Wet- en regelgeving
Wetsvoorstel Wijziging Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (plattelandswoningen) [Wabo, Wm, Wgh, Wgv] Aan de Tweede Kamer is aangeboden het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en enkele andere wetten om de planologische status van gronden en opstallen bepalend te laten zijn voor de mate van milieubescherming alsmede om de positie van agrarische bedrijfswoningen aan te passen (plattelandswoningen). Doel van dit wetsvoorstel is dat het planologisch regime van gronden en opstallen, en niet langer het feitelijke gebruik daarvan, bepalend wordt voor de mate van bescherming tegen hinder van geluid, geur en fijnstof. Verder wordt geregeld dat plattelandswoningen die (ook) door derden mogen worden bewoond, niet worden beschermd tegen milieugevolgen van het bijbehorende agrarische bedrijf. Bron: TK 2011-2012, 33 078, nrs. 1-3.
Wijziging Crisis- en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen) [Chw, Awb, Elw 1998, I-Wabo, Nbw 1998, Wgh, Wm] Wet van 22 december 2011 tot wijziging van de Crisis- en herstelwet en enkele andere wetten (verbeteringen en aanvullingen). Behalve de Crisisen herstelwet worden gewijzigd: Awb; Elektriciteitswet 1998, Invoeringswet Wabo, Natuurbeschermingswet 1998, Wet geluidhinder, Wet milieubeheer. Deze Wet voorziet in wijzigingen van de CHW en enkele door die wet gewijzigde wetten: - alternatievenonderzoek in kader van milieueffectrapportage (art. I, onderdeel B, onder 2); - vastleggen basisnorm voor geluidhinder in woningen bij afwijken van de Wet geluidhinder (art. I, onderdeel C, onder 2); - beperking afwijkingsmogelijkheid van de Elektriciteitswet 1998 in het kader van art. 2.4 CHW (art. I, onderdeel D, onder 2) en toevoegen Waterwet aan de lijst met wetten waarvan bij de toepassing van dat artikel kan worden afgeweken (art. I, onderdeel D, onder 4); - mogelijkheid delegatie van bevoegdheid projectuitvoeringsbesluit vast te stellen aan B&W (art. I, onderdeel E); - bekendmaking ontwerpprojectuitvoeringsbesluit, bedoeld in artikel 2.10 CHW (art. I, onderdeel F); - mogelijkheid aanvullen vastgestelde structuurvisies voor lokale projecten met nationale betekenis, zodat geen nieuwe structuurvisie hoeft te worden vastgesteld (art. I, onderdeel G); - toevoeging aan categorie 1.5 bijlage I CHW om duidelijk te maken dat werken t.b.v. transport van duurzaam opgewekte elektriciteit vallen onder reikwijdte CHW (art. I, onderdeel J, onder 1); - wegnemen onduidelijkheden regeling voor windenergie op land volgens de artt. 9e en 9f Elektriciteitswet 1998 (art. III);
32
- aanvulling overgangsrecht Wabo (art. IV); - wijziging Natuurbeschermingswet 1998 inzake definitie van het “bestaand gebruik” (art. IVA); - technische verbeteringen van CHW (art. I, onderdelen A, C, onder 1 en 2, H, I en J onder 2 en 3), Awb (art. II), Wet geluidhinder (art. V) en Wet milieubeheer (art. VI). Datum inwerkingtreding: 31 december 2011. Bron: Staatsblad 2011, nr. 675
Wijziging Regeling omgevingsrecht (wijzigingen indieningsvereisten in verband met Bouw-besluit 2012) [Wabo, Bor, Mor, Bbs 2012] Regeling van de minister van Infrastructuur en Milieu van 25 november 2011 tot wijziging van de Regeling omgevingsrecht (wijzigingen indieningsvereisten in verband met het Bouwbesluit 2012). De in deze regeling opgenomen wijzigingen van de Regeling omgevingsrecht (hierna: Mor) houden verband met de inwerkingtreding van het Bouwbesluit (hierna: Bbs 2012). Het Bbs 2012 regelt onderwerpen die voorheen in het Bbs 2003, het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken, het Besluit aanvullende regels veiligheid wegtunnels en de gemeentelijke bouwverordening waren opgenomen. Deze integratie van normen in het Bbs 2012 heeft gevolgen voor de indieningsvereisten voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit en voor het brandveilig gebruiken van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a en d, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo). In verband hiermee zijn bij deze regeling enige artikelen uit de hoofdstukken 1 (Algemene indieningsvereisten), 2 (Indieningsvereisten vanwege bouwactiviteiten) en 3 (Indieningsvereisten vanwege aanleg- of gebruiksactiviteiten) gewijzigd. Deze wijzigingen omvatten mede wijzigingen die samenhangen met veranderde terminologie en systematiek in het Bbs 2012 ten opzichte van het Bbs 2003. Los van de wijzigingen die samenhangen met het Bbs 2012 zijn verder in een beperkt aantal artikelen uit de hoofdstukken 2 en 3 enige technische en redactionele verbeteringen aangebracht. Daarnaast strekt deze regeling tot het doen vervallen van artikel 7.2 van de Mor, dat de indieningsvereisten bevat voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk, bedoeld in artikel 2.2, lid 1, onder a, van de Wabo. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Bouwbesluit 2012 in werking treedt (naar verwachting 1 april 2012). Bron: Staatscourant 6 december 2011, nr.21436.
