Praktijkboek oriënterende stages voor de gemengde en theoretische leerweg in het vmbo
Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort Telefoon 033 450 46 46 Fax 033 450 46 66 E-mail
[email protected] Website www.ecabo.nl
WOW 2004/08
Kennismaken met de economisch administratieve en ICT-sector
brug tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer Praktijkboek oriënterende stages voor de gemengde en theoretische leerweg in het vmbo
Inhoudsopgave
COLOFON
Redactie: Afd. Onderwijs & Innovatie Eindredactie: Lucy Holl Vormgeving: LandGraphics, Amsterdam Drukwerk: Van Marken Delft Drukkers, Delft Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overname of reproductie:
ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
5 6 7 8 12 16 20 24 28 32 36 40 44
3 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer! Informatie voor stagiairs Informatie voor stagebegeleiders Oriëntatie in de organisatie Werken in de commerciële dienstverlening Werken in de bedrijfsadministratie Werken op het secretariaat Werken in de ICT Werken in de financiële dienstverlening Werken als juridisch medewerker bij het CWI Werken als juridisch medewerker bij de gemeente Werken in de informatiedienstverlening Logboek
Welkom op de werkvloer!
Welkom op de werkvloer
4 Tijdens deze stage kom je echt op de werkvloer. Je gaat ontdekken wat de medewerkers de hele dag aan het doen zijn. Achter hun bureau met hun pc, aan de telefoon, achter de balie. Je komt op plekken waar je normaal nooit komt. Dit boek helpt je op je ontdekkingstocht door de organisatie. Waar ben je terechtgekomen? Wie zijn
hun klanten? Waar verdienen ze hun geld mee? Via de opdrachten kom je erachter. Soms doe je dingen in je eentje. Soms samen met je nieuwe ‘collega’s’. Je schrijft het allemaal op. Dan kun je het later ook nog eens nalezen. Hierna vind je meer informatie voor jou als stagiair. En laat je stagebegeleider even de pagina lezen met informatie voor hem of haar. Eén tip: doe gewoon net of je een nieuwe medewerker bent. Dus kijk je ogen uit. En vraag ze de oren van de kop! Ze zullen weten dat je langs geweest bent!
5 Welkom op de werkvloer
Misschien heb je wel eens een bijbaantje gehad. Of ben je ergens op een open dag van een organisatie geweest. Of misschien heb je nog helemaal nooit een bedrijf van binnen gezien. Dat maakt niet uit.
Welkom op de werkvloer
6
Informatie voor stagebegeleiders
Je gaat nu stage lopen in een leerbedrijf, je krijgt de mogelijkheid kennis te maken met diverse beroepen. Wie weet, zit er een beroep bij dat je zelf ook wel zou willen doen. Je hebt een paar dagen de tijd om je te verdiepen in het bedrijf en de verschillende beroepen. Deze stage is bedoeld om je een beeld te geven van een aantal beroepen, zodat je beter kunt kiezen uit de mogelijkheden in het beroepsonderwijs.
merciële en de secretariële beroepen en voor de bedrijfsadministratie of de ICT-sector. Je vindt bij de opdrachten een korte uitleg. Voor je aan een opdracht begint, bespreek je die eerst met je stagebegeleider. Schrijf belangrijke dingen even op. Als je weet hoe je de opdracht moet maken, ga je aan de slag. Vraag uitleg aan je stagebegeleider, als iets nog niet duidelijk is.
DE OPDRACHTEN Elke stageopdracht begint met een korte inleiding over het werk dat je hebt gekozen. Dan volgen een paar vragen over wat je misschien al weet over dat werk. Je schrijft in het kort je antwoord op. Bij de taken staat beschreven wat iemand op zijn werk doet. De opdrachten zijn het belangrijkste deel van je stageopdracht want dan zie je hoe zo’n beroep er in het echt uit ziet. Elke sector heeft zijn eigen opdrachten. Er zijn aparte opdrachten voor bijvoorbeeld de com-
LOGBOEK Tijdens je stage schrijf je in een logboek wat je in je leerbedrijf doet. Je vult regelmatig in welke werkzaamheden je hebt gedaan. Als je iets doet wat niet in je opdracht stond, noteer je dat in je eigen woorden. Houd je logboek goed bij. Je kunt het gebruiken voor je stageverslag. Je vindt het logboek achterin dit werkboek. Veel plezier en succes in je leerbedrijf
De leerling van het vmbo, van de theoretische of gemengde leerweg, die bij u stage loopt, maakt de komende tijd kennis met verschillende facetten van uw bedrijf. Op school heeft hij voornamelijk theoretische vakken gevolgd. Hij is dus niet of nauwelijks bekend met de beroepen in het bedrijfsleven. Tijdens zijn stage richt hij zich op de werkzaamheden die bij de verschillende beroepen horen en misschien vindt hij daartussen een beroep dat hem interessant lijkt. De stage heeft een oriënterend karakter. Het is de bedoeling dat de leerling ziet hoe een bedrijf in elkaar zit en welke werkzaamheden er worden uitgevoerd. Hij krijgt een beeld van een aantal beroepen, zodat hij beter kan kiezen uit de vele mogelijkheden in het beroepsonderwijs. OPDRACHTEN MAKEN De stage heeft lange tijd een algemeen karakter gehad. De leerling ‘keek rond’ in het bedrijf en maakte ter afsluiting een verslag. Nu krijgt de kennismaking een nieuw en ander accent door de leerling beroepsgeoriënteerde opdrachten te laten maken. Hij loopt mee met de secretaresse, de administrateur of
de ICT’er en voert echte werkzaamheden uit in uw bedrijf. Deze werkzaamheden dragen een bepaald karakter. Ze zijn kenmerkend voor het beroep, eenvoudig van aard en geven weinig risico op fouten. De opdrachten worden altijd onder uw begeleiding of die van een collega uitgevoerd. Er zijn per sector aparte opdrachten. De stageopdrachten beginnen met een beschrijving van een bepaald beroep en een korte uitleg van de opdrachten. De opdrachten zijn ingedeeld in verschillende onderdelen. Voor de secretariële beroepen zijn er bijvoorbeeld opdrachten voor telefonische contacten, correspondentie en post- en archiefwerkzaamheden. Voordat een leerling een opdracht uitvoert, bespreekt hij deze eerst met de stagebegeleider. Tijdens de stage houdt de leerling een logboek bij, waarin hij regelmatig noteert welke werkzaamheden hij heeft uitgevoerd. U vindt het achterin dit werkboek. Als stagebegeleider bent u niet alleen begeleider maar ook vraagbaak voor de leerling. Wanneer hij iets niet goed begrepen heeft en nadere uitleg nodig heeft, zal hij bij u aankloppen.
