Vraag en Antwoord Inhoud Wat is het belangrijkste gevolg van de transitie van begeleiding van AWBZ naar Wmo? Het gaat niet alleen om een transitie ( decentralisatie/ overheveling), maar ook om een transformatie: een andere manier van werken die gericht is op zeer kwetsbare burgers. Deze andere manier van werken is al ingezet door 2 processen: Welzijn Nieuwe Stijl ( WNS) en bij gemeenten het proces van De Kanteling ( vraag achter de vraag, eigen kracht en mogelijkheden benutten van hulpvragers). Is welzijn in staat zich inhoudelijk goed te profileren met ( vernieuwend) aanbod? Welzijn staat dichtbij de burgers, kent de buurten en wijken ( meer dan zorg) en signaleert daardoor sneller en eerder ( preventief), weet verbindingen te leggen tussen vraag en aanbod, werkt al veel samen met andere partners in wijken en buurten; gaat erop af ( Welzijn Nieuwe Stijl). Bovendien biedt welzijn diensten die perfect passen bij ondersteuning van kwetsbare burgers zoals: thuishulp administratie, burenhulpdiensten, maaltijden, boodschappenbegeleiding, maatjesprojecten. Dit zijn voordelen die bij de transitie van de AWBZ leden naar ander en vernieuwend aanbod. Kan welzijn dit vernieuwend aanbod wel goed voor het voetlicht brengen bij gemeenten en andere (soms concurrerende) aanbieders? Welzijn heeft moeite soms met datgene goed voor het voetlicht te brengen waar men sterk in is. Het gevaar kan bestaan dat in de nieuwe structuren die gaan ontstaan welzijn ‘ondergesneeuwd’ kan raken. Daarom: voor welzijn: goed vooraf strategie kiezen waar men zich op gaat richten en dit doorvoeren in de totale organisatiestructuur. Alle medewerkers moeten in staat zijn het verhaal ( wat welzijn doet en wat het resultaat is van welzijnsinterventies) te vertellen in diverse gremia. Wat heeft de transitie voor gevolgen voor het vrijwilligerswerk van onze organisaties? Vrijwilligers moeten vanaf de start betrokken worden bij deze veranderingen. Ze moeten weten dat kwetsbaardere doelgroepen bij welzijnsorganisaties hun vragen gaan stellen. Vaak zal dat ook tot gevolg hebben dat vrijwilligers extra deskundigheid moeten kunnen krijgen van hun professionals ( en/of anderen) als het om ondersteuning specifieke doelgroepen gaat. Hoe om te gaan met zorgmijders, mensen die geen appél doen op begeleiding maar het wel nodig hebben? Juist de gemeenten – en hun lokale organisaties - zullen via vroegtijdige signaleringsnetwerken deze personen beter in het vizier moeten krijgen.
Hoe ga je om met participatie van sterk zorgafhankelijke burgers? Welzijn levert geen zorg. Focus altijd op het begeleidingsdeel; maak afspraken met zorgaanbieders over het zorg deel. Werk samen als je deze burgers erbij wil betrekken. Maak de zo noodzakelijke combinaties. Wees als welzijnsaanbieder proactief naar de lokale zorgpartners; kom met ideeën voor nieuwe arrangementen. Blijven vrijwilligers belangrijk voor ondersteuning van kwetsbaren? Juist welzijn kenmerkt zich door het inzetten van vrijwilligers. Dat moet zo blijven!. Steeds meer zal de nadruk komen te liggen op de zelfwerkzaamheid van vrijwilligers en hulpvragers. Als het kan : geen professionele bemoeienis ,maar wel faciliteren! Waar kunnen kwetsbare burgers hun ‘recht ’halen als ze onvoldoende geholpen zijn/ worden? De individuele, kwetsbare burgers zal niet snel zijn rechten opeisen. Maar daarom is de rol van clientengroepen, Wmo raden belangrijk. MOgroep zal hieraan in deze transitie extra aandacht gaan geven. Is het zo dat er steeds meer gewerkt zal gaan worden, mede op instigatie van gemeenten, op het werken met integrale wijkteams? Uit voorbeelden uit het land waar ook welzijn bij betrokken is, wordt duidelijk dat integrale teams steeds meer ingevoerd gaan worden. Kan samenwerken bij voorbeeld ook in de vorm van een consortium? Komt de NMA dan niet in het geding? De NMA toetst achteraf. Marktwerking aan de voorkant mag niet; het Rijk opteert voor samenwerken. Dus geen marktverdeling. Het T-Bureau gaat hier aandacht aan besteden; bekijkt bestaande samenwerkingsvormen in mededinging termen. In hoeverre zijn gemeente