Regeling Bouwbesluit 2012 [Wonw, Bbs 2012] Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 22 december 2011 tot vaststelling van nadere voorschriften voor bouwwerken (Regeling Bouwbesluit 2012). Met de Regeling Bouwbesluit 2012 wordt een nadere invulling gegeven aan een aantal onderdelen van Bouwbesluit 2012. Deze regeling zal dan ook gelijk met Bouwbesluit 2012 in werking treden. Zoals Bouwbesluit 2012 in de plaats komt van Bouw-
GRONDZAKEN IN DE PRAKTIJK APRIL 2012
Ontwerp Aanpassingsbesluit Bouwbesluit 2012 [Wonw, Bbs 2012] De minister van BZK heeft een ontwerpbesluit houdende wijziging van diverse algemene maatregelen van bestuur in verband met de invoering van Bouwbesluit 2012 in de Staatscourant gepubliceerd en tevens aan de Tweede Kamer voorgelegd. In verschillende algemene maatregelen van bestuur wordt verwezen naar Bouwbesluit 2003. Naar verwachting wordt per 1 april 2012 Bouwbesluit 2003 ingetrokken en treedt Bouwbesluit 2012 in werking. Het onderhavige (ontwerp)besluit strekt tot aanpassing van de in algemene maatregelen van bestuur opgenomen verwijzingen naar Bouwbesluit 2003. Het onderhavige besluit strekt tot aanpassing van de in algemene maatregelen van bestuur opgenomen verwijzingen naar Bouwbesluit 2003. Het gaat daarbij om aanpassingen van verwijzingen en om redactionele wijzigingen. De volgende besluiten worden gewijzigd: - Besluit huurprijzen woonruimte; - Experimentenbesluit excellente gebieden; - Besluit militaire luchthavens; - Asbestverwijderingsbesluit; - Besluit burgerluchthavens; - Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet; - Besluit zonering buitenlandse luchtvaartterreinen Noord- en MiddenLimburg; - Subsidiebesluit openbare lichamen milieubeheer; - Vuurwerkbesluit; - Arbeidsomstandighedenbesluit; en - Besluit eisen inrichtingen Drank- en Horecawet. Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het ontwerpbesluit op het tijdstip waarop Bouwbesluit 2012 in werking treedt. Naar verwachting is dat 1 april 2012. Bron: Staatscourant 6 december 2011, nr.21885; TK 2011-2012, 32 757, nr. 29.
Sdu Uitgevers
Wijziging Bouwbesluit 2012 (correcties en vereenvoudigingen) [Wonw, Bbs 2012] Besluit van 22 december 2011, houdende wijziging van Bouwbesluit 2012 betreffende correcties en enkele vereenvoudigingen van Bouwbesluit 2012. Met dit wijzigingsbesluit op Bouwbesluit 2012 worden enkele onbedoelde effecten en inhoudelijke inconsistenties als gevolg van de vereenvoudiging van de brandveiligheidsvoorschriften in Bouwbesluit 2012 weggenomen. De systematiek en het niveau van eisen voor de onderwerpen (sub-)brandcompartimentering en ontvluchten bij nieuwbouw en bestaande bouw worden zodanig in overstemming gebracht met de eisen in Bouwbesluit 2003 dat de invoering van Bouwbesluit 2012 op deze onderdelen niet tot extra kosten zal leiden. Ook zijn de voorschriften op enkele andere onderdelen weer in overeenstemming gebracht met het niveau van eisen in het bouwbesluit 2003. In het voorschrift over de rookmelders (artikel 6.21) is het begrip functiewijziging geïntroduceerd. Hiermee zijn rookmelders voortaan ook voorgeschreven bij de transformatie van bijvoorbeeld kantoren naar woningen. Ook zijn in dit besluit een aantal wijzigingen op het gebied van het uitvoeren van sloopwerkzaamheden opgenomen. Voorts zijn in dit besluit enkele kleinere correcties en vereenvoudigingen opgenomen. Dit wijzigingsbesluit zal tegelijk met Bouwbesluit 2012, naar verwachting 1 april 2012, in werking treden, met uitzondering van onderdeel XX. Onderdeel XX treedt in werking op het tijdstip waarop afdeling 5.2 van Bouwbesluit 2012 in werking treedt. Bron: Staatsblad 2011, nr. 676.
