Verslag zienswijzen bestemmingsplan ‘Bosrand’ Gemeente Oisterwijk
Verslag zienswijzen bestemmingsplan ‘Bosrand’ Gemeente Oisterwijk
Rapportnummer:
211X03915.065300_1_2
Datum:
07 april 2011
Contactpersoon opdrachtgever: Bosrand B.V. Projectteam BRO:
Gijs Nouwens, Joost van Kippersluis
Trefwoorden:
-
Bron foto kaft:
Hollandse Hoogte (13)
Beknopte inhoud:
-
BRO Hoofdvestiging Postbus 4 5280 AA Boxtel Bosscheweg 107 5282 WV Boxtel T +31 (0)411 850 400 F +31 (0)411 850 401
Inhoudsopgave
pagina
1. INLEIDING
3
2. OVERZICHT RECLAMANTEN
5
3. BEHANDELING ZIENSWIJZEN
7
Inhoudsopgave
1
2
1.
INLEIDING
In dit document wordt verslag gedaan van de zienswijzen die naar aanleiding van het ontwerp bestemmingsplan ‘Bosrand’, gemeente Oisterwijk zijn ingediend. Dit plan heeft met ingang van 21 januari 2011 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Het plan is langs elektronische weg beschikbaar gesteld op www.ruimtelijkeplannen.nl. Daarnaast heeft het plan op het gemeentehuis van de gemeente Oisterwijk analoog ter inzage gelegen. De bekendmaking van de ter inzage legging is gepubliceerd in de Nieuwsklok van en de Staatscourant. In hoofdstuk 2 zijn alle reclamanten genoemd die een zienswijze hebben ingezonden. In hoofdstuk 3 zijn de binnengekomen zienswijzen samengevat en voorzien van een gemeentelijke reactie.
Hoofdstuk 1
3
4
Hoofdstuk 1
2.
OVERZICHT RECLAMANTEN
In de navolgende lijst zijn alle reclamanten op een rij gezet en voorzien van een volgnummer plus een verwijzing naar de pagina waar de zienswijze wordt behandeld. nr 1 2 3 4
naam Provincie Noord-Brabant Waterschap De Dommel Oisterwijkse Milieu Vereniging Mevr. F. Verheijen-Goijarts en mevr. M. Knape
Hoofdstuk 2
pagina 7 7 10 11
5
6
Hoofdstuk 2
3.
BEHANDELING ZIENSWIJZEN
Reclamanten 1 naam straat postbus postcode en plaats datum brief datum ontvangst
Provincie Noord-Brabant Brabantlaan 1 Postbus 90151 5200 MC ‘s Hertogenbosch 4 maart 2011 7 maart 2011
Inhoud en strekking zienswijze 1. Reclamant constateert dat de onderbouwing voor investering ruimtelijke kwaliteit mbt het plan Bosrand voldoet en voldoende is onderbouwd; reclamant mist deze onderbouwing tav de verbetering ruimtelijke kwaliteit van een eventueel op te richten scoutinggebouw in het aangrenzende gebied. Op dat punt beoordeelt reclamant het ontwerp bestemmingsplan strijdig met de Verordening Ruimte (VR) en vraagt om aanpassing. Reactie gemeente: 1. De ruimtelijke kwaliteitswinst van de ontwikkeling vindt binnenplans plaats door de vorming van de Ecologische verbindingszone, het opruimen van teerhoudend asfalt en de bouw van 6 duurzame woningen. Daarnaast doet de ontwikkelaar een vrijwillige geldelijke bijdrage om de ruimtelijke kwaliteit bij een nader te bepalen locatie voor een maatschappelijke voorzieningen in de omgeving van het plangebied te stimuleren. Exacte invulling is er nog niet. Hiervoor zal een aparte procedure worden doorlopen. De ruimtelijke kwaliteitswinst zal in de nadere procedure worden veiliggesteld. Voor de geldelijke vrijwillige bijdrage wordt met de ontwikkelaar een overeenkomst opgesteld. Gelet op het bovenstaande verklaren wij de zienswijzen ongegrond. De toelichting van het bestemmingsplan zal conform de reactie worden aangevuld. Reclamant 2 naam straat postbus postcode en plaats datum brief datum ontvangst
Hoofdstuk 3
Waterschap De Dommel Bosscheweg 56 Postbus 10.001 5280 DA Boxtel 24 februari 2011,verzonden 1 maart 2011 2 maart 2011
7
