WIJZIGINGSPLAN WOONGEBIEDEN ASTEN, WIJZIGING VOORDELDONK ONGENUMMERD

Crijns Rentmeesters BV

Witvrouwenbergweg 12 5711 CN Someren

WIJZIGINGSPLAN WOONGEBIEDEN ASTEN, WIJZIGING VOORDELDONK ONGENUMMERD BIJLAGEN

Crijns Rentmeesters bv E. Cadée & ing. M.J.M. Crijns 7 januari 2013

T: 0493 – 47 17 77 F: 0493 – 47 28 88 E: [email protected] I: www.crijns-rentmeesters.nl

Wijzigingsplan Woongebieden Asten, wijziging Voordeldonk ongenummerd – bijlagen

Crijns Rentmeesters bv


INHOUD

BIJLAGE 1: VERKENNEND BODEMONDERZOEK VOORDELDONK 64-66 BIJLAGE 2: VERKENNEND BODEMONDERZOEK VOORDELDONK 75-77 BIJLAGE 3: AKOESTISCH ONDERZOEK BIJLAGE 4: ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK BIJLAGE 5: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA





BIJLAGE 1: VERKENNEND BODEMONDERZOEK VOORDELDONK TUSSEN 64-66


Geotechniek - Milieutechniek

Verkennend bodemonderzoek tussen de Voordeldonk 64 en 66 te Asten Betreft

Verkennend NEN-bodemonderzoek

Opdrachtnummer

14P000304

Opdrachtgever

De heer M. Leenders Boskoop 3 5721 TZ ASTEN

Contactbedrijf

Crijns Rentmeesters Witvrouwenbergweg 12 5711 CN SOMEREN

Opgesteld door Gezien Status Codering

: : : :

Ing. M.J.M. Vervoort Ing. H.M.C. Bosch Definitief VO

Datum rapport

:

2 juli 2013

INPIJN-BLOKPOEL Milieu B.V. postbus 94 5690 AB SON

Paraaf : Paraaf :

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

Opdracht : 14P000304 Project : Verkennend bodemonderzoek tussen de Voordeldonk 64 en 66 te Asten

SAMENVATTING ONDERZOEKSRESULTATEN 1. Locatie-aanduiding/rapportgegevens Opdrachtnummer Soort onderzoek Adres Gemeente Opdrachtgever Projectadviseur Datum rapport Opp. Locatie Coördinaten

: : : : : : : : :

14P000304 Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Voordeldonk, tussen de huisnrs. 64 en 66 Asten De heer M. Leenders Ing. M.J.M. Vervoort 2 juli 2013 2 circa 880 m X: 181,69 Y: 379,20

2. Aanleiding en doel onderzoek Aanleiding voor het onderzoek vormt de voorgenomen nieuwbouw van een woning. Het onderzoek heeft tot doel het, middels een steekproef, vaststellen van de kwaliteit van de bodem. Aan de hand van het onderzoek dient te worden nagegaan of op de locatie redelijkerwijs geen verontreinigende stoffen in de grond of in het freatisch grondwater boven de streef- of achtergrondwaarden aanwezig zijn.

3. Hypothese Onverdacht (ONV).

4. Uitslag van het onderzoek Bovengrond:

MM1:

alle onderzochte parameters < achtergrondwaarde of detectiegrens.

Ondergrond:

MM2:


Grondwater:

B01:

alle onderzochte parameters < streefwaarde of detectiegrens.

5. Conclusie en aanbevelingen Het geheel aan onderzoeksresultaten (o.a. veldwaarnemingen, aanvullende historische informatie en analyseresultaten getoetst aan het desbetreffende kader) geeft geen aanleiding de gestelde hypothese te verwerpen. In de zintuiglijk onverdachte bovengrond, de puinhoudende ondergrond en het grondwater zijn geen verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond. Het criterium voor nader onderzoek wordt voor geen van de onderzochte parameters overschreden, nader onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. De gevolgde onderzoeksopzet wordt derhalve als adequaat beoordeeld.

INPIJN-BLOKPOEL Milieu B.V. v postbus 94 5690 AB SON

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

1


Resumerend kan bij beoordeling van het geheel aan onderzoeksresultaten gesteld worden dat de aangetroffen bodemkwaliteit aanvaardbaar wordt geacht en zodoende geen belemmering vormt voor de geplande nieuwbouw van een woning. Tot slot kan afhankelijk van de bestemming en toepassing bij afvoer van de grond om een partijkeuring conform het protocol uit het Besluit bodemkwaliteit worden gevraagd.

6. Verzendlijst: 1 x digitaal (pdf-bestand), [email protected].


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

2


INHOUDSOPGAVE 1.

INLEIDING ........................................................................................................................................ 1

2.

RESULTATEN VOORONDERZOEK ............................................................................................... 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

3.

OPZET ONDERZOEK ...................................................................................................................... 5 3.1 3.2

4.

Ligging/omgeving ............................................................................................................... 2 Gebruik/bestemming .......................................................................................................... 2 Historisch kaartmateriaal .................................................................................................... 2 Archieven gemeente........................................................................................................... 3 Bodemloket......................................................................................................................... 3 Achtergrondwaarden .......................................................................................................... 3 Interviews ........................................................................................................................... 3 Eigen archieven .................................................................................................................. 3 Bodemopbouw en geohydrologie ....................................................................................... 4

Gehanteerde onderzoeksopzet .......................................................................................... 5 Afwijkingen ten opzichte van de gehanteerde norm .......................................................... 5

VELDWERKZAAMHEDEN............................................................................................................... 6 4.1 4.2 4.3 4.4

Uitvoering ........................................................................................................................... 6 Lokale bodemopbouw ........................................................................................................ 6 Organoleptische beoordeling ............................................................................................. 6 Monstername...................................................................................................................... 7

5.

TOETSINGSKADER ......................................................................................................................... 8

6.

LABORATORIUMONDERZOEK EN TOETSING ............................................................................ 9 6.1 6.2 6.3

7.

Analysestrategie ................................................................................................................. 9 Analyseresultaten grond en toetsing ................................................................................ 10 Analyseresultaten grondwater en toetsing ....................................................................... 12

INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN, CONCLUSIE EN ADVIES ............................. 13

BIJLAGEN: Situering locatie SIT-01 (1 pagina) Situatietekening SIT-02 (1 pagina) Fotoreportage (1 pagina) Boorstaten (2 pagina’s) Legenda boorprofielen (1 pagina) Laboratoriumcertificaat grond Laboratoriumcertificaat grondwater


453039 (6 pagina’s) 453914 (5 pagina’s)

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

1

Blz.1


1.

INLEIDING

Door de heer M. Leenders is ons bureau opdracht gegeven een verkennend bodemonderzoek uit te voeren ter plaatse van een perceel aan de Voordeldonk, tussen de huisnummers 64 en 66, te Asten. Aanleiding voor het onderzoek vormt de voorgenomen nieuwbouw van een woning. Het onderzoek heeft tot doel het, middels een steekproef, vaststellen van de kwaliteit van de bodem. Aan de hand van het onderzoek dient te worden nagegaan of op de locatie redelijkerwijs geen verontreinigende stoffen in de grond of in het freatisch grondwater boven de streef- of achtergrondwaarden aanwezig zijn. Het onderzoek is niet bedoeld om de aard en omvang van een eventuele verontreiniging aan te geven. Inpijn-Blokpoel Milieu BV is een onafhankelijk adviesbureau, dat milieukundige werkzaamheden uitvoert volgens de betreffende BRL SIKB protocollen: • • •

BRL SIKB 1000: monsterneming voor partijkeuringen; BRL SIKB 2000: veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek; BRL SIKB 6000: milieukundige begeleiding en evaluatie bodemsanering.

De veldwerkzaamheden in het kader van onderhavig onderzoek zijn uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000, zie hiervoor ook hoofdstuk 4.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

1

Blz.2


2.

RESULTATEN VOORONDERZOEK

Het vooronderzoek is uitgevoerd op basis van het gestelde in de NEN 5725. Het resultaat van het vooronderzoek is als volgt. 2.1

Ligging/omgeving

De onderzoekslocatie betreft een perceel gelegen aan de Voordeldonk, tussen de huisnummers 64 2 en 66, te Asten en heeft een oppervlakte van circa 880 m . De coördinaten volgens het R.D.-stelsel zijn x = 181,69 en y = 379,20. Kadastraal staat het perceel bekend onder (kadastrale) gemeente Asten, sectie P, nummer 1174. De locatie is gelegen aan de oostelijke rand van de kern van Asten. De omgeving van de locatie bestaat onder andere uit: noord oost zuid west

: Voordeldonk met aan de overzijde woningen; : woningen; : weiland; : stallen/schuren.

De regionale ligging van de locatie is weergegeven op de bijlage SIT-01. 2.2

Gebruik/bestemming

Bij uitvoering van het veldwerk in juni 2013, is een locatie-inspectie uitgevoerd waarbij aandacht is besteed aan de aanwezigheid van verdachte plekken, verzakkingen, ophogingen, dempingen, etc. Hierbij zijn voornoemde aspecten niet waargenomen. Het onderzoeksterrein was in gebruik als gazon of plantsoen, grotendeels onverhard. Op het middenterrein is een tuinhuis aanwezig. Een fotoreportage is opgenomen in de bijlagen. Gepland is de nieuwbouw van een woning. 2.3

Historisch kaartmateriaal

Blijkens het via www.watwaswaar.nl geraadpleegde kaartmateriaal uit 1911 was onderhavige locatie ten oosten van de toenmalige kern van Asten. De openbare weg (Voordeldonk) was reeds aanwezig. Langs deze weg bevonden zich diverse woningen. Onduidelijk is of onderhavige locatie destijds bebouwd was. Op recenter kaartmateriaal, midden jaren ’80 van de vorige eeuw, is de huidige situatie reeds waarneembaar. Zo ook op een luchtfoto uit 1989, een topografische kaart van midden jaren ’90 en een topografische kaart van 2004. Uit het historisch kaartmateriaal zijn voor onderhavig onderzoek geen relevante aspecten naar voren gekomen, die duiden op de aanwezigheid van potentieel bodembedreigende activiteiten.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

2

Blz.3


2.4

Archieven gemeente

Bij de gemeente is door ons per email informatie opgevraagd (d.d. 3 juni 2013) betreffende de in hun archieven beschikbare, voor het verkennend bodemonderzoek, relevante informatie. Hierop is door de gemeente op d.d. 11 juni 2013 gereageerd. De relevante informatie voor onderhavig onderzoek is als volgt: • Blijkens het, overigens niet noodzakelijkerwijs volledige, tankarchief is op of in de directe omgeving van onderhavige locatie geen sprake (geweest) van onder-/ of bovengrondse olietanks. • Voor het perceel gelegen aan de Voordeldonk 73, aan de overzijde van de openbare weg, is in oktober 2008 door de SRE milieudienst een historisch onderzoek uitgevoerd (projectnr. 461804). Uit de verkregen informatie bleek het volgende: o er zijn geen gegevens bekend van eventueel uitgevoerde bodemonderzoek op de locatie en in de directe omgeving; o er is geen sprake van boven- en/of ondergrondse olietank; o er hebben geen ophogingen met zinkassen plaatsgevonden; o de locatie betreft geen (onderdeel) van een voormalige stortlocatie; o op het perceel de volgende potentieel bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden: - constructiebedrijf; - lasinrichting. Ten tijde van een locatiebezoek waren geen waarnemingen gedaan die erop wijzen dat de locatie mogelijk ernstig verontreinigd zou zijn. Geconcludeerd werd dat er geen reden aanwezig was voor het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek. • Er zijn geen gegevens in het kader van de Hinderwet/Wet milieubeheer voorhanden. 2.5

Bodemloket

Op het digitale Bodemloket (www.bodemloket.nl) is geen aanvullende relevante informatie aanwezig. 2.6

Achtergrondwaarden

Voor zover bekend zijn voor deze regio geen eenduidige achtergrondwaarden vastgesteld. 2.7

Interviews

Uit interviews met betrokkenen blijkt dat op het noordoostelijke terreindeel sprake is van een voormalige boerderij en gierput, zie situatietekening SIT-02. 2.8

Eigen archieven

Uit onze eigen archieven blijkt dat door ons bureau in het verleden in de directe omgeving van de onderzoekslocatie (straal < 100 m) één bodemonderzoek is uitgevoerd. Recentelijk is een verkennend bodemonderzoek op een perceel gelegen aan de Voordeldonk, circa 30 meter ten noordoosten van onderhavige locatie. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat de zintuiglijk onverdachte bovengrond licht verontreinigd is met cadmium. In de zintuiglijk onverdachte ondergrond en het grondwater zijn geen verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

3

Blz.4


2.9

Bodemopbouw en geohydrologie

Uit archief- en literatuurgegevens (grondwaterkaart TNO-DGV) blijkt dat alhier sprake is van een matig doorlatend afdekkend pakket. Dit pakket komt voor tot een diepte van 15 à 20 meter en is met name opgebouwd uit Pleistocene afzettingen (Nuenen Groep). Hieronder bevindt zich het eerste watervoerend pakket, voornamelijk bestaande uit grove zanden uit de Formaties van Veghel en Sterksel. Uit archief- en literatuurgegevens (grondwaterkaart TNO-DGV) valt af te leiden dat de regionale stroming van het freatisch grondwater een overwegend noordwestelijke richting heeft.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

4

Blz.5


3.

OPZET ONDERZOEK

3.1

Gehanteerde onderzoeksopzet

Op basis van de doelstelling van het onderzoek is de te volgen opzet gebaseerd op de "onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek", de Nederlandse Norm (NEN) 5740. Aan de hand van de beschikbare (historische) gegevens, als weergegeven in de rapportage van het vooronderzoek, is uitgegaan van de hypothese onverdachte locatie (ONV) met een 2 terreingrootte van circa 880 m . Er werden geen concentraties van stoffen boven de streefwaarde of het (lokale) achtergrondniveau verwacht. Derhalve is de betreffende strategie uit de NEN 5740 gevolgd, de voorgeschreven boringen zijn evenredig over het buitenterrein (zie § 3.2) verdeeld. Opmerking Bij de interpretatie van het totaal aan onderzoeksresultaten dient, gezien de gevolgde strategie die is gericht op een indicatieve beoordeling van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem, rekening gehouden te worden met een zeker restrisico. Het kan dan gaan om het voorkomen van lokale kernen als gedempte sloten, verontreinigende stoffen in gesloten verpakkingen of slecht oplosbare stoffen voor zover dit buiten het geheel aan beschikbare (historische) gegevens valt. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. 3.2

Afwijkingen ten opzichte van de gehanteerde norm

In afwijking van het gestelde in de NEN 5740 zijn de resultaten uit het vooronderzoek integraal gerapporteerd. Eventueel verdere afwijkingen zijn in het navolgende gemotiveerd weergegeven. Omdat inpandig (tuinhuisje) niet kon worden geboord, zijn de boringen evenredig over het buitenterrein verdeeld. Omtrent de bodemkwaliteit onder het pand kan derhalve geen uitspraak worden gedaan. Verdere afwijkingen zijn niet aan de orde.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

5

Blz.6


4.

VELDWERKZAAMHEDEN

Inpijn-Blokpoel is gecertificeerd voor de BRL 2000 ‘veldwerk bij milieuhygiënisch onderzoek’. De in het kader van onderhavig onderzoek verrichte werkzaamheden zijn dan ook onder dit certificaat uitgevoerd, conform VKB-protocol 2001 ‘Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen’ en VKB-protocol 2002 ‘Het nemen van grondwatermonsters’. 4.1

Uitvoering

Ten behoeve van het bodemonderzoek zijn op 18 juni 2013 door de heer J. Notten 7 boringen verricht, genummerd B01 tot en met B07. De diepten van de boorpunten alsook de afwerking en codering zijn weergegeven in de navolgende tabel: Boring B01 B02 B03 B04 B05 B06 B07

Diepte in cm-mv 320 200 50 50 50 50 200

Filterdiepte in cm-mv 205 - 305 -

De boringen zijn over het buitenterrein verdeeld. De plaats van de boringen is ingetekend op de situatietekening bijlage SIT-02. 4.2

Lokale bodemopbouw

Tot een diepte van 2,9 m - mv bestaat de bodemopbouw uit zeer fijn siltig zand. Vervolgens is tot de verkende diepte van 3,2 m - mv een zandige leemlaag aangetroffen. Voor een meer uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar de boorstaten in de bijlagen. 4.3

Organoleptische beoordeling

Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn als volgt afwijkingen ten opzichte van een ‘natuurlijke’ samenstelling van de bodem geconstateerd, die mogelijk kunnen duiden op de aanwezigheid van een grond- of grondwaterverontreiniging. Boring B01 B02

Diepte in cm-mv 80 - 100 60 - 80

Organoleptische waarneming zwak puinhoudend sporen puin

De opgeboorde grond is door de veldmedewerker globaal zintuiglijk onderzocht op de aanwezigheid van asbestverdachte bijmengingen. Hierbij zijn geen verdachte materialen waargenomen. Opgemerkt wordt echter dat hier geen onderzoek conform NEN 5707 of NEN 5897 is uitgevoerd, er zijn dan ook geen proefsleuven of proefgaten gegraven.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

6

Blz.7


4.4

Monstername

De boringen zijn vanaf maaiveld tot een maximale diepte van 2,0 m - mv over verschillende trajecten bemonsterd, afhankelijk van de te onderscheiden bodemlagen en organoleptische waarnemingen. Een en ander is vermeld op de boorstaten in de bijlagen. Het grondwater uit peilbuis B01 is na goed doorpompen d.d. 25 juni 2013 door de heer J. de Swart bemonsterd. Conform de normeringen zijn in het veld de volgende metingen uitgevoerd:

grondwaterstand (m - mv) geleidbaarheid (µS/cm) troebelheid (fnu) zuurgraad / pH zuurstof (mg/l)

peilbuis B01 1,75 191 16,2 6,3 7,16

Er wordt op gewezen dat de waarneming van de grondwaterstand een momentopname is en dat het grondwaterniveau afhankelijk is van o.a. het jaargetijde en de bodemopbouw.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

7

Blz.8


5.

TOETSINGSKADER

De toetsing van de onderzoeksresultaten en dan met name de beoordeling van een saneringsnoodzaak, wordt gebaseerd op de vigerende regelgeving, vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit, de circulaire bodemsanering 2009 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit bodemkwaliteit. De relevante toetsingsniveaus zijn dan met name de achtergrondwaarden voor grond, de streefwaarden voor het grondwater, en de interventiewaarden voor grond en grondwater. Voor een aantal stoffen zijn ook nog indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging opgenomen: • In de voornoemde regelgeving zijn tabellen met achtergrondwaarden (AW) voor grond en streefwaarden (S) voor het grondwater opgenomen. De achtergrond- en streefwaarden geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem. Voor de streefwaarden van metalen in het grondwater wordt nog onderscheid gemaakt tussen diep (> 10 meter) en ondiep grondwater (< 10 meter). • De interventiewaarden (I) vormen de getalsmatige invulling van het concentratieniveau waarboven sprake is van een zogenaamd "geval van ernstige verontreiniging". Bij overschrijding geldt dat de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Om van overschrijding van de interventiewaarden te spreken, dient voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten 3 3 concentratie van minimaal 25 m bodemvolume (bodem, sediment) dan wel 100 m poriënverzadigd bodemvolume (grondwater) hoger te zijn dan de interventiewaarde. De interventiewaarden zijn vastgesteld voor grond/sediment en grondwater en gelden voor zowel land- als waterbodems. • Overschrijding van de tussenwaarde T in het onderzoek geeft in principe aan dat nader onderzoek nodig is. De tussenwaarde wordt berekend via een middeling van de achtergrondrespectievelijk streefwaarde en de interventiewaarde; dus ½(AW + I) voor grond of ½(S + I) voor grondwater. Voor een aantal stoffen zijn geen interventiewaarden voorhanden, maar is volstaan met het vaststellen van een indicatief niveau voor ernstige verontreiniging. Deze indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid dan de interventiewaarden. De status hiervan is dus niet gelijk aan de status van de interventiewaarden. Over- of onderschrijding van de indicatieve niveaus heeft derhalve niet direct consequenties voor wat betreft het nemen van een beslissing over de ernst van de verontreiniging door het bevoegd gezag. Bij een dergelijke afweging dienen derhalve ook ander overwegingen betrokken te worden.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

8

Blz.9


6.

LABORATORIUMONDERZOEK EN TOETSING

6.1

Analysestrategie

De volgende gronden grondwatermonsters zijn in het laboratoriumonderzoek onderzocht: (meng)monster Grond MM1

MM2

Grondwater Peilbuis B01

Boring

Diepte in cm-mv

B01 B02 B03 B04 B05 B06 B07

10 000000-

60 30 50 50 50 50 50

B01 B02

80 60 -

100 80

B01

205 -

305

Analysepakket

Toelichting

NEN-g

Zandige bovengrond, zonder bijmenging

Zandige ondergrond, puinhoudend

NEN-w

-

NEN-g = Standaard pakket -grond:

• zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); • • • •

polychloorbifenylen (PCB); polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM); minerale olie (C10-C40); lutum en organische stof.

NEN-w = Standaard pakket -grondwater:

• zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); • vluchtige aromatische koolwaterstoffen (VAK): benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen en naftaleen;

• gehalogeneerde koolwaterstoffen (VOCl en bromoform); • minerale olie (C10-C40).


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

9

Blz.10


6.2

Analyseresultaten grond en toetsing

Het resultaat van de in paragraaf 6.1 genoemde analyses van de grond, getoetst aan het in hoofdstuk 5 beschreven toetsingskader, is als volgt: Monsterreferentie

2536156

Monsteromschrijving

MM1 B01 (10-60) B02 (0-30) B03 (0-50) B04 (0-50) B05 (0-50) B06 (0-50) B07 (0-50)

Analyse

Eenheid Analyseresultaat

Organische stof Lutum

% % (m/m ds)

Toetsresultaat

Achtergrond waarde (AW)

Tussenwaarde Interventie (1/2(AW+I)) waarde (I)

1,9 3,5

Metalen ICP-AES barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn)

mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds mg/kg ds

20 <0.35 <2.0 <10 <0.05 14 <1.5 5 34

-

58 0,36 5 20 0,11 33 1,5 14 64

170 4,04 33,9 58 12,89 189 95,8 26 195

282 7,73 62,9 97 25,66 346 190 39 327

Minerale olie minerale olie (florisil clean-up)

mg/kg ds

<35

-

38

519

1000

Sommaties som PAK (10)

mg/kg ds

1.0

-

1,5

20,8

40

Sommaties som PCBs (7)

mg/kg ds

0.005

-

0,004

0,102

0,2

Legenda * ** ***

<= Achtergrondwaarde (AW) en/of detectiegrens AS3000 > Achtergrondwaarde (AW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I)

Opmerkingen Toetsing volgens de vigerende versie 'Regeling bodemkwaliteit' en 'Circulaire bodemsanering 2009', zoals gewijzigd op 3 april 2012


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

10

Blz.11


Monsterreferentie

2536157

Monsteromschrijving

MM2 B01 (80-100) B02 (60-80)

Analyse



% % (m/m ds)

Toetsresultaat



3,5 1,1



31 <0.35 <2.0 <10 <0.05 <10 <1.5 6 27

-

49 0,37 4,3 20 0,11 33 1,5 12 61

143 4,22 29,2 58 12,73 189 95,8 23 188

237 8,07 54 97 25,36 346 190 34 315


mg/kg ds

<35

-

66

908

1750


mg/kg ds

1.0

-

1,5

20,8

40


mg/kg ds

0.005

-

0,007

0,178

0,35

Legenda * ** ***




Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

11

Blz.12


6.3

Analyseresultaten grondwater en toetsing

De resultaten van de in paragraaf 6.1 genoemde analyses van het grondwater, getoetst aan het in hoofdstuk 5 beschreven toetsingskader, zijn als volgt: Monsterreferentie

2635981

Monsteromschrijving

B01 (205-305)

Analyse


Toetsresultaat

Streefwaarde (SW)

Tussenwaarde Interventie (1/2(SW+I)) waarde (I)

Metalen ICP-MS (opgelost) barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn)

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

<20 <0.4 <10 <10 <0.05 <10 <3 <10 <20

-

50 0,4 20 15 0,05 15 5 15 65

338 3,2 60 45 0,18 45 152 45 432

625 6 100 75 0,3 75 300 75 800


µg/l

<100

-

50

325

600

Vluchtige aromaten styreen benzeen tolueen ethylbenzeen naftaleen

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

<0.2 <0.2 <0.2 <0.2 <0.05

-

6 0,2 7 4 0,01

153 15,1 503,5 77 35,01

300 30 1000 150 70

Sommaties aromaten som xylenen

µg/l

0.2

-

0,2

35,1

70

Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen trichloormethaan tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen tetrachlooretheen vinylchloride

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

<0.2 <0.5 <0.5 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.2

-

0,01 7 7 0,01 6 0,01 0,01 0,01 24 0,01 0,01

500 453,5 203,5 5 203 5 150 65 262 20 2,5

1000 900 400 10 400 10 300 130 500 40 5

Sommaties som C+T dichlooretheen som dichloorpropanen

µg/l µg/l

0.1 0.52

-

0,01 0,8

10 40,4

20 80

Vluchtige gehalogeneerde alifaten - divers tribroommethaan

µg/l

<0.5

-

-

-

630

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

12

Legenda * ** ***

<= Streefwaarde (SW) en/of detectiegrens AS3000 > Streefwaarde (SW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I)

Opmerkingen Toetsing volgens 'Circulaire bodemsanering 2009', zoals gewijzigd op 3 april 2012


Blz.13


7.

INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN, CONCLUSIE EN ADVIES

Onderhavig terrein is in verband met de geplande nieuwbouw van een woning onderzocht volgens de richtlijnen uit de NEN 5740. Op basis van de beschikbare gegevens is hierbij uitgegaan van de hypothese onverdacht (ONV). Het geheel aan onderzoeksresultaten (o.a. veldwaarnemingen, aanvullende historische informatie en analyseresultaten getoetst aan het desbetreffende kader) geeft geen aanleiding de gestelde hypothese te verwerpen. In de zintuiglijk onverdachte bovengrond, de puinhoudende ondergrond en het grondwater zijn geen verontreinigingen met de onderzochte parameters aangetoond. Het criterium voor nader onderzoek wordt voor geen van de onderzochte parameters overschreden, nader onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. De gevolgde onderzoeksopzet wordt derhalve als adequaat beoordeeld. Resumerend kan bij beoordeling van het geheel aan onderzoeksresultaten gesteld worden dat de aangetroffen bodemkwaliteit aanvaardbaar wordt geacht en zodoende geen belemmering vormt voor de geplande nieuwbouw van een woning. Tot slot kan afhankelijk van de bestemming en toepassing bij afvoer van de grond om een partijkeuring conform het protocol uit het Besluit bodemkwaliteit worden gevraagd.

MVT / RBH


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

13

% &

"

#$

%

%

! %

%

FOT-01


1.

2.

