Voorwoord Voor u ligt het derde fragment van De Gouden Bal. Velen van u zullen in spanning zitten na de dramatisch verlopende vlucht van Zach Zorelli. U zult nog even geduld moeten hebben, want er zijn andere belangwekkende gebeurtenissen aan de orde. Deze aflevering laat zien, dat de wereld klein kan zijn en toch zo verschillend. Vele verhaallijnen zijn belangrijk en verdienen het verteld te worden. Dat is zeker het geval bij de belevenissen van Martinho, een ogenschijnlijk doodgewone jongen, die nog nooit van Zach Zorelli heeft gehoord, maar wiens leven onmiskenbaar verbonden lijkt te worden met de Gouden Bal. Al is die voor hem nog niet tastbaar door de mist, die zo kenmerkend is voor de grens tussen realiteit en mystiek.
Symbool voor die verbinding is opnieuw de brug, die mijn zus Elly Persoon zo treffend heeft weten te tekenen.
Ruud Macco 27 september 2012
Copyright 2012 Niets uit dit verhaal mag worden overgenomen noch gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de schrijver.
Martinho’s vlucht Met een luide knal vliegt een bord tegen de muur van het appartement aan scherven. Een grote veeg rode smurrie achterlatend. ‘Ik moet die troep niet, heb ik toch gezegd.’ Martinho staat woest op, waardoor zijn stoel met een klap achterover valt. Estrela zet het op een brullen. De grote man staat op van de tafel en grijpt Martinho bij een arm nog voordat hij een pas heeft kunnen zetten. ‘Vervelend jong, als je iets niet lust laat je het maar staan. Je hoeft er niet zo’n smeerboel van te maken.’ Zijn vuist raakt Martinho’s arm hard. Estrela begint nog harder te huilen. ‘En kijk hoe je je zusje hebt laten schrikken,’ toetert de man Martinho in het gezicht. ‘Au, laat me los. Je hebt niks over me te zeggen. Je bent mijn váder niet,’ schreeuwt Martinho wild om zich heen schoppend om los te komen uit de ijzeren greep. ‘Oh nee? Ik moet je in ieder geval wel manieren bijbrengen,’ zegt de man met een rood hoofd. ‘Die manieren van jou hoef ik niet. Laat me los, klootzak.’ ‘Martinho! Dat zeg je niet tegen je vader,’ schreeuwt zijn moeder met haar schrille stem vanuit de keuken. ‘Wat moeten de buren er niet van denken?’ ‘Moeten ze zelf weten.’ Op dat moment herwint Martinho zijn vrijheid en vliegt de kamer uit. Met een ruk trekt hij de voordeur open, zodat de kruk weer een flinke hap neemt uit het pleisterwerk op de muur erachter. Dan spurt hij de galerij op. Zijn moeder rent hem vanuit de keuken achterna en ziet hem nog net in het trappenhuis verdwijnen. ‘Laat maar gaan,’ bromt haar man. ‘Dat soort pubertjes komt altijd weer op het nest terug.’ ‘Als hij op zijn vader lijkt, moet ik dat nog zien,’ zegt zijn moeder. Met een luide zucht, begint ze de rommel van de muren te vegen. ‘Die is altijd een halve wilde gebleven. In het bos geboren en er nooit meer van los gekomen.’
Zonder om te kijken rent Martinho de straat uit, een pleintje over en de volgende straat in. ‘Hé, Martinho, roepen een paar kinderen, die op het pleintje voetballen, hem na. ‘Waar ga je heen? Zin om mee te doen?’
De Gouden Bal - Hoofdstuk! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
1
Martinho reageert er niet op en rent door. Pas in het winkelcentrum een paar straten verder komt hij tot rust. Snikkend laat hij zich tegen een muur omlaag zakken tot hij met opgetrokken knieën en zijn hoofd op zijn armen blijft zitten. Zijn schouders schokken. ‘Hé, kerel, wat is er? Bonje gehad thuis?’ hoort hij iemand naast hem zeggen. ‘Mijn moeder had die klerelijer nooit in huis moeten halen,’ snikt Martinho. ‘Ik moet altijd alles doen, wat hij wil. Ik ga nooit meer terug.’ ‘Heb je al bedacht, waar je dan heen kan?’ vraagt de stem naast hem. Martinho kijkt naar de jongen naast hem en zegt niets. ‘Hier steek er eens eentje op.’ De knaap houdt een pakje voor Martinho’s gezicht. ‘Ik heb nog nooit gerookt.’ ‘Nou dan wordt het tijd, dat je dat gaat doen. Ik zal hem aansteken voor je. Zo, pak aan.’ Martinho pakt de sigaret aan, steekt hem tussen zijn lippen en zuigt voorzichtig de rook naar binnen. Martinho barst los in een hevige hoestbui en er rollen opnieuw tranen over zijn wangen. ‘Gatver,’ roept hij door zijn tranen heen. ‘Dat gaat bij de volgende wel beter. Je moet met kleine trekjes beginnen.’ Martinho zuigt opnieuw aan zijn sigaret. Het lichte gevoel in zijn hoofd verdrijft de boosheid. ‘Ik weet het niet. Ik blijf nog liever op straat slapen, dan dat ik terug ga naar huis.’ ‘Misschien kan ik je wel helpen,’ zegt de knaap naast hem. ‘Ik weet nog wel een plek voor je.’ ‘Waar dan?’ ‘Dat zal ik je laten zien, als je zin hebt.’ ‘Ik heb geen geld.’ ‘Maak je daar maar niet druk over, dat komt later wel.’ ‘Goed dan,’ zegt Martinho even later. ‘Hand erop,’ zegt de knaap. Martinho slaat zijn hand tegen de hand van zijn nieuwe vriend. Als die hem met een vuist tegen de schouder slaat, slaat hij lachend terug. Dan steekt de knaap zijn hand uitnodigend naar Martinho toe. ‘Ik ben Miguel,’ zegt de knaap, als Martinho tenslotte die hand heeft vastgepakt. ‘Martinho.’ Miguel slaat zijn arm om Martinho’s schouder. Samen lopen ze het lege winkelcentrum door om aan de andere kant in de donkere steegjes van Sao Paulo te verdwijnen.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
2