7 Welkom op de werkvloer
Informatie voor stagiairs
Oriëntatie in de organisatie opbouw van het bedrijf en de cultuur, de sfeer die er hangt. Via de onderstaande opdrachten leer je de organisatie waar je stage loopt alvast wat kennen. Welke beroepen zijn er? Welke afdelingen zijn er?
• Welke producten of diensten verkocht het bedrijf waar je gewerkt hebt?
9
• Wat heb je geleerd tijdens het werken? Noem voorbeelden. WAT
KUN JE EN WEET JE AL?
• Heb je wel eens een baantje gehad?
• Met hoeveel mensen werkte je samen? (als je geen baantje hebt gehad, stel dan de vragen aan je ouders of een bekende)
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
8
Tijdens je stage maak je kennis met verschillende beroepen. Deze beroepen kunnen in één organisatie uitgeoefend worden of in verschillende bedrijven. Elke organisatie is uniek: de soort medewerkers zijn overal net even anders, en dat geldt ook voor de
De manier waarop jij je gedraagt tijdens je werk, beïnvloedt de manier waarop mensen op jou reageren en met je praten. Ben je brutaal of onbeleefd, dan zullen mensen ook brutaal en onbeleefd zijn tegen jou. Sommige mensen zullen zelfs boos tegen je doen. Maar als je je vriendelijk opstelt, zullen je collega’s meestal ook vriendelijk zijn tegen jou. Let er daarom op dat je steeds rekening houdt met je omgeving (ook al lukt het misschien niet altijd). Dat houdt het werken aangenaam.
3. In een organogram staat hoe de structuur (opbouw) van een organisatie eruit ziet. Maak een organogram van de organisatie en bewaar die bij de opdracht.
11 4. Hoe vaak wordt er een vergadering of werkoverleg gepland en tussen welke afdelingen?
5. Elke organisatie moet zich houden aan wettelijke regels. De Arbo-dienst controleert of de regels ook echt worden nageleefd. Noem drie voorbeelden van regels die van toepassing zijn in het bedrijf waar je stage loopt. OPDRACHTEN De opdrachten gaan over het bedrijf waar je stage loopt. Het is mogelijk dat je niet alle opdrachten mag uitvoeren. Bespreek de opdrachten daarom met je stagebegeleider voordat je ze gaat maken.
1. Omschrijf in je eigen woorden wat het bedrijf waar je stage loopt verkoopt. Dit kunnen zowel producten als diensten zijn. 6. Schrijf kort op welke verbeterpunten er zijn op je werkplek of in de organisatie. Voorbeeld: de bureaustoel waar je op zit is niet meer verstelbaar.
2. Noem de afdelingen die er in het bedrijf zijn. Beschrijf kort wat elke afdeling doet en hoeveel mensen er werken.
7. Schrijf een sollicitatiebrief voor een functie binnen het bedrijf waar je stage loopt. Zet in de brief waarom je graag die functie zou willen en wat je sterke kanten zijn. Bespreek de brief met je stagebegeleider of een collega. Pas de brief als het nodig is aan. Maak een kopie of printje van de brief en bewaar die bij de opdracht. 8. Als je de brief hebt besproken, houdt dan een sollicitatiegesprek met je stagebegeleider of een collega. Maak hiervan een kort verslag waarin je beschrijft wat goed ging en wat beter kan.
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
10
MEDEWERKERS IN EEN ORGANISATIE Het maakt niet uit waar je werkt of wat je doet: van elke medewerker wordt een goede beroepshouding verwacht. Dat wil zeggen dat je serieus met je werk omgaat, goed samenwerkt met je collega’s en vriendelijk bent tegen klanten. Ook wordt er van je verwacht dat je nette, schone kleding draagt, deodorant gebruikt en geen kauwgom kauwt. Bovendien zorg je ervoor dat alles wat je hebt gebruikt ook weer opruimt. Voordat je naar huis gaat, ruim je bijvoorbeeld eerst je bureau op.
Werken in de commerciële dienstverlening
WAT
onderzoek, waarbij hij van alles laat onderzoeken. Hij wil bijvoorbeeld weten hoe zijn doelgroep in elkaar steekt. Het is belangrijk om te weten wie de mogelijke kopers precies zijn. Dan kan hij zijn producten en reclames daar goed op afstemmen. Voordat de producten in de winkel liggen, zijn er al veel mensen mee bezig geweest: de afdeling productontwikkeling, de afdeling inkoop, de afdeling verkoop en de productieafdeling bijvoorbeeld. Er zijn dus de meest uiteenlopende mensen betrokken bij een product voordat jij het kunt kopen in de winkel. Bij de volgende opdrachten maak je kennis met commerciële werkzaamheden en voer je ze eventueel zelf uit.
• Heb je al wel eens prijzen bij verschillende bedrijven opgevraagd omdat je iets wilde kopen, bijvoorbeeld een scooter?
13
• Zo ja, waarom heb je uiteindelijk besloten om het product (bijvoorbeeld een scooter) bij een bepaald bedrijf te kopen?
KUN JE EN WEET JE AL?
• Koop je wel eens iets wat je in een reclamespotje op televisie hebt gezien? Noem voorbeelden • Heb je wel eens iets geschreven voor een clubblad, schoolblad of een ander blad? Zo ja, wat was het onderwerp?
•
Vind je dat reclames voor jongeren goed zijn afgestemd op de doelgroep? Waarom vind je dat wel of waarom vind je dat niet?
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
12
Overal waar je komt, zie je vormen van marketing om je heen. Langs de kant van de weg of op het station staan bijvoorbeeld opvallende billboards. In je brievenbus worden elke week wel reclamefolders gegooid. Als je voor iemand een cadeautje gaat kopen, kun je eerst kijken in die reclamefolders voor ideeën en aanbiedingen. Zo bepaal je soms van te voren al wat je gaat kopen. Ook op internet vind je steeds meer mogelijkheden om producten te kopen. Dit loopt uiteen van boeken tot de laatste games voor je spelcomputer. Maar voordat de producten in de (web-)winkel liggen, is er al heel wat gebeurd. De producent doet eerst markt-
Commercieel medewerkers hebben verschillende taken. De belangrijkste zijn: • Klantgericht telefoneren Hierbij moet je denken aan telefoneren op een customer contact center. Daar komen allerlei telefonische vragen van klanten binnen en je bent verantwoordelijk voor de afhandeling ervan. • Schrijven en redigeren van teksten Veel bedrijven hebben een bepaald communicatie-
plan. Om dat uit te voeren moet je als commercieel medewerker teksten schrijven en bewerken. Denk bijvoorbeeld aan reclameteksten, brochures of persberichten. • Uitvoeren van de orderplanning en de orderverwerking Het plannen en verwerken van orders moet eerst gebeuren voordat er iets verkocht kan worden. Je moet de levertijden van producten goed controleren, je neemt offertes aan en controleert de opgestelde facturen. • Beheren van informatie en data Correcte informatie en data zijn essentieel voor een organisatie. Wanneer gegevens niet compleet of verouderd zijn, heeft dat gevolgen voor de verwerking van bijvoorbeeld orders. Die worden dan naar een verkeerd adres gestuurd. Of er staat een naam op van iemand die allang niet meer bij een bedrijf werkt.
