werken aan zuiver water
Jaarverslag 2012 Meedenken met de klant BE-GAAP
Jaarverslag 2012 Meedenken met de klant BE-GAAP
2
Jaarverslag 2012
56
Inhoud 4
Aquafin kort
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
10
Voorwoord
74
Jaarrekening
14
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2012
3
4
Jaarverslag 2012
Aquafin kort EEN STERKE PARTNER VOOR HET VLAAMSE GEWEST Schoon water in beken en rivieren en een optimaal transport van afvalwater, daar maakt Aquafin elke dag werk van. Het bedrijf is in 1990 opgericht door het Vlaamse Gewest om de rioolwaterzuiveringsinfrastructuur van het gewest verder uit te bouwen, te beheren en te financieren. Aquafin vangt het huishoudelijke afvalwater van de gemeentelijke riolen op in verzamelriolen en voert het naar zuiveringsinstallaties, waar het wordt behandeld volgens de Europese en Vlaamse normen. De kosten voor de uitgevoerde infrastructuurwerken en de werkingskosten van Aquafin worden via de drinkwatermaatschappijen gedeeltelijk doorgerekend aan de drinkwaterverbruiker. Het saldo wordt betaald via een werkingstoelage uit het Minafonds. We willen een werkelijke waarde toevoegen aan de samenleving en aan de natuurlijke omgeving. Een integrale kijk op waterbeheer is daaraan inherent. Intelligent omspringen met energie, recuperatie van grondstoffen uit het afvalwater en het beperken van emissies bij het waterzuiveringsproces staan centraal in al onze activiteiten. Door onze opgebouwde knowhow en jarenlange ervaring zijn we een gegeerde partner in binnen- en buitenlandse onderzoeksprojecten. De kennis die Aquafin zo verwerft, komt ten goede aan het Vlaamse Gewest en de gemeenten.
5
6
Jaarverslag 2012
PRODUCTEN EN DIENSTEN BUITEN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST
INFRASTRUCTUUR IN BEHEER VOOR HET VLAAMSE GEWEST
■ Voor de Vlaamse gemeenten
Aquafin biedt zijn diensten ook aan voor de uitbouw en het beheer van het gemeentelijke stelsel. Een stad of gemeente kan kiezen voor een samenwerking op lange termijn via een concessie, of ad hoc opdrachten toewijzen aan Aquafin. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om in te stappen in samenwerkingsverbanden die Aquafin heeft met drinkwatermaatschappijen AWW en TMVW (rio-link), De Watergroep (RioAct en RioP) en Vivaqua. ■ Voor de industrie in Vlaanderen en buitenlandse partners
Aquaplus NV, het dochterbedrijf van Aquafin, richt zich in het binnenland vooral op de exploitatie van industriële zuiveringen om aan de Europese richtlijnen te voldoen. In het buitenland gaat Aquaplus naar de markt met technologische assistentie en studies. We werken er vooral via partners en joint ventures.
rioolwaterzuiveringsinstallaties
266 96,5%
van de RWZI’s voldeden aan alle normen
5.172 km leidingen
1.333
pompstations en bergbezinkingsbekkens
KERNCIJFERS Bedragen in 000 euro
Bedrijfsopbrengsten Te bestemmen winst Balanstotaal Eigen vermogen Financiering korte termijn Financiering lange termijn Medewerkers Aquafin Medewerkers VMM Medewerkers totaal (aantal)
2008
2009
2010
2011
2012
326.340 6.289 2.280.359 169.908 82.994 1.192.967 820 95 915
352.047 6.531 2.429.354 167.236 30.500 1.303.608 854 92 946
362.540 7.084 2.671.015 216.561 140.600 1.355.393 882 89 971
426.391 9.585 3.021.359 230.545 82.006 1.724.036 892 87 979
483.441 9.705 3.163.989 231.022 127.000 1.755.663 921 81 1.002
PROJECTEN IN PORTEFEUILLE VOOR HET VLAAMSE GEWEST 31 december 2012
Opgeleverd Gegund en aanbesteed In ontwerp Totaal
Aantal projecten
Waarde (mio euro)
2.416 343 833 3.592
3.141,35 402,14 813,17 4.356,66
Aquafin kort
7
8
Jaarverslag 2012
2012 in een oogopslag 1. Januari
2. Februari
> De Vlaamse Regering keurt het optimalisatieprogramma 2013 goed voor 250 miljoen euro.
> Aquafin is vanaf nu actief aanwezig op Twitter, YouTube en Facebook.
> Oprichting contactcenter als aanspreekpunt voor vragen van burgers.
5. Mei
6. Juni
> Aquafin inspireert op Flanders Synergy met ons verhaal van de kanteling van de organisatie naar een procesgerichte insteek.
> Onze expertise rond de impact van de klimaatverandering en de verwijdering van micropolluenten valt op tijdens een expo in Zuid-Korea.
9. September
10. Oktober
> Vlaanderen voldoet aan Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. De laatste collector wordt in dienst genomen.
> Afsluiting van een leningsovereenkomst van 200 miljoen euro met de EIB.
> Derde satellietkantoor van Aquafin geopend in Leuven, na Drongen en Herentals.
> De Vlaamse Regering keurt het optimalisatieprogramma 2014 goed, voor een bedrag van 250 miljoen euro.
3. Maart
4. April
> Eerste fase in de uitrol van onze nieuwe ICT-architectuur.
> Buurtbewoners bezoeken KWZI AsseBekkerzeel, de eerste opendeur van een reeks van negen.
7. Juli
8. Augustus
> Invoering van een objectief meetsysteem voor aannemers om hun getuigschrift van goede uitvoering te krijgen. Doel is een verdere verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van de werken.
> De eerste gistingsinstallatie bereikt een productie van 1 miljoen kWh, later volgen er nog vier. Aquafin streeft tegen 2020 naar een productie van 13% groene stroom.
11. November
12. December
> Afsluiting van een nieuwe rollende kredietlijn voor 100 miljoen euro voor een periode van 3 jaar.
> Uitbreiding van de directie na de kanteling van Aquafin tot een klantgerichte organisatie. > Start multilaterale overeenkomsten met studiebureaus als kwaliteitsgarantie.
Aquafin kort
9
10
Jaarverslag 2012
Voorwoord MEEDENKEN MET DE KLANT Aquafin is voor het Vlaamse Gewest en de gemeenten een betrouwbare partner, die meedenkt en anticipeert op mogelijke veranderingen in regulaties, maatschappelijke en economische ontwikkelingen. De actieve opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december 2012 ruim 1,2 miljard euro voor 1.176 projecten. Aquafin leverde tot die datum 2.416 investerings- en renovatieprojecten op voor 3,1 miljard euro. Voor de verdere uitvoering van de projecten in portefeuille, is in 2012 een nieuwe kaderovereenkomst ondertekend met de Europese Investeringsbank voor een lening op lange termijn van 200 miljoen euro. Ook werd de revolving credit facility van 100 miljoen euro geherfinancierd. Aquafin behaalde goede zuiveringsresultaten voor het aangevoerde huishoudelijke afvalwater, met 96,5% van de zuiveringsinstallaties die aan alle normen voldoen. De weersomstandigheden waren een stuk minder gunstig dan tijdens het voorgaande jaar, maar onze nauwgezette procesopvolging heeft de impact daarvan sterk beperkt. In 2012 is het laatste collectorproject uitgevoerd dat in Vlaanderen nog nodig was om volledig te voldoen aan de Europese richtlijn Stedelijk afvalwater. Voor het Vlaamse Gewest is de volgende uitdaging om te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water. De Vlaamse Regering heeft daartoe in 2012 en begin 2013 nieuwe optimalisatieprogramma’s opgedragen aan Aquafin, beide voor 250 miljoen euro.
11
12
Jaarverslag 2012
Bijkomend moet de uitgebouwde infrastructuur ook worden onderhouden en gerenoveerd om de levensduur ervan te maximaliseren. Informatie van onze buurlanden leert dat er daarvoor jaarlijks nog 1 à 2% van het totale geïnvesteerde vermogen zou moeten worden gereserveerd. De grootste financiële druk ligt echter bij de steden en gemeenten. Volgens een rekenmodel van VMM zou er in totaal 15 miljard euro nodig zijn om deze rioolstelsels uit te bouwen, te beheren en te renoveren zodanig dat ze aan de geldende wetgeving voldoen. Een deel daarvan (0,7 miljard) heeft het gewest overgenomen via het Lokaal Pact met de gemeenten. De Vlaamse Regering besliste in 2008 om gedurende zeven jaar jaarlijks 100 miljoen euro gemeentelijke rioleringsinspanningen ten laste te nemen via het investeringsprogramma opgedragen aan Aquafin. Daarnaast doen ook steeds meer gemeenten zélf een beroep op Aquafin, al dan niet via een samenwerkingsverband met een drinkwatermaatschappij. De meeste onder hen hebben zelf niet de nodige technische en technologische kennis in huis om hun beperkte financiële middelen optimaal aan te wenden. Ze kiezen daarom voor zekerheid door de uitbouw en het beheer van hun rioolstelsel toe te vertrouwen aan de meest ervaren aanbieder van rioleringsdiensten op de gemeentelijke markt. Vorig jaar was Aquafin zelfs de enige speler die nieuwe contracten met gemeenten kon afsluiten. Aquafin is een gespecialiseerd bedrijf, maar met een brede blik op de wereld om aan de behoeften van onze klanten te voldoen. Op middellange termijn willen we zowel het gewest als onze klant-gemeenten nieuwe producten aanbieden, die gericht zijn op asset management en op de adaptatie aan de veranderende klimaatomstandigheden in Vlaanderen. Onze medewerkers hebben heel uiteenlopende profielen, maar één ding hebben ze gemeen: ze geven elke dag het beste van zichzelf voor een properder milieu. De kennisopbouw die zij samen realiseren, is de grote kracht van het bedrijf, nu en in de toekomst.
Luc Bossyns gedelegeerd bestuurder
Marc van den Abeelen voorzitter
Voorwoord
13
14
Jaarverslag 2012
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar 2012 overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van het wetboek van vennootschappen
Corporate governance verklaring Verslag van de raad van bestuur Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Bouwactiviteit per bekken in 2012 Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest Onderzoek en productontwikkeling Belangrijkste risicofactoren Belangrijkste evoluties na het boekjaar Commentaar bij de balans Commentaar bij de resultatenrekening Voorstel aan de algemene vergadering
16 25 26 30 34 38 45 47 49 51 52 54 55
15
16
Jaarverslag 2012
Corporate Governance Verklaring ALGEMEEN Het eerste corporate governance charter heeft de raad van bestuur op 26 januari 2006 goedgekeurd. Dit charter werd opgesteld overeenkomstig de bepalingen van de Belgische corporate governance code van 9 december 2004. Na de bekendmaking van de nieuwe versie van de code van maart 2009 en wegens de uitgifte van een obligatielening diende het charter te worden aangepast. De raad van bestuur heeft op 14 januari 2010 het nieuwe charter goedgekeurd. De meest recente versie kan worden geraadpleegd via www.aquafin.be.
RAAD VAN BESTUUR ■ Samenstelling
Sinds 3 augustus 2010 is de raad van bestuur samengesteld zoals weergegeven in onderstaande tabel.
Naam
Aard mandaat/onafhankelijk/(niet-)uitvoerend
VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen
Voorzitter, niet-uitvoerend
Einde mandaat
2014
Luc Bossyns
Gedelegeerd bestuurder, uitvoerend
2014
Alain Bernard
Niet-uitvoerend
2014
Pol Cools
Niet-uitvoerend
2014
Marijke Mahieu
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Francine Swiggers
Niet-uitvoerend
2014
Jhony Van Steen
Onafhankelijk, niet-uitvoerend
2014
Ivo Van Vaerenbergh
Niet-uitvoerend
2014
Vlaamse Milieuholding NV, vertegenwoordigd door Matrix NV,
Niet-uitvoerend
2014
vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
De raad van bestuur van Aquafin telt drie niet-uitvoerende bestuurders die beantwoorden aan de criteria van artikel 526bis van het wetboek van vennootschappen: VOF Materie vertegenwoordigd door Erik Matthijs, Jhony Van Steen en Marijke Mahieu. Deze bestuurders beantwoorden tevens aan de onafhankelijkheidscriteria vermeld in Bijlage A bij de Belgische corporate governance code. Hierdoor voldoet de raad van bestuur aan de bepaling 2.3 van de corporate governance code dat minstens drie leden van de raad van bestuur onafhankelijk zijn. De raad van bestuur wordt bijgestaan door de secretaris, Alain Vanden Bon.
Verslag van de raad van bestuur
17
18
Jaarverslag 2012
■ Voorstelling van de bestuurders
Marc van den Abeelen Marc van den Abeelen is doctor in de rechten van de Vrije Universiteit Brussel. Hij werd hoogleraar fiscaal recht en was directeur-generaal van de Hoge Raad voor Diamant. Tussen 1995 en 2009 was hij volksvertegenwoordiger. Van 1999 tot 2004 was hij voorzitter van de commissie Financiën en vanaf 2004 tot 2009 voorzitter van de commissie voor Openbare Werken, Mobiliteit en Energie van het Vlaams Parlement. Sinds 2004 is hij bestuurder bij het Pensioenfonds van het Vlaams Parlement en sinds 2008 is hij bestuurder bij CEGEKA NV. Daarnaast is hij voorzitter van het World Trade Center Antwerpen. In 2009 werd hij voorzitter van Aquafin. Luc Bossyns Luc Bossyns is burgerlijk ingenieur scheepsbouwkunde van de Rijksuniversiteit Gent. Hij behaalde een extra postuniversitair diploma Bedrijfsbeheer aan de UFSIA (Antwerpen). Hij begon zijn professionele loopbaan bij Cockerill Yards Hoboken in 1977. Daarna werkte hij voor CMB (hoofd Nieuwbouwafdeling) en Boelwerf (technisch directeur). Van 1993 tot 1995 was hij directeur-generaal en bestuurder van Boelwerf Vlaanderen. Daarna maakte hij de overstap naar Stork MEC, waar hij afgevaardigd bestuurder was. Van 1995 tot 2011 was hij ook vereffenaar van alle middelgrote scheepswerven in Vlaanderen. Daarnaast is hij sinds 1995 zaakvoerder van Bamboss BVBA en vanaf 2003 bestuurder bij de firma Etap NV. Hij zetelt eveneens in de raad van bestuur van het Vlaams Kenniscentrum Water VZW, rio-link NV en ASEWater Technologies Pvt. Ltd. In mei 2000 is hij aangesteld als gedelegeerd bestuurder bij Aquafin NV. Alain Bernard Alain Bernard is burgerlijk ingenieur bouwkunde en burgerlijk ingenieur industrieel beleid, afgestudeerd aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij T.V. Zeezand voor de uitbouw van de buitenhaven van Zeebrugge. Tussen 1982 en 1985 werkte hij als projectmanager bij NV Dredging International. Daarna werd hij directeur-generaal bij NV Hydro Soil Services. Vanaf 1990 werkte hij opnieuw voor de NV Dredging International, eerst als directeur van de Benelux-divisie en van 1995 tot 2006 als directeur-generaal. Van 1997 tot 2006 was hij eveneens actief als chief operating officer van D.E.M.E.-Group (Dredging Environmental & Marine Engineering). Sinds 2006 is hij chief executive officer van D.E.M.E.-Group en bestuurder bij verschillende dochterbedrijven uit de D.E.M.E.-Group: DEC, C-POWER, Scaldis, GEOSEA…
Sinds 2004 is hij ook voorzitter van de Belgische Baggerfederatie. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin NV. Pol Cools Pol Cools studeerde aan de Rijksuniversiteit Gent af als burgerlijk ingenieurarchitect en ingenieur in de milieusanering. Hij startte zijn loopbaan in 1972 bij het Wegenfonds en was in 1976 attaché bij het kabinet van minister van Openbare Werken Defraigne. In 1977 vestigde hij zich als zelfstandig architect, eerst met het bureau ir Pol Cools, vanaf 1990 met de studievennootschap Arch & Teco NV, waarvan hij bestuurder was. Hij bouwde het oorspronkelijke architectuuratelier uit tot Arch & Teco Group. Deze multidisciplinaire studie- en consultinggroep bestaat uit acht autonome business units, opgericht door Pol Cools tussen 1977 en 2005. Tot de activiteiten behoren: architectuur, restauratie en ruimtelijke planning; stabiliteit, burgerlijke bouwkunde en waterbouwkunde; infrastructuur; wegenisen rioleringsontwerp; uitrustingstechnieken; EPB en EPC; veiligheidscoördinatie, expertise; milieutechnieken; telecomnetwerken en GIS-projecten; change management; facility management; consulting; projectmanagement en - coördinatie. In 2005 breidde Pol Cools zijn activiteiten op internationaal vlak uit met de oprichting van de joint venture Ase Structure Design Pvt Ltd in Chennai (India), waarvan hij bestuurder is. Sinds 2006 is hij eveneens lid van het College van Vereffenaars bij Berlaymont NV 2000. In 2007 werd hij benoemd tot bestuurder van Aquafin NV. Marijke Mahieu Marijke Mahieu is licentiate in de rechten, afgestudeerd aan de Universiteit Gent. Van 1975 tot 1981 werkte ze als advocaat in Gent. Sinds 1981 is ze ambtenaar bij de stad Gent. Tot 1995 werkte ze op de Juridische dienst in verschillende functies. Daarna promoveerde ze tot directeur-manager van de dienst Administratie Technische Diensten. In 1999 werd ze directeur-manager van de dienst Leefmilieu en Natuurontwikkeling en in 2001 waarnemend directeur-generaal van het departement Economie, Milieu en Volksgezondheid. Sinds 2003 is ze departementshoofd Werk en Economie en lid van het managementteam van de stad Gent. Vanuit haar functie is ze ook lid van het directiecomité van het Innovatie- en incubatiecentrum NV van de Universiteit Gent, lid van het directiecomité en bestuurder van de NV De Punt Gent, voorzitter van de raad van bestuur van VZW Labeur Gent en lid van de raad van bestuur van Max Mobiel Gent. In 2007 werd ze benoemd tot bestuurder van Aquafin NV.
Erik Matthijs Erik Matthijs is doctor in de veeartsenijkunde, afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Gent. Hij was praktiserend dierenarts tot oktober 1992. In 1986 werd hij schepen van Financiën van de stad Eeklo. In oktober 1992 werd hij aangeduid als nationaal gecoöpteerd senator. Hij zetelde in de Belgische Senaat tot juni 1995. Op 1 januari 1995 werd hij burgemeester van de Stad Eeklo, een ambt dat hij bekleedde tot eind december 2006. Hij was in die periode ook lid van de raad van beheer van de Katholieke Hogeschool voor Gezondheidszorg te Gent. In 1995 en 1999 werd hij rechtstreeks verkozen als lid van het Vlaams Parlement voor het arrondissement Gent-Eeklo. In juni 2004 werd hij opnieuw verkozen tot Vlaams Volksvertegenwoordiger, maar dan voor de provincie Oost-Vlaanderen. In de Senaat was hij lid van de commissie Onderwijs en Wetenschap en het Adviescomité voor Europese Aangelegenheden. In het Vlaams Parlement was hij meer dan tien jaar vast lid van de commissie Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening. Van 2004 tot 2009 was hij eveneens ondervoorzitter van de commissie Algemeen Beleid, Financiën en Begroting van het Vlaams Parlement. Hij is medeauteur van het vernieuwde bodemsaneringsdecreet en werkte eind 2004 ook mee aan de reorganisatie van de watersector in Vlaanderen. In mei 2009 werd hij aangeduid als bestuurder van Aquafin NV en voorzitter van het auditcomité. Francine Swiggers Francine Swiggers is licentiate toegepaste economische wetenschappen en master in business administration van de Katholieke Universiteit Leuven. Ze begon haar professionele loopbaan bij het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek. In 1977 maakte ze de overstap naar Bacob Bank. In 1997 werd ze benoemd als lid van het directiecomité van Groep Arco waar ze voorzitter werd van het directiecomité in november 2007. Ze is nu lid van het college van vereffenaars van Arcopar/Arcofin/Arcoplus. Naast bestuursmandaten in Auxipar NV en Interfinance is ze Censor bij de Nationale Bank van België. In 1998 werd ze bij Aquafin NV benoemd tot bestuurder.
Roland Van Dierdonck Prof. Dr. Roland Van Dierdonck is burgerlijk werktuigkundig-elektrotechnisch ingenieur van de Universiteit Gent en doctor of business administration van de Harvard University. Van 1978 tot 1980 doceerde hij aan IMD in Lausanne. In 1980 keerde hij naar België terug om les te geven aan de Universiteit Gent. Van 1987 tot 1990 en vanaf 1996 tot 1998 was hij voorzitter van de School voor Management van de Universiteit Gent. In de periode 1985 tot 1992 was hij gastprofessor bij Insead, École National des Ponts et Chaussées in Parijs en de University of North Carolina in Chapel Hill. Van 1995 tot 2001 was hij gastdocent aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit. Van 1998 tot 2007 was hij decaan van de onafhankelijke Vlerick Leuven Gent Management School. Op 1 oktober 2007 werd hij professor emeritus van de Universiteit Gent. Hij was lid van de raad van bestuur van diverse profit en non-profit organisaties. Sinds september 2010 is hij associate director van de European Foundation for Management Development. Op dit ogenblik is hij voorzitter van de raad van bestuur van de Vlaamse Milieuholding NV en lid van de raad van bestuur van Indaver NV en Aquafin NV. Jhony Van Steen Na het beëindigen van zijn studies economische wetenschappen aan de Vrije Universiteit Brussel in 1970, was Jhony Van Steen tot 1978 aan deze universiteit verbonden als wetenschappelijk medewerker. In 1978 stapte hij over naar de ASLK, waar hij verantwoordelijk was voor de jongerenpolitiek en als eerste in België homebanking introduceerde in 1985. Van 1989 tot 1992 was hij achtereenvolgens adviseur, kabinetschef en adjunct-kabinetschef op het kabinet PTT en het kabinet Overheidsbedrijven. Tussen 1992 en 1993 vervulde hij de functie van bestuurder-directeur bij ASLK Verzekeringen. Vanaf januari 1994 was hij actief als directeur Publieke en Social Profit Sector voor Fortis-bank. Hij bekleedde verschillende bestuursmandaten in verzekeringsmaatschappijen in België en Luxemburg, bij ES-finance, Belgacom, GIMV, PMV/ VPM, VIOM en de scholengroep Dender. Ook vandaag is hij nog actief in een aantal raden van bestuur in de publieke en de social profit sector. Sinds 2001 is hij bestuurder bij Aquafin NV en heden is hij ook voorzitter van het benoemings- en remuneratiecomité.
Verslag van de raad van bestuur
19
20
Jaarverslag 2012
Ivo Van Vaerenbergh Ivo Van Vaerenbergh is burgerlijk werktuigkundig ingenieur en ingenieur in de milieusanering van de Vrije Universiteit Gent. Hij behaalde een postgraduaat bedrijfskunde en een master in business administration aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij startte zijn loopbaan bij de diensten Eerste Minister - Programmatie van het Wetenschapsbeleid. Als operationeel directeur stond hij in voor de nationale R&D programma’s Energie, Leefmilieu en Secundaire Grondstoffen. Vanaf 1979 tot in 1994 was hij afgevaardigd bestuurder van Metallo Chimique NV. Hij was voorzitter van de raad van bestuur van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol (1986-1989) en van de Vlaamse Milieuholding (1994-2002). Als ondernemer is hij sinds 1986 voorzitterafgevaardigd bestuurder van de REM.B Hydraulics Group (Beerse, Roosdaal) en bestuurder bij Renewable Ventures Fund cvba, ENERGIUS NV, Thenergo NV en W-Kracht NV. Verder is hij bestuurder bij Reynaers Aluminium NV, Ziekenhuis Netwerk Antwerpen vzw, Lanbokas en Edan Business Systems NV. Gedurende twintig jaar was hij in de Kempen voorzitter van Voka - Kamer van Koophandel Kempen en tot op vandaag zit hij de Regionale Nucleaire Coördinatiecel (RNC) voor. Sinds 1995 is hij bestuurder bij Aquafin NV. Tussen 1999 en mei 2009 was hij voorzitter.
■ Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de uitoefening van de bevoegdheden zoals omschreven in het charter, heeft de raad van bestuur in het afgelopen boekjaar ook werk gemaakt van de aanpassing van de financiering aan de gewijzigde marktomstandigheden, de heroriëntering van een samenwerkingsverband, een haalbare financiering voor de uitbouw en het onderhoud van de infrastructuur van het Vlaamse Gewest en de verdere uitbouw van Aquafin als procesgerichte organisatie. Tijdens 2012 vergaderde de raad van bestuur acht keer. Op vijf vergaderingen waren negen bestuurders aanwezig en op de overige drie bijeenkomsten waren acht bestuurders aanwezig. Vijf bestuurders waren aanwezig op alle vergaderingen. Eén bestuurder was op één vergadering verontschuldigd, drie bestuurders waren elk op twee bijeenkomsten verontschuldigd. Een andere bestuurder was verontschuldigd voor vier vergaderingen.
AUDITCOMITÉ ■ Samenstelling
Voorzitter
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs Pol Cools Marijke Mahieu Francine Swiggers Vlaamse Milieuholding, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
■ Activiteitenverslag en aanwezigheden
Het auditcomité hield conform de haar toevertrouwde taken toezicht op de integriteit van de financiële informatie. Binnen het kader van de interne controle en het risicomanagement besprak het comité het auditplan en het rentemanagement, met bijzondere aandacht voor de resultaten van de hedging. Het (half)jaarverslag, de management letter en het business continuity management werden grondig geanalyseerd en geadviseerd. In 2012 kwam het auditcomité viermaal samen. Op drie bijeenkomsten was het comité voltallig, bij één vergadering was één bestuurder afwezig.