Vernieuwing bouwregelgeving [Wonw] Bij brief van 15 december 2011 heeft de minister van BZK de Tweede Kamer geïnformeerd over de voornemens inzake de vernieuwing van de bouwregelgeving volgens drie pijlers. De eerste pijler is vermindering en vereenvoudiging van bestaande regels via het nieuwe Bouwbesluit 2012. De tweede pijler betreft meer verantwoordelijkheid voor de naleving van de bouwvoorschriften bij private partijen in het bouwproces. De derde pijler is gericht op verdere herijking van verantwoordelijkheden tussen overheid en private partijen. Het kabinet werkt, met de uitvoering van de adviezen van de commissie Dekker, de fundamentele bezinning van de bouwregelgeving en ook met de totstandkoming van de Omgevingswet, aan inzichtelijker juridisch instrumentarium. Stimuleren van samenwerken en ketenintegratie, meer flexibiliteit van regelgeving, versterken van de positie van gebruikers en opdrachtgevers, heldere rolverdelingen en betere naleving en toezicht staan daarbij voorop. Bezien zal worden welke onderdelen van de bouwregelgeving worden gekoppeld aan de op te stellen Omgevingswet. Bron: TK 2011-2012, 28 325, nr. 146.
33
Wet- en regelgeving
besluit 2003, vervangt deze regeling de Regeling Bouwbesluit 2003. Daarnaast zijn diverse voorschriften die onder t Bouwbesluit 2003 in de ministeriële regeling waren opgenomen voortaan in Bouwbesluit 2012, in NEN-normen, of in een andere regeling zoals de Regeling geluidwerende voorzieningen (RGV) opgenomen. Een belangrijk onderdeel van deze regeling is, evenals bij de Regeling Bouwbesluit 2003 het geval was, de aanwijzing van normen. Ook zijn in deze regeling de voorschriften met betrekking tot de CE-markeringen en kwaliteitsverklaringen opgenomen. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip bedoeld in artikel 9.4, lid 1 van Bouwbesluit 2012. Naar verwachting is dit 1 april 2012 (zie ter zake ook de brief van de minister van I&M aan de Tweede Kamer van 15 december 2011, TK 28 325, nr. 146). Bron: Staatscourant 29 december 2011, nr. 23914.