Martinho kijkt langs de gevel van het huis, waar ze voor gestopt zijn, omhoog. De afgebladderde muren en de haveloze kozijnen lijken te huilen. De vegen verf, die nog resten, duiden op een creatieve geest, die er heel lang geleden zijn monsterlijke tag heeft achtergelaten. De voordeur, echter, lijkt nieuw en stevig. Miguel klopt drie keer. ‘Ach joh, het is de buitenkant maar. Binnen is het ook geen paleis, maar mooier dan je zo van buiten zou verwachten.’ Miguel klopt nog een paar keer, waarop de deur direct open gaat. Met zachte hand drukt hij Martinho naar voren. ‘Hallo Alvaro. Martinho komt bij ons logeren.’ ‘Welkom Martinho. Hoe meer zielen hoe meer vreugd.’ Alvaro slaat een arm om Martinho’s schouder en leidt hem een kamer in, waar gesprekken prompt stilvallen. Een flink aantal kinderen van zijn leeftijd zitten hem zwijgend aan te kijken. Jongens en meisjes door elkaar. ‘Zoals je ziet hebben we nog meer gasten. Maar goed, daar kun je straks wel kennis mee maken. Heb je al gegeten?’ ‘Nou dat gaan we dan eerst maar even doen,’ zegt Alvaro als Martinho zijn hoofd schudt. Nagestaard door wel vijftien paar ogen, loopt Martinho, geleid door de zachte drang van Alvaro naar de keuken, waar hij aan een grote tafel wordt neergezet. ‘Waar is Miguel?’ vraagt Martinho, alsof hij nu pas in de gaten heeft, dat die stilletjes is verdwenen. ‘Die heeft vanavond nog wat te doen. Maak je geen zorgen, Miguel zul je nog vaak genoeg zien. ‘Alsjeblieft, eet smakelijk.’ Martinho kijkt met afgrijzen naar het bord, dat Alvaro voor zijn neus heeft neergezet. De bonen grijnzen hem sarcastisch toe vanuit hun rode smurrie. Alvaro gaat tegenover hem zitten. ‘Het spijt me, maar dit is ons diner voor vandaag. Voedzaam, maar het ziet er niet zo geweldig uit, moet ik bekennen.’ Martinho, kijkt naar Alvaro, die met gekruiste armen tegenover hem zit. Diens grote handen omklemmen zijn biceps, die ongeveer net zo dik zijn als Martinho’s bovenbenen. ‘Toe eet. Je ziet er uit alsof je wel wat kan gebruiken,’ dringt Alvaro aan. Dan pakt Martinho de lepel en steekt die in de smurrie op zijn bord. Langzaam brengt hij de druipende lepel naar zijn mond en sluit zijn ogen. ‘Gadver, hier ook al die zooi.’ Zwijgend eet hij zijn bord leeg. Alvaro kijkt tevreden glimlachend toe en laat hem rustig eten. Als het bord leeg is, overvalt hem een vermoeidheid, waardoor hij zijn ogen amper kan openhouden. De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
3
Het zonlicht breekt spaarzaam door tot op de grond. Enorme woudreuzen strekken beschermend hun armen over mens en dier, die zich tientallen meters lager door het weelderige struikgewas bewegen. Als Martinho dat struikgewas achter zich laat, kijkt hij uit over een open plek rondom een poel, waar het water in het midden brobbelt en wegstroomt in een glinsterend pad, dat tussen de bomen verdwijnt. Aan de overkant maakt een schaduw zich los uit het bos. Pas als de verfstrepen op zijn huid niet meer overlopen in de schaduwen om hem heen, maar scherp afsteken tegen de kleur van het water, ziet Martinho hem. ‘Papa?’ Martinho kijkt roerloos toe. Het woord heeft alle tijd gekregen om zijn mond te verlaten. Langzaam verdwijnt de laatste toon naar de overkant van het water. ‘Martinho, wat doe jij hier?’ ‘Papa, waarom ben je bij me weggegaan?’ ‘Ieder moet zijn eigen weg zoeken, Martinho. Verdwalen is makkelijk, de juiste weg vinden niet. Ik heb de mijne gevonden.’ ‘Ik wil met je mee,’ roep Martinho. Hij rent naar de borrelende poel van modderig water. Door de spetters ziet hij zijn vader aan de overkant voor het laatst. Zijn hand omhoog met de handpalm naar voren. ‘Geduld, Martinho. Geduld.’ Als Martinho het water weer uit rent, ziet hij niemand meer. Haastig loopt hij langs de bosrand om naar sporen te zoeken. Tevergeefs. Op goed geluk loopt hij het oerwoud in vanaf de plek, waar zijn vader net nog stond.
Wanneer Martinho wakker wordt, bonst zijn hoofd. ‘Papa?’ zegt hij nog, als het beeld van zijn vader door de plotselinge duisternis wordt verzwolgen. Zijn hoofd belet hem overeind te komen. ‘Sjjjt,’ hoort hij naast zich iemand fluisteren. ‘Rustig, maar. Je bent hier veilig. Welkom bij ons thuis.’ ‘Ik droomde, dat ik mijn vader zag. Wij waren in het oerwoud. Ik mocht niet met hem mee. “Je moet je eigen weg vinden”, zei hij.’ Martinho sluit zijn ogen. De beelden van zijn vader worden dan langzaam verdrongen door een tintelend gevoel, dat langs zijn benen omhoog rent naar zijn kruis, waar zijn warme bloed ogenblikkelijk zijn werk doet.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
4
Deze voor hem nieuwe ervaring verdrijft het verlangen naar zijn vader. Martinho blijft met zijn ogen dicht roerloos liggen. Hij volgt de zachte handen, die over zijn huid glijden. Over zijn buik naar zijn tepels en weer terug naar beneden. Steeds dieper ademend laat Martinho alles over zich heen komen. Even spant hij zijn buikspieren als de hand wordt gevolgd door vochtige lippen, die over zijn lichaam dwalen en haar lange haar kriebelt op zijn huid. Als de spanning zijn lijf teveel lijkt te worden, wordt hij omgeven door de warmte van het meisje. Martinho slaat zijn armen om haar heen, alsof hij bang is haar op het laatste moment kwijt te raken. Na de ontlading doet Martinho zijn ogen open en trekt het meisje dicht tegen zich aan. ‘Au, je knijpt me nog fijn,’ zegt ze lachend. Ze geeft Martinho een kus en rolt van hem af. Dan wordt plots het licht aangeknipt. ‘Opstaan, het werk wacht,’ klinkt het bars. In het schelle licht kijkt Martinho tussen zijn vingers door en ontwaart dan pas al die anderen, die verspreid door de kamer van hun matrassen omhoog vliegen. ‘Rustig aan maar,’ zegt het meisje naast hem. ‘Dat geldt nog niet voor ons. Vandaag trekken wij ons eigen plan.’ ‘Wij samen? Hoe heet je eigenlijk? En wat gaan we doen?’ ‘Ik ben Dores. We gaan je vandaag een vak leren.’ ‘Ik wil helemaal niet naar school. Ze sturen me dan vast weer naar mijn moeder met die enge vriend van haar.’ ‘Rustig maar, je hoeft hiervoor niet naar school. Maar het is wel verstandig om je hier in Sao Paulo voorlopig niet te vertonen. Als je je stiefvader tegen het lijf loopt, krijgen we problemen. Heb je familie in Rio?’ ‘Euhhh, nee. Ik geloof van niet. Doe dat nog eens, wat je daarstraks deed. Dat was best een lekker gevoel.’ Martinho ontspant zich weer op zijn rug en doet zijn ogen dicht. Dores prikt hem lachend met een vinger in zijn zij. ‘Niks daarvan. Eruit. We moeten op pad.’ Uit de keuken klinkt het gekletter van bekers, die roffelend op tafel worden gezet. Martinho en Dores lopen naar de ruimte, die als badkamer dienst doet. Plaatstalen bakken strekken zich uit langs twee tegenover elkaar liggende muren. ‘Meisjes rechts, jongens links,’ zegt Dores en duwt Martinho naar zijn kant van de wasplaats. Martinho kijkt naar de rij kranen, die onderling verbonden zijn door één lange buis. Aan het eind van de ruimte verdwijnt de buis in de muur. Hij legt zijn hand op een kraan, maar draait zich dan om en kijkt rond. Bij de hoeken van de bakken is de muur zwart. Het pleisterwerk laat vlak onder De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
5
het plafond los van de muren. Rond het bungelende kale peertje is de craquelé structuur van het plafond goed zichtbaar. De bak rechts begint te zingen als Dores de kraan opendraait. Hij kijkt hoe ze het water over haar lichaam plenst en hoe het over de grond in een putje midden op de vloer verdwijnt. ‘Nou schiet op,’ roept Dores en gooit een paar handen water naar Martinho. Krassend zuigt Martinho ineens lucht aan. ‘Hé, waarom doe je dat? Dat water is ijskoud,’ schreeuwt hij. ‘Je bent toch geen mietje, wèl? Hier heb je nog wat.’ Te laat draait hij zich om. ‘Haha, Zo blijft er niet veel van je wapentuig over, jochie.’ Grijnzend plenst ze nog twee handen vol water over hem heen. ‘Opschieten jullie. We willen je hier over een half uur niet meer zien, dus zorg dat je de bus haalt.’ Martinho draait zich met een ruk in de richting van het geluid. Even ziet hij daar Alvaro staan als een blok graniet in de deuropening tot het beeld wordt vertroebeld door een stapeltje kleren, dat in zijn richting suist. Hij mist het shirt, dat op de grond in een plas water beland. Haastig grabbelt hij het van de grond. Er zit al een grote donkerblauwe vlek in. Als hij weer opkijkt, is de deuropening leeg. ‘Niet handig om je kleren in de nattigheid te laten vallen,’ zegt Dores. ‘Waar zijn al die anderen naar toe?’ Martinho gaat niet in op de plagerij van Dores. ‘Die hebben allemaal hun werk hier in de stad. Vanavond komen ze hier terug. Wij niet. Kom schiet op, droog je af en kleed je aan. Dan kunnen we nog net een broodje eten voor we weg gaan.’
Even later zitten ze in het busje. Er zijn geen andere passagiers. Dores laat Martinho achterin stappen en gaat zelf naast de chauffeur zitten. Martinho heeft geen idee, waar ze heen gaan. Het kan hem ook niet schelen, hij ziet wel. De zwart geschilderde ruiten sluiten het stedelijke landschap buiten. Als hij zijn ogen dicht doet, ziet hij zijn vader weer bij de poel in het oerwoud. ‘Ieder moet zijn eigen weg zoeken,’ galmt het nog steeds door zijn hoofd. ‘Wat is mijn eigen weg eigenlijk. Volg ik nu mijn eigen weg?‘ Als het busje een goed uur later stopt, zit Martinho met zijn gedachten nog in het oerwoud. Dores stapt uit en klapt haar stoel naar voren om Martinho er uit te laten. De chauffeur blijft zitten.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
6
‘Wat gaan we hier doen?’ Martinho kijkt om zich heen. Wat hij ziet is een heel verschil met het oerwoud uit zijn droom. Ze staan op een grindpad tussen een glad gemaaid gazon en een groot huis. Een kasteel vergeleken bij dat, waar ze de afgelopen nacht hebben geslapen. ‘Tot straks, Dino.’ zegt ze. Ze klapt het portier dicht en slaat haar arm om Martinho heen. ‘Dat van vanmorgen was fijn, hè?’ Dores geeft hem een kus op zijn wang. ‘Ja, dat was het zeker,’ antwoord Martinho. ‘Maar wat gaan we hier doen?’ ‘Dat zou je vast wel vaker willen, denk ik.’ ‘Natuurlijk. Gaan we dat hier doen?’ ‘Jij wel, ik niet. Er zijn hooggeplaatste dames, die er een fortuin voor over hebben om eens met zo’n knappe jongen als jij te vrijen.’ ‘Maar, dat wil ik helemaal niet,’ roept Martinho en hij houdt acuut zijn pas in. ‘Er zitten hele knappe jonge vrouwen bij hoor. Hun mannen hebben vaak een hoog aanzien, maar zijn daardoor vaak maandenlang van huis. Die mannen komen wel aan hun trekken, maar hun vrouwen moeten erg voorzichtig zijn met wie ze omgaan. Onze organisatie kan die dames discreet van dienst zijn.’ ‘En dat moet ik doen?’ Met zachte drang leidt Dores Martinho om het gebouw heen naar de achteringang. Ze dalen een trap af, waarna ze in een grote ruimte terechtkomen met dikke tapijten op de vloer en gobelins met wellustige voorstellingen aan de muren. ‘Hallo Dores,’ zegt een stem achter hen. Martinho draait zich om en ziet een lange magere man in een wijd zijden gewaad staan. Hij had hem helemaal niet horen aankomen over het dikke tapijt. De man aait Dores goedkeurend over haar rug en billen. Dores geeft hem ogenblikkelijk een tik over zijn vingers. ‘Afblijven, Jorge. Er valt voor jou niets te halen.’ Met een kakelende lach went hij zijn blik naar Martinho. ‘En dat is dus onze nieuwe pupil, die we moeten bekwamen in het vak. Hoe heet je? ‘Martinho.’ ‘Nou, nou, wat doe je boos, zeg.’ ‘Ben ik ook, ik heb hier geen zin in.’