BENOEMINGS- EN REMUNERATIECOMITÉ ■ Samenstelling
Voorzitter
Jhony Van Steen Alain Bernard Ivo Van Vaerenbergh
■ Activiteitenverslag en aanwezigheden
Naast de gebruikelijk domeinen inzake loonpolitiek, extra legale voordelen, CAO-onderhandelingen, de opstelling van de doelstellingen voor het directiecomité en evaluatie van de realisatie van deze doelstellingen, adviseerde het comité de raad van bestuur inzake de vervanging van een lid van het directiecomité en de opmaak van een nieuw organogram. Ook de implicaties van het federaal regeerakkoord op de arbeidskosten voor het bedrijf werden geanalyseerd. De uitslag van de sociale verkiezingen, de resultaten van de interne enquête ‘Aquafin als werkgever’ en de aantrekkelijkheid van het bedrijf op de markt kwamen ook aanbod. Daarnaast werden de krachtlijnen uitgewerkt voor de toekenning van eretitels aan gewezen leden van het directiecomité of de raad van bestuur (zonder geldelijke voordelen). Tijdens het voorbije boekjaar kwam het benoemings- en remuneratiecomité vijf keer samen. Twee leden woonden alle vergaderingen van het comité bij, één bestuurder was tweemaal verontschuldigd.
DIRECTIECOMITÉ ■ Samenstelling
Gedelegeerd bestuurder Operaties Infrastructuur Commercieel Procesinnovatie en Informatiesystemen
Luc Bossyns Erik Poppe Dirk De Waele Boudewijn Van De Steene (tot 30/06/2012) Danny Baeten
Op 27 april 2012 benoemde de Vlaamse Regering Boudewijn Van De Steene tot leidend ambtenaar met de graad van directeur-generaal bij de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, nu De Watergroep. De raad van bestuur en het management danken de heer Van De Steene voor zijn jarenlange inzet voor het bedrijf.
V.l.n.r., achteraan: Hans Bruynooghe, Danny Baeten, Dirk De Waele en Johan Maes. Vooraan: Sabine Schellens, Luc Bossyns en Erik Poppe.
In afwachting van het advies van het BRC en de beslissing van de raad van bestuur omtrent het nieuwe organogram en de hiermee samenhangende nieuwe samenstelling van het directiecomité, werden zijn verantwoordelijkheden tijdelijk verdeeld over de andere directies. Sinds 1 januari 2013 ziet de samenstelling van het directiecomité er als volgt uit: Gedelegeerd bestuurder Asset management Infrastructuur Marketing & ICT Operaties Financieren Organisatie-ontwikkeling
Luc Bossyns Erik Poppe Dirk De Waele Danny Baeten Hans Bruynooghe Johan Maes Sabine Schellens
VOORNAAMSTE ELEMENTEN VAN HET EVALUATIEPROCES VAN DE RAAD VAN BESTUUR, DE COMITÉS EN DE INDIVIDUELE BESTUURDERS De leden van de raad van bestuur evalueren op regelmatige basis de omvang, samenstelling en de werking van dit orgaan. De actuele samenstelling wordt getoetst aan de gewenste samenstelling. Ook wordt de relatie en interactie met het directiecomité bekeken. De bestuurders ontvangen hierover een analyse van het benoemings- en remuneratiecomité. Om deze interactie te beoordelen, komen de niet-uitvoerende bestuurders ten minste éénmaal per jaar samen, in afwezigheid van de gedelegeerd bestuurder.
Verslag van de raad van bestuur
21
22
Jaarverslag 2012
Binnen het evaluatieproces van het auditcomité worden de volgende elementen behandeld: het interne reglement, de samenstelling en benoeming, de vergaderingen, de opleiding van de leden en de middelen hiervoor, de klokkenluidersprocedure en de relatie met de raad van bestuur. Er wordt ook een evaluatie gemaakt van de verantwoordelijkheden inzake de financiële rapportering van de vennootschap, de interne controle en risicobeheerssystemen en tenslotte zowel de interne als externe audit. Het benoemings- en remuneratiecomité maakt om de twee jaar een evaluatie van haar eigen effectiviteit en doeltreffendheid. Voor deze zelfevaluatie wordt een individuele vragenlijst voorgelegd aan de leden van het comité. De resultaten worden besproken tijdens een vergadering van dit comité en voorgelegd aan de raad van bestuur. Verder wordt een analyse gemaakt van de interactie tussen het directiecomité en de raad van bestuur. Het comité geeft tenslotte advies over de prestaties van de individuele bestuurders met het oog op hun eventuele herbenoeming, met bijzondere aandacht voor de evaluaties van de diverse voorzitters.
Als de bestuurders een taak uitoefenen die los staat van hun normale taken als bestuurder, krijgen ze overeenkomstig de beslissing van 2009 een onkostenvergoeding. Het gaat hierbij alleen om opdrachten die door de raad van bestuur of het directiecomité af en toe aan individuele bestuurders worden toevertrouwd. Deze vergoedingen worden ten laste genomen van de algemene kosten. ■ Uitvoerend bestuurder
De totale bruto-vergoeding die over 2012 door de vennootschap BVBA Bamboss, waarvan de zaakvoerder de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder is, aan Aquafin werd gefactureerd is als volgt samengesteld: Basisvergoeding: Variabel deel: Pensioenrechten: Andere vergoedingsbestanddelen:
€ 398.914,32 € 142.637,66 nvt € 1.359,30
Hij ontvangt geen vergoeding als bestuurder (binnen de raad van bestuur). ■ Directiecomité
REMUNERATIEVERSLAG ■ Niet-uitvoerende bestuurders
De algemene vergadering besliste in 2005 om een vaste vergoeding per jaar uit te betalen, aangevuld met een vergoeding per bijgewoonde vergadering van de raad van bestuur of één van haar comités. Deze bedragen worden verhoogd met 20% voor de voorzitter van de raad van bestuur en de voorzitters van de comités.
De totale bruto-verloning die over 2012 aan de leden van het directiecomité werd toegekend1, met uitzondering van de uitvoerend (gedelegeerd) bestuurder, bedraagt: Basissalaris:
€ 565.631,34 € 50.671,98 € 143.490,07 € 105.324,84
Variabel deel2: Pensioenrechten: Andere vergoedingsbestanddelen:
Naam
VOF Thedes, vertegenwoordigd door Marc van den Abeelen
Ontvangen bedrag totaal
(V)
€ 38.865,45
Alain Bernard
€ 11.095,37
Pol Cools
€ 13.155,95
Marijke Mahieu
€ 13.472,96
VOF Materie, vertegenwoordigd door Erik Matthijs
(V)
Francine Swiggers Jhony Van Steen
€ 16.896,67 € 11.782,23
(V)
€ 15.311,62
Ivo Van Vaerenbergh
€ 12.786,10
VMH NV, vertegenwoordigd door Matrix NV, vertegenwoordigd door Roland Van Dierdonck
€ 11.782,23
((V) = voorzitter) 1 Bruto-verloning aan Boudewijn Van De Steene t.e.m. 30 juni 2012. 2 Het totale bedrag van dit inkomstenbestanddeel wordt verdeeld in een bedrag dat als brutopremie wordt uitgekeerd en ook onder deze rubriek is opgenomen en een bedrag dat deel uitmaakt van de pensioenrechten en opgenomen werd in de rubriek met die naam.
■ Algemeen
Na advies van het benoemings- en remuneratiecomité legt de raad van bestuur het loonbeleid vast, zowel voor het uitvoerend management als voor de gedelegeerd bestuurder. Doel van dit beleid is het aantrekken, behouden en motiveren van deskundige personen. De omvang van de vergoeding houdt rekening met de individuele taken en verantwoordelijkheden van de leden van het directiecomité. De prestaties van het directiecomité worden eenmaal per jaar in aanwezigheid van de gedelegeerd bestuurder beoordeeld. Uiteraard gebeurt de beoordeling van de gedelegeerd bestuurder in zijn afwezigheid. Het benoemings- en remuneratiecomité volgt de gehele procedure nauwgezet, die ook door de raad van bestuur wordt goedgekeurd. Elk jaar worden op basis van het reglement bedrijfs-, persoonlijke en commerciële doelstellingen geformuleerd. Aan elk van deze doelstellingen wordt vooraf een bepaald gewicht in de evaluatie toegekend. Voor 2012 hadden de elementen van evaluatie betrekking op onder meer organisatorische, budgettaire, economische en ecologische aspecten en/of resultaten. Ook het totale functioneren van het directielid wordt beoordeeld, naast de evaluatie op basis van de geformuleerde doelstellingen. De periode waarbinnen deze prestaties beoordeeld werden, loopt van 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Er werden geen aandelen(opties) en/of rechten om aandelen te verwerven toegekend aan de leden van het uitvoerend management (inclusief de gedelegeerd bestuurder). Er werden ook geen arbeidsovereenkomsten gesloten met de gedelegeerd bestuurder of een ander lid van het directiecomité op of na 1 juli 2009.
VOORNAAMSTE KENMERKEN VAN DE INTERNE CONTROLE- EN RISICOBEHEERSSYSTEMEN VAN DE VENNOOTSCHAP De raad van bestuur is zich bewust van haar verantwoordelijkheden en houdt rekening met de risico’s bij het bepalen van de strategische richting die het bedrijf uitgaat. Op haar vergaderingen komen de risicogerelateerde onderwerpen aan bod. Ook het directiecomité is zich bewust van het belang van een goede interne controle en een goed risicobeheer. Risicogerelateerde onderwerpen worden besproken op de wekelijkse vergaderingen. Binnen alle afdelingen wordt een risicobeheerbeleid gevoerd, waarbij de beleidslijnen zijn bepaald, procedures werden uitgeschreven, handtekeningbevoegdheden bepaald werden, knipperlichten werden ingebouwd en gebruik gemaakt wordt van checklists. Tevens worden de wijzigingen in de wetgeving opgevolgd. Er werden ook de nodige maatregelen getroffen voor de beveiliging van informatie. Een aantal specifieke afdelingen focussen zich sterk op risico’s: Preventie en Bescherming, Milieu en Kwaliteit, Compliance Management, de verantwoordelijke Minder Hinder, de ombudsman en de interne auditor. Daarnaast maakt de vennootschap ook werk van de opvolging en rapportering van risico’s. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een betrouwbaar informatiesysteem en de Balanced Scorecard, zowel als meetinstrument als rapporteringsysteem. Op de geïnstalleerde procedures worden intern kwaliteitsaudits uitgevoerd. Zowel de interne auditor, externe auditor als de economisch toezichthouder van het Vlaamse Gewest houden toezicht op de vennootschap.
Verslag van de raad van bestuur
23
24
Jaarverslag 2012
CONTROLE VAN DE VENNOOTSCHAP Op 8 juni 2011 werd Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA, J. Englishstraat 52 te Borgerhout, vertegenwoordigd door Ronald Van den Ecker, benoemd als commissaris van de vennootschap door de algemene vergadering.Het mandaat van de commissaris eindigt bij het sluiten van de algemene vergadering die zich uitspreekt over de jaarrekening in 2014. De jaarlijkse vergoeding van de commissaris voor de statutaire controle over de jaarrekening van de vennootschap bedraagt 45.675 euro (exclusief BTW). Tijdens het afgelopen boekjaar werd als bijzondere opdracht aan de commissaris en aan personen met wie hij beroepshalve in samenwerkingsverband staat een bedrag van 4.715 euro betaald in het kader van een fiscaal dossier. Deze opdracht werd door het auditcomité besproken.
AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR EN KRUISPARTICIPATIES De Vlaamse Milieuholding bezit alle aandelen van Aquafin NV. Er bestaan geen kruisparticipaties.
TOELICHTING BIJ DE AFWIJKING TEN OPZICHTE VAN DE CODE Aquafin past de bepalingen zoals vastgesteld in de “Belgische corporate governance code” voor genoteerde bedrijven toe. In bepaalde gevallen wordt afgeweken van de code wegens het eigen karakter van het aandeelhouderschap van de onderneming. De bepalingen van deze code die niet nageleefd worden, worden hierna verder toegelicht. • Bepaling 5.2/4: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het auditcomité. Het auditcomité telt vijf leden die allen niet-uitvoerende bestuurders zijn. Twee leden zijn volgens de Belgische Corporate Governance Code onafhankelijk. Het auditcomité is daardoor niet in meerderheid samengesteld uit onafhankelijke bestuurders. De raad van bestuur is van oordeel dat met het huidige aantal onafhankelijke bestuurders het auditcomité evenwichtig is samengesteld uit betrokkenen die belang hebben bij een goede en onafhankelijke werking van het auditcomité en dat dit voldoende garantie biedt voor een deugdelijk en efficiënt functioneren van het comité.
• Bepaling 5.4/1: meerderheid van onafhankelijke bestuurders in het benoemings- en remuneratiecomité. Het benoemings- en remuneratiecomité is samengesteld uit drie niet-uitvoerende bestuurders waarvan één bestuurder als onafhankelijk kan worden beschouwd volgens de criteria van de Belgische corporate governance code. De reden hiervoor is dat een zinvolle bijdrage aan het benoemings- en remuneratiecomité slechts mogelijk is wanneer de leden het bedrijf en de specifieke context waarbinnen het moet werken door en door kennen. • Bepaling 8.8: samenroepen van /voorstellen indienen voor algemene vergaderingen. In de statuten van de vennootschap is de wettelijke drempel van 20% voor de bijeenroeping van een algemene vergadering opgenomen. Gelet op de eigenheid van het aandeelhouderschap van de vennootschap heeft een verlaging van de drempel voor de indiening van voorstellen voor de algemene vergadering tot op vandaag geen nut.
TRANSACTIES MET VOORWETENSCHAP EN MARKTMISBRUIK Vermits de Richtlijn 2003/6/EC betreffende de handel met voorwetenschap en marktmanipulatie sinds de uitgifte van de obligatielening van toepassing is op de vennootschap, werden in het vernieuwde charter (goedgekeurd door de raad van bestuur op 14 januari 2010) maatregelen opgenomen om te voldoen aan de bepalingen van deze richtlijn. De rol van de compliance officer inzake de naleving van de toepasselijke bepalingen en de nodige informatieverstrekking is omschreven. Een verhandelingsregelement zal indien nodig worden opgesteld door de raad van bestuur. De heer A. Vanden Bon, secretaris van de raad van bestuur, is aangesteld als compliance officer. In 2012 werden er geen meldingen gedaan waarop deze bepalingen van toepassing zijn.
Verslag van de raad van bestuur OVER HET BOEKJAAR 2012 Schoon water in onze beken en rivieren, daar maakt Aquafin elke dag werk van. Onze focus ligt vandaag niet alleen meer op de zuivering en een optimaal transport van huishoudelijk afvalwater. Voor onze klanten willen we ook in ruimere zin meewerken aan oplossingen voor propere waterlopen. We zijn het voorbije jaar verder gegaan met de uitwerking van ons strategisch plan en hebben de organisatie nu volledig gekanteld in de richting van de klant. De eerste resultaten daarvan zijn goed merkbaar. We hebben al onze targets gehaald voor de aanbesteding en oplevering van projecten voor het Vlaamse Gewest. Gezien het natte jaar hebben we ook prima zuiveringsresultaten behaald. Daarnaast zijn we de enige operator op de commerciële markt die het aantal klant-gemeenten vorig jaar wist uit te breiden. Op middellange termijn willen we zowel het gewest als onze klant-gemeenten nieuwe producten aanbieden, die gericht zijn op de adaptatie aan de veranderende klimaatomstandigheden in Vlaanderen.
Verslag van de raad van bestuur
25
26
Jaarverslag 2012
Belangrijkste evoluties tijdens het boekjaar FOCUS OP DE KLANT Wat Aquafin bijzonder maakt binnen Europa, is onze volledige kennis van de afvalwatercyclus. We kunnen het Vlaamse Gewest en onze klant-gemeenten een totaalpakket aan diensten aanbieden, van gebiedskennis, technische en technologische kennis tot operationele ervaring, asset management en financiële expertise. Als kennisbedrijf willen we voortdurend verdere innovatieve producten ontwikkelen in samenwerking met onze klanten, om aan hun werkelijke behoeften te kunnen voldoen. Die ambitie vroeg om een hertekening van de organisatie en een slim gebruik van data. Om wendbaar te zijn hebben we onze organisatie verrijkt met een procesgerichte insteek. Waar nodig worden medewerkers van verschillende afdelingen samengebracht in wisselende multidisciplinaire teams. Er zijn binnen onze organisatie geen aparte silo’s meer. De kernprocessen Financieren, Visievorming op het netwerk, Versnelde uitvoering en Transporteren en zuiveren van afvalwater waren de voorgaande jaren al in kaart gebracht. In 2012 hebben we ons vijfde kernproces uitgetekend, de zorg voor Betrouwbare en performante installaties.
NIEUWE DIRECTIES VOOR EEN MEER GERICHTE AANSTURING
NIEUWE DIRECTIES GEDELEGEERD BESTUURDER
Na de kanteling van Aquafin tot een klantgerichte organisatie werden de bestaande directies omgevormd en uitgebreid om de gedefinieerde processen beter te kunnen aansturen. Wegens de omvang en de ouderdom van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen, werd Asset Management een aparte directie. Bijkomend kreeg Financieren de plaats die het gezien zijn belang voor de organisatie vereist. De sturende processen die extern gericht zijn werden samengebracht in de directie Marketing en ICT, terwijl de processen die op interne ontwikkeling gericht zijn gebundeld werden onder de directie Organisatie-ontwikkeling. Na een rigoureuze selectieprocedure, en op advies van het benoemings- en remuneratiecomité, besliste de raad van bestuur op 6 december 2012 volgende nieuwe directeurs/ leden van het directiecomité te benoemen: Hans Bruynooghe, Johan Maes en Sabine Schellens.
BETER SAMENWERKEN DOOR EEN SLIMMER DATABEHEER Om echt op maat van de klant te kunnen werken, moeten ook de ICT-voorzieningen aan de veranderde behoeften kunnen voldoen. De uitrol van het nieuwe document management systeem Alfresco was de eerste stap in de heroriëntering van de ICT-architectuur die nu plaats vindt. Tegelijk wordt de portaalomgeving gemoderniseerd. Achterliggend vindt de opzet van een business process modelling systeem plaats, dat de wendbaarheid van de ICTomgeving vergroot. In 2012 werd ook gestart met de digitalisering van de inkomende facturen en creditnota’s en de daaraan gekoppelde goedkeuringsstroom in AS400. Daarnaast werd Geopunt gelanceerd, een gebruikersinterface voor het visualiseren van onze centrale geografische databank. De beste software biedt uiteraard geen toegevoegde waarde zonder betrouwbare brongegevens. In 2012 boog een interne werkgroep zich over het data- en informatiebeheer binnen de organisatie, omdat we er garant voor willen kunnen staan dat onze rapportering rond IFRS en onze facturatie volledig betrouwbaar zijn. Ook in 2013 maken we verder werk van een optimalisering van ons data- en informatiebeheer.
FINANCIERING Kostenefficiënt financieren Johan Maes INFRASTRUCTUUR Visie op het netwerk - Versnelde uitvoering Dirk De Waele OPERATIES Transporteren en zuiveren van afvalwater Hans Bruynooghe ASSET MANAGEMENT Betrouwbare en performante installaties Erik Poppe MARKETING EN ICT Sturende processen Danny Baeten ORGANISATIE-ONTWIKKELING Sturende processen Sabine Schellens
FINANCIERING VAN AQUAFIN IN EEN VERANDERENDE MARKT ■ Verdere verschuiving naar institutionele investeerders
Het Basel III akkoord van het Basel Committee on Banking Supervision heeft als reactie op de kredietcrisis sterkere kapitaalseisen aan de banken gesteld. Een gevolg daarvan is dat de ruimte om kredieten te verstrekken voor de banken steeds beperkter wordt. Daardoor wordt het voor bedrijven voortdurend moeilijker en duurder om financiering op lange termijn te verkrijgen. Aquafin is de voorbije jaren dus op zoek gegaan naar alternatieve financieringsmogelijkheden. Die hebben we gevonden bij institutionele beleggers als pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Hun aandeel in de financiering van Aquafin neemt verder toe.
Verslag van de raad van bestuur
27
28
Jaarverslag 2012
■ Bijkomende
kaderovereenkomst Investeringsbank
met
de
Europese
De Europese Investeringsbank (EIB) staat in voor de helft van de financieringsbehoeften van Aquafin en verstrekt nog wel leningen met een lange looptijd. In 2012 is een nieuwe kaderovereenkomst ondertekend van 200 miljoen euro. Daarvan is een eerste schijf van 50 miljoen euro op 30 jaar opgenomen. Aan de basis van deze lening lag een audit waarbij Aquafin gescreend werd op zijn toekomstgerichtheid, zijn inspanningen om te anticiperen op de klimaatverandering, zijn technologische performantie en innovatieve kracht. Het gaat al om de achtste lening van de EIB aan Aquafin sinds 1994 voor investeringen in de Vlaamse waterzuiveringsinfrastructuur. Daarmee heeft deze instelling de uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur in Vlaanderen al voor 1,4 miljard euro gesteund. Aquafin is de EIB zeer dankbaar voor de goede samenwerking, het advies en de ondersteuning gedurende al die tijd. In 2013 zal met grote waarschijnlijkheid het tweede luik van deze lening ten bedrage van 150 miljoen euro ondertekend worden. ■ Hernieuwing van de financieringslijnen op korte termijn
Onze behoefte aan financiering op korte termijn wordt voor een belangrijk deel opgevangen via commercial paper, dat vooralsnog probleemloos geplaatst kan worden in de markt. De rest van de behoefte wordt gedekt door verschillende korte termijnlijnen, aangezien de banken zich ook voor leningen op korte termijn aan nieuwe bepalingen moeten houden. De invloed daarvan is merkbaar op de kostprijs van de aangehouden kredietlijnen, zowel wat betreft de reserveringscommissies als de opnamemarges.
Om een evenwicht te behouden tussen de kostprijs van deze instrumenten en de omvang ervan, keurde de raad van bestuur in 2012 een nieuwe strategie goed om een deel van de benodigde (korte termijn) financiering te kunnen blijven garanderen en dus over voldoende potentiële extra financieringsbronnen te kunnen blijven beschikken. Alle kredietlijnen worden in functie van de nieuwe strategie heronderhandeld, een operatie die zal afgerond worden in het eerste kwartaal van 2013. Ook in 2012 werd de revolving credit facility geherfinancierd. Verschillende banken voerden een nek aan nek race om de lead te kunnen nemen. Met KBC als Mandated Lead Arranger werd de lijn onderschreven voor een bedrag van 100 miljoen euro. Aquafin kan terugkijken op een partnership dat teruggaat tot 2003, het jaar waarin de eerste revolving credit facility getekend werd. ■ Actief rentemanagement vermindert de financieringskost
Door het renterisico actief te beheren, wil Aquafin de financieringskosten optimaliseren. In 2006 heeft de raad van bestuur de krijtlijnen van een dynamisch beheer van het renterisico goedgekeurd. In 2008 werd het rentebeleid aangepast. In 2009 werden voornamelijk de omschrijvingen en definities aangepast. Aan de principes zelf werd niets gewijzigd. Het actief rentemanagement mag toegepast worden op 35% van de uitstaande schuld op lange termijn. Ook de toekomstige rentelasten mogen ingedekt worden tot maximum 50% van de gebudgetteerde toekomstige schulden op lange termijn met een horizon van 5 jaar. Hierbij zijn de risico’s steeds ingedekt en is er steeds een onderliggende lening tegenover de indekkingsstructuur.
Het financiële resultaat van het rentemanagement wordt berekend tegen individuele benchmarks (het resultaat van een individuele strategie in vergelijking met de geldende swap rente op het moment van het opzetten/uitvoeren van de structuur). De rentekost van de onderliggende lening moet worden samengenomen met het resultaat van de structuur die hierop gebouwd is, om de uiteindelijke financieringslast te kennen. De besparingen die zo gerealiseerd werden, zijn ook in 2012 conform de afspraken verrekend met de drinkwatermaatschappijen. De omgeving waarbinnen de hedging structuren opgezet worden is ook onderhevig aan de Basel III regelgeving, waarbij banken rekening moeten houden met hun – beperkte – eigen middelden. Aquafin zal zich dan ook voorbereiden op de stelselmatig verstrengende voorwaarden van deze financiële instellingen. ■ Rating blijft stabiel
De doorlichting van de kredietwaardigheid van Aquafin wordt jaarlijks opgevolgd door kredietbeoordelaar Moody’s. De rating blijft ten opzichte van vorig jaar ongewijzigd. In de analyse komt duidelijk de nauwe band met het Vlaamse Gewest naar voren. Met haar Aa2 rating voor leningen op lange termijn heeft de organisatie dan ook dezelfde beoordeling als het Vlaamse Gewest, die hoger blijft dan de rating van België. Voor leningen op korte termijn heeft Aquafin een P-1 rating. Daarmee behoort Aquafin tot de top van kredietwaardige bedrijven, wat ook blijkt uit het vertrouwen dat de organisatie blijft genieten bij de verschillende kredietverstrekkers.
