Voorwoord. Separaat aan de jaarrekening 2014 bieden wij u een voorstel aan voor de resultaatbestemming. Baarle-Nassau, mei 2015

Jaarstukken 2014

Voorwoord Voor u liggen de jaarstukken 2014. In jaarstukken kijken we terug op wat we het afgelopen jaar hebben gerealiseerd en wat de financiële impact hiervan was. De jaarstukken sluiten de cyclus van 2014 af. De cyclus begon met de perspectiefnota 2014 en achtereenvolgens de begroting 2014 en de bestuursrapportage 2014. In deze laatste rapportage hebben wij onze prognose vanuit de begroting bijgesteld en hebben wij een verwachting uitgesproken over het financieel resultaat over 2014. Begroting 2014 In november 2013 heeft u de begroting 2014 vastgesteld met een positief saldo van € 164.000. Het meerjarenperspectief was toen een aandachtspunt. Resultaat Tussentijds hebben wij bij de bestuursrapportage 2014 het resultaat negatief bijgesteld. Bij de bestuursrapportage hadden wij de verwachting, dat wij 2014 af zouden gaan sluiten met een positief saldo van € 131.000. Bij de jaarrekening sluiten we 2014 uiteindelijk af met een positief saldo van € 626.000 In de inleiding lichten we toe hoe de ontwikkeling van het saldo is geweest en waardoor de afwijkingen worden veroorzaakt. Coalitieprogramma Uiteraard is het belangrijk dat wij binnen de financiële kaders zijn gebleven. Van belang is ook, dat wij een deel van de voorgenomen ambities vanuit het coalitieprogramma “Met nieuw elan” hebben gerealiseerd. Hierbij valt onder andere te denken aan: • • • •

Vervolgstappen in de samenwerking met Alphen-Chaam en Gilze en Rijen; Wijziging vergadersystematiek naar commissiesysteem; Voorbereidingen invoering drie decentralisaties per 1 januari 2015; Herinrichten 60km-wegen.

Tot slot In de raadsvergadering van 24 juni 2015 behandelen wij de jaarrekening 2014. Voorafgaande aan deze behandeling geven wij u een technische toelichting op de jaarrekening 2014. Separaat aan de jaarrekening 2014 bieden wij u een voorstel aan voor de resultaatbestemming.

Baarle-Nassau, mei 2015

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BAARLE-NASSAU

T.P.G. van der Horst, Wnd-secretaris

Drs. V.T.M. Braam Burgemeester

Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................... 2 Inleiding ................................................................................................................................................... 4 1 JAARVERSLAG ................................................................................................................................... 8 1.1 Programmaverantwoording ............................................................................................................... 9 Programma 1 Burger, bestuur en veiligheid .......................................................................................... 10 Programma 2 Onderwijs, welzijn en zorg .............................................................................................. 16 Programma 3 Sociale Zaken ................................................................................................................. 24 Programma 4 Toerisme en economie ................................................................................................... 29 Programma 5 Verkeer, vervoer en openbare ruimte ............................................................................. 33 Programma 6 Milieu en afval ................................................................................................................. 39 Programma 7 Ruimtelijke ontwikkeling ................................................................................................. 46 Programma 8 Algemene dekkingsmiddelen.......................................................................................... 53 1.2 Paragrafen ....................................................................................................................................... 56 Paragraaf 1 Lokale heffingen ................................................................................................................ 57 Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing ....................................................................... 60 Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen ............................................................................................ 65 Paragraaf 4 Financiering ....................................................................................................................... 67 Paragraaf 5 Bedrijfsvoering ................................................................................................................... 69 Paragraaf 6 Verbonden partijen ............................................................................................................ 70 Paragraaf 7 Grondbeleid ....................................................................................................................... 76 Paragraaf 8 Rechtmatigheid .................................................................................................................. 79 Paragraaf 9 Enclavesituatie................................................................................................................... 85 2 JAARREKENING ................................................................................................................................ 86 2.1 Overzicht van baten en lasten ......................................................................................................... 87 2.1.1 Toelichting op het overzicht van baten en lasten ......................................................................... 90 2.2 Balans .............................................................................................................................................. 98 2.2.1 Toelichtingen op de balans ........................................................................................................ 101 2.3 Sisa verantwoordingsinformatie .................................................................................................... 113

Inleiding In dit jaarverslag hebben we een splitsing aangebracht in: programmaverantwoording en paragrafen/overige overzichten. Voorafgaand aan de daadwerkelijke verantwoording per programma over de uitvoering van de voorgenomen activiteiten, schenken we in deze inleiding aandacht aan: • Wijzigingen ten opzichte van 2013 • Resultaat 2014; • Financiële positie; • Begrotingsrechtmatigheid. Wijzigingen ten opzichte van 2013 In vergelijking met de jaarrekening 2013 hebben wij in de jaarrekening 2014 een aantal wijzigingen doorgevoerd. Om te beginnen hebben wij deze inleiding in de jaarrekening 2014 opgenomen. Daarnaast hebben wij bij de financiële afwijkingen aangegeven of de afwijkingen een structureel of een incidenteel karakter hebben. De structurele effecten nemen we mee bij het opstellen van de perspectiefnota 2016, zodat wij u dan een geactualiseerd financieel meerjarenperspectief kunnen schetsen. Tot slot hebben wij geen effecten prestatie-indicatoren en doelenbomen meer opgenomen in de jaarrekening. Resultaat 2014 In de loop van 2014 heeft het resultaat zich als volgt ontwikkeld:

Saldo aangeboden begroting 2014 Aanpassingen behandeling begroting 2014 Verwacht resultaat vastgestelde begroting 2014 Bestuursrapportage 2014 Verwacht resultaat 2014 bij bestuursrapportage 2014 Effecten na bestuursrapportage 2014 JAARREKENINGRESULTAAT 2014

Bedragen x € 1.000 166 -2 164 -33 131 495 626

Bij de bepaling van het jaarrekeningresultaat houden we al rekening met de onttrekkingen aan en stortingen in de reserves waar een raadsbesluit aan ten grondslag ligt. In 2014 is per saldo € 1.734.555 onttrokken aan de reserves, ten gunste van de exploitatie. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de toelichting op de balans. Als we met de mutaties van de reserves rekening houden, dan kunnen we het saldo als volgt presenteren: Saldo van baten en lasten Mutaties reserves Resultaat

-/- € € €

1.108.189 1.734.555 626.366

Jaarrekeningresultaat 2014 versus verwacht resultaat bestuursrapportage 2014 Bij de bestuursrapportage 2014 hadden we de verwachting, dat we het jaar 2014 af zouden sluiten met een positief resultaat van € 131.000. Na de bestuursrapportage hebben we dit resultaat naar boven bij kunnen stellen bijstellen. Hieronder lichten we op hoofdlijnen die ontwikkeling toe. Hierbij laten we de onderdelen waarvan de lasten gedekt worden uit een reserve buiten beschouwing. Het effect hiervan is budgettair neutraal. Tevens laten we de personele inzet, voor zover geen invloed op het resultaat, buiten beschouwing.

Jaarstukken 2014

4

gemeente Baarle-Nassau

Pr. 1. 2. 2. 3. 3. 4. 7. 7. 7. Div.

Omschrijving Bijdrage Baarle-Hertog brandweerkosten. Onderhoud en huur sportterreinen. Ontvangen iDop subsidie voor deelprojecten. Participatie. Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Projecten “Toeristisch Baarle” en “Enclaves in Europa”. Basisregistraties Gebouwen en Adressen (BAG). Controle recreatieparken. Bouwleges Kostenplaatsen, voornamelijk kapitaallasten. Overige

Bedragen x € 1.000 Incidenteel Structureel V N V N 50 33 101 40 122 30 97 39 13 99 39 48 28 574 72 43 50

Totaal Incidenteel Totaal Structureel

Voordeel Nadeel

Verwachte jaarrekeningresultaat bij bestuursrapportage 2014 Jaarrekeningresultaat 2014

Voordeel Voordeel

502 7 495 131 626

Een afwijking geven we alleen de kwalificatie structureel als de afwijking ook in 2015 van toepassing is en als we er bij het opstellen van de begroting 2015 geen rekening mee hebben gehouden. De structurele effecten nemen we mee bij het opstellen van de Perspectiefnota 2016. Hieronder geven we een korte toelichting op de posten. In het vervolg van dit jaarverslag gaan we gedetailleerder, per programma, in op de relevante verschillen ten opzichte van de begroting na wijzigingen. Bijdrage Baarle-Hertog brandweerkosten De bijdrage van Hertog aan de gezamenlijke brandweer hadden wij in de begroting geraamd op € 100.000 er van uitgaande dat nieuwe verdeelsleutel afgesproken zou worden. In 2014 vond deze discussie niet plaats o.a. doordat de discussie over de afrekeningen van de laatste jaren nog niet definitief haar beslag kreeg. De bijdrage ligt € 50.000 lager. Wij verwachten, dat wij in 2015 ook nog een lagere bijdrage ontvangen. Vanaf 2016 gaan we uit van € 100.000. Onderhoud en huur sportterreinen Het nadeel van € 33.000 komt enerzijds door hogere onderhoudsuitgaven en anderzijds door lagere huuropbrengsten. De hogere uitgaven (€ 25.000) worden in hoofdzaak veroorzaakt doordat herstelwerkzaamheden nodig waren ter verbetering van de drassige conditie van het veld en de roestwaterproblematiek bij de voetbalaccommodatie in Baarle-Nassau. Hierdoor is ook een lagere huur met Gloria overeengekomen, mede hierdoor liggen de huuropbrengsten € 7.000 lager dan begroot. Ontvangen iDop subsidie voor deelprojecten Naast de iDOP-subsidie voor de realisatie van de MFA in Ulicoten hebben wij ook subsidie ontvangen voor de realisatie van deelprojecten. Het betreft hier activiteiten voor jongeren, ouderen, mobiliteit en continuïteit woningbouw. Deze subsidie, € 100.767, komt ten gunste van het jaarrekeningresultaat 2014.

Jaarstukken 2014

5


Participatie Zowel bij inkomsten als bij de uitgaven hebben we een voordeel behaald in 2014. De rijksbijdrage was hoger dan voorzien, daarnaast lagen onze uitgaven in werkelijkheid iets lager dan verwacht. Het totale voordeel bedroeg € 25.000. Daarnaast hebben we minder kosten gemaakt doordat de taakstelling Wsw lager was dan voorzien. Wet Maatschappelijke Ondersteuning Bij de uitvoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zijn de effecten van de gekantelde aanpak duidelijk waarneembaar. Ten opzichte van de begroting liggen de uitgaven € 122.000 lager. Deze lagere uitgaven zijn op alle onderdelen van de WMO (vervoersvoorzieningen, woningaanpassingen en hulp bij het huishouden) zichtbaar. Door een stijging van de eigen bijdragen WMO nemen ook de inkomsten toe met een bedrag van € 30.000. Van het totale voordeel van € 152.000 verwachten we dat € 30.000 structureel is. Projecten “Toeristisch Baarle” en “Enclaves in Europa” Voor beide projecten hadden een bedrag opgenomen in de begroting. Voor het “Toeristisch Baarle” € 35.000 en voor “Enclaves in Europa” € 27.000. Daarnaast hadden wij het restant van het budget toeristisch actieplan (€ 55.000) overgeheveld van 2013 naar 2014. Van het totaal beschikbare bedrag van € 117.000 hebben niets uitgegeven. Doordat we geen uitvoering hebben gegeven aan het project “Enclaves in Europa” hebben we ook niet de geraamde subsidie van € 20.000 ontvangen. Het totale effect op het jaarrekeningresultaat bedraagt € 97.000. Voor 2015 hebben we een bedrag in de begroting opgenomen van € 52.000. Naar verwachting stelt het Gob-plenair in juni 2015 de update van het uitvoeringsplan vast. Indien nodig vragen wij op basis van deze update extra budget aan. Basisregistraties Gebouwen en Adressen In 2014 hebben we een aantal kosten niet hoeven te maken, dit kwam enerzijds doordat wij een aantal werkzaamheden al in 2013 hadden uitgevoerd en anderzijds doordat wij werkzaamheden hebben doorgeschoven naar 2015. Doordat we in 2015 voor deze werkzaamheden middelen in de begroting hebben opgenomen komen de middelen van 2014 ten gunste van het jaarrekeningsaldo 2014. Daarnaast vallen een aantal kosten structureel lager uit. Het totale voordeel bedraagt € 52.000. Van dit voordeel is € 13.000 structureel. Het voordeel va € 52.000 wordt grotendeels veroorzaakt door: • GBKN: lagere kosten mutatiebijhouding, massale output en inmetingskosten € 11.000. Deels worden deze lagere lasten veroorzaakt door de combinatie van taken met de pre-BGT. • Luchtfoto's: lagere lasten € 8.000, door lagere beheerkosten van de cyclorama’s doordat een deel van de kosten in 2013 verantwoord is. • Mutatiesignalering luchtfotovergelijking: lagere lasten € 5.000, doordat er heeft geen mutatiesignalering heeft plaatsgevonden • BAG: lagere lasten € 28.000, doordat de werkzaamheden voor de controle van de uitvallijsten mutatiesignalering BAG niet zijn uitgevoerd. Deze voeren we in 2015 uit. Controle recreatieparken Op basis van de resultaten van op park “De Kievit” hebben wij besloten om de overige parken niet volgens het vastgestelde plan van aanpak te controleren. Voor de controle op basis van de nieuwe aanpak hebben we in 2014 nauwelijks kosten gemaakt, waardoor er ten opzichte van de begroting een voordeel ontstaat van € 99.317. Bouwleges Bij de bestuursrapportage 2014 hebben we een inschatting gemaakt van de verwachte baten uit leges voor bouwen inrit/aanlegvergunningen. Op basis van deze inschatting hebben wij de raming met € 100.000 naar beneden bijgesteld. Bij het opstellen van de jaarrekening is gebleken dat de opbrengsten nog iets lager uitvallen, dan bij de bestuursrapportage 2014 was voorzien. Het nadeel bedraagt € 38.805. Kostenplaatsen, voornamelijk kapitaallasten Op alle uitgaven op de kostenplaatsen hebben een voordeel behaald van € 48.000. Dit komt grotendeels doordat de kapitaallasten op de kostenplaatsen lager uitvallen dan voorzien.

