Waterplan gemeente Woudrichem
definitief
In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Documentnaam Datum
Gemeente Woudrichem MWH B.V. W09B0060 W09B0060\Rapportage\Eindrapportage\Hoofdrapport\w09b0060.r07eindrapport-18 juni 2010.doc 18 juni 2010
Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM Nederland T +31(0)26 7513300 F +31(0)26 7513818
Bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Nederland www.mwhglobal.nl
KVK Haaglanden 27 18 43 23 ING Bank Delft 65 93 74 331 IBAN NL 63 ING B 0659 374331/BIC INGBNL2A MWH is ISO 9001:2008 en VCA** gecertificeerd
2
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Inhoudsopgave Samenvatting
5
1
Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel 1.3 Een integraal waterplan voor Woudrichem 1.4 Status waterplan en planperiode 1.5 Plangebied 1.6 Leeswijzer
9 9 9 10 11 11 11
2
Visie en streefbeelden 2.1 Overkoepelende visie 2.2 Water ten overvloede of waterschaarste 2.3 Helder en natuurlijk water 2.4 Water in de Ruimtelijke Ordening 2.5 Riolering en het afkoppelen van hemelwater 2.6 Beheer en onderhoud 2.7 Recreëren met en beleven van water 2.8 Communicatie en educatie als dragers voor water 2.9 Streefbeelden
13 13 14 15 16 17 17 18 18 19
3
Uitvoeringsprogramma 3.1 Water ten overvloede of waterschaarste 3.2 Helder en natuurlijk water 3.3 Water in de ruimtelijke ordening 3.4 Riolering en het afkoppelen van hemelwater 3.5 Beheer en onderhoud 3.6 Recreëren en beleven van water 3.7 Communicatie en educatie als dragers voor water 3.8 Algemeen 3.9 Nog niet aangepakt
23 24 27 30 30 31 32 33 34 34
Verklarende afkortingenlijst
37
Bronvermelding
38
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7:
3
Streefbeelden Uitvoeringsprogramma Maatregelen kaarten Communicatieplan Meetprogramma, monitoring- en evaluatiesysteem Watersysteemanalyse Besprekingsverslagen stuurgroep en klankbordgroep
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
4
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Bestuurlijke samenvatting Achtergrond Op het gebied van water verandert er veel. Het klimaat verandert: de zeespiegel stijgt, het gaat steeds meer en harder regenen, maar ook extreem droge periodes komen steeds vaker voor. In ons waterrijke land heeft dit aanzienlijke gevolgen voor het waterbeheer. Daar komt bij dat ons land onderhevig is aan bodemdaling. Mede om deze redenen moeten we anticiperen op de veiligheid tegen overstromingen, op het tegengaan van wateroverlast en extreme droogte en hoe we water een plek geven in de inrichting van ons land. Water is in verschillende vormen en functies in de gemeente Woudrichem aanwezig. Woudrichem ligt aan de splitsing van de Merwede en de Afgedamde Maas.
Naast het water dat duidelijk zichtbaar is binnen de gemeente, is in de gemeente ook veel „onzichtbaar‟ water aanwezig. Zoals hemelwater dat op de daken valt en via de regenpijp op veel plaatsen nog in het riool verdwijnt en het water van huishoudens dat naar de zuivering wordt vervoerd. Ook het grondwater kan gezien worden als „onzichtbaar‟ water. Hoe het „zichtbare‟ en het „onzichtbare‟ watersysteem op elkaar zijn afgestemd en waar daarin de knelpunten zitten, is in het achtergrondrapport behorend bij dit waterplan behandeld. In dit waterplan komen de visie en het uitvoeringsprogramma aan bod. Het waterplan is een parapluplan, wat inhoudt dat in het achtergrondrapport van het waterplan en het waterplan zelf al het relevante waterbeleid van andere plannen is opgenomen. Ook kijkt het waterplan vooruit naar de toekomst. Hoe moet het watersysteem er uit (gaan) zien, en wat moet er gebeuren. Doel Waterplan Woudrichem heeft als doel om het waterbeleid binnen de gemeente en tussen de waterpartners (gemeente, waterschap, provincie, Brabant Water) op elkaar af te stemmen. Het waterplan bevat de gezamenlijke visie van de waterpartners op het gewenste waterbeheer binnen de kernen van de gemeente en het landelijk gebied. Daarnaast is in het waterplan een pakket aan maatregelen opgenomen dat het waterbeheer in Woudrichem moet verbeteren. Tevens is het van belang dat niet alleen de waterbeheerders maar ook de mensen die dagelijks met het water te maken hebben zich bewust zijn van water. Zo zorgt de gemeente voor een breed gedragen plan. Om deze reden is bij het opstellen van het waterplan een klankbordgroep samengesteld van instanties en organisaties die zo betrokken zijn bij (water in) de gemeente Woudrichem. Het waterplan is een integraal plan. De uitdrukking „integraal‟ heeft hierbij twee betekenissen. Als eerste: een samenhangend beleid op het gebied van oppervlaktewater, grondwater en riolering, zowel wat betreft waterkwantiteit als -kwaliteit. En ten tweede: afgestemd op de andere bij het water betrokken beleidsvelden en/of functies, zoals (natte) natuur, ruimtelijke ordening, recreatie en leefomgeving.
5
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Thema’s Het waterplan is opgebouwd rondom zeven thema‟s. Voor elk thema is in het waterplan een visie opgesteld en hier is vervolgens een uitvoeringsprogramma aan gekoppeld. Water ten overvloede of waterschaarste Dit thema betreft de waterkwantiteit (grondwater en oppervlaktewater) in de gemeente. De gemeente en het waterschap zetten voor dit thema in op het realiseren van ruimte voor water ter plaatse van knelpunten tot 2015. De waterbergingsopgave die resteert wordt na 2015 opgelost. Om de waterbergingsopgave nog nauwkeuriger te kunnen bepalen wordt rekening gehouden met de op te stellen BRP‟s, de uitkomsten van de OAS en de uit te voeren normenstudie. Ook zal worden gerekend met de nieuwste inzichten qua klimaatontwikkeling, wat waarschijnlijk inhoudt dat er wordt getoetst aan een T=100 + 13%. Voor de restopgave worden vervolgens maatregelen geformuleerd en deze worden dan opgenomen in het uitvoeringsprogramma voor het waterplan. Bij het invullen van de restopgave wordt waar mogelijk de samenwerking gezocht met Aalburg en Werkendam, in verband met de regionale wateropgave. De aanvullende modelberekeningen kunnen waarschijnlijk worden uitgevoerd na 2012. De maatregelen zullen worden opgenomen in het waterplan bij de actualisatie, die staat gepland voor 2015. Tevens worden grondwaterproblemen en hydraulische knelpunten nader onderzocht en aangepakt. Als onderdeel van provinciaal- en waterschapsbeleid worden de komende jaren de functies in de gemeente meer afgestemd op het gewenste grond- en oppervlaktewaterregime. Helder en natuurlijk water Onder dit thema vallen de waterkwaliteit en het ecologisch functioneren van het water in de gemeente. De gemeente en het waterschap sluiten aan bij de gebiedsprocessen vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water. Problemen bij overstorten worden aangepakt en de waterkwaliteitsspoorknelpunten worden nader onderzocht en aangepakt. De gemeente ondersteunt het principe van Duurzaam Bouwen ondersteunen om het verontreinigen van het oppervlaktewater tegen te gaan en zal onderzoeken of het zinvol is om het convenant duurzaam bouwen te ondertekenen. Voor het verbeteren van het ecologisch functioneren van water in de gemeente wordt met name ingezet op de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het realiseren van ecologische verbindingen. Water in de ruimtelijke ordening In dit thema is gekeken naar de rol van water in de inrichting en uitbreiding van de bebouwing in de gemeente. De gemeente en het waterschap willen een goed gezamenlijk toetskader hanteren zodat bij ontwikkelingen de randvoorwaarden voor water in een vroeg stadium bekend zijn en het samenwerkingsproces goed verloopt. Daarnaast wordt gekeken waar mogelijkheden zijn voor het inrichten van een waterbergingsbank om de compensatie van postzegelplannen (tussen de 500 m2 en 1.500 m2 extra verhard oppervlak) te regelen en lozingen van hemelwater op de riolering te voorkomen. Riolering en het afkoppelen van hemelwater In dit thema komen de rioleringssituatie en de mogelijkheden voor afkoppelen aan bod. De gemeente en het waterschap gaan waterkwaliteitsknelpunten door overstorten nader onderzoeken en indien noodzakelijk aanpakken. Daarnaast wordt het niet aankoppelen en actief afkoppelen van verhard oppervlak nagestreefd door de gemeente en gestimuleerd bij derden.