WIJZIGINGEN AAN HET SAMENWERKINGSVERBAND RIO-LINK Sinds 2004 mag Aquafin mee concurreren met de andere riooloperatoren op de gemeentelijke markt. Aquafin trad in maart 2011 toe tot rio-link, een samenwerkingsverband tussen drinkwatermaatschappijen TMVW en AWW, door de verwerving van een derde van de aandelen. De overige aandelen zijn in handen van de cvba water-link. Op die manier kon de eerdere samenwerking tussen AWW en Aquafin (onder de naam RI-ANT) verder gevaloriseerd worden binnen rio-link. Op 6 december 2012 nam de raad van bestuur verschillende beslissingen in verband met de activering van rio-link. Zo werd een voorstel goedgekeurd in verband met de verlaging van het aantal bestuurders, de verdeling van de zetels in de raad van bestuur tussen de aandeelhouders, het voorzitterschap van de raad van bestuur en het aanstellen van een algemeen directeur. Verder werd de dienstverleningsovereenkomst tussen AWW en Aquafin vervangen door één tussen rio-link en Aquafin.
De krachtlijnen zijn dezelfde als diegene die in de eerste overeenkomst golden. Kleinere aanpassingen formaliseerden praktische afspraken inzake werkverdeling, zonder fundamentele impact op Aquafin’s positie. De aandeelhoudersovereenkomst werd eveneens aangepast.
AANKOOP VAN INSTALLATIES EN GRONDEN VAN DE VLAAMSE MILIEUMAATSCHAPPIJ In het kader van de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin kreeg het bedrijf in 1994 het gebruiksrecht van de installaties die al opgericht waren voordat het bedrijf actief was. Deze installaties staan niet op de balans van Aquafin. De investeringen voor renovaties en uitbreidingen van deze installaties, die Aquafin de voorbije jaren heeft uitgevoerd, staan wel op onze balans. Omdat het beheer van dit patrimonium door twee partijen niet efficiënt bleek, ging de Vlaamse Regering in op de vraag van Aquafin om de installaties en de bijhorende gronden die in handen zijn van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) door Aquafin zelf te laten aankopen, exploiteren en financieren. Om de financiering van de uitgaven voor deze aankoop van VMMinstallaties mogelijk te maken, zijn de beheersovereenkomst en de affectatieovereenkomst aangepast. De aankoop verliep in twee fases, verspreid over 2010 en 2011. In januari 2012 werd als uitloper van de tweede fase de verkoop van de RWZI’s Antwerpen-Noord en Oostende voltooid voor een bedrag van bijna € 58 miljoen.
EU-BOETE VOOR BELGIË: EEN LAATSTE STAND VAN ZAKEN Op het moment voldoet België nog niet aan de bepalingen van de Europese richtlijn Stedelijk Afvalwater voor de agglomeraties boven 10.000 inwoners. Europa legde in dit dossier een verzoekschrift neer bij het Europese Hof met het oog op een veroordeling van België. Alhoewel België zal veroordeeld worden, zullen de eventueel opgelegde boetes moeten verdeeld worden tussen de drie betrokken gewesten. Die maakten echter nog geen afspraken over een mogelijke verdeling. Voor Vlaanderen ging het nog om één enkele agglomeratie/ zuiveringsinstallatie die niet volledig in orde was, met name die van Beersel. Die installatie was operationeel, maar de verplichte staalnames konden nog voor geen volledig jaar voorgelegd worden. Wat Vlaanderen betreft lijkt het Hof nu te aanvaarden dat er voor de agglomeratie Beersel de nodige bemonsteringen plaatsvonden. Gelet op deze vaststelling zal Vlaanderen mogelijk geen dwangsom hoeven te betalen.
Verslag van de raad van bestuur
29
30
Jaarverslag 2012
Uitbouw van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest In 2012 heeft Aquafin alle gestelde targets gehaald voor hydronautstudies, aanbestedingen en opleveringen van projecten. De overstap één jaar geleden naar procesgericht werken in geografisch bepaalde business units, heeft ondertussen al duidelijk zijn meerwaarde bewezen. De volgende jaren zullen we ons concentreren op een optimale uitvoering van de ontwerpfase en risicobeheersing bij de projectuitvoering.
De actieve opdrachtenportefeuille met investeringsprojecten voor het Vlaamse Gewest bedroeg op 31 december 2012 ruim 1,2 miljard euro voor 1.176 projecten. Aquafin leverde tot die datum 2.416 investerings- en renovatieprojecten op voor 3,1 miljard euro.
OPLEVERINGEN HYDRONAUTS (mio euro) 4,0 3,5
Per 31 december 2012 was Aquafin verantwoordelijk voor de exploitatie van 265 rioolwaterzuiveringsinstallaties*. Om het afvalwater naar de zuiveringsinstallaties te transporteren, heeft Aquafin 5.172 km leidingen in beheer. Aquafin beheert 1.333 bovengemeentelijke pompstations en bergbezinkingsbekkens.
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0 2008
2009
2010
2011
2012
WAARDE PROJECTENPORTEFEUILLE OP 31 DECEMBER 2012 ■ Multilaterale overeenkomsten met studiebureaus in voege
Opgeleverd
3.141,35
mio euro
Gegund en aanbesteed
402,14
mio euro
In ontwerp
813,17
mio euro
■ Visie-ontwikkeling over de uitbouw en het beheer van
de zuiveringsinfrastructuur In hydraulische studies worden de fysische parameters van het stelsel geregistreerd en vastgelegd. In 2012 heeft Aquafin 59 hydronautstudies opgeleverd, voor een totaal van 3,4 miljoen euro. Hiervan waren 46 studies nodig voor de uitbouw van het rioolstelsel, de overige 13 studies hadden tot doel de kennis over de zuiveringsgebieden te vergroten. De target voor 2013 ligt opnieuw op 3,4 miljoen euro.
Aquafin werkte de voorbije jaren een concept uit waarmee het wil bouwen aan duurzame relaties met de studiebureaus. Na een periode van uitgebreid overleg met sectorvertegenwoordigers, wijzen we sinds eind 2012 via multilaterale overeenkomsten jaarlijks een bepaald percentage van onze portefeuille voor transportprojecten toe aan geselecteerde studiebureaus. Het percentage ligt vast voor vier tot zes jaar en staat in verhouding tot de prijs, de kwaliteit en de capaciteit van het studiebureau. Op deze manier reserveert Aquafin gegarandeerde capaciteit waarop het steeds op zeer korte termijn een beroep kan doen en waardoor de doorlooptijd van het project verkort. Een meer structurele samenwerking met Aquafin geeft de studiebureaus dan weer de zekerheid dat het de moeite loont om te investeren in specialisatie, wat opnieuw de kwaliteit ten goede komt. De opsplitsing van Vlaanderen in regionale deelgebieden maakt het bovendien ook voor kleinere studiebureaus, die vaak over een goede gebiedskennis beschikken, mogelijk om een partnership met Aquafin aan te gaan.
Door een gerichte samenwerking op te zetten tussen onze kernprocessen Visie op het netwerk, Transporteren en zuiveren van afvalwater en het vorig jaar gedefinieerde Betrouwbare en performante installaties, hebben we ons nog beter georganiseerd om te komen tot optimaal werkende zuiveringsgebieden. Uiteraard moeten we daarvoor ook nauw samenwerken met overheden, administraties en andere instanties.
* Exclusief RWZI Laarne, in beheer van Aquafin, maar geëxploiteerd door derden.
Verslag van de raad van bestuur
31
32
Jaarverslag 2012
VLAANDEREN BEANTWOORDT AAN EUROPESE RICHTLIJN STEDELIJK AFVALWATER In september 2012 activeerde Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege de laatste collector die in Vlaanderen nodig was om te voldoen aan de Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater. Het huishoudelijke afvalwater van alle agglomeraties vanaf 2.000 inwoners wordt nu eerst gezuiverd vooraleer het in een waterloop terecht komt. De realisatie van de Richtlijn Stedelijk Afvalwater betekent in elk geval niet dat er niet meer geïnvesteerd wordt in de bovengemeentelijke rioleringsinfrastructuur. De volgende uitdaging is immers om ook te voldoen aan de Europese Kaderrichtlijn Water, die een goede kwaliteit van het oppervlaktewater beoogt tegen 2015. Hoewel onze beken en rivieren er door de zware inspanningen de afgelopen twee decennia sterk op vooruit gingen, zijn er nog heel wat optimalisaties in het rioolstelsel nodig om de waterkwaliteit te verbeteren. Vanzelfsprekend moet alle zuiveringsinfrastructuur ook onderhouden en geëxploiteerd worden. Informatie van onze buurlanden leert dat er jaarlijks 1 à 2% van het totale geïnvesteerde vermogen moet worden gereserveerd voor structureel onderhoud van het patrimonium.
In 2012 werden 10 nieuwe zuiveringsinstallaties opgeleverd: in Moelingen, Overslag, Stavele, Gistel-Moere, Sint-Jan-in-Eremo, Brakel-Michelbeke, Beauvoorde, Lovie, Ninove–Rendestede en Melsbroek. Negen zuiveringsinstallaties werden gerenoveerd of uitgebreid. Het gaat om de installaties in Wichelen, Tongeren, Mol, Merksplas, Eisden, Beverlo, Ninove, Lichtaart en Brugge. ● Nieuwe zuiveringsinstallaties ● Gerenoveerde zuiveringsinstallaties
AANBESTEDINGSRITME (mio euro)
OPLEVERINGSRITME (mio euro)
200
200
180
180
160
160
140
140
120
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
0
0 2008
2009
2010
2011
2012
2008
2009
2010
2011
2012
■ Ingediende dossiers ■ Totaal opgeleverde dossiers
■ Hoogste aanbestedingsvolume sinds 2002
Aquafin bracht in 2012 het afgesproken volume projecten ten bedrage van 177 miljoen euro op de markt. Door de gunstige prijzen in de tweede jaarhelft konden de voorziene projecten worden aanbesteed voor een totaal van 163 miljoen euro. In totaal ging het om 120 projecten. Voor 2013 ligt de target op 170 miljoen euro, vooropgesteld dat die doelstelling past binnen de budgetten van het Vlaamse Gewest. Door samenwerking met gemeentes en intercommunales steeg het bedrag van 163 miljoen euro dat Aquafin voor het gewest realiseerde tot ruim 260 miljoen euro. ■ Hoogste opleveringsvolume van de voorbije vier jaar
Infrastructuurprojecten uitvoeren moet in een steeds complexere omgeving gebeuren. Zo worden vergunningverlenende instanties steeds veeleisender, zijn er steeds meer partijen in de projecten en worden burgers kritischer. Toch heeft Aquafin in 2012 voor een bedrag van 195 miljoen euro projecten uitgevoerd. Omdat de projecten kleiner worden, moest hiervoor een recordaantal van 130 dossiers ingediend worden bij het Vlaamse Gewest. Het Vlaamse Gewest stelde zich in 2012 net zoals het jaar voordien zeer strikt op in verband met de administratieve correctheid van de dossiers. Daardoor heeft de klant maar voor 175 miljoen euro aan projecten als opgeleverd beschouwd. De andere dossiers worden in de loop van 2013 waar nodig administratief bijgewerkt.
De vormelijke aspecten van de dossiers die we indienen, zullen in 2013 nog nauwlettender worden opgevolgd door Aquafin. De target voor 2013 bedraagt voor de opleveringen 160 miljoen euro, ook hier mits de nodige budgetten en middelen worden goedgekeurd. In de nabije toekomst willen we evolueren naar een vast opleveringsvolume. In eerste instantie werden hiervoor de nodige projectvoorstellen gedaan aan het Vlaamse Gewest. Naast de aandacht voor de opleveringen en de aanbestedingen zullen we meer focussen op de ontwerpfase, om al vanaf dan maximaal te kunnen anticiperen op eventuele risico’s op vertraging of problemen bij uitvoering. In 2012 werden voor technische kennisdomeinen alvast interne materiedeskundigen aangewezen. Verder werd een systeem ontwikkeld voor een projectspecifiek communicatieplan voor werken in uitvoering. In 2013 zal verder werk worden gemaakt van een pro-actief risicobeheer bij uitvoeringsprojecten en een optimale invulling van projectmanagement. Ook onze samenwerking met de nutsmaatschappijen blijft een belangrijk aandachtspunt. Aquafin heeft begin 2013 alvast met Eandis een samenwerkingsprotocol afgesloten om duidelijke afspraken te maken over het verplaatsen van nutsleidingen en het melden van stroomonderbrekingen.
Verslag van de raad van bestuur
33
34
Jaarverslag 2012
Bouwactiviteit per bekken in 2012 IJZER - BRUGSE POLDERS - GENTSE KANALEN - LEIE KNOKKE ● ● HEIST WATERVLIET ● BOEKHOUTE ● ●
BRUGGE ● OOSTENDE
●
●
BEAUVOORDE
KOEKELARE BALIEBRUGGE ●
● PERVIJZE
●
STAVELE
WATOU ●
●
WOUMEN ●
● VLETEREN
●
LOVIE ●
POPERINGE ●
● WINGENE
KORTEMARK ● STADEN ●
LO ●
ROESBRUGGE
●
RUDDERVOORDE
TIELT ●
● DEINZE
PITTEM ROESELARE ●
LANGEMARK
●
MOERBEKE ●
GENTSE KANALEN ● EVERGEM
●
● STEKENE ● SINAAI
● SINT-NIKLAAS SINT-NIKLAAS ● HEIMOLEN
LOKEREN - DOORSLAAR
● GENT
NEVELE ●
●
MOERBEKE KRUISSTRAAT ● ●
OVERSLAG
BEERNEM ZOMERGEM ● AALTER ● ● ● SINT-PIETERSVELD
●
WULPEN ●
ZELZATE ● ERTVELDE
GISTEL - MOERE
IJZER
SINT-JAN-IN-EREMO
● EEKLO
BRUGSE POLDERS
● JABBEKE
● ADINKERKE
MALDEGEM ●
●
● LATEM DEURLE
● OLSENE ● INGELMUNSTER
● IEPER ZONNEBEKE ● ● ● VLAMERTINGE
MOORSLEDE
●
● HEUVELLAND LEDEGEM WESTOUTER-CENTRUM IEPER - HOLLEBEKE ● ● ● KRUISEKE ● ● ● MENEN KEMMEL LOKER
LEIE ● HEULE
● WAREGEM ● BEVEREN-LEIE ● HARELBEKE
● in exploitatie genomen in 2012
IJZER
GENTSE KANALEN
Zuiveringsgraad: 77,08% (76,5% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 23 RWZI’s ● 113 pompstations ● 399 km leidingen
Zuiveringsgraad: 82,37% (80,6% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 18 RWZI’s ● 85 pompstations ● 420 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
32
21.961.424 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
11
6.699.430 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
10
4.796.526 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
8
4.760.589 €
BRUGSE POLDERS
LEIE
Zuiveringsgraad: 85,99% (84,9% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 12 RWZI’s ● 106 pompstations ● 352 km leidingen
Zuiveringsgraad: 75,03% (72,8% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 17 RWZI’s ● 67 pompstations ● 370 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
9
3.376.886 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
14
9.474.900 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
22
11.121.737 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
9
9.325.239 €
BENEDEN-SCHELDE - BOVEN-SCHELDE - DENDER BERENDRECHT ●
BENEDEN-SCHELDE ●
ANTWERPEN - NOORD KIELDRECHT DE KLINGE
● BRASSCHAAT
●
KALLO ●
SCHOTEN MERKSEM ● ● ● SCHILDE ● DEURNE BURCHT ● ● WOMMELGEM
● BEVEREN ●
ANTWERPEN - ZUID
DESTELBERGEN ● MERELBEKE DE PINTE - ZEVERGEM ● EKE ● GAVERE ● KRUISHOUTEM ●
BOVEN-SCHELDE
ROLLEGEM
● HELKIJN
ZELE ● BERLARE ● ● WICHELEN ●
LEDE
OOSTERZELE ● BAMBRUGGE ● ● BAVEGEM HELDERGEM ● ZWALM
●
● AALST
● BOECHOUT
● EDEGEM ● AARTSELAAR ● BOOM ● ● BLAASVELD RUISBROEK
SINT-AMANDS ●
● DENDERMONDE ● LONDERZEEL ● LEBBEKE - ROOIEN ● MERCHTEM
LIEDEKERKE ●
● ASSE - BOLLEBEEK
●
ASSE - BEKKERZEEL
DENDER BRAKEL-MICHELBEKE SINT-ANTELINKS ● ● NINOVE ● SINT-MARIA-LIERDE ● ZANDBERGEN ● ELSEGEM BRAKEL ● ● ● ● NINOVE - RENDESTEDE SCHORISSE ● ● GERAARDSBERGEN PARIKE ● KLUISBERGEN ● AVELGEM ● GALMAARDEN ● RONSE ● OUDENAARDE
AALBEKE TOLPENHOEK ● ●
● LOKEREN
OVERSCHELDE ● ● ● MELLE ● WETTEREN
● DIKKELVENNE
TEMSE ● ● ● HAMME BORNEM
●
● in exploitatie genomen in 2012
BENEDEN-SCHELDE
DENDER
Zuiveringsgraad: 90,6% (88,3% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 41 RWZI’s ● 205 pompstations ● 835 km leidingen
Zuiveringsgraad: 79,63% (79,4% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 13 RWZI’s ● 101 pompstations ● 450 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
26
23.222.261 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
37
44.384.045 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
18
13.499.951 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
8
4.936.827 €
BOVEN-SCHELDE Zuiveringsgraad: 69,32% (68,1% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 18 RWZI’s (inclusief RWZI Laarne, geëxploiteerd door derden) ● 46 pompstations ● 188 km leidingen Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
17
11.742.677 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
12
7.824.109 €
Verslag van de raad van bestuur
35
36
Jaarverslag 2012
DIJLE - NETE RAVELS ●
BEERSE MALLE ●
OUD-TURNHOUT ● ● TURNHOUT ● VOSSELAAR
●
VIERSEL HOVE ●
●
● NIJLEN
●
● LICHTAART GROBBENDONK ● HERENTALS
MORKHOVEN ● LIER ● ● BERLAAR DUFFEL - MIJLSTRAAT ● ● ITEGEM DUFFEL ● HEIST-OP-DEN-BERG ● ● HULSHOUT MECHELEN - NOORD ● BONHEIDEN ● ZEMST - KESTERBEEK ZEMST - HOFSTADE ● ● ● BOORTMEERBEEK ● ZEMST - LAREBEEK ● HUMBEEK MELSBROEK ● KAMPENHOUT ● ● GRIMBERGEN STEENOKKERZEEL - NOORD
●
● KORTENBERG
●
NEGENMANNEKE
● GEEL - MOSSELGOREN ● MOL
NETE
● GEEL ● WESTERLO
● WOLFSDONK
● BIERBEEK
TERVUREN ●
● SINT-PIETERS-LEEUW
● DESSEL
● LEUVEN
DIJLE LENNIK - VARENBERGBEEK
● MOL-POSTEL ● RETIE
● ZOERSEL PULDERBOS ●
● ARENDONK
● OUD-HEVERLEE
● HULDENBERG
● BEERSEL
● in exploitatie genomen in 2012
DIJLE
NETE
Zuiveringsgraad: 73,11% (72,0% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 20 RWZI’s ● 183 pompstations ● 509 km leidingen
Zuiveringsgraad: 75,93% (75,7% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 31 RWZI’s ● 132 pompstations ● 528 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
23
29.356.641 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
18
31.198.860 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
21
7.749.545 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
7
14.886.869 €
DEMER - MAAS MEER ● ESSEN ●
KALMTHOUT ●
● POPPEL
HOOGSTRATEN ● ● LOENHOUT ● BRECHT
MAAS
● ZONDEREIGEN
● MERKSPLAS ACHEL ● ● HAMONT LOMMEL ●
● OVERPELT
EKSEL ●
● LOZEN ● BOCHOLT ● BREE
● PEER
KINROOI ● KESSENICH ●
● NEEROETEREN MAAS BEVERLO ● ● DILSEN ● KOERSEL ● HEUSDEN ENGSBERGEN HOUTHALEN - CENTRUM ● ● ZICHEM ● ● ● HOUTHALEN - OOST MESSELBROEK LUMMEN - GENEIKEN ZONHOVEN ● ● ● ● ● EISDEN ZOLDER ● AARSCHOT ● ● DIEST HASSELT - KIEWIT ● ● RILLAAR KERMT ● HALEN ● BOORSEM ● ● ● ● GENK BOKRIJK HASSELT ● LANAKEN ROTSELAAR ● GEETBETS DEMER SINT-JORIS-WINGE ● ● BILZEN ALKEN ● ● SINT-TRUIDEN WIMMERTINGEN VISSENAKEN ● ROOSBEEK ● HOESELT ● RIEMST ● ● ZOUTLEEUW ● BORGLOON - TIVOLI NEERVELP ● HOEPERTINGEN ● ● BIERBEEK - KLEINBEEK ● ● RIKSINGEN ● ● TIENEN ● OPLINTER BORGLOON - NEREM ● ZICHEN ● ● ● ● GELMEN TONGEREN HOEGAARDEN ● LANDEN ● VOEREN - VEURS MOELINGEN RUMSDORP TESSENDERLO
● in exploitatie genomen in 2012
DEMER
MAAS
Zuiveringsgraad: 71,28% (70,7% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 43 RWZI’s ● 177 pompstations ● 645 km leidingen
Zuiveringsgraad: 85,08% (84,4% in 2011) Bovengemeentelijke infrastructuur in beheer: ● 30 RWZI’s ● 115 pompstations ● 470 km leidingen
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
50
35.751.667 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
16
19.094.118 €
Projecten in uitvoering Opgeleverde projecten
AANTAL
GUNNINGSBEDRAG
4
551.704 €
AANTAL
OPLEVERINGSBEDRAG
11
21.999.196 €
Verslag van de raad van bestuur
37
38
Jaarverslag 2012
Beheer van de zuiveringsinfrastructuur voor het Vlaamse Gewest In 2012 behaalde Aquafin goede zuiveringsresultaten voor het aangevoerde huishoudelijke afvalwater, met 96,5% van de zuiveringsinstallaties die aan alle normen voldoen. De weersomstandigheden waren een stuk minder gunstig dan tijdens het voorgaande jaar, maar onze goede procesopvolging heeft de impact daarvan sterk beperkt. De effluentresultaten van 2012 werden geëvalueerd voor 257 rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s). Dat zijn de zuiveringsinstallaties waarvan het Vlaamse Gewest in 1994 de exploitatie aan Aquafin toevertrouwde en de installaties die Aquafin zelf bouwde en opleverde aan de aannemer vóór juli 2012 én waarvoor de Vlaamse Milieumaatschappij een controleprogramma lopende heeft.
96,5% VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES VOLDEDEN AAN ALLE OPGELEGDE NORMEN
RWZI Hamont werd gerenoveerd in 2012. De installatie voldeed nipt niet aan het jaargemiddelde voor fosfor en kende ook één overschrijding van het dagmaximum voor stikstof.
In 2012 voldeden 248 installaties of 96,5% aan alle opgelegde emissiegrenswaarden (witte balken in de figuur). De grafiek geeft de evolutie weer over tien jaar. Het is de eerste keer sinds de oprichting van Aquafin dat alle geëvalueerde zuiveringsinstallaties voldoen aan de normen van de Europese richtlijn Stedelijk afvalwater, die tot april 2004 ook de sectorale normen waren van het Vlaamse Gewest. Wel voldeden er negen installaties niet aan de huidige strengere Vlaamse normering. Ze worden in de figuur aangegeven met een oranje balkje. De RWZI’s Lede, Ertvelde, Aalter, Maldegem en Jabbeke schoten tekort voor het verplichte verwijderingspercentage voor stikstof, waarbij Jabbeke ook te kort kwam voor het verwijderingspercentage voor BZV. KWZI Pervijze voldeed niet aan het verwijderingspercentage voor CZV, RWZI Vlamertinge niet aan de verplichte rendementen voor zwevende stoffen en fosfor. Het rietveld van Zemst-Larebeek kreeg zoveel verdund afvalwater te verwerken dat het niet voldeed aan de verplichte verwijderingspercentages voor BZV en CZV.
REGENJAAR BEÏNVLOEDT ZUIVERINGSRESULTATEN Elke drie liter water die op een zuiveringsinstallatie toekomt, kan ruwweg worden ingedeeld in één liter afvalwater, één liter hemelwater en één liter parasitair debiet. Het afvalwater in de riool wordt dus evenveel verdund door hemelwater dat afstroomt van verharde oppervlakten, als door de zogenaamde parasitaire debieten: aangesloten oppervlaktewater en grondwater dat in de riolering sijpelt. Schoon water dat op de riolering zit, verdunt het afvalwater dat op de zuiveringsinstallaties toekomt. Het klinkt paradoxaal, maar hoe schoner – lees verdunder – het afvalwater is, hoe groter het nadelige effect op het zuiveringsproces. Bij regenweer worden er grotere volumes water naar de zuiveringsinstallaties getransporteerd, waardoor de verblijftijd van het toegeleverde water er korter wordt en het nabezinkingsproces onder druk komt te staan.