Jurisprudentie
Overzicht Jurisprudentie 1 januari 2012 tot 1 maart 2012 mr. F.M.A. van der Loo1
RUIMTELIJKE ORDENING
1 Bestemmingsplan en vooroverleg ten onrechte achterwege gelaten; Geen bestuurlijke lus [Wro, Bro, WRvS] De raad erkent dat het plan in strijd met artikel 3.1.1 van het Bro tot stand is gekomen omdat er geen vooroverleg is geweest met de betrokken diensten van de provincie. Van deze overlegverplichting kan slechts bij hoge uitzondering worden afgeweken. Een dergelijke uitzondering doet zich in dit geval niet voor, aangezien het plan voorziet in de mogelijkheid om na uitwerking meer dan 200 woningen te realiseren. Bron: ABRvS 18 januari 2012, zaaknr. 201005435/1/R1 (r.o. 2.3.2, 2.3.3), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1211. 2 Staatssteun staat in casu niet in de weg aan financiële uitvoerbaarheid bestemmingsplan [Wro] Zelfs al zou worden aangenomen dat sprake is van ongeoorloofde staatssteun bij de aankoop van gronden in het plangebied door de gemeente, voor welke aanname de beschikbare stukken overigens geen aanknopingspunten bieden, dan kan in dit geval dit niet in de weg staan aan de financiële uitvoerbaarheid van het plan. Bron: ABRvS 18 januari 2012, zaaknr. 201012504/1/R3 (r.o. 2.13.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1212. 3 Bestemmingsplan en elektronische kennisgeving [Wro, Awb] De raad heeft in casu aannemelijk gemaakt dat de kennisgeving van het ontwerpplan langs elektronische weg is geschied en dat dit plan en de hierbij behorende stukken langs elektronische weg beschikbaar zijn gesteld. Bron: ABRvS 25 januari 2012, zaaknr. 201107460/1/R1 (r.o. 2.2.5), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1818. 4
Rijksinpassingsplan windturbinepark Noordoostpolder bij Urk en rijkscoördinatieregeling; Nut en noodzaak; Alternatieven; Ontbreken nadeeelcompensatieregeling [Wro, Elw, Wm, B-mer 1994, SMB-richtlijn] Bij toepassing van de rijkscoördinatieregeling is het niet verplicht dat alle besluiten die benodigd zijn ter uitvoering van een rijksinpassingsplan gelijktijdig dienen te worden voorbereid en bekend gemaakt. De ministers hebben in redelijkheid het nut en de noodzaak van het plan kunnen aannemen. Het door appellanten aangevoerde geeft geen aanleiding voor het oordeel dat alternatieve vormen van energieopwekking ten onrechte niet als redelijk alternatief in het MER zijn betrokken. Naast de Waterwet en de Regeling nadeelcompensatie V&W 1999 behoefde in de onderhavige procedure niet te worden te voorzien in een specifieke nadeelcompensatieregeling. Bron: ABRvS 8 februari 2012, zaaknr. 201100875/1/R2 (r.o. 2.11-2.11.3, 2.17-2.20, 2.22.2-2.22.12, 2.75.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV3215. 5 Bestemmingsplan en ongeoorloofde staatssteun [Wro, VWEU] Appellant heeft volgens de ABRVS aannemelijk gemaakt dat rekening moet worden gehouden met de reële kans dat een aanzienlijk bedrag als ongeoorloofde staatssteun teruggevorderd kan worden. Aannemelijk is voorts dat geen andere marktpartij dan Suyderland het plan zonder ongeoorloofde staatssteun zal willen uitvoeren. Financiële uitvoerbaarheid van bestemmingsplan derhalve niet verzekerd. Bron: ABRvS 15 februari 2012, zaaknr. 201008192/1/T1/R1 (r.o. 2.5-2.5.7), www.raadvanstate.nl. 6
Koppeling bestemmingsplan aan milieuvergunning van Walibi World geen acceptabele noch adequate oplossing voor beperken geluidhinder van nieuw evenemententerrein [Wro, Wm, Wabo, APV Dronten] De gemeenteraad van Dronten krijgt zestien weken de tijd om het bestemmingsplan 'Ellerveld (8030)' aan te passen of te besluiten het plan in te trekken. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak bepaald in een zogenoemde tussenuitspraak. Het bestemmingsplan maakt een evenemententerrein mogelijk en een bungalowpark met 350 recreatiewoningen ten zuiden van attractiepark Walibi World. Tegen het plan hebben Walibi World, twee omliggende bungalowparken en het gemeentebestuur van Elburg beroep ingesteld. De gemeenteraad wilde in dit geval een geluidsneutraal plan vaststellen om te voorkomen dat de geluidsbelasting in de omgeving toeneemt. Daarom is in het plan bepaald dat de geluidsbelasting van het nieuwe evenemententerrein binnen de geluidsvoorschriften uit de milieuvergunning van het aangrenzende Walibi World moet blijven. De raad krijgt zestien weken de tijd om het bestemmingsplan aan te passen of te besluiten het plan in te trekken. In deze tussenuitspraak oordeelt de Afdeling dat deze koppeling aan de milieuvergunning van Walibi World 'geen acceptabele noch adequate oplossing is voor het beperken van geluidhinder van het nieuwe evenemententerrein'. De gemeenteraad moet nu onderzoeken of het bestemmingsplan zonder de koppeling aan de milieuvergunning van Walibi World nog wel uitvoerbaar is. Bron: ABRvS 29 februari 2012, zaaknr. 201002029/1/R2 (r.o. 2.14, 2.15), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV7286.