Inhoud en strekking zienswijze Reclamant vraagt een aantal opmerkingen in het bestemmingsplan te verwerken. 1. Reclamant verzoekt om een toelichting van het begrip partiële openstelling (op blz 13 van de toelichting). 2. Reclamant verzoekt de tekst op blz 13 aan te vullen zodat duidelijk is dat het een gemeentelijke leiding betreft. 3. Reclamant verzoekt om het waterschapsbeleid de Keur en het beleid ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen “ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk (HNO)” op te nemen. 4. De benodigde bergingsinhoud is niet juist beschreven. De bergingsinhoud is afhankelijk van de landbouwkundige afvoer van een gebied. Reclamant verzoekt daarom ‘40mm+4mm’ uit de tekst te schrappen. 5. Reclamant mist op blz 39 het feit dat de poel ontworpen wordt boven de GHG en verzoekt dit alsnog toe te voegen. Verder verzoekt reclamant te verduidelijken wat met maximaal toelaatbare waterstand wordt bedoeld. 6. Reclamant merkt op dat als de zaksloot verbonden wordt met een andere watergang dan dient deze gelegen te zijn boven de GHG (7.50m + NAP) 7. Reclamant stelt dat op blz 42 ten onrechte over drainage wordt gesproken. Omdat het plangebied deels is gelegen in Keurbeschermingsgebied en in Keurattentiegebied is drainage niet mogelijk. 8. Reclamant merkt op dat in het plangebied geen activiteiten mogelijk gemaakt kunnen worden die mogelijk verdrogend werken op de omgeving, zoals het aanleggen van kelders. Kelders moeten waterdicht worden aangelegd en mogen tijdens en na de bouw geen negatieve gevolgen hebben op de (grond)waterhuishouding in de omgeving bijvoorbeeld door middel van drainage en bemaling. 9. Reclamant verzoekt het begrip waterpeil anders te definiëren omdat het waterschap uitgaat van gemiddelde grondwaterpeilen en streefpeilen hanteert en niet gekoppeld zijn aan momentopnamen. 10. Reclamant stelt dat vlonders en aanlegsteigers niet beschouwd kunnen worden als waterhuishoudkundige voorzieningen. Reclamant verzoekt dan ook artikel 4.1b aan te passen. 11. Reclamant vraagt zich of de zaksloot langs de toegangsweg nieuw te graven is. En indien de zaksloot nieuw wordt aangelegd op welke wijze dit gerealiseerd kan worden omdat de zaksloot op de verbeelding gedeeltelijk buiten het plangebied lijkt te vallen. 12. Reclamant verzoekt de obstakelvrije zone van 5 meter langs de beek Achterste Stroom in het plan op te nemen. 13. Reclamant verzoekt het water dat valt binnen andere bestemmingen te bestemmen als water.
8
Hoofdstuk 3
Reactie gemeente: 1. Het gebied wordt 4 maal per jaar opengesteld voor het publiek, elk seizoen eenmaal. Dit zal worden gepubliceerd in de lokale huis aan huis bladen. Deze opmerking is tekstueel verwerkt in de waterparagraaf van de toelichting. 2. In de toelichting is opgenomen dat het een gemeentelijke leiding betreft. 3. Het waterschapsbeleid de Keur en het beleid ten aanzien van hydrologisch neutraal ontwikkelen “ontwikkelen met duurzaam wateroogmerk (HNO)” is in de toelichting opgenomen. 4. De benodigde bergingsinhoud wordt anders beschreven. De tekst zal op dit punt worden aangepast. 5. Het feit dat de poel ontworpen wordt boven de GHG is in de tekst opgenomen. 6. Bij de aanleg van de zaksloot zal rekening worden gehouden met de opmerking van het waterschap. De toelichting van het bestemmingsplan is hierop aangepast. 7. De toelichting van het bestemmingsplan is op dit punt aangepast. 8. Middels het bestemmingsplan wordt voorkomen dat negatieve activiteiten mogelijk gemaakt worden die negatieve gevolgen hebben op de (grond)waterhuishouding. De bouw van kelders is pas mogelijk na beoordeling van het bevoegd gezag. 9. Het begrip waterpeil wordt, aangezien dit begrip op geen enkele wijze van invloed is op de regels uit het bestemmingsplan verwijderd. 