Jaarstukken 2014

6


Financiële positie Het jaarrekeningresultaat en de meerjarenbegroting geven inzicht in hoe we de reguliere exploitatie van onze gemeente onder controle hebben. 2014 sluiten we af met een positief resultaat van circa € 0,6 miljoen. In het raadsvoorstel over de jaarrekening doen wij u een voorstel over de bestemming van dit saldo. Naast de exploitatie is ook onze voorzieningen- en reservepositie belangrijk om een oordeel te kunnen geven over onze financiële positie. De totale omvang van de voorzieningen bedraagt per balansdatum € 2.607.607 miljoen. De voorzieningen zijn toereikend om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. In de toelichting op de balans geven we een overzicht van de stand per 31 december 2014 van de algemene reserve, de bestemmingsreserves, en het nog te verrekenen resultaat 2014. Het totaal hiervan heeft een omvang van € 16.819.578 miljoen. In onderstaande tabel geven we het verloop van onze reservepositie in de afgelopen jaren weer.

Algemene reserve Bestemmingsreserves Resultaat TOTAAL

2010 4.300 13.700 300 18.300

2011 5.100 13.100 1.100 19.300

Bedragen x € 1.000 2013 2014 6.200 6.400 12.000 10.400 400 600 18.600 17.400

2012 5.000 13.300 600 18.900

Onze reservepositie is een belangrijke factor bij de bepaling van onze weerstandscapaciteit. In de paragraaf weerstandsvermogen laten we zien hoe onze weerstandscapaciteit zich verhoudt ten opzichte van de geïnventariseerde risico’s voor onze gemeente. De ontwikkeling van de weerstandsvermorgen laat het volgende beeld zien.

2010 4.400 1.700 2.700 2,6

Weerstandscapaciteit Risico's Weerstandsvermogen (absoluut) Ratio

2011 4.800 2.000 2.800 2,4

2012 4.600 1.900 2.700 2,4

Bedragen x € 1.000 2013 2014 4.300 3.200 2.400 700 1.900 2.500 1,8 4,7

In de paragraaf weerstandsvermogen gaan we dieper in op het weerstandsvermogen. Uit bovenstaande valt op te maken, dat ons weerstandsvermogen per 31 december 2014 uitstekend is. Begrotingsrechtmatigheid Begrotingsrechtmatigheid wil zeggen dat er op programmaniveau, boven de gestelde marges, geen kostenoverschrijding is. Overschrijdingen op programmaniveau zijn altijd onrechtmatig, maar in een aantal gevallen hoeven ze niet te worden meegewogen in het accountantsoordeel. Om het belang van de rechtmatigheid te ondersterpen hebben we een aparte paragraaf rechtmatigheid opgenomen. In deze paragraaf spitsen we ons toe op de begrotingsrechtmatigheid. De paragraaf vindt u verderop in deze jaarrekening. De overschrijdingen, die we hebben vastgesteld, hoeven naar ons oordeel niet te worden meegewogen in het accountantsoordeel. De bevindingen van de accountant zijn opgenomen in het accountantsverslag.

Op de volgende bladzijden geven wij in het jaarverslag een nadere toelichting op de afzonderlijke programma’s en paragrafen. In de jaarrekening hebben wij onder andere de balans opgenomen.

Jaarstukken 2014

7


1 JAARVERSLAG

Jaarstukken 2014

8


1.1 Programmaverantwoording

Jaarstukken 2014

9


Programma 1 Burger, bestuur en veiligheid Missie Baarle-Nassau wil als zelfstandige gemeente in samenwerking met andere partijen, zoals buurgemeenten en maatschappelijke organisaties, het niveau van de dienstverlening aan haar burgers, instellingen en bedrijven continueren en waar mogelijk verhogen. De sociale en fysieke veiligheid zijn vanzelfsprekend gewaarborgd.

Context en achtergrond Dienstverleningsconcept Wij willen onze burgers op een goede en efficiënte wijze helpen en zetten daarom voortdurend stappen om onze dienstverlening aan burgers te verbeteren. Het jaar 2014 heeft in belangrijke mate in het teken gestaan van de voorbereiding op de ambtelijke fusie. Samen met onze fusiepartners hebben wij een visie op dienstverlening geformuleerd, die als volgt luidt: ‘we excelleren in ‘klein zijn’ en wel op een moderne, duurzame manier. We zetten doelgerichte technologie in, gekoppeld aan betekenisvol contact met de klant. De relatie is op basis van vertrouwen, waarbij we uitgaan van eigen kracht.’ In de vergadering van 17 december 2014 heeft uw raad de volgende uitgangspunten geformuleerd: • Eén gezamenlijk Klant Contact Centrum (KCC) voert de regie op alle klantcontacten. De drie vestigingen houden een publieksbalie. Dit sluit aan bij de uitgangspunten met betrekking tot de huisvesting van de nieuwe ambtelijke organisatie. • We werken op afspraak. Op deze wijze wordt de klant snel en direct goed geholpen. • We houden alle kanalen open. Het is aan de klant om te bepalen van welk kanaal hij gebruik maakt. • We stellen een gezamenlijk kwaliteitshandvest en gezamenlijke servicenormen op. We meten de klanttevredenheid direct na het contact en sturen actief op de kwaliteitsnormen. • We investeren in werken op locatie. Dit maakt het mogelijk om in de kernen contact te hebben met de burger. De organisatie communiceert helder. Doelstelling hierbij is dat 95% van de inwoners de communicatie begrijpt. Vooruitlopend op de fusie willen we in 2015 een aantal concrete doelen bereiken. Zo gaan we op afspraak werken en investeren we verder in de doorontwikkeling van het digitale kanaal. Daarnaast hebben we in 2014 invulling gegeven aan de in het Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP) geformuleerde uitgangspunten. Het gaat dan om zaken als de uitbouw van ons digitale loket, de invoering van de Basisregistratie Grootschalige Topografie, de aansluiting op het Nieuw Handelsregister en de koppeling van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen aan de Basisregistratie Waarde Onroerende Zaken. Samenwerking Samenwerking gemeenten Het belangrijkste aspect van de samenwerking in 2014 was de voorgenomen ambtelijke fusie van de gemeente Baarle-Nassau met de gemeenten Alphen-Chaam en Gilze en Rijen. Door het ondertekenen van een statement met de gemeenten Alphen-Chaam en Gilze en Rijen eind 2013 is de stap om te komen tot een ambtelijke fusie per 1 januari 2016. De bestuurlijke zelfstandigheid van de drie gemeenten staat niet ter discussie. De ambtelijke fusie is erop gericht om de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening aan onze burgers te borgen. Wij benadrukken dat een belangrijk uitgangspunt bij de ambtelijke fusie de bijzondere enclavessituatie met Baarle-Hertog is. Voor de fusie is een projectorganisatie ingericht, waarin onze gemeente bestuurlijk vertegenwoordigd is in de stuurgroep en ambtelijk in de projectgroep. Geconstateerd kan worden dat belangrijke stappen gezet zijn in het fusieproces.

Jaarstukken 2014

10


In 2014 heeft de fusie regelmatig op de agenda van uw raad gestaan. Uw raad heeft ingestemd met het visiedocument en met de uitgangspunten voor dienstverlening, huisvesting, automatisering en governance. Uit de raden is een klankbordgroep gevormd, waarin 2 leden uit uw raad participeren. De leden van de klankbordgroep worden regelmatig geïnformeerd over de voortgang van het proces. In 2014 vonden 2 gezamenlijke bijeenkomsten van de gemeenteraden van de drie gemeenten plaats. Ook in 2015 wordt uw raad gevraagd besluiten te nemen in het kader van de fusie. Samenwerking Baarle-Hertog De eerlijkheid gebied te zeggen dat de samenwerking van onze gemeente met Baarle-Hertog in 2014 moeizaam verlopen is. De keuze van onze gemeente om te komen tot een ambtelijke fusie met 2 Nederlandse gemeenten is hier de oorzaak van. Ofschoon wij in de fusiesamenwerking nadrukkelijk onze bijzondere relatie met Baarle-Hertog hebben geborgd gaf dat te weinig vertrouwen voor BaarleHertog waardoor de samenwerking onder druk kwam te staan. Overigens hebben wij wel de indruk dat de laatste maanden van 2014 enige verbeteringen merkbaar zijn. In het GOB-plenair van zowel juni 2013 en bevestigd in juni 2014 is een opdracht verstrekt om te komen tot een Europese gemeenten. Recent hebben wij in het GOB beperkt een stappenplan vastgesteld om uiteindelijk te komen tot een invulling van genoemde opdracht. Eind 2014 zijn wij in het GOB-beperkt gestart met het in beeld brengen van onze gezamenlijke activiteiten. Op basis hiervan willen wij bezien of en in hoeverre een gezamenlijke agenda tot stand kan komen. Samenwerking Regio West-Brabant (RWB) De Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant is in januari 2011 gestart. In 2013, nadat algemeen het gevoelen werd geuit dat de constructie van de Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant (RWB) te bureaucratisch was en er eigenlijk meer behoefte was aan ontmoeting en uitwisseling - een meer netwerkachtige opzet dus- is de werkgroep Redesign begonnen met een herbezinning van de ambities, taken en rollen van de RWB. Dit heeft geresulteerd in een nieuwe werkwijze van de RWB, die per 1 januari 2014 in werking is getreden. Een van de meest in het oog springende veranderingen was de afschaffing van de Bestuurscommissies en het oprichten van de zogenaamde Portefeuillehoudersoverleggen. Ook de overgang van een uitvoerende organisatie naar een netwerkorganisatie die vooral de belangen van de 19 aangesloten gemeenten vertegenwoordigd, is een belangrijke verandering. Het jaar 2014 is benut om ervaringen op te doen met de nieuwe strategie. De ervaringen van de verschillende overlegstructuren binnen de RWB, zoals bijvoorbeeld de vakambtenaren, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur, maar ook die van het bedrijfsleven en onderwijs, worden verzameld en daarvan wordt bekeken hoe hiermee om te gaan. Externe veiligheid De prestatieafspraken staan beschreven in het ‘Programma Brabant Veiliger 2011-2014’ en zijn voor onze gemeente omgezet in een actieprogramma. Ieder jaar wordt hiervoor een uitvoeringsprogramma voor opgesteld, zo ook in 2014 (UPEV2014). Het doel is dat eind 2014 een adequate en structurele uitvoering van externe Veiligheidstaken is geborgd binnen alle Brabantse overheidsorganisaties. De prestatieafspraak die in samenwerking met de Brabantse deelnemers is gemaakt, dat uiterlijk 31 december 2012 al aan de kwaliteitscriteria wordt voldaan, is behaald. Hiervoor is een bestuurlijke verklaring afgegeven en een certificaat ontvangen. Om aan het kwaliteitsniveau te kunnen blijven voldoen, heeft de gemeente Baarle-Nassau voor 2014 nog subsidie ontvangen van de Provincie. Na 2014 wordt de subsidie niet meer rechtstreeks aan de gemeenten verstrekt. Van de subsidie zijn de werkzaamheden/actiepunten “Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid 2014 Baarle-Nassau” uitbesteed aan de Omgevingsdienst Midden en West Brabant. Veiligheidsregio / Rampenbestrijding regionale Brandweer Eind 2012 is het Rampenplan van de gemeente vervangen door het Regionaal Crisisplan (RCP). Hierin staan alle gemeentelijke processen omschreven en wat er nodig is om een eventuele crisis/ramp te bestrijden. Dit betekent dat een ieder die een rol heeft in de rampenbestrijdingsorganisatie opgeleid, getraind en beoefend dient te zijn en te blijven.

