UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
Een publieksonderzoek naar de factoren die bekendheid bepalen en de eventuele verandering ervan door recente evoluties in het medialandschap
Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden:20956
SARA VERTONGEN
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN Afstudeerrichting FILM- EN TELEVISIESTUDIES
PROMOTOR: PROF. DR. HANS VERSTRAETEN COMMISSARIS: LIC. OLIVIER DRIESSENS COMMISSARIS: TIM HOEBEKE
ACADEMIEJAAR 2009-2010
INHOUDSTAFEL
Abstract
5
Woord Vooraf
6
Deel 1 Inleiding: de theoretische basis
7
1.Inleiding
7
2.Een overzicht van definities
8
2.1 Hall of fame
8
2.2 Naar een omschrijving van celebrity
8
2.3 Celebrity today
10
3.Historische ontwikkeling
11
3.1 Noties van bekendheid in de Klassieke Oudheid
11
3.2 De eerste stappen in de richting van de Grafische Revolutie
11
3.3 De Grafische Revolutie en haar nasleep
12
3.4 Nieuwe evoluties
13
4.Publiek
16
4.1 Het publiek doorgelicht: vier onderzoekswijzen
16
4.2 De massa gedefinieerd: het onderscheid tussen publiek en fan
17
4.3 De massa gedefinieerd: Generation Y
18
4.4 The active audience revisited: user generated media
20
4.5 De relatie tussen een beroemdheid en zijn publiek
21
4.6 Starstruck, of waarom mensen zo aangetrokken zijn door beroemdheden
23
5.Beroemdheden
25
5.1 Wie wil er beroemd worden?
25
5.2 To aim for fame
26
5.3 Soorten celebrities
28
5.4 De invloed van nieuwe media en de cel-web-rity
30
6.Celebrity-industry
33
6.1 Historische schets
33
6.2 De mediaorganisatie: achter de schermen van de sterrenindustrie
35
6.3 Een politiek-economische benadering
36
6.4 Een post-structuralistische benadering
38
6.5 Voorbij de theorie: de media-omgeving vandaag
40
Deel 2 Methode 42 |2
1. Steekproef
42
2. Opzet
42
3. Materiaal & Procedure
43
Deel 3 Resultaten & Bespreking 1. Helden vs. Celebrities: wie wint de Star Wars?
45
2. De rol van de celebrity zelf in de totstandkoming van bekendheid
48
3. Het oordeel over het publiek, door het publiek
53
4. Reality-tv en Internet: License to overkill?
56
5. Toekomsperspectieven
59
Deel 4 Conclusie
60
Bibliografie
61
Bijlagen
66
|3
ABSTRACT Bij de totstandkoming van bekendheid zien we dat er drie grote actoren betrokken zijn: het publiek, de beroemdheid zelf en de industrie waarin het ontstaat. Deze zijn allemaal onderhevig aan nieuwe evoluties (reality-tv) en de komst van nieuwe media (internet). Zo kunnen we zien dat het publiek dankzij de komst van nieuwe media veel meer participatiemogelijkheden heeft gekregen en dus actiever is dan ooit. Een ander gevolg is dat het internet zorgde voor drempelverlagingen: de kloof tussen een bekendheid en zijn publiek steeds kleiner wordt. Zo klein zelfs dat leden van het publiek zelf beroemd kunnen worden. Vroeger waren je kansen dan beperkt tot film, radio, televisie en de geschreven pers, maar nu zijn die veel uitgebreider. Ook de industrie ondergaat veranderingen: zo wordt het beïnvloed door toenemende globalisering en de ontwikkeling van steeds nieuwe technologieën. Het is dus zinvol om het ontstaan van bekendheid te onderzoeken in relatie tot deze nieuwe omgeving. Dit doen we met behulp van een literatuurstudie vanuit de positie van deze drie voornoemde actoren. Via de methode van focusgroepen willen we nagaan wat het publiek denkt over deze drie grote actoren.
|4
WOORD VOORAF De eerste keer dat het mij opviel dat er enorm veel nieuwe mogelijkheden waren om beroemd te worden, was toen ik research deed voor een paper over reality-tv. Het is me blijven boeien. Omdat het een onderwerp is dat alle lagen van de bevolking raakt, waar iedereen wel al eens in contact mee is gekomen. Sinds dan nam mijn interesse alleen maar toe; want opeens was er Facebook, opeens was er ook MySpace. Ik zag steeds meer mensen rondom mij met bekendheid in contact komen: mijn zus leerde een acteur kennen, een vriend versierde een job bij de radio, iemand uit mijn vriendkring deed mee aan een realityprogramma. Kortom: mensen bleven erover praten en daar zag ik mogelijkheden voor een interressante bachelorpaper en masterproef. Ik heb er een tijdje over gedaan, maar zoals ze steeds zeggen: derde keer, goede keer.
Ik zou heel graag nog mijn familie bedanken voor de steun en mijn praatgrage vrienden om mee te werken aan de focusgroepen. Verder nog Prof. Dr. Hans Verstraeten om mij de kans te geven mij verder te kunnen verdiepen in dit onderwerp, en Olivier Driessens voor de praktische hulp.
|5
1. INLEIDING: DE THEORETISCHE BASIS
1. INLEIDING Michael Jackson is dood. Een massa mensen komt op straat, houdt herdenkingen, leeft mee. De wereld staat stil: ook die van het World Wide Web. Wikipedia ligt plat omdat te veel mensen de inhoud van zijn pagina wilden aanpassen, Google News denkt dat de plotselinge opstoot van zoekopdrachten met „Michael Jackson‟ de voortekenen zijn van een virus. Velen zeiden dat er nooit meer iemand als Michael Jackson zal opstaan; iemand die mensen over alle grenzen heen aanspreekt (Werbrouck, 2009, 3 juli). De vraag die we ons hier moeten stellen is: zijn alle grote sterren echt verdwenen? Zal bekendheid in de toekomst slechts vijftien minuten duren, zoals Warhol ooit voorspelde? Zijn voorspelling lijkt in ieder geval meer en meer de realiteit te worden. Vroeger was je, als je bekend wou worden, beperkt tot film, televisie en muziek. Dat is nu niet meer het geval en de oorzaak ligt meer als waarschijnlijk bij de opkomst van nieuwe technologieën. Mobiele telefonie, iPods en videospelletjes zijn er slechts enkele van (Marshall, 2006, p. 634). Maar de laatste tien jaar zorgden vooral reality-tv en internet voor een aantal drempelverlagingen. De media-omgeving evolueerde zelfs nog verder, want vandaag kan iedereen via MySpace, Facebook of Twitter zijn talent met de wereld delen. Zo slaagde Susan Boyle erin om via YouTube binnen enkele dagen wereldberoemd te worden. Maar echte faam verwerven via het internet is niet iedereen gegeven en moet gerelativeerd worden. Je kan amper door de bomen het bos zien. Hier komen we tot de kern van de probleemstelling van ons onderzoek: heeft deze evolutie een invloed op het ontstaan van bekendheid? Om hier een zo volledig mogelijk antwoord op te geven, zullen we trachten om dit vraagstuk toe te lichten vanuit drie standpunten: het publiek, de ster zelf en de industrie die deze sterren „maakt‟. Via focusgroepen willen we te weten komen hoe het publiek hier zélf over denkt. Deze drie standpunten komen bovendien overeen met de drie elementen die Marshall (2006, p. 635) de hoekstenen noemt van het systeem waarin bekendheid ontstaat. Hij heeft het hier over identificatie, individualiteit en transformatie. Een publiek zal zich immers altijd identificeren met de ster en bekendheid kan gezien worden als een “form of the self that makes individuality concrete and real”(Marshall, 2006, p. 635). Transformatie slaat op het proces dat een individu doormaakt van gewone burger tot het verwerven van de status van bekendheid. Vooraleer we echter daartoe komen, gaan we eerst na wat we precies kunnen verstaan onder bekendheid en situeren we de historische wortels en evolutie ervan.
|6
2. EEN OVERZICHT VAN DEFINITIES
Wat kunnen we precies verstaan onder faam, onder beroemd, bekend, een ster of een celebrity zijn? Aangezien hier talrijke antwoorden mogelijk zijn, is het niet onze bedoeling om een exhaustieve omschrijving te geven. Wel willen we een overzicht bieden van de verschillende situaties waarin termen omtrent bekendheid in het academisch discours gebruikt worden.
2.1 HALL OF FAME Omdat “the desire for fame has been a fundamental component of western societies over many centuries” (Braudy, Geciteerd in: Turner, 2004, p. 10), is het niet meer dan logisch dat we ons overzicht beginnen met na te gaan wat men precies kan verstaan onder faam. Toen Madonna werd opgenomen in de Rock ‟n Roll Hall of Fame, zei men over haar dat ze een legende was omdat ze de wijze veranderd heeft waarop de wereld klinkt (“Madonna en Leonard Cohen opgenomen in Hall of Fame”, 2008, 11 maart). Dit is een mooie illustratie van hoe faam vooral gereserveerd wordt voor personen die iets bereikt hebben. De oorsprong van het woord faam kunnen we echter situeren bij het Latijnse woord fama, dat afkomstig is van de godin die heldendaden rondbazuint (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 12). In verschillende bronnen kunnen we terugvinden dat faam een sterkere betekenis heeft als celebrity. Onder andere bij Boorstin (2006, p. 79), maar ook bij Holmes en Redmond (2006, p. 11), die menen dat men celebrity historisch kan situeren als een bepaalde vorm van faam. Ook Collins (2008, p. 90) onderschrijft dit wanneer ze zegt dat men conceptueel een onderscheid moet maken tussen celebrity en faam. Faam werd beperkt door prekapitalistische inzichten, technologie en dus beperkingen in tijd en ruimte. Dat is volgens haar niet het geval bij celebrity, dat de democratisering van faam is. Meer nog, ze stelt dat celebrity faam is, maar dan in een gecommodifieerde vorm. We kunnen dit ook zien in de evolutie van onze samenleving. We evolueerden van een elitaire publieke sfeer naar een maatschappij waarin het individu zelf een grotere rol speelt. Als faam behoort tot dat eerste, dan zouden we mogen aannemen dat celebrity een onderdeel is van een meer gedemocratiseerd model (Barry, 2009, p. 251).
2.2 NAAR EEN OMSCHRIJVING VAN CELEBRITY Volgens Rojek (2001, p. 9) vindt dit woord zijn oorsprong in het Latijnse celebrem en celere, waar het duidt op een relatie waarin een bepaalde persoon iets bijzonders uitstraalt. Volgens Boorstin (2006, p. 79) is het dan weer afkomstig van celebritas (faam) en celeber (beroemd). In de vroege 17de eeuw werd het gebruikt om een bepaalde conditie aan te duiden, maar nu gaat het voornamelijk om een persoon. Hoewel we het over de geschiedenis pas later zullen |7
hebben, kunnen we hier al vermelden dat vele auteurs het eens zijn over het feit dat men pas over het ontstaan van celebrity kan spreken na de Grafische Revolutie (Turner, 2004; Boorstin, 2006).
Wanneer we het hebben over definities, kunnen we niet om deze van Boorstin (2006, p. 79) heen: “The celebrity is a person who is known for his well-knownness.”. Hij definieert een celebrity in termen van een menselijk pseudo-event, dat speciaal gecreëerd wordt om aan onze overdreven verwachtingen van menselijke superioriteit tegemoet te komen. “Each new shift in fashion is offered as the end of civilization as we know it, with the real motivation being an elitist distaste for the demotic and or populist dimension of mass cultural practices.”, meent Turner (2004, p. 5). Zoals hij terecht opmerkt, helpt de eigenlijk elitaire visie van Boorstin ons niet om celebrity te begrijpen als onderdeel van populaire cultuur.
Een ander inzicht dat we kunnen gebruiken om het concept celebrity beter te kunnen interpreteren, vinden we terug bij Rojek (2001, p. 8-21). Die ziet nauwe banden tussen de culturele functie van een celebrity vandaag en functies die normaal worden toegeschreven aan religie. Verder moeten we volgens hem een bekende persoon bekijken in termen van ofwel een glamoureus ofwel een berucht individu. Onze verslaving voor celebrity vandaag verklaart hij door de vergelijking celebrity = impact on public consciousness. Volgens hem vervullen de celebrities van vandaag functies die vroeger ingenomen werden door goden, en die brengen net zoals hen een zekere sociale afstand tegenover de gewone mens met zich mee. Rojek maakt daarenboven een onderscheid tussen achieved, ascribed en attributed celebrity, alsook tussen celetoids en celeactors, waarover later meer.
Wiens werk over sterren ook een enorme invloed heeft gehad op de omschrijving ervan, is Richard Dyer (2004, p.2-3). Hij concentreerde zich vooral op filmsterren en meende dat we om een juist beeld van een ster te krijgen niet alleen moeten kijken naar zijn of haar films, maar ook naar datgene wat er over geschreven en datgene waar over gepraat wordt. Kortom: de echte betekenis van een ster kan men enkel te weten komen als men ze ook intertekstueel bestudeert.
Turner (2004, p. 5-7) onderscheidt hierna nog twee verschuivingen in de manier waarop celebrity gedefinieerd wordt. De eerste vinden we terug bij Gamson, die vooral focust op de werking van de industrie die celebrities produceert; de tweede bij Marshall, Giles, Turner en Rojek. In deze meest recente evolutie in definities is het gemeenschappelijk punt dat celebrity niet gezien wordt als een eigenschap van bepaalde individuen, maar wel als een wijze waarop het individu wordt gerepresenteerd. |8
2.3 CELEBRITY TODAY De mogelijkheden van representatie zijn in het laatste decennium verveelvoudigd. Televisieprogramma‟s, reality-TV, blogs, maar ook sociale netwerksites zoals Facebook, MySpace en Twitter spelen een alsmaar crucialere rol. Het publiek beleeft een ster als het ware via een “multiplatform experience” (Klein, 2009). Maar internet en digitalisering bieden ook de sterren zelf de kans om controle te hebben over de manier waarop ze worden weergegeven in de media. Dankzij Photoshop kunnen ze hun foto‟s naar believen aanpassen (Petersen, 2007). Deze evoluties hebben ertoe geleid dat we sterren steeds anders gaan percipiëren en dus ook definiëren. Dit in ogenschouw genomen, komen we unit bij Turner (2004, p. 9), die verklaart dat we celebrity kunnen zien als “a genre of representation and a discursive effect; it is a commodity traded by the promotions, publicity, and media industries that produce these representations and their effects; and it is a cultural information that has a social function we can better understand.”. De manier waarop we betekenis toekennen aan een ster, komt hier goed tot uiting. Het benadrukt precies de veelzijdigheid van het concept celebrity die we hier zullen bestuderen. We kunnen immers niet alleen een representatief aspect onderscheiden, maar ook een aspect dat de sociale en culturele functie voor het publiek benadrukt alsook een deel dat celebrity vooral ziet als een economisch goed.
Uit dit overzicht van definities kunnen we vooral leren dat er een lange weg afgelegd is wanneer het gaat om de perceptie en omschrijving van bekendheid. De overgang van fame naar verschillende vormen van celebrity vond niet zomaar plaats, maar werd beïnvloed door een aantal historische gebeurtenissen.
|9
3. HISTORISCHE ONTWIKKELING Celebrities zijn overal, ze domineren haast onze media. Zo zouden we wel eens kunnen veronderstellen dat ze een fenomeen zijn van onze tijd, maar niets is minder waar. Bekendheid bestaat al lang, echter niet in de vorm die wij gewoon zijn. Volgens Turner (2004, p. 4) zijn er drie manieren waarop we dit verschijnsel kunnen bestuderen. De eerste zienswijze, die van de populaire media, is deze waarop men de celebrity in zijn huidige vorm beschouwt als een verschuiving naar een cultuur die enkel het visuele en sensationele benadrukt. Het publiek beschouwt het als een aangeboren kwaliteit, die slechts enkele buitengewone mensen gegeven is. Het derde standpunt, dat van de academici, staat daar rechtstreeks in contrast mee: zij beschouwen celebrity als een product van een aantal economische en culturele processen. Processen die hier vooral een rol bij gespeeld hebben zijn de steeds toenemende democratisering en commodificatie van bekendheid. Vanuit deze academische positie bespreken we het ontstaan van bekendheid tot de celebrity die we vandaag kennen. 3.1 NOTIES VAN BEKENDHEID IN DE KLASSIEKE OUDHEID Zoals reeds eerder vermeld, is het Latijnse woord fama afkomstig van de godin die in de oude mythologie de heldendaden rondbazuint. Het is ook in deze tijd dat we de eerste noties van bekendheid kunnen opmerken. Goden waren in de Antieke Oudheid de beroemdheden bij uitstek en hadden een persoonlijke invloed op het dagelijks leven van de Grieken en Romeinen. Het was daarom belangrijk dat men alles wist over hun persoonlijke leven en precies om deze reden ging men mythen creëren (Random History, 2007). Zich allen baserend op Braudy, zijn de meeste auteurs (Evans 2005; Gamson, 1994; Gestel & De Meyer, 2002) het erover eens dat men Alexander De Grote kan beschouwen als de eerste bekende persoon. Volgens McLeod (2006, p. 650) was hij zelfs betrokken bij de eerste vorm van massaproductie. Zo werd zijn beeltenis gegraveerd op munten en sculpturen, wat later werd overgenomen door andere keizers. De oude Grieken belonen winnaars van de Olympische Spelen met eer en lauwerkransen; Julius Caesar onderscheidt zijn eigen faam duidelijk van die van het Romeinse keizerrijk (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 23).
3.2 DE EERSTE STAPPEN IN DE RICHTING VAN DE GRAFISCHE REVOLUTIE Alles zal echter drastisch veranderen met de val van het oude Romeinse rijk en de verspreiding van de joods-christelijke normen in Europa. Mensen streefden geen eer en glorie meer na voor zichzelf, enkel voor God. De bekendste figuren in Vlaanderen waren de patroonheiligen. Hoewel van in de duistere tot de late Middeleeuwen mensen het podium | 10
bleven beklimmen (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 23-24), was de echte faam gereserveerd voor diegenen die er de middelen toe hadden: de politieke en religieuze elite. Deze communicatiemiddelen bleven, mede door het sterk overheersende analfabetisme, beperkt tot munten en mond-tot-mond reclame (Gamson, 1994, p. 17). Een eerste, kleine stap richting massacommunicatie werd gezet toen in de vijftiende eeuw de eerste boekdrukkerijen ontstonden. Op de echte doorbraak daarvan was het echter wachten tot de zeventiende eeuw, wat samen met belangrijke politieke gebeurtenissen in die tijd zorgde voor een schaalvergroting op het vlak van bekendheid (Van Gestel & De Meyer, 2002, p.2425). Met andere woorden, “By the seventeenth century, the pursuit of fame was clearly being democratized.”(Gamson, 1994, p. 17). Meer en meer mensen beklommen het publieke toneel. Men werd zich langzamerhand bewust van zijn eigen individualiteit en de wijzen waarop men zichzelf als het ware kon verkopen breidden uit. Bekendheid werd gebruikt om te verwijzen naar een toestand waarin er veel over je gepraat wordt (Van den Bulck & Tambuyzer, 2008, p. 22). Een voorbeeld hiervan is de cultus die ontstond rond de persoon van George Washington (Gamson, 1994, p. 18-19). 3.3 DE GRAFISCHE REVOLUTIE EN HAAR NASLEEP Waarom maken we precies het onderscheid bij de Grafische Revolutie in de negentiende eeuw? Het antwoord hierop kunnen we terugvinden bij Boorstin (2006, p. 25), die meent dat “The celebrity in the distinctive modern sense could not have existed in any earlier age, or in America before the Graphic Revolution.”. Ook Rojek (2001, p. 16) beklemtoont het feit dat we celebrity moeten beschouwen als een modern fenomeen, dat bestaat uit massakranten, film, radio en televisie. Massakranten werden pas verspreid na de uitvinding van de roterende drukpers eind negentiende eeuw (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 26). Toch maakte de Schotse historicus Thomas Carlyle reeds in het midden van de negentiende eeuw een nieuw en cruciaal onderscheid tussen helden en bekende personen. Hij stelde vast dat beroemdheid steeds vaker op niets gebaseerd was en dat de echte helden verdwenen waren (Van den Bulck & Tambuyzer, 2008, p. 22). Begin 20ste eeuw zorgden deze massakranten dan ook voor het ontstaan van een hele industrie rond public relations: er kwamen roddelcolumns, nieuwsbrieven van fanclubs en entertainmentmagazines (Kurzman et al., 2007, p. 353). Schickel is het eens met Boorstin en Rojek wanneer hij zegt dat we celebrity moeten bekijken als een modern verschijnsel, maar maakt nog een scherper onderscheid als hij stelt dat “there was no such thing as celebrity prior to the beginning of the twentieth century” (Geciteerd in: Turner, 2004, p. 10). Er zijn verschillende opinies over het precieze moment waarop het concept celebrity ontstaan is. Waar alle auteurs het wel over eens zijn, is dat het zijn | 11
oorsprong vindt in de Amerikaanse filmindustrie in het begin van de twintigste eeuw. Voor 1910 besteedden de studio‟s geen aandacht aan de acteurs die meespeelden in hun films, noch aan enige publiciteit. Toen ze dat wel begonnen doen, ontstonden er de zogenaamde picture personalities: acteurs of actrices wiens persoonlijkheid in de film overeen kwam met diegene die gepromoot werd. Al snel kwam hier verandering in en werd het leven van de acteurs of actrices buiten de film veel belangrijker om reclame mee te maken. Deze evolutie zorgde voor het ontstaan van stars (Turner, 2004, p. 12-13). Zo kwam het dat “The bright lights and warm sun of Hollywood became a perfect setting for the city of the stars, and the lives of these celebrities became increasingly more interesting to regular people.” (Random History, 2007). Het ontstaan van stars had dus niet alleen belangrijke gevolgen voor de industrie, die nu het individu met veel meer vrijheid kon promoten, maar ook voor de ster zelf. Die kon namelijk een echte relatie opbouwen met het publiek, los van de film waarin hij of zij verscheen. Hier lag de bakermat voor een nieuwe bron van informatie voor de media en een nieuwe manier om een identiteit te construeren met behulp van die media (Turner, 2004, p. 13).
Radio doet in de jaren twintig en dertig zijn intrede, wat ervoor zorgt dat de stemmen van beroemdheden live in de huiskamer gebracht worden. Dat vergrootte wel de intimiteit, maar was niets in vergelijking met de impact die de komst van televisie zou hebben in de jaren vijftig (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 27-28).
In tegenstelling tot film heeft televisie echter nooit zijn eigen sterren voortgebracht. Er waren enkel sterren die we zowel kenden van televisie als van op het witte doek. Televisie zorgde wel voor een nieuw soort van beroemdheid, de zogenaamde personalities. Er zijn een aantal verschillen die we kunnen opmerken in vergelijking met stars. Maar waar het uiteindelijk op neerkomt, is dat de magie van sterren ligt in het feit dat ze iemand anders spelen, terwijl de kracht van personalities net is dat ze zichzelf blijven (Langer, 2006, p. 181-185). Televisie heeft met andere woorden het sterrendom gedemocratiseerd. Er waren niet langer enkel sterren in Hollywood, maar nu ook dichtbij huis (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 18).
3.4 NIEUWE EVOLUTIES Rond 1980 was dit alles geëvolueerd tot een stabiel systeem, waaruit een nieuwe en moderne vorm van celebrity ontstond. Sterren uit de muziek-, film- en televisiewereld werden gepromoot op een manier die ondersteund werd door zowel de printmedia als de audiovisuele media. Zoals al aangegeven werd, is deze stabiele relatie tussen media en celebrity de laatste tien jaar gewijzigd door de komst van nieuwe media.
| 12
Er zijn een aantal technologische vernieuwingen die hier een rol gespeeld hebben. Ten eerste was er het ontstaan van nieuwe media, zoals de mobiele telefonie, MP3-spelers en video- en computerspelletjes. Internet betekende een ware revelatie, dat kunnen we als tweede punt opmerken. Ten derde kunnen we hier ook vermelden dat alle informatie nu gedigitaliseerd kan worden. Zo kan ze uitgewisseld worden tussen verschillende gebruikers. Dit alles heeft enorme gevolgen voor de manier waarop mensen met media omgaan: media kunnen en worden steeds meer geproduceerd door de gebruiker en het publiek. Samen met de toenemende behoefte om media te personaliseren, zorgt dit voor een nieuwe golf van democratisering wat betreft de culturele productie.
De komst van nieuwe media heeft niet alleen een invloed op de gebruikers, maar ook op de relatie tussen de celebrity en zijn publiek. Met de betekenis van een celebrity zoals deze geproduceerd wordt door traditionele media, kan immers anders omgegaan worden. De kloof tussen een beroemdheid en de fans wordt zo steeds kleiner, denk maar aan blogs en diverse sociale netwerksites.
Ten slotte zijn er nog de veranderingen die traditionele media doormaken. De muziekindustrie ondervindt concurrentie van downloads en MP3-spelers. Ook verliest ze de controle over de productie van haar muzieksterren. De filmindustrie raakt eveneens een stuk van haar macht kwijt. Dat uit zich in het dalend bioscoopbezoek waardoor filmsterren aan belang inboeten met een nog hevigere vorm van promotie tot gevolg. De filmindustrie ziet het gevaar vooral komen vanuit de hoek van de piraterij en vele websites waar informatie valt te halen over idolen. Het antwoord van televisie op nieuwe media kunnen we terugvinden in een massale verschuiving in de programmering naar reality-tv. Deze nieuwe programmavorm biedt de mogelijkheid om van gewone mensen beroemdheden te maken (Marshall, 2006, p. 634-644). Vandaag leven we in wat we bijna een celebritycultuur kunnen noemen. Deze term verwijst naar de maakbaarheid van bekendheid, maar vooral ook naar een cultuur waarin celebrities centraal staan (Van den Bulck & Tambuyzer, 2008, p. 14).
De evolutie van fame naar de celebritycultuur zoals we die nu kennen was een lange weg. Wat we hieruit voorlopig kunnen besluiten, is dat men niet zomaar een omschrijving kan geven voor wat een celebrity tegenwoordig precies inhoudt. De reden hiervoor is dat bekendheid vaak het product is van een bepaalde tijd, een bepaalde plaats en een bepaalde industrie. We kunnen wel enkele belangrijke processen aanduiden die een rol gespeeld hebben om te komen tot het begrip celebrity dat we vandaag kennen. Ten eerste is er de steeds toenemende democratisering (onder andere met televisie en de komst van nieuwe
| 13
media) en ten tweede de uitbreiding van de hele celebrity industry, waarin sterren steeds meer gecommodifieerd (kunnen) worden. We bestuderen celebrity precies vanuit deze veranderende mediaomgeving. Dat betekent dat ook de omschrijving van bekendheid en wat mensen als bekendheid beschouwen steeds mee zal evolueren. De mediaomgeving verandert misschien wel, maar dat betekent niet dat we daarom oude theorieën meteen moeten vervangen door nieuwe. Zo zullen we onder andere zien dat we de theorie over sterren van Dyer vandaag nog steeds kunnen toepassen (Holmes, 2005, p. 18). Zoals Rojek (2001, p. 10) zegt: “No celebrity now acquires public recognition without the assistance of cultural intermediaries who operate to stage-manage celebrity presence in the eye of the public.”. Een beroemde persoon staat tussen het publiek en de industrie. Het is duidelijk dat deze drie actoren centraal staan in het proces waarin bekendheid tot stand komt, daarom zullen we vanuit elke positie nagaan hoe dit precies in zijn werk gaat en wat de recente evoluties zijn.
| 14
4. PUBLIEK
“…audiences must be regarded as sophisticated, creative agents in the construction and development of the celebrity system.” Rojek (2001, p. 37-38) Er kan geen bekendheid bestaan zonder een publiek en vice versa. De relatie tussen het publiek en de ster is dus van cruciaal belang. Dat is zo geweest door de eeuwen heen. Van mensen die mythen vertelden over de goden tot zij die opkeken naar filmsterren. Al van in de beginperiode van Hollywood was er al sprake van fanmail en fanclubs, net zoals bij sporten. Het publiek gaf zo blijk van een emotionele investering, waardoor het celebrity system zijn economische macht kon vestigen in de productie van cultuurvormen. Deze investering evolueerde met de komst van televisie en nieuwe media. Zo bieden deze laatste de mogelijkheid om het engagement van het publiek sterk te verhogen (Marshall, 2006, p. 635). We kijken hier eerst naar vier manieren waarop men een publiek kan onderzoeken: dat zal een rol spelen bij de recente evolutie naar user generated media. We gaan ook na wat we precies kunnen verstaan onder publiek en fans, wat hun relatie is met beroemdheden en waarom ze er zo toe aangetrokken zijn.
4.1 HET PUBLIEK DOORGELICHT: VIER ONDERZOEKSWIJZEN Parallel met de evolutie van bekendheid, loopt de ontwikkeling van het publiek, dat dan ook naargelang zijn tijdstip van bestaan op een verschillende manier onderzocht werd. We kunnen vier verschillende manieren (Stevenson, 2005, p. 136-166) onderscheiden die we hierna zullen toelichten.
Een eerste onderzoekswijze die vermeld wordt, is deze die ontstond in de vroege twintigste eeuw om het charisma van individuen te bestuderen. Denkers zoals Weber en Adorno onderzochten mediafiguren en hoe ze hun weerklank vonden in bepaalde facetten van de maatschappij. Ze gingen deze mediafiguren vooral lezen als een tekst. Beiden kwamen ze tot de vaststelling dat dominantie een belangrijke rol speelt bij charismatische individuen en hoe het publiek hen percipieert. Dezelfde werkwijze kunnen we terugvinden bij Dyer, die vooral sterren en hun persoonlijkheid gaat onderzoeken.
In tegenstelling tot Weber, Adorno en Dyer, kan men het publiek ook op een empirische manier analyseren. Deze meer optimistische visie met betrekking tot publiek kunnen we
| 15
onder andere terugvinden bij Thompson en Stacey. Zij leggen vooral de nadruk op het feit dat het publiek zich identificeert met sterren als een manier om aan bepaalde toestanden in een maatschappij te weerstaan. De derde methode, vooral aangebracht door Fiske, gaat fans beschouwen als het ideale publiek omdat ze erg actief zijn en media gebruiken voor hun eigen doelen. Onderzoek hieromtrent werd vooral verricht in de jaren tachtig met de opkomst van de cultural studies. Het zette zich vooral af tegen de idee dat enkel abnormale of mentaal gestoorde mensen een intense relatie konden ontwikkelen met beroemdheden. Onderzoekers die een vierde, constructivistische zienswijze aanhangen, oordelen dat men moet afstappen van de veronderstelling dat studies omtrent publiek opgedeeld kunnen worden in optimistische en pessimistische interpretaties. Ze bestuderen beroemdheden niet als rolmodellen voor het publiek, maar wel als een manier waarop mensen ze construeren in hun taal en gewoontes.
4.2 DE MASSA GEDEFINIEERD: PUBLIEK EN FANS Zoveel verschillende soorten beroemdheden er zijn, zoveel verschillende soorten van mensen zijn er die er op welke wijze dan ook in investeren. Je kan celebrity dus op verschillende manieren consumeren, haalt Turner aan (2004, p. 109-110). Dat kan gaan van een intense relatie tot oppervlakkig en toevallig contact. Daarom moeten we er rekening mee houden dat de omschrijving van een fan of een bepaald publiek afhankelijk is van de individuen die ertoe behoren en erg contextueel bepaald is. We willen hier vooral de nadruk leggen op het feit dat er een verschil bestaat tussen fan en publiek, evenals erop wijzen dat er verschillende soorten publiek bestaan. Want deel van een bepaald soort publiek zijn, is niet hetzelfde als fan zijn van iemand. Een goed onderscheid hiertussen kunnen we vinden bij Fiske (In: Stevenson, 2005, p. 152-155). Zoals eerder vermeld, gaat Fiske uit van een active audience. Fans verschillen van een normaal publiek in die zin dat ze veel enthousiaster zijn. Ze gaan actief om met teksten en vormen van de beeldcultuur en vormen zo nieuwe betekenissen. Fans worden geassocieerd met vormen van commerciële cultuur die niet aan bod komen in het dominante waardesysteem van een maatschappij en met machteloze statusgroepen. Fiske beschouwt fans echter als zo actief dat ze zelf zaken gaan produceren: niet alleen betekenissen voor zichzelf en binnen een fan community, maar ook nieuwe teksten. Hij ziet fandom als iets dat geassocieerd wordt met “the cultural tastes of subordinated formations of the people, particularly those disempowered by any combination of gender, age, class and race”(In: Sandvoss, 2005, p. 7). Maar het gaat niet langer enkel om the disempowered: als men zich | 16
daartoe laat beperken, dan gaat het in se om een normatieve definitie. Sandvoss (2005, p. 8) stelt voor om fandom te definiëren als “the regular, emotionally involved consumption of a given popular narrative or text”. Wat de verschillende soorten publiek betreft, kunnen we kijken naar Turner (2004, p. 110113) die de typologie van Gamson bespreekt. Gamson maakt een onderscheid tussen vijf verschillende types publiek. Een eerste type is het traditionele, eerder passieve publiek, dat beroemdheden ziet als het resultaat van een natuurlijk proces dat plaatsvindt in de media. Het tweede soort publiek, dat net als het eerste de celebrities gebruikt als model, fantasie en identificatie, gelooft dan weer in het feit dat men beroemdheid moet verdienen. Het derde, postmodernistische type, ziet bekendheid als iets fictiefs en iets dat speciaal gecreëerd is. Het vierde en vijfde type, de zogenaamde game players zijn zich ook bewust van het productieproces dat zich afspeelt achter beroemdheden, maar geven er niet echt om. Hoe minder men zich bewust is van het productieproces erachter, hoe meer men gelooft in de echtheid van de celebrity. Gamson maakte deze typologie in 1994 en hoewel ze een goed beeld schetst van hoe we het publiek kunnen indelen, blijft het moeilijk om bepaalde mensen in een vakje onder te brengen. Het staat ook vast dat het medialandschap sinds die tijd een aantal veranderingen heeft ondergaan en daarmee ook het publiek. Zo wijst Turner (1994, p. 112) al op de voor verschillende interpretaties vatbare relatie die het publiek kan hebben met reality-tv. Die kunnen dan ondergebracht worden in zowel het eerste als het laatste type. Maar zelfs Turner wijst nog niet op de relatie die het publiek heeft met celebrities die ontstaan uit nieuwe media. Maar “if audiences have arguably always been more „active‟ than mass cultural theory suggested, new media forms such as email and the internet allow for enhanced levels of audience interaction” (Bennet, 2005, p. 75). Het is precies deze nieuwe interactie met bekendheid die wij willen onderzoeken.
4.3 DE MASSA GEDEFINIEERD: GENERATION Y Om onze problematiek te bestuderen, hebben we net een onderscheid gemaakt tussen publiek en fans. Maar dit zegt niet alles over wie het publiek is: de diversiteit gaat verder. Er is ondertussen een nieuwe generatie die uitsluitend opgegroeid is met nieuwe media. Computers, internet en veranderingen in televisieprogramma‟s hebben geleid tot wat men Generation Y, Net Generation of the Everyone Gets A Trophy Generation noemt. Generation Y zijn kinderen van de Babyboomers: mensen die geboren zijn tussen 1946 en 1964. Zij zagen de stabiliteit van de jaren vijftig wankelen door de vele sociale veranderingen van de woelige jaren zestig (Talgan, 2009, p.5). Na de Babyboomers kwam Generation X,
| 17
volwassenen tussen 32 en 43 jaar, die agressief communiceren en wiens leven draait rond media. Ze behoren tot het oudste deel van de bevolking, die dezelfde Internet- en computergewoontes hebben als Generation Y (Tapscott, 2009, p. 15). “Generation Y is like Generation X on-fast-forward-with-self-esteem-on-steroids”, volgens Talgan (2009, p. 6). Ze maakten dezelfde historische krachten mee: globalisering, technologie en de groeiende informatiesnelweg. Alleen hebben deze fenomenen zich de laatste tien jaar zo snel ontwikkeld, dat er een verschil is in levenskwaliteit tussen deze twee generaties. Dat verschil uit zich vooral kwalitatief: er is maar één wereld, waar alles en iedereen met elkaar verbonden is. Een ander verschil is dat Generation X de generatie is die grotendeels vrijgelaten werd, terwijl the Net Generation opgroeide omringd door overbezorgde ouders (Talgan, 2009, p. 6-7). Ze groeiden met andere woorden op in een culture of praise: succes was bereikbaar voor iedereen. Met ouders van de Babyboomer-generatie, die hen zeiden dat simpelweg geloven in jezelf genoeg was om het te maken, zou Generation Y een vals soort vertrouwen gekregen hebben. De omgeving waarin ze opgroeien, bestaat dus uit steeds toenemende globalisering, steeds sneller vernieuwende technologie. Ze werden opgevoed in een periode van grote rijkdom, maar paradoxaal genoeg zullen ze wel het hoofd moeten bieden aan een van de grootste economische crisissen (Klein, 2009). Generation Y is de eerste generatie die volledig digitaal opgegroeid is: ze gebruiken nieuwe technologieën niet alleen op een andere manier, ze gedragen zich ook op een andere manier. Ze consumeren niet alleen nieuwe online content op het Internet, ze produceren er ook. Ze leven in een periode van grote onzekerheid, en moeten andere uitdagingen aangaan als hun ouders. Zoals: een grote hoeveelheid informatie per dag verwerken, of balanceren tussen de echte en de digitale wereld. Maar of hun zelfvertrouwen nu vals is of niet, vast staat dat ze in hun zelfzekerheid zorgen voor een veranderende maatschappij (Tapscott, 2009, p. 9-11). Als hun omgeving, doorspekt met nieuwe media, een invloed heeft op de positieve manier waarop ze deze wereld bekijken, dan verandert dit bijgevolg ook de manier waarop ze over bekendheid denken. Volgens Klein (2009) is er “a false confidence cultivated among Generation Y that wealth and fame are available to everyone who is willing to place himself or herself before the camera‟s eager but indiscriminate lens.”
Ze hebben onrealistische
verwachtingen over wat ze kunnen bereiken, dat beaamt ook Paul (2001) als ze zegt dat volgens Generation Y, iedereen een ster kan zijn en over zijn 15 minutes of fame zal kunnen beschikken. Meer nog, “Authority figures and celebrities may disintegrate for all to see. But this doesn‟t make Gen Yers cynical. Rather, it gives them faith in everyday heroes.” (Talgan, 2009).
| 18
4.4 THE ACTIVE AUDIENCE REVISITED: USER GENERATED MEDIA De komst van nieuwe media, zoals het internet, zorgde voor enorme veranderingen. Niet alleen bepaalden ze mee wie het publiek van vandaag is; ze zorgden er ook voor dat het engagement en de investering van dat publiek, jong óf oud, in culturele vormen steeds intenser wordt. Dat heeft volgens Marshall (2006, p. 635-644) een aantal belangrijke gevolgen.
Ten eerste kunnen we een toenemende trend tot personalisering waarnemen. De oorzaak daarvan kunnen we niet alleen terugvinden bij het internet, maar ook bij de komst van MP3spelers en mobiele telefoons. Daarnaast bevestigen ook sms-berichten, e-mail en chatprogramma‟s deze tendens. Met behulp van blogs, webcams en digitale camera‟s gaan mensen gebeurtenissen uit hun privéleven met iedereen delen op internet. Dit gaat hand in hand met wat Marshall de overgang noemt van een representational naar een presentational regime. Vroeger hielpen media het publiek om zich te identificeren met bekende personen, of dat nu op cultureel, sociaal of politiek vlak was. Nu helpen nieuwe media het publiek voornamelijk om zichzelf te manifesteren: “The narcissism is actualized through new media and it is specifically modalized around a mediatized version of the self: the representations of celebrity have now been liberated to become the basis for the potential public presentation of the self.” (Marshall, 2006, p. 640). Een illustratie hiervan is het succes van sociale netwerksites als MySpace of Facebook. Een ander gevolg van de komst van nieuwe media is dat ze de betekenis van celebrities die geproduceerd worden door traditionele media, kunnen veranderen. Of anders: de kloof die er vroeger was tussen het publiek en een bekende persoon, wordt steeds kleiner. Via blogs en websites kunnen celebrities namelijk persoonlijk reageren op wat zijn of haar fan zegt. Als we terugkijken naar Fiske, die het publiek en voornamelijk fans als actief beschouwt, zien we dat zijn opvattingen nog steeds gelden. Niet alleen voor de disempowered, maar voor iedereen. Nieuwe media hebben een onmiskenbare invloed op het dagelijks leven van mensen en zetten hen aan om steeds actiever te worden. Dat zien we in de toenemende personalisering en presentatie. Leden van het publiek gaan ook steeds meer hun eigen content gaan produceren. Er is zelfs een nieuwe evolutie: door informatie aan te brengen op internet, kunnen leden zelf beroemd worden. Dit kunnen we onder andere zien bij het in de inleiding aangehaalde voorbeeld van Susan Boyle en wordt ook bevestigd door Marshall.
| 19
Die meent dat “fame and celebrity sometimes emerge from video on websites and blogs that, because of the idiosyncrasy of a particular individual‟s performance on a web cam or fabricated video, become downloaded and passed on via email throughout cyber culture. User generated media is a further example of the breakdown in control of mediated culture by the major players in the entertainment industry.” (Marshall, 2006, p. 641).