10. De mogelijkheid voor de aanleg van vlonders en aanlegsteigers zal apart worden vermeld bij de bestemming. Artikel 4.1 van het plan zal om deze reden worden aangepast. De vlonders en bruggetjes zijn houten constructies van beperkte mate die geen invloed hebben op de waterhuishouding. 11. Het betreft hier een nieuwe zaksloot. (de bestaande sloot op de perceelsscheiding wordt niet gebruikt. Langs de toegangsweg komt aan een zijde een zaksloot waarin het hemelwater kan infiltreren dat op de weg valt, de capaciteit van deze sloot is ruim voldoende gebleken in hno-tool berekening. 12. Ten behoeve van het goed kunnen onderhouden en beheren van de watergang zal een dubbelbestemming aan het plan worden toegevoegd. Deze dubbelbestemming sluit de bouw van gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde uit. De obstakelvrije zonde is daarmee voldoende geborgd. 13. De poelen zijn binnen andere bestemmingen voldoende geregeld. De poelen dienen beschouwd te worden als “natte natuur”. Door de toevoeging van een nieuwe bestemming waarvan de ligging en begrenzing gedurende het seizoen zal variëren wordt de leesbaarheid van het plan complexer en daarom niet duidelijker. De bestemming “Natuur” zal de doeleinden duidelijker verklaren. Gelet op het bovenstaande verklaren wij de zienswijzen gedeeltelijk gegrond
Hoofdstuk 3
9
Reclamant 3 naam postadres postcode en plaats datum brief datum ontvangst
Oisterwijkse Milieu Vereniging (OMV) De Schouw 22 5061 PW Oisterwijk 1 maart 2011 2 maart 2011
Inhoud en strekking zienswijze 1. Reclamant stelt dat met de huidige inzichten 20 jaar geleden nooit een hotel gebouwd had kunnen worden en dat er fout op fout gestapeld wordt. Verder vraagt reclamant zich af of het bestemmingsplan Buitengebied aangepast moet worden om ter plekke de huidige bestemming te wijzigingen ten gunste van woning bouw. 2. Reclamant stelt dat het gebied wordt versnipperd door schuttingen en het beekdal ernstig wordt aangetast. 3. Reclamant vraagt zich af op welke wijze het beheer van de natuurzone in de toekomst wordt zeker gesteld. 4. Reclamant stelt dat de oppervlakte aan bebouwing verdubbelt, als de huidige bestrating niet wordt meegerekend. 5. Reclamant vreest dat in navolging van dit plan aan beide zijden van de Achterste Stroom meer bebouwing zal ontstaan. 6. De OMV is tegen bebouwing van het beekdal een pleit voor aanpassing van het plan. Reactie gemeente: 1. Het onderhavige plan wordt het geldende juridisch planologische regime voor het gebied. Afhankelijk van de snelheid van beide procedures kan het zijn dat de regeling van dit plan wordt overgenomen in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied 2. Gezien de huidige invulling van de locatie (hotel) en de mogelijkheden die het vigerende bestemmingsplan ten aanzien van de bouw van erfafscheidingen biedt zal de ontwikkeling een kwaliteitsverbetering betekenen. Er zal natuur worden aangelegd ter plaatse van de Ecologische verbindingszone. De door reclamant bedoelde schuttingen worden niet opgericht binnen de bestemming “Natuur”. 3. Het toekomstig beheer van de natuur is middels een privaatrechtelijke overeenkomst gegarandeerd. De bepalingen in deze overeenkomst worden middels een kettingbeding naar eventuele nieuwe eigenaren in de toekomst doorgezet 4. De stenen verharding in het gebied bestaat uit teerhoudend, milieuonvriendelijk asfalt. Uitgangspunt bij de ontwikkeling is dat de bestaande verharding niet zal toenemen. Van een toename van de verharding is geen sprake. Door het toepas-
10
Hoofdstuk 3