6
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Beheer en onderhoud In dit thema staat beheer en onderhoud van de watergangen in de gemeente centraal. De gemeente en het waterschap richten zich vooral op het afstemmen van de onderhoudbeheersplannen. (Natuurvriendelijk) beheer en onderhoud wordt afgestemd op de streefbeelden en in deze plannen opgenomen en vervolgens uitgevoerd. Ook wordt de overdracht van het beheer en onderhoud van het stedelijke water van de gemeente naar het waterschap verder vormgegeven. Recreëren en beleven van water Dit thema is ingevuld met het benadrukken van de leuke kanten van water. De gemeente en het waterschap faciliteren en enthousiasmeren recreatie op en langs het water. De waterkwaliteit van de zwemwaterplassen wordt vergroot door sanitaire voorzieningen aan te leggen of te verbeteren en mensen te informeren over bacteriële verontreiniging. Communicatie en educatie als dragers voor water Het succes van stedelijk waterbeheer is mede afhankelijk van het waterbewust zijn van de burgers en bedrijven. De gemeente en het waterschap richten samen met Aalburg en Werkendam een waterloket (één punt voor watervragen en -klachten) in en bevorderen de communicatie en educatie door bijvoorbeeld informatieborden op bijzondere waterplekken en een watermarkt. Daarnaast worden voorlichtingsacties opgezet voor bewoners over wonen in afgekoppelde wijken en worden afkoppelen en bewust omgaan met water door particulieren en bedrijven wordt vanuit de gemeente gestimuleerd door middel van voorlichting. Resultaat Om te komen tot een realistisch en maatschappelijk aanvaardbaar uitvoeringsprogramma is een aantal keuzen gemaakt. Allereerst is gekozen voor het formuleren van een basis- en plusscenario. In het basisscenario zijn de vanuit beleid en wet- en regelgeving voortvloeiende maatregelen opgenomen, in het plusscenario zijn optionele maatregelen geformuleerd die wel bijdragen aan een beter waterbeheer in Woudrichem, maar niet verplicht zijn. Het basisscenario wordt zoveel mogelijk voor 2015 uitgevoerd, maatregelen uit het plusscenario worden mogelijk na 2015 opgepakt. De prioriteit voor de periode 2010-2015 ligt bij het oplossen van praktijkknelpunten, bijvoorbeeld overlast na regenval doordat een overstort in werking treedt. Deze knelpunten worden zoveel mogelijk op een zodanige manier opgelost dat er extra waterberging wordt gecreëerd en de waterkwaliteit wordt verbeterd. Ook worden voor de hand liggende kansen benut, bijvoorbeeld om aan de randen van stedelijke gebieden extra ruimte te creëren voor water. Op deze manier wordt een deel van de waterbergingsopgave in het stedelijke gebied opgelost en krijgt de ruimtelijke kwaliteit een positieve impuls. De resterende waterbergingsopgave wordt opgelost na 2015. In de komende jaren zal de waterbergingsopgave worden herberekend, waarbij rekening zal worden gehouden met toekomstige beleidsmatige ontwikkelingen als de OAS, BRP‟s en normenstudie. De maatregelen die dan worden opgesteld zullen bij de actualisatie van het waterplan worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma.
7
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Bij het bepalen van het daadwerkelijke uitvoeringsprogramma voor de periode 2010-2015 is nog specifiek gekeken naar de verhouding tussen de benodigde investering en het rendement qua waterberging. Daaruit bleek dat de berekende maatregelen in de kernen Woudrichem en Andel onevenredig duur waren. Voor deze kernen worden alleen de kostenefficiënte maatregelen uitgevoerd en is daarnaast budget gereserveerd voor het mogelijk in de toekomst aankopen van gronden buiten de kernen ten behoeve van waterberging. De totale investering voor het waterplan bedraagt circa 2,2 miljoen euro (€ 2.633.702 inclusief BTW). De kostenverdeling tussen gemeente en waterschap is bijna evenredig: de gemeente investeert circa 970.000 euro (€ 1.153.943 inclusief BTW) en het waterschap circa 993.000 euro (€ 1.182.259 inclusief BTW). Vanuit de provincie is een subsidie van € 250.000 (€ 297.500 inclusief BTW) beschikbaar gesteld voor het aanleggen van natte evz‟s. De kosten in het waterplan betreffen een globale kostenraming, die ten behoeve van de (meerjaren)begrotingen op onderdelen zal worden aangescherpt door gemeente en waterschap. Met de maatregelen in het uitvoeringsprogramma wordt een reductie van de wateropgave bij een T=100+10% van circa 2,8 hectare gerealiseerd, uitgaande van een peilstijging van 1 meter. De totale resterende wateropgave bedraagt dan circa 1,8 hectare. De praktijkknelpunten worden opgelost. Het waterplan inclusief uitvoeringsprogramma is opgesteld voor de periode van 2010 - 2015 (met een doorkijk naar 2027). Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd. Aan het einde van de planperiode zal het gehele waterplan geactualiseerd worden.
8
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
1
Inleiding
1.1
Aanleiding
De vele ontwikkelingen op het gebied van waterbeheer, in zowel beleid als wetgeving, hebben de gemeente en het waterschap ertoe aangezet om gezamenlijk met de provincie Noord-Brabant en Brabant Water op te trekken op het gebied van water. Gemeente Woudrichem heeft een sterke relatie met water, onder andere door de ligging aan de splitsing van de Merwede en de Afgedamde Maas. Gemeente en waterschap geven met dit waterplan invulling aan het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en anticiperen op de Kaderrichtlijn Water (KRW). Vanuit het NBW moet de wateropgave vastgesteld worden die als gevolg van de klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en verstedelijking nodig is om in 2015 het watersysteem op orde te hebben. Het vaststellen van de wateropgave is een onderdeel van het waterplan.
Om tot een integraal en strategisch waterplan te komen, waarin wordt beschreven hoe gemeente en waterschap de komende jaren het waterbeheer willen uitvoeren, zijn de volgende vier fasen doorlopen: fase 1: inventarisatie en beschrijving; fase 2: analyse waterkwantiteit en -kwaliteit; fase 3: visieontwikkeling; fase 4: operationalisering; De resultaten van de eerste twee fasen vormden zijn gerapporteerd in het Achtergrondrapport Waterplan Woudrichem, dat de input voor voorliggend waterplan vormt. Voorliggend waterplan heeft dus alleen betrekking op fase 3 en 4.
1.2
Doel
De gemeente en het waterschap willen met dit waterplan een gezond en veerkrachtig watersysteem realiseren dat voldoet aan de landelijke en Europese normen en gebaseerd is op een gezamenlijke visie van gemeente en waterschap in Woudrichem. Belangrijke nevendoelstellingen zijn: Het afstemmen van waterbeleid binnen de gemeente, tussen de gemeente en het waterschap en met andere partijen, zodat de stedelijke wateropgaven gehaald worden tegen de laagst maatschappelijke kosten. Maatschappelijke participatie bij de realisatie van het waterplan is daarbij een uitgangspunt.
9
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Het maken van concrete afspraken over ambities, maatregelen, de bekostiging daarvan en de doorwerking in de ruimtelijke ordening. Hiertoe kunnen operationele plannen onderdeel uitmaken van het waterplan. Het vergroten van het maatschappelijk bewustzijn van water. Daarnaast is het van belang om de verschillende waterthema‟s en aspecten voor de gemeente uit te werken in een integraal plan en heeft het opstellen van het waterplan een procesdoelstelling waarin de waterpartners gezamenlijk een lijn voor water in de toekomst uitzetten. Het waterplan is overkoepelend voor al het ruimtelijke ontwikkelingsbeleid in de gemeente en sluit aan op het landschapsbeleidsplan Land van Heusden en Altena van 2008. Het is een referentiekader (een „parapluplan‟) voor onder andere het beleid van overige overheden (Europees, nationaal, provinciaal en met name het waterschapsbeleid) in relatie tot het gemeentelijk beleid en voor verschillend beleid van verschillend afdelingen binnen de gemeente. Zo is water mede richtinggevend gemaakt in ruimtelijke inrichting, beheer van de openbare ruimte en natuur en landschap. Daarnaast sluit het waterplan aan bij de ontwikkelingen van buurgemeenten, omdat water zich nu eenmaal niet aan administratieve grenzen houdt.
1.3
Een integraal waterplan voor Woudrichem
Het waterplan is een integraal plan. „Integraal‟ heeft hierbij twee betekenissen. Als eerste: een samenhangend beleid op het gebied van oppervlaktewater, grondwater en riolering, zowel wat betreft waterkwantiteit als -kwaliteit. En ten tweede; afgestemd op de andere bij het water betrokken beleidsvelden en/of functies, zoals (natte) natuur, ruimtelijke ordening, recreatie en leefomgeving. Het waterplan is niet een op zichzelf staand document, maar raakt ook aan andere beleidsterreinen waaronder bijvoorbeeld veiligheid, verkeer, recreatie en groen. De gemeentelijke organisatie evenals de samenwerking met het waterschap, de provincie Noord-Brabant en Brabant Water komen in het waterplan aan bod. Dit alles is in het waterplan samengebracht tot een integrale visie op water en de vertaling daarvan in het uitvoeringsprogramma. Een goed waterplan wordt breed gedragen. Om deze reden is bij het opstellen van het waterplan een klankbordgroep ingericht bestaande uit verschillende belangenorganisaties die betrokken zijn bij (water in) de gemeente Woudrichem. In het waterplan zijn concrete afspraken gemaakt over ambities, maatregelen, de bekostiging en de doorwerking van maatregelen in de ruimtelijke ordening. De maatregelen worden opgenomen in de (meerjaren)begroting van gemeente en waterschap en worden gekozen op basis van laagstmaatschappelijke-kosten.
10
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
1.4
Status waterplan en planperiode
Het waterplan is gezamenlijk opgesteld door gemeente Woudrichem, waterschap Rivierenland, Brabant Water en provincie Noord-Brabant. Het waterplan wordt door de besturen van gemeente en waterschap vastgesteld. Daarmee krijgt het plan de status van een bestuurlijke afspraak. De beide organisaties conformeren zich door vaststelling aan de visie en de maatregelen die in het waterplan worden voorgesteld. Het waterplan Woudrichem geldt voor het gehele gemeentelijk grondgebied en de daarin voorkomende watersystemen en omvat zowel het landelijk als het stedelijk gebied. De planperiode voor het waterplan loopt van 2010-2015 met een doorkijk naar 2027.
1.5
Plangebied
De focus van het waterplan ligt voornamelijk op water in het bebouwd gebied. Daarnaast wordt ook gekeken naar het water in de rest van het plangebied (het buitengebied), voor zover de gemeente daar een taak in heeft. En omdat water zich niets aan trekt van (gemeente)grenzen is, waar nodig, ook over de gemeentegrens heen gekeken.
1.6
Leeswijzer
Dit waterplan vangt aan met de visie op het huidige watersysteem van gemeente en waterschap en de streefbeelden voor gemeente Woudrichem. Deze zijn opgenomen in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 volgt het uitvoeringsprogramma dat is uitgewerkt als concreet actieplan voor het watersysteem in Woudrichem.
11
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
12
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
2
Visie en streefbeelden
In dit hoofdstuk zijn de visie en de streefbeelden voor water in Woudrichem verder uitgewerkt.
2.1
Overkoepelende visie
In dit hoofdstuk is de visie voor water in Woudrichem beschreven aan de hand van de volgende thema‟s: water ten overvloede of waterschaarste; helder en natuurlijk water; water in de ruimtelijke ordening; riolering en het afkoppelen van hemelwater; beheer en onderhoud; recreëren met en beleven van water; communicatie en educatie als dragers voor water. De visie is enerzijds gebaseerd op de aandachtspunten, kansen en knelpunten die in het achtergronddocument beschreven zijn. Anderzijds is de visie opgesteld vanuit de visieworkshop, waarin met gebiedskenners van de betrokken partijen naar de huidige situatie en de ontwikkelmogelijkheden van het watersysteem gekeken is.