4.5 DE RELATIE TUSSEN EEN BEROEMDHEID EN ZIJN PUBLIEK We hebben in de vorige paragrafen de diversiteit binnen het publiek proberen aan te tonen: tussen publiek en fans, tussen de verschillende generaties. Maar hoe divers dat publiek ook is, het feit dat er elke dag nog nieuwe beroemdheden ontstaan, betekent ook dat er elke dag mensen bijkomen die vinden dat iemand het verdient om beroemd genoemd te worden. Deze situatie toont aan dat celebrities een aantal noodzakelijke functies vervullen in het leven van deze mensen. Een eerste aspect dat we kunnen aanhalen in de relatie tussen een beroemdheid en zijn publiek, is een economische functie. Het publiek consumeert een celebrity en speelt zo een specifieke rol in het hele celebrityapparaat. Zo stellen Van den Bulck en Tambuyzer (2008, p. 88) zelfs dat “Beroemdheden zijn als aandelen op de beurs van de celebrityeconomie. Ze hebben een variabele waarde en zekerheid waarop faammanagers speculeren.”. De mate waarin het publiek en de individuele bekendheid echter over controle beschikken, is onduidelijk. Als we zeggen dat er sprake is van een celebritycultuur, moet er ook een celebrityindustrie zijn en die werkt vanzelfsprekend niet zonder het publiek. Maar vraagt het publiek wel echt om meer roddels, of wordt die vraag gecreëerd door de celebrityindustrie zelf die naar steeds meer winst verlangt? Is iemand bekend omdat hij in de media komt, of komt iemand in de media omdat hij bekend is? (Van den Bulck & Tambuyzer, 2008, p. 8891)? Vast staat wel dat het publiek een band kan vormen met een acteur uit een bepaalde soap, of sympathie voelen voor een weervrouw. Een ander aspect dat belangrijk is in de relatie publiek-celebrity is het parasociale karakter ervan. Het gaat hier om eenzijdige relaties die mensen kunnen hebben met mediapersoonlijkheden. Hoewel men zich er bewust van is dat het niet gaat om echte relaties, voelen ze ze psychologisch wel aan als authentiek en betekenisvol (Derrick, Gabriel en Tippin, 2008, p. 261-262). Er bestaat al een lange traditie van onderzoekers die de relatie tussen fan en beroemdheid op deze manier omschrijven en het aantal parasociale relaties blijft toenemen. De oorzaak is te vinden in het feit dat “as many as 50 per cent of the population confess to sub-clinical feelings of isolation and loneliness, parasocial interaction is a significant aspect of the search for recognition and belonging.” (Rojek,
| 20
Geciteerd in: Turner, 2004, p. 94). Het aantal directe relaties met familie en vrienden vermindert dus en wordt (althans voor een deel) ingevuld door de komst van celebrities (Turner, 2004, p. 92-94). Het parasociale karakter van de relatie tussen het publiek en de celebrity heeft belang op verschillende vlakken. In eerste instantie zorgen bekende personen, samen met hun sappige verhalen, voor een gevoel van gemeenschap tussen mensen. Ze leiden eigenlijk een luxeversie van het gewone leven, wat veel aantrekkelijker is dan dat van onze familie of vrienden en waar men dus veel meer over te vertellen heeft (Van den Bulck & Tambuyzer, 2008, p. 9394). Mensen met weinig zelfvertrouwen kunnen daarenboven uit parasociale relaties de voordelen van echte relaties halen, zonder dat ze de angst moeten ervaren om afgewezen te worden (Derrick, Gabriel en Tippin, 2008, p. 278). In tweede instantie is er sprake van een meer culturele dimensie: “As the media plays an ever more active role in the production of identity; as our consumption practices increasingly reflect choices that privilege the performance of identity; and as celebrity becomes an increasingly common component of media content; it is not surprising that celebrity should become one of the primary locations where the news and entertainment media participate in the construction of cultural identity.” (Turner, 2004, p. 102). Men gaat bekende personen gebruiken als een spiegel voor zichzelf. Ze vervullen een functie als rolmodel, of het nu over morele, politieke, sociale of ethische kwesties gaat. Precies omdat ze zorgen voor een gemeenschapsgevoel en een rolmodel zijn voor het publiek, is in derde instantie ook de sociale functie van celebrities belangrijk. Ze moeten het publiek verbeelden, vertegenwoordigen en opleiden. Ze lijken voor steeds meer mensen de plaats in te nemen van kerk, staat en schoolhoofd (Van den Bulck & Tambuyzer, 2008, p. 94). Tenslotte kan de relatie die iemand heeft met een beroemdheidzo diepgaand zijn dat ze religieus wordt - denk maar aan culten die ontstaan zijn rond personen als Jim Morrison, Diana en Elvis. Mensen kunnen zich met andere woorden op diverse manieren engageren met betrekking tot een beroemdheid, of dat nu op economisch, cultureel of sociaal vlak gebeurt. Daarbij moeten we er niet alleen rekening mee houden dat deze functies niet op iedereen uit het publiek van toepassing zijn, maar ook met het feit dat ze in verschillende gradaties kunnen voorkomen. McCutcheon, Lange & Houran (2002, p. 81-82) ontwikkelden precies hiervoor hun absorption-addiction model. Introverte mensen met een laag zelfbeeld hebben volgens dat model meer kans om een celebrity te absorberen om zo een identiteit te ontwikkelen. Als hun motivatie echter heel sterk is, kan dat leiden tot verslaving en dus meer extreme vormen van bewondering. Uit onderzoeken die gevoerd werden met de Celebrity Attitude Scale, bleek dat er drie basistypes zijn. Het eerste type is entertainment-social: dit is een lage vorm van bewondering en houdt vooral in dat men graag kijkt naar, leest of leert over de celebrity. Wie | 21
zich een stap hoger bevindt, heeft intense-personal gevoelens. Dit houdt in dat men bijzonder intensief met de celebrity in kwestie bezig is en ook met andere fans afspreekt. De sterktste graad van bewondering wordt borderline-psychological genoemd. Het gaat vaak gepaard met overidentificatie en obsessief gedrag: men wil alles weten over en hebben van de celebrity (McCutcheon et al., 2002, p. 75-76; Maltby, Day, McCutcheon, Gillet, Houran & Ashe, 2004, p. 412). Zoals gezegd kent onderzoek naar dit fenomeen al een lange traditie, maar het gaat hier vooral om opvattingen die ontstaan zijn in de jaren vijftig. Ondertussen is het medialandschap geëvolueerd en zijn er voor het publiek talloze massacommunicatiemiddelen bijgekomen waardoor ze wel in direct contact kunnen blijven met elkaar. Nieuwe media hebben er ook voor gezorgd dat er meer manieren zijn om celebrity te consumeren, waardoor we kunnen aannemen dat de parasociale relatie tussen een bekendheid en het publiek er alleen maar complexer op geworden is (Turner, 2004, p. 92-94).
4.6 STARSTRUCK, OF WAAROM MENSEN ZO AANGETROKKEN ZIJN TOT BEROEMDHEDEN Op de vraag waarom mensen zo aangetrokken zijn door sterren, is het moeilijk een antwoord te geven. Immers: deze vraag situeert zich precies in het centrum van de probleemstelling. We hebben net gezien dat een celebrity bepaalde functies kan innemen bij sommige leden van het publiek, maar het gaat verder als dat. Iedereen kan namelijk zijn eigen redenen hebben om iemand te adoreren. Daarom zouden we nu graag enkele algemene stellingen exploreren. Vast staat dat er door nieuwe media meer celebrities dan ooit zijn, wat erop wijst dat ze ons blijven fascineren. Een deel van die fascinatie kunnen we verklaren door de veronderstelling dat veel mensen een ideaalbeeld hebben van het leven van een celebrity, van een leven vol glitter en glamour. We kunnen fascinatie dan verklaren vanuit het objectief dat we net zoals hen willen zijn, net zoals hen willen leven. Want een ster is in de ogen van de meeste mensen rijk en heeft succes. Een andere motivering kunnen we vinden in het feit dat beroemd worden een manier is om vergankelijkheid het hoofd te bieden: beroemd zijn maakt onsterfelijk. Of simpelweg gezegd: “We crave fame because fame makes us popular, and brings us in contact with lots of people to make babies with.” (Giles, 2006, p. 478-479). Een ander deel van die fascinatie kan verklaard worden in de zoektocht naar wie de persoon achter de ster echt is, naar de authenticiteit. Deze zoektocht is er in zekere zin altijd al geweest, maar krijgt een nieuwe dimensie door de opkomst van nieuwe technologieën waardoor meer simulatie mogelijk wordt (Holmes & Redmond, 2006, p. 4). Een voorbeeld hiervan is reality-tv.
| 22
Rojek (2001, p. 29-45) biedt een meer theoretisch kader. Hij verklaart het fenomeen celebrity vanuit drie grote perspectieven: het subjectivisme, structuralisme en poststructuralisme. Volgens dat eerste is bekendheid een reflectie van aangeboren talent, een talent dat uniek en onverklaarbaar is. De redenen waarom het publiek ertoe aangetrokken is, berusten dan op een mysterieuze “chemie” die men niet rationeel kan verklaren. Het structuralisme erkent deze unieke kwaliteiten niet: het beschouwt celebrity als een expressie van universele structurele en culturele regels. Zich baserend op de culture industry thesis, bekijken ze de identificatie van het publiek met de celebrity niet als een reflectie van de realiteit. Het gaat hier om een soort vals bewustzijn, ze zijn speciaal ontwikkeld zodat het kapitalisme de massa kan exploiteren. Centraal in het poststructuralisme staat “the notion that star images are inflected and modified by the mass-media and the productive assimilation of the audience. Thus a dispersed view of power is articulated in which celebrity is examined as a developing field of intertextual representation in which meaning is variously assembled.” (Rojek, 2001, p. 44). Maar hiermee is echter nog niet alles gezegd over de beweegredenen voor bekendheid; het lijkt ons beter om dit op te helderen vanuit het standpunt van de celebrity zelf (zie infra).
Of iemand nu fan is of gewoon deel van het publiek, we hebben gezien dat ze beiden actiever zijn dan ooit. Die activiteit heeft er, samen met de komst van nieuwe media, voor gezorgd dat zijn relatie met een beroemdheid veranderd is. Celebrities fascineren het publiek nog steeds en vervullen nog altijd essentiële functies in het dagelijks leven van mensen, maar de kloof tussen hen is kleiner geworden. Zo klein zelfs dat leden uit het publiek, zonder enige pesoonlijk aanleg, nu zelf beroemd kunnen worden. Wie er precies wil beroemd worden en waarom, gaan we na in het volgende hoofdstuk. We zullen ook hier zien dat de komst van nieuwe media een aantal dingen heeft veranderd.
| 23
5. BEROEMDHEDEN “Fame used to be a by-product. Now it‟s like “What do you want to be when you grow up?” “Famous.” “What for?” “It doesn‟t matter.”‟ Kylie Minogue (In: Turner, 2004, p. 52) “There is a tension between these two forces – the commercial industry and the public will – and celebrity cannot be constructed or maintained without both playing some part (Turner, 2004, p. 55). Een beroemdheid bevindt zich tussen twee polen en ondergaat de invloeden van deze twee uitersten. Maar om een celebrity te maken heb je eerst iemand nodig die beroemd wil worden: hoewel het vaak een passieve rol is, mogen we dat niet onderschatten. Er zijn mensen die niet beroemd willen zijn en dat toch worden. Anderzijds leven we in een tijdperk waar van zodra iemand beroemd wil worden, hij dat ook effectief kan. Wij onderzoeken hier wie precies bekend wil worden en waarom. We gaan ook de invloed na van nieuwe media; die kunnen we vooral onderscheiden bij nieuwe soorten celebrities.
5.1 WIE WIL ER BEROEMD WORDEN? Er lopen veel mensen rond op deze wereld. Niet iedereen daarvan wil echter beroemd worden. Wie bekend wil worden hangt af van een aantal factoren. We kunnen er hier een zestal onderscheiden (Giles, 2006, p. 472-477). Het eerste waar we bij kunnen stilstaan, is een biologische uitleg. Zo zou beroemdheid wel eens erfelijk kunnen zijn en doorgegeven worden tussen generaties van een bepaalde familie. Maar onderzoek hiernaar impliceert dat we greatness kunnen definiëren, wat zoals we gezien hebben in onze poging tot definiëring geen sinecure is. Een tweede verklaring kunnen we vinden bij Freud. Hij focust vooral op artiesten, die gemotiveerd zouden zijn door hun verlangen om beroemd te worden. In zijn latere werk ontwikkelt Freud vooral de theorie over subliminatie. Maar we kunnen hier echter opmerken dat artiesten in die tijd nog niet verwachtten om beroemd te worden tijdens hun leven en toch lieten ze zich hier artistiek gezien niet door afremmen. Een derde oorzaak waar we rekening mee moeten houden, zijn persoonlijkheidsfactoren. Uit onderzoek bleek dat karaktertrekken zoals de wil om succes te bereiken en de moed om risico‟s te nemen het meest aanleiding geven tot succes. Echter, niet alle bekendheid is het resultaat van langetermijnplanning: men moet ook over het vermogen beschikken om te kunnen improviseren wanneer een planning faalt.
| 24
Ten vierde moeten we ook factoren uit de omgeving mee in beschouwing nemen. Een eerste factor die hier aangegeven wordt is het belang van vroege mentale stimulatie. Dit kan echter beter verklaard worden door de sociale klasse waaruit het kind afkomstig en afwisseling in zijn eerste levensjaren. Wat wel een gepaste verklaring lijkt, is de volgorde van geboorte. Zo zouden eerstgeborenen het triomfantelijke gevoel dat ze gekregen hebben door steeds in het centrum van alle aandacht te staan, niet willen verliezen in hun latere leven. Deze theorie lijkt in veel onderzoeken bijval te vinden. Een vijfde theorie die we hier kunnen aanhalen, is die van de outsiders. Mensen die zich vervreemd voelen van hun cultuur verlangen meer naar beroemdheid. Dit kunnen we al zien bij Cicero, maar verklaart ook waarom zoveel Afro-Amerikanen en homoseksuelen bekend zijn. Een laatste verklaring kunnen we vinden in het domein van de psychopathologie. Er is enorm veel bewijsmateriaal van beroemdheden van vroeger zoals Schumann en Hemingway, die leden aan een of andere psychische stoornis. Maar mentale ziektes die ontdekt zijn in historisch materiaal verschillen van deze die we in een moderne klinische context kunnen vaststellen, wat het moeilijk maakt om ze te vergelijken. De theorieën die Giles hier bespreekt, hebben één gemeenschappelijk punt. Je moet beschikken over een bepaald kenmerk of in een bepaalde omgeving opgegroeid zijn. Dat is tegenwoordig niet meer het geval: iedereen kan namelijk beroemd worden zonder daartoe voorbestemd was.Het is een kwestie geworden van blind good luck (Holmes, 2006; Turner, 2004).
5.2 TO AIM FOR FAME Het verlangen om beroemd te worden, dateert van alle tijden. Er zijn echter verschillende verklaringen mogelijk over de motieven die mensen daarvoor kunnen hebben.
Een eerste interpretatie kunnen we terugvinden bij de statusgroepen van Weber (Kurzman et al., 2007, p.348-349). Status is volgens hem in tegenstelling tot wat wij vandaag denken, een groepskenmerk. Er is sprake van een autonome sociale hiërarchie en status wordt geconstrueerd door gemeenschappelijke actoren. Om hun uniekheid te bewaren, beperken hoge statusgroepen de toegang tot hun groep voor lagere statusgroepen. We kunnen een aantal gemeenschappelijke punten ontdekken tussen celebrity en de analyse van Weber omtrent statusgroepen. Zo gaat het net als bij statusgroepen, bij celebrity over “the formation of a high-status group, not simply high-status individuals such as heroes or charismatic leaders; the usurpation of “honor”, such that lower-status groups acknowledge the superiority of high status groups; the monopolizations of economic niches, in this case the niche of fame; and the pursuit of legal privilege, which celebrities have only just begun” (Kurzman et al., 2007, p. 354). We kunnen echter ook een aantal verschillen opmerken. Zo zijn de grenzen van | 25
bekendheid niet duidelijk afgebakend en is bekendheid een heel vluchtig fenomeen waar je nooit zeker van kan zijn (Kurzman et al., 2007, p. 352). Hoewel Weber meende dat status zou verdwijnen in de hedendaagse maatschappij, wordt dit tegengesproken door verschillende andere theorieën. Zoals de occupational status groups of de power elite van Mills. Ook Bourdieu spreekt dit tegen (Kurzman et al., 2007, p. 351-352). Hij ontwikkelde een theorie rond sociaal, economisch, cultureel en symbolisch kapitaal. Symbolisch kapitaal houdt het vermogen in om aan zichzelf een aantal eigenschappen toe te laten kennen door anderen, zoals bijvoorbeeld bekendheid (Verstraeten, 2007, p. 4). Als anderen het erover eens zijn dat je bekend bent, kan je jezelf als bekend beschouwen. Een derde verklaring die hier van toepassing is, hebben we al besproken bij de verduidelijking van de fascinatie van mensen voor beroemdheid. We kunnen stellen dat mensen beroemd willen worden om zo de dood te overwinnen en vereeuwigd te zijn door de media (Giles, 2006, p. 478). Men wil met andere woorden onsterfelijk zijn, de band met religie is hier dus niet ver te zoeken. Bekendheid werd meer nagestreefd door mensen uit het oude Egypte en Rome, die geloofden in reïncarnatie, als door mensen die het christelijke geloof aanhingen en vertrouwden op eeuwige redding. Hoe meer mensen in God en het eeuwige leven geloven, hoe minder ze bekend willen worden. Dit zien we ook terug in de recente daling van het christelijke geloof in het Westen en de relatie met de sterke opkomst van celebrities. Deze theorie verklaart bekendheid door het feit dat men het eeuwige leven wil nastreven, maar tegenwoordig zijn mensen al tevreden met hun fifteen minutes of fame (Giles, 2006, p. 481482). Er is ook een vierde uitleg mogelijk, die vooral te maken heeft met de materiële aspecten van bekendheid. “We envy and desire the clichés of the elite, their clothing and their cars – aspects of their life conduct, to use Weber‟s term, that are obtainable, if sometimes in lowbudget facsimiles.”(Kurzman et al., 2007, p. 357). We willen hetzelfde bereiken als celebrities, zowel op economisch vlak (rijk zijn), als op het sociale (aandacht krijgen van anderen) als normatieve (handelen zoals zij)(Kurzman et al., 2007, p. 355-360). Ten vijfde kunnen we hier een recente evolutie aan toevoegen: mensen hoeven geen speciale reden meer te hebben om beroemd te worden. Als indicatie hiervan kunnen we verwijzen naar een onderzoek dat in Engeland verricht werd bij leerkrachten. Meer als zeventig procent van hen is de mening toegedaan dat de celebritycultuur een nefaste invloed heeft op de verwachtingen van kinderen over hun latere leven. Zevenendertig procent denkt dat hun leerlingen beroemd willen zijn om “beroemd” te zijn. Leerkrachten menen dat kinderen niet beseffen hoeveel werk beroemdheden verricht hebben om hun huidige status te bereiken. Kinderen denken dat ze zonder enige moeite rijk en beroemd kunnen worden door deel te | 26
nemen aan een reality-programma (Cockcroft, 2008, 16 maart). Dit wordt ook bevestigd bij een Amerikaans onderzoek, waaruit blijkt dat 43,4% van alle tienermeisjes het liefst de persoonlijke assistent van een zanger of filmster wil worden. Een ander onderzoek toont aan dat 31,1% van de ondervraagde jongeren denkt dat ze later beroemd zullen worden. Er zou met andere woorden sprake zijn van een wereldwijde verslaving aan faam en bekendheid, vooral bij jongeren. Volgens evolutionaire psychologen zijn mensen de enige wezens die complex gedrag kunnen nabootsen: daardoor komen diegenen met de meest waardevolle kenmerken om na te bootsen (= de celebrities) bovenaan een prestige hierarchy te staan. Status en prestige worden dan verleend aan diegenen die er hoog aangeschreven zijn, of mensen die zich in de nabijheid van diegenen aan de top bevinden. Het verlangen van mensen om te bewonderen en bewonderd te worden is er altijd al geweest, maar het internet heeft echter gezorgd voor een ware stroomversnelling (Choi & Berger, 2008, p. 193-198). Of: “if the global internet and mobile communications have increased the availability of “fame”, then in turn this has helped to create an addiction for fame and celebrity.” (Choi & Berger, 2008, p. 198).
5.3 SOORTEN CELEBRITIES Bij onze poging tot definiëring hebben we het vooral gehad over de celebrity als een soort van representatie, waarbij de veelzijdigheid ervan onder andere economische, culterele en sociale functies behelst. Maar dat zegt nog niets over de bekendheid zelf: ook daar zijn verschillende genres mogelijk. Voor we de verschillen tussen de soorten celebrities zullen onderzoeken, moet hier opgemerkt worden dat ook aan de bekende persoon zélf verschillende aspecten kunnen ontdekt worden. Van den Bulck & Tambuyzer (2008, p. 67-70) hebben het over de beroemde constructie, waar er sprake is van “een onderscheid tussen de publieke, de private en de „echte‟ persoon die samen het fenomeen, de beroemdheid X, Y of Z vormen.” (Van den Bulcke, 2008, p. 67-70). Het publieke imago van een ster draait om zijn of haar leven in de openbaarheid. Het is het resultaat van de verwezenlijkingen en mislukkingen in het publieke domein. Dit is bijzonder complex: het is de combinatie van verschillende publieke elementen, die elkaar kunnen versterken. Een tweede element is de private persoon achter de publieke figuur. Hier vindt volgens Van den Bulck & Tambuyzerde celebrificatie plaats: het moment waarop iemand niet meer gewoon bekend maar een celebrity is, kun je aflezen aan het verschuiven van de aandacht van het publieke naar het privéleven. Achter dat publieke en private imago zit de echte mens. “Toegang tot deze echte persoon, hoe verdoken op voyeuristisch ook, slaat een brug tussen het publieke en private imago van de celebrity.” (Van den Bulcke, 2008, p. 70). Van den Bulck & Tambuyzer geven hier de verschillende aspecten die één celebrity kan bezitten weer, maar beroemheden zélf bestaan er in alle soorten en maten. | 27
Ze kunnen ontstaan in alle soorten domeinen, of dat nu op sportief, politiek, academisch, literair, religieus of muzikaal vlak is. We moeten met andere woorden voorzichtig zijn met celebrities in vakjes te delen, want “Taxonomies, in general, share this failing in that they tend to underestimate the importance of the interests of those who consume celebrity, focusing instead on elaborating the character of the celebrity itself” (Turner, 2004, p. 21).
Een eerste verdeling kunnen we vinden bij Monaco (In: Turner, 2004, p. 21). Hij neemt aan dat er drie categorieën beroemdheden bestaan: the hero, the star en the quasar. Een held is iemand die iets spectaculairs gedaan heeft om aandacht te trekken, zoals bijvoorbeeld een astronaut. De ster ontwikkelt een publieke persoonlijkheid die belangrijker wordt als zijn professioneel palmares en wordt zo beroemd. De derde categorie omvat vooral mensen die per ongeluk bekend geworden zijn, door een gebeurtenis waar ze zelf weinig controle over hebben. Een voorbeeld hiervan is Monica Lewinsky. Hierbij kunnen we nog een opmerking maken: volgens North, Bland & Ellis (2005, p. 39-46) maakt men wetenschappelijk gezien onvoldoende het onderscheid tussen greatness en fame, of respectievelijk tussen hero en celebrity. Ze leggen er de nadruk op dat een held iemand is die “might be defined as having produced ideas or objects of considerable and lasting importance to society, and who may or may not be well-known.” (North et al., 2005, p. 40). Een celebrity daarentegen is iemand die misschien wel bekend is, maar die in een korte periode weinig heeft bijgebracht tot de samenleving. Ze voerden een onderzoek uit waarbij bleek dat bekendheden en helden ook afkomstig zijn uit verschillende velden; mensen stellen zich er ook anders tegenover op.
Een tweede indeling kunnen we terugvinden bij Alberoni (2006, p. 108). Hij onderscheidt twee soorten groepen in de maatschappij, die beiden de aandacht opeisen. De ene groep bestaat uit personen die macht bezitten en wiens beslissingen een invloed hebben op de maatschappij. Voorbeelden hiervan zijn koningen, priesters, profeten en mannen met macht. De andere groep heeft geen directe institutionele invloed, maar kan wel rekenen op een maximum hoeveelheid aandacht. Hiermee bedoelt hij de sterren, waar hij ook naar verwijst als de powerless elite. Mogelijke kritieken op de theorie van Alberoni zijn echter dat hij de culturele macht die de celebrity bezit heeft, onderschat, evenals het feit dat ze ons helpen om onze culturele identiteit te construeren (Turner, 2004, p. 21).
Ook Rojek (2001, p. 17-18; Van den Bulcke, 2008, p. 62-65) maakt zijn eigen classificatie. Bekendheid verschijnt volgens hem in drie vormen: ascribed, achieved en attributed. Toegeschreven bekendheid wordt doorgegeven via familie, net als bijvoorbeeld Prins William van Groot-Brittannië zijn bekendheid geërfd heeft. Dit houdt ook de personen in die hun roem onvrijwillig verworven hebben, bjivoorbeeld het in Oostenrijk ontvoerde meisje Natasha | 28
Kampusch. Achieved celebrity houdt in dat men iets bereikt heeft in een open competitie, denk hierbij aan David Beckham. Sterren van deze categorie hebben hun status bereikt door hun eigen bijzondere kwaliteiten. Deze beroemdheden kunnen dan wel over een specifiek talent beschikken, maar wanneer ze overvloedig door de media voorgesteld worden als zijnde opmerkelijk, spreken we over attributed celebrity. Het is deze groep die we tegenwoordig het meest in de media aantreffen; zij hebben van het cultiveren van hun 15 minutes of fame een beroep gemaakt.
Waar de anderen menen voldoende categorieën te hebben aangebracht, gaat Rojek nog een stap verder. Hij maakt ook nog eens een onderscheid tussen celetoids en celeactors (Rojek, 2001, p. 20-24). Celetoids is de term die hij gebruikt om te verwijzen naar geconcentreerde attributed celebrity. Ze verschillen van een echte beroemdheid in die zin dat ze een veel minder duurzame relatie hebben met het publiek. Ze beleven een moment de gloire, maar verdwijnen daarna meteen weer uit het oog van de mensen. Mensen die hieronder vallen zijn bijvoorbeeld streakers in een voetbalstadion of een zanger met slechts één grote hit. Een subcategorie van deze celetoids zijn celeactors. Ze worden beiden gecreëerd door de massamedia, maar celeactors zijn voornamelijk fictieve personen. Ze gedragen zich alsof ze een echte beroemdheid zijn, een voorbeeld hiervan is Ali G.
5.4 DE INVLOED VAN NIEUWE MEDIA EN DE CEL-WEB-RITY Uit de vorige paragrafen konden we al afleiden dan beroemd worden vandaag louter een kwestie is van blind good luck. Daarbij komt nog dat er een soort van verslaving naar beroemdheid is ontstaan, waardoor mensen beroemd willen worden zonder een speciaal talent te bezitten. Hier zien we duidelijk de invloed van nieuwe media en vooral van het internet; ze hebben dan ook gezorgd voor een aantal nieuwe manieren om beroemd te worden. Zo zorgden ze voor de creatie van een nieuw soort beroemdheden. Eerst kunnen we verwijzen naar de invloed van reality-tv, want naast het internet heeft ook dat ervoor gezorgd dat er een nieuw genre kon toegevoegd worden aan de reeds bestaande beroemde constructies. Collins (2008, p. 89) heeft het immers over het ontstaan van dispensable celebrities. Dit blijkt uit het grote aantal reality-programma‟s: American Idol, Big Brother, The Apprentice, The Real World. Iets wat ze allemaal met elkaar gemeen hebben is dat deze formats gebaseerd zijn op wat ervoor ook al gewerkt heeft; dat is met de beroemdheden die ze voortbrengen niet anders. Deze celebrities kennen daardoor een hoge graad van standaardisatie. De impact van internet is nauwelijks te overzien: het bracht niet alleen het publiek dichter bij de traditionele celebrities, maar had ook als gevolg dat het publiek een celebrity kon worden! | 29
De komst van deze cybercelebrity of cel-web-rity (Simpson,n.d., p.4) bracht ook een nieuw productiesysteem met zich mee, waarover later meer. Wat dit soort bekendheden met elkaar gemeen hebben, is dat hun leven hun werk is, ze leven hun speciaal talent. Er is met andere woorden bijna geen onderscheid meer tussen hun persoonlijk en publiek leven (Simpson, n.d., p. 8). Maar ze zijn zeker geen homogeen gegeven: afhankelijk van welk medium gebruikt wordt om onder de aandacht te komen, zijn er verschillende varianten. Zo kunnen we de Celebrity Blogger onderscheiden. Het voorbeeld bij uitstek hier is dat van Perez Hilton. Mario Lavandeira, een voormalige roddeljournalist, begon met sarcastische opmerkingen te plaatsen over celebrities op zijn blog. Die heette eerst pagesixsixsix.com, maar na een dreigement van de New York Post om een proces tegen hem aan te spannen, veranderde hij de naam van zijn site in Perez Hilton, naar de bekende hotelerfgename. Het leverde hem echter massale media-belangstelling op, waardoor zijn blog bijzonder bekend werd. Nu kan hij rekenen op 2,8 miljoen bezoekers per maand, is hij een belangrijk marketing-instrument geworden en heeft hij een eigen televisieshow, What Perez Sez (Brown, 2009, p. 19-21). Simpson (n.d., p. 5) gaat zelfs nog een stap verder als ze zegt dat “Hilton exemplifies the potential of the everyday, weblog-award winning Internet celebrity to achieve ongoing celebrity both online and through other media like television, as opposed to acquiring a mere „fifteen minutes‟ of fame.”
Van den Bulck & Tambuyzer (2008, p. 56-58) onderscheiden nog drie andere vormen. De eerste zijn lifecasters: videobloggers die hun faam te danken hebben aan de kijk die ze ons in hun privéleven bieden. Vervolgens zijn er mensen die bekend worden via profielsites zoals MySpace. Oorspronkelijk bedoeld als een plaats waar muzikanten hun muziek konden bekendmaken aan het publiek, is het uitgegroeid tot een levensgroot virtueel sociaal netwerk. Jongeren kunnen op MySpace vrienden toevoegen en een online identiteit creëren. Enkele muzikanten wisten hun MySpace-bekendheid om te zetten in echte bekendheid: Arctic Monkeys, Lily Allen en Tila Tequila. Tenslotte zijn er nog de YouTube-celebrities: het succes ervan is voornamelijk te danken aan virale video. Je video wordt dan zo populair dat hij zich via mails en andere blogs als een virus verspreidt. Recent kunnen we hierbij denken aan Susan Boyle; haar auditie voor Britain‟s Got Talent werd een ware wereldhit. Ze was 47, vrijgezel, werkloos. Ze zag er niet uit als een ster, maar had een stem die de jury van zijn stoel liet vallen. Op YouTube werd het filmpje van haar auditie miljoenen keren bekeken, binnen de week had ze een profiel op Twitter, MySpace en diverse blogsites. Ze won de wedstrijd niet, maar ze hield er uiteindelijk wel een platencontract aan over (De Natris, 2009, p. 14-16).
| 30
Toch is succes via internet niet altijd een garantie. De kans dat je echt faam verwerft, moeten we volgens Van den Bulck & Tambuyzer (2008, p. 54) relativeren. Het blijft voorlopig iets dat tijdelijk, uitzonderlijk en lokaal is. Het wordt moeilijker om door de bomen het bos te zien; door de snelle groei van het aantal mogelijkheden lijkt het internet eerder een tussenschakel te zijn, een manier om opgepikt te worden door andere media.
Mensen hebben altijd al het verlangen gehad om beroemd te worden, elk heeft daar zo zijn redenen voor. Maar een recente evolutie is dat tegenwoordig iedereen beroemd wil zijn, gewoon om beroemd te zijn. Door de komst van internet en nieuwe media is dit ook mogelijk, waardoor er nieuwe celebrities ontstaan. Die kunnen op zichzelf misschien wel bekend worden, maar om echt wereldberoemd te worden heb je nog altijd de hulp nodig van de celebrity industry.
| 31
6. CELEBRITY INDUSTRY “Celebrity‟s worden gemaakt en bewerkt door media en publiek – vandaar dat we trouwens beter spreken van het celebrityapparaat.” (Van den Bulcke, 2008, p. 66) “Images have to be made.”, zei Dyer (2004, p. 4) al. Hij had het vooral over filmsterren, maar deze uitspraak blijft nog steeds van toepassing op de celebrities die we vandaag kennen. Zoals reeds eerder aangetoond, beschouwen academici celebrity als het resultaat van een aantal culturele en economische processen. “These include the commodification of the individual celebrity throughout promotion, publicity and advertising; the implication of celebrities in the processes through which cultural identity is negotiated and formed; and most importantly, the representational processes employed by the media in their treatment of prominent individuals. The sum of these processes constitutes a celebrity industry” (Turner, 2004, p. 4). Deze omschrijving is wellicht arbitrair, maar het geeft goed weer dat de industrie die we hier willen bespreken, bestaat uit processen. Processen staan per definitie nooit vast, dus ook met de industrie is dat het geval. Ze zijn echter niet nieuw: de maakbaarheid van celebrity kent reeds een lange traditie. Ze komt recent ook terug tot uiting in reality-tv. Om dit goed te kunnen duiden keren we eerst terug naar de wortels van de sterrenindustrie, waarna we ze zullen bestuderen met behulp van de sociologie van mediaorganisaties, vervolgens bekijken we politiek-economische en poststructuralistische benaderingen. Hierbij houden we steeds rekening met recente evoluties. 6.1 HISTORISCHE SCHETS De hele idee dat sterren maakbaar zijn, is niet nieuw. Er wordt ook naar verwezen als het Pygmalion-beginsel: een held uit de Griekse mythologie wordt verliefd op een door hem gemaakt standbeeld dat tot leven komt (Van Gestel & De Meyer, 2002, p. 106). Het kent zijn oorsprong dus in de antieke oudheid, maar we kunnen het concept van een sterrenindustrie in verschillende domeinen en op verschillende tijdstippen doorheen de geschiedenis terugvinden. Zo kunnen we de eerste sporen ervan aantreffen tijdens de gouden jaren van Hollywood. Toen was het schering en inslag dat een tandartsassistente ontdekt werd, een carrière kreeg aangeboden als filmster en enkele jaren later volledig opgebrand en niet meer beroemd was (Turner, 2004, p 52). Het was ook de tijd van de strikte studiocontrole. Eerst was er sprake van picture personalities die enkel gepromoot werden omwille van het personage dat ze speelden in een film. Later ontstonden er stars, wiens privéleven een belangrijkere rol ging | 32
spelen in de publiciteit van de film. De ster werd een goed, dat gemaakt en gepromoot werd door de industrie (Turner, 2004, p. 12-13). We kunnen de boom van deze sterrenindustrie ook in een ander domein terugvinden: dat van de populaire muziek. Zo werden er tijdens de rock‟n roll periode in de jaren vijftig en zestig knap uitziende jongemannen van straat werden geplukt, terwijl ze geen noot konden zingen. Toen al werden mensen meer gekozen omwille van hun marktwaarde dan om hun capaciteiten. Ze wilden simpelweg beroemd worden en hadden geen specifieke doelen zoals een echte artiest dat zou gehad hebben: dat maakte het voor de industrie veel gemakkelijker (Turner, 2004, p. 52-53). De recente evolutie die we vandaag waarnemen, is begonnen met het ontstaan van commerciële televisie. Die hadden de idee dat ze in plaats van de eindgebruiker van een bekende persoon te zijn, ze deze evengoed zelf konden produceren. Ze deden dit door gewone mensen te laten opdraven in hun programma‟s, of ze nu talent hadden of niet. Vanuit het niets werden ze vervolgens gekatapulteerd tot beroemdheid: de gelijkenissen met de vroege filmen muziekindustrie zijn duidelijk merkbaar. Reality-tv zoals we het vandaag kennen is dus gebaseerd op formules die al veel vroeger werkten (Turner, 2004, p. 53-54).
Een fenomeen kan je steeds vanuit verschillende standpunten onderzoeken. Net zoals we dat gedaan hebben voor het publiek, kunnen we ook hier enkele benaderingswijzen onderscheiden die telkens een andere visie hebben op de celebrity industry. Dat biedt ons de mogelijkheid om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen. We gebruiken hier de interpretaties die ook Hesmondhalgh (2005, p. 98-132) aanhaalt. Een eerste benadering, onder andere aangebracht door Gamson, gaat kijken naar hoe deze industrie precies gestructureerd is: de sociologie van mediaorganisaties. Celebrity wordt volgens hen geproduceerd en geconstrueerd door gezamenlijke handelingen van mediawerkers. Een tweede, politiek-economische aanpak, hecht meer belang aan de drijfveren van mediabedrijven en hoe dit hun productie en invloed op de maatschappij beïnvloedt. Bekendheid wordt hier vooral gezien als een manier om winst te maken en men denkt in termen van de versterking van de ongelijkheden van macht en rijkdom. Een derde benadering die aangehaald wordt, is gebaseerd op poststructuralistische inzichten. Men beschouwt celebrity als het geheel van een discours over individualiteit en collectiviteit. Schaduwzijde is echter dat er een gefundeerde uitleg ontbreekt en dat de rol van de mediaindustrie op sommige punten onduidelijk is. We zullen in de volgende hoofdstukken deze benaderingen verder verduidelijken, waarbij we ook recente evoluties zullen nagaan.
| 33
6.2 DE MEDIAORGANISATIE: ACHTER DE SCHERMEN VAN DE STERRENINDUSTRIE De eerste benadering die we hier verder willen toelichten, is de sociologie van de mediaorganisatie. Zoals we al aangetoond hebben is de celebrity-industry het geheel van een aantal processen; deze processen komen tot stand via verschillende groepen en industrieën. Waar men in het studiotijdperk alleen maar nood had aan de hoofden van filmstudio‟s en hun producers en regisseurs, veranderde dat drastisch in de periode erna. Er was sprake van echte sterren, wat ook de komst van nieuwe spelers met zich meebracht, zoals agents en personal managers (Collins, 2008, p. 91). Maar ook dat is veranderd met de komst van nieuwe media, want “Once you are famous you will need an agent, a photographer, a bodyguard, an accountant,
a
therapist,
a
lawyer,
and
perhaps
a
good
plastic
surgeon.”
(http://www.iwannabefamous.com). De lijst van nieuwe actoren waarmee een celebrity zich omringt, is met andere woorden quasi eindeloos geworden. Toch doen we een poging om een aantal zinvolle indelingen en de belangrijkste actoren die met de sterrenindustrie te maken hebben, hier te bespreken. Gamson (In: Hesmondhalgh, 2005, p. 99-100) onderscheidt bijvoorbeeld vier groepen die kunnen profiteren van een succesvolle celebrity. De eerste groep bestaat uit mensen en bedrijven die betrokken zijn bij de productie van een beroemdheid. De tweede groep zijn de entertainment institutions, zoals de film- en televisiebedrijven. De derde groep bestaat uit allerlei media die bekende personen nodig hebben om hun producten te verkopen. De vierde groep tenslotte omvat de bijkomende industrieën, zoals toeristische bedrijven die uitstapjes organiseren naar de huizen van celebrities. Een andere indeling kunnen we vinden bij Rein et al. (In: Turner, 2004, p. 42). Zij oordelen dat men de celebrity industry kan indelen in zeven subcategorieën: the entertainment industry, the communications industry, the publicity industry, the representation industry, the appearance industry, the coaching industry, the endorsement industry en the legal and business industry. Als we gaan kijken naar de belangrijke actoren, kunnen we er drie onderscheiden: de press agent, de agent en de manager. Ook hun rol evolueerde telkens mee met het medialandschap. Persagenten moesten oorspronkelijk een plekje in een roddelmagazine weten te bemachtigen voor hun klant, waardoor ze de grond legden voor de latere ontwikkeling van de entertainment industrie. Daar speelt de agent dan een belangrijke rol in: hij moet werk proberen te vinden voor zijn klanten, onderhandelen over mogelijke opdrachten en hen advies verlenen. Ze bouwen geen band op met hun klant zelf, maar wel met de werkgevers van hun klanten: de booking agents, de casting directors, … Hij heeft een groot aantal klanten, dit in tegenstelling tot de manager. Die speelt een veel grotere rol in de carrière van zijn klant en organiseert eigenlijk zijn hele leven (Turner, 2004, p. 43-44).
| 34
Hoewel deze verschillende groepen en actoren allemaal andere activiteiten en interesses hebben, zijn ze toch nauw gelinkt aan elkaar in sociale netwerken (Turner, 2004; Hesmondhalgh, 2005). Ze zijn onderling allemaal afhankelijk van elkaar, want soms kan leiden tot heuse star wars. Zo meent Gamson (2006, p. 703) dat “The celebrity industry is the scene of constant battles for control.”. Er heerst een constante spanning tussen wie controle heeft over het commodificatieproces en over de richting die de celebrity in kwestie uit wil met zijn carrière (Gamson, 2006, p. 703). Hieruit kunnen we afleiden dat bekendheid het resultaat is van een reeks sociale processen. Van den Bulck & Tambuyzer (2008, p. 248) heeft het over een reeks onderhandelingen die verricht moeten worden: het gaat om een heel apparaat. De celebrity, de entourage, de media en hun publiek spelen elk een andere rol, maar het eindresultaat blijft hetzelfde: de geconstrueerde celebrity. We hebben het reeds gehad over het feit dat de komst van de cybercelebrity het vaststaande productiesysteem veranderde. Dit is omdat de zonet besproken onderhandelingen wegvallen. Via het internet beschikt immers iedereen die aspiraties heeft om beroemd te worden over een eigen medium. Hij kan dus gewoon zichzelf promoten. Met andere woorden: het internet zorgde voor een aantal drempelverlagingen, waarbij we er vier kunnen onderscheiden. Ten eerste democratiseert het internet de toegang tot naam en faam. Beroemd worden kan als je zelf inspanningen ervoor levert, zonder de medewerking van het klassieke productiesysteem. Ook op materieel en technisch vlak wordt alles gemakkelijker, want wie een computer heeft en toegang tot het internet, kan al zijn eigen webpagina aanmaken. Als derde punt komen daar de steeds toenemende mogelijkheden bij die de gebruiker heeft om zelf inhoud aan te maken: Second Life, Flickr, YouTube en MySpace. Tenslotte is ook de maatschappelijke drempel verlaagd, want onder het mom van publieke privacy hebben mensen er geen problemen mee om gebeurtenissen uit hun privéleven te delen (Van den Bulcke, 2008, p. 53).
6.3 EEN POLITIEK-ECONOMISCHE BENADERING “Celebrities are developed to make money.” (Turner, 2004, p.34). Meer nog: celebrity‟s bepalen de economische leefbaarheid van de cultuurindustrie vandaag (Van den Bulcke, 2008, p. 89). We mogen het louter economische aspect van de sterrenindustrie dus zeker niet onderschatten. De tweede benadering die we hier dan ook verder willen toelichten, is de politiek-economische benadering. Louter vanuit economisch oogpunt is celebrity niet eenvoudig om te bestuderen. Het is immers niet alleen een deel van een cultureel product zoals een film of een televisieshow, maar het is ook een cultureel goed op zich (Collins, 2008, p. 91). Of zoals Dyer (2004, p. 5) zegt: “they are both labour and the thing that labour
| 35
produces.”. Daarenboven ontsnapt de controle over de celebrity-economie zowel aan het publiek, als aan de individuele celebrity zelf (Van den Bulcke, 2008, p. 89). Aanvankelijk stonden politiek-economen erg negatief tegenover het fenomeen van celebrity: ofwel veroordeelden ze het, ofwel ontkenden ze het. Grote denkers zoals Adorno en Horkheimer bekritiseerden bekendheid als een onderdeel van hun polemiek tegen de cultuurindustrie. Net als alle andere industrieën wordt deze immers ook gekenmerkt door hoge concurrentie. Daarom is er sprake van overproductie (want meer kans op succes), circulatie, horizontale en verticale integratie en homogenisering en standaardisering. Hoewel velen deze theorieën nu als enorm polemisch geladen beschouwen, geven ze goed weer hoe de media-industrie tegenwoordig gestandaardiseerde producten fabriceert, waar de celebrity een onderdeel van is. Ze tonen ook aan dat celebrity zo werkt als een middel om de onzekerheid tegen te gaan waar producenten van culturele goederen mee te maken hebben. Maar ook vandaag vinden we zulke negatieve tendensen terug, onder ander bij Van den Bulck & Tambuyzer(2008, p. 89). De celebrity-industrie heeft volgens haar voornamelijk economische imperatieven en zou zich enkel richten op de productie en consumptie van celebrity. De controle over de economie die hiermee gepaard gaat, ligt noch in de handen van het publiek, noch in de handen de individuele celebrity. Het zijn de media die hierbij de grootste macht hebben, en die vinden hun wortels in de hedendaagse consumptiecultuur. Het proces dat zich daar afspeelt, met name dat we alles en iedereen willen omzetten in consumptiegoederen, vindt ook plaats in de celebritycultuur (Van den Bulcke, 2008, p. 250251). Met de evolutie van het medialandschap de laatste jaren, is de onzekerheid van producenten (de mediabedrijven) alleen maar groter geworden. Volgens Collins (2008, p. 87) is men als gevolg daarvan geëvolueerd naar een flexibeler model van economische organisatie. Hier speelt de komst van reality-tv een belangrijke rol: er zijn meer en meer deelnemers die zichzelf spelen, maar omdat ze daar niet betaald voor worden, eigenlijk het werk overnemen van echte acteurs. Collins (2008, p. 97) meent dat het aanbod van gewone, ongetalenteerde mensen virtueel onuitputtelijk is: de deelnemers van reality-tv zorgen zo niet alleen voor innovatie, maar leveren ook meer controle voor de producenten op. Naast onzekerheid draagt deze industrie ook de gevolgen van globalisering en de daarbijhorende uitbreidingen. In de wereld van film en televisie is dat geen nieuw fenomeen, maar het heeft in de loop van de geschiedenis gezorgd voor een verdere deregulering, privatisering en commercialisering. Een ander gevolg is dat de media-industrie nu gedomineerd wordt door drie of vier grote spelers: die fabriceren een product op één bepaalde locatie en verspreiden het dan (indien het een succes is) over de hele wereld. | 36
Een ander gevolg van globalisering is dat de grenzen tussen de verschillende mogelijkheden om content te verspreiden wegvallen. Je kan bijvoorbeeld muziek beluisteren via je computer, via je GSM, via je MP3 speler, … Deze content kan ook een celebrity zijn: die kunnen deze crossmediale draagvlakken perfect met elkaar verbinden. Zo kunnen ze dan verspreid worden via al deze nieuwe mediavormen (Turner, 2004, p. 31-33). Volgens Klein (2009) kunnen we zelfs spreken over nieuwe marketingstrategie, vooral met betrekking tot Generation Y. Ze heeft het over een multiplatform viewing experience en duidt dit door te wijzen op het succes van het reality-programma The Hills, waarin het leven van een paar jonge twintigers gevolgd word in het zonnige Los Angeles. Het succes hangt volgens Klein samen met een unieke strategie, die toelaat om het leven van de personages via verschillende mediakanalen te volgen.“Viewers are not turning into The Hills merely for the 30 minute narrative; rather they tune in for “The Hills experience,” which includes reading about the cast in the tabloids, watching their “candid” interviews on talk shows ranging from The David Letterman Show to Tyra to Regis & Kelly, reading their personal pages on MySpace, discussing the show with fellow fans on MTV.com and other sites, listening to Heidi‟s music and yes, even wearing the clothing designed by Lauren Conrad and Heidi Montag (Klein, 2009).