sen van duurzame, milieuvriendelijke verhardingsmaterialen is de ontwikkeling een kwaliteitsverbetering voor de locatie. 5. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet niet in meer bouwmogelijkheden dan de 6 woningen. 6. Omdat het plan voorziet in de vereiste kwaliteitsverbetering van het gebied is er geen reden het plan aan te passen. Het huidige hotel zal verdwijnen en hier komen 6 woningen voor terug. De kwaliteitsverbetering wordt gegarandeerd door de aanleg van de natuurstrook. Gelet op het bovenstaande verklaren wij de zienswijze ongegrond. Reclamant 4 naam adres postcode en plaats datum brief datum ontvangst
Mevr. F. Verheijen-Goijarts en mevr. M. Knape Wolvensteeg 40 5062 DG Oisterwijk 2 maart 2011 3 maart 2011
Inhoud en strekking zienswijze 1. Reclamant vertrouwt erop dat er voor de visie vorming van de Achterste Stroom in het kader van de voorgenomen scouting een aparte procedure wordt gevolgd. 2. Reclamant ziet de provinciale voorwaarde voor medewerking aan de BIOregeling van substantiële verbetering van de ruimtelijk niet onderbouwd terugkomen. Het verbaast reclamant dat het scoutingsgebouw niet terugkomt in het bestemmingsplan. 3. Reclamant ziet de vrijgekomen gelden graag terug geïnvesteerd worden in het landschap/buitengebied. 4. Reclamant vraagt zich af of de BIO-regeling nog wel toepasbaar is. 5. Reclamant verzoekt meer inzicht in het plan te geven omtrent de gemaakte afspraken die zijn vastgelegd. 6. Reclamant verzoekt betrokken te worden eventuele toekomstige planvorming in het gebied ten zuiden van de Wolvensteeg.
Hoofdstuk 3
11
Reactie gemeente: 1. Een exacte invulling voor het realiseren van ruimtelijke kwaliteitswinst nabij een eventueel nieuwe maatschappelijke ontwikkeling in de buurt van het plan Bosrand is er nog niet. Hiervoor zal een aparte procedure worden doorlopen. De ruimtelijke kwaliteitswinst zal in de nadere procedure worden veiliggesteld. De exacte invulling zal nader worden uitgewerkt. Hiervoor zal uiteraard een aparte procedure voor worden gevolgd. 2. De motivering van de kwaliteitsverbetering is in het bestemmingsplan voldoende beschreven. De provincie is akkoord met de wijze waarop de kwaliteitsverbetering in het plan is uitgewerkt en voor de toekomst wordt verzekerd. 3. De geldelijke bijdrage zal gebruikt gaan worden voor verbetering van de ruimtelijke kwaliteit nabij een eventuele maatschappelijke voorzieningen in de buurt van het plan Bosrand. Hiervoor wordt te zijner tijd uiteraard een aparte procedure gestart. De vereiste ruimtelijke kwaliteitsverbetering wordt in het plan Bosrand gerealiseerd d.m.v. het aanleggen van natuur. Dit staat los van de vrijwillige bijdrage die door de ontwikkelaar wordt gedaan. 4. Het plan wordt voor 1 juli 2011 vastgesteld en zodoende is de BIO-regeling toepasbaar. 5. De paragraaf over de financiële uitvoerbaarheid zal anders worden ingestoken. De toename van de ruimtelijke kwaliteit is onderdeel van dit plan. De vrijwillige bijdrage van de ontwikkelaar zal worden gebruikt voor de versterking van de maatschappelijke voorzieningen, maar zal middels een aparte procedure vorm krijgen. 6. De gemeente is aan het onderzoeken waar, en op welke manier een eventuele maatschappelijke voorziening, waarbij de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd in het gebied kan worden ingepast. De gemeente zal reclamant betrekken bij de planvorming. Gelet op het bovenstaande verklaren wij de zienswijze gedeeltelijk gegrond.
Aanpassingen bestemmingsplan: Enkele van bovenstaande punten zijn aanleiding geweest om het bestemmingsplan als gevolg van ingediende zienswijzen op kleine punten aan te vullen of beter te onderbouwen. Bij de bovengenoemde punten is verwoord waar deze aanvullingen of verbetering van de onderbouwing betrekking op hebben.
12
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 3
13
BRO heeft vestigingen in Boxtel | Amsterdam | Tegelen | Hasselt www.BRO.nl