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
7
‘Kom, kom, daar denk je straks vast wel anders over. Je ziet er veelbelovend uit knul,’ zegt de magere man, terwijl hij Martinho over zijn zwarte krullen strijkt, zijn kin omhoog drukt en hem goed bestudeert. ‘Heel goed, Martinho, heel goed. Noem mij maar Vicente.’ Nukkig draait Martinho zijn hoofd opzij. ‘Vanmorgen heeft hij mij al laten zien, wat hij in huis heeft. Aan jou de eer om dat op niveau te brengen.’ ‘Hoor je dat, Martinho. Je hebt het onze Dores al behoorlijk naar de zin gemaakt. Een goede start, moet ik zeggen. We gaan met jou een gouden toekomst tegemoet.’ ‘Voor ik het vergeet, Vicente, we vliegen met de avondvlucht naar Rio. Dus je hebt tot ongeveer vijf uur vanmiddag voor zijn instructie.’ ‘Dat is wel erg kort, Dores. Als jullie morgenochtend gaan, kunnen we in ieder geval de hele nacht doorwerken.’ ‘Geen denken aan. Je wil toch niet, dat hij er net zo uit komt te zien als jij, hè. Nee, tot vijf uur. Dan weet ik ook zeker, dat je de juiste keuzes maakt in het programma en dat is in ons aller belang, toch, Vicente?’ ‘Goed, goed. Ben jij nog in de buurt vandaag?’ bromt Vicente met een loensende blik op Dores’ boezem. ‘Ik ga vandaag ons verblijf in Rio voorbereiden. Vanmiddag ben ik op tijd hier om Martinho op te halen.’ ‘Dan ga we maar gauw aan de slag, Martinho.’ ‘Ik wil hier weg, dit is niks voor mij.’ ‘Wil je weer naar huis, dan? Dat lijkt me toch enigszins lastig, niet? Kom eens hier naast me zitten, dan zal ik eerst eens het een en ander vertellen.’ Vicente hijst zijn gewaad over zijn knokige knieën en laat zich in kleermakerszit op een kussen op de grond zakken. ‘Kun jij ook zo gaan zitten?’ Martinho kijkt naar Vicente, die daar met een kaarsrechte rug op zijn kussen zit met de rug van zijn handen op zijn knieën. Van allebei de handen houdt hij de duimen tegen zijn wijsvinger gedrukt en de andere vingers wijzen gestrekt naar voren. Omdat in de hele ruimte verder geen stoel te bekennen is, laat Martinho zich met een zucht op het kussen naast Vicente zakken, trekt zijn knieën op, slaat zijn armen er omheen en wacht af.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
8
Martinho krimpt onder de blik van Vicente. De lachrimpels rond Vicente’s mond vormen een schril contrast met diens ogen. ‘Wat je nu gaat horen, mag je nooit verder vertellen,’ begint Vicente. Met een diepe zucht wendt Martinho zijn blik af en luistert.
‘Nu je dit allemaal hebt gehoord, begrijp je, dat wij jouw discretie zorgvuldig zullen bewaken, Martinho,’ besluit Vicente zijn verhaal. Dan kijkt Martinho Vicente in zijn staalblauwe ogen. Voor het eerst in zijn leven is Martinho bang. Echt bang. ‘Zo dan gaan we nu kijken, waaraan we moeten werken om het onze gasten goed naar de zin te kunnen maken,’ zegt Vicente.
Als Dores ‘s middags terugkomt om Martinho te halen, ontvangt Martinho haar met alle égards. Onder begeleiding van de nodige complimenten leidt hij haar aan de hand naar de salon en vraagt haar daar nog even plaats te nemen. Dores kijkt hem glimlachend na als hij de salon uit loopt om een tas met zijn nieuwe kleding te pakken. Dan voelt ze een hand op haar schouder. ‘Vicente, hoe doe je dat toch iedere keer. Je bent steeds weer in staat om de grootste straatschoffies om te toveren tot verleidelijke jongelingen.’ ‘Dank je wel, lieve Dores. Natuurlijk komt dat ook, omdat jij ze van tevoren al zorgvuldig hebt gekneed.’ Hierbij drukt Vicente zijn smalle lippen op haar rug en drukt zijn handen stevig tegen haar bovenarmen. Dores staat abrupt op. ‘Nee Vicente. Ik heb al gezegd, dat er voor jou niets te halen valt. Zeker niet nu je weer zo’n prachtig exemplaar hebt weten af te leveren.’ ‘Nou ja, misschien op de volgende soirée, die je organiseert,’ voegt ze er beminnelijk aan toe als ze zijn teleurgestelde gezicht ziet. Terwijl ze dat zegt, veegt ze hem met haar wijsvinger vluchtig over zijn lippen. Dan loopt ze resoluut naar de hal, waar Martinho net komt aanlopen met zijn tas. Even houdt ze haar pas in om hem de gelegenheid te geven de deur voor haar te openen. Met opgeheven hoofd daalt ze het bordes af naar de auto. Martinho zet de tas op de grond en laat haar in de auto stappen, haar hand losjes in de zijne. Dan legt hij zijn tas achter in de auto en nestelt zich op de achterbank. De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
9
‘Ik hoef niet te vragen of je hebt genoten van de lessen, zie ik. Zelfs op Vicente heb je indruk gemaakt.’ begint Dores. ‘Zodra ik de kans krijg, ben ik weg,’ denkt Martinho. In de krochten van zijn geest is het verlangen zijn vader te volgen en deze walgelijke maatschappij de rug toe te keren tot leven gewekt. ‘Zodra ik de kans krijg...’ ‘Persoonlijk, heb ik andere mensen vandaag meer op prijs gesteld,’ zegt hij dan. ‘Daar kan ik me iets bij voorstellen. Je hebt vandaag veel geleerd, merk ik.’ ‘Eerlijk gezegd, vond ik het vanmorgen met jou fijner. Toen wist ik nog niet, dat het mijn werk zou worden.’ zegt Martinho. Dan bijt hij op het puntje van zijn tong om de rest van zijn woorden niet te verliezen. Hij doet zijn ogen dicht om zijn opkomende vermoeidheid een podium te geven. Zo laat hij op de achterbank van de auto alle gebeurtenissen van de dag nog eens voorbij komen. ‘Ik zou even wachten met je schoonheidsslaapje tot we in het vliegtuig zitten.’ Dores’ stem klinkt harder dan hij tot nu toe had gehoord. Martinho doet zijn ogen weer open. ‘Laat me toch slapen mens, ik ben moe,’ denkt hij, maar zegt niets. ‘Hier heb je je paspoort. Vanaf nu heet je Martinho Luiz Suarèz,’ voegt ze er aan toe.