4. Bedenk welke doelgroepen het bedrijf eventueel nog kan benaderen. Beschrijf deze nieuwe doelgroepen kort.
15 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
14
TAKEN VAN DE COMMERCIEEL MEDEWERKER Een commercieel medewerker moet vooral klantgericht kunnen werken, gemakkelijk contacten leggen en nauwkeurig zijn. Commercieel medewerkers tref je aan in allerlei soorten bedrijven en branches. Maar ze kunnen zich ook specialiseren op een bepaald terrein, bijvoorbeeld de marketing en communicatie of het banken verzekeringswezen.
OPDRACHTEN
5. Kijk mee met een collega hoe zij/hij de telefoon aanneemt en de gegevens van bijvoorbeeld een bestelling noteert. Maak aantekeningen.
Het kan zijn dat je niet alle opdrachten kunt doen in je stagebedrijf. Bespreek ze daarom eerst met je stagebegeleider voordat je ze gaat maken. Succes!
6. Kijk met een collega mee hoe de gegevens verwerkt worden.
1. Kijk met je stagebegeleider of een collega mee in het systeem met klantgegevens. 7. Neem nu zelf de telefoon aan en noteer de gegevens. 2. Vraag of je zelf adresgegevens mag invoeren in het systeem. Werk heel nauwkeurig en bedenk dat dit vertrouwelijke bedrijfsinformatie is.
3. Maak een verslag waarin staat op welke doelgroep het bedrijf zich richt en wat precies de kenmerken van die doelgroep zijn. Bijvoorbeeld, jongeren tussen de 16 en 18 jaar die graag actief bezig zijn met hobby’s of sport. Bespreek het verslag met je stagebegeleider en voeg dit bij de opdrachten toe.
8. Verwerk de gegevens samen met een collega in het geautomatiseerde systeem.
Werken in de bedrijfsadministratie Financiële administratie is broodnodig om inzicht te krijgen in de positie van een bedrijf of instelling. Medewerkers van de financiële administratie houden de financiële verplichtingen van de organisatie nauwkeurig bij. Ze doen dat vrijwel altijd met de computer. Zij verzorgen betalingen en incasseren rekeningen.
TAKEN VAN
MEDEWERKERS OP EEN
BEDRIJSADMINISTRATIE
Medewerkers op een bedrijfsadministratie weten alles van de boekhouding. Zij onderzoeken ook de veranderingen in bepaalde inkomsten en uitgaven voor het management en geven adviezen. Ze vinden het leuk om met cijfers te werken. Ze zijn heel nauwkeurig en gebruiken graag allerlei software. Een medewerker op een bedrijfsadministratie heeft verschillende taken. De belangrijkste taken zijn:
WAT
KUN JE EN WAT WEET JE AL?
• Werken in de bedrijfsadministratie betekent werken met de computer. Wellicht heb je op school en thuis al aan een computer gewerkt. Op een computer kun je meer doen dan spelletjes. Heb je al eens met een programma gewerkt waarmee je kunt rekenen?
• Veel leerlingen van je klas zullen een baantje hebben. Jij misschien ook wel. Het geld dat je daarmee verdient, wordt waarschijnlijk op een bankrekening gestort. Om de zoveel weken krijg je een afschrift van de bank. Hierop staan de bedragen die op je rekening zijn gestort en de uitgaven die je van je rekening hebt gedaan. - Heb je wel eens uitgerekend hoeveel geld je aan verschillende zaken uitgeeft? - Hoeveel geld geef je per maand uit in de kantine van school?
• Selecteren en registreren van facturen Op een financiële administratie komen rekeningen binnen die betaald moeten worden. Soms doet de financiële administratie de boekhouding voor meer dan één bedrijf. Je moet dan uitzoeken voor welk bedrijf welke rekening is. Iedere factuur die binnenkomt, wordt geregistreerd. Ieder bedrijf heeft daarvoor zijn eigen werkwijze. • Controleren van facturen De facturen die het bedrijf ontvangt, zijn afkomstig van verschillende leveranciers. De huishoudelijke dienst kan bijvoorbeeld koffie en schoonmaakmiddelen besteld hebben. Ook kunnen kantoorartikelen zijn ingekocht, zoals toner en kopieerpapier. Veel facturen hebben te maken met het soort bedrijf waar je nu werkt. Een wegenbouwer krijgt andere rekeningen binnen dan een accountantskantoor. Degene die de goederen heeft ingekocht, moet ook beoordelen of de factuur correct is. Zijn er niet te veel goederen in rekening gebracht? Is de afgesproken korting wel berekend? De mensen die
bepaalde inkopen mogen doen voor het bedrijf, noemen we budgethouders. Die budgethouders controleren of de factuur correct is. Maar ze krijgen niet ontzettend veel tijd, want de factuur moet ook op tijd betaald worden. En als er iets mis is met de factuur, dan moet je contact opnemen met de leverancier. • Boeken van facturen Facturen die de budgethouders hebben goedgekeurd, kunnen worden geboekt in het boekhoudprogramma. Dat is nauwkeurig werk waarvoor een boekhoudkundige opleiding nodig is. Doorgaans zul je dat tijdens je stage niet zelf mogen doen. Maar je kunt wel kijken hoe dat wordt gedaan. • Betalen van facturen en controleren van de betalingen Na het boeken van de factuur kan er betaald worden. Nadat de lijst van te verrichten betalingen is gemaakt, moet je deze lijst vergelijken met de facturen. Zijn de bedragen juist opgenomen? Zijn de banknummers correct? Het is mogelijk dat de betalingen niet correct worden uitgevoerd. Het is daarom nodig te controleren of de juiste bedragen zijn afgeschreven. Als de facturen zijn betaald, dan berg je ze op. De boekhouding is een kwetsbaar deel van het bedrijf. Als er fouten worden gemaakt, dan kan dat grote gevolgen hebben voor het bedrijf. Je zult bijna altijd onder directe begeleiding werken. Je stagebegeleider is daarom belangrijk voor je. Het is beter dat je teveel vraagt aan je stagebegeleider, dan te weinig!
OPDRACHTEN Voer de onderstaande opdrachten uit in nauw overleg met je stagebegeleider. Bespreek iedere opdracht afzonderlijk met hem. Omdat de gevolgen van fouten op een boekhouding zo groot zijn, zal je werk voortdurend worden gecontroleerd. Succes! 1. Vraag je stagebegeleider of hij je wil uitleggen hoe de facturen uit de binnengekomen post op de boekhouding worden gesorteerd en hoe ze verdeeld worden over de verschillende administraties die de boekhouding verzorgt.