13
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Overkoepelend over de zes thema‟s is de visie van waterplan Woudrichem als volgt: In 2015 zijn de belangrijkste knelpunten in het watersysteem van de gemeente Woudrichem opgelost. In 2027 heeft de gemeente Woudrichem een optimaal functionerend watersysteem, waarbinnen zo min mogelijk sprake is van (grond)wateroverlast of verergering van de inklinking van de bodem. Het water in Woudrichem biedt voor het ‘leven in de sloot’ een goede leefomgeving. Water in Woudrichem volgt de natuurlijke eigenschappen van de ondergrond en omgeving. Het waterbeheer wordt duurzaam uitgevoerd en is gericht op het in stand houden van een ecologisch goed functionerend watersysteem. Het water binnen de gemeente wordt positief beleefd door de bewoners en op, langs en in het water wordt gerecreëerd. Binnen het watersysteem en de waterketen wordt goed samengewerkt tussen de waterpartners. Deze visie zal grotendeels bereikt worden door het realiseren van de streefbeelden.
2.2
Water ten overvloede of waterschaarste
Binnen dit thema is de visie geformuleerd voor het grond- en oppervlaktewater en de wijze waarop de gemeente en het waterschap willen omgaan met (grond)wateroverlast of verdroging. De gemeente Woudrichem ligt veilig achter de waterkeringen. Het watersysteem in Woudrichem heeft voldoende bergingsruimte om (grond)wateroverlast zoveel mogelijk te voorkomen. De trits vasthouden - bergen - afvoeren is gevolgd om afwenteling zoveel mogelijk te voorkomen. Het watersysteem is robuust en duurzaam ingericht en kan zowel kwantitatief als kwalitatief een stootje hebben. Kansen voor het benutten van de aanwezige ruimte in het watersysteem zijn benut. In 2015 zal onacceptabele wateroverlast (water in woningen en stremmingen van belangrijke wegen) zijn aangepakt door oplossen van de belangrijkste knelpunten. In 2027 is het watersysteem op orde door de juiste combinatie van afvoercapaciteit en berging tegen de laagst maatschappelijke kosten (werk met werk maken). Voor het op orde brengen van het watersysteem is een praktische watersysteembenadering leidend. Acceptabele maatschappelijke kosten, inpassing in de omgeving en het voorkomen van wateroverlast vormen de randvoorwaarden bij deze aanpak. De stedelijke en de regionale wateropgave worden op elkaar afgestemd door een continue samenwerking tussen Waterschap Rivierenland en de gemeenten Woudrichem, Aalburg en Werkendam. Het (grond)water in Woudrichem wordt beheerd op een optimaal peil, waarbij de functies in het peilgebied en het grondwaterpeil op elkaar afgestemd zijn (GGOR). In stedelijk gebied houdt optimaal peil in: geen grondwateroverlast enerzijds en geen extra bodemdaling / droogteproblemen anderzijds. Waar mogelijk wordt flexibel peilbeheer gehanteerd. De gemeente en het waterschap hebben inzicht in de grondwaterstanden via een monitoringsnetwerk.
14
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
2.3
Helder en natuurlijk water
Water in Woudrichem heeft een goede kwaliteit. De chemische waterkwaliteit voldoet aan de gestelde normen (MTR-normen en de Europese normen voor de prioritaire stoffen). De chemische en ecologische waterkwaliteit is in 2027 voldoende voor een goed en gezond functionerend watersysteem. De nutriëntenbelasting voldoet aan de KRW-werknormen dat “de nutriënten niet mogen uitkomen boven het niveau dat is vastgesteld om het functioneren van het ecosysteem te waarborgen”. De ecologische waterkwaliteit voldoet aan minimaal STOWA klasse III. De urgente knelpunten en probleemoverstorten zijn in 2015 opgelost, waardoor onder andere vissterfte en zuurstoftekorten zo min mogelijk voorkomen.
Kaderrichtlijn Water: voor schoner water Gezond water dat goed is voor mensen, dieren en planten. Dat is het doel van de Kaderrichtlijn Water. In de periode tot 2009 moet de waterbeheerder voor de waterlichamen vaststellen aan welke eisen de waterkwaliteit in het rivierengebied moet voldoen en welke maatregelen zij willen uitvoeren om deze doelen te bereiken. Dat is een gedeelde verantwoordelijkheid van alle overheden. Tijdens het proces werkt Waterschap Rivierenland dan ook samen met gemeenten, provincies en Rijkswaterstaat. Ook maatschappelijke belangenorganisaties worden nadrukkelijk betrokken bij de totstandkoming van de doelen en maatregelen van de KRW. Om uiteindelijk het water schoner en mooier te krijgen. Dit geldt voor KRW waterlichamen, zoals de Alm. Voor de overige wateren in stedelijk gebied worden de eisen voor de waterkwaliteit volgens KRW systematiek uitgewerkt in kader van het WBP 20102015. Tot 2015 zijn voor alle niet-waterlichamen de MTR-normen en Stowa klasse III van toepassing.
In 2027 is het watersysteem duurzaam ingericht, met voldoende bufferend vermogen en ecologische ontwikkelingsmogelijkheden. De kansen voor natuurvriendelijke oevers in de kernen zijn benut. Het systeem is en blijft op diepte en heeft voldoende mogelijkheden voor verversing. Het water stinkt niet. Kroosdekens en bladval worden zoveel mogelijk voorkomen. Het toepassen van duurzame materialen en het zo min mogelijk gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen is ingeburgerd in de gemeente. De gemeente en het waterschap hebben een voorbeeldfunctie voor bedrijven en burgers en gebruiken zelf geen of zo min mogelijk chemische onkruidbestrijding. De gemeente stimuleert burgers om hun voorbeeld te volgen. Ook de ligging van hondenuitlaatstroken en visplaatsen (in verband met extra voedingsstoffen in het water door bijvoeren) wordt vanuit waterkwaliteitsoogpunt bekeken. Om de huidige waterkwaliteit van het water te bepalen en de effecten van maatregelen na te gaan, zoals bronmaatregelen, inrichtingsmaatregelen en eventueel zuiverende maatregelen, is een integraal monitoringsnetwerk door gemeente en waterschap opgezet.
15
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
2.4
Water in de Ruimtelijke Ordening
Tussen gemeente en waterschap is sprake van een optimale informatiestroom. Het watertoetsproces verloopt tussen waterschap en gemeente, maar ook intern bij beide organisaties efficiënt, doordat zowel procesafspraken als de inhoudelijke thema‟s in samenspraak vastgelegd zijn. Het waterschap, de gemeente en projectontwikkelaars werken samen en hebben vroegtijdige afstemming, niet alleen in de planvormingsfase, maar ook al in locatiekeuzetrajecten. Tijdens planprocessen houden beide partijen elkaar goed op de hoogte. De wateropgave die gerealiseerd wordt door het oplossen van de knelpunten en via kansen in ruimtelijke ontwikkelingen wordt vastgelegd in bestemmingsplannen.
Op het raakvlak van Water en Ruimtelijke Ordening Uit evaluatie van de Watertoets komt naar voren dat water in ruimtelijke plannen vaak nog onvoldoende wordt meegenomen. Dit geldt niet alleen bij het ontwerpen en uitwerken van een ruimtelijk plan maar is ook relevant aan het prille begin van een plan zoals een locatiekeuze. In de praktijk kan dit ertoe leiden dat water te laat in ruimtelijke afwegingen wordt betrokken. Planprocessen kunnen hierdoor vertraging oplopen en kansen voor meer duurzame oplossingen met water worden gemist. Redenen hiervoor zijn onder andere de versnipperde aanwezigheid van informatie en het verschil in aanpak en cultuur tussen deskundigen op het gebied van waterbeheer en ruimtelijke ordening. 2
Voor de postzegelplannen (plannen met een toename aan verharding tussen 0 - 1500 m ) in de gemeente zijn afspraken gemaakt over oplossingen ten aanzien van de waterberging. Uitgangspunt is dat versnippering van het watersysteem en extra belasting van het rioolstelsel worden voorkomen. De RO-attentiekaart biedt aandachtspunten voor de ruimtelijke ontwikkelingen die gepland zijn op het gebied van water. Hierin wordt vanaf het begin van de planvorming rekening gehouden. Met ruimtelijke functietoekenningen in de kernen is rekening gehouden met het functioneren van het watersysteem, zowel bij nieuwbouwlocaties als bij herstructurering van het bestaand bebouwd gebied. Zo wordt aangepast gebouwd in (vanuit wateroogpunt) kwetsbare gebieden. Toekomstige functies worden ingepast in het grond- en oppervlaktewaterregime, de ontwikkelingen leiden niet tot knelpunten in het waterbeheer. Niet alleen voor het functioneren van het watersysteem, maar ook voor het beheer en onderhoud wordt voldoende ruimte gereserveerd in ruimtelijke ontwikkelingen. Gemeente en waterschap werken constructief aan diverse integrale projecten. Er wordt actief aangesloten bij de gebiedsprocessen en -projecten die lopen voor het NBW en de KRW. De gemeente is bekend met de (interne en externe) werkwijze van het waterschap en andersom, er is sprake van wederzijds begrip voor elkaars belangen. Verantwoordelijkheden zijn en worden benoemd en gemeente en waterschap spreken elkaar hierop aan. Organisatorische grenzen vormen geen belemmering in het operationele waterbeheer, problemen worden niet onderling afgewenteld.