34
GRONDZAKEN IN DE PRAKTIJK APRIL 2012
Exploitatieplan en ontvankelijkheid gelet op voorkeursrecht Wvg; Procesbelang; Besluitonderdelen; Onafhankelijke deskundige; Kosten aanleg nutsvoorzieningen; Evenredigheidsbeginsel; Nieuw-voor-oud-aftrek; Plankostenscan [Wro, Bro, Awb, Ow, Wvg] Gezien het gevestigde voorkeursrecht bestaat voor de verkoper geen onvoorwaardelijke plicht tot levering aan Megahome Vastgoed BV en is deze geen belanghebbende bij het exploitatieplan. Gezien de gedeeltelijke vernietiging van het plan vervalt het onteigeningsbesluit zodat appellanten sub 2 procesbelang hebben bij een inhoudelijk oordeel over hun bezwaren. De afzonderlijke kostenposten in een exploitatieplan zijn, gelet op de samenhang die daartussen bestaat, voor de toepassing van de Awb als besluitonderdelen aan te merken. Wanneer de deskundige die de taxatie ten behoeve van het exploitatieplan verricht afkomstig is van hetzelfde adviesbureau als de deskundige die namens de gemeente al heeft onderhandeld, is geen sprake is van een onafhankelijk taxateur, zodat de inbrengwaarde van de gronden van appellant sub 2a niet met de vereiste zorgvuldigheid is geraamd. De kosten voor de aanleg van nutsvoorzieningen van warmte- en koudeopslag in de bodem zijn terecht in de exploitatieopzet opgenomen. Nu een deel van de woningen buiten het exploitatiegebied ligt, staat het evenredigheidsbeginsel als bedoeld in artikel 6.13, lid 6 van de Wro eraan in de weg dat de kosten voor de aanleg en aansluiting van woningen buiten het exploitatiegebied op de warmte- en koudeopslag geheel ten laste van het exploitatiegebied worden gebracht. Verder is de Afdeling van oordeel dat de raad de nieuw-voor-oud-aftrek van bestaande kabels, leidingen en riolering in het exploitatiegebied niet hoefde toe te passen, omdat deze ongeschikt zijn om te worden aangewend ten behoeve van de nieuwe woonwijk. Gelet op de omstandigheid dat ten tijde van de vaststelling van het exploitatieplan de plankostenscan slechts in ontwerp was vastgesteld, was de raad niet gehouden de plankostenscan toe te passen. De plankosten zijn niet onzorgvuldig geraamd. Bron: ABRvS 29 februari 2012, zaaknr. 201002769/1/R1 (r.o. 2.7-.7.3, 2.9-2.9.2, 2.12.1, 2.14.1, 2.18-2.18.2, 2.19-2.19.3, 2.22-2.22.1, 2.25-2.25.3), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV7289.
Jurisprudentie
7
8 Exploitatieplan en ontvankelijkheid [Wro] Kennemerland Beheer richt haar beroep tegen het exploitatieplan. Zij heeft als kopende partij een koopovereenkomst gesloten met betrekking tot het in het exploitatiegebied gelegen perceel, kadastraal bekend gemeente Aalsmeer, sectie C, nr. 6397 (voorheen: 873 gedeeltelijk). Vast staat dat Kennemerland Beheer geen grondexploitatieovereenkomst als bedoeld in artikel 8.2, lid 5 van de Wro heeft gesloten en het perceel nog niet geleverd is aan Kennemerland Beheer, zodat zij geen juridisch eigenaar is van het perceel. Gesteld noch gebleken is dat het perceel reeds feitelijk aan Kennemerland Beheer is geleverd. Ingevolge de koopovereenkomst is het risico van het perceel niet naar Kennemerland Beheer overgegaan. In de koopovereenkomst is onder meer bepaald dat de koop plaatsvindt onder de ontbindende voorwaarde dat de koper niet binnen zes maanden na de vaststelling van het benodigde bestemmingsplan onder voor hem redelijkerwijs te aanvaarden voorwaarden de benodigde bouwvergunningen heeft verkregen voor het door of in opdracht van Kennemerland Beheer in overleg met de gemeente te ontwikkelen bouwplan. Voorts is in de koopovereenkomst bepaald dat de koper de koopovereenkomst eenzijdig kan ontbinden indien de kosten van eventueel noodzakelijke bodemsaneringsmaatregelen een rendabele exploitatie van het verkochte voor de beoogde woningbouwplannen in de weg staan. Verder heeft Kennemerland Beheer ter zitting verklaard dat zij de koopsom nog niet betaald heeft. Gelet op deze omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, is Kennemerland Beheer geen belanghebbende bij het exploitatieplan. Bron: ABRvS 22 februari 2012, zaaknr. 