effect op het centrum, omdat het een zich locatie betreft. Een verplaatsing zal de ruimtelijke kwaliteit alhier verbeteren en zal ook leegstand uit de markt halen. De verplaatsing van een supermarkt zal echter ook leegstand veroorzaken in het achter te blijven pand. De leegstandsituatie zal niet veel veranderen, omdat er ook leegstand uit de markt genomen wordt. Er is slechts sprake van een verschuiving. Wellicht neemt de leegstand per saldo zelfs iets af, er is immers sprake van een uitbreiding. De extra ruime die ontstaat in het centrum biedt tevens kansen voor andere winkels die nu geen plaats in het centrum hebben. Daarnaast biedt het voor bestaande winkels
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
4
de mogelijkheid om uit te breiden. Het vestigen en/of uitbreiden van winkels op deze locatie zal de aantrekkelijkheid en uitstraling van het centrum verbeteren. Hierdoor zal, ook afhankelijk van de invulling, de centrumpositie van Chaam nog verder versterkt worden. Het is niet uit te sluiten dat er als gevolg van de veranderde concurrentieverhoudingen effecten voor bestaand aanbod kunnen zijn en dat er hierdoor elders enige leegstand zal ontstaan. Heel misschien verdwijnt er een enkele zaak, maar voor de detailhandelsstructuur en de consumentenverzorging zal dat geen onaanvaardbare effecten hebben. Er wordt met de ontwikkeling immers ook een aanzienlijke hoeveelheid leegstand uit de markt gehaald. De inwoners van Chaam blijven beschikken over voldoende supermarkten binnen aanvaardbare afstand. Het supermarktaanbod wordt zelfs versterkt. Dat wil zeggen dat van duurzame negatieve effecten op het woon-, leef en ondernemersklimaat naar verwachting geen sprake zal zijn. Derde trede: Niet binnen bestaand stedelijk gebied Omdat de ontwikkeling binnen het bestaand stedelijk gebied plaats vindt, is de derde trede niet van toepassing.
3. Mogelijkheden en effecten De gemiddeld in Chaam gerealiseerde omzetten zijn lager dan hetgeen doorgaans gemiddeld in Nederland gerealiseerd wordt. De berekeningen zijn echter gebaseerd op meerdere aannames en mogen daarom nooit als normatief gezien worden, maar als indicatief. Het resultaat van de berekeningen betekent overigens niet dat de winkels in Chaam verliesgevend zijn. In Chaam zit bijvoorbeeld relatief veel doelgericht bezocht detailhandelsaanbod (o.a. woonzaken, antiekzaken) met gemiddeld genomen een lage vloerproductiviteit. Bovendien is een lage vloerproductiviteit niet ongebruikelijk voor kleine kernen, ook omdat de huisvestingslasten hier vaak relatief laag zijn. Hierdoor kan het zo zijn dat het winkelaanbod wel rendabel is. Enkel gebaseerd op het huidig functioneren, zou geconcludeerd moeten worden dat er in principe theoretisch geen uitbreidingsruimte voor de detailhandel in Chaam aan te geven is. Echter, in dit verband is het van belang aan te geven dat aan de kwalitatieve aspecten bij winkelontwikkelingen minstens zoveel waarde gehecht dient te worden als aan de kwantitatieve distributieve mogelijkheden. Wel dient het mogelijke effect op leegstand in acht te worden genomen. Met de verplaatsing van een supermarkt blijft er een pand van aanzienlijke omvang achter, maar er verdwijnt ook leegstand uit de markt. Het pand dat vrijkomt biedt de mogelijkheid voor bestaande of nieuwe aanbieders om hier uit te breiden en/of te verplaatsen naar het centrum. De effecten van herinvulling van dit pand met nieuw dagelijks2, danwel niet-dagelijks aanbod op het bestaande aanbod in Chaam is afhankelijk van de gebruiker. Hetzelfde geldt voor de beoogde omzoomwinkels. Nieuw aanbod betekent overigens wel meer keuzemogelijkheden in het centrum, mits er geen aanbieders verdwijnen als gevolg daarvan, wat een positief effect zal hebben op de aantrekkelijkheid van het centrum. Zo bezien is er geen sprake van onaanvaardbare leegstand. Van oudsher is Chaam een lintdorp met een diversiteit aan functies. In principe wil de gemeente dat zo houden, maar staat zij open voor het verplaatsen van specifieke winkels naar het gebied rondom het Brouwerijplein (zoals bijvoorbeeld de Bristol, textielhal etc.). Ook werkt de gemeente mee aan initiatie2
Supermarkt uitgesloten
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
5
ven waarbij grotere winkels aan de lint, die leeg staan en onvoldoende parkeermogelijkheden in zijn omgeving hebben te saneren en deze locaties met een passende functie te herinvullen. Daarmee kan concentratie van detailhandel rondom het Brouwerijplein verder worden gestimuleerd om daarmee een zo compact mogelijk centrum te creëren. In dit kader kan de te ontstane leegstand daardoor ook kansen bieden voor het centrum. Opgemerkt dient te worden dat bij de verplaatsing en uitbreiding van een bestaande supermarkt in eerste instantie een nieuwe verhouding zal ontstaan. De Lidl en Albert Heijn zijn op dit moment nagenoeg even groot. Indien een van beide verplaatst en uitbreidt, ontstaat een situatie waarin de verhoudingen niet meer gelijkwaardig zijn. Toch zullen de effecten op elkaar beperkt zijn. De supermarkten zijn complementair aan elkaar en hebben ieder een eigen doelgroep. De supermarkt die achterblijft kan ook van de toenemende aantrekkingskracht profiteren. Het pand dat vrijkomt biedt tevens voor de achterblijvende supermarkt de mogelijkheid om uit te breiden, zodat de verhouding weer gelijk wordt. Dit zal per saldo nog gunstiger zijn voor de consumentenverzorging in Chaam.
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
6
Bijlage 1. Theoretische benadering uitbreidingsruimte Uitgangspunten De gemeente Alphen-Chaam heeft op 1 mei 2014 9.706 inwoners3, waarvan 4.050 in de kern Chaam. Het inkomensniveau in de gemeente Alphen-Chaam bedraagt ca. € 16.000,- per hoofd van de bevolking per jaar en ligt daarmee ca. 6% boven het landelijk gemiddelde inkomen van € 15.100,per hoofd van de bevolking4. Bij een afwijking groter dan 5% passen wij een correctie op het bestedingscijfer toe, dit is voor Alphen-Chaam het geval. In Nederland werd er in 2013 in de dagelijkse artikelensector circa € 2.462,- en in de niet-dagelijkse artikelensector circa € 2.356,- per hoofd van de bevolking besteed5. De bestedingen in dagelijkse sector zijn met ca. 2% toegenomen, maar vanwege het (beperkte) interneteffect zijn de bestedingen anno 2014 ongeveer gelijk gebleven. In de niet-dagelijkse artikelensector zijn de bestedingen gedaald en deze zullen ook in de toekomst verder dalen. Dit heeft vooral te maken met de toenemende mate van internetaankopen. Hiervoor hanteren wij een effect van 5%, wat neerkomt op € 2.305,- per hoofd van de bevolking. In 2005 zijn op gemeenteniveau in West-Brabant de koopstromen bepaald. Gemeente AlphenChaam had in 2005 een binding in de dagelijkse sector van 70%. In de niet-dagelijkse sector was dit 22%. De toevloeiing in de niet-dagelijkse sector lag op een niveau van 33%. Specifiek voor de kern Chaam zijn geen koopstroomgegevens bekend. Wel zijn op basis van het aanwezige aanbod en vergelijkbare referentieplaatsen aannames te doen voor de koopstromen in de kern. Gezien het feit dat Chaam over een complementair supermarktkoppel beschikt (service supermarkt Albert Heijn en discount supermarkt Lidl) en in de overige kernen van de gemeente slechts een Plus van 1.300 m² wvo (Alphen) gevestigd is, schatten we de binding redelijk hoog in. We nemen aan dat Chaam een binding heeft van 90%. De toevloeiing schatten we op ca. 40 à 45%. Deze toevloeiing is afkomstig van bestedingen van inwoners van de overige kernen van Alphen-Chaam, Belgische inwoners van de grensstreek die doorgaans sterk op Nederlandse supermarkten georiënteerd en extra bestedingen van toeristen6. In de niet-dagelijkse sector veronderstellen we, ook gezien de korte afstand tot Breda, Tilburg en Baarle-Nassau dat de binding niet meer bedraagt dan 25 à 30%. De toevloeiing schatten we, rekening houdende met de “local heroes” in op circa 50 à 60%.
3
Bron: CBS Statline Bron: CBS, Regionale Inkomensverdeling, 2012. 5 Bron: Detailhandel.info, cijfers uit 2013, bewerkt door BRO. 6 Stel de overige inwoners van Alphen-Chaam (ca. 5.656) doen een derde van hun boodschappen in Chaam, betekent dit reeds een toevloeiing van ca. € 4,7 mln. Daar komen nog de bestedingen van toeristen en Belgische consumenten bij. Een toevloeiing van 40-45% ofwel € 5,7 – € 7,0 mln. achten we daarom reëel. 4
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
7
Tabel: Huidig functioneren detailhandel Chaam Dagelijks
Niet-dagelijks
Inwonertal
4.050
4.050
Besteding per hoofd ( € )
2.499
2.305
Bestedingspotentieel ( € mln.)
10,1
9,3
Koopkrachtbinding
90%
25-30%
Gebonden bestedingen ( € mln.) Koopkrachttoevloeiing Omzet door toevloeiing ( € mln.) Totale omzet ( € mln.) Huidige m² wvo Omzet per m² wvo ( € ) Referentieomzet per m² wvo ( € )
9,1
2,3-2,8
40%
50-60%
4,9-6,1
2,3-4,2
14,0-15,2
4,7-7,0
2.420
8.328
5.800-6.275
575-850
7.467
1.819
Op basis van de bovenstaande berekening kan geconcludeerd worden dat zowel het dagelijkse als het niet-dagelijkse aanbod beneden gemiddeld functioneert. Dit is overigens niet onlogisch. Aanbod in kleinere kernen functioneren gemiddeld tegen een lagere vloerproductiviteit, omdat lokale factoren van invloed kunnen zijn op de exploitatie. Hierbij kan gedacht worden aan gunstigere huurvoorwaarden en goedkopere exploitatiekosten. Hierdoor kan het aanbod in de praktijk daardoor toch functioneren. In zowel de dagelijkse als de niet-dagelijkse artikelensector is theoretisch geen distributieve uitbreidingsruimte aanwezig.
Notitie/ Mogelijkheden en effecten uitbreiding detailhandel kern Chaam
8
Bijlage 2: Archeologisch onderzoek
RAPPORT Archeologisch bureau- en verkennend veldonderzoek, door middel van boringen Dorpsstraat te Chaam
Opdrachtgever BRO Postbus 4 5280 AA Boxtel
ISSN 2214-5656 Projectnummer Aeres Milieu projectnummer AM13337 Status rapport Concept
Autorisatie Opsteller rapport:
paraaf
Drs. D. Hagens Drs. V. van der Veen Drs. ing. N. van der Feest Redactie:
25 september 2014
paraaf
Drs. C.D.R. Cohen Stuart Vrijgave: Ing. T.K.P.G. Thijssen Contactgegevens Aeres Milieu B.V. Postbus 1015 6040 KA ROERMOND (t) 0475 – 320 000 (f) 0475 – 321 967 e-mail:
[email protected] www.aeres-milieu.nl
datum
datum 25 september 2014
paraaf
datum 25 september 2014
INHOUDSOPGAVE SAMENVATTING
3
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
5
1. INLEIDING
7
2. WERKWIJZE 9 2.1 Inleiding ............................................................................................................................................ 9 2.2 Verkennend veldonderzoek d.m.v. boringen ................................................................................... 9 3. BUREAUONDERZOEK 11 3.1 Landschappelijke situatie - geomorfologie..................................................................................... 11 3.2 Landschappelijke situatie - bodem ................................................................................................ 12 3.3 Bewoningsgeschiedenis – historisch overzicht .............................................................................. 12 3.4 Bewoningsgeschiedenis – archeologische waarden ..................................................................... 13 3.5 Bewoningsgeschiedenis – historisch materiaal ............................................................................. 14 4. VERWACHTINGSMODEL
17
5. VELDWERKZAAMHEDEN 19 5.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 19 5.2 Fysisch geografische beschrijving van de bodemopbouw ............................................................. 19 5.3 Interpretatie .................................................................................................................................... 19 5.4 Archeologische indicatoren ............................................................................................................ 20 6. CONCLUSIE 21 6.1 Algemeen ....................................................................................................................................... 21 6.2 Beantwoording van de onderzoeksvragen ..................................................................................... 21 7. AANBEVELINGEN
23
LITERATUURLIJST
25
Bijlagen: 1 2 3 4 5 6 7 8
Topografische overzichtskaart Situatietekening onderzoekslocatie met boorpunten Overzicht IKAW met aanwezige onderzoeken, monumenten en waarnemingen Overzicht Cultuurhistorische waardenkaart Provincie Noord Brabant Overzicht geomorfologische kaart Overzicht bodemkaart Overzicht AHN Boorkernbeschrijvingen
Pagina 2 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
SAMENVATTING Op 17 september 2014 is door Aeres Milieu een archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek uitgevoerd aan de Dorpsstraat 41-47 te Chaam. Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. De jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum en mesolithicum hebben als woon- en verblijfplaats vaak voor de flanken van hoger liggende terreingedeelten in het landschap gekozen, bij voorkeur in de buurt van open water. Water was een belangrijk gegeven, niet alleen voor het lessen van de dorst, nabij water heerst er ook een grotere biodiversiteit, wat de jacht en het verzamelen van plantaardig voedsel vergemakkelijkt. Op de geomorfologische kaart is het plangebied niet gekarteerd, maar op basis van aangrenzende eenheden, de hoge ligging op het AHN en uit gegevens van eerdere onderzoeken ligt de kern van Chaam en dus het plangebied op een hooggelegen dekzandrug. Deze rug wordt aan zowel de noord- als de zuidzijde omsloten door twee beekdalen. Deze hoge ligging met watervoorzieningen in de onmiddellijke omgeving zijn ideale vestigingslocaties voor jagers-verzamelaars. Op basis van deze gegevens wordt aan het plangebied een hoge verwachting toegekend voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum. Vanaf het neolithicum ontstaan de eerste landbouwculturen die gekenmerkt worden door sedentaire nederzettingen. In de beginperiode stapt men geleidelijk over naar landbouw en veeteelt en worden jagen en verzamelen steeds minder belangrijk. De nederzettingen worden gekenmerkt door permanente woningen die soms diep in de grond gefundeerd waren. Voor de watervoorziening worden waterputten gegraven en in en nabij de nederzetting worden afvalkuilen gegraven. In de periode vanaf het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen heeft men nog steeds een voorkeur voor hoger en droger gelegen gebieden. Gezien de hoge ligging van het plangebied geflankeerd door twee beekdalen, geldt ook voor de periode neolithicum tot en met de ijzertijd en de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen een hoge archeologische verwachting. Het bewoningspatroon verandert geleidelijk vanaf de late middeleeuwen. In deze periode is een hoge ligging van het gebied niet meer bepalend voor het bewoningspatroon. Vanaf de late middeleeuwen concentreert de bewoning zich in dorpen, steden en bewoningsclusters. Het plangebied ligt aan de Dorpsstraat. Deze straat vormt de centrale bebouwingskern van het van oorsprong vroegmiddeleeuwse Chaam. Volgens historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied sinds tenminste het begin van de 19e eeuw bebouwd was. Mogelijk kent deze bebouwing een (laat)middeleeuwse oorsprong of had deze voorgangers uit deze periode. Daarom geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor archeologische resten uit de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd. Op basis van het uitgevoerde verkennend onderzoek kan worden gesteld dat de natuurlijke bodemopbouw binnen het plangebied ontbreken. In plaats daarvan maakte de overgang tussen de bovengrond en de natuurlijke ondergrond een zeer abrupte, verrommelde, indruk. Er is dus sprake van een A-C profiel, waarbij de ploegvoor direct op de natuurlijke ondergrond is gelegen. Dit, in combinatie met de aanwezigheid van baksteen, puin en brokken zand in de toplaag, duidt op een vergaande recente verstoring van de bodem. Naar verwachting zullen de bouw en sloop van opstallen binnen het plangebied een verregaande verstoring van het bodemarchief tot gevolg hebben gehad. De verstoorde aard van het cultuurdek heeft geleid tot het advies dat verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.
Pagina 3 van 26
Pagina 4 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS Projectnummer OM-nummer Soort onderzoek Adres onderzoekslocatie Toponiem Gemeente Provincie Kadastrale registratie Coördinaten
Oppervlakte Huidig locatie gebruik Aanleiding onderzoek Opdrachtgever Bevoegde overheid Opslag documentatie en materiaal Datum uitvoering
: AM13337 : 63.193 : Verkennend booronderzoek : Dorpsstraat 41-47 te Chaam : Dorpsstraat : Alphen-Chaam : Noord-Brabant : Chaam, sectie E, nummer 5123, 5124 en 5125 : centrum 118.414; 390.839 NW: 118.405; 390.877 NO: 118.477; 390.848 ZW: 118.377; 390.835 ZO: 118.403; 390.789 : circa 3.047 m2 : Woningen en kantoorpand met verhard erf en tuin : Nieuwbouw twee wooncomplexen: complex ‘Donkelaar’ en ‘Ekelaar’ : BRO : Gemeente Chaam : Zuidhoven 9m te Roermond tot deponering bij provinciaal depot te ‘s-Hertogenbosch : 17 september 2014
Pagina 5 van 26
Pagina 6 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
1.
INLEIDING
In opdracht van BRO heeft Aeres Milieu een archeologisch bureau- en verkennend veldonderzoek, d.m.v. boringen uitgevoerd op de locatie: Adres onderzoekslocatie Gemeente Oppervlakte Huidig perceelsgebruik Toekomstig perceelsgebruik
: Dorpsstraat 41-47 te Chaam : Alphen-Chaam : circa 3.047 m2 : Woningen en kantoorpand met verhard erf en tuin : Nieuwbouw twee wooncomplexen ‘Donkelaar’ en ‘Ekelaar’
Dit archeologisch onderzoek is uitgevoerd conform de richtlijnen van de KNA 3.3. Het verkennend onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek naar de historie en bodemgesteldheid van de onderzoekslocatie. Aanvullend hierop is een verkennend veldonderzoek d.m.v. boringen op het perceel uitgevoerd. De werkzaamheden in het veld zijn uitgevoerd door een KNA-archeoloog onder leiding van een KNA-senior archeoloog. Aanleiding De aanleiding voor het laten uitvoeren van dit bodemonderzoek is de voorgenomen nieuwbouw van twee wooncomplexen en de sloop van de bestaande bebouwing (twee woningen en kantoorpand). Er is vooralsnog niet bekend wat de concrete diepte van de werkzaamheden zal zijn. Er wordt voor dit onderzoek uitgegaan van een minimale verstoringsdiepte van 1,50 meter onder maaiveld.
Figuur 1: Verbeelding van het voorgenomen plan.
Pagina 7 van 26
Doel Het doel van het archeologisch bureauonderzoek is, het bepalen van een specifiek verwachtingsmodel voor de locatie. Dit verwachtingsmodel wordt op basis van historische kaarten en bekende landschappelijke en archeologische gegevens gevormd. Dit verwachtingsmodel zal vervolgens leiden tot een aanbeveling over het behoud in-situ of eventueel vervolgonderzoek. Het doel van het aansluitende verkennend booronderzoek is het toetsen van het in het bureauonderzoek opgestelde verwachtingsmodel. Specifiek voor de locatie Dorpsstraat 41-47 zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:
Is er sprake van stratigrafische lagen die potentieel archeologische waarden kunnen bevatten? In hoeverre zijn deze lagen intact en hoe reflecteert dit de kwaliteit van de mogelijk aanwezige archeologische resten? Wat is de diepteligging van mogelijke archeologische resten en wat is de daadwerkelijke bedreiging van deze resten door de voorgenomen bodemingrepen?
Plangebied Het plangebied ligt aan de Dorpsstraat huisnummers 41-47 in de bebouwde kom van Chaam. Het plangebied is bebouwd met twee woningen met verhard erf en tuin en een kantoorpand. In het noorden wordt het plangebied begrensd door de Dorpsstraat, in het oosten door een parkeerplaats en in het zuiden en westen door bebouwing met tuin en erf.
Figuur 2: Het perceel achter de Dorpsstraat 47 met het grote gat, in noordwestelijke richting.
Pagina 8 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
2.
WERKWIJZE
2.1
Inleiding
Bij het uitvoeren van het bureauonderzoek is gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Deze bronnen geven inzicht in bekende, of te verwachten archeologische resten binnen het onderzoeksgebied. Daarnaast zijn deze bronnen van belang voor het opstellen van de landschapsgenese. Archeologische bronnen Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) Archeologische Monumentenkaart (AMK) Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS II) Archeologische verwachtingen- en waardenkaart van de gemeente Alphen-Chaam Specifieke lokale informatie Bodem- en geomorfologische kaarten Bodemkaart (Alterra, uit Archis2) Geomorfologische kaart (Alterra, uit Archis2) Actuele Hoogtekaart van Nederland (AHN) Historische kaarten Historisch minutenplan (1800-1832) Historische topografische en militaire kaarten (1830 tot 1978) Moderne topografische kaart (2005) De bovenstaande bronnen worden aangevuld door mogelijke informatie afkomstig van lokale archeologische verenigingen en werkgroepen. De overige aanvullende informatie is terug te vinden in de literatuurlijst.
2.2
Verkennend veldonderzoek d.m.v. boringen
Om een regelmatige verdeling over het plangebied te kunnen garanderen is gebruik gemaakt van een grid met gelijkbenige driehoeken (voor zover het plangebied dit toelaat). Voor een verdeling van de boringen zie bijlage 3. Deze meetpunten worden met behulp van meetwiel en meetlint uitgezet. De boorpunten worden gerelateerd aan de AHN. De boringen zijn uitgevoerd met een edelman boor van 10 centimeter. De boringen worden tot minimaal 30 centimeter in de ‘schone’ (C-horizont) ondergrond doorgeboord. De boorkernen worden conform ASB (Archeologische Standaard Boorbeschrijving 5.2) beschreven. Voor het plangebied aan de Dorpsstraat 41-47 is uitgegaan van 6 boringen om een duidelijk beeld te kunnen schetsen. Tijdens het veldwerk wordt, voor zover mogelijk gekeken naar archeologische indicatoren aan het oppervlakte.
Pagina 9 van 26
Pagina 10 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
3.
BUREAUONDERZOEK
3.1
Landschappelijke situatie - geomorfologie
Chaam ligt in het Zuid-Nederlandse zandgebied. Het is een relatief vlak gebied dat nooit door het landijs bedekt is geweest.1 De ondergrond wordt doorsneden door een aantal zuidoost-noordwest georiënteerde breuken. Deze breuken begrenzen de Centrale Slenk en de Peelhorst. Ten oosten van het plangebied loopt de Feldbissbreuk, ook wel de Gilze-Rijen breuk genoemd, die het dalingsgebied van de Centrale Slenk (ofwel de Roerdal Slenk) begrenst. Het plangebied ligt ten westen van de Centrale Slenk, op de rug van Alphen-GilzeRijen.2 Hier ligt een dunne laag dekzand (Laagpakket van Wierden, Formatie van Boxtel) op grindhoudende rivierzanden van de Formatie van Sterksel. De afzettingen van de Formatie van Sterksel zijn afgezet door de Rijn. De rug vormt de waterscheiding tussen de riviertjes in westelijk Noord-Brabant en die in de Roerdalslenk. Tijdens de laatste ijstijd, het Weichselien (circa 115.000 – 11.755 jaar geleden), ontstond een steeds kouder en droger klimaat.3 Deze laatste ijstijd, het Weichselien is belangrijk geweest voor de vorming van het huidige landschap rond het plangebied. In deze periode (circa 115.000 – 10.000 jaar geleden) breidde het landijs zich sterk uit, maar bereikte Nederland niet. Tijdens een groot deel van het Weichselien was de bodem permanent bevroren. Tijdens perioden van dooi werd door sneeuwsmelt- en regenwater veel sediment verspoeld. Hierbij zijn fluvioperiglaciale afzettingen gevormd en dalen ontstaan. De fluvioperiglaciale afzettingen zijn zeer divers en bestaan uit fijn en grof zand, soms met grind, leemlagen en plantenresten en worden tot de Formatie van Boxtel gerekend.4 Deze afzettingen zijn in het plangebied in de diepere ondergrond aanwezig. Ze bestaan hier uit zwak siltig, matig fijn zand. Ten zuiden en noorden van Chaam bevinden zich dalen die in deze periode zijn gevormd (bijlage 5, code 2R2). Later zijn de fluvioperiglaciale afzettingen bedekt met dekzand. In de koudste en droogste perioden van het Weichselien, met name tijdens het Laat-Pleniglaciaal (circa 26.000 – 15.700 jaar geleden) en in sommige perioden van het Laat-Glaciaal (circa 15.700 – 11.755 jaar geleden), is de vegetatie grotendeels verdwenen, waardoor op grote schaal verstuiving optrad waarbij dekzand werd afgezet.5 Dit zand is kalkloos, fijnkorrelig (150 – 210 μm), goed afgerond, goed gesorteerd en arm aan grind en wordt tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel gerekend. Het reliëf dat tijdens de dekzandafzetting is ontstaan, wordt gekenmerkt door vlaktes, depressies en dekzandkopjes, afgewisseld met langgerekte ruggen. In het Holoceen (vanaf circa 11.755 jaar geleden) werd het klimaat warmer en vochtiger. Het landschap is door geologische processen weinig meer veranderd. Het dekzand werd door de toenemende vegetatie vastgelegd en de beken sneden zich in, waarbij ze de natuurlijke laagten volgden, zoals de eerder gevormde dalen. Op de geomorfologische kaart is het plangebied niet gekarteerd vanwege de ligging in bebouwd gebied. Op basis van extrapolatie van aangrenzende eenheden ligt het plangebied op een dekzandrug of mogelijk binnen een zone van terrasafzettingswelvingen (bijlage 5, respectievelijk code 3K14 en 3L12).6 Het kaartbeeld van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN, bijlage 7)7 geeft een duidelijk beeld van het reliëf in de omgeving van het plangebied. Zowel de bebouwde kom van Chaam als de terrasafzettingswelvingen rondom Chaam liggen relatief hoog in het landschap. Duidelijk herkenbaar zijn de beekdalen aan zowel de noord- als de zuidzijde van Chaam. Op microniveau zijn ook de reliëfverschillen waarneembaar tussen de dekzandruggen en de terraswelvingen. Waarschijnlijk ligt het centrale deel van de bebouwde kom, inclusief het plangebied, op een dekzandrug gelegen tussen de al genoemde twee beekdalen.
1 Berendsen 2005, 29. 2 Berendsen 2005, 31. 3 Berendsen 2004, 183. 4 Berendsen 2004, 189. 5 Berendsen 2004, 190. 6 Geraadpleegd via www.archis2.nl 7 www.ahn.nl Pagina 11 van 26
3.2
Landschappelijke situatie - bodem
Volgens de bodemkaart ligt het plangebied in een zone van hoge zwarte enkeerdgronden in lemig fijn zand (bijlage 6, code zEZ23).8 Enkeerdgronden hebben een plaggendek of esdek dat is ontstaan doordat mogelijk al vanaf de late middeleeuwen op grote schaal het systeem van potstalbemesting werd toegepast.9 Plaggen werden met mest van het vee vermengd en op de akkers uitgespreid om de bodem vruchtbaarder te maken. In de loop der tijd is hierdoor een plaggendek op de oorspronkelijke bodem ontstaan.10 Dergelijke cultuurdekken hebben vaak een beschermende werking en dienen als een buffer die de potentiële archeologische lagen beschermd tegen verstoringen. De dikte van het plaggendek is bij de hoge enkeerdgronden meer dan 50 cm.11 De bouwvoor (Aap-horizont) is grijsbruin tot zwart van kleur. Hieronder liggen oudere niveaus/lagen van het plaggendek (Aa-horizont), die meestal wat lichter van kleur zijn. Onder het plaggendek ligt de oorspronkelijke bodem, mogelijk een podzolgrond. De podzolgrond bestaat uit een A-horizont, waaronder vaak een E-horizont (uitspoelingshorizont) aanwezig is. Hieronder ligt de B-horizont (inspoelingshorizont), die geleidelijk overgaat in de C-horizont.12 Afhankelijk van de vroegere bodembewerking is de oorspronkelijke A-, E- en/of B-horizont al dan niet intact. Vaak zijn deze door verploeging met de onderste helft van het plaggendek vermengd geraakt. Op de bodemkaart staan de gemiddelde grondwaterstanden aangeven met grondwatertrappen. De mogelijk aanwezige gronden worden gekenmerkt door grondwatertrap V. Dit betekent dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand niet dieper dan 40 cm beneden maaiveld ligt en dat de gemiddeld laagste grondwaterstand dieper dan 120 cm beneden maaiveld wordt aangetroffen.
3.3
Bewoningsgeschiedenis – historisch overzicht
De bestudeerde en beschikbare bronnen hebben het volgende beeld kunnen schetsen over de geschiedenis van Chaam. De beekdalnederzetting Chaam kent een bewoningsgeschiedenis die teruggaat tot tenminste de vroege middeleeuwen. De kern van Chaam ligt erg aantrekkelijk op een hoger gelegen dekzandrug temidden van twee waterlopen. De aanvoer van sedimenten zorgde voor optimale vestigingsfactoren door de vruchtbare gronden. De plaatsnaam verwijst mogelijk naar ‘Cambo’, de naam van een Keltische stam. Een andere mogelijkheid is de afleiding van de naam van het Latijnse Canaba of Camba waarmee een verband wordt gelegd met een brouwerij of taveerne. Mogelijk verwijst de naam niet zozeer naar de dorpskern alleen, maar verwijst het naar een groter gebied in fysisch-geografische zin.13 Chaam ontwikkelde zich als tiendakkerdorp waarbij een nederzettingskern ontstond rondom de gestichte kerk. Deze ontwikkeling vond planmatig plaats door de verbinding van kleine bebouwingsconcentraties die zich als een bebouwingslint verdichtte aan de centrale straat Bredaseweg – Dorpsstraat en zijwegen zoals de Ulicotenseweg. De geschiedenis van Chaam hangt in bestuurlijke zin sterk samen met die van het nabij gelegen Alphen. Het gebied waar beide dorpen deel van uitmaakten, viel eind 12e eeuw toe aan de heren van Breda als onderdeel van het Land van Breda. Dit veranderde vanaf het begin van de 19e eeuw toen beide plaatsen als zelfstandige bestuurlijke eenheden verder gingen.14
8 Alterra Wageningen 2009, kaartblad 50West; De Bakker en Schelling 1989. 9 Spek 2004. 10 Hiddink, H., H. Renes 2007. 11 De Bakker en Schelling 1989, 141. 12 De Bakker en Schelling 1989, 127 13 Renes 1985, 107. 14 Erfgoedbeleidsnota Alphen-Chaam.
Pagina 12 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn in Chaam enkele tientallen woningen vernield en de toren van de hervormde Kerk werd in 1944 opgeblazen door terugtrekkende troepen.15 In de jaren 1940, 1942, 1944 en in 1945 vonden vliegtuigcrashes plaats in Chaam. Voor zover bekend crashte deze vliegtuigen in het buitengebied van Chaam.16
3.4
Bewoningsgeschiedenis – archeologische waarden
Op de IKAW is het plangebied niet gekarteerd vanwege de ligging in de bebouwde kom. Op basis van extrapolatie geldt voor het plangebied waarschijnlijk een middelhoge tot hoge kans op het aantreffen van archeologische resten (zie bijlage 3). De gemeente Alphen-Chaam heeft (nog) geen eigen gemeentelijke archeologische verwachtings- of beleidskaart. Op de Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie NoordBrabant heeft het plangebied geen verwachting. De omringende zones hebben een middelhoge tot hoge archeologische trefkans en zijn gebaseerd op de zones op de IKAW (zie bijlage 4).17 Binnen een straal van 1 kilometer ten opzichte van het plangebied zijn 12 onderzoeksmeldingen en 2 waarnemingen bekend. Onderzoeksmeldingen binnen het plangebied: Onderzoeksmeldingen 32.257 en 61.866 Het plangebied ligt binnen een omvangrijk onderzoeksgebied waar RAAP in 2008 gedeeltelijk een (verkennend) booronderzoek uitvoerde in verband met de landherinrichting Baarle-Nassau. Uit het booronderzoek kwam naar voren dat de B-horizont soms aanwezig was. Voor deze delen was een karterend booronderzoek nodig als planaanpassing niet mogelijk bleek (onderzoeksmelding 32.257). Antea Group Archeologie voerde in 2014 een bureauonderzoek uit voor een groot gebied dat heel Chaam en omgeving besloeg. De resultaten staan nog niet in Archis vermeld (onderzoeksmelding 61.866). Onderzoeksmeldingen en waarnemingen binnen een straal van 500 meter van het plangebied: Onderzoeksmeldingen 41.240 en 57.893 Op 75 meter ten noorden van het plangebied ligt een omvangrijke onderzoeksmelding. Hier voerde RAAP in 2010 een inspectie uit in verband met ruilverkaveling. Circa 160 sloten en greppels werden onderzocht, waarbij één historische beekloop werd aangetroffen. Er werd geen vervolgonderzoek nodig geacht (onderzoeksmelding 41.240). Op 100 meter ten noorden van het plangebied werd door Becker en Van de Graaf een booronderzoek uitgevoerd. Vanwege de verstoring werd geen vervolgonderzoek geadviseerd (onderzoeksmelding 57.893) Onderzoeksmeldingen 8075, 9340, 28.544 en waarnemingsnummer 42.270 Op 275 meter ten zuidoosten voerde ADC in 2000 een opgraving uit direct naast de hervormde kerk (onderzoeksmelding 8075). Er werden muur- en funderingsresten aangetroffen van de voorganger uit de 16e eeuw, een verbinding tussen de toren en de kerk. Ook trof men paalsporen aan die mogelijk afkomstig waren van een stellage voor onderhoud aan de kerk (waarnemingsnummer 42.270). RAAP voerde in 2002 een booronderzoek uit op een locatie, deels gelegen in een beekdal en op 360 meter ten zuidoosten van het plangebied. Vanwege de natte omstandigheden werden geen indicatoren aangetroffen en geen vervolgonderzoek nodig geacht (onderzoeksmelding 9340). Op een aangrenzend terrein, gelegen binnen een terrasafzettingswelving werd na een booronderzoek in 2008 evenmin een vervolgonderzoek nodig geacht (onderzoeksmelding 28.544). Onderzoeksmeldingen 35.894, 35.895 en 57.893 In 2013 voerde Oranjewoud een bureauonderzoek uit voor een locatie op 75 meter ten zuidwesten van het plangebied. Vanwege de verstoring werd geen vervolgonderzoek geadviseerd (onderzoeksmelding 57.893).
15 Auwerda en Grimm 2008 (Verliesregisters 1941 en 1944). 16 Auwerda en Grimm 2008 (Verliesregisters 1941 en 1944); www.bhic.nl 17 www.atlas.brabant.nl Pagina 13 van 26
Op twee locaties in een beekdal, op 160 meter en 320 meter ten zuidwesten van het plangebied, voerde RAAP in 2008 een inspectie uit. Voor beide locaties werd geen vervolgonderzoek geadviseerd (onderzoeksmeldingen 35.894 en 35.895) Onderzoeksmeldingen en waarnemingen binnen een straal van 1000 meter van het plangebied: Onderzoeksmeldingen 43.559, 44.411 en waarnemingsnummer 428.451 Door RAAP werd in 2010 een booronderzoek uitgevoerd op een dekzandkop, op 850 meter ten noordoosten van het plangebied. Vanwege de aanwezige puinlaag uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd werd een archeologische begeleiding geadviseerd, tenzij planaanpassing zou kunnen plaatsvinden (onderzoeksmelding 43.559). Binnen een terrasafzettingswelving op 875 meter noordoostelijk van het plangebied, voerde Becker en Van de Graaf een booronderzoek uit. Vanwege de vondst van twee fragmenten roodbakkend aardewerk uit de late middeleeuwen – nieuwe tijd, werd een vervolgonderzoek in de vorm van proefsleuven geaviseerd (onderzoeksmelding 44.411 en waarnemingsnummer 428.451).
