Werkboek Regioverkenningen feiten en cijfers ter illustratie van belangrijke ontwikkelingen voor Gelderland
In dit werkboek vindt u achtergrondinformatie (feiten en cijfers) voor het project regioverkenningen. Het project regioverkenningen is een initiatief van de provincie Gelderland en wordt in samenspraak met de Gelderse regio's vormgegeven. Wij willen dat Gelderland niet alleen nu maar ook in de toekomst een fijne provincie is om in te wonen, te werken, te recreëren. Wanneer we kansen en problemen tijdig in beeld hebben, kunnen we er goed op inspelen en - veel meer dan vroeger - samen met de regio initiatieven agenderen en prioriteren. Dát is wat we willen doen ... met jou! Gelderland 2040: waar begint jouw toekomst? Met regelmaat publiceren wij een nieuwe versie van dit werkdocument. Heeft u informatie of beeldmateriaal waarvan u denkt dat deze ook in dit werkboek hoort, mail deze dan - voorzien van bronvermelding - naar Pieter Rijzebol,
[email protected]. Heeft u naar aanleiding van dit werkboek andere opmerkingen? Neem dan contact op met iemand uit het team regioverkenningen van de provincie Gelderland: Piet Nieuwenhuijsen (projectleider) Michiel Koetsier (projectleider) Riet Dumont Sonja Sprokkereef Rudy Uwland Patricia van der Haak
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Of kijk op www.gelderland.nl/regioverkenningen
1
(Bron: You Tube, Did you know) 2
Inhoudsopgave Inleiding: waar begint jouw toekomst ................................................ Vier toekomstbeelden .......................................................................
p. 4 p. 6
Ontwikkelingen 1. Omvang en samenstelling bevolking ............................................ 2. Kennis en Informatiestromen ........................................................ 3. Netwerksamenleving ..................................................................... 4. Technologisering ........................................................................... 5. Klimaatverandering ........................................................................ 6. Duurzaamheid, milieu en energie ..................................................
p. 8 p. 13 p. 17 p. 20 p. 23 p. 26
3
Inleiding: waar begint jouw toekomst? Bedenk eens hoe oud je bent in 2040. Hoe zal de Noord-Veluwe er tegen die tijd uitzien? Is de Stedendriehoek door leegloop één groot openluchtmuseum? Hoe gaat het in 2040 met onze economie? Is er in de Stadsregio nog wel werk of vertrekt alle talent, bedrijvigheid en markt naar landen als India of China? Is solidariteit nog wel op te brengen met nog maar 2,5 werkende per AOWer? Zijn onze rivieren nog wel veilig? Staan er nog koeien in de wei? Groeien de aardappels in de Vallei boven of onder de grond? ... Allemaal vragen die te maken hebben met ontwikkelingen op het gebied van economie, demografie, klimaat, technologie, landbouw, energie en nog vele andere. De impact van dergelijke ontwikkelingen op de toekomst van de Gelderse samenleving verschilt sterk per regio. Zo wijst demografisch onderzoek uit dat de vergrijzing in de Achterhoek op termijn een bevolkingsafname teweeg zal brengen, terwijl daarvan in het Rivierenland geen sprake zal zijn. Wij willen nadenken over de impact en betekenis van dergelijke belangrijke ontwikkelingen. Dat doen we met het project regioverkenningen. Het doel van dit project is om samen met de regio majeure vraagstukken in beeld te brengen. Dat - zo hopen wij - zal een gevoel van politieke verbondenheid en urgentie opleveren om al in de komende jaren samen te werken aan een aantal maatschappelijke vraagstukken en thema's. Gelderland 2040: waar begint jouw toekomst? Hoe verken je de toekomst? De toekomst is onzeker en de toekomst voorspellen is onmogelijk. Maar wie niet nadenkt over de toekomst, werkt als een struisvogel met z'n kop in het zand. Dus: neem onzekerheden voor lief, verken de toekomst en probeer ontwikkelingen te signaleren en te agenderen! Hoe verken je de toekomst? In feite gebruiken we in het project regioverkenningen twee werkwijzen in aanvulling op elkaar: 1. ontwikkelingen signaleren De eerste werkwijze is een gebruikelijke, namelijk het beschrijven van een aantal ontwikkelingen op basis van feiten en cijfers. Deze zijn verzameld in dit werkboek. Het is een achtergronddocument bij het creatieve denkproces. Dit werkboek zal gedurende de looptijd van het project een aantal maal bijgewerkt worden met nieuw materiaal. Niet alleen provinciale medewerkers maar ook onze partners in de regio nodigen wij uit nieuw feitenmateriaal aan te leveren. Stuur je informatie (voorzien van bronvermelding) aan Pieter Rijzebol:
[email protected]. In dit werkboek worden voor de volgende zes thema’s de ontwikkelingen beschreven: 1. de omvang en samenstelling van de bevolking 2. de waarde van kennis en de omvang van informatiestromen 3. de netwerksamenleving 4. technologisering 5. klimaatverandering 6. duurzaamheid, milieu en energie Deze zes zijn gekozen omdat we er zeer waarschijnlijk mee te maken zullen krijgen en ze bovendien een grote impact op de Gelderse samenleving zullen hebben.
2. de methode van scenarioplanning De tweede werkwijze in het project regioverkenningen is minder gebruikelijk en doet een sterk beroep op het creatieve denkproces. Met gebruikmaking van de methodiek van scenarioplanning proberen we ons een beeld te vormen van hoe de wereld er in 2040 uit zou kunnen zien. Anders gezegd we verbeelden ons een aantal mogelijke toekomsten.
4
Bij het verbeelden van die toekomsten hebben we ons laten inspireren door een aantal trends waarvan onzeker is of en in welke mate ze zich zullen voordoen. Wat we wel weten is dat deze trends een grote impact hebben. Het gaat om de trends: - besluiteloos besturen - langdurige economische crisis - mentale & fysieke verstedelijking - risicosamenleving - wie betaalt, bepaalt - verandering in de wereldorde. We hebben deze trends gebruikt om de assen te ontwerpen waarlangs we de vier extreme toekomsten willen beschrijven. De begrippen die we aan de assen koppelen moeten een basisgevoel weergeven dat de voornoemde zes trends oproepen. Daarmee spreken we geen waarde-oordeel uit, maar we geven de associatie aan die de trends kunnen oproepen. We hebben gekozen voor de assen velig < > onveilig en individueel < > collectief. Ter completering van de redenering. In de vier mogelijke toekomsten die dit oplevert, krijgen de trends die we eerder onder 1. noemden een plek. Ook de overige trends die we uit eerdere bijeenkomsten hebben gedestilleerd krijgen – indien relevant – in de beschreven toekomstbeelden een plek. Wat die “overige trends” betreft gaat het om: -
sociale en samenlevingsstructuren veranderen: nieuwe verbanden en structuren (verbondenheid). ziektekosten domineren het budget van overheid en burgers sterke verzakelijking en juridisering van de samenleving mediatisering en vervlakking bepalen gedrag en ontwikkeling samenleving regionale verschillen: pieken en dalen. The World is not flat but curved. Technologie leidt niet tot global village nieuwe schaarste van grondstoffen (anders dan energie) leidt tot strijd nieuwe zingeving en religie bepalen inrichting samenleving rol nationale overheden vervaagt maar machtsblokken nemen over
Op deze manier werkend zijn we tot vier extreme toekomstbeelden van Gelderland gekomen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om voor de ene of de andere extreme toekomst te kiezen. Door te werken met extreme toekomstbeelden wordt onze oriëntatie zo ver mogelijk opgerekt. Dit levert een rijk palet van kansen en mogelijkheden op ten behoeve van het bepalen van majeure vraagstukken en beleidsmogelijkheden. Een belangrijke stap in het project is om deze vier Gelderse toekomstbeelden regiospecifiek te maken. Dat is onze taak tjdens de bijeenkomsten op 30 september en 1 oktober. Belangrijk om te weten is dat er in deze fase nog geen sprake is van beleid maken. De toekomstbeelden die we gaan formuleren zijn bewust extreem van karakter en daardoor niet realistisch. Dit geeft ons in de volgende fase maximale keuzeruimte. De volgende fase is de periode oktober 2009 - maart 2010. In deze periode zal de slag gemaakt moeten worden van de denkbeeldige extreme, regionale beelden naar reële majeure vraagstukken en de bijbehorende beleidsmogelijkheden. Deze fase zullen wij samen met de regio doorlopen. De actuele stand van zaken is te volgen op www.gelderland.nl/regioverkenningen.