sturend in hun rol als het gaat om het uitwerken van de transitie? Dat kan per gemeente verschillen. Belangrijk is het om als (welzijns) aanbieder zo vroeg mogelijk de dialoog met de gemeente aan te gaan; dan kan je ook meesturen op toekomstige concepten. Wat betekent dit dan voor de huidige organisatie structuur van welzijnsorganisaties? Professionals zullen steeds meer hun werk ‘uithuizig’, integrale werken in nieuwe teams rondom kwetsbare burgers, Welzijn Nieuwe Stijl zich gaan profileren. Dat kan betekenen dat de structuur van een ‘vaste ‘(welzijns) organisatie ook gaat veranderen. MOgroep gaat hier aandacht aan besteden. Wordt er geïndiceerd voor begeleiding zoals dat ging in de AWBZ? Antwoord: gemeenten kunnen hun eigen toeleiding/ indicatie vorm geven. MOgroep is geen voorstander van een aparte CIZ achtige constructie bij het Wmo loket. Maar opteert ervoor dat ook begeleidingsvragen integraal aan de orde komen in het Wmo loket. Anders blijft alles bij hetzelfde. Welzijn moet alert zijn op de ontwikkelingen hierover in hun gemeenten. Hoe staat het met het PGB? Gemeenten kunnen besluiten dat een PGB mogelijk blijft als het om begeleiding gaat . Zij hebben daarin een eigen verantwoordelijkheid.
Waarom wordt er niet ingegaan op de hulpvragen van de cliënt? Terechte vraag; dat is en blijft het meest belangrijk. Vraagverheldering en daaraan gekoppelde nieuwe oplossingen zullen steeds meer integraal bekeken gaan worden.
Financien Welzijn wordt al geconfronteerd met forse bezuinigingen. Hoe moeten nieuwe kwetsbare doelgroepen geholpen worden met minder budget? Met deze transitie zal in ieder geval ook geld gedecentraliseerd worden naar de gemeenten. Het gaat in totaal om een bedrag van ongeveer 3 miljard euro. Naast de Wmo bezuinigingen komt er tegelijkertijd ook extra geld ten behoeve van nieuwe kwetsbare doelgroepen bij. Voor welzijn betekent dat ook nieuwe mogelijkheden, opdrachten , kansen én financiën! Worden de extra gelden vanuit de AWBZ geoormerkt? Nee, maar gemeenten hebben wel een compensatieplicht. Dat wil zeggen dat gemeenten moeten komen met een antwoord en aanbod n.a.v. gestelde hulpvragen. De individuele vraag zal met compensatie moeten worden beantwoord. Hoe gaat de verdeelsleutel van het AWBZ budget naar gemeenten eruit zien? VNG is zich hierover nog aan het beraden; waarschijnlijk wordt eea in het voorjaar 2012 bekend gemaakt. Samenwerken met zorgkantoren blijkt moeilijk, omdat schotten tussen financiën niet gemakkelijk doorbroken worden. In een aantal gemeenten ( Peel en Maas, Eindhoven, Nijmegen) is er wel tot samenwerken tussen gemeenten, welzijn en zorgverzekeraars . Van belang om goede voorbeelden te gaan verzamelen. Het T-Bureau (VWS en VNG) zal hieraan aandacht besteden. De MOgroep ook. Gaat de zorg niet te veel de financiën opeisen; wordt preventie ook gefinancierd? Gemeenten moeten juist inzicht krijgen dat preventie loont. Met name bij kwetsbare groepen. Welzijnsaanbieders moeten effectiviteit en kostenbesparing van preventie aan kunnen tonen en inbrengen in de ketensamenwerking met andere aanbieders. Hoe gaan gemeenten financieren, via aanbesteding of subsidie? Gemeenten zijn momenteel bezig zich op dit vraagstuk te beraden .Als het aanbesteden wordt dan zal in ieder geval de ‘eenvoudige ‘variant ( 2b) van toepassing zijn. Bij aanbesteden bestaat trouwens er een resultaatverplichting! Als het subsidie wordt dan bestaan daarin verschillende mogelijkheden. Ook de gebruikelijke inkoopmodellen die gemeenten hanteren zijn van toepassing op de financiering van de transitie binnen de Wmo. Is het dialoogmodel met gemeenten niet min of meer hetzelfde als het principe van maatschappelijk aanbesteden? Ja, dat klopt. Maatschappelijk aanbesteden is ook een optie voor financiering van de transitie. Er kunnen samenwerkingsallianties ontstaan die als gevolg hebben dat financiën naar een enkele aanbieder gaan. En niet naar de andere samenwerkingspartners.. Daarover moeten afspraken gemaakt worden bij het aangaan van die allianties. Vertrouwen vormt de basis vaneen constructieve samenwerking.