17 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
16
Een organisatie wil op elk willekeurig moment weten hoe ze er financieel voorstaat. Is er nog geld in kas, betalen de klanten wel op tijd, wordt er winst gemaakt? Daarom moet er een goede administratie zijn. Het gaat om het verzamelen, ordenen en registreren van gegevens voor allerlei doeleinden.
3. Overleg met je stagebegeleider of je binnengekomen facturen samen met een collega mag sorteren.
4. In welk(e) programma(s) wordt de boekhouding gedaan?
5. Vraag of je stagebegeleider of een collega wil uitleggen hoe de binnengekomen facturen worden geregistreerd. Wat gebeurt er na het registreren met de facturen?
6. Overleg met je stagebegeleider of je de binnengekomen facturen samen met een collega mag registreren.
7. Overleg of je mee mag kijken bij het controleren van de betaallijst. Hoe gaat het in zijn werk?
8. Als de facturen zijn afgehandeld, moeten ze overzichtelijk worden opgeborgen. Hoe archiveren de medewerkers van de boekhouding de facturen?
19 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
18
2. Overleg of je een paar facturen, of kopieën, wat nauwkeuriger mag bekijken. Kijk goed wat er op de factuur staat. - Welk artikelen zijn er ingekocht? - Wat kosten ze? - Welk BTW-tarief geldt voor de verschillende artikelen? - Wanneer moet de rekening uiterlijk betaald zijn?
Werken op het secretariaat
WAT
zameling van bijvoorbeeld postzegels, voetbalkaartjes of iets anders. Je bergt de spullen systematisch op. Ook het schrijven van brieven of andere teksten doe je vast heel vaak. Of mailen, chatten of sms’en met vrienden. Het zijn allemaal dingen die in een bedrijf ook voorkomen, alleen is de inhoud en de vorm van de berichten heel anders.
KUN JE EN WEET JE AL?
• Heb je wel eens een zakelijke brief geschreven, bijvoorbeeld een sollicitatiebrief of een klachtenbrief? Wat vond je moeilijk aan het schrijven van een zakelijke brief?
• Stel, je bent bij een vriend of vriendin en de telefoon gaat. Hij of zij is even bezig, kan de telefoon niet opnemen en zegt dat jij dat wel mag doen. Wat zeg je als je de telefoon opneemt?
• Wanneer je bankafschriften binnenkrijgt, wat doe je er dan mee? Berg je de afschriften op een systematische manier op? Zo ja, leg uit op welke manier. Zo nee, leg uit waarom niet.
21 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
20
Veel dingen die je doet in je dagelijks leven gebeuren ook in een bedrijf. Zo heb je de afgelopen weken misschien wel vijftig keer de telefoon opgenomen. Bij je thuis, omdat je mobiel ging of omdat iemand er even niet was. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld archiveren. Je hebt vast een eigen bankrekening waarvan je de bankafschriften in een mapje bijhoudt of een ver-
Een secretaresse heeft verschillende taken, de belangrijkste zijn: • Post en archiefwerkzaamheden Alle post die een bedrijf binnenkomt of uitgaat, moet geregistreerd zijn. Dan kan er altijd achterhaald worden wanneer en naar wie post verstuurd is. De verstuurde brieven en allerlei documenten moeten op een systematische
manier opgeborgen worden; dat doe je in het archief. Het is belangrijk dat je bij het archief altijd netjes werkt omdat het terugvinden van een zoekgeraakt archiefstuk soms dagen kan duren. • Onderhouden van in- en externe contacten • Correspondentie Het voeren van correspondentie is een belangrijke taak. De correspondentie loopt uiteen van korte memo’s tot langere brieven. Deze taken voer je vaak tegelijkertijd uit. Bijvoorbeeld, je bent druk bezig om een brief te schrijven en de telefoon gaat. Iemand wil graag een afspraak maken met je stagebegeleider. Deze afspraak moet je in de agenda zetten, terwijl je bezig bent met de brief. Je moet dus veel verschillende dingen tegelijkertijd kunnen doen.
OPDRACHTEN Het kan zijn dat je niet alle opdrachten kunt doen in je stagebedrijf. Bespreek ze daarom eerst met je stagebegeleider voordat je ze gaat maken. Succes!
4. Probeer vervolgens diverse mogelijkheden uit. Bijvoorbeeld: - Van dubbelzijdig naar enkelzijdig - Van enkelzijdig naar dubbelzijdig - Een setje kopieën nieten - Materiaal verkleinen - Et cetera
5. Verzamel de binnengekomen post van één dag. Schrijf de post op aanwijzing van je stagebegeleider in het postboek. Als er geen postboek is, maak dan zelf een lijstje met binnengekomen post (bespreek eerst welke post je mag openmaken).
6. Overleg met je stagebegeleider of je een zakelijke brief mag maken. Dit kan een nieuwe brief zijn of gebeuren aan de hand van een concept (een voorbeeld). Luister goed naar de aanwijzingen van je stagebegeleider. Maak een kopie of een printje van de brief en bewaar deze bij de opdracht.
7. Beschrijf het archief in je stagebedrijf. Denk daarbij aan: - Wat bewaart het bedrijf in het archief? - Wat valt je op aan het archief? Zie je bijvoorbeeld ordners, hangmappen, et cetera? - Hoe is het archief opgebouwd? Is de indeling bijvoorbeeld alfabetisch?
1. Overleg met je stagebegeleider hoe de telefoon in je stagebedrijf wordt opgenomen. Neem daarna volgens de standaardmanier van het bedrijf de telefoon op.
2. Overleg met je stagebegeleider hoe de telefoon doorverbonden moet worden. Verbind vervolgens zelf de telefoon door.
3. Verzamel materiaal om te kopiëren.
8. Verzamel de uitgaande post van één dag. Maak de post op aanwijzing van je stagebegeleider verzendklaar.
23 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
22
TAKEN VAN EEN SECRETARESSE Als secretaresse onderhoud je contacten voor je opdrachtgever. Je maakt afspraken, plant bijeenkomsten, regelt dienstreizen en noem maar op. Bij alles wat je doet, vertegenwoordig je het bedrijf waarvoor je werkt. Je bent een visitekaartje van het bedrijf. Het is daarom ook belangrijk dat je representatief en dienstverlenend bent.
Werken in de ICT
WAT
dat zelf op of je vraagt iemand om je te helpen. In bedrijven komen dezelfde activiteiten ook voor. Er worden nieuwe applicaties geïnstalleerd, programma’s om mee te werken op de computer. Wanneer die applicaties zijn geïnstalleerd, kunnen de gebruikers in het bedrijf daarover allerlei vragen hebben. Deze vragen komen vaak op een servicedesk binnen. De medewerkers van de afdeling ICT beantwoorden ze.