Jaarstukken 2014

11


De gemeente heeft hierin haar eigen rol en op onderdelen wordt zij ondersteund door het Onderdeel Gemeenten (OG) van de Veiligheidsregio. Zowel in 2013 als in 2014 zijn de diverse disciplines in de rampenbestrijding opgeleid en geoefend. Gezien onze bijzondere enclavesituatie is het van groot belang dat de rampenbestrijding integraal opgepakt en ingevuld wordt met de gemeente Baarle-Hertog. Ook de Veiligheidsregio is gestart met een werkgroep ‘grensoverschrijdende samenwerking’. Dit heeft er in geresulteerd dat in 2014 met de voorbereidingen is gestart voor een grensoverschrijdende oefening die plaatsvindt in 2015. De brandweerkazerne van Baarle-Nassau blijft in eigendom van de gemeente. Vanaf 2014 wordt de brandweer niet meer als een gemeentelijke taak gezien, waardoor de compensatie uit het BTW compensatiefonds vervalt. Dit wordt voor een periode van 4 jaar opgevangen door een compensatie die de Veiligheidsregio ontvangt. Het is nog steeds niet geheel duidelijk wat de kostenstijging in de toekomst zal zijn. Vooral de toekomstige vervanging van kazernes zal door de extra BTW-druk kostenverhogend gaan werken binnen de Veiligheidsregio.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • •

Integraal veiligheidsbeleid Uitvoeringsprogramma veiligheid Regionaal beleidsplan West Brabant Zeeland Regionaal crisisplan Beleidsplan externe veiligheid Uitvoeringsprogramma veiligheid Nota “Zo handhaven we in Baarle-Nassau” Bestuursopdracht Implementatietraject vermindering regelgeving en administratieve lasten Plan van aanpak juridische kwaliteitszorg in Baarle-Nassau BENELUX-overeenkomst Algemene Plaatselijke Verordening

Programmaonderdeel A: Burger Wat willen we bereiken? 1) Verbeteren van de dienstverlening aan burgers, instellingen en bedrijven. 2) Creëren van draagvlak bij burgers en organisaties en bevorderen van burgerparticipatie; meer zicht krijgen op de waardering van onze klanten over de dienstverlening.

Wat doen we om dat te bereiken? • •

• •

Het opstellen van een kwaliteitshandvest. In een kwaliteitshandvest wordt het niveau van de dienstverlening aan de burger vastgelegd. De burger wordt hier uitgebreid over geïnformeerd en mag de gemeente daarop afrekenen als de doelstellingen niet worden gehaald. Uitvoeren van de landelijke richtlijnen/eisen voor digitale dienstverlening. Digitale dienstverlening blijft een belangrijke vorm van nieuwe dienstverlening voor de burgers. Technische ontwikkelingen gaan in hoog tempo door en de gemeente volgt waar mogelijk om dienstverlening zo optimaal mogelijk te houden. Het organiseren van informatie- en inspraakavonden voor burgers, organisaties, instellingen en ondernemingen. Brede informatie via de website en de media. De gemeentegids bevat informatie over de organisatie en de producten van de gemeente, Actuele informatie over wat er in de gemeente speelt en de besluitvorming wordt gepubliceerd in Ons Weekblad en op de site www.baarlenassau.nl. Tevens zijn er contacten met de lokale pers.

Jaarstukken 2014

12


Programmaonderdeel B: Bestuur Wat willen we bereiken? 1) Versterken van de gemeentelijke organisatie en het vergroten van de efficiency van de organisatie, zodat daarmee de belangen van burgers, instellingen en bedrijven worden gediend. 2) Uitvoering geven aan dualistische rol en het functioneren van de gemeenteraad 3) Verminderen regelgeving en administratieve lastendruk

Wat doen we om dat te bereiken? • • • •

Opstellen van een toekomstvisie voor de gemeente Baarle-Nassau. Ambtelijke fusie met de gemeenten Alphen-Chaam en Gilze en Rijen, Samenwerking met BaarleHertog, West-Brabant (strategische agenda), Oosterhout (Shared Service), Veiligheidsregio en Omgevingsdienst. Uitvoeren van de aanbevelingen uit het traject “anders vergaderen”. Bestaande regelgeving en procedures screenen. Het doel daarbij is om het aantal regels en de daarmee gepaard gaande administratieve lasten te verminderen. Hierdoor wordt de dienstverlening aan de burger op een hoger plan gebracht en worden juridische risico’s beperkt, hetgeen aansluit bij het doel van juridische kwaliteitszorg.

Programmaonderdeel C: Veiligheid Wat willen we bereiken? 1) 2) 3) 4) 5)

Garanderen van de basisbrandweerzorg volgens de wettelijke norm Professionalisering van de rampenbestrijding Beheersen van externe veiligheidsrisico’s Bevorderen van de sociale veiligheid Intensiveren van de handhaving

Wat doen we om dat te bereiken? •

• • • • • •

Het deelnemen aan de gemeenschappelijke regeling “Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant”. De veiligheidsregio (VR) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de bovengemeentelijke wettelijke taken op het gebied van brandweer en rampenbestrijding. Hieronder valt ook de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK). Opstellen van een gemeenschappelijk rampenplan van Baarle-Nassau en Baarle-Hertog. Actualiseren planvorming. Opgeleide, getrainde en geoefende gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie. Uitvoering geven aan de activiteiten uit het programma ‘Externe veiligheid’ van de Provincie Noord-Brabant. Uitvoering geven aan de speerpunten uit het Veiligheidsprogramma gemeente Baarle-Nassau. Jaarlijks opstellen van een - integraal - handhavingprogramma met een prioriteitenlijst.

Jaarstukken 2014

13


Wat mag het kosten? Financiën .

prog_sub_cat

rekening dynamische 2014 begroting 2014

primitieve begroting 2014

Lasten

1.246.388

1.245.959

1.121.017

Baten

188.033-

236.647-

225.047-

1.058.355

1.009.312

895.970

Urenverantwoording

770.644

820.205

820.205

Overige verrekeningen

852.042

893.545

893.545

1.622.687

1.713.750

1.713.750

Exploitatie

Totaal Exploitatie Kostenplaatsen

Totaal Kostenplaatsen Resultaatbestemming Toevoegingen aan reserves

321.000

321.000

-

Onttrekkingen aan reserves

349.242-

349.242-

-

28.242-

28.242-

-

Saldo

2.652.800

2.694.820

2.609.720

Saldo excl. Kostenplaatsen

1.030.113

981.070

895.970

Totaal Resultaatbestemming

Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten (exclusief kostenplaatsen) zijn € 429 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 1.497 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 1.068 bedraagt. Programmaonderdeel A: Burger Programmaonderdeel B: Bestuur Programmaonderdeel C: Veiligheid

B C

Omschrijving De reserveringen hebben betrekking op de storting voor pensioenen wethouders. Deze wordt jaarlijks bijgesteld o.b.v. actuariële berekeningen. Daarnaast hebben meer uitgaven plaatsgevonden vanwege APPA begeleiding reïntegratie oud wethouder. De bijdrage aan de veiligheidsregio is licht lager uitgevallen door de teruggave vanwege de resultaatbestemming 2012. Totaal verklaard

Jaarstukken 2014

Verschil lasten

Incidenteel

12.000

12.000

-10.503

-10.503

Structureel

1.497

14


De baten zijn € 48.614 lager dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 50.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 1.386 bedraagt Programmaonderdeel A: Burger Programmaonderdeel B: Bestuur Programmaonderdeel C: Veiligheid

C

Omschrijving De bijdrage van Hertog aan de gezamenlijke brandweer is in de begroting geraamd op € 100.000 er van uitgaande dat een nieuwe verdeelsleutel afgesproken zou worden. In 2014 vond deze discussie niet plaats o.a. doordat de discussie over de afrekeningen van de laatste jaren nog niet definitief haar beslag kreeg. Totaal verklaard

Verschil baten

-50.000

Incidenteel

Structureel

-50.000

-50.000

De toevoeging aan de reserves is zoals dan begroot: Er zijn geen verschillen. De onttrekking aan de reserves is zoals begroot: Er zijn geen verschillen.

Jaarstukken 2014

15


Programma 2 Onderwijs, welzijn en zorg Missie In onze gemeente kunnen alle burgers meedoen aan de samenleving en zij zetten zich daarvoor ook actief in. Zij nemen eerst verantwoordelijkheid voor zichzelf, hun familie en vrienden en de buurt waarin zij wonen. Alle inwoners wordt de kans geboden erbij te horen en volwaardig mee te (blijven) doen op sociaal, cultureel en economisch gebied. Indien mensen daarbij nader ondersteund moeten worden, wordt deze ondersteuning onder andere door de gemeente geboden.

Context en achtergrond Decentralisaties Binnen het sociale domein zijn per 1 januari 2015 grote veranderingen doorgevoerd. Er vindt een omslag plaats van een regelgericht generiek systeem met een nadruk op verzekeren en verzorgen naar een stelsel dat meer uitgaat van zelfredzaamheid, maatschappelijk initiatief, ondersteuning en activering. We zijn op weg naar de ‘participatiemaatschappij’. Als overheid moeten we aan de ene kant de burger veel meer ruimte geven en ‘loslaten’, aan de andere kant moeten we er zijn voor burgers die dat echt nodig hebben. Feitelijk is dit de kern van de transformatie. De veranderingen doen zich voor op de terreinen Jeugd, Zorg en Werk. Omdat deze taken overgeheveld worden van rijk en provincie naar gemeenten is er sprake van drie decentralisaties. Een verandering op zo’n grote schaal vond nog niet eerder plaats. Er komt dus heel wat op ons af. Het jaar 2014 heeft in belangrijke mate in het teken gestaan van (de voorbereiding op) deze decentralisaties. Deze transitie is succesvol afgerond. Zo zijn de noodzakelijke verordeningen vastgesteld en zijn er afspraken met partners in het sociale domein gemaakt. Bij deze transitie hebben we goed samengewerkt met de WMO-raad. De komende jaren worden beheerst door de uitwerking en verfijning van deze transities. Wij pakken deze decentralisaties in onderling verband integraal op. In dit programma komt de decentralisatie Jeugd aan de orde. Herijking welzijnsbeleid In 2014 zijn we gestart met de uitvoering van het integraal welzijnsbeleid "De nieuwe koers: eigen kracht eerst!". In dit beleid zijn de doelen voor de periode 2014-2018 zoals deze op interactieve wijze, samen met burgers, instellingen zijn verkend, verankerd. Hiermee is de ‘wat-vraag’ nagenoeg afgerond. In 2014 hebben we verder invulling gegeven aan de ‘hoe-vraag’. Hoe gaan we onze doelstellingen realiseren? En welke partijen kunnen de gemeente hierbij helpen? Het subsidiebeleid is hierin een belangrijk middel. In 2014 zijn alle subsidieontvangers en andere belangstellende instellingen, verenigingen of andere partijen geïnformeerd over de wijzigingen in het subsidiebeleid en wat deze voor hen betekenen. Inmiddels zijn de eerste subsidieverzoeken op grond van het nieuwe beleid ingediend en beoordeeld. In financiële zin heeft dit vooralsnog beperkte gevolgen gehad, inhoudelijk zien we wel beweging bij subsidieaanvragers. Daarnaast is in 2014 gewerkt aan het opstellen van uitvoeringsplannen op deelterreinen zoals het gezondheidsbeleid en de jeugdzorg. Het nieuwe welzijnsbeleid betreft een majeure wijziging die heeft geleid tot principiële heroverwegingen in het beleid. Daarbij is de eigen kracht en zelfredzaamheid en het bevorderen daarvan uitgangspunt geworden. Een kanteling die een ander, nieuw gezichtspunt geeft aan het welzijnsbeleid (inclusief Wmo) en die vraagt om een verandering in denken en doen van burgers, organisaties en ons als lokale overheid. Dit is een veranderingsproces wat we in 2014 in gang hebben gezet, maar waar de komende jaren op geïnvesteerd dient te worden.