5
Vier toekomstbeelden
individueel
(econ.) onveilig
(econ.) veilig
collectief
6
Ontwikkelingen Op de volgende pagina's worden de volgende ontwikkelingen beschreven: 1. Omvang en samenstelling bevolking 2. Kennis en Informatiestromen 3. Netwerksamenleving 4. Technologisering 5. Klimaatverandering 6. Duurzaamheid, milieu en energie
7
1. Omvang en samenstelling bevolking
Stelling De omvang en samenstelling van de bevolking zal de komende dertig jaar veranderen. Die veranderingen - zoals groei, krimp, meer ouderen, minder jongeren, meer multiculti - hebben een grote impact op hoe wij de komende jaren wonen, werken en voor elkaar zorgen. Vraag Wat is de impact van de omvang en samenstelling van de bevolking in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Feiten voor wat betreft Gelderland Aantal inwoners In de periode 2008-2040 zal de Gelderse bevolking nog licht toenemen: 2008: 1,99 miljoen inwoners 2040: 2,09 miljoen inwoners Gemiddeld groeit de bevolking in deze periode met ongeveer 3.000 inwoners per jaar, wat veel minder is dan in de jaren daarvoor. In de periode 1990-2008 was de jaarlijkse aanwas namelijk nog 10.000. Dat het inwoneraantal in Gelderland de komende jaren minder hard groeit komt door de vergrijzing. Het feit dat er überhaupt sprake is van groei komt goeddeels door de instroom van buitenlandse 1 migranten. De Gelderse groeiverwachtingen lopen in de pas met de Nederlandse. Binnen Gelderland bestaan echter grote verschillen. In het noorden en het oosten van Gelderland is de bevolkingsgroei relatief laag (Noord-Veluwe, Stedendriehoek, Achterhoek). In het westen is de groei naar verhouding hoog (Rivierenland en De Vallei). In Arnhem-Nijmegen is het beeld gemiddeld. Leeftijdsopbouw De laatste jaren is de verhouding van het aantal ouderen en jongeren binnen de Gelderse bevolking veranderd. Dit komt doordat er minder kinderen geboren zijn, in combinatie met een toegenomen levensverwachting. Volgens de vooruitberekeningen zullen er ook in de toekomst grote veranderingen optreden. Het proces van vergrijzing zet zich versneld door. Er treedt een verschuiving op van de categorie 20-64 jaar naar de categorie 65 jaar en ouder. In feite is dit een verschuiving van de potentiële beroepsbevolking naar de groep gepensioneerden. Deze groep ouderen, die in hoge mate ook ouder zal worden dan voorgaande groepen, heeft naar verwachting een grotere zorgbehoefte dan ouderen van nu. Ouderdom komt nu eenmaal met gebreken. Gezinsomvang en aantal huishoudens De veranderende leeftijdsopbouw is er mede oorzaak van dat het aantal huishoudens zal gaan dalen. Hoewel de daling van de gezinsomvang naar minder dan 2,4 persoon per huishouden (is nu 2,7 bron: BEO) hierop aanvankelijk een dempende werking zal hebben, zal de daling van het aantal huishoudens zich vertraagd, maar gestaag doorzetten.
1
Veranderingen in de bevolkingsomvang worden bepaald door het saldo van geboorte, sterfte en migratie. Bijna driekwart van de toekomstige bevolkingsgroei in Gelderland is het gevolg van migratie. Ongeveer een kwart wordt veroorzaakt door de natuurlijke aanwas (d.w.z. het verschil tussen geboorte en sterfte). Het migratieoverschot is vrijwel volledig toe te schrijven aan de instroom van buitenlandse migranten.
8
Feitelijke impact - Gelderse bevolking groeit van 1,99 miljoen in 2008 naar 2,09 in 2040 - Er zijn in 2040 minder jongeren. - Er zijn in 2040 meer ouderen. - We hebben een steeds diversere culturele achtergrond. - De verhouding van het aantal werkenden per AOW-er verandert van 4,5 in 2008 naar 2,4 in 2030. 2 (voor getallen per regio zie schema p. 10) - Oplopende uitgaven voor AOW en gezondheidszorg. - Noodzakelijk dat een groter percentage van de beroepsbevolking in de zorg werkt: 2008: 15 procent (126.000); 2040: 23 procent (188.000 werknemers in Gelderland)(Bron: BEO). 3 - Huizenprijzen in krimpgebieden komen onder druk te staan. - In 2040 komt Nederland 700.000 mensen te kort in de zorgsector. (Bron: Tang in de Volkskrant, mei 2009)
2
Dat betekent dat de groep die werkt en die meebetaalt aan de AOW en andere belangrijke voorzieningen steeds kleiner gaat worden. Tegenover één AOW-gerechtigde stonden in 1957 nog ruim zes mensen tussen de 20 en 64 jaar. Inmiddels is de verhouding één op vier. Op het hoogtepunt van de vergrijzing, omstreeks 2040, zal dit bijna één op twee zijn. 3
In de krimpgebieden zal (pas op termijn, gezien de verdunning van het aantal huishoudens) minder vraag zijn naar huizen en naar andere typen huizen, waardoor de huizenprijzen minder zullen stijgen dan elders of zelfs dalen. Dit heeft o.a. gevolgen voor de ontwikkeling van de onroerend zaakbelasting die een belangrijke inkomstenbron vormt voor gemeenten. Ook zullen er in de krimpgebieden minder nieuwe huizen gebouwd gaan worden. Waardoor ook de mogelijkheden voor verevening met bijvoorbeeld herstructurering afnemen.