16
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
2.5
Riolering en het afkoppelen van hemelwater
De waterketen is zodanig geoptimaliseerd dat de negatieve kwaliteitsinvloed op het watersysteem tot een minimum is teruggebracht. In de waterketen wordt op efficiënte en doelmatige wijze samengewerkt tussen waterschap en gemeente: er wordt integraal gekeken naar het oplossen van zowel kwantiteits- als kwaliteitsproblemen in riolering, zuivering en oppervlaktewater. De gemeente voldoet aan de basisinspanning. Nieuwe woonwijken in de gemeente zijn voorzien van een duurzaam gescheiden stelsel. In bestaand bebouwd gebied is via werk-met-werk maken (bijvoorbeeld bij weg- en/of rioolrenovaties) en dus daar waar het kosteneffectief is zoveel mogelijk duurzaam gescheiden riolering aangelegd. Een kosten-batenanalyse wordt meegenomen in de Optimalisatie Afvalwater Studie (OAS), waaraan de gemeente deel gaat nemen. Afkoppelen wordt benut als kans om het oppervlaktewatersysteem of de werking van de riolering te optimaliseren en zo bijvoorbeeld buffering van oppervlaktewater en verdunning / verversing te realiseren.
2.6
Beheer en onderhoud
Naast inrichting is ook het beheer en onderhoud van het watersysteem binnen de gemeente gericht op de toegekende streefbeelden en wordt dit zoveel mogelijk duurzaam, gevarieerd en gefaseerd uitgevoerd. Binnen de streefbeelden staat het doel of gebruik van de watergang centraal. Beheer en onderhoud zijn hierop afgestemd. Met betrekking tot het peilbeheer geldt dat bij alle peilscheidende kunstwerken peilschalen geplaatst worden. Voor nieuwe peilscheidende kunstwerken wordt hiervoor aangesloten bij de ruimtelijke ontwikkeling. Het onderhoud aan het watersysteem wordt zoveel mogelijk vanaf de kant uitgevoerd. Daar waar dit niet mogelijk is, wordt varend onderhoud mogelijk gemaakt. Handmatig onderhoud aan watergangen wordt voorkomen door het reserveren van voldoende ruimte voor onderhoud aan watergangen bij ruimtelijke ontwikkelingen. De gemeente en het waterschap hebben afspraken over beheer en onderhoud vastgelegd in één onderhoudsbeheersplan of in op elkaar afgestemde onderhoudsbeheersplannen per partij. Het baggeren in het landelijk en stedelijk gebied wordt op elkaar afgestemd. Voor de overdracht van het beheer en onderhoud van het oppervlaktewater in de kernen wordt een apart proces doorlopen door het waterschap en de gemeente.
17
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
2.7
Recreëren met en beleven van water
Gemeente Woudrichem wil toerisme en recreatie intensiveren op een extensieve manier: kleinschalig en passend binnen het landschap. Water speelt een belangrijke rol voor toerisme in Woudrichem. De rivieren zijn de verbindende factor binnen de Vestinghoek. Daarnaast maakt Woudrichem deel uit van Brabant aan de Biesbosch. Veel (thematische) routenetwerken zijn verbonden met de watergangen, zoals de Nieuwe Hollandse Waterlinie, de Poezieroute en het fietsknooppuntensysteem. Recreëren met water of op het water betekent water beleven. Water in Woudrichem is zichtbaar en dat wordt ook zo ervaren door de inwoners en recreanten. Dit begint al in de kernen waar water een meer prominente plaats heeft gekregen in de leefomgeving. Vanuit toeristisch recreatief oogpunt is het wenselijk om natuurlijke oevers te creëren of in stand te houden. Daarnaast worden de inwoners en recreanten op diverse plaatsen, bijvoorbeeld langs de Alm, geïnformeerd over de rijke watergeschiedenis van Woudrichem. Ook bij (ruimtelijke) projecten wordt recreatie zoveel mogelijk meegenomen, zo kan bijvoorbeeld bij afkoppelprojecten de combinatie gemaakt worden met waterspeelplaatsen. In de gemeente zijn diverse mogelijkheden voor waterrecreatie, zoals wandelen langs het water (bijvoorbeeld door de onderhoudspaden langs watergangen open te stellen), vissen en kanoën. De gemeente heeft ook drie aangewezen natuurlijke zwemwaterlocaties. Deze locaties zijn verder ingericht tot volwaardige zwemlocaties.
2.8
Wateren waar veel gevist wordt De Alm, achter het zwembad tussen Nieuwendijk en Almkerk, door de kern Almkerk richting het aquaduct Rijswijk Het afwateringskanaal Midden en Noord, met name bij het aquaduct Rijswijk, de molens bij Uppel en de vanaf de openbare weg bereikbare plaatsen De grachten in Woudrichem alsmede de watergangen in de Postweide Woudrichem Watergang parallel gelegen aan de Provinciale Weg door Rijswijk Watergangen bij het industriegebied in Giessen De vijvers in alle kernen
Communicatie en educatie als dragers voor water
Door communicatie is een intensieve, effectieve en prettige samenwerking ontstaan op vele niveaus: tussen waterschap en gemeente, binnen de gemeente en waterschap tussen de verschillende bij water betrokken afdelingen en met andere (buur)gemeenten om het regionale waterbeheer gezamenlijk op te pakken. Door communicatie en educatie is de visie van waterschap en gemeente uitgedragen naar de inwoners en is water gedragen in de gemeente. Hierbij geldt „jong geleerd is oud gedaan‟: door lespakketten op scholen bereiken we de kinderen en daarmee ook de ouders. Burgers en bedrijven zijn bewust van water en zien hierin een toegevoegde kwaliteitswaarde. Naar het voorbeeld van de gemeente en het waterschap is ook bij burgers en bedrijven bewust aandacht voor water. Er is aandacht voor bijvoorbeeld het niet gebruiken van chemische bestrijdingsmiddelen en het toepassen van duurzame materialen.
18
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Ook zijn de bewoners van afgekoppelde wijken zich door communicatie vanuit de gemeente bewust van het water in hun leefomgeving en wassen zij hun auto‟s niet op straat. De burger en het bedrijfsleven weten waar ze terecht kunnen voor vragen over water. De visie is in hoofdlijnen per thema beschreven. De vertaling van de visie op kernniveau kent een tussenstap, namelijk het toekennen van streefbeelden op wijk- of watergangniveau. Overigens is hiermee niet de gehele visie vertaald aangezien een aantal thema‟s zich op kernniveau niet laten vertalen. In de volgende paragraaf wordt ingegaan op de streefbeelden en op welke wijze die zijn toegepast op watergangniveau.
2.9
Streefbeelden
Waterschap Rivierenland en de gemeenten hebben samen streefbeelden voor stadswateren opgesteld. De streefbeelden zijn onderstaand beschreven. Voor een beschrijving van de eisen, inrichtingsmogelijkheden, abiotiek, biotiek en beheer behorend bij de streefbeelden wordt verwezen naar het achtergronddocument „Streefbeelden voor stedelijke waterplannen‟ van het waterschap. De voorbeeldfoto‟s komen tevens uit dit document. De ondergrond van Woudrichem is bepalend voor het toekennen van streefbeelden. De volgende streefbeelden worden door het waterschap onderscheiden: kijkwater, gebruikswater en natuurwater.
Streefbeeld Kijkwater Een kijkwater is primair voor aan- en afvoer van water en voor waterberging. Het water heeft daarmee een basisfunctie. Een dergelijk water ligt in een bebouwd gebied of in een parkachtige omgeving. Voorbeelden zijn een singel in een woonwijk, een gracht, of een wetering of vaart. In parken gaat het vaak om vijvers. Meestal maakt een water met een kijkfunctie deel uit van een stelsel van wateren. In de wijken zijn de wateren centraal en in het zicht gelegen, en kunnen daarmee een duidelijk herkenningspunt vormen. Dit is vooral het geval als het water een aparte vorm heeft of bijzondere oevers kent of voorzien is van een fontein of kunstwerk in of langs het water. Het water wordt passief beleefd. Het water is ingericht om naar te kijken. Voor kijkwater zijn geen natuurvriendelijke oevers verplicht.
Streefbeeld Gebruikswater Een water met gebruiksfunctie kan een vijver, singel of (brede) sloot zijn waar het water actief kan worden beleefd (wonen aan water). Via wandelpaden, kades, bestaande steigers of een bruggetje kan het water met een gebruiksfunctie het gehele jaar worden benaderd. Het water in bebouwd gebied is permanent waterhoudend. Ook wateren met de mogelijkheid voor schaatsen, roeien, vissen of andere vormen van recreatie behoren tot de wateren met een gebruiksfunctie. Het water voor hengelsport, roeien en/of schaatsen is gelegen in een parkachtige of bebouwd gebied, maar relatief rustige omgeving. Voor gebruikswater is 25% natuurvriendelijke oevers eenzijdig vereist.
19
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Streefbeeld Natuurwater Vroeger was dit streefbeeld vooral aanwezig in de uiterwaarden. Tegenwoordig is een water met flauwe taluds en onbeschoeide oevers in bebouwd gebied niet meer ondenkbaar. De oevers bieden een natuurlijk en ruig beeld. Het water is helder en waterplanten zijn dominant aanwezig. Natuurlijke peilfluctuaties zorgen voor een optimale ontwikkeling van de oever- en moerasvegetaties, en bieden extra berging in natte periodes. Maar ook bij peilbeheersing kunnen wateren met natuurlijke kenmerken tot ontwikkeling komen. Het water maakt vaak deel uit van een ecologische (groen)structuur, een ecologische verbindingszone (evz) of netwerk. Combinatie met een recreatieve functie is mogelijk, maar zodanig dat de natuurwaarden niet worden verstoord. Voor natuurwater is 75% natuurvriendelijke oevers eenzijdig vereist.
Naast de drie genoemde streefbeelden, is het ook mogelijk om het streefbeeld „droogvallende sloot‟ toe te kennen. Dit wordt toegekend in die gebieden waar het water niet kan worden vastgehouden en waar meer dan twee maanden per jaar geen water in de watergangen staat. Op een droogvallende sloot mogen geen overstorten uitkomen. Als dit wel het geval is, zullen hier maatregelen genomen moeten worden en zal de watergang moeten voldoen aan het streefbeeld kijkwater. Streefbeeld Droogvallende sloot Een droge sloot of greppel met een functie als zaksloot lijkt op het oog van weinig betekenis te zijn. De droogvallende sloot is een temporaire watergang en staat tenminste in de zomermaanden doorgaans droog. De bodem van de droogvallende sloot is ongeveer 1 meter breed met een insnijding van meestal een meter of meer. Ze is primair bedoeld voor het afvangen van rivierkwel tijdens hoge waterstanden, de ontwatering van aanliggende gronden of de opvang van afvloeiend hemelwater van terreinen of wegen. Het water kan inzijgen in de bodem of wordt afgevoerd naar lager liggende slootstelsels.