Jaarstukken 2014

16


Wetswijzigingen Wijziging Wet op de Jeugdzorg / transitie jeugdzorg Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor het gehele jeugdbeleid, inclusief de jeugdzorg, jeugdreclassering en jeugdbescherming (nu nog provincie), jeugd GGZ en jeugd LVG (AWBZ en ZVW). De gemeente was al verantwoordelijk voor preventie (=Centrum voor Jeugd en Gezin) en wordt nu tevens verantwoordelijk voor de jeugdzorg (curatief). Preventie en vrijwillige hulpverlening moeten in goede afstemming met gedwongen hulpverlening georganiseerd worden door (samenwerkende) gemeenten. Er komt één financieringssysteem voor het huidige preventieve jeugdbeleid en de jeugdzorg. In 2014 hebben we onze visie op en aanpak van de taken ten aanzien van jeugdhulp in Baarle-Nassau bepaald en deze aanpak geïmplementeerd. De nadruk lag daarbij op transitie; het borgen van de uitvoering van onze nieuwe taken. De komende jaren staan in het teken van monitoring, (bij)sturing en transformatie. Onder transformatie verstaan we een verdere doorontwikkeling van het jeugdhulpstelsel in de lijn van de visie zoals we die in Baarle-Nassau hebben verwoord. Passend Onderwijs Met ingang van het schooljaar 2014-2015 is de zorgplicht ingevoerd voor scholen en schoolbesturen, die hen verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan alle leerlingen die zich aanmelden. Dat kan in het reguliere onderwijs zijn of in een school voor speciaal onderwijs. Om de zorgplicht waar te kunnen maken moeten scholen en schoolbesturen samenwerken in geografisch afgebakende samenwerkingsverbanden. De invoering van Passend onderwijs - en de wijze waarop het samenwerkingsverband daar verder invulling aan zal geven - is ook voor de gemeente van belang. De gemeente is verantwoordelijk voor de zorg om de school (CJG en de jeugdzorg). In 2014 zijn de eerste ondersteuningsplannen van de samenwerkingsverbanden onderwijs vastgesteld en besproken met de gemeente. Voor deze ondersteuningsplannen geldt - net zoals voor de Jeugdhulpplannen van de gemeente - dat zij kader stellend van aard zijn. Aan de hand van een gezamenlijke ontwikkelagenda werken gemeenten en samenwerkingsverbanden samen aan een goede samenhang en samenwerking ten aanzien van zorg voor leerlingen in en om de school. Wetswijziging Wet op het Primair Onderwijs in verband met decentralisatie verantwoordelijkheid groot onderhoud naar schoolbesturen. Vanaf 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor al het onderhoud aan schoolgebouwen. Wij waren nog verantwoordelijk voor een deel van deze werkzaamheden te weten groot onderhoud (buitenzijde). De rijksmiddelen hiervoor zijn uit het gemeentefonds gehaald en worden toegevoegd aan de rijksvergoeding voor de scholen. Het is duidelijk dat dit behoorlijke consequenties heeft. De verordening is hierop aangepast en ter besluitvorming voorgelegd aan college en raad. Met de schoolbesturen zijn we in de Lokaal educatieve Agenda (LEA) overeengekomen dat onderhoud en aanpassing van de MFA Bremerpoort en Brede School Uilenpoort door de gemeente wordt uitgevoerd. Daarvoor wordt door de partners schoolbesturen en gemeente jaarlijks een fonds voor het onderhoud gevormd. Dit wordt nu verder uitgewerkt. In de paragraaf kapitaalgoederen kunt u hier meer over lezen. Projecten Multifunctionele Accommodatie Ulicoten Op 23 september 2010 heeft de gemeenteraad ingestemd met de realisatie van een multifunctionele accommodatie (mfa) in Ulicoten. De oplevering van de MFA heeft officieel op 23 april 2013 plaatsgevonden. De voorlopig verleende subsidies of onderdelen van subsidie zijn in 2014 verantwoord en definitief verwerkt door respectievelijk de provincie en Regio West-Brabant. Cultureel Centrum Baarle (CCB) In september 2013 is de eindrapportage van het onderzoek van Zet en Complan naar de toekomst van het CCB opgeleverd. Er heeft een presentatie plaatsgevonden aan het gemeenschappelijk orgaan Baarle in plenaire vorm. Ook de gebruikers zijn geïnformeerd. Mede door de gemeenteraadsverkiezingen is het project vertraagd. Eind 2014 heeft de "kleine werkgroep" samen met het bestuur van het CCB een doorstart gemaakt. Op dit moment wordt toegewerkt naar besluitvorming over dit project in 2015.

Jaarstukken 2014

17


Oprichten verenigingsgebouw Gloria atletiek Gloria atletiek heeft een verzoek ingediend om (financiële) medewerking in de totstandkoming van een nieuwe kleed- en kantineaccommodatie. In 2014 zijn wij structureel in overleg geweest met de vereniging om de (on)mogelijkheden te bespreken. Inmiddels heeft Gloria laten weten ons in het vierde kwartaal van het jaar 2015 te kunnen melden of men het financiële gat van ongeveer een ton heeft kunnen dichten.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • •

Integraal welzijnsbeleid "de nieuwe koers: Eigen kracht eerst!" Subsidieverordening welzijn 2014 Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Baarle-Nassau Eindrapport “Inhoudelijke samenwerking brede school Baarle-Nassau” Nota gemeentelijke buitensportaccommodaties Nota Vrijwilligersbeleid Wmo beleidsplan

Programmaonderdeel A: Onderwijs Wat willen we bereiken? In het integraal welzijnsbeleid hebben we onderwijsbeleid nadrukkelijk gepositioneerd als middel om eigen kracht te vergroten. We onderscheiden daarbij de volgende speerpunten in het onderwijsbeleid: 1) Ouders / opvoeders van kinderen met een risico op een ontwikkelingsachterstand worden door het consultatiebureau actief gewezen op de mogelijkheden, die peuterspeelzalen en kinderopvang bieden met betrekking tot ontwikkelingsstimulering. 2) Zorg dragen voor de financiële toegankelijkheid van ontwikkelingsstimulering voor alle jonge kinderen (2-4 jaar) op peuterspeelzalen en/of kinderdagverblijven in de gemeente Baarle-Nassau. 3) Het realiseren van een goede aansluiting van voorschool op de basisscholen in de gemeente (doorgaande ontwikkelingslijn). 4) Zoveel mogelijke jongeren behalen een startkwalificatie. 5) Jongeren, die toch zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten en die niet meer leerplichtig zijn, krijgen ondersteuning aangeboden. Ondersteuning is er zoveel mogelijk op gericht jongeren alsnog een startkwalificatie te laten behalen. 6) Kinderen en jongeren zijn in de gelegenheid om de voor hen dichtstbijzijnde, passende school te bezoeken. 7) Laagopgeleide en/of functioneel analfabete volwassenen krijgen de mogelijkheid zich verder te ontwikkelen door het volgen van basiseducatie op het ROC Tilburg.

Wat doen we om dat te bereiken? • • •

•

We stellen, in overleg met voorschoolse voorzieningen en scholen, een lokale educatieve agenda (LEA) op om nader richting te geven aan de wijze waarop de speerpunten gerealiseerd kunnen worden. Daarnaast verstrekken we subsidies en handhaven we de leer- en kwalificatieplicht. Kinderen, die aangewezen zijn op speciaal onderwijs stellen we in staat de voor hen dichtstbijzijnde toegankelijke school te bezoeken. Op basis van de gemeentelijke verordening leerlingenvervoer kunnen ouders onder bepaalde voorwaarden aanspraak maken op bekostiging van het vervoer van en naar school of deelnemen aan het door de gemeente georganiseerde leerlingenvervoer. Tenslotte bieden we volwassenen de mogelijkheid zich verder te ontplooien door het aanbieden van basiseducatie aan lager opgeleiden en functioneel analfabeten.

Jaarstukken 2014

18


Programmaonderdeel B: Maatschappelijke ondersteuning Wat willen we bereiken? De Wet maatschappelijke ondersteuning vormt samen met de notitie: "De nieuwe koers: eigen kracht eerst" het kader voor het welzijnsbeleid in de gemeente Baarle-Nassau. De Wmo kende negen prestatievelden. Deze zijn per 1 januari 2015 komen te vervallen en hebben plaatsgemaakt voor drie doelen, die in de Wmo 2015 opgenomen zijn in de nieuwe definitie van “maatschappelijke ondersteuning”. Deze doelen zijn: 1) bevorderen van de sociale samenhang, de mantelzorg en vrijwilligerswerk, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente, alsmede voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; 2) ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen zoveel mogelijk in de eigen leefomgeving; 3) bieden van beschermd wonen en opvang. Voormalig prestatieveld 2, ondersteuning van jeugdigen en hun ouders, uit de huidige WMO, is onder de Jeugdwet gebracht.


De gemeente subsidieert de Wmo-raad voor het meedenken en adviseren over het brede terrein van de Wet maatschappelijke ondersteuning. We ondersteunen mantelzorgers actief. We zijn voornemens om de regeling van het mantelzorgcompliment over te nemen. Daarnaast gaan we door met het mantelzorgcafé.

Programmaonderdeel C: Volksgezondheid Wat willen we bereiken? 1) Het leveren van een bijdrage aan het bevorderen van de gezondheid en gezonde leefstijl van de inwoners van Baarle-Nassau. 2) Het bevorderen en beschermen van de gezondheidstoestand van alle jeugdige burgers van 0-19 jaar.

Wat doen we om dat te bereiken? In 2014 is de gemeente samen met de GGD gestart met het maken van een uitvoeringsplan volksgezondheid. Aanleiding voor dit uitvoeringsplan vormt de welzijnsnota "De nieuwe koers, eigen kracht eerst!". In deze welzijnsnota is beschreven dat naast een algemeen kader voor gezondheid, de gemeente ook een uitvoeringsplan volksgezondheid opstelt waarin concreet wordt beschreven op welke gezondheidsactiviteiten de gemeente de komende jaren wil inzetten. We voeren collectieve preventieve taken uit (via de GGD of andere gesubsidieerde instellingen) volgens de Wet Publieke Gezondheid. Concreet gaat het daarbij om taken die zijn vastgesteld in het Basistakenpakket van de GGD West-Brabant: • Op basis van lokale aandachtspunten kopen we maatwerk in via de GGD en via de thuiszorg. • We voeren het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg uit via de thuiszorg en de GGD, middels het verstrekken van subsidie aan de thuiszorg en de GGD.

Jaarstukken 2014

19


Programmaonderdeel D: Kunst en Cultuur Wat willen we bereiken? 1) Bevorderen van een aantrekkelijk, toegankelijk en divers aanbod van onafhankelijke informatiecultuurdragers, om de inwoners de mogelijkheid te bieden tot objectieve cultuur, informatie- en nieuwsgaring. 2) Stabiliseren of laten groeien van het aantal leden van de bibliotheek en van het aantal uitleningen.


• •

In 2014 heeft de installatie van de adviesgroep kunst in Baarle plaatsgevonden. Deze adviesgroep adviseert de gemeente gevraagd en ongevraagd. Gedurende het jaar hebben diverse overlegvergaderingen plaatsgevonden. De adviesgroep heeft onder andere advies uitgebracht over de aanstaande verplaatsing van het beeldwerk de Terminus. Daarnaast hebben adviesgroep en gemeente gewerkt aan het gaan realiseren van een kunstwerk aan de Oranjelaan. Hier werd de wijk nadrukkelijk bij betrokken. Realisatie van verplaatsing van de Terminus en het kunstwerk aan de Oranjelaan staat nog voor de eerste helft van 2015 gepland. We verstrekken subsidies aan culturele voorzieningen als het Cultureel Centrum Baarle (CCB), Muziekacademie De Noorderkempen, de diverse carnavalsverenigingen en het Oranje Comité. Ook verstrekken we subsidie aan Theek 5 voor het uitvoeren van het bibliotheekwerk. We hebben zitting in de beheerscommissie om uitvoering te geven aan het bibliotheekbeleid.

Programmaonderdeel E: Sport Wat willen we bereiken? Het minimaal stabiliseren en mogelijk realiseren van een toename van het percentage inwoners dat lid is van een sportvereniging, waarbij ten minste gelijke tred wordt gehouden met de groei van de gemeente.


• •

We bieden een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van sportieve voorzieningen en we stimuleren het gebruik van die voorzieningen (zoals omschreven in de uitwerkingsnotitie gemeentelijke buitensportaccommodaties). Ook houden we voorzieningen in stand, zowel kwalitatief als kwantitatief. Verder subsidiëren we verenigingen en jeugdleden. Met betrekking tot het verzoek om medewerking aan het realiseren van een nieuw verenigingsgebouw van Gloria atletiek hopen wij in het vierde kwartaal van 2015 uw raad een voorstel tot besluitvorming te kunnen voorleggen.

Jaarstukken 2014

20


Programmaonderdeel F: Ouderen Wat willen we bereiken? We willen de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van senioren bevorderen. We streven naar het zo lang en comfortabel in de eigen omgeving kunnen blijven wonen en deel uitmaken van een sociaal netwerk van ouderen.


We zorgen ervoor dat ouderen het bestaande aanbod van voorzieningen en regelingen kunnen vinden en gebruiken. We behouden de rol van ouderenadviseur in de gemeente. We subsidiëren ouderenverenigingen en stichting Wij (voorheen SOB) te Breda.

Jaarstukken 2014

21



prog_sub_cat



Lasten

1.934.817

2.014.725

2.018.321

Baten

300.104-

241.014-

241.014-

1.634.714

1.773.711

1.777.307

Urenverantwoording

599.920

657.970

657.970


741.277

729.144

729.144

1.341.197

1.387.114

1.387.114

Exploitatie



50.000

50.000

-


203.296-

249.065-

208.089-

153.296-

199.065-

208.089-

Saldo

2.822.615

2.961.760

2.956.332


1.481.418

1.574.646

1.569.218


Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn € 79.908 lager dan begroot. Onderstaande verklaringen tellen op tot € 81.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 1.092 bedraagt. Programmaonderdeel A: Onderwijs Programmaonderdeel B: Maatschappelijke Ondersteuning Programmaonderdeel C: Volksgezondheid Programmaonderdeel D: Kunst en Cultuur Programmaonderdeel E: Sport Programmaonderdeel F: Ouderen

E

Omschrijving Er zijn geen educatietrajecten ingekocht bij de ROC’s, hierdoor zijn de bestedingen lager. Hogere lasten leerlingenvervoer, hoofdzakelijk veroorzaakt door de afrekening n.a.v. de nieuwe berekeningswijze voor de kostenverdeling met Alphen-Chaam. Hogere onderhoudsuitgaven voor de sportterreinen, hoofdzakelijk bij de voetbalaccommodatie Baarle-Nassau (herstelwerkzaamheden i.v.m. drassig veld en roestwaterproblematiek).

B

De lasten van de MFA in Ulicoten zijn lager, hoofdzakelijk door het overschot op het investeringskrediet.