9
Tabellen
Bevolkingsomvang van Gelderland, x 1 mln. (scenario TM)
Leeftijdsstructuur in Gelderland, 2008 en 2040 (TM-scenario)
2,4 2,2
leeftijd
2008
2
2040
85+ 80 - 84 75 - 79 70 - 74 65 - 69 60 - 64 55 - 59 50 - 54 45 - 49 40 - 44 35 - 39 30 - 34 25 - 29 20 - 24 15 - 19 10 - 14 5- 9 0- 4
1,8 1,6 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 0 2040
2030
2020
2010
2000
1990
1980
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
- % - 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
Bron 2008: CBS Bron 2040: Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
Bron 1988-2008 CBS Bron 2009-2040: Hedenmorgen, Bureau Economisch Onderzoek
10
Bevolkingsontwikkeling 1988-2040 (TM-scenario, indexcijfers 2004=100) Stedendriehoek
90
80
80
70
70
60
60 1988
90
90
80
80
70
70
60
60 1988
De Vallei
90
90
80
80
70
70
60
60 1988
Bron 1988-2004 CBS Bron 2005-2040: Hedenmorgen, Bureau Economisch Onderzoek, Provincie Gelderland
11
2040
100
2030
100
2020
110
2010
110
2040
120
2030
120
2020
130
2010
130
2000
140
2000
Noord-Veluwe
140
1988
2040
100
2030
100
2020
110
2040
110
2030
120
2020
120
2010
130
2000
130
1988
140
2010
Rivierenland
140
2000
Stadsregio Arnhem Nijmegen
2040
90
2030
100
2020
100
2010
110
2040
110
2030
120
2020
120
2010
130
2000
130
1988
140
2000
Achterhoek
140
Voorbereiding op bijeenkomst 30 september en 1 oktober Ontwikkeling 1. Omvang en samenstelling bevolking
Stelling De omvang en samenstelling van de bevolking zal de komende dertig jaar veranderen. Die veranderingen - zoals groei, krimp, meer ouderen, minder jongeren, meer multiculti - hebben een grote impact op hoe wij de komende jaren wonen, werken en voor elkaar zorgen. Vraag Wat is de impact van de omvang en samenstelling van de bevolking in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Impact in de toekomstbeelden per regio Op 30 september en 1 oktober 2009 willen wij per regio de impact van deze ontwikkeling beschrijven. We hanteren hierbij zoals gezegd vier toekomstbeelden (2040) die elk een tweetal vooronderstellingen kennen:
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
12
2. Kennis en informatiestromen Stelling De kenniseconomie heeft na de landbouweconomie en de industriële economie de toekomst. Echter de investeringen in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling blijven in Nederland erg achter in vergelijking met het buitenland. Dat is ongunstig voor onze ontwikkeling, zeker gegeven het feit dat de waarde van kennis iedere vijf jaar halveert (voor technische kennis is dit zelfs iedere twee jaar). Vraag Wat is de impact is van veranderende kennis en informatiestromen in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Feiten voor wat betreft Gelderland research and development De Nederlandse R&D-inspanningen blijven de laatste jaren structureel achter bij de EU en de OESOlanden. Ook zakt Nederland steeds verder op allerlei internationale rangordes op het gebied van onderwijs, wetenschap en technologie. Wanneer we kijken hoe Gelderland op dit gebied presteert ten opzichte van Europa, zien we een wisselend beeld. Het Bruto Binnenlands Product per inwoner kan worden gezien als een maat voor de economische prestatie van een regio. Gelderland bekleedt binnen de EU plaats 85 met een BBP per inwoner dat 5 procent boven het EU-gemiddelde ligt. Daartegen afgezet zijn de behaalde scores voor R&D, innovatie en technologie nog redelijk hoog. Alleen de kengetallen met betrekking tot de industrie zijn laag. Kengetallen op het gebied van R&D, innovatie, technologie en hoger onderwijs, Gelderland en de plaats in de Europese rangorde omvang
EU-rangorde
R&D-uitgaven als percentage van het BBP
2%
plaats 31
Arbeidskrachten in wetenschappelijke en technische beroepen, als percentage van de totale beroepsbevolking
48 %
plaats 36
Werkgelegenheid in high-tech dienstverlening, als percentage van de totale werkgelegenheid
14 %
plaats 62
Werkgelegenheid in kennisintensieve dienstverlening, als percentage van de totale werkgelegenheid
12 %
plaats 62
150
plaats 70
24 %
plaats 82
8
plaats 111
Werkgelegenheid in medium- en high-tech industrie, als percentage van de totale industriële werkgelegenheid
29 %
plaats 141
Werkgelegenheid in medium- en high-tech industrie, als percentage van de totale werkgelegenheid
4%
plaats 196
patentaanvragen per miljoen inwoners Inwoners met een hogere opleiding (HBO of WO), als percentage van de totale bevolking in de leeftijd 25-64 jaar investeringsratio industrie (investeringen per arbeidsplaats in de industrie), X 1.000 euro
Bron: Regions: Statistical yearbook 2005, Eurostat
13
Ook Nederland komt wat betreft R&D niet verder dan 1,8 procent. Gelderland doet het daarentegen substantieel beter met 2,2 procent. Binnen Nederland wordt er alleen in Noord-Brabant meer uitgegeven aan R&D. Van de 220 regio’s in de EU bekleedt Gelderland plaats 36. De afstand tot de top is echter groot. Opvallend is dat de mate waarin het Nederlandse bedrijfsleven investeert in R&D laag is. Dat is cruciaal want de toptienregio’s in de EU hebben hun hoge klassering te danken aan de krachtige inspanningen van het bedrijfsleven. Driekwart van de R&D uitgaven komt daar juist van het bedrijfsleven. In Gelderland is de situatie juist andersom. Hier zijn het juist de universiteiten en de daaraan verwante instituten die de toon zetten. Het bedrijfsleven blijft duidelijk achter. relatie bedrijfsleven en R&D Gemiddeld besteedt het bedrijfsleven binnen de EU 1,2 procent van het BBP aan R&D. Dit percentage wordt door de Europese Commissie als volstrekt onvoldoende beoordeeld. In Gelderland is de situatie nog zorgelijker en bedragen de uitgaven van het bedrijfsleven slechts 0,9 procent. Voorzover er een trend is te ontdekken in het kengetal “R&D in procenten van het BBP” verloopt deze negatief, zowel in Nederland als in Gelderland. De EU-doelstelling dat tegen 2010 de onderzoeksuitgaven 3 procent van het BBP moeten bedragen zal in Gelderland met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid niet gehaald worden. Gegeven de ontwikkelingen in de periode 1997-2005 moet zelfs betwijfeld worden of het huidige niveau gehandhaafd blijft (Bron: CBS)4 Industrie De industrie vormt een drijvende kracht in de economie. Belangrijke delen van de dienstensector en het leeuwendeel van de export en de investeringen zijn gekoppeld aan de industrie. De aanwezigheid van industrie is een absolute randvoorwaarde voor productiviteitsgroei, innovatievermogen, technologische ontwikkeling en de opkomst van kennisintensieve bedrijvigheid. Een arbeidsplaats in de Gelderse industrie genereert via het proces van toe- en aanleveringen 0,9 arbeidsplaats elders. Van alle economische activiteiten heeft de industrie daarmee de grootste uitstraling. Thans biedt de Gelderse industrie nog werk aan 110.000 mensen (PWE). De industriële productie staat echter onder een hevige wereldwijde concurrentie. Gecombineerd met de afgenomen concurrentiekracht van Nederland staat deze bedrijfstak daardoor onder zware druk. Tussen 2001-2008 heeft dit geleid tot een afname van de industriële werkgelegenheid in Gelderland met ruim 16.000 banen. Naast de verplaatsing van productiecapaciteit naar lagelonenlanden moet worden gevreesd dat ook (delen van) de R&D-activiteiten op den duur naar het buitenland verdwijnen (Bron: Provinciale Economische Verkenning, Bureau Economisch Onderzoek). Uitgaven voor onderwijs De overheidsuitgaven voor onderwijs in Nederland bedroegen in 2005 ongeveer 5,5 procent van het BBP. Dat is iets meer dan het gemiddelde van de Europese Unie. Daarmee is Nederland een 5 middenmoter. (zie ook de tabel, p.15). Opleidingsniveau Het opleidingsniveau van de inwoners van Gelderland is de afgelopen jaren gestegen. Nu heeft circa 25 procent van de beroepsbevolking een Basis/Mavo/Vbo/Vmbo opleiding, ca. 43 procent heeft een Havo/Vwo/Mbo opleidingen en ca. 31 procent heeft een HBO of WO opleiding. Tien jaar geleden waren deze percentages respectievelijk 30, 44 en 25 procent (Bron: CBS Statline). Feitelijke impact - Het aandeel van de industrie in de totale werkgelegenheid van Gelderland loopt terug. - R&D en industrie zoekt mondiaal de beste markt. - Gelders bedrijfsleven investeert onvoldoende in R&D. - Het opleidingsniveau in Gelderland stijgt. 4
Ter vergelijking de situatie in Finland en Duitsland. In Finland is op 12 juni 2009 een wet aangenomen die vastlegt dat 3,6 procent van het bruto nationaal product in R&D moet worden gestoken. Ook Duitsland heeft begin juni 2009 tot 2018 een extra bedrag van 18 miljard euro vrijgemaakt voor hoger onderwijs en onderzoek (Volkskrant 14 juli 2009). 5
Van de 25 EU-landen in 2005 geeft de Deense overheid al jaren het meest uit aan onderwijs, 8,3 procent van het bbp. Dit komt ook terug in de afname van het budget per student aan een Nederlands universiteit. Dat is namelijk sinds de jaren tachtig met ca 40 procent afgenomen (VSNU).