EVALUATIE VAN DE WERKING VAN DE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2003
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
■ Voldaan t.o.v. alle normen ■ Niet voldaan (t.o.v. de strengere normen Vlarem Kleine Trein) ■ Niet voldaan (t.o.v. de normen van 2003)
Verslag van de raad van bestuur
39
40
Jaarverslag 2012
Bovendien gaan de overstorten op het rioleringsstelsel er sneller door werken, waardoor er vaker ongezuiverd water in onze waterlopen terecht komt. Dat bijkomende debiet zorgt ook nog eens voor extra pompkosten op de zuiveringsinstallaties en de tussenliggende pompstations. Tot 2004 waren de normen voor gezuiverd afvalwater in Vlaanderen een kopie van de Europese normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werden ze echter door een VLAREM-wijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. De doelstellingen uit VLAREM zijn dikwijls strenger dan die opgelegd in de RWZI-vergunningen. De wetgeving laat immers toe om tijdelijk af te wijken van de zeer strenge eisen, zolang minimum voldaan blijft aan de Europese normen. In samenspraak met de vergunningsverleners en de Vlaamse Milieumaatschappij werden er de voorbije jaren versoepelingen bepaald per rioolwaterzuiveringsinstallatie, in functie van de mogelijkheden van de installatie en de belasting ervan. Heel vaak is de verdunning van het influent echter de belangrijkste oorzaak voor het niet halen van de doelstellingen. Als het afvalwater al sterk verdund is op het moment dat het op de zuiveringsinstallatie toekomt, is het vaak onmogelijk om de verwijderingspercentages opgelegd door VLAREM te halen. De eerste reeks versoepelingen van de verwijderingspercentages (2006-2010) was onder meer gebaseerd op de effluentresultaten en verwijderingspercentages van het zeer natte jaar 2002. De huidige versoepelingswaarden houden geen rekening meer met een extreem nat jaar, omdat alleen de drie voorgaande kalenderjaren in beschouwing worden genomen. Nochtans heeft de neerslaghoeveelheid een duidelijke invloed op de efficiëntie van de afvalwatercollectering en de waterzuivering.
VERWIJDERINGSRENDEMENTEN BLIJVEN RUIM BOVEN TARGET Het gemiddelde verwijderingspercentage blijft al sinds een paar jaren stabiel voor BZV (97%), CZV (89%) en zwevende stoffen (95%). De verwijderingspercentages voor de nutriënten daalden in 2012 met 2% ten opzichte van het jaar ervoor. Wel blijven ze met 5% (stikstof) en 9% (fosfor) ruim boven de target van 75% die de Vlaamse Regering in 1995 vastlegde voor de totaliteit van de openbare waterzuiveringsinstallaties. Deze lichte daling werd veroorzaakt door de vele neerslag van het voorbije jaar. Met 976,5 mm neerslag was 2012 het elfde natste jaar sinds het begin van de metingen van het KMI. Op de tweede en eerste plaats staan 2002 en 2001. In 2002 viel 1.077,8 mm neerslag. 2001 was zelfs nog natter, met 1.088,5 mm neerslag.
MEER ZWEVENDE STOFFEN AANGEVOERD ÉN VERWIJDERD Het regenweer heeft ook als neveneffect dat slib dat bezonken is in het rioolstelsel deels terug uitgespoeld wordt richting zuiveringsinstallaties. 2012 was hierdoor dan ook een recordjaar voor wat betreft zwevende stoffen. Nooit werden zoveel zwevende stoffen aangevoerd én verwijderd in de zuiveringsinstallaties.
VERWIJDERDE VUILVRACHT EN ZUIVERINGSRENDEMENT VAN ALLE RIOOLWATERZUIVERINGSINSTALLATIES
60
80 75
100 95
110
90 100 85 90
80 75
80
‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12
‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12
■ Chemisch zuurstofverbruik
■ Stikstof
100
20
85
190
95
18
80
180
90
16
75
170
85
14
70
160
80
12
65
75
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
200
150
60
10
‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12
Verwijderingspercentage
85
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
90 65
Verwijderingspercentage
95
70
55
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
120
100
Verwijderingspercentage
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
75
■ Zwevende stoffen
Verwijderingspercentage
■ Biologisch zuurstofverbruik
‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12
■ Fosfor
3,2
Verwijderde vuilvracht (in 1.000 ton/jaar)
85 2,8 80 75 2,4 70 2,0
65 ‘03 ‘04 ‘05 ‘06 ‘07 ‘08 ‘09 ‘10 ‘11 ‘12
Verwijderingspercentage
90
In de grafieken wordt de verwijderde vuilvracht van de totaliteit van de rioolwaterzuiveringsinstallaties voorgesteld, samen met het verwijderingspercentage. Per gemeten parameter (BZV, CZV, zwevende stoffen, stikstof en fosfor) wordt het verschil bepaald tussen de biologisch behandelde vuilvracht en de restvuilvracht die geloosd wordt na biologische zuivering. Het verschil is de verwijderde vuilvracht, aangegeven in 1.000 ton/jaar. Het verwijderingspercentage is gelijk aan de tijdens de biologische behandeling verwijderde vuilvracht, gedeeld door de totale biologisch behandelde vuilvracht. ■ Verwijderde vuilvracht ● Verwijderingspercentage
Verslag van de raad van bestuur
41
42
Jaarverslag 2012
MEER VUILVRACHT AANGEVOERD EN BIOLOGISCH VERWERKT
BENCHMARKS BEVESTIGEN GOEDE OPERATIONELE AANPAK In 2012 heeft Aquafin opnieuw aan de onderzoeken van EBC en Aquabench deelgenomen. De resultaten liggen zoals verwacht in de lijn van de vorige jaren, maar het proces biedt interessante mogelijkheden tot kennisuitwisseling met andere deelnemers. De European Benchmarking Cooperation is een nonprofit organisatie die de prestaties van (afval)waterbedrijven onderling vergelijkt. Aan hun jongste project namen 31 voornamelijk Europese afvalwateroperatoren deel. De oefening wees opnieuw uit dat Aquafin een heel hoog investeringsritme aanhoudt, vergeleken met de andere bedrijven. Onze personeelskost per gezuiverde kubieke meter afvalwater ligt nog steeds bij de laagste bedragen. Dat betekent dat we efficiënt werken, zeker gezien de hoge loonkosten in België. Aquabench is als organisatie vergelijkbaar met EBC, maar dan specifiek gericht op Duitse (afval)waterbedrijven. Acht operatoren in afvalwaterzuivering van verschillende grootte deden mee. Bij deze oefening scoorde Aquafin (als enige buitenlandse participant) opnieuw goed op operationeel gebied, in onze kost per gezuiverd inwonersequivalent. Die ligt bij Aquafin opnieuw zo’n 20% lager dan bij de andere deelnemers, al komt dat deels door andere lokale omstandigheden. Uit de cijfers blijkt zeer duidelijk dat onze installaties ten opzichte van hun ontwerpcapaciteit hoog belast worden. Qua verbruik van elektrische energie zitten we gemiddeld. De Duitse bedrijven scoren wel nog steeds opvallend hoger op de productie van groene energie, maar ook dat komt grotendeels door een andere influentsamenstelling en meer mogelijkheden op het gebied van covergisting.
De gemeten vuilvrachten die op de zuiveringsinstallaties aangevoerd worden, kunnen omgezet worden in het aantal inwoners die al op de zuiveringsinfrastructuur aangesloten zijn. Het Vlaamse Gewest telt ruim 6,35 miljoen inwoners. Aangezien in 2012 de zuiveringsgraad meer dan 80% bedroeg, wil dat zeggen dat er in theorie 5,1 miljoen inwoners moeten aangesloten zijn op de collectieve waterzuivering. Trekt men hiervan de Vlaamse huishoudens af waarvan het afvalwater in de twee Brusselse zuiveringsinstallaties behandeld wordt, dan komt men op 5,0 miljoen inwoners waarvan de vuilvracht verondersteld wordt aangesloten te zijn op de zuiveringsinstallaties van Aquafin. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de vuilvracht van de bedrijven aangesloten op de collectieve zuivering. Voor het ontwerp van rioolwaterzuiveringsinstallaties wordt rekening gehouden met de theoretische dagelijkse vuilvracht van elke Vlaming: 54 g BZV, 135 g CZV, 90 g zwevende stoffen, 10 g stikstof en 2 g fosfor. Als we de vuilvrachten die in 2012 aangevoerd werden herrekenen naar deze hoeveelheden, zou er momenteel een vuilvracht van 4,7 miljoen inwoners aangevoerd worden (gemiddelde van de schattingen op basis van de vijf parameters). De gegevens over nutriënten geven een overschatting, de gegevens over BZV en zwevende stoffen een onderschatting. Deze cijfers tonen aan dat de vuilvracht die theoretisch naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties gevoerd wordt, er ook daadwerkelijk toekomt. Voor de onderschatting op basis van de BZV-gegevens zijn er twee verklaringen. Metingen uitgevoerd op het rioolstelsel van Tielt hebben een daling van de BZV-concentratie van 18% aangetoond ten gevolge van biodegradatie: micro-organismen breken het BZV in de riool af. Bovendien blijkt de theoretische dagelijkse vuilvracht waar men vanuit gaat, niet te kloppen. Een inwoner zou volgens een EPAS-studie in opdracht van VMM geen 54 g BZV per dag lozen, maar slechts 44 g. Latere studies van EPAS gaven een gemiddelde BZV-vracht van maar 38 g per inwoner. Als het aantal aangesloten inwonerequivalenten op basis van 44 g/IE/dag bepaald wordt, dan is het resultaat voor BZV ook 4,6 miljoen IE. De overschatting voor nutriënten kan verklaard worden door nutriëntenrijk insijpelend of geloosd grondwater en water van aangesloten grachten. Tijdens het afvalwatertransport gebeurt er geen nutriëntverwijdering. Organische stikstof wordt weliswaar bacterieel omgezet in ammonium, maar dit vermindert de totale stikstofvracht niet.
VISPOPULATIES HERSTELLEN ZICH Het optrekken van de zuiveringsgraad in Vlaanderen van 30% naar 80% heeft er toe geleid dat er veel minder vervuiling rechtstreeks in de waterlopen terecht komt. Daardoor is de toestand van de Vlaamse waterlopen er de laatste jaren sterk op vooruit gegaan. Daarnaast is ook de kwaliteit van de zuivering zelf in de loop der jaren steeds verbeterd. In tegenstelling tot onze buurlanden worden in alle Vlaamse zuiveringsinstallaties voor meer dan 2.000 inwoners ook fosfor en stikstof uit het afvalwater gehaald. Aquafin doet hiervoor zelfs veel beter dan de Vlaamse normen voorschrijven, met een rendement voor stikstof van 80% en voor fosfor van 84%. Daarnaast wordt op meer dan 80% van onze RWZI’s het volledige debiet dat binnenkomt, biologisch behandeld. De keuze die Aquafin in 2000 maakte om een debiet tot tien keer de aanvoer bij droog weer biologisch te behandelen, is tot vandaag uniek in Europa en wellicht zelfs op wereldvlak. Alle inspanningen hebben als resultaat dat er nu drie tot vijf keer minder vervuiling in onze beken en rivieren terecht komt. De laatste metingen van de Belgische Biotische Index tonen aan dat 35% van de waterlopen nu een goede biologische waterkwaliteit hebben en 20% een slechte. Twee decennia terug scoorde slechts 15% goed en maar liefst 60% slecht. Sinds de metingen van 2000 wordt overigens geen enkele waterloop nog als ‘uiterst slecht’ gekwalificeerd, terwijl we het aandeel dat ‘zeer goed’ scoort, steeds groter zien worden. Dat de verbetering van de waterkwaliteit ook de biodiversiteit nieuw leven inblaast, is bijvoorbeeld duidelijk te merken in het Scheldeestuarium. Zee- en brakwatervissen als haring, sprot, kabeljauw, zeetong, vinden hun weg weer naar de Schelde. Spiering, een typische estuariumsoort, wordt sinds 2001 meer en meer ook opgemerkt in het opwaartse deel van de Schelde, net zoals trekvissen zoals de rivierprik. Na de vissen volgen onvermijdelijk ook de jagers. Deze zomer werd een recordaantal zeehonden geteld in de Westerschelde. Er zijn niet alleen veel meer observaties, ze komen ook veel meer verspreid voor. Het herstel van de vispopulaties is wel het meest opvallend in de rivieren. De vissoorten beschermd door de Habitatrichtlijn vormen een belangrijke indicator. Begin jaren ’90 waren soorten zoals de beekprik, de rivierdonderpad en de kleine modderkruiper door de toenemende vervuiling quasi uitgestorven. Via de Habitatrichtlijn kreeg hun biotoop een beschermend karakter. Twintig jaar later verspreiden verschillende populaties zich opnieuw op zijtakken van de IJzer, de Dender, de Nete en de Maas. De verbetering van de waterkwaliteit kwam net op tijd om de restpopulaties te redden.
Verslag van de raad van bestuur
43
44
Jaarverslag 2012
NORMEN VOOR GEZUIVERD HUISHOUDELIJK AFVALWATER Het gezuiverde afvalwater (effluent) moet aan bepaalde normen voldoen, die afhankelijk zijn van de agglomeratiegrootte waarvoor de installatie gebouwd is. Tot 2004 waren deze normen een kopie van de Europese normen, opgelegd via de richtlijn Stedelijk Afvalwater (ERSA). Op Vlaams niveau werden ze door een Vlarem-wijziging tussen 2004 en 2006 verstrengd. Aquafin volgt vijf parameters op: biologisch zuurstofverbruik (BZV), chemisch zuurstofverbruik (CZV), totaal stikstof, totaal fosfor en zwevende stoffen. Het biologische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof bacteriën nodig hebben om op 5 dagen tijd bij 20° C de organische vuilvracht in 1 liter gezuiverd afvalwater af te breken.
Bij hoge BZV-waarden ontwikkelen de bacteriën zich zo snel dat het risico bestaat dat ze door hun ademhaling alle zuurstof uit het water opnemen. Het chemische zuurstofverbruik geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de aanwezige vuilvracht volledig te oxideren. De parameter zwevende stoffen geeft een maat voor de zwevende (niet oplosbare) stoffen die in het gezuiverde afvalwater mogen achterblijven. Te veel stikstof en fosfor in het water, brengt een explosieve algenbloei op gang. ’s Nachts onttrekken deze algen zuurstof aan het water, waardoor vissen, waterplanten en andere organismen het moeilijk krijgen.
Diensten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest De minister van Leefmilieu stimuleert Aquafin om onze knowhow te valoriseren bij de gemeenten en de industrie in Vlaanderen, maar ook in het buitenland. Steeds meer gemeenten doen een beroep op Aquafin, voor de uitbouw en het beheer van hun rioolstelsel, al dan niet via een samenwerkingsverband met een drinkwatermaatschappij. In 2012 waren we zelfs de enige speler op de gemeentelijke markt die nieuwe contracten kon afsluiten. Dochtermaatschappij Aquaplus heeft het voorbije jaar een nieuw strategisch plan opgesteld en zich in het binnenland verder verdiept in de exploitatie van industriële zuiveringen. In het buitenland werken we nog steeds aan de opstart van ASEWater Technologies, een joint venture met een Indische partner.
BETROUWBARE PARTNER VOOR DE UITBOUW EN BEHEER VAN DE GEMEENTELIJKE ZUIVERINGSINFRASTRUCTUUR Om in orde te zijn met de kaderrichtlijn Water, wacht de gemeenten nog steeds een investering van bijna 7 miljard euro. Een deel daarvan (0,7 miljard) heeft het gewest overgenomen via het Lokaal Pact met de gemeenten. Maar het blijft gaan om enorme investeringen, waarvoor de meeste gemeenten zelf niet de nodige technische kennis in huis hebben.
Verslag van de raad van bestuur
45
46
Jaarverslag 2012
Sinds 2004 mag Aquafin mee concurreren met de andere riooloperatoren op de gemeentelijke markt. Gemeenten kunnen kiezen voor een rechtstreekse concessieovereenkomst met Aquafin, of aansluiten bij één van de samenwerkingsverbanden die Aquafin is aangegaan met Vivaqua, TMVW en AWW (rio-link) en De Watergroep (RioAct en RioP). Waar RioAct de gemeenten bijstaat in de uitbouw, het beheer en onderhoud van hun rioleringsstelsel, is RioP een constructie die het rioleringsstelsel van de gemeenten volledig overneemt. Begin juli heeft VMW (nu De Watergroep) intern een aparte business unit opgericht voor rioleringsactiviteiten, die de naam RioPACT kreeg. Zowel RioAct als RioP werden in deze nieuwe business unit ondergebracht. De diensten blijven echter onveranderd en ook voor Aquafin zijn er geen wijzigingen. Door de oprichting van RioPACT verstevigt De Watergroep wel de samenwerking met Aquafin en kunnen we beter inspelen op de wensen van onze klanten. Het voorbije jaar leverden we diensten aan 196 gemeenten. We hebben opnieuw zeven gemeenten mogen verwelkomen als klant met een langlopende overeenkomst, wat het totaal begin 2013 op 92 brengt. Via deze 92 gemeenten bereiken we 2,25 miljoen inwoners. In 2012 ging er één nieuwe concessie van start en kozen drie gemeenten voor uitgebreide Rio-Totaalcontracten met verschillende modules. Drie gemeenten sloten aan bij RioAct. Eén gemeente heeft haar samenwerking met Aquafin verbroken. De volgende jaren zal Aquafin zijn dienstenaanbod voor klant-gemeenten uitbreiden. Door de huidige klimaatverandering wordt het voor steden en gemeenten steeds belangrijker om een plan op te maken voor een optimale infiltratie, buffering en afvoer van regenwater. Vanaf 2013 zullen we ons ook toeleggen op de opmaak van hemelwaterplannen, die zullen aangeven hoe het water dat op de openbare weg of op openbaar domein valt, het best kan infiltreren of worden afgevoerd. Ze zullen realistische oplossingen bevatten, toegesneden op de lokale situatie, met correcte ramingen en planningen voor de meest prioritaire projecten. Tegelijk zullen we onze klant-gemeenten ondersteunen bij de uitvoering van hun afkoppelingsbeleid, door een ecologisch-economisch optimum vast te leggen en onderzoek te doen naar de haalbaarheid van regenwaterhoofdassen. Ook voor de gemeenten wordt asset manangement steeds belangrijker. Daarom zullen we ons meer gaan richten op de uitvoering van sleetstudies voor de gemeentelijke rioolstelsels.
SPREIDING VLAAMSE INWONERS PER RIOOLBEHEERDEER
■ ■ ■ ■ ■ ■
Aquafin (inclusief RTD*) AquaRio (TMVW) IWVA Vivaqua (BIWM) Hidrorio/Hidrosan/ Hidrogem (Pidpa) Infrax (incl. RioBra)
44% 21% 1% 2%
■ ■ ■ ■
Rio-Pact (De Watergroep-AQF) 19% Aquafin (concessie) 6% Aquafin (RTD) 5% rio-link (AWW-AQF) 14%
8% 24%
* RioTotaal dienstverleningsovereenkomst
ONDERSTEUNING VAN DE INDUSTRIE EN BUITENLANDSE PROJECTEN VIA AQUAPLUS Voor Aquaplus NV, het commerciële dochterbedrijf van Aquafin, werd in 2012 een nieuw business plan opgesteld. In het binnenland blijft het bedrijf zich richten op de noden van de industrie, via exploitatie en onderhoud van zuiveringsinstallaties, de uitvoering van studies en audits en de uitvoering van nieuwbouw of projectmanagement. In het buitenland focust Aquaplus zich op de opstart van ASEWater Technologies, en op producten en diensten die samen met partners geleverd worden. In Vlaanderen heeft Aquaplus mooie opdrachten lopen, die aansluiten bij de kernactiviteiten van Aquafin. In 2012 werden er een aantal van de lopende exploitatieopdrachten uitgebreid. In Indië werd in november 2011 ASEwater Technologies boven de doopvont gehouden, een joint venture tussen Aquaplus en het Indo-belgische ASE Structure Design. Door deze samenwerking met een buitenlandse partner, die goed verankerd is in de lokale markt, verwacht Aquaplus om een grotere afzetmarkt te kunnen penetreren. De opgerichte vennootschap wil zich immers profileren als een Indisch bedrijf, maar met Europese knowhow. Omwille van lokale administratieve problemen duurt de oriëntatieperiode voor dit bedrijf langer dan voorzien.
Onderzoek en productontwikkeling Onderzoek en productontwikkeling heeft van bij de oprichting van Aquafin een belangrijke plaats binnen het bedrijf gekregen. We blijven inzetten op verbetering en vernieuwing om de zuiveringsinfrastructuur die ons toevertrouwd is optimaal uit te bouwen en te beheren, met zo min mogelijk impact op het milieu. Tegelijk anticiperen we op toekomstige topics, om het Vlaams Gewest en onze klant-gemeenten maximaal te kunnen ondersteunen met de kennis die we opgebouwd hebben. Omdat Aquafin zich in de toekomst intensiever wil toeleggen op het inspelen op de gevolgen van de klimaatwijziging, werd Strategische Innovatie en Klimaat eind 2012 een aparte staffunctie. Zo kan het bedrijf de nieuwste ontwikkelingen op nationaal en internationaal niveau opvolgen en opportuniteiten in een vroeg stadium opsporen. Ons direct toepasbaar onderzoek blijft gericht op kostenbeheersing, de garantie van de effluentnormen en de introductie van best beschikbare technologieën. Het strategisch onderzoek is gegroepeerd rond de pijlers duurzame waterzuivering, integraal waterbeheer en asset management van de (riool)infrastructuur.
Verslag van de raad van bestuur
47
48
Jaarverslag 2012
BIJDRAGE AAN EEN INTEGRAAL WATERBEHEER De Vlaamse overheid is bezig om de Europese zwemwaterrichtlijn in praktijk om te zetten. Een van de actiepunten is de bacteriologische vervuiling in kaart brengen die via verschillende wegen de zee bereikt. Aquafin heeft ervaring met kwalitatieve metingen van overstortwater uit de riool en kon de Vlaamse Milieumaatachappij het voorbije jaar bij haar onderzoek ondersteunen door een meetcampagne uit te voeren op een overstort aan de kust. Onnodige overstorten voorkomen, is een voorwaarde voor een goed werkend rioolstelsel. Systematische overstortbemetingen kunnen blokkeringen van knijpconstructies al vroeg opsporen. Daarom ontwikkelden we het EPIGONE netwerk, waarin overstortmetingen gekoppeld worden aan informatie van een buienradar om overstortgebeurtenissen bij droog weer te kunnen detecteren. In 2012 bouwden we verder ervaring op met Computational Fluid Dynamics modellering. We gebruiken deze methodiek o.a. om slibuitspoeling in nabezinktanks te bestuderen, oplossingen te zoeken voor zandophoping in beluchtingsbekkens of problemen met omloopsnelheid of menging te analyseren.
ASSET MANAGEMENT In de riool kunnen zich allerlei dampen of gassen vormen, waarvan waterstofsulfide wellicht het best bekend is. Betoncorrosie veroorzaakt door de productie van waterstofsulfide, is een wereldwijd probleem in rioolstelsels. Op basis van modelmatige analyse en metingen ontwikkelden we een beslissingsboom die geval per geval de nodige lengte aan corrosiebestendige buis berekent. Op die manier kan de problematiek van betoncorrosie al van bij het ontwerp worden opgevangen. In bestaande situaties dienen operationele maatregelen genomen te worden, zoals bijvoorbeeld de dosering van ijzer of nitraat, om sulfidevorming en de eruit volgende aantasting te vermijden of terug te dringen. Ook de bepaling van deze maatregelen maken deel uit van de nieuwe aanpak.
EUROPESE EN VLAAMSE PROJECTEN In 2012 was Aquafin betrokken in 7 onderzoeksprojecten met externe partners. Vier projecten worden gefinancierd door Europa en zijn vorig jaar nieuw gestart. In een stedelijke omgeving kan de warmte die nog aanwezig is in de riolen nuttig worden hergebruikt. Aquafin onderzoekt binnen het project INNERS mee de mogelijke voordelen voor het milieu van een toepassing op grote schaal. Minotaurus test nieuwe technologieën uit om organische vervuilende stoffen uit afvalwater, grondwater en de bodem te verwijderen. In de toekomst zullen de normen waaraan het gezuiverde afvalwater moet voldoen, immers alleen maar strenger worden. Sanitas wil de impact van het stedelijk watersysteem op klimaatverandering minimaliseren en omgaan met toekomstige variaties in waterkwantiteit en -kwaliteit. Binnen Raingain wordt gewerkt aan de beschikbaarheid van gedetailleerde neerslag- en wateroverlastgegevens. Die moeten operationele waterbeheerders in de stad in staat stellen adequaat te reageren op hevige neerslag en de schade door wateroverlast te voorkomen. Verder neemt Aquafin deel aan drie Vlaamse projecten die in 2012 werden opgestart. Van restwarmte naar proceswarmte is een Vlaams gesubsidieerd onderzoeksproject van de hogeschool West-Vlaanderen, dat tot doel heeft restwarmte in de industrie op te waarderen voor verschillende toepassingen. De blauwe cirkel is een Vlaams collectief innovatietraject van een ruime groep van grote bedrijven en KMO’s rond het duurzaam hergebruik van water en valorisatie van reststromen met hoge concentratie aan zouten. Doel is het nagaan van het valorisatiepotentieel van anorganische zoutstromen, waaronder voor Aquafin slibwaters van slibgistingen. Innovatieve stikstofverwijdering in actief-slib is een Vlaams gesubsidieerd onderzoeksproject gericht op de optimalisatie van het Anammoxproces. Bij dit proces verloopt de biologische stikstofverwijdering via een verkorte stikstofcyclus, wat leidt tot een hogere energie-efficiëntie.
Belangrijkste risicofactoren AFREKENINGEN VAN DE FINANCIËLE JAREN 2010 & 2011 DOOR HET ECONOMISCH TOEZICHT Op 20 juli 2012 heeft de Vlaamse Regering de rekening van het boekjaar 2010 goedgekeurd. Een zeer beperkt bedrag werd verworpen. Het advies over het boekjaar 2011 werd door het economisch toezicht overgemaakt aan de Minister van Leefmilieu. Het voorstel wordt door de minister in beraad gehouden. Na analyse van het advies heeft Aquafin een antwoord geformuleerd op de gestelde vragen en aangegeven onduidelijkheden. Wij menen de redelijkheid van de gemaakte kosten voldoende te hebben aangetoond. Om die reden is er dan ook geen provisie aangelegd voor eventueel te verwerpen kosten.