6.4 EEN POSTSTRUCTURALISTISCHE BENADERING Een laatste benadering die aangehaald wordt, is gebaseerd op poststructuralistische inzichten (Hesmondhalgh, 2005, p. 120-128). Men beschouwt celebrity als het geheel van een discours over individualiteit en collectiviteit. Het benadrukt het belang van intertekstualiteit, of nog: het erkent “an interaction between narrative accounts of celebrity, and recognises
socio-cultural, political, historical and economic contexts as influencing the construction of celebrity” (Simpson, n.d., p.3). Schaduwzijde is echter dat er een gefundeerde uitleg ontbreekt en dat de rol van de media-industrie op sommige punten onduidelijk is. Hier is onder andere de naam van Michel Foucault belangrijk. Hij beschouwt celebrity als het geheel van een discours dat de relaties regelt tussen wat het betekent om een individu te zijn en aan de andere kant wat het betekent om deel uit te maken van een collectiviteit. Via deze discursieve formaties werkt macht. Die macht ligt volgens Foucault niet bij de staat, bij de zakenwereld of bij de producenten, maar is verspreid op kleine schaal. Macht ligt volgens hem in families, scholen en geneeskunde. Marshall neemt deze notie van macht, die werkt via een discours, over. Alle individuen hebben macht, of dat nu is als burger of consument. Daartegenover staat dat democratie betekent dat de collectieve wil alles bepaalt. Als de massa gecontroleerd kan worden, dan | 37
kunnen ze handelen als consumenten. Er is nog een andere reden waarom celebrity belangrijk is volgens Marshall. Mensen zitten vast tussen een rationeel en een niet-rationeel aspect van zichzelf. Celebrity helpt hen om na te denken over hoe hun gevoelens belangrijke sociale implicaties hebben. Marshall hecht een belangrijke rol aan de entertainment industrie. Die creëert namelijk de celebrities. Bekendheden spelen volgens hem twee belangrijke rollen in onze maatschappij: ze representeren wat het precies betekent om een individu te zijn en ze controleren de massa doordat de mensen hun emoties kunnen kanaliseren via hen. Marshall meent dat deze bekende personen een van de krachtigste vormen van identificatie voorstellen in onze moderne maatschappij (Hesmondhalgh, 2005, p. 120-128). Mensen kunnen zich inderdaad identificeren met bekendheden, maar geeft Marshall op deze manier niet te veel macht aan deze industrie en de bijhorende celebrities? Een eerste opmerking die we kunnen maken is dat er inderdaad cultureel hoogstaande films en programma‟s bestaan. Maar we kunnen er echter ook van uitgaan dat toenemende commercialisering en de komst van reality-tv ervoor gezorgd heeft dat er evenzeer producten van mindere kwaliteit op de markt zijn. Die programma‟s zijn dan niet specifiek ontworpen om de massa te controleren. Een tweede punt hierbij heeft te maken met de macht die celebrities en de entertainmentindustrie zouden uitoefenen via een discours. Want de komst van het internet heeft ervoor gezorgd dat celebrities meer dan ooit intertekstueel zijn. Meer nog: omdat ze op diverse websites verschijnen, worden zowel traditionele als internetcelebrities voortdurend gerecontextualiseerd en op die manier gereconstrueerd (Simpson, n.d., p. 3). Door deze versnippering kan de macht via het discours kan in vraag gesteld worden. Een derde opmerking die we hierbij kunnen maken wordt geïllustreerd door Barthes (In: Peterson, 2007) aan de hand van de overgang van verschillende iconografische periodes. Greta Garbo was een Idee; alles draaide rond het concept en het ontzag dat men voor haar had. Audrey Hepburn was een Event; alles draaide om substantie en haar charme. Sterren zoals Paris Hilton of Jessica Simpson zijn een Vraag. Want nieuwe media hebben voor een nieuwe iconografische periode gezorgd: van ontzag, over charme, naar ongeloof.
| 38
Bron: Allen, 2007, 24 augustus.
Want is de foto die we zien wel echt en niet bewerkt? Het gaat zelfs zo ver dat “stars succeed in connecting to the individual through their ability to best select pre-established traits, poses, ideas, and images to form a composite of a likable star” (Peterson, 2007). Sterren kunnen dus hun imago en de daarbijhorende populariteit zelf creëren. Dit doen ze door gebruik te maken nieuwe mogelijkheden: plastische chirurgie, Photoshop, hun eigen officiële website en roddelsites zoals die van Perez Hilton (Peterson, 2007, internetbron). Dit fenomeen doet zich echter niet alleen voor bij filmsterren: we kunnen het ook tegenkomen bij welbekende politici. Zo liet de Franse president Sarkozy een foto van zichzelf bewerken om een fittere indruk te maken (Allen, 2007, 24 augustus). Hoe het publiek dan nog kan onderscheiden wie de bekende persoon echt is, blijft natuurlijk de vraag.
6.5 VOORBIJ DE THEORIE: DE MEDIA-OMGEVING VANDAAG “It is „common sense‟ that the „media world‟ is somehow better, more intense, than „ordinary life‟, and that „media people‟ are somehow special.” (Couldry, 2000, p. 45). Met deze uitspraak geeft Couldry (2000, p. 45) blijk dat er sprake is van een intrinsieke en natuurlijke hiërarchie tussen deze twee werelden. Maar deze normatieve grenzen zijn nu aan het vervagen en de gevolgen daarvan kunnen we volgens Stefanone, Lackaff & Rosen (2008, p. 108-111) vinden in twee trends. De eerste is de enorme populariteit van reality-tv, de tweede is de snelle adoptie van Web 2.0 technologieën zoals social networking sites. De motivatie die mensen hebben om zich met een dergelijke site bezig te houden, kan in grote mate zelfs verklaard worden door de hoeveelheid waarin men zowel de traditionele media, maar ook reality-tv benut. Deze laatste zorgde ervoor dat de interacties van gewone mensen de aandacht van een breed publiek waard waren. Het lanceerde de idee dat iedereen een publieke celebrity kon worden, of men nu over een speciaal talent beschikt of niet. Web 2.0 is een handig instrument voor zelfexpressie, daarenboven maakte het dat elk individu hetzelfde publiek kan bereiken als elke grote filmster.
| 39
“Collaborative content creation is the sine qua non of Web 2.0 applications” (Harrison & Barthel, 2009, p.163). Het gaat uit van een volledige reconceptualisatie van de internetgebruiker. Ze zijn nu geen consument meer van online producten en informatie, die aangeleverd worden door bedrijven. Integendeel, ze zijn nu zelf de producent ervan. Of zoals een titel eerder suggereerde: user generated content – the active audience revisited. Mensen met weinig technologische kennis zijn in staat om hun eigen media te produceren, zoals ze bijvoorbeeld kunnen doen op social networking sites (Harrison & Barthel, 2009, p. 160). Social networking sites kunnen we definiëren als “web-based services that allow individuals to (1) construct a public or semi-public profile within a bounded system, (2) articulate a list of other users with whom they share a connection, and (3) view and traverse their list of connections and those made by others within the system” (Ellison & Boyd, 2007, internetbron). Voorbeelden ervan zijn welbekende sites als Facebook, MySpace of YouTube. Ze zorgen ervoor dat mensen zich nu kunnen zien als protagonisten en zich zo kunnen integreren in een complex media ecosysteem (Stefanone et al., 2008, p. 108-111). Dit brengt ons bij de link met celebrities. Want de nieuwe mogelijkheden om jezelf zo goed mogelijk voor te stellen (zie supra), zijn nu in zekere mate beschikbaar voor iedereen. De veranderingen die deze nieuwe media met zich meebrachten, liggen mee aan de basis voor de bijna wereldwijde fame addiction. Om te beginnen zijn ze, in tegenstelling tot traditionele media, niet gebonden aan tijd of plaats. Zo kunnen blogs bijvoorbeeld constant geüpdate worden. Ze zijn ook niet beperkt noch in aantal, noch in soort. Tenslotte kunnen we hier nog vermelden dat ze zorgen voor een verhoogd parasociaal contact tussen het publiek en de celebrity (Brown, 2009).
De celebrity-industry bestaat al even en evolueert voortdurend. Zo zijn er niet alleen meer actoren betrokken bij de totstandkoming van een celebrity, ook de industrie zelf breidt uit. Dit is een gevolg van een toenemende globalisering en meer crossmediale mogelijkheden. Denk maar aan de mogelijkheden die Web 2.0 biedt. Die creëren samen steeds meer platformen via dewelke een bekende persoon gepromoot kan worden en waarin bekendheid tot stand gebracht kan worden. Toch kunnen we ook een aantal gelijkenissen zien met het verleden: de maakbaarheid van reality-tv sterren doet denken aan de tijd waarin de filmstudio‟s het imago van hun ster bepaalden. Er heerst een grote onzekerheid in de film- en televisiewereld, die men zowel toen als nu de kop probeert in te drukken door vooral gebruik te maken van succesformules.
| 40
DEEL 2: METHODE
1.
STEEKPROEF
Om te onderzoeken hoe mensen betekenis verlenen aan het concept celebrity, kozen we voor de methode van de focusgroepen. Er werden in totaal vier groepen ondervraagd, die elk bestonden uit zes personen: drie mannen en drie vrouwen. Voor de concrete samenstelling van de steekproef kunnen we verwijzen naar Van Selm & Wester (2006, p. 547-549). Zij gaan ervan uit dat er drie belangrijke kenmerken zijn waar we rekening mee moeten houden bij de samenstelling van de steekproef bij de focusgroep. Eerst en vooral speelt de doelstelling van het onderzoek een rol. Wij kozen hier voor een doelgerichte steekproefstrategie, waarbij de verschillende deelnemers aan een aantal criteria moesten beantwoorden. Twee groepen bestonden uit deelnemers die tot de eerder besproken Generation Y horen. De participanten in onze steekproef zijn geboren in de periode 1986 en 1989 en maken dus deel uit van deze generatie. De overige twee groepen bevatten mensen die een generatie ouder zijn, ze zijn geboren tussen 1959 en 1963. Zo kunnen we de opvattingen van deze twee verschillende leeftijdsgroepen met betrekking tot celebrity naast elkaar leggen. Ook de homogeniteit binnen de groepen is van belang. De mensen in de groepen behoren dan wel tot verschillende generaties, maar toch is elke focusgroep homogeen samengesteld. Ze bestaan immers elk uit drie mannen en drie vrouwen van dezelfde generatie. Omdat we de mening van het publiek willen weten, speelt opleiding of beroep hier geen rol. De homogeniteit binnen de groepen laat toe dat via samenwerking de deelnemers hun gedeelde meningen naar voren kunnen brengen. De heterogeniteit met betrekking tot de leeftijd doelt hier dus enkel om de verschillende perspectieven over het onderwerp te weten te komen. Tenslotte maken we, door te kiezen voor een publieksonderzoek, gebruik van natuurlijke groepen. Het zijn met andere woorden reëel bestaande groepen, waardoor interacties kunnen bestudeerd worden die dicht bij de gewone gang van zaken staan. Dit verhoort de ecologische validiteit van het onderzoek (Selm & Wester, 2006, p. 549).
2.
OPZET
Dit onderzoek is gebaseerd op een leemte die we lijken te vinden in de literatuurstudie, namelijk het antwoord op de vraag wanneer iemand precies denkt dat iemand anders beroemd is. We hebben wel gezien dat er nog steeds een zekere fascinatie bestaat voor celebrities, maar niet wat precies de factoren zijn om iemand als bekend te kwalificeren. We hebben | 41
echter ook achterhaald dat de mogelijkheden om bekend te worden zijn uitgebreid onder invloed van nieuwe media, dus we kunnen misschien wel veronderstellen dat ook deze factoren veranderd zijn. Het gaat hier dus om een exploratief onderzoek: we willen op het einde van de rit een aantal mogelijke verklaringen, door het publiek zelf ingegeven, voorstellen voor recente ontwikkelingen. We willen ontdekken wat deze nieuwe mogelijkheden in de loop der tijd veranderd hebben in de manier waarop mensen tegenover bekendheid staan. Om hier een zo goed mogelijk beeld van te schetsen, doen we dit door mensen van twee verschillende generaties te ondervragen. 3.
PROCEDURE & MATERIAAL
Om factoren te kunnen onderscheiden waarom iemand als bekend zou kunnen beschouwd worden, lag kwalitatief onderzoek voor de hand. We wilden zowel in de breedte als in de diepte op zoek gaan naar mogelijke antwoorden. Dit deden we aan de hand van vier focusgroepen. Omwille van het mediagetinte karakter van het onderzoek, werd eerst besloten om te werken met online focusgroepen. Maar de software die daarvoor gebruikt werd, bood geen functie aan om de tekstgegevens op e slaan. Bovendien waren de voordelen die offline focusgroepen boden onontbeerlijk voor het onderzoek. Ze leveren immers veel materiaal op dat direct betrekking heeft op wat we willen weten. Ook de groepsinteractie is positief: die genereert ideeën en de deelnemers kunnen hun mening met elkaar vergelijken waardoor hun standpunt nog duidelijker naar voren wordt gebracht. Langs de andere zijde kan deze groepsdynamiek ook een nadeel vormen: het kan leiden tot groepsconformiteit of polarisatie. Hier speelt de gespreksleider een belangrijke modererende rol, hij moet het gesprek in goede banen trachten te leiden. Andere mogelijke nadelen zijn dat men zich slechts beperkt tot de meningen die geuit worden in de groep en dat het om een gecreëerde situatie gaat (Wester, Renckstorf & Scheepers, 2006, p. 558).
De topiclijst voor het focusgroepgesprek (zie bijlage) werd opgesteld vanuit de drie grote spelers: de bekende persoon zelf, het publiek en de media. Van hieruit werden de centrale begrippen verder geoperationaliseerd. Bij het onderwerp van de bekende persoon werd gepeild naar specifieke karaktertrekken; ook werd het verschil met een held nagegaan. Over het domein van het publiek werd gepeild naar in welke mate ze het nieuws met betrekking tot celebrity‟s volgen, en de mogelijke invloed hiervan op hun gedrag. Wanneer het over de media ging, werd gepeild naar de invloeden van reality-tv en internet, om af te sluiten met enkele stellingen. Het voordeel van een topiclijst is dat het enerzijds houvast biedt tijdens het gesprek zelf, maar ook enige vorm van standaardisatie vooropstelt (Wester, Renckstorf & Scheepers, 2006, p. 551). | 42
Mensen werden aangesproken via een mail, met bijhorende uitnodiging (zie bijlage). In eerste instantie hebben we deelnemers gezocht bij mensen die over een ruime kennissenkring besloten. Via de sneeuwbalmethode kwamen we zo uit bij enkele homogene groepen van verschillende leeftijden. Nadat een gepaste datum voor de deelnemende participanten gevonden was, werd er afgesproken op een neutrale en voor iedereen gemakkelijk bereikbare plaats. Ter plaatse werden er hen enkele consumpties aangeboden. In een volgende fase werden de focusgroepgesprekken getranscribeerd (zie bijlage), dit per gesprekstopic. Om de bespreking ervan verder te laten gaan dan resultaten met een bijhorende illustratief voorbeeld, kozen we voor een diepgaandere analyse. We besloten daarom om te werken met NVivo 8, een softwareprogramma voor de verwerking van kwalitatieve data.
| 43
DEEL 3: RESULTATEN & BESPREKING
1. HELDEN VS. CELEBRITIES: WIE WINT DE STAR WARS?
Helden zijn van alle tijden en bestaan in allerlei vormen. Een held werd door Monaco omschreven als iemand die iets spectaculairs gedaan heeft om de aandacht te trekken (zie supra). North et al. (2005, p. 39-46) verfijnden dit naar iemand die iets wezenlijks geproduceerd heeft voor de maatschappij, maar die niet noodzakelijk bekend is. Ze maakten ook een onderscheid met celebrity: die is in tegenstelling tot de held wél steeds bekend. Hij heeft echter weinig bijgebracht tot de samenleving. North et al. (2005, p. 42-44) vroegen aan de deelnemers van hun onderzoek om hun favoriete held en hun favoriete celebrity te kiezen. Vervolgens vroegen ze wie van deze twee personen hun absolute favoriet was: uit de resultaten bleek dat de held was. Wij gingen na wat nu precies de kenmerken zijn van respectievelijk de held en de celebrity. Een eerste element dat uit de focusgroepen bleek, was dat niet iedereen noodzakelijk een held heeft. Dit laatste was vooral het geval bij de deelnemers van Generation Y. Zij lijken ook meer te kiezen voor verschillende helden, in plaats van er één persoon uit te halen. De oudere generatie kiest veel meer voor slechts één held, zoals blijkt uit onderstaande grafiek.
| 44
Alhoewel hier slechts 24 personen onderzocht zijn, denken we dat de trend om niemand als held aan te duiden, toch een oorzaak heeft. Misschien kunnen we die vinden in het feit dat mensen van de jongste generatie opgegroeid zijn in een culture of praise. Ze werden aangemoedigd door hun omgeving en hadden daardoor minder de behoefte om een held te zoeken. Ze kiezen vaak meerdere helden, wat door een van de deelneemsters verklaard wordt op volgende wijze: Ja ik weet niet, ik denk ook dat ik niet echt een held of heldin heb. Ik denk dat je wel bepaalde facetten of eigenschappen hebt van iemand, waarvan je denkt “Ah, da‟s wel goed!”. Of “Ah, zo wil ik wel zijn!”. Maar dat hangt dan specifiek af met wat je op dat moment bezig bent. Maar het gaat zelfs verder als dat, want één van de mannelijke deelnemer wist te vertellen dat: Ik denk dat, als je iemand een held schat, dat dat misschien ongezond is. Dat is ongezond omdat je die dan wilt zijn en je kan niemand anders zijn, behalve jezelf. In vier van de 24 gevallen was een held iemand waar het individu in kwestie een persoonlijke relatie mee had. Voor het grootste deel waren helden echter afkomstig uit de entertainmentsector. Voorbeelden hiervan zijn dan bijvoorbeeld Milow, Peter Van de Veire en Herman Brusselmans. Maar waar ligt dan de grens met de kenmerken van een celebrity? Helden Name Kenmerk - Fictief Kenmerk - Authenticiteit Kenmerk - Belang voor maatschappij Kenmerk - Blijft herinnerd Kenmerk - Dierbaar Kenmerk - Durf Kenmerk - Fanatiek Kenmerk - Geen idee Kenmerk - Persoonlijke relatie Kenmerk - Persoonlijkheid, Karakter Kenmerk - Prestatiegericht Kenmerk - Voorbeeldfunctie Celebrities Name Kenmerk - Geen prestatie Kenmerk - Blijft altijd zichzelf Kenmerk - Persoonlijkheid Kenmerk - Prestatiegericht Kenmerk - Schoonheid Kenmerk - Talent Kenmerk - Veel in de media
Sources 3 1 3 2 2 1 1 1 2 1 4 1
Sources 1 1 2 3 3 2 3
References 3 1 4 7 2 2 3 1 4 1 10 1
References 1 1 6 3 5 3 6
| 45
Toen aan de respondenten gevraagd werd aan welke kenmerken ze dachten bij een held en bij een celebrity, kwamen we tot bovenstaande resultaten. Los van het verschil tussen de generaties, valt het meteen op dat men veel diversere begrippen gaat gebruiken om een held te beschrijven. De beschrijving van een celebrity betreft slechts een beperkt aantal aspecten.Waarom we deze resultaten op een algemene manier weergeven, is dat uit de focusgroepen bleek dat de beide generaties een held en een celebrity op een gelijkaardige manier typeren. Daarnet werd reeds vermeld dat een held iemand is die iets wezenlijks geproduceerd heeft voor onze samenleving. Mensen refereerden hier dan ook vooral naar zijn prestaties, zijn durf om anders te zijn, zijn voorbeeldfunctie en zijn belang voor de maatschappij.Wat nog opvalt, is de emotionele binding die iemand ermee heeft. Dit was een resultaat dat ook uit het onderzoek van North et al. (2005, p. 39-46) voortkwam. In ons eigen onderzoek zien we een aantal vermeldingen over kenmerken als authenticiteit, dierbaarheid, persoonlijkheid en het feit dat hij herinnerd zal blijven worden. Zo zegt een respondente over dit laatste: Elvis Presley bijvoorbeeld, hij is er wel niet meer, maar sommigen denken dat ze hem af en toe nog eens tegenkomen... Die blijft hé. Of kijk maar naar Michael Jackson. Nog meer bevestiging van het onderzoek van North et al. vinden we in het feit dat ook in onze focusgroepen een celebrity niet echt een emotionele binding vertoont met degene die hem als favoriet noemt. Men moet ook niets speciaals gedaan moet hebben om een bekend genoemd te worden. Het gaat hier dan ook vooral om oppervlakkige kenmerken, zoals schoonheid, persoonlijkheid en talent. Mensen verlangen niet zozeer dat je grenzen verlegd hebt, ze menen dat je ook al bekend genoemd kan worden als je veel in de media verschijnt.
Wil een celebrity, net zoals een held, lang herinnerd worden door onze samenleving, dan moeten ze eigenlijk meer eigenschappen van een held overnemen. Ze zouden zich meer moeten inzetten op professioneel vlak en een persoonlijke connectie moeten vormen met het publiek. Dat denken althans zowel de mensen van de jonge als de oude generatie in onze focusgroepen.
| 46
2. DE ROL VAN DE CELEBRITY ZELF IN DE TOTSTANDKOMING VAN BEKENDHEID
Een groot deel van de reden waarom nog steeds elke dag mensen beroemd willen worden, is omdat ze aangetrokken zijn door het leven van de ster, dat ze zien op televisie, of lezen in de daarvoor bedoelde vakpers. Met de bekende persoon zelf als één van de drie belangrijkste elementen in het celebritysysteem, gingen we in een eerste fase na hoe belangrijk ze bepaalde aspecten van het leven van een ster achten. Vervolgens gaan we na hoe onze respondenten denken over redenen die iemand zou kunnen hebben om beroemd te worden.
2.1 DE BINNENKANT VAN DE STER: ZIJN VERWEZENLIJKINGEN, PRIVÉLEVEN EN PERSOONLIJKHEID
Daarnet hebben we reeds achterhaald dat een bekende persoon niet echt iets gepresteerd moet hebben om ook echt als beroemd beschouwd te worden. Wanneer deze vraag tijdens het gesprek rechtstreeks werd gesteld, beaamde het grootste deel van van de respondenten dit dan ook. Men hoeft vandaag inderdaad niet zozeer spectaculaire verwezenlijkingen of iets grensverleggend gerealiseerd hebben. Maar men verlangt wel van een celebrity dat hij goed is in wat hij doet: Ik vind dat niet belangrijk. Als je muzikaal een bepaalde zanger graag hoort, dan moet die voor mij niet in het water zijn gesprongen om er iemand uit te redden. Dat is gewoon om graag naar zijn muziek te luisteren, en dat is het. Wat opviel als de deelnemers tijdens het gesprek gevraagd werd naar het belang van het privéleven van de ster, was dat de meerderheid het niet echt belangrijk vond. Maar toch had iedereen wel zo zijn eigen verhaal over een of andere bekende persoon. Uit de focusgroepen bleek het volgende:
| 47
Uit de grafiek wordt duidelijk dat deelnemers van de oude en de jonge generatie ongeveer hetzelfde over dit fenomeen denken. Het privéleven wordt belangrijk beschouwd voor de artiest zelf, in die zin dat hij door ermee in de media te verschijnen, de aandacht gericht houdt op zichzelf. Dit biedt voordelen voor als een artiest bijvoorbeeld net een plaat uitheeft, of een film, om maar enkele voorbeelden uit de gesprekken te noemen. Een van de respondentes van Generation Y omschrijft het zo: Er zijn er trouwens superveel die zelf bellen naar het laatste nieuws om te zeggen dat hun kleine geboren is. Zit iemand daarop te wachten? Nee. Maar dan moeten ze achteraf ook niet komen klagen hé. Ze vinden het privéleven van een ster ook belangrijk als ontspanning. Velen zijn van mening dat ze het nooit zelf zouden kopen, maar als ze het bij de plaatselijke kapper zien liggen, er wel gretig door zouden bladeren. Enerzijds vinden ze dit interessant omdat het gewoon draait om de fundamentele menselijke nieuwsgierigheid. Maar anderzijds ook omdat sterren het turbulente en sensationele leven leiden waar het publiek enkel maar kan van dromen. Een extreem voorbeeld: Als je een turbulent leven leidt, is dat ook interessanter om te weten. Wanneer hij zijn kleine eten gegeven heeft, of wanneer hij met de hond terug thuis komt, oké. Maar als je dan leest dat hij zich platgespoten heeft met heroïne en tegen 240km/u en dan een accident veroorzaakt heeft… Da‟s toch wel spectaculair. Heel veel van de participanten vindt het privéleven van een bekende persoon niet belangrijk. Sommige mensen hebben omwille van de carrière die ze gekozen hebben geen andere keuze dan beroemd te worden; bijvoorbeeld politici. Maar de deelnemers in ons onderzoek zijn vooral van mening dat sterren ook recht hebben op hun leven weg van de spotlights. Celebrities zijn en blijven volgens deze opinie ook maar gewone mensen, die de kans moeten krijgen om dat leven ten volle te benutten. Maar anders vind ik, we zijn al dikwijls al eens iemand tegengekomen bij het wachten op het vliegveld. Op dat moment zijn die mensen ook in hun “privé” en vind ik dat je die met rust moet laten. Het zijn gewone mensen zoals jij en ik. Op het vliegtuig was er zo iemand die constant over haar zetel aan het leunen was, om er echt maar mee te kunnen babbelen. Dat snap ik niet. Een andere reden dat de deelnemers aan het focusgroepgesprek het privéleven niet belangrijk vonden, was omdat ze toch niet konden onderscheiden wat er waar gebeurd is, en wat uitgevonden is door journalisten. Zo was een van de vrouwelijke deelnemers er vast van overtuigd dat popster Rihanna lesbisch geworden was, wat unaniem werd tegengesproken door de andere respondenten. Nee, die was toch voor de twee kanten? Ik ben er zeker van, ik heb dat gelezen. En ik dacht direct: dat is daarmee dat die haar haar altijd zo kort knipt. | 48
Van het privéleven van de ster naar de mens erachter: het is maar een kleine stap. Uit de resultaten op pagina 46 kunnen we afleiden dat, als het om een bekende persoon gaat, mensen veel belang hechten aan zijn of haar persoonlijkheid. In eerste instantie kunnen ze via de media te weten komen wat de bekende persoon doet in zijn privéleven. Maar ook persoonlijke ontmoetingen dragen bij tot een mening over een bepaalde bekendheid. Dat is niet alleen maar positief, zo blijkt uit wat een van de respondentes van de oudere generatie ons vertelde: Die Sven Ornelis, die heb ik persoonlijk meegemaakt, ik was van die mens zo gedegouteerd dat ik twee maanden niet naar Q-music heb geluisterd.
Hij was uitgenodigd, of hij was DJ, op het afscheidsfeest van EHT, dat was in de hangar van de luchthaven. Hij moest een kopie van zijn identiteitskaart doorgeven, want het was airsite, dus we moesten een speciale pas aanvragen, we konden niet anders. En hij wou dus zijn identiteitskaart, of een kopietje, niet doorsturen. Dan hebben we onze securitymanager met zijn manager contact laten opnemen, confidentialiteitsbeding, alles erop en eraan. En dan wou hij het nog altijd niet doorsturen. Uiteindelijk hebben we hem met een bezoekersbadge moeten binnenlaten. Hij heeft kunnen spelen, maar niet kunnen eten, want dat was in een ander gedeelte. Die was ook niet goed, die liep weg, en niemand keek ernaar. […] Sven Ornelis die is het bij wijze van spreken afgedropen. Sterren moeten volgens onze focusgroep niets belangrijks verwezenlijkt hebben, zolang ze maar goed zijn in hun vak. Het privéleven vindt niemand echt belangrijk, het wordt beschouwd als louter ontspanning en vaak kan men toch niet uitmaken wat nu waar gebeurd is en wat niet. Maar het heeft wel een invloed op de opinievorming van de bekende persoon.
2.2 TO AIM FOR FAME: REDENEN WAAROM IEMAND BEKEND ZOU WILLEN WORDEN Van alle redenen om bekend te willen zijn, is aandacht krijgen wellicht een van de meest fundamentele. Van de eerste mensen die op een podium stonden in de Klassieke Oudheid of Middeleeuwen, tot mensen die meedoen aan programma‟s als Idool of hun eigen muzikale creaties op MySpace posten. Het verlangen van mensen om te bewonderen en bewonderd te worden, is van alle tijden. Bekend worden kan niet zonder aandacht te willen krijgen, daar zijn alle deelnemers het over eens. Maar bekend willen worden zonder iets te kunnen, zoals meedoen aan een realityprogramma, wordt als negatief beschouwd. Iemand kan het best over een bepaalde gave beschikken, vooraleer hij wereldkundig maakt dat hij bekend wil worden.
| 49
Een artiest heeft gewoon een talent dat vaak in de eerste plek voor hemzelf van belang is, en dat hij inderdaad wil delen met een publiek. Dit geldt zowel voor acteurs, muzikanten, maar evengoed voor politici. Toch is die aandacht niet altijd even positief, zo vertelde een van de deelneemsters die goed bevriend is met iemand die opeens veel aandacht kreeg: Bij realityprogramma‟s is dat inderdaad wel anders.Maar ik ken iemand, een acteur, als die nu ergens binnenkomt, wordt hij gewoon aangestaard en aangeklampt door zestienjarige meisjes die constant een handtekening willen, maar die heeft daar ook niet om gevraagd. Het moment dat hij meedeed aan dat programma, wist hij niet dat dat bekend en supergroot ging worden. Hij dacht gewoon, tof, een opdracht voor de vrt. En dan worden daar opeens twee, drie seizoenen van gemaakt, hij had dat niet zien aankomen en hij had er ook niet om gevraagd. Hij acteert graag, en daarom heeft hij dat gedaan. Maar nooit om zo bekend te worden, of in het centrum van de belangstelling te staan. Die haat dat echt. Een tweede reden waarom iemand bekend zou willen worden, is omdat ze onsterfelijkheid nastreven. Hier kunnen we een aantal opmerkingen bij maken, want er zijn verschillende opties mogelijk. Volgens de respondenten zijn mensen die bijvoorbeeld een record behalen om in het Guinnes Book of World Records te komen, personen die dit doel nastreven. Maar om echt in de geschiedenisboeken te belanden, moet iemand eerst iets van groot belang voor de maatschappij gerealiseerd hebben. Een andere manier om onsterfelijk te blijven, is zelfmoord plegen, of sterven op jonge leeftijd. Voorbeelden die de deelnemers hier aanhaalden waren bijvoorbeeld Ché Guevara en Heath Ledger. Maar de algemene tendens was toch dat dit niet de reden bij uitstek is om beroemd te worden, omdat dit niet op voorhand voorspeld kan worden. Een derde reden waarom iemand bekend zou willen worden, is omdat ze leven in glitter en glamour. Hier draait het vooral om de materiële aspecten: het lijkt voor alle respondenten een heel gemakkelijke manier om rijk te worden. Meer nog, het lijkt voor velen de ultieme reden om bekend te zijn: Ik denk dat het ook gewoon een leuke manier kan zijn om brood op de plank te krijgen. Het belangrijkste voordeel aan rijk zijn door je bekendheid, is dat er geen nadelen zijn. Volgens de respondenten beslist de ster zelf wat hij met het geld doet, of hij het aan een goed doel schenkt of niet. Zowel jong en oud is het hier over eens. De extra‟s die erbij komen, zoals de luxueuze feestjes, worden vooral door de jongere generatie extra gesmaakt.
| 50
De laatste reden die iemand zou kunnen hebben om bekend te worden is zodat hij of zij de mening van ander mensen zou kunnen beïnvloeden. Dit werd door geen enkele van de respondenten als een goede reden beschouwd, tenzij het gaat om politici. Deels om de argumenten die bij de tweede reden al aangehaald werd: je kan op voorhand nooit zeker weten of je bekend gaat worden of niet. Bekend willen worden om je mening door te willen drukken is dan vergeefse moeite. Dit is al een voorbeeld waarom deelnemers hun doen en laten weinig laten beïnvloeden door celebrity‟s, wat in het volgende deel verder zal verklaard worden. Er werd slechts één uitzondering gevonden: Nee, maar je hebt zo van die mensen die stunts uithalen, die een mening of standpunt hebben over iets en ze willen een statement maken. Ze doen dan iets geweldigs, dan komt het nieuws daarop af en dan zijn die mensen eventjes bekend. En dan is die bekendheid wel met een bepaald doel. De belangrijkste redenen waarom iemand bekend zou willen worden volgens de deelnemers uit deze focusgroepen, is zowel aandacht als geld. Dat betekent ook dat ze iemand als bekend beschouwen van zodra hij over deze twee dingen beschikt. Maar zal het publiek zich laten beïnvloeden door mensen die deze doelen nastreven?
| 51
3. HET OORDEEL OVER HET PUBLIEK, DOOR HET PUBLIEK
Is celebritycultuur echt de nieuwe religie? Volgens Hilde Vandenbulck (2009, 3 juli) is dat niet helemaal correct. Religie veronderstelt immers dat je iemand onvoorwaardelijk volgt, zoals diehard-fans. Maar er zijn heel veel gewone fans die wél kunnen relativeren en de persoon die ze bewonderen niet in alles volgen. Omdat in een vorige paragraaf ook al ontdekt hebben dat mensen van Generation Y het heldbegrip op de helling plaatsen, mogen we het feit dat celebritycultuur een religie is, dus met een grove korrel zout nemen. Maar wat is nu precies de invloed van celebrities op gewone mensen? Op de volgende pagina‟s willen we nagaan in hoever mensen bereid zijn om hun favoriete celebrities te volgen en of mensen uit het publiek bereid zijn om zelf beroemd te worden.
Maar eerst dit: we peilden in het begin van het gesprek naar de mate waarin de deelnemers het nieuws met betrekking tot celebrity‟s opvolgen. Dit blijkt, op enkele uitzonderingen na, vooral op een passieve manier te gebeuren. De actieve manier van opvolgen gebeurt in twee gevallen, waarin we wellicht ook van fans mogen spreken. De carriere van Milow volg ik, da's al, de boekjes lees ik enkel bij de kapper ofzo. Het zijn precies “de boekjes” waarmee mensen het celebritynieuws opvolgen. De meesten zullen ze zelf nooit kopen, maar als ze een krant kopen wel deze pagina‟s eens doorbladeren. Enkele deelnemers van Generation Y halen hier enkele nieuwe mogelijkheden aan: via www.hln.be kan je immers in één muisklik en zonder veel moeite op de hoogte zijn. De mogelijke invloed van celebrity‟s op het gedrag van mensen wilden we nagaan door te polsen of ze al eens een celebrity gevolgd hebben op verschillende vlakken. Deze beslaan zowel mode, politiek en religie. Maar we kunnen hierover kort zijn: het publiek laat zich niet zo snel beïnvloeden. Doordat ze zo standvastig zijn, kunnen we ook al besluiten dat de mensen die meededen aan het focusgroepgesprek van mening zijn dat hun rol in het proces om bekend te worden niet onaanzienlijk is. Dit is zowel bij de oudere generatie als bij de jongere generatie van toepassing. Toch kunnen we bij elk vlak een aantal nuances aanbrengen.
Het volgen van celebrities op vlak van mode is eigenlijk het volgen van mode op zich, zo besloten onze deelnemers. Er is sprake van een wederzijdse relatie, waarbij enerzijds celebrities trendsetters zijn en grote modehuizen inspireren. Nee, maar in de Humo heb ik gelezen over Madonna, en daar stond in hoe ze in de jaren tachtig haar eigen stijl creëerde met gescheurde t-shirts, rokjes en netkousen. | 52
En als ze dan ergens ging optreden, hadden alle meisjes haar nagedaan. Iedereen had gewoon hetzelfde aan, het was zelfs een beetje freaky. Dus op dat vlak kan je wel zo trendsetter zijn denk ik, en een voorbeeld zijn voor heel veel andere meisjes. Anderzijds bieden meer en meer bekende ontwerpers hun kleren aan celebrities, als een vorm van sponsoring: Ja, zo van “loop met mijn broeken rond, dan krijg je zoveel geld”. Zoals Jean-Marie Pfaff, met zijn kraagje van zijn hemd. Allez, dat is misschien niet echt mode, maar toch. Een tweede opmerking die we hier kunnen maken, is dat veel mensen kleren kopen van „bekende‟ ontwerpers, en zo ook op een bepaalde manier celebrities volgen. De deelnemers haalden hier onder andere voorbeelden aan van Marlies Dekkers en Victoria Beckham. Tenslotte kunnen we vermelden dat muzikanten een groot deel van de celebrities in beslag nemen. Als ze behoren tot een bepaalde subgroep, zoals punk, methal of gothic, gaat dat gepaard met een bijhorende kledingstijl.
Op politiek vlak en religieus vlak zijn de mensen van de beide leeftijdscategorieën het eens met elkaar: je vormt je eigen mening, zonder je te laten beïnvloeden. Het parasociale karakter van de relatie die het publiek met een celebrity heeft, vooral het gemeenschapsgevoel, is nog steeds aanwezig. De deelnemers vinden het nog steeds leuk om te roddelen met elkaar, over het doen en laten van een celebrity. Het culturele aspect van deze parasociale relatie echter, is niet zo sterk aanwezig als we gezien hebben in de literatuurstudie. Dat celebrities fungeren als een echt rolmodel, komt niet tot uiting in de resultaten van onze focusgroepen. Ik denk dat het moeilijk is, ik denk dat je pas echt een mening kan vormen als je eerst de pro‟s en contra‟s afweegt en dan het voor u eigen moet uitmaken. Dan kan je pas beslissen of je meegaat. Noch de mannen en vrouwen van de oude generatie, noch die van de jonge, volgen celebrities. Als ze een uitspraak doen op politiek vlak over iets dat gebeurd is in de actualiteit, of een uitspraak doen over iets controversieels, beslissen ze zelf hoe ze daarover denken. De enige uitzondering die hier gemaakt wordt, is het volgen van bekende politici. Omdat ze niet echt beschouwd worden als beroemdheden, wordt er van uitgegaan dat het logisch is; het zijn de mensen waarop je stemt bij de verkiezingen. Op religieus vlak waren ze het er ook rigoureus over eens dat dat een persoonlijke en private beslissing is. Dat celebrities opeens lid worden van een nieuwe godsdienst, zoals Madonna met Kabbala en Tom Cruise met Scientology, zal hen er niet toe aanzetten om dat ook te overwegen. De enige invloed waarvan hier sprake is, is dat ze op de hoogte zijn van de nieuwe religie in kwestie.
| 53
Los van het feit of ze nu bekende mensen volgen in hun opvattingen, wilden we nagaan hoe ze er echt over denkt. Een alternatieve manier om dit te ontdekken, was hen de vraag stellen of ze zelf beroemd wilden worden. We kunnen hier een duidelijk verschil zien tussen de twee generaties. Bij de oudste generatie is het een bijna unaniem negatief antwoord. Ze voelen zich gelukkig nu en zien niet in waarom ze er nu nog moeten aan beginnen om bekend te worden. Dat de uitzondering de regel bevestigt, is hier niet anders. Een van de vrouwelijke leden van de Babyboomers-generatie antwoordde: Bekend, ja. Soms heb ik toch wel zoiets van: als je soms van die mensen op TV ziet die hun daar gewoon rót zitten te amuseren, terwijl dat ze hun werk aan het doen zijn… Bij de jongere generatie zijn de antwoorden meer verdeeld. Maar als ze overwegen om beroemd te worden, dan wel omdat ze beschikken over een speciaal talent. Geen van hen wil bekend zijn zonder iets te kunnen. Een greep uit de reacties: Voor mij de enige reden om bekend te worden is om op muzikaal vlak ergens te geraken. Moest dat nu lukken zonder bekend te worden, dat zou ik ook goed vinden.
Ja, bijvoorbeeld, als ik zo iets ontwerp, een stoel bijvoorbeeld, en iedereen wilt die omdat ze die tof vinden en die goed zit, die mooi vinden… Als je daarmee bekend wordt en meer mensen willen je stoel kopen, dat zou ik wel cool vinden.
Het hangt ervan af met wat. Ik zou bekend willen worden als ik echt iets doe wat ik graag doe. Maar gewoon bekend worden om bekend te worden, dat niet.
| 54
4. REALITY-TV EN INTERNET: LICENSE TO OVERKILL?
Het laatste element dat een belangrijke rol speelt wanneer je bekend wil worden, is de mediaomgeving.We focussen ons hier op de twee belangrijkste evoluties: reality-tv en internet. We zullen ook zien dat deze laatste verder evolueerde naar Web 2.0. Omdat de beide leeftijdscategorieën over deze evoluties hetzelfde dachten, geven we hier globaal de voor- en nadelen mee die we ontdekt hebben in de focusgroepgesprekken.
4.1 REALITY-TV Reality-tv voordelen Geen Bekendheid Het opent nieuwe deuren
Sources 1 2 2
References 1 2 2
Reality-tv nadelen Bekendheid, maar met iets wat je niet wilt Geconstrueerd Negatieve psychologische gevolgen Onbedoeld humoristisch Instant bekendheid
Sources References 2 2 2 2
2 3
2 3
6 9
Reality-tv werd overwegend negatief onthaald door de participanten. Eén participant was zelfs stellig van oordeel dat er gewoon géén voordelen te halen waren uit reality-tv. Een van de voordelen die genoemd werd, is de factor bekendheid. Hiermee doelden de deelnemers voornamelijk op de reality-programma‟s Man Bijt Hond en Boer zkt. Vrouw. Een ander voordeel was dat het nieuwe deuren opent: hiermee werd onder andere verwezen naar Susan Boyle, die door haar deelname aan het reality-programma Britain‟s Got Talent een platencontract aangeboden kreeg. Aan Susan Boyle werden anderzijds ook twee nadelen verbonden. Ze kreeg immers te kampen met een depressie en burn-out. Daarnaast werd ze beroemd op een manier die veel mensen niet zouden willen: En zo ga je dan de wereld rond… Je kan goed zingen, maar in het meest antieke kleed. Een ander nadeel is het geconstrueerde karakter ervan: het gaat immers om een gecreëerde situatie, die volledig geregisseerd wordt. Daardoor wordt het vaak onbedoeld humoristisch. Zo vertelt een van onze respondenten over Komen Eten met Peter van Asbroeck: Het is eigenlijk pure uitlachtelevisie.
| 55
Het grootste nadeel werd echter verbonden aan instant bekendheid. Hiermee wordt gedoeld op het concept van de 15 minutes of fame van Andy Warhal. Mensen worden beroemd, maar is allemaal zeer vluchtig en nooit van lange duur.