3.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

Projectcode: 14P000304

Boring:B01 Datum: GWS cm - mv:

0,00

18-06-2013 173

0,00

1

-0,10

2

tuin Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, neutraalbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, geel, Edelmanboor

3 -0,80

4 -1,00

-1,00 5

-1,50

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak puinhoudend, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, licht oranjebruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtbruin, Edelmanboor

6 -2,00

-2,00

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtbruin, Zuigerboor handmatig

-2,90

Leem, zwak zandig, grijsbruin, Zuigerboor handmatig

-3,00 -3,20


18-06-2013 180

-0,30

gazon Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,60

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, geelbruin, Edelmanboor

0,00

0,00 1

2 3 -0,80

-1,00

4 -1,20

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, sporen puin, zwak wortelhoudend, donker grijsbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijsbruin, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, licht geelbruin, Edelmanboor

5

6 -2,00

-2,00


18-06-2013

0,00

0,00 1

tuin Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,50

Projectnaam: Asten Lokatienaam: Voordeldonk 64 - 66

Boormeester: J. Notten



18-06-2013

0,00

0,00 1

gazon Zand, zeer fijn, sterk siltig, matig humeus, matig wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,50


18-06-2013

0,00

0,00 1

gazon Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,50


18-06-2013

0,00

0,00 1

tuin Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,50


18-06-2013 160

0,00

0,00 1

gazon Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,50

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijsgeel, Edelmanboor

2 -1,00

-1,00 3

-1,20

Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, oranje, Edelmanboor Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtbruin, Edelmanboor

4

5 -2,00

-2,00



Legenda (conform NEN 5104) grind

klei

geur

Grind, siltig

Klei, zwak siltig

Grind, zwak zandig

Klei, matig siltig

geen geur zwakke geur matige geur sterke geur

Grind, matig zandig

Klei, sterk siltig

Grind, sterk zandig

Klei, uiterst siltig

Grind, uiterst zandig

Klei, zwak zandig

uiterste geur

olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

zand

uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde >0

Zand, kleiïg

>1 >10 Zand, zwak siltig

>100

leem

>1000

Zand, matig siltig

Leem, zwak zandig

>10000

Zand, sterk siltig

Leem, sterk zandig

monsters geroerd monster

Zand, uiterst siltig

overige toevoegingen zwak humeus

veen Veen, mineraalarm

matig humeus

ongeroerd monster volumering

overig bijzonder bestanddeel

Veen, zwak kleiïg

sterk humeus

Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand

Veen, sterk kleiïg

zwak grindig

Veen, zwak zandig

matig grindig

Veen, sterk zandig

sterk grindig

Gemiddeld laagste grondwaterstand slib

water

peilbuis blinde buis

casing

hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand

bentoniet afdichting

filter

Inpijn-Blokpoel Milieu B.V. Son T.a.v. de heer M. Vervoort Postbus 94 5690 AB SON

Uw kenmerk : Ons kenmerk : Validatieref. : Opdrachtverificatiecode : Bijlage(n) :

14P000304-Asten Project 453039 453039_certificaat_v1 YMGN-LBME-LKIC-XKNX 2 tabel(len) + 2 oliechromatogram(men) + 1 bijlage(n)

Amsterdam, 25 juni 2013 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN- EN- en/of ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria,

drs. R.R. Otten Directeur

Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analyse-certificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.

postbus 94685 1090 GR Amsterdam

T 020 5976 769 F 020 5976 689

ABN·AMRO bank 462704564 BTW nr. NL8139.67.132.B01

HJE Wenckebachweg 120 1096 AR Amsterdam

[email protected] www.omegam.nl

Kvk 34215654

Tabel 1 van 2 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever

: 453039 : 14P000304-Asten : Inpijn-Blokpoel Milieu B.V. Son

Monsterreferenties 2536156 = MM1 B01 (10-60) B02 (0-30) B03 (0-50) B04 (0-50) B05 (0-50) B06 (0-50) B07 (0-50) 2536157 = MM2 B01 (80-100) B02 (60-80) Opgegeven bemonsteringsdatum Ontvangstdatum opdracht Startdatum Monstercode Matrix Monstervoorbewerking S gewicht artefact S NEN5709 (steekmonster) S soort artefact S voorbewerking NEN5709

: : : : : g

Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds)

18/06/2013 19/06/2013 19/06/2013 2536156 Grond <1 uitgevoerd nvt uitgevoerd


94,5 1,9 3,5

91,0 3,5 1,1

Anorganische parameters - metalen S barium (Ba) mg/kg ds S cadmium (Cd) mg/kg ds S kobalt (Co) mg/kg ds S koper (Cu) mg/kg ds S kwik (Hg) FIAS/Fims mg/kg ds S lood (Pb) mg/kg ds S molybdeen (Mo) mg/kg ds S nikkel (Ni) mg/kg ds S zink (Zn) mg/kg ds

20 < 0,35 < 2,0 < 10 < 0,05 14 < 1,5 5 34

31 < 0,35 < 2,0 < 10 < 0,05 < 10 < 1,5 6 27

Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) mg/kg ds

< 35

< 35

Organische parameters - aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen mg/kg ds S fenantreen mg/kg ds S anthraceen mg/kg ds S fluoranteen mg/kg ds S benzo(a)antraceen mg/kg ds S chryseen mg/kg ds S benzo(k)fluoranteen mg/kg ds S benzo(a)pyreen mg/kg ds S benzo(ghi)peryleen mg/kg ds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg ds S som PAK (10) mg/kg ds

< 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 1,0

< 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 1,0

Organische parameters - gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB -28 mg/kg ds S PCB -52 mg/kg ds S PCB -101 mg/kg ds S PCB -118 mg/kg ds S PCB -138 mg/kg ds S PCB -153 mg/kg ds S PCB -180 mg/kg ds S som PCBs (7) mg/kg ds

< 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 0,005

< 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 0,005

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: YMGN-LBME-LKIC-XKNX

Ref.: 453039_certificaat_v1



Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum en vrij ijzer in de vorm van Fe2O3) Het organische stofgehalte is gecorrigeerd voor het in het analysecertificaat gerapporteerde lutumgehalte. Indien het lutumgehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutumgehalte van 5,4% (gemiddeld lutumgehalte Nederlandse bodem, AS3010/AS3210, prestatieblad organische stofgehalte in grond/waterbodem). Indien het vrij ijzergehalte is bepaald en groter is dan 5 % m/m, is bij de berekening van het organische stof gecorrigeerd voor dat gehalte aan vrij ijzer. Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: YMGN-LBME-LKIC-XKNX


Oliechromatogram 1 van 2

OLIE-ONDERZOEK Monstercode Project omschrijving Uw referentie Methode

: : : :

2536156 14P000304-Asten MM1 B01 (10-60) B02 (0-30) B03 (0-50) B04 (0-50) B05 (0-50) B06 (0-50) B07 (0-50) minerale olie (florisil clean-up)

OLIECHROMATOGRAM

➝ oliefractieverdeling minerale olie gehalte: <35 mg/kg ds

ANALYSEMETHODE Voorbewerking grond Voorbewerking AP04 Voorbewerking water Analyse Interpretatie

: : : : :

Extractie gebaseerd op NEN 6978, incl. florisil clean-up. Extractie conform NEN 6978, incl. florisil clean-up. Extractie gebaseerd op ISO 9377-2, incl. florisil clean-up. Gaschromatograaf met capillaire kolom en vlamionisatie detectie. Raadpleeg voor de typering van de oliesoort de OMEGAM oliebibliotheek.

De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: YMGN-LBME-LKIC-XKNX




: : : :

2536157 14P000304-Asten MM2 B01 (80-100) B02 (60-80) minerale olie (florisil clean-up)

OLIECHROMATOGRAM



: : : : :


De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: YMGN-LBME-LKIC-XKNX


Bijlage 1 van 1 ANALYSECERTIFICAAT Project code Project omschrijving Opdrachtgever


Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Samplemate Droogrest Organische stof (gec. voor lutum) Lutumgehalte (pipetmethode) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Minerale olie (florisil clean-up) PAKs PCBs

: : : : : : : : : : : : : : : :

Conform AS3000 en NEN 5709 Conform AS3010 prestatieblad 2 Conform AS3010 prestatieblad 3 Conform AS3010 prestatieblad 4; gelijkwaardig aan NEN 5753 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN-ISO 16772 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 7 Conform AS3010 prestatieblad 6 Conform AS3010 prestatieblad 8

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: YMGN-LBME-LKIC-XKNX




Asten Project 453914 453914_certificaat_v1 APFL-WQIV-JMIH-KLFS 2 tabel(len) + 1 oliechromatogram(men) + 1 bijlage(n)

Amsterdam, 1 juli 2013 Hierbij zend ik u de resultaten van het laboratoriumonderzoek dat op uw verzoek is uitgevoerd in de door u aangeboden monsters. De resultaten hebben uitsluitend betrekking op de monsters, zoals die door u voor analyse ter beschikking werden gesteld. Het onderzoek is, met uitzondering van eventueel uitbesteed onderzoek, uitgevoerd door Omegam Laboratoria volgens de methoden zoals ze zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat L086 en/of in de bundel "Analysevoorschriften Omegam Laboratoria". De in dit onderzoek uitgevoerde onderzoeksmethoden van de geaccrediteerde analyses zijn in een aparte bijlage als onderdeel van dit analyse-certificaat opgenomen. De methoden zijn, voor zover mogelijk, ontleend aan de accreditatieprogramma's/schema's en NEN- EN- en/of ISO-voorschriften. Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd. Ik vertrouw erop uw opdracht volledig en naar tevredenheid te hebben uitgevoerd. Heeft u naar aanleiding van deze rapportage nog vragen, dan verzoek ik u contact op te nemen met onze klantenservice. Hoogachtend, namens Omegam Laboratoria,




T 020 5976 769 F 020 5976 689




Kvk 34215654


: 453914 : Asten : Inpijn-Blokpoel Milieu B.V. Son

Monsterreferenties 2635981 = B01 (205-305)

Opgegeven bemonsteringsdatum Ontvangstdatum opdracht Startdatum Monstercode Matrix

: : : : :

Anorganische parameters - metalen Metalen ICP-MS (opgelost): S barium (Ba) µg/l S cadmium (Cd) µg/l S kobalt (Co) µg/l S koper (Cu) µg/l S kwik (Hg) FIAS/Fims µg/l S lood (Pb) µg/l S molybdeen (Mo) µg/l S nikkel (Ni) µg/l S zink (Zn) µg/l Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) µg/l Organische parameters - aromatisch Vluchtige aromaten: S styreen µg/l S benzeen µg/l S tolueen µg/l S ethylbenzeen µg/l S xyleen (ortho) µg/l S xyleen (som m+p) µg/l S naftaleen µg/l S som xylenen µg/l Organische parameters - gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: S dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S 1,2-dichlooretheen (trans) µg/l S 1,2-dichlooretheen (cis) µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S trichloormethaan µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S tetrachlooretheen µg/l S vinylchloride µg/l S som C+T dichlooretheen µg/l S som dichloorpropanen µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten - divers: S tribroommethaan µg/l

25/06/2013 26/06/2013 26/06/2013 2635981 Grondwater

< 20 < 0,4 < 10 < 10 < 0,05 < 10 <3 < 10 < 20 < 100

< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,1 < 0,2 < 0,05 0,2

< 0,2 < 0,5 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,25 < 0,25 < 0,25 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,2 0,1 0,52 < 0,5

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: APFL-WQIV-JMIH-KLFS




Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: APFL-WQIV-JMIH-KLFS




: : : :

2635981 Asten B01 (205-305) minerale olie (florisil clean-up)

OLIECHROMATOGRAM

➝ oliefractieverdeling minerale olie gehalte: <100 µg/l


: : : : :


De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: APFL-WQIV-JMIH-KLFS




Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Minerale olie (florisil clean-up) Aromaten (BTEXXN) Styreen Chlooralifaten Vinylchloride

: : : : : : : : : : : : : :

Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 5 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: APFL-WQIV-JMIH-KLFS


ADVISERING MILIEUTECHNIEK

VELDWERK

Verkennend onderzoek NEN 5740 Waterbodemonderzoek Nader onderzoek Onderzoek asbest in bodem Saneringsonderzoek Nulsituatie (milieuvergunning) Saneringsplannen en BUS-melding opstellen Directievoering / sanering Milieukundige begeleiding Vergunningaanvraag Evaluatie rapportage sanering Geo-hydrologische studie Akoestisch onderzoek (weg- of industrielawaai) Partijkeuringen besluit bodemkwaliteit (Bbk) Onderzoek buitenlucht Archeologisch onderzoek Quickscan flora-fauna

Handmatig en mechanisch boren Pompproeven Peilbuizen plaatsen Bemonstering gronden grondwater Bemonstering waterbodem Luchtmonster onderzoek

Landmeetkundig werk Nauwkeurigheidswaterpassing (DGPS)

Trillingsmeting Geluidsmeting

GEOTECHNIEK

LABORATORIUM

Veldwerk Advisering Geo-monitoring

Classificatie proeven Proeven ter bepaling van de mechanische eigenschappen

BRL SIKB 1000

BRL SIKB 2000

Inpijn-Blokpoel Son Milieu B.V. Ekkersrijt 2058 postbus 94 - 5690 AB Son telefoon (0499) 47 17 92 telefax (0499) 47 72 02 e-mail [email protected]

BRL SIKB 6000

tevens vestigingen: postbus 253 - 3360 AG Sliedrecht postbus 752 - 2130 AT Hoofddorp www.inpijn-blokpoel.com

V GM C HECKLIST A ANNEMERS

Op de opdrachten voor het uitvoeren en rapporteren van technische werkzaamheden, voor onderzoek en advisering op het gebied van milieuzaken, zijn van toepassing de “A.L.U.W.-2010”. Deze zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Hertogenbosch. Inschrijving Handelsregister K.v.K. nummer 17076128.


BIJLAGE 2: VERKENNEND BODEMONDERZOEK VOORDELDONK 75-77


Geotechniek - Milieutechniek

Verkennend bodemonderzoek tussen de Voordeldonk 75 en 77 te Asten Betreft

Verkennend NEN-bodemonderzoek

Opdrachtnummer

14P000305

Opdrachtgever

de heer G.J.M. Swinkels Voordeldonk 77 5721 HL ASTEN

Opgesteld door Gezien Status Codering

: : : :

Ing. M.J.M. Vervoort Ing. H.C.M. Bosch Definitief VO

Datum rapport

:

2 juli 2013

INPIJN-BLOKPOEL Milieu B.V. postbus 94 5690 AB SON

Paraaf : Paraaf :

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202


SAMENVATTING ONDERZOEKSRESULTATEN 1. Locatie-aanduiding/rapportgegevens Opdrachtnummer Soort onderzoek Adres Gemeente Opdrachtgever Projectadviseur Datum rapport Opp. Locatie Coördinaten

: : : : : : : : :

14P000305 Verkennend bodemonderzoek conform NEN 5740 Voordeldonk, tussen de huisnrs. 75 en 77 Asten de heer G.J.M. Swinkels Ing. M.J.M. Vervoort 2 juli 2013 2 Circa 1.200 m X: 181,73 Y: 379,26

2. Aanleiding en doel onderzoek Aanleiding voor het onderzoek vormt de voorgenomen nieuwbouw van een woning. Het onderzoek heeft tot doel het, middels een steekproef, vaststellen van de kwaliteit van de bodem. Aan de hand van het onderzoek dient te worden nagegaan of op de locatie redelijkerwijs geen verontreinigende stoffen in de grond of in het freatisch grondwater boven de streef- of achtergrondwaarden aanwezig zijn.

3. Hypothese Onverdacht (ONV).

4. Uitslag van het onderzoek Bovengrond:

MM1:

cadmium > achtergrondwaarde, overige onderzochte parameters < achtergrondwaarde of detectiegrens.

Ondergrond:

MM2:


Grondwater:

B01:


5. Conclusie en aanbevelingen Het geheel aan onderzoeksresultaten (o.a. veldwaarnemingen, aanvullende historische informatie en analyseresultaten getoetst aan het desbetreffende kader) geeft formeel aanleiding de gestelde hypothese te verwerpen. In de zintuiglijk onverdachte bovengrond is een lichte verontreiniging met cadmium aangetoond. De zintuiglijk onverdachte ondergrond en het grondwater zijn niet verontreinigd met de onderzochte parameters.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

1


Het criterium voor nader onderzoek wordt voor de genoemde parameter niet overschreden, nader onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. De gevolgde onderzoeksopzet wordt derhalve als adequaat beoordeeld. Resumerend kan bij beoordeling van het geheel aan onderzoeksresultaten gesteld worden dat de aangetroffen bodemkwaliteit aanvaardbaar wordt geacht en zodoende geen belemmering vormt voor de geplande nieuwbouw van een woning. De constatering dat bepaalde gehalten de desbetreffende achtergrondwaarde overschrijden, kan wel consequenties hebben bij eventuele grondafvoer; de vrijkomende grond is buiten het perceel niet noodzakelijkerwijs multifunctioneel toepasbaar. Afhankelijk van de bestemming en toepassing zal bij afvoer van de grond om een partijkeuring conform het protocol uit het Besluit bodemkwaliteit worden gevraagd.

6. Verzendlijst: 1 x digitaal (pdf-bestand), [email protected].


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

2


INHOUDSOPGAVE 1.

INLEIDING ........................................................................................................................................ 1

2.

RESULTATEN VOORONDERZOEK ............................................................................................... 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9

3.

OPZET ONDERZOEK ...................................................................................................................... 5 3.1 3.2

4.

Ligging/omgeving ............................................................................................................... 2 Gebruik/bestemming .......................................................................................................... 2 Historisch kaartmateriaal .................................................................................................... 2 Archieven gemeente........................................................................................................... 3 Bodemloket......................................................................................................................... 3 Achtergrondwaarden .......................................................................................................... 3 Interviews ........................................................................................................................... 3 Eigen archieven .................................................................................................................. 3 Bodemopbouw en geohydrologie ....................................................................................... 4

Gehanteerde onderzoeksopzet .......................................................................................... 5 Afwijkingen ten opzichte van de gehanteerde norm .......................................................... 5

VELDWERKZAAMHEDEN............................................................................................................... 6 4.1 4.2 4.3 4.4

Uitvoering ........................................................................................................................... 6 Lokale bodemopbouw ........................................................................................................ 6 Organoleptische beoordeling ............................................................................................. 6 Monstername...................................................................................................................... 7

5.

TOETSINGSKADER ......................................................................................................................... 8

6.

LABORATORIUMONDERZOEK EN TOETSING ............................................................................ 9 6.1 6.2 6.3

7.

INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN ......................................................................... 13 7.1 7.2

8.

Analysestrategie ................................................................................................................. 9 Analyseresultaten grond en toetsing ................................................................................ 10 Analyseresultaten grondwater en toetsing ....................................................................... 12

Resultaten onderzoek ...................................................................................................... 13 Interpretatie ...................................................................................................................... 13

CONCLUSIE EN ADVIES............................................................................................................... 14

BIJLAGEN: Situering locatie SIT-01 (1 pagina) Situatietekening SIT-02 (1 pagina) Fotoreportage (1 pagina) Boorstaten (3 pagina’s) Legenda boorprofielen (1 pagina) Laboratoriumcertificaat grond Laboratoriumcertificaat grondwater


453042 (6 pagina’s) 453916 (5 pagina’s)

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

1

Blz.1


1.

INLEIDING

Door de heer G.J.M. Swinkels is ons bureau opdracht gegeven een verkennend bodemonderzoek uit te voeren ter plaatse van het perceel aan de Voordeldonk, tussen de huisnummers 75 en 77, te Asten. Aanleiding voor het onderzoek vormt de voorgenomen nieuwbouw van een woning. Het onderzoek heeft tot doel het, middels een steekproef, vaststellen van de kwaliteit van de bodem. Aan de hand van het onderzoek dient te worden nagegaan of op de locatie redelijkerwijs geen verontreinigende stoffen in de grond of in het freatisch grondwater boven de streef- of achtergrondwaarden aanwezig zijn. Het onderzoek is niet bedoeld om de aard en omvang van een eventuele verontreiniging aan te geven. Inpijn-Blokpoel Milieu BV is een onafhankelijk adviesbureau, dat milieukundige werkzaamheden uitvoert volgens de betreffende BRL SIKB protocollen: • • •

BRL SIKB 1000: monsterneming voor partijkeuringen; BRL SIKB 2000: veldwerk bij milieuhygiënisch bodemonderzoek; BRL SIKB 6000: milieukundige begeleiding en evaluatie bodemsanering.

De veldwerkzaamheden in het kader van onderhavig onderzoek zijn uitgevoerd conform de BRL SIKB 2000, zie hiervoor ook hoofdstuk 4.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

1

Blz.2


2.

RESULTATEN VOORONDERZOEK

Het vooronderzoek is uitgevoerd op basis van het gestelde in de NEN 5725. Het resultaat van het vooronderzoek is als volgt. 2.1

Ligging/omgeving

De onderzoekslocatie betreft een perceel aan de Voordeldonk (tussen de huisnrs. 75 en 77) te 2 Asten en heeft een oppervlakte van circa 1.200 m . De coördinaten volgens het R.D.-stelsel zijn x = 181,73 en y = 379,26. Kadastraal staat het perceel bekend onder (kadastrale) gemeente Asten, sectie N, nummer 1958 (ged.). De locatie is gelegen aan de oostelijke rand van de kern van Asten. De omgeving van de locatie bestaat onder andere uit: noord oost zuid west

: weiland; : woning; : Voordeldonk met aan de overzijde woningen; : woning/loods.

De regionale ligging van de locatie is weergegeven op de bijlage SIT-01. 2.2

Gebruik/bestemming

Bij uitvoering van het veldwerk in juni 2013, is een locatie-inspectie uitgevoerd waarbij aandacht is besteed aan de aanwezigheid van verdachte plekken, verzakkingen, ophogingen, dempingen, etc. Hierbij zijn voornoemde aspecten niet waargenomen. Op het oostelijke gedeelte van de locatie was een stal aanwezig. Direct ten westen van deze stal, op het middenterrein, bevond zich een kleine (hobby)kas. Direct ten oosten van de stal was een klinkerverharding gelegen. Het overige terreindeel was in gebruik als weiland/tuin (onverhard). Een fotoreportage is opgenomen in de bijlagen. Gepland is de nieuwbouw van een woning 2.3

Historisch kaartmateriaal

Blijkens het via www.watwaswaar.nl geraadpleegde kaartmateriaal uit 1911 was onderhavige locatie ten oosten van de toenmalige kern van Asten. De openbare weg (Voordeldonk) was reeds aanwezig. Langs deze weg bevonden zich diverse woningen. Onduidelijk is of onderhavige locatie destijds bebouwd was. Op recenter kaartmateriaal, midden jaren ’80 van de vorige eeuw, is de huidige situatie reeds waarneembaar. Zo ook op een luchtfoto uit 1989, een topografische kaart van midden jaren ’90 en een topografische kaart van 2004. Uit het historisch kaartmateriaal zijn voor onderhavig onderzoek geen relevante aspecten naar voren gekomen, die duiden op de aanwezigheid van potentieel bodembedreigende activiteiten.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

2

Blz.3


2.4

Archieven gemeente

Bij de gemeente is door ons per email informatie opgevraagd (d.d. 3 juni 2013) betreffende de in hun archieven beschikbare, voor het verkennend bodemonderzoek, relevante informatie. Hierop is door de gemeente op d.d. 11 juni 2013 gereageerd. De relevante informatie voor onderhavig onderzoek is als volgt: In de gemeentelijke archieven zijn de navolgende relevante gegevens voorhanden: • Blijkens het, overigens niet noodzakelijkerwijs volledige, tankarchief is op of in de directe omgeving van onderhavige locatie geen sprake (geweest) van onder-/ of bovengrondse olietanks. • Voor het perceel gelegen aan de Voordeldonk 73, circa 30 meter ten westen van onderhavige locatie, is in oktober 2008 door de SRE milieudienst een historisch onderzoek uitgevoerd (projectnr. 461804). Uit de verkregen informatie bleek het volgende: o er zijn geen gegevens bekend van eventueel uitgevoerde bodemonderzoek op de locatie en in de directe omgeving; o er is geen sprake van boven- en/of ondergrondse olietank; o er hebben geen ophogingen met zinkassen plaatsgevonden; o de locatie betreft geen (onderdeel) van een voormalige stortlocatie; o op het perceel de volgende potentieel bodembedreigende activiteiten hebben plaatsgevonden: - constructiebedrijf; - lasinrichting. Ten tijde van een locatiebezoek waren geen waarnemingen gedaan die erop wijzen dat de locatie mogelijk ernstig verontreinigd zou zijn. Geconcludeerd werd dat er geen reden aanwezig was voor het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek. • Er zijn geen gegevens in het kader van de Hinderwet/Wet milieubeheer voorhanden. 2.5

Bodemloket

Op het digitale Bodemloket (www.bodemloket.nl) is geen aanvullende informatie aanwezig. 2.6

Achtergrondwaarden

Voor zover bekend zijn voor deze regio geen eenduidige achtergrondwaarden vastgesteld. 2.7

Interviews

Uit interviews met betrokkenen zijn geen aanvullende relevante punten naar voren gekomen voor onderhavig bodemonderzoek. 2.8

Eigen archieven

Uit onze eigen archieven blijkt dat door ons bureau in het verleden in de directe omgeving van de onderzoekslocatie (straal < 100 m) één bodemonderzoek is uitgevoerd. Recentelijk is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd op een perceel gelegen aan de Voordeldonk, circa 30 meter in zuidwestelijke richting. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat de zintuiglijk onverdachte bovengrond, puinhoudende ondergrond en het grondwater niet verontreinigd waren met de onderzochte parameters.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

3

Blz.4


2.9

Bodemopbouw en geohydrologie

Uit archief- en literatuurgegevens (grondwaterkaart TNO-DGV) blijkt dat alhier sprake is van een matig doorlatend afdekkend pakket. Dit pakket komt voor tot een diepte van 15 à 20 meter en is met name opgebouwd uit Pleistocene afzettingen (Nuenen Groep). Hieronder bevindt zich het eerste watervoerend pakket, voornamelijk bestaande uit grove zanden uit de Formaties van Veghel en Sterksel. Uit archief- en literatuurgegevens (grondwaterkaart TNO-DGV) valt af te leiden dat de regionale stroming van het freatisch grondwater een overwegend noordwestelijke richting heeft.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

4

Blz.5


3.

OPZET ONDERZOEK

3.1

Gehanteerde onderzoeksopzet

Op basis van de doelstelling van het onderzoek is de te volgen opzet gebaseerd op de "onderzoeksstrategie bij verkennend bodemonderzoek", de Nederlandse Norm (NEN) 5740. Aan de hand van de beschikbare (historische) gegevens, als weergegeven in de rapportage van het vooronderzoek, is uitgegaan van de hypothese onverdachte locatie (ONV) met een 2 terreingrootte van circa 1.200 m . Er werden geen concentraties van stoffen boven de streefwaarde of het (lokale) achtergrondniveau verwacht. Derhalve is de betreffende strategie uit de NEN 5740 gevolgd, de voorgeschreven boringen zijn evenredig over het buitenterrein (zie § 3.2) verdeeld. Opmerking Bij de interpretatie van het totaal aan onderzoeksresultaten dient, gezien de gevolgde strategie die is gericht op een indicatieve beoordeling van de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem, rekening gehouden te worden met een zeker restrisico. Het kan dan gaan om het voorkomen van lokale kernen als gedempte sloten, verontreinigende stoffen in gesloten verpakkingen of slecht oplosbare stoffen voor zover dit buiten het geheel aan beschikbare (historische) gegevens valt. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. 3.2

Afwijkingen ten opzichte van de gehanteerde norm

In afwijking van het gestelde in de NEN 5740 zijn de resultaten uit het vooronderzoek integraal gerapporteerd. Verdere afwijkingen zijn niet aan de orde. Omdat inpandig (in gebruik zijnde stal en kas) niet kon worden geboord, zijn de boringen evenredig over het buitenterrein verdeeld. Omtrent de bodemkwaliteit onder het pand kan derhalve geen uitspraak worden gedaan. Verdere afwijkingen zijn niet aan de orde.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

5

Blz.6


4.

VELDWERKZAAMHEDEN

Inpijn-Blokpoel is gecertificeerd voor de BRL 2000 ‘veldwerk bij milieuhygiënisch onderzoek’. De in het kader van onderhavig onderzoek verrichte werkzaamheden zijn dan ook onder dit certificaat uitgevoerd, conform VKB-protocol 2001 ‘Plaatsen van handboringen en peilbuizen, maken van boorbeschrijvingen, nemen van grondmonsters en waterpassen’ en VKB-protocol 2002 ‘Het nemen van grondwatermonsters’. 4.1

Uitvoering

Ten behoeve van het bodemonderzoek zijn op 18 juni 2013 door de heer J. Notten 8 boringen verricht, genummerd B01 tot en met B08. De diepten van de boorpunten alsook de afwerking en codering zijn weergegeven in de navolgende tabel: Boring B01 B02 B03 B04 B05 B06 B07 B08

Diepte in cm-mv 320 200 50 50 50 50 50 50

Filterdiepte in cm-mv 195 - 295 -

De boringen zijn over het buitenterrein verdeeld. De plaats van de boringen is ingetekend op de situatietekening bijlage SIT-02. 4.2

Lokale bodemopbouw

Tot een diepte van 3,0 m - mv bestaat de bodemopbouw uit zeer fijn tot matig fijn siltig zand. Vervolgens is tot de verkende diepte van 3,2 m - mv een zandige leemlaag aangetroffen. Voor een meer uitgebreide beschrijving wordt verwezen naar de boorstaten in de bijlagen. 4.3

Organoleptische beoordeling

Tijdens de uitvoering van de veldwerkzaamheden zijn geen afwijkingen ten opzichte van een ‘natuurlijke’ samenstelling van de bodem geconstateerd. De opgeboorde grond is door de veldmedewerker globaal zintuiglijk onderzocht op de aanwezigheid van asbestverdachte bijmengingen. Hierbij zijn geen verdachte materialen waargenomen. Opgemerkt wordt echter dat hier geen onderzoek conform NEN 5707 of NEN 5897 is uitgevoerd, er zijn dan ook geen proefsleuven of proefgaten gegraven.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

6

Blz.7


4.4

Monstername

De boringen zijn vanaf maaiveld tot een maximale diepte van 2,0 m - mv over verschillende trajecten bemonsterd, afhankelijk van de te onderscheiden bodemlagen en organoleptische waarnemingen. Een en ander is vermeld op de boorstaten in de bijlagen. Het grondwater uit peilbuis B01 is na goed doorpompen d.d. 25 juni 2013 door de heer J. de Swart bemonsterd. Conform de normeringen zijn in het veld de volgende metingen uitgevoerd:

grondwaterstand (m - mv) geleidbaarheid (µS/cm) troebelheid (fnu) zuurgraad / pH zuurstof (mg/l)

peilbuis B01 1,54 173 938 7,1 7,14

Er wordt op gewezen dat de waarneming van de grondwaterstand een momentopname is en dat het grondwaterniveau afhankelijk is van o.a. het jaargetijde en de bodemopbouw.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

7

Blz.8


5.