3.5
Bewoningsgeschiedenis – historisch materiaal
Het plangebied ligt aan de Dorpsstraat. Deze straat vormde samen met de zijweg Ulicotenseweg de historische dorpskern van Chaam. Op het minuutplan uit het begin van de 19e eeuw (figuur 5)18 wordt duidelijk dat het plangebied onderdeel is van de oude bewoningskern van Chaam. Aan de Dorpsstraat is meerdere bebouwing aanwezig. Ook binnen het plangebied zijn twee woningen met bijgebouwtjes te zien. Ten zuidoosten van het plangebied, aan de splitsing van de Dorpsstraat met de Ulicotenseweg, is de protestantse Ledevaertkerk te zien met daarlangs de pastorie. Uit de gegevens van de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (OAT)19 behorende bij het minuutplan, staat beschreven dat de bebouwing binnen het plangebied in gebruik zijn als “huis, schuur en erf”. De achterliggende percelen zijn als tuin in gebruik. Het uiterste westelijke perceel is als bouwland in gebruik. Ook op de kaarten uit 1830-1850 en 1900 is duidelijk de ligging van het plangebied binnen de historische dorpskern van Chaam te zien. Direct ten oosten van het plangebied, schuin aan de overzijde van de Dorpsstraat, is nu een tweede kerk zichtbaar. Het betreft de katholieke Antonius Abtkerk. Ondanks dat het niet duidelijk is te zien, kan er van worden uitgegaan dat in de 19e eeuwse situatie binnen het plangebied bebouwing aanwezig is. Op de kaart uit 1900 is duidelijk te zien dat er twee woningen met bijgebouwtjes binnen het plangebied liggen. Het overige deel van het plangebied is in gebruik als erf en tuin. In 1959 is de bebouwingskern van Chaam enigszins uitgebreid en is ook bebouwing aanwezig aan het noordwestelijke verlengde van de Dorpsstraat en aan de zijweg Gilzeweg. Binnen het plangebied blijft bebouwing aanwezig. Gedurende de tweede helft van de 20e eeuw blijft het plangebied bebouwd en is de bebouwde kom van Chaam flink gegroeid in voornamelijk westelijke en noordelijke richting.20
18 www.watwaswaar.nl Gemeente Chaam, sectie E, blad 2. Minuutplans zijn de oorspronkelijke kadastrale kaarten die zijn vervaardigd vanaf 1811 en 1812 in navolging van de Fransen o.l.v. Napoleon Bonaparte. Het zijn grondbeschrijvingen (kadasters) van de gemeenten met hierop aangegeven de percelen, perceelnummers en gebouwen. 19 OAT = Oorspronkelijke Aanwijzende Tafel. Dit is een register uit 1832 waarin diverse gegevens in vermeld staan die betrekking hebben op de betreffende percelen, zoals de eigenaar, beroep en woonplaats, alsmede het grondgebruik en de oppervlakte. 20 Gebaseerd op bestudering van laat 20e eeuws topografisch kaartmateriaal via www.watwaswaar.nl.
Pagina 14 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
Figuur 3: Historisch kaartmateriaal uit respectievelijk 1811-1832, 1830-1850, 1900 en 1959, met in het rood en blauw bij benadering het plangebied aangegeven (Bron: www.watwaswaar.nl).
Bodemverstoring Als gevolg van de huidige bebouwing is het plangebied ter plaatse tot een zekere diepte verstoord. In Bodemloket staat aangegeven dat binnen het plangebied in de jaren negentig van de 20e eeuw bodemonderzoeken en saneringen zijn uitgevoerd vanwege de voormalige ligging ter plaatse van onder meer een autoreparatiebedrijf en ondergrondse diesel- en benzinetanks. Er is geen sprake van ernstige verontreiniging en de locatie is voldoende onderzocht.21
21 www.bodemloket.nl Pagina 15 van 26
Pagina 16 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
4.
VERWACHTINGSMODEL
Op basis van het bureauonderzoek is voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. De jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum en mesolithicum hebben als woon- en verblijfplaats vaak voor de flanken van hoger liggende terreingedeelten in het landschap gekozen, bij voorkeur in de buurt van open water. Water was een belangrijk gegeven, niet alleen voor het lessen van de dorst, nabij water heerst er ook een grotere biodiversiteit, wat de jacht en het verzamelen van plantaardig voedsel vergemakkelijkt. Op de geomorfologische kaart is het plangebied niet gekarteerd, maar op basis van aangrenzende eenheden, de hoge ligging op het AHN en uit gegevens van eerdere onderzoeken ligt de kern van Chaam en dus het plangebied op een hooggelegen dekzandrug. Deze rug wordt aan zowel de noord- als de zuidzijde omsloten door twee beekdalen. Deze hoge ligging met watervoorzieningen in de onmiddellijke omgeving zijn ideale vestigingslocaties voor jagers-verzamelaars. Op basis van deze gegevens wordt aan het plangebied een hoge verwachting toegekend voor vuursteenvindplaatsen uit het laat-paleolithicum en mesolithicum. Vanaf het neolithicum ontstaan de eerste landbouwculturen die gekenmerkt worden door sedentaire nederzettingen. In de beginperiode stapt men geleidelijk over naar landbouw en veeteelt en worden jagen en verzamelen steeds minder belangrijk. De nederzettingen worden gekenmerkt door permanente woningen die soms diep in de grond gefundeerd waren. Voor de watervoorziening worden waterputten gegraven en in en nabij de nederzetting worden afvalkuilen gegraven. In de periode vanaf het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen heeft men nog steeds een voorkeur voor hoger en droger gelegen gebieden. Gezien de hoge ligging van het plangebied geflankeerd door twee beekdalen, geldt ook voor de periode neolithicum tot en met de ijzertijd en de Romeinse tijd en vroege middeleeuwen een hoge archeologische verwachting. Het bewoningspatroon verandert geleidelijk vanaf de late middeleeuwen. In deze periode is een hoge ligging van het gebied niet meer bepalend voor het bewoningspatroon. Vanaf de late middeleeuwen concentreert de bewoning zich in dorpen, steden en bewoningsclusters. Het plangebied ligt aan de Dorpsstraat. Deze straat vormt de centrale bebouwingskern van het van oorsprong vroegmiddeleeuwse Chaam. Volgens historisch kaartmateriaal blijkt dat het plangebied sinds tenminste het begin van de 19e eeuw bebouwd was. Mogelijk kent deze bebouwing een (laat)middeleeuwse oorsprong of had deze voorgangers uit deze periode. Daarom geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor archeologische resten uit de periode late middeleeuwen tot en met de nieuwe tijd.
Pagina 17 van 26
Periode
Verwachting
Laat-paleolithicum – mesolithicum
Hoog
Neolithicum – bronstijd
Hoog
IJzertijd – vroege middeleeuwen
Hoog
Late middeleeuwen – nieuwe tijd
Hoog
Verwachte kenmerken vindplaats Bewoningssporen, tijdelijke kampementen: vuursteen artefacten, haardkuilen Nederzetting: cultuurlaag, fragmenten aardewerk, natuursteen, gebruiksvoorwerpen
Diepeteligging sporen
Nederzetting: cultuurlaag, fragmenten aardewerk, natuursteen funderingsresten, gebruiksvoorwerpen,
Vanaf het maaiveld
Onder het plaggendek in de oorspronkelijke bodem
Onder het plaggendek in de oorspronkelijke bodem
Tabel 1: Archeologische verwachting per periode.
Pagina 18 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
5.
VELDWERKZAAMHEDEN
5.1
Algemeen
Het veldonderzoek dient om het verwachtingsmodel te staven. Het plangebied bestaat uit verschillende beklinkerde percelen en enkele groenstroken. Het perceel achter de Dorpsstraat 43 bleek bij aankomst niet toegankelijk vanwege de aanwezigheid van asbest en afzetting van dit terrein. Daarom werden de in deze zone geplande boringen iets verplaatst. Het perceel achter de Dorpsstraat 47 was deels verstoord door een groot gat. Ten slotte deelde een bewoner mede dat ter hoogte van boring 3 vroeger een huis had gestaan dat rond het midden van de vorige eeuw is afgebroken. In totaal zijn 6 boringen gezet met een Edelmanboor met een diameter van 10 cm. Hiervan stuitten er twee (boringen 5 en 6) op een ondoordringbaar puinpakket. In boring 5 bevond dit pakket zich op 30 cm –mv, in boring 6 op 150 cm –mv.
5.2
Fysisch geografische beschrijving van de bodemopbouw
Het beeld dat uit de zes boringen naar voren komt is een bodemopbouw bestaande uit een toplaag van zeer fijn, matig tot sterk siltig zand, gelegen op een zeer fijn, uiterst siltig en sterk humeus zandpakket. In dit pakket zijn in verschillende boringen baksteenresten en brokken zand aangetroffen. Onder deze laag bevindt zich een pakket zeer fijn, uiterst siltig beige tot geel zand. De overgang tussen deze twee lagen is in boringen 1 en 4 zeer brokkelig, in boring 002 juist zeer scherp.
Figuur 4: boring 6.
5.3
Interpretatie
De onderste laag van zeer fijn, uiterst siltig beige tot geel zand kan als de C-Horizont worden geïnterpreteerd. Hier boven gelegen uit- en inspoelingslagen werden niet aangetroffen. In plaats daarvan maakte de overgang tussen de bovengrond en de C-Horizont een zeer abrupte indruk. Dit, in combinatie met de aanwezigheid van baksteen, puin en brokken zand in de toplaag, duidt op een vergaande recente verstoring van de bodem. Deze bodemverstoring rijkt minimaal tot 55 cm –mv in boring 1 en tot 150 cm –mv in boring 2. Pagina 19 van 26
5.4
Archeologische indicatoren
Hoewel het actief zoeken naar archeologische indicatoren niet tot het bereik van dit onderzoek behoort, worden dergelijke indicatoren wel geregistreerd indien deze worden aangetroffen. Achter huisnummer 47 werden in het grote gat fragmenten van een industrieel wit bord van P. Regout, uit het begin van de 20e eeuw aangetroffen. In boring 2 werd in de bovenlaag een klein fragment roodbakkend geglazuurd aardwerk uit de Nieuwe Tijd aangetroffen.
Pagina 20 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
6.
CONCLUSIE
6.1
Algemeen
Op basis van het bureauonderzoek kan gesteld worden dat voor alle perioden een hoge verwachtingskans geldt. Door middel van het verkennend veldonderzoek kan dit beeld echter worden bijgesteld. De onderste laag van zeer fijn, uiterst siltig beige tot geel zand kan als de C-Horizont worden geïnterpreteerd. Hierboven gelegen uit- en inspoelingslagen die in de natuurlijke bodem verwacht worden, werden niet aangetroffen. In plaats daarvan maakte de overgang tussen de bovengrond en de C-Horizont een zeer abrupte indruk. Er is dus sprake van een A-C profiel, waarbij het cultuurdek direct op de natuurlijke ondergrond is gelegen. Het cultuurdek zelf maakt eveneens een sterk verstoorde indruk. Grote hoeveelheden baksteen, puin en brokken zand in de cultuurlaag duiden immers op een vergaande recente verstoring van de bodem. Deze bodemverstoring rijkt minimaal tot 55 cm –mv in boring 1 en tot 150 cm –mv in boring 2. Vermoedelijk zullen binnen het plangebied alleen resten worden aangetroffen van de laatste bebouwingsfase die midden 20e eeuw gesloopt is. Met deze reden kan de verwachting voor alle perioden worden bijgesteld naar laag.
6.2
Beantwoording van de onderzoeksvragen
Is er sprake van stratigrafische lagen die potentieel archeologische waarden kunnen bevatten? Nee. Er is geen intact bodemprofiel aangetroffen, aangezien het geroerde cultuurdek direct gelegen is op de natuurlijke ondergrond. In hoeverre zijn deze lagen intact en hoe reflecteert dit de kwaliteit van de mogelijk aanwezige archeologische resten? De bodem is ernstig verstoord tot in de C-Horizont. Derhalve kan de kwaliteit niet worden beschreven. Wat is de diepteligging van mogelijke archeologische resten en wat is de daadwerkelijke bedreiging van deze resten door de voorgenomen bodemingrepen? Naar vermoeden zijn er binnen het plangebied alleen moderne resten aanwezig. Derhalve vormt de voorgenomen ontwikkeling geen bedreiging voor het bodemarchief.
Pagina 21 van 26
Pagina 22 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
7.
AANBEVELINGEN
Op basis van het uitgevoerde verkennend onderzoek kan worden gesteld dat de natuurlijke bodemopbouw binnen het plangebied ontbreken. In plaats daarvan maakte de overgang tussen de bovengrond en de natuurlijke ondergrond een zeer abrupte, verrommelde, indruk. Er is dus sprake van een A-C profiel, waarbij de ploegvoor direct op de natuurlijke ondergrond is gelegen. Dit, in combinatie met de aanwezigheid van baksteen, puin en brokken zand in de toplaag, duidt op een vergaande recente verstoring van de bodem. Naar verwachting zullen de bouw en sloop van opstallen binnen het plangebied een verregaande verstoring van het bodemarchief tot gevolg hebben gehad. De verstoorde aard van het cultuurdek heeft geleid tot het advies dat verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk wordt geacht.
Pagina 23 van 26
Pagina 24 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
LITERATUURLIJST Auwerda, F./ P. Grimm, 2008: Verliesregister 1939-1945, Alle militaire vliegtuigverliezen in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, Den Haag. Bakker, de, H., 1966: De subgroepen van het systeem van bodemclassificatie voor Nederland , in Boor en spade: verspreide bijdragen tot de kennis van de bodem van Nederland, Wageningen. Bakker de, H en J. Schelling, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland, de hogere niveaus. Staring Centrum, Wageningen. Berendsen, H.J.A., 1997: Landschappelijk Nederland. Fysische geografie van Nederland, Assen. Berendsen, H.J.A., 2004: De vorming van het land. Inleiding in de geologie en Geomorfologie, Assen. Berendsen, H.J.A., 2005: Landschappelijk Nederland, Assen. Blankenstein, van, E., 2006: Defensie- en oorlogsschade in kaart gebracht (1939 – 1945), Zeist. Cate, ten, J. A. M./ A. F. van Holst/ H. Kleijer/ J. Stolp, 1995: Handleiding bodemgeografisch onderzoek, richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem, Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Gemeente Alphen-Chaam, 2008: Erfgoedbeleid 2008-2014 Alphen-Chaam. Hiddink, H., H. Renes, 2007: ‘De oude akkercomplexen in de oostelijke helft van Noord-Brabant en het noorden en midden van Limburg’, in: Van Doesburg e.a. (red.), 2007: Essen in zicht: Essen en plaggendekken in Nederland: onderzoek en beleid, Amersfoort (RCE). Mulder, de, E.J.F./ M.C. Geluk/ I. Ritsema/ W.E. Westerhoff/ T.E. Wong, 2003: De ondergrond van Nederland. Utrecht. Renes, J., 1985: West-Brabant. Een cultuurhistorisch landschapsonderzoek, Waalre (Bijdragen tot de studie van het Brabantse Heem deel 26). SIKB, 2006: Leidraad inventariserend veldonderzoek, Deel: karterend booronderzoek, Gouda. Spek, T., 2004: Het Drentse esdorpenlandschap, een historisch geografische studie, Utrecht. Zonneveld, J.I.S., 1981: Vormen in het landschap, hoofdlijnen van de geomorfologie, Utrecht.
Digitale bronnen: www.ahn.nl www.archis2.archis.nl www.atlas.brabant.nl www.bodemloket.nl www.watwaswaar.nl
Pagina 25 van 26
Archeologische kaarten en databestanden: Alterra Wageningen 2009, kaartblad 50West; De Bakker en Schelling 1989. Archeologische Monumenten Kaart (AMK), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE), Amersfoort, 2007. Archeologisch Informatie Systeem II (Archis2), Rijksdienst voor Cultureel erfgoed (RCE), Amersfoort, 2007. Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden, 2e generatie, IKAW, Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB), Amersfoort, 2000.
Pagina 26 van 26
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 1 Topografische overzichtskaart
Uw referentie: AM13337
A 53
Uittreksel Kadastrale Kaart
60
49
5131
30
05
Do rps
str
4703
aa t
52
47 45
4702 5126
43
1
41
5122
2837 5125 A
41
2703
2704 5124 2745 Br o
uw e
48
rij
5251
5063
5123
5354 5252
5067 40
36
34
0m
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 10 september 2014 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
5m
25 m
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
CHAAM E 5124
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
Omgevingskaart
Klantreferentie: AM13337
0m
125 m
Deze kaart is noordgericht. Hier bevindt zich Kadastraal object CHAAM E 5124 Dorpsstraat 43, 4861 AB CHAAM CC-BY Kadaster.
625 m
Schaal 1: 12500
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 2 Situatietekening onderzoekslocatie met boorpunten
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 3 Overzicht IKAW, aanwezige onderzoeken, monumenten en waarnemingen
Overzicht IKAW
17-09-2014
met aanwezige monumenten, onderzoeksmeldingen en waarnemingen
119789 / 391679
Legenda ONDERZOEKSMELDINGEN
428451 44411
TOP10 ((c)TDN) WAARNEMINGEN HUIZEN
MONUMENTEN archeologische waarde
29513
hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde
35151
zeer hoge arch waarde, beschermd
30986
IKAW
43559
zeer lage trefkans lage trefkans
35894
middelhoge trefkans
57893 63193
hoge trefkans lage trefkans (water)
32257
middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water)
8075 42270 30859
35895
water niet gekarteerd PROVINCIES
9340
32338 28544
43426 41240 0
500 m
N
117435 / 389756
Archis2
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 4 Overzicht Cultuurhistorische waardenkaart Provincie Noord Brabant
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 5 Overzicht geomorfologische kaart
Geomorfologische kaart
17-09-2014 119789 / 391679
3N8
Legenda
2R2
TOP10 ((c)TDN) HUIZEN
GEOMORFOLOGIE ((c)Alterra) Wanden Hoge heuvels en ruggen Terpen Hoge duinen Plateaus Terrassen Plateau-achtige vormen Waaiervormige glooiingen
3K14
Niet-waaiervormige glooiingen Lage ruggen en heuvels Welvingen Vlakten
B
2R2
Laagten Ondiepe dalen Matig diepe dalen Diepe dalen Water
3K14
Bebouwing Overig (Dijken etc)
2R2
IKAW zeer lage trefkans lage trefkans
3K14
3K14
middelhoge trefkans hoge trefkans lage trefkans (water)
3K14
3K14 3K14 3K14
117435 / 389756
middelhoge trefkans (water)
0
500 m
3N5 N
Archis2
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 6 Overzicht bodemkaart
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 7 Overzicht AHN
Archeologisch onderzoek Dorpsstraat te Chaam / AM13337
BIJLAGE 8 Boorkernbeschrijvingen
getekend volgens NEN 5104
Boring:
001
Boring: 1308 1303
0
1288
50
1253
1223
Klinker Zand, zeer fijn, uiterst siltig, neutraalbeige, Edelmanboor, Ophoogzand
002 1536
0
1511
1486
50
Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk humeus, grijsbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, lichtgrijs, Edelmanboor, Brokkelige overgang, C-Horizont
1386
1356
003
Boring: 1533
0
1513
50 1458
Zand, zeer fijn, matig siltig, uiterst baksteenhoudend, brokken leem, beigegeel, Edelmanboor Zand, zeer fijn, sterk siltig, sterk humeus, brokken zand, matig baksteenhoudend, bruingrijs, Edelmanboor Zand, zeer fijn, uiterst siltig, sterk humeus, donkerbruin, Edelmanboor
100
1383
Boring:
1293 1288
0
Klinker 1268
50 1213 1193
100
Boring: 1312 1307
Klinker 1282 1281
Zand, zeer fijn, matig siltig, brokken zand, neutraalbeige, Edelmanboor, Ophoog Zand, zeer fijn, uiterst siltig, sterk humeus, donkerbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig roesthoudend, lichtgrijs, Edelmanboor, Gerommelde overgang, C-Horizont
Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak roesthoudend, neutraalgeel, Edelmanboor
005
0
Zand, zeer fijn, uiterst siltig, lichtgrijs, Edelmanboor, Scherpe overgang, C-Horizont
004
1408
150
Zand, zeer fijn, sterk siltig, uiterst grindhoudend, beigerood, Edelmanboor, Scherfje roodbakkend geglazuurd Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig humeus, grijsbruin, Edelmanboor
100
150
Boring:
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, brokken zand, grijsbruin, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, uiterst puinhoudend, uiterst baksteenhoudend, neutraalbeige, Edelmanboor
0
006 1329
Zand, zeer fijn, sterk siltig, brokken zand, zwak puinhoudend, neutraalgeel, Edelmanboor
50
Edelmanboor, Gestaakt op puinlaag 100
150
1179 1178
kolen, Edelmanboor, Gestuit op puin, steenkool
Projectnaam: Dorpsstraat, Chaam Projectcode: AM13337-ARCH
Opdrachtgever: BRO
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie
Klei, matig zandig
zand
Klei, sterk zandig
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10
Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
overig bijzonder bestanddeel Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
Bijlage 3: Watertoets
Brabantse Delta worden geen aanvullende voorzieningen in het kader van berging-infiltratie
Watertoets Dorpsstraat 41-47 te Chaam
Watertoets Dorpsstraat 41-47 te Chaam
Opdrachtgever
: BRO Postbus 4 5280 AA BOXTEL
Projectnummer
: 20130497
Status rapport / versie nr.
: Concept 01
Datum
: 13 oktober 2014
Opgesteld door
: ing. G. Spruijt
Gecontroleerd door
: ing. M. van Strien
Voor akkoord
: C.J.M. Machielsen
Paraaf :
Versie nr.
Datum
Omschrijving
Opgesteld door
Gecontroleerd door
C01
13-10-2014
Watertoets
GS
MS
Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout
t.(0162) 456481 f.(0162) 435588
[email protected] www.ageladviseurs.nl
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
20130497 september 2014 blad 1
blz.
INHOUD
1
INLEIDING
1
2
BELEIDSKADER
2
2.1
Beleid gemeente
2
2.2
Beleid waterschap Brabantse Delta
3
2.3
Watertoetsproces
3
3
4
BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE
4
3.1
Situering
4
3.2
Bodem en grondwater
5
3.2.1
Bodemkundige gesteldheid
5
3.2.2
Kwel en infiltratie
5
3.2.3
Grondwater
5
3.3
Waterschap aspecten
3.4
Rioleringssysteem
6
BESCHRIJVING TOEKOMSTIGE SITUATIE
7
4.1
Planbeschrijving
7
4.2
Advies behandeling regenwater (RWA)
8
4.2.1
Waterbezwaar
8
4.2.2
Waterneutraal bouwen (afweging voorkeursvolgorde)
8
4.3
4.4
4.5 5
5
Advies behandeling vuilwater (DWA)
9
4.3.1
Verwerking
9
4.3.2
Berekening verwerking vuilwater
9
4.3.3
Aansluitmogelijkheden
9
Toetsing aan ontwateringnorm en drooglegging
10
4.4.1
Ontwatering
10
4.4.2
Drooglegging
11
Advies waterbeheerder
RESUME
11 12
BIJLAGEN
1. Opp. Tekening huidige situatie 2. Opp. Tekening toekomstige situatie
© AGEL adviseurs 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
1
20130497 september 2014 blad 1
INLEIDING
In opdracht van de BRO is door AGEL adviseurs een watertoets uitgevoerd ten behoeve van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling aan de Dorpsstraat 41-47 te Chaam. De voorgenomen ruimtelijke ontwikkeling betreft de realisatie van twee commerciële ruimten in combinatie met 46 appartementen. Om de voorgenomen ontwikkeling mogelijk te maken dient er een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. De noodzakelijk geachte omgevingsonderzoeken dienen als onderbouwing voor de bestemmingsplanprocedure. In het kader van deze procedure dient er een wateradvies van het waterschap te komen in de vorm van een goedgekeurde watertoets. In de watertoets worden mogelijke adviezen gegeven voor de toekomstige waterhuishouding van het plangebied. Deze adviezen zijn daarbij gebaseerd op: 1. Het beleid van het voerende waterschap Brabantse Delta en gemeente Alphen-Chaam; 2. Gemaakte afspraken met gemeente; 3. Resultaten bureauonderzoek.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
2
2.1
20130497 september 2014 blad 2
BELEIDSKADER
Beleid gemeente
De gemeente Alphen-Chaam heeft een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) opgesteld. Het plan beschrijft hoe de gemeente in de komende jaren invulling zal geven aan haar zorgplichten voor afvalwater, hemelwater & grondwater en hoe deze invulling wordt gefinancierd. De gemeente heeft, uitgaande van het gekozen ambitieniveau en de langetermijnvisie, in de volgende speerpunten benoemd: • Kosten besparen door meer doelmatige investeringen en meer duurzame financiering; • Meer duurzame omgang met hemelwater bij (her)ontwikkelingen; • Wegwerken resterende structurele knelpunten. Afvalwaterakkoord Het waterschap is voornemens om voor de gehele gemeente Alphen-Chaam één afvalwaterakkoord af te sluiten, in plaats van de gemeente op te delen naar de drie verschillende zuiveringskringen. De planning is om in 2014 verdere afspraken per kern te maken en vervolgens het afvalwaterakkoord voor de gehele gemeente af te sluiten. Nieuwe aanleg Voor de komende 10 jaar wordt rekening gehouden met een toename van 20 woningen per jaar. Bij nieuwe aanleg van rioleringssystemen wordt gestreefd naar een duurzame inrichting. Dit betekent dat schoon en vuil water gescheiden van elkaar worden afgevoerd. Tenzij lokale zuivering doelmatiger is, wordt al het afvalwater dat vrijkomt uit de nieuwe aansluitingen via nieuwe toevoer- en bestaande hoofdriolen afgevoerd naar één van de drie voor de gemeente beschikbare rioolwaterzuiveringsinstallaties. Om een toename in de totale systeembelasting bij neerslag te minimaliseren wordt er op andere locaties binnen het betreffende zuiveringsgebied verhard oppervlak (voor zover aanwezig) afgekoppeld van de bestaande, gemengde riolering. Bij herontwikkeling en nieuwbouw wordt uitgegaan van het principe ‘Hydrologisch Neutraal Ontwikkelen’: het hemelwater wordt ter plaatse de bodem in geleid via hemelwater verwerkende voorzieningen zoals infiltratiekolken, bermen, wadi’s en vijverpartijen. Bij nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen wordt de perceelseigenaar verplicht om het hemelwater op eigen terrein te verwerken. Waar mogelijk worden voorzieningen gecombineerd met benodigde maatregelen in omringende wijken. Indien de lokale omstandigheden de verwerking van hemelwater in de bodem niet toelaten wordt het afgevoerd naar het dichtstbijzijnde oppervlaktewater, volgens de geldende richtlijnen van het waterschap. Als er sprake is van potentiële grondwateroverlast wordt er in eerste instantie gestreefd naar ophoging van het maaiveld voordat met de herontwikkeling of nieuwbouw wordt gestart. Als ophoging niet mogelijk of haalbaar is, worden ontwateringsmiddelen aangelegd, welke lozen op het dichtstbijzijnde oppervlaktewater. Het hier beschreven VGRP was ten tijden van het opstellen van de voorliggende watertoets echter nog niet vastgesteld. Desalniettemin anticipeert de voorliggende watertoets op dit toekomstig gemeentelijk beleid
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
2.2
20130497 september 2014 blad 3
Beleid waterschap Brabantse Delta
Het waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor het waterbeheer in de gemeente. Het gaat dan om het waterkwantiteits en - kwaliteitsbeheer, de waterkeringzorg, waterzuivering, het grondwaterbeheer, het waterbodembeheer en vaak ook het scheepvaartbeheer. Het waterschap heeft de grondslag van haar beleid opgenomen in het waterbeheersplan 20102015, wat is afgestemd op Europees, nationaal en provinciaal beleid. Speerpunten uit het waterbeheerplan zijn veiligheid, droge voeten, voldoende water, gezonde natuur, schoon water, genieten van water en het waterschap als calamiteitenorganisatie. Het waterschap heeft in een toetsingskader RO “De ruimte blauw geordend” aangegeven wat de ruimtelijke consequenties zijn van het waterbeleid. Daarnaast heeft het waterschap waar nodig nog toegespitst beleid en beleidsregels op de verschillende thema’s/speerpunten uit het waterbeheersplan en heeft het waterschap een eigen verordening; De Keur en de legger. De Keur bevat gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot ingrepen die consequenties hebben voor de waterhuishouding en het waterbeheer. De legger geeft aan waar de waterstaatswerken liggen, aan welke afmetingen en eisen die moeten voldoen en wie onderhoudsplichtig is. Veelal is voor deze ingrepen een watervergunning van het waterschap benodigd. De Keur is onder andere te raadplegen via de site van waterschap Brabantse Delta. Het waterschap hanteert bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen, waarbij gestreefd wordt naar het behoud of herstel van de ‘natuurlijke’ waterhuishoudkundige situatie. Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met regenwater uitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren. De technische eisen en uitgangspunten voor het ontwerp van watersystemen zijn opgenomen in de ‘beleidsregel hydraulische randvoorwaarden 2009’. 2.3
Watertoetsproces
Het watertoetsproces is een belangrijk instrument om het waterbelang in ruimtelijke plannen en besluiten te waarborgen. Het gaat daarbij om alle waterhuishoudkundige aspecten, waaronder veiligheid, wateroverlast, watertekort, waterkwaliteit en verdroging, en om alle wateren: rijkswateren, regionale wateren en grondwater. Het is niet een toets achteraf, maar een proces dat de initiatiefnemer van een ruimtelijk plan en de waterbeheerder in een zo vroeg mogelijk stadium met elkaar in gesprek brengt. In dit kader heeft er telefonisch en mailafstemming plaats gevonden met de gemeente Alphen-Chaam, op 02 oktober 2014 zijn de volgende doelen, uitgangspunten en criteria voor dit plan afgesproken: De toename in verhard oppervlak is met de voorgenomen planontwikkeling marginaal. Door de marginale toename stelt de gemeente geen harde bergingseisen. De gemeentelijke riolering ter plaatse zit aan zijn maximale capaciteit. Om deze reden stelt de gemeente wel als eis dat de terreinriolering onder de parkeerplaats in een zo groot mogelijke riooldiameter wordt uitgevoerd, zodat er extra bufferingscapaciteit binnen de planontwikkeling worden gecreëerd; Zowel het DWA- als RWA-stelsel binnen de planontwikkeling dient te worden aangesloten op het GEM-stelsel in de Kapelstraat.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
3
3.1
20130497 september 2014 blad 4
BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE
Situering
Het plangebied is gelegen in de dorpskern van Chaam. In de huidige situatie is een groot deel bebouwd en verhard t.b.v. parkeerplaatsen en tuinverharding. De oppervlakte van het plangebied bedraagt 4.548 m². De maaiveldhoogte van het plangebied bedraagt gemiddeld 12,85 m +N.A.P. (www.ahn.nl). Afbeelding 3.1: Situering plangebied met de planlocatie rood omlijnd (bron: www.maps.google.nl).
N
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
3.2
20130497 september 2014 blad 5
Bodem en grondwater
3.2.1
Bodemkundige gesteldheid
Middels de detailbodemkaart onderdeel uitmakend van de wateratlas Provincie Noord-Brabant is bepaald dat de bodemkundige hoofdeenheid bestaat uit Hoge zwarte enkeerdgronden; leemarm en zwak lemig fijn zand. Van de locatie is de volgende regionale bodemopbouw achterhaald, uit de bodemkaart van Nederland. Tabel 3: Bodemopbouw en geohydrologie. Diepte (m –mv.) 0-40 40-80 80-90 >90
3.2.2
Geohydrologische schematisatie Deklaag
Formatie
Samenstelling
Eerste watervoerend pakket Eerste scheidende laag Tweede watervoerend pakket
Kreftenheye Kallo Zanden van Kattendijk
Leemhoudend middelfijn tot grof zand Matig grof zand Klei en zand Pliocene schelpenlaag
Kwel en infiltratie
In het stroomgebied Chaamse beken is er een groot verloop in maaiveldhoogte, met als gevolg een sterke variatie in het grondwaterverloop. Het regenwater infiltreert op de hoge gronden (oostelijk), in het bijzonder in de Chaamsche Bosschen, en komt weer als kwel in de lager gelegen beekdalen (westelijk) aan het maaiveld. Het plangebied is gelegen binnen de kern waar soms maaiveldkwel optreedt.
3.2.3
Grondwater
Conform de wateratlas van de provincie Noord-Brabant komt er een gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) voor van 40 cm –mv., met een gemiddeld maaiveld van 12,85 m +N.A.P. zou de GHG zich bevinden op 12,45 m +N.A.P.. De GLG bevindt zich 180 cm beneden het maaiveld, waardoor de GLG op 11,05 m +N.A.P. uitkomt. Het stroomgebied Chaamse beken kent een sterk grondwaterverloop i.v.m. aanwezige leemlenzen. Binnen de kern van Chaam zijn geen peilbuisgegevens beschikbaar vanuit Dinoloket dan wel de gemeente. Voor deze watertoets zijn de gegevens vanuit de wateratlas het meest representatief als GHG-situatie. 3.3
Waterschap aspecten
Het plangebied is gelegen in een vrijafwaterend gebied binnen het stroomgebied Chaamse beken. Aan de Noord- en zuidzijde van de dorpskern lopen twee beken die vallen onder categorie A. De Groot Heiveltse Beek aan de noordzijde behoort tot een ecologische verbindingszone. Op de twee beken wateren meerder B-watergangen af. Direct ten noorden van Chaam ligt een RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie), welke zijn gezuiverde water loost op de Groot Heiveltse Beek. In het beekdal van Chaam liggen enkele natte natuurparels. Deze natte natuurparels worden direct omsloten door volledig beschermd gebied evenals de Groote of Roode beek. In afbeelding 3.3 is de ligging van al deze waterschapsaspecten ten opzichten van het plangebied weergegeven.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
20130497 september 2014 blad 6
Afbeelding 3.3: Overzicht waterschap aspecten plangebied rood omlijnd (bron: Waterschap Brabantse Delta).
N Het plangebied zelf is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied, beperkt of volledig beschermd gebied, attentiegebied van het waterschap dan wel natte natuurparel of ecologische verbindingszone. 3.4
Rioleringssysteem
Conform de revisie gegevens van de gemeente Alphen-Chaam ligt zowel in de Kapelstraat als de Dorpsstraat een GEM-stelsel. In de Kapelstraat is een beton ø300 mm gelegen met een b.o.b.-hoogte ter plaatse van het plangebied van 9.58 – 9,51 m +N.A.P. In de Dorpsstraat is een verzamelriool (beton ø600 mm) gelegen met een b.o.b.-hoogte van 9,17 – 9,12 m +N.A.P.. Deze rioolstreng watert uiteindelijk af richting de RWZI.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
4
4.1
20130497 september 2014 blad 7
BESCHRIJVING TOEKOMSTIGE SITUATIE
Planbeschrijving
De beoogde ontwikkeling voorziet in de realisatie van een appartementengebouw in het centrum van de kern Chaam. Het bouwplan voorziet in een parkeerkelder, commerciële ruimten op de begane grond en 46 appartementen op de 1e en 2e verdieping. Het plangebied heeft een totaal oppervlakte van circa 4.548 m². De onderstaande afbeelding geeft een weergave van de toekomstige inrichting van het plangebied. Afbeelding 4.1: Schetsontwerp begane grond (bron: GJM Bouwadviseurs).
Ten gevolgen van de planontwikkeling vindt er een wijziging in de oppervlakteverdeling plaats. Onderstaand worden de toekomstige oppervlaktes in vergelijking met de huidige situatie weergegeven (zie tevens bijlage 3). In de huidige situatie is het plangebied deels verhard. Als uitgangspunt geld dat ten aanzien van de tuinen wordt uitgegaan van 50% verhardingen (norm: Leidraad riolering).
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
Tabel 4: Oppervlakteverdeling. Oppervlaktes
20130497 september 2014 blad 8
Huidig m²
Toekomstig m²
Bebouwing Verhard terrein Parkeerplaats Tuin: Verhard (50%) Onverhard (50%) Groen
2.145762 697 472 472 -
2.420 1.245 490 174 174 45
Totaal
4.548
4.548
Op basis van bovenstaande vergelijking bedraagt de verhardingstoename van het nieuw verhard oppervlak 253 m² (huidig – toekomstig 4.076 m² - 4.329 m²). 4.2
4.2.1
Advies behandeling regenwater (RWA)
Waterbezwaar
De toename in verhard oppervlak is kleiner dan de ondergrens van de retentie eis van waterschap Brabantse Delta. Deze wordt verreisd als er sprake is van een toename van meer dan 2.000 m² verhard oppervlak. Hierdoor wordt er vanuit het waterschap geen retentie geëist en is het geoorloofd direct af te koppelen op het oppervlaktewater, infiltratie in ondergrond of (gescheiden) afvoer naar gemeentelijkrioleringsstelsel. Gezien de marginale verhardingstoename stelt de gemeente geen harde bergingseisen.