4.2 INTERNET Internet voordelen Promotieplatform Multimediaal Concurrentie zorgt voor verbetering Geen grenzen meer
Sources 1 1 1
References 1 1 2
4
5
Internet nadelen Verdwijnen persoonlijk contact Geen controle Privacy Downloaden Overaanbod
Sources 1 3 2 3 2
References 1 3 5 5 5
De voordelen die internet biedt voor de respondenten van onze focusgroep, zijn er die we ook al besproken hebben in de theorie: de grenzen vallen weg. Content kan multimediaal verspreid worden. Ook is er geen geografische beperking meer: je kan waar je wil, wanneer je wil en hoe je wil gebruik maken van het World Wide Web. Door het grote aanbod van artiesten op MySpace, is er veel concurrentie tussen de verschillende groepen. Dit zorgt voor een van onze respondenten voor een verbetering van de kwaliteit: Maar da‟s wel goed, want logisch gezien zou je dan betere muziek moeten krijgen. Volgens de meeste mensen is dit overaanbod een nadeel, vooral op muzikaal vlak dan: Dat is ook typisch aan de „myspace-generatie‟ : het geeft een overaanbod van muziek en van mensen die willen bekend worden. Er kruipt enorm veel tijd in om alles zelf te gaan ontdekken. Tijd speelt hier ook een andere rol, want wat echt goed is zal pas na een bepaalde periode komen bovendrijven, als het al een ruime fanbase bereikt heeft. Op muzikaal vlak wordt ook een ander nadeel vernoemd: dat van het illegaal downloaden. De meeste jongeren van Generation Y vinden het geen probleem om cd‟s te downloaden van het internet. Wat ze wel jammer vinden, is dat hierdoor het persoonlijke contact verdwijnt: Wat dat ik spijtig vind is dat die persoonlijke touch, persoonlijke relatie verdwijnt met internet. Je hebt internet en al die toestanden, je gaat nooit… Er kan hier een groep optreden in je eigen dorp en je kan het optreden al op internet gezien hebben. Er verdwijnt een relatie, en daarom vraag ik mij af of dat nog gaat voortduren. Want hoe lang is dat, dat dat al bestaat die toestanden? Toch niet zolang? Een jaar of tien | 56
maximum? Wij zijn daar mee opgegroeid, maar het zou kunnen dat we terugkeren naar een andere situatie. We kunnen echter aannemen dat dit overaanbod zich niet alleen voordoet op artiesten van muzikaal vlak, maar ook met andere soorten artiesten. De overige twee nadelen zijn eigenlijk verbonden met elkaar. Door het feit dat internet zo toegankelijk is, is er geen controle meer op wat er juist gebeurt. Dat heeft op verschillende manieren een effect op de privacy van de bekende personen. Zo wist één respondente ons te vertellen: Er is veel meer toegang, iedereen kan foto‟s maken met zijn GSM. Vroeger was dat niet, toen moest je echt al een fototoestel meehebben en het geluk hebben dat er iemand bekend passeert. Een ander probleem dat hiermee samenhangt is het aanmaken van valse profielen van bekende mensen. Zo haalden de respondent voorbeelden aan van mensen die dat deden voor Frank Deboosere en Jelle Cleymans.
| 57
5. TOEKOMSTPERSPECTIEVEN
Hilde Van den Bulck (2009) vergelijkt het hele celebrityapparaat met een grote supermarkt. De vraag die zij op het einde van haar boek stelt is: wie runt ze nu precies? Is dat het publiek, de celebrity of de media? Deze vragen legden ook wij voor aan de deelnemers van onze focusgroep. Voor hen was het antwoord duidelijk: de media spelen de grootste rol als het aankomt om iemand bekend te maken. Zo lang ze maar hard genoeg pushen, zullen ze altijd wel hun zin krijgen. Door de overweldigende kracht van het internet kunnen de media hun troeven nog beter uitspelen. Een ander mediagerelateerd fenomeen dat belangrijk is: paparazzi. Ze stalken de celebrity tot het publiek er niet meer genoeg van krijgen. Dat publiek speelt volgens de particpanten echter vooral een passieve, consumerende rol. Zolang ze aanvaarden wat de media hen voorschotelt, zal de celebritycultuur hetzelfde blijven. Het is cynisch dat wie eigenlijk de belangrijkste rol zou moeten spelen, helemaal niet meetelt in het celebrityapparaat. De bekende persoon krijgt geen enkele vorm van macht aangeschreven. Een van de respondenten omschreef het zelfs als: Is de celebrity soms geen balleke dat tussen het publiek en de media zit? Wat de toekomst betreft, is iedereen het eens met elkaar. De media zal blijven zorgen voor de komst van nieuwe celebrity‟s, of dat nu via reality-tv of internet gebeurt. Er zullen er sneller bijkomen, maar ze zullen ook sneller weer in de anonimiteit verdwijnen. Maar men zal evolueren naar een verzadigde celebritycultuur, waarvan sommigen menen dat de trend nu al ingezet is.
| 58
DEEL 4 : CONCLUSIE
“There can be no single perspective, no secret key by which we can unlock what it really is” zegt Braudy (Geciteerd in: Holmes & Redmond, 2006, p. 20) wanneer hij het over celebrity heeft. Wat wel vaststaat, is dat het een product is van een bepaalde tijd, plaats en industrie. Zijn omschrijving zal daarom steeds mee veranderen. Er zijn een aantal duidelijke stramienen, zoals de democratisering en commodificatie van bekendheid, die doorheen de geschiedenis belangrijk zijn geweest. Sommigen gelden nog steeds, maar ook de komst van nieuwe media heeft ongetwijfeld een impact gehad op de totstandkoming van bekendheid. Immers, als we gaan kijken naar het publiek, zien we dat het actiever is dan ooit. Het heeft dankzij nieuwe media zoals Web 2.0 meer mogelijkheden tot participatie gekregen. Er is zelfs sprake van een hele nieuwe generatie, die enkel maar met deze media opgegroeid is: Generation y. Daarnaast zien we ook dat daardoor zijn relatie met beroemdheid veranderd is: celebrities zijn nog steeds belangrijk, maar de kloof tussen hen en het publiek wordt steeds kleiner. Een ander gevolg van die nieuwe media is dat iedereen die beroemd wil worden, dat ook effectief kan. Zelfs zonder speciale talenten, want de meesten verlangen ernaar onder het motto famous for being famous. Dat zorgde voor de komst van een aantal nieuwe vormen van celebrity. Ook de industrie heeft een aantal veranderingen ondergaan: zo is het onderhevig aan een toenemende globalisering. Samen met de ontwikkeling van nieuwe technologieën, worden de mogelijkheden om bekendheid tot stand te brengen en te promoten daardoor steeds groter. Grenzen van tijd en ruimte vervagen, men kan op elk ogenblik iets te weten komen over celebrities. Uit de focusgroepen bleek dat deze media uiteindelijk de overhand zal hebben wanneer we betekenis gaan toekennen aan iemand bekend.
Iedereen beroemd? Met de komst van nieuwe media komen we alvast een stapje dichterbij.
| 59
BIBLIOGRAFIE
Alberoni, F. The powerless „elite‟. Theory and sociological research on the phenomenon of the stars. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 108-123). New York: Routledge. Allen, P. (2007, 24 augustus). Nicolas Sarkozy love handles „airbrushed‟. Telegraph. Barry, E. (2009). Celebrity, Cultural production and public life. International Journal of Cultural Studies, 11(3), 251-258. Boorstin, D.J. (2006). From hero to celebrity. The human pseudo-event. New self. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 72-90). New York: Routledge. Boyd, D. & Ellison, N. (2007). Social network sites: Definition, history, and scholarship. Journal of Computer-Mediated Communication, 13(1). Brown, T. (2009). Celebrity and the New Media: Fame and Fortune in the Blogosphere. Geraadpleegd op het World Wide Web op 1 augustus 2009: http://hdl.handle.net/1961/4858 Choi, C. & Berger, R. (2009). Ethics of Global Internet, Community and Fame addiction. Journal of Business Ethics, (27)85, 193-200. Cockroft, L. (2008, 16 maart). Cult of celebrity is „harming children‟. Telegraph. Collins, S. (2008). Making the most out of 15 minutes: Reality TV‟s Dispensable Celebrity. Television & New Media, 9(2), 87-110. Couldry, N. (2000). The place of media power: pilgrims and witnesses of the media age. London: Routledge. De Natris, A. (2009). Bill is een mislukte cavia: Mogelijkheden en bedreigingen voor popsterren in Web 2.0. Niet-gepubliceerde scriptie, Amsterdam, Media en Cultuur. Derrick, J., Gabriel, S. & Tippin, B. Parasocial relationships and self-discrepancies: Faux relationships have benefits for low self-esteem people. Personal relationships, 20(15). 261280.
| 60
Dyer, R. (2004). Heavenly Bodies: Film Stars and Society. New York: Routledge. Evans, J. (2005). Celebrity, media and history. In J. Evans & D. Hesmondhalgh (Eds.), Understanding Media: Inside Celebrity (pp. 11-55). Maidenhead: Open University Press. Gamson, J. (1994). Claims to Fame: Celebrity in Contemporary America. Berkeley: University of California Press. Gamson, J. (2006). The negotiated celebration. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 698-720). New York: Routledge. Giles, D. (2006). The quest for fame. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 471-484). New York: Routledge. Harrison, T. & Barthel, B. (2009). Wielding new media in Web 2.0: exploring the history of engagement with the collaborative construction of media product. New Media & Society, 10(11), 155-178. Hesmondhalgh, D. (2005). Producing Celebrity. In J. Evans & D. Hesmondhalgh (Eds.), Understanding Media: Inside Celebrity (pp. 97-134). Maidenhead: Open University Press. Holmes, S. (2005). ‘Starring… Dyer?‟: Re-visiting Star Studies and Contemporary Celebrity Culture. Westminster Papers in Communication and Culture 2(2), 6-21. Holmes, S. (2006). It‟s a jungle out here! Playing the game of fame in celebrity reality TV. In S. Holmes & S. Redmond (Eds.), Framing Celebrity. New directions in Celebrity Culture (pp. 45-63). New York: Routledge. Holmes, S. & Redmond, S. (2006). Introduction. In S. Holmes & S. Redmond (Eds.), Framing Celebrity. New directions in Celebrity Culture (pp. 1-16). New York: Routledge. iWannaBeFamous!(2007). I wanna be famous! Geraadpleegd op 18 april 2008 op het World Wide Web: http://www.iwannabefamous.com/ Klein, A. (2009). Postmodern marketing, Generation Y and the multiplatform viewing experience of MTV‟s The Hills. Geraadpleegd op 10 juli 2009 op het World Wide Web: http://www.ejumpcut.org/currentissue/HillsKlein/index.html Kurzman, C., Anderson, C., Key, C., Ok Lee Y., Moloney, M., Silver, A. et al. (2007). Celebrity Status. Sociological Theory(25)4, 347-367. | 61
Langer, J. (2006). Television‟s „personality system‟. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 181-195). New York: Routledge. Madonna en Leonard Cohen opgenomen in Rock „n Roll Hall of Fame. (2008, 11 maart). Knack. Maltby, J., Day, L., McCutcheon, L, Gillet, R., Houran, J. & Ashe, D. (2004) Personality and coping: A context for examining celebrity worship and mental health. British Journal of Psychology, (100)95, 411-428. Marshall, P.D. (2006). New media – New self. The changing power of celebrity. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 634-644). New York: Routledge. McCutcheon, L., Lange, R. & Houran, J. (2002). Conceptualization and measurement of celebrity worship. British Journal of Psychology, (98)93, 67-87. McLeod, K. (2006). The private ownership of people. In P. David Marshall (Ed.), The celebrity culture reader (pp. 649-663). New York: Routledge. MySpace (2008). Tila Tequila. Geraadpleegd op 20 april 2008 op het World Wide Web: http://www.myspace.com/tilatequila North, A., Bland, V. & Ellis, N. Distinguishing heroes from celebrities. British Journal of Psychology, (101)96, 39-52. Petersen, A. (2007). Celebrity juice, not from concentrate: Perez Hilton, gossip blogs, and the new star production. Geraadpleegd op 10 juli 2009 op het World Wide Web: http://www.ejumpcut.org/archive/jc49.2007/PerezHilton/index.html Random History (2007). From the Gods to Reality TV Stars. A History of Celebrity. Geraadpleegd op 18 april 2008 op het World Wide Web: http://www.randomhistory.com/150/010celeb.html Rojek, C. (2001). Celebrity. London: Reaktion Books. Sandvoss, C. (2005). Fans: The mirror of consumption. Cambridge: Polity Press. Simpson, S. (n.d.). "Bytes, Web Camera, Democratisation!" A Critical Examination of the Internet's Impact upon Celebrity Studies. Geraadpleegd op 1 augustus 2009 op het World Wide Web: http://people.brunel.ac.uk/bst/vol0801/sarahsimpson/home.html | 62
Stefanone, M, Lackaff, D. & Rosen, D. (2008, juni). We're all stars now: reality television, web 2.0, and mediated identities. Paper gepresenteerd voor de Conference of Hypertext and Hypermedia, Pittsburgh. Stevenson, N. (2005). Audiences and celebrity. In J. Evans & D. Hesmondhalgh (Eds.), Understanding Media: Inside Celebrity (pp. 135-171). Maidenhead: Open University Press. Talgan, B. (2009). Not everyone gets a trophy: how to manage Generation Y. San Fransisco: Jossey-Bass. Tapscot, D. (2009). Grown up digital: how the net generation is changing your world. New York: McGraw – Hill. Turner, G. (2004). Understanding Celebrity. London: Sage Publications. Van den Bulck, H.(2009, 3 juli). Helden sterven bijna altijd banaal. Knack, 19-21. Van den Bulck, H. & Tambuyzer, S. (2008). De celebrity-supermarkt. Antwerpen: Epo. Van Gestel, G. & De Meyer, G. (2002). Vedettedom. Beroemd in Vlaanderen. Antwerpen – Apeldoorn: Garant. Verstraeten, H. (2007). Mediasociologie I. Niet gepubliceerde cursus, Universiteit Gent. Werbrouck, S. (2009, 3 juli). Michael Jackson: vijftig jaar eenzaamheid. Knack, 7-19. Wester,
F.,
Renckstorf,
K.
&
Scheepers,
P.
(2006).
Onderzoekstypen
in
de
communicatiewetenschap. Dordrecht: Kluwer.
| 63
BIJLAGEN
1. UITNODIGING FOCUSGROEPEN
Hallo! Heb je je ooit afgevraagd waarom Michael Jackson zoveel mensen kon inspireren? Of waarom er vandaag nog maar heel weinig artiesten zijn die daartoe in staat zijn? Heb je er al bij stilgestaan dat, als je dat zou willen, het helemaal niet zo moeilijk meer is om bekend te worden? Op deze vragen en nog veel meer probeer ik een antwoord te vinden in mijn thesis. Daarin onderzoek ik celebrities, bekende personen. Ze zijn er altijd al geweest en zullen er altijd zijn, waarom ze dan bestuderen? Omdat er vandaag een echte “boom” aan bekende personen ontstaan is: niet alleen door reality-tv, maar ook door de komst van het internet. Veel nieuwe mogelijkheden om beroemd te worden dus... Ik zou heel erg graag weten hoe jullie hierover denken! Daarom zou ik jullie willen uitnodigen voor een gesprek. Wat voor een gesprek moet dat dan worden? Ik stel een paar vragen, jullie antwoorden daarop. Maar het gaat verder als dat: het is ook de bedoeling dat je op de meningen van anderen gaat reageren, zodat we samen kunnen zoeken naar gelijkenissen en verschillen. Het gaat hier in geen geval om bepaalde kennis, maar vooral over hoe je persoonlijk denkt over dit fenomeen. Elke groep bestaat uit 3 mannen en 3 vrouwen, het gesprekje zelf zou 1 tot 1,5 uur duren. Alles wat jullie zeggen neem ik op, maar dat wordt volledig anoniem verwerkt. Als jullie nog vragen hebben, aarzel dan niet om mij te mailen (
[email protected]) of bellen (0476/23.09.78). Alvast bedankt voor jullie medewerking! Groetjes, Sara
| 64
2. TOPICLIJST FOCUSGROEPGESPREK
Welkom en voorstelling Uitleg onderzoek Richtlijnen voor gesprek Vragen: 1. Wie is je favoriete held? 2. Welke kenmerken moet iemand hebben vooraleer je hem of haar een held noemt? 3. Welke kenmerken moet iemand hebben vooraleer je hem of haar een bekend persoon noemt? 4. Wie is je favoriete bekend persoon? 5. Wat is het belangrijkste verschil tussen je held en je bekende persoon? 6. Als je moet kiezen tussen je held en je bekende persoon, wie heb je dan het liefst? 7. Vanaf nu gaan de vragen enkel over bekende personen/celebrities. Daarnet zijn er al een aantal kenmerken van bekende mensen genoemd, waar ik graag wat meer over zou weten. a) Hoe belangrijk vind je het dat iemand iets van betekenis gedaan heeft om bekend te worden? (bijvoorbeeld: grenzen verlegd in de muziekwereld) b) Hoe belangrijk vinden jullie het privéleven een bekendheid? c) Hoe belangrijk vinden jullie mens achter een bekendheid? d) Is het belangrijk dat je je iemand bekend kan inbeelden in alledaagse, normale situaties? 8. Waarom zou, volgens jullie, iemand bekend willen worden? Ik ga een aantal mogelijke antwoorden hierop overlopen en jullie zeggen of jullie het daar mee eens zijn of niet. a) Omdat hij of zij dan in het centrum van de belangstelling staat? b) Omdat hij of zij dan invloed heeft op wat mensen denken en doen? c) Omdat hij of zij dan nooit vergeten kan worden? d) Omdat hij of zij dan rijk is, leeft in glitter en glamour? Om van een gewone mens iemand bekend te maken, zijn er drie elementen die daar toe bijdragen: de media, de bekendheid zelf en het publiek, jullie dus. Vanaf nu gaan de vragen over de rol die jullie hierin hebben. 9. In welke mate zijn jullie op de hoogte van het nieuws over bekendheden? a) Zo ja: wie volgen jullie dan? b) Op welke manieren gebeurt dat? Via mensen in je vrienden/familiekring Via roddelblaadjes Via roddelsites (HLN, showbizzsite, Perez Hilton) Via hun persoonlijke websites Via facebook, myspace, twitter? 10. Heeft het gedrag van een bekende persoon een invloed op jouw gedrag? Op welke manier? a) Is het al eens gebeurd dat je bekende mensen gevolgd bent als ze een nieuwe trend lanceren op vlak van mode, stijl? b) Heb je al eens de mening gevolgd van bekende mensen over iets dat gebeurd is in de actualiteit? | 65
c) Is het al eens gebeurd dat je je eigen politieke overtuiging baseert op die van iemand bekend? (abortus, adoptie, oorlog, president) d) Heb je wel eens de mening van bekende mensen gevolgd op vlak van religie? (bijvoorbeeld: Madonna en Kabbalah, Tom Cruise en Scientology) e) Sluit je je gemakkelijker aan bij de mening van bekende mensen als ze min of meer overeenkomt met wat jij denkt? f) Heb je je mening over iets al veranderd omdat iemand bekends er anders over dacht? 11. Zou je graag zelf bekend willen worden? a) Op welke manier zou je dat doen? b) Wat hoop je dat je daarmee dan bereikt? 12. Denk je dat het gemakkelijker is om nu bekend te worden als tien jaar geleden? Hoe komt dat? 13. Wie zou er niet graag bekend worden? a) Wat zijn de mogelijke nadelen? b) Zijn er te veel mensen die nu bekend willen worden? 14. Een vrij recente evolutie is reality-tv a) Denken jullie dat er daardoor meer mensen bekend kunnen worden? b) Is dat positief of negatief? c) Wat zijn de voordelen? d) Wat zijn de nadelen? e) Zou je zelf aan zo‟n programma willen meedoen? Aan welk soort programma zou je dan meedoen? Waarom juist daaraan wel, niet? f) Waarom zou je daar niet aan meedoen? 15. Een andere evolutie is internet: informatie kan zo wereldwijd veel sneller uitgewisseld worden. a) Denken jullie dat er daardoor meer mensen bekend kunnen worden? b) Wat zijn de voordelen? c) Wat zijn de nadelen? 16. Door nieuwe toepassingen zoals YouTube, MySpace en persoonlijke blogs (Facebook), zijn de mogelijkheden nog groter geworden. a) Maak je er zelf gebruik van? b) Waarvoor gebruik je dat? c) Wat zijn de voordelen? d) Wat zijn de nadelen? e) Post je zelf af en toe iets op YouTube, MySpace of blogs als dat zou helpen om ontdekt te worden? Of om iemand anders bekend te helpen worden? Nog drie stellingen om af te sluiten: 17. De celebrity is de belangrijkste speler en heeft de controle over de media en het publiek 18. Het publiek is de belangrijkste speler; hij stuurt vraag en aanbod in de celebritywereld 19. De celebritywereld is een goed geoliede industrie, waar de celebrity zelf slechts het product van is en het publiek weinig vat op heeft Slotvraag: 20. Hoe zien jullie bekendheid evolueren in de toekomst? 21. Bedankt allemaal voor jullie hulp, is er iemand die nog iets kwijt wil?
| 66
3. TRANSCRIPTIES FOCUSGROEPGESPREK 1 – Generatie Babyboomers Sara: Hallo, mijn naam is Sara, ik doe een thesisonderzoek over bekende mensen, over wanneer je iemand juist als bekend gaat beschouwen. Ik doe daarvoor allemaal verschillende gesprekjes met mensen van verschillende leeftijden om dat te vergelijken. Het gaat ongeveer een uur tot anderhalf uur duren, dat hangt een beetje af van jullie. Nog even zeggen dat er geen foute antwoorden zijn, er zijn alleen maar verschillende meningen, je mag zoveel zeggen als je wilt. Als we teveel van het onderwerp afwijken, dan zal ik het wel zeggen, dan stel ik wel een nieuwe vraag. Het gesprek wordt opgenomen, maar de resultaten worden volledig anoniem verwerkt. Oké, dan kunnen we beginnen! Sara: Mijn eerste vraag voor jullie is: wie is je held? A: Voor mij is dat Milow. H: Euhm, dan denk ik aan mijn mama. K: Ik heb op dit moment niet echt één specifieke held. Alhoewel … Mijn zoon Toon van 12 is muzikaal heel straf bezig en dus mag hij het zijn. P: Volgens mij is de laatste held die er hier in Belgie nog leeft den Eddy Merckx. D: Ik vind dat ook. Ik heb niet direct een held maar voor mij is ne Eddy Merckx nen held, ne politieman, ne brandweerman. K: En als het dan toch over een celebrity moet gaat, dan toch maar Wim Helsen. A: Ja Wim Helsen is er ook één, natuurlijk! Met zijn vrouwenogen in potjes! Hahaha. En Raymond van het Groenewoud ook natuurlijk. P: Hmm, ik denk dat celebrities meestal niet heel heldhaftig zijn. Sara: Welke kenmerken heeft iemand dan nodig vooraleer je hem of haar een held noemt? G: Goh, dat weet ik eigenlijk niet. P: Durf, je nek uitsteken, anders durven zijn … Dat is al een begin. K: Ja inderdaad. Maar hij moet ook een soort van voorbeeldfunctie hebben hé. Hij moet straf presteren in wat hij doe, zich onderscheiden van soortgenoten. En een sterk karakter en persoonlijkheid hebben hé. D: Iemand die zich regelmatig laat horen, op gebied van prestaties bijvoorbeeld. A: Ik ben het wel eens met die prestaties ja. Hij, of zij natuurlijk, moet iets buitengewoon kunnen of kennen of verwezenlijkt hebben en echt en authentiek zijn. G: Dus het mag ook een “zij” zijn? Sara: Natuurlijk. H: Anders durven zijn, das 'n goeie P. P: Danku danku. Den "Barak" vind ik nu wel een held zie, het heeft mij diep geraakt dat die president geworden is ! H: Daar heb je weer een punt. G: Ja, maar dat zal ook voor heeel veeel aan zijn vrouw gelegen hebben. H: Ik was aan ‟t denken: zolang er hier nu maar niemand Michael Jackson zegt… Sara: Wie is dan je favoriete bekende persoon? Dat kan dezelfde zijn, of ook niet. G: Voor mij is dat dan Milow. H: Typisch hé. Mogen er da meerdere zijn Sara? Sara: Natuurlijk… H: Oké. Dan Dimi , Stan en Roel … En da‟s in willekeurige volgorde, hahaha. Ze hebben wel elk hun reden. D: Nen bekende is nen “Barak” maar dat kan evengoed ook John Cleese zijn voor mij. An: Voor t moment nog altijd Milow, hij is nog niet van zijn peidestalleke gevallen voor mij, hij staat er nog altijd op. Sara: Welke kenmerken zijn hier dan belangrijk? H: Schoonheid. Hahahaha. A: Ja oké, looks spelen zeker mee, maar niet in eerste instantie denk ik. H: Nee,nee, wat Stan betreft zijn onwaarschijnlijk goede stem . En hij is altijd even vriendelijk, waar en wanneer je hem tegenkomt. Roel is dan weer veelzijdig. En Dimi... tja... zonder commentaar zal ik maar zeggen. P: Hugh Grant, met straaaaten voorsprong! Da‟s nu iemand die altijd zichzelf blijft. Hij kan ook maar één soort rol spelen en dat is zichzelf… D: Qua kenmerken… gewoon veel in de media komen maakt je ook bekend. G: Awel, voor mij Milow, hij gaat er altijd zo voor 100% voor. D: Zoals Michael Jackson, die was wel bekend, maar is in mijn ogen zeker geen held. Sara: K? K: Ik ben aan het nadenken… Favoriete bekendheden, ik ben daar eigenlijk niet zo mee bezig. Helden hebben toch wel meer waarde voor mij. Sara: Wat is dan eigenlijk het belangrijkste verschil tussen je held en je favoriete bekendheid?
| 67
H: Dat mijn held of heldin niet bekend is in heel Vlaanderen. K: Ik denk dat ze vooral iets moeten hebben betekend in de geschiedenis. P: Het hangt er natuurlijk van af wat je definitie van een held is ? K: Ik denk trouwens dat mijn antwoord op je eerste vraag misschien eerder gericht was op mijn favoriete bekendheid, in plaats van held. A: Ja, bij mij eigenlijk ook. G: Helden moeten zichzelf een stuk opzij hebben gezet ten voordele van iemand anders, of andere mensen. A: Ja inderdaad. D: Een favoriete bekendheid hoeft alleen maar gekend te zijn moet daarom nog niets verwezenlijkt hebben. K: Inderdaad! P: Geen enkele persoon uit de showbizz is een held, denk ik. A: Ja, ik denk dat ook. Maar G, dan is onze Milow geen held. G: Nee da‟s waar. Maar bij mij is hij vooral mijn favoriete bekende persoon. H: Tja, de mijne ook niet... Hahaha. K: En 'helden' komen ook op voor het goede, denk maar aan superman enzo. Vooral in films dan… Sara: Stel dat je een van de twee moet kiezen, voor wie kies je dan? A: Welke twee? Sara: Als het gaat tussen je held en de bekendheid? G: Hoe bedoel je dat juist? Kiezen voor wat juist? K: Ja, om wat mee te gaan doen? Sara: Als je ultieme favoriet, zeg maar. H: Nee maar pas op, er zijn bv's die hun bekendheid wel kunnen gebruiken om goede dingen te doen eh... K: Ja inderdaad, dat klopt! Ik ken er zo een paar persoonlijk… A: wat pol zegt, daar zit iets in P: Geef zo eens een voorbeeld ? K: Wel, mijn ultieme favoriet die de beide combineert, da‟s Bono. Sara: En wat denkt D? D: Ik ben er nog niet echt uit eigenlijk. H: Awel, maar als ik denk aan Koen Wauters bijvoorbeeld, hoeveel reclame heeft die al gemaakt voor Plan… Of marco borsato voor War-child. K: En Wouter Deprez voor Oxfam en zo. A: En voor zijn uitvaartverzekering… Dela of hoe noemt het. H: Maar voor die uitvaartverzekering werd hij betaald, voor Plan België echt niet. A: Maar dat bedoel ik ook hé… P: Maar eigenlijk heeft Bono zijn zetel verplaatst naar Amsterdam om in Groot-Brittannië geen belastingen meer te moeten betalen. Voor mij is dat dus écht geen held, sorry. K: Is belastingen betalen dan zo “heldhaftig”? H: Awel, dat is toch bekendheid gebruiken “om” iets mee te doen. P: Neen belastingen betalen is inderdaad niet zo tof, maar je helpt er wel een pak mensen mee hé. Nooit gehoord over sociale zekerheid of ontwikkelingshulp ofzo?! A: Ik denk dat een held vooral onbaatzuchtig moet zijn… Wat zegt de Dikke van Dale er trouwens over? Sara: Geen idee. D? D: Als ik moet kiezen hé, kies ik liever voor een held. Zelfs al zie je of hoor jaar maar weinig van, tegenover een bekendheid… Wat dat kun je dikwijls al meehebben door je uiterlijk, of je stem, of je bent rijk… P: Ik heb het eigenlijk niet zo begrepen op bekende personen en goede doelen, volgens mij zit er altijd een of ander venijnig kantje aan. H: Ja. Maar elke keer als Marco borsato… Allez, tijdens elk concert een filmpje zien over War-child en ik krijg er toch telkens kippenvel van... Sara: Oké. Er is dus duidelijk een verschil tussen je held en je bekendheid, maar merken jullie ook een verschil tussen de termen "bekendheid" en "celebrity"? H: Hmm. Zijn celebrity's niet eerder "toevallige bekenden" ? Niet zozeer omdat ze iets kunnen, zingen of acteren ofzo, maar gewoon omdat ze toevallig eens hebben meegedaan aan zo‟n programma? K: Ik denk het ook. Maar bekendheid kan slaan op alle domeinen… En een celebrity ben je denk ik enkel in de showbizz. G: Om nu een stom voorbeeld te geven: bekend ben ik in de parochie, maar ik ben hier geen celebrity. Al staat mijn naam wel in het parochieblad elke week. H & D: Hahaha. D: G toch! Ik denk dat bekendheid langer meegaat dan een one night of one day celebrity. G: Inderdaad. Celebrity's worden door de media gemaakt denk ik, terwijl bekendheid ook ergens met eigen verdienste te maken heeft D: Ja. Goed G! P: Ik ben P Peeters en das een hééél bekende naam in Vlaanderen... P: D bedoelde natuurlijk onenight stand … Iedereen: Gelach. H: Nee maar, ‟t is dat wat ik ook zei hé G, volgens mij is 't ook zoiets.
| 68
K: Ik vind van niet eigenlijk. Er zijn ook celebrity‟s die bekend zijn geworden door wat ze doen hé. H: Of omdat ze veel geld hebben... Kijk maar naar Paris Hilton hé. Sara: Hoe belangrijk vinden jullie het dat iemand iets van betekenis gedaan heeft om bekend te worden? P: De meeste mensen die echt iets goed gedaan hebben in hun leven zijn nu dood.. H: Ik leef nog altijd hé P. Hahahah. G: Allez P, er zijn nog wel goeie mensen ook nu hé, de dag van vandaag. K: Ja da's toch wel echt zwartgallig. Er zijn nu toch ook een pak bekende persoonlijkheden die wel nog leven en het goed doen? Ik weet het niet hé, maar voor mij moeten ze gewoon goed presteren in hun vakdomein, dat maakt niet uit of dat over sport gaat, of over muziek. A: En nog iets anders… 't Moet niet altijd positief zijn wat ze doen, Amy Winehouse is al even bekend om haar drugperikelen dan om haar muziek. G: Ja, oké, het moet misschien een beetje genuanceerd worden. P: Ik heb het hier dan wel ten voordele van het algemeen maatschappelijk belang hé, G. G: Awel en uwe president Barack dan? P: Ja, maar da‟s nog iets anders. Sara: Hoe belangrijk vinden jullie zijn of haar privéleven dan? Speelt dat een rol? A: Is drugs privé? Ik denk persoonlijk van wel, maar als Amy staat te lallen op een podium, wordt dat toch vermengd. K: Da‟s waar. Maar uit ervaring kan ik zeggen dat het helemaal niet van belang is om ook maar iets uit het privéleven van die mensen te weten… Privé is privé en dat moet zo blijven, de boekjes kloppen aan bij de BV's om de pieren uit hun te krijgen. En als je dan weigert mee te werken, dan verzinnen ze gewoon zelf wel iets. H: Dat weet ik ook K... A: In principe geen zaken met privéstuff vind ik. D: Ja voilà. Neem nu Tommeken Boonen, dat was voor veel mensen nog wel een held en eventueel nog een bekendheid ook. Maar door zijn privé leven heeft dat wel allemaal een serieuze deuk gekregen. K: Klopt inderdaad, want zelfs zijn coke-gebruik en uitgaansgedrag is en blijft een privézaak. P: Oké. En ik wil toch nog zeggen dat Bob Geldof van Liveaid, die leeft natuurlijk nog wel… Het grappige is dat hij pas echt bekend geworden is nadat hij zich op Liveaid gestort had en dat had niet echt met de muziek te maken dan. Sara: Hoe belangrijk is de mens àchter de celebrity dan? K: Belangrijk voor wie? Sara: Of dat een rol speelt voor jullie. An: Ik weet nog wanneer ik Rehab van Amy Winehouse voor het eerst op de radio hoorde, het was op radio 1 ik kende haar helemaal niet, compleet onbevangen en onbevooroordeeld, en ik was er weg van, het was echt fantastisch. Dus ze verdient haar succes enkel en alleen op basis van haar mooie plaat back to black. K: Maar langs de andere kant : zonder drugs was dat nummer er nooit gekomen P: Nu los van die mens erachter, het is wel zo dat de meeste van die celebrity's zelf graag hun privé leven aan de grote klok hangen, kwestie van in "the picture" te blijven.. K: Nee dat denk ik niet. Ik denk niet dat je mag veralgemenen. Ik heb zoiets van “de bekendheden die dat doen, zijn foute celebrities!”. G: Maar moet je er dan van uitgaan dat celebrity's sowieso een facade opzetten? H: Yeps G, they do... K: Misschien wel ja. Voor mij persoonlijk is de mens erachter inderdaad wel belangrijk. Maar enkel op de publieke domeinen waarmee die of die bezig is. D: De mens erachter is denk ik pas belangrijk, bijvoorbeeld, als een voetballer een bekeuring krijgt om te snel te rijden, dan moet hij achter zijne naam gaan staan en niet doen of hij alles mag of kan. Sara: Oké. In welke mate volgen jullie het nieuws over bekende mensen? D: Nee, ik volg niets van bekende of minder bekende personen. An: De carriere van Milow volg ik, da's al, de boekjes lees ik enkel bij de kapper ofzo. G: Ik hetzelfde denk ik. G: Maar we volgen die dan ook wel grondig hé. An: Hahah, en gij gaat zeker elke week naar de kapper hé G? G: Nee nee! K: Voor wat de BV's betreft moet ik dat wel actief opvolgen voor mijn beroep. Maar op wereldvlak, interesseert het me niet echt. P: Ik weet altijd via Frank Deboosere wanneer onze "held" Frank De Winne met zijn ruimtetuig „s nachts overvliegt. Het doet mij toch wel iets als ik dat stipje aan de hemel zie voorbij flitsen… Da‟s dan toch wel een held. H: Haha. De mensen die me interesseren volg ik wel... Al zal ik 't dan eerder aan ze zelf vragen als ik iets moet weten dan dat ik 't klakkeloos uit de boekjes geloof. Sara: zijn er bepaalde personen aan wie je meer aandacht schenkt? K: Voor wat mij betreft: ja, je kiest uit de domeinen waarmee je zelf bezig bent hé. Theater, comedy, literatuur,
| 69
muziek...En het is daarom dat ik af en toe eens een biografie van iemand lees. Het is altijd wel fijn om de mens erachter te leren kennen. Dus maar om te zeggen dat ik dus geen rioolpers lees. G: Ja, zo vind ik het evengoed fascinerend om in de week van de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd 's nachts in m'n eentje voor de tv te zitten voor klassieke muziek dan. P: Qua muziek ik ook. Ik volg nog steeds "mijn helden" in de muziek op de voet. Ik vind het nog steeds fantastisch wat Neil Young en den Bruce presteren op hun leeftijd. K: Ja viola! Da‟s inderdaad waar! D: Ik niet echt. Ik zal misschien wel eens naar iets kijken met Engelse humor, maar daar blijft het wel bij… G: En ACDC D? D: Maar da‟s gewoon luisteren, en dat doe ik wel hé G. G: Ah oké, dat dacht ik al wel. An: Uiteraard heb je je interesses en zo leer je wel opstaan voor nieuwe dingen en misschien ook "voorlopers" op dat vlak dan. Sara: Is het al eens gebeurd dat je bekende mensen gevolgd bent als ze een nieuwe trend lanceren op vlak van mode, stijl? P: Beste Sara, zoiets is gewoon aan mij voorbij gegaan… Iets dat echt knap is, blijft tijdloos. K: No way! Maar vroeger als kind of puber deden we dat natuurlijk wel. Sara: H? H: Nee, niet dat ik mij kan herinneren. D: Ook nee. Sara: Zijn er nog die dat vroeger wel deden? H: Vroeger? Oei… G: Amai, nu moet ik echt hard nadenken. H: Haha. Nu dat ik eraan denk, als 8 jarige liet ik m'n haar in stekeltjes knippen toen Sandra Kim 't songfestival gewonnen had . Voor de rest niks, nada. D: Ik heb altijd mijn lief en nu vrouw gevolgd! G, An, H: Ooooh! An: Da‟s mooi se D! Ik heb zelf de "punk" misschien wel een beetje gevolgd, zo braafjes dan. P: En ik stond als kind open voor het hebben van lang haar, mijn ouders iets minder… K: Ik vind da eigenlijk raar dat dat bij niemand zo is… Als er iemand vroeger op school een leuk t-shirt of zo had, dan wouden we toch hetzelfde. En je hoorde toch altijd wel bij een groepje die zich vereenzelvigde met mekaar, door kledij enzo. An: Ik had een zwarte pull gebreidt met één fel gele mouw en zo in Londen rond lopen. En toch schrik de weg kwijt te zijn, hahaha. K: Hahaha ja. Wij waren tegen de millet-vesten en docksides, en hadden het ook eerder voor een ruiger rockimago. P: Hmmm. Dat van hippe kledij, dat heb ik precies niet meegemaakt ! Sara: Heb je al eens de mening gevolgd van bekende mensen over iets dat gebeurd is in de actualiteit? An: ik denk niet zo onmiddellijk. H: Ik denk ook dat ik moeilijk van mening te veranderen ben ... Of ben ik nu verkeerd? Wat denk je G? K: Awel, ik denk het wel hé, maar kan me niet iets concreets voor de geest halen. P: Nu begeven we ons eerder op politiek terrein niet? Sara: Inderdaad. D: Wie volgt er al eens niet een goed gemaakte reclame boodschap? P: Hahahaha. Ja. Gebruikt gij dan Vanisch, D ? D: Mijn madam om te proberen Iedereen: Gelach. G: Ik weet niet meer van wie, maar in de Humo zei onlangs toch een jonge BV dat ze het vreselijk vond dat ze perse een mening over alles verondersteld werd te hebben. K: Ja vind ik ook. Eigenlijk is dat interressant, want dat is nu net iets wat ik als manager van enkele bv's voortdurend aan de boekjes moet gaan uitleggen. Want het is inderdaad echt heel vervelend dat bekendheden over ALLES een mening moeten geven blijkbaar. Terwijl dat toch niet relevant is hé? G: Ja. An: Ja, wee wie durft zeggen dat hij niet met het milieu inzit, en dat de zeehondjes de pot op kunnen. En ze moeten ook allemaal hun boodschappen met de fiets doen ofzo. En medelijden hebben met kankerpatiënten, en zo blijft het uiteindelijk doorgaan ook. G: An an. P: ‟t Is waar hé, maar ze worden nu eenmaal overal uitgenodigd op talkshows. G: Tja, oké, maar de teevee moet ook iets kunnen uitzenden hé. P: Dat zijn dan toch wel meestal gesprekken zonder al teveel diepgang, dus dat blijft niet hangen. Denk ik dan. D: Ja. An: Ja, misschien wel. G: En toch hé, vind ik het soms gevaarlijk. Er zijn heel veel mensen die gewoon niet kunnen relativeren. Sara: En wat als ze een uitspraak doen over iets controversieels? Ik denk maar aan adoptie of oorlog?
| 70
K: Oei. Dat heb ik zelf aan den lijve meegemaakt. Alex agnew heeft ooit is in een artikel in P-magazine iets gezegd over de joden, maar dat was dus 100% als grap bedoeld, en het spel zat op de wagen, daar zijn ik-weetniet-hoeveel mensen opgesprongen. G: Ja inderdaad, „k heb dat ook gezien. Sara: Hoe heeft hij dat dan opgelost? K: Een beetje diplomatisch aanpakken. Maar de journalist in kwestie wou eigenlijk enkel een potje gaan 'stoken' en heeft zelf de lont aangestoken, om het zo te zeggen. D: Ja. Als ze een uitspraak doen en dat past in iedereen zijn kraam ok, maar o wee als ze tegen dat kraam rijden. P: Maar het publiek van Agnew begijpt dat dan toch wel? Volgens mij hebben ze daar geen problemen mee. K: Ja, hoe hebben wij dat opgelost. Uiteindelijk hebben we een uitgebreid perscommunique moeten versturen, om duidelijk te maken dat dit écht een grap was en alex absoluut geen racist, of zelfs negationist zou zijn. Maar de joodse gemeenschap werd benaderd omdat er door die journalist, die heeft stukjes uit Alex zijn mop heeft gehaald die uiteraard zeer kwetsend zijn voor hen. En hetzelfde gebeurde een paar maanden later met Geubbels, en met het item in Man Bijt Hond. G & An: Juist. P: In de media wordt alles uit zijn verband gerukt, dus ik vrees dat je wel altijd met iets op iemand z'n lange tenen trapt. K: Klopt als een bus. Daarom is de journalistiek het aan zichzelf verplicht om correct te informeren ook hé. D: Maar moeten we dan niet wat meer met een korreltje zout nemen? P : ik denk dat dat misschien wel de oplossing is. G: Oké, ik ben soms ook niet akkoord met liedjesteksten . Bijvoorbeeld als Milow zingt : I've seen enough, I know God left this place long long tim ago… Ik vind dat niet leuk dat hij dat zingt maar ik vind het wel een goeie tekst. Sara: Heb je wel eens de mening van bekende mensen gevolgd op vlak van religie? G: Ik? Neen. H: Nee. An: Maar neen, die weten het ook niet hoor! D: Zéker niet K: Neen, ik ook niet… Maar als de paus zo verder doet, zullen veel mensen het tegendeel gaan doen denk ik… Sara: Heb je je mening al eens veranderd omdat een bekende persoon, die je graag hebt, daar anders over dacht? An: Oei, dat gaat hier wel snel achter elkaar. Ik denk het niet, nee. K: Ik ook niet. H: Nee, ik ook niet. Ik weet de mensen die ik graag hebgoed te kiezen, hahahah. G: Ja, toch wel . Door An en H onder andere. Maar misschien zijn die wel niet bekend genoeg . P: Nooit, je volgt toch je eigen innerlijke als dat zegt wat je moet doen ? H: G... Gekke. D: Ik kan wel eens van mening veranderen. Maar dat hoeft niet onder invloed van een bekende te zijn hé. Sara: Oké, volgende grote vraag: Welke redenen kan iemand volgens jullie hebben om bekend te willen worden? H: Geld, macht, media-geilheid ofzo. K: Nee nee, dat denk ik niet. Want in principe mag bekend worden nooit een doel op zich zijn! An: Een gebrek aan moederliefde. Hahaha. P: Waarom doen zelfs de grootste halve garen mee met zoiets als "idool" ? An: Goeie vraag. Misschien om zichzelf te willen bewijzen, of frustratie, leegheid? Ik weet het niet… G: Chance dat er ooitzo iemand meegdaan heeft. Anders was de helft van dit groepje hier nu niet aanwezig ! An & H: Hahaha. H: Da‟s waar! An: Gelukkig maar dus! Ik dacht aan willen bestoefd en geliefd worden, of aanbeden worden. K: Voila. Maar er zijn geen goeie redenen dus. Tenzij dat het misschien prettig is om succesvol te zijn. Sara: Aandacht is dus belangrijk. An: Ja, dat denk ik wel. Sara: Wat denken jullie van: je talent met de wereld delen? H: Ook! An: Hmm. Je talent met de wereld willen delen lijkt mij te romantisch als uitgangspunt hoor. H: Denk ik ook. En iedere bv, en ver daarbuiten waarschijnlijk, kickt ergens op aandacht denk ik... anders doe je zo'n vak niet. K: Ja oké, dat is misschien wel, maar de valkuilen zijn echt wel groot hoor. Want ik denk dat als je succes hebt, je positieve aandacht krijgt, maar de meeste mensen vergeten dat er ookvolgt onmiddellijk erna zelfs afgunstige en nijdige reacties komen. G: Oké, ja. Maar ik denk dat het ook gewoon een leuke manier kan zijn om brood op de plank te krijgen. P: Ik vind in het algemeen dat men ons niet altijd moet blijven bestoken met die flauwekul. En ‟t is idiotie allemaal. Al die programma's met mensen die absoluut op tv willen komen voor niks eigenlijk. H: Inderdaad P. Er zijn natuurlijk grenzen aan die aandacht hé… An: Aandacht ja, da‟s een ding, maar ik denk dat het toch vooral op zichzelf gericht zijn is, hé. Ik denk echt aan egocentrisme. H: Maar nee an, foei.Zo negatief.