In de gemeente Woudrichem zijn streefbeelden toegekend aan de watergangen in de kernen. Voor het buitengebied wordt aangesloten bij bestaand beleid en de functietoekenning van onder meer de provincie en het waterschap. In de kernen is het streefbeeld natuurwater niet toegekend, met uitzondering van de Alm, wielen, paddepoelen en gebieden die aangewezen zijn als (natte) ecologische verbindingzone en/of natte natuurparel. In de bebouwde gebieden wordt dit streefbeeld niet als haalbaar gezien. Ook het streefbeeld gebruikswater is niet toegekend, aangezien deze toekenning ook een vertaling vraagt naar het „gebruik‟ van het water en de faciliteiten die daarvoor zijn. Tevens geldt dat de toekenning gebruikswater niet voor kan komen in combinatie met overstorten, mede doordat bij overstorten het gebruik van water, bijvoorbeeld voor het vissen, niet wenselijk is. Hier willen de gemeente en het waterschap in een later stadium naar kijken. Wel is een streefbeeld toegevoegd, namelijk kijkwater+.
20
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Kijkwater+ Kijkwater+ sluit aan bij het streefbeeld kijkwater maar biedt nog wat extra‟s: voor kijkwater+ geldt dat de kansen die er zijn om natuurvriendelijke oevers aan te leggen zoveel mogelijk worden benut. In eerste instantie zullen die kansen met name liggen bij het oplossen van de knelpunten in het watersysteem. Echter ook op locaties waar het watersysteem ruimte heeft om natuurvriendelijke oevers aan te leggen, zal deze bij het streefbeeld kijkwater+ zoveel mogelijk benut worden. Aan de meeste wateren in de kernen is het streefbeeld kijkwater toegekend en op sommige locaties is kijkwater+ toegekend. Ook zijn sommige watergangen benoemd als droogvallende sloot. Vanuit het waterplan is het doel om de nu toegekende streefbeelden in de waterplanperiode te evalueren en op basis van de evaluatie eventueel aan te passen. De toegekende streefbeelden zijn opgenomen in bijlage 1 van dit waterplan.
21
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
22
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
3
Uitvoeringsprogramma
Om invulling te geven aan de visie voor de thema‟s, zijn de benodigde inspanningen gebundeld in een uitvoeringsprogramma met concrete maatregelen (zie bijlage 2). Hierin zijn voor de afzonderlijke maatregelen een trekker en medebetrokkenen benoemd. In bijlage 3 zijn de locatiespecifieke maatregelen in kaart opgenomen. Ten behoeve van het doorrekenen van de effecten van de geplande maatregelen is een watersysteemanalyse uitgevoerd. De watersysteemanalyse is opgenomen in bijlage 6. Ook is voor de uitvoering van de werkzaamheden onderscheid gemaakt tussen het basis scenario en het plus scenario en is een indicatieve budgetraming gegeven. Basis Bij het opstellen van het basispakket is uitgegaan van concrete knelpunten die nu in de gemeente Woudrichem spelen en is er gekeken naar opgaven die voortkomen uit bestaande beleid, wet- en regelgeving. De knelpunten worden zoveel mogelijk in integrale projecten opgelost, met als uitgangspunt dat de waterkwaliteit wordt verbeterd, wateroverlast wordt voorkomen en de omgevingskwaliteit een impuls krijgt. Daarbij is duidelijk gekeken naar de maatschappelijke kosten en baten. Het basis scenario zal tot uitvoering gebracht worden in de periode 2010-2015. Een deel van de stedelijke wateropgave zal niet in deze periode kunnen worden opgelost, maar gemeente en waterschap zullen in deze periode wel aanvullend onderzoek uitvoeren en maatregelen die daaruit voortkomen opnemen in het uitvoeringsprogramma van het waterplan. Plus In het plus pakket zijn maatregelen opgenomen die niet direct voortkomen bestaand beleid of weten regelgeving, maar die gemeente en waterschap hebben benoemd om daarboven nog een extra impuls te geven aan het waterbeheer in de gemeente Woudrichem. De uitvoeringsperiode voor het plus scenario is tussen 2015 en 2027.
Bij het formuleren van de maatregelen is gestreefd naar een optimale aansluiting op lopende plannen en (beleids)ontwikkelingen. Daarnaast zijn de maatregelen dusdanig opgezet dat met de uitvoering zoveel mogelijk invulling wordt gegeven aan de realisatie van meerdere doelen voor de afzonderlijke watergerelateerde thema‟s.
23
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
In de onderstaande paragraven zijn per thema de maatregelen toegelicht. Hierin zijn per maatregel(groep) de maatregelnummers, de betreffende kernen en een toelichting opgenomen. Met de maatregelen worden knelpunten in de kernen aangepakt, die zijn benoemd in het achtergronddocument, deze knelpunten zijn hieronder ook weergegeven (de codes verwijzen naar het achtergronddocument).
3.1
Water ten overvloede of waterschaarste
Maatregelen 1.1 t/m 1.11 vallen onder dit thema: 1.1 - 1.5 Het realiseren van de stedelijke wateropgave Woudrichem/Oudendijk, Rijswijk/Giessen, Andel, Almkerk, Uppel Voor het bepalen van de wateropgave in de kernen is een model opgesteld. Dit model en de toelichting erop is opgenomen in het achtergronddocument. Uit de uitkomsten blijkt dat het merendeel van de kernen in de gemeente Woudrichem niet voldoet aan de stedelijke wateropgave. Dit houdt in dat er in gevallen van uitzonderlijke regenval wateroverlast kan ontstaan. Daarnaast worden in de praktijk ook knelpunten ervaren, bijvoorbeeld door het in werking treden van overstorten of door kroosvorming. Gemeente en waterschap hebben er voor gekozen om in eerste instantie de praktijkknelpunten aan te pakken en daarbij tegelijkertijd de bergingscapaciteit in de kernen te vergroten. Ook is gezocht naar ruimte aan de randen van de stedelijke gebieden. De kosteneffectieve maatregelen worden uitgevoerd in de periode 2010-2015. De stedelijke wateropgave is daarmee niet geheel opgelost. Het waterschap en de gemeente gaan samen nader onderzoek doen naar de mogelijkheden binnen het watersysteem en zullen maatregelen formuleren die in de periode na 2015 zullen worden uitgevoerd. Het huidige model zal daarin worden aangescherpt. Er lopen diverse trajecten die hierop van invloed zijn: de OAS, het opstellen van het GRP +, de herziening van het BRP en de normenstudie. Bij het zoeken naar oplossingen voor de wateropgave in de gemeente Woudrichem wordt rekening gehouden met al deze plannen en waar nodig en mogelijk worden ook de omringende gemeenten betrokken. Bij het aanscherpen van het model zal waarschijnlijk worden getoetst aan een T = 100 neerslagintensiteit + 13% (vanwege de klimaatontwikkeling). De berekeningen zullen naar schatting in 2012 uitgevoerd, de maatregelen zullen waarschijnlijk bij het actualiseren van het waterplan in 2015 in het uitvoeringsprogramma worden opgenomen. Voor de verschillende kernen is de wateropgave vastgesteld en zijn de oplossingen voor de knelpunten geformuleerd. Hieronder vallen bijvoorbeeld het verbreden en/of verdiepen van watergangen, het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het aansluiten van nieuw water. De maatregelen die benoemd zijn voor het realiseren van de stedelijke wateropgave lossen op meerdere plaatsen ook andere knelpunten op, zoals problemen met betrekking tot de waterkwaliteit door overstorten en het niet halen van de droogleggingsnorm. Belangrijk effect van het realiseren van de wateropgave is het verbeteren van de slechte doorstroming als gevolg van de relatief hoge ligging van de kernen. Betere doorstroming voorkomt overlast (bijvoorbeeld stank en rietgroei) en zorgt voor voldoende peil om heipalen vochtig te houden.
24
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
In de klankbordgroepbijeenkomst is gekeken naar kansen om extra maatregelen te formuleren om deel van de restopgave in te vullen. Daarbij is één kansrijke locatie naar voren gebracht bij Almkerk. Het op die locatie realiseren van waterberging is opgenomen in het uitvoeringsprogramma. 1.6a, 1.10 a - c Hydraulische knelpunten oplossen Woudrichem/Oudendijk en Almkerk Hydraulische knelpunten zijn te beschrijven als knelpunten als gevolg van niet goed functionerende technische onderdelen van het watersysteem, zoals duikers, stuwen of inlaten. Op diverse plaatsen in de gemeente zijn hydraulische knelpunten benoemd, in de kernen Woudrichem / Oudendijk en Almkerk zijn maatregelen geformuleerd om de knelpunten op te lossen. Zo wordt de afvoer van duikers verbeterd door aanpassing van de duikerdimensies en/of het doorstroomprofiel van de watergang. Het aanpassen van de duiker en het verplaatsen van de uitstroom van de BBB in Almkerk wordt uitgevoerd wanneer de Almweg/Doornseweg wordt aangepakt (werk met werk maken). Een BBB is een grote ondergrondse „kelder‟ waar overtollig rioolwater bij hevige neerslag tijdelijk kan worden geborgen voordat het overstort. Het vuil kan vervolgens bezinken en als er dan toch nog water moet overstorten, stort alleen het bovenste deel (het schoonste) deel van het water over. Door de overstortleiding van de BBB te verplaatsen wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de waterstanden rondom het BBB dusdanig hoog worden dat het water in het BBB terugstroomt. Als negatieve overstorten voor blijven komen in Almkerk centrum, zal een terugslagklep worden aangebracht. Door het (automatisch) sluiten van de inlaten bij hevige neerslag, wordt het watersysteem in Almkerk in de toekomst niet extra belast. 1.7 a - c en 1.8a Onderzoeken en oplossen van wateroverlast Alle kernen In alle kernen is in meer of mindere mate sprake van wateroverlast. Voor een aantal knelpunten zijn specifieke maatregelen geformuleerd. Andere knelpunten worden (deels) opgelost door de invulling van de stedelijke wateropgave. In de vesting van Woudrichem is sprake van problemen bij hevige neerslag. Het oplossen van dit probleem wordt opgepakt in de OAS studie. Verder wordt in Rijswijk de (kwel)wateroverlast en het niet voldoen aan de droogleggingsnorm opgelost door in Rijswijk-West I de watergang aan het Ballengooijenhof te verbreden. Het aanleggen van drainage in Rijswijk-Noord zorgt dat aan de droogleggingsnorm wordt voldaan. In Andel is het vooralsnog onduidelijk wat de wateroverlast ten zuiden van het Bronkhorstlaantje veroorzaakt. Daar gaat onderzoek naar verricht worden. Op basis van de resultaten van de analyse naar de oorzaak van deze overlast worden oplossingen geformuleerd. 1.11 Onderzoek voor het opzetten van een grondwatermeetnet Alle kernen De gemeente heeft een zorgplicht voor het voorkomen en oplossen van structurele grondwateroverlast. Om te kunnen bepalen waar overlast is en of deze structureel is, is een meetnet noodzakelijk. In het waterplan zijn de uitgangspunten voor het meetnet opgenomen in het monitorings- en meetplan. Op basis hiervan zal een onderzoek worden uitgevoerd naar het opzetten van een grondwatermeetnet.