4.2.2
Waterneutraal bouwen (afweging voorkeursvolgorde)
Vanuit het waterschap Brabantse Delta worden geen aanvullende voorzieningen in het kader van berging/infiltratie van regenwater geëist. De gemeente sluit aan bij het beleid van het waterschap, maar gezien de gemeentelijke riolering in de dorpskern aan zijn maximale capaciteit zit stellen ze wel aanvullende eisen. De gemeente Alphen-Chaam hanteert bij herontwikkeling en nieuwbouw het gescheiden afvoeren van regenwater. In geval van blijvende wateroverlast passen ze buisverruiming toe, zonder te wachten op het juiste vervangingsmoment (kwaliteitsbeeld). Hier op voortbordurend stelt de gemeente Alphen-Chaam als eis dat de terreinriolering onder de parkeerplaats in een grote riooldiameter (≈ ø600 mm) wordt uitgevoerd. Op deze manier wordt er extra buffercapaciteit in het rioolstelsel ter plaatse gerealiseerd. Door de extra buffercapaciteit wordt het effect van de marginale verhardingstoename gecompenseerd. Het RWA-stelsel onder de parkeerplaats dient te worden aangesloten op het GEM-stelsel in de Kapelstraat. De bob-hoogte ter plaatse bedraagt 9,51 m +N.A.P.. Het RWA-stelsel onder de parkeerplaats moet onder vrijverval kunnen afwateren het GEM-stelsel. Een rioolstreng met verkeersbelasting heeft een minimale gronddekking benodigd van 1 m, conform de Leidraad Riolering B2100. De toekomstige maaiveldhoogte zal overeenkomen met de huidige hoogte van 12,85 m +N.A.P. Op basis van het bovenstaande is er meer dan voldoende ruimte beschikbaar voor het toepassen van een grote riooldiameter. Bij de civieltechnische uitwerking van de parkeerplaats zal bekeken dienen te worden welke riooldiameter er toegepast kan gaan worden.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
20130497 september 2014 blad 9
Het waterschap en de gemeente hanteren bij nieuwe ontwikkelingen het principe van waterneutraal bouwen, waarbij gestreefd wordt naar het behoud of herstel van de ‘natuurlijke’ waterhuishoudkundige situatie. Vanwege dit principe wordt bij uitbreiding van verhard oppervlak voor de omgang met hemelwater uitgegaan van de voorkeursvolgorde infiltreren, bergen, afvoeren. Gezien de hoge grondwaterstand in Chaam, de aanwezige leemlagen en het stedenbouwkundig ontwerp behoort ondergrondse infiltratie binnen het plangebied niet tot de mogelijkheid. Het RWA-stelsel onder de parkeerplaats kan om deze reden niet worden uitgevoerd als IT-riool. Aan het principe ‘bergen en daarna afvoeren’ zal met het toepassen van een grote riooldiameter invulling worden gegeven. Bij de bouw is het van belang dat er gebruik wordt gemaakt van niet uitlogende materialen. In overleg met de gemeente dient de aansluiting van het RWA-stelsel onder de parkeerplaats nader te worden uitgewerkt, in een rioleringsplan met verder detaillering van de aansluiting op het GEM-stelsel. 4.3
4.3.1
Advies behandeling vuilwater (DWA)
Verwerking
Het huishoudelijk afvalwater in het plangebied dient doormiddel van een DWA-stelsel te worden afgevoerd. Dit stelsel dient gedimensioneerd te worden op de toekomstige bebouwing in het plangebied. Het DWA-stelsel dient verder te worden uitgewerkt in een beknopt rioleringsplan.
4.3.2
Berekening verwerking vuilwater
Er wordt gemiddeld 120 liter vuilwater per dag geproduceerd per inwoner en afgevoerd naar het rioolstelsel. Per woning wordt uitgegaan van een gemiddelde woningbezetting van 2,5 bewoners. Dit betekent dat er dus 2,5 x 120 liter = 300 liter per dag per woning/appartement wordt “geproduceerd”. Conform het planontwerp zullen er in totaal 46 appartementen gerealiseerd worden. Dit komt overeen met 46 x 0,3 = 13,8 m³/dag. Binnen de planontwikkeling zal er ca. 2.231 m² aan commerciële ruimte worden gerealiseerd, welke valt onder droge bedrijven vanuit de Leidraad Riolering. De vuilwaterproductie vanuit de commerciële ruimte komt hiermee uit op 3,2 m³/dag (2.231 m² * 0,5 l/s/ha * 8 u). Dit is een indicatie van de hoeveelheid vanuit het DWA-stelsel in het plangebied.
4.3.3
Aansluitmogelijkheden
Het nieuwe DWA-stelsel dient te worden gedimensioneerd op dit gebruikersvolume. Het nieuwe stelsel dient te worden aangesloten op het gemeentelijke GEM- vrijverval rioleringsstelsel in de Kapelstraat. In overleg met de gemeente dienen de aansluitmogelijkheden en hoeveelheden in een (beknopt)rioleringsplan nader te worden uitgewerkt.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
4.4
4.4.1
20130497 september 2014 blad 10
Toetsing aan ontwateringnorm en drooglegging
Ontwatering
Om grondwateroverlast te voorkomen, wordt gestreefd naar een bepaalde minimale ontwateringsdiepte bij de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG). Deze waarden zijn per type stedelijk gebied weergegeven in tabel 4.4.1., zoals opgenomen in de hydraulische randvoorwaarden 2009 van waterschap Brabantse Delta. Tabel 4.4.1: Functies en bijhorende ontwateringsdiepte bebouwd gebied (bron: hydraulische randvoorwaarden 2009). Functie stedelijk gebied: Glastuinbouw Stedelijk bebouwd gebied Bebouwing in buitengebied Loofbos en naaldbos in bebouwd gebied Bos met dichte bebouwing Gras in bebouwd gebied Hoofdwegen en spoorwegen Bebouwing in agrarisch gebied
Ontwateringsdiepte (m -mv.) 0,50 0,70 0,70 0,50 0,70 0,50 1,00 0,70
Plangebied getoetst aan norm De maatgevende ontwateringsdiepte voor het plangebied valt onder stedelijk bebouwd gebied, namelijk 0,70 m -mv. Deze ontwateringsnorm gaat uit van traditionele bouw met kruipruimte. Voor de hoogst toelaatbare grondwaterstand onder bebouwing zonder kruipruimte geldt in het algemeen een toetsingscriterium van 0,50 m beneden vloerpeil. Hierbij is een dampdichte beganegrondvloer het uitgangspunt. Normaliter ligt de vloerconstructie op 0,15 m boven maaiveld, dan geldt een toetsingscriterium voor de hoogst toelaatbare grondwaterstand van 0,35 m beneden maaiveld. Op basis van een GHG van 12,45 m +N.A.P. binnen het plangebied dient het minimale maaiveldniveau in het plangebied 13,15 m +N.A.P. te bedragen met kruipruimte en zonder kruipruimte 12,80 m +N.A.P.. Het gemiddelde huidige maaiveldniveau bedraagt ca. 12,85 m +N.A.P. Door de gemeente Alphen-Chaam is aangegeven dat het grondwater binnen de dorpskern Chaam hoog is. De planontwikkeling zal aan moeten sluiten op het omliggende maaiveld, waardoor het toekomstige maaiveldniveau nagenoeg overeen zal komen met het huidige maaiveldniveau van ca. 12,85 m +N.A.P.. Geadviseerd wordt bij de verdere uitwerking van het plan de mogelijkheden te bekijken om het vloerpeil richting de 13,15 m +N.A.P. te brengen. Door het hoger aanleggen van het vloerpeil wordt bij een hoge bui intensiteit wateroverlast binnen het plangebied zoveel mogelijk voorkomen.
Verdiept bouwen Volgens de eisen van het waterschap dient er kwelwaterneutraal gebouwd te worden. Dit betekent dat ten opzichte van de huidige situatie geen extra kwel mag ontstaan. Met name de gevolgen van het verdiept bouwen van bijvoorbeeld de parkeerkelder in het plangebied verdient de aandacht. Als het aantrekken van extra kwelwater door bouwactiviteiten onvermijdelijk is dan zijn mitigerende of compenserende maatregelen noodzakelijk. De extra hoeveelheid kwel wordt dan in het plangebied zelf geborgen.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
20130497 september 2014 blad 11
De gemeentelijke riolering ter plaatse van het plangebied zit aan zijn maximale capaciteit. Voor de hellingbaan richting de parkeerkelder is het van belang dat deze hoger begint dan het wegpeil ter plaatse. Hiermee wordt voorkomen dat bij een ‘water op straat’-situatie de parkeerkelder wordt gebruikt als tijdelijke berging.
4.4.2
Drooglegging
Voor bebouwing in de bebouwde kom dient de drooglegging (afstand van het oppervlaktewaterpeil tot aan maaiveld) ter plaatse van bebouwing, ten minste 1,20 m te bedragen (ten opzichte van het peil in rust of ten opzichte van het winterpeil). Hierbij is er uitgegaan van traditionele bouwvormen met gebruik van kruipruimtes. Het plangebied ligt in een bebouwde kom en vrij afwaterend gebied. Verondersteld wordt dat het plangebied in de huidige situatie aan de gestelde droogleggingsnorm van het waterschap Brabantse Delta voldoet. 4.5
Advies waterbeheerder
Om te voldoen aan de watertoets dient deze watertoets formeel ter beoordeling te worden voorgelegd aan het waterschap voor een wateradvies. De uitkomsten hiervan moet te zijner tijd worden verwerkt in de bestemmingsplanwijziging.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
5
20130497 september 2014 blad 12
RESUME
BRO heeft AGEL adviseurs te Oosterhout (NB) opdracht verstrekt deze watertoets uit te voeren. Dit in het kader van de bestemmingsplanprocedure voor de realisatie van twee commerciële ruimten in combinatie met 46 appartementen. De waterhuishouding binnen de nieuwe planontwikkeling dient te voldoen aan de richtlijnen en aanwijzingen van het waterschap en gemeente Alphen-Chaam. In dit kader heeft er telefonisch en mailafstemming plaats gevonden met de gemeente Alphen-Chaam, op 02 oktober 2014 zijn de volgende doelen, uitgangspunten en criteria voor dit plan afgesproken: De toename in verhard oppervlak is met de voorgenomen planontwikkeling marginaal. Door de marginale toename stelt de gemeente geen harde bergingseisen. De gemeentelijke riolering ter plaatse zit aan zijn maximale capaciteit. Om deze reden stelt de gemeente wel als eis dat de terreinriolering onder de parkeerplaats in een zo groot mogelijke riooldiameter wordt uitgevoerd, zodat er extra bufferingscapaciteit binnen de planontwikkeling worden gecreëerd; Zowel het DWA- als RWA-stelsel binnen de planontwikkeling dient te worden aangesloten op het GEM-stelsel in de Kapelstraat. Het plangebied is gelegen in de dorpskern van Chaam. In de huidige situatie is een groot deel bebouwd en verhard t.b.v. parkeerplaatsen en tuinverharding. In het stroomgebied Chaamse beken is er een groot verloop in maaiveldhoogte, met als gevolg een sterke variatie in het grondwaterverloop. Het regenwater infiltreert op de hoge gronden (oostelijk), in het bijzonder in de Chaamsche Bosschen, en komt weer als kwel in de lager gelegen beekdalen (westelijk) aan het maaiveld. Het plangebied is gelegen binnen de kern waar soms maaiveldkwel optreedt. Conform de wateratlas zou met een gemiddeld maaiveld van 12,85 m +N.A.P. de GHG zich bevinden op 12,45 m +N.A.P. en de GLG op 11,05 m +N.A.P.. Het plangebied zelf is niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied, beperkt of volledig beschermd gebied, attentiegebied van het waterschap dan wel natte natuurparel of ecologische verbindingszone. Ter hoogte van het plangebied zijn geen keringen, kades en haar beschermzones aanwezig. Conform de revisiegegevens van de gemeente Alphen-Chaam ligt zowel in de Kapelstraat als de Dorpsstraat een GEM-rioolstelsel. Ten gevolgen van de planontwikkeling vindt er een wijziging in de oppervlakteverdeling plaats. In de huidige situatie is 4.076 m² verharding binnen de planontwikkeling aanwezig en in de toekomstige 4.329 m². Met de voorgenomen planontwikkeling is er sprake van een verhardingstoename van 253 m³. De toename in verhard oppervlak is kleiner dan de ondergrens van de retentie eis van het waterschap. Hierdoor wordt er vanuit het waterschap geen retentie geëist en is het geoorloofd direct af te koppelen. De gemeente sluit aan bij het beleid van het waterschap, maar gezien de gemeentelijke riolering in de dorpskern aan zijn maximale capaciteit zit, stellen ze wel aanvullende eisen. De gemeente stelt als eis dat de terreinriolering onder de parkeerplaats in een grote riooldiameter (≈ ø600 mm) wordt uitgevoerd. Op deze manier wordt er extra buffercapaciteit in het rioolstelsel ter plaatse gerealiseerd. Door de extra buffercapaciteit wordt het effect van de marginale verhardingstoename gecompenseerd. Bij de civieltechnische uitwerking van de parkeerplaats zal bekeken dienen te worden welke riooldiameter er toegepast kan gaan worden.
AGEL adviseurs C01 Watertoets BRO Dorpsstraat 41-47 te Chaam
20130497 september 2014 blad 13
Gezien de hoge grondwaterstand in Chaam, de aanwezige leemlagen en het stedenbouwkundig ontwerp behoort ondergrondse infiltratie binnen het plangebied niet tot de mogelijkheid. Het RWA-stelsel onder de parkeerplaats kan om deze reden niet worden uitgevoerd als IT-riool. Aan het principe bergen en daarna afvoeren zal met het toepassen van een grote riooldiameter invulling worden gegeven. Bij de bouw is het van belang dat er gebruik wordt gemaakt van niet uitlogende materialen. In overleg met de gemeente dient de aansluiting van het RWA-stelsel onder de parkeerplaats nader te worden uitgewerkt, in een rioleringsplan met verder detaillering van de aansluiting op het GEM-stelsel. Het huishoudelijk afvalwater in het plangebied dient doormiddel van een DWA-stelsel te worden afgevoerd. Conform het planontwerp zullen er in totaal 46 appartementen gerealiseerd worden. Dit komt overeen met 46 x 0,3 = 13,8 m³/dag. Binnen de planontwikkeling zal er ca. 2.231 m² aan commerciële ruimten worden gerealiseerd, welke valt onder droge bedrijven vanuit de Leidraad Riolering. De vuilwaterproductie vanuit de commerciële ruimten komt hiermee uit op 3,2 m³/dag (2.231 m² * 0,5 l/s/ha * 8 u). Het nieuwe stelsel dient te worden aangesloten op het gemeentelijke GEM- vrijverval rioleringsstelsel in de Kapelstraat. In overleg met de gemeente dienen de aansluitmogelijkheden en hoeveelheden in een (beknopt)rioleringsplan nader te worden uitgewerkt. De maatgevende ontwateringsdiepte voor het plangebied valt onder stedelijk bebouwd gebied, namelijk 0,70 m – mv (met kruipruimte) en 0,35 m –mv (zonder kruipruimte en dampdichte beganegrondvloer). Op basis van een GHG van 12,45 m +N.A.P. binnen het plangebied dient het minimale maaiveldniveau in het plangebied 13,15 m +N.A.P. te bedragen met kruipruimte en zonder kruipruimte 12,80 m +N.A.P.. Het gemiddelde huidige maaiveldniveau bedraagt ca. 12,85 m +N.A.P. Door de gemeente Alphen-Chaam is aangegeven dat het grondwater binnen de dorpskern Chaam hoog is. De planontwikkeling zal aan moeten sluiten op het omliggende maaiveld, waardoor het toekomstige maaiveldniveau nagenoeg overeen zal komen met het huidige maaiveldniveau van ca. 12,85 m +N.A.P.. Geadviseerd wordt bij de verdere uitwerking van het plan de mogelijkheden te bekijken om het vloerpeil richting de 13,15 m +N.A.P. te brengen. Door het hoger aanleggen van het vloerpeil wordt bij een hoge bui intensiteit wateroverlast binnen het plangebied zoveel mogelijk voorkomen. Volgens de eisen van het waterschap dient er kwelwaterneutraal gebouwd te worden. Dit betekent dat ten opzichte van de huidige situatie geen extra kwel mag ontstaan. Met name de gevolgen van het verdiept bouwen van bijvoorbeeld de parkeerkelder in het plangebied verdient de aandacht. De gemeentelijke riolering ter plaatse van het plangebied zit aan zijn maximale capaciteit. Voor de hellingbaan richting de parkeerkelder is het van belang dat deze hoger begint dan het wegpeil ter plaatse. Hiermee wordt voorkomen dat bij een ‘water op straat’situatie de parkeerkelder wordt gebruikt als tijdelijke berging. Om te voldoen aan de watertoets dient deze watertoets formeel ter beoordeling te worden voorgelegd aan het waterschap voor een wateradvies. De uitkomsten hiervan moet te zijner tijd worden verwerkt in de bestemmingsplanwijziging.
BIJLAGE 1 OPPERVLAKTE TEKENINGE HUIDIGE SITUATIE (10OT01, d.d. 2014-10-09)
BIJLAGE 2 OPPERVLAKTE TEKENINGE TOEKOMSTIGE SITUATIE (10OT02, d.d. 2014-10-09)
Bijlage 4: Bodemonderzoek
V erkennend en Nader bodemonderzoek Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam Project 2013.0230
projectnummer
2013.0230
project
Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
opdrachtgever
versie
De Eekelaar N.V.
1.0
datum
22 oktober 2014
auteur
Ing. R. Fieten
controle
Ing. M. ter Laak
bestand
G:\3.Projecten\2013\0230 Dorpsstraat 45 te Chaam\7.Rapportage
© Lycens Milieu & Ruimte B.V. (tel. 0541-570730). Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
Inhoudsopgave 1
INLEIDING ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ .............................................................................................. .............................................................. 3
2
VOORONDERZOEK ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ .......................................................................... .......................................... 4
3
4
5
6
2.1
ALGEMEEN ......................................................................................................................................................................... 4
2.2
HISTORISCHE INFORMATIE ................................................................................................................................... 5
2.3
GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS ................................................................................................................. 6
UITVOERING ONDERZOEK ................................................................ ................................................................................................ ......................................................................................... ......................................................... 7 3.1
HYPOTHESE....................................................................................................................................................................... 7
3.2
ONDERZOEKSSTRATEGIE ....................................................................................................................................... 7
3.3
UITVOERING VELDWERK ........................................................................................................................................ 9
3.4
ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN .................................................................................................................... 10
3.5
UITVOERING LABORATORIUM ONDERZOEK ...................................................................................... 10
RESULTATEN ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ..................................................................................... ..................................................... 12 4.1
ANALYSERESULTATEN GROND ..................................................................................................................... 12
4.2
ANALYSERESULTATEN GRONDWATER................................................................................................... 16
CONCLUSIES................................ ...................................................... ...................... 17 CONCLUSIES ................................................................ ................................................................................................ ................................................................................................ ................................................................ 5.1
RESULTATEN GROND ............................................................................................................................................ 17
5.2
RESULTATEN GRONDWATER ......................................................................................................................... 18
5.3
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.............................................................................................................. 18
BETROUWBAARHEID ONDERZOEK ONDERZOEK ................................................................ ................................................................................................ .................................................................... .................................... 21
BIJLAGEN
1. Locatiekaart 2. Kadastrale kaart Situatieschetsen Situatieschetsen met geplaatste boringen en gaten 3. Boorprofielen 4. Toetsing analyseresultaten 5. Analyserapporten laboratorium 6. AchtergrondAchtergrond-, streefstreef- en interventiewaarden 7 . Onderzoeksstrategie NEN 5740 ‘niet verdachte’ locaties 8 . Historische informatie
Projectnummer Pagina
2013.0230 2 van 21
1 INLEIDING In opdracht van De Eekelaar N.V. heeft Lycens Milieu & Ruimte B.V. een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd op een deel van de locatie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam. Voor de ligging van deze locatie wordt verwezen naar bijlage 1, de locatiekaart.
Aanleiding tot het onderzoek is de geplande herontwikkeling van de locatie, welke voorziet in de sloop van de bestaande bebouwing en de realisatie van een winkelpand.
Het doel van het onderzoek is de bodemkwaliteit op de locatie te bepalen en mogelijke verontreinigingen in grond en grondwater te signaleren. Hiertoe is de kwaliteit van de grond en het grondwater beoordeeld op basis van een steekproef, waarbij een aantal boringen is verricht en een aantal grond- en grondwatermonsters chemisch-analytisch is onderzocht.
Het onderzoek is conform de Nederlandse Normen "Onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek" (NEN 5740), “Bodem – Inspectie, monsterneming en analyse van asbest in bodem en partijen grond” (NEN 5707) en NTA 5755 “Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van nader onderzoek” uitgevoerd.
In de volgende hoofdstukken zal worden ingegaan op de inventarisatie van de reeds bekende gegevens, de opzet van het onderzoek, de verrichte veld- en laboratoriumwerkzaamheden en de resultaten van het uitgevoerde onderzoek. Tot slot worden conclusies getrokken en indien noodzakelijk aanbevelingen geformuleerd.
Projectnummer Pagina
2013.0230 3 van 21
2 VOORONDERZOEK Het vooronderzoek is uitgevoerd conform NEN 5725. In onderhavig onderzoek is een uitgebreid vooronderzoek uitgevoerd.
2.1 ALGEMEEN
Locatie
: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
Ligging locatie
: In het midden van de bebouwde kom van Chaam
Kadastrale gegevens
: Chaam, sectie E, nummers 2703 (ged), 2837, 3005, 4702, 4703, 5122, 5123, 5124, 5125, 5126
Oppervlakte
: Circa 4360 m2
Topografische aanduiding
: kaartblad 50B ; coördinaten: X: 118.39, Y: 390.83
Gebruik locatie - voormalig
: Woningbouw en weiland
- huidig
: Woningbouw, garageboxen en voormalige bedrijfsbebouwing
- toekomstig
: Winkelpand
Eigenaar
: De Eekelaar N.V.
Overige belanghebbenden
: Geen
Op basis van de door de opdrachtgever beschikbaar gestelde gegevens verklaart Lycens Milieu & Ruimte B.V. dat de onderzoekslocatie geen eigendom is van Lycens Milieu & Ruimte B.V. of een aan Lycens Milieu & Ruimte B.V. gerelateerd bedrijf.
De locatie is momenteel gedeeltelijk bebouwd met (leegstaande) woningen, een voormalig bankgebouw, voormalige werkplaatsen, garageboxen en diverse bijgebouwen. Rond de bebouwing is het terrein gedeeltelijk verhard met klinkers en deels onverhard (siertuin en gazon).
De Dorpsstraat bevindt zich ten noorden van de onderzoekslocatie. Ten westen van de onderzoekslocatie is de Kapelstraat gelegen. Zuidelijk van de onderzoekslocatie staan garageboxen en bevindt zich woningbouw. Ten oosten van de locatie is het terrein gedeeltelijk in gebruik als parkeerplaats en bevindt zich een winkelcentrum met bovenliggende appartementen.
Projectnummer Pagina
2013.0230 4 van 21
2.2 HISTORISCHE INFORMATIE
Bron:
Gemeente: Alphen-Chaam; mevrouw E. Martherus van Schelven Dossieronderzoek gemeente Alphen-Chaam, Regionaal Archief Tilburg, locatiebezoek Eigenaar: De heer C. van Eekelen www.bodemloket.nl www.watwaswaar.nl
Ten behoeve van het dossieronderzoek wordt verwezen naar bijlage 8. In onderhavige paragraaf wordt volstaan met de van belangzijnde gegevens.
Uit het dossieronderzoek blijkt dat enkele delen van de onderzoekslocatie, te weten de percelen aan de Dorpsstraat 41, 43 en 45-47 in 2012 en 2013 nog zijn onderzocht conform NEN 5740. Voor de exacte resultaten van de onderzoeksgegevens wordt verwezen naar deze rapportages. Van belang is dat zich op het perceel aan de Dorpsstraat 43 een sterke zinkverontreiniging in de bovengrond bevindt welke in de richting van het perceel aan de Dorpsstraat 45-47 niet is afgeperkt.
Daarnaast bevindt zich op het zuidelijk deel van het perceel aan de Dorpsstraat 41 een sterke verontreiniging met koper, lood en zink in de bovengrond welke enkel op basis van zintuiglijke waarnemingen is afgeperkt. Tevens bevindt zich op de onderzoekslocatie een lichte restverontreinging met minerale olie onder het noordoostelijke deel van het bestaande pand. Dit als gevolg van een voormalig en inmiddels gesaneerd tankstation ten zuidoosten van de bestaande bebouwing op het terrein aan de Dorpsstraat 41.
In de achtertuin van het perceel aan de Kapelstraat 1 bevindt zich een ondergrondse HBO-tank met een inhoud van 3100 liter. Deze tank is op 3 mei 1992 gesaneerd conform BRL K-904, middels het reinigen en afvullen met zand. In bijlage 8 is het saneringscertificaat opgenomen, waaruit blijkt dat rond de ondergrondse tank geen verontreiniging is aangetroffen.
Voor zover bekend zijn op de onderzoekslocatie geen gegevens bekend ten aanzien van (illegale) stortingen, lozingen, lekkages en/of bodembedreigende activiteiten (buiten de wel bekende activiteiten) en stortplaatsen.
Uit het dossieronderzoek blijkt tevens dat in enkele panden asbestverdachte toepassingen aanwezig zijn. Derhalve is de volledige locatie verdacht ten aanzien van asbest.
Projectnummer Pagina
2013.0230 5 van 21
Conclusie Op basis van de bekende gegevens zijn enkele delen van de onderzoekslocatie ten aanzien van chemische parameters als verdacht te beschouwen. De verdachte delen betreffen de tijdens recent uitgevoerde bodemonderzoeken aangetoonde verontreinigingen met zware metalen in de bovengrond en de restverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten onder een deel van het pand aan de Dorpsstraat 41. Vermeld dient te worden dat deze restverontreiniging tijdens de uitgevoerde sanering in voldoende mate in kaart is gebracht. De overige, nog niet onderzochte terreindelen kunnen als onverdacht beschouwd worden.
De ondergrondse tank op het perceel aan de Kapelstraat 1, kan op basis van het saneringscertificaat, als nietverdachte deellocatie beschouwd worden.
Ten aanzien van de asbest is de gehele locatie als verdacht te beschouwen.
2.3 GEOHYDROLOGISCHE GEGEVENS
Uit de Grondwaterkaart van Nederland (Dienst Grondwaterverkenning TNO) zijn de volgende (hydro)geologische gegevens afkomstig:
Ter plaatse van de onderzoekslocatie is sprake van een deklaag. De deklaag bestaat uit fijne zanden welke leemlagen bevat. Onder de deklaag bevindt zich het ‘Middelste Fijn’ waaronder zich de afzettingen behorend tot het ‘Onderste Grof’ bevinden. Onder het ‘Onderste Grof’ bevind zich de scheidende laag behorend tot de Afzetting van Kallo. Onder de scheidende laag bevinden zich de zanden van Kattendijk (een pliocene schelpenlaag) waaronder de zanden van Deunrne en Antwerpen aanwezig zijn. In dit pakket bevindt zich een scheiding tussen zoet en zout water.
Het freatische grondwater stroomt globaal gezien in noordwestelijke richting. Op circa 250 meter ten zuiden van de onderzoekslocatie stroomt de Roode Beek. De invloed van dit oppervlaktewater op het freatische grondwater is bij ons bureau onbekend.
Projectnummer Pagina
2013.0230 6 van 21
3 UITVOERING ONDERZOEK 3.1 HYPOTHESE
In het kader van de NEN 5740 is een hypothese gesteld over het karakter van de onderzoekslocatie. Op basis van de inventarisatie gegevens (zie hoofdstuk 2 en bijlage 8) wordt het nog niet onderzochte deel van de locatie beschouwd als "niet-verdacht". Ter plaatse van de aantoonde verontreinigingen met zware metalen dient de locatie als verdacht beschouwd te worden. Middels het conceptueel model dient voor de zinkverontreiniging op het perceel aan de Dorpsstraat 43 inzicht verkregen te worden in de horizontale verspreiding van de zinkverontreiniging in westelijke richting (Dorpsstraat 45-47). Daarnaast dient volgens het conceptueel model inzicht verkregen te worden in de verspreiding in horizontale en verticale richting van de verontreiniging met zware metalen in de bovengrond op het zuidelijke deel van het perceel aan de Dorpsstraat 41. Tevens dient voor deze verontreiniging vastgesteld te worden of er sprake is van een ernstig geval van bodemverontreiniging.
De restverontreiniging met minerale olie en vluchtige aromaten onder de woning aan de Dorpsstraat 41 is tijdens de in het verleden uitgevoerde sanering in voldoende mate in kaart gebracht en tijdens het verkennend bodemonderzoek uit 2013 herbevestigd. Wel zijn de in 2013 gemeten gehalten behoorlijk lager dat tijdens het vaststellen van de eindsituatie. Derhalve is besloten deze restverontreiniging geen onderdeel uit te laten maken van onderhavig onderzoek.
Ten aanzien van asbest dient de volledige onderzoekslocatie als “verdacht” beschouwd te worden.
Deze hypotheses vormen het uitgangspunt van de gevolgde onderzoeksstrategie tijdens dit onderzoek.
3.2 ONDERZOEKSSTRATEGIE
Onverdacht terreindeel Het oppervlakte van dit deel van de onderzoekslocatie bedraagt circa 1190 m2. Conform NEN 5740 kan afgeleid worden dat in totaal 6 boringen tot 0.5 meter diepte, 1 boring tot circa 2,0 m-mv of de heersende grondwaterstand en 1 boring tot circa 1.5 meter onder de heersende grondwaterstand. Deze boring zal met een peilbuis worden afgewerkt ten behoeve van het uit te voeren grondwateronderzoek. Hoewel de gesaneerde ondergrondse tank niet als verdacht wordt beschouwd, wordt ervoor gekozen de peilbuis en 1 extra diepe boring ter plaatse van de gesaneerde ondergrondse tank te plaatsen, om inzicht te krijgen in de bodemkwaliteit ter plaatse van de gesaneerde ondergrondse tank.
Projectnummer Pagina
2013.0230 7 van 21
De boringen worden gecodeerd als L001 tot en met L009. Indien zintuiglijk geen afwijkingen worden waargenomen zal 1 mengmonster van de bovengrond, 1 mengmonster van de ondergrond en 1 grondwatermonster ter analyse op het standaardpakket samengesteld worden.
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 De aangetoonde zinkverontreiniging in de bovengrond op een deel van de Dorpsstraat 43 is in verticale richting en in horizontale richting op de percelen aan de Dorpsstraat 41 en 43 in voldoende mate afgeperkt. In westelijke richting heeft echter geen afperking plaats gevonden. Om vast te stellen of de verontreiniging met zink zich op het perceel aan de Dorpsstraat 45-47 verspreid heeft worden 3 boringen tot 1.0 m-mv geplaatst.
De boringen worden gecodeerd als boring L101, L102 en L103. De bovengrond uit deze 3 boringen zal ten behoeve van de horizontale afperking separaat geanalyseerd worden op zink.
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 De door Oranjewoud vastgestelde verontreiniging met zware metalen (koper, lood en zink) op het zuidelijke deel van het terrein aan de Dorpsstraat 41 is enkel op basis van zintuiglijke waarnemingen afgeperkt. Om inzicht te krijgen in de daadwerkelijk verspreiding van de sterke verontreiniging zal de aangetoonde verontreiniging in horizontale en verticale richting afgeperkt moeten worden. Hiertoe zullen in totaal 5 boringen geplaatst worden tot minimaal 1,0 m-mv. Eén boring wordt ter plaatse van de kern van de aangetoonde verontreiniging geplaatst ten behoeve van de verticale afperking. De overige vier boringen worden rond deze boring geplaatst ten behoeve van de horizontale afperking.
De boringen worden gecodeerd als boring L201 tot en met L205. Er wordt één monster van de ondergrond ter plaatse van de kern ter analyse aangeboden op koper, lood en zink ten behoeve van de verticale afperking. Ten behoeve van de horizontale afperking zullen vier monsters van de bovengrond separaat onderzocht worden op koper, lood en zink.
Asbest De gehele onderzoekslocatie met een oppervlakte van 4360 m2 dient als asbestverdacht beschouwd te worden. Conform de onderzoeksstrategie voor een verdachte locatie met een heterogeen verdeelde asbestverontreiniging dienen 14 gaten gegraven te worden, waarvan 3 gaten dieper doorgezet moeten worden ten behoeve van de inspectie van de ondergrond. Hiervoor zijn de diepe boringen uit het bodemonderzoek op de overige terreindelen gebruikt.
De gaten worden gecodeerd als boring L1001 tot en met L1014. Van de gezeefde fijne fractie worden in het veld in totaal 5 mengmonsters samengesteld ten behoeve van de analyse op asbest.
Projectnummer Pagina
2013.0230 8 van 21
3.3 UITVOERING VELDWERK
Het veldwerk is uitgevoerd op 11 en 12 september 2014 door de heer B. Jansen van Lycens Milieu & Ruimte B.V.. De veldwerkzaamheden zijn onder certificaat (K46918/06) uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000: ‘veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek’ en de daarbij behorende VKB-protocollen.
Tijdens het uitvoeren van de maaiveldinspectie zijn op het maaiveld van een deel van het perceel aan de Dorpsstraat 43 diverse asbestverdachte stukjes aangetroffen. Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat de waargenomen stukken asbesthoudend zijn. Besloten is binnen deze verontreiniging 1 gat te graven (Gat L1010) om vast te stellen of deze verontreiniging zich tot de bodem heeft verspreid. Op het maaiveld van het overige deel van de onderzoekslocatie zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen.
Onverdacht terreindeel Vervolgens zijn op het onverdachte terreindeel in totaal zijn 9 boringen verricht of gaten gegraven. Hiervan zijn 6 boringen verricht tot circa 0,5 m-mv, 2 boringen tot circa 2,0 m-mv en 1 boring tot 2,5 m-mv welke is afgewerkt met een peilbuis (namelijk boring L001). Het filter van de peilbuis staat op een diepte van 1,5 – 2,5 m-mv. In bijlage 2 zijn de boorposities weergegeven. De peilbuis is na plaatsing op 11 september 2014 en voor bemonstering conform NEN 5744:2011 op 19 september 2014 door de heer B. Jansen doorgepompt.
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 Ten behoeve van de horizontale afperking van de zink-verontreiniging zijn 3 boringen verricht tot 1,0 m-mv.
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 Ten behoeve van de horizontale en verticale afperking zijn 1 boring tot 1, 5 m-mv, 1 boring tot 1, 3 m-mv en 3 boringen tot 1,0 m-mv geplaatst.
Asbest Op de gehele onderzoekslocatie zijn 14 gaten gegraven tot minimaal 0,5 m-mv. Alle gaten zijn doorgezet tot minimaal de ongeroerde grond. Hieruit blijkt dat de ongeroerde grond vanaf circa 0,6 – 0,7 m-mv aanwezig is.
Het vrijgekomen boormateriaal is zintuiglijk beoordeeld op geur, kleur en samenstelling en beschreven in boorprofielen (zie bijlage 3). De zintuiglijke waarnemingen zijn weergegeven in paragraaf 3.3.
Projectnummer Pagina
2013.0230 9 van 21
3.4 ZINTUIGLIJKE WAARNEMINGEN
Uit de boorprofielen in bijlage 3 blijkt dat het bodemprofiel op deze locatie bestaat uit matig fijn, zwak humeus en zwak siltig zand in de bovengrond en matig tot zeer fijn, zwak tot matig humeus, zwak tot matig siltig zand in de ondergrond. Rond circa 1,8 m-mv bevindt zich een laag zwak zandig leem of zeer fijn sterk siltig zand van circa 0,4 meter diepte.
Uit de boorstaten blijkt dat de bovengrond en ondiepe ondergrond op de gehele locatie puinhoudende lagen bevat, varierend van sporen puin tot zwak en matig puinhoudend. Slechts in enkele boringen, te weten L005, L007 en L102 zijn geen bodemvreemde materialen waargenomen. Zintuiglijk zijn tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden in het opgegraven materiaal geen waarnemingen gedaan die duiden op een mogelijke verontreiniging met asbest in bodem.
Tijdens het uitvoeren van het veldwerk is een gemiddelde grondwaterstand waargenomen van ongeveer 1,1 mmv. De grondwaterstand kan afhankelijk van seizoen en positie op de locatie variëren.
3.5 UITVOERING LABORATORIUM ONDERZOEK
Bij de uitvoering van het laboratoriumonderzoek is de onderzoeksstrategie volgens de NEN 5740 en NEN 5707 als leidraad gebruikt (zie ook bijlage 7). De chemische analyses zijn uitgevoerd door het laboratorium "Eurofins - Analytico" te Barneveld. De uitgevoerde asbestanalyses zijn uitgevoerd door “ACMAA Almelo” te Deurningen. Beide laboratoria zijn geaccrediteerd is volgens de AS3000. Voor het inschatten van de risico's van eventueel aanwezige verontreinigingen zijn de analyseresultaten (meetwaarde) van het laboratorium gestandaardiseerd (GSSD) en vervolgens getoetst aan de streef-, achtergrond- en interventiewaarden bodemsanering (zie bijlage 6).