14
Tabellen uitgaven voor het onderwijs
Uitgaven aan R&D in % van BBP (Eurostat) NL EU
2,1 2 1,9 1,8 1,7
15
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1,6
Voorbereiding op bijeenkomst 30 september en 1 oktober Ontwikkeling 2. Kennis en informatiestromen
Stelling De kenniseconomie heeft na de landbouweconomie en de industriële economie de toekomst. Echter de investeringen in onderwijs, onderzoek en ontwikkeling blijven in Nederland erg achter in vergelijking met het buitenland. Dat is ongunstig voor onze ontwikkeling, zeker gegeven het feit dat de waarde van kennis iedere vijf jaar halveert (voor technische kennis is dit zelfs iedere twee jaar). Vraag Wat is de impact is van veranderende kennis en informatiestromen in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Impact in de toekomstbeelden per regio Op 30 september en 1 oktober 2009 willen wij per regio de impact van deze ontwikkeling beschrijven. We hanteren hierbij zoals gezegd vier toekomstbeelden (2040) die elk een tweetal vooronderstellingen kennen:
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
16
3. Netwerksamenleving Stelling De netwerksamenleving levert nieuw sociaal kapitaal voor Gelderland. Vraag Wat is de impact van de netwerksamenleving in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Feiten voor wat betreft Gelderland De netwerksamenleving kent geen grenzen. De feiten in dit hoofdstuk zijn daarom niet alleen van toepassing op Gelderland maar op iedereen. - In 2009 was 98 procent van de huishoudens in Nederland aangesloten op het wereld wijde web (Bron: Volkskrant, 4 juli 2009). - Zes miljoen Nederlanders gebruiken MSN. - Introducties van netwerken als Hyves, linked-in en Twitter kennen een stormachtige ontwikkeling. - Vergelijkingssites op internet worden steeds belangrijker. Meer dan een derde van de consumenten koopt inmiddels op internet een product via een van de vergelijkingssites en zoekt niet verder op internet of in een winkel (Bron: GfK Retail and Technology). - Reclame op het internet is stormachtig gegroeid. Terwijl in 2002 nog maar 16 procent van al het mailverkeer uit SPAM bestaat, wordt nu geschat dat 90 procent van al het mailverkeer uit SPAM bestaat - De groei van internetverkopen neemt sterk toe. Van de Nederlandse internetters doet 93 procent zijn boodschappen regelmatig online (Bron: www.beslist.nl). - In 2008 waren er 18,4 miljoen mobiele telefoons - opmars telewerken en meer door elkaar lopen van werk en privé. nieuwe netwerken Vroeger werd (in Nederland) je netwerk bepaald door het beroep van je vader en de kerk waartoe je behoorde. De komst van het internet heeft daar grote verandering in gebracht. De mogelijkheden voor communicatie zijn onbegrensd. De architectuur voor participatie, samenwerken en collectieve actie ligt er. Een boodschap kan in een paar stappen de wereld rondgaan, nieuwe netwerken worden steeds sneller geïntroduceerd, informatie wordt steeds goedkoper en is steeds toegankelijker. Hierdoor ontstaan nieuwe (technologische) producten en nieuwe sociale structuren. Een belangrijk kenmerk van dergelijke nieuwe, dynamische structuren en netwerken is dat een deze ''meebewegen'' met de richting die je zelf kiest. Voorbeelden van dynamische structuren zijn - de wijze waarop Obama fondsen heeft gewerfd voor zijn verkiezingscampagne - gebruik van nanotechnologie bv in experimentele auto’s (beweegbare bodies) - linux, wikipedia, you tube, computerspel Flow Nieuwe sociale structuren en netwerken faciliteren individuele vrijheid of ruimte. Het mooie is dat je je leven heel goed rondom je eigen voorkeuren en behoeften kunt inrichten. Alles is maatwerk en vraaggericht. Een nadeel (waargenomen in deze tijd... misschien vinden we dat in 2040 helemaal geen nadeel...) is dat je vastigheid steeds meer zelf moet creëren. Je bent namelijk verantwoordelijk voor het creëren van je eigen structuur en je eigen functioneren daarbinnen.