Als het vliegtuig op hoogte is, valt Martinho gelijk in slaap en komt zijn vader weer tot leven. ‘Deze keer loopt zijn vader aan het einde van een lang pad. Aan zijn riem bungelen de gezichten van Vicente en Dores. Als hij bij een rivier komt, gooit hij de kale schedels in het snel stromende water. Bedankt papa,’ prevelt hij. Martinho wordt pas wakker als het vliegtuig de landingsbaan raakt. Zijn humeur krijgt een knauw als hij Dores in levende lijve naast zich ontwaart. ‘Hèhè, je bent er weer. Ik was al even bang, dat ik je wakker moest maken,’ zegt ze. ‘Moeten we nog ver rijden? Ik sterf van de slaap,’ zegt Martinho stuurs voor zich uitkijkend. ‘Een half uurtje, denk ik. Maar dan gaan we eerst nog even wat drinken. Je zult moeten wennen aan, laten we maar zeggen, onregelmatige werktijden.’ Inderdaad stopt de auto een half uur later voor een grote tuinpoort, die langzaam openzwaait als de chauffeur op een knop drukt. De auto glijdt over de brede oprijlaan naar de voordeur, die prompt open gaat als de auto tot stilstand is gekomen. ‘Hallo Dores. Het is altijd een feest om je weer te zien. En dat nog wel met zo’n aangenaam gezelschap. Hallo Martinho, ik ben José. Kom verder. Welkom in onze academie.’ De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
10
Rio de Janeiro Martinho en Dores lopen naar binnen, gevolgd door José en de chauffeur met de koffers. ‘Linksaf naar de salon,’ commandeert José. ‘Nee, laat de koffers maar even in de hal staan, dank je wel.’ Martinho hoort hoe de chauffeur weer naar buiten wordt geleid en de buitendeur zorgvuldig wordt afgesloten. Hij heeft een plekje gevonden in de hoek van een bank. Dores gaat naast hem zitten en trekt hem vastberaden naar zich toe. ‘Zohó, onafscheidelijk, zie ik.’ zegt José als hij de salon binnenwandelt. Martinho ziet José de salondeur zorgvuldig afsluiten. Met het smeedwerk voor de ramen wordt het moeilijk om weg te komen. ‘Dat zie je goed. Je bent toch niet jaloers, hè?’ Dores geeft Martinho een dikke knuffel en wrijft hem stevig over zijn lichaam. Of hij het nou wil of niet. Zijn lichaam reageert onmiddellijk. Met een rood hoofd probeert hij Dores van zich af te duwen. José gaat zwijgend in de stoel aan de andere kant van de tafel zitten en kijkt. Dan trekt Dores zijn shirt open, wrijft hem over zijn broek. Als hij aan de instructies van Vicente, eerder die dag, denkt, neemt Martinho ogenblikkelijk het initiatief over. Dores gooit haar hoofd achterover, waarop Martinho met zijn lippen haar hals opzoekt, terwijl hij zijn handen over haar borsten laat glijden. Als Dores plotseling begint te lachen, klapt José. ‘Wat een energie nog, geweldig,’ roept José. ‘Je zou bijna denken, dat Vicente hem een dagje vrij had gegeven.’ Martinho en Dores, schikken hun kleren en zitten gelijk weer rechtop in de bank. ‘Reken maar, dat onze Martinho energie heeft,’ zegt Dores. ‘Alleen,’ ‘Ja? Kleine vlekjes werken we wel weg, hè Martinho?’ zegt José ‘Een beetje meer zelfvertrouwen zou hem goed doen.’ ‘Dat krijgt hij vanzelf,’ zegt José, terwijl hij een paar drankjes klaarmaakt aan een buffet.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
11
‘Een Baccardi cola voor onze jonge aanwinst, alsjeblieft.’ José drukt hem het glas in de hand en geeft Dores een glaasje sherry. Zelf staat hij even later met een glas whisky met ijs voor hun neus. ‘Laten we drinken op onze samenwerking.’ Martinho en Dores staan op. Glazen klinken en ieder zet het glas aan de lippen. Het goedje verwarmt zijn mond en verspreidt de warmte via zijn slokdarm naar beneden. Het smaakt zoet en aangenaam. Het duurt dan ook niet lang of Martinho heeft zijn glas leeg. ‘Een leeg glas kan natuurlijk niet. Daar zullen we even wat aan doen,’ zegt José en kom direct met de rum en de cola aanlopen. Martinho vindt het wel wat vreemd smaken, maar eigenlijk weet hij het niet goed meer.
Het struikgewas lijkt ondoordringbaar. Maar Martinho laat zich niet tegenhouden. Met zijn mes slaat hij zich een pad door het woud op weg naar de rivier. Als hij daar aankomt lijkt het alsof zijn vader aan de overkant op hem staat te wachten. ‘Papa?’ Martinho kijkt naar het snelstromende water tussen hen in. ‘Wacht op mij. Ik kom naar je toe, ik ga met je mee.’ ‘Nee jongen, nog niet. Kijk naar het water, je zou worden meegesleurd.’ ‘Het is hier maar smal. En ik ben jong en sterk. Ik kan het toch proberen?’ Als Martinho de rivier in stapt, worden zijn benen gelijk onder hem vandaan getrokken en wordt hij door het water meegesleurd. ‘Help,’ roept hij, terwijl hij wild om zich heen slaand door het water wordt meegetrokken. Door een gordijn van water, ziet hij hoe zijn vader onverstoorbaar over de palm van zijn hand blaast en een kleine wolk van wit poeder zich verspreidt over het water. Dan voelt Martinho plots een dikke tak, waaraan hij zich kan vastklampen. Met veel moeite kan hij zich op de kant trekken, waar hij een tijdje stil blijft liggen. ‘Wat was dat voor een poeder, papa?’ ‘Dat is magisch poeder, dat jou de goede weg zal wijzen. Orenda heet het. Onthoud het goed: Orenda. Maar pas op voor het valse poeder. Het brengt je op een dwaalspoor, waardoor je in het labyrint van je geest kunt verdwalen. Eenmaal op de goede weg zal de Gouden Bal zich laten zien. Volg hem.’ Dan lost zijn vader langzaam op in de tonen van het oerwoud, dat hen omgeeft.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
12