Voor de beoordeling van de kwaliteit van de grond en het grondwater zijn de in tabel 3.1 weergegeven (meng)monsters samengesteld en ter analyse aangeboden.
Projectnummer Pagina
2013.0230 10 van 21
Tabel 3 .1: Samenstelling van de grondmengmonsters Mengmonster
Boring/gat Boring/gat (m(m-mv)
Doel
Onverdacht terreindeel MM Bovengrond*
L001 (0-0,5), L002 (0,2-0,5), L003 (0,2-0,5),
Vaststellen milieuhygienische kwaliteit bovengrond
L004 (0-0,5), L006 (0-0,5), L008 (0,05-0,1) en L009 (0-0,5) MM Ondergrond
L001 (0,7-1,7), L002 (0,7-1,5), L009 (0,7-1,7)
Vaststellen milieuhygienische kwaliteit ondergrond
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 L101 (0,1-0,5)
-
Horizontale afperking zinkverontreiniging
**
L102 (0,1-0,5)
-
Horizontale afperking zinkverontreiniging
L103 (0,1-0,4)**
-
Horizontale afperking zinkverontreiniging
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 L201 (0,8-1,3)
-
Verticale afperking metalenverontreiniging
L202 (0,2-0,5)
-
Horizontale afperking metalenverontreiniging
L203 (0,2-0,5)
-
Horizontale afperking metalenverontreiniging
L204 (0,2-0,5)
-
Horizontale afperking metalenverontreiniging
L205 (0,2-0,5)
-
Horizontale afperking metalenverontreiniging
L1001 (0,2-0,7), L1002 (0,2-0,7),
Vaststellen kwaliteit bovengrond
Asbest MA 1
L1003 (0-0,7), L1004 (0-0,5) MA 2
L1007 (0,2-0,4) en L1008 (0,2-0,6)
Vaststellen kwaliteit bovengrond
MA 3
L1005 (0-0,5) en L1006 (0,2-0,4)
Vaststellen kwaliteit bovengrond
MA 4
L1009 (0,2-0,5), L1012 (0,05-0,5) en
Vaststellen kwaliteit bovengrond
L1013 (0,05-0,5) MA 5
L1010 (0-0,5), L1011 (0-0,5) en
Vaststellen kwaliteit bovengrond
L1014 (0,4-0,8) * Opgemerkt dient te worden dat de zintuiglijk schone bovengrond uit de boringen L005 en L007 niet onderzocht is. Dit aangezien het niet toegestaan is zintuiglijk schone monsters te mengen met zintuiglijk verontreinigde monsters. Aangenomen wordt dat de chemische kwaliteit van de zintuiglijk schone bovengrond vergelijkbaar is met of zelfs beter is dan de onderzochte bovengrond.
** Tijdens het transport van de monsters zijn deze monsters vervallen. Derhalve zijn deze boringen op 19 september 2014 herplaatst en opnieuw bemonsterd. Derhalve zijn deze monsters op een separaat analyserapport weergegeven.
Projectnummer Pagina
2013.0230 11 van 21
4 RESULTATEN De laboratoriumrapporten zijn opgenomen in bijlage 5. In bijlage 4 zijn de analyseresultaten getoetst aan de streef-, achtergrond- en interventiewaarden.
4.1 ANALYSERESULTATEN GROND
Tabel 4.1 geeft een volledig overzicht van de interpretatie van de analyseresultaten van de grondmengmonsters. Indien er gestandaardiseerde gehalten zijn aangetoond groter dan de achtergrondwaarde, zijn tevens de meetwaarden vermeld in milligram per kilogram droge stof (mg/kg ds). Naast de meetwaarde is tevens de GSSD en de index weergegeven. De niet weergegeven parameters overschrijden de achtergrondwaarde niet.
Tabel 4.1: Interpretatie van de analyseresultaten van de grondmengmonsters Mengmonster
Parameter Parameter
Meetwaarde
GSSD
Index
Monsterconclusie
Onverdacht terreindeel MM Bovengrond
MM Ondergrond
Barium
*
-
-
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Lood
36
56
0,01
Zink
72
167
0,05
Barium
*
-
-
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 L101 (0,1-0,5)
Zink
110
248
0,19
Overschrijding achtergrondwaarde
L102 (0,1-0,5)
Zink
37
86
-0,09
Voldoet aan de achtergrondwaarde
L103 (0,1-0,4)
Zink
30
70
-0,12
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 L201 (0,8-1,3)
L202 (0,2-0,5)
L203 (0,2-0,5)
Projectnummer Pagina
2013.0230 12 van 21
Koper
<5
<7
-0,22
Lood
<10
<11
-0,08
Zink
44
104
-0,06
Koper
77
140
0,67
Lood
160
234
0,38
Zink
310
668
0,91
Koper
13
24
-0,11
Lood
48
71
0,04
Zink
45
98
-0,07
Overschrijding achtergrondwaarde
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Vervolg tabel t abel 4.1: Interpretatie van de analyseresultaten van de grondmengmonsters Mengmonster
Parameter
Meetwaarde
GSSD
Index
Monsterconclusie
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 L204 (0,2-0,5)
Koper
6,2
11,7
-0,19
Lood
16
24
-0,05
Zink
<20
<30
-0,19
Koper
28
54
0,09
Lood
160
243
0,4
Zink
170
378
0,41
MA 1
Asbest
n.a.
-
-
Het monster bevat geen asbest
MA 2
Asbest
n.a.
-
-
Het monster bevat geen asbest
MA 3
Asbest
n.a.
-
-
Het monster bevat geen asbest
MA 4
Asbest
0,4
0,4
-
Het monster bevat asbest
MA 5
Asbest
n.a.
-
-
Het monster bevat geen asbest
L205 (0,2-0,5)
Voldoet aan de achtergrondwaarde
Overschrijding achtergrondwaarde
Asbest
Verklaring: n.a.
:
niet aangetoond
-
:
niet bepaald
≤0
:
kleiner dan of gelijk aan de achtergrondwaarde
≥0<0.5 :
groter dan de achtergrondwaarde, kleiner dan ½(achtergrondwaarde+interventiewaarde)
≥0.5<1 :
gelijk aan of groter dan ½(achtergrondwaarde+interventiewaarde)
≥1
:
gelijk aan of groter dan de interventiewaarde
*
:
De normwaarden voor barium zijn tijdelijk buiten werking gesteld, met uitzondering van duidelijk antropogene verontreinigingen.
Bespreking resultaten
Onverdacht terreindeel In de bovengrond op het onverdachte terreindeel zijn licht verhoogde gehalten lood en zink gemeten. Op basis van de bekende gegevens wordt een oorzaak gezocht in de waargenomen bodemvreemde materialen en het gebruik van de locatie door de jaren heen. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De gemeten gehalten vormen geen belemmering voor de geplande herontwikkeling van het terrein.
Projectnummer Pagina
2013.0230 13 van 21
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat in de bovengrond geen of slechts licht verhoogde gehalten gemeten zijn. De omvang van de sterke zinkverontreiniging op het perceel is derhalve in voldoende mate vastgesteld en beperkt zich tot het perceel aan de Dorpsstraat 43. De hoeveelheid sterk verontreinigde grond wordt geschat op circa 40 m3 (circa 80 m2 x 0,5 meter). Derhalve is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Uit de reeds uitgevoerde risico-beoordeling blijkt dat er geen sprake is van actuele humane-, ecologische- en verspreidingsrisico’s. Op basis van de bekende gegevens wordt aangenomen dat er sprake is van een historisch geval van bodemverontreiniging. Derhalve is de zorgplicht niet van toepassing.
Aanbevolen wordt de sterke grondverontreiniging in het kader van de geplande herontwikkeling te saneren. Deze werkzaamheden dienen door een conform BRL 7000, vkb-protocol 7001 gecertificeerde en erkende aannemer uitgevoerd te worden. De milieukundige begeleiding dient verzorgd te worden door een conform BRL 6000, vkb-protocol 6001 gecertificeerd en erkend persoon. Voor aanvang van de saneringswerkzaamheden dient een saneringsplan of BUS-melding ingediend en geaccepteerd te worden door de provincie NoordBrabant (bevoegd gezag). De saneringswerkzaamheden dienen conform de van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen uit de CROW-132 uitgevoerd te worden.
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat de door Oranjewoud vastgestelde sterke verontreiniging met koper, lood en zink in voldoende mate is afgeperkt. In het monster ter verticale afperking (boring 201) zijn geen verhoogde gehalten koper, lood en zink gemeten. In de afperkende boringen in westelijke, zuidelijk en oostelijke richting (respectievelijk boring 205, 204 en 203) zijn geen of slechts licht verhoogde gehalten gemeten. Wel benaderd het zink-gehalte in oostelijke richting de tussenwaarde.
In noordelijke richting (tegen de gevel van het bestaande pand, boring 202) zijn licht tot matig verhoogde gehalten koper, lood en zink gemeten. Het gemeten zink-gehalte benaderd de interventiewaarde. Uit het door Oranjewoud uitgevoerde bodemonderzoek blijkt echter dat inpandig geen verhoogde gehalten zijn gemeten. Derhalve wordt gesteld dat de aangetoonde verontreiniging enkel uitpandig aanwezig is en dat deze eveneens in noordelijke richting in voldoende mate is afgeperkt.
De omvang van de door Oranjewoud aangetoonde sterke verontreiniging wordt geschat op circa 35 m2. De dikte van de sterk verontreinigde laag bedraagt circa 0,5 meter, zodat in totaal 18 m3 grond sterk verontreinigd is. Er is derhalve geen sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Op basis van de bekende gegeven wordt aangenomen dat er sprake is van een historisch geval van verontreiniging, waardoor de zorgplicht niet van toepassing is. Aangezien er geen sprake is van een ernstig geval van verontreiniging bestaat er formeel geen saneringsplicht.
Projectnummer Pagina
2013.0230 14 van 21
Op basis van het arbeidomstandigheden besluit zullen werkzaamheden in deze sterk verontreinigde grond wel onder saneringscondities uitgevoerd moeten worden. Deze grond mag ook niet opgemengd worden met grond afkomstig van het overige perveel. Derhalve wordt aanbevolen deze sterk verontreinigde grond samen met de sterke zinkverontreiniging op het perceel aan de Dorpsstraat 43 te saneren.
Asbest Uit het uitgevoerde asbestonderzoek blijkt dat op een deel van het terrein asbesthoudende materialen op het maaiveld zijn waargenomen. Ter plaatse van dit terreindeel is één gat (L1010) gegraven. In dit gat zijn geen asbestverdachte delen waargenomen. Derhalve is de gezeefde fijne fractie van dit gat conform plan opgenomen in MM A5. Op het overige deel van de onderzoekslocatie zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen.
Uit de analyseresultaten blijkt dat de zintuiglijke waarnemingen worden bevestigd. In de mengmonsters MM A1, MM A2, MM A3 en MM A5 is analytisch geen asbest aangetoond. In MM A4 is wel asbest aangetoond. De gewogen concentratie bevindt zich echter ruim onder de interventiewaarde en/of hergebruiksnorm. Derhalve is het uitvoeren van aanvullend onderzoek niet noodzakelijk. Conform de Wet Bodembescherming is er geen sprake van een geval van bodemverontreiniging. Derhalve bestaan er geen beperkingen ten behoeve van het huidige en toekomstige gebruik. Het nemen van aanvullende veiligheidsmaatregelen ten behoeve van de geplande herontwikkelingswerkzaamheden is derhalve eveneens niet noodzakelijk. Wel wordt aanbevolen de asbesthoudende delen op het maaiveld ter plaatse van gat L1010 voor aanvang van de herontwikkelingslocatie conform de geldende wet- en regelgeving te saneren.
Projectnummer Pagina
2013.0230 15 van 21
4.2 ANALYSERESULTATEN GRONDWATER
Tabel 4.2 geeft een overzicht van de peilbuisspecificaties en de analyseresultaten van het grondwater. Indien er gehalten zijn gemeten hoger dan de streefwaarde, dan zijn de betreffende parameters en concentraties vermeld in microgram per liter (µg/l). Tevens zijn de index en de monsterconclusie weergegeven.
Tabel 4.2: Concentraties groter dan de streefwaarde in in het grondwater Peilbuis
Filterstelling
GWS
(m(m-mv)
(m(m-mv)
L001-1-1
1,5 – 2,5
Parameter
1,00
Meetwaarde/
Index
Monsterconclusie Troebelheid
GSSD Barium
150
(NTU) 0,17
Overschrijding
8
streefwaarde
Verklaring: -
:
niet onderzocht
≤0
:
kleiner dan of gelijk aan de streefwaarde
>0≤0.5 :
groter dan de streefwaarde, gelijk aan of kleiner dan ½(streefwaarde+interventiewaarde)
>0.5<1 :
groter dan ½(streefwaarde+interventiewaarde)
≥1
gelijk aan of groter dan de interventiewaarde
:
Bespreking Bespreking resultaten Uit de analyseresultaten blijkt dat in het grondwatermonster een licht verhoogde concentratie aan barium is aangetoond. De aangetoonde concentratie overschrijdt de streefwaarde in geringe mate. De tussenwaarde wordt niet benaderd. Op basis van de bekende gegevens kan geen directe oorzaak voor het gemeten verhoogde bariumgehalte gegeven worden. Verwacht wordt dat het licht verhoogde gehalte veroorzaakt wordt door een natuurlijk verhoogde achtergrondwaarde.
De concentraties van alle andere onderzochte parameters in het grondwater bevinden zich onder de streefwaarde. Hiermee kan geconcludeerd worden dat de zintuiglijke waarnemingen tijdens de sanering van de ondergrondse tank bevestigd zijn. Gesteld kan worden dat de ondergrondse tank geen negatieve invloed heeft gehad op de onderzoekslocatie.
Er bestaat ten aanzien van de chemische kwaliteit van het grondwater derhalve geen belemmering tegen de geplande herontwikkeling van het terrein.
Projectnummer Pagina
2013.0230 16 van 21
pH
EGV (uS/cm)
7,1
500
5 CONCLUSIES In opdracht van De Eekelaar N.V. is door Lycens Milieu & Ruimte B.V. een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam.
Het onderzoek is uitgevoerd in verband met de geplande herontwikkeling van de onderzoekslocatie.
Op grond van de beschikbare gegevens (inventarisatie gegevens, zintuiglijke waarnemingen gedaan tijdens het veldwerk en de analyseresultaten) kan het volgende worden geconcludeerd:
5.1 RESULTATEN GROND
Onverdacht terreindeel In de bovengrond op het onverdachte terreindeel zijn licht verhoogde gehalten lood en zink gemeten. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten.
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat in de bovengrond geen of slechts licht verhoogde zinkgehalten gemeten zijn.
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 In het monster ter verticale afperking van de door Oranjewoud aangetoonde sterke verontreiniging zijn geen verhoogde gehalten koper, lood en zink gemeten. In de afperkende boringen in westelijke, zuidelijk en oostelijke richting zijn geen of slechts licht verhoogde gehalten gemeten. In noordelijke richting (tegen de gevel van het bestaande pand) zijn licht tot matig verhoogde gehalten koper, lood en zink gemeten.
Asbest In de mengmonsters MM A1, MM A2, MM A3 en MM A5 is analytisch geen asbest aangetoond. In MM A4 is wel asbest aangetoond. De gewogen concentratie bevindt zich echter ruim onder de interventiewaarde en/of hergebruiksnorm.
Projectnummer Pagina
2013.0230 17 van 21
5.2 RESULTATEN GRONDWATER
Ter plaatse van peilbuis Pb1 is in het grondwater chemisch-analytisch een licht verhoogde concentratie aan barium aangetoond. De aangetoonde concentratie overschrijdt de streefwaarde in geringe mate. De tussenwaarde wordt niet benaderd.
5.3 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
Uit de resultaten van het verkennend bodemonderzoek kan worden geconcludeerd dat er, ons inziens, milieuhygiënisch gezien belemmeringen zijn voor de geplande herontwikkeling van het terrein. Deze belemmeringen worden gevormd door de sterke zinkverontreiniging op het perceel aan de Dorpsstraat 43 en de sterke verontreiniging met koper, lood en zink op het perceel aan de Dorpsstraat 41. De geconstateerde belemmeringen kunnen opgeheven worden door het verwijderen van de aangetoonde sterke verontreinigingen in de bovengrond. Na verwijdering van de deze verontreinigingen bestaat er uit bodemkundig oogpunt geen belemmering tegen de geplande herontwikkeling van dit terrein.
Onverdacht terreindeel In de bovengrond op het onverdachte terreindeel zijn licht verhoogde gehalten lood en zink gemeten. Op basis van de bekende gegevens wordt een oorzaak gezocht in de waargenomen bodemvreemde materialen en het gebruik van de locatie door de jaren heen. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De gemeten gehalten vormen geen belemmering voor de geplande herontwikkeling van het terrein.
Zinkverontreiniging Dorpsstraat 43 Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat in de bovengrond geen of slechts licht verhoogde gehalten gemeten zijn. De omvang van de sterke zinkverontreiniging op het perceel is derhalve in voldoende mate vastgesteld en beperkt zich tot het perceel aan de Dorpsstraat 43. De hoeveelheid sterk verontreinigde grond wordt geschat op circa 40 m3 (circa 80 m2 x 0,5 meter). Derhalve is sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Uit de reeds uitgevoerde risico-beoordeling blijkt dat er geen sprake is van actuele humane-, ecologische- en verspreidingsrisico’s. Op basis van de bekende gegevens wordt aangenomen dat er sprake is van een historisch geval van bodemverontreiniging. Derhalve is de zorgplicht niet van toepassing.
Projectnummer Pagina
2013.0230 18 van 21
Aanbevolen wordt de sterke grondverontreiniging in het kader van de geplande herontwikkeling te saneren. Deze werkzaamheden dienen door een conform BRL 7000, vkb-protocol 7001 gecertificeerde en erkende aannemer uitgevoerd te worden. De milieukundige begeleiding dient verzorgd te worden door een conform BRL 6000, vkb-protocol 6001 gecertificeerd en erkend persoon. Voor aanvang van de saneringswerkzaamheden dient een saneringsplan of BUS-melding ingediend en geaccepteerd te worden door de provincie NoordBrabant (bevoegd gezag). De saneringswerkzaamheden dienen conform de van toepassing zijnde veiligheidsmaatregelen uit de CROW-132 uitgevoerd te worden.
Verontreiniging met zware metalen Dorpsstraat 41 Uit de uitgevoerde analyses blijkt dat de door Oranjewoud vastgestelde sterke verontreiniging met koper, lood en zink in voldoende mate is afgeperkt. In het monster ter verticale afperking (boring 201) zijn geen verhoogde gehalten koper, lood en zink gemeten. In de afperkende boringen in westelijke, zuidelijk en oostelijke richting (respectievelijk boring 205, 204 en 203) zijn geen of slechts licht verhoogde gehalten gemeten. Wel benaderd het zink-gehalte in oostelijke richting de tussenwaarde.
In noordelijke richting (tegen de gevel van het bestaande pand, boring 202) zijn licht tot matig verhoogde gehalten koper, lood en zink gemeten. Het gemeten zink-gehalte benaderd de interventiewaarde. Uit het door Oranjewoud uitgevoerde bodemonderzoek blijkt echter dat inpandig geen verhoogde gehalten zijn gemeten. Derhalve wordt gesteld dat de aangetoonde verontreiniging enkel uitpandig aanwezig is en dat deze eveneens in noordelijke richting in voldoende mate is afgeperkt.
De omvang van de door Oranjewoud aangetoonde sterke verontreiniging wordt geschat op circa 35 m2. De dikte van de sterk verontreinigde laag bedraagt circa 0,5 meter, zodat in totaal 18 m3 grond sterk verontreinigd is. Er is derhalve geen sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Op basis van de bekende gegevens wordt aangenomen dat er sprake is van een historisch geval van verontreiniging, waardoor de zorgplicht niet van toepassing is. Aangezien er geen sprake is van een ernstig geval van verontreiniging bestaat er formeel geen saneringsplicht.
Op basis van het arbeidomstandigheden besluit zullen werkzaamheden in deze sterk verontreinigde grond wel onder saneringscondities uitgevoerd moeten worden. Deze grond mag ook niet opgemengd worden met grond afkomstig van het overige perveel. Derhalve wordt aanbevolen deze sterk verontreinigde grond samen met de sterke zinkverontreiniging op het perceel aan de Dorpsstraat 43 te saneren.
Projectnummer Pagina
2013.0230 19 van 21
Asbest Uit het uitgevoerde asbestonderzoek blijkt dat op een deel van het terrein asbesthoudende materialen op het maaiveld zijn waargenomen. Ter plaatse van dit terreindeel is één gat (L1010) gegraven. In dit gat zijn geen asbestverdachte delen waargenomen. Derhalve is de gezeefde fijne fractie van dit gat conform plan opgenomen in MM A5. Op het overige deel van de onderzoekslocatie zijn geen asbestverdachte materialen waargenomen.
Uit de analyseresultaten blijkt dat de zintuiglijke waarnemingen worden bevestigd. In de mengmonsters MM A1, MM A2, MM A3 en MM A5 is analytisch geen asbest aangetoond. In MM A4 is wel asbest aangetoond. De gewogen concentratie bevindt zich echter ruim onder de interventiewaarde en/of hergebruiksnorm. Derhalve is het uitvoeren van aanvullend onderzoek niet noodzakelijk. Conform de Wet Bodembescherming is er geen sprake van een geval van bodemverontreiniging. Derhalve bestaan er geen beperkingen ten behoeve van het huidige en toekomstige gebruik. Het nemen van aanvullende veiligheidsmaatregelen ten behoeve van de geplande herontwikkelingswerkzaamheden is derhalve eveneens niet noodzakelijk. Wel wordt aanbevolen de asbesthoudende delen op het maaiveld ter plaatse van gat L1010 voor aanvang van de herontwikkelingslocatie conform de geldende wet- en regelgeving te saneren.
Algemeen De opzet van het huidige onderzoek heeft geleid tot een goed beeld van de bodemkwaliteit op de onderzoekslocatie.
De gestelde hypothese dat het niet eerder onderzochte deel van de onderzoekslocatie als "niet-verdacht" beschouwd kan worden ten aanzien van chemische parameters is niet juist gebleken op basis van de aangetoonde licht verhoogde concentraties aan lood en zink in de bovengrond en barium in het grondwater. De gemeten gehalten vormen echter geen belemmering voor het toekomstige gebruik van de onderzoekslocatie.
Middels het conceptueel is inzicht verkregen in de omvang van de aangetoonde sterke verontreinigingen binnen de onderzoekslocatie. Beide verontreinigingskernen zijn in voldoende mate afgeperkt en kunnen op basis van de onderzoeksresultaten gesaneerd worden.
De gestelde hypothese dat de locatie ten aanzien van de parameter asbest in bodem als ‘verdacht’ kan worden aangemerkt is, op basis van de criteria als genoemd in de NEN 5707, onjuist gebleken. In de bodem is geen asbest, of geen asbest boven de interventiewaarde aangetoond. De gewogen concentratie asbest vormt echter geen belemmering voor het toekomstige gebruik van de onderzoekslocatie.
Projectnummer Pagina
2013.0230 20 van 21
6 BETROUWBAARHEID ONDERZOEK
Het onderhavige onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Lycens Milieu & Ruimte B.V. streeft bij elk bodemonderzoek naar een optimale representativiteit.
Hoewel voldaan wordt aan de wettelijke verplichtingen, is onderhavig onderzoek gebaseerd op het verrichten van een beperkt aantal boringen en het nemen en analyseren van een beperkt aantal monsters. Hierdoor blijft het mogelijk dat plaatselijke afwijkingen in de samenstelling van grond en/of grondwater aanwezig zijn welke tijdens het onderzoek niet naar voren zijn gekomen. Lycens Milieu & Ruimte B.V. is niet aansprakelijk voor hieruit voortvloeiende schade of gevolgen van welke aard ook.
Hierbij wordt er tevens op gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Beïnvloeding van grond- en grondwaterkwaliteit zal ook plaats kunnen vinden na uitvoering van dit onderzoek (bijvoorbeeld door bouwrijp maken of aanvoer van grond van elders). Naarmate er een langere tijd is verlopen na uitvoering van het onderzoek, dient meer voorzichtigheid/voorbehoud te worden betracht bij het gebruik van de onderzoeksresultaten.
Projectnummer Pagina
2013.0230 21 van 21
BIJLAGE I LOCATIEKAART
BIJLAGE 1 blad 1 van 1
Onderzoekslocatie
Onderdeel Schaal Projectnummer Opdrachtgever
: : : :
Locatiekaart 1:25.000 (Bron: Topografische kaart van Nederland) 2013.0230 De Eekelaar N.V.
BIJLAGE 2 KADASTRALE KAART SITUATIESCHETSEN
Uw referentie: 2013.0230
A 53
Uittreksel Kadastrale Kaart
60
49
5131
30
05
Do rps
str
4703
aa t
52
47 45
4702 5126
43
1
41
5122
2837 5125 A
41
2703
2704 5124 2745 Br o
uw e
48
rij
5251
5063
5123
5354 5252
5067 40
36
34
0m
Deze kaart is noordgericht Perceelnummer 25 Huisnummer Vastgestelde kadastrale grens Voorlopige kadastrale grens Administratieve kadastrale grens Bebouwing Overige topografie Voor een eensluidend uittreksel, Apeldoorn, 25 augustus 2014 De bewaarder van het kadaster en de openbare registers
12345
5m
25 m
Schaal 1:500 Kadastrale gemeente Sectie Perceel
CHAAM E 5124
Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers behoudt zich de intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.
BIJLAGE 3 BOORSTATEN
Bijlage 3
Boring: l001
Boring: l002 0
0
gazon
0
0
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
20
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, donkergrijs, Edelmanboor
1 1
50
klinker
10
50
70
70
Zand, matig fijn, zwak siltig, roodgrijs, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor 2
2 100
100 110
Zand, matig fijn, matig siltig, donkergrijs, Edelmanboor 3
3 150
150
150
Zand, zeer fijn, sterk siltig, donkergrijs, Edelmanboor 170
Leem, zwak zandig, donkergrijs, Edelmanboor
200
200
4
200
200 Zand, matig fijn, matig siltig, donkergrijs, Zuigerboor handmatig
250
250
Boring: l003
Boring: l004 0
0
tegel
0
0
20
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, donkergrijs, Edelmanboor
1
50
tuin Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donker roodbruin, Edelmanboor
10
1
50
Projectcode: 2013.0230 Opdrachtgever: De Eekelaar N.V. Projectnaam: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
50
Projectleider: R. Fieten Boormeester: B. Jansen Schaal 1: 20
getekend volgens NEN 5104
Bijlage 3
Boring: l005
Boring: l006 0
0
tuin
0
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, donker roodbruin, Edelmanboor
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donker roodbruin, Edelmanboor
1
1
50
50
tuin
50
50
Boring: l007
Boring: l008 0
0
tuin
0
0
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donker roodbruin, Edelmanboor
1
1
50
50
tegel
5
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donker roodbruin, Edelmanboor
50
50
Boring: l009 0
0
gazon Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Edelmanboor
1
50
70
Zand, matig fijn, zwak siltig, roodgrijs, Edelmanboor
2 100
3 150
170
Leem, zwak zandig, donkergrijs, Edelmanboor
200
200
Projectcode: 2013.0230 Opdrachtgever: De Eekelaar N.V. Projectnaam: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
Projectleider: R. Fieten Boormeester: B. Jansen Schaal 1: 20
getekend volgens NEN 5104
Bijlage 3
Boring: l101
Boring: l102 0
0
klinker
0
0
10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel, Edelmanboor
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel, Edelmanboor
1
1 3
50
50
50
50 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, Edelmanboor
2
2
100
100
klinker
10
100
100
Boring: l103 0
0
klinker
10
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruingeel, Edelmanboor 1 3
40
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, Edelmanboor
50
2
100
100
Projectcode: 2013.0230 Opdrachtgever: De Eekelaar N.V. Projectnaam: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
Projectleider: R. Fieten Boormeester: B. Jansen Schaal 1: 20
getekend volgens NEN 5104
Bijlage 3
Boring: l201
Boring: l202 0
0
klinker
0
0
10
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor
20
1 1
40
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin, Edelmanboor
50
klinker
10
50
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, matig kolengruishoudend, donkerbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen kolengruis, roodgeel, Edelmanboor
2 2 80
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor
80
Zand, matig fijn, zwak siltig, roodgeel, Edelmanboor 100
Zand, matig fijn, zwak siltig, roest, grind, Edelmanboor 100
3
3
130
150
150
Boring: l203
Boring: l204 0
0
klinker
0
0
10 20
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor
50
50
20
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin, Edelmanboor
1
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin, Edelmanboor
1 50
50 Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, roodgeel, Edelmanboor
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, roodgeel, Edelmanboor
2
2
100
100
klinker
10
100
100
Boring: l205 0
0
klinker
10 20
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin, Edelmanboor
1 50
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, roodgeel, Edelmanboor 2
100
100
Projectcode: 2013.0230 Opdrachtgever: De Eekelaar N.V. Projectnaam: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
Projectleider: R. Fieten Boormeester: B. Jansen Schaal 1: 25
getekend volgens NEN 5104
Bijlage 3
Boring: l1001 0
Boring: l1002 0
tegel
0
10 20
0
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Schep
20
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, donkergrijs, Schep 50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Schep Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, donkergrijs, Schep
50
70
70
80
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor
0
tuin
Boring: l1003 0
klinker
10
80
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Edelmanboor
0
tuin
Boring: l1004 0
Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, sporen puin, donker roodbruin, Schep
50
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donker roodbruin, Schep
50
50 60
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
0
klinker
70 80
Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk humeus, donkerbruin, Schep
0
tuin
Boring: l1005 0
Boring: l1006 0
Zand, matig fijn, matig siltig, zwak humeus, sporen puin, donker roodbruin, Schep
10 20
40
50
50
50
60
Zand, zeer fijn, matig siltig, sterk humeus, donkerbruin, Schep
0
klinker
Boring: l1007 0
Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen puin, donkergrijs, Schep
50
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
0
klinker
Boring: l1008 0
10 20
40
50
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Schep
50
10
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Schep
20
Zand, matig fijn, zwak siltig, matig puinhoudend, donkergrijs, Schep Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Schep Zand, matig fijn, zwak siltig, sporen puin, donkergrijs, Schep
50 60 70
Projectcode: 2013.0230 Opdrachtgever: De Eekelaar N.V. Projectnaam: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
Projectleider: R. Fieten Boormeester: B. Jansen Schaal 1: 25
getekend volgens NEN 5104
Bijlage 3
Boring: l1009 0
Boring: l1010 0
tegel
5
20
0
0
tuin Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donker roodbruin, Schep
Zand, matig fijn, zwak siltig, donker grijsgeel, Schep Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Schep
50
50
50
60
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
0
tuin
Boring: l1011 0
50
0
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
0
tegel
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
0
tegel
5
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, zwak puinhoudend, donkerbruin, Schep
50
60
Boring: l1013 0
60
Boring: l1012 Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donker roodbruin, Schep
50
50
50 60
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
0
klinker
Boring: l1014 5
0
10
Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin, Schep
Zand, matig fijn, zwak siltig, grijsgeel, Schep
40
50
50 60
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, sporen puin, donkerbruin, Schep
50 Zand, matig fijn, matig siltig, matig humeus, donkerbruin, Schep
80 90
Projectcode: 2013.0230 Opdrachtgever: De Eekelaar N.V. Projectnaam: Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Chaam
Zand, matig fijn, zwak siltig, roodgeel, Edelmanboor
Projectleider: R. Fieten Boormeester: B. Jansen Schaal 1: 25
getekend volgens NEN 5104
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
peilbuis blinde buis
casing
hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand
bentoniet afdichting
filter
BIJLAGE 4 TOETSING ANALYSECERTIFICATEN
Tabel 1 : Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster Certificaatcode Boring(en) Traject (m - mv) Humus Lutum Datum van toetsing Monsterconclusie
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb] PAK Pak-totaal (10 van VROM) (0.7 facto Naftaleen Anthraceen Fenanthreen Fluorantheen Chryseen Benzo(a)anthraceen Benzo(a)pyreen Benzo(k)fluorantheen Indeno-(1,2,3-c,d)pyreen Benzo(g,h,i)peryleen PAK 10 VROM
% ds % ds
MM Bovengrond 2014104870 l001, l002, l003, l004, l006, l008, l009 0,00 - 0,50 2,9 2,0 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
<3 4 12 72 <1,5 0,27 51 0,078 36
mg/kg ds
1,2
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
<0,05 <0,05 0,12 0,28 0,17 0,13 0,13 0,078 0,11 0,11
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7) mg/kg ds PCB (7) (som, 0.7 factor) mg/kg ds PCB 28 mg/kg ds PCB 52 mg/kg ds PCB 101 mg/kg ds PCB 118 mg/kg ds PCB 138 mg/kg ds PCB 153 mg/kg ds PCB 180 mg/kg ds
<0,0049 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 mg/kg ds <3 Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds <35 Minerale olie C12 - C16 mg/kg ds <5 Minerale olie C16 - C21 mg/kg ds <5 Minerale olie C21 - C30 mg/kg ds <11 Minerale olie C30 - C35 mg/kg ds <5 Minerale olie C35 - C40 mg/kg ds <6 OVERIG Gloeirest Droge stof
% (m/m) ds % m/m
<7 12 24 167 <1,1 0,45 198 (6) 0,111 56
-0 0,01
3,8 4,5 5,2 <20 <1,5 <0,2 <20 <0,05 10
10,6 10,9 9,9 <30 <1,1 <0,2 <42 (6) <0,05 15
-0,03 -0,37 -0,2 -0,19 -0 -0,03
L101 2014104262 l101 0,10 - 0,50 1,1 3,0 1- 1010- 2014 Overschrijding Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
110
248
-0 -0,07
0,37 <0,04 <0,04 0,12 0,28 0,17 0,13 0,13 0,078 0,11 0,11 1,2
-0,01
<0,017
-0
<0,05 <0,05 <0,05 0,056 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05 <0,05
<0,0049 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001 <0,001
<0,002 <0,002 <0,002 <0,002 <0,002 <0,002 <0,002
7 (6) <84 12 (6) 12 (6) 27 (6) 12 (6) 14 (6)
97 83,6
-0,05 -0,35 -0,11 0,05 -0 -0,01
MM Ondergrond 2014104870 l001, l001, l002, l002, l009, l009 0,70 - 1,70 0,70 4,4 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
-0,02
<3 <35 <5 <5 <11 5,1 <6
<0,04 <0,04 <0,04 0,056 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 <0,04 0,37
-0,03
<0,025
0,01
<0,004 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004 <0,004
11 (6) <123 18 (6) 18 (6) 39 (6) 25,5 (6) 21 (6)
99,1 83,6 (6)
80,8
-0,01
98,7 80,8 (6)
86,2
86,2 (6)
0,19
Tabel 2 : Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster Certificaatcode Boring(en) Traject (m - mv) Humus Lutum Datum van toetsing Monsterconclusie
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb] OVERIG Gloeirest Droge stof
% ds % ds
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
% (m/m) ds % m/m
L102. 2014108173 l102 0,10 - 0,50 2,9 2,0 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
37
86
-0,09
96,9 85,4
L103. 2014108173 l103 0,10 - 0,40 1,1 2,2 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
30
70
-0,12
98,8 85,4 (6)
87,8
L201 2014104263 l201 0,80 - 1,30 0,90 2,0 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
<5 44
<7 104
-0,22 -0,06
<10
<11
-0,08
99 87,8 (6)
84,5
84,5 (6)
Tabel 3 : Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster Certificaatcode Boring(en) Traject (m - mv) Humus Lutum Datum van toetsing Monsterconclusie
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb] OVERIG Gloeirest Droge stof
% ds % ds
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
% (m/m) ds % m/m
L202 2014104263 l202 0,20 - 0,50 6,0 2,0 1- 1010- 2014 Overschrijding Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
L203 2014104263 l203 0,20 - 0,50 4,7 2,4 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
L204 2014104263 l204 0,20 - 0,50 4,0 2,9 1- 1010- 2014 Voldoet aan Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
77 310
140 668
0,67 0,91
13 45
24 98
-0,11 -0,07
6,2 <20
11,7 <30
-0,19 -0,19
160
234
0,38
48
71
0,04
16
24
-0,05
93,9 85,4
95,2 85,4
(6)
82,6
95,8 82,6
(6)
81,8
81,8 (6)
Tabel 4 : Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Grondmonster Certificaatcode Boring(en) Traject (m - mv) Humus Lutum Datum van toetsing Monsterconclusie
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb] OVERIG Gloeirest
% ds % ds
L205 2014104263 l205 0,20 - 0,50 3,4 2,6 1- 1010- 2014 Overschrijding Achtergrondwaarde Meetw GSSD Index
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
% (m/m) ds % m/m
Droge stof
28 170
54 378
0,09 0,41
160
243
0,4
96,4 77,7
77,7 (6)
Legenda: ---------< 8,88 8,88 8,88 6 # GSSD Index
: Geen toetsnorm aanwezig : kleiner dan de detectielimiet : <= Achtergrondwaarde : <= Interventiewaarde : > Interventiewaarde : Heeft geen normwaarde : verhoogde rapportagegrens : Gestandaardiseerde meetwaarde : (GSSD - AW) / (I - AW) - Getoetst via de BoToVa service, versie 1.1.0 -
Tabel 5 : Normwaarden conform de Wet Bodembescherming AW
WO
IND
I
METALEN Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
0,6 15 40 0,15 50 1,5 35 140
1,2 35 54 0,83 210 88 39 200
4,3 190 190 4,8 530 190 100 720
13 190 190 36 530 190 100 720
PAK PAK 10 VROM
mg/kg ds
1,5
6,8
40
40
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN PCB (som 7)
mg/kg ds
0,02
0,04
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 mg/kg ds
190
190
0,5
500
1
5000
Tabel 6 : Gemeten concentraties in grondwater met beoordeling conform de Wet Bodembescherming Watermonster Datum Filterdiepte (m - mv) Datum van toetsing Monsterconclusie
METALEN Kobalt [Co] Nikkel [Ni] Koper [Cu] Zink [Zn] Molybdeen [Mo] Cadmium [Cd] Barium [Ba] Kwik [Hg] Lood [Pb]
l001l001- 1- 1 1919- 9- 2014 1,50 - 2,50 1- 1010- 2014 Overschrijding Streefwaarde Meetw GSSD
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
AROMATISCHE VERBINDINGEN BTEX (som) µg/l Xylenen (som, 0.7 factor) µg/l Benzeen µg/l Ethylbenzeen µg/l Tolueen µg/l Xylenen (som) µg/l meta-/para-Xyleen (som) µg/l ortho-Xyleen µg/l Styreen (Vinylbenzeen) µg/l Som 16 Aromatische µg/l oplosmiddelen PAK Naftaleen PAK 10 VROM
µg/l -
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN CKW (som) µg/l 1,3-Dichloorpropaan µg/l 1,1-Dichloorpropaan µg/l Dichloorpropaan µg/l 1.2-Dichloorethenen (som, µg/l 0.7 facto Dichloorpropanen (0,7 som, µg/l 1,1+1,2+1,3) cis + trans-1,2-Dichlooretheen µg/l 1,1-Dichlooretheen µg/l cis-1,2-Dichlooretheen µg/l trans-1,2-Dichlooretheen µg/l Dichloormethaan µg/l Trichloormethaan µg/l (Chloroform) Tribroommethaan µg/l (bromoform) Tetrachloormethaan (Tetra) µg/l 1,1-Dichloorethaan µg/l 1,2-Dichloorethaan µg/l 1,2-Dichloorpropaan µg/l 1,1,1-Trichloorethaan µg/l 1,1,2-Trichloorethaan µg/l Trichlooretheen (Tri) µg/l Tetrachlooretheen (Per) µg/l Vinylchloride µg/l
4 <3 <2 40 <2 <0,2 150 <0,05 <2
<0,9 <0,21 <0,2 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,2
<0,02
<1,6 <0,2 <0,2
4 <2 <1 40 <1 <0,1 150 <0,04 <1
Index
-0,2 -0,22 -0,23 -0,03 -0,01 -0,05 0,17 -0,04 -0,23
0,6 (6) <0,1 -0 <0,1 -0,03 <0,1 -0,01 <0,21 0 <0,1 <0,1 <0,1 -0,02 <0,77 (2,14)
<0,01 <0,00020 (11)
<0,1 <0,1 <0,42
0
-0
<0,14 0,42
<0,1 <0,1 <0,1 <0,2 <0,2
<0,14 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,2
<0,1 (14)
<0,1 <0,2 <0,2 <0,2 <0,1 <0,1 <0,2 <0,1 <0,1
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C12 µg/l <4 Minerale olie C10 - C40 µg/l <50 Minerale olie C12 - C16 µg/l 7,9 Minerale olie C16 - C21 µg/l <8 Minerale olie C21 - C30 µg/l <15 Minerale olie C30 - C35 µg/l <8 Minerale olie C35 - C40 µg/l <8
3 (6) <35 7,9 (6) 6 (6) 11 (6) 6 (6) 6 (6)
0,01 0,01
0 -0,01
0,01 -0,01 -0,02 0 0 -0,05 0 0,02
-0,03
Legenda: ---------< 8,88 8,88 8,88 11 14 2 6 # GSSD Index
: Geen toetsnorm aanwezig : kleiner dan de detectielimiet : <= Streefwaarde : > Streefwaarde : > Interventiewaarde : Enkele parameters ontbreken in de berekening van de somfractie : Streefwaarde ontbreekt zorgplicht van toepassing : Enkele parameters ontbreken in de som : Heeft geen normwaarde : verhoogde rapportagegrens : Gestandaardiseerde meetwaarde : (GSSD - S) / (I - S) - Getoetst via de BoToVa service, versie 1.1.0 -
Tabel 7 : Normwaarden conform de Wet Bodembescherming S
S Diep
Indicatief
I
METALEN Barium [Ba] Cadmium [Cd] Kobalt [Co] Koper [Cu] Kwik [Hg] Lood [Pb] Molybdeen [Mo] Nikkel [Ni] Zink [Zn]
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
50 0,4 20 15 0,05 15 5 15 65
AROMATISCHE VERBINDINGEN Benzeen Ethylbenzeen Styreen (Vinylbenzeen) Tolueen Xylenen (som) Som 16 Aromatische oplosmiddelen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
0,2 4 6 7 0,2
PAK Naftaleen
µg/l
0,01
70
GECHLOREERDE KOOLWATERSTOFFEN 1,1,1-Trichloorethaan 1,1,2-Trichloorethaan 1,1-Dichloorethaan 1,1-Dichlooretheen 1,2-Dichloorethaan Dichloormethaan Dichloorpropaan Tetrachlooretheen (Per) Tetrachloormethaan (Tetra) Tribroommethaan (bromoform) Trichlooretheen (Tri) Trichloormethaan (Chloroform) Vinylchloride cis + trans-1,2-Dichlooretheen
µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l
0,01 0,01 7 0,01 7 0,01 0,8 0,01 0,01
300 130 900 10 400 1000 80 40 10 630 500 400 5 20
OVERIGE (ORGANISCHE) VERBINDINGEN Minerale olie C10 - C40 µg/l
200 0,06 0,7 1,3 0,01 1,7 3,6 2,1 24
625 6 100 75 0,3 75 300 75 800
30 150 300 1000 70 150
24 6 0,01 0,01
50
600
BIJLAGE 5 ANALYSECERTIFICATEN
Lycens T.a.v. R. Fieten Postbus 336 7570 AH OLDENZAAL
Analysecertificaat Datum: 19-09-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014104870/1 2013.0230 Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Ch 15-09-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Grond; Grond (AS3000) Eenheid
Analyse
1
2
Uitgevoerd
Uitgevoerd
83.6
80.8
2014104870/1 12-09-2014 19-09-2014/08:43 A,B,C 1/2
Voorbehandeling
Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses
S
Droge stof
% (m/m)
S
Organische stof
% (m/m) ds
2.9
<0.7
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
97.0
99.1
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
<2.0
4.4
Metalen
S
Barium (Ba)
mg/kg ds
51
<20
S
Cadmium (Cd)
mg/kg ds
0.27
<0.20
S
Kobalt (Co)
mg/kg ds
<3.0
3.8
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
12
5.2
S
Kwik (Hg)
mg/kg ds
0.078
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
mg/kg ds
<1.5
<1.5
S
Nikkel (Ni)
mg/kg ds
4.0
4.5
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
36
10
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
72
<20
Minerale olie (C10-C12)
mg/kg ds
<3.0
<3.0
Minerale olie (C12-C16)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
Minerale olie (C16-C21)
mg/kg ds
<5.0
<5.0
Minerale olie (C21-C30)
mg/kg ds
<11
<11
Minerale olie (C30-C35)
mg/kg ds
<5.0
5.1
Minerale olie (C35-C40)
mg/kg ds
<6.0
<6.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
mg/kg ds
<35
<35
Minerale olie
S
Polychloorbifenylen, PCB
S
PCB 28
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 52
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 101
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
S
PCB 118
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
Monster nr.