17
Feitelijke impact nieuwe producten en diensten Het internet biedt mogelijkheden om nieuwe groepen te vormen. Deze groepen (oftewel netwerken) werken samen om iets te bereiken (bijvoorbeeld de wikipedia) Dergelijke digitale sociale organisatiekracht is van invloed op onze manier van werken, zaken doen, ontspannen, besturen, communiceren, pressie uitoefenen, etc. Deze netwerken organiseren zichzelf en kennen geen managementstructuur. Hierdoor blijven transactiekosten laag en kunnen er nieuwe markten en producten ontstaan die before internet te duur waren om te organiseren. specialisten versus amateurs Het internet is voor iedereen toegankelijk. Je kunt er informatie halen en brengen. Iedereen... iedereen ... iedereen kan dat. Hierdoor is informatie niet langer een schaars goed en werken de wetten van de economie genadeloos door op bepaalde branches: kranten zijn tegenwoordig steeds vaker gratis, we hebben het journaal niet meer nodig: we zetten zelfgemaakte nieuwsberichten op You-tube). Oude specialismen als ''journalist'' of ''cameraman'' of ''fotograaf'' vervallen aan de massa en worden steeds minder als specialisme erkend. (Dit doet zich overigens niet alleen in de media voor maar ook op andere gebieden (iedereen kan koken, beleggen, verzekeren, een keuken ontwerpen, etc). internet als social machine Het internet wordt wel gezien als een medium dat knaagt aan de waarde van gemeenschappelijkheid. Virtueel met iemand schaken via internet is toch wat anders dan lid zijn van een schaakclub en elkaar samen treffen. Hier is inderdaad sprake van een verandering in onze samenleving, ook in Gelderland: de sociale netwerkmogelijkheden van het internet maken het minder noodzakelijk om mensen te leren kennen via een gedeelde activiteit als een sportclub of een schaakvereniging. Groepsvorming juist met hulp van het internet is echter groter dan ooit tevoren en het real life contact wat daaruit voortvloeit is enorm (neem als voorbeeld de datingsites en alle afspraakjes die daaruit voortkomen). (bron: C. Shirky, Iedereen, Business Contact)
18
Voorbereiding op bijeenkomst 30 september en 1 oktober Ontwikkeling 3. Netwerksamenleving
Stelling De netwerksamenleving levert nieuw sociaal kapitaal voor Gelderland. Vraag Wat is de impact van de netwerksamenleving in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Impact in de toekomstbeelden per regio Op 30 september en 1 oktober 2009 willen wij per regio de impact van deze ontwikkeling beschrijven. We hanteren hierbij zoals gezegd vier toekomstbeelden (2040) die elk een tweetal vooronderstellingen kennen:
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
19
4. Technologisering Stelling Technisch is alles mogelijk, we lopen “alleen” tegen ethische en privacy grenzen aan. Verschillende technieken hebben in Nederland een lange introductieperiode nodig. Vraag Wat is de impact van technologisering in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Feiten voor wat betreft Gelderland Kunstmatige intelligentie In 1965 voorspelde computerdeskundigen (het woord IT-er bestond nog niet) dat iedere achttien maanden de rekenkracht van de chip zou verdubbelen (Bron: Wikipedia). Deze wet geldt tot op de dag van vandaag en als deze ontwikkeling zich doorzet, zal in 2025 de computer evenveel rekencapaciteit en denkkracht bezitten als een mens. De verwachting is dat in 2055 een computer evenveel geheugencapaciteit heeft als de gehele mensheid (bron: Volkskrant 8 aug. 2009). Robots in de landbouw Robots winnen terrein in de landbouw. Trekkers worden al met behulp van GPS-techniek aangestuurd; de hoeveelheid bestrijdingsmiddel of mest is vooraf ingeprogrammeerd en wordt precies op maat aangebracht. We zijn nog maar een kleine stap verwijderd van de situatie dat een trekker zonder bestuurder ook het land kan bewerken. Wageningen kent het Field Robot Event, waar met nieuwe technieken geëxperimenteerd wordt. Aansprakelijkheid is nog het grootste probleem: als er iets misgaat, wie is dan verantwoordelijk? Zolang dat niet helder is, blijven prototypes in het magazijn staan (Bron: E. van Henten, hoogleraar agrarische bedrijfstechnologie in het Agrarische dagblad, 7 juli 2009). Robots in de zorgsector Robots zullen een grote verandering veroorzaken is de medische wereld. De werkgelegenheid in de zorg in Gelderland zal stijgen van momenteel 15 procent (126.000) naar 23 procent (188.000 werknemers) in 2040 (Bron: BEO). Het is de vraag of er in 2040 wel zoveel mensen in de zorg kunnen of willen werken. De verwachting is dat Nederland in 2040 700.000 mensen te kort komt in de zorgsector. (Bron: Tang in de Volkskrant, mei 2009). Robots kunnen de komende jaren waarschijnlijk een bijdrage leveren om die tekorten op te vangen. Zelfrijdende auto De ontwikkelingen op het gebied van de zelfrijdende auto gaan snel. Nanotechnologie Nanotechnologie wordt gezien als dé grote belofte van de toekomst. Internationaal investeren bedrijfsleven en overheden tientallen miljarden in de ontwikkeling ervan. Het kabinet Balkenende trok hiervoor 235 miljoen euro uit in de hoop een flinke bijdrage te leveren aan de positie van de Nederlandse kenniseconomie in Europa. Nanotechnologie maakt het mogelijk om nieuwe materialen te maken uit atomaire of moleculaire bouwstenen De eigenschappen van deze materialen verschillen fundamenteel van die van ‘traditionele’ materialen. Aanvankelijk was de benadering vooral mechanistisch: het maken van moleculaire machines of onderdelen daarvan op nanoschaal. Recentelijk zoeken veel nanowetenschappers inspiratie in de natuur en in het nabouwen en veranderen van cellulaire functies: de cel als machine. De mogelijkheden voor toepassing van nanotechnologie zijn velerlei: medische technologie, materiaaltechnologie, elektronica, energievoorziening, waterzuivering, coatings: in allerlei sectoren is het in principe mogelijk om de eigenschappen van materialen doelgericht te ontwerpen of te verbeteren.
20
Deze nieuwe techniek zorgt enerzijds voor grote beloftes, maar ook voor onzekerheid. Onzekerheid over de mogelijke gezondheids- en milieurisico’s, maar ook over de verdeling van de voordelen van nanotechnologie. Kunnen alleen de welvarende landen en burgers hiervan profiteren? (Bron: http://www.rug.nl/kennisdebat/onderwerpen/Nano/index). 3D techniek Driedimensionale technieken zijn sterk in opkomst, met name door de steeds groter wordende mogelijkheden van 3D printers. Momenteel worden 3D printers vooral gebruikt in de medische wetenschap en in de architectuur. Een 3D printer kan op een snelle en goedkope wijze modellen maken. 