OPLEVERINGSDOSSIERS VOOR HET GEWEST Tijdens de laatste maanden van 2012 werd bij het opleveren van nieuwe installaties vastgesteld dat het Vlaamse Gewest, meer dan vroeger, de redelijkheid van kosten betwist. Aquafin is zich terdege bewust van deze gewijzigde houding en probeert er pro-actief op in te spelen door zijn dossiers aan te passen en nog beter voor te bereiden. Daar waar Aquafin meent dat het Vlaamse Gewest bepaalde kosten ten onrechte weigert, neemt ze aangepaste remediërende acties.
Verslag van de raad van bestuur
49
50
Jaarverslag 2012
JURIDISCHE GESCHILLEN
VERZEKERINGSDOSSIERS
■ Wateroverlast in een woonwijk
■ Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Eind 2010 deed de rechter een voor Aquafin gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroep ingesteld. Deze beroepsprocedure loopt nog steeds.
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door onze Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en deels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau.
Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen te wijzigen.
Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de ontwerpfout maakte en deels van het op de werf actieve controleorganisme. Deze recuperatieprocedures worden actief opgevolgd maar lopen nog steeds. Dit deel van de kosten werd geprovisioneerd.
■ RWZI Deurne - instorting tussenmuur
Op RWZI Deurne stortte in september 2012 de muur tussen het anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in. De instorting bracht een aanzienlijke materiële gevolgschade met zich mee. Aquafin heeft na verder onderzoek uit veiligheidsoverwegingen bijkomende maatregelen genomen, zoals het leegpompen van een extra bekken. Deze maatregelen hadden dan weer impact op de waterzuivering en de slibverwerking in de droger. Naast de materiële schade, lijdt Aquafin dus ook aanzienlijke operationele schade. Om deze gevolgschade te beperken zonder onze kansen om de schade bij eventuele derde aansprakelijke partijen te recupereren in het gedrang te brengen, nam Aquafin het initiatief om een gerechtsdeskundige te laten aanstellen. Zijn opdracht bestaat erin om het zo snel mogelijk opnieuw in gebruik nemen en herstellen van de installatie te combineren met het onderzoek naar mogelijke oorzaken. In januari 2013 gaf de gerechtsdeskundige de toestemming om één bekken weer in gebruik te nemen en kon de droger opnieuw opstarten. Ondertussen werd onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken en werden de eerste stappen gezet om het herstel van de installatie mogelijk te maken. Aangezien er duidelijke indicaties zijn dat derde partijen technische aansprakelijkheid dragen, is er op dit ogenblik nog geen reden om een provisie aan te leggen.
■ Betonproblematiek op RWZI Brugge
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van RWZI Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat deze schade zich verder zet en niet alleen in dit bekken. Een analyse door Aquafin besteld, duidde twee oorzaken aan: een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden. Op basis van de studie werd in samenspraak met de aannemer een herstelmethode uitgewerkt. Waar nodig moet de beton worden hersteld en aangevuld en moet er ook een zogenaamde kathodische bescherming worden aangebracht. De eigenlijke herstellingen werden uitgevoerd in de afgelopen jaren. Ze worden in 2013 afgerond. De kosten van het eerst vermelde deel van het herstel worden door de aannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door Aquafin. Er is een dading afgesloten tussen de verzekeringsmaatschappij en de verzekerden en tussen de verzekerden onderling. De ABR-verzekeraar ACI is voor een aanzienlijk bedrag tussen gekomen. Dit bedrag dekte enerzijds de reeds uitgevoerde herstel- en beschermingsmaatregelen en zal anderzijds dienen om de kost van de nog uit te voeren werken te dekken. In dit dossier wijzen de feiten niet op een noodzaak tot het aanleggen van een provisie.
Belangrijkste evoluties na het boekjaar GOEDKEURING OPTIMALISATIEPROGRAMMA 2014 Op 19 oktober 2012 heeft de Vlaamse Regering het budget voor de uitbouw van de bovengemeentelijke zuiveringsinfrastructuur voor het programmajaar 2014 opnieuw vastgelegd op 250 miljoen euro. Op 4 januari 2013 werd de opdracht tot uitvoering van dit programma door Vlaams minister van Leefmilieu Joke Schauvliege overgemaakt aan Aquafin. Het optimalisatieprogramma 2014 voorziet budget voor 126 nieuwe projecten en 21 projecten die werden doorgeschoven naar dit programma. Verder wordt er voor 9 projecten alleen het studiewerk (opmaak technisch plan) opgedragen. Het opgedragen bedrag voor al deze projecten bedraagt 139,5 miljoen euro, waarvan 71,5 miljoen euro is toegewezen voor investeringen in het kader van het lokaal pact met de gemeenten.
Om de toekomstige prijsstijgingen voor deze projecten op te vangen, werd er 60 miljoen euro voorzien. De resterende 50 miljoen euro is in dit programma expliciet ter beschikking gesteld voor de afbouw van de gecumuleerde overschrijding van het investerings- en het renovatieprogramma van vroegere programmajaren. De optimalisatieprogramma’s worden opgemaakt door de Vlaamse Milieumaatschappij, in overleg met Aquafin, de provincies en de bekkenbesturen. Ze omvatten projecten gericht op de bijkomende sanering van lozingspunten, de bouw van kleinschalige zuiveringsinstallaties en de aanleg van strategische regenwaterleidingen om de bestaande infrastructuur te verbeteren. Bij de keuze van de projecten wordt gelet op hun ecologisch en economisch rendement.
OPGEDRAGEN PROJECTEN (mio euro) 300 250 200 150 100 50 0 IP2004 2002
2003
IP2005 2004
OP2006 2005
OP2007 2005
OP2008 2006
2007
OP2009 2008
OP2010 2009
OP2011 2010
OP2012 2011
OP2013 2012
OP2014 2013
■ Waarde projecten ■ Lokaal pact ■ Toegezegd budget
Verslag van de raad van bestuur
51
52
Jaarverslag 2012
Commentaar bij de balans Op het einde van het boekjaar bedraagt het balanstotaal 3.164 miljoen euro, 143 miljoen euro hoger dan vorig boekjaar. Deze toename is enerzijds een gevolg van de netto-aangroei van de investeringen in de waterzuiveringsinfrastructuur, uitgevoerd in opdracht van het Vlaamse Gewest. Zo werden in 2012 investerings- en optimalisatieprojecten opgeleverd voor een totale aannemingswaarde van bijna 175 miljoen euro. Anderzijds kocht Aquafin in 2012 VMM-installaties aan voor bijna 64 miljoen euro in het kader van de uitvoering van addendum N° 7 aan de beheersovereenkomst (bedrag inclusief registratierechten en kosten). Alle installaties blijven eigendom van Aquafin tot het einde van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest. In 2012 was er een afname van de activa in aanbouw met 6% tot 255 miljoen euro. Onder de activa in aanbouw worden alle bovengemeentelijke projecten in uitvoering opgenomen. De afname van deze rubriek is een gevolg van de daling van de marktprijzen in 2012. Onder de financiële vaste activa is onder andere de meerderheidsparticipatie opgenomen van Aquafin in Aquaplus, ten bedrage van 0,704 miljoen euro. Per 31 december 2012 werd deze participatie bij Aquafin gewaardeerd op basis van de meest recente financiële informatie. De prestaties buiten het kader van de beheersovereenkomst die nog niet voltooid zijn, worden opgenomen onder de rubriek ‘bestellingen in uitvoering’. Door de toegenomen bouwactiviteit buiten het kader van de Beheersovereenkomst groeiden de voorraden en bestellingen in uitvoering met 64% tot 136 miljoen euro.
De toename van de handelsvorderingen is gedeeltelijk een gevolg van de snellere facturatie van de werkingskosten m.b.t. het 1e kwartaal 2013 en nagekomen kosten projectopleveringen. Deze vorderingen zijn nog niet vervallen per einde 2012. Anderzijds is er een afname van de tijdelijke kasoverschotten (geldbeleggingen), die per einde 2011 nog 53 miljoen euro bedroegen. In januari 2012 werden deze fondsen aangewend voor de hoger vermelde aankoop van VMM-installaties. Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling aanvaardt, wordt de wettelijke reserve met 0,486 miljoen euro verhoogd. In uitvoering van de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest werden de investeringen initieel terugbetaald over 15 jaar. Doordat dit terugbetalingsritme sneller verliep dan de afschrijvingen, ontstond een positief saldo voor de verdere financiering van de afschrijvingen na de terugbetalingsperiode. Dit positief saldo werd met goedkeuring van de Commissie Boekhoudkundige Normen op een speciale passiefrekening geregistreerd, namelijk ‘vergoeding Vlaamse Gewest’. Eind 2008 werd de termijn van de jaarlijkse vergoeding voor aannemingen bouwkunde van 15 jaar op 30 jaar gebracht voor de opleveringen vanaf 1 januari 2009. Dat gebeurde via een addendum aan de beheersovereenkomst tussen het Vlaamse Gewest en Aquafin. Deze nieuwe termijn sluit beter aan bij de economische levensduur van de infrastructuur. In 2009 werd ook de resterende terugbetalingstermijn van bouwkundige projecten opgeleverd vóór 1 januari 2009 verdubbeld. Deze aanpassing ging in op 1 januari 2010. In 2012 was er een beperkte toename van de ‘vergoeding Vlaamse Gewest’ van 800 miljoen euro tot 811 miljoen euro.
De voorziening voor risico’s en lasten neemt licht toe ten opzichte van 2011. Op basis van de meest recente gegevens werden de nodige aanpassingen gedaan. De voorziening voor risico’s en lasten heeft betrekking op juridische geschillen, verzekeringsdossiers, geschillen in het kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst, verwerking van het slib gebufferd in de installaties en brugpensioenen. De financiering op lange termijn is gebaseerd op de affectatieovereenkomst. Die bepaalt dat het saldo van de kredieten op lange termijn kleiner moet zijn dan de toekomstige aanspraken die Aquafin heeft op de drinkwatermaatschappijen, respectievelijk het Vlaamse Gewest. Deze aanspraken bestaan uit het nog niet betaalde gedeelte van de investeringsprojecten die al opgeleverd zijn. Per einde 2012 was dit bedrag 1.721 miljoen euro. In 2012 heeft Aquafin 190 miljoen euro kredieten op lange termijn opgenomen, waarvan 100 miljoen euro bij de Europese Investeringsbank en 90 miljoen euro bij commerciële banken en/of institutionele investeerders. Rekening houdend met de terugbetalingen van al eerder opgenomen leningen bedraagt het saldo van de bankleningen op lange termijn onder affectatie 1.491 miljoen euro, waarvan bijna 146 miljoen euro binnen het jaar moet worden terugbetaald. In het afgelopen boekjaar was er een toename van de financiering op korte termijn via commercial paper van 73 miljoen euro per einde 2011 naar 127 miljoen euro per einde 2012. Aquafin beschikt over een kredietlijn van 165 miljoen euro, inclusief de gesyndiceerde lening voor de korte termijn financiering van activiteiten binnen het kader van de beheersovereenkomst. Voor de financiering op korte termijn van gemeentelijke transportprojecten heeft Aquafin een kredietlijn van 17 miljoen euro beschikbaar. Binnen beide kredietlijnen werden geen opnames verricht per einde 2012.
Verslag van de raad van bestuur
53
54
Jaarverslag 2012
Commentaar bij de resultatenrekening In de beheersovereenkomst met het Vlaamse Gewest is bepaald dat de vergoeding van Aquafin gebeurt op basis van de doorrekening van alle redelijke kosten, verhoogd met een vergoeding voor de aandeelhouders die gebaseerd is op hun inbreng in het eigen vermogen. Hieruit volgt dat de kosten en opbrengsten in grote mate een spiegelbeeld zijn van elkaar. De verhoging van de kosten en in het bijzonder die van de handelsgoederen, grond- en hulpstoffen, diensten en diverse goederen, bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen, ligt in de lijn van de groei van de infrastructuur die door Aquafin geëxploiteerd en uitgebouwd wordt, zowel binnen als buiten het kader van de beheersovereenkomst. Het steeds groeiend patrimonium verklaart ook de continue groei van de afschrijvingen. De beweging op de waardeverminderingen en provisies heeft betrekking op waardeverminderingen en provisies voor bedragen die het Vlaamse Gewest tijdens het afgesloten boekjaar heeft betwist. Voor nieuwe juridische geschillen werd beslist een provisie aan te leggen ter waarde van de redelijke inschatting van de claim, rekening houdend met de slaagkans. De sterke toename van de financiering met vreemd vermogen tijdens 2011 en 2012 resulteert in een stijging van de kosten van schulden met 12,8 miljoen euro ten opzichte van boekjaar 2011.
Met een actief beheer van het renterisico wil Aquafin de financieringskost optimaliseren. Sinds 2006 heeft de Raad van Bestuur de implementatie van een dynamisch beheer van het renterisico goedgekeurd, waarbij de krijtlijnen voor het rentemanagement zijn uitgetekend. Na verrekening van de provisies, de waardeverminderingen en de niet aan het Vlaamse Gewest doorgerekende kosten en opbrengsten, inclusief het resultaat van de commerciële activiteiten, wordt de winst voor belastingen 12,08 miljoen euro. Vanaf aanslagjaar 2007 werd het begrip notionele interestaftrek ingevoerd in de vennootschapsbelasting, waardoor de kost van de waterzuivering voor de burger lager wordt.
Voorstel aan de algemene vergadering Rekening houdend met de winst na belastingen van het boekjaar van 9.695.405,26 euro en een overgedragen winst van 9.302,86 euro, bedraagt de te bestemmen winst 9.704.708,12 euro. ● ● ●
toevoeging aan de wettelijke reserve: vergoeding van het kapitaal: overgedragen winst:
486.000,00 euro 9.218.371,23 euro 336,89 euro
Indien de algemene vergadering de voorgestelde winstverdeling goedkeurt, zal op 22 april een bruto dividend uitbetaald worden van: ● ●
10,84 euro voor de aandelen die volledig volstort zijn 2,71 euro voor de aandelen die niet volledig volstort zijn.
Verslag van de raad van bestuur
55
56
Jaarverslag 2012
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Concrete engagementen naar stakeholders Proactief financieel beleid voor onze aandeelhouder Bouwen aan een duurzame relatie met onze klanten Respect voor het milieu Oog voor onze omgeving Zorg voor medewerkers
58 59 60 61 66 70
57
58
Jaarverslag 2012
Concrete engagementen naar stakeholders Aquafin wil een werkelijke waarde toevoegen aan de samenleving, aan de natuurlijke omgeving en toekomstige generaties. Daarom hebben we onze bedrijfswaarden vertaald in duidelijke engagementen naar onze aandeelhouder, onze klanten, onze omgeving, het milieu en onze medewerkers. We willen in dialoog gaan en samenwerken met onze stakeholders waar dat kan. Voor een optimale uitbouw en beheer van de zuiveringsinfrastructuur is het belangrijk dat alle betrokken actoren en belanghebbenden samen constructief aan de best mogelijke oplossingen werken voor mens en milieu.
“In de voorbije 20 jaar heeft de Europese Investeringsbank Aquafin zien uitgroeien tot een Europese koploper inzake afvalwaterzuivering, die sterk op verbetering gericht is en zijn missie optimaal vervult. Aquafin’s voortdurende blik op de toekomst was een cruciaal element voor de voortzetting van ons partnership. We waarderen de anticipatie van het bedrijf op de klimaatverandering, zijn technologische performantie en zijn innovatieve kracht. De projecten die Aquafin met de financiering van de EIB kan realiseren, zullen bijdragen tot een verdere verbetering van de waterkwaliteit in de Vlaamse waterlopen, met een directe impact op de Schelde en op de Noordzee.” Vice-President EIB
Proactief financieel beleid voor onze aandeelhouder Aquafin engageert zich om steeds de belangen van de aandeelhouder voor ogen te houden, in evenwicht met de andere gedefinieerde domeinen. Aquafin gaat zeer omzichtig om met de financiële middelen die worden geïnvesteerd in de zuiveringsinfrastructuur van het gewest. We zorgen voor deze infrastructuur als een goede huisvader. Voor de financiering van de uitbouw van de zuiverinsinfrastructuur trekken we zo goedkoop mogelijk middelen aan. Ook voor de exploitatie van de zuiveringsinstallaties springen we zuinig om met de beperkte middelen, maar we zorgen er uiteraard wel voor dat de normen altijd gerespecteerd worden. Voor een deel van onze leningen op lange termijn doen we aan rentemanagement, ook al heeft het bedrijf zelf daar geen directe baten bij. Aquafin gaat steeds vroeg mee met interessante evoluties op de financiële markt en past zich aan de veranderende financiële wereld aan. Het bedrijf was bij de eerste in de sector om een commercial paperprogramma op te zetten, of om een obligatielening uit te geven waar ook particulieren op konden intekenen. Door onze hoge rating, maar ook door het feit dat we onze beloftes in de financiële wereld altijd nakomen, geniet Aquafin het volle vertrouwen van de bankwereld. Daardoor kunnen we de zware investeringen in de zuiveringsinfrastructuur voor het gewest optimaal financieren. Door de oefeningen met betrekking tot activity based costing is Aquafin vandaag in staat om snel in te spelen op vragen met betrekking tot kostprijs en budgetmodellen.
Pim Van Ballekom
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
59
60
Jaarverslag 2012
Bouwen aan een duurzame relatie met onze klanten Aquafin wil zowel aan het Vlaamse Gewest als aan de Vlaamse gemeenten producten en diensten leveren, die een meerwaarde hebben op lange termijn. We denken mee met onze klanten en houden een open blik op de wereld om ons heen, om te anticiperen op ecologische, administratieve of regulatieve wijzigingen. Een integrale kijk op waterbeheer wint vandaag meer en meer aan belang. In plaats van betonnen bufferbekkens te bouwen, wordt eerder gezocht naar natuurlijke oplossingen. Daarnaast staat ook Vlaanderen voor de uitdaging om in te spelen op de gevolgen van klimaatwijzigingen. Tegelijk blijft duurzaam ondernemen hoog op de agenda. Intelligent omspringen met energieverbruik, energierecuperatie, recuperatie van grondstoffen uit het afvalwater en het beperken van emissies bij het waterzuiveringsproces zijn het onderwerp van heel wat onderzoekswerk binnen Aquafin. Het bedrijf bereidt zich ook voor op strenger wordende Europese normen waaraan het gezuiverd afvalwater in de toekomst zal moeten voldoen, zoals het verwijderen van moeilijk oplosbare organische stoffen. Aquafin wil op maat van de gemeenten werken door de volgende jaren trekker te zijn op het gebied van hemelwaterplannen en asset management instrumenten. We blijven er echter over waken dat onze producten en diensten voor de gemeenten in lijn blijven met onze missie en onze kernactiviteiten voor het Vlaamse gewest.
“Omwille van het veranderende klimaat wil de gemeente proactief inzetten op het voorkomen van wateroverlast. We willen op dit gebied een voorloper zijn met de opmaak van een hemelwaterplan, waarvoor we een beroep doen op de knowhow van Aquafin.” Nico D´Haese, Diensthoofd Infrastructuur Wetteren
“Zonder het roer uit handen te geven en binnen de budgettaire mogelijkheden van onze stad, beheren wij de bestaande rioleringen en de nieuwe projecten samen met Aquafin. De terreinkennis van onze medewerkers en de expertise van Aquafin is een perfecte mix voor een goed rioolbeheer. Recent maken we ook gebruik van de financieringsmogelijkheden. Een uitgebreid marktonderzoek 3 jaar geleden heeft ons tot de juiste rioolbeheerder geleid.” Leen Beke, Schepen voor Openbare Werken Geel
Respect voor het milieu “De terugkomst van prachtige waterdieren als de otter of de zeehond toont aan dat het met de waterkwaliteit in Vlaanderen de goede kant opgaat. De bijdrage die Aquafin daarin de voorbije decennia geleverd heeft, is daarbij van doorslaggevend belang geweest.” Chris Steenwegen, directeur Natuurpunt
Bij al onze beslissingen wegen we af wat de beste keuze is voor het milieu. We streven naar een duurzaam gebruik van materialen, grondstoffen, energie en ruimte, om de ecologische voetafdruk van het waterzuiveringsproces zo laag mogelijk te houden.
ENERGIEVERBRUIK VERLAGEN OP DE ZUIVERINGSINSTALLATIES Uit audits blijkt dat onze zuiveringsinstallaties qua energieverbruik efficiënt ontworpen zijn. Toch blijft het zuiveringsproces behoorlijk energie-intensief. De energiekost voor de zuivering van afvalwater bedraagt immers zo’n 25 miljoen euro per jaar, een kwart van de totale operationele kost van Aquafin. Op het gebied van on-line sturing van het zuiveringsproces, zijn we al bij de voorlopers in Europa. Sensoren voor zuurstof-, nitraat-, ammonium-, fosfaat- en turbiditeitsmetingen helpen om het zuiveringsproces op de installaties zo precies mogelijk te sturen, zodat er geen kostbare energie verspild wordt. Aquafin wil werk maken van een nog meer doorgedreven energiebeheer. Het bedrijf wil de volgende jaren telkens besparen op zijn energiefactuur. Daarom zal Aquafin elk jaar minstens 500.000 euro aan energieprojecten besteden. De grootste energiebesparingen verwezenlijken we met projecten die de beluchting van het afvalwater optimaliseren, omdat dat proces bijna de helft van het energieverbruik van een waterzuivering uitmaakt. Minder grote, maar niet minder belangrijke besparingen realiseren we door de verwarming van onze gebouwen milieuvriendelijker aan te pakken. Dit soort projecten heeft tegelijk een grote sensibiliseringskracht voor onze medewerkers, omdat ze aangeven dat energie besparen een prioriteit is voor Aquafin.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
61
62
Jaarverslag 2012
Aquafin streeft tegen 2020 naar een productie van 13% groene stroom. Dit engagement leefde in 2012 duidelijk binnen het bedrijf. In 2011 waren er twee slibgistingsinstallaties die meer dan 1 miljoen kWh per jaar produceerden, wat al een heel mooie prestatie was. In 2012 overschreden maar liefst vijf gistingen deze grens, op de RWZI’s in Antwerpen-Zuid, Hasselt, Harelbeke, Gent en Leuven. Ook ons streven naar een vermindering van het elektriciteitsverbruik met 20% wordt door alle medewerkers op de zuiveringsinstallaties ter harte genomen. Het specifieke energiegebruik (kWh/IE) van alle RWZI’s samen daalt continu, ook al hebben we in 2012 veel meer water moeten verpompen dan in 2011 doordat het zo’n nat jaar was.
ENERGIEBELEIDSVERKLARING Om het energieverbruik terug te dringen volgt Aquafin de filosofie van de Trias Energetica. Het model maakt gebruik van drie stappen, die achtereenvolgens doorlopen moeten worden. De eerste en de belangrijkste stap is energieverbruik vermijden. Elke kWh die we niet verbruiken, hoeft namelijk ook niet opgewekt te worden. We willen dat elke medewerker het energieverbruik in het achterhoofd houdt bij het op punt stellen van processen, de aankoop van materialen en de bouw of exploitatie van onze infrastructuur. De volgende stap is de benodigde energie zoveel mogelijk duurzaam opwekken. We willen een maximaal rendement uit onze slibgistingen halen, op een ethisch verantwoorde manier. De groene energie die we niet zelf kunnen opwekken, zullen we aanvullen met de aankoop van groene stroom tot minstens de besparing van 20% op primaire energie en 13% groene stroomproductie. Stap drie is de ‘eindige’ fossiele energiebronnen zo efficiënt mogelijk gebruiken. Daartoe zoeken we continu naar verbeteringen, zowel in de processen als in de apparatuur die we inzetten.
De energiebeleidsverklaring van Aquafin is gestoeld op de Europese Klimaatdoelstelling. Tegen 2020 willen we 20% primaire energie sparen, 20% op transport sparen en 13% groene stroom opwekken, wat ook de doelstelling voor lidstaat België is.
Tegen 2020 willen we onze transportenergie verminderd hebben met 20%. In 2012 hebben we gefocust op één deelaspect van het transport: vloeibaar slib. Jaarlijks transporteert Aquafin bijna 1 miljoen m³ vloeibaar slib over een totale afstand van bijna 2 miljoen km. We willen dit transport met 20% verminderen door het drogestofgehalte van het slib 1% hoger te krijgen. Zo daalt het volume van dit vloeibare slib met 20%. In 2012 is het drogestofgehalte al met 0,3% toegenomen, waarmee we in één jaar tijd al zo’n 2000 vrachten van de weg hebben gehaald. In 2013 zullen we ook meer gaan focussen op de andere vormen van transportenergie, met name het woon/ werk en werk/werk transport. Aquafin wil niet enkel energie besparen, maar zijn focus verbreden tot de CO2-problematiek. In 2013 zullen we beginnen met een inventaris maken van de activiteiten die de grootste CO2 uitstoot veroorzaken.