Martinho is drijfnat al ligt hij niet in het water, maar in een groot bed. De zon prikt al door de vensters heen en werpt korte schaduwen op de grond. Als hij zich omdraait deint het echter wel alsof hij in een roeiboot ligt. Langzaam dringt de kou van het zweet door zijn huid heen. Zijn dekbed ligt in een wanordelijke hoop op de grond. Zijn hoofd voelt zwaar aan als hij op de rand van het bed probeert bij te komen. De openzwaaiende deur ontlokt hem een kreun. Hij slaat zijn armen om zijn naakte lichaam en probeert daarbij zijn hoofd stil te houden en zijn ogen dicht. ‘Goedemiddag, Martinho. Ik zei het al, het is tijd voor iets tegen de hoofdpijn.’ José schudt een beetje poeder uit een zakje in een glas water en komt er al roerend mee naar Martinho. ‘Hier drink dit maar eens op.’ Zonder morren neemt Martinho het glas aan en drinkt het in één teug leeg. José staat geduldig te wachten en kijkt met pretlichtjes naar zijn pupil. Het middel werkt zo snel, dat Martinho zich afvraagt of hij net echt zo’n zwaar hoofd had. ‘Zo zie ik het graag,’ zegt José, als hij Martinho energiek van zijn bed ziet springen en aan zijn dekbed begint te sjorren. ‘Laat dat maar liggen, dat doet het kamermeisje straks wel. Als je klaar bent, eten we even wat. Daarna gaan we aan de slag.’ ‘Hoe laat is het? Het lijkt wel midden op de dag.’ ‘Het besef van tijd geeft ons vaak een hoop narigheid. Het maant aan tot spoed. Iets, dat we in ons vak zo veel mogelijk moeten zien te vermijden. Tenzij het in dreigende noodsituaties je leven kan redden. Je zult hier in huis dan ook niet veel klokken tegenkomen.’ Dan draait José zich om en loopt weg. Bijna tegelijk komt het kamermeisje binnen, alsof ze op het vertrek van José heeft staan wachten. Martinho probeert direct naar de douche te glippen. ‘Gaan we preuts doen? Heb je niet even tijd voor je Orenda?’ Als door een wesp gestoken, blijft Martinho staan. ‘Zei je Orenda?’ ‘Ja, zo heet ik. Ken je die naam?’ ‘Heueu ja, eh nee. Ik vind het een mooie naam. Werk je hier al lang?’ ‘Wat is lang,’ vraagt Orenda en loopt naar het bed, terwijl ze haar gezicht afwendt en het raam uitkijkt. Overijverig werpt ze zich op het beddengoed en begint er verwoed aan te sjorren. Als het onderlaken blijft haken achter een punt van het matras, zakt ze door haar knieën en begint onbedaarlijk te snikken. De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
13
Martinho probeert het nare gevoel dat haar tranen hem geven, weg te slikken. Nog altijd naakt gaat hij naast haar zitten en slaat zijn arm om haar schouders. Hij begraaft zijn neus in haar haar en dan zitten ze daar. Zwijgend. Langzaam komt Orenda weer tot zichzelf. Dan staat ze bruusk op en gaat weer aan het beddengoed trekken. ‘Zou je asjeblieft niets hierover tegen José willen zeggen?’ ‘Tuurlijk niet, Orenda. Dat blijft tussen ons,’ zegt Martinho en trekt het laken los van het matras. ‘Als jij toch eens de Orenda bent, waarmee mijn vader mij in mijn droom heeft gered.’ Dan springt hij weer op en loopt naar de douche. ‘Wanneer zie ik je weer?’ roept hij over zijn schouder. ‘Wanneer je maar wilt en je niet beziggehouden wordt door je klanten, zal ik maar zeggen. Iedereen, die met onze klanten werkt, heeft een vast kamermeisje of butler. Net hoe het uitkomt.’ ‘En jij bent mijn kamermeisje?’ Martinho draait de douchekraan dicht en gooit een handdoek over zijn hoofd. ‘Ja,’ hoort hij nu vlakbij. Hij voelt haar handen over zijn rug glijden, waarna ze zich vastzetten in zijn schouderspieren. ‘Ik moet er ook voor zorgen, dat je in topconditie blijft.’ Martinho laat zich op de massagetafel zakken en geeft zich over aan Orenda’s vakkundige handen. ‘Orenda?’ ‘Ja.’ ‘Ik heb gedroomd.’ ‘Dat verbaast me niets,’ ‘Hoezo?’ ‘Ze geven je iets, waar je goed van slaapt. Alleen ga je er ook van dromen.’ ‘Oh?’ ‘Ja, en als je wakker wordt, geven ze je iets om je weer fit te laten voelen.’ ‘Oh? En wat is dat dan? ‘Geen idee. Het is in ieder geval verslavend, want na verloop van tijd vraagt iedereen erom.’ ‘Vals poeder.’ denkt Martinho. ‘Waarover heb je gedroomd?’ ‘Orenda, hoe kom jij aan je naam?’ vraagt Martinho en komt half overeind.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
14
‘Eigenijk heet ik Aurea Lucinda. Het schijnt, dat ik blond was bij mijn geboorte en dat de zon toen net op mijn haren scheen. Vandaar die naam. Als klein meisje heb ik vaak bij mijn oma gelogeerd. Die heette Orenda. Blijkbaar heb ik het zo vaak over haar gehad, dat iedereen mij ook Orenda ging noemen.’ ‘Heb jij indiaanse voorouders?’ ‘Goh, ik denk, dat mijn oma indiaans bloed had, maar dat weet ik niet zeker. Waarom vraag je dat?’ ‘Vannacht droomde ik voor de tweede keer over mijn vader. Hij is bij ons weggegaan, toen ik nog klein was. Vannacht heeft hij jouw naam genoemd.’ ‘Ssjjt,’ Orenda houdt haar vinger op de lippen. ‘En nu in de kleren. Je hebt vandaag een volle agenda heb ik gehoord.’ ‘Goed gesproken, Orenda,’ hoort Martinho ineens achter zich. Met een ruk draait hij zich om. ‘Ho ho, ik ben het maar,’ José staat in de deuropening van de badkamer. ‘Orenda heeft je toch wel aangenaam beziggehouden, hoop ik?’ Orenda grijpt haar massageolie en schiet schielijk langs José de badkamer uit. ‘Ja ehh, zeker,’ Martinho probeert ook langs José te flitsen. ‘We hechten weliswaar niet heel erg aan tijd, maar ik verwacht wel, dat je je dag een beetje kunt indelen en zeker, dat je mij niet laat wachten als je andere pleziertjes hebt gevonden.’ José port hem met een benige vinger in zijn borstkas en trekt die langzaam omhoog naar zijn kin om hem vervolgens op zijn adamsappel te laten rusten. Dan doet hij een stap opzij. Martinho draait zijdelings tussen José en de deurpost door en haast zich in zijn kleren, die Orenda in alle haast voor hem heeft klaargelegd. ‘Vanavond kun je je weer aan Orenda wijden,’ zegt José. ‘Tenminste als je er nog genoeg energie voor hebt. Ha ha ha ha,’ voegt hij er hinnikend aan toe.