1
MM Bovengrond
11-Sep-2014
8262707
2
MM Ondergrond
11-Sep-2014
8262708
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Grond; Grond (AS3000)
Analyse
Eenheid
S
PCB 138
S S S
1
2
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
PCB 153
mg/kg ds
<0.0010
<0.0010
PCB 180
mg/kg ds
<0.0010
PCB (som 7) (factor 0,7)
mg/kg ds
0.0049
2014104870/1 12-09-2014 19-09-2014/08:43 A,B,C 2/2
<0.0010 1)
0.0049
1)
Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK
S
Naftaleen
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S
Fenanthreen
S
Anthraceen
mg/kg ds
0.12
<0.050
mg/kg ds
<0.050
<0.050
S S
Fluorantheen
mg/kg ds
0.28
0.056
Benzo(a)anthraceen
mg/kg ds
0.13
<0.050
S
Chryseen
mg/kg ds
0.17
<0.050
S
Benzo(k)fluorantheen
mg/kg ds
0.078
<0.050
S
Benzo(a)pyreen
mg/kg ds
0.13
<0.050
S
Benzo(ghi)peryleen
mg/kg ds
0.11
<0.050
S
Indeno(123-cd)pyreen
mg/kg ds
0.11
<0.050
S
PAK VROM (10) (factor 0,7)
mg/kg ds
1.2
0.37
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
MM Bovengrond
11-Sep-2014
8262707
2
MM Ondergrond
11-Sep-2014
8262708
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Monster nr.
Akkoord Pr.coörd.
VA TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014104870/1 Pagina 1/1 Monster nr.
Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
8262707
l003
1
20
50
0531961190
8262707
l004
1
0
50
0531961338
8262707
l006
1
0
50
0531844211
8262707
l008
1
5
10
0531844223
8262707
l009
1
0
50
0531961196
8262707
l001
1
0
50
0531961349
8262707
l002
1
20
50
0531961188
8262708
l001
2
70
120
0531961191
8262708
l002
2
70
110
0531961189
8262708
l001
3
120
170
0531961195
8262708
l002
3
110
150
0531961193
8262708
l009
3
120
170
0531961351
8262708
l009
2
70
120
0531961350
Monsteromschrijving
MM Bovengrond
MM Ondergrond
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2014104870/1 Pagina 1/1 Opmerking 1)
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014104870/1
Pagina 1/1
Analyse
Methode
Techniek
Methode referentie
Cryogeen malen AS3000
W0106
Voorbehandeling
Cf. AS3000
Droge Stof
W0104
Gravimetrie
Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-ISO 11465
Organische stof (gloeirest)
W0109
Gravimetrie
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754
Lutum (fractie < 2 µm)
W0171
Sedimentatie
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753
Barium (Ba)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cadmium (Cd)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kobalt (Co)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Koper (Cu)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kwik (Hg)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Molybdeen (Mo)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nikkel (Ni)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)
W0202
GC-FID
Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978
PCB (7)
W0271
GC-MS
Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980
PAK (10 VROM)
W0271
GC-MS
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287
PAK som AS3000/AP04
W0271
GC-MS
Cf. pb. 3010-6 en gw. NEN-ISO 18287
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Lycens T.a.v. R. Fieten Deventerstraat 10 7570 AH OLDENZAAL
Analysecertificaat Datum: 26-09-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014107981/1 2013.0230 Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Ch 20-09-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse
2014107981/1 19-09-2014 26-09-2014/11:54 A,B,C 1/2
1
Metalen
S
Barium (Ba)
µg/L
150
S
Cadmium (Cd)
µg/L
<0.20
S
Kobalt (Co)
µg/L
4.0
S
Koper (Cu)
µg/L
<2.0
S
Kwik (Hg)
µg/L
<0.050
S
Molybdeen (Mo)
µg/L
<2.0
S
Nikkel (Ni)
µg/L
<3.0
S
Lood (Pb)
µg/L
<2.0
S
Zink (Zn)
µg/L
40
Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen
S
Benzeen
µg/L
<0.20
S
Tolueen
µg/L
<0.20
S
Ethylbenzeen
µg/L
<0.20
S
o-Xyleen
µg/L
<0.10
S
m,p-Xyleen
µg/L
<0.20
S
Xylenen (som) factor 0,7
µg/L
0.21
BTEX (som)
µg/L
<0.90
S
Naftaleen
µg/L
<0.020
S
Styreen
µg/L
<0.20
1)
Vluchtige organische halogeenkoolwaterstoffen
S
Dichloormethaan
µg/L
<0.20
S
Trichloormethaan
µg/L
<0.20
S
Tetrachloormethaan
µg/L
<0.10
S
Trichlooretheen
µg/L
<0.20
S
Tetrachlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichloorethaan
µg/L
<0.20
S
1,2-Dichloorethaan
µg/L
<0.20
S
1,1,1-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
1,1,2-Trichloorethaan
µg/L
<0.10
S
cis 1,2-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
19-Sep-2014
l001-1-1
Monster nr.
8272630
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
TESTEN RvA L010
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Water; Water (AS3000) Eenheid
Analyse
S
trans 1,2-Dichlooretheen
µg/L
2014107981/1 19-09-2014 26-09-2014/11:54 A,B,C 2/2
1
<0.10
CKW (som)
µg/L
<1.6
S
Tribroommethaan
µg/L
<0.20
S
Vinylchloride
µg/L
<0.10
S
1,1-Dichlooretheen
µg/L
<0.10
S
1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7
µg/L
0.14
S
1,1-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
1,2-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
1,3-Dichloorpropaan
µg/L
<0.20
S
Dichloorpropanen som factor 0.7
µg/L
0.42
Minerale olie (C10-C12)
µg/L
<4.0
Minerale olie (C12-C16)
µg/L
7.9
Minerale olie (C16-C21)
µg/L
<8.0
Minerale olie (C21-C30)
µg/L
<15
Minerale olie (C30-C35)
µg/L
<8.0
Minerale olie (C35-C40)
µg/L
<8.0
Minerale olie totaal (C10-C40)
µg/L
<50
1)
Minerale olie
S
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
19-Sep-2014
l001-1-1
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Monster nr.
8272630
Akkoord Pr.coörd.
VA TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014107981/1 Pagina 1/1 Monster nr.
Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
8272630
l001
1
150
250
0800313088
8272630
l001
2
150
250
0680086831
Monsteromschrijving
l001-1-1
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2014107981/1 Pagina 1/1 Opmerking 1)
De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014107981/1
Pagina 1/1
Analyse
Methode
Techniek
Methode referentie
Aromaten (BTEXN)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Xylenen som AS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Barium (Ba)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cadmium (Cd)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Cobalt (Co)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Koper (Cu)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Kwik (Hg)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Molybdeen (Mo)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Nikkel (Ni)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0421
ICP-MS
Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Styreen
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
VOCl (11)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Tribroommethaan (Bromoform)
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
Vinylchloride
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,1-Dichlooretheen
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
DiClEtheen som AS3000
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,1-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,2-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
1,3-Dichloorpropaan
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-1
DiChlprop. som AS300
W0254
HS-GC-MS
Cf. pb 3130-2 en gw. NEN EN ISO 15680
Minerale Olie (GC) (C10 - C40)
W0215
LVI-GC-FID
Cf. pb 3110-5
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. J. de Vries Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2013.0230
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
V140900874 versie 1 16-09-2014 16-09-2014 22-09-2014 1 van 1
Naam MMA1 Datum monstername -Monstersoort Grond Datum analyse 19-09-2014 Monstername door Opdrachtgever Barcode AM14010019 Analyse methode Asbest in bodem m.b.v. microscopie - conform AS 3000, AP04 SG6 en NEN 5707 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd Resultaten Parameter
Droge stof Massa monster (veldnat) Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Per mineralogische groep Niet hechtgeb. serpentijn Hechtgebonden serpentijn Totaal serpentijn Niet hechtgeb. amfibool Hechtgebonden amfibool Totaal amfibool Totaal Niet hechtgeb. asbest Hechtgebonden asbest Totaal asbest
Concentratie
95% betrouwbaarheidsinterval Ondergrens Bovengrens Gemeten Gewogen Gemeten Gewogen
Eenheid
Gemeten 89,3 10,4 n.a. n.a. n.a.
Gewogen
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,6 -
5,6 -
% kg mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
-
-
5,6 5,6 -
5,6 5,6 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<2 <2 <2
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,6 5,6
5,6 5,6
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
ds ds ds ds ds ds
Aanvullende analyseresultaten volgen hieronder.
Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%)
Fractie > 16 mm 0 100
Fractie 8 - 16 mm 42 100
Fractie 4 - 8 mm 333 100
Fractie 2 - 4 mm 166 100
Fractie 1 - 2 mm 737 20
Fractie 0,5 - 1 mm 2449 5
Fractie < 0,5 mm 5578 **
** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.
Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Mw. ing. S.M.E. Morsink
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen.
Fractie Totaal 9305
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. J. de Vries Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2013.0230
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
V140900875 versie 1 16-09-2014 16-09-2014 22-09-2014 1 van 1
Naam MMA2 Datum monstername -Monstersoort Grond Datum analyse 19-09-2014 Monstername door Opdrachtgever Barcode AM14010025 Analyse methode Asbest in bodem m.b.v. microscopie - conform AS 3000, AP04 SG6 en NEN 5707 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd Resultaten Parameter
Droge stof Massa monster (veldnat) Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Per mineralogische groep Niet hechtgeb. serpentijn Hechtgebonden serpentijn Totaal serpentijn Niet hechtgeb. amfibool Hechtgebonden amfibool Totaal amfibool Totaal Niet hechtgeb. asbest Hechtgebonden asbest Totaal asbest
Concentratie
95% betrouwbaarheidsinterval Ondergrens Bovengrens Gemeten Gewogen Gemeten Gewogen
Eenheid
Gemeten 90,3 10,5 n.a. n.a. n.a.
Gewogen
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,5 -
5,5 -
% kg mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
-
-
5,5 5,5 -
5,5 5,5 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<2 <2 <2
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,5 5,5
5,5 5,5
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
ds ds ds ds ds ds
Aanvullende analyseresultaten volgen hieronder.
Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%)
Fractie > 16 mm 0 100
Fractie 8 - 16 mm 31 100
Fractie 4 - 8 mm 178 100
Fractie 2 - 4 mm 227 100
Fractie 1 - 2 mm 946 20
Fractie 0,5 - 1 mm 1761 5
Fractie < 0,5 mm 6356 **
** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.
Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Mw. ing. S.M.E. Morsink
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen.
Fractie Totaal 9499
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. J. de Vries Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2013.0230
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
V140900876 versie 1 16-09-2014 16-09-2014 22-09-2014 1 van 1
Naam MMA3 Datum monstername -Monstersoort Grond Datum analyse 19-09-2014 Monstername door Opdrachtgever Barcode AM14010020 Analyse methode Asbest in bodem m.b.v. microscopie - conform AS 3000, AP04 SG6 en NEN 5707 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd Resultaten Parameter
Droge stof Massa monster (veldnat) Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Per mineralogische groep Niet hechtgeb. serpentijn Hechtgebonden serpentijn Totaal serpentijn Niet hechtgeb. amfibool Hechtgebonden amfibool Totaal amfibool Totaal Niet hechtgeb. asbest Hechtgebonden asbest Totaal asbest
Concentratie
95% betrouwbaarheidsinterval Ondergrens Bovengrens Gemeten Gewogen Gemeten Gewogen
Eenheid
Gemeten 85,8 10,5 n.a. n.a. n.a.
Gewogen
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,7 -
5,7 -
% kg mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
-
-
5,7 5,7 -
5,7 5,7 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<2 <2 <2
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,8 5,8
5,7 5,7
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
ds ds ds ds ds ds
Aanvullende analyseresultaten volgen hieronder.
Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%)
Fractie > 16 mm 0 100
Fractie 8 - 16 mm 18 100
Fractie 4 - 8 mm 257 100
Fractie 2 - 4 mm 166 100
Fractie 1 - 2 mm 681 20
Fractie 0,5 - 1 mm 981 5
Fractie < 0,5 mm 6944 **
** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.
Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Mw. ing. S.M.E. Morsink
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen.
Fractie Totaal 9047
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. J. de Vries Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2013.0230
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
V140900877 versie 1 16-09-2014 16-09-2014 22-09-2014 1 van 2
Naam MMA4 Datum monstername -Monstersoort Grond Datum analyse 19-09-2014 Monstername door Opdrachtgever Barcode AM14010017 Analyse methode Asbest in bodem m.b.v. microscopie - conform AS 3000, AP04 SG6 en NEN 5707 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd Resultaten Parameter
Droge stof Massa monster (veldnat) Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Per mineralogische groep Niet hechtgeb. serpentijn Hechtgebonden serpentijn Totaal serpentijn Niet hechtgeb. amfibool Hechtgebonden amfibool Totaal amfibool Totaal Niet hechtgeb. asbest Hechtgebonden asbest Totaal asbest
Concentratie
95% betrouwbaarheidsinterval Ondergrens Bovengrens Gemeten Gewogen Gemeten Gewogen
Eenheid
Gemeten 86,6 10,4 0,4 n.a. n.a.
Gewogen
0,4 n.a. n.a.
0,3 -
0,3 -
6,3 -
6,3 -
% kg mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
0,4 n.a. 0,4 n.a. n.a. n.a.
0,4 n.a. 0,4 n.a. n.a. n.a.
0,3 0,3 -
0,3 0,3 -
6,3 6,3 -
6,3 6,3 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<2 <2 <2
0,4 n.a. 0,4
0,3 0,3
0,3 0,3
6,4 6,4
6,3 6,3
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
Aanvullende analyseresultaten volgen hieronder.
Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat asbest. Eerste analist asbest Mw. ing. S.M.E. Morsink
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen.
ds ds ds ds ds ds
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. J. de Vries Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2013.0230
Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%) asbestcement Asbesth.materiaal (g) Hechtgebonden Aantal deeltjes Percentage chrysotiel (%) Gewicht chrysotiel (mg) totaal per mineralogische groep Gehalte NHG serpentijn (mg/kg ds) Gehalte serpentijn (mg/kg ds) totaal Aantal deeltjes totaal (stuk) Gehalte NHG t.o.v. totaal (mg/kg ds) Gehalte t.o.v. totaal (mg/kg ds)
Fractie > 16 mm 0 100
Fractie 8 - 16 mm 115 100
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
Fractie 4 - 8 mm 228 100
Fractie 2 - 4 mm 266 100
Fractie 1 - 2 mm 643 20
V140900877 versie 1 16-09-2014 16-09-2014 22-09-2014 2 van 2
Fractie 0,5 - 1 mm 1251 5
Fractie < 0,5 mm 6543 **
Fractie Totaal 9046
0,0182 nee 4 22,5 4,1
0,0182
0,45 0,45
0,45 0,45
4 0,45 0,45
4 0,45 0,45
** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.
4 4,1
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. J. de Vries Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2013.0230
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
V140900878 versie 1 16-09-2014 16-09-2014 22-09-2014 1 van 1
Naam MMA5 Datum monstername -Monstersoort Grond Datum analyse 19-09-2014 Monstername door Opdrachtgever Barcode AM14010018 Analyse methode Asbest in bodem m.b.v. microscopie - conform AS 3000, AP04 SG6 en NEN 5707 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd Resultaten Parameter
Droge stof Massa monster (veldnat) Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Per mineralogische groep Niet hechtgeb. serpentijn Hechtgebonden serpentijn Totaal serpentijn Niet hechtgeb. amfibool Hechtgebonden amfibool Totaal amfibool Totaal Niet hechtgeb. asbest Hechtgebonden asbest Totaal asbest
Concentratie
95% betrouwbaarheidsinterval Ondergrens Bovengrens Gemeten Gewogen Gemeten Gewogen
Eenheid
Gemeten 87,3 10,6 n.a. n.a. n.a.
Gewogen
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,6 -
5,6 -
% kg mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
n.a. n.a. n.a. n.a. n.a. n.a.
-
-
5,6 5,6 -
5,6 5,6 -
mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg mg/kg
<2 <2 <2
n.a. n.a. n.a.
-
-
5,6 5,6
5,6 5,6
mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds
ds ds ds ds ds ds
Aanvullende analyseresultaten volgen hieronder.
Analyse Zeven (g) Afgezochte deel fractie (%)
Fractie > 16 mm 0 100
Fractie 8 - 16 mm 92 100
Fractie 4 - 8 mm 398 100
Fractie 2 - 4 mm 314 100
Fractie 1 - 2 mm 796 20
Fractie 0,5 - 1 mm 2572 5
Fractie < 0,5 mm 5049 **
** = Van de zeeffractie <0,5 mm is maximaal 10 gram kwalitatief beoordeeld en deze bevat geen asbestverdachte vezels. NHG = Niet hechtgebonden. HG = Hechtgebonden.
Conclusie en/of opmerkingen: Het aangeboden monster bevat geen asbest. Eerste analist asbest Mw. ing. S.M.E. Morsink
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen.
Fractie Totaal 9221
Analysecertificaat asbest Opdracht Opdrachtgever Contactpersoon Adres Postcode en plaats Projectcode Project omschrijving
Lycens Dhr. R. Fieten Deventerstraat 10 7575 EM Oldenzaal 2114.0171-43
Rapportnummer Datum opdracht Datum ontvangst Datum rapportage Pagina
R140900115 versie 1 15-09-2014 16-09-2014 16-09-2014 1 van 1
Naam -Datum monstername Monstersoort Materiaal Datum analyse Monstername door Opdrachtgever Barcode Analyse methode Asbest in materiaal m.b.v. microscopie - conform NEN 5896 (Q) Q = door RvA geaccrediteerd
11-09-2014 16-09-2014
Resultaten
Monstercode Naam
Eenheid
Chr.
Amo.
Cro.
Ant.
Tre.
Act.
V140900771 V140900772 V140900773 V140900774 V140900775 V140900776 V140900777 V140900778 V140900779
% (m/m) % (m/m) % (m/m) % (m/m) % (m/m) % (m/m) % (m/m) % (m/m) % (m/m)
10-15 10-15 10-15 10-15 2-5 2-5 15-30 10-15 <0,1
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
2-5 <0,1 <0,1 2-5 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
<0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1 <0,1
Chr. Amo. Cro. Ant. Tre. Act. Hgb.
43-M1: Golfplaat, restanten zolder 43-M2: Golfplaat 43-M3: Golfplaat, restanten tuin 43-M4: Golfplaat, restanten terrein 43-M5: Vlakke plaat deur 43-M6: Vlakke plaat in schuur 43-M7: Bloembak 43-M8: Stelplaatjes 43-M9: Bitumineuze dakbedekking
Omschrijving materiaal Golfplaat Golfplaat Golfplaat Golfplaat Vlakke plaat Vlakke plaat Bloembak Vlakke plaat
Chrysotiel (serpentijn) Amosiet (amfibool) Crocidoliet (amfibool) Anthophylliet (amfibool) Tremoliet (amfibool) Actinoliet (amfibool) Hechtgebondenheid
Eerste analist asbest Mw. ing. S.M.E. Morsink
Dit rapport mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd zonder schriftelijke toestemming van het laboratorium. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking zijn gesteld. Nadere informatie over de toegepaste methodes en prestatiekenmerken is beschikbaar en kan op aanvraag worden verkregen.
Hgb. Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja n.v.t.
Lycens T.a.v. R. Fieten Deventerstraat 10 7570 AH OLDENZAAL
Analysecertificaat Datum: 17-09-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014104262/1 2013.0230 Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Ch 11-09-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Grond; Grond (AS3000) Eenheid
Analyse
2014104262/1 12-09-2014 17-09-2014/09:13 A,C 1/1
1
Voorbehandeling
Uitgevoerd
Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses
S
Droge stof
% (m/m)
86.2
S
Organische stof
% (m/m) ds
1.1
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
98.7
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
3.0
mg/kg ds
110
Metalen
S
Zink (Zn)
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername Eurofins Analytico-nr.
1
11-Sep-2014
L101
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
8260574
Akkoord Pr.coörd.
GW TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014104262/1 Pagina 1/1 Eurofins Analytico-nr. Boornr
8260574
l101
Omschrijving
1
Van
10
Tot
50
Barcode
0531961345
Monsteromschrijving
L101
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014104262/1
Pagina 1/1
Analyse
Methode
Techniek
Methode referentie
Cryogeen malen AS3000
W0106
Voorbehandeling
Cf. AS3000
Droge Stof
W0104
Gravimetrie
Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-ISO 11465
Organische stof (gloeirest)
W0109
Gravimetrie
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754
Lutum (fractie < 2 µm)
W0171
Sedimentatie
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753
Zink (Zn)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Lycens T.a.v. R. Fieten Postbus 336 7570 AH OLDENZAAL
Analysecertificaat Datum: 29-09-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014108173/1 2013.0230 Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Ch 22-09-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Grond; Grond (AS3000) Eenheid
Analyse
1
2
Uitgevoerd
Uitgevoerd
85.4
87.8
2014108173/1 22-09-2014 26-09-2014/08:03 A,C 1/1
Voorbehandeling
Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses
S
Droge stof
% (m/m)
S
Organische stof
% (m/m) ds
2.9
1.1
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
96.9
98.8
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
<2.0
2.2
mg/kg ds
37
30
Metalen
S
Zink (Zn)
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
L102.
19-Sep-2014
8273242
2
L103.
19-Sep-2014
8273243
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Monster nr.
Akkoord Pr.coörd.
GW TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014108173/1 Pagina 1/1 Monster nr.
Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
Monsteromschrijving
8273242
l102
3
10
50
0531844219
L102.
8273243
l103
3
10
40
0531844222
L103.
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014108173/1
Pagina 1/1
Analyse
Methode
Techniek
Methode referentie
Cryogeen malen AS3000
W0106
Voorbehandeling
Cf. AS3000
Droge Stof
W0104
Gravimetrie
Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-ISO 11465
Organische stof (gloeirest)
W0109
Gravimetrie
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754
Lutum (fractie < 2 µm)
W0171
Sedimentatie
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753
Zink (Zn)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Lycens T.a.v. R. Fieten Deventerstraat 10 7570 AH OLDENZAAL
Analysecertificaat Datum: 19-09-2014
Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer/Versie Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen
2014104263/1 2013.0230 Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m 5 te Ch 11-09-2014
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.
Bewaren tot: Datum:
Naam:
Handtekening:
Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.
Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.
Ing. A. Veldhuizen Technical Manager
Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 BNP Paribas S.A. 227 9245 25 Fax +31 (0)34 242 63 99 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 E-mail
[email protected] KvK No. 09088623 Site www.eurofins.nl IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Analysecertificaat Uw project/verslagnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monsternemer Monstermatrix
2013.0230 Certificaatnummer/Versie Dorpsstraat 41 t/m 49 en Kapelstraat 1 t/m Startdatum 5 te Ch Rapportagedatum Bijlage B. Jansen Pagina Grond; Grond (AS3000) 1
2
3
4
5
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
Uitgevoerd
84.5
85.4
82.6
81.8
77.7
Eenheid
Analyse
2014104263/1 12-09-2014 19-09-2014/08:49 A,C 1/1
Voorbehandeling
Cryogeen malen AS3000 Bodemkundige analyses
S
Droge stof
% (m/m)
S
Organische stof
% (m/m) ds
0.9
6.0
4.7
4.0
3.4
Q
Gloeirest
% (m/m) ds
99.0
93.9
95.2
95.8
96.4
S
Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)
% (m/m) ds
<2.0
<2.0
2.4
2.9
2.6
6.2
28
Metalen
S
Koper (Cu)
mg/kg ds
<5.0
77
13
S
Lood (Pb)
mg/kg ds
<10
160
48
16
160
S
Zink (Zn)
mg/kg ds
44
310
45
<20
170
Nr. Monsteromschrijving
Datum monstername
1
L201
11-Sep-2014
8260577
2
L202
11-Sep-2014
8260578
3
L203
11-Sep-2014
8260579
4
L204
11-Sep-2014
8260580
5
L205
11-Sep-2014
8260581
Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
Monster nr.
Akkoord Pr.coörd.
VA TESTEN RvA L010
Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2014104263/1 Pagina 1/1 Monster nr.
Boornr
Omschrijving
Van
Tot
Barcode
Monsteromschrijving
8260577
l201
3
80
130
0531961197
L201
8260578
l202
1
20
50
0531961202
L202
8260579
l203
1
20
50
0531844214
L203
8260580
l204
1
20
50
0531961199
L204
8260581
l205
1
20
50
0531844210
L205
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
.
Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2014104263/1
Pagina 1/1
Analyse
Methode
Techniek
Methode referentie
Cryogeen malen AS3000
W0106
Voorbehandeling
Cf. AS3000
Droge Stof
W0104
Gravimetrie
Cf. pb 3010-2 en gw. NEN-ISO 11465
Organische stof (gloeirest)
W0109
Gravimetrie
Cf. pb 3010-3 en cf. NEN 5754
Lutum (fractie < 2 µm)
W0171
Sedimentatie
Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753
Koper (Cu)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Lood (Pb)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Zink (Zn)
W0423
ICP-MS
Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2
Eurofins Analytico B.V.
Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL
Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail
[email protected] Site www.eurofins.nl
BNP Paribas S.A. 227 9245 25 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623 IBAN: NL71BNPA0227924525 BIC: BNPANL2A
Eurofins Analytico B.V. is ISO 14001: 2004 gecertificeerd door TÜV en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).
BIJLAGE 6 DEFENITIE ACHTERGROND-, STREEF- EN INTERVENTIEWAARDEN
BIJLAGE 6 blad 1 van 1
TOETSINGSCRITERIA
Voor het inschatten van de risico's voor de volksgezondheid en het milieu worden de analyseresultaten getoetst aan de achtergrond/streef- en interventiewaarden bodemsanering van het ministerie van VROM (Uit Nederlandse Staatscourant nr. 247 d.d. 20-12-2007 (Regeling bodemkwaliteit) en nr. 122, d.d. 27-06-2008 (wijziging Regeling bodemkwaliteit)). Achtergrondwaarde:
deze waarde geeft het gehalte in de grond aan chemische stoffen voor een goede bodemkwaliteit weer, waarvoor geldt dat geen sprake is van belasting door lokale verontreinigingsbronnen. De achtergrondwaarde betreft een referentiewaarde voor natuurlijk voorkomende verhoogde gehalten in de grond;
Streefwaarde:
deze waarde geeft de concentratie in het grondwater aan chemische stoffen voor het uiteindelijk te bereiken kwaliteitsniveau van de bodem aan, die alle mogelijke functies kan vervullen;
Interventiewaarde:
deze waarde geeft het concentratieniveau voor verontreinigingen in grond en grondwater aan waarboven ernstige vermindering of dreigende vermindering optreedt van de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, dier of plant. Bij gehalten boven deze interventiewaarde is sprake van een sterke (bodem)verontreiniging.
Bij concentratieniveaus tussen de achtergrond- / streef- en de interventiewaarde wordt een nader onderzoek aanbevolen indien het aangetoonde gehalte groter is dan ½ (achtergrond- of streefwaarde + interventiewaarde). Bij de interpretatie van de concentratieniveaus van de gemeten waarden dient, mede gezien het voorlopige karakter van de toetsingswaarden, rekening te worden gehouden met een groot aantal factoren, zoals de huidige en toekomstige bestemming van een locatie, de bodemopbouw en de historische informatie. Met de invoering van BoToVa per 1 juli 2013 worden de gemeten gehalten, middels de analytisch bepaalde gehalten lutum en organische stof, gecorrigeerd naar het gestandaardiseerde gehalte (GSSD). Het gestandaardiseerde gehalte wordt vervolgens getoetst aan de achtergrond-/streef- en interventiewaarden voor een standaard bodem (25% lutum en 10% organische stof). In de toetsing is een index opgenomen. Deze index wordt bepaald aan de hand van de formule: (GSSD-AW/S)/(I-AW/S). Is de index die hieruit volgt negatief, dan is de GSSD kleiner dan de AW/S. Bevindt de index zicht tussen 0 en 1 dan is er sprake van een gehalte tussen de achtergrond-/streefwaarde en de interventiewaarde. Is de index groter dan 1 dan is er sprake van een interventiewaarde overschrijding. Mocht de index gelijk of hoger zijn dan 0,5 dan is er sprake van een tussenwaarde-overschrijding en zal nader onderzoek uitgevoerd moeten worden. In de monsterconclusie is het resultaat weergegeven op basis van de Regeling Bodemkwaliteit. Hierbij wordt aangegeven of het monster voldoet aan de achtergrondwaarde; de achtergrondwaarde overschrijdt of de interventiewaarde overschrijdt.