Hoe ziet de toekomst er uit: meer doen met minder geld voor zeer kwetsbare groepen burgers? Bezuinigingen zijn op dit moment een gegeven; er komt wel geld bij; slim oplossen: zoek goede samenwerkingspartners om zware ondersteuningsvragen gezamenlijk op te lossen. Dat moet wel zo gebeuren, anders.. Sommige doelgroepen zijn niet binnen gemeentegrenzen te bereiken: zwerfjongeren, justitue, huiselijk geweld slachtoffers. Regionaal zullen hier afspraken over moeten worden gemaakt.
Professionalisering Wat betekent deze (en andere) transities voor professionalisering van medewerkers? In het onlangs verschenen MOgroep visiedocument wordt onder meer vermeld dat de roep om brede sociale professionals zal toenemen. De positionering van professionals en hun deskundigheden zullen hernieuwd moeten worden. Vanuit de MOgroep is onlangs een actieplan professionalisering gestart dat hier concreet op inzet. Het is toch niet de bedoeling dat al het ‘0oude’wordt weggegooid, zoals ontmoetingsactiviteiten waar heel veel mensen op af komen? Nee, want juist daardoor kan er vroeg gesignaleerd worden; dat is ook juist de kracht van welzijn: lage drempels. Maar de politiek zal zich met name gaan richten op wat welzijn doet voor de kwetsbaren? Welzijn zal zich moeten verantwoorden ( meer dan voorheen) welke effecten deze ontmoetingsactiviteiten hebben voor participatie van kwetsbare medeburgers. Wordt er samengewerkt met Hogescholen als het om de transitie gaat? Er zijn contacten met het Landelijk lectorenplatform Zorg en welzijn.Het nieuwe profiel; de generalistische sociale professional is uitgangspunt voor een deskundigheidsaanbod dat bv Saxion Hogeschool heeft ontwikkeld voor welzijn. Hoe bereid je medewerkers voor om in integrale teams te werken? Bij Wijz Zwolle hebben alle medewerkers een cursus social work gevolgd. Zebra Welzijn in Den Haag heeft medewerkers ook vooraf bijgeschoold.
Proces transitie Wordt de invoering van de transitie ‘van AWBZ naar Wmo’ 1 jaar uitgesteld en gaan alle hulpvragers per 1/1/2014 onder verantwoordelijkheid van de gemeenten/ Wmo vallen? VNG en VWS gaan hierover eind maart 2012 een besluit nemen. Uitstel zou aan de orde kunnen komen als behandeling van de wetwijziging Wmo in Eerste en Tweede kamer langer gaat duren. Vooralsnog gaat een deel van de hulpvragers ( de nieuwe) aanvrager) per 1.1 2013 over en iedereen ( oude en nieuwe aanvragen) per 1/1/2014 Hoe gaan kleine gemeenten om met de transities ? Steeds meer blijkt dat kleine gemeenten elkaar opzoeken en gaan samenwerken. Er worden afspraken gemaakt; lokaal kan de uitwerking nog wel eens anders zijn..
Kleine gemeenten hebben zo ook hun voordeel; ze hebben vaak korte lijnen met hun burgers en kunnen effectiever en minder anoniem werken. Om welke aantallen gaat het eigenlijk? Welke cijfers zijn het meest actueel? Laatste bijgewerkte cijfers: raadpleeg de site van het TBureau: www.invoeringwmo.nl Wat te doen als welzijnsaanbieder als gemeente(n) weinig initiatief tonen en geneigd zijn alles beleidsarm in te voeren? Ga in een vroeg stadium de dialoog aan met je gemeente(n). Kom met ideen; maakje gemeente duidelijk dat en wat welzijn kan betekenen bij deze transitie. Kan het T-bureau gemeenten helpen die ‘achterblijven’? Ja zeker. Geef dit door aan het T-bureau. Zij kunnen een ‘troubleshooter ’invliegen om behulpzaam te zijn.