KUN JE EN WEET JE AL?
• Welke software of hardware heb je al een keer geïnstalleerd op een computer?
• Leg uit hoe je de software of hardware hebt geïnstalleerd.
• Heb je wel eens gewerkt op een netwerk?
25
• Wat is er anders aan het werken op een netwerk dan op een losse computer? Noem voorbeelden.
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
24
Computers maken een belangrijk deel uit van het dagelijks leven. Waarschijnlijk heb je thuis of op school een computer staan waarop je jouw huiswerk maakt of spelletjes speelt en waarmee je op internet surft. De computer moet regelmatig onderhouden worden; je zet er nieuwe software op, je ruimt de harde schijf op of je download een nieuwere versie van de programma’s. Als je computer dan vastloopt of de installatie van de software lukt niet, dan los je
• Onderhoud en installatie van soft- en hardware Bij deze hoofdtaak staat het onderhoud centraal. Software en hardware moeten meegaan met de laatste ontwikkelingen, zodat de gebruikers altijd
•
•
•
•
optimale toepassingsmogelijkheden hebben. Ondersteunen van systeemgebruikers Hierbij moet je denken aan vragen die binnenkomen bij een servicedesk. Van jou als medewerker wordt verwacht dat je de vragen kunt beantwoorden en eventueel kan oplossen. Onderhouden van applicaties Iedereen werkt met applicaties. Maar om het voor iedereen werkbaar te maken, moet je die applicaties wel onderhouden. Ontwikkelen van informatiesystemen Hierbij kun je denken aan alle systemen die te maken hebben met informatie. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van een database waarin alle klantgegevens staan. Beheren van de netwerkinfrastructuur Het beheer van een netwerkinfrastructuur houdt in dat je het complete proces rondom een computernetwerk controleert en aanstuurt.
3. Kijk mee hoe collega’s software installeren. Maak hiervan een kort verslag en schrijf op hoe de software geïnstalleerd wordt, bijvoorbeeld via het netwerk of per computer.
27 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
26
TAKEN VAN MEDEWERKERS OP EEN ICT-AFDELING Binnen een afdeling ICT zijn er veel verschillende taken. De taken worden daarom vaak door verschillende mensen uitgevoerd. Je kunt niet alles weten van computers en netwerken. Daarom kun je je specialiseren in bijvoorbeeld netwerkbeheer of applicatiebeheer. Een medewerker op een ICTafdeling moet goed kunnen samenwerken, technisch inzicht hebben en graag met systemen werken. Om een goed beeld te geven van de taken en werkzaamheden worden hieronder enkele voorbeelden genoemd.
4. Vraag of je nu zelf software mag installeren.
5. Kijk met collega’s mee als zij bezig zijn met het installeren van hardware. Maak hiervan een kort verslag en schrijf op hoe de hardware geïnstalleerd wordt, bijvoorbeeld via het netwerk of per computer.
OPDRACHTEN Het kan zijn dat je niet alle opdrachten kunt doen in je stagebedrijf. Bespreek ze daarom eerst met je stagebegeleider voordat je ze gaat maken. Succes! 1. Schrijf op welke programma’s gebruikt worden in het bedrijf waar je stage loopt. Zet achter elk programma wat de toepassing van het programma is.
6. Vraag of je nu zelf hardware mag installeren.
7. Bij de afdeling ICT komen ook vragen van gebruikers binnen. Kijk mee met collega’s hoe zij problemen oplossen. Noteer de meest voorkomende problemen en beschrijf kort hoe de problemen opgelost worden.
2. Kijk mee met collega’s als zij bezig zijn met het onderhoud van het netwerk. 8. Probeer nu zelf een probleem op te lossen dat bij de afdeling ICT is binnengekomen.
Werken in de financiële dienstverlening
WAT
je de verzekering ervan afsluiten bij de bank of bij een speciaal verzekeringskantoor. Ze hebben er ook verzekeringen voor andere persoonlijke spullen zoals je fiets of je computer. Bij de volgende opdrachten bekijk je de werkzaamheden in een bank of verzekeringskantoor en je voert ze eventueel zelf uit.
• Welke diensten of producten kun je bij een bank kopen, behalve een bromfietsverzekering? Noem er minimaal vier.
KUN JE EN WEET JE AL?
• Wat voor soort bankrekening heb je, bijvoorbeeld een betaalrekening, spaarrekening, enzovoort?
• Welke diensten of producten kun je bij een verzekeringskantoor kopen, behalve een bromfietsverzekering? Noem er minimaal vier.
• Hoe vaak gebruik je je bankrekening?
• Heb je een verzekering? Zo ja, welke?
29 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
28
De meeste mensen hebben een rekening bij een bank. Zelf heb je waarschijnlijk ook zo’n bankrekening voor je spaargeld of je kleedgeld. Bij de bank kun je verder bijvoorbeeld terecht om geld te lenen voor de brommer of scooter die je zo graag wilt hebben. Als je die brommer of scooter eenmaal hebt gekocht, dan kun
EEN COMMERCIEEL MEDEWERKER BANK-
EN VERZEKERINGSWEZEN
Welkom op de werkvloer
30
Een commercieel medewerker bij een bank of verzekeraar moet heel accuraat en nauwkeurig kunnen werken. Zo’n medewerker heeft diverse taken. De belangrijkste zijn: • Verkopen en adviseren over financieringen en verzekeringen Voor verschillende producten/diensten kun je bij een bank of verzekeringskantoor terecht; als commercieel medewerker adviseer je je klanten over financieringen en verzekeringen. • Adviseren over producten voor het betalingsverkeer Bij veel banken kun je betalen via internet, telefoon of WAP-diensten. Als commercieel medewerker ben je goed op de hoogte van alle mogelijkheden en adviseer je je particuliere klanten over de diverse producten. Je vertelt welk product volgens jou het meest geschikt is voor een bepaalde klant.
• Beoordelen en accepteren van verzekeringen Voordat een verzekering wordt afgesloten, wordt er eerst gekeken (beoordeeld) of de aanvraag wel terecht is. Het is de taak van jou als medewerker om te bekijken of een verzekering afgesloten kan worden. • Afhandelen van schades en claims Als iemand schade heeft veroorzaakt – bijvoorbeeld een ruit heeft ingetrapt met voetballen - dan wordt er een schadeformulier ingevuld. Jij bekijkt als medewerker of de verzekering de schade wel dekt en of de claim uitgekeerd kan worden. • Het verzorgen van de administratie van financiële producten Voor alle producten en diensten geldt dat een goede administratie erg belangrijk is. Alle persoonlijke informatie van een klant wordt in deze administratie bijgehouden. Een kleine fout kan al grote gevolgen hebben. Hoe dat in de praktijk werkt, zie je als je de onderstaande opdrachten maakt.