TOETSINGSKADER

De toetsing van de onderzoeksresultaten en dan met name de beoordeling van een saneringsnoodzaak, wordt gebaseerd op de vigerende regelgeving, vastgelegd in de Regeling bodemkwaliteit, de circulaire bodemsanering 2009 en voor de achtergrondwaarden aan het Besluit bodemkwaliteit. De relevante toetsingsniveaus zijn dan met name de achtergrondwaarden voor grond, de streefwaarden voor het grondwater, en de interventiewaarden voor grond en grondwater. Voor een aantal stoffen zijn ook nog indicatieve niveaus voor ernstige verontreiniging opgenomen: • In de voornoemde regelgeving zijn tabellen met achtergrondwaarden (AW) voor grond en streefwaarden (S) voor het grondwater opgenomen. De achtergrond- en streefwaarden geven aan wat het ijkpunt is voor de milieukwaliteit op lange termijn, uitgaande van Verwaarloosbare Risico’s voor het ecosysteem. Voor de streefwaarden van metalen in het grondwater wordt nog onderscheid gemaakt tussen diep (> 10 meter) en ondiep grondwater (< 10 meter). • De interventiewaarden (I) vormen de getalsmatige invulling van het concentratieniveau waarboven sprake is van een zogenaamd "geval van ernstige verontreiniging". Bij overschrijding geldt dat de functionele eigenschappen die de bodem heeft voor mens, plant of dier ernstig zijn verminderd of dreigen te worden verminderd. Om van overschrijding van de interventiewaarden te spreken, dient voor tenminste één stof de gemiddelde gemeten 3 3 concentratie van minimaal 25 m bodemvolume (bodem, sediment) dan wel 100 m poriënverzadigd bodemvolume (grondwater) hoger te zijn dan de interventiewaarde. De interventiewaarden zijn vastgesteld voor grond/sediment en grondwater en gelden voor zowel land- als waterbodems. • Overschrijding van de tussenwaarde T in het onderzoek geeft in principe aan dat nader onderzoek nodig is. De tussenwaarde wordt berekend via een middeling van de achtergrondrespectievelijk streefwaarde en de interventiewaarde; dus ½(AW + I) voor grond of ½(S + I) voor grondwater. Voor een aantal stoffen zijn geen interventiewaarden voorhanden, maar is volstaan met het vaststellen van een indicatief niveau voor ernstige verontreiniging. Deze indicatieve niveaus hebben een grotere mate van onzekerheid dan de interventiewaarden. De status hiervan is dus niet gelijk aan de status van de interventiewaarden. Over- of onderschrijding van de indicatieve niveaus heeft derhalve niet direct consequenties voor wat betreft het nemen van een beslissing over de ernst van de verontreiniging door het bevoegd gezag. Bij een dergelijke afweging dienen derhalve ook ander overwegingen betrokken te worden.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

8

Blz.9


6.

LABORATORIUMONDERZOEK EN TOETSING

6.1

Analysestrategie

De volgende gronden grondwatermonsters zijn in het laboratoriumonderzoek onderzocht: (meng)monster Grond MM1

MM2

Grondwater Peilbuis B01

Boring

Diepte in cm-mv

Analysepakket

Toelichting

B01 B02 B03 B04 B05 B06 B07 B08

00000000-

40 30 50 50 50 50 50 50

NEN-g

Zandige bovengrond, zonder bijmenging

B01

90 140 110 130 180

NEN-g

Zandige ondergrond, zonder bijmenging

B02

40 90 60 110 130 -

B01

195 -

295

NEN-w

-

NEN-g = Standaard pakket -grond:

• zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); • • • •

polychloorbifenylen (PCB); polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 VROM); minerale olie (C10-C40); lutum en organische stof.

NEN-w = Standaard pakket -grondwater:

• zware metalen (barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, lood, molybdeen, nikkel en zink); • vluchtige aromatische koolwaterstoffen (VAK): benzeen, tolueen, ethylbenzeen, xylenen, styreen en naftaleen;

• gehalogeneerde koolwaterstoffen (VOCl en bromoform); • minerale olie (C10-C40).


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

9

Blz.10


6.2

Analyseresultaten grond en toetsing

Het resultaat van de in paragraaf 6.1 genoemde analyses van de grond, getoetst aan het in hoofdstuk 5 beschreven toetsingskader, is als volgt: Monsterreferentie

2536164

Monsteromschrijving

MM1 B01 (0-40) B02 (0-30) B03 (0-50) B04 (0-50) B05 (0-50) B06 (0-50) B07 (0-50) B08 (0-50)

Analyse



% % (m/m ds)

Toetsresultaat



3,1 1,2



24 0.49 <2.0 17 0.05 20 <1.5 5 53

* -

49 0,37 4,3 20 0,11 32 1,5 12 61

143 4,15 29,2 58 12,69 188 95,8 23 186

237 7,93 54 95 25,28 344 190 34 312


mg/kg ds

38

-

59

804

1550


mg/kg ds

1.0

-

1,5

20,8

40


mg/kg ds

0.005

-

0,006

0,158

0,31

Legenda * ** ***




Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

10

Blz.11


Monsterreferentie

2536165

Monsteromschrijving

MM2 B01 (40-90) B01 (90-140) B02 (60-110) B02 (110-130) B02 (130-180)

Analyse



% % (m/m ds)

Toetsresultaat



0,9 1,3



<20 <0.35 <2.0 <10 <0.05 <10 <1.5 5 <20

-

49 0,35 4,3 19 0,1 32 1,5 12 59

143 3,95 29,2 56 12,58 184 95,8 23 181

237 7,55 54 92 25,06 337 190 34 303


mg/kg ds

<35

-

38

519

1000


mg/kg ds

1.0

-

1,5

20,8

40


mg/kg ds

0.005

-

0,004

0,102

0,2

Legenda * ** ***




Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

11

Blz.12


6.3

Analyseresultaten grondwater en toetsing

De resultaten van de in paragraaf 6.1 genoemde analyses van het grondwater, getoetst aan het in hoofdstuk 5 beschreven toetsingskader, zijn als volgt: Monsterreferentie

2635984

Monsteromschrijving

B01

Analyse


Toetsresultaat

Streefwaarde (SW)

Tussenwaarde Interventie (1/2(SW+I)) waarde (I)

Metalen ICP-MS (opgelost) barium (Ba) cadmium (Cd) kobalt (Co) koper (Cu) kwik (Hg) FIAS/Fims lood (Pb) molybdeen (Mo) nikkel (Ni) zink (Zn)

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

<20 <0.4 <10 12 <0.05 <10 <3 <10 <20

-

50 0,4 20 15 0,05 15 5 15 65

338 3,2 60 45 0,18 45 152 45 432

625 6 100 75 0,3 75 300 75 800


µg/l

<100

-

50

325

600

Vluchtige aromaten styreen benzeen tolueen ethylbenzeen naftaleen

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

<0.2 <0.2 <0.2 <0.2 <0.05

-

6 0,2 7 4 0,01

153 15,1 503,5 77 35,01

300 30 1000 150 70

Sommaties aromaten som xylenen

µg/l

0.2

-

0,2

35,1

70

Vluchtige chlooralifaten dichloormethaan 1,1-dichloorethaan 1,2-dichloorethaan 1,1-dichlooretheen trichloormethaan tetrachloormethaan 1,1,1-trichloorethaan 1,1,2-trichloorethaan trichlooretheen tetrachlooretheen vinylchloride

µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l µg/l

<0.2 <0.5 <0.5 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.1 <0.2

-

0,01 7 7 0,01 6 0,01 0,01 0,01 24 0,01 0,01

500 453,5 203,5 5 203 5 150 65 262 20 2,5

1000 900 400 10 400 10 300 130 500 40 5

Sommaties som C+T dichlooretheen som dichloorpropanen

µg/l µg/l

0.1 0.52

-

0,01 0,8

10 40,4

20 80

Vluchtige gehalogeneerde alifaten - divers tribroommethaan

µg/l

<0.5

-

-

-

630

Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

12

Legenda * ** ***

<= Streefwaarde (SW) en/of detectiegrens AS3000 > Streefwaarde (SW) > Tussenwaarde (T) > Interventiewaarde (I)

Opmerkingen Toetsing volgens 'Circulaire bodemsanering 2009', zoals gewijzigd op 3 april 2012


Blz.13


7.

INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN

7.1

Resultaten onderzoek

De resultaten van de chemische analyses zijn getoetst aan het in hoofdstuk 5 aangegeven kader. Bovengrond:

MM1:

cadmium > achtergrondwaarde, overige onderzochte parameters < achtergrondwaarde of detectiegrens.

Ondergrond:

MM2:


Grondwater:

B01:


7.2

Interpretatie

Voor de lichte verontreiniging met cadmium in de zintuiglijk onverdachte bovengrond is, op basis van de verkregen gegevens van het onderzoek, geen directe verklaring voorhanden. Gezien de slechts marginale verhoging wordt een nader onderzoek niet noodzakelijk geacht.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

13

Blz.14


8.

CONCLUSIE EN ADVIES

Onderhavig terrein is in verband met de geplande nieuwbouw van een woning onderzocht volgens de richtlijnen uit de NEN 5740. Op basis van de beschikbare gegevens is hierbij uitgegaan van de hypothese onverdacht (ONV). Het geheel aan onderzoeksresultaten (o.a. veldwaarnemingen, aanvullende historische informatie en analyseresultaten getoetst aan het desbetreffende kader) geeft formeel aanleiding de gestelde hypothese te verwerpen. In de zintuiglijk onverdachte bovengrond is een lichte verontreiniging met cadmium aangetoond. De zintuiglijk onverdachte ondergrond en het grondwater zijn niet verontreinigd met de onderzochte parameters. Het criterium voor nader onderzoek wordt voor de genoemde parameter niet overschreden, nader onderzoek wordt derhalve niet noodzakelijk geacht. De gevolgde onderzoeksopzet wordt derhalve als adequaat beoordeeld. Resumerend kan bij beoordeling van het geheel aan onderzoeksresultaten gesteld worden dat de aangetroffen bodemkwaliteit aanvaardbaar wordt geacht en zodoende geen belemmering vormt voor de geplande nieuwbouw van een woning. De constatering dat bepaalde gehalten de desbetreffende achtergrondwaarde overschrijden, kan wel consequenties hebben bij eventuele grondafvoer; de vrijkomende grond is buiten het perceel niet noodzakelijkerwijs multifunctioneel toepasbaar. Afhankelijk van de bestemming en toepassing zal bij afvoer van de grond om een partijkeuring conform het protocol uit het Besluit bodemkwaliteit worden gevraagd.

MVT / RBH


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202

14

% &

"

#$

%

%

! %

%

FOT-01


1.

2.

3.


Telefoon/Fax: T 0499-471792 F 0499-477202



18-06-2013 155

0,00

0,00 1

weiland Zand, zeer fijn, matig siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkerbruin, Edelmanboor

-0,40

Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, licht grijsgeel, Edelmanboor

2 -0,90

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, lichtgrijs, Edelmanboor

-1,00 3

4 -1,70

5 -2,00

-2,00

Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, licht oranjebruin, Edelmanboor Zand, matig fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, Zuigerboor handmatig

-3,00

-3,00

-3,20

Leem, zwak zandig, zwak humeus, zwak plantenhoudend, grijsbruin, Zuigerboor handmatig


18-06-2013 170

-0,30


-0,60

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, licht geelgrijs, Edelmanboor

0,00

0,00 1

2

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak roesthoudend, donker geelbruin, Edelmanboor

3 -1,00 4

-1,30

Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, licht grijsbruin, Edelmanboor

5

6

-2,00

-2,00


18-06-2013

0,00

0,00 1


-0,50





18-06-2013

0,00

0,00 1


-0,50


18-06-2013

0,00

0,00 1


-0,50


18-06-2013

0,00

0,00 1

gazon Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak humeus, zwak wortelhoudend, zwak roesthoudend, donker geelbruin, Edelmanboor

-0,50


18-06-2013

0,00

0,00 1


-0,50





18-06-2013

0,00

0,00 1


-0,50



Legenda (conform NEN 5104) grind

klei

geur

Grind, siltig

Klei, zwak siltig

Grind, zwak zandig

Klei, matig siltig

geen geur zwakke geur matige geur sterke geur

Grind, matig zandig

Klei, sterk siltig

Grind, sterk zandig

Klei, uiterst siltig

Grind, uiterst zandig

Klei, zwak zandig

uiterste geur

olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

zand

uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde >0

Zand, kleiïg

>1 >10 Zand, zwak siltig

>100

leem

>1000

Zand, matig siltig

Leem, zwak zandig

>10000

Zand, sterk siltig

Leem, sterk zandig

monsters geroerd monster

Zand, uiterst siltig

overige toevoegingen zwak humeus

veen Veen, mineraalarm

matig humeus

ongeroerd monster volumering

overig bijzonder bestanddeel

Veen, zwak kleiïg

sterk humeus

Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand

Veen, sterk kleiïg

zwak grindig

Veen, zwak zandig

matig grindig

Veen, sterk zandig

sterk grindig

Gemiddeld laagste grondwaterstand slib

water

peilbuis blinde buis

casing

hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand

bentoniet afdichting

filter



14P000305-Asten Project 453042 453042_certificaat_v1 JWLE-GGAQ-EPQX-TJAJ 2 tabel(len) + 2 oliechromatogram(men) + 1 bijlage(n)





T 020 5976 769 F 020 5976 689




Kvk 34215654



Monsterreferenties 2536164 = MM1 B01 (0-40) B02 (0-30) B03 (0-50) B04 (0-50) B05 (0-50) B06 (0-50) B07 (0-50) B08 (0-50) 2536165 = MM2 B01 (40-90) B01 (90-140) B02 (60-110) B02 (110-130) B02 (130-180) Opgegeven bemonsteringsdatum Ontvangstdatum opdracht Startdatum Monstercode Matrix Monstervoorbewerking S gewicht artefact S NEN5709 (steekmonster) S soort artefact S voorbewerking NEN5709

: : : : : g

Algemeen onderzoek - fysisch S droogrest % S organische stof (gec. voor lutum) % (m/m ds) S lutumgehalte (pipetmethode) % (m/m ds) Anorganische parameters - metalen S barium (Ba) mg/kg ds S cadmium (Cd) mg/kg ds S kobalt (Co) mg/kg ds S koper (Cu) mg/kg ds S kwik (Hg) FIAS/Fims mg/kg ds S lood (Pb) mg/kg ds S molybdeen (Mo) mg/kg ds S nikkel (Ni) mg/kg ds S zink (Zn) mg/kg ds Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) mg/kg ds



89,9 3,1 1,2

86,5 0,9 1,3

24 0,49 < 2,0 17 0,05 20 < 1,5 5 53

< 20 < 0,35 < 2,0 < 10 < 0,05 < 10 < 1,5 5 < 20

38

< 35

Organische parameters - aromatisch Polycyclische koolwaterstoffen: S naftaleen mg/kg ds S fenantreen mg/kg ds S anthraceen mg/kg ds S fluoranteen mg/kg ds S benzo(a)antraceen mg/kg ds S chryseen mg/kg ds S benzo(k)fluoranteen mg/kg ds S benzo(a)pyreen mg/kg ds S benzo(ghi)peryleen mg/kg ds S indeno(1,2,3-cd)pyreen mg/kg ds S som PAK (10) mg/kg ds

< 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 1,0

< 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 < 0,15 1,0

Organische parameters - gehalogeneerd Polychloorbifenylen: S PCB -28 mg/kg ds S PCB -52 mg/kg ds S PCB -101 mg/kg ds S PCB -118 mg/kg ds S PCB -138 mg/kg ds S PCB -153 mg/kg ds S PCB -180 mg/kg ds S som PCBs (7) mg/kg ds

< 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 0,005

< 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 < 0,001 0,005

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: JWLE-GGAQ-EPQX-TJAJ




Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Organische stof gehalte (gecorrigeerd voor lutum en vrij ijzer in de vorm van Fe2O3) Het organische stofgehalte is gecorrigeerd voor het in het analysecertificaat gerapporteerde lutumgehalte. Indien het lutumgehalte niet is gerapporteerd is de correctie uitgevoerd met een lutumgehalte van 5,4% (gemiddeld lutumgehalte Nederlandse bodem, AS3010/AS3210, prestatieblad organische stofgehalte in grond/waterbodem). Indien het vrij ijzergehalte is bepaald en groter is dan 5 % m/m, is bij de berekening van het organische stof gecorrigeerd voor dat gehalte aan vrij ijzer. Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: JWLE-GGAQ-EPQX-TJAJ



OLIE-ONDERZOEK Monstercode : 2536164 Project omschrijving : 14P000305-Asten Uw referentie : MM1 B01 (0-40) B02 (0-30) B03 (0-50) B04 (0-50) B05 (0-50) B06 (0-50) B07 (0-50) B08 (0-50) Methode : minerale olie (florisil clean-up) OLIECHROMATOGRAM

➝ oliefractieverdeling OLIEFRACTIEVERDELING 1) 2) 3) 4)

fractie > C10 - C19 fractie C19 - C29 fractie C29 - C35 fractie C35 -< C40

13 % 32 % 45 % 9%

minerale olie gehalte: 38 mg/kg ds


: : : : :


De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: JWLE-GGAQ-EPQX-TJAJ




: : : :

2536165 14P000305-Asten MM2 B01 (40-90) B01 (90-140) B02 (60-110) B02 (110-130) B02 (130-180) minerale olie (florisil clean-up)

OLIECHROMATOGRAM



: : : : :


De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: JWLE-GGAQ-EPQX-TJAJ




Analysemethoden in Grond (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Samplemate Droogrest Organische stof (gec. voor lutum) Lutumgehalte (pipetmethode) Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Minerale olie (florisil clean-up) PAKs PCBs

: : : : : : : : : : : : : : : :

Conform AS3000 en NEN 5709 Conform AS3010 prestatieblad 2 Conform AS3010 prestatieblad 3 Conform AS3010 prestatieblad 4; gelijkwaardig aan NEN 5753 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN-ISO 16772 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 5; NEN 6966/C1 Conform AS3010 prestatieblad 7 Conform AS3010 prestatieblad 6 Conform AS3010 prestatieblad 8

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: JWLE-GGAQ-EPQX-TJAJ




Asten Project 453916 453916_certificaat_v1 AASW-TGQC-TXJS-TTXA 2 tabel(len) + 1 oliechromatogram(men) + 1 bijlage(n)





T 020 5976 769 F 020 5976 689




Kvk 34215654



Monsterreferenties 2635984 = B01

Opgegeven bemonsteringsdatum Ontvangstdatum opdracht Startdatum Monstercode Matrix

: : : : :

Anorganische parameters - metalen Metalen ICP-MS (opgelost): S barium (Ba) µg/l S cadmium (Cd) µg/l S kobalt (Co) µg/l S koper (Cu) µg/l S kwik (Hg) FIAS/Fims µg/l S lood (Pb) µg/l S molybdeen (Mo) µg/l S nikkel (Ni) µg/l S zink (Zn) µg/l Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) µg/l Organische parameters - aromatisch Vluchtige aromaten: S styreen µg/l S benzeen µg/l S tolueen µg/l S ethylbenzeen µg/l S xyleen (ortho) µg/l S xyleen (som m+p) µg/l S naftaleen µg/l S som xylenen µg/l Organische parameters - gehalogeneerd Vluchtige chlooralifaten: S dichloormethaan µg/l S 1,1-dichloorethaan µg/l S 1,2-dichloorethaan µg/l S 1,1-dichlooretheen µg/l S 1,2-dichlooretheen (trans) µg/l S 1,2-dichlooretheen (cis) µg/l S 1,1-dichloorpropaan µg/l S 1,2-dichloorpropaan µg/l S 1,3-dichloorpropaan µg/l S trichloormethaan µg/l S tetrachloormethaan µg/l S 1,1,1-trichloorethaan µg/l S 1,1,2-trichloorethaan µg/l S trichlooretheen µg/l S tetrachlooretheen µg/l S vinylchloride µg/l S som C+T dichlooretheen µg/l S som dichloorpropanen µg/l Vluchtige gehalogeneerde alifaten - divers: S tribroommethaan µg/l

25/06/2013 26/06/2013 26/06/2013 2635984 Grondwater

< 20 < 0,4 < 10 12 < 0,05 < 10 <3 < 10 < 20 < 100

< 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,2 < 0,1 < 0,2 < 0,05 0,2

< 0,2 < 0,5 < 0,5 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,25 < 0,25 < 0,25 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,1 < 0,2 0,1 0,52 < 0,5

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. - De met een 'Q' gemerkte analyses zijn door RvA geaccrediteerd (registratienummer L086). - De met een 'S' gemerkte analyses zijn op basis van het schema AS 3000 geaccrediteerd. Opdrachtverificatiecode: AASW-TGQC-TXJS-TTXA




Opmerkingen m.b.t. analyses Opmerking(en) algemeen Sommatie van concentraties voor groepsparameters De sommatie is uitgevoerd volgens AS3000 paragraaf 2.5.2 en bijlage 3.

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: AASW-TGQC-TXJS-TTXA




: : : :

2635984 Asten B01 minerale olie (florisil clean-up)

OLIECHROMATOGRAM

➝ oliefractieverdeling minerale olie gehalte: <100 µg/l


: : : : :


De volgende aanvullende clean-up mogelijkheden kunnen worden aangevraagd: Veen clean-up : Verwijdert eventuele restanten natuurlijke verbindingen uit extract. De hoogte van de signalen is geen maat voor de concentratie van de olie in het monster. (Het chromatogram heeft een variabele schaalindeling) Bij een minerale olie gehalte kleiner dan de rapportagegrens worden geen oliefracties weergegeven. Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: AASW-TGQC-TXJS-TTXA




Analysemethoden in Grondwater (AS3000) AS3000 In dit analysecertificaat zijn de met 'S' gemerkte analyses uitgevoerd volgens de analysemethoden beschreven in het "Accreditatieschema Laboratoriumanalyses voor grond-, waterbodem- en grondwateronderzoek (AS SIKB 3000)". Het laboratoriumonderzoek is uitgevoerd volgens de onderstaande analysemethoden. Deze analyses zijn vastgelegd in het geldende accreditatie-certificaat met bijbehorende verrichtingenlijst L086 van Omegam Laboratoria BV. Barium (Ba) Cadmium (Cd) Kobalt (Co) Koper (Cu) Kwik (Hg) Lood (Pb) Molybdeen (Mo) Nikkel (Ni) Zink (Zn) Minerale olie (florisil clean-up) Aromaten (BTEXXN) Styreen Chlooralifaten Vinylchloride

: : : : : : : : : : : : : :

Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 3; NEN-EN-ISO 17294-2 Conform AS3110 prestatieblad 5 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1 Conform AS3130 prestatieblad 1

Dit analyse-certificaat, inclusief voorblad en eventuele bijlage(n), mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd. Opdrachtverificatiecode: AASW-TGQC-TXJS-TTXA


ADVISERING MILIEUTECHNIEK

VELDWERK

Verkennend onderzoek NEN 5740 Waterbodemonderzoek Nader onderzoek Onderzoek asbest in bodem Saneringsonderzoek Nulsituatie (milieuvergunning) Saneringsplannen en BUS-melding opstellen Directievoering / sanering Milieukundige begeleiding Vergunningaanvraag Evaluatie rapportage sanering Geo-hydrologische studie Akoestisch onderzoek (weg- of industrielawaai) Partijkeuringen besluit bodemkwaliteit (Bbk) Onderzoek buitenlucht Archeologisch onderzoek Quickscan flora-fauna

Handmatig en mechanisch boren Pompproeven Peilbuizen plaatsen Bemonstering gronden grondwater Bemonstering waterbodem Luchtmonster onderzoek

Landmeetkundig werk Nauwkeurigheidswaterpassing (DGPS)

Trillingsmeting Geluidsmeting

GEOTECHNIEK

LABORATORIUM

Veldwerk Advisering Geo-monitoring

Classificatie proeven Proeven ter bepaling van de mechanische eigenschappen

BRL SIKB 1000

BRL SIKB 2000

Inpijn-Blokpoel Son Milieu B.V. Ekkersrijt 2058 postbus 94 - 5690 AB Son telefoon (0499) 47 17 92 telefax (0499) 47 72 02 e-mail [email protected]

BRL SIKB 6000

tevens vestigingen: postbus 253 - 3360 AG Sliedrecht postbus 752 - 2130 AT Hoofddorp www.inpijn-blokpoel.com

V GM C HECKLIST A ANNEMERS

Op de opdrachten voor het uitvoeren en rapporteren van technische werkzaamheden, voor onderzoek en advisering op het gebied van milieuzaken, zijn van toepassing de “A.L.U.W.-2010”. Deze zijn gedeponeerd ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank te ‘s-Hertogenbosch. Inschrijving Handelsregister K.v.K. nummer 17076128.