| 71
G: Dat vind ik nu ook. K: Het hoeft toch niet zo negatief te zijn? Een artiest heeft gewoon een talent dat vaak in de eerste plek voor hemzelf van belang is, en dat hij inderdaad wil delen met een publiek H: Juist ja, en om die reden graag "aandacht " krijgt. Maar ik dat, ene keer ze van dat podium af willen ze ook "weg van de aandacht" en dat lukt natuurlijk niet altijd K: Klopt. Maar hoe dat publiek er dan op reageert kun je zelf meestal niet inschatten vooraf… P: Het erge is dat er nochtans mensen zijn die echt iets te vertellen hebben, maar die hoor je pas na half twaalf.. An: Ja, inderdaad. Want wanneer komen er interessante programma's op tv? of radio? G: Juist ja. We weten in ieder geval door het verhaal van Joeri Den en Milow dat het geen gemakkelijke wereld is. H: En ik moet het ook toegeven, want daar maak ik me zelf ook schuldig aan. K: Dat snap ik helemaal. H: Maar het ding is: ik heb zoiets van “ik ken wel m'n grenzen hé”. K: Uhu. Maar daarvoor moet je je toch niet schuldig voelen. Ik vind dat zelfs gezond H: Nee oké, ‟t Is dat hé. Ik ga na een optreden een babbelke doen of 'n fotoke vragen, maar daarna is 't privé, en daar blijf ik dan ook buiten. Tenzij ze der zelf 'n stukje in meegaan, maar dat zal ik zelf nooit vragen hé. P: Inderdaad. Keep a low profile.. Sara: Volgende vraag: Zou je zelf graag bekend willen worden? An, H: Hmm. Nee. D: Ik hoef niet in de belanstelling te staan maar rij wel graag rond in een tof autoke. G: Dan kijkt ook heel wolvertem naar je hé. P: Tja z'n oldtimer wekt de belangstelling van kenners. En geef toe, het is leuk dat ze omkijken als je voorbij komt gereden. D: Ik zet wel mijne zonnebril op om geen aandacht te trekken. H:Hahaha. Zelf bekend worden? Euhm... 't Gebeurt al zo vaak dat mensen me aanspreken en dan zeggen : "ik ken u van...." " gij waart ook daar ..." terwijl ik die mensen van haar nog pluim ken - raar… Dus echt bekend worden daar bedank ik toch voor. Ik ga liever naar de bekenden toe, en wordt zo ook bekend, hahaha. G: Ja, ik hoorde vandaag dat ze me gespot heb op beleuvenissen terwijl ik daar met Gerda zot stond te doen bij Willy Sommers. Wel een beetje raar. Sara: Wat zijn de nadelen van zo zelf bekend te worden? G: Hmm echt bekend zijn en daardoor je privacy laten vallen, is toch niet echt zo leuk altijd denk ik. H: Inderdaad. Je hebt nergens nog "anonimiteit" hé . K: Ook . Of te hoge of geen juiste verwachtingen van mensen; An: Ik denk ook beperktere bewegingsvrijheid, iets in die aard. D: Minder bewegingsvrijheid? An: Ahja D. Je kunt dat niet in uw pijama naar de bakker hé. Sara: Denk je dat het nu gemakkelijker is om bekend te worden als pakweg 10 jaar geleden? H: Ja. Door reality-tv zijn er ineens tientallen bekenden per jaar , ik denk aan Big Brother of zo. K: Ja, inderdaad, Big Brother. Ik denk ook van… Alles gaat gewoon sneller, maar duurt ook minder lang. Het is vooral een oppervlakkige bekendheid geworden. G: Sowieso: Internet, veel meer aandacht van de boekjes, van tv… An: En dan nog YouTube, facebook, myspace, en de ganse rimram. P: Natuurlijk is het veranderd. Hoeveel programma's worden er niet uitgevonden, louter met dat doel ? De media MAAKT JE ! An: En kraakt je ook. D: Maar moet je nu niet met iets "meer" afkomen dan vroeger? K: Ja inderdaad. En bovendien, en met al de nieuwe media ontstaat er ook een nieuwe soort bekendheid: via youtube en facebook of myspace kun je nu ineens wereldberoemd worden hé. An: Uw kleren uit helpen ook, dikke borsten hebben ofzo. H: An. Hahaha. Betty dan ofzo? An: Ja hé. P: Hé, maar, de kleren uit dat deden de Hollanders al in de jaren 70! Sara: Wat zijn de voor en nadelen van reality tv, denken jullie? K: In mijn ogen heeft dat geen voordelen. An: Ja. Kijk maar naar susan boyle, ze is er de kliniek van in gemoeten. H: dat mensen veel van je weten en gezien hebben dat je anders nooit zou doen… Das een nadeel hé. G: Ja, maar je soms ook dik moet beklagen want je wordt gestuurd . Ik denk dat de regie vaak het laatste woord woord heeft. K: Het is zo hé. Enkel goed voor de entertainment-business. En met onwaarschijnlijk negatieve psychische gevolgen An: Maar toch ook… Susan boyle, op één week was die wereldberoemd! H: Voordeel... goh.. Ik denk aan Jeroen bij BB, die heeft nadien toch veel boeken verkocht als ik me niet vergis, waarschijnljk was dat niet 't geval geweest mocht hij niet "bekend" geweest zijn. Of je kan bijvoorbeeld ineens de
| 72
job van je dromen gaan doen, omdat je dat daar eens vermeld hebt. Dan kunnen de aanbiedingen wel binnen komen stromen, denk ik. D: Haha ja. Of Boer Charel, die is ook nog steeds bekend. An: Jambers wordt opnieuw uitgezonden, tis pruimentijd. H: Nu ik er eens over nadenk... misschien moet ik toch maar eens bekend worden, hahaha! Sara: Zou je zelf aan zo'n programma willen meedoen? en aan welk soort dan? K: jamais , never, nooit. P: Zo'n kwis als de Pappenheimers zou ik nog leuk vinden D: Is dit geen reality waar we mee bezig zijn? K: Inderaad. De Pappenheimers is ABSOLUUT geen reality. Nu zijn jullie toch alles door mekaar aan het gooien hoor... P: Reality tv dat hoeft voor mij helemaal niet! K: Bij Pappenheimers gaat er een maandenlange kandidatenscreening aan vooraf. G: We leven wel in een zap-cultuur - we zijn rap uitgekeken op alles. K: da's trouwens Tom Lenaerts zijn vrouw die die psychologische screening doet An: Maar een kwis of zo, G en ik naar de pappenheimers, en dan kiezen we milow als bv en winnen een pak geld, kan je daar niet voor zorgen sara? D: Voor mij hoeft het in ieder geval niet. G: Ja, da‟s waar, kwissen is iets anders. An: Ah, P, als G niet wilt, ga ik met u, als we maar winnen :-) D: Ja, P is ne goeie kwisser. An: Oké, da‟s dan afgesproken! Iedereen: Gelach. Sara: Wat zijn de voor en nadelen van internet, voor bekendheid? K: Goh. Ik denk vooral eaal als promotieplatform hé. Het is zeer ruim en jong. én biedt mogelijkheden om mulitmediaal te werken, mét beeld en geluid… En het is wereldwijd, dus je kan het internationaal gebruiken. G: Er zijn geen grenzen meer hé. Ik zou interent niet meer kunnen missen. De Redactie bijvoorbeeld is op elk moment te bekijken, je bent niet meer gebonden aan uren van het nieuws enzo, en je kan kiezen wat je wilt weten… K: Inderdaad. Maar het nadeel is dat ook anderen iets over u kunnen aanmaken, zonder dat je daar dan nog de controle over hebt… Bijvoorbeeld, Wim Helsen heeft 2 facebook-fanpages maar we weten niet wie ze aangemaakt heeft . An: Maar ist echt? Welke is dan de juiste van Wim Helsen, want ik ben er van één fan of facebook? K: Wij hebben er geen! Wim moet van geen facebook weten. An: Maar? Echt? K: Ja echt waar! Dat ligt aan zijn karakter: hij is er gewoon niet mee bezig. En op dit moment is het succes ook zo groot dat wij zelf de promotie tot een minimum moeten beperken, omdat alle voorstellingen al vol zitten. G: Haha. Maar da‟s wel tof hé. Goede wijn behoeft geen krans. En trouwens, je naam intikken op Google geeft soms ook verrassende resultaten. P: Hmm nee. Ik ben dus blijkbaar helemaal niet mee met dit "multimediaal" gebeuren.. G: Ja P. Internet, oké, maar facebook dat heb ik ook niet hé. K: Ik gebruikt Facebook wel. Maar op die fanpagina van Wim Helsen staan er tot nu toe geen erge dingen in. Het is waarschijnlijk een betrouwbare fan die alles keurig opvolgt… H: Da‟s waar. Maar da‟s dan ook 't verschil tussen 'n fanpagina en 'n officiele pagina hé K... Zolang 't proper blijft zou ik ze laten doen, want het is toch extra reclame. An: Facebook, ik heb ook 's gehoord op de radio dat er op Facebook iemand is die zich uitgeeft voor Frank Deboosere. De echte frank deboosere was daar naar het schijnt serieus gefrustreerd, hij kon daar blijkbaar echt niet mee lachen. Sara: Oké. Ik heb een paar stellingen om mee af te sluiten, en jullie zouden dan kunnen zeggen jullie of je het er mee eens bent of niet?De eerste is: De celebrity zelf is de belangrijkste speler in dit hele proces en hij heeft controle over de media en het publiek. An: Niet eens. H: Ik ook, niet mee eens. K: Wel eens. G: Niet akkoord denk ik . P: ook niet akkoord. D: niet volledig mee akkoord. G: Waar ben je het er wel mee eens K? K:Wel omdat uiteindelijk beslist de BV zelf wat en hoeveel hij kwijt wil. En je kunt altijd reageren als er toch iets fout verschijnt. An: Hij kan sturen, aanzetten geven, maar volledige controle is volgens mij niet mogelijk hoor. G: Maar is dan soms al niet veel kwaad aangericht? K: oké wat die controle betreft, is het inderdaad een beetje precair. P: Ik denk het ook. Hij is zelf maar een pion, heeft hier wel zelf voor gekozen, en ik vrees dat de regie laat zien wat het wil of niet, welk beeld wel wil creëren of niet.
| 73
D: Voilà. Is het niet de hele crew rond de bv die alles mee bepaalt? K: Ik weet het niet. Ons devies is: er verschijnen enkel dingen in de pers over het creatief werk van onze mensen. En tot nu toe lukt dat aardig! P: Dat klinkt allemaal mooi, maar je hoort toch ook vaak dat bekende mensen worden "geleefd" of niet ? K: En D, dat is ook onze taak toch? Management is net bedoeld om dit op te vangen hé. Dan kan de artiest zich vooral en enkel kan bezig houden waar hij goed in is. D: Oké ja, en dat is ook nodig waarschijnlijk. Er worden ook heel wat spullen uit hun verband getrokken. Sara: wat denken jullie van: het publiek is de belangrijkste speler; hij stuurt vraag en aanbod in de celebritywereld. K: Ik ben niet akkoord, want dan ga je mee in de denkpiste van "geef het volk wat ze vragen". Terwijl het net de creatieve geesten zijn die met nieuwe dingen moeten afkomen An: Ik ben het daar niet mee eens. Ik vind het publiek heel heel belangrijk denk ik. D: Ik denk toch ook dat het publiek een grote rol speelt. G: Ja, want als wij ostentatief de boekskes niet zouden lezen en de tv boycotten ... Maar dat is toch niet mogelik ! P: Het publiek wordt vooral gemanipuleerd ja, z'n serie als Sarah of Louise Louise stuurt echt groepen van mensen. K: Waarom is dat manipulatie? Je kan toch ook zeggen dat dat gewoon een goed gemaakte serie is? P: Oké, dat zal ik niet ontkennen hé, maar geef toe dat het echt wel gericht gemaakt is. K: Tuurlijk. En ergens is dat ook normaal hé: zonder publiek geen artiesten ... en omgekeerd. G: Ja voilà. Eeuwenlang zijn het de kunstenaars die de loop van de geschiedenis hebben bepaald! Ik vind dat creativiteit een prachtige menselijke eigenschap is. En eigenlijk mag die niet worden beknot of wij het nu goed vinden of niet. An: Bijvoorbeeld hé. Was het niet ferm dat lady linn een mia kreeg tegenover Sandrine, Kate Ryan, sorry H, en de andere daar? En dat heeft het publiek gekozen! H: Yeah right an... Ik geloof niet in van die verkiezingen echt niet, sorry. K: Over de mia's gaan we het toch niet hebben hé? An: Allé, maar hoe heet ze nu weer? H: Natalia An: Ja. H: Da‟s 't zelfde als ‟n TMF award. K: Hahaha. Da‟s hier wel grappig. H: Degenen die aanwezig kunenn zijn in de show winnen het. Dan heb ik zoiets ven “hoe toevallig seg”. K: Goed gezegd! An: Bij de mia's ook denk je, H? H: En trouwens, over Kate gesproken. Ik weet dat er veel tegen zijn, maar die krijgt wereldwijd appreciatie. Alleen hier niet. Ik bedoel, hoe hypocriet kan 'n vlaming zijn? In plaats van eens fier te zijn... Dat wordt nog n' hele grote madam, tenminste , voor zover ze 't al niet is hé. An: Jajaja. Maar ik ben niet tegen kate ryan, hoor H! H: En ja, ook bij de mia's, ik geloof daar geen fluit van. An: Sara, kunt ge de mia's niet eens onderzoeken? Da‟s nog iets interessants hé. K: Les gouts, on ne les discutte pas. P: Waarover hebben jullie het eigenlijk? Sara: Over het feit dat het publiek de belangrijkste speler is in het hele proces om bekend te worden en blijven? P: Dat wist ik wel, maar met die madammen hier kon ik het eventjes niet meer volgen. D: Ja… Wat zijn mia's en tmeffen? H: Soort van awards. Trouwens, ze konden beter al de champagne dat ze bij de mia's geschonken hebben omruilen in geld en investeren in de artiesten... dan zouden er geen decors afgebroken worden door zatte mensen ... An: Ja nee hé. Als je volk genoeg hebt om op uw single te stemmen, kunt ge op één komen in de afrekening op stubru. Dat is toch wel waardevol voor iemand zijn carrière? Sara: Oké, volgende stelling dan: de celebritywereld is een goed geoliede industrie, waar de celebrity zelf slechts het product van is en het publiek weinig vat op heeft H: Hmm. In sommige gevallen ja, in anderen niet. K: Ik denk ook dat dat wel eens zou kunnen kloppen. In vlaanderen valt het wel nogal mee denk ik , ik tegenstelling tot engeland? Sara: H, in welke gevallen dan? H: "idool" is ‟n product, sorry mannekes, maar het is zo. En sommigen houden 't wel zelf in de hand, Dimi doet bijvoorbeeld alles zelf... K: Da‟s mooi, ja. Maar als je ziet hoe paparazzi en beroeps-rioolpers soms te werk gaat en welk poen er mee verdiend wordt om dé juiste foto op het juiste moment te hebben H: Inderdaad, bij britney bijvoorbeeld. Manneke, daar heb ik eens een reportage van gezien hé, en 1 boekje had 24 fotografen in dienst om haar constant te volgen. Je zou van minder beginnen flippen hé. En u haar afscheren. G: Wel ja. Maar waarom worden er zoveel boekjes verkocht? Toch een beetje om beschaamd te zijn in het mensdom? P: Tja, elke celebrity heeft ne goeie manager die hem zegt wat hij moet doen en niet doen om zo bekend mogelijk te blijven... Eigen input is denk ik onbelangrijk geworden.
| 74
K: Oké oké, maar heel de Wendy van wanten affaire van een tijdje geleden deed me ook de wenkbrauwen fronsen. Hoe dat Dag Allemaal daar te werk ging… Da‟s echt beschamend. H: Het blijft Dag Allemaal dan ook... D: Daar zeg je zoiets… Is de celebrity soms geen balleke dat tussen het publiek en het management zit? H: Echt hé. Das nu eens 't mooiste bijvoorbeeld, van zelf artikels verzinnen. Als die geen krijgen schrijven ze der eentje van 5 pagina's lang nog wel. P: Hahaha. Ja. Als ik bij de chinees moet wachten lees ik dag allemaal en zo van die boekjes ook, maar niks blijft daarvan hangen hé. H: Schitterend. K: Ik vind eigenlijk van niet hoor. Want eigenlijk, in principe, zijn de artiest en het management één entiteit. An: Ja, het is te hopen hé K, dat ze aan hetzelfde zeel trekken! P: Oei ja, sorry daarvoor. H: Da‟s waar An. Anders kunnen ze beter een ander management gaan zoeken. Er moet inderdaad echt op 1 lijn gewerkt worden aan je carrière, anders werkt het niet. K: Inderdaad, zoals Hadise onlangs deed. P: Wat deed Hadise misschien? H: Tja, en Kate ook... K: Ze is van management veranderd. P: En kate ? H: Ja, zij ook. Maar Johan was ook geen simpele hoor... An: Hahaha, H, ik dacht bij het patatten planten. H: Tja An, sorry hé. P: Ah ja, als je niet ontent bent, dan bol je het toch gewoon af hé. H: Oké, dat lijkt voor de hand liggend, maar da„s soms echt nie simpel hé P. Dat heeft allemaal te maken met contracten enzo. Sara: Een slotvraagje: hoe zien jullie celebrities evolueren in de toekomst? An: Da‟s niet zo gemakkelijk… P: Nee. Ik denk, zolang de media op volle toeren draait , zullen er altijd wel celebrity‟s komen en gaan. An: Misschien wel. Misschien nog vlugger komen en nog vlugger gaan? H: Ik hoop maar dat de goede overeind blijven K: Ik hoop dat ook, maar ik denk echt niet dat dat gaat evolueren denk ik. Maar het zal altijd wel op dezelfde wijze werken. Mensen zoeken nu eenmaal iconen en voorbeelden waarnaar ze kunnen opkijken. G: Ja inderdaad. D: Inderdaad. Waarschijnlijk nog heel veel ééndagsvliegen en een aantal zal wel blijven hangen, als ze echt goed zijn. K: Ja. En om te eindigen waarmee we begonnen zijn: als ze nu eens allemaal een klein beetje als Barack Obama deden, dan gaat de wereld er toch een beetje beter uitzien? P: Leve Barack! Maar nee, ik denk dat alles afhangt van het feit of die bekende persoon een échte artiest is, of fake. D: Juist P. En de echte zullen blijven bestaan. An: Jaja. Want: fake zal onvermijdelijk door de mand vallen, G: Dat denk ik ook: kwaliteit boven kwantiteit. P: En toch hé, denk ik dat de media ook de fake personen overeind zal houden. G: Dat kan je op voorhand ook niet weten hé. Ik denk dat dromen moeten blijven bestaan. Sara: Oké, dat was het! Wil er iemand nog iets zeggen? (Nee) Dan wil ik jullie allemaal heel hard bedanken om mee te doen! FOCUSGROEPGESPREK 2 Sara: Hallo, mijn naam is Sara, ik doe een thesisonderzoek over bekende mensen, over wanneer je iemand juist als bekend gaat beschouwen. Ik doe daarvoor allemaal verschillende gesprekjes met mensen van verschillende leeftijden om dat te vergelijken. Het gaat ongeveer een uur tot anderhalf uur duren, dat hangt een beetje af van jullie. Nog even zeggen dat er geen foute antwoorden zijn, er zijn alleen maar verschillende meningen, je mag zoveel zeggen als je wilt. Als we teveel van het onderwerp afwijken, dan zal ik het wel zeggen, dan stel ik wel een nieuwe vraag. Het gesprek wordt opgenomen, maar de resultaten worden volledig anoniem verwerkt. Oké, dan beginnen we eraan! Sara: Mijn eerste vraag is: wie is jullie favoriete held? C: En moet dan dan uit een film zijn? Sara: Nee, dat hoeft niet. C: Maar dat is eigenlijk wel de link die meestal gemaakt wordt. K: Een politieke held? Sara: Dat maakt niet zoveel uit, hij mag van alle vlakken zijn. A: Barack Obama. Sara: Anders doen we een toertje? M: Peter van de Veire. L: Gandhi.
| 75
F: Ik heb niet direct een held. Ik vind, iemand dat iets deftig doet, zoals een brandweerman, een politieagent, een ambulancier... Ik vind dat helden op zich. K: Captain Kirk van de Enterprise. (gelach) C: Mijn echtgenoot. Sara: Over welke kenmerken moet iemand beschikken om een held genoemd te worden? A: Een zekere vorm van bescheidenheid, maar toch dingen kunnen realiseren. Baandoorbrekend werk leveren, grenzen verleggen. Sara: Is iedereen het daarmee eens? L: Ja, ja, hij mag geen dikke nek hebben. F: Ja, dat is juist. Sara: Weet er iemand nog een ander kenmerk? F: Nee, hier hebben we alles gezegd, denk ik. Sara: Oké, de volgende vraag dan. Wie is jullie favoriete bekende persoon? Als we de helden buiten beschouwing laten? A: Tina Turner M: Ik vind dat eigenlijk dezelfde vraag als daarjuist. A: Nee, er is toch een verschil tussen een bekende persoon en een held? M: Dan heb ik het een beetje verkeerd verstaan denk ik. F: Ja, ik ook. L: Eddy Merckx. K: Ja, absoluut. C: Dan moet je ook Damiaan zeggen! F: Dan vind ik dat je ook Herman Van Rompuy kan zeggen. A: Ja, ik was dat ook net aan het denken. F: Dat is misschien nu, eventjes tijdelijk, maar toch. A: Eerste president van Europa... K: Maar ja, bekende personen... Je kan ook vijf minuten bekend zijn. F: Elvis, die is al tachtig jaar bekend. Sara: En over welke kenmerken moeten ze hier dan beschikken, om bekend genoemd te worden? F: Herhaal dat nog eens A, wat je net gezegd hebt. A: Nee, dat is niet waar, dat is iets anders hé. Hier moeten ze goed zijn in hun vak. K: Ja, maar hij kan ook bekend zijn omdat hij verschillende keren op TV komt, of in de boekjes. C: Ja, ja, maar daarom is hij nog geen held. A: Inderdaad, daarom is het nog geen held. C: Mariah Carey, iedereen kent ze, dus is ze wel bekend, maar is ze daarom een held? Voor sommigen zal dat misschien wel zijn... F: Ja, voor sommigen misschien wel. Sara: Wat denken jullie dan dat het grootste verschil is tussen de twee? A: Een held is iemand die zaken op een essentiële manier verbetert, verandert. Een BV is goed en is een zekere bekendheid, maar dat is het dan ook. Sara: Is iedereen het daarmee eens? K: Een BV is een gewone mens zoals iedereen. Een held natuurlijk ook, maar die heeft dan wel iets speciaals gedaan, iets uitzonderlijk. C: Een bekende persoon kan in feite gewoon door de media gemaakt worden, maar in feite misschien niets gerealiseerd hebben. Dat kan hé. Sara: Als je iemand van de twee zou moeten kiezen, wie heb je dan het liefst? A, K, C, F: De held. C: Ja, die is, hoe moet ik het zeggen, het integerst. F: Dat zal wel het meeste blijven hangen ook hé, dat dat een held is. K: Dat weet ik niet, want die kunnen een keer in de krant of op TV komen en twintig jaar later kan je daar niets meer van weten. Elvis Presley bijvoorbeeld, hij is er wel niet meer, maar sommigen denken dat ze hem af en toe nog eens tegenkomen... Die blijft hé. Of Michael Jackson. Een held, die kan vijf minuutjes in de krant gestaan hebben omdat hij iemand gered heeft, maar daarom zijn ze nog niet bekend hé. C: Ja, een brandweerman bijvoorbeeld. F: Dat is zo, ja. Sara: Vanaf nu gaan de vragen enkel over de bekende mensen, dus niet over de helden. Hoe belangrijk vinden jullie het dat iemand bekend echt iets belangrijk heeft gedaan, ik denk bijvoorbeeld aan grenzen verlegd in de muziekwereld, of zich ingezet heeft voor een goed doel. K: Ik vind dat niet belangrijk. Als je muzikaal een bepaalde zanger graag hoort, dan moet die voor mij niet in het water zijn gesprongen om er iemand uit te redden. Dat is gewoon om graag naar zijn muziek te luisteren, en dat is het. Sara: Is iedereen het daarmee eens?
| 76
A: Ik zou het omdraaien: hij mag geen afwijkend gedrag hebben. Als een BV het Vlaams Belang steunt bijvoorbeeld, dan heb ik daar een afkeer van. Sara: En de mannen, wat denken die? M: Ze gaan altijd sowieso grensverleggend zijn in hun speciaal ding, anders zouden ze niet belangrijk zijn. L: Inderdaad, inzet moet belangrijk zijn. Anders kan je niets verwezenlijken, bekend worden. F: Daarvoor moeten ze niet met iets speciaals bezig zijn, ze kunnen gewoon verder doen met wat ze bezig zijn. L: Wat is speciaal hé, wat is dat juist? M: Gewoon goed zijn in wat ze doen L: Ja, dat is waar. F: Will Tura is al 60 jaar beroemd door dezelfde liedjes te zingen. Moest hij morgen uitkomen, ik zeg nu maar iets, een serieus rapliedje... K: Maar pas op, hij heeft dat wel gedaan hé. Voor België was dat vernieuwend. F: Ja, maar dat was ook maar allemaal zo-zo. M: Maar hij heeft toch een goede stem, dat is dan wel iets speciaals. F: Ja, dat wel. C: En zijn inzet al die jaren, dat is toch constant gebleven. F: Allez, ik zou het zo zeggen: ik had Jo Vally moeten zeggen in plaats van Will Tura. K: Maar Will Tura is op TV geweest, ze hebben dat allemaal gezegd wat hij al gedaan heeft. Hij was de eerste BV die getrouwd is... F: Hij heeft een discoliedje. K: Dan dat rapliedje, hij heeft verschillende dingen geprobeerd. Hij is altijd terug naar zijn gewone dingen gegaan, maar toch. F: Of Willy Sommers, die blijft ook altijd op hetzelfde voortdoen, zonder dat er iets verandert. Maar die blijven inderdaad wel bekend, ja. K: Zolang ze hun publiek hebben... Sara: Hoe belangrijk vinden jullie het privéleven van iemand bekend? Speelt dat een rol? F: Dat wij dat weten? Wat er in hun privéleven gebeurt? L: In feite niet, nee. K: Nee. Sara: Voor niemand? M: Eigenlijk zou het ook niet mogen. F: Voor mij ook niet. K: Och ja, dat is goed om de boekjes mee te vullen. Als je zoiets in je handen hebt, is dat wel leuk om te lezen. A: Ja, voor bij de kapper ofzo. K: Maar anders vind ik, we zijn al dikwijls al eens iemand tegengekomen bij het wachten op het vliegveld. Op dat moment zijn die mensen ook in hun “privé” en vind ik dat je die met rust moet laten. Het zijn gewone mensen zoals jij en ik. Op het vliegtuig was er zo iemand die constant over haar zetel aan het leunen was, om er echt maar mee te kunnen babbelen. Dat snap ik niet. F: Nee, inderdaad, laat die mensen gerust. K: Ze zijn ook maar op vakantie, zoals jij en ik, dan wil je niet gestoord worden. Een handtekening, oké, maar je moet die toch niet heel de reis lang lastig zitten vallen. F: Nee, en, heb je dat nodig om dat te weten wat die thuis doet? K: Nee, dat is niet nodig, maar... C: De media heeft dat ook allemaal in de hand gewerkt hé, dat privéleven. Vroeger was dat allemaal niet. L: Ja, de media hé... K: Langs de andere kant is dat voor hun ook goed, want ze komen in de boekjes en dan weten de mensen nog altijd dat ze er zijn. C: En dan geven ze een boek uit. F: Ja, als het niet te negatief is. K: Soms is zelfs negatieve reclame goed hé, F. F: Soms wel. A: Dat kan ook, ja. M: Of ze doen het voor het geld hé, zoals Pfaff. L: Tja, waarom niet? K: Ja, of voor het geld, inderdaad. Als je zo echt u privéleven laat filmen, om dat elke week op televisie te zien, sorry, maar dan is het inderdaad gewoon voor het geld. Sara: Hoe belangrijk vinden jullie de mens achter iemand bekend? Zijn persoonlijkheid? Speelt dat een grote rol? K: Nee, zolang ze maar, zoals A daarnet zei, geen afwijkend gedrag hebben, zoals Michael Jackson met die kinderen. Wat dat dan waar of niet waar is, want dat kan je ook niet allemaal zo beoordelen.Maar waar rook is, is vuur. C: Daarvoor ga je dan toch niet minder naar die muziek luisteren, of je dat nu weet of niet. F: Ja, pas op, er zullen er wel zijn. A: Jawel. Die Sven Ornelis, die heb ik persoonlijk meegemaakt, ik was van die mens zo gedegouteerd dat ik twee maanden niet naar Q-music heb geluisterd. K: Oei, oei.
| 77
F. Wat heeft hij misdaan dan? A: Die was uitgenodigd, of die was DJ, op het afscheidsfeest van EHT, dat was in de hangar. Hij moest een kopie van zijn identiteitskaart doorgeven, want het was airsite, dus we moesten een speciale pas aanvragen, we konden niet anders. En hij wou dus zijn identiteitskaart, of een kopietje, niet doorsturen. Dan hebben we onze securitymanager met zijn manager contact laten opnemen, confidentialiteitsbeding, alles erop en eraan. En dan wou hij het nog altijd niet doorsturen. F, K: Amai. K: Dikke nek hé, A. C: Hij moet toch verstaan dat in Zaventem, op de luchthaven, speciale maatregelen zijn. F: Die misbruikt dus een beetje zijn bekendheid? A: Dan hebben we hem uiteindelijk met een bezoekersbadge moeten binnenlaten. Hij heeft kunnen spelen, maar dus niet kunnen eten, want dat was in een ander gedeelte. Die was ook niet goed, die liep weg, en niemand keek ernaar. De Romeo‟s deden juist hetzelfde, daar kwamen mensen naartoe. “Een fotootje?” “Ahja, geen probleem”, zeiden ze. Ze kwamen binnen en ze begonnen zelf al te fotograferen, ze bleven staan, dronken een pintje, die babbelden met de mensen en die deden heel normaal. En Sven Ornelis die is het bij wijze van spreken afgedropen. Iedereen: Amai. F: Ja, die profiteert er dus echt van. Sara: Waarom zou volgens jullie iemand bekend willen worden? Ik ga een aantal antwoorden overlopen en jullie zouden dan moeten zeggen of jullie het eens zijn daarmee, of niet. De eerste stelling is dat iemand beroemd zou willen worden omdat hij of zij dan in het centrum van de belangstelling staat. Vinden jullie dat een goede reden om bekend te worden? K: Een goede reden niet, nee. C: Voor sommigen kan dat misschien wel belangrijk zijn hé. M: Voor sommigen zal dat misschiel wel een rol spelen, ja. A: Maar je moet toch eerst iets kunnen? Iedereen: Gelach. A: Anders wil ik ook wel in de belangstelling staan hé! C: Tegenwoordig is dat niet meer zo belangrijk hé. A: Maar je moet toch goed kunnen zingen, of gedichtjes opzeggen ofzoiets. C: Nee, dat is niet waar hé. Een goede moderator op TV, Phara bijvoorbeeld... A: Maar die moet toch iets kunnen? M: We hebben het daarnet nog gezegd hé, voor de ene is Silly Wommers... Euhm, Willy Sommers, goed, voor anderen niet. L: Maar die kan toch goed zingen? M: Van het moment dat ze publiek trekken... A: Maar Jo Vally kan toch ook niet vals zingen hé? K: Maar dat is dan niet om in het middelpunt van de belangstelling te staan A: Je kan dat slecht vinden, of je kan dat goed vinden, maar als hij vals gaat zingen, dan gaat dat toch niet lukken? Dan krijgt hij toch eieren naar zijn hoofd? M: Eddy Wally heeft nie anders gedaan! K: Maar die is voor iets anders bekend hé. A: Voor zijn sjakossen. K: Voor zijn excentrieke stijl. L: Maar je moet toch iets kunnen hé, andes kun je niet beroemd worden. K: Maar om in het middelpunt van de belangstelling te staan, dat denk ik niet. Dan blijft het niet duren. Sara: Volgende stelling: iemand zou bekend willen worden omdat hij of zei dan invloed heeft op wat mensen denken of doen. A: Dat zou kunnen. C en K: Ja, ja. L: Dat is in de politiek zo hé. C: Ja, in de politiek. K: Hitler bijvoorbeeld. Iedereen: Gelach. K: Ja maar, jullie lachen ermee, maar de mensen werden er wel door meegesleept hé. In het begin. C: Inzicht in de maatschappij had hij, maar... M: En op het juiste moment ook: het was crisis. C: Hij zou het nu niet meer kunnen hé. K: Dat denk ik niet. Ze hebben eens een film op TV laten zien. C: Maar dan toch niet op dezelfde manier als toen? L: Maar we worden nu toch ook gemanipuleerd? C: Ja, ja. Maar we zijn toch zo dom niet meer? Je weet natuurlijk niet alles, maar... F: Pas op, bepaalde mensen krijg je snel achter u. L: Ik heb zo zitten denken hé... Veronderstel nu dat je de kruistochten opnieuw zou doen? Zoals in 1100, met Godfried van Bouillon? Jij geraakt nog niet tot aan die muur daar, of je groep is al in twee! De ene loopt naar daar, de andere loopt naar de andere kant, die gaat niet mee!
| 78
F: Ja inderdaad, dat kun je nu niet meer doen. C: Het was een ander leven hé, 2000 jaar terug. L: Ja, het stenen tijdperk. K: Het hangt er ook allemaal van af wat je ze belooft hé, L. Als het gewoon voor de eer is, oké, maar als er geld voor krijgen, dan gaan ze misschien wel allemaal mee hé. F: ‟t Is dat, ja. M: Voor wat is dat daar, voor 200 maagden in de hemel? F: Ga eens in Anderlecht staan, je zegt tegen die mannen dat daar allemaal rondlopen: “ Hier liggen tien stenen, daar zijn tien vesters bij de flikken, vijf euro als het raak is!”. Je hebt ze allemaal mee! Sara: Een andere stelling is dat iemand beroemd zou willen worden omdat hij of zij dan nooit vergeten zou kunnen worden. K: Dat kan wel, maar dan moet je ook eerst al goed zijn hé. M: Dan moet je eerst al bekend willen worden. C: Dat komt er dan bij zogezegd, dat ze kunnen zeggen “Nu ga ik in de geschiedenisboeken staan”. K: Maar dat weten ze meestal niet van op voorhand hé. C: Nee, dat komt erbij erachter. A: Herman van Rompuy, die gaat dat nu weten hé. F: Ja, je hebt er misschien die zo aan hun carrière beginnen hé. Die zeggen: “Ik ga hier iets doen dat ze over honderd jaar nog van mij spreken”. K: Zo diegenen die in het Guinnes Book of World Records staan, die misschien wel. M: Maar zoals diegene die dynamiet uitgevonden heeft... K: Ja nee, die kon dat niet weten op voorhand hé. Of Beethoven of schilders ofzo. Maar die dat in het Guinnes Book of World Records staan, die willen er toch wel in staan... Sara: Om er gewoon in te staan. K: Ja inderdaad. F: En voor er zolang mogelijk te blijven instaan. Een andere stelling is dat iemand beroemd zou willen worden omdat hij dan rijk is, en leeft in glitter en glamour. L: Voor ‟t geld. F: Vijftig procent. Allez, ik denk de meerderheid toch alleszins. C: Ja.M: Al die van “Idool” enzo. F: Dat is misschien omdat ze zo gemakkelijk geld kunnen verdienen hé, je moet er dan wel iets voor doen, maarja. L: Het draait er meestal toch wel om, ja. Sara: Om van een gewone mens iemand bekend te maken, zijn er drie belangrijke spelers: de media, het publiek en de bekende persoon zelf. Vanaf nu gaan de vragen over jullie, over het publiek. Ik zou eigenlijk graag willen weten of jullie het nieuws over bekende mensen volgen? F: Ik volg niet direct iets van bekende personen. Maar bijvoorbeeld, Van Rompuy, da‟s wel tof om op te volgen, van “zal hij het nu worden of niet?”. Voor de rest niet, eigenlijk. C: Maar voor die specifiek te blijven volgen… F: Nee, dat niet nee. Sara: En roddelboekjes bijvoorbeeld? K: Bij de kapper A: Via de krant. K: Ik denk toen ik 13, 14 jaar was… A: De Joepie? C: Ah ja, de Joepie! K: En de Sweet, en Slate… Maar nu kan ik mij niet meer voorstellen dat ik een plakboek ga maken van de ene of de andere. A: Nee, maar in de krant staat ook al veel informatie hé. Ik zou geen Dag Allemaal kopen, ik zou eerder een krant kopen. L: Als Michael Jackson sterft ja, maar voor de rest… A: Ik zou dan de krant kopen. Je leest die eigenlijk voor andere dingen, maar ondertussen lees je de rest ook hé, wat er instaat. F: Nee, en je gaat dat ook niet direct opvolgen ook niet hé? L: Nee. C: Nee. L: Gewoon algemeen, ge weet dat een beetje, maar anders… F: Ge hoort dat en dan weet ge dat ook hé. K: Alhoewel er toch nog altijd zo zijn, dat er ‟s nachts mensen opgezeten hebben om te zien of dat het waar is of niet. F: Ah, tuurlijk. A: Ja, en op het werk hebben wij MSN als openingspagina op onze computer. Vroeger was dat altijd Google, maar dit begint al direct met nieuws van bekenden. Dus zo zie je dat dus ook. F: Zo begin jij je werkdag? Met te lezen eerst? A: Jajaja. Maar ik lees dat maar één keer per week. L: Maar dat duurt een hele dag?
| 79
A: Hahaha, dat zal wel zijn! Ik wou dat dat waar was! Sara: Is het al eens gebeurd dat je bekende mensen gevolgd bent als ze een trend lanceren, bijvoorbeeld op vlak van mode? Dat je iets ziet in de boekjes en dat je denkt: da‟s wel iets moois! A: Dat je iets gekocht hebt wat ze zelf maken, of iets wat ze aanprijzen? Sara: Op eender welk vlak… F: Dat je ze gevolgd bent in hun ideëen? Sara: Ja. F: Hmm. Niet speciaal. K: Langs de andere kant: als je kleren gaat kopen, dan is dat op dat moment wel in de mode hé, van de ene of de andere. A: Of als je van Ann Demeulemeester iets koopt, of van Geena Leesa… F: Je hebt er die telkens nieuwe BH‟s kopen als die een daar iets nieuws uitbrengt. K: Hahahaha. Ja F, Marlies Dekkers. Ik wou het net zeggen! F: Ja, maar dat bestaat hé, mensen die dat doen. C: Maar je gaat daarvan toch niet alles opvolgen? K: Nee… C: Zoals waar ze mee bezig is, ofzo. Je koopt gewoon een noodzakelijk ding, dat je graag ziet. A: Soms. C: Niet te fanatiek, in ieder geval. A: Soms dus, de kans bestaat. L: Niet te fanatiek: dat hangt af van persoon tot persoon C: Of dat je iets in een boekje ziet, je denkt “ah, dat is mooi” en dat je dan opzoekt waar je dat dan kan kopen. Maar fanatiek, nee. Sara: Hebben jullie al eens de mening gevolgd van iemand bekend over iets wat hij dacht over iets speciaals dat gebeurd was in de actualiteit? L: Dus echt iemand volgen? Hmm. Nee, dat mag nog mijn beste kameraad zijn, als het nee is, is het nee. Ieder heeft zijn eigen mening daarover hé, je moet daarvoor niet volgen. A: Zeg die vraag nog eens? Sara: Wel, als iemand bekend een uitspraak doet over iets wat gebeurd is in de actualiteit, of je u mening daaraan gaat aanpassen? L: Ah, mijn mening. Nee nee. A: Onze mening? Ah, nee. M: Nee. C: Dat kan hé. F: Bij sommige mensen misschien wel. C: Als je dat een beetje aanpast? Als je zoiets hebt van “aan die dingen heb ik niet gedacht” ofzo… L: Ja, maar volgen mag je niet doen. A: Ja, maar je gaat die niet blindelings volgen? C: Ah nee, nee. F: Er zullen er toch wel zijn? K: Jajajaja. F: Ik zeg nu maar iets: Will Tura maakt reclame voor die oorbellen ofzo, een bepaald merk, we gaan daar toch inlopen? K: Ja, maar echt een mening aanpassen? C: Een beetje nuanceren misschien. Sara: En wat dan met politieke overtuigingen? A: Nee, die volg ik zeker niet. F: Nee, ik ook niet. M: Politiek is zoiets moeilijk hé. Iedereen heeft altijd een beetje gelijk. K: Ja, en je moet op iets stemmen hé. F: Je moet niet hé, maar … K: Je kan er een varken op tekenen ook. Sara: En op vlak van religie? Bijvoorbeeld Madonna die met Kabbalah bezig is? M: Kabbalah, wat is dat? K: Zéker niet. Sara: Of een ander voorbeeld is Scientology van Tom Cruise. Allen: Nee, nee. M: Wij volgen de paus, hahaha. K: Wij zijn heiliger als de paus! M: Dat denkt ge maar! (hahaha) C: Nee, dat nu echt niet. K: Nee, serieus, ik ook niet. C: Maar misschien trekt dat wel aan bij jonge mensen?
| 80
L: Ah natuurlijk, dat gebeurt! Sara: Zouden jonge mensen dat meer doen als jullie? M: Ik denk dat dat een beetje van sociale klasse afhangt. F: Bij muziekgroepen zijn er toch wel zo van die jonge mensen, ja. C: Ja, met die kleding ook vooral! K: Alhoewel, je hebt er nu nog altijd zo van die mensen die elk jaar naar dat ding van de paus gaan. L: Ja, ja. K: Maar dat zijn er dan ook wel veel hé! Als je dan in Amerika ziet van “geen seks voor het huwelijk daar”, zo zijn er toch ook ik-weet-niet-hoeveel die dat volgen… L: Jonge mensen zijn naïever hé. F: Ja, ik weet dat Judas Priest in Amerika niet mag optreden, omdat ze zo van die liedjes hebben over de dood en wat is het nog allemaal. Ze hebben een heel pak optredens moeten aflassen. K: Wie juist? F: Judas Priest. Dat gaat nu wel al over een paar jaar geleden, omdat er veel jonge mensen zo wat raar begonnen doen. K: Ja, maar dat was wel echt extreem toen. F: Ja, ik weet het, maar ik heb die CD‟s, dat is echt goede muziek. M: Jonge mensen kan je sneller beïnvloeden. Sara: Hebben jullie je mening al over eender welk onderwerp veranderd omdat iemand bekend er anders over dacht? A: Nee. C: Nee. Sara: Dus niemand laat zich daardoor beïnvloeden? K: Nee. Sara: Zouden jullie zelf graag bekend willen worden? Unaniem: Nee. Sara: Waarom niet dan? A: Omdat wij zo gelukkig zijn? C: Ah ja. Wij hebben daar nog nooit behoefte aan gehad, om bekend te zijn. L: Wat is bekend zijn? Heeft dat zoveel voordelen? C: Waarom zouden we daar nu nog aan moeten beginnen? K: Bekend, ja. Soms heb ik toch wel zoiets van: als je soms van die mensen op TV ziet die hun daar gewoon rót zitten te amuseren, terwijl dat ze hun werk aan het doen zijn… L: “Die hebben het gemakkelijk.” K: Ja, of “Dat zou ik ook wel willen doen.” M: Maar je moet het wel kunnen. K: Ja, je moet het wel kunnen. Of als we de laatste keer daar naar dat optreden in het CC geweest zijn ook: die van het voorprogramma daar. Agnes vond dat niet goed, maar ik wel, en ik vond dat die mannen daar echt stonden te amuseren. Dat waren nu niet echt bekenden, maar ik dacht: “ dat zou ik nu ook wel willen doen”. M: Ja, maar dat hangt ervan af hé. De paus of de koning, die kunnen geen scheet laten, of dat heeft iemand gefilmd of gezien. K: Nee, nee, dat zou ik ook niet willen. F: Of geroken ook. Maar ik zou ook graag eens F1-piloot willen zijn, voor een weekendje ofzo, dat wilt iedereen toch eens? L: Voor dat te doen, ja, maar voor dat echt te zijn… Of dat die zo‟n goed leven hebben, dat weet ik allemaal niet. K: Nee, zoals een koning of een paus, nee. Sara: Denken jullie dat er veel nadelen verbonden zijn aan bekend zijn? L: Ik denk dat dat allemaal opgeblazen wordt door de media. K: Je kan toch niet gaan en staan waar je wilt hé. ‟t Hangt ervan af wat je juist doet, maar toch. C: Je moet altijd letten op alles, op u houding enzo… M: En zelfs niet zeggen wat ge wilt. K: Inderdaad, en zelfs niet zeggen wat ge wilt. C: Je moet altijd “uit een kastje komen”. Sara: Denk je dat het gemakkelijker is om nu bekend te worden als pakweg tien jaar geleden? A: Ja, maar het is ook sneller over. F: Ja, voila, het gaat sneller door. C: Sneller naar de top, maar ook sneller naar beneden hé. F: Er zijn er heel veel die eraan beginnen, of willen beginnen, maar die heel snel terug naar beneden vallen. A: Je kan BV zijn voor drie maand en dan kan het al gedaan zijn. M: Door commerciële TV en radio is dat allemaal wel snel gegaan hé. L: Ja, maar ook snel vergeten. F: Nu willen ze snel bekend zijn, omdat ze weten dat ze er geld mee kunnen verdienen. Tegenover vroeger, toen waren ze al bekend nog voordat ze dachten “Ah, ik kan daar geld mee verdienen”. C: Ja.