3. Je hebt nu een idee gekregen wat het bedrijf verkoopt. Werk samen met een collega minimaal een dag achter de receptiebalie. Maak aan het einde van de eerste dag een kort verslag en zet daarin de vragen die de klanten het vaakst gesteld hebben. Voeg het verslag bij de opdrachten toe.
4. Vraag aan je collega’s of je een adviesgesprek mag bijwonen. Zo ja, maak goede afspraken over jouw rol. Beschrijf kort hoe het adviesgesprek verloopt: wat valt je op en wat is niet duidelijk? Bespreek het verslag.
5. Bekijk samen met collega’s een verzekeringsaanvraag. Let goed op hoe de beoordeling van de aanvraag in zijn werk gaat. Houd er rekening mee dat je werkt met vertrouwelijke gegevens.
OPDRACHTEN Het kan zijn dat je niet alle opdrachten kunt doen in je stagebedrijf. Bespreek ze daarom eerst met je stagebegeleider voordat je ze gaat maken. Succes!
6. Bekijk samen met collega’s schade-aanvragen en claims. Overleg of het mogelijk is dat je een claim behandelt. Als dit niet het geval is, let dan goed op hoe iemand anders het doet en maak aantekeningen van de handelingen.
1. Maak een wandeling door het gebouw, schrijf op welke afdelingen je tegenkomt en welke werkzaamheden daar gedaan worden. Stel gerust vragen aan je collega’s. Let goed op dat je je collega’s niet stoort in hun werk.
2. Inventariseer welke producten en/of diensten de bank of het verzekeringskantoor waar je stage loopt verkoopt.
7. Veel banken of verzekeringskantoren hebben een customer contact center of helpdesk. Hier komen alle vragen binnen. Vraag of je misschien een halve of hele dag mee kan werken in het customer contact center of bij de helpdesk.
8. Overleg met je stagebegeleider of je gegevens mag verwerken. Dit kan zowel op papier als in een geautomatiseerd systeem.
31 Welkom op de werkvloer
TAKEN VAN
Werken als juridisch medewerker bij het CWI
Het CWI brengt werkzoekenden en werkgevers bij elkaar. De medewerkers van het CWI begeleiden mensen bij het zoeken naar werk of het aanvragen van een uitkering. Ze geven voorlichting over werk en scholing en adviseren mensen die werk zoeken. Als
WAT
het minder goed gaat met de economie en het aantal werkzoekenden toeneemt, krijgen de medewerkers CWI het drukker. Niet iedereen die werk zoekt, heeft uitgebreide begeleiding nodig. Je kunt zelfstandig vacatures opzoeken op de beursvloer, de ruimte met zuilen, borden en mappen van het CWI. Daar zoek je met de computer in het vacaturebestand. Ook als je werk hebt maar op zoek gaat naar een andere baan, kan het CWI je van dienst zijn. Bij de volgende opdrachten bekijk je de werkzaamheden in het CWI en voert ze eventueel zelf uit.
• Welk werk heb je gedaan? Waar deed je dat werk? Hoeveel uren per week?
33
• Wil je dat werk ook doen, als je je diploma hebt gehaald? Waarom wel of juist niet?
KUN JE EN WAT WEET JE AL?
• Ben je wel eens op zoek gegaan naar een baan, bijvoorbeeld vakantiewerk of een baan na schooltijd?
• Waar heb je gezocht? Heb je bijvoorbeeld advertenties in een krant of op een advertentiebord bekeken? Ben je spontaan ergens op afgestapt? Heb je via je familie werk gevonden?
• Hebben je klasgenoten, vrienden en vriendinnen een baan? Hoe zijn ze aan hun baan gekomen? Waar werken ze? Hoeveel uren werken ze per week?
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
32
Als juridisch medewerker is het mogelijk bij verschillende bedrijven of instellingen aan de slag te gaan, zoals een uitzendbureau, een notariskantoor of een gemeente. In dit hoofdstuk staat het werken bij een Centrum voor Werk en Inkomen, kortweg CWI, centraal.
Een medewerker CWI heeft verschillende taken. De belangrijkste zijn: • Werkzoekenden en werkgevers ontvangen en deze cliënten te woord staan Als medewerker CWI geef je mensen die het Centrum voor Werk en Inkomen bezoeken mondeling informatie. Je benadert de bezoekers actief en maakt eventueel een afspraak voor hen met een adviseur van het centrum.
• Cliënten voorlichten die telefonisch of schriftelijk om informatie vragen Je geeft algemene informatie over hoe het CWI werkt en wat het centrum doet voor mensen die werk zoeken of een uitkering willen aanvragen. • Registreren en controleren van gegevens van cliënten Je zorgt ervoor dat gegevens van cliënten als naam, adres, woonplaats, opleiding, soort werk enzovoort actueel zijn. • Beheren van de beursvloer en zorgen voor voldoende informatiemateriaal, mensen helpen met de computer, het vacatureoverzicht actueel houden en de beursvloer opruimen Al deze taken worden niet apart uitgevoerd, maar vaak tegelijkertijd.
3. Overleg met je stagebegeleider of je mag assisteren bij het aanvullen van het informatie-materiaal en het netjes houden van de beursvloer. Je maakt bij deze opdracht kennis met veel informatie die belangrijk is voor mensen die werk zoeken. Kijk goed waar de informatie staat, zodat je weet welke folders en brochures waar te vinden zijn. Je hebt het nodig voor de volgende opdrachten.
4. Overleg met je stagebegeleider of je mag meelopen met een collega bij het voorlichten van een paar cliënten. Let goed op hoe de collega vragen beantwoordt en welke folders of brochures hij geeft.
5. Overleg met je stagebegeleider of je samen met een medewerker van het CWI nieuwe vacatures in het vacatureoverzicht mag invoeren of oude verwijderen.
6. Je weet nu al het een en ander over het CWI. Overleg met je stagebegeleider of je samen met een andere stagiair of een collega mag zoeken in het vacatureoverzicht op de computer. Jij en de andere stagiair of collega spelen om beurten de rol van de cliënt die werk zoekt en de medewerker van het CWI.
OPDRACHTEN Het is mogelijk dat je niet alle opdrachten mag uitvoeren in het CWI waar je stage loopt. Bespreek de opdrachten daarom met je stagebegeleider, voordat je ze gaat maken. Veel succes! 1. Vraag je stagebegeleider of hij je wil uitleggen hoe de beursvloer van het CWI is ingericht. Om de cliënten te kunnen helpen moet je weten welke informatie je er kunt vinden en hoe de computers werken.