BIJLAGE 3: AKOESTISCH ONDERZOEK


AKOESTISCH ONDERZOEK in het kader van een bestemmingsplanprocedure voor twee percelen gelegen aan de Voordeldonk te Asten

4 juli 2013

Akoestisch onderzoek bouwplannen Voordeldonk te Asten

Akoestisch onderzoek in het kader van een bestemmingsplanprocedure voor twee percelen gelegen aan de Voordeldonk te Asten

opdrachtgevers

:

G.J.M. Swinkels Voordeldonk 77 5721 HL Asten M. Leenders Boskoop 3 5721 TL Asten

rapportnummer Vdd.Ast.13.AO BP-02 projectleider ir. R.G.P. van Hooy

datum 4 juli 2013 auteur R.P. Käller BHASc

status definitief

SCM Milieu BV Westhoven 2 6042 NV ROERMOND Postbus 434 6040 AK ROERMOND telefoon: 0475 - 420191 telefax : 0475 - 311558 e-mail : [email protected]

Vdd.Ast.13.AO BP-02

4 juli 2013


Inhoudsopgave 1

Inleiding

4

2

Uitgangspunten

5

3

Wegverkeerslawaai

6

3.1

toetsingskader

3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7

3.2

4

7

plangebied rekenen meetvoorschrift wegen verkeersgegevens immissiepunten

7 8 8 8

berekeningsresultaten en toetsing

8

Industrielawaai

10

4.1

representatieve bedrijfssituatie

10

4.2

toetsingskader

11

4.2.1 4.2.2

4.3

4.4

omgevingstypering beoordelingswaarden

11 11

opzet van het onderzoek en berekeningssystematiek

4.3.1 4.3.2 4.3.3

12

objecten immissiepunten bronnen

12 12 13

resultaten en toetsing

15

4.4.1 4.4.2 4.4.3

5

6 6 6 6 6 7 7

uitgangspunten

3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4

3.3

6

algemeen geluidgevoelige bestemmingen geluidbelasting dove gevels grenswaarden wegverkeerslawaai aftrek op de berekende resultaten omvang geluidzones

langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) maximaal geluidniveau (LAmax) verkeersaantrekkende werking

15 15 16

Samenvatting en conclusies

17

Bijlage 1: figuren

I

Bijlage 2: gegevens wegverkeer

II

Bijlage 3: invoergegevens rekenmodel - wegverkeer

III

Bijlage 4: rekenresultaten wegverkeer

IV

Bijlage 5: berekening bronvermogens

V

Bijlage 6: invoergegevens rekenmodel - industrielawaai

VI

Bijlage 7: rekenresultaten industrielawaai – LAr,LT

VII

Bijlage 8: rekenresultaten industrielawaai – LAmax

VIII

Bijlage 9: beschouwing verkeersaantrekkende werking

Vdd.Ast.13.AO BP-02

IX

4 juli 2013


1

Inleiding

In opdracht van de heer G.J.M. Swinkels en de heer M. Leenders (hierna te noemen: opdrachtgevers) is een akoestisch onderzoek uitgevoerd in verband met het perceel gelegen tussen Voordeldonk 77 en 75 en het perceel gelegen tussen Voordeldonk 64 en 66 (gemeente Asten). Opdrachtgevers zijn voornemens op beide percelen woningen te realiseren. Om de bouw van deze woningen (c.q. wijzigen woonbestemming) mogelijk te maken dient een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. Dit akoestisch onderzoek vormt onderdeel van deze procedure. Doel van het akoestisch onderzoek is tweeledig: 1. Het bepalen van het verkeerslawaai ten gevolge van het wegverkeer op de Voordeldonk en de provinciale weg N279; 2. Het bepalen van de geluidimmissie vanwege het nabij gelegen Constructie- en lasbedrijf W. Martens BV (verder te noemen: Martens). Ad 1 De Wet geluidhinder schrijft voor dat bij een planologische procedure binnen de zone van een weg of spoorweg de geluidbelasting van deze (spoor-)weg moet worden bepaald en getoetst moet worden aan de eisen uit de Wet geluidhinder. Afhankelijk van de berekende geluidbelasting dient een hogere grenswaarde aangevraagd te worden. Ad 2 Door het uitvoeren van een akoestisch onderzoek naar Martens wordt onderzocht of betreffend bedrijf niet in haar activiteiten wordt beperkt en dat ter plaatse van de nieuwe woningen een akoestisch aanvaardbaar leefklimaat wordt gegarandeerd. Middels voorliggende rapportage wordt verslag gedaan van de uitgangspunten en bevindingen van het uitgevoerde akoestisch onderzoek.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

4

4 juli 2013


2

Uitgangspunten

De projectlocaties (zie figuur 1) zijn gesitueerd op enerzijds het perceel gelegen tussen Voordeldonk 77 en 75 (gemeente Asten, sectie P, nummer 353) en anderzijds het perceel gelegen tussen Voordeldonk 64 en 66 (gemeente Asten, sectie P, nummer 1174). Figuur 3a geeft de locatie van beide kadastrale percelen weer. De Voordeldonk is een tweebaansweg waar een maximum snelheid geldt van 50 km/u en die in westelijke richting uitkomt op de woonkern Asten. In oostelijke richting is op een afstand van circa 250m het viaduct van de provinciale weg N279 gelegen. Deze weg betreft een tweebaansweg waar een maximumsnelheid van 80 km/u geldt.

fam. Swinkels; P, 353

fam. Leenders; P, 1174

Figuur 1: geografische ligging projectlocaties.

Het bedrijf van Martens is gelegen aan de Voordeldonk 73a te Asten (zie figuur 3a). Figuur 3b geeft de topografische situatie van de projectlocatie in de nabije omgeving.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

5

4 juli 2013


3 3.1

Wegverkeerslawaai toetsingskader

3.1.1 algemeen De Wet geluidhinder (Wgh) biedt het wettelijk kader voor de toegestane geluidbelasting vanwege een weg bij geluidgevoelige bestemmingen, waaronder woningen. Als een gemeente via een bestemmingsplan de bouw van geluidgevoelige bestemmingen mogelijk maakt, is sprake van een „nieuwe situatie‟ in de zin van de Wet geluidhinder. Indien een geluidgevoelige bestemming, zoals een woning binnen de geluidzone van een weg of spoorlijn wordt geprojecteerd, moet een akoestisch onderzoek uitgevoerd worden naar de geluidbelasting. De Wet geluidhinder is slechts van toepassing voor zover het gaat om geluidgevoelige bestemmingen binnen de geluidzone van een weg of spoorlijn. Binnen deze zone wordt de geluidbelasting berekend. 3.1.2 geluidgevoelige bestemmingen Geluidgevoelige bestemmingen in de zin van de Wet geluidhinder zijn: − woningen; − scholen; − ziekenhuizen, verpleeghuizen; − overige gezondheidszorggebouwen; − terreinen bij gezondheidszorggebouwen; − woonwagenterreinen. 3.1.3 geluidbelasting De geluidbelasting (Lden-waarde) wordt bepaald door onderstaande formule.

Lden = 10 * log[((12/24) * 100,1 Ld )+ ((4/24) x 100,1 (Le+5) )+ ((8/24) x 100,1 (Ln+10) )] waarbij geldt: − Ld: het equivalente geluidniveau over de dagperiode (07.00 - 19.00 uur); − Le: het equivalente geluidniveau over de avondperiode (19.00 - 23.00 uur); − Ln: het equivalente geluidniveau over de nachtperiode (23.00 - 07.00 uur). 3.1.4 dove gevels Een zogeheten dove gevel is geen gevel in de zin van de Wet geluidhinder, maar voldoet aan de voorwaarden uit artikel 1b vijfde lid van de Wet geluidhinder: − een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A); − een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte. Aangezien een dove gevel geen gevel is in de zin van de Wgh, worden de geluidniveaus ter plaatse van deze gevels niet berekend. Afhankelijk van het gemeentelijk beleid zijn in een dove gevel wel of geen suskasten toegestaan. Een dove gevel kan geen balkons bevatten. 3.1.5 grenswaarden wegverkeerslawaai De ten hoogst toelaatbare geluidbelasting (voorkeursgrenswaarde) afkomstig van wegverkeer voor nieuwe woningen bedraagt 48 dB. In bepaalde gevallen kan door het bevoegd gezag een hogere waarde worden toegekend middels een zogeheten “hogere waarden procedure”. De maximaal toegestane hogere waarde bedraagt 63 dB voor binnenstedelijke situaties/wegen en 53 dB voor buitenstedelijke situaties/wegen. Vdd.Ast.13.AO BP-02

6

4 juli 2013


3.1.6 aftrek op de berekende resultaten Voor zover geen sprake is van specifieke omstandigheden wordt de berekende geluidbelasting verminderd met de aftrek ex. artikel 110g van de Wet geluidhinder alvorens toetsing aan de grenswaarden plaatsvindt. De hoogte van de aftrek is geregeld in artikel 3.6 van het Reken- en meetvoorschrift geluid 20121 en bedraagt: − 2 dB voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/uur of meer bedraagt; − 5 dB voor de overige wegen; − 0 dB bij de bepaling van de geluidwering van de gevel. Er is voor dit onderzoek geen sprake van specifieke omstandigheden die een afwijking van het bovenstaande vereisen (het betreft een normale weg met een bijbehorend verkeersbeeld). In het huidige onderzoek is daarom een aftrek van 5 dB op toegepast op de rekenresultaten van de Voordeldonk en een aftrek van 2 dB op de rekenresultaten van de N279. 3.1.7 omvang geluidzones In artikel 74 van de Wet geluidhinder zijn de geluidzones gedefinieerd. De geluidzones zijn te beschouwen als aandachtsgebieden of onderzoeksgebieden. tabel 3-a: zonebreedten aantal rijstroken 1 of 2 3 of 4 5 of meer

breedte van de geluidzone stedelijk gebied buitenstedelijk gebied 200 250 350 400 -600

In artikel 1 Wgh zijn de definities opgenomen van stedelijk en buitenstedelijk gebied. Deze definities luiden: − stedelijk: het gebied binnen de bebouwde kom met uitzondering van het gebied gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens; − buitenstedelijk: het gebied buiten de bebouwde kom met inbegrip van het gebied binnen de bebouwde kom gelegen binnen de zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens. Wegen die geen zone hebben en waarop de Wet geluidhinder dus niet van toepassing is, zijn: − wegen waarvoor een maximum snelheid van 30 km/uur geldt; − wegen die gelegen zijn binnen een als woonerf aangeduid gebied. 3.2

uitgangspunten

3.2.1 plangebied De Voordeldonk ligt in een binnenstedelijk gebied en heeft daardoor een geluidzone van 200 meter. De N279 is gelegen in een buitenstedelijk gebied, waardoor de zonebreedte 250 meter bedraagt. De projectlocaties liggen niet binnen een zone voor spoorweglawaai.

1

Regeling van de Staatsecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 12 juni 2012, nr. IENM/BSK-2012/37333, houdende vaststelling van regels voor het berekenen en meten van de geluidbelasting en de geluidproductie ingevolge de Wet geluidhinder en de Wet milieubeheer

Vdd.Ast.13.AO BP-02

7

4 juli 2013


3.2.2 rekenen meetvoorschrift De berekeningen van de geluidbelasting afkomstig van het wegverkeer zijn uitgevoerd met het softwareprogramma Geomilieu, versie V2.21. Deze rekenmethode is gebaseerd op standaardrekenmethode II van het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012, hoofdstuk 3, Weg (bijlage III). In de berekening wordt met alle factoren die van belang zijn rekening gehouden, zoals afstandsreducties, reflecties, afschermingen, bodem- en luchtdemping, helling- en kruispuntcorrecties. De rekenmodellen zijn ingevoerd ten opzichte van het Rijksdriehoekscoördinatenstelsel. Grafische weergaven van het rekenmodel aangaande de gebouwen, bodemgebieden, wegen zijn ondergebracht in bijlage 1 (figuur 4 tot en met 6). De invoergegevens van het rekenmodel terug te vinden in bijlage 3. 3.2.3 wegen verkeersgegevens De verkeersgegevens van Voordeldonk en de N279 zijn verkregen via respectievelijk de gemeente Asten en de provincie Noord-Brabant en dateren uit 2011. De gehanteerde gegevens zijn opgenomen in bijlage 2. Uitgangspunt voor de berekening is het prognosejaar (jaar van aanvraag + 10 jaar = 2013 + 10 = 2023). Voor dit prognosejaar is op verzoek van de gemeente Asten uitgegaan van een autonome verkeerstoename van 2% per jaar. Als wegdektype op aangeven van de gemeente Asten het asfalttype Dubofalt (BAM)2 gehanteerd. De etmaal- en uurintensiteiten alsmede de verdeling over de verschillende voertuigcategorieën zijn opgenomen in tabel 3-b. tabel 3-b: gemiddelde intensiteiten – Voordeldonk (2023) voertuigcategorie

dag

avond

nacht

licht middelzwaar zwaar totaal periode

1548,9 112,7 1,3 1663,0

257,5 3,8 0,0 261,3

97,5 6,3 0,0 103,9

totaal per categorie 1904,0 122,9 1,3 2028,2

tabel 3-c: gemiddelde intensiteiten – N279 (2023) voertuigcategorie

dag

avond

nacht

licht middelzwaar zwaar totaal periode

6202,5 834,2 679,7 7724,2

949,2 52,7 51,7 1054,7

738,5 78,7 97,9 915,1

totaal per categorie 7890,2 965,6 829,3 9685,2

3.2.4 immissiepunten De gevelbelasting wordt bepaald ter plaatse van de voorgevels van de projectlocaties. Per immissiepunt wordt de gevelbelasting bepaald op een hoogte van 1,5 m en 5 m. Figuur 5 van bijlage 1 geeft de situering van de immissiepunten. Bijlage 3 geeft de invoergegevens van het rekenmodel. 3.3

berekeningsresultaten en toetsing

In tabel 3-d zijn de berekeningsresultaten samengevat van de geluidbelasting (Lden) op de gevels van de projectlocatie. Deze resultaten zijn inclusief de aftrek conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. Bijlage 4 geeft een volledig overzicht van de berekende geluidbelastingen (exclusief aftrek conform artikel 110g). 2

Wegdekcorrectie (Cwegdek) van Dubofalt (25 februari 2013), M+P raadgevende ingenieurs. Rapportnummer M+P.BAM.12.01.6.2.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

8

4 juli 2013


tabel 3-d: geluidbelasting voor prognosejaar 2023 Lden [dB] Lden [dB] item immissiepunt als gevolg van de als gevolg van de id. Voordeldonk N279 01 Swinkels 44 40 02 Leenders 46 40

Figuur 7 geeft de geluidcontouren veroorzaakt door het wegverkeer. Uit tabel 5-a blijkt dat voor alle immissiepunten ruimschoots wordt voldaan aan de voorkeurswaarde van 48 dB.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

9

4 juli 2013


4 4.1

Industrielawaai representatieve bedrijfssituatie

Het bedrijf Martens betreft een inrichting waar diverse metaalbewerkingsactiviteiten plaatsvinden. De activiteiten omvatten onder andere: • lassen; • zagen van metaal; • knippen van metaal; • slijpen; • boren; • laad- en losactiviteiten. Het bedrijf heeft op dit moment geen toekomstplannen met betrekking tot uitbreiding van de activiteiten. Martens BV beschikt over twee bedrijfshallen waar in de regel gedurende 8 uur per dag werkzaamheden plaatsvinden. De werkzaamheden vinden alleen plaats in de dagperiode (7:00-19:00). De hallen zijn onderling verbonden door een tussenhal en vormen zo één geheel. In figuur 2 is een luchtfoto van het bedrijf weergegeven waarop de verschillende hallen zijn aangeduid.

tussenhal

bedrijfshal 2

bedrijfshal 1

Figuur 2: luchtfoto van Constructie- en lasbedrijf W. Martens BV met aanduiding van de bedrijfshallen.

In beide bedrijfshallen vinden dezelfde werkzaamheden plaats. De verdeling van de werkzaamheden tussen de bedrijfshallen qua bedrijfstijd is grofweg 2/3 voor bedrijfshal 1 en 1/3 voor bedrijfshal 2. De tussenhal doet dienst als opslagruimte van materiaal en stalling voor de heftrucks. Bedrijfshallen 1 en 2 en de tussenhal zijn voorzien van rolpoorten. Tijdens werkzaamheden zijn de poorten deels geopend en deels gesloten.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

10

4 juli 2013


Voor het transporteren van goederen van de loslocatie naar de bedrijfshallen worden heftrucks gebruikt. Martens werkt met vier heftrucks, waarvan twee aangedreven worden door een gasmotor en twee door een elektromotor. In de regel zijn één gasheftruck en één elektrische heftruck in actief; de andere twee heftrucks zijn inpandig gestald. Dagelijks arriveren en vertrekken twee vrachtwagens. Ten behoeve van het laden en lossen parkeert de vrachtwagen op de openbare weg3. Aan de westzijde van het bedrijf is parkeergelegenheid voor personenauto’s. Per dag arriveren en vertrekken 17 personenwagens (waarvan twee van het personeel en 15 van bezoekers/klanten) en één bestelwagen. Tabel 4-a geeft een overzicht van het aantal voertuigen dat per etmaalperiode arriveert en vertrekt.

tabel 4-a: overzicht aantal bezoekende voertuigen aantal voertuigen voertuig dagperiode vrachtwagen 2 parkeren personenwagens 2 (personeel) parkeren personenwagens 15 (bezoekers) bestelwagen 1

4.2

toetsingskader

4.2.1 omgevingstypering De publicatie “Bedrijven en Milieuzonering, uitgave 2009” geeft afhankelijk van de bedrijfscategorieën richtafstanden voor een tweetal omgevingstypes. Een omschrijving van deze omgevingstypes is hierna gegeven. Omgevingstype ‘rustige woonwijk en rustig buitengebied’ Dit is een woonwijk die ingericht is volgens het principe van functiescheiding. De gebruiksbestemming bestaat in hoofdzaak uit een woonbestemming en eventueel aangevuld met wijkgebonden voorzieningen. Aan de buitenranden van het woongebied, bij een overgang naar andere bestemmingen, is sprake van weinig verstoring door verkeer. Omgevingstype “gemengd gebied” Dit is een gebied met een matige tot sterke functiemenging tussen wonen, winkels, horeca en kleine bedrijven. Daarnaast worden gebieden die gelegen zijn langs hoofdontsluitingen eveneens aangemerkt als een gemengd gebied. Hierbij is door de verhoogde milieubelasting vanwege de functiemenging en het wegverkeer een verkleining van de richtafstanden met één afstandsstap aanvaardbaar. Het plangebied bevindt zich in een overgangsgebied: in onderhavig onderzoek wordt daarom uitgegaan van het omgevingstype “gemengd gebied”. 4.2.2 beoordelingswaarden Volgens lijst 1 van de VNG-publicatie valt Martens onder de categorie 3.2 inrichtingen, op basis van SBI codes 255,311/2562,3311. Hierbij staat voor het milieuaspect geluid een richtafstand van 100 m aangegeven. Beide projectlocaties vallen binnen deze richtafstand. 3

Aangezien de vrachtwagen niet over het bedrijfsterrein rijdt, wordt de geluidimmissie van het rijden niet meegenomen bij het bepalen van de geluidimmissie vanwege de inrichting. De geluidimmissie vanwege de vrachtwagens zal wel bij de verkeersaantrekkende werking worden beschouwd.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

11

4 juli 2013


Voor een gebiedstypering “gemengd gebied” dienen de volgende richtwaarden te worden gehanteerd: tabel 4-b: toetsingswaarden toetsingsgrootheid langtijdgemiddeld beoordelingsniveau LAr,LT [dB(A)] maximaal geluidniveau LAmax [dB(A)] verkeersaantrekkende werking Letm [dB(A)]

dag

avond

nacht

50

45

40

70

65

60

50

45

40

Bovenstaande toetsingswaarden aangaande het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en het maximale geluidniveau komen overeen met de waarden zoals bepaald in het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim) en de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening. De toetsingswaarden voor de verkeersaantrekkende werking zijn gelijk aan de waarden zoals gesteld in de Circulaire indirecte hinder4. 4.3

opzet van het onderzoek en berekeningssystematiek

Ten behoeve van de berekening van de geluidimmissie van de inrichting ter plaatse van de nieuwe woningen is een rekenmodel opgesteld. Hierbij is gebruik gemaakt van het softwareprogramma Geomilieu versie V2.21, module “industrielawaai”. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de regels uit de Handleiding Meten en Rekenen Industrielawaai (HMRI) van 19995. 4.3.1 objecten In het opgestelde rekenmodel zijn alle relevante objecten en bodemgebieden opgenomen. Buiten de opgegeven bodemgebieden rekent het model met een bodemfactor 1,0 vanwege de overwegend akoestisch zachte bodemgebieden. In figuur 4 zijn de gehanteerde objecten en bodemgebieden grafisch weergegeven. In bijlage 6 zijn de invoergegevens van het rekenmodel ten aanzien van objecten opgenomen. Tevens is in bijlage 6 een overzicht gegeven van de gehanteerde rekenparameters. 4.3.2 immissiepunten De geluidimmissie vanwege Martens wordt berekend ter plaatse van de gevels van omliggende woningen. Voor de woningen wordt, conform de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening, voor de dagperiode een beoordelingshoogte van 1,5 meter en voor de avond- en nachtperiode een beoordelingshoogte van 5 meter aangehouden en worden eventuele gevelreflecties niet in de berekeningen meegenomen. Figuur 8 geeft de situering van de immissiepunten weer. Bijlage 6 bevat de invoergegevens van het rekenmodel.

4

5

Circulaire “geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer”, d.d. 29 februari 1996 / Nr. MBG 96006131 van het Directoraatgeneraal Directie Geluid en Verkeer. Handleiding meten en rekenen industrielawaai, Ministerie van VROM, Zoetermeer, ISBN 90 422 0232 7

Vdd.Ast.13.AO BP-02

12

4 juli 2013


4.3.3 bronnen geluidmetingen Op 12 juni 2013 zijn geluidmetingen binnen de inrichting van Martens uitgevoerd. De bronvermogens van de open en gesloten poorten zijn gemeten en berekend aan de hand van methode II.3 uit de HMRI. De bronvermogens van de geluidafstralende daken zijn bepaald op basis van methode II.7. De daklichten bestaan uit enkelwandig kunststof. Voor de R-waarden is hierbij uitgegaan van waarden die behoren bij een enkelvoudige lichtkoepel. De rest van het dak bestaat uit golfplaten met aan de onderzijde panelen met isolerend materiaal. Voor deze constructie is gekozen voor R-waarden die behoren bij golfplaten met isoschuim. De wanden van de bedrijfshallen bestaan uit metselwerk. Deze bezitten een dusdanig hoge geluidisolatie in vergelijking tot het dak en de poorten dat deze niet relevant zijn voor de geluidimmissie in de omgeving. Om die reden worden de geluidafstralende wanden in voorliggend onderzoek verder niet beschouwd. De bronvermogens van de heftruck en afzuiging zijn bepaald conform methode II.2. Bijlage 5 geeft berekening van de bronvermogens alsmede de gehanteerde R-waarden voor de II.7berekeningen. In tabel 4-c zijn de weersomstandigheden tijdens de metingen samengevat6.

tabel 4-c: meteorologische omstandigheden temperatuur [°C] 20 windsnelheid [m/s] 6 windrichting Z (190º) relatieve vochtigheid [%] 66 e bewolking [8 delen] 7

meetapparatuur In tabel 4-d is een overzicht gegeven van de gebruikte meetapparatuur.

tabel 4-d: overzicht gebruikte meetapparatuur omschrijving fabricaat type real time analyser microfoon voor de real time analyser voorversterker kalibrator

serienummer

Brüel & Kjær

2270

2623075

datum laatste kalibratie door B&K / certificaatnummer 28-01-2013 / CDK1300599

Brüel & Kjær

4189

2638523

28-01-2013 / CDK1300599

Brüel & Kjær Brüel & Kjær

ZC-0032 4231

8843 2730277

28-01-2013 / CDK1300599 25-01-2013 / CDK1300574

Het meetsysteem is voor en na de metingen gekalibreerd. Er zijn geen afwijkingen geconstateerd. De meetresultaten en de daar uit voortvloeiende bronvermogens zijn ondergebracht in bijlage 5.

6

bron: http://www.knmi.nl/klimatologie/dow/product.php?product=edow06

Vdd.Ast.13.AO BP-02

13

4 juli 2013


omschrijving geluidbronnen Tabel 4-e geeft een overzicht van de relevante geluidbronnen zoals die voorkomen in de gemodelleerde bedrijfssituatie. In deze tabel is, naast het bronnummer en de omschrijving, opgenomen wat het gemiddelde en maximale (=piek) bronvermogen is en wat de bedrijfsduur van elke geluidbron is. De bronvermogens van de afstralende geveldelen, de afzuiging en de heftruck zijn gebaseerd op de ter plaatse uitgevoerde metingen. De bronvermogens van de mobiele bronnen zijn gebaseerd op bureauervaringscijfers.

tabel 4-e: overzicht geluidbronnen bronnr.

bronomschrijving

bronvermogen Lw [dB(A)] gemiddeld maximaal

puntbronnen afzuiging hal 1 P1 afzuiging hal 2 P2 lijnbronnen heftruck (gas) L1 heftruck (elektrisch) L2 afstralende geveldelen hal 1 slijpen (poort open) G1 hal 1 lassen (poort open) G2 hal 2 slijpen (poort open) G3 hal 2 lassen (poort open) G4 hal 1 slijpen (poort gesloten) G5 hal 1 lassen (poort gesloten) G6 hal 2 slijpen (poort gesloten) G7 hal 2 lassen (poort gesloten) G8 afstralende dakdelen dak hal 1#1 D1 dak hal 1 #2 D2 dak hal 2 D3 dak tussenhal D4 kleine lichtstraten hal 1 D5 kleine lichtstraat hal 2 D6 grote lichtstraat tussenhal D7 mobiele bronnen personenwagen (personeel) M1 personenwagen (bezoekers/klanten) M2 bestelwagen M3

bedrijfsduur [uur] dag

avond

nacht

90 90

---

5,3 8,0

---

---

94 87

104 97

0,5 1,5

---

---

89 88 88 87 66 68 65 69

99 98 98 97 76 78 75 79

1,7 1,7 0,8 0,8 3,7 3,7 1,8 1,8

---------

---------

74 69 73 68 53 53 62

84 79 83 78 63 63 72

5,3 5,3 2,7 8,0 5,3 2,7 8,0

--------

--------

85 85 96

90 90 101

* * *

----

----

* bedrijfsduur is gebaseerd op routelengte, snelheid, aantal bronnen en aantal bewegingen

Figuur 9 geeft de locaties van de ingevoerde bronnen. Bijlage 6 geeft de volledige invoergegevens. bijzondere geluiden Gezien de relevante bronnen binnen het bedrijf zal de geluidimmissie vanwege de inrichting geen muziek-, tonaal of impulsachtig karakter hebben. Van laagfrequente geluiden zal evenmin sprake zijn.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

14

4 juli 2013


4.4

resultaten en toetsing

4.4.1 langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) Tabel 4-f geeft een overzicht van de berekende langtijdgemiddeld beoordelingsniveaus (LAr,LT) voor de immissiepunten voor de dagperiode7. Bijlage 7 geeft een totaaloverzicht van de berekende langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus. tabel 4-f: langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) - dagperiode immissiepunt langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) id. omschrijving [dB(A)] 01_A beoogde woning Swinkels (voorgevel) 30 02_A beoogde woning Swinkels (zijgevel) 44 03_A beoogde woning Swinkels (achtergevel) 44 04_A beoogde woning Leenders 36

Figuur 10 geeft de geluidimmissie vanwege Martens grafisch weer middels geluidcontouren. Op basis van de rekenresultaten van tabel 4-f wordt ten aanzien van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus (LAr,LT) voldaan aan alle mogelijke gestelde normstellingen, zoals beschreven in paragraaf 3.2.1 van voorliggend rapport. 4.4.2 maximaal geluidniveau (LAmax) In navolgende tabel 4-g zijn de berekende maximale geluidniveaus (LAmax) op de relevante immissiepunten opgenomen. In bijlage 8 is een overzicht opgenomen van de berekende maximale geluidniveaus (LAmax) voor alle immissiepunten. tabel 4-g: maximaal geluidniveau (LAmax) - dagperiode immissiepunt maximaal geluidniveau (LAmax) id. omschrijving [dB(A)] 01_A beoogde woning Swinkels (voorgevel) 59 02_A beoogde woning Swinkels (zijgevel) 63 03_A beoogde woning Swinkels (achtergevel) 61 04_A beoogde woning Leenders 60

De maximale geluidniveaus worden veroorzaakt door de bestelwagen op het bedrijfsterrein van Martens. Uit bovenstaande tabel blijkt dat het maximaal geluidniveau (LAmax) op alle immissiepunten voldoet aan de richtwaarden op de gevel van woningen van 70 dB(A) in de dagperiode. Hiermee wordt wat betreft de maximale geluidniveaus (LAmax) eveneens voldaan aan alle mogelijke gestelde normstellingen, zoals beschreven in paragraaf 4.2.2 van voorliggend rapport.

7

In de Handleiding meten en rekenen industrielawaai van 1999 wordt gesteld dat afronding van beoordelingsgrootheden dient plaats te vinden conform de NEN 1047. Hierbij geldt dat indien het af te ronden getal achter de komma op een 5 eindigt dit wordt afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele even getal.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

15

4 juli 2013


4.4.3 verkeersaantrekkende werking De Circulaire indirecte hinder stelt dat de geluidbelasting vanwege het inrichtingsgebonden verkeer berekend dient te worden volgens de Wet geluidhinder. Dit houdt in dat de jaargemiddelde waarden voor de verkeersintensiteit moeten worden beschouwd. Door uit te gaan van de intensiteiten zoals deze voor de directe hinder zijn gehanteerd, wordt uitgegaan van een worst case. Met behulp van de module “wegverkeerslawaai” van het softwareprogramma Geomilieu is de geluidbelasting ter plaatse van woningen, gelegen aan de directe toegangsweg tot de inrichting, berekend. Tabel 4-h geeft de berekende geluidbelastingen8. Bijlage 9 geeft een overzicht van het vervaardigde rekenmodel en de rekenresultaten. In figuur 11 is een grafische weergave van het rekenmodel opgenomen. tabel 4-h: geluidbelasting verkeersaantrekkende werking immissiepunt id. omschrijving dag 01 beoogde woning Swinkels (voorgevel) 30 02 beoogde woning Swinkels (zijgevel) 25 beoogde woning Swinkels 03 <10 (achtergevel) 04 beoogde woning Leenders 32

geluidimmissie [dB(A)] berekend avond nacht -----

etmaal 30 25

--

--

<10

--

--

32

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de geluidbelastingen ten hoogste 32 dB(A) etmaalwaarde bedraagt. De voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A) etmaalwaarde wordt hiermee gerespecteerd.