ENERGIERECUPERATIE EN -PRODUCTIE UIT SLIB Tijdens het waterzuiveringsproces worden grote hoeveelheden zuiveringsslib geproduceerd. In die actief-slibmassa leven miljoenen bacteriën en andere micro-organismen. Ze verbruiken de vervuiling in het rioolwater als voedsel. Door de gunstige leefomstandigheden in het afvalwater, groeit de massa snel aan. Het slib dat overtollig is, wordt in aanzienlijke mate beperkt door indikking, vergisting, ontwatering en droging. De verwerking en afzet van resterend zuiveringsslib is niet alleen een zware kost voor Aquafin, maar ook een belasting voor het milieu, door de vele duizenden transporten aan vloeibaar slib en gedroogd slib per jaar. Een berekeningsmodel optimaliseert de logistieke keten van de slibverwerking. Het model maakt het eenvoudiger om strategische beslissingen te nemen, maar biedt ook de mogelijkheid om wekelijkse fluctuaties in de slibtransporten te minimaliseren.
EINDAFZET VAN HET ONTWATERDE ZUIVERINGSSLIB 100%
■ Bodemverbeteraar/ landbouw ■ Storten (eventueel na solidificatie) ■ Afdichting stortplaats ■ Verbranding ■ Co-verbranding na droging
80%
60%
40%
20%
AFZET ZUIVERINGSSLIB IN 2012 IN TON DROGESTOF Afdichting stortplaats
1.609 Verbranding Aquafin
22.840 Verbranding extern
40.160 Co-verbranding extern na droging
32.381 ■ Elektriciteit en warmte door biogasproductie
Bij het vergisten van waterzuiveringsslib wordt organisch materiaal bacterieel afgebroken en omgezet in biogas. Hierdoor vermindert het volume slib dat nog verder moet behandeld worden. Dit biogas is bovendien een energiedrager. Het bevat ongeveer 65% methaan, dat zowel in warmte als in elektriciteit kan omgezet worden. De opwekking van elektriciteit gebeurt met gasmotoren, die een elektrisch vermogen hebben van 200 tot 500 kWelektrisch. De koelingswarmte van de gasmotoren wordt bovendien gebruikt voor de verwarming van de slibgisting en in een aantal gevallen ook voor de verwarming van de dienstgebouwen.
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0%
De geproduceerde groene elektriciteit wordt steeds op de zuiveringsinstallatie zelf gebruikt. Daardoor moet Aquafin minder elektriciteit aankopen en krijgt het bedrijf al sinds 2002 groenestroomcertificaten. Een groenestroomcertificaat toont aan dat 1.000 kWh elektriciteit werd opgewekt uit een hernieuwbare energiebron. Vanaf 2013 zal er echter een nieuwe wetgeving in voege treden, waardoor het (financiële) belang van de groenestroomcertificaten afneemt. Eén MWh groene stroom zal dan niet meer met één groenestroomcertificaat beloond worden. Dat neemt niet weg dat Aquafin er verder naar zal streven om de productie van groene stroom verder te laten stijgen. Op de site van RWZI Deurne wordt het biogas niet omgezet in elektriciteit, maar verbrand in een stookketel om zuiveringsslib te drogen. Het geproduceerde biogas vervangt er dus aardgas in verbrandingsprocessen. In 2012 werd 50% van de 110.229 ton drogestofzuiveringsslib vergist. Hierbij ontstond biogas waarmee onze gasmotoren samen 9,5 miljoen kWhelektrisch opwekten. Dat is opnieuw 1.200.000 kWh of 14,5% meer dan het jaar ervoor, terwijl er geen bijkomende slibgistingen in gebruik genomen werden. Onze verhoogde aandacht voor de productie van groene energie heeft er dus toe geleid dat op drie jaar tijd bijna 100% meer groene elektriciteit is geproduceerd dan voor de start van het energiemanagement. Er blijven nu nog twee gistingen waarvan we mogen verwachten dat ze de kaap van meer dan 1 miljoen kWh groene stroom kunnen overschrijden.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
63
64
Jaarverslag 2012
Dendermonde moet daar in 2013 in slagen en Genk – dat momenteel stil ligt omdat het gerenoveerd wordt – zal daar vermoedelijk in 2014 of 2015 ook nog bijkomen. ■ Slibpellets als bron van thermische energie
Om het niet-vergiste slib en het overblijvende slib na de slibgisting te drogen, heeft Aquafin vier drooginstallaties in gebruik. Ze vormen een milieutechnische eenheid met de RWZI’s van Deurne, Houthalen, Leuven en Brugge. Sinds de opstart van de slibdrooginstallatie van Leuven in 2003 is de voorziene slibdrogingsinfrastructuur van Aquafin volledig uitgebouwd. De drogers van Brugge en Houthalen dateren van 2001, die van Deurne van 1998. Waar 10 jaar geleden het drogen nog voor 100% gebeurde in installaties van derden, wordt het slib momenteel voor 99,96% gedroogd in drooginstallaties van Aquafin. De slibdroging, in 1997 nog maar goed voor 5% van de afzet, werd belangrijker waarbij het aandeel slib dat gedroogd werd in 2012 een 33% bedroeg. Hierin is het slib dat in Brugge gedroogd wordt alvorens ter plaatse verbrand te worden niet meegerekend. Het is vervat in de categorie ‘verbranding’. Drogen van ontwaterd slib levert een drogestofgehalte op van ca. 90%. Het zuiveringsslib wordt gedroogd tot korrels waarvan de calorische waarde nuttig kan gebruikt worden om andere brandstoffen te vervangen in steenkool- of bruinkoolgestookte elektriciteitscentrales en in cementovens; in 2012 ging het over 32.381 ton droge stof. Men spreekt in dit geval van co-verbranding. Ook ontwaterd niet-gedroogd slib kan co-verbrand worden. ■ Verbranden van slib
In 2012 werd in totaal 62.999 ton slib omgerekend naar droge stof verbrand. 61,6% daarvan werd verbrand in de SLECO verbrandingsoven te Beveren en 37,9% in de slibverbrandingsinstallatie van Brugge die Aquafin in dienst heeft. De rest ging naar twee andere verbrandingsinstallaties.
HERGEBRUIK VAN AFVALWARMTE VAN DERDEN In de slibdrogingsinstallatie van Houthalen wordt geen biogas of aardgas ingezet. Aquafin gebruikt er de warmte van de naastliggende huisvuilverbrandingsinstallatie van Bionerga. De warmte die ontstaat bij de verbranding van het restafval wordt in stoom omgezet, die aan Aquafin wordt verkocht. Bionerga leverde in 2012 bijna 24 miljoen kWhthermisch.
PRODUCENT VAN GRIJS WATER Niet alleen in het zuiden, maar ook in het noorden van Europa is de druk op de natuurlijke waterbronnen hoog. Gezuiverd huishoudelijk afvalwater kan een aanvullende bron van water zijn voor bedrijven uit verschillende sectoren in de buurt van een zuiveringsinstallatie. Om onze natuurlijke watervoorraden te beschermen, heeft de overheid de voorwaarden voor het oppompen van grondwater en het gebruik van oppervlaktewater verstrengd. Bedrijven die in hun productieproces veel water gebruiken, moeten daardoor op zoek gaan naar alternatieve bronnen van waterbevoorrading. Een optie is de toepassing van gezuiverd huishoudelijk afvalwater, geleverd door de zuiveringsinstallaties van Aquafin. Aquafin heeft verspreid over Vlaanderen 264 installaties in dienst voor de zuivering van rioolwater, die samen jaarlijks 800 miljoen m³ behandeld water produceren. In principe kan dat water opgewaardeerd worden tot elke gevraagde waterkwaliteit, als de juiste technologieën ingeschakeld worden. Gezuiverd afvalwater kan met een kleine voorbehandeling worden gebruikt voor laagwaardige industriële toepassingen die geen drinkwaterkwaliteit vereisen, zoals reinigingswater of koelwater. Tot nu toe maken 5 bedrijven en intercommunales gebruik van het gezuiverde water van Aquafin. Daarnaast hebben we contracten met 17 ruimfirma’s, die op de zuiveringsinstallatie zelf water komen afhalen voor reinigingsdoeleinden. Met meer voorafgaande behandelingen, kan het gezuiverde rioolwater worden opgewaardeerd tot drinkwater, zoals drinkwatermaatschappij IWVA met het effluent van RWZI Wulpen doet. In principe kan effluentwater zelfs verder worden gezuiverd tot ultrapuur water, dat de kwaliteit van drinkwater overschrijdt, zoals nodig voor de productie van elektronica. Hergebruik van gezuiverd afvalwater is dus een milieuvriendelijke manier om de druk op de natuurlijke watervoorraden te verlichten. Aquafin wil deze optie in de toekomst blijven benadrukken, zowel bij bedrijven als bij de overheid.
PRODUCENT VAN GRONDSTOFFEN Een zuiveringsinstallatie levert meer op voor de maatschappij dan gezuiverd water en energie, ze is ook een producent van grondstoffen. Ontwaterd slib kan nuttig gebruikt worden in de afdichtlagen van stortplaatsen. Zo’n laag moet voorkomen dat water het stort zou binnendringen. Hydrostab® is een alternatief voor klassiek gebruikte afdichtingsmaterialen als zand-bentonietmengsels. In het Hydrostabprocedé worden afvalstoffen gebruikt in plaats van natuurlijke bodemmaterialen. In 2012 werd 1.609 ton slib omgerekend naar droge stof afgezet voor gebruik als afdichtlaag op stortplaatsen zoals de Hooge Maey in Antwerpen. Ook de vliegassen van de slibverbrandingsoven van Brugge krijgen hierbij een nuttige toepassing. De zuivering van huishoudelijk afvalwater kan ook bijdragen aan de instandhouding van de fosforkringloop. Hoewel de nadruk nu nog ligt op een teveel aan fosfaat in de bodem en in het water, is het grootste probleem eigenlijk een tekort aan fosfaat om de wereldbevolking te kunnen blijven voeden. Op 33 van onze grootste zuiveringsinstallaties (goed voor 2.480.000 IE) kan de defosfatatie van het afvalwater biologisch gebeuren in plaats van chemisch. Bij de bouw werden ze voorzien van een anaerobe tank om met behulp van een specifieke bacteriesoort voldoende fosfor uit het afvalwater te verwijderen. Doordat bij deze techniek fosfor niet chemisch gebonden wordt, vormt de mogelijkheid tot fosforrecuperatie een bijkomend ecologisch voordeel. Aquafin zal in 2013 alvast RWZI Leuven ter beschikking stellen voor een proefproject rond het terugwinnen van struviet uit het zuiveringsslib. Struviet is een mineraal dat ontstaat door het neerslaan van fosfor, een van de nutriënten die in het waterzuiveringsproces uit het afvalwater worden gehaald. Het project werd door VLAKWA geselecteerd na een oproep voor innovatieve projecten in de watersector. Vier West-Vlaamse KMO’s staan in voor de bouw, installatie en exploitatie van de ketels op onze zuiveringsinstallatie. Ook VITO, het Vlaams Instituut voor Technologische Ontwikkeling, is betrokken en zal de meetcampagnes begeleiden samen met Aquafin.
VRAAG NAAR EEN BETERE EFFLUENTKWALITEIT IN HABITATRICHTLIJNGEBIED Vlarem II voorziet geen nutriëntnormen voor KWZI’s met een capaciteit tot 1.000 IE. Een biorotor of een SAF met nageschakeld wortelzonerietveld zijn dan ook de meest geziene technieken voor deze installaties. Maar op een aantal plaatsen in Vlaanderen moeten er KWZI’s gebouwd worden in Habitatrichtlijngebied. Dergelijke gebieden zijn Europees beschermd voor het instandhouden van de biodiversiteit. Het lozen van nutriënten zou er nefast zijn voor de gevoelige fauna en flora. In overleg met de Vlaamse Milieumaatschappij en het Gewest mocht Aquafin er voor installaties kiezen die aan strengere zuiveringsnormen kunnen voldoen. Voor Bornem Oude Schelde, Zwalm Rozebeke, Lapscheure, OudenhoveMaarkedal en Teuven werd er als techniek gekozen voor een combinatie van actief-slib met membraantechnologie. De eerste KWZI’s zijn momenteel in de aanbestedingsen gunningsfase.
KEUKENAFVAL VERBETERT ENERGIERECUPERATIE In 2012 werd het MIP project Sewage Plus beëindigd. In dit project werden samen met o.a. Vito nieuwe technologische concepten geëvalueerd voor een maximale energierecuperatie uit geconcentreerde afvalstromen verdund met huishoudelijk afvalwater. De bijdrage van Aquafin bestond uit piloottesten voor co-vergisting van RWZI slib met keukenafval en bermmaaisel. De testen toonden aan dat toevoegen van beperkte hoeveelheden keukenafval zowel de afbreekbaarheid als de methaanproductie kon verhogen. In de praktijk is toepassing van deze concepten voor Aquafin momenteel echter niet mogelijk door wettelijke restricties.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
65
66
Jaarverslag 2012
Oog voor onze omgeving De jongste jaren is aandacht voor de omgeving bij de planning en uitvoering van infrastructuurwerken bijna vanzelfsprekend geworden. Dat is voor een groot deel te danken aan het pionierswerk dat Aquafin op dit gebied verricht heeft. We informeren de burgers die met werken te maken krijgen zo uitgebreid mogelijk, maar ook het brede publiek laten we kennis maken met wat het bedrijf doet. Op die manier hopen we een zo breed mogelijk draagvlak voor onze activiteiten te verkrijgen. Hoe groter het wederzijds begrip, hoe vlotter we kunnen werken en hoe sneller we het gewenste milieuresultaat bereiken.
OMGEVINGSVRIENDELIJK WERKEN Aquafin wordt erkend als voortrekker op het gebied van hinderbeperking door verschillende overkoepelende instanties, gemeenten, nutsmaatschappijen en technische partners. Zowel voor de aanleg van riolering als voor de bouw of renovatie van zuiveringsinstallaties volgen we een Minder Hinderdraaiboek, dat regelmatig wordt bijgewerkt op basis van onze ervaringen en die van onze partners. Aanvullend ontwikkelden we in 2012 een tool die de projectmanagers in staat stelt om snel een communicatieplan op maat van elk specifiek project te genereren, rekening houdend met de impact van de geplande werken op de omgeving.
“De mensen van Aquafin hebben bijzonder veel ervaring. Bijna elke situatie hebben ze al eens meegemaakt en opgelost.” Marc T’Syen, Schepen voor Openbare Werken Olen
Een project staat of valt uiteraard met de kwaliteit van het ontwerp en de uitgevoerde werken. Studiebureaus hebben een zeer grote impact op de timing, kwaliteit en kost van onze projecten en studies. Via de toewijzing van multilaterale overeenkomsten, kunnen we sinds eind 2012 snel een beroep doen op een studiebureau dat beantwoordt aan onze kwaliteitsnormen. Aquafin engageert zich om de geselecteerde studiebureaus een vast percentage van onze projectenportefeuille voor transportprojecten toe te wijzen. Het aandeel in het engagement ligt vast voor de komende vier tot zes jaar en staat in verhouding tot de prijs, kwaliteit en capaciteit van het studiebureau. Het studiebureau van zijn kant geeft de garantie om steeds voldoende capaciteit te reserveren om onze projecten op een kwalitatieve manier te realiseren. Samen met de bouwsector ontwikkelde Aquafin een systeem om hogere kwaliteitseisen aan aannemers te kunnen stellen. Dat deden we via de koppeling van de uitreiking van het getuigschrift van goede uitvoering aan de kwaliteit van de uitgevoerde werken. Aannemers hebben die getuigschriften nodig om overheidsopdrachten uit te voeren binnen een bepaalde erkenning en klasse. Projecten die vanaf juli 2012 aanbesteed werden, zullen aan objectieve criteria moeten voldoen om hun getuigschrift nog te krijgen. Het gaat om technische, meetbare waarden uit het standaardbestek 250, uitvoeringstermijnen en de PV’s van vaststelling van in gebreke blijven, die het studiebureau opstelt bij flagrante tekortkomingen of inbreuken op de werf. Tegelijk werkt Aquafin een tweede, louter interne kwaliteitsmeting uit, gebaseerd op onze risicomatrix. In een eerste fase zullen we de verzamelde gegevens alleen gebruiken om de aannemers tijdens de uitvoering van hun werken te coachen.
Nu de koppeling tussen kwaliteit en het getuigschrift een feit is, willen we nog een stap verder gaan en aannemers kwaliteitsafhankelijk selecteren tegen 2016. Vanaf 2017 willen we kwaliteit als gunningscriterium toepassen. Aquafin werkt ook mee aan het GIPOD (generiek informatieplatform openbaar domein), een project dat de geplande werken van de nutsmaatschappijen centraliseert met als doel de verschillende werken beter op mekaar af te stemmen. De basis voor dit platform werd in 2012 gelegd.
Kwaliteitsbewaking Studiebureaus > raamcontracten Aannemers > voorwaarden voor attest van goede uitvoering INTERNE INSPANNINGEN Om de buurtbewoners zo snel mogelijk te informeren wordt in ontwerpfase al een eerste infoavond georganiseerd. Infoavond 2 vindt minimum één week voor de start van de werken plaats en moet het concrete project voorstellen aan de buurt. In 2012 vonden er in totaal 173 informatieavonden plaats. Tijdens de werken kunnen burgers de werken op de voet volgen via onze website. Jaarlijks wordt deze informatie door meer dan 25.000 unieke bezoekers bezocht.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
67
68
Jaarverslag 2012
Na de uitvoering van een rioleringsproject houden we een enquête bij de leidend ingenieur van het studiebureau, de projectmanager, de werftoezichter, de verantwoordelijke van de Technische dienst van de gemeente/stad en verantwoordelijken van andere betrokken besturen die de werken mee hebben opgevolgd. Bijkomend voert Aquafin na werken in dichtbewoonde gebieden ook een tevredenheidsonderzoek uit bij de buurtbewoners. Zowel de interne projectmanager als de technische uitvoerders krijgen de resultaten voorgelegd om eruit te kunnen leren. Het vernieuwde protocol tussen Aquafin en de boerenorganisaties (Boerenbond en Algemeen Boerensyndicaat) werd afgetoetst en in lijn gebracht met deze afgesloten door Fluxys en Elia met dezelfde organisaties. Dit protocol regelt de vergoedingen voor landbouwers die ten gevolge van de uitgevoerde werken schade hebben geleden (teeltschade, terreinschade, moeilijke uitbating omwille van aanwezigheid van inspectieputten in het terrein, …). De gefinaliseerde tekst werd in 2013 formeel bekrachtigd.
Enquêtes uitgevoerd in 2012
56 technische enquêtes, waarvoor 235 formulieren werden uitgestuurd. De responsgraad was 75%. > 45 tevredenheidsonderzoeken, waarvoor 6.103 formulieren werden
>
verstuurd. De responsgraad was 11,5%.
AWARD VOOR AANNEMERS EN STUDIEBUREAUS In oktober reikte Aquafin opnieuw de jaarlijkse awards uit waarmee we kwaliteitsvol en omgevingsvriendelijk werken waarderen. De Minder Hinder award werd voor de vijfde keer uitgereikt aan de aannemer van rioleringswerken die het meest rekening hield met de omgeving waarin gewerkt moest worden. De jury rangschikt de aannemers die meer dan één project voor het bedrijf hebben uitgevoerd volgens 5 criteria: de Minder Hinderinspanningen van de aannemer, gecombineerd met de veiligheidsstatistieken, schadegevallen, noodoproepen en het aantal klachten. Het was de derde keer dat VBG NV uit Herentals de award won. Voor de derde keer ook reikte Aquafin een award uit aan het studiebureau dat het meest kwalitatief, kostenbewust en klantgericht tewerk ging bij het ontwerp van een rioleringsproject. Bureau Cnockaert nam deze award al voor de tweede keer mee naar huis.
OMBUDSMAN ALS BEMIDDELAAR TUSSEN BURGER EN BEDRIJF In 2012 registreerde de ombudsman 296 ontvankelijke klachten, 70 minder dan het jaar voorheen. Drie vierde had te maken met werken in uitvoering en één vierde ging over de bestaande infrastructuur. Twee soorten klachten blijven eruit springen: lawaai-, trillings- en geurhinder, gevolgd door een onvoldoende goed herstel in oorspronkelijke staat van privaat terrein of openbaar domein. Een kleinere groep betreft de moeilijke toegankelijkheid van straten en woningen. Ondanks onze inspanningen gaat nog steeds een deel van de klachten over ontoereikende of niet-geactualiseerde communicatie over aanvang, duurtijd en verdere planning van de werken.
75% werken, 25% bestaande infrastructuur
> lawaai-, trillings- en geurhinder > onvoldoende herstel domein > toegankelijkheid
DIALOOG MET HET BREDE PUBLIEK Het brede publiek blijft een belangrijke doelgroep om een draagvlak te creëren voor de infrastructuurprojecten van Aquafin. In 2012 organiseerde het bedrijf zes burenbezoeken op nieuwe of gerenoveerde zuiveringsinstallaties. Een burenbezoek is kleinschalig en het budget is beperkt, maar de return on investment is groot. Drie keer werd in 2012 een opendeurdag georganiseerd, telkens op vraag van een derde partij. Op 8 juli nam Aquafin opnieuw als hoofdsponsor deel aan de Big Jump. Op 19 locaties in Vlaanderen was een standje te vinden van Aquafin waar eigen medewerkers uitleg gaven over de activiteiten van Aquafin en de link ervan met proper oppervlaktewater. Via aankondigende advertenties, affiches, flyers en sociale media werkte Aquafin actief mee aan de promotie van het evenement en kregen onze activiteiten zelf ook meer naambekendheid. Scholen en verenigingen kunnen op weekdagen op 24 installaties terecht voor een geleid bezoek. Tijdens zo’n bezoek leggen we uit hoe de installatie functioneert en hoe ze maximaal werd aangepast om zo goed mogelijk in de buurt geïntegreerd te worden. Iets minder groepsbezoeken vonden plaats in 2012: 687 tegenover 750 in 2011. Met het oog op de budgettaire impact voor het bedrijf werd geen extra promotie gemaakt rond de te bezoeken installaties.
CONTACTCENTER Een belangrijke stap in het kader van onze bereikbaarheid was de opstart van het contactcenter in januari 2012. Burgers kunnen er met hun vragen, klachten en opmerkingen terecht via mail of telefonisch op weekdagen. Het aantal oproepen leert dat eind 2012 het bestaan van het contactcenter nog niet voldoende gekend was. Een verder doorgedreven communicatie via de infobrieven in het kader van projecten en binnen de klantgemeenten, moet hieraan tegemoet komen.
De eerste stappen in het opzetten van sociale mediakanalen zette het bedrijf al in 2011. De echte opstart kwam er in het eerste kwartaal van 2012. Aquafin beschikt over een actief profiel op Facebook, LinkedIn, Twitter en YouTube. In 2012 verstuurden we 65 persberichten, de meeste in het kader van lopende of aangekondigde projecten. De precieze activiteiten van Aquafin zijn de jongste jaren beter bekend bij de lokale pers. Door de nationale pers worden we steeds meer beschouwd als kenniscentrum voor vragen rond rioolbeheer, waterzuivering en alle andere aspecten van de waterzuiveringscyclus.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
69
70
Jaarverslag 2012
Zorg voor medewerkers De grote kracht van Aquafin ligt in zijn opgebouwde kennis en ervaring. Het aantrekken, strategisch inzetten en laten groeien van getalenteerde medewerkers is dan ook een spilproces in de organisatie. Om jobs te creëren waarin elke medewerk zich goed voelt, heeft het bedrijf een HRM-beleid opgezet dat werken bij Aquafin vanuit verschillende invalshoeken benadert. Veiligheid en verantwoordelijkheidszin vormen de basis van het bedrijfsbeleid.. In de loop van 2012 werden voor het HRM-beleid vier invalshoeken bepaald: tijd- en plaats van het uitgevoerde werk (waar en wanneer werken we), leiderschap en cultuur (hoe werken we), job en carrière (wat houdt het werk in) en structuur en organisatie (met wie en op welke manier). Ze werden mee bepaald door de leidinggevenden en voorgesteld aan de ondernemingsraad. ■ Tijd en plaats
Waar en wanneer er gewerkt kan worden, is flexibel binnen Aquafin. In 2012 is er een derde satellietkantoor bijgekomen in Leuven, als aanvulling op de kantoren in Herentals en Drongen. In het Dijlebekken is een proefproject met gebruik van de teamcentra als hotspots succesvol afgerond. Collega’s uit heel Vlaanderen die zich voor een afspraak verplaatsen, kunnen ervoor of erna aanloggen op zo’n hotspot om verder te werken. Vorig jaar is er ook een werkgroep opgericht die zich buigt over de mogelijkheid tot uitbreiding van het tijds- en plaatsonafhankelijk werken binnen Aquafin.
“94% van onze medewerkers zou Aquafin als werkgever aanraden bij familie en vrienden.”
■ Leiderschap en cultuur
Hoe we werken, wordt steeds bepaald door onze bedrijfswaarden en onze engagementen. Voor leidinggevenden werd er via opleidingen verder gewerkt aan de overgang van een traditionele hiërarchische leiderschapsstijl naar de coachende leiderschapsstijl van een procesgerichte organisatie. Elke medewerker krijgt sinds 2012 ook de mogelijkheid om een team of een groep te bezoeken waarmee (in)direct wordt samenwerkt, om een breder zicht te krijgen op de context waarin hij of zij zijn job uitoefent. Vorig jaar gaf het bedrijf vorm aan het Alcohol-en drugspreventiebeleid en het Stresspreventiebeleid. Dat is een wettelijke verplichting, die ook volledig past in de engagementen van Aquafin ten opzichte van zijn medewerkers. De toepassing zal verder gestimuleerd en opgevolgd worden via het CPBW.