| 81
L: Ja. F: Merckx bijvoorbeeld! L: Die waren er gewoon, die zaten daarmee niet in. F: Ja hé, Merckx die heeft gereden voor zot, maar die verdiende daar geen frank mee. K: Awel ja, op dat vlak misschien wel. Als je nu bekend bent, verdien je direct genoeg geld. Als je Kim Clijsters vergelijkt met Sabine Appelmans, die zal er waarschijnlijk ook niet zoveel aan verdienen. F: Ah nee, inderdaad. Vroeger waren ze misschien met minder, maar nu heb je veel, veel meer bekendheden. En sneller terug naar af ook. L: Merckx stond eerst, stond een kwartier voor op de tweede, en terwijl ze aan het rijden waren, zegt hij “Nu ga ik nog eens aanvallen!”. En dan valt hij inderdaad nog een kwartiertje aan. Wie doet dat nu nog? F: Nee, juist. L: Nu rijden ze, en als ze vijf seconden voorsprong hebben, hop, de rem. K: Ja, maar dat is nu koers hé. M: Voetballers ook hé, voor drie uurtjes te trainen, wat voor een loon dat die krijgen. K: Soms kan dat in u nadeel zijn ook hé, Axel Merckx bijvoorbeeld. Die heeft altijd in de schaduw van zijn vader gereden. Allez, voor mij toch. L: Ah tuurlijk! C: Maar hij heeft er wel gebruik van gemaakt hé, van zijn vader! K: Hij gebruikt het, ja, en hij heeft er goed geld mee verdiend ook hé. C: Maar hij kon nooit zijn vader evenaren. L: Nee, nooit. F: Ja, dat is ook met de media nu hé. Nu wordt je veel sneller bekend, met wat daar allemaal achter hangt van media, vroeger had je dat allemaal niet. L: Nee, da‟s waar. F: En dan was je bekend, voor dat je het wist. Tegenover nu, nu werken ze ernaartoe. Denk ik toch. A: Da‟s juist. C: Ja, en manipulatie. Wij worden ook meer en meer gemanipuleerd hé. F: Het is allemaal bereikbaarder ook hé. Sara: Een vrij recente evolutie is reality-tv, programma‟s als Idool, Temptation Island, Expeditie Robinson, … Denken jullie dat er daardoor meer mensen bekend zijn geworden? A: Ja, maar wel beperkte tijd maar. C: Vluchtig hé. A: Ja, een vluchtige bekendheid, inderdaad. M: Die dat daaraan meedoen, streven er wel naar om bekend te worden hé. C: Zoals Betty! Af en toe komt ze zo met iets nieuws. F: Zoals haar hotelletje nu. C: Ja, maar daarna verdwijnt ze terug in de anonimiteit. In feite is dat gewoon om haar hotel te lanceren. K: Ja, en die heeft dan ook nog gezongen enzo. Allez, “geprobeerd” om te zingen, laat ik het zo zeggen. Maar van de meesten in die reality-programma‟s vind ik dat je daar daarna er niets meer van hoort. Sara: Denken jullie dat dat een positieve evolutie is, of eerder iets negatiefs? A: Ontspanning. Niet meer, niet minder. M: Ik vind dat negatief. C: Ik kijk daar persoonlijk niet naar. L: Nee, ik ook niet. F: Ik kan daar ook niet naar kijken… Vijf minuutjes misschien. C: En dan ZAP! F: Ja… K: Expeditie Robinson, daar kan ik wel mee leven. F: Ja, daar kan ik nog wel naar kijken. Als er ‟s avonds toch niks op tv is. K: Maar Big Brother, dat weet ik niet. Het eerste seizoen heb ik wel gekeken, maar erachter niet echt meer. C: En The Block, en wat is ‟t allemaal. F: Nee nee nee. Allez, vijf minuten misschien. L: Da‟s zo geforceerd in feite. F: Boer zoekt vrouw! M: ‟t Is allemaal geforceerd, ja. Omdat het tv is, willen zij een week of veertien dagen zonder eten zitten… Maar in het dagelijks leven gebeurt dat niet. L: Niet, nee, in de realiteit niet. Sara: Boer zoekt vrouw dat heeft echt heel hoge kijkcijfers, waarom denken jullie dat dat is? Waarom zouden er daar zoveel mensen naar kijken? A: Omdat dat in de wereld van de reality-programma‟s nog een van de meest common-sense programma‟s is. K: Omdat er niets anders meer op tv is, op dat uur. Jamaarja, dat is toch zo? C: Het is misschien afhankelijk van de leeftijd. Je zegt: “veel kijkcijfers”, maar misschien kijkt de jeugd helemaal niet, en zijn het alleen maar ouderen. K: Of misschien juist wel! Ik denk dat dat misschien wel alleen maar de oude generatie is, en de jonge juist niet.
| 82
C: Je weet eigenlijk niet welk publiek dat het is. F: Onze Wannes die kwam naar beneden om daarnaar te kijken. Allez, misschien niet altijd, maar ik heb dat nooit niet gezien. A: Ik heb daar ook met ons Charlotte naar gekeken. Dat was gewoon héél grappig. K: Ja, maar onze generatie denk ik níet. L: Wat moeten ze anders op tv geven? Hoe hard wordt er wel niet altijd gezocht om iets terug uit de kast te halen. C: Ja, om elke keer iets nieuws te brengen… M: Zoveel zenders, zoveel uren zendtijd, hoe krijgen ze dat nog gevuld? Met koken en knutselen? F: Ja, maar dat zal wel goed aangepakt zijn, ik heb het nooit gezien, maar dat zal wel goed aangepakt geweest zijn. En dan trekt dat wel wat volk zeker? Sara: Het wordt ook breed uitgesmeerd in de Dag Allemaal enzo. F: Ja, daar heb ik ook iets van gezien, toen ik bij de kapper was. Maar ik heb maar juist het fotootje kunnen zien. Ik moet echt een halfuur op voorhand gaan om al die boekjes te kunnen lezen enzo. Sara: Zouden jullie zelf aan zo‟n programma willen meedoen? K: Nee. Jamais. Sara: Bepaalde redenen voor? L: Voor aan het decor te timmeren misschien? Iedereen: Hahahaha. A: En F voor de elektriciteit! Maar nee, ik denk niet dat ik dat ooit zou doen. K: Nee, omdat je nooit kunt weten wat ze daar allemaal van kunnen laten zien. Ik zou zelfs niet naar een praatprogramma gaan, bijvoorbeeld omdat onze Pieter gehandicapt is. Zo daar ergens je mening gaan zeggen, omdat je nooit weet wat ze daar juist gaan uithalen, ja of nee. F: Wat dat ze gaan vragen? A: Als dat een deftig praatprogramma is hé K, dan spreken ze dat op voorhand af. C: Ja, ze overlopen de vragen met u. F: Dat zal inderdaad wel zo zijn. A: Maar dan alleen een deftig hé. Want bij reality-programma‟s enzo is dat niet. K: Ja, want bij reality, ze laten zij daar dingen zien… C: Volledig uit de context hé. K: Uit de context gehaald, gewoon om het publiek aan te trekken. F: Om het interessant te maken, tuurlijk. K: Om het interessant te maken , en de ene groep tegen de andere op te zetten. F: Ze hebben dat zo niet gefilmd zoals dat nu uitgegeven wordt. M: Ze hebben mij ooit eens geïnterviewd voor een bouwfirma. Awel, dat staat daar ook niet in zoals dat ik dat gezegd heb. A: Maar ge moet vragen dat ge dat artikel moogt nalezen. Sara: Dus we hebben reality-tv, maar ook het internet is erbij gekomen. Informatie kan heel snel uitgewisseld worden over heel de wereld. Denken jullie dat dat een invloed heeft gehad op de hoeveelheid bekende mensen die er nu zijn? A: Ja. Het is geografisch niet meer beperkt hé. F: Het gaat sneller rond hé. A: Vroeger was het geografisch beperkt, nu met die verschillende communicatiekanalen is er geen beperking meer. K: Ja. Zoals die Susan Boyle bijvoorbeeld. Ik had daar eigenlijk nog nooit van gehoord, maar iemand op het bureau recht tegenover mij heeft mij daarover verteld. Ze zei: “kijk dat eens na op internet”, en dan ga je daar in feite gewoon kijken, al was het maar gewoon omdat ge het niet op tv gezien hebt, dan kan je het daar nog altijd zien. F: Ja, dat speelt wel een rol natuurlijk. Ik ben onlangs iets gaan opzoeken van S.O.S Piet bijvoorbeeld, iets dat ik maar halvelings gezien had op tv. A: Die recepten? F: Ja, je moet zijn boek niet kopen! Die staan allemaal op internet! A: Tuurlijk! C: Jajajaja. F: Man man man. Sara: Denken jullie dat internet iets positiefs is of iets negatiefs? Voor bekende mensen? A: Positief. F: Positief. M: Dat zal van het moment afhangen, hé. Als ze juist drugs gepakt hebben is dat negatief! K: Positief én negatief denk ik. Bijvoorbeeld voor de platenverkoop: alles kan gedownload worden, dat is dan in hun nadeel in feite. C: Of als iemand bekend ergens zat buitenkomt, er passeert iemand toevallig met zijn GSM, en het gaat de wereld rond. Dus dan kan het wel negatief zijn. L: De Crem, De Crem. M: Met downloaden van de muziek tegenwoordig, ze verdienen er minder aan. C: Ja, ja, dat ook.
| 83
Sara: Er zijn ook heel veel nieuwe media, zoals YouTube, MySpace, dan kan je echt persoonlijk beheren. Gebruiken jullie dat zelf? K: Nee, nooit. F: Nee. C: Nee. Wij zijn van de oude generatie hé. F: Is dat filmpje van onze tante daar ooit eens niet op YouTube terechtgekomen? Sara: Nee, we hebben dat er nooit opgezet. (Gelach) Maar die Susan Boyle die K net vermeldde, die is dan weer wel bekend geworden via YouTube. Denken jullie dat dat iets positiefs heeft? K: Voor dat mens, ik weet niet of dat dat nu echt zo positief was. Ze kon wel goed zingen, maar al wat er rondging over haar, dat ging dan wel niet over haar zangkunsten. Ik denk dat dat wel meer negatief als positief bedoeld was. A: En zo gaat ge dan de wereld rond, op YouTube… Ge kunt goed zingen, maar in het meest antieke kleed. F: Ja, ja, inderdaad. L: En het is vluchtig hé? K: Ja. En sommige dingen… Bijvoorbeeld op het werk hebben ze, in het nieuwste gebouw, was er een deur, waar het glas van gesprongen was. Den ene of andere heeft dat gefilmd, en heeft dat ook zo ergens opgezet. Dat was daarachter ook niet echt in goede aarde gevallen. Dat was tamelijk spectaculair zo‟n beetje… A: Ja, maar je kan informatie wel niet vervormen hé mannen. Als je daar een deftige uitleg bij geeft… M: Wat constant in alle programma‟s gedaan wordt hé, dat wordt allemaal 37 keer opgenomen tot dat het goed is. Naar hún goesting. A: Maar als je antwoorden geeft, mag je niet haperen. Dat moet ook goed zijn hé. Ik heb dat al twee keer gedaan. F: Niet “euh” zeggen. A: Zorgen dat je je tekst goed kent. C: En u stress beheert. A: Ja, en niet te veel “euh”, of il faut recommencer hé. Sara: Ik heb nog drie stellingen om af te sluiten… De celebrity, dus de bekende persoon, is de belangrijkste speler, en heeft volledige controle over de media en het publiek. Zijn jullie het daar mee eens of niet? C: Nee. K: Nee. Sara: En welke rol speelt hij dan juist? K: Ja, hij heeft er gewoon geen controle over hé. Ik bedoel: een Britney Spears die overal gevolgd wordt en haar hoofd kaal scheert. Den ene of den andere heeft daar dan een filmpje over … Die wilt dat op dat moment ook niet hé. M: Ik denk dat de media het meeste invloed heeft. A: Als je zo ziet welke maatschappij, welke boekjes, welke netten er allemaal zijn… Die paparazzifotografen liggen gewoon te wachten in de tuin met een lens, tot als ze buitenkomen. Ik heb er ooit eens een programma over gezien. C: Ze pushen echt hé. K: Maar het blijft hun werk ook hé. Ze krijgen er zwaar geld voor, voor een fotootje. Die zijn gewoon uit op iets spectaculairs. Dan kunnen ze dat aan jan en alleman verkopen. A: Maar een maand in de hof liggen van iemand? K: Ja, maar ze hebben daar dan wel voor gekozen ook. A: Dat weet ik wel, maar toch. M: Ik zou zo een systeem in mijn hof zetten, met automatische bewatering. Dat mag toch hé? Allen: Gelach. Sara: Volgende stelling. Het publiek is de belangrijkste speler, hij stuurt vraag en aanbod in de wereld van de bekende mensen. A: Ik denk dat je dat wel gedeeltelijk kunt aansturen, maar dat je dat proces niet volledig kan beheren. Sara: En over wat heb je dan juist wél controle? A: Ik denk dat je dat wel kan proberen, maar dat je nog altijd factoren hebt die je niet direct aankunt. Sara: En wat denkt de rest? Carine: Ik denk dat dat vroeger zo was, maar nu niet meer. K: Het publiek dat zou ik niet zeggen, nee. F: Je kan niet zonder, toch? M: Het publiek heeft geen invloed denk ik. F: Nee? C: Jawel hé, als je geen respons niet meer krijgt als BV of als zanger, dan is het gedaan hé. M: Dan is dat het teken dat je je werk niet goed doet. A: Ik weet nu niet of het bewust is of onbewust, maar dat is het eerste jaar dat het mij opvalt dat Clouseau zo veel publiciteit maken. Op Q-music, da‟s elke dag wel iets. Tickets die worden verdeeld, spots die worden uitgezonden… M: Maar dat is dan toch niet het publiek dat dat bepaalt? A: Awel nee, het is daarom dat ik het zeg, dat het maar gedeeltelijk juist is. K: Het publiek heeft misschien wel invloed, op dat gebied, dat als je tien concerten hebt en die raken niet uitverkocht omdat je niet meer in de markt ligt… Dan moet je andere dingen gaan doen natuurlijk.
| 84
A: Ik zeg gedeeltelijke invloed hé, K, want dan begint de radio terug publiciteit te maken. C: Dus het is de media terug! M: Het publiek heeft volgens mij géén invloed. F: Bwaaa… Echt? Ik denk wel hoor. A: Ik vind van wel. C: Jawel hé. Als de platen helemaal niet meer verkocht geraken… L: De boekjes worden gedrukt omdat het volk het koopt hé! De meeste mensen gaan naar de winkel, die kopen een boekje en dat moet volgeschreven worden ook. C: En de reclame in de boekenwinkel speelt ook mee. F: Ik denk ook dat de twee niet zonder elkaar kunnen. C: Inderdaad, het hangt samen hé, de ene pusht de andere in feite. F: Als je een zanger hebt, die heeft volk in zijn zaal nodig, want als de zaal leeg is, kan hij niet zingen. En omgekeerd ook. M: Maar ja, maar hij moet zijn werk goed doen, want als hij het niet goed doet, gaat er geen volk komen. F: Ah nee, dat is zo. K: Ik denk dat dat afhangt van op welk niveau dat je zit. Danny Fabry gaat van zaal naar zaal en die heeft nog altijd zijn publiek hé. En hij heeft er misschien maar 100 of 50 nodig, maar die zijn daar. Dat zijn echten. Maar als Clouseau begint met tien concerten te geven in Antwerpen ja, dan speelt dat toch wel meer. F: Maar dan blijft het toch belangrijk dat u publiek er is? K: Ja, dat wel, maar dat wordt dan ook een stuk door de media gestuurd. Sara: De media is nu wel al een paar keer genoemd, wat denken jullie over hun rol dan? C: Heel belangrijk. Geworden. Ik denk dat dat vroeger niet zo belangrijk was. L: Berlusconi hé, daar moet je dat eens aan vragen. A: Berlusconi? L: Ja, die van Italië, die zal dat wel weten. M: Dat is inderdaad een belangrijke pion. K: Vroeger was er dat ook niet hé. Er was geen tv, of reclame. C: En je ziet dan wel de verschillende wisselwerkingen rond de BV. Je moet dan wel kunnen met de media “spelen”, bewerken in feite, om er te geraken. L: Om resultaat te hebben. Het een kan niet zonder het ander. Want de media draait ook rond geld: meer omroepsters, meer van alles. Dat is hun werk, hun job. K: Hoewel ze dat ook hebben willen afschaffen hé L. Op VTM geen omroepsters meer. C: Ja, ja, ja. K: Dat was niet meer nodig hé. M: Dat gaat allemaal over geld. K: Dat gaat inderdaad over geld. C: Dat denk ik ook. Sara: Oké, ik heb nog één slotvraagje. Hoe zien jullie bekendheid evolueren in de toekomst? Hoe zien jullie dat veranderen? A: Nog sneller. L: Ja. F: Dat ze sneller “aan en af” zijn. Meer eendagsvliegen. C: En agressiever, denk ik ook. Dat die journalisten echt zoeken om een foto te nemen, en die mensen ambeteren en volgen. M: Nog meer paparazzi. C: Ja, meer paparazzi, dat denk ik ook. K: Ja, maar dat hangt ervan af hoe dat ze daarop reageren hé C, maar je hebt nu al zo‟n mensen, ik weet niet meer juist dewelke, maar dat ze tegen de boekjes ingaan, zoals een Marcel Vanthilt. C: Maar in Groot-Brittannië, daar is het toch veel erger? K: Ja, maar elk land is anders. In Amerika is dat natuurlijk ook allemaal veel erger. Maar ik denk dat dat er nog altijd van afhangt: als er hier een aantal mensen tegen ingaan, er zijn er nu al een aantal bekende, en er zijn er ander die dat volgen, dan kan je evengoed een volledig andere weg ingaan. Ze hebben die boekjes voor sommige dingen nodig, maar niet voor alles. Er zullen er al genoeg zijn die hun privéleven volledig afgeschermd houden. Geen foto van de kinderen, enzo. Maar er zijn er inderdaad wel andere die dat gewoon voor het geld doen. C: Ah voila. Ik zeg het, dan moet je weeral de media kunnen bespelen. K: Dat hangt een beetje van u eigen af, of je daarvoor kiest of niet. L: Prinses Diana… K: Ja, dat was ook niet in België hé. L: Ja, maar er was wisselwerking. Ze profiteerden ervan, maar ondertussen zaten ze wel achter de foto‟s. K: Langs de andere kant zal zij die belangstelling ook wel ergens gewild hebben. Ze zocht het ook wel hé, in sommige dingen. Je moet het zelf afbakenen, wat je zelf wilt, ja of nee. C: En ik denk in de toekomst, dat de media meer voor het privéleven van die mensen gaat kiezen. Dat ze dan mensen gaan pushen, om er geld uit te halen. K: Maar dat hangt er nog altijd van af of je dat dan zelf wilt, ja of nee. C: Jaja, maar ik denk dat ze meer gaan proberen, meer pushen.
| 85
K: Ik kan morgen op televisie komen, en tien dagen erna, maar als ik niet over mijn privéleven wil praten, dan praat ik er niet meer over. Het is gewoon een keuze die je zelf maakt. L: Maar je hebt ook een manager, die al je zaken regelt hé. Zoals Clouseau. En die sturen dan hé. K: Die sturen dat voor een stuk, inderdaad. F: Ja, maar je zult wel wat inbreng hebben ook hoor. Die sturen u, maar je laat je daar toch ook niet door doen? K: Als jij niks over je privéleven wilt vertellen, dan moet je manager maar luisteren naar u hé. Het mes snijdt aan twee kanten. Allez, ik weet het niet hé, maar in België zie ik dat nog niet zo snel evolueren dat ze vanachter in u tuin gaan liggen om foto‟s van u te trekken. F: Ik weet het niet. A: Het zou wel kunnen, afhankelijk van persoon tot persoon. L: Het gaat er allemaal sneller doorgaan denk ik. Er komen er meer… F: Er zijn er al meer… L: Ja, maar geen belangrijke niet meer. Elvis Presley, daar praat nog iedereen over, moest hij nog een liedje uitbrengen, iedereen zou het kopen. K: Ja, maar als het niet belangrijk is, dan gaan er geen paparazzi achterzitten ook niet hé, L. Dus: als er zoveel eendagsvliegen zijn, daar gaat geen enkele voor in de tuin gaan liggen hoor. L: Nee. Maar als er paparazzi zijn, dan moet je al bekend zijn. K: Dan moet je inderdaad al iets zijn. En wij zijn maar klein. C: Gelukkig maar. F: Wij zijn niet bekend hé. Ah, België bedoel je? K: Ja, België. Ben je daar zo zeker van dat je niet bekend bent F? C: In Wolvertem en omstreken. A: Heb je een Facebook-pagina, F? F: Nee, daar doe ik niet aan mee, wat is dat juist? Maar op internet sta ik wel… Ik had eens de nummer van mijn oude Spitfire ingegeven, voor die te registeren. Een collega van bij mij op het werk heeft mijn naam ingetypt op Google, en hij zegt: “ah, gij staat op het internet!”. Sara: Oké, dat was het, bedankt. Wil er iemand nog iets zeggen? A: En, gaan we nu bekende Vlamingen worden? K: We hebben juist gezegd dat we dat niet wouden! Iedereen: Gelach.
FOCUSGROEPGESPREK 4 Sara: Dus, mijn thesisonderzoek over bekende mensen, over wanneer je juist iemand als bekend gaat beschouwen. Ik doe daarvoor gesprekjes met mensen van verschillende leeftijden om die dan te vergelijken. Het gaat ongeveer een uur tje tot anderhalf uur duren, dat hangt een beetje af van wat jullie zeggen. Voor we beginnen zou ik graag nog zeggen dat er géén foute antwoorden zijn, alleen maar verschillende meningen, en je zoveel mag zeggen als je wilt. Ik ga dit gesprekje opnemen op bandrecorder, maar alles wordt wel anoniem verwerkt. Sara: En mijn eerste vraag luidt: wie is jullie held? Iedereen: Gelach Sara: Anders doen we eens een toertje? B: Maar moet dat een held-figuur zijn? In de beperkte zin van het woord? Sara: Nee, het mag zo ruim mogelijk. SA: Ja, wat is een held? A: We kunnen daar al meteen filosofisch over doen! B: Niemand? Hmm. Ik heb eigenlijk geen held er is niemand waar ik echt naar opkijk. Maar moet ik iets antwoorden? Mag ik ook zeggen dat ik geen held heb? Sara: Ja natuurlijk. B: Oké. Dan heb ik geen held. SO: Weeral moeilijk doen hé. Euhm… B: “Mag het ook een heldin zijn?” A: “Nee dat kan niet” (Gelach) SO: Ik weet niet. Werk- en studiegerelateerd enzo, Le Corbusier. Gewoon omdat ik daarnaar opkijk, wat dat hij maakt. M: Ja, ik heb eigenlijk ook geen helden. Ik relateer dat naar iets jeugdigere momenten. Maar ik heb wel mensen naar wie ik opkijk. Laat ons zeggen, dat zijn dan mensen die mooie dingen verwezenlijkt hebben in het leven, voor de gemeenschap of voor de wereld ofzo. Ik zie helden meer als tekenfilmfiguren, zo Power-Rangers style. Ik denk dat dat in de real world niet echt bestaat. B: Kunnen we concluderen: de Power Rangers dan? Iedereen: gelach K: Maar welke dan, de roze of de gele? M: Nee maar, mensen zoals een Barack Obama, die belangrijke dingen doorvoert voor de wereld. Ik ga niet zeggen dat dat een held is, want die moet zich ook aan bepaalde regels houden, maar die zorgt er wel voor dat er mooie dingen gebeuren. Dus laat ons zeggen: Barack Obama en de Power Rangers. B: Ah, ik dacht dat je ging zeggen “de paus”.
| 86
Iedereen: gelach K: Ja ik weet niet, ik ook dat ik niet echt een held of heldin hebt, ik denk dat er wel bepaalde facetten of eigenschappen hebt van iemand, waarvan je denkt “Ah, da‟s wel goed!”. Of “Ah, zo wil ik wel zijn!”. Dat is dan specifiek met wat je op dat moment bezig zijt. Dus je studeert iets, en je denkt, daar kijk ik naar op! Die prof, of die prof, of die persoon die die job uitvoert! Dat en dat zie ik wel zitten, dat kan ik wel overnemen. Eerder zoiets. Ik denk ook dat het verandert om de zoveel tijd. Sara: En wie is nú je held dan? K: Nu? Hmm, nee, ik weet dat eigenlijk niet. Niemand nu zo‟n beetje. Ik kan dat niet zomaar zeggen. Ik denk dat het echt van het moment afhangt, waar je dan mee bezig bent. En niet in het algemeen. SA: Ja, ik heb ook niet echt zo‟n überheld, maar je hebt veel mensen die in veel verschillende dingen goed zijn. Als je het nu hebt over “Wie is er goed in mooi zijn?” . Dan zeg ik “Veronique de Cock, die is goed bezig”. Die is keioud, maar die is nog altijd mooi. Dat is toch zalig, als je Miss België organiseert, en je vraagt aan Regi die in de jury zit: “Wie vind je de mooiste?”. En dat die dan Veronique de Cock antwoordt, da‟s toch zalig? Awel, op haar vlak, vind ik dan: “Veronique, goed bezig”. Maar op andere vlakken Obama ofzo, maar het hangt ervan af welk aspect. Maar ik heb zo niet één grote held waarvan ik zoiets heb “Ooh, die wil ik zijn!”. A: Ik heb ook niet specifiek één held, ik denk dat dat meer is op vlak van autoriteiten eigenlijk. Mensen die een autoriteit zijn in hetgeen ze doen, of toonaangevend. Of gewoon belangrijk in dat segment. Maar dat zal ook altijd variëren, en er zullen altijd wel andere mensen zijn die beter zijn. Ik kan ook niet direct iemand noemen die een held is, dus, nee. SA: Je mag altijd mij zeggen… Iedereen: Gelach. A: Ja nee, ik heb niet specifiek een held. Sara: En wie is jullie favoriete bekende persoon? Dat moet dan niet perse jullie held zijn, maar gewoon iemand bekend… M: Ja, maar je hebt ook bekende personen in verschillende branches hé. K: Oh boy, hier gaan we. We beginnen met de Foo Fighters, en wat was het dan nog, M? De Rolling Stones? B: Mark Knopfler. A: Wie? B: Zanger van de Dire Straits. M: Ja, maar je hebt echt bekende personen in verschillende branches. Je kan het politiek zien, of artistiek… K: Ja, maar je gaat minder zoiets hebben van in de academische wereld, daar kan je niet echt bekend zijn. Behalve als je Rik Torfs bent en meespeelt in alle spelletjes. M: Is die zo academisch? K: Bekende personen is vooral op muzikaal vlak, enzo. M: Maar wat was de vraag? Sara: Wie je favoriete bekende persoon is. M: En moet dat een held zijn, of is dat algemeen? K: Ne Van Rompuy mag ook hé. SO: Mag je ook onderdelen kiezen? Bijvoorbeeld in muziek Chris Martin ofzo? En voor kunst dan iemand anders? B: Ah, jij wil meerdere dingen zeggen… SO: Ja. Ik heb zo niet een bekende persoon. SA: Zullen we muzikaal beginnen? Jij hebt al… B: Mark Knopfler. SO: „k Was aan het twijfelen, Tom Barman… Die is gewoon lekker. K: Da‟s een andere categorie hé! A: Dat kunnen we ook doen straks, goed plan. Da‟s makkelijker. Sara: Wat denk je trouwens dat het grootste verschil is, tussen je held en je favoriete bekende persoon? A: Ik denk dat, als je iemand een held schat, dat dat misschien ongezond is. Nee maar, da‟s ongezond omdat je die dan wilt zijn en je kan niemand anders zijn behalve jezelf. Dan ga je jezelf altijd minder vinden, of jezelf fout beoordelen. Die mens heeft ook fouten, en als je iemand adoreert, ja… M: Ja. Helden zijn meer mensen die je perfect vindt. A: Ja. M: Iemand bekend is… Je kan gewoon bekend zijn omdat je geld hebt, zonder iets gedaan te hebben in je leven. Paris Hilton bijvoorbeeld. A: Hé, da‟s een opgave, al die dingen en feestjes doen. Je moet er wel altijd zijn. M: Da‟s waar. SA: Ze wordt er veel voor betaald. A: Je moet dat zien als een “job” hé. K: Ja, die wordt daar heel veel voor betaald. A: Eigenlijk is ze een beetje een clown. SA: Da‟s niet waar. K: Jawel, een volwassen clown. Ze komt naar feestjes en ze doet haar trucjes. SA: Wel een mooie clown. A: Het is eigenlijk een act. K: Ja.
| 87
A: Een acte de présence noemt dat zeker? K: Zoals je clowns inhuurt voor kinderfeestjes, huur je Paris in voor… A: Alle feestjes. M: Alle decadente feestjes. Sara: Nog verschillen? SO: Is dat eigenlijk niet een beetje hetzelfde, je held en je bekende persoon? Sara: Niet als je held je mama is. M: lacht. A: Ja, da‟s waar. Een held hoeft niet perse bekend te zijn. M: Jaja, inderdaad. K: Een held is meestal iemand die je hebt tot u 12 jaar. SA: Of bij fanatiekelingen. K: Ja. A: Maar da‟s dan weer ongezond. M: Dan ga je weer zotte toeren doen enzo. A: Zoals van die mensen die plastische chirurgie laten doen om op Michael Jackson te lijken. Niet goed bezig, allez. M: Als je dan nog eens gaat dansen op een ruusbroecspeelplaats, dan, ja… Sara: Hoe belangrijk vinden jullie het dat iemand bekend echt iets belangrijks verwezenlijkt heeft in zijn leven? Voor dat hij bekend geworden is? K: Dus Paris Hilton niet dan? M: Goh, ik vind dat je dat niet perse moet doen voor je bekend bent, maar eens je je bekendheid verworven hebt, moet je iets verwezenlijken wat positief is in andere mensen hun ogen. SO: Je moet er blijven aan werken. A: Bedoel je dan dat je de bekendheid die je hebt, moet verdiend hebben eigenlijk? M: Zoals die Bono van U2, ik vind dat dan wel overdreven, die gebruikt dat dan om met zijn zonnebrilletje op VN conferenties te komen… Dat vind ik ook weer belachelijk. Maar ik vind dat als je geld hebt, en je beïnvloedt mensen door wie je bent, dat je dan wel een beetje het goede voorbeeld moet tonen ja. SO: Ja, maar bijvoorbeeld Obama, die heeft vanalles bereikt voor dat hij bekend is geworden. Vijf jaar geleden kende niemand die. Nu moet hij het gewoon nog waar maken. A: Ik denk dat er veel mensen zijn die niks gedaan hebben en die toch bekend zijn. SA: Je doet mee aan een tv-programma… A: Je doet mee aan Boer zoekt vrouw en je bent bekend hé. Maar da‟s op kleine schaal. SA: Maar da‟s ook niet erg hé, dat is gewoon een praktisch gevolg van waarom massamedia gemaakt zijn. A: Ja tuurlijk, de twee kunnen vaker samengaan. Of dat terecht is, dat is iets anders. K: Of de winnaar van Big Brother, wie kent die nu nog. SA: De Spillie. K: Ja ,de Spillie, maar wat doet die nu juist? Betty ook, maar doet die nog iets? Nee, die is terug gewoon huisvrouw. A: Jawel, ze heeft een liedje gemaakt. SO: Ja, één liedje. SA: Het stond in de Dag Allemaal! K: Allez, “het stond in de Dag Allemaal”. M: En, één liedje op drie jaar tijd, amai. B: Ik denk ook niet echt dat het een privilege is om bekend te zijn. Ofwel wil je dat zijn, ofwel wil je dat niet zijn. A: Ik denk ook dat er mensen zijn die niet kunnen kiezen. K: Ja voilà. A: Je kan bijvoorbeeld niet in de politiek gaan zonder bekend te zijn. K: Of je kan geen muziek maken zonder bekend te zijn. Allez, je kan muziek maken, maar dan niet voor een breed publiek. A: Ja, als je op je eigen kamer blijft, dan kan je dat doen, ja. K: Maar je kan er dan niet je beroep van maken. A: Nee, tuurlijk niet. M: Hetzelfde voor een acteur hé. Je moet jezelf een beetje verkopen. A. Bekendheid helpt dan omdat je dan ook meer tv-programma‟s helpt verkopen. Sara: Hoe belangrijk vinden jullie het privéleven van iemand bekend? Volgen jullie dat dan? M: Goh nee, echt niet. Zelfs al zie ik er een voorbijlopen, ik zou er nooit tegen beginnen praten ofzo. „k Heb ooit eens tegen Flip Kowlier gepraat op een feestje, maar dat was het dan ook. Maar bon, moest ik diezelfde mens tegenkomen op restaurant, ik laat die met rust hoor. A: Ik denk dat dat heel vervelend moet zijn, als je op restaurant zit en iemand zit je om de haverklap vragen te stellen. SA: Ik denk dat dat in België nogal meevalt. K: Ik denk dat ook. SA: Wij Belgen zijn meer van: “Hééé, kijk”. K: Maar niemand gaat zo “Waaa”.
| 88
A: Ja, en in Engeland wachten ze echt met een telelens aan u deur, bij wijze van spreken. SO: Ja, da‟s waar. B: Maar het is toch wel aan het verergeren ze, in België. Als je het niveau ziet van bepaalde kranten… Hoe fameus dat het aan het achteruitgaan is. Tenzij ik dat vroeger nooit gemerkt ofzo. A: Ja, dat kan ook liggen aan… Dingen veranderen niet, maar je gaat ze anders percipiëren naarmate je ouder wordt. SO: Maar ik denk ook wel: er is veel meer toegang, iedereen kan foto‟s maken met zijn GSM. Vroeger was dat niet, toen moest je echt al een fototoestel meehebben en het geluk hebben dat er iemand bekend passeert. K: En je moet het op een of andere manier online kunnen zetten. M: Het is allemaal veel gemakkelijker geworden, ja. SO: Je stuurt het gewoon met u iPhone door, ahja. M: Facebook, jeeeuj. SO: Het staat er allemaal op, ja. A: Ja, maar dat heeft dan gewoon te maken met massamedia. SO: Ja, maar het heeft een invloed op bekende mensen ook. Nu zie je iemand in de GB, je trekt er een foto van, et voila. Vroeger zou dat niet gaan, ik pak geen fototoestel mee naar de GB. Je kan gewoon overal van iemand een foto nemen. B: Conclusie: je bent wel geïnteresseerd in het privéleven van iemand bekendSO: Nee, maar ik snap dat dat moeilijker is als vroeger. K: Maar sommige van die dingen zijn wel cool om te lezen. A: Het is vermakelijk. K: Ja, voila. Het is vermakelijk, met van die sappige roddels. SA: Ja, maar je hebt dat ook van niet bekende mensen. Op Facebook kom je dingen te weten van mensen waar je anders nooit mee praat. K: “Aaaah, die gaan trouwen ofwa!”. Je hebt dat denk ik van iedereen, da‟s nieuwsgierigheid. SO: Da‟s typisch menselijk. K: Da‟s hetzelfde als mijn mama zegt: “oooh, ik heb een oude schoolkameraad van u gezien”. Maar soit, dat heeft niks te maken met die celebrities. SO: Je bent gewoon nieuwsgierig naar hoe het met andere mensen gaat. A: En het is ook gewoon gemakkelijker om over die celebrities iets te weten te komen. (Iedereen is het eens) A: Over gewone mensen hoor je dat ook niet. ‟t Is leuk om te horen over mensen die je kent. M: Ja, en iedereen weet het, dus je kan er dan nog eens lekker over roddelen ook. K: Ook al. A: Ook al. Voor te smalltalken is dat ook wel handig. K: Maar ik heb niet zo iets van: “wauw, dat grijpt mij echt aan”. SA: Er zijn er trouwens superveel die zelf bellen naar het laatste nieuws om te zeggen dat hun kleine geboren is. Zit iemand daarop te wachten? Nee. Maar dan moeten ze achteraf ook niet komen klagen hé. K: ‟t Is dat. SO: En op facebook kies je je wat je bekend maakt ook hé. Celebrities kunnen niet kiezen. Ze hangen bij wijze van spreken met helikopters in hun tuin. SA en A: Dat is wel waar. SO: Dan hebben ze geen keuze hé. K: Maar ze hebben ook zo veel superbeveiliging en security en bodyguards enzo ook. En het geld om dat te betalen. A: Da‟s ook omdat het nodig is hé. K: Tuurlijk, da‟s erg. Maar ik denk op zich voor hen niet, eerder voor het gezin dat er rond zit. Want zij zelf… SO: Zij hebben ervoor gekozen. K: Deels niet nee. Maar ik denk ook wel dat een Dave Grohl nu niet zoveel lastig gevallen wordt als een Britney Spears. A: Het hangt er veel van af wie je bent hé. K: Ja voila, dat bedoel ik. A: Politici hebben er bijvoorbeeld ook niet zoveel last van als vedetten bijvoorbeeld. K: Barack Obama nu weer wel, maar da‟s dan weer de Amerikaanse media. M: Da‟s ook een deel veiligheid hé. A: Daar zitten gewoon constant bodyguards rond, maar dat is omdat ze een aanslag kunnen plegen. M: Die heeft de keuze niet he. Ik denk dat dat een van de weinige mensen is die dat dat echt moet tegensteken. Want zo‟n Britney Spears enzo, die geniet daarvan. Lady Gaga enzo, die heeft niet liever. SO: Denk je dat? SA: Niet altijd hoor. K: Ik denk ook niet altijd hoor. A: Ik denk dat als je in je ondergoed door New York loopt, dan kijken de mensen je ook aan, zelfs al ben je geen celebrity. M: Barack Obama die had ook evengoed bij zijn oud werk kunnen blijven hé. Maar hij verdient meer. B: Het is niet omdat je ervoor kiest, dat je weet wat achteraf de gevolgen gaan zijn. A, Sa, So: Nee, da‟s waar.
| 89
K: Nee, maar ik bedoel, je houding, wat je doet enzo… Bijvoorbeeld de houding van Britney Spears en Lindsey Lohan, dat zorgt er wel voor dat de paparazzi er opzitten. Over Foo Fighters, die zijn ook bekend, maar daar lees je nooit iets over in de roddelblaadjes, gewoon omdat die een heel gewoon en normaal leven leiden. A: Als je een turbulent leven leidt, is dat ook interessanter om te weten. Wanneer hij zijn kleine eten gegeven heeft, of wanneer hij met de hond terug thuis komt. Als je dan leest dat hij zich platgespoten heeft met heroïne en tegen 240km/u en dan een accident veroorzaakt heeft. K: Maar moest ik mijzelf vol heroïne spuiten en tegen 240km/u over de autostrade razen en een accident veroorzaken, sorry maar, dan zou heel mijn omgeving ook over mij roddelen. A: Ja, maar dat bedoel ik , het is gewoon omdat dat interessanter is. M: En niet iedereen kent u. K: Nee nee, maar wel de mensen die dicht bij mij staan, da‟s nog veel erger. Wat kan mij dat nu schelen wat een Chinees in China van mij denkt? Ik ontmoet die nooit en ik zie die nooit van mijn leven. Sara: Je hebt al de verwezenlijkingen, je hebt al het privéleven, maar wat denken jullie van de mens achter de celebrity? Is die belangrijk? Zijn persoonlijkheid? K: Nee, het draait gewoon om de sensatie. So: Zoals Tom Barman, in het echt is dat een eikel, maar als die op het podium staat met Deus, dan trek je je daar niks van aan. Dat blijft nog altijd een goeie groep. A: Bij mij beïnvloedt dat wel. Ik vind dat zo‟n klootzak, ik kan er niets aan doen. So en K: Dat verandert er toch niets aan dat je dat goede muziek vindt? A: Da‟s waar. K: En als ze optreden, dat je zegt “ooh, we gaan naar deus kijken!”. A: Nee, maar ik zou er mij wel aan ergeren. M: Maar je hebt veel mensen, hé, dat je u afvraagt hoe ze echt zijn. Zoals een Eddy Wally! Is die echt constant zo? K: Lady Gaga loopt toch ook zo rond? M: Eddy Wally, ofwel is die zalig, ofwel is die gewoon gestoord. En je weet het gewoon niet. Het is zo gewoon de twee uitersten die elkaar raken. K: Je moet dat ook niet weten. Het zijn de mensen in de buurt die dat moeten weten, hun vrouw of man of kinderen of maakt niet uit. Als die hen kennen zoals ze echt zijn, is dat goed voor hen, maar ik moet dat niet weten. M: Nee, ja , je hebt gelijk. K: Ik moet dat niet weten hoe die Britney Spears nu echt is. A: Misschien is dat ook wel de mystiek errond, dat je niet weet wie ze zijn. En dat dan aantrekt. So: Ja, voila. M: Ik denk het moment dat je dat weet, dat je ook geen interesse meer gaat hebben. A: Als jij een celebrity kent, dan is dat voor u geen celebrity meer. Een kennis. Gewoon een vriend. K: Ja voila. S: Inderdaad. Zoals een Orlando Bloom, dat heeft ooit ook eens in de roddelpers gestaan, dat die eigenlijk keisaai is. Dat die gewoon thuiszit en niks doet, en geen vriendinnetjes heeft omdat die niet uitgaat. Dan vond ik die al meteen veel minder sexy. Da‟s gewoon een saaie kerel dan uiteindelijk. Da‟s wat anders als in Pirates of the Carribean! Dat kan wel invloed hebben hoe dat je die celebrity bekijkt. Sara: Ik ga nu een aantal redenen opnoemen waarom mensen bekend zouden willen worden, en jullie kunnen dan zeggen wat je ervan vindt. De eerste is omdat hij of zij dan in het centrum van de belangstelling staat. A: Ik denk dat dat voor heel veel mensen geldt. M: Ja. A: Anders doe je niet mee aan Big Brother. Sa: Nee. A: Want je doet niet mee voor het geld, de kans is zo klein dat je dat effectief wint. K: Ja da‟s waar. So: Maar pas op, bij acteurs is dat wel anders denk ik. A: Bij acteurs niet nee. So: Bij realityprogramma‟s is dat inderdaad wel anders.Maar je hebt acteurs, zoals Tijs, als die nu ergens binnenkomt, die wordt gewoon aangestaard en aangeklampt door zestienjarige meisjes die zo constant een handtekening willen, maar die heeft daar ook niet om gevraagd. Het moment dat hij meedeed aan dat programma, wist hij niet dat dat keibekend en keigroot ging worden. Hij dacht gewoon, tof, een opdracht voor de vrt. En dan worden daar opeens twee, drie seizoenen van gemaakt, hij had dat niet zien aankomen en hij had er ook niet om gevraagd. Hij acteert graag, en daarom heeft hij dat gedaan. Maar nooit om zo bekend te worden, of in het centrum van de belangstelling te staan. Die haat dat echt. A: Nee, maar da‟s ook gewoon zijn job. Hij wou dat graag doen, da‟s zijn job. Da‟s een andere reden. Aan een realityprogramma doe je niet mee om er u job van te maken. So: Ja, daar doe je inderdaad mee om met u kop op tv te komen. A: Om met u kop op tv te komen, inderdaad. Sara: Een tweede reden zou kunnen zijn omdat hij dan invloed heeft op wat mensen denk en doen. K: Nee, ik denk niet dat dat echt belangrijk is voor die mensen. Sa: Ik denk soms wel.