25
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Aangepakte knelpunten Met bovengenoemde maatregelen worden de volgende knelpunten aangepakt: Almkerk Tijdens piekafvoeren kan het watersysteem in het gebied ten noorden van Almkerk het water uit de kern niet snel genoeg afvoeren (alm1). Niet optimale afvoer via een duiker onder de Doornseweg uit Almkerk centrum richting het landelijk gebied (alm2). Ter hoogte van alm4 ligt een waterinlaat vanuit de Alm. Andel In het gebied ten zuiden van het Bronkhorstlaantje doen zich wateroverlastproblemen voor. Bij hevige neerslag staat het water op het maaiveld. Het duurt een aantal dagen voordat het water van deze locatie is weggemalen via gemaal Hagoort (a4). Rijswijk / Giessen In de watergang ter hoogte van knelpunt r2 (tracé Almweg-Parallelweg) is een tekort aan doorstroming (r2). De bergingsruimte die aanwezig is in de watergang bij r3 wordt in de huidige situatie niet altijd benut. Ter hoogte van r4 wordt Rijswijk-West I ontwikkeld. In dit gebied is de invloed van de rivier sterk aanwezig, er is sprake van een behoorlijke kwelflux. Ten zuiden van Rijswijk-West wordt de tweede fase ontwikkeld (Rijswijk West II). Deze ontwikkeling biedt kansen wanneer in Rijswijk-West I wateroverlastsituaties ontstaan (r5). In verband met fundering (heipalen) van de sporthal wordt op deze locatie een hoger peil gehanteerd (r6). Slechte doorspoeling van de watergang ter hoogte van r8. De overstort van het BBB nr. 45122 (r11). De overstort met het nummer 43017 aan de randweg in Giessen (r12). Uitwijk De overstort in Uitwijk nr. 46066 (u2). Woudrichem Het omliggende landelijke gebied rond Postweide 2 (w2) watert slecht af bij heftige neerslag. Bij het inlaten van rivierwater is sprake van kortstondige wateroverlast in de kruipruimten van nieuwbouwlocatie Postweide I (w5). De twee overstorten met nummers 48143 en 48067 (w9).
26
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
3.2
Helder en natuurlijk water
Maatregelen 2.1 t/m 2.10 vallen onder dit thema. Hieronder worden deze maatregelen toegelicht. 2.1.1a, 2.1.2a, 2.1.4a en 2.9 Onderzoeken waterkwaliteitsspoorknelpunten Alle kernen Enkele jaren geleden is in de gemeente Woudrichem een eco-scan uitgevoerd, waarmee de ecologische kwaliteit van de watergangen op dat moment is bepaald. Ook zijn er waterkwaliteitsonderzoeken uitgevoerd. Sinds die tijd is er veel gebeurd, onder andere het baggeren van een groot deel van de watergangen. De resultaten uit dat onderzoek zijn dan ook niet zonder meer toe te passen op de situatie van 2010. Om een goed beeld te krijgen van de huidige situatie en het effect van maatregelen, zal de waterkwaliteit structureel worden gemonitord. Daarvoor wordt een aantal meetpunten ingericht die vervolgens periodiek worden bemonsterd. Ook zal een nieuwe ecoscan worden uitgevoerd, zodat er een goede nulsituatie bekend is. Naast dit gemeentebrede onderzoek, worden in Woudrichem, Giessen en Waardhuizen overstorten aangepakt om de waterkwaliteit te verbeteren. Daarbij gaat het om afkoppelen of voorzieningen in de riolering treffen om de berging te vergroten. Bij de overstort bij de aansluiting van camping De Mosterdpot wordt onderzocht wat de meest optimale oplossing is om de waterkwaliteit te verbeteren. In Giessen zorgt het verplaatsen van de uitstroom van de regenwaterleiding voor een betere doorspoeling ter plaatse. In Waardhuizen worden problemen rondom overstort 47009 zoveel mogelijk opgelost door het nemen van maatregelen binnen de kaders van het plan „Schouten Waardhuizen‟. Maatregelen voor eventuele resterende problemen zullen worden opgenomen in het beheer- en onderhoudsplan dat gemeente en waterschap gaan opstellen. 2.1.2b Monitoren effect helofytenfilter Giessen In juli 2009 is aan de Parallelweg een helofytenfilter aangelegd. Het filter heeft als belangrijkste doel het zuiveren van incidenteel overstortwater vanuit het rioolstelsel, zodat dit water niet direct op de Alm uitkomt. Het waterschap en de gemeente gaan het effect van dit helofytenfilter en de mate van zuivering onderzoeken. 2.1.3a, 2.7 en 2.9 Ruimtelijke waterkwaliteitsmaatregelen Alle kernen Onder ruimtelijke waterkwaliteitsmaatregelen vallen bijvoorbeeld het aanleggen van natuurvriendelijke oevers en het realiseren van ecologische verbindingszone‟s (evz). Ook het realiseren van de streefbeelden kijkwater en kijkwater+ vallen onder deze categorie. Natuurvriendelijke oevers bevorderen de ecologische ontwikkeling van het watersysteem en verbeteren daarmee de waterkwaliteit. Bij de aanleg van natuurvriendelijke oevers wordt de overgang van water naar land geleidelijk gemaakt (flauwe oevers). Natuurvriendelijke oevers bieden een geschikt leefmilieu voor veel planten en dieren, waardoor een gezonde, natuurlijke omgeving met een grote verscheidenheid aan flora en fauna ontstaat. De aanleg en gericht beheer van een natuurvriendelijke oever biedt meer mogelijkheden voor onderwaterfauna en de watergebonden vegetatie. In het algemeen komt dat de waterkwaliteit ten goede, het water wordt helderder en schoner, waardoor ook de beleving wordt vergroot. Tevens bieden flauwere oevers meer ruimte aan
27
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
het water in het watersysteem, dus is ook sprake van bergingstoename. Nabij overstorten worden waar mogelijk natuurvriendelijke oevers aangelegd: hier geldt het streefbeeld kijkwater+. Op basis van de resultaten van de waterkwaltiteitsmonitoring, de eco-scan en (locale) gebruikswensen zal in de toekomst worden bepaald welke mogelijkheden er in Woudrichem zijn voor het realiseren van extra gebruikswater of kijkwater+. Het aanleggen van natte EVZ‟s binnen de kernen vindt plaats via een apart voorstel in B&W. Het waterschap trekt de planvorming van de natte EVZ‟s en realiseert 10 van de 25 meter die daarvoor benodigd is. De overige 15 meter is voor derden. Daarbij wordt ook het realiseren van natte natuurparels opgepakt. Grootschalige kavelruil om grondgebonden landbouw een duurzame toekomst te bieden geeft een opening voor ruilen van gronden ten behoeve van EVZ‟s. 2.2a en b
Realiseren van een integraal meet- en monitoringsnetwerk voor de waterkwaliteit
Alle kernen Voor het verbeteren van de waterkwaliteit is het van belang om inzicht te krijgen in de huidige toestand. Vanuit de huidige toestand worden maatregelen gedefinieerd. Daarna is het monitoren van de effecten van groot belang. Dit ten eerste om na te gaan of een maatregel het vooraf verwachte effect heeft op het watersysteem en ten tweede om in algemene zin inzicht te krijgen in ingreep effect relaties. Zo ontstaat inzicht in maatregelen die goed toepasbaar zijn ter verbetering van de waterkwaliteit (zie verder evaluatie- monitoring- en meetplan, bijlage 5). 2.3 - 2.5 Duurzaam bouwen en duurzaam terreinbeheer Het gebruik van duurzame en niet-uitloogbare bouwmaterialen draagt bij aan een beter leefmilieu. De gemeente is voorstander van duurzaam bouwen, in het kader van het waterplan relevant voor het voorkomen van verontreinigde stoffen in het water, maar wil geen valse verwachtingen wekken en geen onnodige regelgeving introduceren voor burgers en bedrijven. De gemeente is daarom voornemens om het Duurzaam Bouwen -convenant te ondertekenen, maar zal zich eerst verdiepen in de consequenties en het nut daarvan. In het convenant wordt volop aandacht besteed aan duurzaam bouwen en duurzame materiaalkeuze en materiaalgebruik om zo de belasting van de omgeving zoveel mogelijk te beperken. Vanuit duurzaam terreinbeheer voldoet de gemeente conform de regelgeving aan het niveau Brons volgens de Barometer Duurzaam Terreinbeheer. De Barometer Duurzaam Terreinbeheer is een certificatiesysteem voor het duurzame beheer van terreinen. Belangrijkste uitgangspunt hierbij is om de emissie van bestrijdingsmiddelen naar oppervlaktewater zo veel mogelijk terug te dringen en te voorkomen. De gemeente is voornemens om zich te certificeren voor niveau brons. De gemeente zal ook nagaan of het wenselijk is om voor afkoppelgebieden verdergaand beleid op te stellen. Ook vanuit de klankbordgroep is aangegeven dat het verminderen of voorkomen van chemische onkruidbestrijding als positief gezien wordt.