BIJLAGE 7 ONDERZOEKSSTRATEGIE NEN-5740
BIJLAGE 7 blad 1 van 1 ONDERZOEKSSTRATEGIE NENNEN-5740 VOOR EEN "NIET"NIET-VERDACHTE" LOCATIE.
.1
Veldwerk Conform de NEN-5740 dient op een niet-verdachte locatie het onderzoek te worden uitgevoerd volgens een systematische monsterneming waarbij de boringen volgens een gelijkmatig patroon over de locatie worden verdeeld. Hierbij worden tevens de richtlijnen gehanteerd zoals beschreven in de BRL 2000, protocol 2001 en 2002. Het bij de uitvoering van de boringen vrijkomende bodemmateriaal wordt zintuiglijk beoordeeld op geur, kleur en textuur. Bij het bepalen van de posities voor de boringen en peilbuizen en bij de bemonstering wordt rekening gehouden met eventuele waargenomen afwijkingen op de locatie en met de gegevens uit de inventarisatie. Het aantal te verrichten boringen en te nemen grond- en grondwatermonsters staat in relatie tot de oppervlakte van de locatie. Van iedere afzonderlijk te onderscheiden bodemlaag of per maximaal 0.5 meter laagdikte worden grondmonsters genomen.
.2
Laboratorium onderzoek Het analyseprogramma is gericht op een groot aantal verontreinigende stoffen teneinde een zo compleet mogelijk beeld te verkrijgen van de milieuhygiënische kwaliteit van grond en grondwater op de locatie. Hiertoe wordt uitgegaan van standaard-analysepakketten. Deze pakketten staan hieronder vermeld. Het betreft het nieuwe standaardpakket hetgeen in werking is getreden op 1 juli 2008. Met de inwerkingtreding per 1 juli vervalt het oude basispakket van de NEN 5740. Standaard pakket bodem (nieuw): • Lutum en organische stof • Metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) • Minerale olie • PAK (10 VROM) • PCB (7) Standaard pakket grondwater (nieuw): • Metalen (Ba, Cd, Co, Cu, Hg, Pb, Mo, Ni, Zn) • Aromaten (BTEXN) en styreen • VoCl (11), vinylchloride, 1,1-dichlooretheen, 1,1-dichloorpropaan, 1,2-dichloorpropaan, 1,3-dichloorpropaan, bromoform • Minerale olie
De grondmonsters worden in het laboratorium gemengd. Alleen monsters met een zintuiglijk grote vergelijkbaarheid worden gemengd, waardoor het risico van verdunning van een eventuele verontreiniging geminimaliseerd wordt. De (meng)monsters van de bovengrond worden behandeld met florisil. Hiermee wordt een storend effect van mogelijk aanwezige humuszuur- en PAK-achtige verbindingen op de analyse van minerale olie geminimaliseerd. De (meng)monsters van de ondergrond worden niet onderzocht op de aanwezigheid van vluchtige aromatische en vluchtige gehalogeneerde koolwaterstoffen indien deze stoffen in het grondwater worden bepaald. Zowel van de boven- als van de ondergrond wordt een representatief grond(meng)monster geselecteerd waarvan het lutum- en organische stofgehalte in het laboratorium wordt bepaald. Deze gehalten worden gehanteerd bij de bepaling van de streef- en interventiewaarden van bovengenoemde parameters. Bij de analyses wordt gebruik gemaakt van de methoden zoals beschreven in de Nederlandse Normen en Praktijkrichtlijnen waaronder de BRL 2000 en AS3000
BIJLAGE 8 HISTORISCH ONDERZOEK
Watwaswaar.nl Ten behoeve van het dossieronderzoek zijn de millitaire- en topografische kaarten uit: 1900, 1909, 1919, 1939, 1948, 1959, 1967 en 1980 bestudeerd. Hieruit blijkt dat de percelen aan de Dorpsstraat al sinds 1900 bebouwd zijn met diverse gebouwen. De zuidelijke terreindelen hebben een onduidelijke bestemming. Vanaf 1939 is een deel van de huidige situatie te herleiden en is het zuidelijke terreindeel in gebruik als weiland. Vanaf 1967 is globaal de huidige situatie te herleiden. Dossieronderzoek RAT te Tilburg Bouwdossier: Dorpsstraat 41, verbouwing woning, kenmerk55 ken merk55merk55 -20, map 221 Door de heer L.M. Donkers is op 15 oktober 1955 een bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van de verbouw van een bestaande woning. Het betreft het uitbreiden van een bestaand gedeelte van de woning met een extra verdieping. Het gebruik van asbestverdachte materialen is niet uit de stukken af te leiden. auto--showroom; kenmerk: 69Bouwdossier: Dorpsstraat 41; verbouwing berging tot auto 69 -70, map 1224. Op 6 mei 1969 is een bouwvergunning aangevraagd voor de verbouw van een bestaande berging tot schowroom. Uit de stukken is het gebruik van asbestverdachte materialen niet af te leiden. 59--39, map 442 Bouwdossier: Dorpsstraat 41, Veranderen van een woonhuis; kenmerk: 59 Door de heer L.M. Donkers is op 39 juli 1959 een bouwvergunning aangevraagd voor de geplande verbouw van een woning. Het betreft een verandering van de voorgevel en de linker zijgevel. Er is geen gebruik van asbestverdachte materialen af te leiden. 59--41, map 444 Bouwdossier: Dorpsstraat 41, Bouw garage, kenmerk: 59 De heer L.M. Donkers heeft op 13 juni 1957 een bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van de bouw van een garage. Op de vergunning is aangegeven dat de lozing van de riolering op de riolering in de Dorpsstraat plaats vindt. In eerste instantie heeft dit echter plaats gevonden middels zinkputten op het terrein. Uit de bouwtekening is af te leiden dat de dakbedekking bestaat uit rubberroid dakbedekking, Faburtex dakplaten en Internitboard. Tevens is inpandig in het uitbouwtje sprake van een boardplafond. In de garage zijn 2 smeerputten aanwezig. In het meest zuidoostelijke deel van het pand is sprake van een wasplaats. Deze wasplaats loost op een naastgelegen sloot. Het meest zuidwestelijke deel van het pand is in gebruik als toiletruimte. Deze ruimte loost middels gresbuizen op een naast gelegen beerput. Het zelfde geldt voor de afvoer van het magazijn in het noordwestelijke deel van de garage. De overige riolering is uitgevoerd in betonbuizen. Vermoedelijk is ter plaatse van de plafonds in de toiletruimte en boven het magazijn en kantoorgedeelte asbesthoudend board toegepast. 64--90, map 816 Bouwdossier: Dorpsstraat 43, Bouw werkplaats, kenmerk 64 Door de heer J. van Opstal is op 27 oktober 1964 een bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van het bouwen van een werkplaats. De dakbedekking bestaat uit zwarte golfplaten. Voor de overige toepassingen is het gebruik van asbestverdachte materialen niet af te leiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 43, Bouw duivenhok, kenmerk: 7878 -14, map 2029 Op 27 juni 1978 is door de heer J. van Opstal een vergunning aangevraagd voor de herbouw van het duivenhok. De dakbeschieting bestaat uit G.G-delen, evenals de verdiepingsvloer. Het gebruik van asbesthoudende toepassingen is niet uit het dossier af te leiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 43, Verbouwing Verbouwing winkelwinkel-woning, kenmerk: 7979 -103, map 2203 Door de heer J.M. van de Wijngaard is op 17 december 1978 een bouwvergunning aangevraagd voor het veranderen van een woning. De rioleringen bestaan in- en uitpandig uit pvc. Lozing vindt plaats op een beerput. Inpandig zijn de ventilatiekanalen uit steen opgebouwd. Uitpandig is echter een asbestcementpijp toegepast. Verdere asbestverdachte toepassingen zijn niet te herleiden uit de stukken in het dossier.
Bouwdossier: Dorpsstraat 43, Plaatsen van dakkapel, kenmerk: 4545 -4, map 53 Op 18 mei 1942 is door de heer J. van Opstal een bouwvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een dakkapel. Het gebruik van asbestverdachte toepassingen is niet te herleiden uit de stukken in het dossier. Bouwdossier: Dorpsstraat D orpsstraat 43, Verbouw keuken, kenmerk: 4444 -5, map 81 Door de heer J. van Opstal is op 2 augustus 1944 een bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van de verbouw van een keuken. Het gebruik van asbesthoudende toepassingen is niet af te leiden uit de bouwtekening. Bouwdossier: Dorpsstraat 43, Plaatsen van een 2 e winkelraam, kenmerk: 5050 -5, map 99 Op 3 augustus 1950 is een bouwvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een 2e winkelraam. Uit de stukken valt af te leiden dat geen asbestverdachte toepassingen zijn gebruikt. 58--1, map 364 Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Bouw bankgebouw met woning, kenmerk: 58 Door de Boerenleenbank is op 29 mei 1958 een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een bankgebouw met kassierwoning. In het dossier zijn geen bouwtekeningen of bestekken opgenomen. Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Plaatsen erfafscheiding, kenmerk: 6060 -12, map 469 Door de Boerenleenbank is op 8 april 1960 een bouwvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een erfafscheiding. De erfafscheiding betreft een gemetselde muur met een ijzeren hekwerk daartussen. 66--38, map 971 Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Bouw garage, kenmerk: 66 Op 25 mei 1966 is door de Boerenleenbank Chaam een bouwergunning aangevraagd voor de bouw van een garage. De dakbedekking van deze garage bestaat uit zwarte golfplaten. Voor het overige zijn geen asbestverdachte toepassingen uit de aanvraag te herleiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Uitbreiding bank met woning, kenmerk: 7070 -32, map 1294 Door de Boerenleenbank is op 29 januari 1970 een aanvraag ingediend betreffende de verbouw en uitbreiding van het bankgebouw met een woonhuis. De schoorstenen, gasafvoeren en ventilatiekanalen zijn uitgevoerd in hardgrauw en aluminium. De grond-, liggende- en standleidingen zijn uitgevoerd in pvc. Uit het bestek en de bouwtekeningen is het gebruik van asbestverdachte toepassingen niet te herleiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Uitbreiden van het bankgebouw en woning tot bankgebouw, kenmerk: 87 87--61 Op 4 september 1986 is een bouwvergunning aangevraagd door de rabo-bank Chaam ten behoeve van het uitbreiding van het bestaande pand in zuidelijke en westelijke richting. Het gebruik van asbesthoudende toepassingen is uit de geleverde stukken niet af te leiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Wijziging voorvoor- en zijgevel, kenmerk: 0505 -36 Door de Coöperatieve Rabobank Baarle-Nassau is op 25 februari 2005 een bouwvergunning aangevraagd voor het wijzigen van de voor- en zijgevel van het pand. Uit de stukken valt het gebruik van asbesthoudende toepassingen niet af te leiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 45, Plaatsen luifel, kenmerk: 0505 -82 Op 8 juni 2005 is door De Bont c.s. Architecten B.V. ene bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van de bouw van een luifel. Uit de stukken valt het gebruik van asbesthoudende toepassingen niet af te leiden. Bouwdossier: Dorpsstraat 49, Bouw woning, kenmerk: 5757-49, map 341 Op 1 mei 1957 is en bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van de bouw van een woning. Uit het bouwdossier is het gebruik van asbestverdachte materialen niet af te leiden. De afvoerbuizen zijn van gres of beton.
Bouwdossier: Bouwdossier: Dorpsstraat 49, Uitbreiding berging, kenmerk 5858 -5, map 368 3 68 Door de heer G. Hendriks is op 14 november 1958 een bouwvergunning aangevraagd voor de uitbreiding van de bestaande berging, inclusief duivenhok. Uit het dossier is het gebruik van asbestverdachte materialen niet af te leiden. Bouwdossier: Kapelstraat 5; Bouw berging; kenmerk 6363 -50, map 689 Op 6 ,september 1963 is een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een berging. In de bouwvergunning is sprake van ‘fabrieksmatige’ golfplaten als dakbedekking. Er is niet direct een link te leggen naar eventuele asbesthoudendheid van deze platen. Bouwdossier: Bo uwdossier: Kapelstraat 1, Bouw garage, kenmerk 6666 -80, map 1005 In oktober 1966 is een bouwvergunning aangevraagd voor de bouw van een garage. Op de bouwtekening is aangegeven dat er asbestplaten als dakbedekking zijn toegepast. Bouwdossier: Kapelstraat 1 en 3, Bouw woning, kenmerk: 6565 -74, map 920 Op 6 september 1965 is een bouwvergunning aangevraagd ten behoeve van de nieuwbouw van een woning. Inpandig is de riolering uit koperen buizen. Uitpandig bestaat de riolering uit gresbuizen. In alle kasten zijn zachtboardplafonds toegepast. Het dakbeschot bestaat uit vurenhouten delen. De raamdorpels zijn in gres uitgevoerd. Onder de buitendeuren liggen terrazzodorpels. De vensterbanken zijn als tegels uitgevoerd. Het gebruik van asbestverdachte materialen is niet uit het dossier af te leiden.
2916. Archief gemeentebestuur Chaam, 19391939 -1996, inv.nr.: 624
Nader bodemonderzoek; Oranjewoud, juli 1992 Door Oranjewoud B.V. is in juli 1992 een Nader bodemonderzoek gerapporteerd onder kenmerk: 4879-41194; Nader bodemonderzoek Q-8 tankstation Dorpsstraat 41 te Chaam. Uit het onderzoek blijkt dat vanaf circa 1960 een tankstation aanwezig op de huidige locatie. Vanaf 1941 tot 1960 bevond zich een ondergrondse tank met bijbehorende pomp voor de woning. Vanaf 1960 waren 5 ondergrondse tanks op de locatie aanwezig, te weten een 2000 liter benzinetank, 6000 liter dieseltank, 6000 liter loodvrij, 6000 liter mengsmering en 3000 liter afgewerkte olie. In 1985 is de 2000 liter benzinetank vervangen door een 20.000 liter super benzinetank. Tijdens het vrijgraven van de 2000 liter tank bleek deze een gat in de tankwand te hebben als gevolg van een ingeroeste steen. Tevens blijkt sprake te zijn van lek- en morsverliezen tijdens het vullen van de ondergrondse tanks. De verontreiniging is tijdens het onderzoek aangetoond vanaf circa maaiveld tot een maximale diepte van 4,5 m-mv. Saneringsplan, Biosoil, 7 september 1993 Op 7 september 1993 is door BioSoil een saneringsplan opgesteld ten behoeve van de sanering van de aangetroffen verontreinigingen. Doelstelling is het verwijderen van de grondverontreiniging tot de destijds geldende A-waarde. Tevens dient toekomstige verspreiding in grond en grondwater te worden uitgesloten. Verkennend bodemonderzoek, Milieukundig IngenieursIngenieurs- en Adviesbureau Terron, november 1994 In november 1994 is door Milieukundig Ingenieurs- en Adviesbureau Terron een verkennend bodemonderzoek gerapporteerd onder kenmerk: 0139.002.1. Aanleiding van het onderzoek is de geplande transactie van het terrein. Tijdens dit bodemonderzoek zijn de volgende verdachte deellocaties gedefinieerd: - Ondergrondse tanks; - Werkplaats met gang voor olieopslag en wasplaats auto’s; - Werkplaats oude auto’s. Ten behoeve van de ondergrondse tanks wordt verwezen naar het door Oranjewoud uitgevoerde bodemonderzoek. In het rapport is sprake van een in 1993 uitgevoerd beperkt bodemonderzoek op het meest zuidelijke terreindeel. Hierbij is in de bovengrond een lichte verontreiniging met cadmium aangetroffen en ter plaatse van een vatenopslag een lichte verontreiniging met minerale olie.
Zintuiglijk is ter plaatse van de wasplaats (en ondergrondse HBO-tank?) een sterke verontreiniging met minerale olie (3300 mg/kg d.s.) aangetoond. Tevens is op het zuidelijke terreindeel, wat momenteel bebouwd is, in de bovengrond een sterke verontreiniging met minerale olie (7300 mg/kg d.s.) aangetoond. Daarnaast is in de bovengrond op het zuidelijke terreindeel een matige verontreiniging met koper en lood gemeten. Het grondwater ter plaatse van de wasplaats/HBO-tank is licht tot matig verontreinigd met minerale olie en vluchtige aromaten en matig verontreinigd met PAK op het middelste terreindeel. Geadviseerd werd de aangetoonde (sterke) verontreinigingen te saneren. Nader bodemonderzoek, Milieukundig IngenieursIngenieurs - en Adviesbureau Terron, januari 1996 In januari 1996 is door Milieukundig Ingenieurs- en Adviesbureau Terron, onder kenmerk: 0139.002.3.JR1 een nader bodemonderzoek gerapporteerd. Uit het onderzoek blijkt dat de creosoot-verontreiniging ter plaatse van boring 306 slechts zeer beperkt van omvang is. De overige verontreinigingen hebben een beperkte omvang. Wel is ten oosten van de ondergrondse tank een verontreiniging met minerale olie aanwezig in de grond en het grondwater. Deze verontreiniging heeft zich verspreid over een oppervlakte van circa 100 m2 en heeft een gemiddelde dikte van 1,0 m-mv met een maximale verspreiding van 2,0 m-mv. Plan van Aanpak, R&B Milieu Advies B.V. B.V. Onder projectnummer 91-135 is door R&B Milieu Advies B.V. in februari 1996 een Plan van Aanpak opgesteld ten behoeve van de sanering van de door Terron aangetoonde verontreinigingen. De werkzaamheden voorzien tevens in de sloop van de bestaande panden en het verwijderen van de ondergrondse tanks. Middels een schrijven van 31 mei 1996 (kenmerk: 386029) stemt de provincie Noord-Brabant in met de voorgestelde saneringswijze. Vermeld dient te worden dat de saneringslocatie zich inmiddels ter plaatse van de huidige parkeerplaats ten oosten van de huidige onderzoekslocatie is gelegen. Aanvullend bodemonderzoek, R&B Milieu Advies, 9 april 1996 Door R&B Milieu Advies zijn is ten behoeve van de afperking van de verontreiniging met minerale olie ter plaatse van boring 112 uit het verkennend bodemonderzoek een aanvullend bodemonderzoek (briefrapport) geschreven. Conclusie is dat de aangetoonde verontreiniging van beperkte omvang is. Deze verontreiniging bevindt zich eveneens ten oosten van de huidige onderzoekslocatie. Evaluatie Bodemsanering Dorpsstraat 41 te Chaam, MDZ Milieu B.V., kenmerk: B96.008, d.d. 28 juni 1996 In de bovengenoemde rapportage zijn de uitgevoerde saneringswerkzaamheden beschreven. De saneringsdoelstelling was het volledig verwijderen van de aangetoonde verontreinigingen in grond en grondwater. Wel werd verwacht dat onder de woning en ter plaatse van de kabels en leidingen een restverontreiniging achter zou blijven. In het evaluatierapport wordt melding gemaakt van een asbestcement-waterleiding aan de voorzijde van het pand (huisaansluiting?). Afgesproken is dat deze restverontreinigingen gelijktijdig met de geplande reconstructie van de Dorpsstraat gesaneerd zouden worden. Onbekend is of deze sanering inmiddels daadwerkelijk uitgevoerd is. Tijdens de sanering was het uit bouwkundig oogpunt niet mogelijk alle verontreinigde grond te verwijderen. Derhalve is onder de woning een restverontreiniging achter gebleven. Tijdens het uitkeuren van de gerealiseerde ontgraving is vastgesteld dat de restverontreiniging zicht circa 1,0 tot 1,5 meter in horizontale richting onder het bestaande pand heeft verspreidt. Uit de evaluatie is de diepte ten opzichte van het maaiveld van de eindmonsters niet eenduidig te herleiden. Derhalve dient aangenomen te worden dat de restverontreiniging zich vanaf onderzijde fundatie in de bodem bevindt. Er kan echter niet uitgesloten worden dat de restverontreiniging, gezien vanaf het maaiveld, eerder wordt aangetroffen. De restverontreiniging bevindt zich tot een diepte van circa 2,2 tot 2,8 m-mv, afhankelijk van de gerealiseerde ontgravingsdiepte. De locatie van de restverontreiniging is weergegeven op de situatieschets in bijlage 2. Vermeld dient te worden dat deze wand onder talud (2:1) is ontgraven zodat de restverontreiniging minimaal 2 meter uit de gevel nog aanwezig kan zijn. De hoeveelheid nog verontreinigde grond onder de woning wordt geschat op circa 35 m3. Uit een indicatieve toetsing van de analyseresultaten met de huidige normen blijkt dat de grond licht tot matig verontreinigd is met minerale olie en sterk verontreinigd met aromaten.
Uit de rapportage is niet te herleiden of de restverontreiniging(en) voor aanvulling met schoon zand zijn afgedekt om verder verspreiding te voorkomen. Derhalve bestaat de mogelijkheid dat de verontreiniging zich in de loop der tijd in horizontale richting verspreid heeft. Gezien de omvang van de inmiddels gesaneerde grondwaterverontreiniging wordt de omvang van deze mogelijke verspreiding als zeer gering geacht. Uit het uitgevoerde grondwateronderzoek blijkt dat de gemeten gehalten minerale olie en vluchtige aromaten, na uitvoering van de grondsanering beduidend lager zijn dan voor de uitgevoerde saneringswerkzaamheden. De peilbuis welke ten noorden van de bestaande woning is geplaatst (peilbuis 303) bevatte ten tijde van bemonstering, conform de huidige toetsnormen, geen verhoogde gehalten minerale olie en een licht verhoogde concentratie aromaten. De peilbuis (302) in oostelijke richting bevatte nog wel licht verhoogde concentraties minerale olie en sterk verhoogde gehalten aromaten. Verkennend bodemonderzoek, Adviesburo De Rooij B.V., augustus 1996 In opdracht van de gemeente Chaam is door Adviesburo De Rooij B.V. en verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op de locatie ten oosten van de huidige onderzoekslocatie. Aanleiding van het onderzoek zijn de uitgevoerde saneringswerkzaamheden op de locatie. Uit de rapportage blijkt dat tijdens de saneringswerkzaamheden op het terrein een lokale olieverontreiniging en gedempte sloot op de locatie aanvullend zijn gesaneerd. Tijdens het onderzoek zijn de grondwaterverontreinigingen ter plaatse van de voormalige wasplaats/HBO-tank, het tankstation en de restverontreiniging onder de woning buiten beschouwing gelaten, aangezien de saneringswerkzaamheden ten behoeve van de grondwaterverontreinigingen ten tijde van uitvoering van het onderzoek nog in uitvoering waren. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de bovengrond op het terrein licht verontreinigd is met minerale olie. In het grondwater zijn nog licht tot matig verhoogde metaal- en oliegehalten gemeten. Geconcludeerd kon worden dat de uitgevoerde saneringswerkzaamheden in voldoende mate zijn uitgevoerd. Uit de controlemonsters blijkt dat geen of nog slechts licht verhoogde gehalten aanwezig zijn in de bodem. Verkennend bodemonderzoek Dorpsstraat 41 te Chaam, Oranjewoud B.V., kenmerk: 265075, d.d. oktober 2013 Op 26 oktober 2013 is een verkennend bodemonderzoek gerapporteerd welke is uitgevoerd op het terrein aan de Dorpsstraat 41 te Chaam. Aanleiding van het onderzoek was de geplande transactie van het terrein. Het onderzoek heeft zich gericht op de zink-verontreiniging in de bovengrond op het perceel aan de Dorpsstraat 43, de restverontreiniging onder de woning en het overige terreindeel. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat in de afperkende boringen ten behoeve van de zink-verontreiniging op het naastgelegen terreindeel geen of slechts licht verhoogde zink-gehalten zijn gemeten. Derhalve kon gesteld worden dat de zink-verontreiniging zich niet op het perceel aan de Dorpsstraat 41 bevindt. In de boringen ter verificatie van de restverontreiniging onder het pand, blijkt dat zintuiglijk geen waarnemingen zijn gedaan die duiden op de aanwezigheid van een restverontreiniging. Analytisch zijn echter wel licht verhoogde gehalten vluchtige aromaten gemeten. Er zijn geen verhoogde gehalten minerale olie gemeten. De tijdens het vaststellen van de eindsituatie gemeten licht tot sterk verhoogde gehalten worden niet bevestigd. Mogelijk heeft in de loop der tijd door natuurlijke processen afbraak van de restverontreiniging plaats gevonden. Tevens blijkt het grondwater ter plaatse van de restverontreiniging niet verontreinigd te zijn met minerale olie en vluchtige aromaten. Aangezien geen inpandige boringen zijn geplaatst kan geen uitspraak gedaan worden over de inpandige kwaliteit van de grond. Aangenomen wordt dat deze niet significant afwijkt van de tijdens het door Oranjewoud B.V. uitgevoerde onderzoek vastgesteld bodemkwaliteit. In het zintuiglijk verontreinigde monster (puin) uit de boringen 401 en 406 zijn licht verhoogde gehalten zware metalen, PAK en PCB gemeten. Tevens is een matig verhoogd zink-gehalte gemeten en zijn sterk verhoogde koper- en loodgehalten gemeten. Uit de uitgevoerde uitsplitsing blijkt dat boring 401 licht verontreinigd is met lood en zink en boring 406 sterk verontreinigd is met koper, lood en zink. In de overige schone boringen op het terrein zijn geen verhoogde gehalten gemeten. Door Oranjewoud B.V. is de aangetoonde sterke verontreiniging met koper, lood en zink ingeperkt op basis van de perceelsgrenzen en de zintuiglijke waarnemingen. Er heeft echter geen analytische afperking plaats gevonden.
Verkennend Bodemonderzoek Dorpsstraat 43 te Chaam, Oranjewoud B.V., kenmerk: 259246, d.d. maart 2013 In verband met de geplande transactie van het terrein is een verkennend en nader bodemonderzoek uitgevoerd op het perceel aan de Dorpsstraat 43. Uit de onderzoeksresultaten blijkt dat de bovengrond licht verontreinigd is met cadmium, koper, kwik, lood en PAK. Plaatselijk is een matig verhoogd zinkgehalte gemeten. In de ondergrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten. Het grondwater is ter plaatse van peilbuis 01 niet verontreinigd en ter plaatse van peilbuis 2 licht verontreinigd met molybdeen en zink. Vanwege het matig verhoogde zink-gehalte is 1 mengmonster van de bovengrond uitgesplitst. Uit de uitsplitsing blijkt dat in 2 boringen sterk verhoogde zinkgehalten aanwezig zijn. In de overige separate boringen zijn geen of slechts licht verhoogde gehalten gemeten. Ronde de sterk verontreinigde boringen is een nader onderzoek uitgevoerd. Tijdens dit nader onderzoek zijn licht tot sterk verhoogde zinkgehalten gemeten. De omvang van de sterke verontreiniging is op het terrein in horizontale en verticale richting in voldoende mate vastgesteld. Afperking op de naastgelegen terreindelen (Dorpsstraat 14 en 45-47) heeft echter niet plaats gevonden. Met een oppervlakte van circa 80 m2 en een dikte van 0,5 meter wordt de totale hoeveelheid sterk verontreinigde grond ingeschat op circa 40 m2. Aangezien er meer dan 25 m3 sterk verontreinigd is, is er sprake van een ernstig geval van bodemverontreiniging. Oorzaak van deze verontreiniging wordt gezocht in de waargenomen bodemvreemde materialen. Op basis van de bekende gegevens wordt door ons bureau aangenomen dat er sprake is van een historisch geval van bodemverontreiniging. Uit de uitgevoerde risico-beoordeling blijkt dat er geen actuele humane, ecologische en verspreidingsrisico’s aanwezig zijn. Opgemerkt dient te worden dat in de afperkende boringen matig verhoogde gehalten zijn gemeten. Afhankelijk van de vast te stellen terugsaneerwaarde en het saneringstype (Saneringsplan of BUS-melding) kan het mogelijk zijn dat meer dan 40 m3 grond gesaneerd dient te worden. Zoals ook door Oranjewoud B.V. aangegeven kan het zijn dat bij een BUS-melding tot de functieklasse Wonen gesaneerd moet worden. Verkennend Bodemonderzoek Dorpsstraat 4545 -47 te Chaam, Chaam, Oranjewoud B.V., kenmerk: 256845, d.d. 1 november 2012 Op 1 november 2012 is een verkennend bodemonderzoek gerapporteerd dat uitgevoerd is op het perceel aan de Dorpsstraat 45-47 te Chaam. Aanleiding van het onderzoek was de geplande transactie van het terrein. De locatie is conform NEN 5740 uitgevoerd. Er heeft echter geen asbestonderzoek plaats gevonden. Uit de analyseresultaten blijkt dat de bovengrond plaatselijk licht verontreinigd is met PCB. In de zintuiglijk verontreinigde bovengrond zijn geen verhoogde gehalten gemeten. De ondergrond is licht verontreinigd met kobalt. Het grondwater op het terrein is licht verontreinigd met kwik, minerale olie en vinylchloride. Een oorzaak voor de gemeten verhoogde gehalten wordt niet gegeven. De gemeten gehalten gaven geen aanleiding voor het uitvoeren van aanvullend onderzoek en vormden geen belemmering voor de geplande transactie van het terrein.
Bijlage 5: Parkeerdruktellingen
Parkeeronderzoek Chaam april 2014
BRO
Opdrachtgever:
BRO
Contactpersoon:
dhr. P. Hendriks
Rapporttype:
Eindrapport
Auteur(s):
dhr. B. de Blaeij
Plaats/datum:
Tilburg, april 2014
Projectnummer:
Adv/BRO/01/14
Groen Licht Verkeersadviezen Postbus 9122 5000 HC TILBURG tel. fax. E-mail: Internet:
(013) 5 44 24 58 (013) 5 44 21 58
[email protected] www.groenlicht.com
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
INHOUDSOPGAVE 1.
2.
INLEIDING
P. 3
1.1 1.2 1.3
p. 3 p. 4 p. 5
Algemeen Meetmethodiek Veldwerkomstandigheden
RESULTATEN
P. 6
2.1 2.2 2.3
p. 6 p. 7 p. 12
Capaciteit Parkeerbezetting zaterdag 12 april Parkeerbezetting zaterdag 19 april
BIJLAGE 1.
Telgegevens per sectie per meetmoment (digitaal).xls
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
2
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
1. INLEIDING 1.1 Algemeen In het centrum van Chaam geldt een blauwe zone. Binnen deze blauwe zone geldt een parkeerduurbeperking van 2 uur. In en rondom deze blauwe zone is een parkeerdrukonderzoek uitgevoerd, wat antwoordt geeft op de volgende vragen: Hoe hoog is de parkeerdruk in het onderzoeksgebied en per sectie?(tevens onderscheid naar aantal voertuigen binnen en buiten de blauwe zone) Wat is het maatgevend moment in de parkeerdruk?
Figuur 1.1: globale afbakening onderzoeksgebied Chaam
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
3
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
1.2 Meetmethodiek Uitgangspunten capaciteitsbepaling Voorafgaand aan het onderzoek heeft Groen Licht Verkeersadviezen de capaciteit opgenomen van het onderzoeksgebied. Alle straten zijn verdeeld in straatsecties. Een straatsectie is in principe een weggedeelte van één zijde van de weg van zijstraat tot zijstraat. Door de capaciteiten van de verschillende secties bij elkaar op te tellen resulteert dit in de capaciteit per straat of cluster. Per sectie wordt -indien aanwezig- het aantal parkeervakken geteld. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen langs, haaks en schuin parkeren. Wanneer er geen vakindeling aanwezig is, is met een meetwiel het aantal meters gemeten van een sectie en is op basis daarvan de capaciteit bepaald. De volgende uitgangspunten zijn hierbij gehanteerd: • Langs parkeren; 6,00 meter, 5,00 restmeters wordt nog geteld als één plaats • Haaks parkeren; 2,50 meter, 2,20 restmeters wordt nog geteld als één plaats • Schuin parkeren, 3,50 meter, 3,20 restmeters wordt nog geteld als één plaats. Tevens is gekeken naar het aantal bijzondere plaatsen. Hieronder vallen gehandicaptenplaatsen, laad- en loshavens, oplaadpunten electrische auto e.d. Meetmomenten De parkeerdrukmetingen zijn uitgevoerd op: zaterdag 12 april 2014; zaterdag 19 april 2014. Op beide dagen is van 06:00 tot 20:00 uur ieder uur de parkeerbezetting vastgesteld, waarbij het gehele uur in het midden van de telronde valt (telling van 06:00 uur is dus uitgevoerd tussen 05:30 en 06:30 uur enz.). Meetmethodiek Iedere telronde is per sectie het aantal voertuigen geteld. Het volgende onderscheid is gemaakt: • Goed geparkeerd op een algemene plaats • Goed geparkeerd op een bijzondere plaats • Plaats bezet door een object (bijv. container, aanhanger) • Fout geparkeerd (op een plaats waar niet geparkeerd mag worden). Omtrent berekening bezettingsgraad De bezettingsgraad is in deze rapportage als volgt berekend: objecten zijn in mindering gebracht op de capaciteit om de bruikbare capaciteit te bepalen; de bezettingsgraad (bez.%) is berekend door het totaal aantal voertuigen (incl. fout geparkeerde voertuigen) te delen door de bruikbare capaciteit (incl. bijzondere plaatsen).
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
4
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
1.3 Veldwerkomstandigheden Weersomstandigheden Zaterdag 12 april was het licht bewolkt en droog. De temperatuur lag tussen de 2 en 15 Celsius. Zaterdag 19 april (paasweekend) was het eveneens licht bewolkt en droog. De temperatuur lag tussen de 6 en 17 Celsius. Bijzonderheden Er zijn geen bijzonderheden waargenomen die van invloed kunnen zijn op het resultaat van deze metingen.
Figuur 1.2: sectie-indeling (blauwe secties = blauwe zone max. 2 uur) De metingen zijn uitgevoerd op zaterdag. Op zaterdagen is de blauwe zone van kracht tussen 09:00-16:00 uur.
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
5
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
2. RESULTATEN 2.1 Capaciteit Kort voorafgaand aan het onderzoek is gedetailleerd de parkeercapaciteit in kaart gebracht volgens de uitgangspunten zoals beschreven in hoofdstuk 1 (zie ook straatsectie-indeling op blz. 5). Sec tie Straatnaam
Langs
Haaks
Schuin
Bijzondere plaatsen
Besc hrijving bijzondere plaatsen
Totale capaciteit
1
Dorpsstraat
4
4
2
Dorpsstraat
3
3
3
Dorpsstraat
blauw e zone
5
5
4
Dorpsstraat
blauw e zone
5
0
Beekstraat
8
8
6
Beekstraat
9
9
7
Kapelstraat
5
5
8
Kapelstraat
9
Kapelstraat
blauw e zone
10
Dorpsstraat
blauw e zone
2
2
11
Dorpsstraat
blauw e zone
6
6
12
Dorpsstraat
blauw e zone
5
5
13
Gilzew eg
blauw e zone
10
10
14
Gilzew eg
blauw e zone
15
P-terrein Dorpsstraat P-terrein Dorpsstraat P-terrein Dorpsstraat P-terrein Dorpsstraat
16 17 18
0 3
3
0
blauw e zone
18
1
Gehandicaptenpl.
19
blauw e zone
17
blauw e zone
15
1
Gehandicaptenpl.
16
blauw e zone
19
2
Gehandicaptenpl.
21
17
19
Dorpsstraat
blauw e zone
0
20
Dorpsstraat
blauw e zone
0
21
Dorpsstraat
blauw e zone
22
Dorpsstraat
23
Kerkstraat
24
Kerkstraat
25
Kerkstraat
blauw e zone
26
Dorpsstraat
blauw e zone
27
Dorpsstraat
blauw e zone
28
Dorpsstraat
blauw e zone
29
Dorpsstraat
blauw e zone
0 6
t.h.v. kerk
3 x uitsluitend rouw- en trouwauto's + 2 x gereserveerd op kenteken + 1 x gehandicaptenplaats
10
6 10 0 0
14
14 0
12
1
Gehandicaptenpl.
13 0
Blauwe zone (totaal)
54
0
72
5
131
vrij parkeren (totaal)
39
0
0
6
45
TOTAAL
93
0
72
11
176
Tabel 2.1: capaciteit per sectie
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
6
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
2.2 Parkeerbezetting zaterdag 12 april Onderstaande tabel 2.2 geeft per sectie de bezettingscijfers weer inclusief foutparkeerders. Na deze tabel volgt een grafiek met het verloop van de parkeerbezetting (voor totaal gebied, blauwe zone en vrij parkeren) gedurende de dag. Ook is de bezettingsgraad tijdens de maatgevende meetmomenten gevisualiseerd. Het bezettingspercentage (parkeerdruk) is berekend over het totaal aantal geparkeerde voertuigen (incl. foutparkeerders) gedeeld door de bruikbare capaciteit. De hoogste bezetting werd op beide onderzoeksdagen gehaald om 12:00 uur.