201011462/1/R1 (r.o. 2.1.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV6545. 9 Onafhankelijk deskundige bij globaal exploitatieplan [Wro] Zoals de ABRvS eerder heeft overwogen dient aan de in een exploitatieplan opgenomen raming van de inbrengwaarde van percelen, ook als het exploitatieplan op onderdelen een globale inhoud heeft, in beginsel een door een onafhankelijke deskundige uitgevoerde taxatie ten grondslag te liggen. Ter zitting heeft de raad bevestigd dat de betrokken deskundige namens de gemeente heeft onderhandeld om dezelfde gronden minnelijk te verwerven. Derhalve kan de deskundige in dit geval niet als onafhankelijk worden aangemerkt, zodat de inbrengwaarden niet met de vereiste zorgvuldigheid zijn geraamd. Bron: ABRvS 22 februari 2012, zaaknr. 201008013/1/R1 (r.o. 2.7.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV6569. 10 Planschade en taxatie vereist bij planvergelijking? [WRO] Zoals de ABRvS eerder heeft overwogen is een begroting van de waardevermindering respectievelijk waardevermeerdering niet nodig, indien de conclusie dat per saldo geen planologisch nadeel wordt geleden ook zonder die begroting voldoende inzichtelijk en overtuigend is. In deze zaak is dat niet het geval. Bron: ABRvS 18 januari 2012, zaaknr. 201105634/1/H2 (r.o. 2.5.3), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1192.
PLANSCHADE / NADEELCOMPENSATIE
11 Weigering wijzigingsplan vanwege ontbreken planschadevergoedingsovereenkomst in casu aanvaardbaar [Wro, Bro] In dit geval, waarin het gaat om een wijzigingsplan dat uitsluitend in het belang van appellante is, acht de ABRvS het niet onredelijk dat B&W de voorwaarde van een planschadeovereenkomst hebben gesteld. Daarbij is van belang dat het college in dit geval niet de mogelijkheid had om de kosten uit hoofde van een exploitatieplan te verhalen. Bron: ABRvS 25 januari 2012, zaaknr. 201101979/1/R3 (r.o. 2.2.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1816.
Sdu Uitgevers
35
Jurisprudentie
12 Planschade en passieve risico-aanvaarding vervallen bouwmogelijkheid [WRO] De conclusie van de ABRvS is dat de voor de maatschap nadelige planologische wijziging weliswaar vanaf 11 december 1997 voorzienbaar was, maar de raad onvoldoende heeft gemotiveerd dat de maatschap kan worden tegengeworpen dat zij heeft nagelaten tijdig een concrete poging te verrichten om de voorheen bestaande bouwmogelijkheid te benutten en het vervallen van deze bouwmogelijkheid passief heeft aanvaard. Bron: ABRvS 22 februari 2012, zaaknr. 201105961/1/A2 (r.o. 2.5, 2.7.2-2.7.4), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV3187. 13 Planschade en voorzienbaarheid [WRO] De rechtbank heeft met juistheid overwogen dat de ontwerp-herziening en het voorontwerp concrete aanwijzingen vormden op grond waarvan voor appellant ten tijde van de koop van perceel 2996 aanleiding bestond om rekening te houden met het risico dat de planologische situatie voor perceel 2996 in ongunstige zin zou kunnen veranderen. Bron: ABRvS 22 februari 2012, zaaknr. 201105931/1/A2 (r.o. 2.4.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV6510.