3D printers gebruiken een fijn poeder, dat laagje voor laagje een vaste vorm opbouwt (Bron: Wikipedia, http://www.gravotech.nl/). Bioplastics Als onderdeel van de biobased economy vindt in Gelderland veel onderzoek plaats naar allerlei gebruiksmogelijkheden van biomassa als grondstof, warmte en energie. Het bedrijf Paperfoam uit Barneveld maakt bijvoorbeeld bioplastic uit aardappelzetmeel. Ooit begonnen als een onderdeel van AVEBE, worden medische apparatuur, dvd’s, electronica, zoals iPhones geleverd in verpakkingsmateriaal van Paperfoam. Het bedrijf bezit het de wereldwijde rechten. Deze bioplastic hebben een CO2 emissie die tien keer kleiner is van de traditionele verpakkingsmaterialen (Bron: Volkskrant 7 juli 2009). Deze techniek kan een nieuwe boost geven aan de landbouwsector. Biotechnologie Gen-technologie kent veel mogelijkheden. Niet alleen gaat het om ontwikkelingen zoals bij het schaap Dolly en de stier Herman, maar ook om ontwikkelingen die de mens raken. Veel van deze technieken lopen tegen ethische grenzen aan: zo is mais die behandeld is tegen de maisstengelboorder in Frankrijk en Duitsland verboden (bron: Volkskrant 4 juli 2009). Het bedrijf Ingrepo uit de Achterhoek produceert algen. Uit deze algen kunnen grondstoffen voor medicijnen, voedsel en biobrandstoffen worden gemaakt. Big brother De afgelopen jaren is onze samenleving meer dan vroeger bereid om maatregelen te accepteren die onze collectieve veiligheid bevorderen, ook als die maatregelen ten koste gaan van onze individuele vrijheid. Het gedrag van groepen en individuen is hierdoor steeds beter te volgen. Providers moeten alle e-mailverkeer een aantal jaar bewaren, databestanden worden gekoppeld, in steeds meer steden, openbare gebouwen, treinen, etc. worden camera’s opgehangen voor de veiligheid. Auto's worden gefilmd t.b.v. rekeningrijden of filemanaging. Er zijn inmiddels zelfs slimme energiemeters die het verbruik kunnen interpreteren en tips (of in de toekomst... boetes?) kunnen geven voor zuinig gebruik. We hebben allemaal een ID-kaart en onze vingerafdrukken staan - heel handig - al in ons paspoort én in een grote database. De politie wil een drugtest invoeren waarbij aan de hand van speeksel wordt nagegaan of drugs gebruikt is. Technisch is het ook mogelijk om uit dat speeksel een DNA-profiel van die persoon te maken. Feitelijke impact - De invloed en hulp van robots en computers in ons dagelijks leven wordt steeds groter, zowel op technologisch, medisch als sociaal gebied. - Mede door analyse van luchtfoto’s en satellietbeelden kan de bijvoorbeeld de groei van gewassen geanalyseerd worden. Via robots kunnen dan kunstmeststoffen en gewasbeschermingsmiddelen toegediend worden op de locaties waar het nodig is. - De snelheid waarmee technologie in Nederland wordt ingevoerd is veelal laag. De Segway is daar een voorbeeld van. Deze wordt nu alleen gebruikt op Schiphol. - Nieuwe producten en gewassen ontstaan als gevolg van bio- gen en nanotechnologie. - Vergroting van collectieve veiligheid ten koste van individuele vrijheid en privacy vanuit het argument dat ''iemand die niets te verbergen heeft, alles toch kan openbaren?'' - Minder transportbewegingen als gevolg van inzet 3D printers. (Blokker in 2040: print hier je eigen afwasborstel). - Minder auto-ongelukken als gevolg van zelfsturende auto's. - Andersoortige milieuvervuiling als gevolg van nanotechnologie
21
Voorbereiding op bijeenkomst 30 september en 1 oktober Ontwikkeling 4. Technologisering
Stelling Technisch is alles mogelijk, we lopen “alleen” tegen ethische en privacy grenzen aan. Verschillende technieken hebben in Nederland een lange introductieperiode nodig. Vraag Wat is de impact van technologisering in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Impact in de toekomstbeelden per regio Op 30 september en 1 oktober 2009 willen wij per regio de impact van deze ontwikkeling beschrijven. We hanteren hierbij zoals gezegd vier toekomstbeelden (2040) die elk een tweetal vooronderstellingen kennen:
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
22
5. Klimaatverandering Stelling De temperatuur op aarde neemt door de invloed van de mens toe. Dit heeft op veel terreinen gevolgen. Vraag Wat is de impact van klimaatverandering in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Feiten voor wat betreft Gelderland Het doel van de Europese Unie is om de temperatuur op aarde in 2100 met niet meer dan twee graden te laten stijgen. Om dat te bereiken zal de EU op mondiaal niveau afspraken moeten maken om de CO2 uitstoot in 2100 met 80 procent terug te dringen t.o.v. 1990. Klimaat heeft effecten op veel terrein/beleidsvelden, zoals wonen, landbouw, toerisme, natuur en waterbeheer. Landbouw De lengte van de groeiseizoenen is nu al drie tot zes weken langer dan 25 jaar geleden en zal nog zo’n vier tot zes weken langer worden (Bron: Planbureau voor de leefomgeving, 2009). Dat heeft het voordeel van grotere opbrengsten maar het nadeel van verdroging van de zandgronden. Toerisme De opwarming van de aarde heeft als effect dat ook de temperatuur in Nederland stijgt. Dit is op zich gunstig voor het toerisme in ons land. Over een aantal jaar zal het klimaat in Nederland waarschijnlijk meer lijken op het huidige klimaat van Frankrijk. Natuur Ook voor de natuur heeft klimaatverandering gevolgen. Zo is het aantal koudeminnende soorten met 11 procent achteruit gegaan en is het aantal warmteminnende soorten met 25 procent toegenomen (Bron: Planbureau voor de Leefomgeving, afgelopen 25 jaar). Verder kan het functioneren van ecosystemen veranderen door mismatches in prooi-predatorrelaties. Water Conform de PKB Ruimte voor de Rivier en het advies van de Deltacommissie, zal er meer ruimte moet komen voor de rivieren. In 2050 zal de Rijn bij Lobith waterpieken krijgen te verwerken van zo’n 16.500 tot 19.000m3/s (tegen 15.000 nu). Ook de Maas krijgt hogere pieken te verwerken van 3800 m3/s naar 4.200 m3/s in 2050. Een generatie terug was dat nog 3600m3/s (Bron: Deltacommissie 2008). De maatregelen die de komende jaren in het kader van Ruimte voor de Rivier genomen worden, moeten ons beschermen tegen de gevaren van hoogwater. De komende jaren zal moeten blijken of deze maatregelen voldoende zijn. Naast perioden dat de rivieren erg veel water in korte tijd moeten afvoeren, zullen er ook perioden ontstaan van droogte. In die periode zal er sprake zijn van laagwater. De gemiddelde zomerafvoer van de Rijn zal van 1700m3/s gaan naar 1100-1700m3/s (Bron: Ontwerp Nationaal Waterplan 2009). Dit zal gevolgen hebben voor het scheepvaartverkeer en voor het lozen van koelwater. Immers, bij watertemperaturen boven de 28C mag niet meer op de rivier geloosd worden. Mede vanwege het belang van de zoetwaterwinning stelt de commissie Veerman voor om het waterpeil van het IJsselmeer zo’n anderhalve meter te verhogen. Dit heeft ook weer gevolgen voor het waterpeil van de randmeren en de IJssel.
23
Feitelijke impact De impact van de klimaatverandering wordt duidelijk beschreven in het Gelders klimaatbeleid: Vaststaat dat klimaatverandering invloed heeft op de Gelderse rivieren, de natuur en de leefomgeving in het stedelijke gebied door warmere zomers, natte zachtere winters en een toename van risico door extremere weersomstandigheden. De belangrijkste maatschappelijke effecten van klimaatverandering zijn veelomvattend en divers: • • • • • • • •
een grotere piekafvoer zorgt vooral ‘s winters voor hogere rivierwaterstanden en een toenemend overstromingsrisico; lagere rivierwaterstanden in zomer en herfst verminderen de bevaarbaarheid; de biodiversiteit zal sterk afnemen (verlies soortenrijkdom), onder meer door droogte, versnippering en verhuizing van soorten; er zullen langere perioden zijn van hitte en droogte, met gevolgen voor de stedelijke leefomgeving (hitteophoging), en droogteschade voor landbouw en natuur; door hitte en door heftige regenbuien kunnen veiligheids- en berijdbaarheidsproblemen ontstaan bij tunnels en wegen; de afvoer van stedelijk water (rioleringen) zal bij hevige buien voor toenemende problemen zorgen; de waterkwaliteit neemt af, onder meer door de stijging van de watertemperatuur. Er zal mogelijk sprake zijn van een toename van blauwalg en botulisme in oppervlaktewater; een toename nieuwe ziekten en plagen (teken, eikenprocessierups).