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
7
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
Leeswijzer bij tabel 2.2 In de hierna volgende tabel 2.2 staat naast de sectienummering, straatnaam en beschikbare capaciteit - van links naar rechts de minimum- en maximumbezetting per straatsectie met daarnaast de bijbehorende parkeerdruk en het tijdstip waarop deze bezetting in de verschillende straatsecties vastgesteld werd. Vervolgens staan in de kolommen “bezetting totaal maximum” en “bez. % totaal maximum” de bezetting en parkeerdruk per sectie tijdens het drukste uur/meetmoment in het totale onderzoeksgebied. In de laatste twee kolommen staan de gemiddelde bezetting en bijbehorende bezettingsgraad per onderzoeksdag. Onderaan in de tabel worden de variabelen eveneens gepresenteerd voor het gebied waarin de blauwe zone van kracht is en het gebied daarbuiten.
Bez.% gemiddelde
blauwe zone
Bez. gemiddeld
Dorpsstraat Beekstraat
2
50%
15:00
0
0%
12:00
0
12%
1
33%
12:00
1
33%
12:00
0
2%
5
1
20%
8:00
7
140%
8:00
2
40%
12:00
2
49%
0
0
-
8
0
0%
-
0
-
-
0
-
12:00
-
-
16:00
7
88%
8:00
2
25%
12:00
2
23%
78%
8:00
4
44%
12:00
3
38%
120% 10:00
5
100% 12:00
5
95%
6
Beekstraat
9
1
11%
13:00
7
7
Kapelstraat
5
2
40%
15:00
6
13:00
2
12:00
2
6:00
5
167% 13:00
3
150% 18:00
8
Kapelstraat
9
Kapelstraat
blauwe zone
0
0
-
3
2
67%
10 Dorpsstraat
blauwe zone
2
0
0%
6:00
3
11 Dorpsstraat
blauwe zone
6
1
17%
6:00
4
12 Dorpsstraat
blauwe zone
5
0
0%
13 Gilzeweg
blauwe zone
10
3
30%
14 Gilzeweg
blauwe zone
15 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone 16 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone 17 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone 18 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone
0
0
-
19
3
16%
Tijd totaal maximum
4 5
8:00 8:00
Bez.% totaal maximum
blauwe zone
0% 0%
Bez. totaal maximum
Dorpsstraat
0 0
Tijd sectie maximum
3
4 3
Bez.% sectie maximum
Dorpsstraat
Bezetting sectie maximum
2
Tijd sectie maximum
Omschrijving
Bez.% minimum
Straat Dorpsstraat
Bez. minimum
1
Totale beschikbare capaciteit
Straatsectie
Zaterdag 12 april 2014
16:00
7
6:00
7
6:00
0 19
-
67%
17:00
140% 12:00 70%
11:00
-
-
100% 12:00
12:00
1
-
100% 12:00
-
4
122%
1
50%
12:00
1
43%
2
33%
12:00
2
30%
7 6 0
140% 12:00 60%
12:00
-
12:00
19
100% 12:00 100% 12:00
17
0
0%
6:00
17
100% 12:00
17
16
1
6%
6:00
16
100% 14:00
15
94%
100% 13:00
3
63%
5
51%
-
-
11
58%
10
62%
12:00
10
60% 62%
21
1
5%
6:00
21
18
86%
12:00
13
19 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
6:00
1
-
12:00
1
-
12:00
0
-
20 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
-
0
-
-
0
-
12:00
-
-
21 Dorpsstraat
blauwe zone
22 Dorpsstraat
0
0
-
6
0
0%
-
0
-
6:00
1
17%
-
0
-
12:00
-
-
11:00
0
0%
12:00
0
3% 66%
23 Kerkstraat
10
5
50%
6:00
8
80%
15:00
7
70%
12:00
7
24 Kerkstraat
0
0
-
17:00
3
-
12:00
3
-
12:00
1
-
blauwe zone
0
0
-
-
0
-
-
0
-
12:00
-
-
10
71%
44%
0
-
12
92%
25 Kerkstraat 26 Dorpsstraat
blauwe zone
14
2
14%
27 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
28 Dorpsstraat
blauwe zone
13
1
8%
29 Dorpsstraat
blauwe zone
6:00 6:00
0
0
-
131
18
14%
6:00
Totaal buiten blauwe zone
45
12
27%
19:00
TOTAAL
176
-
-
Totaal blauwe zone
-
12:00
10
71%
12:00
6
-
0
-
12:00
-
-
11:00
9
69%
12:00
6
44%
0
-
110
84%
12:00
-
29
64%
8:00
-
-
-
0
-
12:00
-
-
110
84%
12:00
73
56%
24
53%
12:00
19
43%
134
76%
12:00
92
52%
Tabel 2.2: bezettingsgraad totaal per sectie, zaterdag 12 april
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
8
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
100%
Blauwe zone
80%
60% Vrij parkeren 40% Totaal 20%
0% 06:00u
08:00u
10:00u
12:00u
14:00u
16:00u
18:00u
20:00u
Grafiek 2.1: verloop bezettingsgraad totaal en per gebied (blauwe zone/vrij parkeren), zaterdag 12 april
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
9
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
Figuur 2.3: visualisatie bezettingsgraad totaal, zaterdag 12 april 2014; 06:00 uur (laagste bezettingsgraad)
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
10
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
Op zaterdag 12 april 2014 werd de hoogste bezettingsgraad gemeten tijdens het meetmoment van 12:00 uur. Dit was tevens het drukste meetmoment op zaterdag 19 april.
Figuur 2.2: visualisatie bezettingsgraad totaal, zaterdag 12 april 2014; 12:00 uur (hoogste bezettingsgraad)
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
11
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
2.3 Parkeerbezetting zaterdag 19 april Onderstaande tabel 2.3 geeft per sectie de bezettingscijfers weer inclusief foutparkeerders. Na deze tabel volgt een grafiek met het verloop van de parkeerbezetting (voor totaal gebied, blauwe zone en vrij parkeren) gedurende de dag. Ook is de bezettingsgraad tijdens de maatgevende meetmomenten gevisualiseerd. Het bezettingspercentage (parkeerdruk) is berekend over het totaal aantal geparkeerde voertuigen (incl. foutparkeerders) gedeeld door de bruikbare capaciteit. De hoogste bezetting wordt evenals op zaterdag 12 april gerealiseerd om 12:00 uur. Om 06:00 werd de laagste bezettingsgraad vastgesteld
25%
12:00
1
25%
12:00
0
2%
33%
12:00
1
33%
12:00
0
11%
1
28%
blauwe zone
5
0
0%
14:00
5
0
0
-
12:00
1
-
5
Beekstraat
8
0
0%
17:00
2
100% 12:00
-
12:00
0
-
25%
11:00
1
13%
12:00
1
11%
18:00
3
33%
12:00
3
31%
8:00
3
60%
12:00
4
81%
-
Beekstraat
9
2
22%
6:00
5
56%
Kapelstraat
5
2
40%
13:00
7
140%
0
0
-
2
67%
-
0
-
0
12:00
-
-
6:00
5
167% 12:00
5
167% 12:00
4
127%
150% 11:00
2
100% 12:00
10 Dorpsstraat
blauwe zone
2
0
0%
6:00
3
11 Dorpsstraat
blauwe zone
6
0
0%
18:00
5
12 Dorpsstraat
blauwe zone
5
2
40%
6:00
5
13 Gilzeweg
blauwe zone
10
2
20%
17:00
9
14 Gilzeweg
blauwe zone
17 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone 18 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone
100% 12:00
0
6
3
5
6:00
7
15 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone 16 P-terrein Dorpsstr. blauwe zone
Bez.% gemiddelde
1 1
blauwe zone
blauwe zone
Bez. gemiddeld
6:00 10:00
Dorpsstraat
Kapelstraat
Tijd totaal maximum
0% 0%
Dorpsstraat
Kapelstraat
Bez.% totaal maximum
0 0
3
8
Bez. totaal maximum
4 3
4
9
Tijd sectie maximum
Bez.% sectie maximum
Bezetting sectie maximum
Dorpsstraat
Tijd sectie minimum
2
Omschrijving
Bez.% minimum
Straat Dorpsstraat
Bez. minimum
1
Totale beschikbare capaciteit
Straatsectie
Zaterdag 19 april 2014
0
0
-
6:00
1
19
3
16%
6:00
19
-
83%
12:00
100% 12:00 90% -
12:00 8:00
100% 12:00
5 5 9 0 19
83%
12:00
100% 12:00 90%
12:00
-
12:00
100% 12:00
1
60%
2
38%
3
64%
6
61%
0
-
13
69%
17
0
0%
6:00
19
112% 14:00
17
100% 12:00
12
71%
16
0
0%
6:00
17
106% 13:00
16
100% 12:00
11
66%
105% 13:00
21
100% 12:00
13
61%
21
0
0%
6:00
22
19 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
6:00
4
-
13:00
1
-
12:00
1
-
20 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
-
0
-
-
0
-
12:00
-
-
21 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
6
0
0%
23 Kerkstraat
10
1
10%
19:00
10
24 Kerkstraat
0
0
-
17:00
6
-
12:00
6
-
12:00
3
-
-
0
-
-
0
-
12:00
-
-
7
49%
22 Dorpsstraat
25 Kerkstraat
blauwe zone
0
0
-
26 Dorpsstraat
blauwe zone
14
3
21%
27 Dorpsstraat
blauwe zone
0
0
-
28 Dorpsstraat
blauwe zone
13
1
8%
29 Dorpsstraat
blauwe zone
-
0
-
6:00
2
33%
6:00 6:00
0
0
-
131
18
14%
6:00
Totaal buiten blauwe zone
45
10
22%
18:00
TOTAAL
176
-
-
Totaal blauwe zone
-
16 0 13 0 134
-
0
-
12:00
-
-
19:00
1
17%
12:00
0
8%
6
59%
100% 12:00
114% 12:00 -
-
100% 12:00 -
-
102% 12:00
10
16 0 13 0 134
100% 12:00
114% 12:00 -
12:00
-
-
100% 12:00
7
50%
-
12:00
102% 12:00
-
-
81
62%
26
58%
12:00
26
58%
12:00
17
38%
-
-
-
160
91%
12:00
98
56%
Tabel 2.3: bezettingsgraad totaal per sectie, zaterdag 19 april
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
12
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
100%
Blauwe zone
80%
60% Vrij parkeren 40% Totaal 20%
0% 06:00u
08:00u
10:00u
12:00u
14:00u
16:00u
18:00u
20:00u
Grafiek 2.2: verloop bezettingsgraad totaal en per gebied (blauwe zone/vrij parkeren), zaterdag 19 april
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
13
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
Figuur 2.5: visualisatie bezettingsgraad totaal, zaterdag 19 april 2014; 06:00 uur (laagste bezettingsgraad)
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
14
Parkeeronderzoek Chaam; april 2014
Evenals op zaterdag 12 april wordt werd de hoogste bezettingsgraad gemeten tijdens het meetmoment van 12:00 uur.
Figuur 2.4: visualisatie bezettingsgraad totaal, zaterdag 19 april 2014; 12:00 uur (hoogste bezettingsgraad) Door de waarnemers is tijdens de telling van zaterdag 19 april opgemerkt dat door drukte op en rondom het parkeerterrein aan de Dorpsstraat (secties 15 t/m 18) vanaf ongeveer 09:00 uur tot ongeveer 14:00 het verkeer in de Dorpsstraat en op het parkeerterrein regelmatig volledig ‘vast stond’.
Groen Licht Verkeersadviezen – Tilburg, april 2014 - Adv/BRO/01/14
15
Bijlage 6: Akoestisch onderzoek wegverkeer
Akoestisch onderzoek optredende gevelbelastingen Bouwplan Dorpsstraat te Chaam Projectnr. M13 378.402.1
2 van 17
M13 378.402.1.doc
Opdrachtgever
Adviseur
:
:
Aeres Milieu Zuidhoven 9m Postbus 1015 Tel: 0475 – 32 00 00
6042 PB Roermond 6040 KA Roermond Fax: 0475 – 32 19 67
Contactpersoon:
de heer G. Reuver
K+ Adviesgroep bv Jodenstraat 6 6101 AS Echt Postbus 224 6100 AE Echt Tel: 0475 – 470 470 E-mail:
[email protected] Behandeld door:
ir. W.M. Siebesma
---------------------------------------
Datum
:
2 juli 2015
Referentie
:
WS/WS/M14 327.402.1
3 van 17
M13 378.402.1.doc
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Titel
Blad
1
Inleiding
4
2 2.1 2.2 2.3
Uitgangspunten Ruimtelijke gegevens Gegevens wegverkeerslawaai Toegepaste rekenmethode
5 5 5 5
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.2
Normstelling Wet geluidhinder Wegverkeerslawaai Algemeen Omvang geluidzones langs wegen Aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder Aftrek stille banden Stedelijk en buitenstedelijk gebied Nieuwe situaties Maximaal toelaatbare geluidbelasting Bouwbesluit 2012
6 6 6 6 6 7 7 8 8 8
4 4.1 4.2 4.2.1 4.3
Berekeningsresultaten Algemeen Wegverkeerslawaai Dorpsstraat Bouwbesluit wegverkeerslawaai nieuwe situaties
9 9 10 10 11
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.2
Evaluatie Wet geluidhinder Algemeen Dorpsstraat Bouwbesluit
12 12 12 12 13
6
Conclusie
14
Bijlage I Bijlage II Bijlage III
Figuren akoestisch model Berekeningsgegevens en –resultaten optredende gevelbelastingen Overzicht gehanteerde verkeersgegevens
M13 378.402.1.doc
1
4 van 17
INLEIDING In opdracht van Aeres Milieu is, in het kader van de omgevingsvergunning ten behoeve van een bouwplan aan de Dorpsstraat te Chaam, gemeente Alphen-Chaam, door K+ Adviesgroep bv een akoestisch onderzoek verricht naar de te verwachten optredende geluidbelastingen ter plaatse van het bouwplan. Het betreft een appartementengebouw, met op de begane grond commerciële ruimten. De aanpassing van dit rapport betreft het feit dat de gevel aan de Dorpstraat iets naar achteren is verplaatst. In figuur 1.1 is een overzicht opgenomen van de situatie, in Bijlage I is de situatie opgenomen.
Figuur 1.1: Situatie (bron: Google Earth) Het onderzoek is noodzakelijk omdat het bouwplan is gelegen binnen de geluidzone van de Dorpsstraat. De overige wegen kennen een snelheidregime van 30 km/uur en hoeven in het kader van de Wet geluidhinder niet te worden getoetst. De berekeningen zijn gebaseerd op: - de “Wet geluidhinder”; - het “Reken- en Meetvoorschrift Geluid 2012”; - het “Besluit Geluidhinder”.
5 van 17
M13 378.402.1.doc
2
UITGANGSPUNTEN
2.1
Ruimtelijke gegevens Bij het onderzoek is gebruik gemaakt van een door de opdrachtgever aangeleverde situatietekening. In bijlage I is de gehanteerde situatietekening opgenomen.
2.2
Gegevens wegverkeerslawaai De verkeersgegevens voor de Dorpsstraat (N639) zijn verstrekt door de Provincie Noord Brabant en afkomstig uit het verkeersmodel van 2010 en door de Provincie geëxtrapoleerd naar 2025. De verdeling en intensiteit is bekend ten oosten en ten westen van de Dorpsstraat. Het blijkt dat die ten oosten het meeste verkeer met zich meebrengt (zie bijlage III) zodat hier vanuit is gegaan in het akoestisch model ter plaatse van het plan. De overige wegen in de nabijheid kennen een snelheidsregime van 30 km/uur. Er zijn volgens opgave van de gemeente geen tellingen gedaan. Door de realisatie van het appartementengebouw zal de verkeersstroom toenemen met 256 voertuigbewegingen, conform opgave van BRO, die niet relevant zijn ten opzichte van de intensiteit op de Dorpsstraat, zodat deze verder voor het maatgevende jaar 2025 niet extra zijn beschouwd. Tabel 2.1: Overzicht gehanteerde verkeersgegevens. Weg
Alphenseweg
Etmaalintensiteit (prognose jaar) 11653 (2025)
Periode aandeel 6,71% D 3,00% A 0,94% N
Verdeling per voertuigcategorie Snelheid Qlv Qmv Qzv [km/h] 89,1% 6,9% 4,0% 50 94,1% 4,0% 1,9% 85,1% 6,8% 8,1%
Wegdek
1
Hierbij is:
Periode aandeel: Qlv: Qmv: Qzv: Snelheid: Wegdek:
uuraandeel voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode in procenten van de etmaalintensiteit. aandeel lichte motorvoertuigen voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode in procenten. aandeel middelzware motorvoertuigen voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode in procenten. aandeel zware motorvoertuigen voor respectievelijk de dag-, avond- en nachtperiode in procenten. ter plaatse toegestane maximum snelheid. type 1: dicht asfaltbeton (dab = referentie wegdek RMV 2012).
Voor nadere informatie inzake de invoer- en uitvoerparameters wordt verwezen naar de in bijlage II opgenomen rekenbladen. De verstrekte verkeersgegevens zijn bijgevoegd in bijlage III. 2.3
Toegepaste rekenmethode De geluidbelastingen zijn bepaald met behulp van “Standaard Rekenmethode II”, zoals deze is beschreven in het “Reken- en Meetvoorschrift Geluid 2012”. Bij de modellering van het akoestisch rekenmodel is gebruik gemaakt van het pakket WinHavik als ontwikkeld door dirActivity.
6 van 17
M13 378.402.1.doc
3
NORMSTELLING WET GELUIDHINDER
3.1
Wegverkeerslawaai
3.1.1
Algemeen In de Wet geluidhinder dient met betrekking tot de geluidbelasting van een weg in nieuwe situaties de geluidbelasting in Lden in dB te worden bepaald. Dit is een gemiddeld geluidniveau over de dag-, avond- en nachtperiode en wordt bepaald met de volgende formule: day 1 10 = 10 lg 12 *10 + 4 *10 24
L
Lden 3.1.2
Levening +5
Lnight +10
10
10
+ 8 *10
Omvang geluidzones langs wegen Krachtens de Wet geluidhinder worden aan weerszijden van een weg zones aangegeven (art. 74 Wgh). Binnen deze zones worden eisen gesteld aan de geluidbelasting. Buiten de zones worden geen eisen gesteld. Een weg is niet zoneplichtig indien er sprake is van: − wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied (art. 74 lid 2a. Wgh) of; − wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/h geldt (art. 74 lid 2b. Wgh). De breedte van de geluidzones als functie van het aantal rijstroken van de weg en het soort gebied is weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1: Breedte geluidzones aan weerszijde van de weg in meters. Gebied Stedelijk Buitenstedelijk
3.1.3
1 of 2 rijstroken 3 of meer rijstroken 1 of 2 rijstroken 3 of 4 rijstroken 5 of meer rijstroken
Breedte (m) geluidzones (art. 74) 200 350 250 400 600
Aftrek conform artikel 110g Wet geluidhinder Op grond van verdere ontwikkelingen in de techniek en het treffen van geluid reducerende maatregelen aan de motorvoertuigen, is te verwachten, dat het wegverkeer in de toekomst minder geluid zal produceren dan momenteel het geval is. Binnen de Wet geluidhinder is middels artikel 110g de mogelijkheid geschapen om deze vermindering van de geluidproductie in de geluidbelasting door te voeren. Deze aftrek mag alleen toegepast worden bij het toetsen van de geluidbelasting aan de normstelling en niet bij het bepalen van het binnenniveau (artikel 3.4 Reken- en Meetvoorschrift geluid 2012).
7 van 17
M13 378.402.1.doc
De hoogte van de aftrek is afhankelijk van de representatieve snelheid voor lichte motorvoertuigen. Tijdelijk (tot 1 juli 2018) is de aftrek verruimd voor wegen waar de snelheid 70 km/h of meer bedraagt. In tabel 3.2 is een overzicht opgenomen van de hoogte van de aftrek. Tabel 3.2: Overzicht aftrek 110 g Wet geluidhinder (artikel 3.4 RMV2012). Representatieve snelheid < 70 km/h ≥ 70 km/h
≥ 70 km/h
≥ 70 km/h
3.1.4
Aftrek artikel 110g Wgh tot 1 juli 2018
Aftrek artikel 110g Wgh na 1 juli 2018
5 dB 4 dB voor situaties dat de geluidbelasting zonder aftrek artikel 110g Wgh 57 dB bedraagt 3 dB voor situaties dat de geluidbelasting zonder aftrek artikel 110g Wgh 56 dB bedraagt 2 dB voor andere waarden van de geluidbelasting
5 dB 2 dB
2 dB
2 dB
Aftrek stille banden In artikel 3.5 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 is een aftrek opgenomen voor stille banden. Deze aftrek geldt alleen bij wegen met rijsnelheden van 70 km/h en hoger. Standaard is de aftrek 2 dB. In de volgende situaties is de aftrek 1 dB: - Zeer Open Asfalt Beton; - 2-laags ZOAB, met uitzondering van 2-laags ZOAB-fijn; - Uitgeborsteld beton; - Geoptimaliseerd uitgeborsteld beton; - Oppervlaktebewerking. Een overzicht van de stille bandenaftrek is opgenomen in tabel 3.3. Tabel 3.3: Overzicht stille banden aftrek. Representatieve snelheid < 70 km/h ≥ 70 km/h
≥ 70 km/h
3.1.5
Wegverharding Alle ZOAB, 2-laags ZOAB, uitgeborsteld beton, geoptimaliseerd uitgeborsteld beton, oppervlaktebewerking Alle andere verhardingen dan bovenstaand vermeld
Correctie artikel 3.5 (stille banden aftrek) 0 dB 1 dB
2 dB
Stedelijk en buitenstedelijk gebied Gebieden binnen de bebouwde kom, met uitzondering van de gebieden binnen de bebouwde kom gelegen binnen de zone langs een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens, worden als stedelijk aangemerkt.
8 van 17
M13 378.402.1.doc
Als buitenstedelijke gebieden worden gebieden buiten de bebouwde kom, alsmede de bovengenoemde uitgezonderde gebieden binnen de bebouwde kom aangemerkt. 3.1.6
Nieuwe situaties In al die gevallen waar in de aanleg van een geluidgevoelig object en/of een zoneplichtige weg door vaststelling of herziening van een bestemmingsplan wordt voorzien, is er sprake van 'nieuwe situaties'.
3.1.7
Maximaal toelaatbare geluidbelasting Normen met betrekking tot de geluidbelasting in 'nieuwe situaties' zijn in artikel 82 t/m 87 van de Wet geluidhinder vermeld. In eerste instantie wordt ervan uitgegaan dat een zogenaamde voorkeursgrenswaarde niet mag worden overschreden. Indien de voorkeursgrenswaarde wel maar de maximale ontheffings-waarde niet wordt overschreden, kan onder bepaalde voorwaarden bij Algemene Maatregel van Bestuur ontheffing worden verleend voor een hogere toelaatbare geluidbelasting. Wanneer de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden is geen nieuwbouw mogelijk. In de Wet geluidhinder worden voor nog niet geprojecteerde woningen buiten de bebouwde kom de volgende eisen gesteld: − voorkeursgrenswaarde: − maximale ontheffingswaarde, vervangende nieuwbouw:
48 dB (art. 82, lid 1); 68dB (art. 83, lid 5).
Niet geprojecteerd betekent dat het vigerende bestemmingsplan geen woonbebouwing toestaat zodat het bestemmingsplan dient te worden herzien. 3.2
Bouwbesluit 2012 In het Bouwbesluit 2012 zijn in afdeling 3.1 voorschriften opgenomen voor bescherming tegen geluid van buiten. Als bij industrie-, weg- en spoorweglawaai de betreffende voorkeursgrenswaarde wordt overschreden stellen gemeenten op basis van de Wet geluidhinder een zogenoemd hogerewaardenbesluit vast, waarin plaatselijk hogere geluidbelastingen worden toegestaan («hoogst toelaatbare geluidbelasting») die in het bestemmingsplan worden opgenomen. In dergelijke zones mag alleen gebouwd worden wanneer de door de aanvrager van een omgevingvergunning te realiseren karakteristieke geluidwering hoger is dan de in artikel 3.2 gegeven minimum waarde van 20 dB. In de onderhavige situatie is sprake van vervangende nieuwbouw en hoeft het bestemmingsplan niet te worden aangepast. Omdat de geluidbelasting niet bekend is, is die in deze rapportage vastgesteld. Wanneer dergelijke zones niet zijn vastgesteld, zoals bij 30 km/h wegen dan dient overeenkomstig artikel 3.2 te worden voldaan aan de minimum eis van 20 dB.
M13 378.402.1.doc
4
BEREKENINGSRESULTATEN
4.1
Algemeen
9 van 17
Uitgaande van voornoemde uitgangspunten zijn de te verwachten toekomstige optredende gevelbelastingen bepaald. Als waarneemhoogte is uitgegaan in het midden van de gevel, een en ander afhankelijk van het aantal bouwlagen en de gebouwhoogte. De gevelbelasting is bepaald ter hoogte van de voorgevel. Waarneempunt 3 is komen te vervallen. Navolgend is per weg aangegeven het waarneempunt, de waarneemhoogte, de berekende geluidbelasting in Lden, de gehanteerde aftrek artikel 110g, de toetsingswaarde, de voorkeursgrenswaarde en de maximale ontheffingswaarde. Tenslotte is de noodzakelijke gevelgeluidwering in het kader van het Bouwbesluit opgenomen. De bijbehorende rekenbladen zijn opgenomen in bijlage II. De toetsingswaarden zijn tegen een gekleurde achtergrond weergegeven. De betekenis hiervan is als volgt: Groen: de voorkeursgrenswaarde wordt niet overschreden in het kader van de Wet geluidhinder worden geen restricties opgelegd. Geel: de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, de maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Aan de hand van door de gemeente vastgestelde beleidsregels kan onder bepaalde voorwaarden ontheffing worden verleend voor een hogere toelaatbare geluidbelasting. Oranje: de maximale ontheffingswaarde wordt overschreden. Voor de betreffende gevel kan geen hogere toelaatbare grenswaarde worden vastgesteld. Woningbouw is niet toegestaan of het plan moet ter plaatse voorzien in een “dove” gevel.
10 van 17
M13 378.402.1.doc
4.2
Wegverkeerslawaai
4.2.1
Dorpsstraat Tabel 4.1: Berekeningsresultaten Dorpsstraat (in dB). Waar- Waar- Berekende neem- neemwaarde punt hoogte 1 5.8 68 1 8.8 68 1 11.8 67 2 5.8 68 2 8.8 67 2 11.8 67 4 5.8 64 4 8.8 64 4 11.8 64 5 5.8 61 5 8.8 61 5 11.8 61 6 5.8 53 6 8.8 54 6 11.8 56 7 5.8 51 7 8.8 51 7 11.8 55 8 5.8 62 8 8.8 62 9 5.8 56 9 8.8 57 10 5.8 57 10 8.8 58 11 5.8 64 11 8.8 64 11 11.8 64 12 5.8 61 12 8.8 61 12 11.8 60 13 5.8 58 13 8.8 58 13 11.8 57
Aftrek artikel 110g Wgh 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
Toetsingswaarde Wgh 63 63 62 63 62 62 59 59 59 56 56 56 48 49 51 46 46 50 57 57 51 52 52 53 59 59 59 56 56 55 53 53 52
Bestemming
wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen wonen
VoorkeursMaximale grenswaarde grenswaarde Wgh Wgh 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68 48 68
11 van 17
M13 378.402.1.doc
4.3
Bouwbesluit wegverkeerslawaai nieuwe situaties In navolgende tabel 4.2 is de Bouwbesluiteis met betrekking tot de geluidwering van de gevel weergegeven. Deze geluidwering wordt bepaald aan de hand van de maximale geluidbelasting per weg. Op grond van artikel 3.4 van het “Reken- en meetvoorschrift geluid 2012” mag bij het dimensioneren van de gevelmaatregelen geen rekening worden gehouden met de aftrek van artikel 110g van de Wet geluidhinder. Tabel 4.2: Noodzakelijke gevelgeluidwering Bouwbesluit (in dB). Waarneempunt
Waarneemhoogte 1 1 1 2 2 2 4 4 4 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 9 10 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13
5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 5.8 8.8 5.8 8.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8
Berekende waarde 68 68 67 68 67 67 64 64 64 61 61 61 53 54 56 51 51 55 62 62 56 57 57 58 64 64 64 61 61 60 58 58 57
Gevel geluid wering 35 35 34 35 34 34 31 31 31 28 28 28 20 21 23 20 20 22 29 29 23 24 24 25 31 31 31 28 28 27 25 25 24
M13 378.402.1.doc
5
EVALUATIE
5.1
Wet geluidhinder
5.1.1
Algemeen
12 van 17
De Wet geluidhinder geeft uitsluitend grenswaarden ten aanzien van de geluidbelasting op de gevels van woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. De definitie van een gevel luidt: “de bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak, met uitzondering van een constructie zonder te openen delen en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die tenminste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33dB (bij verkeerslawaai)”. 5.1.2
Dorpsstraat -
-
-
-
In waarneempunt 1 t/m 6 en 8 t/m 13 zijn gevelbelastingen vastgesteld hoger dan de voorkeursgrenswaarde. De gevelbelasting bedraagt maximaal 63 dB. De maximale ontheffingswaarde wordt derhalve niet overschreden. Bij de gemeente Alphen-Chaam kan een verzoek tot vaststelling van een hogere toelaatbare waarde worden ingediend. In de voorliggende situatie kan als ontheffingscriterium worden aangedragen dat de appartementen een open plaats opvullen tussen aanwezige bebouwing. Het treffen van maatregelen om de gevelbelasting terug te brengen tot de voorkeursgrens-waarde van 48 dB is niet mogelijk. Als de bestaande wegverharding zou worden vervangen door een geluidstille wegverharding dan kan hiermee een geluidreductie van circa 5 dB worden bereikt, hetgeen niet leidt tot een niveau tot onder de voorkeursgrenswaarde. De kosten voor het vervangen van de bestaande wegverharding worden geraamd op 100 m x 6 m x € 50,--/m2 = € 30.000,-- en stuiten op overwegende bezwaren van financiële aard. Bij het toekennen van een hogere toelaatbare waarde kan de gemeente aanvullende voorwaarden stellen. Dit kan betekenen dat het plan dient te beschikken over tenminste één geluidluwe gevel om te zorgen voor een goed woon- en leefklimaat. Hieronder wordt veelal verstaan dat de gevelbelasting niet hoger mag zijn dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De binnengevel of achtergevel van de woningen voldoet hier aan. Indien het verzoek wordt ingewilligd worden eisen gesteld aan de optredende geluidbelasting binnenshuis. In een separaat rapport dienen de geluidwerende maatregelen bepaald te worden om te kunnen voldoen aan het binnenniveau van 33 dB. Voor nadere informatie wordt verwezen naar hoofdstuk 5.2.
M13 378.402.1.doc
5.2
13 van 17
Bouwbesluit -
-
-
In het kader van de Wet geluidhinder wordt vanwege wegverkeerslawaai van de Dorpsstraat de voorkeursgrenswaarde overschreden. Om het plan te kunnen realiseren dient door de gemeente Alphen-Chaam een hogere waardenbesluit te worden genomen. Na vaststelling van dit besluit worden op grond van afdeling 3.1 van het Bouwbesluit plaatselijk zwaardere eisen gesteld aan de geluidwering van de gevels, voor zover zich achter deze gevel een geluidgevoelige verblijfsruimte bevindt. In een separaat rapport dienen de geluidwerende maatregelen te worden bepaald om te kunnen voldoen aan het binnenniveau van 33 dB. Hierbij mag geen rekening worden gehouden met de aftrek conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. In tabel 4.2 is een overzicht opgenomen van de vereiste geluidwering.
M13 378.402.1.doc
6
14 van 17
CONCLUSIE In opdracht van Aeres Milieu is ten behoeve van de bestemmingsplanprocedure voor een nieuwbouwplan aan de Dorpsstraat te Chaam, gemeente Alphen-Chaam, een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de te verwachten optredende gevelbelastingen vanwege wegverkeerslawaai. Het onderzoek is uitgevoerd om de geluidbelasting op de gevel van de appartementen te bepalen ten gevolge van de Dorpsstraat. De overige wegen nabij het plan kennen een snelheidsregime van 30 km/uur en zijn daarom niet beschouwd. Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van het wegverkeer op de Dorpsstraat wordt overschreden. De maximale ontheffingswaarde wordt niet overschreden. Het treffen van maatregelen aan het wegdek leidt niet tot het verlagen van de geluidbelasting tot onder de voorkeursgrenswaarde. Bij de gemeente Alphen-Chaam dient een verzoek tot vaststelling van een hogere waarde te worden ingediend. Hierbij kunnen aanvullende eisen worden gesteld, zoals dat het gebouw dient te beschikken over tenminste een geluidluwe gevel. De binnengevel van de appartementen voldoet hier aan. Gezien de bepaalde optredende gevelbelastingen worden eisen gesteld aan de geluidbelasting binnen de appartementen. In een aanvullend onderzoek dienen de te treffen geluidwerende gevelmaatregelen te worden bepaald.
15 van 17
M13 378.402.1.doc
BIJLAGE I Figuren akoestisch model
K+ Adviesgroep b.v. project opdrachtgever
Herontwikkeling Chaam Aeres Milieu objecten bebouwing rijlijn waarneempunt gevel +
omschrijving Figuur 1 Situatie
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software M13 378 WINH.mdb
-- [etmaal]
0
120
schaal: 1 : 1200
K+ Adviesgroep b.v. project opdrachtgever
Herontwikkeling Chaam Aeres Milieu objecten bebouwing rijlijn waarneempunt gevel +
omschrijving Figuur 2 Nummering waarneempunten
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software M13 378 WINH.mdb
-- [etmaal]
0
60
schaal: 1 : 600
K+ Adviesgroep b.v. project opdrachtgever
Herontwikkeling Chaam Aeres Milieu objecten bebouwing rijlijn waarneempunt gevel +
omschrijving Figuur 3 Nummering bebouwing
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software M13 378 WINH.mdb
-- [etmaal]
0
120
schaal: 1 : 1200
K+ Adviesgroep b.v. project opdrachtgever
Herontwikkeling Chaam Aeres Milieu objecten bebouwing rijlijn waarneempunt gevel +
omschrijving Figuur 4 Omschrijving rijlijn
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software M13 378 WINH.mdb
-- [etmaal]
0
120
schaal: 1 : 1200
16 van 17
M13 378.402.1.doc
BIJLAGE II Berekeningsgegevens – en resultaten optredende gevelbelastingen
1
K+ Adviesgroep b.v.
Projectgegevens projectnaam: opdrachtgever: adviseur: databaseversie: situatie:
Herontwikkeling Chaam Aeres Milieu WS 865 Situatie WVL juli 2015
uitsnede:
basismodel
omschrijving rekenhart:
verkeerslawaai 16.0.5 (build2)
aut. berekening gemiddeld maaiveld: alleen absorptiegebieden( geen hz-lijnen): standaard bodemabsorptie: rekenresultaat binnengelezen (datum):
%
02-07-2015
rekenresultaat binnengelezen (tijd):
11:20
maximum aantal reflecties:
1 graden
minimum zichthoek reflecties: maximum sectorhoek:
2 graden 5 graden
vaste sectorhoek: methode aftrek110g:
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software
2 nvt
02-07-2015 12:43
2
K+ Adviesgroep b.v.
Bebouwing nr 1 3 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28
z,gem m,gem 13.2 4.2 7.0 9.0 6.0 6.0 8.0 6.0 3.0 7.0 7.0 10.3 8.0 10.0 10.0 13.2
4.2 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 4.2
lengte 169 133 122 35 63 51 54 24 17 31 32 46 53 213 112 44
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software
adres
reflectie
kenmerk
80 80 80 80 80 80 80 80 80 80 80 80 80 80 80 80
02-07-2015 12:43
3
K+ Adviesgroep b.v.