BOUW
14 Woningcorporatie dient in beginsel algemeen nut [Wonw, Vpb 1969] Een woningcorporatie is een instelling die uitsluitend in het belang van de volkshuisvesting werkzaam is en het algemeen nut beoogt. Minstens de helft van de werkzaamheden moet van algemeen en niet van particulier belang zijn. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Bron: HR 13 januari 2012, nr. 10103464 (r.o. 3.3.1-3.3.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BQ0525. 15 Veranda op achtererf is omgevingsvergunningsvrij [Wonw, Wabo, Bro] De veranda is een bijbehorend bouwwerk in een achtererfgebied in de zin van artikel 1 van bijlage II bij het Bor. Nu de veranda in overeenstemming is met het bestemmingsplan en voldoet aan de eis van artikel 3 van bijlage II, heeft het college terecht betoogd dat voor de oprichting van de veranda geen omgevingsvergunning voor het bouwen, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo is vereist. Bron: ABRvS 11 januari 2012, zaaknr. 201103881/1/H1 (r.o. 2.6), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV0573 16 Zijn luchtwassers achter varkensstal gebouwen? [Wonw] Niet in geschil is dat de ruimte op het plateau van de luchtwasser niet te betreden is. Reeds daarom is dat deel van de bouwwerken niet toegankelijk voor mensen als bedoeld in artikel 1, lid 1d, aanhef en onder c, van de Woningwet. Nu derhalve, anders dan de rechtbank heeft overwogen, niet op betrekkelijk eenvoudige wijze toegang kan worden verkregen tot deze ruimte onder het plateau, bestaat geen grond voor het oordeel dat de luchtwassers voor mensen toegankelijk zijn als bedoeld in artikel 1, lid 1, aanhef en onder c, van de Woningwet. Gelet hierop kunnen de luchtwassers niet als een gebouw in de zin van artikel 1, lid 1, aanhef en onder c, van de Woningwet worden aangemerkt, zodat de luchtwassers niet in strijd zijn met het bestemmingsplan door de ligging ervan op minder dan 5 m van de perceelsgrens. Bron: ABRvS 25 januari 2012, zaaknr. 201106871/1/A1 (r.o. 2.3.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1834. 17 Reclame-uitingen op raamwerken aan een gebouw moeten als bouwwerken worden beschouwd; Geen strijd met het gelijkheidsbeginsel [Wonw, Awb] De reclame-uitingen bestaan uit buizenframes met een dikte van 60 mm. In het frame is een zeildoek gespannen ter grootte van 18 bij 3,65 meter. De buizenframes zijn door middel van houders en beugels met schroeven aan de gevels bevestigd. De raamwerken met spandoeken moeten als bouwvergunningplichtige bouwwerken worden beschouwd. Er is geen sprake van schending van het gelijkheidsbeginsel omdat voor ‘vergelijkbare’ gevelreclame een ander welstandsbeleid geldt. Bron: ABRvS 1 februari 2012, zaaknr. 201105490/1/A1 (r.o. 2.2.1-2.2.2, 2.3.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV2456. 18 Beroep tegen projectbesluit geldt tevens tegen de van rechtswege verleende bouwvergunning [Wonw, Wro] Ingevolge artikel 46, lid 6 van de Woningwet, dienden het projectbesluit en de van rechtswege verleende bouwvergunning voor de mogelijkheid van beroep ingevolge hoofdstuk 8 van de Awb als één besluit te worden aangemerkt. De voorzieningenrechter heeft dit niet onderkend. Bron: ABRvS 1 februari 2012, zaaknr. 201105434/1/A1 (r.o. 2.1.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV2454. 19 Walbeschoeiing is bouwwerk; Volledige vernieuwing is geen normaal onderhoud [Wonw, Awb] Gelet op de omvang, aard en verankering in de grond van de walbeschoeiing heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat de walbeschoeiing als bouwwerk in de zin van de Woningwet moet worden aangemerkt. Een volledige vernieuwing van de walbeschoeiing betreft geen gewoon onderhoud als bedoeld in artikel 43 van de Woningwet waarvoor geen bouwvergunning is vereist. Bron: ABRvS 15 februari 2012, zaaknr. 201105529/1/A4 (r.o. 2.3.2-2.3.3), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV5064.
36
GRONDZAKEN IN DE PRAKTIJK APRIL 2012
21 Dwangsom en vormt hergebruik asbestplaten een overtreding van Productenbesluit asbest? [Wm, Pba, Awb] De uitzondering van artikel 5, aanhef en onder a van het Productbesluit asbest heeft geen betrekking op het opnieuw toepassen van verwijderde asbesthoudende dakplaten, ook niet indien deze dakplaten binnen dezelfde inrichting wordt hergebruikt. Dat bij de verwijdering van de asbesthoudende dakplaten een explosie aan vezels vrijkomt betreft geen bijzondere omstandigheid. Ook is de ABRvS van oordeel dat de last voldoende concreet en bepaald is. Bron: ABRvS 11 januari 2012, zaaknr. 201105726/2/H4 (r.o. 2.2.2, 2.4.1, 2.5.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV0603.