Naast bovengenoemde accenten zijn er nog diverse andere provinciale taken die klimaatrobuust moeten worden uitgevoerd. Daarbij gaat het onder meer om wegbeheer (klimaatbestendig asfalt, waterafvoer bij tunnels e.d., compartimentering), kwaliteitsbewaking van zwemwaterkwaliteit (behoeft extra aandacht in verband met toename blauwalg en botulisme) en calamiteiten- en rampenbeheersing (met name in verband met hoogwaterproblematiek rivieren). (Bron: Contourennota Integraal Programma Klimaat , provincie Gelderland 2007) Tabellen
24
Voorbereiding op bijeenkomst 30 september en 1 oktober Ontwikkeling 5. Klimaatverandering Stelling De temperatuur op aarde neemt door de invloed van de mens toe. Dit heeft op veel terreinen gevolgen. Vraag Wat is de impact van klimaatverandering in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Impact in de toekomstbeelden per regio Op 30 september en 1 oktober 2009 willen wij per regio de impact van deze ontwikkeling beschrijven. We hanteren hierbij zoals gezegd vier toekomstbeelden (2040) die elk een tweetal vooronderstellingen kennen:
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
25
6. Duurzaamheid, milieu en energie Stelling We realiseren ons steeds meer dat mondiale olie- en gasvoorraden niet onbeperkt zijn en de negatieve gevolgen van energieproductie/verbruik als vervuiling, CO2 uitstoot en opwarming van de aarde steeds minder acceptabel zijn. Hierdoor is er een steeds grotere bereidheid om duurzame alternatieven te ontwikkelen en te gebruiken. Vraag Wat is de impact van duurzaamheid, milieu en energie in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Feiten voor wat betreft Gelderland Leefomgevingskwaliteit De uitdaging om een goede leefomgevingskwaliteit te realiseren is groot. Europese en nationale doelstellingen liggen nog ver buiten bereik. Door de recessie neemt de milieudruk tijdelijk wat af maar is er ook minder geld beschikbaar voor innovaties, research and development. Veel wordt verwacht van technologische oplossingen en innovaties om bijvoorbeeld de luchtkwaliteit (met name fijnstof) te verbeteren. De uitdaging wordt fors groter als de norm voor ultra fijnstof wordt geïntroduceerd. Ook geluidhinder vormt een flinke uitdaging. Sinds 1995 ondervinden steeds meer mensen hinder van wegverkeer. Stil asfalt en stille energiezuinige banden kunnen een omslag betekenen, maar komt dit op tijd voor het sterk gedecentraliseerde geluidbeleid? Het is de vraag of technologische oplossingen en innovaties de leefomgevingskwaliteit afdoende verbeteren. Voedselconsumptie Tot 2030 zal de mondiale consumptie van vlees, vis en zuivel naar verwachting met 50 procent toenemen, vooral doordat mensen in opkomende economieën westerse voedingsgewoonten over gaan nemen. Hierdoor zal de productie van vlees, vis en zuivel toenemen, evenals de bijbehorende milieudruk en de gevolgen voor de biodiversiteit. Of zullen onze eetpatronen drastisch veranderen? Momenteel zien we naast de traditionele wijzen van energieopwekking (olie, kolen, gas) steeds meer nieuwe productiemethoden. Deze nieuwe productiemethoden zijn doorgaans veel beter voor het milieu (duurzamer). We noemen er hier een aantal: Energie-opwekking Zonne-energie De zon levert 10.000 keer zoveel warmte op als we nodig hebben (Bron: W. Okkels). We hoeven die warmte 'alleen maar' op te vangen om over een eindeloze energiebron te kunnen beschikken. Nu al worden in Gelderland steeds meer zonnepanelen geplaatst, zowel door particulieren als bedrijven. Zonnepanelen zullen in de toekomst op steeds meer plaatsen ingezet kunnen worden, bijvoorbeeld doordat ze in asfalt verwerkt kunnen worden of in creatieve vormen als onopvallend of natuurlijk element in onze leefomgeving toegepast kunnen worden. Naast zonnepanelen is er sinds kort ook doorschijnende folie waarmee zonne-energie opgevangen kan worden. Windenergie De Nederlandse overheid heeft gezonde ambities op het gebied van windenergie. In de praktijk wordt een groot deel van de plannen echter niet gerealiseerd door gebrek aan lokaal, politiek en maatschappelijk draagvlak. Initiatiefnemers wijken hierdoor steeds vaker uit naar het buitenland zoals België of Duitsland. Door wetgeving in Duitsland, waar producenten een vaste afnameprijs gegarandeerd krijgen, heeft de ontwikkeling van zonne-energiewinning een grote vlucht genomen. De 6 windindustrie is in Duitsland zelfs omvangrijker geworden dan de auto-industrie. 6
Uit onderzoek van het ministerie van VROM is het navolgende gebleken. Het ministerie onderzocht alle lopende windenergieprojecten op land. In 2008 werd gewerkt aan 214 projecten, samen goed voor 4.419 MW. Van alle projecten werd gevraagd aan de gemeente, de provincie en de initiatiefnemer naar de stand van zaken en naar de grootste belemmeringen. Uit het onderzoek blijkt dat 64 procent van de projecten niet gerealiseerd zal worden vanwege een of meer belemmeringen. Dit
26
Kernenergie Kernenergie is een schone manier van energie-opwekking. Helaas ontstaat bij de productie radioactief afval en vormt de kern van de reactor een gevaar voor de volksgezondheid ingeval van ontploffing of andere ramp. Ondanks het schone imago is er hierdoor ook veel weerstand in de samenleving tegen het gebruik van kernenergie. Bemoedigend in dit debat is de onlangs ontwikkelde methode om kernafval af te kunnen breken in het proces van kernfusie. Biomassa Biomassa is het drooggewicht van organismen of delen ervan (bijvoorbeeld hout, palmolie, dierlijke vetten), geproduceerd ten behoeve van energieopwekking en/of biobrandstof. In Gelderland wordt houtverbranding op kleine schaal toegepast. In Cuijk staat een kleine centrale waar houtsnippers verbrand worden. De stroom die hiermee opgewekt wordt kan als groene stroom verkocht worden. Ook wordt in afvalverbrandingsinstallaties niet gescheiden ingezameld papier verbrand. Gft-afval - een natte vorm van biomassa - heeft bij verbranding tot nu toe een slecht energierendement. Het grote voordeel van het verbranden van biomassa is dat het een vrijwel CO2-neutraal proces is. Bij verbranding van biomassa komt CO2 vrij, deze is echter recentelijk door de planten die worden verbrand aan de atmosfeer onttrokken. 90 procent van alle groene stroom die wordt opgewekt in Nederland is afkomstig van biomassa. Verschillende Nederlandse elektriciteitscentrales voegen een deel biomassa toe in hun brandstof (meestal kolen). Daardoor mogen ze een deel van hun stroom als groene stroom verkopen. Dit bijmengen staat ter discussie, omdat de centrales de biomassa invoeren vanuit tropische landen. Daar wordt de lokale ecologie ontwricht door de productie van deze biomassa (kappen regenwouden). (bron: Wikipedia). Biogas Biogas of stortgas is een gasmengsel dat ontstaat als gevolg van biologische processen. De hoofdbestanddelen van biogas zijn methaan en koolstofdioxide. Het gas ontstaat als gevolg van vergisting (een anaeroob proces) van organisch materiaal zoals mest, rioolslib, actief slib of gestort huisvuil. Als restproduct blijft digestaat over (het natte eindproduct). Een voorbeeld van een biogas dat op natuurlijke wijze ontstaat is moerasgas. Vanwege de biologische oorsprong is biogas een duurzame energiebron. Tegenwoordig wordt in ontwikkelde landen steeds meer gebruik gemaakt van biogas van zowel afvalwaterzuiveringen als afvalstortplaatsen. In Nederland en België is dit algemeen gangbaar. In Nederland nam de vergisting van mest toe als gevolg van de zogenaamde MEP-subsidie. Door afschaffing van deze subsidie door het vorige kabinet Balkenende kwamen de meeste initiatieven echter in de ijskast te liggen. In 2008 is de MEP opgevolgd door de Stimuleringsregeling duurzame energieproductie (SDE). (bron: Wikipedia). Algen Ook uit algen kan energie gewonnen worden. Op dit moment is dit echter nog een laagwaardige toepassing. Algen zijn interessanter als bron voor de productie van medicijnen, cosmetica en voedsel. De restproducten kunnen dan gebruikt worden voor de energieopwekking . Energie uit afval Op verschillende plekken wordt op een kleinschalige wijze energie opgewekt. In sommige wijken wordt afval omgezet in energie in een kleine biomassacentrale. Warmte-krachtkoppeling Warmte-krachtkoppeling is de gecombineerde opwekking van warmte en elektriciteit (kracht). Elektriciteitscentrales hebben een elektrisch rendement van ca. 58,5 procent, de rest van de energie uit de gebruikte brandstoffen komt vrij als warmte. Deze warmte kan ook voor andere toepassingen gebruikt worden. Op deze manier kan veel brandstof worden bespaard. Afvalwarmte van grote centrales wordt soms gebruikt voor stadsverwarming. Is er in de zomer geen warmtevraag, dan wordt
betekent dat de kabinetsdoelstelling op het punt van windenergie, bij gelijkblijvende omstandigheden, niet gehaald zal worden. De belangrijkste belemmering: onvoldoende lokaal politiek en maatschappelijk draagvlak (Bron: Nieuwsbrief Bosch en Van Rijn aug 2009).