| 90
K: Ik denk dat dat pas komt eens ze bekend zijn, dat ze weten dat ze invloed kunnen hebben. Zoals Victoria Beckham: “oeoeoe, misschien kan ik eens een kledinglijn ontwerpen, want mensen vinden het tof wat ik draag”. A: Nee, het is dat, je moet eerst bekend zijn, anders kan je nooit in een positie geraken om iets te veranderen. K: Maar ik denk niet dat ze zoiets hebben van: “ik ga mijn bekendheid gebruiken om…” M: Ahja, per definitie wel hé. So: Bono ofzo wel hé. K: Maar ik denk niet dat Bono in eerste instantie dacht van: “ik ga bekend worden om…” . Ik denk dat die gewoon goeie muziek wou maken. Sa: Politici dan weer wel. M: Een minister of eerste president binnen een land die moet dat hé. K: Ja, maar een Big Brother kandidaat, ik denk niet dat die een geheime agenda heeft. A: Maar die hebben een ander motief, die willen met hun kop op tv komen. K: Ik denk dat het hier echt om een select groepje gaat. Politici oké, maar ik denk dat zelfs acteurs niet denken van “ik ga bekend worden dan kan ik mijn boodschap verspreiden!”. Ik denk dat die gewoon zoiets hebben van: “ik wil mijn werk doen”. A: Nee, maar je hebt zo van die mensen die stunts uithalen, die een mening of standpunt hebben over iets en ze willen een statement maken. Ze doen dan iets geweldigs, dan komt het nieuws daarop af en dan zijn die mensen eventjes bekend. En dan is die bekendheid wel met een bepaald doel. K: Maar dat is dan niet om zichzelf bekend te maken, da‟s gewoon om u doel bekend te maken. M: Jajaja. Politici die moet zichzelf eerst bekend maken om dan invloed te kunnen hebben. K: Maar ik zeg toch: politici, ja? M: Bij zo‟n stunt ook, maar bij een muzikant, een goeie muzikant ook. Die kan niet zijn muziek verkopen zonder er zelf aan verbonden te zijn. De persoon die de muziek maakt wordt altijd gekoppeld met de muziek. K: Sowieso, maar die moet dan gewoon een visie over muziek verkondigen. A: Het gaat over een mening hé, en of die verandert. M: Maar als je zo ziet: Nirvana, die hebben alles verandert. Iedereen weet, tussen 8 en 88 jaar, dat dat Kurt Cobain is. K: Maar die is er ook nooit aan begonnen om te denken van “en nu ga ik eens zelfmoord plegen,zodat iedereen mij kent”. Nee, die is daar gewoon aan begonnen met het idee om muziek te maken. A: Het uitgangspunt is inderdaad anders. K: Ik denk, eens je bekend bent en je doet een stunt, oké. Maar ik denk niet dat mensen willen bekend worden óm die reden. M: Maar zijn stunt is toch gewoon: een beetje zot doen? K: Jajaja. Maar eerst en vooral: Kurt Cobain heeft dat nooit opzettelijk gedaan om bekend te worden. En ik denk dat veel mensen, zoals U2, eens ze bekend waren, wel dachten: “hoe kan ik dat gebruiken?” B: Ik denk dat je niet bekend wordt als je niet wilt bekend worden. Als je er niet absoluut voor gaat om bekend te worden, want de concurrentie is zo groot, er zijn heel veel mensen die bekend willen worden. K: Oké, ja, waar. Maar je gaat niet zeggen: “Ik ga bekend worden om mijn mening uit te drukken, om mijn boodschap uit te drukken”. A: Ja, maar als je een duidelijke boodschap hebt, zoals politici. K: Ja, over de politici geef ik u gelijk, maar de rest. A: Of godsdienstfanaten ofzo, die mensen willen overtuigen van iets anders .Die moeten bekend worden, anders kan je geen groot doel bereiken. Als er zo een streaker zoals de Vegan Streaker ergens in een studio binnenloopt, da‟s ooit het filmfragment van het jaar geweest in Nederland. Die was dan eens te gast in de show van Paul de Leeuw, en die heeft die kerel zijn string uitgetrokken met de woorden: “Als je wilt streaken, moet je echt streaken!”. Het is een banaal voorbeeld, maar die mens heeft dan ook een soort doel. En door naakt rond te lopen, aandacht te krijgen, heeft hij zijn doel van veganisme ofzo wel bereikt. Sara: En wat denken jullie van de reden “Om nooit vergeten te worden”? A: Dat is dan de reden waarom je zelfmoord pleegt! So: Dat denk ik ook. K: Ik denk dat ook eerder. B: Ik denk dat niet. So: Jawel hé. A: Bijvoorbeeld Michael Jackson: als die niet zo gestorven was, dan was die niet zo bekend geweest. Elvis juist hetzelfde. Mensen die jong sterven, zijn veel bekender. Sa: Da‟s waar. K: Marilyn Monroe. So: Maar Ché Guevara, die heeft daar dan toch niet voor gekozen? K: Of Jezus. A: Ja, Jezus, da‟s wel het typevoorbeeld. Iedereen: gelach. Sa: Aandachtshoer! B: Zo dramatisch ook hé. A: En zijn maten ondersteboven hé, da‟s nog veel erger. Sara: Een andere reden zou kunnen zijn omdat je dan rijk bent en leeft in glitter en glamour. K: Ik denk dat wel ja.
| 91
Sa: Ik denk dat dat een belangrijke reden is. Ik denk dat dat bij veel mensen zo is. K: Ja rijk zijn, naar alle coole feestjes mogen, overal uitgenodigd worden, iedereen kennen. M: Daarvoor zou ik het ook doen. So: Ja? M: Ja, vooral, als je geld hebt, doe je wat je wil. Dan kan je kiezen: doe ik er iets goed mee, of doe ik er iets slechts mee? K: Moest ik bekend zijn, ik zou dat wel een voordeel vinden, moest ik rijk zijn. Sa: Sowieso hé! A: Dat is het grootste voordeel gewoon. K: Ik denk meer nog als die andere dingen, want je hebt er ook geen nadeel van hé. A: Het is een soort van job dan eigenlijk hé. Da‟s dan u job, en da‟s een leuke job, dus. So: En je verdient er geld mee. A: Ik denk dat half Hollywood daar op teert gewoon. B: Ja. So: Ja, ik denk het ook. Sara: Om van iemand gewoon iemand bekend te maken, zijn er drie belangrijke spelers: de media, de bekende persoon zelf en jullie, het publiek. De volgende vragen gaan daarover. Dus ik zou graag van jullie willen weten in welke mate jullie het nieuws over bekende mensen volgen? M: Ik denk hoe langer hoe meer. Gewoon door het internet in feite, Facebook. Tien jaar geleden moest je nog de Story kopen. Nu doe je hln.be en je weet alles over die mensen. So: Zoals toen Michael Jackson dood ging, na een halfuur wist iedereen dat hé. K: Ja! Want ik zat toen op een feestje, en opeens kreeg iedereen smsjes van “Michael Jackson is dood!”. Sa: Zelfs bij Felice. A en So: Ja! So: Ja, dat wist ook iedereen meteen. A: Of Yasmine. Sara: Zijn er dan bepaalde mensen die je liever volgt als anderen? K: Soms heb ik dat, met van die onnozele weetjes over politici,over Barack Obama, zoiets van “oké, da‟s tof om te weten, maar eigenlijk moet ik dat niet perse weten”. Het geeft hen wat menselijkheid, en da‟s tof en goed. M: Dat maakt het luchtiger, anders is het te veel over oorlog in Irak, Palestina, … K: Ja, maar die zijn vrouw komt op Sesamstraat om te promoten dat mensen meer groentjes moeten eten. Dat moet ik nu écht niet weten. Sa: Allez, dat vond ik nu net interessant! Hahahah. Sara: Heb je u mening over iets al veranderd omdat iemand bekend er anders over dacht? So en K: Nee. Sa: Dat hangt ervan af. A: Ja, als dat mensen zijn die recht van spreken hebben, die een gefundeerde uitleg hebben, die ergens op slaat, dan misschien wel. Sa: Van politici oké, maar acteurs, nee. A: Maar het hangt er ook gewoon vanaf wat ze zeggen en waar het juist over gaat. So: Ja voila, ze moeten er een uitleg over kunnen geven. K: Dan gaat het toch over bevoegdheid, en niet over bekendheid. A: Ja, bevoegdheid, maar als hij daarom juist bekend is, dan mag die daarover praten. M: Ja, de uitleg erachter, als je het allemaal goed gehoord hebt, dan kan je misschien denken dat die persoon gelijk heeft. K: Dat staat dan los van bekendheid. M:Ja, want ik heb dat ook vaak bij vrienden die iets uitleggen, van: “ik dacht er niet zo over, maar hoe jij dat nu uitlegt, zo geef ik u gelijk”. A: Ja, da‟s hetzelfde concept, maar gewoon omdat iemand bekend is, heeft die meer de kans om dat te zeggen en een groter publiek te bereiken. Sara: Heb je al eens iemand bekend gevolgd als ze een nieuwe trend lanceren op vlak van mode, stijl? Iedereen: Gelach. M: Noemt dat niet paparazzi? K: Nee, maar je hebt wel dat, als je iets vaak ziet, je ziet dat vaak terugkomen, en je ziet het zelf in de winkel hangen… Dan ga je ook sneller denken “Ah, dat staat wel mooi”, omdat je dat vaker hebt gezien. Maar da‟s dan omdat je dat meerdere malen hebt gezien, en niet een keer bij iemand bekend, die moet ik volgen. A: Maar die mensen zijn toonaangevend voor mode, en mensen volgen de mode, en daarom komt dat. So: Voila. K: Dat wel, dat bedoel ik, maar de rest niet. B: Of misschien is de mode wel toonaangevend voor hoe zij zich kleden. A: Dat kan ook zijn, dat zij naar die ontwerpers gaan. So: Ik denk juist omgekeerd. Want Rihanna bijvoorbeeld, die zijn zelf begonnen met rock t-shirts en dergelijke. En dan baseert de mode zich daarop. Ik denk niet omgekeerd. Zoals bij Madonna in de jaren tachtig ofzo ook. K: Maar als celebrity‟s hun eigen kleding maken, is dat vaak ook duurder. Sa: Ja da‟s waar.
| 92
So: Nee, maar in de Humo heb ik gelezen over Madonna, en daar stond in hoe ze in de jaren tachtig haar eigen stijl creëerde met gescheurde t-shirts, rokjes en netkousen. En als ze dan ergens ging optreden, hadden alle meisjes haar nagedaan. Iedereen had gewoon hetzelfde aan, het was zelfs een beetje freaky. Dus op dat vlak kan je wel zo trendsetter zijn denk ik, en een voorbeeld zijn voor heel veel andere meisjes. B: En de skaters, hebben de skatermode gemaakt. Iedereen: gelach. K: Ja, ik denk dat het dan vooral mode is die celebrities volgt. M: Ik denk dat dat vooral iets is wat je ziet in de muziek: als je luistert naar punk of metal of een andere groep die je volgt… A: Er is een bepaalde lifestyle aan gekoppeld ook hé. Kleding en mode zit in lifestyle. M: Ja, ‟t is dat. K: Maar is het ook niet zo dat heel veel bekende mensen gesponsord worden door modehuizen? So: Is dat dan meestal niet galabal-achtig? Da‟s dan toch niet voor in het dagelijks leven ook? K: Jawel, voor in het dagelijks leven ook. Er zijn er heel veel die gewoon gesponsord worden. A: Ja, zo van “loop met mijn broeken rond, dan krijg je zoveel geld”. Zoals Jean-Marie Pfaff, met zijn kraagje van zijn hemd. Allez, dat is misschien niet echt mode, maar toch. K: Ik denk trouwens dat er heel veel celebrity‟s die zelf geen trends lanceren. Zoals Victoria Beckham, dat is ook een trendsetter, maar ze zal ook wel van insiders uit de modewereld horen hoe ze zich moet kleden. A: Ik denk trouwens dat ze haar eigen kledinglijn niet zelf gemaakt heeft. Want da‟s ook veel bij modemerken, dan koppelen ze daar een celebrity aan omdat dat beter verkoopt. Eigenlijk is het dan wel waar dat mensen volgen wat een celebrity heeft gemaakt. So: Ja, en je hebt toch ook heel veel celebrity‟s die gewoon hun oude plunje aandoen en dan wordt dan opeens mode en dan moet je met van die halve vodden rondlopen… K: Is dat dan niet al een beetje geïnspireerd omdat ze dat zelf ergens opgevangen? So: Nee, dat denk ik niet, want die hebben van die trainingsbroeken aan en die zien er keicheap uit, maar eigenlijk zijn dat nog altijd trainingsbroeken van 5000 euro. Sara: Ben je ooit al eens de mening gevolgd van iemand bekend over iets dat gebeurd is in de actualiteit? Dus over een actuele gebeurtenis? M: Goh, ik weet het niet. Ik denk dat die bekende mensen er vaak ook zo direct op ingaan, zo van “kijk ik ben er, hoi!”. So: Ja. A: De mensen nemen snel een standpunt in ja. K: Ja sorry, maar van sommige mensen kan ik het ook gewoon niet meer verdragen. Zoals Chris Dusauchoit met zijn stom weeshuis in Bulgarije. Ik snap het, ‟t is een goed doel, maar na een tijdje denk ik van “het is goed geweest kerel”. En je hebt er nog zo. Of die Bob Geldof kerel. Die ben je toch ook beu na een tijdje? Bono, idem dito. Ik snap wel, die mensen doen iets goed, je kan dat moeilijk afbreken, maar als ze teveel gaan prediken, ga je ze ook niet meer volgen. M: Ja ik vind, je moet dat een beetje aan de politiek overlaten. Sara: Heb je je eigen politieke overtuiging al eens gebaseerd op die van iemand bekend? B: Een politieker dan? K: Ja, dat wel, maar dat spreekt voor zich. A: Dat spreekt inderdaad voor zich. Want dat zijn de mensen waar je op stemt, dus dat is de politieke richting die je dan volgt. Sara: En op vlak van religie, godsdienst? A: Jezus is keibekend. Scientology. Sa: Tom Cruise. K: En ga je dat dan echt volgen daardoor? Sa: Nee, ik heb er eerder een afkeer voor. K: En Madonna met haar Kabbalah. M: Maar ik had er nog nooit van gehoord voordat hij problemen had met zijn vrouw daar. K: Ja da‟s waar, maar nu heb je er alleen maar een negatiever beeld van. A: Ja maar dat heeft niets te maken met of je dat gaat geloven of niet. M: Maar sektes daar sta ik sowieso negatief tegenover, dusja. A: Voor hen is dat echt hun geloof hé. So: Je hebt ook veel mensen die dat beginnen geloven zijn omdat Tom Cruise daarin gelooft. A: Maar die celebrity‟s hebben dat zelfs van elkaar overgenomen, met Kabbala bijvoorbeeld. Als er een iemand dat begint te doen, dan doen ze het opeens allemaal. K: Maar da‟s dan zo cheap, allez, als iedereen dat wordt… B: Maar misschien moeten we ons eerder afvragen of we dat zelf doen dan in plaats van te denken over andere mensen die dat doen? K: Ja, het feit blijft dat je door die celebrity‟s Kabbalah kent, Scientology kent,… M: Ergens word je wel beïnvloed denk ik. K: Nee dat denk ik niet, maar je ként het nu wel. A: Nee, je gaat niet iets geloven omdat een of andere bekende mens daarin gelooft.
| 93
M: Maar gewoon het feit dat je dat begint te kennen, bijvoorbeeld Scientology, dat beïnvloedt u. Daarom niet positief of negatief, maar je weet dat het bestaat. A: Je kent het, ja. En anders zou je het inderdaad niet weten en dan zou je er al niet in kunnen geloven. M: Da‟s waar. Maar moest ik nu op tv iets zien over Scientology en ik zou het niet kennen, dan zap ik gewoon verder. Maar nu heb ik zoiets van: “ah, ik ken dat, ik ga eens kijken wat het juist is.”. Precies omdat je gehoord hebt dat Tom Cruise er iets mee te maken heeft. K: Moest er niemand bekend inzitten, zou je denken van “ja whatever”. M:Dus je wordt niet beïnvloed op religie-niveau, maar wel op je interesse-niveau. K: Ja, het hoeft niet altijd allemaal positief te zijn hé. Sara: Zouden jullie zelf graag bekend willen worden? B: Het hangt ervan af met wat. Ik zou bekend willen worden als ik echt iets doe wat ik graag doe. Maar gewoon bekend worden om bekend te worden, dat niet. So: Ja, bijvoorbeeld, als ik zo iets ontwerp, een stoel bijvoorbeeld, en iedereen wilt die omdat ze die tof vinden en die goed zit, die mooi vinden… Als je daarmee bekend wordt en meer mensen willen je stoel kopen, dat zou ik wel cool vinden. M: Voor mij de enigste reden om bekend te worden is om op muzikaal vlak ergens te geraken. Moest dat nu lukken zonder bekend te worden, dat zou ik ook goed vinden. A: Maar dat kàn niet hé. Want je moet een publiek hebben dat ernaar luistert. K: Zelfs de kleinste groepjes zijn al bekend hé. M: Da‟s waar. B: Of niet als je muziek maakt voor reclame ofzo. K: Ja maar bon, dat is dan weer iets anders hé. M: Ja, maar loopt de drummer van Deus voorbij, wie kent die? Niemand toch? Sa: Da‟s waar. K: Zelfs die van Black Box Revelation zou ik niet herkennen op straat. M: Het is meestal de frontman/gitarist die bekend is hé… En anders gewoon om iets bij te brengen aan “de maatschappij”. B: Toch een teken van appreciatie ook hé. K & A: Ja. M: Liever bekend worden binnen het wereldje van mensen die er iets van kennen op muzikaal vlak, dan bij mijn fans. Ik heb liever dat mijn fans zeggen: “wauw, wat een goede muziek”, dan “wauw, wat is die M knap”. So: Je wilt dat ze je appreciëren voor je muziek, ja. B: Het probleem is, dat als je zelf vind dat je supergoed bent in iets, maar niemand apprecieert het, dan ga je ook denken “wat ben ik aan het doen?”. K: Ja, maar, M, je moet eerlijk zijn, als je bekend wil worden met je muziek is dat omdat je daarvan kan leven, mensen appreciëren dat, mensen vinden dat goed”. A: Maar dat is voldoening krijgen in je werk hé, door beroemd te zijn. Da‟s een ander doel als “bekend worden om bekend te worden” en zoals jij zei, echt bekend willen worden om iets wat je graag doet. K: En ook omdat je dan meer kansen krijgt, bijvoorbeeld op pukkelpop spelen. M: Ik zou liever bekend willen worden met mijn muziek en ervan te kunnen overleven, dan net niet bekend genoeg worden en daardoor muziek te moeten opgeven.Dan heb ik liever dat je mij die bekendheid geeft, iets meer, en dan kan ik wel mijn ding doen. A: Maar zou je bijvoorbeeld dan ook zo ver gaan van, als je vader een bekende muzikant is, jij dus ook bekend bent en je meteen overal mag gaan spelen? Sa: Och A, jij hebt gewoon iets tegen Jean-Jacques De Gucht! M: Nee, maar ik snap dat, want ik heb ook iets tegen Freaky Age, die in dat geval ook zitten. Dat is de papa die daar heel veel connecties heeft, die zit in dat milieu. Ik heb liever dat iedereen mij respecteert omdat ik bekend ben in dat milieu, dan dan ze mij kennen omdat ik “de zoon ben van”. Mijn fans moeten mij daarvoor ook niet persoonlijk kennen. K: Zoals Britney Spears een supergrote fanbase heeft, maar in de echte wereld respecteert niemand haar? Is het dat wat je bedoelt? M: Ja, en niemand weet basically gezien wie dat de muziek maakt. M: Groepen zoals de Beatles, Rolling Stones, .. vandaag de dag bestaat dat niet meer. Er zijn weinig groepen die zo‟n status verworven hebben. K: Zoals Marilyn Monroe, vandaag de dag heb je duizend playboymodellen. SA: Een Elvis gaan wij niet hebben over 60 jaar. K: Michael Jackson is voor ons zelfs al eeuwen geleden. A: Er is ook een overaanbod, vroeger waren er een paar groepen en je kocht die cd en dat was heilig. K: En echt iedereen had diezelfde cd! A: Maar nu download je die cd‟s van internet en je neemt er meteen de volgende bij. K: Zet TMF op en ik zou totaal niet weten wie iedereen is. M: Dat is ooktypisch de „myspace-generatie‟ die een overaanbod geeft van muziek en van mensen die willen bekend worden. K: Wel, ik zeg het, zet nu TMF op en ik durf wedden dat je maar van de helft van de liedjes of mensen kan zeggen
| 94
“ah ik ken die”. En van al de rest denk ik “amai, ik wist niet eens dat die bestond”. M: Zeker als je eens twee weken op vakantie bent geweest, dan heb je echt het gevoel “wie is dat allemaal, ik ken daar niemand meer van”. (zijn het allemaal eens) A: Of soms herken je wel de liedjes, maar de mens erachter helemaal niet. En wanneer het liedje gedaan is zeggen ze dan „dit was van deze artiest‟ en dan ken je die wel van een ander liedje. M: Maar het gaat gewoon te snel eigenlijk om allemaal te volgen. B: De „goeie‟ onderscheiden zich pas van de „slechte‟ na verloop van tijd. Als er meer tijd overgaat dan zie je wel het verschil. Maar misschien was dat vroeger ook wel zo. M: Juist daarmee dat het ook moeilijker is. Alé, een tijdje geleden bracht je één liedje uit en dat pakt en gaat voor lange tijd mee. En nu, door het overaanbod, is het vooral belangrijk om op lange termijn er te staan. Er komen en gaan zovéél groepjes, het is veel moeilijker om op lange termijn te blijven werken. Je moet je veel meer bewijzen. A: Je moet veel meer presteren om er te blijven. K: Ik denk wel dat dit vooral geldt voor bepaalde groepen. Voor politici iets minder bijvoorbeeld. Maar vooral voor acteurs en zangers. A: Politiek is ook een veel langer proces. Je breekt niet ineens door in politiek, die mensen zijn meestal al 10 jaar bezig. K: Het is ook veel intellectueler. M: Je begint bij gemeentepolitiek en dan klim je geleidelijk aan op. K: Je hebt inderdaad de Britney Spears-en van vandaag die hitjes produceren en fans die daar dan achter lopen. Het ene moment vinden ze dit goed en het andere moment dat. En dan heb je de groepen die een deftige fanbase hebben, zoals bijvoorbeeld Dire Straits. Die zijn al wat ouder, maar toch. SO: Red Hot Chili Peppers zijn ook al 10 jaar bezig. K: Ja, en Metallica! En Foo Fighters. Alé, er zijn zovéél groepen. Die zijn ook allemaal al een tijdje bezig maar die hebben wel een fanbase die blijft. SO: Maar dat ga je misschien over 20 jaar dan wel zien, diegene die echt „blijven‟. A: Inderdaad, maar dat is wat B zei, de goeie onderscheiden zich op termijn van de slechten. SO: Maar zoals „Sum41‟ bijvoorbeeld, die zijn héél even bekend geweest en hebben festivals platgespeeld en nu hoor je daar niks meer van. M: Ja, da‟s waar, maar t‟is moeilijk omdat je je op die lange termijn meer moet onderscheiden dan vroeger. Door al die nieuwe bandjes die op korte termijn vanalles doen, moet je als artiest veel meer bewijzen en bijna élk jaar een cd uitbrengen om nog mee te zijn. K: Het tempo ligt veel hoger. M: Inderdaad. Vooral voor de muziek dan. En film ook. B: Ik weet niet of het tempo hoger ligt hoor. Als je ziet hoeveel muziek de Beatles gemaakt hebben... Mattheiu : Dat is dan ook één van de beste groepen die er ooit bestaan heeft. A: En die touren ook niet, de Beatles hebben gewoon héél veel muziek gemaakt, maar de groepen nu gaan héél veel op tournee. M: Maar de Beatles waren ook een beetje gefreakt door muziek maken. Die zaten heel veel in de studio. Alé, de term „stereo‟ hebben die gewoon uitgevonden. Maar daardoor wordt je dan ook geniaal en wordt je ook bekend. (iedereen is instemmend) Sara: Denken jullie dat de komst van reality tv veel veranderd heeft? K: Ja, vooral voor die instant-dingen. A: Veel eendagsvliegen, mensen die twee dagen bekend zijn en waarvan je daarna niets meer hoort. M : Hun 15 minutes of fame. K : En nu werken die waarschijnlijk terug allemaal in hun kapsalon of bakkerij. A : Ik denk niet dat er velen daarvan gelukkiger geworden zijn. B : Of in hun garage als vertegenwoordiger, hoeveel zijn er zo niet? M : Ja, die beginnen vaak als verkoopsvertegenwoordiger in een klein bedrijf omdat hun „bekende kop‟ nog ergens blijft hangen. Nee, reality tv mogen ze voor mijn part gerust afschaffen. K : Bwaaa t‟is soms nog wel grappig. A: Of „Komen Eten‟, dat zijn mensen die in hun leven maar één keer op tv komen. Die mensen zijn zo hilarisch. M : Dat vind ik net het probleem, je begint ernaar te kijken omdat er niks deftig op tv is. A : Het is eigenlijk pure uitlachtelevisie. M : Ja, maar moest er een beter aanbod op tv zijn, zou je daar naar kijken en anders gewoon je tv uitzetten en iets anders gaan doen. K : Maar dat ligt ook aan jezelf hé.
| 95
Sara : Zou je zelf ooit meedoen aan een reality show? M: Neen. K : Neen. Maar je hebt er ook nog wel coole, hoe ze een band samenstellen en vervolgens volgen als ze op tournee gaan. B : Maar dat is dan meer documentaire-achtig. A: Documentaires zijn ook reality uiteindelijk. M: Mmm, een documentaire is meer informatief, er zit meer informatie achter. A: Dat is waar. K : Maar als ze een evenement opstarten en dat dan filmen, dat is ook reality en dat is dan totaal geen uitlachtelevisie. SO : Maar zoals „de Pfaffs‟ bijvoorbeeld, hoeveel reality is dat nog? Dat is meestal toch allemaal in scène gezet. B : Nee, dat is geen echte reality. A : Dat kan niet dat dat echt is. (lacht) B : Maar „Man bijt hond‟ is ook reality en dat is echt fantastisch. A : Vroeger was dat echt goed, maar nu is dat zo onnozel geworden, die hebben nog drie of vier items en dat gaat echt over niks. B : Dat is juist het geniale ervan. M : Daar zit nog iets meer artistieke invloed in van tv-maken. K : Je gaat die mensen nooit uitlachen. A : Komaan, je lacht ze wél uit. K : Maar het blijft sympathiek, dat is het mooie eraan. M : Ze spelen met die grens. K : Natuurlijk lach je met die mensen, maar na een tijd denk je ook, wat hebben die oudere mensen daar nu aan? M : Ik vind het geen platte reality tv, ze gaan altijd net dat tikkeltje anders doen. Bijvoorbeeld het item met de valies. Ze zetten ergens een valies en die valies praat tegen de mensen. En dan zie je die mensen daarop reageren. Dat is héél creatief vind ik. K: En na „Man bijt hond‟ ga je altijd voelen „dat was wel charmant eigenlijk‟, je gaat nooit denken „wat voor iets belachelijk was dat nu‟. A: Voor mij is dat programma kapot gegaan toen Martin Heylen (die daar veel aan mee werkt) in een interview zei : “de sterkte van het programma is dat we de mensen altijd in hun waardigheid laten.” Komaan, als je sommige dingen ziet, dat is gewoon puur mensen uitlachen. Dat kan toch niet anders. Die mensen weten vaak niet beter. M : Dat is het hem juist, die mensen weten niet beter. En meestal zijn het van die oudere koppels die ze in hun huis aan het filmen zijn en volgens mij zijn die echt wel blij dat ze eens op tv komen en dat er aandacht aan hen wordt geschonken. A: Natuurlijk, dat is een evenement voor hen. Maar het punt is, dat is „In de gloria‟ he. Bij mensen thuis binnenvallen en filmen. M : Maar is het niet omdat je „In de gloria‟ kent, dat je vindt dat „Man bijt hond‟ ook zo is? K : Het is niet zo fars als „In de gloria‟ hoor, echt niet. A : Maar als je ziet, de mensen die het maken... Er zit een item in over „jodelen‟ bijvoorbeeld. Wat doet „Man bijt hond‟ dan? Ze zoeken 27 jodelaars en ze laten die optreden in hun pakje, allemaal op een rij. Je weet sowieso, dat hebben die mensen niet uit zichzelf aangetrokken. B: Ja, dat is wel waar. K: Natuurlijk, maar die mensen voelen zich niet gegeneerd. SA: Die mensen zelf gaan daar geen negatief gevoel aan overhouden. A : Zelf niet nee. SA : Wel, dan heb je ze toch in hun waarde gelaten? A : Ja, op die manier... M : Als ze bij mij thuis een programma komen maken over drummers, en die regisseur zegt „doe eens een trukje met je drumstokken‟, en ik doe dat, gaat iedereen dat misschien belachelijk vinden wanneer ze dat zien op tv. Maar ik zelf ga mij zalig voelen omdat ik een trukje op tv gedaan heb. K : Ja t‟is dat, of zo van die zangers die in hun living staan en zeggen hoe ze hun microfoon vasthouden. A : Dat is op zich eigenlijk al belachelijk. M: Maar „Man bijt hond‟ gaat daar niets meer aan veranderen, moest die persoon nu hier staan of die komt op tv, dat blijft net hetzelfde. A: Maar dan stelt zich de vraag, moeten we dat wel zien? B: Het ding is wel, die mensen blijven geaprecieerd in hun eigen omgeving. Die oudere mensen vinden dat niet grappig dat er een oudere persoon (volgens onze generatie dan) onzin zit uit te kramen op tv. En als er dan een „gabber‟ op tv komt en die doet een dansje, dan denken die evengoed „Wat voor een gek is dat nu weer?‟. En de
| 96
gabbers die er naar kijken, denken dan weer net „Waauw, mega cool wat die gast doet‟. M: Daarmee, daarom vind ik „Man bijt hond‟ interessanter en creatiever dan echte reality tv. Ze hebben er een extra aspect in gebracht , de normale „hippe, jeugdige‟ mens gaat het misschien allemaal wat belachelijk vinden, maar de mensen zelf die gefilmd worden die gaan nog altijd in hun waardigheid gelaten worden. Dat is juist een geniaal aspect aan het programma. K : Neem nu de patiënten van mijn mama haar dokterspraktijk, daar komt constant volk binnen die zo in „Man bijt hond‟ zouden kunnen. Bijvoorbeeld een patiënt die binnen komt voor een vaccinatie en vraagt „Hebt ge geen cognacske voor mij?‟ Maar ik bedoel, die mensen bestaan dus echt en ik denk dat de mensen die naar „Man bijt hond‟ kijken daardoor ook beseffen hoeveel mensen die echt zo‟n rare hobby‟s hebben. A: Zoals „Afrit 9‟ eigenlijk vroeger. Maar dan korter. En slechter. M : Korte termijn weer he, al die eendagsvliegen... Sare : Tot zover reality tv. Denken jullie dat internet veel veranderd heeft? K : Ja, de beschikbaarheid vooral. A : Het aanbod is veel groter. Sara: Zoals youtube, myspace, facebook? M : Het valt gewoon te zien of dat gaat blijven, natuurlijk. So: Als voor ons een bekende… „k Zeg maar iets. M: Het hangt ervan af of dat dat een hype is of niet. K: Maar jawel hé, het laatste nieuws online, Paris Hilton… A: Het heeft gewoon de wereld veranderd. Ik denk niet meer dat de wereld zonder internet kan. M: Het hangt ervan af of ze binnen vijf of tien jaar Facebook nog gaan gebruiken, of is dat volledig vergeten? A: Facebook zou kunnen vergeten zijn, maar internet op zich niet. M: Nee, internet niet, maar die connectiesites; waarmee je vriendjes maakt… K: Dan komt er gewoon wel een ander! M: Ja, want al die sites, je maakt vriendjes aan, maar gaat dat nog blijven? K: Nee, tuurlijk niet, maar dan komt er een andere, en terug een andere… So: Het komt meer en meer op hé. M: Ik denk dat niet. Ik denk dat Facebook ergens geniaal genoeg geweest is om te blijven. K: Maar het gaat nog altijd over celebrities, over hun invloed op internet. A: Ja, want je krijgt steeds meer input van al die celebrities. Je kijkt naar hln.be en je weet het allemaal. So: En je hebt twitter enzo ook hé. M: Wat is dat die twitter? K: Dat is zo van “ik vertel u wat ik nu aan het doen ben!” A: Ja, en al die celebrity‟s spuien hun mening daarop. M: Maar, dan heeft het toch al bijgedragen. So: Ja, tuurlijk. Sara: Kunnen jullie ook nadelen vinden? K: Ja, veel. M: Ja, bijvoorbeeld het grootste probleem bij Facebook is hun privacybeleid hé. So: Maar dan nog, je kiest nog altijd zelf wat je erop zet hé. A: Da‟s wel waar. M: Ja, maar zoals een tijdje geleden, met Frank Deboosere… A: Iemand had gewoon een profiel voor hem aangemaakt, ja! M: Ja! En dat was echt gewoon een foto van Frank Deboosere, zijn naam, en hopla. En Frank Deboosere zelf kan daar niks aan doen. Maar ondertussen is er wel iemand die onzin verkoopt in zijn naam! A: En als celebrity heb je dat sneller voor dan als gewone mens. M: Jajaja! B: Zo op de variant van Facebook, maar dan die van Google, daar was een valse account van F1 rijder Baricello ofzo, en die hebben 250 miljoen moeten betalen… So en Sa: Wooow. B: Ja, dat was echt een gigantische schadevergoeding. M: Maar da‟s dan weer goed dat ze die gepakt hebben, en dat hij dat heeft moeten betalen… B: Nee nee, Google heeft dat moeten betalen! A: Maar hoe kunnen ze dat controleren? Je kan dat toch moeilijk controleren? M: Nee, maar in principe zou het moeten hé. Google is een bedrijf dat draait op een omzet van in de miljarden. B: Ja, ze moeten er maar iets op vinden hé. A: Dan moeten ze al beginnen met paspoorten enzo. Sa: Maar we hebben elektronische identiteitskaarten hé? A: Ja, en da‟s goed, want dan weten ze perfect wie erachter zit, maar dan kan je toch niet meer anoniem zijn op internet? Sa: Maar waarom zou je dat wel zijn? A: Nee, niet als je niets te verbergen hebt. Maar je moet toch ook nog anoniem kunnen rondlopen op straat.
| 97
K: Maar moeten sommige mensen niet een beetje tegen zichzelf beschermd worden? Bijvoorbeeld “Uitje met ons jacht” en de belastingen komen erachter, ik bedoel… A: Ja, maar da‟s gewoon stom. K: En zelfs die sterren ook, want hoeveel keer twitteren die niet met hun GSM? En ik kan mij goed inbeelden dat als je zat bent en je twittert iets heel genant... Dan heeft iedereen het gelezen! M: Ja, maar da‟s juist hé. Sara: En wat denken jullie van Susan Boyle? Die is ook bekend geworden via YouTube? A: Ja, maar die was eerst ook al bekend op tv hé, en dan op YouTube. M: Ja, maar je hebt er veel. Lily Allen is ook bekend geworden via MySpace. En uiteindelijk is dat de belangrijkste reden dat zoiets bestaat hé, om zo iemand als Lily Allen daarna op Werchter te bombarderen. Da‟s de enige reden. En daarnaast zijn er natuurlijk al die negatieve effecten. A: Ja, maar das “MySpace”. K: Bij MySpace heb je nu niet direct een negatief effect. Je zet gewoon muziek online. Plagiaat is natuurlijk wel een nadeel, maar zolang je aangesloten bent bij Sabam moet je daar ook niet voor vrezen. M: Maar het negatieve effect voor een muzikant is ook dat er miljoenen andere muzikanten zijn die bekend proberen worden. A: De concurrentie is ook veel groter. K: Maar da‟s wel goed, want logisch gezien zou je dan betere muziek moeten krijgen. M: Ja, de goeie muziek wordt er uit gefilterd. A: Ja voila, en dan krijgen sommige mensen ook een kans die nooit de stap naar een platenfirma zouden durven zetten. De drempel om het te doen is kleiner, en da‟s misschien niet zo slecht voor de creativiteit. B: Maar waarom moeten we dan al zo lang Madonna horen? Gewoon omdat zij bepaalde mensen kent die ervoor zorgen dat zij altijd op tv komt. K: En ik vind die muziek écht niet goed hé. A: Madonna is dan nog een van de mensen die vernieuwt en zelf nieuwe dingen brengt. So: Zo zijn er weinig. A: Ja, je hebt er veel die omdat ze mensen kennen, opeens de beste muziek zouden maken. B: Ja. Sara: Denken jullie dat er door internet en reality tv opeens heel veel mensen bekend kunnen worden en dat dat dan eerder een nadeel is? So: Ja, maar dan nog. Je hebt de eendagsvliegen die na een dag vergeten zijn, maar je hebt ook de mensen die echt iets goed hebben gedaan en dan blijven hé. Ik denk dat je ze dan wel kunt onderscheiden. A: Ik denk dat er vooral veel tijd inkruipt daardoor. Vroeger was er waarschijnlijk een selectie door mensen die er verstand van hadden, en de goeie groepen en acteurs eruit haalden. Het voordeel is dat je het allemaal zelf kan ontdekken, maar het nadeel is dan dat er heel veel tijd inkruipt om te vinden wie jij goed vindt of niet. M: Wat dat ik spijtig vind is dat die persoonlijke touch, persoonlijke relatie verdwijnt met internet. Je hebt internet en al die toestanden, je gaat nooit… Er kan hier een groep optreden in je eigen dorp en je kan het optreden al op internet gezien hebben. Er verdwijnt een relatie, en daarom vraag ik mij af of dat nog gaat voortduren. Want hoe lang is dat, dat dat al bestaat die toestanden? Toch niet zolang? Een jaar of tien, maximum? Wij zijn daar mee opgegroeid, maar het zou kunnen dat we terugkeren naar een andere situatie. So: Ja, want alles staat op internet, alles is toegankelijk. Sara: Ik heb daarnet gezegd dat er drie spelers belangrijk waren: het publiek de bekende persoon zelf en de celebrity. Wie van de drie denken jullie nu dat de grootste rol speelt? K: Media, sowieso. Media selecteren ook wat ze willen berichtgeven in het nieuws. M: Ik denk dat we snel “media” zouden zeggen, maar… K: De media selecteert wat gij te weten komt over de wereld. A: De media kiest wat het publiek ziet, en dan moet het publiek kiezen of het dat goed vindt. Maar als ze maar genoeg duwen, dan lukt dat altijd. B: Maar wat bedoel je met de media? Want media zijn journalisten, maar het internet is ook een medium? M: Ja, maar op internet ga je uiteindelijk zelf zoeken wat je leuk vindt hé. B: Maar het blijft wel een medium hé. A: Je hebt wel websites waar bepaalde dingen op verschijnen. Je gaat eerder naar een nieuwssite gaan om te kijken wat er gebeurd is dan dat je zelf Youtube gaat beginnen afschuimen. M: Jaja, da‟s waar. Maar ik denk dat dat ook een beetje de domheid van de mensen is hé. Moesten wij slim genoeg zijn om verder te gaan zoeken… A: Luiheid. K&So: Luiheid. B: Het is ook niet te doen, als je op internet moet beginnen zoeken. So: Dan ben je lang bezig denk ik. A: Mensen die daar professioneel mee bezig zijn, die kunnen daar wel hun tijd insteken, die worden ervoor betaald om dat te doen. So: Het is wel zo dat dat vaak gefilterd wordt door journalisten enzo. Sara: Een slotvraagje. Hoe zien jullie bekendheid evolueren in de toekomst?
| 98
A: Ik denk dat het vluchtiger wordt. Behalve voor de happy few die dan kunnen blijven. Ik denk dat er nog heel veel gaan bijkomen, die maar kort bekend zijn. En dan maar een paar die echt blijven. M: Maar misschien is dat eigenlijk al gebeurd… A: Misschien is dat eigenlijk al 100 jaar zo, maar weten wij dat gewoon niet. B: Het zou kunnen dat het ook veel minder belangrijk gaat worden ook. K: Dat de mensen verzadigd gaan geraken. A: Omdat iedereen bekend is dan. M: Ik denk dat dat proces al gestart is met het internet juist. Wij zijn volgens mij de eerste generatie, de internetMySpacegeneratie, Facebook enzo. Dus wij zitten daar echt middenin, als eerste generatie. Iedereen is het eens. K: Ja, want je beseft ook van, als je vier dagen je pc niet hebt aangezet, dat je dat eigenlijk ook niet mist. M: Eergisteren kreeg ik nog de opmerking van iemand op mijn kot: “amai gij kijkt ook nooit naar u facebook, gij hebt 25 ongelezen berichten”. Ik dacht bij mezelf van “Ja sorry, maar Facebook is niet mijn grote baas ofzo…”. Dat wordt zo‟n beetje bekeken als “je moet dat lezen, je moet antwoorden”. K: Ik heb zoiets van: ik heb mijn gsm, bel mij als je mij nodig hebt! So: Ja, maar met GSM‟s ook hé… Je bent overal bereikbaar nu. K: Ja, maar da‟s irritant. Sara: Sa, wat denk jij? Sa: Ik denk: er zijn veel celebrity‟s bijgekomen, er gaan er nog veel meer bijkomen. Maar ik denk dat mensen zelf een onderscheid zullen maken, van A-list, B-list, Z-list… Ze gaan zelf uitmaken wie ze goed vinden ofniet. Je ziet dat nu al. Dat gaat gewoon nog meer worden, en die Z-listers die blijven gewoon vanachter, voilà. A: Wat ik nog wou zeggen… Ik denk dat als je vroeger naar een concert van The Beatles ging, daar enorm veel groupies waren, dat die bijna niet konden spelen omdat er teveel gejoel was en gedoe daarrond. Daardoor zijn ze dat ook kotsbeu geworden. Maar ik denk dat dat nu minder is, dat mensen minder impressed gaan zijn door de celebrity, je vindt dat niet meer zo bijzonder. “Ahja, je bent bekend,so what?”. M: Iedereen kent wel iemand die bekend is, ja. A: Die mensen zijn ook benaderbaarder hé. Sa: Ja. So: Ja, menselijker ook. A: Die hebben niet meer die idool-status van vroeger. Da‟s minder belangrijk geworden. Maar da‟s met alles zo. Want vroeger, een politie-agent, dat was ook zo “wauw!”. M: Ja, de agent van het dorp ja, en nu is dat zo… A: Ja, en meneer de leerkracht, en meneer de burgemeester… Nu heb ik zoiets van “jaja, ge zijt burgemeester, volgende keer kiezen we gewoon iemand anders man”. Ik denk dat mensen zich ook een beetje bewust worden van het feit dat zij mee kunnen bepalen wie bekend wordt, en dat die mensen ook een beetje van hun afhangen. Ik denk dat zorgt voor een evenwicht tussen het publiek en de bekende persoon. Sara: Oké, da‟s mooi om af te sluiten. Wil er iemand nog iets zeggen. (Nee). Oké, dan wil ik jullie allemaal héél hartelijk bedanken om mee te doen aan mijn onderzoek! FOCUSGROEPGESPREK 4 Sara: Hallo, ik ben dus Sara, ik doe een thesisonderzoek over bekende mensen. Ik doe daarvoor gesprekjes met mensen van verschillende leeftijden om dat dan te vergelijken. Het gaat ongeveer een uur tje tot anderhalf uur duren, dat hangt een beetje af van wat jullie zeggen. Voor we beginnen zou ik graag nog zeggen dat er géén foute antwoorden zijn, alleen maar verschillende meningen, en je zoveel mag zeggen als je wilt. Ik ga dit gesprekje opnemen op bandrecorder, maar alles wordt wel anoniem verwerkt. Oké? Hier de eerste vraag. Sara: Wie is jullie held? D: BV of internationaal? Sara: Iedereen, dit maakt echt niet uit. R: Ché Guevara, Herman Brusselmans en Alex Agnew. Sara: Anders doen we een tourtje? M: D is mijn held! D: Niet liegen hé M! Sara: Het kan ook zijn dat je geen held hebt, dat mag gerust. D: Mag dat ook een fictief persoon zijn? Sara: Natuurlijk. D: In het echt is het Herman Brusselmans, Al Capone en Tony Montana. D: Mijn held is mijn bompa. I: Ik weet dat eigenlijk niet. Volgens mij heb ik niet echt een held. S: Ik ga voor James Hetfield en Alain Danau. Sara: Oké, mooi. Welke kenmerken moet iemand hebben vooraleer je iemand een held zou noemen? Een paar karaktertrekken ofzo? S: Ik ga voor uitblinken in hetgeen wat hij doet, waarvoor hij zijn bekende status gekregen heeft. Dat hij daar echt het beste in is. Sara: Dus echt het beste zijn in wat hij doet?