8

Conform het Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 wordt de geluidbelasting vanwege wegverkeer bepaald door de Lden en uitgedrukt in dB. De in § 4.2.2 aangehaalde Circulaire spreekt echter nog over een toetsing in dB(A), volgens de “oude” Wet geluidhinder. Aangezien de Circulaire nimmer is aangepast aan de vigerende weten regelgeving, wordt in onderhavig onderzoek uitgegaan van de beoordelingssystematiek conform de “oude” Wet geluidhinder. Dit betekent dat de geluidbelasting bepaald wordt door de etmaalwaarde Letm en wordt uitgedrukt in dB(A).

Vdd.Ast.13.AO BP-02

16

4 juli 2013


5

Samenvatting en conclusies

In opdracht van de heer G.J.M. Swinkels en de heer M. Leenders (hierna te noemen: opdrachtgevers) is een akoestisch onderzoek uitgevoerd in verband met het perceel gelegen tussen Voordeldonk 77 en 75 en het perceel gelegen tussen Voordeldonk 64 en 66 (gemeente Asten). Opdrachtgevers zijn voornemens op beide percelen woningen te realiseren. Om de bouw van deze woningen (c.q. wijzigen woonbestemming) mogelijk te maken dient een bestemmingsplanprocedure te worden doorlopen. Onderdeel van deze procedure vormt een akoestisch onderzoek. Doel van het akoestisch onderzoek is tweeledig: 1. Het bepalen van het verkeerslawaai ten gevolge van het wegverkeer op de Voordeldonk en de provinciale weg N279; 2. Het bepalen van de geluidimmissie vanwege het nabij gelegen Constructie- en lasbedrijf W. Martens BV. Wegverkeer Voor wegverkeer is de gevelbelasting van de nieuw te realiseren woningen berekend voor het prognosejaar 2023. Voor deze woningen wordt ruimschoots voldaan aan de voorkeursgrenswaarde 48 dB voor wegverkeerslawaai. Industrie Binnen de richtafstand die bij dit type bedrijf hoort bevinden zich woningen. Om de geluiduitstraling van het bedrijf naar de omgeving te bepalen is een akoestisch rekenmodel opgesteld. Voor de representatieve bedrijfssituatie geldt dat zowel het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) als het maximale geluidniveau (LAmax) voldoen aan de gehanteerde normstellingen, te weten de VNG publicatie ”Bedrijven en Milieuzonering, editie 2009” en het Activiteitenbesluit. De berekende geluidbelastingen ten gevolge van het verkeer komende van en gaande naar de inrichting (verkeersaantrekkende werking) voldoen aan de van toepassing zijnde voorkeursgrenswaarde zoals gesteld in de circulaire “Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer”. Samengevat Blijkens het bovenstaande vormen de aspecten wegverkeerslawaai en industrielawaai geen belemmering voor het verloop van de bestemmingsplanprocedure en de realisering van de beide woningen.

Vdd.Ast.13.AO BP-02

17

4 juli 2013


Bijlage 1: figuren

! V

[bg]

! V! !V ! V

WR-A

! V

!V

! ! ! V

!V

V V

V

V

V

!V

V

!

!

73A

! !

!

!

75

71

!

W !

73

77

!V !

1

V

71A

79

!V

! V! !V ! V

! V

!V

h 120

!

! V

Voordeldonk

74 !

! !

V!

V

! V !V

90

! V!

! ! V

WR-A [bg] h

!V ! V

!VV

V

! V

V

V

V!

1

66

!

V

V

V

!

WR-C

70

!

!

W

72

!

!

!

!

!

68 Legenda !

!

!

!

!

!

Gemeente Asten T: 0493 - 67 12 12

Plangebied

Bezoekadres: Koningsplein 3 5712 GJ Asten

Bestemmingen W Wonen WR-A Waarde - Archeologie WR-C Waarde - Cultuurhistorie Aanduidingen Bouwvlak

Woongebieden Asten, wijziging Voordeldonk ongenummerd Status:

Voorontwerp Stedenbouwkundig bureau:

Crijns Rentmeesters bv Bestandsnaam

: Verbeelding.mxd

Indentificatienr.

: NL.IMRO.0743.BPW2012002-VO01

1

Maximum aantal wooneenheden

Tekeningnummer : 1

h x

Maximum bebouwd oppervlak (m²)

V

V

[bg] V

Verklaringen Kadastrale ondergrond

F: 0493 - 67 12 13 E: [email protected] I: www.asten.nl

Wijzigingsplan:

Bijgebouwen

V

V

Postadres: Postbus 290 5720 AG Asten

Projectleider

: E. Cadée

Tekenaar

: E. Cadée

Datum

: maart 2013

Schaal

: 1:1000

Formaat

: A4

Omgevingskaart

0m

125 m

Deze kaart is noordgericht.

625 m

Schaal 1: 12500

Hier bevindt zich Kadastraal object ASTEN N 353 Voordeldonk 77, 5721 HL ASTEN © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.


Bijlage 2: gegevens wegverkeer

"

#

& & %

"

' ( ) ( )

% !

%

&'

('

)'

)*

+'

*'

,'

%

&'

('

)'

)*

+'

*'

&'

('

)'

)*

+'

*'

,'

.

&'

('

)'

)*

+'

*'

,'

.

)23

)23

)23

)23

)23

)23

)23

)23

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

4424

.

.

.

.

.

.

.

.

+ + + * * + *

,' /

/

0 1

/

/

0 1

*

+

*' , , '+ '* --

+ *

,

+

'* ++ , '

+*

'

*

,

, *

+

' ,

*

, *

+

+

+

,

++

* '

*

-

*

'

'

, ,

+* '

+

, , , ' + + ** * +' +

+

' * , * - ' - * + + + * -

' , +

*

,

+

+ *

, +

*

-- * '

* +'

* , * '-

*

-


Bijlage 3: invoergegevens rekenmodel - wegverkeer

✑

✑

✘

✘

✗

✗

✓

✕

✗

✗

✞

✗

✖

✕

✔

✓

0; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00 ✑

☞

✝

✝

☞

✝

✡

✆

✝

✒

✝

☛

✎

✝

✠

✝

☞

✌

✝

✠

✡

✝

✆

✝

✆

☞

✝

☛

✡

✠

✍

✄

✏

✍

✟

✝

✆

☎

✞

✄

✂

✁

✑

✑

✘

✘

✗

✗

✓

✕

✗

✗

✞

✗

✖

✕

✔

✓

✑

☞

✝

✝

☞

✝

✡

✆

✝

✒

✝

☛

✎

✝

✠

✝

☞

✌

✝

✠

✡

✝

✆

✝

✆

☞

✝

☛

✡

✠

✍

✄

✏

✍

✟

✝

✆

☎

✞

✄

✂

✁

✞ ✝

✄

☞

✝

✝

✍

✆

✂

✁

☎

☞

✝

✡

✆

✝

✒

✄

✏

✝

✑

☛

✎

✍

✠

✝

✝

☞

✌

✝

✠

✡

✝

✆

✝

✆

☞

✝

☛

✟

✡

✠

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

False False False False False

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80


0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✞

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✖

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✞

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✘

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✕

0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✗


✘

Refl. 8k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✗

Refl. 4k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✞

Refl. 2k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✗

Refl. 1k 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✖

Refl. 500 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✕

Refl. 250 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✔

Refl. 125 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✑

Refl. 63 0,80 0,80 0,80 0,80 0,80

✑

evend False False False False False

✓

rslawaai - RMW-2012

✞ ✝

✄

☞

✝

✝

✍

✆

✂

✁

☎

☞

✝

✡

✆

✝

✒

✄

✏

✝

✑

☛

✎

✍

✠

✝

✝

☞

✌

✝

✠

✡

✝

✆

✝

✆

☞

✝

☛

✟

✡

✠

keerslawaai - RMW-2012

✘

✞

✖

✞

✕

✗ ✘

✗

✞

✗

✖

Hoogte F ---

✕

Hoogte E ---

✔

Hoogte D ---

✓

Hoogte C ---

✑

Hoogte B 5,00 5,00

✑

ogte A 1,50 1,50

✑

✑

✘

✘

✞

✖

✞

✕

✗

✗

✞

✗

✖

✕

✔

✓

erkeerslawaai - RMW-2012 ✑

☞

✝

✝

☞

✝

✡

✆

✝

✒

✝

☛

✎

✝

✠

✝

☞

✌

✝

✠

✡

✝

✆

✝

✆

☞

✝

☛

✡

✠

✍

✄

✏

✍

✟

✝

✆

☎

✞

✄

✂

✁

Bijlage 3 Invoergegevens rekenmodel - wegverkeer

awaai - RMW-2012

ief ief

Type Verdeling Verdeling

Hbron 0,75 0,75

Helling 0 0

Wegdek W13 W0

Totaal aantal 2029,00 9694,00

LV(D) 129,07 516,88

LV(A) 64,38 237,31

LV(N) 12,19 92,31

MV(D) 9,40 69,52

MV(A) 0,95 13,18

MV(N) 0,79 9,84

ZV(D) 0,11 56,64

ZV(A) -12,92

4-7-2013 11:44:52

Bijlage 3 Invoergegevens rekenmodel - wegverkeer

awaai - RMW-2012

V(LV(N)) 50 80

V(MV(D)) 50 80

V(MV(A)) 50 80

V(MV(N)) 50 80

V(ZV(D)) 50 80

V(ZV(A)) 50 80

V(ZV(N)) 50 80

4-7-2013 11:44:52

✑

✑

✘

✘

✞

✖

✞

✕

✗

✗

✞

✗

✖

✕

✔

✓

rkeerslawaai - RMW-2012 ✑

☞

✝

✝

☞

✝

✡

✆

✝

✒

✝

☛

✎

✝

✠

✝

☞

✌

✝

✠

✡

✝

✆

✝

✆

☞

✝

☛

✡

✠

✍

✄

✏

✍

✟

✝

✆

☎

✞

✄

✂

✁


Bijlage 4: rekenresultaten wegverkeer

SCM Milieu Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B

Bijlage 4 Rekenresultaten wegverkeer - Voordeldonk Resultatentabel verkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten Voordeldonk Nee

Omschrijving beoogde woning beoogde woning beoogde woning beoogde woning

Swinkels Swinkels Leenders Leenders

Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00

Dag 48,2 49,5 50,3 51,1

Avond 43,4 44,8 45,6 46,4

Nacht 37,7 39,1 39,8 40,7

Lden 48,1 49,4 50,2 51,0

Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen

Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:23:25

SCM Milieu Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B

Bijlage 4 Rekenresultaten wegverkeer - N279 Resultatentabel verkeerslawaai LAeq totaalresultaten voor toetspunten N279 Nee

Omschrijving beoogde woning beoogde woning beoogde woning beoogde woning

Swinkels Swinkels Leenders Leenders

Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00

Dag 41,0 41,1 39,8 40,8

Avond 36,7 36,8 35,5 36,4

Nacht 33,6 33,7 32,4 33,4

Lden 42,2 42,2 41,0 41,9


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:24:39


Bijlage 5: berekening bronvermogens

bouwplannen Voordeldonk te Asten

Vdd.Ast.13.AO

II2 GECONCENTREERDE BRON ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Alu conform Bronhoogte [m] Meetafstand [m] Meethoogte [m]

: : : : : : : : : : : : :

afzuiging 8,5 #2 12-6-2013 00:00:08 Continu ----HMRI-II.8 4,00 8,50 4,00

Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 34,6 43,6 48,3 52,1 59,0 57,0 52,8 47,5 43,7 62,6 Achtergr [dB(A)] : ----------DGeo [dB] : 29,6 29,6 29,6 29,6 29,6 29,6 29,6 29,6 29,6 DAlu*R [dB] : 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 DBodem [dB] : 6,0 6,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 2,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 58,2 67,2 75,9 79,7 86,6 84,6 80,4 75,1 71,3 90,1


: : : : : : : : : : : : :

heftruck (gas) 12-6-2013 00:00:19 Continu ----HMRI-II.8 1,00 2,50 1,50



: : : : : : : : : : : : :

heftruck (elektrisch) 12-6-2013 00:00:16 Continu ----HMRI-II.8 1,00 2,50 1,50


Source Explorer V2.20

26-6-2013 16:30:54


Vdd.Ast.13.AO

II3 OPENING IN WAND ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetvlak [m²] Meetafstand [m]

: : : : : : : : : : :

hal 1 slijpen (poort open) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----16,00 0,50

Meetpunt 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— 1 12,7 33,5 38,6 53,5 59,4 65,1 69,0 70,9 69,1 75,1 2 17,9 32,1 38,4 48,4 58,7 65,0 68,1 71,3 69,6 75,2 3 26,7 40,9 55,8 64,8 67,2 69,2 70,0 75,2 69,9 78,4 4 23,5 35,5 47,6 55,5 59,4 64,7 69,1 75,5 68,4 77,4 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Gem.niv. Lp : 22,9 36,9 50,5 59,6 62,9 66,5 69,1 73,7 69,3 76,8 Achtergr. meetpunt 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— 1* ----------2* ----------3* ----------4* ----------—————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Achtergr : ----------Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 22,9 36,9 50,5 59,6 62,9 66,5 69,1 73,7 69,3 76,8 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 12,0 Delta Lf [dB] : 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 3,0 DI [dB] : 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 31,9 46,0 59,6 68,7 71,9 75,5 78,1 82,8 78,3 85,8


: : : : : : : : : : :

hal 1 lassen (poort open) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----16,00 0,50



26-6-2013 16:30:54


Vdd.Ast.13.AO


: : : : : : : : : : :

hal 2 slijpen (poort open) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----12,00 0,50



: : : : : : : : : : :

hal 2 lassen (poort open) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----12,00 0,50



26-6-2013 16:30:54


Vdd.Ast.13.AO

II3 GELUIDSAFSTRALENDE WAND ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetvlak [m²] Meetafstand [m]

: : : : : : : : : : :

hal 1 slijpen (poort gesloten) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----16,00 0,50



: : : : : : : : : : :

hal 1 lassen (poort gesloten) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----16,00 0,50



26-6-2013 16:30:54


Vdd.Ast.13.AO


: : : : : : : : : : :

hal 2 slijpen (poort gesloten) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----12,00 0,50



: : : : : : : : : : :

hal 2 lassen (poort gesloten) 12-6-2013 : : Fluctuerend (niet periodiek) ----12,00 0,50



26-6-2013 16:30:54


Vdd.Ast.13.AO

II7 UITSTRALING GEBOUWEN ___________________________________________________________________________________________ Onderdeel Bronnaam MeetDatum Meetduur Type geluid Temperatuur [°C] Windsnelheid [m/s] Hoek windricht [°] RV [%] Opp. meetv [m²] Cd [dB]

: : : : : : : : : : :

kleine lichtstraten 14-6-2013 : : Continu ----0,75 4

Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 16,0 35,7 48,1 55,1 62,5 65,9 69,9 72,2 70,9 76,5 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : -1,2 -1,2 -1,2 -1,2 -1,2 -1,2 -1,2 -1,2 -1,2 Isolatie [dB] : 0,0 6,0 7,0 9,0 13,0 15,0 17,0 21,0 25,0 Cd [dB] : 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 10,8 24,5 35,9 40,9 44,3 45,7 47,7 46,0 40,7 52,8


: : : : : : : : : : :

grote lichtstraat 14-6-2013 : : Continu ----6,00 4

Frequentie [Hz] : 31.5 63 125 250 500 1000 2000 4000 8000 dB(A) —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lp [dB(A)] : 16,0 35,7 48,1 55,1 62,5 65,9 69,9 72,2 70,9 76,5 Achtergr [dB(A)] : ----------10log(S) [dB] : 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 7,8 Isolatie [dB] : 0,0 6,0 7,0 9,0 13,0 15,0 17,0 21,0 25,0 Cd [dB] : 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 4,0 —————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————————— Lw [dB(A)] : 19,8 33,5 44,9 49,9 53,3 54,7 56,7 55,0 49,7 61,8


: : : : : : : : : : :

dak hal 1 #1 14-6-2013 : : Continu ----983,00 4



26-6-2013 16:30:54


Vdd.Ast.13.AO


: : : : : : : : : : :

dak hal 1 #2 14-6-2013 : : Continu ----284,00 4



: : : : : : : : : : :

dak hal 2 14-6-2013 : : Continu ----716,00 4



: : : : : : : : : : :

dak tussenhal 14-6-2013 : : Continu ----220,00 4



26-6-2013 16:30:54


Bijlage 6: invoergegevens rekenmodel - industrielawaai

Bijlage 6 Rekenparameters

ielawaai (LAr,LT)

12-6-2013

op 26-6-2013 eu V2.21

ultaten esultaten en standaard, 5,0

.8

07 0,25 0,76 1,63 2,86 6,23 19,00 67,40

26-6-2013 22:34:58

Bijlage 6 Rekenparameters

26-6-2013 22:34:58

Bijlage 6 Invoergegevens rekenmodel

methode Industrielawaai - IL

l)

X 181690,54 181730,06 181733,65 181735,65

Y 379202,85 379257,60 379263,18 379251,77

Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief

Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00

Hoogte A 1,50 1,50 1,50 1,50

Hoogte B 5,00 5,00 5,00 5,00

Hoogte C -----

Hoogte D -----

26-6-2013 22:26:18

Bijlage 6 Invoergegevens rekenmodel - LAr,LT


X 81681,00 81687,70 81687,49 81692,02 81692,95

Y 379279,59 379264,78 379266,03 379298,02 379298,20

Hdef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief

Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Hoogte 4,00 2,70 2,70 2,33 2,33

Type Normale puntbron Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel

Richt. 350,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Hoek 90,00 360,00 360,00 360,00 360,00

GeenRefl. Nee Ja Ja Ja Ja

81699,51 81687,66 81687,45 81692,17 81693,03

379311,22 379265,00 379266,23 379298,05 379298,21

Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

4,00 2,70 2,70 2,33 2,33

Normale puntbron Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

360,00 360,00 360,00 360,00 360,00

Nee Ja Ja Ja Ja

81672,32 81670,37 81668,11 81665,85 81663,74

379284,66 379297,00 379309,95 379322,74 379334,79


0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

3,75 3,75 3,75 3,75 3,75

Uitstralend Uitstralend Uitstralend Uitstralend Uitstralend

dak dak dak dak dak

HMRI-II.8 HMRI-II.8 HMRI-II.8 HMRI-II.8 HMRI-II.8

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

360,00 360,00 360,00 360,00 360,00

Nee Nee Nee Nee Nee

81693,85 81685,96 81685,11 81684,43 81683,75

379331,17 379302,89 379307,47 379311,71 379316,13


0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

3,75 4,25 4,25 4,25 4,25

Uitstralend Uitstralend Uitstralend Uitstralend Uitstralend

dak dak dak dak dak

HMRI-II.8 HMRI-II.8 HMRI-II.8 HMRI-II.8 HMRI-II.8

0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

360,00 360,00 360,00 360,00 360,00

Nee Nee Nee Nee Nee

26-6-2013 22:27:38



)(N) ------

Lwr 31 58,18 31,90 33,22 30,65 31,97

Lwr 63 67,18 45,97 45,10 44,72 43,85

Lwr 125 75,88 59,57 58,11 58,32 56,86

Lwr 250 79,68 68,66 68,41 67,42 67,16

Lwr 500 86,58 71,90 71,34 70,65 70,09

Lwr 1k 84,58 75,49 74,87 74,24 73,62

Lwr 2k 80,38 78,14 78,74 76,89 77,49

Lwr 4k 75,08 82,77 80,20 81,52 78,95

Lwr 8k 71,28 78,33 79,64 77,08 78,39

Lwr Totaal 90,15 85,82 85,10 84,57 83,85

------

58,18 31,39 36,92 30,14 38,67

67,18 41,87 47,68 40,62 49,43

75,88 42,94 50,71 41,69 52,46

79,68 52,09 57,50 50,84 59,25

86,58 57,81 60,20 56,56 61,95

84,58 59,39 61,32 58,14 63,07

80,38 59,55 60,73 58,30 62,48

75,08 60,46 59,85 59,21 61,60

71,28 54,51 56,09 53,26 57,84

90,15 65,98 67,56 64,73 69,31

------

10,75 10,75 10,75 10,75 10,75

24,45 24,45 24,45 24,45 24,45

35,85 35,85 35,85 35,85 35,85

40,85 40,85 40,85 40,85 40,85

44,25 44,25 44,25 44,25 44,25

45,65 45,65 45,65 45,65 45,65

47,65 47,65 47,65 47,65 47,65

45,95 45,95 45,95 45,95 45,95

40,65 40,65 40,65 40,65 40,65

52,76 52,76 52,76 52,76 52,76

------

10,75 19,78 19,78 19,78 19,78

24,45 33,48 33,48 33,48 33,48

35,85 44,88 44,88 44,88 44,88

40,85 49,88 49,88 49,88 49,88

44,25 53,28 53,28 53,28 53,28

45,65 54,68 54,68 54,68 54,68

47,65 56,68 56,68 56,68 56,68

45,95 54,98 54,98 54,98 54,98

40,65 49,68 49,68 49,68 49,68

52,76 61,79 61,79 61,79 61,79

26-6-2013 22:27:38


nmethode Industrielawaai - IL X-1 181698,14 181697,51 181697,70

Y-1 379235,09 379235,16 379235,04

Hdef. Relatief Relatief Relatief

ISO M 0,00 0,00 0,00

ISO H 0,75 0,75 0,75

Aantal(D) 4 30 2

Aantal(A) ----

Aantal(N) ----

Gem.snelheid 10 10 10

26-6-2013 22:27:38


nmethode Industrielawaai - IL

st. ,00 ,00 ,00

Lwr 31 66,30 66,30 77,30

Lwr 63 73,30 73,30 84,30

Lwr 125 68,60 68,60 79,60

Lwr 250 71,70 71,70 82,70

Lwr 500 73,70 73,70 84,70

Lwr 1k 76,10 76,10 87,10

Lwr 2k 80,50 80,50 91,50

Lwr 4k 78,50 78,50 89,50

Lwr 8k 73,50 73,50 84,50

Lwr Totaal 85,01 85,01 96,01

Cb(D) 30,89 22,14 34,48

Cb(A) ----

26-6-2013 22:27:38



26-6-2013 22:27:38


methode Industrielawaai - IL Y-1 379235,67 379234,97

Hdef. Relatief Relatief

ISO M 0,00 0,00

ISO H 0,75 0,75

Cb(u)(D) 0,500 1,500

Cb(u)(A) ---

Cb(u)(N) ---

Vorm Polylijn Polylijn

Aant.puntbr 1 1

Vormpunten 12 12

26-6-2013 22:27:38


methode Industrielawaai - IL LwrM 63 45,40 38,59

LwrM 125 56,90 46,79

LwrM 250 60,40 53,49

LwrM 500 66,70 60,49

LwrM 1k 68,90 57,89

LwrM 2k 66,40 62,39

LwrM 4k 62,60 56,39

LwrM 8k 55,50 53,29

LwrM Totaal 73,14 66,43

Lwr Totaal 93,99 87,29

26-6-2013 22:27:38

Bijlage 6 Invoergegevens rekenmodel - LAr,LT Industrielawaai - IL

Rel.H 0,20 0,20 0,20 0,20

Cb(u)(D) 5,299 5,299 2,668 8,002

Cb(u)(A) -----

Cb(u)(N) -----

LwrM2 31 8,91 8,96 8,99 9,00

LwrM2 63 22,61 22,66 22,69 22,70

LwrM2 125 33,01 33,06 33,09 33,10

LwrM2 250 33,01 33,06 33,09 33,10

LwrM2 500 37,41 37,46 37,49 37,50

LwrM2 1k 38,81 38,86 38,89 38,90

LwrM2 2k 36,81 36,86 36,89 36,90

LwrM2 4k 37,11 37,16 37,19 37,20

LwrM2 8k 28,81 28,86 28,89 28,90

LwrM2 Totaal 44,47 44,52 44,55 44,56

4-7-2013 11:31:43

Bijlage 6 Invoergegevens rekenmodel - LAmax


X 81687,70 81687,49 81692,02 81692,95 81687,66

Y 379264,78 379266,03 379298,02 379298,20 379265,00


Maaiveld 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Hoogte 2,70 2,70 2,33 2,33 2,70

81687,45 81692,17 81693,03

379266,23 379298,05 379298,21

Relatief Relatief Relatief

0,00 0,00 0,00

2,70 2,33 2,33

Type gevel gevel gevel gevel gevel

Richt. 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

Hoek 360,00 360,00 360,00 360,00 360,00

GeenRefl. Ja Ja Ja Ja Ja

GeenDemping Nee Nee Nee Nee Nee

Uitstralende gevel Uitstralende gevel Uitstralende gevel

0,00 0,00 0,00

360,00 360,00 360,00

Ja Ja Ja

Nee Nee Nee

Uitstralende Uitstralende Uitstralende Uitstralende Uitstralende

26-6-2013 22:28:41


methode Industrielawaai - IL Lwr 63 55,97 55,10 54,72 53,85 51,87

Lwr 125 69,57 68,11 68,32 66,86 52,94

Lwr 250 78,66 78,41 77,42 77,16 62,09

Lwr 500 81,90 81,34 80,65 80,09 67,81

Lwr 1k 85,49 84,87 84,24 83,62 69,39

Lwr 2k 88,14 88,74 86,89 87,49 69,55

Lwr 4k 92,77 90,20 91,52 88,95 70,46

Lwr 8k 88,33 89,64 87,08 88,39 64,51

Lwr Totaal 95,82 95,10 94,57 93,85 75,98

57,68 50,62 59,43

60,71 51,69 62,46

67,50 60,84 69,25

70,20 66,56 71,95

71,32 68,14 73,07

70,73 68,30 72,48

69,85 69,21 71,60

66,09 63,26 67,84

77,56 74,73 79,31

26-6-2013 22:28:41


nmethode Industrielawaai - IL X-1 181698,14 181697,51 181697,70 181679,28 181680,56

Y-1 379235,09 379235,16 379235,04 379235,67 379234,97


ISO M 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00

ISO H 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75

Aantal(D) 4 30 2 1 1

Aantal(A) ------

Aantal(N) ------

Gem.snelheid 10 10 10 10 10

26-6-2013 22:28:41



st. ,00 ,00 ,00 ,00 ,00

Lwr 31 71,30 71,30 82,30 51,55 55,35

Lwr 63 78,30 78,30 89,30 71,25 64,45

Lwr 125 73,60 73,60 84,60 82,75 72,65

Lwr 250 76,70 76,70 87,70 86,25 79,35

Lwr 500 78,70 78,70 89,70 92,55 86,35

Lwr 1k 81,10 81,10 92,10 94,75 83,75

Lwr 2k 85,50 85,50 96,50 92,25 88,25

Lwr 4k 83,50 83,50 94,50 88,45 82,25

Lwr 8k 78,50 78,50 89,50 81,35 79,15

Lwr Totaal 90,01 90,01 101,01 98,99 92,29

Cb(D) 30,89 22,14 34,48 36,93 36,92

Cb(A) ------

26-6-2013 22:28:41



26-6-2013 22:28:41


Bijlage 7: rekenresultaten industrielawaai – LAr,LT

SCM Milieu Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:

Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee

Naam Toetspunt 01_A 01_B 02_A 02_B 03_A

Omschrijving beoogde woning beoogde woning beoogde woning beoogde woning beoogde woning

(voorgevel) (voorgevel) (zijgevel) (zijgevel) (acvhtergevel)

Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50

Dag 30,3 32,4 43,7 46,1 43,6

03_B 04_A 04_B

beoogde woning Swinkels (acvhtergevel) beoogde woning Leenders beoogde woning Leenders

5,00 1,50 5,00

45,4 36,0 40,4

Swinkels Swinkels Swinkels Swinkels Swinkels


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:30:11

SCM Milieu Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:

Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 01_A - beoogde woning Swinkels (voorgevel) (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 01_A L1 L2 M2 P2 M3

Omschrijving beoogde woning Swinkels (voorgevel) heftruck (gas) heftruck (elektrisch) personenwagen (bezoekers/klanten) afzuiging hal 2 bestelwagen