Waarneempunten met rekenresultaten (*) IL: inc. maatregel, VL:inc aftrek, RL: inc prognosetoeslag
nr
z1
m1 adres
1
0.0
0.0
gevel
2
0.0
0.0
gevel
4
0.0
0.0
gevel
5
0.0
0.0
gevel
6
0.0
0.0
gevel
7
0.0
0.0
gevel
8
0.0
0.0
gevel
9
0.0
0.0
gevel
10
0.0
0.0
gevel
11
0.0
0.0
gevel
12
0.0
0.0
gevel
13
0.0
0.0
gevel
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software
huisnr type afw.toets refl kenmerk
rhart groep VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL VL
totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0) totaal (0)
sh 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
wnh 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 5.8 8.8 5.8 8.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8 5.8 8.8 11.8
dag avond 66.70 66.56 66.36 66.65 66.49 66.28 62.89 62.89 62.67 60.00 60.16 59.61 52.43 52.81 54.57 49.95 50.40 53.56 60.72 60.92 54.85 56.20 56.15 56.58 62.96 62.81 62.55 59.84 59.92 59.20 57.14 56.70 56.45
62.56 62.42 62.22 62.51 62.35 62.14 58.75 58.74 58.53 55.86 56.02 55.46 48.28 48.65 50.42 45.80 46.23 49.42 56.58 56.78 50.71 52.06 52.03 52.44 58.82 58.67 58.40 55.70 55.78 55.06 52.99 52.55 52.30
nacht
Lden
58.85 58.71 58.50 58.79 58.64 58.42 55.04 55.03 54.82 52.15 52.31 51.75 44.58 44.96 46.71 42.10 42.57 45.71 52.86 53.07 47.00 48.34 48.29 48.73 55.10 54.96 54.69 51.99 52.07 51.35 49.29 48.85 48.60
67.67 67.53 67.32 67.61 67.46 67.24 63.86 63.85 63.64 60.97 61.13 60.57 53.40 53.78 55.53 50.92 51.37 54.53 61.68 61.89 55.82 57.16 57.12 57.55 63.92 63.78 63.51 60.81 60.89 60.17 58.11 57.67 57.42
Lden(*) Letm 62.67 62.53 62.32 62.61 62.46 62.24 58.86 58.85 58.64 55.97 56.13 55.57 48.40 48.78 50.53 45.92 46.37 49.53 56.68 56.89 50.82 52.16 52.12 52.55 58.92 58.78 58.51 55.81 55.89 55.17 53.11 52.67 52.42
68.85 68.71 68.50 68.79 68.64 68.42 65.04 65.03 64.82 62.15 62.31 61.75 54.58 54.96 56.71 52.10 52.57 55.71 62.86 63.07 57.00 58.34 58.29 58.73 65.10 64.96 64.69 61.99 62.07 61.35 59.29 58.85 58.60
(^) VL: ex. optrektoeslag
Letm(*) 63.85 63.71 63.50 63.79 63.64 63.42 60.04 60.03 59.82 57.15 57.31 56.75 49.58 49.96 51.71 47.10 47.57 50.71 57.86 58.07 52.00 53.34 53.29 53.73 60.10 59.96 59.69 56.99 57.07 56.35 54.29 53.85 53.60
dag(^) avond(^) nacht(^) 66.70 66.56 66.36 66.65 66.49 66.28 62.89 62.89 62.67 60.00 60.16 59.61 52.43 52.81 54.57 49.95 50.40 53.56 60.72 60.92 54.85 56.20 56.15 56.58 62.96 62.81 62.55 59.84 59.92 59.20 57.14 56.70 56.45
62.56 62.42 62.22 62.51 62.35 62.14 58.75 58.74 58.53 55.86 56.02 55.46 48.28 48.65 50.42 45.80 46.23 49.42 56.58 56.78 50.71 52.06 52.03 52.44 58.82 58.67 58.40 55.70 55.78 55.06 52.99 52.55 52.30
58.85 58.71 58.50 58.79 58.64 58.42 55.04 55.03 54.82 52.15 52.31 51.75 44.58 44.96 46.71 42.10 42.57 45.71 52.86 53.07 47.00 48.34 48.29 48.73 55.10 54.96 54.69 51.99 52.07 51.35 49.29 48.85 48.60
02-07-2015 12:43
4
K+ Adviesgroep b.v.
Rijlijnen snelheden
Intensiteiten nr z,gem 1
0.0
lengte wegdek 199 01 glad asfalt/DAB
WinHavik 8.651 (c) dirActivity-software
hellingcor. groep 1
omschrijving
kenmerk
Dorpsstraat
W1
art 110g 5
etm.intens. % periode 11653.0
dag avond nacht
% 6.71 3.00 .94
licht middel 89.10 94.10 85.10
6.90 4.00 6.80
zwaar 4.00 1.90 8.10
motor
licht middel zwaar motor 50 50 50
50 50 50
50 50 50
02-07-2015 12:43
17 van 17
M13 378.402.1.doc
BIJLAGE III Overzicht gehanteerde verkeersgegevens
Welmoed Siebesma Van: Verzonden: Aan: Onderwerp:
Martijn Heynickx [
[email protected]] donderdag 6 november 2014 15:41 Welmoed Siebesma RE: Rijksweg N324 in Schaijk
Categorieën:
Categorie Rood
Beste Welmoed, Voor de gemiddelde weekdag kan op de N639YCHA ten oosten v/d dorpstraat voor 2025 van de volgende intensiteiten per tijdsperiode uitgegaan worden: dagdeel
pa
middelzw
zware vr
totaal
dag
8359
647
375
9380
avond
1315
56
27
1398
nacht
744
59
71
874
Voor de gemiddelde weekdag kan op de N639YCHA ten westen v/d dorpstraat voor 2025 van de volgende intensiteiten per tijdsperiode uitgegaan worden: dagdeel
pa
middelzw
zware vr
totaal
dag
7968
616
357
8942
avond
1254
53
25
1332
nacht
710
56
67
833
aanvullende info: geen telling dus omvang verkeer uit 2010 model en verdeling voertuigcategorieen uit aangrenzende telling 639CHAA genomen (idem voor dagverdeling), extrapolatie vanuit 2020 NB: De prognosecijfers zijn gebaseerd op diverse aannames en moeten dan ook slechts als indicatief worden gezien en toegepast. De Gebruiker vrijwaart de Provincie en de Beheerder van alle aanspraken die hij, of derden zouden kunnen doen gelden wegens schade die is veroorzaakt door eventuele onvolledigheden of onjuistheden van De Gegevens of die anderszins voortvloeit uit het gebruik van De Gegevens door de Gebruiker. Hopelijk is dit voldoende informatie. projectnr.: datum:
14-04 06-11-2014
Van: Welmoed Siebesma [mailto:
[email protected]] Verzonden: maandag 3 november 2014 14:32 Aan: Martijn Heynickx Onderwerp: RE: Rijksweg N324 in Schaijk Hallo Martijn, Op zich zou het basisjaarcijfer dan fijn zijn, de gemeente had namelijk zelf ook niets. En het zou inderdaad zonde zijn als ik van een veel te hoge waarde blijk uit te gaan! Alvast bedankt maar weer, Groeten, Welmoed
1
ten westen dorpstraat Aantallen dag avond nacht totaal Lm 7968 1254 710 9932 mz 616 53 56 725 z 357 25 67 449 11106 8941 1332 833 11106
percentages Lm mz z
dag
avond 89.1 6.9 4.0 100.0
verdeling
94.1 4.0 1.9 100.0 dag
uur
ten oosten dorpstraat Aantallen dag avond nacht totaal Lm 8359 1315 744 10418 mz 647 56 59 762 z 375 27 71 473 11653 9381 1398 874 11653
percentages Lm mz z
dag
verdeling uur
85.2 6.7 8.0 100.0
avond nacht 80.51 11.99 7.50 6.71 3.00 0.94
avond 89.1 6.9 4.0 100.0
nacht
94.1 4.0 1.9 100.0 dag 80.50 6.71
nacht 85.1 6.8 8.1 100.0 avond nacht 12.00 7.50 3.00 0.94
Bijlage 7: Toets externe veiligheid
Toets Externe Veiligheid
Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
Toets Externe Veiligheid
Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
Opdrachtgever
: BRO Postbus 4 5280 AA BOXTEL
Projectnummer
: 20130497
Status rapport / versie nr.
: Definitief 01
Datum
: 25 september 2014
Opgesteld door
: C.J.M. Machielsen
Gecontroleerd door
: drs. M.H. van der Wielen
Voor akkoord
: C.J.M. Machielsen
Versie nr. D01
Paraaf :
Datum
Omschrijving
Opgesteld door
Gecontroleerd door
25-09-2014
Toets Externe Veiligheid
CM
MW
Postbus 4156 4900 CD Oosterhout Hoevestein 20b 4903 SC Oosterhout
t.(0162) 456481 f.(0162) 435588
[email protected] www.ageladviseurs.nl
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
INHOUD
1
2
3
4 5
6
7
20130497 september 2014 blad 1
blz.
INLEIDING
2
1.1
Aanleiding en doelstelling
2
1.2
Leeswijzer
2
OMSCHRIJVING ONTWIKKELINGSLOCATIE
3
2.1
Plangebied
3
2.2
Ruimtelijke ontwikkeling
4
VEILIGHEIDSBELEID
5
3.1
Algemeen
5
3.2
Plaatsgebonden risico
5
3.3
Groepsrisico
5
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
6
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
7
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
7
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
7
3.4
Kwetsbare objecten
7
3.5
Beperkt kwetsbare objecten
7
3.6
Regelgeving
8
INVENTARISATIE PERSONENDICHTHEID PLANGEBIED
9
4.1
9
Algemeen
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
10
5.1
Algemeen
10
5.2
Inventarisatie Bevi inrichtingen
11
5.3
Inventarisatie transportroutes
11
5.4
Inventarisatie buisleiding
13
TOETS VEILIGHEIDSBELEID
14
6.1
Besluit externe veiligheid inrichtingen
14
6.2
Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG)
14
6.3
Besluit externe veiligheid buisleidingen
14
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
16
© AGEL adviseurs 2014 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorgaande toestemming van AGEL adviseurs, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
1
1.1
20130497 september 2014 blad 2
INLEIDING
Aanleiding en doelstelling
In opdracht van BRO is door AGEL adviseurs een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten van aanwezige risicobronnen in de omgeving van het bestemmingplan De Eekelaar te Chaam. Het bestemmingsplan voorziet in de nieuwbouw van een woongebouw bestaande uit 46 appartementen en circa 2.500 m² commerciële ruimten. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen dienen te voldoen aan de grens- en richtwaarden voor externe veiligheid. Het doel van het onderzoek is om op basis van een inventarisatie van de aanwezige risicobronnen te toetsen of de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling kan voldoen aan de grens- en richtwaarden voor externe veiligheid. 1.2
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 zal ingegaan worden op de ligging van de onderzoekslocatie en de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Hoofdstuk 3 geeft een omschrijving van het huidige veiligheidsbeleid en in hoofdstuk 4 over de personendichtheid binnen het plangebied. In hoofdstuk 5 worden de resultaten gegeven van de inventarisatie van de aanwezige risicobronnen. De beoordeling van het veiligheidsbeleid vindt plaats in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 sluit de rapportage af met een samenvatting en conclusie.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
2
2.1
20130497 september 2014 blad 3
OMSCHRIJVING ONTWIKKELINGSLOCATIE
Plangebied
Het plangebied (Dorpsstraat 41-49) is gelegen ten zuiden van de provinciale weg N639 en in het centrum van de woonplaats Chaam. De bestaande woningen, kantoren en commerciële ruimten binnen het plangebied worden gesloopt en vervangen door een woongebouw bestaande uit twee bouwmassa’s. Het woongebouw bestaat uit een parkeerkelder, commerciële ruimten op de begane grond en op de 1e en 2e verdieping woonappartementen. De ontsluiting van het plangebied vindt plaats op de Kapelstraat. In figuur 2.1 is de ligging van het plangebied weergegeven. Figuur 2.1: Luchtfoto plangebied met planlocatie wit omlijnd (bron: www.maps.google.nl)
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
2.2
20130497 september 2014 blad 4
Ruimtelijke ontwikkeling
De nieuwe ruimtelijke ontwikkeling bestaat uit de bouw van een woongebouw met 46 appartementen en circa 2.500 m² commerciële ruimte op de begane grond. Het woongebouw bestaat uit een tweetal bouwmassa’s van 3 bouwlagen. Ten behoeve van het parkeren wordt voorzien in een parkeerkelder en parkeervoorzieningen op maaiveld. In figuur 2.2 is een globale inrichtingstekening weergegeven van de woonverdiepingen. De commerciële ruimten en parkeerkelder bevinden zich onder deze verdiepingen. Figuur 2: Globale inrichtingstekening (bron: GJM Bouwadvies)
Als gevolg van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling zal sprake zijn van een hogere personendichtheid binnen het plangebied.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
3
3.1
20130497 september 2014 blad 5
VEILIGHEIDSBELEID
Algemeen
Het veiligheidsbeleid in Nederland is gebaseerd op een tweetal begrippen, het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Daarnaast is voor de beoordeling van belang of er sprake is van een kwetsbaar object dan wel van een beperkt kwetsbaar object. 3.2
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico is de kans per jaar dat, één persoon die onafgebroken en onbeschermd op een plaats langs een transportroute of nabij een inrichting verblijft, komt te overlijden als gevolg van een incident met het vervoer, de opslag en/of de handeling van gevaarlijke stoffen. Daarbij is de omvang van het risico een functie van de afstand waarbij geldt: hoe groter de afstand, des te kleiner het risico. De risico’s worden weergegeven in PRrisico-contouren. De PR 10-6 contour geldt voor kwetsbare objecten als een grenswaarde en mag niet worden overschreden. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt de PR contour van 10-6 als richtwaarde. Van een richtwaarde kan op basis van gewichtige redenen worden afgeweken. Hierbij kan o.a. gedacht worden aan zwaarwegende maatschappelijke, economische en/of planologische redenen. Figuur 3.1 gevaarbron met PR contouren 10-5 en 10-6
3.3
Groepsrisico
Het groepsrisico is de kans per jaar dat een groep van 10 of meer personen in de omgeving van een transportroute of een inrichting voor handelingen met gevaarlijke stoffen in één keer het (dodelijk) slachtoffer wordt van een ongeval. Het groepsrisico geeft de aandachtspunten aan waar zich mogelijk een ramp met veel slachtoffers kan voordoen en houdt daarmee rekening met de aard en dichtheid van de bebouwing in de nabijheid van de transportroute. Het groepsrisico kan niet in contouren worden vertaald zoals het plaatsgebonden risico, maar wordt weergegeven in een grafiek. In de grafiek wordt de groepsgrootte van aantallen slachtoffers (x-as) uitgezet tegen de cumulatieve kans dat een dergelijke groep slachtoffer
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
20130497 september 2014 blad 6
wordt van een ongeval (y-as). In figuur 3.2 is een voorbeeld van een dergelijke grafiek weergegeven. Figuur 3.2 voorbeeld groepsrisicocurve
De kans dat (een groep) slachtoffers vallen, wordt weergegeven met een curve; de fN-curve. Het verloop van deze curve geeft een beeld van het groepsrisico. In tegenstelling tot het plaatsgebonden risico geldt voor het groepsrisico geen grenswaarde maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde kan gezien worden als een aandachtspunt en heeft geen juridische status. Het overschrijden van de oriëntatiewaarde is mogelijk mits dit in de besluitvorming door het bevoegd gezag gemotiveerd wordt middels een verantwoordingsverplichting. Bij deze verantwoordingsplicht moet o.a. aandacht besteed worden aan de hoogte van het groepsrisico, bronmaatregelen, plasbrandaandachtsgebied, zelfredzaamheid, inzetbaarheid hulpdiensten e.d.
3.3.1
De verantwoordingsplicht groepsrisico
De verantwoordingsplicht van het groepsrisico houdt o.a. in dat naast een rekenkundige beoordeling van de hoogte van het groepsrisico ook een beoordeling moet plaatsvinden naar de aspecten ‘plasbrandaandachtsgebied’, ‘zelfredzaamheid’ en ‘bestrijdbaarheid’ van het ongeval. Deze beoordeling is noodzakelijk indien sprake is van de ligging van (beperkt) kwetsbare objecten binnen een plasbrandaandachtsgebied, een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico en bij een toename van het groepsrisico indien het totale groepsrisico beneden de oriënterende waarde blijft.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
20130497 september 2014 blad 7
De verantwoording van het groepsrisico dient plaats te vinden over het gebied dat aangemerkt wordt als het invloedsgebied dan wel veiligheidsgebied van de gevaarbron. In veel gevallen is voor de omvang van het invloedsgebied de 1% letaliteit van het maatgevend ongevalscenario bepalend. Dit is de afstand waarbij 1% van de slachtoffers van het ongeval komt te overlijden.
3.3.2
Verantwoordingsplicht plasbrandaandachtsgebied (PAG)
Het plasbrandaandachtsgebied is het gebied van 30 meter uit de rand van de buitenste rijstrook van een weg dan wel 30 meter uit de buitenste spoorstaaf. Indien kwetsbare objecten zijn gelegen binnen dit gebied dient rekening gehouden te worden met de effecten van een plasbrand. In de verantwoording moet de gemeente bij bouwplannen in deze gebieden motiveren waarom op deze locatie wordt gebouwd. In deze situatie is geen sprake van de aanwezigheid van een plasbrandaandachtsgebied.
3.3.3
Verantwoordingsplicht zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid is het vermogen van de burger om zichzelf of andere burgers in veiligheid te brengen zonder tussenkomst van professionele hulpverleners bij de dreiging van, of het optreden van, een gevaarlijke situatie. Hierbij spelen o.a. de fysieke gesteldheid van de aanwezige personen, de beschikbare vluchtmogelijkheden en de mogelijkheden tot tijdig waarschuwen een belangrijke rol.
3.3.4
Verantwoordingsplicht hulpdiensten
In de verantwoordingsplicht moet met name aandacht worden besteed aan de benodigde en aanwezige hulpverleningscapaciteit, de inzet van blusmiddelen, bereikbaarheid e.d. Het brandweeradvies is hierbij een belangrijke informatiebron. 3.4
Kwetsbare objecten
Onder kwetsbare objecten worden o.a. verstaan: Woningen, woonschepen, woonwagens, woongebouwen e.d., tenzij verspreid gelegen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare. Verblijfsgebouwen zoals ziekenhuizen, verpleeghuizen, scholen e.d. Overige gebouwen waar grote aantallen personen gedurende een groot deel van de dag aanwezig zijn zoals kantoorgebouwen met een bvo van meer dan 1.500 m² of winkelcomplexen met meer dan 5 winkels en een gezamenlijk vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m², dan wel per winkel een oppervlakte groter dan 2.000 m². 3.5 Als
Beperkt kwetsbare objecten beperkt kwetsbare objecten worden o.a. aangemerkt: verspreid gelegen woningen met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare; dienst- en bedrijfswoningen; kantoorgebouwen tot 1.500 m²; horeca-inrichtingen; bedrijfsgebouwen; recreatie-inrichtingen tot een verblijf van niet meer dan 50 personen gedurende meerdere aaneengesloten dagen; winkels welke niet aangemerkt worden als kwetsbaar object.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
3.6
20130497 september 2014 blad 8
Regelgeving
Het overheidsbeleid betreffende externe veiligheid is nog in ontwikkeling en inmiddels voor bepaalde onderdelen in wettelijke besluiten en circulairs vastgelegd. Het onderzoek is gebaseerd op de navolgende besluiten/circulaires: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi); Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi); Vuurwerkbesluit; Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG); Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt); Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Naast bovenstaande besluiten en circulaires, welke met name gericht zijn op grotere risicobronnen, zijn in het Besluit algemene regels voor inrichtingen (Activiteitenbesluit) ook veiligheidsvoorschriften opgenomen voor o.a. de opslag van vuurwerk tot een maximale hoeveelheid van 1.000 kg, de opslag van propaan in tanks tot een maximale hoeveelheid van 13.000 kg en de opstelling van aardgasmeet- of regelstation.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
4
4.1
20130497 september 2014 blad 9
INVENTARISATIE PERSONENDICHTHEID PLANGEBIED
Algemeen
Binnen het plangebied is de vestiging dan wel aanleg van risicobronnen die vallen onder de werkingssfeer van één van de besluiten/circulaires externe veiligheid niet van toepassing. De vestiging hiervan wordt in de planregels uitgesloten. Ten aanzien van de vestigingsmogelijkheden van beperkt dan wel kwetsbare objecten kan gesteld worden dat de in paragraaf 2.2 opgenomen omschrijving van de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling aangemerkt moet worden als een kwetsbaar object vanwege de aanwezigheid van woningen. Voor de bepaling van de personendichtheid is van de navolgende uitgangspunten uitgegaan: Tabel 16.2 basisinformatie inventarisatie personendichtheid Handreiking groepsrisico; Gebruik plangebied bestaande situatie op basis van plankaart bestemmingsplan Kom Chaam 2005; Gebruik plangebied nieuwe situatie op basis van bouwkundig ontwerp De Eekelaar van G.J.M. Bouwadvies d.d. 22-9-2014; Personendichtheid detailhandel en kantoren en maatschappelijke dienstverlening 1 persoon per 30 m² b.v.o.; Per woonbestemming 1,2 persoon in de dagperiode en 2,4 persoon in de nachtperiode. Op basis van bovenstaande uitgangspunten is de maximale personendichtheid bepaald voor de huidige plancapaciteit en voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. De berekening van de personendichtheid is weergegeven in de tabel 4.1 en 4.2. Tabel 4.1: Inventarisatie personendichtheid plangebied op basis van huidige plancapaciteit Locatie
Bestemming
Kapelstraat 1-5 Dorpsstraat 49 Dorpsstraat 45-47 Dorpsstraat 43
Wonen Wonen Kantoor 2 bouwlagen Kantoor 2 bouwlagen Wonen 3e bouwlaag Kantoor 2 bouwlagen Wonen 3e bouwlaag
Dorpsstraat 41
Aantal/ Factor oppervlak 3 1,2/2,4 1 1,2/2,4 900 m² 1 per 30 m² 1.260 m² 1 per 30 m² 1 1,2/2,4 1.170 m² 1 per 30 m² 1 1,2/2,4 Totale personendichtheid
Dag
Nacht
3,6 1,2 30 42 1,2 39 1,2 118,2
7,2 2,4
2,4 14,4
Dag
Nacht
1,2 55,2 83,3 139,7
2,4 110,4
2,4
Tabel 4.2: Inventarisatie personendichtheid plangebied De Eekelaar Locatie
Bestemming
Kapelstraat 5 Dorpsstraat 41-49 Dorpsstraat 41-49
Wonen Wonen 1e en 2e bouwlaag Commerciële ruimte
Aantal/ Factor oppervlak 1 1,2/2,4 46 1,2/2,4 2.500 m² 1 per 30 m² Totale personendichtheid
124,8
Door de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling is sprake van een toename van het aantal aanwezige personen van 118 naar 140 personen en is er per saldo sprake van een toename van 22 personen in de dagperiode. In de nachtperiode is sprake van een ruimte toename van het aantal personen. Deze toename heeft echter maar een minimale invloed op de hoogte van het groepsrisico omdat de transporten met gevaarlijke stoffen in hoofdzaak in de dagperiode plaatsvinden.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
5
20130497 september 2014 blad 10
INVENTARISATIE AANWEZIGE RISICOBRONNEN
5.1
Algemeen
Voor de toets externe veiligheid is o.a. gebruik gemaakt van de navolgende informatiebronnen: risicokaart Noord-Brabant; informatie afdeling milieu gemeente Alphen-Chaam; Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen gemeente Alphen-Chaam, februari 2008. Bij
de inventarisatie is uitgegaan van de navolgende verdeling in risicobronnen: BEVI-inrichtingen; Transportroutes vervoer gevaarlijke stoffen; Buisleidingen; Overige risicobronnen.
Voor de inventarisatie van de risicobronnen is voor de BEVI-inrichtingen uitgegaan van een onderzoeksgebied met een straal van 1000 meter rond de locatie van het plangebied. Voor de overige risicobronnen is de afstand bepaald tot de meest nabijgelegen risicobron. In figuur 4.1 is een deel van de risicokaart weergegeven voor de woonplaats Chaam. De ligging van het plangebied De Eekelaar is rood omkaderd aangegeven. Figuur 5.1: Risicokaart Chaam
2
1
3 Plangebied De Eekelaar
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
1. 2. 3. 5.2
Dorpsstraat Buisleiding Bevi-inrichting
20130497 september 2014 blad 11
transportroute defensieleiding LPG tankstation
12 meter 850 meter 1.000 meter
Inventarisatie Bevi inrichtingen
Uit de beoordeling van de risicokaart en informatie van de gemeente Alphen-Chaam blijkt dat binnen een straal van 1.000 meter van het plangebied geen risicobronnen voorkomen die vallen onder de werkingssfeer van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. De meest nabij gelegen Bevi-inrichting betreft een LPG tankstation welke gelegen is ten zuidoosten van het plangebied op een afstand van circa 1.000 meter. De maximale PR 10-6 contour voor een LPG tankstation bedraagt 110 meter en het invloedsgebied voor de beoordeling van het groepsrisico 150 meter. Daarnaast is het plangebied ook niet gelegen binnen het invloedsgebied van andere Beviinrichtingen die op grotere afstand zijn gelegen. 5.3
Inventarisatie transportroutes
Op basis van het toekomstige Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) wordt thans gewerkt aan het opstellen van een Basisnet voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. In het Basisnet wordt voor alle rijkswegen, hoofdvaarwegen en spoorwegen een risicoplafond, dus hoeveel risico er maximaal mag zijn, vastgesteld voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast wordt beschreven welke ruimtelijke ontwikkelingen wel en niet zijn toegestaan in het gebied tot 200 meter vanaf de infrastructuur. Transportbedrijven weten hierdoor hoeveel gevaarlijke stoffen ze maximaal kunnen vervoeren over welke route. Gemeenten weten zo of gebouwen wel of niet in een gebied mogen worden gebouwd en aan welke eisen die gebouwen moeten voldoen. Zo zijn er meerdere partijen die hier baat bij hebben. De definitieve ontwerpen voor Basisnet Spoor, Water en Weg zijn inmiddels aan de Tweede Kamer aangeboden. Naar verwachting zal het definitieve ontwerp voor Basisnet in het najaar van 2014 worden vastgesteld en zal het Bevt in werking treden. Op basis van het ontwerp Basisnet weg is in de omgeving van Chaam rijksweg A58 aangewezen als transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze transportroute is gelegen op een afstand van 5 km van het plangebied en derhalve niet relevant voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid ter plaatse van het plangebied. Daarnaast zijn binnen de gemeente Alphen-Chaam geen spoor- en vaarwegen aanwezig die onderdeel uitmaken van het toekomstige Basisnet Spoor en Water. Provinciale wegen en gemeentelijke wegen maken geen onderdeel uit van het Basisnet. In specifieke situaties, zoals de aanwezigheid van LPG tankstations of risicovolle inrichtingen, kan sprake zijn van een verhoogd vervoer van gevaarlijke stoffen. De Dorpsstraat maakt onderdeel uit van de provinciale weg N639. De Beleidsvisie Externe Veiligheid Alphen-Chaam geeft ten aanzien van de N639 de navolgende informatie: De jaarintensiteit aan vervoer van gevaarlijke stoffen over de N639 bedraagt: Brandbare vloeistoffen LF1 780 Brandbare vloeistoffen LF2 195 Brandbare gassen GF3 195.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
20130497 september 2014 blad 12
Omdat het maatgevend transport bestaat uit het vervoer van brandbare vloeistoffen en brandbaar gassen, wordt het invloedsgebied bepaald door de effecten van een Bleve (Boiling Liquified evaporating vapour explosion). Het invloedsgebied hiervan bedraagt ca. 355 meter aan beide zijde van de transportroute. Het plangebied is gelegen binnen dit invloedsgebied. In verband hiermee dient in de ruimtelijke onderbouwing een toetsing plaats te vinden aan het landelijk veiligheidsbeleid. Voor deze toetsing wordt verwezen naar de hiervoor genoemde gemeentelijke beleidsvisie externe veiligheid. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de provinciale weg is in deze beleidsvisie het volgende omschreven.
Voor alle provinciale wegen (zo ook voor die in Alphen-Chaam) is geconstateerd dat het vervoer van gevaarlijke stoffen geen plaatsgebonden risicocontour (PR 10-6) buiten het wegvak genereert. Er zijn dus geen knelpunten ten aanzien van het plaatsgebonden risico rond deze wegen. Ten aanzien van de N639 ligt het groepsrisico op 0,027 (uitgangspunt: huidig vervoer + bouwambities tot 2020). Het groepsrisico is nihil en levert geen belemmering op voor de bouwambities die nu bij de gemeente bekend zijn. Met bovenstaande onderzoeksgegevens in ogenschouw nemende hoeft voor minimale toename van de bevolkingsdichtheid binnen 200 meter van de as van de provinciale weg geen nieuwe groepsrisicoberekening plaats te vinden. Op basis van een toename van circa 22 personen voor de maatgevende etmaalperiode ten opzichte van de huidige plancapaciteit kan gesteld worden dat deze toename geen significante invloed heeft op de hoogte van het groepsrisico. De hoogte van het groepsrisico is gebaseerd op de aanwezigheid van personen binnen het invloedsgebied van de Dorpsstraat. Dit invloedsgebied heeft een oppervlakte van circa 140 ha (breedte invloedsgebied circa 700 meter en lengte 2.000 meter). De bebouwde kom van Chaam is geheel gelegen binnen het invloedsgebied van de Dorpsstraat. Op basis van informatie van het CBS is voor de bebouwde kom van Chaam sprake van een bevolkingsdichtheid van circa 2.700 personen. Bij een toename van 22 personen is sprake van een toename van de personendichtheid binnen het invloedsgebied van 0,8%. Op basis van deze geringe toename van de dichtheid aan personen binnen het invloedsgebied en de huidige hoogte van het groepsrisico van 0,027 kan met zekerheid gesteld worden dat de hoogte van groepsrisico niet significant zal toenemen. Het vaststellen van de hoogte van het groepsrisico is dan ook niet noodzakelijk op grond van artikel 8 lid 2 van het Bevt. In dit artikel is voorgeschreven dat het vaststellen van de hoogte van het groepsrisico niet noodzakelijk is als: o het groepsrisico, gelet op de dichtheid van personen, bedoeld in het eerste lid, niet hoger is dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde, of o het groepsrisico, gelet op de redelijkerwijs te verwachten verandering van de dichtheid van personen, met niet meer dan tien procent toeneemt, en de oriëntatiewaarde niet wordt overschreden. Een toename van 0,8% van de personendichtheid zal zeker geen verhoging geven van het huidige groepsrisico van 0,027 naar 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Derhalve is een berekening niet noodzakelijk. Op basis van artikel 7 van het Bevt dient wel ingegaan te worden op bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
5.4
20130497 september 2014 blad 13
Inventarisatie buisleiding
Uit de beoordeling van de risicokaart blijkt dat er in de directe omgeving van het plangebied geen ondergrondse buisleidingen aanwezig zijn die relevant zijn voor de beoordeling van het aspect externe veiligheid. De meest nabijgelegen buisleiding betreft een defensieleiding en is gelegen ten noordoosten van het plangebied op een afstand van circa 850 meter. De betreffende leiding heeft geen PR 10-6 contour en kan op grond hiervan en de afstand tot het plangebied als niet relevant aangemerkt worden. Samenvattend kan gesteld worden dat het externe veiligheidsbeleid geen extra beperkingen oplegt aan de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening rekening gehouden te worden met de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het plangebied en de mogelijkheid tot de bestrijding en inzet van hulpverleningsdiensten bij het optreden van calamiteiten binnen het plangebied en in de omgeving van het plangebied.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
6
6.1
20130497 september 2014 blad 14
TOETS VEILIGHEIDSBELEID
Besluit externe veiligheid inrichtingen
Gezien de aanwezigheid van 46 appartementen en circa 2.500 m² commerciële ruimte dient de ruimtelijke ontwikkeling aangemerkt te worden als een kwetsbaar object. Uit de inventarisatie blijkt dat er in de directe omgeving van het plangebied geen Bevi-inrichtingen aanwezig zijn. De meest nabijgelegen inrichting is gelegen op een afstand van circa 1.000 meter ten zuidoosten van het plangebied. De risicobron betreft een LPG-tankstation. Op basis van de inventarisatie kan gesteld worden dat het plangebied niet is gelegen binnen de PR 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico. Ook is het plangebied niet gelegen binnen een invloedsgebied van een risicovolle inrichting geldend voor de verantwoording van het groepsrisico. Het besluit externe veiligheid inrichtingen geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. 6.2
Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRVG)
Uit de inventarisatie blijkt dat de meest nabij gelegen transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen die voorkomen in het ontwerp basisnet vervoer gevaarlijke stoffen gelegen is op een afstand van 5 km van het plangebied. Dit betreft Rijksweg A58 welke gelegen is ten noorden van het plangebied. Alle overige transportroutes zijn gelegen op een grotere afstand. Op basis van de informatie uit de ontwerpteksten voor het basisnet kan gesteld worden dat het plangebied niet is gelegen binnen een PR contour, invloedsgebied groepsrisico alsmede een plasbrandaandachtsgebied van een transportroute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de nabijgelegen provinciale weg N639 is getoetst aan de veiligheidsberekeningen die voor deze weg zijn uitgevoerd ten behoeve van het opstellen van de Beleidsvisie Externe Veiligheid Alphen-Chaam. Uit deze berekeningen blijkt dat er geen sprake is van de aanwezigheid van een PR 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico en dat met een oriëntatiewaarde van 0,027 x OW sprake is van een ruime onderschrijding van het groepsrisico. Op basis van een geringe toename van 22 personen in de maatgevende dagperiode binnen het plangebied ten opzichte van de huidige plancapaciteit en de geringe toename van de personendichtheid van 0,8% ( 22 personen ten opzichte van 2.700 personen) binnen het invloedsgebied is het aannemelijk dat dit geen significante toename geeft aan de hoogte van het groepsrisico. De drempelwaarde van 0,1 x OW waarboven een groepsrisicoberekening noodzakelijk is, wordt niet overschreden. De Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen en het toekomstig Besluit externe veiligheid transportroutes geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Wel dient in het ruimtelijk plan te worden ingegaan op de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. 6.3
Besluit externe veiligheid buisleidingen
Uit de inventarisatie blijkt dat de meest nabij gelegen buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen die deel uitmaakt van het hoofdtransportnet gelegen is op een afstand van circa 850 meter van het plangebied. De betreffende leiding heeft geen PR 10-6 contour en kan op grond hiervan en de afstand tot het plangebied als niet relevant aangemerkt worden.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
20130497 september 2014 blad 15
Het Besluit externe veiligheid buisleidingen geeft geen beperkingen voor de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling.
AGEL adviseurs Toets externe veiligheid Bestemmingsplan De Eekelaar te Chaam
7
20130497 september 2014 blad 16
SAMENVATTING EN CONCLUSIE
In opdracht van BRO. is door AGEL adviseurs een onderzoek uitgevoerd naar de veiligheidsaspecten van aanwezige risicobronnen in de omgeving van het plangebied De Eekelaar, gelegen aan de Dorpsstraat 41-49 te Chaam. Het plangebied is gelegen ten zuiden van de provinciale weg N639 en in het centrum van de woonplaats Chaam. De ruimtelijke ontwikkeling voorziet in de realisatie van een woongebouw bestaande uit twee bouwmassa’s. Het woongebouw bestaat uit een parkeerkelder, commerciële ruimten op de begane grond en op de 1e en 2e verdieping woonappartementen. Het doel van het onderzoek is om op basis van een inventarisatie van de aanwezige risicobronnen te toetsen of de beoogde nieuwe ruimtelijke ontwikkeling kan voldoen aan de grens- en richtwaarde voor externe veiligheid. Voor de risico-inventarisatie is uitgegaan van de navolgende informatiebronnen: Risicokaart provincie Noord-Brabant, omgeving Chaam; Vigerend bestemmingsplan Kom Chaam 2005; Beleidsvisie externe veiligheid Alphen-Chaam. Uit de risico-inventarisatie blijkt dat het plangebied niet is gelegen binnen een PR 10-6 contour. Het plaatsgebonden risico geeft geen beperkingen aan de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Het plangebied is niet gelegen binnen een invloedsgebied van een Bevi-inrichting, een buisleiding en/of een transportroute die is aangewezen in het toekomstig Basisnet transport. Wel is het plangebied gelegen binnen het invloedsgebied van de provinciale weg N639. Over deze weg vindt in geringe mate transport van gevaarlijke stoffen plaats. De weg heeft geen PR 10-6 contour en de oriëntatiewaarde (OW) wordt met een waarde van 0,027 x OW ruim onderschreden. Uit de berekening van de personendichtheid binnen het plangebied blijkt dat er sprake is van een toename van 22 personen ten opzichte van de huidige plancapaciteit. Deze toename geeft geen significante verhoging van het aantal personen binnen het invloedsgebied (toename 0,8%) en ook geen significante toename van de hoogte van het groepsrisico. De drempelwaarde van 0,1 x OW waarboven een groepsrisicoberekening noodzakelijk is, wordt niet overschreden. Samenvattend kan gesteld worden dat het externe veiligheidsbeleid geen extra beperkingen oplegt aan de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Wel dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening rekening gehouden te worden met de mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het plangebied en de mogelijkheid tot de bestrijding en inzet van hulpverleningsdiensten bij het optreden van calamiteiten binnen het plangebied en in de omgeving van het plangebied.
BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen | Oldenzaal www.BRO.nl