AQUAFIN BLIJFT EEN BEKENDE NAAM OP DE ARBEIDSMARKT Een studie van een onderzoeksbureau onder 300 ingenieurs in 2012, wees uit dat de naamsbekendheid van Aquafin verder toegenomen is. Het bedrijf heeft de toppositie ten opzichte van onze concurrenten op de arbeidsmarkt waarmee de vergelijking gemaakt werd. Aquafin wordt door 52% van de deelnemers gezien als een bedrijf met visie en 45% noemt het bedrijf technologisch voorop. Net zoals vorige jaren blijven de maatschappelijke relevantie van onze opdracht en de relatieve werkzekerheid grote troeven.
■ Structuur en organisatie
In 2012 lag de focus van het bedrijf op ‘slimmer werken’. Met de uittekening van een vijfde kernproces van Aquafin, is de organisatie nu klaar om volledig procesgericht te gaan werken. Doel is een verhoging van de productiviteit, maar ook de creatie van ‘gezondere’ jobs voor alle medewerkers. Bij de uitrol van procesgericht werken streven we ernaar om iedereen binnen zijn job voldoende speelruimte te geven om zijn taken volgens persoonlijk inzicht optimaal uit te voeren. In de nieuwe manier van werken wordt het voor elke medewerker duidelijk wat zijn of haar bijdrage oplevert voor Aquafin. ■ Job en carrière
Voldoende regelbereik, een voelbare impact op het resultaat en kansen om te groeien zijn belangrijke voorwaarden voor jobtevredenheid. We geven medewerkers de kans om in hun job te groeien, maar ook om in de breedte te groeien door een rol in de organisatie op te nemen naast hun functie. Het kader daarvoor is in 2012 geformaliseerd. In totaal werden er méér dan 3.200 opleidingsdagen georganiseerd wat neerkomt op gemiddeld 3,25 dagen per medewerker. 95% van onze technische opleidingen worden door interne trainers gegeven.
Nog in 2012 hebben we een interne enquête uitgevoerd, waaruit bleek dat maar liefst 94% van de mensen het bedrijf zou aanraden aan familie of vrienden die werk zoeken. Dat is een zeer hoge score waar we echt trots op zijn.
Tijd- en plaats > waar en wanneer werken we
Leiderschap en cultuur > hoe werken we
Structuur en organisatie > met wie en op welke manier werken we
Job en carrière > wat houdt het werk in
De bestaande functieclassificatie binnen het bedrijf kreeg een groot onderhoud om het systeem transparant en beheersbaar te houden. Ook werd er een nieuwe algemene cao afgesloten voor werken in ploegenarbeid en volcontinu, die meteen ook de aparte cao’s voor de drogers van Deurne, Leuven en Houthalen integreert. In januari 2012 werd het starterstraject geïntroduceerd. Dat is een beleid op maat van specifieke jonge medewerkers en schoolverlaters, dat tot doel heeft hen zo snel mogelijk te integreren binnen Aquafin en hen financieel zo snel mogelijk te laten klimmen naar een marktconform loon.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
71
72
Jaarverslag 2012
VEILIGE WERKOMSTANDIGHEDEN Het preventiebeleid wordt vooral beheerd op de werkvloer. Veiligheidsinstructies- en regels worden niet alleen via de hiërarchische lijn doorgegeven, maar ook op persoonlijke wijze door de afdeling Preventie en Bescherming overgebracht aan elk niveau binnen het bedrijf. In 2012 was er een geruststellende dalende trend in het aantal arbeidsongevallen. Ook de ernstgraad van de ongevallen bleef duidelijk binnen onze gestelde doelstelling. We blijven het daarmee beter doen dan de gemiddelden uit de chemiesector en de energiesector. We merken wel op dat we op RWZI Deurne op een haar na ontsnapt zijn aan een ongeval dat een dodelijke afloop zou hebben gehad, als de bekkenwand die het begeven heeft, acht uur later was ingestort. Dat besef heeft de betrokkenheid van alle medewerkers rond het veiligheidsactieplan alleen maar verder verhoogd.
DIALOOG TUSSEN MEDEWERKERS EN MANAGEMENT Resultaten van werkgroepen worden bekend gemaakt via posters, nieuwsbrieven en middagvergaderingen, die ook opgenomen worden en later via het intranet verspreid worden. Op aanvraag worden thema’s ook mondeling toegelicht buiten het hoofdkantoor. Elke week wordt intern de agenda verspreid met de punten die aan bod kwamen op de vergadering van het directiecomité. De leidinggevenden krijgen een mondeling verslag van de afgehandelde punten, voor de andere medewerkers wordt er een samenvatting op het intranet geplaatst. Zo krijgt iedereen de kans om op de hoogte te blijven van organisatienieuws en organisatieveranderingen. Tegelijkertijd stimuleert Aquafin bottum-up participatie in denkoefeningen. De jongste jaren hebben honderden medewerkers zo deelgenomen aan verbeterprojecten die al dan niet rechtstreeks met hun job te maken hadden.
De preventiedienst verzorgde halfjaarlijks de uitwisseling van veiligheidsinformatie in een honderdtal interactieve sessies met de operationele basis. Bijkomend werden verschillende veiligheidsopleidingen georganiseerd, voor in totaal 396 personen. Nieuwe medewerkers kregen 8 uur veiligheidsopleiding en een begeleidende meter of peter in hun directe werkomgeving. In 2012 zijn we gestart met de veiligheidscoördinatie bij ontwerp op 108 transportprojecten en 5 zuiveringsprojecten. De veiligheidscoördinatie bij uitvoering vond plaats voor 97 projecten. We hebben indienststellingsonderzoeken uitgevoerd op 11 zuiveringsinstallalties, 53 pompstations en bergbezinkingsbekkens, 8 2DWA-leidingprojecten en naar aanleiding van 17 installatieaanpassingen. Bijkomend werden er 10 audits uitgevoerd op bestaande installaties. Ook naar onze technische partners promoten we veilig werken. Een werkgroep van Aquafin stelde in 2012 samen met aannemers en fabrikanten richtlijnen op om de risico’s bij het afstoppen van grote watervolumes te minimaliseren, naar aanleiding van een dodelijk ongeval dat zich op een werf van derden voordeed. De richtlijn voor het veilig gebruik van rioolafsluiters is toegevoegd aan het Veiligheids- en gezondheidsplan van Aquafin. Ze is ook toegelicht aan studiebureaus en aannemersfederaties en staat ter beschikking van iedereen in de sector. De veiligheidsprestaties van de aannemers worden bovendien jaarlijks mee in beschouwing genomen voor de toekenning van de Minder Hinder Award van Aquafin.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen
73
74
Jaarverslag 2012
Jaarrekening Verslag van de commissaris Balans en resultatenrekening Waarderingsregels Bijkomende info Belangrijkste risicofactoren Affectatie-overeenkomst
76 78 90 93 94 95
75
76
Jaarverslag 2012
Verslag van de commissaris VERSLAG VAN DE COMMISSARIS AAN DE ALGEMENE VERGADERING DER AANDEELHOUDERS VAN AQUAFIN NV OVER DE JAARREKENING OVER HET BOEKJAAR AFGESLOTEN OP 31 DECEMBER 2012 Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij u verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen.
VERKLARING ZONDER VOORBEHOUD OVER DE JAARREKENING Wij hebben de controle uitgevoerd van de jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2012, opgesteld overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van € 3.163.988.705,88 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar van € 9.695.405,24. ■ Verantwoordelijkheid van de raad van bestuur voor het
opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening Het opstellen van de jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, implementeren en in stand houden van een interne controle met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening die geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of het maken van fouten bevat; het kiezen en toepassen van geschikte waarderingsregels; en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. ■ Verantwoordelijkheid van de commissaris
Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel over deze jaarrekening tot uitdrukking te brengen op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de internationale auditstandaarden (ISA’s). Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
Overeenkomstig deze controlenormen hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter verkrijging van controleinformatie over de in de jaarrekening opgenomen bedragen en toelichtingen. De keuze van deze controlewerkzaamheden hangt af van onze beoordeling alsook van onze inschatting van het risico dat de jaarrekening afwijkingen van materieel belang bevat als gevolg van fraude of het maken van fouten. Bij het maken van onze risico-inschatting houden wij rekening met de bestaande interne controle van de vennootschap met betrekking tot het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening ten einde in de gegeven omstandigheden de gepaste werkzaamheden te bepalen, maar niet om een oordeel te geven over de effectiviteit van de interne controle van de vennootschap. Wij hebben tevens de gegrondheid van de waarderingsregels, de redelijkheid van de betekenisvolle boekhoudkundige schattingen gemaakt door de vennootschap, alsook de voorstelling van de jaarrekening, als geheel beoordeeld. Ten slotte hebben wij van de raad van bestuur en van de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controlewerkzaamheden vereiste ophelderingen en inlichtingen verkregen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. ■ Oordeel
Naar ons oordeel geeft de jaarrekening afgesloten op 31 december 2012 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap, overeenkomstig het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel.
BIJKOMENDE VERMELDINGEN Het opstellen en de inhoud van het jaarverslag, alsook het naleven door de vennootschap van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van de raad van bestuur. In het kader van ons mandaat, is het onze verantwoordelijkheid om, in alle van materieel belang zijnde opzichten, de naleving van bepaalde wettelijke en reglementaire verplichtingen na te gaan. Op grond hiervan doen wij de volgende bijkomende verklaringen die niet van aard zijn om de draagwijdte van ons oordeel over de jaarrekening te wijzigen: • Het jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de vennootschap wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat. • Onverminderd formele aspecten van ondergeschikt belang, werd de boekhouding gevoerd overeenkomstig de in België van toepassing zijnde wettelijke en bestuursrechtelijke voorschriften. • Wij dienen u geen verrichtingen of beslissingen mede te delen die in overtreding met de statuten of het Wetboek van vennootschappen zijn gedaan of genomen. De verwerking van het resultaat die aan de algemene vergadering wordt voorgesteld, stemt overeen met de wettelijke en statutaire bepalingen.
Antwerpen, 2 april 2013 Ernst & Young Bedrijfsrevisoren BCVBA Commissaris vertegenwoordigd door
Ronald Van den Ecker Vennoot Ref: 13RVE0091
Jaarrekening
77
78
Jaarverslag 2012
Balans en resultatenrekening BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA
Boekjaar
Vorig boekjaar
20/28
2.970.031.341
2.841.823.646
22/27
2.969.215.140
2.841.027.061
Terreinen en gebouwen
22
191.113.857
177.472.127
Installaties, machines en uitrusting
23
2.518.781.765
2.387.830.311
Meubilair en rollend materieel
24
2.396.941
2.412.177
Leasing en soortgelijke rechten
25
713.369
932.058
Overige materiële vaste activa
26
1.272.225
1.394.815
Activa in aanbouw en vooruitbetalingen
27
254.936.983
270.985.574
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa
Financiële vaste activa Verbonden ondernemingen Deelnemingen Andere financiële vaste activa Aandelen Vorderingen en borgtochten in contanten VLOTTENDE ACTIVA Voorraden en bestellingen in uitvoering Bestellingen in uitvoering Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen Geldbeleggingen Overige beleggingen
Codes
28
816.202
796.585
280/1
704.049
693.753
280
704.049
693.753
284/8
112.152
102.832
284
100.062
100.062
285/8
12.090
2.770
29/58
193.957.365
179.535.087 83.067.381
3
136.179.372
37
136.179.372
83.067.381
40/41
42.950.415
16.767.380
40
42.864.723
11.790.549
41
85.693
4.976.831
50/53
1.478.000
52.976.316
51/53
1.478.000
52.976.316
Liquide middelen
54/58
2.329.848
18.435.787
Overlopende rekeningen
490/1
11.019.730
8.288.223
20/58
3.163.988.706
3.021.358.733
TOTAAL DER ACTIVA
PASSIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
10/15
1.042.158.275
1.030.788.194
10
210.900.006
210.900.006
Geplaatst kapitaal
100
248.400.024
248.400.024
Niet opgevraagd kapitaal
101
37.500.018
37.500.018
EIGEN VERMOGEN Kapitaal
13
20.121.855
19.635.855
Wettelijke reserve
130
11.522.336
11.036.336
Beschikbare reserve
133
8.599.519
8.599.519
Overgedragen winst
14
337
9.303
Kapitaalsubsidies
15
811.136.077
800.243.030
16
2.519.166
2.257.366
160/5
2.519.166
2.257.366
Reserves
VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN Voorzieningen voor risico's en kosten Pensioenen en soortgelijke verplichtingen Overige risico's en kosten SCHULDEN Schulden op meer dan één jaar Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden Kredietinstellingen
160
828.335
513.981
163/5
1.690.831
1.743.386
17/49
2.119.311.265
1.988.313.172
17
1.510.772.530
1.568.387.524
170/4
1.510.593.762
1.568.254.056
172
1.351.937
1.757.658 1.566.496.398
173
1.509.241.826
Overige schulden
178/9
178.768
133.468
Schulden op ten hoogste één jaar
42/48
593.120.687
403.816.284
42
246.826.960
157.904.151
Financiële schulden
43
131.552.186
84.145.080
Kredietinstellingen
430/8
131.552.186
84.145.080
44
73.758.042
75.572.249
440/4
73.758.042
75.572.249
Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen
46
109.092.834
69.073.593
Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten
45
22.672.293
9.010.457
Belastingen
450/3
15.265.833
1.760.669
Bezoldigingen en sociale lasten
454/9
7.406.460
7.249.789
Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen
Handelsschulden Leveranciers
Overige schulden Overlopende rekeningen TOTAAL DER PASSIVA
47/48
9.218.371
8.110.754
492/3
15.418.048
16.109.365
10/49
3.163.988.706
3.021.358.733
Jaarrekening
79
80
Jaarverslag 2012
RESULTATENREKENING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
70/74
483.440.568
426.391.389
70
428.877.734
382.196.646
en in de bestellingen in uitvoering
71
53.111.990
38.813.962
Andere bedrijfsopbrengsten
74
1.450.844
5.380.782
60/64
393.281.730
350.261.834 89.980.165
Bedrijfsopbrengsten Omzet Toename in de voorraad goederen in bewerking en gereed product
Bedrijfskosten
60
95.362.893
600/8
95.362.893
89.980.165
Diensten en diverse goederen
61
89.809.134
72.992.685
Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
62
61.694.266
59.187.009
630
140.890.259
123.917.384
631/4
-342.174
255.269
Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen Aankopen
Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering en handelsvorderingen (toevoegingen +, terugnemingen -) Voorzieningen voor risico's en kosten (toevoegingen +, bestedingen en terugnemingen -)
635/7
261.800
-144.961
Andere bedrijfskosten
640/8
5.605.551
4.074.283
9901
90.158.839
76.129.555
Bedrijfswinst Financiële opbrengsten Opbrengsten uit vlottende activa Andere financiële opbrengsten Financiële kosten Kosten van schulden Andere financiële kosten Winst uit de gewone bedrijfsuitoefening, voor belasting Uitzonderlijke opbrengsten
75
6.174.264
2.232.214
751
6.160.468
2.184.562
752/9
13.796
47.652
65
84.260.413
66.803.254
650
76.581.865
63.827.754
652/9
7.678.547
2.975.500
9902
12.072.689
11.558.515
76
10.297
1.779
761
10.297
1.779
Winst van het boekjaar voor belasting
9903
12.082.986
11.560.294
Belastingen op het resultaat
67/77
2.387.581
1.980.028
670/3
2.503.736
1.980.028
Terugneming van waardeverminderingen op financiële vaste activa
Belastingen Regularisering van belastingen en terugneming van voorzieningen voor belastingen Winst van het boekjaar TE BESTEMMEN WINST VAN HET BOEKJAAR
77
116.155
9904
9.695.405
9.580.265
9905
9.695.405
9.580.265
RESULTATENVERWERKING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
9906
9.704.708
9.585.496
9905
9.695.405
9.580.265
14P
9.303
5.231
691/2
486.000
1.480.000
Aan de wettelijke reserves
6920
486.000
480.000
Aan de overige reserves
6921
Te bestemmen winstsaldo Te bestemmen winst van het boekjaar Overgedragen winst van het vorige boekjaar Toevoeging aan het eigen vermogen
Over te dragen winst Uit te keren winst Vergoeding van het kapitaal
1.000.000
14
337
9.303
694/6
9.218.371
8.096.194
694
9.218.371
8.096.194
Jaarrekening
81
82
Jaarverslag 2012
TOELICHTING STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
TERREINEN EN GEBOUWEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8191P
208.867.327
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8161
16.186.115
8191
225.053.442
8321P
31.395.200
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8271
2.544.385
8321
33.939.585
22
191.113.857
INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8192P
3.751.068.322
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8162
57.784.351
Overboeking van een post naar een andere
8182
209.811.381
8192
4.018.664.054
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8322P
1.363.238.011
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8272
136.644.278
8322
1.499.882.289
23
2.518.781.765
MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8193P
15.029.810
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8163
1.203.138
8193
16.232.948
8323P
12.617.633
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8273
1.218.375
8323
13.836.007
24
2.396.941
LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8194P
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8194
Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
4.373.770 4.373.770
8324P
3.441.713
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR Waarvan terreinen en gebouwen
8274
218.689
8324
3.660.401
25
713.369
250
713.369
TOELICHTING STAAT VAN DE MATERIELE VASTE ACTIVA
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8195P
5.485.907
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar
8165
141.944
8195
5.627.851
8325P
4.091.092
Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8275
264.534
8325
4.355.626
26
1.272.225
ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8196P
270.985.574
Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa
8166
193.762.790
Overboeking van een post naar een andere
8186
-209.811.381
8196
254.936.983
27
254.936.983
Codes
Boekjaar
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
STAAT VAN DE FINANCIELE VASTE ACTIVA
Vorig boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8391P
Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar
8391
Waardeverminderingen per einde van het boekjaar
1.938.284 1.938.284
8521P
1.244.531
Mutaties tijdens het boekjaar Teruggenomen want overtollig Waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8481
10.297
8521
1.234.234
280
704.049
ANDERE ONDERNEMINGEN - DEELNEMINGEN EN AANDELEN Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8393P
100.062
8393
100.062
284
100.062
ANDERE ONDERNEMINGEN - VORDERINGEN NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
285/8P
2.770
Mutaties tijdens het boekjaar Toevoegingen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR
8583
9.320
285/8
12.090
Jaarrekening
83
84
Jaarverslag 2012
TOELICHTING INLICHTINGEN OMTRENT DE DEELNEMINGEN DEELNEMINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE RECHTEN AANGEHOUDEN IN ANDERE ONDERNEMINGEN Aquaplus NV Ingberthoeveweg 21 B-2630 Aartselaar 0462.755.821 Aangehouden maatschappelijke rechten - aandelen op naam rechtstreeks aantal: 39.999 rechtstreeks %: 99,99 Gegevens geput uit de laatste beschikbare jaarrekening per 31 december 2012 eigen vermogen: 704.049 euro Nettoresultaat: 10.297 euro
OVERIGE GELDBELEGGINGEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
53
1.478.000
52.976.316
8686
1.478.000
52.976.316
OVERIGE GELDBELEGGINGEN Termijnrekeningen bij kredietinstellingen Met een resterende looptijd of opzegtermijn van hoogstens één maand OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 490/1 van de activa Voorafbetaalde kosten
335.048
Projecten buiten overeenkomst
439.992
Aankoop VMM deel eigen vermogen
5.626.148
Overlopende rente
4.618.543
STAAT VAN HET KAPITAAL EN DE AANDEELHOUDERSSTRUCTUUR
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
STAAT VAN HET KAPITAAL Maatschappelijk kapitaal Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100P
Geplaatst kapitaal per einde van het boekjaar
100
248.400.024
Codes
Bedragen
Aantal aandelen
248.400.024
1.001.613
Wijzigingen tijdens het boekjaar Gewone aandelen Op naam
Niet-gestort kapitaal
248.400.024
8702
1.001.613
Codes
Niet-opgevraagd bedrag
101
37.500.018
Niet-opgevraagd kapitaal Aandeelhouders die nog moeten volstorten: Vlaamse Milieuholding NV
37.500.018
Opgevraagd, niet gestort bedrag
TOELICHTING VOORZIENINGEN VOOR OVERIGE RISICO’S EN KOSTEN Uitsplitsing van de post 163/5 van de passiva
Boekjaar
Voorziene kosten voor laattijdigheid
13.984
Voorziene kosten voor juridische geschillen
1.301.179
Voorziene kosten voor geschillen mbt de beheersovereenkomst
160.000
Voorziene kosten geschillen diverse
40.000
Voorziene kosten afvoer slib
175.668
STAAT VAN DE SCHULDEN EN OVERLOPENDE REKENINGEN
Codes
Boekjaar
8801
246.826.960
UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAARGELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke schulden
8831
405.721
Kredietinstellingen
8841
246.421.239
42
246.826.960
Financiële schulden
8802
762.908.577
Leasingschulden en soortgelijke schulden
8832
1.351.937
Kredietinstellingen
8842
761.556.640
Overige schulden
8902
178.768
8912
763.087.345
Financiële schulden
8803
747.685.185
Kredietinstellingen
8843
747.685.185
8913
747.685.185
9073
15.265.833
9077
7.406.460
TOTAAL DER SCHULDEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR DIE BINNEN HET JAAR VERVALLEN Schulden met een resterende looptijd van meer dan één jaar maar hoogstens 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 1 MAAR HOOGSTENS 5 JAAR Schulden met een resterende looptijd van meer dan 5 jaar
TOTAAL DER SCHULDEN MET EEN RESTERENDE LOOPTIJD VAN MEER DAN 5 JAAR SCHULDEN MET BETREKKING TOT BELASTINGEN, BEZOLDIGINGEN EN SOCIALE LASTEN Belastingen Niet-vervallen belastingschulden Bezoldigingen en sociale lasten Andere schulden met betrekking tot bezoldigingen en sociale lasten OVERLOPENDE REKENINGEN Uitsplitsing van de post 492/3 van de passiva Te betalen interesten
14.153.147
Interest rentemanagement
1.112.764
Overige overlopende posten
152.136
Jaarrekening
85
86
Jaarverslag 2012
TOELICHTING BEDRIJFSRESULTATEN
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BEDRIJFSKOSTEN Werknemers ingeschreven in het personeelsregister Totaal aantal op de afsluitingsdatum
9086
921
892
Gemiddeld personeelsbestand berekend in voltijdse equivalenten
9087
863
846
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9088
1.415.619
1.384.725
Personeelskosten Bezoldigingen en rechtstreekse sociale voordelen
620
44.055.164
42.552.326
Werkgeversbijdragen voor sociale verzekeringen
621
12.306.709
11.597.101
Werkgeverspremies voor bovenwettelijke verzekeringen
622
3.125.747
2.710.733
Andere personeelskosten
623
2.093.721
2.216.388
Pensioenen
624
112.924
110.462
635
314.355
250.737
Geboekt
9112
209.457
653.077
Teruggenomen
9113
551.631
397.808
Toevoegingen
9115
759.533
1.048.072
Bestedingen en terugnemingen
9116
497.733
1.193.034
Voorzieningen voor pensioenen Toevoegingen (bestedingen en terugnemingen) Waardeverminderingen Op handelsvorderingen
Voorzieningen voor risico's en kosten
Andere bedrijfskosten Bedrijfsbelastingen en -taksen Andere
640
4.919.025
3.666.860
641/8
686.526
407.424
9096
5
12
Uitzendkrachten en ter beschikking van de onderneming gestelde personen Totaal aantal op de afsluitingsdatum Gemiddeld aantal berekend in voltijdse equivalenten
9097
8
9
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
9098
14.868
17.338
617
393.287
463.557
13.795,94
47.652
2.073.793
2.650.930
Kosten voor de onderneming FINANCIELE EN UITZONDERLIJKE RESULTATEN Uitsplitsing van de overige financiële opbrengsten Overige financiële opbrengsten Uitsplitsing van de overige financiële kosten Bankkosten Overige financiële kosten Kosten rentemanagement
BELASTINGEN EN TAXEN
16.903
173
5.587.851
324.396
Codes
Boekjaar
BELASTINGEN OP HET RESULTAAT Belastingen op het resultaat van het boekjaar
9134
2.416.107
Verschuldigde of betaalde belastingen en voorheffingen
9135
2.416.107
Belastingen op het resultaat van vorige boekjaren
9138
87.629
Verschuldigde of betaalde belastingsupplementen
9139
87.629
TOELICHTING Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
BELASTINGEN OP DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELASTINGEN TEN LASTE VAN DERDEN In rekening gebrachte belasting op de toegevoegde waarde Aan de onderneming (aftrekbaar)
9145
153.804.435
129.169.161
Door de onderneming
9146
80.861.474
78.389.947
9147
12.762.683
12.168.810
Ingehouden bedragen ten laste van derden als Bedrijfsvoorheffing
NIET IN DE BALANS OPGENOMEN RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Boekjaar
BELANGRIJKE VERPLICHTINGEN TOT AANKOOP VAN VASTE ACTIVA Gegunde nog niet geactiveerde projecten
296.898.187
Aankoopverplichtingen
3.825.554
AARD EN ZAKELIJK DOEL VAN BUITENLANDSE REGELINGEN Tegoeden contracten drinkwatermaatschappijen
BETREKKINGEN MET VERBONDEN ONDERNEMINGEN
1.721.281.527
Codes
Boekjaar
Vorig boekjaar
Financiële vaste activa
280/1
704.049
693.753
Deelnemingen
280
704.049
693.753
9291
169.906
183.990
9311
169.906
183.990
Codes
Boekjaar
VERBONDEN ONDERNEMINGEN
Vorderingen Op hoogstens één jaar
FINANCIELE BETREKKINGEN MET DE COMMISSARIS EN DE PERSONEN MET WIE HIJ VERBONDEN IS Bezoldiging van de commissaris
9505
45.675
95062
4.715
Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd binnen de vennootschap door de commissaris Belastingadviesopdrachten
Boekjaar
AFGELEIDE FINANCIELE INSTRUMENTEN DIE NIET GEWAARDEERD ZIJN OP BASIS VAN DE REELE WAARDE Schatting van de reële waarde Hedging Strategies
-187.011.199
De onderneming heeft geen geconsolideerde jaarrekening en geconsolideerd jaarverslag opgesteld, omdat zij daarvan vrijgesteld is om de volgende reden: de onderneming is zelf dochteronderneming van een moederonderneming die een geconsolideerde jaarrekening, waarin haar jaarrekening door consolidatie opgenomen is, opstelt en openbaar maakt. Moederonderneming Vlaamse Milieuholding NV Oude Graanmarkt 63 1000 Brussel 1 0440.019.813
Jaarrekening
87
88
Jaarverslag 2012
SOCIALE BALANS STAAT VAN DE TEWERKGESTELDE PERSONEN
Codes
Totaal
Mannen
Vrouwen
Voltijds
1001
728,3
599,0
129,3
Deeltijds
1002
177,3
69,1
108,2
Totaal in voltijdse equivalenten (VTE)
1003
862,9
651,9
211,0
Voltijds
1011
1.203.371
991.016
212.355
Deeltijds
1012
212.248
84.139
128.109
Totaal
1013
1.415.619
1.075.155
340.464
Voltijds
1021
52.288.766,63
43.758.383,63
8.530.383,00
Deeltijds
1022
9.292.575,00
3.774.158,00
5.518.417,00
WERKNEMERS INGESCHREVEN IN HET PERSONEELSREGISTER Tijdens het boekjaar Gemiddeld aantal werknemers
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
Personeelskosten
Totaal Bedrag van de voordelen bovenop het loon
1023
61.581.341,63
47.532.541,63
14.048.800,00
1033
1.029.953,43
780.155,46
249.797,97
Codes
P. Totaal
1P. Mannen
2P. Vrouwen
Tijdens het vorige boekjaar Gemiddeld aantal werknemers in VTE
1003
845,8
638,0
207,8
Aantal daadwerkelijk gepresteerde uren
1013
1.384.725
1.051.691
333.034
Personeelskosten
1023
59.076.547,79
45.599.175,72
13.477.372,07
Bedrag van de voordelen bovenop het loon
1033
488.692,85
377.183,00
111.509,85
Codes
Voltijds
Deeltijds
105
745
176
878,0
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
110
734
175
866,3
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
111
11
1
11,7
Totaal in voltijdse equivalenten
Op de afsluitingsdatum van het boekjaar Aantal werknemers ingeschreven in het personeelsregister Volgens de aard van de overeenkomst
Volgens het geslacht en opleidingsniveau Mannen
120
613
66
661,7
1201
364
51
402,3
Hoger niet-universitair onderwijs
1202
162
11
171,3
Universitair onderwijs
1203
87
4
88,1
121
132
110
216,3
Secundair onderwijs
1211
37
34
62,3
Hoger niet-universitair onderwijs
1212
43
46
77,7
Universitair onderwijs
1213
52
30
76,3
134
745
176
878
Secundair onderwijs
Vrouwen
Volgens beroepscategorie Bedienden
SOCIALE BALANS UITZENDKRACHTEN
Codes
Uitzendkrachten
TIJDENS HET BOEKJAAR Gemiddeld aantal tewerkgestelde personen
150
7,50
Aantal daadwerkelijke gepresteerde uren
151
14.868
Kosten voor de onderneming
152
393.287,23
TABEL VAN HET PERSONEELSVERLOOP TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
Voltijds
Deeltijds
Totaal in voltijdse equivalenten
INGETREDEN Aantal werknemers die tijdens het boekjaar in het personeelsregister werden ingeschreven
205
50
4
53,1
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
210
39
3
41,4
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
211
11
1
11,7
305
20
5
24,5
Overeenkomst voor een onbepaalde tijd
310
19
4
22,7
Overeenkomst voor een bepaalde tijd
311
1
1
1,8
341
2
Volgens de aard van de overeenkomst
UITGETREDEN Aantal werknemers met een in het personeelsregister opgetekende datum waarop hun overeenkomst tijdens het boekjaar een einde nam Volgens de aard van de arbeidsovereenkomst
Volgens de reden van beëindiging van de overeenkomst Prepensioen Afdanking
342
3
Andere reden
343
15
INLICHTINGEN OVER DE OPLEIDING VOOR DE WERKNEMERS TIJDENS HET BOEKJAAR
Codes
2,0 3,0 5
Mannen
19,5
Codes
Vrouwen
Totaal van de opleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers
5801
676
5811
189
Aantal gevolgde opleidingsuren
5802
18.596
5812
4.696 404.202
Nettokosten voor de onderneming
5803
1.568.596
5813
waarvan brutokosten rechtstreeks verbonden met de opleiding
58031
1.497.193
58131
378.118
waarvan betaalde bijdragen en startingen aan collectieve fondsen
58032
146.132
58132
44.956
waarvan ontvangen tegemoetkomingen (in mindering)
58033
74.729
58133
18.873
Totaal van de minder formele en informele voortgezette beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers
5821
152
5831
68
Aantal gevolgde opleidingsuren
5822
173.864
5832
82.464
Nettokosten voor de onderneming
5823
165.604
5833
78.546
5841
0
5.851
0
Totaal van de initiële beroepsopleidingsinitiatieven ten laste van de werkgever Aantal betrokken werknemers Aantal gevolgde opleidingsuren
5842
0
5.852
0
Nettokosten voor de onderneming
5843
0
5.853
0
Jaarrekening
89
90
Jaarverslag 2012
Waarderingsregels 1. OPRICHTINGSKOSTEN - KOSTEN KAPITAALVERHOGING
■ voor vaste activa eigen aan de projecten
Oprichtingskosten worden geboekt tegen aanschaffingswaarde en worden ten laste gelegd van het boekjaar waarin de kosten gemaakt of waarvoor verbintenissen aangegaan worden. Kosten van kapitaalverhogingen zijn ten laste van het boekjaar waarin de kapitaalverhoging gebeurt.