A

A

D D

De lasten voor het cultureel centrum zijn lager, hoofdzakelijk door de afrekeningen van de subsidies 2012 en 2013.. Op het budget wmo beleidsplannen hebben nagenoeg geen bestedingen plaatsgevonden.

Jaarstukken 2014

22

Verschil lasten

Incidenteel

-13.000

-13.000

12.000

12.000

25.000

25.000

-66.000

-66.000

-14.000

-14.000

-13.000

-13.000

Structureel


C

De lasten voor de jeugd(gezondheids)zorg zijn lager, hoofdzakelijk door de afrekening van de subsidie jeugdgezondheidszorg 2013.

-12.000

Totaal verklaard

-81.000

-12.000

De baten zijn € 59.090 hoger dan begroot. Onderstaande verklaringen tellen op tot € 60.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 910 bedraagt. Programmaonderdeel A: Onderwijs Programmaonderdeel B: Maatschappelijke Ondersteuning Programmaonderdeel C: Volksgezondheid Programmaonderdeel D: Kunst en Cultuur Programmaonderdeel E: Sport Programmaonderdeel F: Ouderen

A

E A

B

E

B

Omschrijving Door de hogere exploitatielasten van de brede school (o.a. onderhoud en naheffing waterschap) zijn onderwijsbijdragen in de servicekosten hoger. In de afgelopen jaren heeft De la Salle teveel betaald voor het medegebruik van sportzaal Uilenpoort, de terugbetaling leidt tot lagere inkomsten. De afrekening van het educatiedeel uit het participatiebudget leidt tot een correctie op de baten in 2014.. Kober heeft ruimte teruggegeven in de brede school, als gevolg daarvan zijn de inkomsten uit huur en servicekosten lager. De vrijgekomen ruimte is deels ingevuld door Amarant (verantwoord op programma 8). De huurinkomsten van de sportaccommodaties zijn lager dan begroot, o.a. door de lagere bezetting in sportzaal Uilenpoort en de problematiek met de velden van voetbalaccommodatie BaarleNassau.. De iDOP-subsidie voor de deelprojecten jongeren, ouderen, mobiliteit en continuïteit woningbouw kan niet in mindering gebracht worden op het investeringsbedrag van de MFA en valt vrij in het rekeningsaldo bij de afwikkeling van het krediet overgeboekt.

Totaal verklaard

Verschil baten

Incidenteel

12.000

12.000

-11.000

-11.000

-21.000

-21.000

-14.000

-14.000

-7.000

-7.000

101.000

101.000

Structureel

60.000

De toevoegingen aan de reserves zijn gelijk aan de begroting. De onttrekkingen aan de reserves zijn € 45.769 begroting: Als gevolg van de lagere afschrijvingslasten MFA is de onttrekking aan de reserve accommodaties Ulicoten ook lager.

Jaarstukken 2014

23


Programma 3 Sociale Zaken Missie Baarle-Nassau is een gemeente waar alle inwoners de kans wordt geboden erbij te horen en volwaardig mee te (blijven) doen op sociaal, cultureel en economisch gebied. Dit programma levert een bijdrage aan het tot stand komen van een aantal maatschappelijke effecten: afname van armoede van werkloosheid en toename van maatschappelijke participatie, sociale redzaamheid, economische redzaamheid, (arbeids)participatie en werkgelegenheid.

Context en achtergrond Decentralisaties Binnen het sociale domein zijn per 1 januari 2015 grote veranderingen doorgevoerd. Er vindt een omslag plaats van een regelgericht generiek systeem met een nadruk op verzekeren en verzorgen naar een stelsel dat meer uitgaat van zelfredzaamheid, maatschappelijk initiatief, ondersteuning en activering. We zijn op weg naar de ‘participatiemaatschappij’. Als overheid moeten we aan de ene kant de burger veel meer ruimte geven en ‘loslaten’, aan de andere kant moeten we er zijn voor burgers die dat echt nodig hebben. Feitelijk is dit de kern van de transformatie. De veranderingen doen zich voor op de terreinen Jeugd, Zorg en Werk. Omdat deze taken overgeheveld worden van rijk en provincie naar gemeenten is er sprake van drie decentralisaties. Een verandering op zo’n grote schaal vond nog niet eerder plaats. Er komt dus heel wat op ons af. Het jaar 2014 heeft in belangrijke mate in het teken gestaan van (de voorbereiding op) deze decentralisaties. Deze transitie is succesvol afgerond. Zo zijn de noodzakelijke verordeningen vastgesteld en zijn er afspraken met partners in het sociale domein gemaakt. Bij deze transitie hebben we overigens goed samengewerkt met de Wmoraad. De komende jaren zullen beheerst worden door de uitwerking en verfijning van deze transities. Wij pakken deze decentralisaties in onderling verband integraal op. We zoomen in dit programma in op de decentralisaties Werk en Zorg. Kaders De rijksoverheid heeft door landelijke wetgeving de kaders geschapen waarbinnen gemeenten aan inkomstenondersteuning en re-integratie kunnen doen, arbeid kunnen subsidiëren en individuele voorzieningen aan mensen met een beperking kunnen verstrekken. Door gemeentelijk beleid zijn deze kaders ingevuld. Voor de beleidsvorming en de uitvoering werken wij samen met diverse partijen zoals andere gemeenten, het werkplein en het UWV. Met een aantal andere partijen is er een subsidie- of inkooprelatie zoals met IMW en diverse zorgaanbieders. Ontwikkelingen 2014 Programmaonderdeel A: Werk en bijstand • Het gemiddeld aantal Wwb-uitkeringsgerechtigden was over 2014 vergelijkbaar met 2013 en helaas historisch hoog (in 2013 83 en in 2014 84). Het aantal IOAW en IOAZ uitkeringen blijft stabiel (twee en nul). Deze ontwikkeling past bij het beeld van een verslechterde arbeidsmarkt. Zelfs met extra scholing of tijdelijke loonsubsidies was het moeilijk om klanten bij werkgevers aan de gang te krijgen. • De uitstroom naar werk en opleiding nam af, eveneens door de verslechterde arbeidsmarkt. • In 2014 zijn we gestart met Talent2work. De kern van deze methodiek is dat we werkzoekende en werkgevers met elkaar in contact brengen, bijvoorbeeld via bedrijfsbezoeken. Ook proberen we werkzoekende meer geschikt te maken voor de arbeidsmarkt via CV- en sollicitatietrainingen. Tegelijkertijd leggen we contacten met lokale ondernemers. • De uitgaven voor de uitkeringen waren ruim een anderhalve ton hoger dan de middelen die we van het rijk daarvoor ontvingen. Indien de uitvoering rechtmatig was kan het rijk nog een aanvullende uitkering verstrekken van ongeveer € 70.000. In de cijfers is daar al rekening mee gehouden.

Jaarstukken 2014

24


Programmaonderdeel B: Armoedebestrijding • De uitgaven voor dit onderdeel waren historisch hoog. De reden hiervoor was de toename van de werkloosheid. Dit betekent dat er meer mensen komen met een laag inkomen. Er wordt dan door meer mensen een beroep gedaan op regelingen voor minima. • Een andere reden is dat door de integrale aanpak meer klanten in beeld komen. Ook bij contacten met mensen over de Wmo besteden wij aandacht aan inkomen en schuldhulpverlening. • Het aantal personen dat onder bewindvoering wordt gesteld, stijgt aanzienlijk. Dit is een landelijke trend. • Er is een eenmalige koopkrachttoeslag verstrekt aan mensen met een laag inkomen. Deels op aanvraag en deels ambtshalve (aan personen van wie bekend was dat zij voldeden aan de voorwaarden). • We hebben actief over de mogelijkheden van ons armoedebeleid gecommuniceerd in de lokale media en via onze gemeentelijke website. Programmaonderdeel C: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning en het verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen • In 2014 hebben we de gekantelde uitvoering voortgezet. Dat betekende dat we meer keken naar het te bereiken resultaat en naar de eigen kracht van de klant en diens omgeving. Dit leidde tot een afname van het aantal maatwerkvoorzieningen. • We hebben via het mantelzogcafé mantelzorgers en vrijwilligers actief ondersteund. • Voor de huur en koop van hulpmiddelen hebben wij een overeenkomst met Welzorg. Vanwege het niet naleven van contractvoorwaarden op het gebied van levertijden zijn boetes opgelegd. Daarnaast heeft Welzorg, na daar op gewezen te zijn, ouderdomskortingen toegepast op hulpmiddelen die al langer uitstonden. De boetes en ouderdomskorting hadden tot gevolg dat de kosten voor hulpmiddelen lager uitvielen dan voorgaande jaren. • Landelijk werd besloten om vanaf 2014 het vermogensdeel dat meegerekend wordt bij het vaststellen van de eigen bijdrage met 8% te verhogen. Dit heeft tot een onvoorziene stijging van de eigen bijdragen geleid. Het CAK stelt de eigen bijdrage vast en int deze. • Bij de qua uitgaven grootste post, de hulp bij het huishouden daalden de uitgaven voor het derde jaar op rij. Zoals al eerder aangegeven komt dat deels door een gekantelde uitvoering van de wet. Daarnaast nemen we opnieuw een verschuiving waar naar meer zorg via de alfa-hulpen, een verschuiving van hbh2 naar hbh1 en het wegvallen van een aantal dure persoonsgebonden budgetten. Trends 2015 • Begeleiding is als maatwerkvoorziening toegevoegd aan de Wmo. • Het contract voor hulpmiddelen loopt af op 1 juli 2015. Inmiddels is een aanbesteding gestart. • Het contract deeltaxi loopt af op 1 januari 2016. Ook hiervoor loopt een nieuwe aanbesteding. • Het contract hulp bij het huishouden loopt eveneens af per 1 januari 2016. Het contract biedt de mogelijkheid om één jaar te verlengen, waarschijnlijk maken we gebruik van deze mogelijkheid. • In verband met de ambtelijke fusie met Alphen-Chaam en Gilze en Rijen intensiveren wij op het terrein van sociale zaken de samenwerking met beide partners. Met Alphen-Chaam werken wij al intensief samen.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • •

Verzamelverordening Wwb, Ioaw, Ioaz en Bbz Verordening beleidsplatform Baarle-Nassau Verordening sociaal cultureel fonds Verordening voorziening maatschappelijke ondersteuning Regeling kwijtschelding belastingen Verordening Wsw Beleidsplan Wgs Wmo beleidsregels Besluit voorziening maatschappelijke ondersteuning Verordening langdurigheidstoeslag

Jaarstukken 2014

25


Programmaonderdeel A: Werk en bijstand Wat willen we bereiken? 1) Het realiseren van instroom op de reguliere arbeidsmarkt van uitkeringsgerechtigden. 2) Het bieden van betaald werk aan personen die behoren tot de doelgroep van de Wsw. 3) Zorg dragen voor een financieel bestaansminimum aan uitkeringsgerechtigden voor de algemene kosten van bestaan.

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • •

Toerusten ( begeleiden en faciliteren) van uitkeringsgerechtigden zodat ze kunnen instromen op de reguliere arbeidsmarkt, eventueel met een loonkostensubsidie. Waar werk geen realistisch perspectief is, bevorderen we deelname aan de samenleving via vrijwilligerswerk, activiteiten, cursussen of andere vormen van dagbesteding. Werken via de Wsw. Werk kan de vorm hebben van begeleid werken, een Wsw-dienstbetrekking of een persoonsgebonden budget. (tijdelijk) Verstrekken van een financieel bestaansminimum aan uitkeringsgerechtigden voor de algemene kosten van het bestaan. We zorgen voor het rechtmatig en doelmatig verstrekken van financiële middelen.

Programmaonderdeel B: Armoedebestrijding Wat willen we bereiken? 1) Bestrijding van armoede door financiële ondersteuning van huishoudens met een vastgesteld maximum inkomen (afhankelijk van de regeling). 2) Onderbenutting van regelingen tegengaan.


Verstrekken van inkomensondersteuning en doeluitkeringen. Het gaat om financiële ondersteuning, participatie, schuldhulpverlening en bijzondere bijstand. Verstrekken van voorlichting via ‘Ons Weekblad’, website, voorlichtingsmateriaal en via inschakeling netwerk.

Programmaonderdeel C: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning en het verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen Wat willen we bereiken? 1) Het stimuleren van gebruik van voorzieningen. 2) Zelfstandige en actieve deelname van mensen met een functionele beperking aan de samenleving, door het verlenen van inzicht in mogelijkheden die er zijn.