2. Neem even de tijd om de beursvloer goed te bestuderen. - Welke informatie wordt er aangeboden? - Waar kun je het vacatureoverzicht bekijken? - Op welke manieren kun je naar een vacature zoeken? Voer drie of vier zoekopdrachten uit en kijk eens goed welke informatie er op het beeldscherm verschijnt. Je kunt bijvoorbeeld zoeken op beroep, branche in het bedrijfsleven, opleiding, regio, leeftijd of een combinatie hiervan. Noteer de vacatures die je gevonden hebt of maak een uitdraai met de printer. Als er iets niet duidelijk is, vraag je het je stagebegeleider of een collega.
7. Overleg met je stagebegeleider of je samen met een andere stagiair of een collega mag zoeken in de informatie op de zuilen, borden of in de mappen. Jij en de andere stagiair of collega spelen om beurten de rol van de cliënt die werk zoekt en de medewerker van het CWI.
35 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
34
TAKEN VAN DE MEDEWERKER CWI De medewerker CWI moet goed kunnen communiceren met allerlei mensen en snel de gewenste informatie kunnen geven. Bestaande en nieuwe overheidsmaatregelen moet hij snel kunnen uitleggen en toepassen. Ook stressbestendigheid en het snel kunnen omschakelen van het ene onderwerp op het andere zijn belangrijk.
Werken als juridisch medewerker bij de gemeente
Welkom op de werkvloer
36 Een paspoort en een rijbewijs haal je bij de gemeente. Als je examen moet doen, heb je soms een uittreksel uit het persoonsregister nodig en ook dat kun je krijgen op het gemeentehuis. Wie de geboorte van een kind wil aangeven of gaat verhuizen, komt eveneens
WAT
terecht aan een gemeenteloket. De gemeente geeft vergunningen af aan individuele burgers voor de bouw van een serre of een carport, maar ook aan een ondernemer die een caféterras wil inrichten op een plein middenin de stad of aan een buurtcommissie die de straat wil afzetten voor een buurtfeest. Bij de volgende opdrachten bekijk je de werkzaamheden op de afdeling Burgerzaken in het gemeentehuis. En je voert ze eventueel zelf uit.
KUN JE EN WAT WEET JE AL?
• Ben je wel eens in het gemeentehuis geweest in de gemeente waar je woont? Waarom ging je er heen?
• Heb je een paspoort of een identiteitsbewijs? Kun je het verschil tussen die twee aangeven?
• Bijna iedere gemeente is tegenwoordig op internet te vinden. Heb je wel eens op de site van je eigen gemeente gekeken?
37
• Als bedrijven reclameborden aan de buitenmuur of aan een lichtmast willen hangen, moeten ze een vergunning aanvragen. Welke reclameborden kom je tegen als je onderweg bent van je stageadres naar huis?
Welkom op de werkvloer
De juridisch medewerker kan bij verschillende bedrijven of instellingen aan de slag. In dit hoofdstuk staat het werk op een afdeling burgerzaken bij een gemeente centraal.
• Informeren van bezoekers Als juridisch medewerker geef je mensen informatie over bijvoorbeeld paspoorten en rijbewijzen, en de aangifte van een geboorte of overlijden. Ook kunnen ze bij je terecht als ze iets willen weten over beschikkingen en vergunningen zoals een bouw-, vuurwerk- of kapvergunning. • Opstellen en afgeven van vergunningen en beschikkingen
4. Als je stage loopt in je woonplaats staan je persoonlijke gegevens in het bevolkingsregister van je eigen stad. Overleg met je stagebegeleider of je je eigen gegevens mag bekijken in het bevolkingsregister.
39 5. Overleg met je stagebegeleider of je een kijkje kunt nemen bij het maken van een paspoort of identiteitskaart. Let op hoe de aanvraag in behandeling wordt genomen. - Welke eisen zijn er aan de pasfoto's? - Welke gegevens komen in het paspoort te staan? - Hoe duur is een paspoort? - Hoeveel kost een identiteitskaart?
Een juridisch medewerker bij de afdeling Burgerzaken heeft verschillende taken. De belangrijkste taken zijn:
OPDRACHTEN Het is mogelijk dat je niet alle opdrachten mag uitvoeren in het gemeentehuis waar je stage loopt. Bespreek de opdrachten daarom met je stagebegeleider, voordat je ze gaat maken. Veel succes!
6. Overleg met je stagebegeleider of je mag meelopen met een collega bij het behandelen van een aanvraag voor een bouwvergunning van bijvoorbeeld een dakkapel. Welke documenten moeten in het dossier worden opgenomen en hoe lang duurt zo'n aanvraag?
1. Vraag je stagebegeleider of hij wil uitleggen welke diensten de gemeente aan de burgers levert.
2. Neem na de uitleg van je stagebegeleider even de tijd om de informatie goed te bestuderen. - Waar moet je zijn als je een vrijmarkt wilt organiseren? - Heb je een vergunning nodig om vuurwerk af te afsteken?
3. Is het mogelijk een paspoort aan te vragen via internet? Worden er (meer) diensten aangeboden via internet?
7. Mensen kunnen bezwaar maken tegen een besluit van de gemeente. Ze moeten dan een bezwaarschrift indienen. Vraag aan je stagebegeleider of er in je stageperiode een bezwaarschrift wordt behandeld. Als dat zo is, overleg je met je stagebegeleider of je even een kijkje mag nemen als het bezwaarschrift wordt behandeld.
8. Verwerk de gegevens samen met een collega in het geautomatiseerde systeem.
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
38
TAKEN VAN EEN JURIDISCH MEDEWERKER De juridisch medewerker moet goed op de hoogte zijn van de meest uiteenlopende onderwerpen. Hij moet tegelijkertijd goed kunnen communiceren met allerlei mensen om snel de gewenste informatie te kunnen geven. Bestaande en nieuwe overheidsmaatregelen moet hij vlot kunnen uitleggen en toepassen. Ook stressbestendigheid en het snel kunnen omschakelen van het ene onderwerp op het andere zijn belangrijk.
Werken in de informatiedienstverlening
Welkom op de werkvloer
40 Wie tegenwoordig informatie nodig heeft, kijkt thuis, op school en kantoor of in de bibliotheek op internet wat er allemaal te vinden is. Zo kom je bijvoorbeeld ook aan gegevens voor de presentaties of werkstukken die je moet maken voor economie, Nederlands, maat-
schappijleer of je andere vakken. Je doet in het klein wat een bibliotheekmedewerker in het groot doet: hij ‘handelt’ in informatie. Maar hij is niet alleen gericht op internet. In de bibliotheek leert hij je hoe je zelf in de catalogus kunt zoeken. Hij wijst je de weg naar cdroms, dvd’s, videobanden en boeken. Achter de informatiebalie gebeurt meer dan het innemen en uitlenen van boeken en cd’s. Bij de volgende opdrachten bekijk je de werkzaamheden in de bibliotheek. Je voert ze eventueel zelf uit.