2. MATERIËLE VASTE ACTIVA Materiële vaste activa worden geboekt tegen aanschaffingswaarde, d.i. de aankoopprijs en de bijkomende kosten. Vanaf boekjaar 2003 werd krachtens artikel 196, $ 2 WIB 92 opgelegd dat de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt wordt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht. Voor het boekjaar 2003, 2004 en 2005 werd hiervoor aan Aquafin NV een afwijking toegestaan. Vanaf boekjaar 2006 wordt dit artikel integraal toegepast op basis van een proratering op maandbasis. Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast: ■ voor vaste activa eigen aan het hoofdkantoor
-
kantoormateriaal: meubilair: rollend materieel: telefooninstallatie: computer hard- en software: installatie- en inrichtingskosten van gehuurde gebouwen: machines en uitrusting: inrichting labo: geleasde kantoorgebouwen: installatie- en inrichtingskosten van geleasde gebouwen: hydronautprojecten na oplevering:
lineair 20,00% lineair 15,00% lineair 25,00% lineair 20,00% lineair 33,00% lineair 33,00% lineair 20,00% lineair 20,00% lineair 5,00% lineair 33,00% lineair 6,667%.
Deze activa worden overgeboekt van werken in uitvoering naar materiële vaste activa op het ogenblik van de oplevering van een project. Vier klassen worden onderscheiden in functie van hun economische levensduur. Hiervoor worden volgende afschrijvingspercentages toegepast: -
klasse 1: klasse 2: klasse 3: klasse 4:
lineair 25,00% lineair 14,25% lineair 6,66% lineair 3,03 %.
Volgende investeringen behoren tot klasse 1: Computers, kantoormachines, software, telemetrische apparatuur, draagbaar gereedschap en uitrusting, radiouitrusting, telecommunicatie-apparatuur, monsternameapparatuur, meetapparatuur, grasmaaiers, laboratoriumuitrusting, personenwagens, lichte bedrijfsvoertuigen. Eveneens tot klasse 1 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen, gedeelte lichte uitrusting. Deze lijst is niet limitatief. Volgende investeringen maken deel uit van klasse 2: Draagbare pompen, beluchters, mixers en generatoren van < 25 KW, landbouwuitrusting, renovatie van de gebouwen, meubels, zwaar rollend materieel zoals wagens voor slib, vrachtauto’s, tractoren en frontladers. Eveneens tot klasse 2 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen, gedeelte zware uitrusting. Deze lijst is niet limitatief. Volgende investeringen maken deel uit van klasse 3: Omheiningen, monster- en meetstations, werkplaatsmachines, verplaatsbare kranen, of pompen en generatoren > 25 KW, stalen opslagtanks, vaste elektrische en mechanische uitrusting van nieuwgebouwde installaties. Eveneens tot klasse drie behoren de tot 1 januari 2005 genaamde éénmalige kosten, met uitzondering van verzekeringskosten, schadeclaimkosten, kosten controlebureau en kosten bouwplaatsbeschrijving. Eveneens tot klasse 3 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. vervangingsinvesteringen en verbeteringen & aanpassingen (gedeelte EM). Deze lijst is niet limitatief.
Volgende investeringen maken deel uit van klasse 4:
■ Voor aankoop van VMM-activa
Wegen, constructies voor rioolwaterzuiveringsinstallaties en pompstations, gebouwen, lozingsconstructies, riolen: collectoren, prioritaire riolen, persleidingen, inspectieputten, rolbruggen, beplantingen. Eveneens tot klasse 4 behoren de sinds 1 januari 2010 geactiveerde uitgaven m.b.t. verbeteringen & aanpassingen, gedeelte bouwkunde. Deze lijst is niet limitatief.
In het kader van addendum 7 aan de beheersovereenkomst worden een aantal VMM-activa aangekocht, gespreid over 2010, 2011 en 2012. Voor de aangekochte VMM-activa is een aanpassing van de bestaande waarderingsregels noodzakelijk. Vermits het gaat om reeds bestaande, operationele installaties, wordt de economische levensduur geschat op 20 jaar.
Aanverwante kosten worden, gronden uitgezonderd, bij de oplevering van een project in het resultaat van het boekjaar opgenomen.
In overeenstemming met het verslag van de raad van bestuur 2010/101 zijn de waarderingsregels voor deze activa als volgt vastgelegd: de activa, gronden uitgezonderd, aangekocht van VMM, inclusief gerelateerde kosten, worden lineair afgeschreven over een periode van 20 jaar.
■ Voor vaste activa eigen aan de directie Operaties
Volgende afschrijvingspercentages worden toegepast : - voor de investeringen m.b.t. de renovatie aan ter beschikking gestelde gebouwen: lineair 14,25% - voor de investeringen m.b.t. de oprichting van dienst- of kantoorgebouwen: lineair 3,03%. Verder worden er twee klassen onderscheiden in functie van de economische levensduur, waarvoor volgende afschrijvingspercentages worden gebruikt : - klasse 1: - klasse 2:
lineair 25,00% lineair 14,25%.
Niet limitatieve opsomming van de inhoud van klassen 1 en 2 is terug te vinden onder het vorige punt. ■ Voor renovatie van VMM-installaties
De herstellingswerken waarvoor een technisch plan wordt opgemaakt, worden geactiveerd. Volgens de overeenkomst met het Vlaamse Gewest zijn dit de herstellingswerken met een geschatte minimale levensduur van meer dan 7 jaar. Deze activa worden overgeboekt van ‘Werken in uitvoering’ naar ‘Overige materiële vaste activa’ op het ogenblik van de oplevering van een project. De opdeling in klassen en de daarmee samenhangende afschrijvingspercentages zijn analoog aan die voor de vaste activa eigen aan de projecten.
Op materiële vaste activa in aanbouw worden geen afschrijvingen geboekt. Op materiële vaste activa kunnen aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen genomen worden, wanneer door verandering of wijziging van de economische en technologische omstandigheden, de gebruikswaarde voor de onderneming lager is dan de boekwaarde. Materiële vaste activa die buiten gebruik zijn of niet meer duurzaam bijdragen tot de activiteit, zullen bijkomend worden afgeschreven zodat de waarde overeenstemt met de geraamde realisatiewaarde. Facturen van activa met een bedrag van minder dan 2.500 euro worden onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen met uitzondering van: - activa opgericht in het kader van een goedgekeurd technisch plan - voorschotfacturen - facturen die betrekking hebben op gedeelten of uitbreidingen van activa. Activa aangekocht in het kader van specifieke projecten worden lineair afgeschreven over de looptijd van deze projecten.
Jaarrekening
91
92
Jaarverslag 2012
3. FINANCIËLE VASTE ACTIVA De deelnemingen, aandelen en vastrentende effecten worden gewaardeerd aan aanschaffingswaarde. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
7. LIQUIDE MIDDELEN Waardeverminderingen op deelnemingen en aandelen kunnen worden geboekt in geval van duurzame minderwaarde of ontwaarding, verantwoord door de toestand, de rendabiliteit of de vooruitzichten van de vennootschap waarin de deelnemingen of aandelen worden aangehouden.
Liquide middelen worden geboekt tegen nominale waarde. Waardeverminderingen worden geboekt wanneer de realisatiewaarde bij het afsluiten van het boekjaar lager ligt dan de boekwaarde.
4. VORDERINGEN OP MEER DAN ÉÉN JAAR
8. SCHULDEN
Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde met uitzondering van de vorderingen onder de vorm van vastrentende effecten, die tegen de laagste van volgende waarden worden geboekt, de aanschaffingsprijs of de terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Een waardevermindering wordt toegepast indien de betaling op de vervaldag onzeker is.
Schulden worden geboekt tegen nominale waarde.
9. VREEMDE VALUTA Schulden en vorderingen uitgedrukt in vreemde valuta worden bij het afsluiten van het boekjaar gewaardeerd aan de wisselkoers van de laatste werkdag van het boekjaar.
10. OVERLOPENDE REKENINGEN 5. VORDERINGEN OP TEN HOOGSTE ÉÉN JAAR Vorderingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Vastrentende effecten worden gewaardeerd aan het laagste van volgende bedragen, aanschaffingswaarde of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt. Waardeverminderingen worden toegepast indien voor het geheel of een gedeelte van de vordering onzekerheid bestaat over de betaling ervan op de vervaldag.
6. GELDBELEGGINGEN Tegoeden bij financiële instellingen worden gewaardeerd aan nominale waarde. Effecten worden gewaardeerd aan de laagste van volgende bedragen, aanschaffingsprijs of terugbetalingsprijs. De bijkomende kosten worden onmiddellijk ten laste van het resultaat geboekt.
De overlopende rekeningen worden geboekt en gewaardeerd aan aanschaffingswaarde en in de balans opgenomen van het gedeelte dat betrekking heeft op volgend boekja(a)r(en).
11. BESTELLINGEN IN UITVOERING WAARDERING VAN PROJECTEN BUITEN DE UITVOERING VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Kosten opgelopen in het kader van projecten buiten de overeenkomst met het Vlaamse Gewest worden in de jaarrekening verwerkt als ‘Bestellingen in uitvoering’. Bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs.
Bijkomende info ■ Waarderingsmethode t.e.m. boekjaar 2010:
Het positief verschil tussen de verkoopprijs en de vervaardigingsprijs (winst) wordt pas in de resultatenrekening tot uitdrukking gebracht na volledige uitvoering van de bestelling. Ten aanzien van bestellingen in uitvoering worden op afsluitdatum waardeverminderingen toegepast indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamd bedrag van de nog te maken kosten, hoger is dan de netto verkoopprijs of de contractueel bedongen prijs. ■ Waarderingsmethode vanaf boekjaar 2011:
Op balansdatum wordt een inschatting gemaakt van het resultaat van het project – verschil tussen de geraamde verkoopprijs en de vervaardigingsprijs – evenals het stadium van afwerking van de projectactiviteiten. Deze afwerkingsgraad wordt toegepast op de geraamde vervaardigingsprijs en de verkoopprijs om het bedrag van kosten en opbrengsten te bepalen dat in de resultatenrekening van de periode komt. Indien op afsluitdatum een verlies verwacht wordt op het commercieel project, wordt dit onmiddellijk ten laste van het resultaat genomen.
EIGEN VERMOGEN: KAPITAALSUBSIDIES VERVANGEN DOOR ONTVANGEN VERGOEDINGEN DRINKWATERMAATSCHAPPIJEN/VLAAMSE GEWEST De ontvangen vergoedingen van de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest zijn de vergoedingen toegekend door het Vlaamse Gewest aan de vennootschap uit hoofde van tijdens het afgelopen boekjaar door de vennootschap aan het Vlaamse Gewest opgeleverde installaties. Deze vergoeding wordt ten gunste van het resultaat gebracht ten belope van hetzelfde bedrag van de afschrijvingskost waarop de vergoeding betrekking heeft. ■ Niet in balans opgenomen rechten en verplichtingen
Tegoeden op de drinkwatermaatschappijen/Vlaamse Gewest: 1.721.281.527 euro Deze tegoeden betreffen de nog niet door het Vlaamse Gewest terugbetaalde investeringskosten van projecten die reeds aan het Vlaamse Gewest werden opgeleverd.
OVERDRACHT ACTIVA BIJ AFLOOP VAN DE OVEREENKOMST MET HET VLAAMSE GEWEST Aquafin NV houdt de volle eigendom van de installaties die worden opgericht op terreinen die deel uitmaken van het openbaar domein omdat het Vlaamse Gewest gedurende de hele duur van de overeenkomst afziet van het recht tot natrekking. Vanaf het ogenblik dat de overeenkomst afloopt, wordt het eigendomsrecht op deze installaties en andere bouwwerken aan het Vlaamse Gewest overgedragen zonder dat deze tot betaling van enige vergoeding verplicht is. Indien Aquafin NV op eigen terreinen allerlei installaties of andere bouwwerken opricht die onontbeerlijk zijn voor de uitvoering van een technisch plan, dan worden deze na afloop van de overeenkomst overgedragen aan het Vlaamse Gewest zonder dat dit tot betaling van de vergoeding verplicht is.
Jaarrekening
93
94
Jaarverslag 2012
Belangrijkste risicofactoren AFREKENINGEN VAN DE FINANCIËLE JAREN 2010 & 2011 DOOR HET ECONOMISCH TOEZICHT Op 20 juli 2012 heeft de Vlaamse Regering de rekening van het boekjaar 2010 goedgekeurd. Een zeer beperkt bedrag werd verworpen. Het advies over het boekjaar 2011 werd door het economisch toezicht overgemaakt aan de Minister van Leefmilieu. Het voorstel wordt door de minister in beraad gehouden. Na analyse van het advies heeft Aquafin een antwoord geformuleerd op de gestelde vragen en aangegeven onduidelijkheden. Wij menen de redelijkheid van de gemaakte kosten voldoende te hebben aangetoond. Om die reden is er dan ook geen provisie aangelegd voor eventueel te verwerpen kosten.
OPLEVERINGSDOSSIERS VOOR HET GEWEST Tijdens de laatste maanden van 2012 werd bij het opleveren van nieuwe installaties vastgesteld dat het Vlaamse Gewest, meer dan vroeger, de redelijkheid van kosten betwist. Aquafin is zich terdege bewust van deze gewijzigde houding en probeert er pro-actief op in te spelen door zijn dossiers aan te passen en nog beter voor te bereiden. Daar waar Aquafin meent dat het Vlaamse Gewest bepaalde kosten ten onrechte weigert, neemt ze aangepaste remediërende acties.
■ RWZI Deurne - instorting tussenmuur
Op RWZI Deurne stortte in september 2012 de muur tussen het anaërobe bekken en een beluchtingsbekken in. De instorting bracht een aanzienlijke materiële gevolgschade met zich mee. Aquafin heeft na verder onderzoek uit veiligheidsoverwegingen bijkomende maatregelen genomen, zoals het leegpompen van een extra bekken. Deze maatregelen hadden dan weer impact op de waterzuivering en de slibverwerking in de droger. Naast de materiële schade, lijdt Aquafin dus ook aanzienlijke operationele schade. Om deze gevolgschade te beperken zonder onze kansen om de schade bij eventuele derde aansprakelijke partijen te recupereren in het gedrang te brengen, nam Aquafin het initiatief om een gerechtsdeskundige te laten aanstellen. Zijn opdracht bestaat erin om het zo snel mogelijk opnieuw in gebruik nemen en herstellen van de installatie te combineren met het onderzoek naar mogelijke oorzaken. In januari 2013 gaf de gerechtsdeskundige de toestemming om één bekken weer in gebruik te nemen en kon de droger opnieuw opstarten. Ondertussen werd onderzoek gedaan naar mogelijke oorzaken en werden de eerste stappen gezet om het herstel van de installatie mogelijk te maken. Aangezien er duidelijke indicaties zijn dat derde partijen technische aansprakelijkheid dragen, is er op dit ogenblik nog geen reden om een provisie aan te leggen.
VERZEKERINGSDOSSIERS JURIDISCHE GESCHILLEN ■ Wateroverlast in een woonwijk
Dit dossier behandelt schade als gevolg van wateroverlast bij ongeveer vierhonderd bewoners van een woonwijk in 1998. Eind 2010 deed de rechter een voor Aquafin gunstige uitspraak, waarbij het overgrote deel van de eisen als verjaard, niet toelaatbaar of ongegrond werden beoordeeld. Tegen deze uitspraak is door de tegenpartijen in april 2011 beroep ingesteld. Deze beroepsprocedure loopt nog steeds. Bovenstaande ontwikkelingen geven geen aanleiding om de vroegere beslissing geen provisie aan te leggen te wijzigen.
■ Onvoldoende betonwapening op RWZI Deurne
In 2007 werd ontdekt dat de wanden van bepaalde beluchtingsbekkens van de zuiveringsinstallatie van Deurne onvoldoende gewapend waren, als gevolg van een ontwerpfout. Volgens Aquafin is dit schadegeval deels gedekt door onze Alle Bouwplaatsrisico-verzekering (ABR) en deels door de beroepsaansprakelijkheidsverzekering van het betrokken studiebureau. Het niet door de ABR-verzekeraar betaalde bedrag werd in 2011 deels teruggevorderd van het studiebureau dat de ontwerpfout maakte en deels van het op de werf actieve controleorganisme. Deze recuperatieprocedures worden actief opgevolgd maar lopen nog steeds. Dit deel van de kosten werd geprovisioneerd.
■ Betonproblematiek op RWZI Brugge
Bij de voorlopige oplevering van de renovatie van RWZI Brugge werd in een beluchtingsbekken een aftekening van de wapening in het beton vastgesteld. Later kwam vast te staan dat deze schade zich verder zet en niet alleen in dit bekken. Een analyse door Aquafin besteld, duidde twee oorzaken aan: een onvoldoende betondekking en verhoogde chloridewaarden. Op basis van de studie werd in samenspraak met de aannemer een herstelmethode uitgewerkt. Waar nodig moet de beton worden hersteld en aangevuld en moet er ook een zogenaamde kathodische bescherming worden aangebracht. De eigenlijke herstellingen werden uitgevoerd in de afgelopen jaren. Ze worden in 2013 afgerond.
De kosten van het eerst vermelde deel van het herstel worden door de aannemer gedragen, de kosten van het laatste gedeelte door Aquafin. Er is een dading afgesloten tussen de verzekeringsmaatschappij en de verzekerden en tussen de verzekerden onderling. De ABR-verzekeraar ACI is voor een aanzienlijk bedrag tussen gekomen. Dit bedrag dekte enerzijds de reeds uitgevoerde herstel- en beschermingsmaatregelen en zal anderzijds dienen om de kost van de nog uit te voeren werken te dekken. In dit dossier wijzen de feiten niet op een noodzaak tot het aanleggen van een provisie.
Affectatie-overeenkomst FINANCIËLE VERSLAGEN Aquafin NV heeft tijdens het boekjaar 1994 een affectatieovereenkomst ondertekend. Deze overeenkomst tussen Aquafin NV, het Vlaamse Gewest, de Europese Investeringsbank en Belfius bepaalt dat, in geval Aquafin NV in gebreke blijft, de verplichtingen te opzichte van zijn lange termijn-financiers na te komen, de aanspraken op het Vlaamse Gewest voor de investeringen en de interesten op de leningen niet langer door het Vlaamse Gewest aan Aquafin zullen betaald worden. Deze vergoedingen zullen door het Vlaamse Gewest als solvens van Aquafin aan Belfius, dat als agent van de lange termijn-kredietverleners van Aquafin optreedt, betaald worden. Lange termijn-kredieten met een originele looptijd langer dan of gelijk aan 5 jaar vallen onder deze overeenkomst.
Jaarrekening
95
AQUAFIN NV Colofon Verantwoordelijke uitgever: Luc Bossyns, gedelegeerd bestuurder Aquafin NV Grafische vormgeving: Altera Fotografie: fotovdb.com, Jan Locus, Misjel Decleer en medewerkers van Aquafin NV Het jaarverslag 2012 is ook beschikbaar in het Engels. U kan de twee taalversies downloaden op www.aquafin.be, of extra exemplaren aanvragen via
[email protected]
Aquafin ontwikkelt en implementeert doeltreffende oplossingen die zorgen voor zuivere waterlopen en duurzaam water(her)gebruik. We spelen proactief in op te verwachten evoluties in de watersector. Hierdoor brengen wij op maat en in nauwe relatie met onze klanten de realisatie van de Europese doelstellingen elke dag opnieuw dichterbij.
Aquafin NV, Dijkstraat 8, B-2630 Aartselaar Tel. 03 450 45 11 ■ fax 03 458 30 20 e-mail: info@aquafin.be ■ www.aquafin.be V.U.: Luc Bossyns Also available in English