Verstrekken van informatie en advies door medewerkers van Sociale Zaken. Verstrekken van hulp bij het huishouden (hbh), rolstoelen, woon- en vervoervoorzieningen aan mensen met een functionele beperking. Samenwerken met diverse instellingen die onder meer cliëntenondersteuning geven (bijvoorbeeld Mee, maatschappelijk werk, GGZ)

Jaarstukken 2014

26



prog_sub_cat



Exploitatie Lasten

2.765.558

2.943.136

2.948.136

Baten

1.681.191-

1.666.192-

1.651.192-

1.084.367

1.276.944

1.296.944

Urenverantwoording

398.820

369.399

369.399

Totaal Kostenplaatsen

398.820

369.399

369.399

Saldo

1.483.187

1.646.343

1.666.343


1.084.367

1.276.944

1.296.944


Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn € 177.578 lager dan begroot. Onderstaande verklaringen tellen op tot € 174.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 3.578 bedraagt. Programmaonderdeel A: Werk en Bijstand Programmaonderdeel B: Armoedebestrijding Programmaonderdeel C: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning en het verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen

A

C

C

C

C

Omschrijving De bestedingen re-integratie (participatiebudget) zijn lager. De uitgaven sociale werkvoorziening zijn lager, door de verlaging van de taakstelling Wsw. De uitgaven vervoersvoorzieningen zijn lager. Dit komt door opgelegde boetes aan de leverancier, een toepassing van een ouderdomskorting en een daling van het aantal hulpmiddelen. Die daling is ingegeven door de gekantelde aanpak en de stijging van de eigen bijdragen. De uitgaven voor woningaanpassingen zijn lager. Enerzijds door een grote woningaanpassing, welke pas vanaf 2015 kan worden uitgevoerd. Anderzijds door de ontwikkelingen zoals beschreven bij de vervoersvoorzieningen (boetes, ouderdomskorting, gekantelde aanpak). De uitgaven hulp bij het huishouden zijn lager. Dit komt met name door de gekantelde aanpak, de verschuiving van hbh2 naar hbh1 of alfahulpen en de toename van de eigen bijdrage. De uitvoeringskosten wmo zijn lager, hoofdzakelijk door de lagere uitgaven voor uitbesteding administratie aan gemeente Tilburg en de lagere uitgaven voor de Wmo-raad. Totaal verklaard

Jaarstukken 2014

27

Verschil lasten

Incidenteel

-52.000

-52.000

-40.000

-40.000

-41.000

-41.000

-23.000

-23.000

-18.000 -174.000

-18.000

Structureel


De baten zijn € 14.999 hoger dan begroot. Onderstaande verklaringen tellen op tot € 13.000 hoger waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 1.999 bedraagt. Programmaonderdeel A: Werk en Bijstand Programmaonderdeel B: Armoedebestrijding Programmaonderdeel C: Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning en het verlenen van voorzieningen aan mensen met beperkingen

A

A C

Omschrijving De rijksbijdragen bijstandsuitkeringen zijn € 16.000 lager. De inkomsten uit terugvorderingen zijn € 11.000 hoger. De rijksmiddelen re-integratie zijn € 10.000 hoger, door de reserveringsregeling 2013 (Participatiebudget) en de ontvangen vergoedingen van het COA. De rijksmiddelen Wsw zijn daarentegen € 22.000 lager, dit komt met name door de verlaging van de taakstelling Wsw. De ontvangen eigen bijdragen Wmo van het CAK zijn hoger dan begroot. Totaal verklaard

Verschil baten

Incidenteel

-5.000

-5.000

-12.000

-12.000

30.000

Structureel

30.000

13.000

Er zijn geen toevoegingen aan reserves. Er zijn geen onttrekkingen aan reserves.

Jaarstukken 2014

28


Programma 4 Toerisme en economie Missie De gemeente Baarle-Nassau wil een grensoverschrijdend aantrekkelijk recreatief, toeristisch en economisch centrum zijn met respect voor eigen bevolking en omgeving en met oog voor kwaliteit en kleinschaligheid. De gemeente spant zich in om recreatie, toerisme en economie in een ruimere context en in samenwerking te benaderen. Het toeristisch recreatieve economische beleid staat in het teken van het bevorderen van toerisme, recreatie en economische activiteit in Baarle. De gemeente streeft naar een marktgerichte werkwijze.

Context en achtergrond Toerisme, recreatie en economie zijn in de gemeente van oudsher belangrijke onderdelen van het dagelijks leven. De geografische verwevenheid en enclavesituatie, het koopcentrum van regionale betekenis, de vele bedrijfsvestigingen en de landschappelijke waarden in het buitengebied trekken veel bezoekers en zijn van belang voor de vrije tijdbesteding en de werkgelegenheid van de eigen bevolking. Gezien de dynamische regio waarin Baarle-Nassau gelegen is betekent deze positie constante aandacht voor de aspecten die hiermee samenhangen. Verdere uitbouw van de positie vergt van de gemeente extra inspanning. Leidraad voor het toeristisch, recreatief en economisch beleid is de Nota Toeristisch Baarle. Uit deze nota vloeit een uitvoeringsprogramma voort. Dit gebeurt aan de hand van een projectenplanning voor de periode 2013-2016 en de (co)financieringsmogelijkheden. Het uitvoeringsprogramma wordt jaarlijks in juni door het GOB-plenair vastgesteld. In het uitvoeringsprogramma juni 2014 -juni 2015 staan projecten als het moderniseren van de enclavemaquette en de uitvoering van banieren. Voor de financiering geldt dat StOB nadrukkelijk heeft aangegeven te willen bijdragen aan de projecten. Voor StOB is hierbij het uitgangspunt dat zoveel mogelijk ondernemers meebetalen. In 2014 heeft de gemeenteraad het voorstel aangenomen om vanaf 2015 reclamebelasting te heffen waarmee de ondernemersbijdrage vanaf 2015 wordt gefinancierd. Eind 2014 zijn in Baarle-Nassau een tweetal audiozuilen geplaatst die bevrijdingsverhalen vertellen over de gebeurtenissen op die plek. De audiozuilen zijn mede door de gemeente Baarle-Nassau gefinancierd. De audiozuilen maken onderdeel uit van de Liberation Route Europe. De Liberation Route Europe volgt het pad dat de geallieerden bewandelden tijdens de bevrijding van West-Europa. In regionaal verband is de Regionale Detailhandelsvisie West-Brabant 2014-2020 vastgesteld. BaarleNassau heeft in het proces voorafgaand aan het opstellen van de visie de bijzondere verweving van de Belgische en Nederlandse detailhandelsmarkt ingebracht waardoor Baarle-Nassau in de visie is opgenomen als regionaal verzorgend centrum.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • •

Ruimtelijk Economisch Kaderplan; Nota Toeristisch Baarle Bestemmingsplannen; Evenementenbeleid; Subsidieverordening; Markt en standplaatsen verordening; Algemeen Plaatselijke Verordening; Jaarplanning RWB;

Jaarstukken 2014

29


Programmaonderdeel A: Recreatie en Toerisme Wat willen we bereiken? 1) Bevorderen dat de gemeente aantrekkelijk is en blijft voor bewoners en bezoekers. 2) Zorg dragen voor een aantrekkelijke uitstraling van de bebouwde kommen en het buitengebied (zie ook de programma’s 5 en 7) 3) Zorgen voor goed onderhouden, veilige en voldoende recreatieve voorzieningen.

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • • • • • • • • • •

opnemen toeristische en recreatieve kaders in de voorschriften van bestemmingsplannen en in verordeningen onderhouden van goed contact met ondernemers, ondernemersverenigingen, belangengroeperingen, regionale samenwerkingsverbanden en toeristische instanties overleg ‘recreatie ondernemersoverleg en overleg met de VVV deelname aan overleggen en gemeenschappelijke regelingen van regionale samenwerkingsverbanden positieve houding inzake unieke, op de schaal van Baarle-Nassau afgestemde evenementen verlenen van vergunningen verpachten standplaatsen fFaciliteren van evenementen (b.v. plaatsen van dranghekken, beheer kermisterrein) Streven naar een goed gastheerschap subsidie verstrekking aan de VVV reconstructie van oude speeltuinen en aanleg van nieuwe speeltuinen. onderhoud recreatieve voorzieningen. middels overleg partijen uit de regio aanzetten tot het ontwikkelen van routestructuren waarin Baarle is opgenomen.

Programmaonderdeel B: Economische zaken Wat willen we bereiken? 1) Streven naar een gevarieerd detailhandels en horeca bestand. 2) Bevorderen van een gunstig vestigingsklimaat voor lokale ondernemers en voor agrarische bedrijven. 3) Verminderen administratieve lastendruk (uitvoering via programma 1)

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • • • •

onderhouden van contact met ondernemers, marktkooplieden, ondernemersverenigingen, belangengroeperingen en regionale samenwerkingsverbanden het registreren van belangstellenden voor bedrijfsgrond en standplaatsen (half) jaarlijks overleg met ondernemersverenigingen deelname aan overleggen en gemeenschappelijke regelingen van regionale samenwerkingsverbanden het bezoeken van bedrijven verlenen van vergunningen en verpachten van standplaatsen In 2014 is gestart met het opstellen van 2 bestemmingsplannen voor bedrijventerrein: Visweg/Kapelstraat en Visweg/Oordeelsestraat. Dit naar aanleiding van de afgeronde onderzoeken naar vraag/aanbod van bedrijfsruimtes in onze gemeente ter onderbouwing van de eerder regionaal gegeven ruimte van maximaal 5 ha. Hinke Fongers Beheer BV zal als ontwikkelaar optreden.

Wat mag het kosten? Financiën

Jaarstukken 2014

30


.

prog_sub_cat



Exploitatie Lasten

68.766

185.597

125.597

Baten

9.091-

29.279-

29.279-

59.675

156.318

96.318

Urenverantwoording

69.539

81.354

81.354


69.539

81.354

81.354


Resultaatbestemming Toevoegingen aan reserves

40.000

40.000

-


95.000-

95.000-

-

55.000-

55.000-

-

74.215

182.672

177.672

4.675

101.318

96.318

Totaal Resultaatbestemming Saldo Saldo excl. Kostenplaatsen

Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn € 116.831 lager dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 117.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 169 bedraagt. Programmaonderdeel A: Recreatie en Toerisme Programmaonderdeel B: Economische Zaken Omschrijving

A

In 2014 was € 35.000 geraamd voor uitvoeringsplan nota toeristisch Baarle 2014 (loopjaar juni 2014- juni 2015) en € 27.000 voor het project Enclaves in Europa. Daarnaast was van het budget toeristisch Baarle 2013 € 55.000 via de budgetoverheveling overgeheveld van 2013 naar 2014. Voor beide projecten zijn in 2014 geen uitgaven gedaan, waardoor de lasten € 117.000 lager zijn dan begroot. Voor de uitvoering van het uitvoeringsplan 2014 (loopjaar juni 2014- juni 2015) is in de begroting 2015 een bedrag opgenomen van € 52.000. Voor de update van het uitvoeringsplan dat het Gob-plenair in juni 2015 vaststelt zal, indien nodig, extra budget aangevraagd worden.

Jaarstukken 2014

31

Verschil lasten

Incidenteel

-117.000

-117.000

Structureel


De baten zijn € 20.188 lager dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 20.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 188 bedraagt. Programmaonderdeel A: Recreatie en Toerisme Programmaonderdeel B: Economische Zaken

A

Omschrijving

Verschil baten

Incidenteel

Voor het project Enclave in Europa was in de begroting 2014 een te ontvangen subsidiebedrag van € 20.000 opgenomen. Doordat het project niet is uitgevoerd, hebben we ook geen subsidie ontvangen.

-20.000

-20.000

Structureel

De toevoeging aan de reserves is gelijk aan begroot: De onttrekking aan de reserves is gelijk aan begroot:

Jaarstukken 2014

32


Programma 5 Verkeer, vervoer en openbare ruimte Missie De gemeente Baarle-Nassau zorgt voor een blijvend aangename woon- en leefomgeving. Alle wegen zijn daarbij duurzaam veilig ingericht voor alle weggebruikers. Bewoners en bezoekers voelen zich veilig en prettig in de openbare ruimte.

Context en achtergrond Omlegging Baarle Al meerdere jaren zet de gemeente in op het realiseren van de Omlegging Baarle. De bestemmingsplanen aan Nederlandse zijde (zowel het moederplan als de in 2015 vastgestelde technische herziening) zijn vastgesteld. Voor de Belgische zijde is een Provinciaal Ruimtelijke Uitvoeringsplan (PRUP) in procedure. Het PRUP is vastgesteld door de provincie Antwerpen en is inmiddels ook goedgekeurd door de Vlaamse Overheid. Binnenkort wordt de beroepstermijn opengesteld. Men verwacht uiterlijk eind 2015 deze procedure af te ronden. Op 22 januari 2015 is het Koninklijk Besluit genomen voor de onteigening van de nog resterende percelen. In maart 2015 zal de hoorzitting plaatsvinden, waarna de juridische procedure via de rechter afgerond kan worden. Daarmee zijn ook de benodigde gronden voor eind 2015 in bezit van de provincie. Gedurende 2015 zal een grootschalige archeologische opgraving plaatsvinden. De werkzaamheden zijn in maart gestart en zullen ongeveer één jaar duren. De planning is - mits het voorgaande goed kan worden afgerond - om begin 2016 de start van de aanleg te beginnen. Voor de financiële aspecten wordt u verwezen naar de tekst bij het krediet/paragraaf 3. Aanleg fietsstroken icm 60 km buitengebied In 2014 is dit project uitgevoerd en begin december 2014 is het project opgeleverd. De aannemer heeft nu nog een onderhoudsperiode tot juni 2015. Daarna is het project definitief afgerond. De volgende werkzaamheden zijn uitgevoerd: • het gehele buitengebied van Baarle-Nassau is ingericht als 60 km gebied. Er zijn daartoe 34 plateaus en drempels aangebracht. Verder zijn de belijning en de bebording aangepast. • De Chaamseweg Hazenberg en Oordeel Heikant / Voske en Groot Bedaf zijn verbreed naar 5.50 meter. Aan beide zijden van de weg is een fietsstrook van 1.50 meter breed aangebracht in rode asfalt. De totale lengte van de fietsstroken is 11.260 strekkende meter. Tegelijkertijd zijn deze wegen volledig onderhouden. • De Hoogstratensebaan (gedeelte Loveren - Haldijk en gedeelte Schootsenhoek - grens Minderhout) en de Oordeelsestraat, Driehuizen en Pineind zijn voorzien van fietsstroken van 1.50 meter breed. De totale lengte fietsstrook is 10.610 meter. • Op de Molenbaan, Heimolen, Gorpeind, Zondereigensebaan, Nijhoven en Kievit zijn fietssuggestiestroken aangebracht met een breedte van ongeveer 1.00 meter. Het betreft in totaal 9.490 strekkende meter rode asfalt en 2.120 strekkende meter rode cotaing. Verkeerscirculatieplan Door het opstellen van het verkeerscirculatieplan (VCP) komen de toekomstige verkeersstromen (na realisatie van de omlegging) en knelpunten in beeld en worden vervolgens maatregelen voorgesteld om die op te lossen. De aanpassing van de wegenstructuur in de bebouwde kom en het nemen van verkeersremmende maatregelen moeten de leefbaarheid in het centrum vergroten en duurzaam waarborgen. Het opstellen van het VCP voor het centrum zal in nauw overleg met Baarle-Hertog gebeuren. Het VCP heeft raakvlakken met het Masterplan (zie programma 6).