G1 G2 M1 G3 G4

Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 4,00 0,75

Dag 30,3 25,2 24,0 21,7 21,5 20,3

hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) personenwagen (personeel) hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open)

2,70 2,70 0,75 2,33 2,33

16,0 13,3 13,2 8,4 7,6

D1 D2 G5 G6 G8

dak dak hal hal hal

hal 1 #1 hal 1 #2 1 slijpen (poort gesloten) 1 lassen (poort gesloten) 2 lassen (poort gesloten)

0,20 0,20 2,70 2,70 2,33

2,3 2,3 1,8 0,4 -0,5

D3 D4 G7 D7-1 D7-2

dak hal 2 dak tussenhal hal 2 slijpen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal grote lichtstraat tussenhal

0,20 0,20 2,33 4,25 4,25

-3,6 -5,0 -6,4 -7,6 -8,0

D7-3 D7-4 D5-1 D5-2 D5-3

grote lichtstraat tussenhal grote lichtstraat tussenhal kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1

4,25 4,25 3,75 3,75 3,75

-8,6 -9,3 -21,4 -21,8 -23,9

D6 D5-4 D5-5 P1

kleine lichtstraat hal 2 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 afzuiging hal 1

3,75 3,75 3,75 4,00

-25,3 -25,6 -27,0 --


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50


Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 01_B - beoogde woning Swinkels (voorgevel) (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 01_B L1 L2 M2 P2 M3

Omschrijving beoogde woning Swinkels (voorgevel) heftruck (gas) heftruck (elektrisch) personenwagen (bezoekers/klanten) afzuiging hal 2 bestelwagen

G1 G2 M1 G3 G4

Hoogte 5,00 0,75 0,75 0,75 4,00 0,75

Dag 32,4 27,4 26,0 23,7 23,5 22,4

hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) personenwagen (personeel) hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open)

2,70 2,70 0,75 2,33 2,33

17,5 16,5 15,2 8,7 7,9

D1 G6 D2 G5 D3

dak hal dak hal dak

hal 1 #1 1 lassen (poort gesloten) hal 1 #2 1 slijpen (poort gesloten) hal 2

0,20 2,70 0,20 2,70 0,20

7,6 6,8 6,5 3,9 2,2

D4 G8 D7-1 G7 D7-2

dak tussenhal hal 2 lassen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal hal 2 slijpen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal

0,20 2,33 4,25 2,33 4,25

1,3 0,7 -5,6 -5,6 -6,1

D7-3 D7-4 D5-2 D5-3 D5-1


4,25 4,25 3,75 3,75 3,75

-6,6 -7,1 -17,0 -18,6 -19,9

D5-4 D5-5 D6 P1

kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraat hal 2 afzuiging hal 1

3,75 3,75 3,75 4,00

-20,4 -21,8 -22,6 --


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50


Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 02_A - beoogde woning Swinkels (zijgevel) (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 02_A P2 L1 L2 G2 G3

Omschrijving beoogde woning Swinkels (zijgevel) afzuiging hal 2 heftruck (gas) heftruck (elektrisch) hal 1 lassen (poort open) hal 2 slijpen (poort open)

G4 M2 M3 G1 G6

Hoogte 1,50 4,00 0,75 0,75 2,70 2,33

Dag 43,7 39,5 37,0 35,5 35,4 27,8

hal 2 lassen (poort open) personenwagen (bezoekers/klanten) bestelwagen hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort gesloten)

2,33 0,75 0,75 2,70 2,70

27,0 26,9 25,6 24,3 21,6

G5 M1 D1 G8 D2

hal 1 slijpen (poort gesloten) personenwagen (personeel) dak hal 1 #1 hal 2 lassen (poort gesloten) dak hal 1 #2

2,70 0,75 0,20 2,33 0,20

20,2 18,3 17,8 16,2 16,1

D3 D7-1 G7 D7-2 D7-3

dak hal 2 grote lichtstraat tussenhal hal 2 slijpen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal grote lichtstraat tussenhal

0,20 4,25 2,33 4,25 4,25

13,4 12,1 11,7 11,4 10,6

D4 D7-4 D5-2 D5-1 D6

dak tussenhal grote lichtstraat tussenhal kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraat hal 2

0,20 4,25 3,75 3,75 3,75

10,1 10,1 -4,9 -5,9 -5,9

D5-3 D5-4 D5-5 P1

kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 afzuiging hal 1

3,75 3,75 3,75 4,00

-6,2 -9,1 -9,4 --


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50


Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 02_B - beoogde woning Swinkels (zijgevel) (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 02_B P2 L1 L2 G1 G2

Omschrijving beoogde woning Swinkels (zijgevel) afzuiging hal 2 heftruck (gas) heftruck (elektrisch) hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open)

G3 G4 M2 M3 D1

Hoogte 5,00 4,00 0,75 0,75 2,70 2,70

Dag 46,1 41,9 38,9 37,1 36,2 35,7

hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open) personenwagen (bezoekers/klanten) bestelwagen dak hal 1 #1

2,33 2,33 0,75 0,75 0,20

29,7 28,8 28,7 27,2 24,4

G6 D2 G5 D3 M1

hal 1 lassen (poort gesloten) dak hal 1 #2 hal 1 slijpen (poort gesloten) dak hal 2 personenwagen (personeel)

2,70 0,20 2,70 0,20 0,75

22,1 21,2 20,6 20,3 20,1

D4 G8 G7 D7-1 D7-2

dak tussenhal hal 2 lassen (poort gesloten) hal 2 slijpen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal grote lichtstraat tussenhal

0,20 2,33 2,33 4,25 4,25

18,6 18,5 13,8 13,6 13,3

D7-3 D7-4 D5-2 D5-3 D5-4


4,25 4,25 3,75 3,75 3,75

12,6 12,4 0,6 -0,4 -1,7

D5-1 D6 D5-5 P1

kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraat hal 2 kleine lichtstraten hal 1 afzuiging hal 1

3,75 3,75 3,75 4,00

-2,1 -2,9 -3,1 --


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50


Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 03_A - beoogde woning Swinkels (acvhtergevel) (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 03_A P2 G1 G2 L1 L2

Omschrijving beoogde woning Swinkels (acvhtergevel) afzuiging hal 2 hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) heftruck (gas) heftruck (elektrisch)

G3 G4 M2 M3 G6

Hoogte 1,50 4,00 2,70 2,70 0,75 0,75

Dag 43,6 40,4 35,3 34,4 33,2 31,5

hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open) personenwagen (bezoekers/klanten) bestelwagen hal 1 lassen (poort gesloten)

2,33 2,33 0,75 0,75 2,70

28,3 27,5 24,6 23,6 20,5

G5 D1 G8 M1 D2

hal 1 slijpen (poort gesloten) dak hal 1 #1 hal 2 lassen (poort gesloten) personenwagen (personeel) dak hal 1 #2

2,70 0,20 2,33 0,75 0,20

19,1 17,4 16,7 16,0 15,7

D3 D7-1 G7 D7-2 D7-3

dak hal 2 grote lichtstraat tussenhal hal 2 slijpen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal grote lichtstraat tussenhal

0,20 4,25 2,33 4,25 4,25

13,8 12,4 12,1 11,5 11,1

D7-4 D4 D5-1 D6 D5-2

grote lichtstraat tussenhal dak tussenhal kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraat hal 2 kleine lichtstraten hal 1

4,25 0,20 3,75 3,75 3,75

10,5 9,8 -3,9 -5,2 -5,3

D5-3 D5-4 D5-5 P1

kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 afzuiging hal 1

3,75 3,75 3,75 4,00

-6,6 -9,6 -9,9 --


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50


Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 03_B - beoogde woning Swinkels (acvhtergevel) (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 03_B P2 L1 G1 G2 L2

Omschrijving beoogde woning Swinkels (acvhtergevel) afzuiging hal 2 heftruck (gas) hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) heftruck (elektrisch)

G3 G4 M2 M3 D1

Hoogte 5,00 4,00 0,75 2,70 2,70 0,75

Dag 45,4 42,4 36,1 35,9 35,0 34,4

hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open) personenwagen (bezoekers/klanten) bestelwagen dak hal 1 #1

2,33 2,33 0,75 0,75 0,20

30,2 29,3 26,9 25,5 24,0

G6 D2 D3 G5 G8

hal dak dak hal hal

1 lassen (poort gesloten) hal 1 #2 hal 2 1 slijpen (poort gesloten) 2 lassen (poort gesloten)

2,70 0,20 0,20 2,70 2,33

21,5 20,7 20,4 19,9 19,0

D4 M1 G7 D7-1 D7-2

dak tussenhal personenwagen (personeel) hal 2 slijpen (poort gesloten) grote lichtstraat tussenhal grote lichtstraat tussenhal

0,20 0,75 2,33 4,25 4,25

18,9 18,2 14,3 13,8 13,3

D7-3 D7-4 D5-1 D5-2 D5-3


4,25 4,25 3,75 3,75 3,75

13,0 12,6 1,2 0,2 -0,7

D5-4 D6 D5-5 P1


3,75 3,75 3,75 4,00

-1,7 -2,5 -3,0 --


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50

SCM Milieu

Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT

Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:

Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 04_A - beoogde woning Leenders (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 04_A L1 L2 P2 M2 M3

Omschrijving beoogde woning Leenders heftruck (gas) heftruck (elektrisch) afzuiging hal 2 personenwagen (bezoekers/klanten) bestelwagen

G1 G2 M1 D2 G3

Hoogte 1,50 0,75 0,75 4,00 0,75 0,75

Dag 36,0 31,9 29,9 29,8 22,1 20,9

hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) personenwagen (personeel) dak hal 1 #2 hal 2 slijpen (poort open)

2,70 2,70 0,75 0,20 2,33

17,7 16,9 12,2 11,3 11,0

G4 D1 G6 D4 D3

hal dak hal dak dak

2,33 0,20 2,70 0,20 0,20

10,3 10,0 6,5 4,7 4,5

G5 G8 D7-1 D7-2 D7-3

hal 1 hal 2 grote grote grote

slijpen (poort gesloten) lassen (poort gesloten) lichtstraat tussenhal lichtstraat tussenhal lichtstraat tussenhal

2,70 2,33 4,25 4,25 4,25

3,7 3,5 1,0 0,7 0,3

D7-4 G7 D5-2 D5-3 D5-1

grote lichtstraat tussenhal hal 2 slijpen (poort gesloten) kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1 kleine lichtstraten hal 1

4,25 2,33 3,75 3,75 3,75

0,0 -2,5 -9,1 -14,1 -15,4

D5-4 D6 D5-5 P1


3,75 3,75 3,75 4,00

-16,4 -16,4 -17,3 --

2 lassen (poort open) hal 1 #1 1 lassen (poort gesloten) tussenhal hal 2


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50

SCM Milieu

Bijlage 7 Rekenresultaten - LAr,LT

Rapport: Model: LAeq bij Bron voor toetspunt: Groep: Groepsreductie:

Resultatentabel industrielawaai (LAr,LT) 04_B - beoogde woning Leenders (hoofdgroep) Nee

Naam Bron 04_B P2 L1 L2 M2 G3

Omschrijving beoogde woning Leenders afzuiging hal 2 heftruck (gas) heftruck (elektrisch) personenwagen (bezoekers/klanten) hal 2 slijpen (poort open)

M3 G4 G1 G2 D2

Hoogte 5,00 4,00 0,75 0,75 0,75 2,33

Dag 40,4 36,8 34,4 32,4 24,9 24,2

bestelwagen hal 2 lassen (poort open) hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) dak hal 1 #2

0,75 2,33 2,70 2,70 0,20

23,5 23,2 23,0 22,5 18,7

D1 D4 D3 M1 G8

dak hal 1 #1 dak tussenhal dak hal 2 personenwagen (personeel) hal 2 lassen (poort gesloten)

0,20 0,20 0,20 0,75 2,33

17,7 15,3 15,2 15,0 13,1

G6 G5 D7-1 G7 D7-4

hal 1 hal 1 grote hal 2 grote

2,70 2,70 4,25 2,33 4,25

12,1 9,2 8,9 8,4 7,7

D7-2 D7-3 D5-3 D5-4 D5-5


4,25 4,25 3,75 3,75 3,75

7,7 7,6 -4,0 -4,9 -5,9

D5-2 D6 D5-1 P1


3,75 3,75 3,75 4,00

-7,4 -7,8 -11,3 --

lassen (poort gesloten) slijpen (poort gesloten) lichtstraat tussenhal slijpen (poort gesloten) lichtstraat tussenhal


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:31:50


Bijlage 8: rekenresultaten industrielawaai – LAmax

SCM Milieu Rapport: Model:

Bijlage 8 Rekenresultaten - LAmax

Groep:

Resultatentabel industrielawaai (LAmax) LAmax totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep)



(voorgevel) (voorgevel) (zijgevel) (zijgevel) (achtergevel)

Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50

Dag 59,2 61,3 62,6 63,6 61,1

03_B 04_A 04_B

beoogde woning Swinkels (achtergevel) beoogde woning Leenders beoogde woning Leenders

5,00 1,50 5,00

62,6 60,0 62,5



Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:32:45

SCM Milieu


Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep:

Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 01_A - beoogde woning Swinkels (voorgevel) (hoofdgroep)

Naam Bron 01_A M3 M1 L1 M2 L2

Omschrijving beoogde woning Swinkels (voorgevel) bestelwagen personenwagen (personeel) heftruck (gas) personenwagen (bezoekers/klanten) heftruck (elektrisch)

G1 G2 G3 G4 G8

hal hal hal hal hal

G5 G6 G7 LAmax

hal 1 slijpen (poort gesloten) hal 1 lassen (poort gesloten) hal 2 slijpen (poort gesloten) (hoofdgroep)

1 1 2 2 2

slijpen (poort open) lassen (poort open) slijpen (poort open) lassen (poort open) lassen (poort gesloten)

Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75

Dag 59,2 59,2 48,7 48,6 48,6 42,8

2,70 2,70 2,33 2,33 2,33

34,6 31,9 30,0 29,2 17,7

2,70 2,70 2,33

17,0 15,6 11,8 59,2


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06

SCM Milieu



Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 01_B - beoogde woning Swinkels (voorgevel) (hoofdgroep)

Naam Bron 01_B M3 M1 M2 L1 L2

Omschrijving beoogde woning Swinkels (voorgevel) bestelwagen personenwagen (personeel) personenwagen (bezoekers/klanten) heftruck (gas) heftruck (elektrisch)

G1 G2 G3 G4 G6

hal hal hal hal hal

G5 G8 G7 LAmax


1 1 2 2 1


Hoogte 5,00 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75

Dag 61,3 61,3 50,6 50,5 49,7 43,7

2,70 2,70 2,33 2,33 2,70

36,0 35,0 30,3 29,5 21,9

2,70 2,33 2,33

19,1 18,9 12,6 61,3


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06

SCM Milieu Rapport: Model: LAmax bij Bron voor toetspunt: Groep:

Bijlage 8 Rekenresultaten - LAmax Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 02_A - beoogde woning Swinkels (zijgevel) (hoofdgroep)

Naam Bron 02_A M3 L1 L2 G2 M1

Omschrijving beoogde woning Swinkels (zijgevel) bestelwagen heftruck (gas) heftruck (elektrisch) hal 1 lassen (poort open) personenwagen (personeel)

M2 G3 G4 G1 G6 G5 G8 G7 LAmax

Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 2,70 0,75

Dag 62,6 62,6 60,4 54,2 54,0 50,3

personenwagen (bezoekers/klanten) hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open) hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort gesloten)

0,75 2,33 2,33 2,70 2,70

50,1 49,4 48,6 42,9 36,7


2,70 2,33 2,33

35,3 34,4 29,8 62,6


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06


Bijlage 8 Rekenresultaten - LAmax Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 02_B - beoogde woning Swinkels (zijgevel) (hoofdgroep)

Naam Bron 02_B M3 L1 G1 L2 G2

Omschrijving beoogde woning Swinkels (zijgevel) bestelwagen heftruck (gas) hal 1 slijpen (poort open) heftruck (elektrisch) hal 1 lassen (poort open)

M1 M2 G3 G4 G6 G8 G5 G7 LAmax

Hoogte 5,00 0,75 0,75 2,70 0,75 2,70

Dag 63,6 63,6 61,0 54,8 54,5 54,2

personenwagen (personeel) personenwagen (bezoekers/klanten) hal 2 slijpen (poort open) hal 2 lassen (poort open) hal 1 lassen (poort gesloten)

0,75 0,75 2,33 2,33 2,70

51,8 51,7 51,3 50,4 37,3

hal 2 lassen (poort gesloten) hal 1 slijpen (poort gesloten) hal 2 slijpen (poort gesloten) (hoofdgroep)

2,33 2,70 2,33

36,7 35,7 32,0 63,6


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06


Bijlage 8 Rekenresultaten - LAmax Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 03_A - beoogde woning Swinkels (achtergevel) (hoofdgroep)

Naam Bron 03_A M3 L1 G1 G2 G3

Omschrijving beoogde woning Swinkels (achtergevel) bestelwagen heftruck (gas) hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) hal 2 slijpen (poort open)

G4 L2 M1 M2 G6 G8 G5 G7 LAmax

Hoogte 1,50 0,75 0,75 2,70 2,70 2,33

Dag 61,1 61,1 55,0 53,9 52,9 49,9

hal 2 lassen (poort open) heftruck (elektrisch) personenwagen (personeel) personenwagen (bezoekers/klanten) hal 1 lassen (poort gesloten)

2,33 0,75 0,75 0,75 2,70

49,1 48,7 48,4 48,2 35,7


2,33 2,70 2,33

34,9 34,2 30,3 61,1


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06


Bijlage 8 Rekenresultaten - LAmax Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 03_B - beoogde woning Swinkels (achtergevel) (hoofdgroep)

Naam Bron 03_B M3 L1 G1 G2 G3

Omschrijving beoogde woning Swinkels (achtergevel) bestelwagen heftruck (gas) hal 1 slijpen (poort open) hal 1 lassen (poort open) hal 2 slijpen (poort open)

L2 G4 M1 M2 G8 G6 G5 G7 LAmax

Hoogte 5,00 0,75 0,75 2,70 2,70 2,33

Dag 62,6 62,6 57,9 54,4 53,5 51,8

heftruck (elektrisch) hal 2 lassen (poort open) personenwagen (personeel) personenwagen (bezoekers/klanten) hal 2 lassen (poort gesloten)

0,75 2,33 0,75 0,75 2,33

51,1 50,9 50,0 49,8 37,2


2,70 2,70 2,33

36,6 35,0 32,5 62,6


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06

SCM Milieu



Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 04_A - beoogde woning Leenders (hoofdgroep)

Naam Bron 04_A M3 L1 L2 M2 M1

Omschrijving beoogde woning Leenders bestelwagen heftruck (gas) heftruck (elektrisch) personenwagen (bezoekers/klanten) personenwagen (personeel)

G1 G2 G3 G4 G8

hal hal hal hal hal

G6 G5 G7 LAmax


1 1 2 2 2


Hoogte 1,50 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75

Dag 60,0 60,0 57,3 50,6 48,8 47,5

2,70 2,70 2,33 2,33 2,33

36,2 35,5 32,6 31,9 21,7

2,70 2,70 2,33

21,7 18,9 15,7 60,0


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06

SCM Milieu



Resultatentabel industrielawaai (LAmax) 04_B - beoogde woning Leenders (hoofdgroep)

Naam Bron 04_B M3 L1 L2 M2 M1

Omschrijving beoogde woning Leenders bestelwagen heftruck (gas) heftruck (elektrisch) personenwagen (bezoekers/klanten) personenwagen (personeel)

G3 G4 G1 G2 G8

hal hal hal hal hal

G6 G7 G5 LAmax


2 2 1 1 2


Hoogte 5,00 0,75 0,75 0,75 0,75 0,75

Dag 62,5 62,5 59,5 52,7 51,4 50,1

2,33 2,33 2,70 2,70 2,33

45,8 44,8 41,5 41,0 31,2

2,70 2,33 2,70

27,2 26,5 24,4 62,5


Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:34:06


Bijlage 9: beschouwing verkeersaantrekkende werking

Bijlage 9 Verkeersaantrekende werking

saantrekkende werking

2 19-6-2013

op 26-6-2013 eu V2.21

esultaten esultaten

ge 3D analyse standaard

standaard ,00; 1,00; 2,00; 4,00; 10,00; 23,00; 58,00

26-6-2013 22:37:32


26-6-2013 22:37:32


e Wegverkeerslawaai - RMW-2012

O H ,00 ,00 ,00

ISO M 0,00 0,00 0,00

Hdef. Relatief Relatief Relatief

Type Verdeling Verdeling Verdeling

Hbron 0,75 0,75 0,75

Helling 0 0 0

Wegdek W13 W13 W13

Totaal aantal 20,00 20,00 20,00

%Int(D) 8,33 8,33 8,33

%Int(A) ----

%Int(N) ----

%IntP4 ----

26-6-2013 22:38:35


e Wegverkeerslawaai - RMW-2012 %LV(A) ----

%LV(N) ----

%LVP4 ----

%MV(D) 5,00 5,00 5,00

%MV(A) ----

%MV(N) ----

%MVP4 ----

%ZV(D) 10,00 10,00 10,00

%ZV(A) ----

%ZV(N) ----

%ZVP4 ----

MR(D) ----

MR(A) ----

MR(N) ----

MRP4 ----

26-6-2013 22:38:35



(D) ,08 ,08 ,08

MV(A) ----

MV(N) ----

MVP4 ----

ZV(D) 0,17 0,17 0,17

ZV(A) ----

ZV(N) ----

ZVP4 ----

LE (D) 63 60,40 60,94 60,40

LE (D) 125 67,25 66,29 67,25

LE (D) 250 74,54 75,90 74,54

LE (D) 500 78,81 75,85 78,81

LE (D) 1k 81,30 78,32 81,30

26-6-2013 22:38:35



A) 63 ----

LE (A) 125 ----

LE (A) 250 ----

LE (A) 500 ----

LE (A) 1k ----

LE (A) 2k ----

LE (A) 4k ----

LE (A) 8k ----

LE (N) 63 ----

LE (N) 125 ----

26-6-2013 22:38:35


e Wegverkeerslawaai - RMW-2012 (N) 2k ----

LE (N) 4k ----

LE (N) 8k ----

LE P4 63 ----

LE P4 125 ----

LE P4 250 ----

LE P4 500 ----

LE P4 1k ----

LE P4 2k ----

LE P4 4k ----

LE P4 8k ----

26-6-2013 22:38:35

SCM Milieu Rapport: Model: Groep: Groepsreductie:

Bijlage 9 Verkeersaantrekende werking Resultatentabel verkeersaantrekkende werking LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee



(voorgevel) (voorgevel) (zijgevel) (zijgevel) (acvhtergevel)

Hoogte 1,50 5,00 1,50 5,00 1,50

Dag 30,2 31,8 24,8 26,8 6,7

Lden 27,2 28,7 21,8 23,8 3,7

03_B 04_A 04_B

beoogde woning Swinkels (acvhtergevel) beoogde woning Leenders beoogde woning Leenders

5,00 1,50 5,00

10,7 32,3 33,2

7,6 29,2 30,2



Geomilieu V2.21

26-6-2013 22:40:30


BIJLAGE 4: ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK


ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 13035 Voordeldonk, Asten Gemeente Asten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek

Richard Exaltus Joep Orbons

October 2013

ArcheoPro

Archeologische onderzoek Voordeldonk, Asten.

ArcheoPro Rapport, 13035, Pagina 2

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 13035 Voordeldonk, Asten Gemeente Asten Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek

Colofon Opdrachtgever: De Heer Swinkels/De heer Leenders Status: versie 18-10-2013 Projectcode : 13-084 Bestandsnaam : ArcheoPro, Voordeldonk, Asten, 2013 10 18 Opgesteld conform KNA 3.2 Archis onderzoeksmelding (OM nummer): 56160/56161 Bevoegd gezag: Gemeente Noord-Brabant Opslagplaats documentatie: Provincie Noord-Brabant Auteur: Richard Exaltus, Joep Orbons Projectleider : Richard Exaltus Projectmedewerkers: Richard Exaltus, Joep Orbons, Hon Rik Onderaannemers: nvt Autorisatie: Drs. R.P. Exaltus; senior-archeoloog ISSN : 1569-7363 Uitgegeven door ArcheoPro © Copyright 2013 ArcheoPro, Eijsden ArcheoPro Sint Jozefstraat 45 NL 6245 LL Eijsden Nederland

Versie: 18-10-2013

Tel : 0(0 31) 43 3672586 Fax: 0(0 31) 43 3672585

Kamer van Koophandel Limburg: 14117581 e-mail: [email protected] www.archeopro.nl

www.ArcheoPro.nl



Inhoudsopgave: Samenvatting.................................................................................................................................................... 4 1 Inleiding ........................................................................................................................................................ 6 1.1 Algemeen ................................................................................................................................................... 6 1.2 Locatiegegevens ......................................................................................................................................... 6 1.3 Onderzoek .................................................................................................................................................. 6 2 Bureauonderzoek......................................................................................................................................... 10 2.1 Methode en bronnen................................................................................................................................. 10 2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem.................................................................................................... 11 2.3 Archeologie .............................................................................................................................................. 16 2.4 Informatie amateurarcheologen................................................................................................................ 17 2.5 Historie..................................................................................................................................................... 20 2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel................................................................................... 24 2.7 Onderzoeksstrategie ................................................................................................................................. 25 3 Veldonderzoek ............................................................................................................................................ 26 3.1 Verrichte werkzaamheden........................................................................................................................ 26 3.2 Resultaten booronderzoek ........................................................................................................................ 26 4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) ............................................................................................. 30 Archeologische tijdschaal .............................................................................................................................. 31 Bronnen .......................................................................................................................................................... 31 Literatuur........................................................................................................................................................ 32 Bijlage 1: Boorbeschrijving ........................................................................................................................... 33

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Samenvatting Op 12 juni 2013 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een twee schuin tegenover elkaar gelegen terreinen aan de Voordeldonk te Asten. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met de relatief grote afstand tot open water en de ligging in een relatief laag gelegen deel van het dekzandruggen-landschap, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesoltihicum. Gezien de ligging aan een historische weg binnen een oud bewoningslint geldt een hoge verwachting voor resten van bewoning uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Deze verwachting geldt met name voor de delen van het plangebied die direct langs de weg liggen. Voor resten van begravingen uit deze periode geldt een lage verwachting omdat deze gewoonlijk rond de kerken lagen. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied twaalf boringen gezet met behulp van een zandguts. Hiervan zijn er acht nageboord met een edelmanboor met een diameter van 15 cm waarbij het opgeboorde zand is gezeefd. Uit de resultaten van het met de zandguts verrichte onderzoek blijkt dat de bodem binnen de delen van het plangebied die buiten de direct langs de weg gelegen zones liggen, overwegend tot een halve meter in de oorspronkelijke C-horizont zijn verstoord. Dit betekent dat binnen de niet langs de weg gelegen zones van de beide delen van het plangebied, nauwelijks nog behoudenswaardige archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Binnen de langs de weg gelegen zones is echter op beide delen van het plangebied ondoordringbaar puin aangetroffen. Het betreft rood-oranje baksteenpuin dat vrijwel zeker deel heeft uitgemaakt van de boerderijen die hier tot halverwege de twintigste eeuw hebben gestaan. Deze boerderijen dateren mogelijke al uit de negentiende eeuw en kunnen oudere voorgangers hebben gehad. Resten hiervan kunnen onder de in de twintigste eeuw afgebrande/gesloopte boerderijen liggen. Om deze reden wordt geadviseerd om binnen de tussen de huidige bebouwing en de weg gelegen delen van het plangebied geen bodemingrepen te plegen die dieper reiken dan een halve meter beneden het huidige maaiveld. Voor het noordelijke deel van het plangebied geldt de volgende aanbeveling: Hier dient de zuidrand van de voorgenomen bouwlocatie zoveel mogelijk samen tevallen met de zuidrand van de huidige schuur. Voor het zuidelijke deel van het plangebied geldt de volgende aanbeveling: Hier dient de noordgrens van de voorgenomen bouwlocatie zoveel mogelijk samen te vallen met de noordrand van de huidige bebouwing. Op deze manier kan worden voorkomen dat graafwerkzaamheden die dieper reiken dan een halve meter beneden het huidige maaiveld, tot het verloren gaan van resten van historische bebouwing leiden. Indien binnen de tussen de weg en de huidige bebouwing gelegen zones graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn die

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



dieper reiken gaan dan een halve meter beneden het maaiveld, wordt aanbevolen om voorafgaande hieraan een proefsleuvenonderzoek te laten doen. Een dergelijk onderzoek dien te worden uitgevoerd volgens een speciaal hiertoe op te stellen Pakket van Eisen (PvE). Gezien de bodemverstoring en het ontbreken van archeologische indicatoren alhier, geven de resultaten van het onderzoek op de overige delen van het plangebied, geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



1 Inleiding 1.1 Algemeen - Opdrachtgever: De Heer Swinkels/De heer Leenders - Geplande ingrepen: bouw van twee woningen (zie figuur 2). Na toevoeging van het archeologisch onderzoek zal een ontwerpwijzigingsplan ter inzage worden gelegd. In deze omgeving wordt doorgaans een fundering op staal toegepast. Er zijn nog geen concrete bouwplannen aangezien de procedure nog niet afgerond is. De bouw zal waarschijnlijk worden onderkelderd of worden voorzien van een kruipruimte. Daarnaast mogen de bouwvlakken volledig bebouwd worden en mogen op de noordelijk locatie 120 m² aan bijgebouwen gerealiseerd worden en op de zuidelijke locatie 90 m². De bouwvlakken hebben een oppervlakte van 168 m² (noordelijk) en 174 m² (zuidelijk). Aangezien we nog in een ‘vroeg’ stadium zitten, is er nog geen sonderingsonderzoek uitgevoerd. De benodigde diepte van de fundering en het wel of niet opbrengen van grond is dan ook nog niet bekend. - Datum uitvoering veldwerk: 12 juni 2013 - Archis onderzoeksmelding (OM nummer): 56160/56161 - Opgesteld conform KNA 3.2. - Bevoegd gezag: Gemeente Asten - Bewaarplaats documentatie: Provincie Noord-Brabant 1.2 Locatiegegevens - Provincie: Noord-Brabant - Gemeente: Asten - Plaats: Asten - Toponiem: Voordeldonk - Globale ligging: Ten oosten van Asten; aan weerszijden van de Voordeldonk - Hoekcoördinaten plangebied: o 181674 / 379175 o 181674 / 379301 o 181744 / 379301 o 181744 / 379175 - Oppervlakte plangebied: 0,21 ha (verdeeld over twee aparte deelgebieden) - Eigendom: particulier - Grondgebruik: Tuin, erf en bebouwing - Hoogteligging: ± 25,95 m +NAP - Bepaling locaties: GPS Garmin, meetlinten - Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond het centrum van het plangebied 1.3 Onderzoek Op 12 juni 2013 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een twee schuin tegenover elkaar gelegen terreinen aan de Voordeldonk te Asten. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnen en is door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog), ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist) en H. Rik (veldtechnicus).