Jurisprudentie
20 Ponton met loopbrug is bouwwerk [Wonw, Awb] Niet in geschil is dat de loopbrug een bouwwerk is nu deze constructie vast met de wal is verbonden. De drijvende ponton is verbonden met de twee meerpalen. De ponton is voorts via de loopbrug indirect verbonden met de wal. De ponton is derhalve indirect verbonden met de grond. Nu de constructie van ponton met loopbrug in combinatie met de meerpalen bedoeld is om ter plaatse te functioneren als aanlegvoorziening voor de plezierboot, dient deze te worden aangemerkt als bouwwerk in de zin van de Bouwverordening. Bron: ABRvS 15 februari 2012, zaaknr. 201107095/1/A1 (r.o. 2.3.1-2.3.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV5123.
MILIEU
22 Milieuvergunning tankstation naast school en wordt nog voldaan aan Bevi? [Wm, Bevi] Vervanging fietsenstalling door grasstrook binnen de volgens de afstandstabel van het Revi aan te houden afstand van 25 m. Bepalend is of de aangelegde strook gras bestemd is voor het verblijf van minderjarigen, waarbij de feitelijke situatie doorslaggevend is. Volgens de ABRvS is de aangelegde strook gras - anders dan de fietsenstalling en het bijbehorende toegangspad - naar zijn aard niet bestemd voor het verblijf van minderjarigen. Bron: ABRvS 11 januari 2012, zaaknr. 201104234/1/H4 (r.o. 2.6), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV0595. 23 Uitrijden drijfmest in Natura 200-gebied is geen bestaand gebruik en verslechtert kwaliteit beschermd gebied [Nbw 1998] Het uitrijden van drijfmest in het Natura 2000-gebied is een activiteit die de kwaliteit van het beschermde habitattype veenmosrietland kan verslechteren. Door zonder vergunning drijfmest in het Natura 2000-gebied uit te rijden, wordt gehandeld in strijd met artikel 19d van de Nbw 1998, zodat GS ter zake handhavend kunnen optreden. Bron: ABRvS 18 januari 2012, zaaknr. 201012793/1/H4 (r.o. 2.7-2.7.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1162. 24 Tijdsverloop van 25 jaar noch ernstige financiële gevolgen zijn reden om af te zien van handhaving [Awb, Wonw] Het enkele tijdsverloop, ongeacht de duur ervan, is geen bijzondere omstandigheid is op grond waarvan van handhaving behoort te worden afgezien. Datzelfde geldt ook voor de omstandigheid dat handhavend optreden mogelijk ernstige financiële gevolgen heeft voor degene ten laste van wie wordt gehandhaafd. Bron: ABRvS 18 januari 2012, zaaknr. 201103647/1/H2 (r.o. 2.11.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV1204. 25 Beroep op vertrouwensbeginsel faalt [Wm, Awb] Voor een geslaagd beroep op het vertrouwensbeginsel is nodig dat aan het bestuursorgaan toe te rekenen concrete, ondubbelzinnige toezeggingen zijn gedaan door een daartoe bevoegd persoon, waaraan rechtens te honoreren verwachtingen kunnen worden ontleend. De lange periode tussen het indienen van de aanvraag en het bestreden besluit en het feit dat het college op de hoogte was van de voortgang van de activiteiten van de inrichting gedurende deze periode, kunnen niet als zodanig worden aangemerkt. Bron: ABRvS 11 januari 2012, zaaknr. 201101015/1/H1 (r.o. 2.5.1), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV0568.
NATUUR
HANDHAVING
STAATS- EN BESTUURSRECHT
26 Passeren vormgebrek mandaatbesluit verlenen bouwvergunning [Awb, Wonw] In strijd met artikel 10:10 Awb vermeldt het besluit niet dat het namens het college is genomen. Zoals de ABRvS echter eerder heeft overwogen is het mogelijk het geconstateerde gebrek met toepassing van artikel 6:22 Awb te passeren, nu appellant niet in zijn belangen is geschaad. Bron: ABRvS 1 februari 2012, zaaknr. 201107511/1/A1 (r.o. 2.1.2), www.zoeken.rechtspraak.nl, LJN: BV2459.
Noot 1
Frans van der Loo heeft een juridisch bureau voor bestuursrechtelijke advisering en interim-management te Maasbracht.
Voor meer uitspraken zie: www.omgevingindepraktijk.nl/grondzaken/type/jurisprudentie
Sdu Uitgevers
37