28
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
2.6 Onderzoeken van ecologisch peilbeheer (peilenplan) Het waterschap zal ecologisch peilbeheer meenemen in het opstellen van het peilenplan van Alm en Biesbosch. Een natuurlijker peildynamiek geeft onder andere de oevervegetatie kansen op vestiging en herstel en heeft mede als gevolg daarvan een gunstig effect op de waterkwaliteit en aquatische levensgemeenschappen. De effecten van peilbeheer op het ecologisch functioneren van watergangen zullen worden onderzocht en waar nodig gekwantificeerd. Binnen de marges van de beoogde waterhuishouding in wateren zal zo naar ecologisch optimale scenario's worden gezocht. 2.8 Inzetten krooswiel bij slechte doorstroming Alle kernen Op locaties waar overlast van kroos is en de doorspoeling niet verbeterd kan worden, kan een krooswiel ingezet. Het krooswiel is een drijvend gemaal op zonne-energie dat kroos verwijdert op een manier dat dieren (bijvoorbeeld kikkers) de tijd hebben om zichzelf in veiligheid te brengen. Het gemaal is 24 uur per dag actief. Het kroos kan (her)gebruikt worden voor het maken van veevoer. Bij wijze van pilot zal een krooswiel worden aangeschaft, die in eerste instantie wordt ingezet in Andel. Aangepakte knelpunten Met bovengenoemde maatregelen worden de volgende knelpunten aangepakt: Andel Stilstaand water (a2). Overstort 42079 is mogelijk een knelpunt i.v.m. toename vuilvracht vanwege afkoppelplannen. Rijswijk / Giessen Slechte doorspoeling van de watergang ter hoogte van r8. De aansluiting van de regenwaterleiding meer naar het noordoosten verplaatsen (r9). Uitwijk De ontvangende watergang bij overstort met nummer 47009 (u1) is slecht te onderhouden door gebrek aan ruimte. Woudrichem De twee overstorten met nummers 48246 BBB en 48257 vormen een aandachtspunt. De kans op zuurstofloosheid is hier aanwezig (w8). Het huishoudelijk afvalwater van camping „De Mosterdpot‟ (ten westen van de vesting) is dichtbij een overstort (Jacob van Beierenstraat) aangesloten op het riool (w3).
29
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
3.3
Water in de ruimtelijke ordening
3.1 Inrichting en locatie waterbergingsbank Door het inrichten van een waterbergingsbank bestaat de mogelijkheid om de benodigde compensatie voor de toename van verharding voor meerdere (kleinere) plannen gezamenlijk te realiseren door één waterbergingsvoorziening. Dit maakt de realisatie van kleinere plannen vanuit wateroogpunt eenvoudiger en voorkomt versnippering van het watersysteem door verschillende kleine bergingsvoorzieningen. Dit heeft ook positieve gevolgen voor de efficiëntie van het beheer en onderhoud. De voornaamste reden voor de gemeente en het waterschap om de waterbergingsbank in te richten is het organiseren van de compensatie van postzegelplannen en het op die manier voorkomen van lozingen van hemelwater op de riolering, of het ontstaan van een bergingstekort. Een randvoorwaarde hierbij is dat de waterbergingsbank daadwerkelijk bijdraagt aan het bergen van locaal (hemel)water en dus op een logische plek in het watersysteem is gesitueerd. Postzegelplannen zijn gedefiniëerd als ontwikkelingen waarbij sprake is van een toename van verhard oppervlak tussen de 500 en 1500 m2. De intentie is echter om ook voor de eerste 500 m2 verharding waterberging te realiseren. 3.2 Inbrengen van wateraspecten in de structuurvisie De gemeente zal voor haar grondgebied een ruimtelijke structuurvisie opstellen. Water is daarin één van de leidende principes. De structuurvisie is de visie van de gemeente op welke ruimtelijke functies een plek verdienen binnen de gemeente en waar deze gesitueerd moeten worden. De structuurvisie geeft zo op hoofdlijnen richting aan de ruimtelijke ordening binnen de gemeente en is leidend voor bestemmingsplannen en projectbesluiten. Gemeente en waterschap dragen beide zorg voor het inbrengen van de wateraspecten in de structuurvisie. Daarbij kan ook worden onderzocht waar mogelijkheden liggen om bij ontwikkellocaties extra ruimte te reserveren voor water, om waterbergingstekorten in aangrenzende gebieden op te lossen.
3.4
Riolering en het afkoppelen van hemelwater
Maatregelen 4.1 t/m 4.3 vallen onder dit thema. Hieronder worden de maatregelen toegelicht. 4.1 Optimalisatie Afvalwater Studie uitvoeren Ten behoeve van het optimaliseren van het afkoppelen van hemelwater, zal in het traject voor de Optimalisatie Afvalwater Studie (OAS) nagegaan worden wat effectieve manieren zijn van afkoppelen en het realiseren van berging. Bij een OAS kijkt het waterschap samen gemeenten, Rijkswaterstaat en het Waterbedrijf naar een verantwoorde opzet voor het rioolstelsel en de rioolwaterzuivering. Het is een studie waarin de samenhang tussen het afvalwatersysteem (RWZI‟s, riolering en overstorten) en het oppervlaktewatersysteem in beeld wordt gebracht.
30
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
4.2a en 4.3a Aanpakken (negatieve) overstorten en BBB‟s Woudrichem/Oudendijk, Rijswijk/Giessen, Almkerk, Uppel In een aantal kernen is sprake van knelpunten bij de overstorten en bij de uitstroompunten van de BBB‟s. Deze knelpunten worden zoveel mogelijk integraal opgelost door het creëren van ruimte in het watersysteem: de maatregelen benoemd ter invulling van de wateropgave. Daarnaast vinden aanvullende maatregelen plaats. Bij het BBB in Almkerk wordt de overstortleiding verplaatst. Als de peilen in de toekomst te hoog zijn om negatieve overstorten in centrum Almkerk te voorkomen wordt een terugslagklep geplaatst (4.2a). Bij de overstort in Uppel wordt ook een terugslagklep geplaatst (4.3a). 4.2b Opwaarderen watergang Almkerk Almkerk Overstort 41187 kan niet worden gesaneerd. Gemeente en waterschap baggeren de watergang en de ontvangende sloot achter de overstort krijgt in plaats van een C- een A-status. A-watergangen worden door het waterschap zelf onderhouden. Door deze maatregelen zal het volume aan ontvangend water groter worden en beter onderhoud worden gepleegd. Aangepakte knelpunten Met bovengenoemde maatregelen worden de volgende knelpunten aangepakt: Almkerk Negatieve overstorten van de BBB‟s. Rijswijk / Giessen Negatieve overstort van het BBB Rijswijk door opstuwing van het polderwater (r7). Woudrichem Het water van het BBB kan niet goed afvoeren op het watersysteem. Dit heeft te maken met het profiel van de ontvangende hoofdwatergang, deze is te smal en te ondiep (w6).
3.5 5.1
Beheer en onderhoud Gezamenlijk beheer- en onderhoudsplan opstellen inclusief overname stedelijk water
Alle kernen De gemeente en het waterschap hebben beide beheer- en onderhoudsplannen. In het kader van verschillende processen, zoals het realiseren van de streefbeelden vanuit dit waterplan, maar ook het overnametraject stedelijk water, is het van belang dat de beheer- en onderhoudsplannen van beide partijen op elkaar afgestemd worden. De te realiseren streefbeelden zijn leidend voor de onderhoudsplannen en het beheer en onderhoud. Gemeente en waterschap stemmen de onderhoudbeheersplannen waar zinvol en mogelijk onderling af, om zo de efficiency in het onderhoud te vergroten. Het onderhoud gezamenlijk afstemmen kan leiden tot tijd- en geldbesparing.
31
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
In de onderhoudbeheersplannen worden de benoemde punten vanuit het vastgestelde beleid van beide partijen (bijvoorbeeld de Visie Beheer en Onderhoud van de gemeente, 2000) zoveel mogelijk meegenomen. Daarnaast worden onderhoudswerkzaamheden afgestemd en vindt er periodiek overleg plaats om de afstemming actueel te houden en op de hoogte te blijven van eventueel wisselende contactpersonen. De gemeente wil graag dat het beheer en onderhoud van het water in de gemeente over wordt genomen door het waterschap. Het overnametraject is een apart proces dat doorlopen wordt. Zowel de gemeente als het waterschap hebben specifieke aandachtspunten en belangen in dit proces. Goede procesafspraken en het afstemmen van verwachtingen is van groot belang. Vanuit dit waterplan zijn de volgende aandachtspunten voor het overnametraject benoemd: De centrale watergang door Almkerk Centrum (knelpunt alm3). De overstort 46066 in Uitwijk (knelpunt u2). De overstort in Waardhuizen (knelpunt u1). Aangepakte knelpunten Met bovengenoemde maatregelen wordt naast bovengenoemde punten ook gewerkt aan de volgende knelpunten: Er zijn geen duidelijke afspraken over het inlaatbeheer vanuit de rivier tussen gemeente en waterschap (w1). Ter hoogte van de Lemmenskamp komen problemen m.b.t. het onderhoud aan de A-watergang voor (w7).
3.6
Recreëren en beleven van water
Maatregelen 6.1 t/m 6.10 vallen onder dit thema. Er is geen directe relatie met knelpunten in het achtergronddocument. Hieronder worden de maatregelen toegelicht. 6.1 Watergeschiedenis zichtbaar maken voor recreanten Alle kernen Gemeente en het waterschap willen de combinatie van cultuurhistorie en water aantrekkelijk maken voor bewoners en recreanten. Hieronder vallen het uitvoeren van onderzoek naar het opwaarderen van oude Wielen en ook het herstel en zichtbaar maken van de Hollandse Waterlinie. Deze laatste is in principe een project uit de nota Belvedere, waar het behoud van de historische liniekenmerken een impuls vormt voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen, wat naadloos aansluit op de doelstellingen van de revitalisering. 6.2 Maatregelen ten behoeve van de zwemwaterlocaties Woudrichem, Andel, Uppel In de gemeente Woudrichem liggen drie zwemwaterlocaties, de Hoge Waard, de Mosterdpot en de Omloop waar locatiespecifieke maatregelen genomen worden. Deze maatregelen leiden tot volwaardige zwemwaterlocaties waar recreanten kunnen genieten van het water.