Figuur 1: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft (© Topografische Dienst Kadaster, Emmen, 2013).

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 2a: De binnen het plangebied voorgenomen bouw van twee woningen

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 2b: Legenda van de plankaart

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



2 Bureauonderzoek 2.1 Methode en bronnen Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te verwachten archeologische waarden. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor het veldonderzoek worden bepaald. Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst, dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn): -Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) -Archeologische MonumentenKaart (AMK) -ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) -Atlas van topografische kaarten Nederland 1955-1965, 1:50.000 -Bodemkaart 1:50.000 -Gemeente Asten, Archeologische beleidskaart -Historische topografische atlas van Noord-Brabant 1836-1843, 1:25.000 -Landschappen van Maas en Peel, J. Renes, 1999 -Geomorfologische kaart 1:50.000 -Geologische kaart 1:50.000 -Grote historische atlas van Nederland 1:50.000 1838-1857 (Deel Zuid) -Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Noord-Brabant 1:25.000 1894-1926 -Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) -Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1830 -Provincie Noord-Brabant, Cultuurhistorische waardekaart -Tranchotkaart 1805

Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied (Bron: Luchtfoto, http://maps.google.nl)

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem Het plangebied ligt in de Roerdalslenk, ten westen van de overgang met het hoger gelegen Peelblok. Door de hogere ligging vormt het Peelblok een waterscheiding. Ten westen van het Peelblok stroomt het water via de slenk richting ’s Hertogenbosch en ten oosten monden de rivieren in de Maas uit. In het Pleistoceen (2,6 miljoen - 11.755 jaar geleden) is de laaggelegen slenk opgevuld met rivierafzettingen van de Rijn en de Maas (Formatie van Beegden) en aan het einde van het Pleistoceen met dekzand (Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel). Op het Peelblok zorgde erosie ervoor dat het dekzandpakket verdween. Hierdoor kunnen de Pleistocene rivierafzettingen op het Peelblok al vanaf de oppervlakte worden aangetroffen, terwijl het dekzandpakket in de Roerdalslenk tientallen meters dik kan zijn. Ten gevolge van de vrijwel continue zeespiegelstijging gedurende het Holoceen (vanaf 11,755 jaar geleden), is ook het grondwater gestegen en zijn de laagste delen van het dekzandlandschap dermate sterk vernat dat hierin veen is ontstaan. Het plangebied zelf ligt in een gebied waar de rivierafzettingen, behorende tot de Formatie van Beegden zijn bedekt met een laag dekzand. Volgens de geomorfologische kaart van Nederland (figuur 4) ligt het plangebied in een zone met dekzandruggen die al dan niet bedekt zijn met een oud bouwlanddek (figuur 4, code 3L5). Deze liggen in een vlakte van ten dele verspoelde dekzanden (figuur 4, code 2M9). Op het oostelijke deel van het onderzoeksgebied ligt volgens de geomorfologische kaart een meer gepronunceerde dekzandrug (figuur 4, code 4K14). Deze is goed herkenbaar op de uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; figuur 5). Hierop is tevens te zien dat het plangebied op een relatief laag gelegen deel van het dekzandruggen-landschap ligt. Zowel ten oosten als ten westen van het plangebied loopt het dekzandlandschap op. Op de drogere delen van het dekzandlandschap zijn veelal veldpodzolgronden ontstaan. Deze worden gekenmerkt door een uitspoelingslaag (E-horizont) en een inspoelingslaag (Bhorizont). De B-horizont gaat veelal via een overgangslaag (de BC-horizont) over in het niet door bodemvorming beïnvloede zand (de C-horizont). De bodemkaart van Nederland (figuur 6) geeft binnen het plangebied de aanwezigheid aan van lage zwarte enkeerdgronden die zijn ontstaan in leemarm en zwak lemig fijn zand (figuur 6, code EZg21). De grondwatertrap VII betekent dat het goed ontwaterde bodems betreft. De enkeerdgronden worden gekenmerkt door een tenminste 50 cm dikke sterk humeus akkerdek dat veelal in de Middeleeuwen en de Nieuwe Tijd ( tot ± 1900), is ontstaan ten gevolge van eeuwenlange bemesting met potstalmest. Veelal gaat het akerdek geleidelijk aan over in het niet door plaggenbemesting met humus verrijkte zand. De dikte van een akkerdek is afhankelijk van de ouderdom en de intensiteit waarmee materiaal is opgebracht.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 4: Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft (Bron: Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989) .

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 5: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft (Bron: Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft). .

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 6: Uitsnede uit de bodemkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft. Voor uitleg van de codes, zie hoofdstuk 2.2 (Bron: Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968).

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 7: Uitsnede uit de grondwatertrappenkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft (Bron: Stichting voor Bodemkartering, Staring Centrum, Wageningen, 1989).

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



2.3 Archeologie Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW 3.0) ligt het plangebied in een zone met een hoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. Ook op de gemeentelijke beleidskaart ligt het plangebied in een zone waarvoor een hoge archeologische verwachting geldt. Tevens is hierop aangegeven dat het plangebied voor het grootste deel binnen de historische kern van Voordeldonk valt. Voor dekzandgebieden in hun algemeenheid geldt dat hierbinnen bewoningssporen kunnen worden aangetroffen die dateren vanaf het laat-paleolithicum. Vuursteenvindplaatsen van jager-verzamelaars uit het laat-paleolithicum en het mesolithicum liggen veelal op relatief hoog gelegen delen van het dekzandlandschap in de nabijheid van water. Later, in het neolithicum wanneer een sedentair bestaan in de plaats komt van een nomadisch levenswijze, verkiest men vooral de hoogste delen van het dekzandlandschap. Deze nederzettingskeuze blijft tot in de vroege middeleeuwen bestaan. In de late middeleeuwen en de nieuwe tijd zijn de nederzettingen met name gesticht langs doorgangswegen, op kruispunten van wegen en aan de overgangen van rivieren. Binnen het onderzoeksgebied liggen vier bekende archeologische vindplaatsen. Het betreft de waarnemingsnummers: 40756, 401750, 404376 en 416356. De waarneming 40756 is driehonderd meter ten westen van het plangebied gedaan. Hier is tijdens rioleringswerkzaamheden een zogenaamde boerendanskruik uit 1596 aangetroffen. Omdat op deze locatie al eerder grondverzet had plaatsgevonden en de kruik is aangetroffen in een zandkluit met een afwijkende kleur, moet er rekening mee worden gehouden dat het mogelijk een secundaire vondst betreft. Deze waarneming ligt net als het plangebied op korte afstand van de Voordeldonk. De waarnemingen 401750 en 404376 liggen ruim achthonderd meter ten noordwesten van het plangebied en betreffen de vondst van aardewerkresten uit de middeleeuwen en de nieuwe tijd. Proefsleuven hebben hier behalve enkele greppels, geen (bewonings)sporen opgeleverd. De waarneming 416356 ligt tegen de noordwestrand van het onderzoeksgebied. Hier zijn tijdens een in 2008 uitgevoerd proefsleuvenonderzoek aardewerk- en metaalresten uit de nieuwe tijd aangetroffen waaronder resten van de beschieting door een 5.5 inch kanon uit de tweede wereldoorlog in een kuil. De meeste aardewerkresten dateren echter uit de zestiende tot de achttiende eeuw. Twee aardewerkfragmenten zijn in de Romeinse tijd gedateerd. Tevens is een niet nader gedateerd stuk vuursteen aangetroffen. Een brok tufsteen dateert mogelijk ook uit deze periode. In proefsleuven is hier een postmiddeleeuws perceleringsysteem, aangetroffen dat grotendeels overeen komt met de situatie op de kadastrale kaart uit 1811-1832 (M. Tump & J.F. van der Weerden, 2008). All in de noordwesthoek van het onderzoeksgebied gelegen waarnemingen liggen in eenzelfde bodemkundige situatie op de noordwestelijke grens van de dekzandrug waarop ook het plangebied ligt, naar de overgang naar de noordelijker gelegen vlakte van verspoelde dekzandgronden. Waarnemingen Nummer Coordinaat W 40756 181410/379260 W 401750 181100/379800 W 404376 181100/379800 W 416356 181169/379983

Versie: 18-10-2013

Periode Nieuwe Tijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd, Paleolithicum, Mesolithicum, Neolithicum, Bronstijd, IJzertijd, Romeinse tijd, Middeleeuwen, Nieuwe Tijd,

Vondsten Keramiek Keramiek Keramiek Keramiek, metaal, vuursteen, tufsteen.

www.ArcheoPro.nl



2.4 Informatie amateurarcheologen ArcheoPro heeft op 31 mei per mail contact opgenomen met de heer Bosch van de Heemkundevereniging de Vonder. Dit heeft met betrekking tot het plangebied geen informatie opgeleverd.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 8: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft (Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/ )

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 9: Uitsnede uit de gemeentelijke beleidskaart (Bron: Gemeente Asten, gemeentelijke archeologiekaart, Vestigia 2011)

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



2.5 Historie Voordeldonk vormt één van de kleine nederzettingen rond Asten die dicht bij de overgangen naar nattere zones in het landschap lagen. Asten zelf ligt op een zandrug langs de Aa. Nederzettingen zoals Voordeldonk bestonden doorgaans slechts uit enkele langgevelboerderijen die pal langs een weg lagen. Dit komt overeen met het bewoningspatroon dat vanaf de dertiende/veertiende eeuw voor deze regio kenmerkend is. De bewoning lag als lintbebouwing langs de rand van wegen die aan de randen van de akkergebieden lagen. Vaak lag de bewoning op de overgang van de wat hogere naar de iets lagere delen in het landschap. De uitgang donk duidt op een zandkop. Vanuit dergelijke kleine nederzettingen werden zogenaamde éénmansakkers geexploiteerd en vond beweiding plaats van de natte beemden in de beekdalen. Voordeldonk lag nabij de Beeker loop en de Broekloop (zie figuur 10). De minimale afstand van het plangebied tot open water bedraagt ruim driehonderd meter. Asten wordt voor het eerst genoemd in oorkonden uit 1202 en 1212. In de oorkonden wordt een "steenen huysinge" genoemd. Hiermee wordt de voorganger bedoeld van het kasteel van Asten. Het gebied was echter al veel langer bewoond. Mogelijk stond hier in de Romeinse tijd al een villa. Omdat Asten de eerste plaats was aan de rand van de Peel, werden hier reparatiewerkplaatsen voor wagens, kroegen en herbergen opgericht ten behoeve van reizigers en peelwerkers. Hieruit kwam ook een aanzienlijke handelsactiviteit voort.

Figuur 10: Beekdalen en nederzettingen in Asten-Someren. Uit: Blankers et al. 2000

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



De kaart van Verheesch (zie figuur 11) uit 1805 laat zien dat het plangebied in die tijd binnen de lintbebouwing van Voordeldonk lag. Doordat de kaart van Verheesch niet echt ge-georefereerd kan worden, is aan de hand van deze kaart niet op te maken of binnen het plangebied bebouwing aanwezig was.

Figuur 11: Uitsnede uit de kaar van Verheesch van 1805. Volgens de kaart van de historische landschappen en historische relicten (zie figuur 12) liggen de beide delen van het plangebied binnen de oude kern van Voordeldonk.

Figuur 12: Uitsnede uit de kaart met historische landschapselementen/Historische relicten Oost Brabant (Naar de Bont, 1993)

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



De kadasterkaart uit 1832 toont dat het plangebied destijds binnen de percelen 773, 774, 775, 804 en 806 lag. Uit de aanwijzende tafels blijkt dat de percelen 773, 774, 775 en 804 in eigendom waren bij de weduwe Antoine Martens en dat op de tegen de weg gelegen percelen 773 en 804 gebouwen stonden die in haar bezit waren. De achter de ten noorden van de weg gelegen bebouwing gelegen percelen 774 en 775 waren respectievelijk in gebruik als tuin en weiland. Het achter de ten noorden van de weg gelegen bebouwing gelegen perceel 806 was in bezit van de gemeente Asten en beplant met opgaande bomen. Binnen de twee deelgebieden is geen bebouwing aanwezig.

Figuur 13: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832 (Bron: Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl)

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 14 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1845, 1911, 1955 en 2009. Op de kaart uit 1911 is te zien dat toen op beide delen van het plangebied, pal tegen de weg, een hoeve stond. Op de kaart uit 1845 lijkt dit nog niet het geval te zijn. Op het noordelijke deel van het plangebied vormde het achter de hoeve gelegen land, grasland. Op het zuidelijke deel van het plangebied vormde het achter de hoeve gelegen land, bos. Op deze kaart is tevens te zien dat pal ten zuiden van het noordelijke deel van het plangebied een veldweg recht naar het zuiden liep. De kaart uit 1911 geeft hieraan min of meer parallel lopend een veldweg aan die pal langs de westrand van het zuidelijke deel van het plangebied liep. Deze weg is nog altijd aanwezig terwijl de oorspronkelijke veldweg die pal ten zuiden van het noordelijke deel van het plangebied begon, in de eerste helft van de twintigste eeuw is verdwenen. In de tweede helft van de twintigste eeuw zijn de boerderijen die oorspronkelijk binnen het plangebied aanwezig waren, verloren gegaan door een grote brand die vanaf de noordkant van de weg is overgeslagen naar de zuidkant (mondelinge mededeling van de eigenaar van het zuidelijke deel van het plangebied). Sindsdien staat op het noordelijke deel van het plangebied een lange noord-zuid lopende schuur en op het zuidelijke deel een kleine schuur.

Figuur 14: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1911, 1955 en 2009 (Bron: Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl)

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Specifieke ligging (locatie) Het plangebied ligt in de oude kern van Voordeldonk in een relatief laag gelegen deel van het dekzandruggen-landschap. De weg waarlangs het plangebied ligt, vormt de weg waarlangs de historische lintbebouwing van Voordeldonk ligt. Deze vestigingsvorm (langs wegen op de overgang van relatief hoog- naar relatief laag gelegen landschapsdelen) is voor het gebied met name kenmerkend vanaf de late middeleeuwen. Binnen de beide delen van het plangebied stond in lek geval in 1911, een langgevelboerderij. Deze zijn in de tweede helft van de twintigste eeuw afgebrand. Sindsdien zijn de beide delen van het plangebied bebouwd met een schuur en in gebruik als tuin en erf. Volgens de bodemkaart zijn binnen het plangebied lage enkeerdgronden aanwezig. Verwachte perioden (datering) Op basis van de bekende gegevens van archeologische waarden in het onderzoeksgebied moet worden geconcludeerd dat voor het plangebied een hoge archeologische verwachting geldt voor archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met de relatief grote afstand tot open water en de ligging in een relatief laag gelegen deel van het dekzandruggen-landschap, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesoltihicum. Gezien de ligging aan een historische weg binnen een oud bewoningslint geldt met name een hoge verwachting voor resten van bewoning uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Deze verwachting geldt met name voor de delen van het plangebied die direct langs de weg liggen. Voor resten van en begravingen uit deze periode geldt een lage verwachting omdat deze gewoonlijk rond de kerken lagen. Complextypen Binnen het plangebied kunnen zowel resten van bewoning als begraving aanwezig zijn uit het laat-paleolithicum, het mesolithicum, het neolithicum, de bronstijd, de ijzertijd, de Romeinse tijd en de vroege middeleeuwen. Begravingen uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd hoeven niet te worden verwacht omdat deze gewoonlijk rond de kerken in de dorpskernen lagen. Uit historische kaartgegevens blijkt dat binnen het plangebied resten van historische huisplaatsen aanwezig zijn die minimaal uit het begin van de negentiende eeuw dateren maar die mogelijk al voorgangers hebben die uit de middeleeuwen dateren. Uiterlijke kenmerken Nederzettingsresten uit alle perioden zullen binnen het plangebied uit vondststrooiingen bestaan en/of uit opgevulde spoorvullingen en funderingsresten onder de bouwvoor of onder een esdek. Mogelijke verstoringen Door de sloop van de historische bebouwing en de bouw van de huidige schuren zal plaatselijk ingrijpende bodemverstoring zijn opgetreden. Het gebruik als tuin en erf zal op zijn minst tot oppervlakkige bodemverstoring hebben geleid. De huidige opstallen binnen het plangebied waren ten tijde van het veldonderzoek nog niet gesloopt. Aangezien het plangebied binnen particuliere terreinen ligt is geen klicmelding gedaan.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



2.7 Onderzoeksstrategie Tijdens het veldwerk moet allereerst worden vastgesteld hoe de bodem is opgebouwd, in hoeverre deze intact is en of hierin archeologische indicatoren aanwezig (kunnen) zijn. Om de bodemopbouw zo exact mogelijk te kunnen bestuderen kan het beste gebruik gemaakt worden van een guts. Indien blijkt dat de huidige grondbewerking tot in de natuurlijke bodem reikt en een goede vondstzichtbaarheid heerst, is een oppervlaktekartering het meest geschikt voor het opsporen van archeologische indicatoren. Indien een oppervlaktekartering niet mogelijk is of in onvoldoende mate effectief zal zijn, wordt nageboord met een edelmanboor met een diameter van 15 cm. Het hiermee opgeboorde materiaal wordt gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter. Binnen de beide delen van het plangebied zijn zes boorpunten verdeeld over een zo gelijkmatig mogelijk netwerk. Hierdoor wordt binnen het 0,21 hectare grote plangebied een boordichtheid bereikt van ruim vijftig boringen per hectare. Een dergelijke boordichtheid voldoet volgens de Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006), ruimschoots als brede zoekoptie om vindplaatsen uit alle perioden, in zand op te sporen. Zelfs met de door ArcheoPro gehanteerde hoge boordichtheid is op basis van booronderzoek nooit te garanderen dat alle typen archeologische resten kunnen worden opgespoord. De kans op het aantreffen van grondsporen is bijvoorbeeld aanmerkelijk groter indien een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd. Een dergelijke aanpak zou echter in dit stadium van het onderzoek een te zwaar middel vormen en dient pas te worden toegepast na vaststelling dat een intact esdek (onverstoord bodemprofiel) aanwezig is met daarin archeologische indicatoren. Van alle boorpunten wordt de NAP-hoogte bepaald door middel van het AHN en de waterpas.

Figuur 15: Het noordelijke deel van het plangebied nabij boring 3, gezien in noordelijke richting.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



3 Veldonderzoek 3.1 Verrichte werkzaamheden - Positie boringen: regelmatige verdeling over het plangebied, zie figuur 18. - Gebruikt boormateriaal: guts met diameter van 3 cm / edelmanboor met diameter van 15 cm. - Totaal aantal boringen: 12 - Boorgrid: Zo gelijkmatig mogelike verdeling over het plangebied. - Boordichtheid: Ruim vijftig boringen per hectare - Geboorde diepte: 0,3 – 1,5 m –Mv - Inmeten boorlocaties: GPS, meetlint en waterpas - Boorbeschrijving: Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.2) - Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: In verband met de begroeiing van het plangebied was geen oppervlaktekartering mogelijk. Evenmin waren bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. 3.2 Resultaten booronderzoek Binnen het plangebied zijn twaalf boringen gezet. De boringen 1 tot en met 4 staan in een noord-zuid gerichte raai langs de westrand van het noordelijke deel van het plangebied. De boringen 5 en 6 staan langs de oostrand van dit deel van het plangebied. De boringen 7 tot en met 12 staan in twee noord-zuid gerichte raaien van elk drie boorraaien langs de westen de oostzijde van het zuidelijke deel van het plangebied. De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het booronderzoek zijn opgesomd in Bijlage 1. Bovenin de boringen 4 en 5 is een zandpakket aangetroffen dat bestaat uit schoon zand met daarin brokken humusrijk zand. In boring 5 loopt dit pakket door tot een diepte van 1,25 meter beneden het maaiveld. Deze diepe bodemverstoring is waarschijnlijk het gevolg van de bouw van de schuur pal ten westen van dit boorpunt. In de ten westen van deze schuur gezette boringen 1 tot en met 4 is de bodem sterk verstoord in de boringen 1 en 3. Bovenin deze beide boringen is een zandpakket aangetroffen dat bestaat uit humusrijk zand met daarin brokken schoon zand. Dit pakket gaat naar beneden toe over in een pakket schoon zand met daarin brokken humusrijk zand. De totale diepte van de bodemverstoring bedraagt hier 0,9 meter. Dit contrasteert sterk met de boringen 2 en 4. Hier is onder een vergraven toplaag van respectievelijk 50 en 35 cm dikte, het schone gele zand van de C-horizont aangetroffen. Uit de aanwezigheid van het onverstoorde zand vanaf 35 cm in boring 4, valt af te leiden dat de bodem ter plaatse van de boorpunten 1 en 3, tot ruim een halve meter in de C-horizont verstoord is. Ter plaatse van boorpunt 5 bedraagt deze diepte zelfs 0,75 meter. Ook op het zuidelijke deel van het plangebied wordt de bodemopbouw gedomineerd door de aanwezigheid van pakketten zand die bestaan uit een pakket humusrijk zand met daarin brokken schoon geel zand op een pakket schoon zand met daarin brokken humusrijk zand. De verstoringsdiepte loopt hier uiteen van 0,8 meter in boring 8 tot één meter in boring 9. Ook hier lijkt de bodem derhalve verstoord te zijn tot ongeveer een halve meter in de oorspronkelijke C-horizont. In de in de zuidoosthoek van het noordelijke deel van het plangebied gezette boring 6 en in de langs de noordrand van het zuidelijke deel van het plangebied gezette boringen 7 en 10, is ondoordringbaar baksteenpuin aangetroffen. Het betreft rood-oranje baksteenpuin dat in de boringen 6 en 10 ondoordringbaar is vanaf een diepte van ongeveer 0,6 meter beneden het maaiveld en in de boring 7 vanaf een diepte van 0,3 meter beneden het maaiveld. Deze

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



boorpunten staan in de zones waarop de historische kaarten de ligging van de boerderijen aangeven die halverwege de twintigste eeuw zijn afgebrand/gesloopt. In geen van de boringen zijn intacte podzolhorizonten aangetroffen. Dit kan zowel het gevolg zijn van moderne bodemverstoring als van grondbewerking voorafgaande aan, of ten tijde van, de aanleg van een esdek.

Figuur 16: Foto van de kenmerkende bodemopbouw binnen de beide delen van het plangebied zoals deze is aangetroffen op de boorpunten 1, 3, 8, 9, 11 en 12. Ter plaatse van de boorpunten 1 tot en met 4, 8, 9, 11 en 12 is nageboord met een edelmanboor met een diameter van vijftien centimeter waarbij het opgeboorde zand is gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter. Dit heeft in geen van de boringen relevante archeologische indicatoren opgeleverd. Wel zijn hierbij tot onderin de uit brokken opgebouwde zandpakketten, relatief moderne insluitsels aangetroffen zoals baksteenspikkels en brokjes antraciet. De diepe bodemverstoring tot ongeveer een halve meter in de oorspronkelijke C-horizont op de boorpunten 1, 3, 5, 8, 9, 11 en 15 betekent dat buiten de zones waarop de historische kaarten de oorspronkelijke bebouwing aangeven, nauwelijks nog behoudenswaardige resten van archeologische sporen aanwezig kunnen zijn. Binnen de direct tegen de weg gelegen delen van het plangebied zijn echter nog resten van de historische bebouwing aanwezig. Deze (bakstenen) boerderijen dateren minimaal uit de negentiende eeuw maar zijn mogelijk al enkele eeuwen ouder waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat deze mogelijk zelfs al middeleeuwse (houten) voorgangers hebben gehad.

Figuur 17: Boorprofielen

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Figuur 18: Boorpunten met verstoringsdiepten. Op het zuidelijke deel van het plangebied is de verstoringsdiepte opmerkelijk consistent. Op het noordelijke deel is de variatie groter en kunnen de geïnterpoleerde waarden vertekend zijn door uitspringende waarden in zowel positieve als negatieve zin. Dit is inherent aan het verrichten van booronderzoek .