Als Martinho aan het eind van de dag zijn kamer inloopt, staat Orenda hem al op te wachten. ‘Heb je dat spul gedronken?’ Martinho knikt en laat zich op zijn bed vallen, waar hij met zijn ogen dicht stil blijft liggen. Orenda helpt hem uit de kleren, die ze in de waskoker laat glijden. Haar vaardige handen schieten over Martinho’s lichaam. Hier en daar drukt ze even en op andere plekken prikt ze haar nagels in zijn vel. ‘Hé, waarom doe je dat?’ Martinho doet zijn ogen open en probeert haar handen weg te slaan. ‘Sjjt, niet zo hard. Dat is om je wakker te houden en je lichaam te helpen het gif af te voeren.’ De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
15
‘Waar heb je dat geleerd?’ ‘Van mijn oma.’ Moe en wakker tegelijk, slaat Martinho zijn armen om Orenda heen. ‘Dit voelt zoveel beter, dan wat ik vandaag met die verveelde vrouwen heb moeten doen. De een wilde zus, de andere zo. En iedere keer na afloop moest ik de kritiek van José over me heen laten komen.’ ‘Volgende keer moet je wat meer passie in je werk leggen, jongen, anders haken je klanten snel af.’ bauwt Martinho José met een nasaal stemmetje na. ‘Ik wil dit leven niet.’ ‘Wil je terug naar je ouders?’ ‘Ik wil naar mijn vader. Niet naar mijn moeder met die idiote vriend van haar.’ ‘Je foto is op TV geweest. Je moeder hield hem voor de camera en zei, dat ze zo van je hield en dat ze hoopt, dat je snel terugkomt,’ fluisterde Orenda. Martinho streelt Orenda over haar rug en laat zijn handen rusten op haar billen. ‘Heb je TV kunnen kijken?’ vraagt hij. ‘Ja, soms doe ik dat, als ik de kans krijg om me goed te verstoppen. Vanavond heb ik door een kier in het gordijn kunnen kijken.’ ‘Eén ding is zeker. Ik ga niet terug.’ ‘Je moeder vroeg ook je vader nog om hulp.’ ‘Oh ja?’ ‘Blijkbaar weet ze niet, waar die is.’ ‘Mijn vader is een indiaan. Ik heb gedroomd, dat ik hem in het oerwoud tegenkwam. In die droom heeft hij mij met magisch poeder uit wild stromend water gered. Dat poeder noemde hij Orenda. Hij zei, dat ik die naam niet moest vergeten.’ Martinho voelt hoe Orenda’s spieren zich spannen. Heel even maar. Hij voelt haar warme lichaam op zijn huid, haar ademhaling in zijn hals. ‘Laten we proberen hier weg te komen,’ fluistert ze hem in het oor. ‘Jij bent veel te aardig voor dit werk.’ ‘Weg? Maar overal zitten tralies voor het raam en de deuren zijn op slot.’ ‘Ja en er zijn camera’s en een alarminstallatie. Alleen zijn die niets waard, als de elektriciteit uitvalt. Dat zou nou wel eens net tegen het einde van een nacht kunnen gebeuren. Het noodaggregaat heeft een paar minuten nodig om op gang te komen. Net genoeg om weg te komen.‘ ‘En dan? Dan staan we in ons blootje buiten en kunnen we geen kant op.’ De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
16
‘Vertrouw me, het komt goed. Schuif eens een eindje op. Ik wil niet graag uit bed rollen.’
Suf van de slaap, worden ze wakker van José, die met een glas thee binnenkomt. ‘Goedemorgen, roept hij opgewekt. Tijd voor het grote werk vandaag. De vrouw van een topadvocaat hier uit de stad komt genieten van een privé wellness behandeling. Ze is erg veeleisend. Ik heb jou voorgesteld als haar persoonlijk begeleider onder mijn deskundige leiding. En weet je, toen ze je foto zag, was er direct een klik. Hier drink dit maar eens op, daar wordt je wakker van.’ Met een ruk trekt José het dekbed van het bed. ‘Dat dacht ik wel. Eruit jij en aan het werk.’ José trekt Orenda aan een arm het bed uit, zodat ze met een bons op de grond beland. ‘Aaaaauw.’ Nijdig kijkt ze hem aan, maar maakt zich schielijk uit de voeten, terwijl ze in de loop haar kleren van de grond pakt. ‘Ik hoop, dat je niet al je kruit verschoten hebt. Hier drink je thee op, dan ben je zo weer fit.’ Tot zijn ergernis komt José naast hem op bed zitten. Hij ontkomt er niet aan om zijn thee op te drinken. Het smaakt niet echt naar thee en hij moet er niet aan denken, wat er allemaal in zit. ‘Goed zo,’ zegt José en neemt het lege kopje van hem aan. ‘Dores zal wel jaloers zijn, als ik haar vertel, dat je het met Orenda doet. Dan wil ze vast ook wel eens voor kamermeisje spelen.’ Kakelend om zijn eigen grap loopt José met het lege theeglas naar de deur. Daar draait hij zich nog even om. ‘Oh, Martinho.’ ‘Ja?’ ‘Ik wil je niet weer komen halen, zoals gisteren. Begrepen?’ Martinho zegt niets, maar loopt brommend naar de badkamer, waar Orenda intussen zijn bad heeft klaargemaakt. ‘Vannacht,’ beduidt ze met haar mond. ‘Je bad is klaar, Ik zal je kleren klaarleggen op de commode.’ ‘Prima, Orenda. Prima.’ zegt Martinho en stapt in bad.
Direct na het ontbijt dient de klant voor die dag zich aan. José wenkt Martinho en samen begroeten ze haar in de salon. ‘Goedemorgen Christina, hoe gaat het met je?’ José pakt haar hand. Martinho ziet hoe José zich overdreven voorover buigt om met zijn lippen licht de rug van haar hand aan te raken.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
17
Christina buigt haar hoofd achterover en kijkt met neergeslagen ogen op hem neer. Daarna glijdt haar blik naar Martinho, die schuin achter José het tafereel gadeslaat. ‘Mag deze jongeman mij vandaag behandelen? Ik wil wel een volledige behandeling, hoor.’ ‘Christina, ik kan u verzekeren, dat Martinho ondanks zijn jeugdige uiterlijk zich heeft bekwaamd in alle aspecten van het vak, die u zich in uw stoutste dromen hebt durven wensen.’ ‘Hij komt me bekend voor, José. Hoe heet hij?’ ‘Laat me je voorstellen aan Martinho Luiz Suarèz.’ ‘Martinho. Zo heet die jongen ook, waar ze naar zoeken. Die was gisteren op TV.’ ‘Alleen zijn familienaam was anders, Di Paulo of zoiets. Hij lijkt er trouwens wel wat op,’ voegt ze er na een vorsende blik op Martinho aan toe. ‘Dat is vast toeval, Christina. Die knapen lijken al gauw op elkaar. Ik kan je verzekeren, dat Martinho al enige tijd bij ons in dienst is en niets met die verdwenen jongeman te maken heeft.’ ‘Is dat zo, Martinho?” Christina steekt haar hand naar hem uit. Ze buigt zich voorover en bestudeert een ogenblik zijn gezicht. Martinho slaat zijn ogen neer, zodat zijn blik verdrinkt in haar decolleté. ‘Ik heb het programma niet gezien, maar ik kan u verzekeren, dat er niemand naar mij op zoek hoort te zijn.’ ‘Nou, dat is dan maar goed ook. Voor vandaag sta ik erop, dat we elkaar tutoyeren, Martinho.’ ‘Goed Christina,’ kan hij nog net prevelen, voordat zij met een ferme zoen zijn mond snoert. Martinho doet moeite om niet te kokhalzen, als hij haar tong in zijn mond voelt zoeken. Als hij zich uiteindelijk uit haar intense bezitsdrang weet te verlossen, moet hij een paar keer krachtig slikken om zijn maag op de juiste plek terug te drukken. ‘Dit gaat me nooit lukken. Ik mag geen argwaan wekken. Ik zal het spelletje mee moeten spelen. Alleen vandaag nog. Orenda heeft het beloofd.’ ‘We hebben uw vertrouwde suite voor u in gereedheid gebracht,’ zegt José. ‘Ik stel voor, dat u eerst even de tijd neemt om aan elkaar te wennen. Mocht er iets zijn, dan belt u maar.’ Martinho doet zijn uiterste best om het Christina naar de zin te maken. Als een goed gastheer vraagt hij of ze wat wil drinken. Op het buffet staan allerlei drankjes, die de meeste dames wel lusten. Ook ‘s morgens wel. ‘Maar natuurlijk kan ik ook thee zetten,’ oppert Martinho als Christina aarzelend naar de flessen drank staart. ‘Doe mij maar thee,’ zegt ze. ‘Want ik wil niet het risico lopen, dat mijn blik troebel wordt.’ Daarbij knijpt ze Martinho even in zijn wang. De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
18
Dus drinken ze samen een kop thee.