32
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Recreatief medegebruik van schouwpaden is niet opgenomen in het waterplan, daarvoor ontwikkelt het waterschap beleid in het waterbeheerplan.
3.7
Communicatie en educatie als dragers voor water
Maatregelen 7.1 en 7.3 vallen onder dit thema. Er is geen directe relatie met knelpunten in het achtergronddocument. Hieronder worden de maatregelen toegelicht. 7.1
Inrichten regionaal waterloket voor Woudrichem, Aalburg, Werkendam en het waterschap Voor watervragen en -klachten is het van belang dat voor de drie samenwerkende gemeenten en het waterschap een waterloket komt waar een antwoord op alle watervragen kan worden gegeven. Voor water in al haar facetten is er dan een centraal meld- en informatiepunt. Bij het inrichtingen van het waterloket moeten afspraken gemaakt worden over de financiering en de verantwoordelijkheden van de diverse waterpartijen. Afspraken dienen gemaakt te worden over de taakoverheveling op operationeel niveau. 7.2 Watermarkt organiseren Gemeente en waterschap willen een watermarkt organiseren om water (en het waterplan) meer onder de aandacht te brengen bij de inwoners en bedrijven in de gemeente Woudrichem. Het wordt een feestelijke bijeenkomst die de officiële publiekelijk aftrap zal zijn van de uitvoering van het waterplan Woudrichem. 7.3 Uitvoering communicatieplan Onder deze noemer zal bijvoorbeeld een internetpagina gemaakt en bijgehouden worden waarop de voortgang van het waterplan zichtbaar gemaakt wordt. Er worden lesboxen gemaakt en waterprojecten georganiseerd op scholen. Tevens wordt een handboekje, een inlegvel informatiepakketten en voorlichtingsacties opgezet voor bewoners in afgekoppelde wijken en voor bewoners in gebieden waar water-op-straat als acceptabel is aangemerkt. Juist in afgekoppelde wijken is het van groot belang dat de bewoners (niet alleen de eerste bewoners, maar ook nieuwe bewoners) bewust zijn van het wonen in een afgekoppelde wijk en dat ze inzicht hebben in wat wel en niet van hen wordt verwacht. Met dit doel zullen onder andere borden geplaatst worden op belangrijke „waterplekken‟ In afgekoppelde wijken, maar ook elders geldt dat door inwoners te informeren over de effecten van chemische onkruidbestrijding en het gebruik van bijvoorbeeld uitlogende bouwmaterialen, men zich beter bewust wordt van de gevolgen van hun gedrag.
33
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
3.8
Algemeen
8.1 en 8.2 Het actueel houden van het waterplan Het waterplan inclusief uitvoeringsprogramma is opgesteld voor de periode van 2010 - 2015 (met een doorkijk naar 2027). Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks geëvalueerd en geactualiseerd. In bijlage 5 is een evaluatiesysteem voor het uitvoeringsprogramma van het waterplan opgenomen. Tevens bevat deze bijlage een opzet voor een monitoringsprogramma en uitgangspuntennotities voor de meetplannen voor grondwater en waterkwaliteit. Bij verlopen van de planperiode dient het gehele waterplan geactualiseerd te worden. 8.3 Vastleggen afspraken over watertoetsproces tussen gemeente en waterschap In de jaarlijkse evaluatie van het uitvoeringsprogramma van het waterplan wordt tevens geëvalueerd hoe het watertoetsproces loopt en of het watertoetskader nog voldoet. 8.4 Extra afkoppelen (t.o.v. van de basisinspanning) Alle kernen In nieuwe wijken wordt een gescheiden stelsel aangelegd (verhard oppervlak wordt niet aangekoppeld, zodat schone neerslag niet in de riolering terechtkomt maar in het oppervlaktewater). In bestaande bebouwde gebieden bieden in- en uitbreidingsplannen en herstructureringen en wegen rioolvervangingen kansen om verhard oppervlak af te koppelen. Bij het niet aankoppelen en afkoppelen hebben gemeente en waterschap de voorkeur voor bovengronds afkoppelen. Hiermee is duidelijk waar het water heen gaat en is de kans op foutaansluitingen kleiner. Tevens heeft de zichtbaarheid van het afkoppelen naar verwachting een gunstig effect op het lozingsgedrag (bijvoorbeeld door auto‟s op straat te wassen) van mensen en dus op de vuilemissie. 8.5 Opstellen van communicatieplan De maatregelen vanuit het waterplan zijn van invloed op de directe leefomgeving. Om bewoners te betrekken bij het waterplan en bij het maatregelenprogramma is een communicatieplan opgesteld. Dit communicatieplan is afgestemd met de communicatiemedewerkers van zowel de gemeente als het waterschap. Het plan richt zich op de communicatie tijdens het opstellen van het waterplan en ook op de communicatie in de uitvoeringsfase van het waterplan. Het communicatieplan is opgenomen in bijlage 4.
3.9
(Nog) niet aangepakt
Zoals al eerder aangegeven, wordt de stedelijke wateropgave nog niet geheel opgelost in het waterplan. De maatregelen die nu worden getroffen zijn watersysteemmaatregelen met een kwantitatieve en kwalitatieve component, gericht op locaties waar in de praktijk ook knelpunten worden ervaren. De restopgave wordt nader onderzocht en maatregelen om die op te lossen zullen in de toekomst worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma van het waterplan. Voor de maatregelen die nu worden getroffen is een kosten- / batenafweging gemaakt. Daaruit bleek dat de kosten van de berekende maatregelen in Woudrichem en Andel dusdanig hoog waren dat de benodigde investering onverantwoord zou zijn. Een deel van de maatregelen wordt daarom niet genomen. Voor de hand liggende kansen worden wel benut: in Woudrichem wordt 643 m2 extra
34
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
wateroppervlak gerealiseerd en in Andel wordt een integraal project gestart ten zuiden van Jasmijn, Kamperfoelie en Vuurdoorn, waarbij extra water wordt aangelegd en de ruimtelijke kwaliteit wordt verbeterd. Ook is er budget gereserveerd voor ruimtelijke reserveringen aan de rand van het stedelijke gebied. Verder zullen gemeente en waterschap in de planperiode nader onderzoek doen naar mogelijke maatregelen voor deze kernen. Hieronder is aangegeven welke kansen / knelpunten uit het achtergronddocument en modelberekeningen niet (geheel) worden aangepakt in het waterplan: Nr
Omschrijving
Reden
Woudrichem W4 Bij de aanleg van de nieuwe wijk kan het huishoudelijk afvalwater van de camping met een persleiding aangesloten worden op het filter dat bij de nieuwe ontwikkeling gepland is. Drooglegging ter hoogte van de vijvers ten noorden van de Middelvaart is kleiner dan 0,70 meter bij T=10 + 10% Opstuwing van meer dan 5 mm bij een aantal duikers.
Rijswijk en Giessen R1 De KRW stelt eisen aan de kwaliteit van het grondwater. Aangezien de kwaliteit van het grondwater onder het HAK-terrein onbekend is voldoet het mogelijk niet aan de eisen Andel A1 Door de toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen zal het gebied ter plaatse van a1 sterk veranderen. Er dienen zich kansen aan om de bestaande knelpunten op te lossen A3 In de watergang ter hoogte van a3 zijn weinig mogelijkheden voor doorspoeling terwijl hier wel behoefte aan is. Op dit moment is dan ook sprake van stankoverlast. De vijver staat vol met riet, in de nabij gelegen watergang is veel roestwater aanwezig.
In de omgeving van de Gezetstraat wordt/is tijdens de zware regenval in 2005 wateroverlast ervaren.
Algemeen Wateropgave (T=100 + 10%)
35
Is een mogelijke oplossing van de directe lozing van camping „De Mosterdpot‟. Wordt onderzocht bij W3. Wordt in de praktijk niet zo ervaren Dit knelpunt is nauw verbonden met het realiseren van de waterberging. Maatregelen om dit knelpunt op te lossen zullen in de toekomst worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma van het waterplan Gemeente en Provincie pakken dit verder met HAK op. Geen maatregel in het kader van het waterplan. Wordt opgepakt bij ontwikkeling Bronkhorst Door het afkoppelplan Andel West wordt hier een grote verbetering verwacht ten aanzien van de doorstroming (uitstroom afkoppelleiding komt hier te liggen). Rest wordt in het overnametraject opgepakt. De restopgave wordt nader onderzocht en maatregelen om die op te lossen zullen in de toekomst worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma van het waterplan. De restopgave wordt nader onderzocht en maatregelen om die op te lossen zullen in de toekomst worden opgenomen in het uitvoeringsprogramma van het waterplan.
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
36
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Verklarende afkortingenlijst
BBB
Bergbezinkbassin
BRP
Basisrioleringsplan
DTB
Duurzaam Terreinbeheer
EVZ
Ecologische Verbindingszone
GGOR
Gewenst Grond- en Oppervlaktewaterregime
KRW
Europese Kaderrichtlijn Water
MTR
Maximaal Toelaatbaar Risico
NBW
Nationaal Bestuursakkoord Water
NME
Natuur en Milieu Educatie
NVO
Natuurvriendelijke oever
OAS
Optimalisatie Afvalwater Studie
RO
Ruimtelijke Ordening
RWZI
Rioolwater zuiveringsinstallatie
STOWA
Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer
WBP
Waterbeheersplan
WRW
Werkgroep Riolering West-Nederland
37
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Bronvermelding
Achtergrondrapport Waterplan Woudrichem, september 2009 Kostenverdeelsleutel Waterschap Rivierenland Landschapsbeleidsplan Land van Heusden en Altena, januari 2008 Richtlijnen Monitoring Waterschap Rivierenland Streefbeelden voor stedelijke waterplannen. Handleiding voor gemeenten, december 2007 Streefbeelden voor stedelijke waterplannen. Achtergrondrapport, december 2007 Visie Beheer en Onderhoud van de gemeente, 2000
38
Opgesteld door Datum
MWH B.V. 18 juni 2010 , definitief
Bijlagen
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7:
Streefbeelden Uitvoeringsprogramma Maatregelen kaarten Communicatieplan Meetprogramma, monitoring- en evaluatiesysteem Watersysteemanalyse Besprekingsverslagen stuurgroep en klankbordgroep