| 99
S: Ja, ja. Sara: Is iedereen het daarmee eens? D: Ja, ik volg daar wel in. I, D, M: Ja. D: Ik vind, voordat je iemand als held gaat beschouwen, dat hij dan wel succesvol moet zijn, anders zou je hem geen held kunnen noemen. Hij moet wel een betekenis hebben in het leven. Het moet iemand zijn dat een impact nalaat op ons dan, zodat wij die persoon als held gaan beschouwen. D: Dat is mooi gezegd, D. M: Ik vind dat ook. S: Ja, ze moeten ergens een verschil gemaakt hebben ooit. R: Ja, en vrij maatschappijkritisch zijn ook wel. Voor mij toch. Sara: En waarom juist maatschappijkritisch? R: Omdat ik vind dat onze maatschappij rot in elkaar zit. Als er dan iemand zich daartegen durft verzetten, vind ik dat zeer positief. Sara: Wie is jullie favoriete bekende persoon? Dat kan dezelfde zijn als daarnet, of iemand anders, maar het verschil is dat hij nu echt bekend moet zijn. D: Wat bedoel je juist met bekend? Sara: Bijvoorbeeld: D haar bompa is niet bekend. S: Dus eigenlijk iemand dat internationaal of nationaal status heeft? R: Ik blijf bij Ché Guevara dan. I: Kanye West. S: Ik blijf bij James Hetfield en Alain Danau. D: Ik vind echt niemand. M: Ik ook niet! I: Allez, Johnny Depp! D: Ja maar ja, Johnny Depp, ja… Maar moet dat niet zo‟n beetje dezelfde betekenis zijn als mijn held? Zoals mijn bompa? Nee? Dan Johnny Depp, ja. M: Voor mij Hillary Duff. Ik vind dat een goeie actrice. D: Ik blijf bij Al Capone. R: Illegale drank. D: Nee, echt waar, dat is daar niet voor. Dat is iemand die succesvol is geworden op z‟n eigen. Zijn eigen leven moeten opbouwen zonder eigenlijk een duw in de rug gekregen te hebben. En dan toch nog opkomen voor zichzelf, tegen de overheid, door die drankstop. Sara: En wat zijn dan de kenmerken van jullie bekende persoon? Zijn dat dezelfde als die van een held of niet? R: Ik blijf eigenlijk bij mijn standpunt van daarjuist. S: Ja, ik ook. M: Ja, Hillary Duff is een goeie actrice, en een mooi meisje. Ze kan dan nog eens goed zingen ook. Ik vind dat een toffe om naar te kijken en te luisteren. D: En ze blijft zichzelf ook. ‟t Is niet dat ze zichzelf gaan veranderen. M: Ja, dat weet ik nu niet direct. Op tv gaan ze zich sowieso anders voordoen dan ze in het echt zijn. D: Maar niet iedereen toch? Sara: Wat denken jullie dat het grootste verschil is tussen de twee? Tussen een held en iemand bekend? M: Oei, dat vind ik moeilijk om te antwoorden. D: Iemand dat een held is heeft iets betekend in het leven, heeft een bepaalde prestatie geleverd. Terwijl een bekend iemand, die kan bekend zijn gewoon omdat hij tien keer op tv is gekomen. Iedereen kent die dan, maar wat is kennen? R: Kijk maar naar Betty bijvoorbeeld. Die is ook bekend, maar die heeft ook niet echt iets bijgedragen. D: En een held gaat langer bijblijven als iemand bekend. Je gaat die meer missen als iemand bekend. M: U held is u ook meer dierbaar hé. D: Bij iemand bekend is het toch weer “fifteen minutes of fame”, of hoe gaat dat spreekwoord weer. Bij een held, zoals bij mij, die is dan al wel gestorven, maar je blijft die wel kennen zogezegd. S: Da‟s meestal bij helden. Mensen die als helden worden aanzien, zijn meestal al dood. Sara: Zoals met Ché Guevara ook dan? R: Ja inderdaad. Of kijk naar Gandhi bijvoorbeeld. Of Martin Luther King. D: Bwa, als je ziet, Obama, die wordt toch als held beschouwd nu. M: Je moet daarvoor dus niet speciaal dood zijn hé. D: Hij heeft de Nobelprijs van de vrede gekregen en toch is hij nu wel de oorlogspresident. Ten opzichte van zijn voorganger is dat dan ook wel tegenstrijdig. R: Het is Amerika voor iets hé. S: Die prijs is niet uitgereikt door Amerikanen hé. Ik denk dat dat voor hem vooral een duwtje in zijn rug was. Zo van: “ Doe er iets mee”. Zie dat je het kan waarmaken, je hebt nog drie jaar en een klets. D: Goh ja, maar ik denk dat je moeilijk zo snel 100 soldaten terug gaat kunnen halen, als het er nog zoveel zijn. En dan alles overlaten aan de Afghaanse autoriteiten, dat zou mij toch ook wel verbazen. S: Nee, dat kan hij niet doen.
| 100
Sara: Vanaf nu gaan de vragen niet meer over jullie helden, maar enkel over bekende mensen. Vinden jullie het dan belangrijk dat iemand bekend echt iets belangrijks gedaan heeft in zijn leven? Om bekend genoemd te worden? R: Ja, zeker en vast wel. Stom voorbeeld misschien, maar je kan Mickey Mouse ook bekend noemen. Maar die heeft niet echt iets bijgedragen bij ieder van ons, of aan bepaalde delen van de samenleving. I: Ik vind van wel. Mickey Mouse, Walt Disney, dat is toch een pionier geweest in tekenfilms. D: Maar dan moeten we het hebben over Walt Disney en niet over Mickey Mouse hé. M: Maar Mickey Mouse, misschien zijn er wel veel kleine kindjes dat daar naar opkijken? I: Ja, voilà. M: Die willen dan hun Mickey Mouse knuffel bij zich houden. D: Ik denk dat er ook wel een verschil is in held tussen verschillende genres mensen. Je hebt een held in het negatieve trekken, of in het positieve. Als je in de gevangenis opgesloten zit, en je ziet daar één leider opkomen tegen de directie, zoals in Leuven is gebeurd, wordt die binnen de gevangenis ook als held beschouwd. Terwijl dat dat voor ons niet echt een held is. R: Kijk maar naar Hitler en neonazi‟s. D: Voilà. R: Da‟s toch ook een vrij negatieve betekenis, maar voor die mannen was dat wel een held. Sara: Wat denk jij, D. D: Ik denk dat het niet echt belangrijk is dat je iets belangrijk gedaan moet hebben om bekend te worden. Soms gebeurt dat ook toevallig, hé. M: Ja. Of word je bekend door andere, hoge personen. D: Of word je bekend door stommiteiten. M: Kijk maar naar die mens daar van de reclame van So you think you can dance. D: Ja, hoe noemt hij weer? George of Gust? M: Ja, door melk worden u beenderen sterk en daardoor kwam die altijd op reclame, daardoor werd hij eigenlijk bekend. I: Die reclame van melk? Aaaah! M: Ja, die oude mens heeft heel zijn leven melk gedronken, daarom dat hij nog zo goed kan dansen, in reclamefilmpjes voorkomt en daardoor is hij nu bekend geworden. Sara: Dat wist ik nog niet. Hoe belangrijk vinden jullie het privéleven van iemand bekend. D: Over relaties en drugspRlemen enzo? M: Ik moet dat eigenlijk allemaal niet weten. Waarom zou je dat moeten weten? Als dat in de boekjes staat, hoeveel is daar dan van waar? D: Ik vind dat wel interessant om te weten eigenlijk. M: Maar wat is er van waar, dat vraag ik mij af. D: “Waar, waar”, pff. Het is toch gewoon interessant om te weten? I: Leuk om te lezen. D: Ja, leuk om te lezen. S: En het bepaalt mee je heldenstatus. Een zogezegde “held” die thuis zijn vrouw aframmelt gaat die status nooit niet krijgen. D: Awel ja, dat bedoel ik met die gevangenis van daarjuist: je hebt een held in positieve en negatieve zin. De media is dan ook wel belangrijk. S: Die kan met iets wat hij doet het verschil maken, maar hij kan ‟s avonds thuiskomen, dat komt in de Story, dan ja… M: Neen, maar dan vind ik het geen held meer. D: Daarom is het belangrijk hé, dat je dat weet. M: Maar bijvoorbeeld Britney Spears, ze heeft haar haar afgeschoren en weet-ik-wat-nog-allemaal… I: Maar ze staat er wel terug hé. D: Ja, ze is wel terug. M: Ja, maar hoeveel is ervan waar? Allez, het was “daarom” dat ze het had gedaan, “daarom” en “daarom”… Maar de echte reden weet je uiteindelijk niet hé. D: Helden gaan, helden komen, maar ze komen ook terug hé. I: Ahja, sommigen leven nog altijd, zoals Elvis. D: En Tupac. M: Michael Jackson, hoeveel keer is die nu al begraven? Iedereen: Gelach. D: Ja, ook al een paar keer. Fabiola die zou al vier of zes keer begraven moeten zijn als je alle roddels moet geloven. Sara: Hoe belangrijk vinden jullie de mens achter iemand bekend? Dus zijn persoonlijkheid? M: Ik vind dat wel belangrijk. D: Is dat niet hetzelfde als daarjuist? Sara: Nu gaat het over wie hij “echt” is. M: Nee hé. D: Zoals zijn privéleven, dan kom je toch ook veel te weten over wie hij echt is? Zijn omgang met de mensen? M: Nee, neen.
| 101
R: Je kan een typetje hebben of je kan de persoon zelf hebben. Kijk maar naar Vlaamste tv, Matroesjka‟s bijvoorbeeld. Elke acteur speelt zijn type, maar je kan ook de persoon zelf hebben. D: Ah, oké. M: Of Piet Huysentruyt: dat is een enthousiaste, sympathieke vent op tv, maar als je die in het echt tegenkomt is hij anders. Zo‟n beetje achterbaks eigenlijk, iemand met een dikke nek. I: Ik vind dat wel tof om te horen, bijvoorbeeld Unicef denk ik dat het is, dat Angelina Jolie daar ambassadrice van is, of is geweest. En dat ze daar dan ook echt dingen voor doen, voor het maatschappelijk welzijn. D: Maar zou ze daar echt mee inzitten? I: Ja, ze doet daar toch wel vanalles voor, of deed, ik weet het niet. D: Nee maar, acteurs in het algemeen, zitten ze daar echt mee in, of zouden ze dat gewoon doen voor extra aandacht te krijgen? I: Ik denk het wel. Het valt ook wel op dat als er een of ander benefietconcert is, er een aantal namen zijn die er sowieso zijn. D: En die ook vaak terugkomen. S: En die dan soms, misschien al jaren, geen concert meer gespeeld hebben. D: Maar het is dan wel zo dat het sowieso meer gaat aanspreken naar de mensen toe, allez bij bekende mensen. ‟t Is een beetje een truc hé. I: Ik denk dat, als je daar als artiest niet achter staat, je dat ook niet gaat doen. Dat is wel tof dat er sommigen zijn die dat wél doen. S: De persoonlijkheid van die bekende mensen, hoe kom je daar eigenlijk achter? Dat is toch door die boekjes? Maar die staan zo ver weg van u, hoe kan je dat dan weten? Want ik zeg nu Alain Danau, dat is mijn held, ik heb die ook al persoonlijk ontmoet. Hij heeft het verschil gemaakt voor heel veel vissers. Hij is wereldwijd bekend, bij jullie niet misschien, want jullie houden je daar niet mee bezig. Maar als ik daar een persoonlijk gesprek mee heb, dan vind ik dat een eikel van een mens. Toch heeft die een heel groot verschil gemaakt. Maar qua persoonlijkheid is dat echt een eikel. Ik denk dat dat dus alleen maar teleurstellend kan zijn, als je die hun persoonlijkheid beter leert kennen. Sara: Dus je hebt liever dat er een beetje afstand is tussen jullie? S: Ja, voor mij wel. D: Ik denk dat, eens je meer te weten komt over je held, zeker als het iemand bekend is, je dan sowieso gaat denken van “Hmm, hij spreekt mij toch niet meer zo aan”. Dus ik denk dat veel mensen zich vasthouden aan het ideaalbeeld dat ze hebben over die persoon.
Sara: Ik ga een paar reden opnoemen waarom mensen beroemd zouden willen worden, en jullie zouden dan moeten zeggen wat jullie daarvan denken. De eerste reden is dat iemand bekend zou willen zijn omdat hij in het centrum van de belangstelling staat, en heel veel aandacht krijgt. S: Moeten we dan zeggen of dat een goeie manier is om bekend te zijn, of? Sara: Of dat een goeie reden is om bekend te willen zijn. I: Ik vind dat een goeie reden, ja. Als je perse in de spotlight wil staan, dan is dat wel dé manier ja. M: Als je dat niet wilt doen, dan kan je niet bekend worden. Als je zanger bent en je wilt zingen op een podium, en je staat daar helemaal verborgen, dan heb je ook geen présence hé. D: Ja, bekende mensen staan sowieso in de spotlight hé. D: Ik denk dat dat ervan afhant. Ik bedoel, je kan wel bekend worden om in de spotlights te staan, maar met welke reden? Wil je echt iets bereiken, een verschil maken? Of is het gewoon voor eigen baat? Dan vind ik dat langs de ene kant een slechte reden… Ik bedoel, als je in de spotlights wil staan, dan moet dat zijn met een bepaald reden: een goeie reden, en niet voor eigen portemonnee in feite. Sara: Wat vindt de rest daarvan? S: Ja, ik ben het eens met D. D: Plus, als je het dan voor eigen portemonnee doet, doe het dan met “iets”. Acteur zijn bijvoorbeeld, dat is ook hard werken. Simpel voorbeeld: Harry Potter. Ik weet, dat is onnozel, maar ik weet door de making of die ik gezien heb, dat die ook uren op zijn bezemsteel op een trampoline omhoog heeft gesprongen. Oké, dat is nu stom, maar die heeft er wel iets voor gedaan voor die film. Terwijl, zoals je zegt Betty, die lacht, en hopla. D: Ja, eens haar tetten laten zien in Big Brother… M: En vals zingen. D: Awel, maar die is bekend geworden door haar lach, die heeft eigenlijk niets bewezen. Of die doet er ook niks voor, ze heeft er niks voor gedaan. Terwijl die acteurs, die zijn vroeger ook vaak afgewezen geweest. Sara: Oké. En wat denken jullie van de reden omdat ze dan zouden kunnen beïnvloeden wat mensen denken of doen? Dus dat ze een zekere vorm van invloed hebben op hun mening? R: Ik denk dat dat ervan afhangt. Als je een positieve bijdrage wil leveren, is dat in mijn ogen goed, maar… Je kan je eigen mening pReren voor te leggen of op te dringen, maar het hangt er allemaal van af hoe dat dat geïnterpreteerd kan worden. Sara: Vinden jullie dat een goede reden om bekend te worden, zodat je mensen kan beïnvloeden? I: Dat hangt er vanaf denk ik. Als je iemand bent die echt wel een goed idee heeft, en je omgeving vindt dat ook een goed idee, en je wordt bekend. Dan kan je je idee meer globaal bekend maken… D: Martin Luther King. R: Adolf Hitler.
| 102
I: Da‟s géén goed voorbeeld. D: Die had ook één idee, R: Awel ja. D: Ik denk dat je vooral een goede redenaar moet zijn dan. Zoals Martin Luther King of Hitler, dat waren goede, grote, redenaars. De ene in positieve zin, de andere in negatieve zin. Maar zo door goed te spreken of speeches te kunnen houden, kan je het volk wel mee opslepen. En dan kan je jouw ideeën aan hen opleggen. Terwijl, je mag een goed idee hebben, maar je bent niet vlot van omgang, of bedeesd, dan gaat dat idee nooit tot uiting komen. M: Ik sluit mij daar bij aan. D: Ja. S: Ik vind dat een van de beste redenen om bekend te worden. Sara: Zou je dat zelf ook doen? S: Ik? Nee. Sara: Oké. Wat denken jullie dan van de reden omdat je dan eeuwig herinnerd wordt, en niemand je kan vergeten? Vinden jullie dat een goede reden om bekend te worden? S: Ik vind dat stom, want je wordt toch vergeten. D: Ja. M: Da‟s niet waar. D: Mmm, het hangt er misschien van af. Neem nu Hitler, niemand is die ooit vergeten. S: Nee oké, nú nog niet. D: Nu nog niet, maar over 200 jaar dan wel ofzo? Of binnen 50 jaar? R: Hij blijft wel bestaan in de geschiedenisboeken. M: Ja. D: Het is te zien welke rol je gespeeld hebt hé. M: Ja, prehistorie blijft ook bestaan hé, als je het zo stelt. D: Nee, het hangt er inderdaad van af met welke reden je het doet. Kijk naar Elvis Presley. Die is al 50 jaar dood, maar die staat nog altijd in de toptien van de best verkopende zangers. Dus zijn familie heeft daar nog altijd baat van hé. R: Ik denk dat je niet perse bekend moet zijn opdat mensen u niet zouden vergeten. Als je rond u vrienden goed geleefd hebt, dan gaan u vrienden of kennissen u wel blijven herinneren. Voor een klein tijdje weliswaar. S: Ik denk dat als je jong bent en je sterft, je sowieso lang blijft hangen. M: Omdat de mensen dan langer aan je gaan kunnen denken, omdat zij nog langer leven. I: Omdat het gewoon zonde is dat die dood is op jonge leeftijd. Zoals Heath Ledger. S: Wijlen Heath Ledger. I: Stop met dat “wijlen”! Sara: Wat denken jullie van de reden omdat je dan rijk bent en leeft in een glamourwereldje? M: Ik denk dat veel mensen wel aan geld denken. D: Maar langs de andere kant kan je de lotto winnen en dan ben je ook rijk, je moet daarvoor niet bekend worden. M: Of je kan het pikken en dan heb je ook geld, da‟s waar. Sara: Vinden jullie dat een goede reden om bekend te worden, “voor het geld”? R: Da‟s iedereen zijn persoonlijke willekeur denk ik. Als je echt veel geld wilt, en je denkt dat je dat gaat krijgen als je bekend bent, ja… D: En je kan bekend wórden, waarom niet dan. M: Ja. D: Ja. I: Ja. R: En inderdaad, als je de gave hebt om bekend te worden. M: Ik denk dat niemand dat zou tegenhouden D: Als je de capaciteiten hebt en je wilt veel geld verdienen, oké ja. R: Ik denk dat dat sowieso een bijreden is om bekend te worden. Iedereen wilt zo veel mogelijk geld en geluk. M: Maar hangt geld samen met geluk? D: Ja. S: Ja. Het draagt zeker en vast bij tot geluk. D: Jaja, sowieso. M: Ja, maar het zorgt er ook niet helemaal voor hé. S: Ik denk toch voor een vrij groot stuk wel ja. M: Ik weet het niet. D: Maar het is toch vaak zo dat de meeste groten beginnen van niks hé. En dan per ongeluk beroemd worden en veel geld verdienen, maar ze zijn er toch gelukkiger van geworden. Allez, Oprah Winfrey, die is begonnen van niks, ze komt uit een arm gezin… M: Beyoncé. D: Ze is bekend geworden met haar talkshows, en zie waar ze nu staat. Ze is de rijkste vrouw ter wereld ofzo. S: Maar op zich is het geen echt goede reden om bekend te willen worden. “ Hallo, ik wil veel geld verdienen, laat ik maar bekend worden!”. D: Nee oké, maar Oprah geeft wel veel weg toch hé. I: Ik denk dat het toch wel een belangrijke drijfveer is ja.
| 103
Sara: Voor van iemand onbekend iemand bekend te maken, zijn er drie belangrijke spelers: de media, het publiek en de bekende persoon zelf. Vanaf nu gaan de vragen over het publiek, dus over jullie. Ik zou graag willen weten of jullie zelf een beetje het nieuws over bekende mensen volgen? M: Nee. S: Nee. D: Ja. In het kader van het school natuurlijk hé. Momenteel onze premier, Herman Van Rompuy. Het verdrag van Lissabon, Obama. Voor die mensen. Sara: En de rest? Volgen jullie dat een beetje? Bijvoorbeeld in roddelboekjes, de Rode Loper, ik zeg maar iets… M: Nee. S: Er liggen bij mij in de coffee corner wel zo Dag Allemaals. Iedereen: Gelach. D: Ik wel. Ik vind dat altijd leuk om te lezen, wat ze allemaal hebben uitgespookt. D: Maar zou je het echt kopen? S: Zot! D: Euhm… Dat weet ik niet. D: Awel ja, ik denk dat veel mensen dat denken! Ik denk dat veel mensen zo‟n boekjes lezen als tijdverdrijf. M: Als ze zich vervelen. D: Ja voilà, als je je verveelt, of je echt zegt van “ik heb niks te doen”. Maar om er echt specifiek op zoek naar te gaan, da‟s denk ik te veel moeite. S: Maar op internet, doe je dat sowieso denk ik. Je leest een krant… D: En dan lees je daar ook over hé. S: Ja, en vandaag stond er in: “Rihanna draagt altijd sexy lingerie”. Allez, op dat moment lees je dat dan wel. D: En ze heeft veel cellulitis! I: Ja, dat zie je niet in de clip hé! En op foto‟s! S: Ja, maar dat waren paparazzifoto‟s dan waarschijnlijk. M, I, D: Ah ja! S: Die photoshoppen ze meestal niet hé. M: In welke krant stond dat? Ik wil dat ook wel is weten nu! D: R heeft het ook gezien. R: Ja, het zag er niet zo echt aantrekkelijk uit. S: Ze ziet er sowieso niet echt aantrekkelijk uit. M: Ze is lesbisch toch hé, nee? I: Maar nee! S: Ze laat zich afkloppen door James Brown, dus zo lesbisch zal ze wel niet zijn. Iedereen: Gelach. D: Chris Brown hé!!! M: Awel, dat stond in een roddelboekje, ik had dat gelezen dat ze lesbisch was. Ik weet dus nooit wat dat er waar is of niet. I: Dat kan wel hé. Misschien is ze lesbisch geworden door haar slechte ervaringen. M: Ik dacht dat ze lesbisch, allez voor de twee kanten was. D: Lindsey Lohan is lesbisch hé. M: Nee, die was toch voor de twee kanten? Ik ben er zeker van, ik heb dat gelezen. En ik dacht direct: dat is daarmee dat die haar haar altijd zo kort knipt. I en D: Gelach. M: Wat is er? Zijn jullie met mij aan het lachen? S: Ja. Sara: Hebben jullie ooit al iemand bekend gevolgd als ze een trend lanceren op vlak van mode? R: Walter van Beirendonck. Allez, niet gevolgd, maar wel zien volgen. En hoe noemt die andere kerel? Bikkembergs! Heb ik ook zien volgen. Zelf niet gedaan. Ik ben tegen trends-achtige dingen. S: Ik ook. I: Apple Bottoms. Dat is een merk van kledij van Nelly. Een rapper vroeger. D: Beckham. Qua haarstijl. En ik denk ook wel dat wij onbewust naar onze favoriete zangers of acteurs zien, om te kijken wat zij aanhebben.Dat we onbewust toch meer die richting gaan uitgaan. M: Iedereen zal wel iets dragen wat naar de richting gaat van de mode van bekende mensen, omdat bekende mensen meestal wel de nieuwste mode dragen. D: Ja, ze zijn de trendsetters hé. Sara: Maar volgen jullie het dan ook? D: Ik denk dat iedereen al wel eens een G-Shock gehad heeft toen hij jong was. (Niemand reageert) D: Nee? Een bepaald horloge? Bij ons in de lagere school was dat dé trend. I: Was dat dat ding dat piepte elk uur? I: Je had zo wel die rages hé. D: Ja, eerst brede broeken, nu zijn het terug smalle broeken. Dat is niet echt bekende mensen volgen. D: Dat hangt ook een beetje af van u leeftijd hé.
| 104
M: Ja dat denk ik ook. D: Als je in het lager zit, of in het middelbaar, denk ik dat je het meer belangrijk vindt dat je de trends volgt, om er toch zo wat bij te horen. Terwijl dat als ge verder studeert, of stopt en gewoon gaat werken, je meer je eigen ding kan doen. Ze gaan je sowieso respecteren en als “normaal” beschouwen. I: Da‟s niet altijd waar. S: Nee, bijvoorbeeld in je werkomgeving moet je je wel integreren. D: Nee oké, als je in overall moet werken, moet je daar niet toekomen in een chique kostuum. Maar ik denk écht trends volgen, dat je dat niet meer moet doen. Want je gaat sowieso mensen van andere culturen, mensen met andere meningen tegenkomen. Het is niet zo belangrijk om dat bepaald t-shirtje, of dat bepaald accessoire te dragen. Sara: Heb je ooit als eens de mening gevolgd van iemand bekend over iets dat gebeurd is in de actualiteit? Bijvoorbeeld Chris Dusauchoit die daar in Bulgarije dat weeshuis verdedigde. D: Niet gehoord. S: Stom voorbeeld eigenlijk. Daar was ik het niet mee eens. Maar ik denk wel dat je soms meningen volgt van bekende mensen.Ik denk dat dat automatisch gebeurd, er zijn altijd maar een beperkt aantal meningen. Je sluit je sowieso wel aan. Allez, je kan wel je eigen mening volgen, maar die zal sowieso al wel ergens bij een mening aansluiten. Sara: En is dat bijvoorbeeld ook zo met je poltieke overtuiging? Op wie dat je gaat stemmen? Laat je je daardoor beïnvloeden door bekende mensen? D: Goh, ik denk dat dat veel afhangt van, zoals S zegt, het moment waarop je iemand bekend zijn mening hoort zeggen. Als ik nu zo over iemand hoor spreken van “die heeft zoveel kinderen verkracht”. Of die Oostenrijker daar, Fritzl, “geef die de doodstraf”. Moest iemand op dat moment aan mij vragen van: “vind je dat goed?”. Ik zou direct ja zeggen. Hoor je dan de andere kant van het verhaal, bijvoorbeeld Dead Man Walking, dat gaat over iemand die twee kinderen heeft vermoord, dan zie je het door de ogen van de dader, van hoe dat die daar naartoe leeft. Dan zou je denken van: “toch maar niet”. En toch dan kiezen voor levenslange opsluiting. S: Maar dan kan je u beter voorstellen, hoe dat dat allemaal zit. D: Dat bedoel ik hé, dat veel afhangt van het moment waarop dat je de mening hoort. Ik denk dat het moeilijk is, ik denk dat je pas echt een mening kan vormen als je eerst de pro‟s en contra‟s afweegt en dan het voor u eigen moet uitmaken. Dan kan je pas beslissen in welke richting je meegaat. S: Je hebt daar niet altijd de kans voor. D: Daarmee dat het moment, en de middelen die je hebt, een rol spelen. Sara: En volgen jullie dat op vlak van religie? D: Oei nee, juist hetzelfde als daarnet: ik denk dat iedereen dat voor zijn eigen moet uitmaken. M: Ik denk dat ook, ja. S: Ik in ieder geval ook niet. D, R, I: Nee. Sara: Oké dan. Zouden jullie zelf graag bekend willen worden? D: Hangt van de reden af denk ik. Willen wij iets bereiken in ons leven? S: Ik sta elke drie maand in de boekjes, dus da‟s goe. Hahahaha. Nee, da‟s nie waar. D: Nee, al die drukte, nee. D: ‟t Zijn voor- en nadelen die je hebt hé. D: Ah ja, sowieso. M: Als je u job daarvan wilt maken, ja. Sara: Maar zou je zélf bekend willen worden? D: Hangt ervan af met wat. D: Ik denk dat ik beroemd wil worden met een uitvinding. Maarja, dan moet ik eerst nog iets vinden, hahaha. M: Een onderbroek aantrekken zo, met dat ijzer? Sara: Wat zijn de voordelen denk je, van bekend zijn? S: Gratis naar de film. Dat stond vandaag nog in de krant. M: Veel geld. D: De extra‟s hé. Voorrang krijgen als je in de rij moet staan: je mag direct binnen. Nergens wachten. M: Ja, overal gratis drinken enzo. S: De kans krijgen om u mening te zeggen. D: Voilà. En er zal altijd een bepaalde groep mensen je volgen. Je mag een rotslecht idee hebben, het meest belachelijke naar voren brengen, er zal altijd wel iemand zijn die je volgt. Gewoon omdat ze naar je opkijken. Noemen ze dat stalking, noemen ze dat freaks, ik weet het niet. Maar die zullen wel altijd u blijven volgen. Zoals die vrouw die vandaag in de krant stond, dat ze 97 van de 99 Clouseau-concerten heeft gevolgd. Die was er van in het begin live bij, buiten twee concerten, want dan was ze doodziek. Ze dacht dan nog vier dafalgans in te nemen om toch te kunnen gaan. Eerste concertje dat was in een klein zaaltje, misschien tien man. Koen die keek niet naar haar, maar zij is daar toch blijven voor gaan, gewoon omdat ze naar die mensen opkijkt. Sara: Zijn er nog andere voordelen, buiten wat D net heeft gezegd? R: Het geld. I: Het feit dat je je alles kan permitteren. Die mensen doen en laten wat ze willen eigenlijk.
| 105
S: Ja nee, da‟s niet waar. D: Zie naar Wesley Snipes. Da‟s toch ook een bekende acteur, maar die riskeert nog altijd een zware gevangenisstraf voor belastingsontduiking. I: Nee, daar kan je niet ontsnappen. Maar ik bedoel maar dat ze tegen mensen kunnen zeggen: “ik wil oesters, en het moet die specifieke soort zijn”. D: Mariah Carey; die wou alles in het roos. D: Maar dat is ook wel het extreme van het extreme hoor. M: Ja. D: Goh ja. Maar die staan ook op zo‟n positie in hun leven, dat ze zo bekend zijn, dat als er niet aan hun eisen voldaan wordt, foert dan. Iemand anders zal het wel doen voor mij. Sara: En wat zijn de nadelen dan? D: Dat het soms naar hun kop stijgt, van bekende mensen. Da‟s het nadeel hé, dat ze soms niet meer weten wie ze zelf zijn. M: Drugs. En alcohol. Allemaal dingen om te vergeten. R: Je hebt geen privéleven meer. M: Volgens mij heb je gewoon echt geen leven meer. S: Jawel. Je kan er een fulltime zaak van maken om je privéleven te beschermen. D: Maar als je één slecht ding gedaan hebt, wordt dat meteen heel negatief beoordeeld. M: Als je cellulitis hebt! D: Maar ja, maar mensen die iets slecht gedaan hebben, zullen zelfs na een tijdje nog altijd bekritiseerd worden voor dat slechte ding. Allez, zoals Hans Otten die daar al drie keer te snel gereden heeft, onder invloed van alcohol enzo. Ze zijn er nu nog over bezig. R: Hetzelfde met OJ Simpson hé. Die mens wordt er de rest van zijn leven door achtervolgd. D: Ja, ‟t is zo. R: En het staat dan nog niet eens vast dat hij het gedaan heeft. Da‟s een van de nadelen. Sara: Denk je dat het gemakkelijker is om nu bekend te worden als bijvoorbeeld tien jaar geleden? S: Ik denk het wel. D: Ja, ik denk dat ook. Allez, je komt voor het minste op tv. S: Je hebt ook genoeg kansen om op tv te komen. Is het niet al zingend, dan is het al dansend. En kan je niet dansen, dan kan je koken. En kan je niet koken, dan zijn er nog wel meer dingen waarmee je op tv kan komen. M: Supernanny. D: Ik denk dat tien jaar nogal kort is. Dan zou ik eerder naar 30 of 40 jaar gaan. Tien jaar geleden was er ook al Big Brother, toen moest je ook al maar lachen om bekend te worden. S: Maar nu is er constant Big Brother. Allez, niet Big Brother, maar wel van die programma‟s. En dat was tien jaar geleden niet, toen was dat allemaal nog nieuw. Zeker niet zoals nu, bijvoorbeeld met Beste Hobbykok: die zijn nu bekend geworden,maar die hadden tien jaar geleden de kans gewoon niet gekregen. M: Eigenlijk is dat goedkope tv. Sara: Denk je dat er veel veranderd is, sinds dat er zo‟n programma‟s zijn, voor bekende mensen? S: Ik denk dat je meer moet presteren om bekend te blijven. Want bekende mensen komen en gaan, maar als je niet blijft presteren, als je niet de moeite doet om bekend te blijven, dan val je ervan tussen denk ik. M: Ja. M: Of naar die ene, die idool heeft gewonnen. Die was eerst, maar toch is het Natalia die bekend is geworden. En van die Peter hoor je niks meer. S: Maar dat was zijn eigen keuze wel. Die heeft echt voor zijn gezin gekozen. D: Ja. En ik denk dat minder bekende mensen echt meer moeite moeten doen om op tv te komen, of in de boekjes. Sara: Dus je denkt dat het gemakkelijker is om bekend te worden, maar niet om bekend te blijven? S: Ja. Ik denk dat je veel sneller uit de aandacht verdwijnt, want je opvolger staat al klaar gewoon. Sara: Zouden jullie zelf aan zo‟n programma meedoen? S: Zoiets als Temptation Island zie ik wel zitten. Hahahaha. I: Euhm, zoek dan maar een ander lief om daar mee mee te doen. S: Ah, maar dat ga ik daar doen dan hé. Iedereen: Gelach. I: Nee, daar doe ik niet aan mee, aan geen enkel. M: Nee. R: Nee. Da‟s veel te sensatiegericht allemaal. In mijn ogen. D: Ik vind dat je je daar gewoon belachelijk mee maakt. D: Awel ja, je gaat er nooit positief uitkomen, uit zo‟n programma. Expeditie Rinson nu bijvoorbeeld wel: dan kunnen mensen echt zeggen van “wauw, hij kan echt overleven”. “Chapeau dat die van in het begin dat eten en de luxe kan missen.” Terwijl bij Big Brother, je gaat daar nooit positief uitkomen. Tenzij die S Spillebeen. Die is er dan uitgekomen als rebel, en die heeft nu wel een bepaalde bankrekening. Sara: Een ander evolutie is internet. Denken jullie dat er veel veranderd is voor bekende mensen sinds internet? M: Ja I: Ik denk niet zozeer sinds dat het internet er is, wel sinds dat het nieuwe internet er is. Twitter dingen enal.
| 106
M: Sinds dat je liedjes kan downloaden enzo. S: Ik denk dat dat niet zoveel verschil geeft. I: Maar dat is nog niet zo lang hé, da‟s echt nog maar een paar jaar, dat web 2.0. “Ik ben daar, en ik ben dat aan het doen”. En dat om de vijf minuten opnieuw. Sara: Zoals MySpace bijvoorbeeld, en Youtube. Wat denken jullie van hun effect? D: Ik denk dat het voor mensen veel gemakkelijker is geworden om iets te weten te komen over iemand anders. Dus je vindt wel gemakkelijker informatie, maar dat moet daarvoor wel niet de juiste info zijn. Zoals een journalist, die moet al redelijk snel zijn om iets nieuws te vinden. Via het internet kan die wel iets horen van de jungle in Cambodja, maar die kan dan niet echt verifiëren of het waar is door het internet. Want wij weten het ondertussen ook al, dus is het al oud nieuws. Sara: Gebruiken jullie dat zelf? M: Facebook wel. I: Facebook, YouTube. D: Facebook is een gemakkelijke manier om met mekaar in contact te blijven. I: Dat was MSN ook, maar dat gebruikt niemand meer. D: Facebook is ook veel opener als MSN hé. D: Voila. D: Op Facebook ga je je veel sneller bloot geven: foto‟s, …. Op MSN … M: Kan je gewoon met elkaar praten, met één foto. Facebook weet je soms op de meest belachelijke momenten wat mensen aan het doen zijn. Zo van “ik ga nu mijn nagels laken!”. Zoiets kom je niet te weten via MSN. Sara: En wat denken jullie bijvoorbeeld van mensen die valse profielen aanmaken van bekende mensen? S: Ik vind dat wel lachen eigenlijk. R: Ja oké, eigenlijk wel. Een beetje zielig ook. S: Maar nee, dat was dat experiment van Sofie Lemaire, met dat profiel dat ze daar had aangemaakt van Jelle Cleymans. En ze had daardoor verspreid dat die getrouwd was enzo… Enfin, er waren superveel mensen die daarop sprongen. I: Ik vind dat niet om mee te lachen, dat je iemand anders dat aandoet. De stap is dan echt klein om er echt misbruik van te maken. Sara: Denken jullie dat er nog andere nadelen zijn aan die nieuwe media dingen zoals YouTube? S: Ik denk dat YouTube een beetje té toegankelijk is. D: Ja, dat is wel waar. Je kan er alles op vinden eigenlijk. S: Ja, en je hebt het zelf niet meer in de hand. I: Wordt dat niet gemonitord? S: Ja, maar het is heel moeilijk om er effectief iets af te krijgen hé. D: En ook al staat er maar iets vijf minuten op, toch hebben meteen duizenden of miljoenen mensen dat gezien. Ik denk dat dat vooral de schrik is voor ouders, dat hun kinderen dat heel gemakkelijk kunnen zien. Zo van “Hoe maak ik een bom”, dat is eens op TV geweest. Je typt dat in op YouTube en je hebt meteen een hele instructie. Kinderen denken dat dat maar om te lachen is en pReren het dan maar, maar het is toch wél gebeurd. S: En je kan het van jezelf ook niet meer afschermen. Als er bijvoorbeeld morgen een filmpje van mij op YouTube komt dan… M: Ah zoooo! Waar kunnen we dat dan vinden? Sara: Je kan zo ook wel bekend worden, nee? M: Ja, hahaha. Zoals die ene van bij ons in de buurt woonde… S: Die van zijn Aisha covers? M: Ja, en echt mensen van in Engeland hadden dat gezien. S: Ja, die had meer als een miljoen hits. M: Die had dat daar echt op gezet om beroemd te worden. Maar het was eigenlijk zo slecht, iedereen lachte die daarmee uit, tot in Engeland zelfs.Dat was echt erg eigenlijk. Elke keer als ik die jongen zie, moet ik nog altijd lachen. Sara: En zijn er ook voordelen aan, denken jullie? M: Met Facebook denk ik dat je gemakkelijker contact kunt maken met mensen. D: Zelfs met bedrijven kan je via Facebook in contact komen. D: Maar het kan ook tégen u gebruikt worden hoor. Je moet er tegenwoordig echt voorzichtig mee zijn, want bedrijven of werknemers gaan wel kijken. S: Ja, dat is gewoon een feit. Bij ons, als er iemand nieuw komt werken, het eerste wat je doet is die zijn naam intypen op Facebook om te zien wat hij allemaal doet. D: Dat kan ook in je nadeel spelen dan in feite. S: Zo heb ik bepaalde collega‟s al in bikini gezien, op internet. En dan denk je daar wel aan. Da‟s wel een beetje lastig. Sara: Dus ik heb daarnet gezegd dat om van iemand gewoon iemand bekend te maken, drie grote spelers belangrijk zijn. Wie denken jullie nu dat de grootste rol heeft: het publiek, de media of de celebrity? S, I, D: Het publiek,d enk ik S: Ja, want wanneer springt de media ergens op? Dat is pas wanneer er een publiek voor is. Als er totaal geen publiek voor is, dan gaan ze dat ook niet in de media brengen.
| 107
D: Het publiek zorgt er ook voor dat die persoon bekend blijft hé; Sara: En wat denken jullie dat de rol van de media is? R: Ik denk gewoon belangrijk als hulpmiddel. D: Ik denk dat de media het belangrijkst is. Ja, en het is wel heel negatief gedacht, maar de media bepaalt mee wat wij denken over iemand. Als ze iemand afschilderen als een hele goede of een hele bekende, gaan wij daar ook onbewust meer aandacht aan geven. Ik denk dat de media zelf een grotere rol speelt als het publiek. Voor mij persoonlijk. Sara: Wat denkt de rest over de media? I: Die kunnen alles maken zoals zij het willen, om meer sensatie te hebben. Ge geeft een interview, dat wordt opgenomen, maar ge kunt ook evengoed een paar woorden achter elkaar zetten en er totaal iets anders van maken. Totaal uit de context gerukt. Sara: En jullie hebben niets gezegd over de bekende persoon zelf. Heeft die dan totaal geen invloed? D: Als de media en het publiek vinden dat die bekende persoon zich op een bepaalde manier moet gedragen, dan gaat die dat ook doen, om zijn bekendheid te bewaren. S: Dat hangt ervan af waarmee je bekend wordt hé. Je kan commentaar blijven en blijven slikken om bekend te blijven. Sara: Mijn laatste vraagje is eigenlijk hoe jullie bekende mensen zien evolueren in de toekomst. D: Ik denk dat er meer mensen gaan bijkomen, maar dat er sneller zullen weggaan door het internet. Er gaan er meer en meer bijkomen, dus het is voor die bekende mensen moeilijker om bekend te blijven, omdat er zoveel zijn dat de mensen je sneller vergeten. I: Ja, dat is waar. Het gaat allemaal in een veel hoger tempo. S: Ik denk ook dat je die heldenstatus van vroeger niet meer kunt bereiken, da‟s quasi onmogelijk. R: Tenzij je echt iets van belang verwezenlijkt natuurlijk. D: Maar dat zal maar één op tienduizend zijn ofzo hoor. S: Ja, ik denk dat je echt wel iets héél groot moet uitvinden. R: Ja, eigenlijk. Waar kan je nog het verschil maken eigenlijk? S: Ik denk eigenlijk dat er nooit meer iemand zoals Michael Jackson zal zijn. D: Nee, ik denk dat er per genre nog wel zo iemand zal zijn. Ene Michael Jackson, Ene Elvis Presley, zo hé. S: Ja, maar er gaat ook maar ene Dean zijn van Idool, maar daar spreek je over vijf jaar niet meer over. D: Elvis Presley kan je nooit vervangen. I: Ja, er komen steeds meer nieuwe mensen bij, en de wereld draait uiteindelijk verder. S: Ik denk dat ze niet meer het verschil gaan kunnen maken. Ze gaan iets moeten vinden waarmee ze drie weken beroemd blijven, maar daarna worden ze eigenlijk toch vergeten. D: Mensen gaan ook niet meer zoveel moeite doen hé. I: Maar iemand zoals Rihanna! Binnenkort gaat ze misschien acteren, wordt ze 40 en krijgt ze een mooie carrière. S: Ja, maar herinner je u die? Als jij 80 jaar gaat zijn, ga jij dan zeggen “ah ja, die Rihanna”. D: Ja , het hangt af van je positie in de maatschappij. Iedereen gaat president Obama blijven herinneren, omdat dat de eerste zwarte president was van Amerika, da‟s gewoon iets nieuws. M: Ik niet hoor, die mens interesseert mij eigenlijk niet. D: Ik denk dat je iemand die een bepaalde plaats heeft of heeft gehad in de maatschappij, je die u gemakkelijker gaat blijven herinneren door de geschiedenisboeken. In tegenstelling tot iemand die acteert. M: Nee, dat denk ik niet eigenlijk. D: James Dean. Er zijn zoveel mensen die die nog kennen van Rebel Without a Cause. Maar er zijn er zoveel die hem ook niet kennen. Sara: Oké, dat was mooi om mee af te sluiten. Wilt er iemand nog iets zeggen? (Nee) Oké, dan wil ik jullie allemaal superhard bedanken om mee te doen!
| 108
| 109
| 110
| 111
| 112
| 113
| 114