Jaarstukken 2014

33


Rationeel wegbeheer Zoals bekend is het principe van rationeel wegbeheer dat de juiste onderhoudsmaatregelen op het juiste moment kunnen worden uitgevoerd. Een onderhoudsplanning met een meerjarenkostenraming is hierbij leidend. Deze planning is gebaseerd op weginspecties. Door de noodzakelijke bezuinigingen is de jaarlijks storting in het onderhoudsfonds structureel met € 25.000 verminderd. In het voorjaar van 2015 is een nieuwe weginspectie uitgevoerd (samen met de gemeente Gilze en Rijen). De resultaten van deze inspectie leiden tot een nieuwe meerjarenonderhoudsplanning en een nieuwe berekening van de jaarlijkse storting in het onderhoudsfonds rationeel wegbeheer. Via een interactieve presentatie zal de gemeenteraad aan kunnen geven welke kwaliteitsniveaus gewenst zijn. Naast het reguliere klein onderhoud is er in 2014 groot onderhoud uitgevoerd op het Voske, Groot Bedaf, Oordeel Heikant en Chaamseweg Hazenberg (dit in combinatie met de aanleg van fietsstroken en de wegverbreding). Openbare verlichting In 2014 heeft de gemeenteraad van Baarle-Nassau het Beleidsplan Openbare Verlichting vastgesteld. Het terugdringen van het energieverbruik door het toepassen van duurzame ontwikkelingen is een van de speerpunten, naast verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Voor het uitgestrekte buitengebied van de gemeente zijn ook de verkeersveiligheid en sociale veiligheid belangrijk, naast de aandacht voor donkertegebieden. Voor de uitvoering van maatregelen heeft de gemeenteraad een jaarlijks budget van € 25.000 beschikbaar gesteld. In maart 2015 is een voorstel in de gemeenteraad behandeld om aan te sluiten bij een grensoverschrijdende samenwerking (Interreg-project "16 VOLT) om de maatregelen versneld uit te voeren, met financiële ondersteuning van Interreg. Landschapsverbeteringsplan In 2013 is er, vooral door de inzet van een werkgroep, een plan opgesteld voor landschapsversterkende maatregelen. Er leek sprake van een gedragen plan. Echter bleken er kort voor de verkiezingen van maart 2014 veel bezwaren te komen, vooral van aanpalenden die eigenaar zijn van gronden waar, volgens het plan, bomen langs de zandwegen geplant zouden worden. Tot politieke besluitvorming over het plan in de gemeenteraad is het niet meer gekomen. Op 19 juni 2014 heeft er vervolgens een overleg plaatsgevonden tussen de werkgroep en de portefeuillehouder. Daarbij is vooral terug gekeken op het proces. Aan het einde van die vergadering zijn de volgende (belangrijkste) conclusies getrokken: • het plan verdient een tweede kans, aanpassing behoort tot de mogelijkheden; • draagvlak zal onderzocht cq vergroot moeten worden bij belanghebbenden. Er is afgesproken dat de politieke partijen 4 vragen stellen over het vervolg. Dat is inmiddels gebeurt. De 2 belangrijkste conclusies zijn: • Voor het oorspronkelijke plan is onvoldoende draagvlak bij de politieke partijen; • Onderdelen uit het oorspronkelijke plan, die niet ter discussie staan, kunnen aangevuld worden met nieuwe ideeën die dan wel algemeen gedragen moeten worden. Op 20 februari 2015 heeft er een vervolgoverleg plaatsgevonden met de werkgroep, in april 2015 staat een nieuw overleg gepland.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • •

Wegbeheerplan (Rationeel Wegbeheer) Groenbeheerplan Beleidsplan bomen in woonstraten Beleidsplan en herverlichtingsplan Openbare Verlichting Verkeerscirculatieplan Attractiebesluit speeltoestellen Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Toekomstig Masterplan

Jaarstukken 2014

34


Programmaonderdeel A: Wegen Wat willen we bereiken? 1) Goed onderhouden en daardoor veilige en comfortabele wegen, trottoirs, fietspaden en pleinen. 2) Goede openbare verlichting met het oog op de sociale- en de verkeersveiligheid. 3) Een goede en veilige ontsluiting van nieuwe woonwijken en industrieterreinen.


Het uitvoeren van het Wegbeheerplan. Het onderhouden van zandwegen en bermen. Het onderhouden van het straatmeubilair. Het uitvoeren van de gladheidbestrijding. Het aanbrengen en onderhouden van de wegmarkeringen. Het uitvoeren van het Beleidplan Openbare Verlichting, met name de jaarlijkse remplace door energiezuinige lampen en armaturen en het schilderen van de lichtmasten. Het reconstrueren van de Kapelstraat.

Programmaonderdeel B: Groen Wat willen we bereiken? 1) Een aangename woon- en leefomgeving door voldoende, gevarieerd en goed onderhouden openbaar groen. 2) Een aantrekkelijk buitengebied voor inwoners en recreanten. 3) Een vereenvoudiging van de regelgeving met betrekking tot kapvergunningen. 4) Voldoende, veilige en goed onderhouden speelplekken afgestemd op de vraag uit de omgeving. 5) Minder chemische onkruidbestrijding.

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • • • • • •

• •

Het uitvoeren van het Groenbeheerplan. Het herinrichten van het parkgedeelte van het Sint Annaplein. Is afgerond. Het aanleggen van nieuw openbaar groen in nieuwe woonwijken en industrieterreinen. Het bestrijden van ongedierte zoals: processierupsen, ratten en bladluizen. Het in beeld brengen van de overlast door Jacobskruiskruid. Het uitvoeren van jaarlijks onderhoud aan bossen en laanbeplanting. Het uitvoeren van ecologisch bermbeheer. Daarbij worden de wegbermen 2 keer per jaar gemaaid en wordt het maaisel afgevoerd. Zodra de biomassa-centrale in bedrijf is, kan de financiële haalbaarheid worden nagegaan of voor alle wegbermen het maaisel kan worden afgevoerd. Het inrichten van landschapelementen, o.a. ter invulling van de herplantplicht. De landschapselementen zijn reststroken grond die in het kader van de Ruilverkaveling niet toegedeeld kunnen worden, behalve dan aan de gemeente. Het inventariseren van bomen die zonder vergunning niet gekapt kunnen worden, het opstellen van nieuwe raadsvoorstel en een nieuwe verordening. De overige bomen kunnen dan vergunningsvrij gekapt worden. De inventarisatie zal in overleg met de natuurverenigingen worden opgesteld. Het inrichten van speeltuinen. In overleg met de bewoners zal onderzocht worden waaraan precies behoefte is. Het betreft zowel de reconstructie van oude speeltuinen als de aanleg van nieuwe speeltuinen in uitbreidingslocaties. Het in regioverband onderzoeken en lokaal uitproberen van alternatieve bestrijdingsmethoden, zoals bijvoorbeeld vegen, borstelen, heet water.

Jaarstukken 2014

35


Programmaonderdeel C: Verkeer en vervoer Wat willen we bereiken? 1) Veiligheid voor alle weggebruikers op alle wegen, zowel binnen als buiten de bebouwde kommen. 2) Een goed bereikbaar centrum met voldoende en goed aangegeven parkeerplaatsen.

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • • •

• •

• • • •

Het afronden van de haalbaarheidsstudie naar de mogelijke aanleg van fietspaden. Het aanleggen van fietspaden. Het duurzaam veilig inrichten van 30 en 60 km gebieden. Het nemen van verkeersmaatregelen. Het verbeteren van wegranden. Het geven van voorlichting en educatie. Hierbij kan gedacht worden aan de opleiding van verkeersregelaars en verkeersbrigadiers, de samenwerking met de scholen in het kader van het Brabants Veiligheid Label en de samenwerking met en ondersteuning van Veilig Verkeer Nederland. In samenwerking met de provincie Noord-Brabant en de gemeente Baarle-Hertog beginnen met de aanleg van de omlegging om Baarle. Tevens worden de provinciale wegen (Alphenseweg en Turnhoutseweg) op grondgebied van Baarle-Nassau duurzaam veilig ingericht. Het opstellen van een verkeerscirculatieplan. Doel van het verkeerscirculatieplan is om de verkeersstromen ná de realisatie van de omlegging in beeld te brengen en op basis daarvan maatregelen te formuleren om o.a. sluipverkeer te voorkomen. Ook het vaststellen van bevoorradingstijden en het inrichten van laad- en losplaatsen komt aan de orde in het plan. Het voorbereiden van de aansluitingen van de gemeentelijke wegen op de rotondes van de toekomstige omlegging. Het betreft zowel de ruimtelijke procedures als de civieltechnische werkzaamheden. Het aanleggen van een oostelijke parkeerplaats. Het uitvoeren van een onderzoek naar de parkeerdruk in woonwijken en het formuleren van maatregelen. Het aanleggen van een parkeerverwijssysteem.

Jaarstukken 2014

36



prog_sub_cat



Exploitatie Lasten

1.706.096

1.559.975

637.037

53.425-

38.149-

14.054-

1.652.671

1.521.826

622.983

Urenverantwoording

631.655

739.333

739.333


631.655

739.333

739.333

Baten Totaal Exploitatie Kostenplaatsen


105.500

105.500

-


1.034.438-

1.034.438-

-

928.938-

928.938-

-

1.355.388

1.332.221

1.362.316

723.733

592.888

622.983


Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn ongeveer € 146.121 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 143.300 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 2.821 bedraagt. Programmaonderdeel A: Wegen Programmaonderdeel B: Groen Programmaonderdeel C: Verkeer en Vervoer Omschrijving De waterschapsbelasting is flink verhoogd, ongeveer € 8.000 extra lasten. Vanwege de zachte winter is er bijna € 10.000 minder uitgegeven aan strooizout. De kapitaallasten zijn € 54.000 lager vanwege het naar achteren schuiven van de omlegging en daaruit voortvloeiende reconstructie Kapelstraat en Sint Annaplein. Deze kosten waren nog wel geraamd in de oorspronkelijke begroting. Zoals al gemeld aan onze raad van 26 februari 2014 is er via het gemeentefonds een bedrag aangevraagd voor “Suppletie kosten opsporing en ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog”. € 181.309 is hiervoor toegekend. De werkzaamheden zullen door de provincie uitgevoerd en gefactureerd worden. A Zie ook programma 8. De kosten voor onderhoud plantsoenen zijn hoger dan geraamd B vanwege het afvoeren van snoeiafval, dit is hier niet geraamd.

Jaarstukken 2014

37

Verschil lasten

Incidenteel

130.000

130.000

12.000

Structureel

12.000


Aangezien er besloten is om de verkeerstellingen niet uit te besteden en zoveel mogelijk zelf uit te voeren is er in 2014 ongeveer € 5.000 minder uitgegeven. De kapitaallasten zijn € 2.700 lager vanwege het vervallen van het krediet bushalte Hoogbraak. Om later parkeervoorzieningen te realiseren is € 9.000 gestort in het C parkeerfonds. Totaal verklaard

1.300

1.300

143.300

De baten zijn € 15.276 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 16.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 724 bedraagt. Programmaonderdeel A: Wegen Programmaonderdeel B: Groen Programmaonderdeel C: Verkeer en Vervoer

C C

Omschrijving Er is € 9.000 ontvangen en gestort in het parkeerfonds om parkeervoorzieningen later te realiseren. Daarnaast is er € 11.045 cofinanciering mensgerichte maatregelen ontvangen over 2013. Er zijn geen inritten aangelegd in 2014 en de leges parkeerontheffingen zijn lager dan geraamd. Totaal verklaard

Verschil baten

Incidenteel

20.000

20.000

-4.000

-4.000

Structureel

16.000

De toevoeging aan de reserves is zoals begroot. De onttrekking aan de reserves is zoals begroot.