• Wat kon je snel vinden en wat kon je helemaal niet vinden? Leg in het kort uit hoe dat kwam.
41
• Welke cd’s, video’s of boeken heb je wel eens van je vrienden of vriendinnen geleend?
WAT
KUN JE EN WAT WEET JE AL?
• Welke informatie heb je wel eens opgezocht voor een werkstuk dat je voor school moest maken? • Welke heb je zelf uitgeleend aan anderen?
• Welke hulpmiddelen heb je gebruikt?
Welkom op de werkvloer
Als medewerker informatiedienstverlening kun je bij verschillende bedrijven of instellingen aan de slag. De opdrachten in dit hoofdstuk zijn gericht op het werken in een bibliotheek.
Een bibliotheekmedewerker heeft verschillende taken. De belangrijkste zijn: • Inlichtingenwerk en klantencontact Bij deze taak geef je informatie en advies aan de gebruikers van de bibliotheek. Je legt uit hoe ze zelf informatie kunnen vinden. Het uitlenen van boeken, cd-roms en video’s hoort er ook bij. • Presentatie en promotie Dat wil zeggen dat je themadagen organiseert over
bijvoorbeeld een populaire schrijver in de ‘Week van het spannende boek’. Ook verzorg je rondleidingen voor nieuwe gebruikers van de bibliotheek. • Toegankelijk maken van informatie Gebruikers willen snel de informatie vinden die ze nodig hebben. Je zorgt er als bibliotheekmedewerker voor dat de catalogus actueel is en geeft met trefwoorden of speciale coderingen aan waar de informatie te vinden is. Al deze taken voer je vaak tegelijkertijd uit. Terwijl je bijvoorbeeld informatie voor een klant opzoekt in de catalogus, staat er een volgende klant aan je bureau die wil weten op welke etage de videobanden liggen. Als je deze laatste persoon vriendelijk vraagt of hij even wil wachten, gaat de telefoon en vraagt een klant op welke dag de nieuwe weekbladen in de rekken liggen.
Noteer de naam of titel en de codering die hoort bij de informatie die je hebt gevonden. Zoek de informatie op in de bibliotheek met behulp van de codering. Als er iets niet duidelijk is, vraag je het je stagebegeleider of een collega.
3. Overleg met je stagebegeleider of je mag deelnemen aan de introductie voor nieuwe gebruikers van de bibliotheek.
4. Overleg met je stagebegeleider of je mag assisteren bij het terugzetten van boeken, cd’s, videobanden en ander materiaal. Je maakt bij deze opdracht kennis met alles wat in de bibliotheek te vinden is van jeugdafdeling tot videotheek en van grote-letterboeken tot naslagwerken.
OPDRACHTEN 5. Overleg met je stagebegeleider of je mag meelopen bij het uitlenen van boeken, cd’s en andere materialen. Het is mogelijk dat je niet alle opdrachten mag uitvoeren in de bibliotheek waar je stage loopt. Bespreek ze daarom met je stagebegeleider, voordat je ze gaat maken. Succes! 1. Vraag je stagebegeleider of hij wil uitleggen hoe de bibliotheek is ingericht. Om de klanten te kunnen helpen moet je weten waar de boeken, cd’s en videobanden te vinden zijn en hoe het coderingssysteem werkt. Gebruikt de bibliotheek trefwoorden, genreaanduidingen of een speciale codering?
6. Nu je al aardig wat over de bibliotheek weet, overleg je met je stagebegeleider of je een klant mag helpen bij het zoeken in de catalogus.
7. Overleg met je stagebegeleider of je een klant mag helpen bij het zoeken naar een cd, boek of video in de bibliotheek.
8. Overleg met je stagebegeleider of je een klant mag helpen bij het zoeken naar informatie op cd-rom of internet.
2. Neem even de tijd om de catalogus te bestuderen. Op welke manieren kun je zoeken? Voer vier of vijf zoekopdrachten uit en kijk eens goed welke informatie er op het beeldscherm verschijnt. Je kunt onder meer zoeken op: - Thema of trefwoord, bijvoorbeeld sport, reizen of gezondheid. - Titel. Je moet de titel wel helemaal zonder fouten invoeren om een goed resultaat te krijgen. - Auteursnaam. Weet je niet meteen een schrijver bij naam, vraag dan je stagebegeleider om een paar tips of neem de naam van een van je klasgenoten. Als je op achternaam zoekt, voer je de naam in zonder voorvoegsel. De Groot zoek je op als Groot.
43 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
42
TAKEN VAN DE BIBLIOTHEEKMEDEWERKER Een bibliotheekmedewerker moet een dienstverlenende houding hebben en zich steeds weer kunnen verplaatsen in wat de klanten zoeken. Hij moet goed kunnen communiceren met allerlei mensen. Hij kan snel informatie opsporen en doorgeven en allerlei eenvoudige en moeilijke vragen beantwoorden.
Logboek In dit logboek beschrijf je wat je in je leerbedrijf doet. Maak gebruik van de uitwerkruimte op de volgende pagina's. Voeg eventueel opdrachten en verslagen aan dit logboek toe.
1 Beschrijf welke werkzaamheden je hebt gedaan. 2 Beschrijf kort hoe je de werkzaamheden hebt uitgevoerd. 3 Waren er werkzaamheden die je nog niet eerder hebt gedaan? Zo ja, welke? 4 Hoe vond je het om deze werkzaamheden te doen? 5 Houd een interview met je stagebegeleider of een collega. Probeer antwoord te krijgen op de volgende vragen: • Welke opleiding heeft je stagebegeleider gevolgd? • Waar heeft je stagebegeleider nog meer gewerkt? • Waar moet je goed in zijn om dit beroep goed uit te kunnen oefenen? • Wat zijn de leuke kanten van dit beroep? • Wat zijn de minder leuke kanten van dit beroep? • Onderzoek via diverse media, bijvoorbeeld internet en kranten, welke opleidingen er zijn in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het hoger beroepsonderwijs (hbo) om dit werk te kunnen doen. • Motiveer in enkele regels of je dit beroep zou willen uitoefenen. Zo niet, geef dan aan waarom niet.
45 Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
44
46 47
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
48 49
Welkom op de werkvloer
Welkom op de werkvloer
Praktijkboek oriënterende stages voor de gemengde en theoretische leerweg in het vmbo
Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Disketteweg 6 Postbus 1230 3800 BE Amersfoort Telefoon 033 450 46 46 Fax 033 450 46 66 E-mail
[email protected] Website www.ecabo.nl
WOW 2004/08
Kennismaken met de economisch administratieve en ICT-sector
brug tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven
Welkom op de werkvloer