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl


Versie: 18-10-2013


www.ArcheoPro.nl



4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge archeologische verwachting voor archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met de relatief grote afstand tot open water en de ligging in een relatief laag gelegen deel van het dekzandruggen-landschap, geldt hooguit een middelhoge verwachting voor resten uit het laat-paleolithicum en het mesoltihicum. Gezien de ligging aan een historische weg binnen een oud bewoningslint geldt een hoge verwachting voor resten van bewoning uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd. Deze verwachting geldt met name voor de delen van het plangebied die direct langs de weg liggen. Voor resten van begravingen uit deze periode geldt een lage verwachting omdat deze gewoonlijk rond de kerken lagen. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied twaalf boringen gezet met behulp van een zandguts. Hiervan zijn er acht nageboord met een edelmanboor met een diameter van 15 cm waarbij het opgeboorde zand is gezeefd. Uit de resultaten van het met de zandguts verrichte onderzoek blijkt dat de bodem binnen de delen van het plangebied die buiten de direct langs de weg gelegen zones liggen, overwegend tot een halve meter in de oorspronkelijke C-horizont zijn verstoord. Dit betekent dat binnen de niet langs de weg gelegen zones van de beide delen van het plangebied, nauwelijks nog behoudenswaardige archeologische resten aanwezig kunnen zijn. Binnen de langs de weg gelegen zones is echter op beide delen van het plangebied ondoordringbaar puin aangetroffen. Het betreft rood-oranje baksteenpuin dat vrijwel zeker deel heeft uitgemaakt van de boerderijen die hier tot halverwege de twintigste eeuw hebben gestaan. Deze boerderijen dateren mogelijke al uit de negentiende eeuw en kunnen oudere voorgangers hebben gehad. Resten hiervan kunnen onder de in de twintigste eeuw afgebrande/gesloopte boerderijen liggen. Om deze reden wordt geadviseerd om binnen de tussen de huidige bebouwing en de weg gelegen delen van het plangebied geen bodemingrepen te plegen die dieper reiken dan een halve meter beneden het huidige maaiveld. Voor het noordelijke deel van het plangebied geldt de volgende aanbeveling: Hier dient de zuidrand van de voorgenomen bouwlocatie zoveel mogelijk samen te vallen met de zuidrand van de huidige schuur. Voor het zuidelijke deel van het plangebied geldt de volgende aanbeveling: Hier dient de noordgrens van de voorgenomen bouwlocatie zoveel mogelijk samen te vallen met de noordrand van de huidige bebouwing. Op deze manier kan worden voorkomen dat graafwerkzaamheden die dieper reiken dan een halve meter beneden het huidige maaiveld, tot het verloren gaan van resten van historische bebouwing leiden. Indien binnen de tussen de weg en de huidige bebouwing gelegen zones graafwerkzaamheden noodzakelijk zijn die dieper reiken gaan dan een halve meter beneden het maaiveld, wordt aanbevolen om voorafgaande hieraan een proefsleuvenonderzoek te laten doen. Een dergelijk onderzoek dien te worden uitgevoerd volgens een speciaal hiertoe op te stellen Pakket van Eisen (PvE). Gezien de bodemverstoring en het ontbreken van archeologische indicatoren alhier, geven de resultaten van het onderzoek op de overige delen van het plangebied, geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden. In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Asten, conform Monumentenwet 1988, laatste wijziging van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Verklarende woordenlijst: BP: Before Present (present = 1950) GPS: Global Positioning System IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil. RCE: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Archeologische tijdschaal Periode Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) Mesolithicum (midden steentijd) Neolithicum (nieuwe steentijd) Bronstijd IJzertijd Romeinse tijd Vroege middeleeuwen Volle middeleeuwen Late middeleeuwen Nieuwe tijd

Datering 250.000 9000 4500 2000 800 12 v chr. 500 1000 1250 1500

-

9000 4500 2000 800 12 v. chr. 500 n. chr. 1000 1250 1500 heden

Bronnen Gemeente Asten, gemeentelijke archeologiekaart, Vestigia 2011 Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland 1838-1857 1:50.000. Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990 Grote historische topografische Provincie Atlas Noord-Brabant; 1905 1:25.000. Nieuwland Tilburg 2006 2006 Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 4 Zuid-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997 Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl) Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, http://maps.google.nl Provincie Noord-Brabant, Cultuurhistorische waardekaart (http://www.noordbrabant.nl/CHW) Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort.

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/ Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft. Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989 Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Tranchot en v. Muffling, Kartenaufnahme der Rheinlande 1803-1820 Tump M. & J.F. van der Weerden, 2008, Asten ¨ Plangebied Asten-Loverbosch fase I (gemeente Asten). Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven., BAACrapport-A08-0168 Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer.

Literatuur Blankers, P., W. Jacobs, J. van Mierlo, G. Vries, 2000: Asten-Someren. Mens en landschap in de loop der eeuwen Bont, Ch de., Cultuurhistorisch onderzoek Oost-Brabant, 1993. Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Coenen, J., 1986: Asten. 'n Eeuw Historie van een Peeldorp, Asten. Es. Van W.A., Sarfatij, H. & P.J. Woltering (red.) 1988. Archeologie in Nederland; De rijkdom van het bodemarchief. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Amersfoort. Kuiper, M. 2006/2007. Atlas van topografische kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer. Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006) Maas, T. (red.), 1994: Geschiedenis van de heerlijkheid Asten, Asten (Stichting Geschiedschrijving Asten). Renes, J., West-Brabant, een cultuurhistorisch landschapsonderzoek, Waalre, 1985

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



Bijlage 1: Boorbeschrijving Algemene kopgegevens Soort boring Projectnummer Projectnaam Deelgebied Organisatie OM-nummer coördinaatsysteem Coördinaatsysteemdatum Locatiebepaling Referentievlak Bepaling maaiveldhoogte Boormethode Boordiameter Opdrachtgever

Posities van de boringen (boorlocaties) Boornummer XCO YCO 1 181718.9 379291.6 2 181721.4 379272.4 3 181724.8 379254.5 4 181726.2 379241.2 5 181734.9 379284.6 6 181736.2 379251.0 7 181682.2 379211.0 8 181686.2 379194.8 9 181689.0 379182.2 10 181694.9 379210.1 11 181697.5 379194.6 12 181699.1 379180.8

BAR 13-084 Voordeldonk, Asten Nvt ArcheoPro 56160/56161 RD2000 ETRS89 GPS en meetlint NAP AHN – Waterpas Guts en edelman 3 cm en 15 cm De Heer Swinkels/De Heer Leenders

Boorbeschrijving volgens ASB 5.2 Boo LD Lithologie r O GD B BS BZ B BH Nr K G 1 40 Z 3 90 Z 1 120 Z 1 2 50 Z 3 100 Z 1 3 40 Z 3 90 Z 1 115 Z 1 4 35 Z 3 100 Z 1 5 125 Z 3 150 Z 1 6 55 Z 3 60 Ondoordringbaar baksteenpuin 7 50 Z 3 55 Ondoordringbaar baksteenpuin 8 70 Z 3 80 Z 1 100 Z 1 9 75 Z 3 100 Z 1 145 Z 1 10 55 Z 3 60 Ondoordringbaar baksteenpuin 11 80 Z 3 90 Z 1 120 Z 1 12 45 Z 3 90 Z 1 120 Z 1

Kleur HK BR GE GE BR GE BR GE GE BR GE BR GE BR OR BR OR BR GE GE BR GE GE BR OR BR GE GE BR GE GE

TK

IK

GE BR

Overige kenmerken VL CO PLH VS SST K GE BR

LI GE

AIS BHN

BHAC BHC

GE LI

GE BR LI LI

BHAC BHC

DEZ

GE

VRG

LI

BHAC BHC BHAC BHC

GE GE BR LI GE BR LI

DEZ VRG VRG

GE BR

GE BR

DEZ

BHC

LI

RO GE BR

DEZ VRG VRG

GE

GE BR

GE BR

DEZ

BHC

LI

RO GE BR

VRG VRG

VRG

GE

GE RO

GI

VRG

GE

GE

BI

BHC GE BR

GE

MA, M´s tov NAP 25.58 25.71 25.80 25.81 25.79 25.76 25.89 25.87 25.75 25.88 25.95 25.69

VRG VRG DEZ VRG VRG DEZ VRG

BHAC BHC BHAC BHC

VRG VRG DEZ VRG VRG DEZ

Betekenis van de afkortingen: LDO – Onderzijde boortraject Lithologie: GD – Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zand Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2e en 3e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig , 3= veel Overige kenmerken: CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl



PLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) VS = veensoorten SST = Sedimentaire structuren BHN = Bodemhorizont; BHC = C-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor , ROG = rommelig, OPG = opgebracht GI = Geologische interpretaties AIS = Archeologische indicatoren

Versie: 18-10-2013

www.ArcheoPro.nl


BIJLAGE 5: QUICKSCAN FLORA EN FAUNA


!

"

#

Aanleiding De familie Swinkels en de familie Leenders zijn voornemens over te gaan tot oprichting van 2 vrijstaande woningen aan de Voordeldonk te Asten. De locaties van de fam. Swinkels en de fam. Leenders liggen in elkaars nabijheid. Beide locaties zijn opgenomen in één wijzigingsplan. Fam. Swinkels is voornemens het perceel tussen Voordeldonk 77 en 75 te herontwikkelen. Dit betekent, dat er ten westen van de bestaande woning op nr 77 één extra woning wordt opgericht. Fam. Leenders is voornemens het perceel gelegen tussen Voordeldonk 66 en 64 te herontwikkelen. Ook hier zal in de toekomst een woning worden opgericht. Hiervoor is een herbestemming/wijziging bestemming van (een deel van) het perceel noodzakelijk. Als onderbouwing bij de ruimtelijke procedure dient onderzocht te worden welke natuurwaarden in het (plan) gebied aanwezig zijn. En op welke wijze de voorgenomen ontwikkeling effect kan hebben op beschermde natuurwaarden. Initiatiefnemers hebben IVN Asten-Someren verzocht dit onderzoek uit te voeren. Namens het IVN hebben Jos Bronneberg en Mien Lomans het veldonderzoek uitgevoerd. Rapportage is samengesteld door Mien Lomans.

Ligging en beschrijving plangebied Het plangebied ligt ten oosten van de kern Asten, in het bebouwingslint Voordeldonk. Het bebouwingslint Voordeldonk vormt de overgang tussen de kern Asten en het landelijk gebied.

Het plangebied bestaat uit 2 kadastrale percelen. Sectie P nr. 353 (gedeeltelijk) oppervlakte 6.500 m2 tussen Voordeldonk 77 en 75 ongenummerd. Sectie P nr. 1174 oppervlakte 880 m2 tussen Voordeldonk 66 en 64 ongenummerd.

Bestemmingsplan Voordeldonk, beoogde situatie na herontwikkeling.

Voordeldonk is gelegen in een groene omgeving met laanbeplanting in de vorm van Platanen. In het plangebied tussen Voordeldonk 77 en 75 staat een oude varkensstal met golfplaten dak. Aan de zuidzijde (de zijde van Voordeldonk ) van de stal is een grasveldje met daarop 3 fruitbomen. Deze is omzoomd door naaldbomen en struiken. Aan de westzijde een hobbykasje en een ruderaal grasveldje. De oostzijde van het plangebied grenst aan de erfverharding en het woonhuis nr. 77 met opstallen. De noordzijde bestaat uit grasland. De grasveldjes worden niet gemaaid, maar regelmatig begraasd door een pony en een paard. Bijna de gehele westelijke rand van het plangebied is voorzien van een hoge Ligusterheg met hier en daar wat hoge naaldbomen en coniferen. Bij de ruimtelijke ontwikkeling zal de oude varkensstal, die momenteel in gebruik is als bergruimte grotendeels worden gesloopt. Op die plek zal de nieuwbouw plaatsvinden. Van de drie fruitbomen aan de voorzijde zal er indien mogelijk één gespaard blijven.

Het plangebied tussen Voordeldonk 64 en 66 oogt erg groen. Aan de noordzijde (zijde van Voordeldonk) bevindt zich een Laurierheg en enkele naaldbomen. Daarachter een gazon met daarop een enkele fruitboom, tamme Kastanje en Walnoot. Midden op het perceel staat een oud noodwoninkje, dat in gebruik is als bergruimte. Bij het noodwoninkje staat een Conifeer en een grote oude Taxus. Aan de westzijde grenst het plangebied middels een houtwal (takkenril) en wat inheemse struiken aan een zandweg. Aan de oostzijde grenst het plangebied met het gazon aan de bestaande woning op nr.66. En zuidelijk grenst het plangebied middels een Laurierheg, en enkele hoge Sparren aan een weiland. Bij de ruimtelijke ontwikkeling zullen er enkele bomen geveld worden, die plaats moeten maken voor de op te richten woning. Dat zullen enkele fruitbomen zijn, een tamme Kastanje, Walnoot, Taxus en wat struiken. Ten behoeve van een nieuwe toegangsweg aan de kant van Voordeldonk zullen de Laurierheg en de Sparren gerooid worden.

Doel Doel van het onderzoek is te bepalen of de wijzigingen binnen het plangebied mogelijk kunnen leiden tot overtreding van de natuurwetgeving. De Nederlandse natuurbescherming kent 2 aspecten: Soortenbescherming en Gebiedsbescherming. Voor de soortbescherming is hierbij de Flora- en faunawet van belang. De gebiedsbescherming is vastgelegd in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Deze rapportage beschrijft de (mogelijke) aanwezigheid van soorten, die zijn opgenomen op de lijsten van beschermde flora en fauna in het kader van de Flora- en faunawet. Ook wordt bepaald op welke wijze en in welke mate de voorgenomen werkzaamheden invloed hebben op deze soorten. Tevens zal worden bepaald of voorgenomen ontwikkelingen mogelijk effect hebben op de beschermde natuurwaarden van nabijgelegen natuurgebieden. Op basis daarvan kan worden vastgesteld of er maatregelen moeten worden getroffen of vervolgstappen genomen dienen te worden, om te voorkomen dat in strijd met de natuurwetgeving wordt gehandeld.

Zorgplicht In de Flora- en Faunawet is een zorgplicht (artikel 2, lid 1) opgenomen: Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.” De zorgplicht geldt altijd, en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet, en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend.

Methode In het kader van deze quickscan heeft een bronnenonderzoek plaatsgevonden, waarbij is gekeken naar gebiedsgerichte bescherming en mogelijke aanwezigheid van beschermde soorten in het plangebied. Er is voor het soortenonderzoek gebruikgemaakt van gegevens van de websites waarneming.nl , de website van Ministerie van economische zaken en diverse verspreidingsatlassen. Ook zijn er enkele locale ervaren vrijwillige steenuilbeschermers geraadpleegd. Voor de gebiedsgerichte bescherming is gekeken naar de aanwezigheid van relevante natuurterreinen in de omgeving. De ligging van Natuurbeschermingswet 1998 gebieden (o.a. Habitat- en Vogelrichtlijngebieden) de EHS en EVZ in de nabijheid van het plangebied zijn onderzocht. Daarnaast hebben er 2 veldbezoeken plaatsgevonden op dinsdag 17 september 2013 in de ochtend en op maandag 7oktober tegen de avond. Daarbij zijn alle in het plangebied aanwezige biotopen opgenomen. Aan de hand van de aanwezige biotopen kan worden bepaald of er mogelijk beschermde soorten voorkomen. Naast de biotopen zijn directe en indirecte aanwijzingen opgenomen, die duiden op het voorkomen van beschermde soorten. Behalve het fysiek aantreffen van exemplaren van soorten is er ook gelet op bijv. holen, uitwerpselen, prooiresten, braakballen vraat-, loop- en veegsporen. Deze waarnemingen zijn bij de beoordeling betrokken. De aanwezige biotopen zijn vergeleken met de habitateisen van beschermde planten- en diersoorten. Op basis van deze vergelijking is beoordeeld welke van deze soorten in het plangebied kunnen voorkomen. De bevindingen van het veldbezoek en het literatuuronderzoek zijn verwerkt in onderstaande rapportage.

Gebiedsbescherming Natuurbeschermingswet 1998 Het plangebied maakt geen deel uit van een Vogel- en/of Habitatrichtlijngebied. De dichtstbijzijnde Natura 2000 gebieden zijn Strabrechtse heide & Beuven, Deurnese en Mariapeel en Groote Peel, die op een afstand van meer dan vier kilometer van het plangebied liggen. Ten aanzien van Natura 2000 gebieden dient er zekerheid geboden te worden omtrent het niet optreden van een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten dan wel de verstoring van soorten. Op basis van de ruime afstand van het plangebied tot de Natura 2000-gebieden en de aard van de ontwikkeling is een negatief effect door de bouw van twee woningen aan de Voordeldonk uit te sluiten. Ecologische Hoofdstructuur en Ecologische Verbindingszone Zoals blijkt uit de website Ecologische hoofdstructuur van de provincie Noord-Brabant, maakt het plangebied geen deel uit van de EHS. De dichtstbijzijnde gebied dat als EHS is begrensd, ligt op enkele honderden meters afstand van het plangebied. Herinrichting zal, gelet op de afstand en de ligging van het plangebied binnen de bebouwde kom geen invloed op de Natura 2000-gebieden , EHS of EVZ hebben.

Ligging Ecologische Hoofdstructuur (groen vlak) en EcologischeVerbindingszone (blauw vierkant) ten opzichte van het plangebied (rood omkaderd) (Bron:Interactieve informatiekaart EHS Provincie Brabant).

Soortenbescherming Flora en Faunawet De aangetroffen soorten en het mogelijk voorkomen van beschermde soorten in het plangebied wordt beschreven. Per soortgroep wordt beschreven welke soorten er zijn waargenomen tijdens veldbezoek, welke soorten worden verwacht, wat de mogelijke effecten van de ingreep zijn en of mitigerende en/of compenserende maatregelen nodig zijn.

Flora In het plangebied zijn tijdens de veldbezoeken enkel ruderale en storingssoorten aangetroffen zoals Harig knopkruid, Stinkende gouwe, Zwarte nachtschade en Kleine brandnetel. Door het ontbreken van geschikte biotopen worden geen beschermde planten verwacht. De aangetroffen zeer algemene soorten worden niet genoemd in de tabellen van de Flora-en Faunawet. Een ontheffingsaanvraag in het kader van de Flora en Faunawet is niet nodig.

Vogels In de Flora en faunawet worden alle broedende vogels strikt beschermd. De Flora- en Faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen.Het gaat erom of er een broedgeval aanwezig is. Van een aantal vogelsoorten worden de nesten ook buiten het broedseizoen beschermd. Als nesten door een ruimtelijke ontwikkeling verdwijnen, kan afhankelijk van de soort, die het nest gebruikt, een ontheffingsaanvraag noodzakelijk zijn. De volgende typen (aflopend in beschermde status) worden onderscheiden.

Uit het veldbezoek blijkt, dat het plangebied voor een aantal cultuurvolgende en struweelvogelsoorten geschikt is als foerageergebied en nestgelegenheid. Tijdens de veldbezoeken zijn Houtduif,Koolmees, Merel, en Heggemus aangetroffen.(Type C) Deze maken een nest voor eenmalig gebruik. Dit nest is alleen beschermd tijdens de broedperiode zolang de jongen nog afhankelijk zijn van de broedlocatie. Ook werden er enkele Roeken waargenomen (Type A) in nabije omgeving van het plangebied. De Roekenkolonie, die in de Platanen nestelde aan de Voordeldonk in omgeving van het plangebied, veroorzaakten veel overlast voor de buurt. Door het ministerie is er ontheffing verleend aan de gemeente en afgelopen voorjaar zijn er maatregelen genomen om de overlast te beperken. Mogelijk komt Huismus (Type A) ook voor in het plangebied. Er zijn geen( sporen van) jaarrond beschermde nesten aangetroffen. Tijdens de veldbezoeken werden in het plangebied geen Type B soorten (zie tabel hierboven) vastgesteld. Mogelijk komen meerdere soorten van Type B voor zoals Ekster, Spreeuw en Koolmees. In de half open schuur/ paardenstal juist buiten het plangebied werd een oud merelnest aangetroffen. (Overige soorten) De in het plangebied aanwezige, te vellen bomen herbergen geen geschikte broedlocaties voor Type A en B soorten. De locatie is ongeschikt of er ontbreken holten en andere nestgelegenheden voor deze soorten. Het plangebied behoort tot het foerageergebied en broedgebied van cultuurvolgende- en struweelvogelsoorten. De afname van broedgelegenheid zal beperkt zijn na herinrichting. Dit komt omdat de meeste groenstructuren in en rondom het plangebied intact blijven en door nieuwbouw nestgelegenheid gecreëerd kan worden. Mitigerende (verzachtende) en compenserende maatregelen Voor het broedseizoen wordt geen standaardperiode gehanteerd in het kader van de Flora- en Faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Als richtlijn kan voor het plangebied een broedperiode aangehouden worden van 15 maart tot en met 15 augustus. Als er in gebruik zijnde nesten voorkomen, dan mogen er geen verstorende werkzaamheden worden uitgevoerd, zoals het bouwrijp maken van gronden of het verwijderen van bomen en bossages Het verdient dan ook aanbeveling de bomen voor aanvang van het broedseizoen ofwel na afloop daarvan te kappen.

Steenuil. Tijdens het veldbezoek op 7 oktober werd er een roepende Steenuil (Type A soort ) waargenomen op enige afstand van het plangebied op nr. 77. Het biotoop in een deel van het plangebied kan mogelijk deel uit maken van het leefgebied voor Steenuil. In het plangebied is gecontroleerd op sporen, die wijzen op aanwezigheid van deze soort. (controle op holtebomen, inspectie tussen dakbeschot op mogelijke nestplaatsen, braakballen en poepsporen) Deze zijn niet waargenomen. Mogelijk wordt (een deel van) het plangebied gebruikt als fourageerplek. (nr.77) Er is navraag gedaan bij enkele ervaren locale steenuilvrijwilligers en de”Soortenstandaard Steenuil’ is geraadpleegd. Door Jo van Zanten is een kaartje verstrekt met recente gegevens van de meest dichtbij gelegen territoria en geplaatste nestkasten in de omgeving van het plangebied. Daaruit blijkt dat er enkele territoria van Steenuilen op nog geen kilometer afstand van het plangebied aanwezig zijn. Uit het gebied zijn recente vrije broedgevallen bekend en broedgevallen in nestkasten.

Kaartje nestkasten / territoria Steenuilen (Felgroen vierkantje is plangebied) (Bron: Vogelwerkgroep IVN Asten-Someren)

Vlinders en libellen Tijdens de veldbezoeken zijn er geen vlinders en libellen waargenomen. Het is zeer wel mogelijk dat diverse algemeen voorkomende vlindersoorten gebruikmaken van het plangebied. Beschermde dagvlinders worden niet verwacht. Mieren en kevers Beschermde soorten mieren en houtkevers zijn afhankelijk van bijzondere habitattypen als oude (naald)bossen. Deze biotopen zijn niet aanwezig in het plangebied. Conclusie Er komen geen beschermde soorten mieren en kevers voor in het plangebied. Vissen In het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig. Hierdoor kunnen geen vissen voorkomen in het plangebied. Er is dan ook niet nader onderzocht of beschermde vissen voorkomen in de buurt van het plangebied. Conclusie Er komen geen vissen voor in het plangebied. Reptielen en amfibieën Tijdens de veldbezoeken zijn er geen reptielen en amfibieën waargenomen. In het plangebied zijn geen geschikte biotopen voor reptielen. Het plangebied is wel geschikt als landbiotoop voor algemene soorten zoals de bruine kikker en gewone pad. Er worden geen strikt beschermde amfibieën verwacht. Conclusie Er komen geen beschermde reptielen en amfibieën voor in het plangebied.

Grondgebonden zoogdieren Er werden waarnemingen gedaan van Konijnen in de nabijheid van het plangebied op nr. 77.Deze soort is lichtbeschermd (tabel 1 FF-wet) Volgens de vorige bewoner van nr. 66 komt er wel eens een Eekhoorn in de tuin. Er is onderzocht of er zich mogelijk een nest, een vaste rust-of verblijfplaats van de Eekhoorn bevindt. Deze is niet aangetroffen. Mogelijk komen er ook soorten als Egel, enkele kleine marterachtigen en diverse soorten woelmuizen voor in en rond het plangebied. Deze soorten zijn lichtbeschermd (tabel 1 FF- wet) Voor deze soorten van tabel 1 geldt een vrijstelling van art. 8 t/m 12 van de Flora- en Faunawet bij ruimtelijke ingrepen. Kijk hier wel: eenheid aanbrengen- of wel of geen hoofdletter. Een ontheffing voor grondgebonden zoogdieren in het kader van de Flora- en Faunawet is niet nodig. Vleermuizen Tijdens de veldbezoeken is vastgesteld, dat in het plangebied voortplantingsplaatsen, vaste rust- en verblijfsplaatsen voor vleermuizen ontbreken. Het te slopen gedeelte van de stal met golfplaten dak op nr. 77 is ongeschikt voor vleermuizenverblijf. De bomen in het plangebied zijn gecontroleerd op geschikte holten. Het oude noodwoninkje met pannendak in het midden van het plangebied nr.66 -64 is onderzocht op mogelijke rust- of verblijfplaatsen. Deze zijn niet aangetroffen. Een aantal soorten vleermuizen oriënteren zich op lijnvormige elementen in het landschap zoals laanbeplantingen (Voordeldonk). Gezien het karakter van de omgeving rond het plangebied maakt het plangebied zeer waarschijnlijk deel uit van het foerageergebied/ vliegroutes van diverse soorten vleermuizen. Het plangebied blijft deze functie behouden tijdens en na de bouw van de woningen. Het aanvragen van een ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet is niet noodzakelijk

Conclusies Beschermde gebieden Het plangebied ligt op 4 km van een drietal Natura 2000-gebieden. Het plangebied ligt niet in de EHS of EVZ. Herinrichting heeft geen nadelig effect op beschermde gebieden. Beschermde soorten In het plangebied komen mogelijk verschillende beschermde soorten voor die vermeld staan op de lijsten van de Flora- en faunawet. Soorten van FFlijst 1 Mogelijk wordt het plangebied gebruikt door enkele grondgebonden zoogdieren en amfibieën die zijn opgenomen op FFlijst 1. Voor deze soorten geldt een vrijstelling: bij het uitvoeren van ruimtelijke ingrepen is het voor deze soorten niet noodzakelijk een ontheffing aan te vragen. Soorten van FFlijst 2/3 Van de Eekhoorn (FFlijst 2) die weleens gesignaleerd was in het plangebied zijn geen aanwijzigingen gevonden dat hier sprake zou zijn van een vaste voortplantings- rust- of verblijfplaats. Mogelijk heeft deze soort hier gefourageerd . Tijdens en na de bouw zullen de mogelijkheden tot fourageren voor de Eekhoorn behouden blijven gezien het aantal Walnotenbomen en Sparren in het gebied. De mogelijk in het plangebied voorkomende vleermuizen staan vermeld op FFlijst 3 en de Habitatrichtlijnen en zijn strikt beschermd. Vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen zijn niet aanwezig in de te slopen schuur en in het te slopen noodwoninkje. De bomen binnen het plangebied herbergen geen geschikte holten voor verblijf. Zeer waarschijnlijk maakt een gedeelte van het plangebied en omgeving deel uit van fourageergebied en migratieroutes gezien de groene structuren. Het plangebied zal deze functie behouden tijdens en na de bouw van de woningen. Aanvraag van ontheffing in het kader van de Flora- en Faunawet is niet nodig. Soorten van FFlijst vogels De in het plangebied voorkomende vogelsoorten staan vermeld op FFlijst vogels en zijn strikt beschermd. Indien de werkzaamheden echter worden uitgevoerd op de wijze, zoals is beschreven onder het kopje “mitigerende en compenserende maatregelen”, zullen geen nadelige effecten optreden ten aanzien van vogels. Mogelijk maakt (een deel van) het plangebied en de omgeving deel uit van het leefgebied voor de Steenuil. Er zijn geen aanwijzigingen gevonden dat de Steenuil een vaste voortplantings- rust- of verblijfplaats heeft in het plangebied of in de directe omgeving / aangrenzende terreinen. Waarschijnlijk wordt (een deel van) het plangebied gebruikt als fourageergebied. Er zijn binnen en buiten het plangebied in de ruime omgeving voldoende locaties met ecologische functies zoals bijv.fourageerbebieden,vaste voortplantings- vaste rust- of verblijfplaatsen die essentieel zijn om zich te kunnen voortplanten of te verblijven. In het plangebied zullen ook na de ingreep kleinschalige agrarische activiteiten plaatsvinden, (nr. 77) de weitjes rond plangebied zullen kort begraasd blijven, er zijn diverse bomen en struiken met vruchten en noten aanwezig, er blijven mogelijkheden bestaan tot nestgelegenheid. Mogelijk kan er extra nestgelegenheid aangeboden worden door een nestkast te plaatsen. De mogelijkheden tot fourageren in het plangebied zullen tijdens de bouwactiviteiten waarschijnlijk minder zijn, maar er is voldoende gelegenheid hiertoe in de naaste omgeving.

Concluderend kan gesteld worden dat: • • • •

De herinrichting van het gebied geen effect zal hebben op beschermde gebieden. De aanbevelingen voor vogels, zoals beschreven onder ”mitigerende en compenserende maatregelen” in acht genomen dienen te worden. De werkzaamheden voor de overige soortgroepen in het plangebied geen overtreding van de natuurwetgeving tot gevolg hebben; Altijd rekening moet worden gehouden met de zorgplicht.

Geraadpleegde bronnen - Flora- en Faunawet. Vastgesteld d.d. 25 mei 1998. Staatsblad d.d. 14 juli 1998. - Vogelwerkgroep IVN Asten-Someren m.b.t. Steenuilenbescherming - Diverse verspreidingsatlassen - Diverse websites m.b.t vleermuizen -www.lnv.nl -www.brabant.nl -waarneming.nl -www.rijksoverheid.nl -www.ravon.nl -www.zoogdiervereniging.nl

WIJZIGINGSPLAN WOONGEBIEDEN ASTEN, WIJZIGING VOORDELDONK ONGENUMMERD

Recommend Documents