27
de warmte op de normale manier geloosd via koeltorens of directe lozing op het oppervlakte water. Het is echter ook mogelijk de in de zomer geproduceerde warmte op te slaan in watervoerende lagen in de bodem, en in de winter alsnog te gebruiken voor gebouwverwarming. Veel tuinders hebben een decentrale warmte-krachtkoppeling waarbij energie ontstaat als restproduct. Bij decentrale warmte-krachtkoppeling is de productie meestal aangepast aan de warmtevraag. De elektriciteit die zelf niet gebruikt wordt , wordt dan aan het elektriciteitsnet geleverd. Daarbij wordt naast warmte ook CO2 uit de centrale gebruikt. In Nederland wordt decentrale warmtekracht gestimuleerd met de MEP-regeling. In 2009 is er subsidie beschikbaar gekomen voor de micro- en mini-wkk's (warmte-krachtkoppelingen). Voor het bedrijfsleven is er de EIA, Energie investeringsaftrek. (Bron: Wikipedia). Waterstof Waterstof is geen energiebron, maar een energiedrager: je stopt er energie in om dat er elders weer uit te kunnen halen. Een brandstofcel zet waterstof met behulp van zuurstof en energie om in water. Hierbij komt elektriciteit vrij. Het voordeel daarvan kan zijn dat je schone elektriciteit kunt gebruiken bijvoorbeeld waterkracht, windenergie of warmwaterbronnen. Voor het maken van waterstof zijn meer energiebronnen voorhanden: wind- en zonne-energie, waterkracht en kernenergie, tot aan heetwaterbronnen toe. In de waterstofeconomie is waterstof in plaats van olie de belangrijkste energieleverancier. De afhankelijkheid voor de energievoorziening verschuift van leveranciers uit de traditionele olielanden naar landen die op een andere manier concurrerend kunnen leveren. Dat kunnen nieuwkomers zijn als IJsland. Dat land heeft met de vele warmwaterbronnen een overvloedige hoeveelheid energie voorradig en kan dat in de vorm van waterstof gaan aanbieden. Maar ook een land als Frankrijk kan met de overcapaciteit van de elektriciteit uit kernenergie waterstof gaan maken, en zich als brandstofleverancier op de wereldenergiemarkt gaan begeven. De meeste experts geloven dat de kansen voor waterstof als energiedrager vooral liggen in de vervoer- en transportsector en bij specifieke toepassingen waarvan de prijs per eenheid energie relatief hoog is, zoals batterijen in laptops. Binnen vijftien jaar kan een kwart van de bussen in de grote steden op waterstof rijden. Rond die tijd kunnen ook de eerste personenauto’s met brandstofcellen op de markt verschijnen. (Bron: http://sync.nl/wachten-op-de-waterstof-economie/) Feitelijke impact Duidelijk is dat er een meer decentrale opwekking van elektriciteit zal moeten komen. Ook zal deze flexibel moeten kunnen inspelen op de vraag naar stroom. Dit kan ook inhouden dat er grotere opslagbuffers moeten komen voor stroom. Daarbij zal het ook nodig zijn om diverse bronnen naast elkaar te blijven gebruiken gezien de fluctuatie in wind- en zonnekracht. Overigens kunnen ook conventionele centrales beperkt worden in hun productiecapaciteit als bijvoorbeeld de watertemperaturen van de rivieren te hoog wordt om hun koelwater te kunnen lozen. Een ander vraagstuk is hoe mobiliteit zich zal verduurzamen. Zal daarbij ingezet worden op aardgas? In diverse steden rijden al aardgasbussen rond en ook zijn er vrachtwagens op aardgas. Deze kunnen later overstappen op biogas. Of zal waterstof de grote energiedrager worden? Verschillende praktijkproeven lopen al (auto’s op waterstof, een aggregaat op waterstof en mogelijk stadsbussen). Of wordt de elektrische auto de toekomst? In diverse steden worden dit jaar (2009) oplaadstations gebouwd. In Lochem is een bedrijf bezig om auto’s om te bouwen tot elektrische auto. Vooral voor deze auto’s is de ontwikkeling van de capaciteit van accu’s van groot belang. Ook het aantal hybride auto’s is afgelopen jaren flink gestegen. Van ca. 2.000 in 2005, via 7.000 in 2007 naar 23.000 in 2009. Dit is overigens slecht 0,3 procent van het totale aantal auto's. 80 procent rijdt op benzine, 17 procent diesel en 3 procent op LPG (Bron: CBS Statline). De capaciteit van het elektriciteitsnet is ontoereikend om aan de vraag naar stroom te voldoen als we allemaal een elektrische auto zouden hebben. Het is nog onduidelijk welke wijze van energieopwekking en energiedragers de toekomst hebben. Wel is duidelijk dat het elektriciteitsnet omgebouwd moeten worden naar een systeem waarbij veel meer energie decentraal opgewekt kan worden en dat flexibel op de vraag naar stroom kan inspelen.
28
Voorbereiding op bijeenkomst 30 september en 1 oktober Ontwikkeling 6. Duurzaamheid, milieu en energie Stelling We realiseren ons steeds meer dat mondiale olie- en gasvoorraden niet onbeperkt zijn en de negatieve gevolgen van energieproductie/verbruik als vervuiling, CO2 uitstoot en opwarming van de aarde steeds minder acceptabel zijn. Hierdoor is er een steeds grotere bereidheid om duurzame alternatieven te ontwikkelen en te gebruiken. Vraag Wat is de impact van duurzaamheid, milieu en energie in de zes Gelderse regio's uitgaande van vier toekomstbeelden?
Impact in de toekomstbeelden per regio Op 30 september en 1 oktober 2009 willen wij per regio de impact van deze ontwikkeling beschrijven. We hanteren hierbij zoals gezegd vier toekomstbeelden (2040) die elk een tweetal vooronderstellingen kennen:
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem individuele en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en onveilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
Beschrijf hier wat volgens jou de impact van deze ontwikkeling is voor de regio of regio's die jij goed kent. Ga uit van het jaar 2040 en een extreem collectieve en veilige samenleving. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. .............................................................................. ..............................................................................
29
Aantekeningen
30
Aantekeningen
31
32