In bad praat ze honderduit over de advocatuur en de vooraanstaande plaats van haar man. ‘Hij is zo druk, dat hij helemaal geen tijd meer voor mij heeft. Maar hij vindt het goed, hoor, dat ik mijn vertiertjes ergens anders zoek, hahaha.’ Martinho antwoordt mechanisch. Christina verwacht blijkbaar niet anders, want ze ratelt maar door. Na het bad neemt ze al pratend breeduit plaats op de massagetafel, waar ze gewoon blijft doorpraten. ‘Mijn man heeft nu wel een héél bijzondere opdracht,’ zegt ze, terwijl Martinho zijn pas geleerde sensuele massage op haar loslaat. ‘Ja lekker, ja daar. Doe dat nog eens. Ooooh.’ ‘Wat voor een opdracht is dat dan,’ vraagt Martinho, terwijl hij met zachte hand probeert Christina naar een hoogtepunt te brengen. ‘Hij zoekt een avonturier, die het oerwoud is ingetrokken op zoek naar een Gouden Bal. Oooohhh, jaaaaah, dat hhhhhhh, geloof juhhh toch niehhhht.’ Bij de woorden ‘Gouden Bal’ spitst Martinho zijn oren. Zijn plotselinge opwinding lijkt voor Christina een aanmoediging te zijn. ‘Nog een keer, maar nou met dat daar,’ kreunt ze en doet een uitval met haar hand naar zijn kruis. Martinho ziet nog net kans om weg te draaien. ‘Wie is dat dan?’ vraagt Martinho. ‘Wie bedoel je?’ ‘Die man, waarvan je zei, dat die in het oerwoud is verdwenen.’ ‘Dat vertel ik alleen gehoorzame jongens.’ zegt ze en trekt Martinho naar het king size bed, waar ze hem op neergooit, alsof hij een speelgoed beer is, om vervolgens met een tijgersprong boven op hem te duiken. Vliegensvlug draait Martinho zich opzij, waardoor hij zich het vege lijf weet te redden. Gelijk duikt hij boven op haar om haar met ritmische bewegingen te kalmeren en terug te brengen in een roes van loslippigheid. Helaas weigert Christina nog iets over die avonturier te vertellen. Zelfs niet, nadat hij haar had toevertrouwd, dat de Gouden Bal in zijn dromen ter sprake was gekomen. ‘Oh nee, daar wil ik niets meer over zeggen,’ zegt ze na de tweede poging van Martinho om het onderwerp ter sprake te brengen, ‘Mijn man vermoordt me nog, als hij er achter komt, dat ik er iets over heb gezegd.’ De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
19
Aan het eind van de dag, neemt hij doodmoe afscheid van een tevreden klant. Na de afsluitende visagie doet José haar uitgeleide. ‘Alles naar wens geweest Christina?’ ‘Meer dan dat José, meer dan dat.’ ‘Goed om te horen. Hopelijk mogen we u gauw weer begroeten.’ ‘Daar kunt u van op aan,’ zegt ze en loopt kaarsrecht het bordes af naar de limousine, die inmiddels op haar staat te wachten. ‘Kom, Martinho, we drinken nog wat,’ zegt José, als hij weer in de salon komt. ‘Nee, José, ik ga liever gelijk naar mijn kamer, ik heb het gehad.’ ‘Dat zal niet gaan, jongen. We hebben vanavond nog een klant voor je. Hier drink dit maar eens op. Daar knap je van op.’ ‘Oh nee,’ denkt Martinho, ‘niet nog een,’ José drukt hem het drankje in de hand en blijft vlak voor Martinho staan, tot hij het glas heeft leeggedronken. ‘Goed zo, nou zal het gauw beter gaan.’
Als Martinho, uiteindelijk ver na middernacht in zijn kamer komt, wacht Orenda hem op. ‘Je hebt weer dat spul gehad, hè?’ vraagt ze als ze hem naar het bed ziet stommelen. ‘Ga liggen.’ ‘Ja, zonder, houd ik het niet vol. Ik heb er vandaag twee gehad. Alletwee onverzadigbaar.’ ‘Ik heb met je te doen, nou goed?’ Orenda begraaft haar vingers in de spieren rond zijn nek en schouders. Ze kneedt en masseert, krabt en prikt, net zolang tot ze zijn vermoeidheid heeft verdreven. ‘Ik heb alles geregeld voor straks. Dus ik verzoek je wakker te blijven.’ ‘Heb je ook kleren geregeld?’ ‘Ja, in de auto.’ ‘Die Christina zei vandaag, dat haar man op zoek is naar een avonturier, die in het oerwoud achter een gouden bal aan is gegaan,’ fluistert Martinho. ‘Christina, is dat die vrouw van een advocaat, waar José het vanmorgen over had?’ ‘Ja, die.’ ‘O, en wat is dat voor iets, die gouden bal?’ ‘Geen idee, maar mijn vader had het er in mijn droom ook over. Het is een soort gids of zo.’ ‘O, en hoe heet die avonturier?’ ‘Daar wilde ze ineens niet meer over praten.’ De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
20
‘Weet je dan hoe haar man heet?’ ‘Heeft ze ook niet gezegd en ik mag er niet naar vragen,’ zegt Martinho. ‘Erecode.’ ‘Tja, misschien komen we er ooit nog eens achter, maar hier niet meer, vrees ik,’ zegt Orenda.
Even na vieren wordt de stilte in het huis intens. Martinho en Orenda schieten overeind. ‘Ja nu,’ zegt Orenda en pakt Martinho bij de hand. Zachtjes laten ze zich van het bed glijden en sluipen naar de kamerdeur. Die geeft tot Martinho’s verbazing gewoon mee. De gang is donker. Het gestommel in huis, maakt duidelijk, dat de storing al is opgemerkt. ‘Snel, zegt Orenda,’ Ze rennen de gang door en komen via de keuken bij een achterdeur, die zonder problemen openzwaait. Net als ze buiten staan, gaan de lichten in het grote huis weer aan. ‘Vlug, daarheen,’ fluistert Orenda. Ze pakt hem bij de hand en trekt hem de schaduw van de tuin in. Gebukt lopen ze in hun blootje door de tuin naar het hek achterin. Als Orenda net door het gat naar buiten is gekropen, kijkt Martinho ineens in het licht van een zaklantaarn. ‘Je bent niet echt gekleed voor een wandeling, hè?’ zegt de stem achter de lichtkegel.
De Gouden Bal - Martinho’s vlucht! Copyright 2012, Ruud Macco All rights reserved
21