Jaarstukken 2014

38


Programma 6 Milieu en afval Missie Baarle-Nassau wil zorgen voor een grensoverschrijdend, veerkrachtig en veilig watersysteem, waarbij water duurzaam wordt gebruikt. Natuur en natuurwaarden worden verbeterd waardoor een grotere diversiteit aan organismen ontstaat. De programmaonderdelen milieu, afval en riolering dragen bij aan een blijvend goede volksgezondheid.

Context en achtergrond Riolering Volgens de Wet Milieubeheer en de Wet verankering en bekostiging gemeentelijke watertaken hebben gemeenten zorgplichten voor: • de inzameling en transport van afvalwater (afvalwaterzorgplicht) • de inzameling en verwerking van overtollig hemelwater (hemelwaterzorgplicht) • de inzameling en verwerking van overtollig grondwater (grondwaterzorgplicht). Deze zorgplichten zijn gebaseerd op de algemene beginselen die ten grondslag liggen aan de rioleringszorg: • het beschermen van de volksgezondheid; • het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving; • het beschermen van natuur en milieu. In december 2011 is in het GOB-plenair het nieuwe vGRP 2012 - 2016 (verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan) vastgesteld. Baarle-Nassau streeft er naar de rioolheffing zoveel mogelijk stabiel te houden. Vooral de investeringskosten kunnen jaarlijks fors fluctueren, waardoor jaarlijks tekorten of overschotten ontstaan. Om deze verschillen op te kunnen vangen is een voorziening gevormd. Bij deze financieringsvorm is er dus geen sprake van een kostendekking op jaarbasis, maar over meerdere jaren. Bij de vaststelling van de leges en tarieven is eind 2012 discussie ontstaan over de hoogte van de rioolheffing. Bij de vaststelling van het vGRP is namelijk niet expliciet besloten voor kostendekkingsvariant 3. Deze variant 3 gaat uit van een jaarlijkse indexering + een aanvullende stijging van 1,78% per jaar. Doordat de kosten voor de onderhoudsmaatregelen nu meevallen is deze aanvullende stijging vooralsnog niet meer noodzakelijk. Bij het opstellen van het nieuwe vGRP (start januari 2016) zal een nieuwe doorrekening gemaakt worden. De nieuwe systematiek van toerekening van alle rioleringskosten zal dan ook geëvalueerd worden. De, in 2014 uitgevoerde, rioolinspectie heeft nog niet geleid tot concrete onderhoudsmaatregelen. Er is hierover afstemming gezocht binnen het samenwerkingsverband De Baronie. Waarschijnlijk kunnen de onderhoudsmaatregelen opgenomen worden in een gezamenlijk onderhoudsbestek met o.a. de gemeente Breda. In 2014 is veel aandacht besteed aan het opsporen van verkeerde aansluitingen (van regenwater) op de drukriolering. De foutaansluitingen zijn geconstateerd via een rookonderzoek. De betreffende eigenaren zijn aangeschreven, maar alle fouten zijn nog steeds niet opgelost. Er wordt daarom in 2015 een handhavingstraject opgestart. Via de nieuwe module XDM, behorende bij het rioolgemalenbeheerprogramma Aquaview++ is uit een managementrapportage gebleken dat de onderhoudstoestand van de hoofdgemalen goed te noemen is. Milieu De gemeente wil een gezonde leefomgeving waarborgen. Maatregelen die nodig zijn om de klimaatverandering positief te beïnvloeden zijn hierbij nodig. In het algemeen kan hierbij gedacht worden aan het stimuleren van energiebesparende maatregelen en het toepassen van duurzaam opgewekte energie. De gemeente wil hierbij een stimulerende rol vervullen. Binnen de Regio WestBrabant is, als opvolger van het project Stimulering Lokaal Klimaatbeleid, de EnergieAgenda 2013-

Jaarstukken 2014

39


2020 door de Bestuurscommissie Duurzaamheid vastgesteld. Deze is ook door Baarle-Nassau omarmd. In 2014 werkte de gemeente in regionaal verband aan projecten binnen deze EnergieAgenda. Er werd gekeken naar projecten die naar verwachting het beste realiseerbaar zijn en die reëel bijdragen aan het behalen van de regionale duurzaamheiddoelstellingen (CO2- reductie, energiebesparing- en opwekking). In 2014 is daarom het project ‘Isoleren loont’ gestart. Binnen dit project werden energieambassadeurs aangesteld om lokale woningeigenaren te ondersteunen bij het eventueel treffen van energiebesparende maatregelen in de eigen woning. Op grond van de daadwerkelijke situatie werd bepaald welke maatregelen voor een woningeigenaar het meest interessant en effectief zijn (adviezen op maat). Door de energieambassadeurs werden 11 adviezen uitgebracht voor onze gemeente. In 2013 met een doorloop in 2014 is ook gestart met het regionale project 'Benut je ZON' om de aanschaf van zonnepanelen te stimuleren. Als extra stimulans verstrekte de gemeente in de periode tot 31 december 2014 startpremies van € 250 per initiatief. In totaal werden 15 startpremies verstrekt. Vanuit de voorbeeldfunctie is een set zonnepanelen aangeschaft die geplaatst zijn op het gemeentehuis. De milieutaken op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving worden sinds 2013 uitgevoerd door de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant. Afval De gemeente heeft een prominente taak als het gaat om afvalinzameling. Dit gebeurt door een huis aan huis inzameling van restafval, GFT-afval, oud papier en plastic afval en door het bieden van de mogelijkheid voor het brengen van grof afval naar de milieustraat. Naast de gemeentelijke inzameltaken is het voorkomen van zwerfafval een belangrijk item. Middels toezicht door de BOA wordt hieraan uitvoering gegeven. Ook is in 2014 de deelname gestart aan het regionale zwerfafvalproject "Schôôn Broabant". Samen met Alphen-Chaam, Drimmelen, Etten-Leur, Halderberge, Moerdijk, Werkendam, Woudrichem en Zundert zet Baarle-Nassau zich met behulp van dit project in om zwerfafval terug te dringen.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Wet Milieubeheer Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) Algemene wet bestuursrecht Landelijk Afvalstoffenplan (LAP) Milieuwetgeving en Algemene Maatregelen van Bestuur Provinciaal Milieubeleidsplan Algemeen Plaatselijke Verordening (APV), Afvalstoffenverordening Verbreed Gemeentelijk Riolering Plan Vierde Nota Waterhuishouding van het Rijk Provinciale Waterhuishoudingplan 2 Beleidsplannen en keuren van de waterschappen Europese Kaderrichtlijn water Wet bodembescherming, Lozingenbesluit bodembescherming Wet geluidhinder milieujaarverslag en milieujaarprogramma van de gemeente Baarle-Nassau Integrale handhavingnotitie Diverse convenanten.

Jaarstukken 2014

40


Programmaonderdeel A: Milieu Wat willen we bereiken? 1) 2) 3) 4) 5)

Een actueel milieuvergunningenbestand, o.a. in verband met veiligheid. Een goede naleving van alle milieuregels. Een gezonde leefomgeving Voldoen aan de afspraken uit het klimaatbeleid door samenwerking in de Regio West-Brabant. Bewuste inwoners op het gebied van natuur en milieu.

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • • • • • • •

Het verlenen, actualiseren, intrekken en wijzigen van vergunningen en meldingen. Het geven van voorlichting over milieuzorg bij bedrijven. Toezicht houden op en handhaven van milieuvergunningen. Afhandelen van klachten en meldingen. Het actueel houden van gemeentelijke milieuregels. Uitvoeren van onderzoeken op het gebied van geluid, bodem en lucht. Het adviseren in het kader van bestemmingsplannen, vrijstellingsprocedures en bouwvergunningen. Het stimuleren van duurzaam energiegebruik zoals biomassa, zonne-energie, koude/warmte opslag. Het geven van voorlichting aan in- en externe doelgroepen. Het opzetten en uitvoeren van projecten in regionaal verband.

Programmaonderdeel B: Afval Wat willen we bereiken? 1) Een doelmatige inzameling, transport en verwerking van huishoudelijk afval. 2) Minder huishoudelijk en milieuschadelijk afval en zwerfafval.


Het aanbesteden van de afvalinzameling en het toezien op de naleving. Het afhandelen van klachten en meldingen. Het beschikbaar stellen van inzamelmiddelen. Het in stand houden van de gezamenlijke milieustraat van Baarle-Nassau, Baarle-Hertog en Alphen-Chaam. Het geven van voorlichting over het scheiden van afvalstromen. Het onderzoeken van sluikstortingen en het verbaliseren (Boa) Het verwijderen van zwerfafval.

Jaarstukken 2014

41


Programmaonderdeel C: Riolering en waterhuishouding Wat willen we bereiken? 1) De inzameling en het transport via de riolering van alle afvalwater en zo weinig mogelijk regenwater naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. 2) Minder vuilemissie naar oppervlakte- en grondwater en naar de bodem. 3) Voorkomen van wateroverlast. Daarbij kan gedacht worden aan natte voeten en stank. 4) Goede (schone) kwaliteit van afstromend regenwater naar het ecosysteem. 5) Versterking van de regionale samenwerking. 6) Bewustwording van burgers en bedrijven.


Uitvoering geven aan het vastgestelde gemeentelijke rioleringsplan vGRP 2012 - 2016 Afkoppelen van schone verharde oppervlaktes van de riolering en infiltreren van het regenwater in de bodem. Aanleggen van gescheiden rioleringsstelsels in nieuwe uitbreidingsplannen en industrieterreinen.

Jaarstukken 2014

42



prog_sub_cat



Exploitatie Lasten

954.912

1.139.787

1.125.582

1.073.339-

1.213.659-

1.286.466-

118.428-

73.872-

160.884-

Urenverantwoording

358.049

266.538

266.538


358.049

266.538

266.538

Baten Totaal Exploitatie Kostenplaatsen


20.573

-

-


138.465-

135.898-

43.091-

117.892-

135.898-

43.091-

121.730

56.768

62.563

236.320-

209.770-

203.975-


Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn € 184.875 lager dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 190.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 5.125 bedraagt. Programmaonderdeel A: Milieu Programmaonderdeel B: Afval Programmaonderdeel C: Riolering en waterhuishouding

A

A

B

Omschrijving Tijdens het opstellen van de begroting waren nog niet alle decentralisaties van milieutaken afgerond. Inmiddels is de decentralisatie afgerond en worden de VVGB-taken door de Omgevingsdienst Midden-West Brabant uitgevoerd. De niet geraamde lasten voor deze VVGB-taken zijn € 22.174.. Daarnaast is er van de Omgevingsdienst MWB een eindafrekening over 2013 ontvangen van € 13.394. In 2014 is € 3.408 uitbetaald aan proceskosten en griffierecht in verband met ingediende beroepschriften tegen milieuvergunningen. In 2014 zijn er nauwelijks uitgaven (€ 235) gedaan voor de bodemkwaliteitskaart en bodemkeuringen. Hierdoor zijn de lasten € 5.225 lager. Tijdens het opstellen van de begroting 2015 waren de cijfers van de exploitatie door IOK in combinatie met Baarle-Hertog nog niet bekend. Daarom is er toen voor gekozen om de begroting 2015 op te stellen op basis van de exploitatiekosten uit de afgelopen jaren. De uitgaven en inkomsten waren hierdoor veel hoger geraamd omdat Baarle-Nassau tot en met 2012 de gehele facturering verzorgde. Het saldo van de begrote lasten (€ 275.879) en begrote baten (€ 198.00) was per saldo € 77.879. Het werkelijke exploitatiesaldo milieustraat is € 89.054 (lasten € 161.868 en baten € 72.814).

Jaarstukken 2014

43

Verschil lasten

Incidenteel

12.000

12.000

-5.000

-5.000

-114.000

-114.000

Structureel


C

C

Het verschil tussen de geraamde en werkelijke kosten milieustraat is € 11.175. Dit hogere saldo komt met name door hogere personeelskosten en een lager ontvangen bedrag aan pin- en knipbetalingen. Zie ook het verschil bij de baten. In het vigerende vGRP is een jaarlijkse post van € 98.750 voor de uitvoering van groot onderhoud aan de riolering opgenomen. In 2014 is er nauwelijks groot onderhoud uitgevoerd. Dit verklaart een verschil van € 76.000. De rioolinspectie uit het voorjaar 2014 heeft nog niet tot concrete onderhoudsmaatregelen geleid, omdat eventuele maatregelen worden afgestemd in het samenwerkingsverband Waterkring de Baronie. Uitvoering is voorzien in 2015, waarschijnlijk in een gezamenlijk bestek met de gemeente Breda. De storting in het onderhoudsfonds vGRP was in de begroting opgenomen als onttrekking. In de jaarrekening is deze reservering als negatieve storting opgenomen. Zie ook het verschil bij de baten. Totaal verklaard

-76.000

-76.000

-7.000 -190.000

-7.000

De baten zijn € 140.320 lager dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 141.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 680 bedraagt. Programmaonderdeel A: Milieu Programmaonderdeel B: Afval Programmaonderdeel C: Riolering en waterhuishouding

B

B

B

C

C

Omschrijving Voor het gescheiden inzamelen van kunststof, glas en papier wordt op basis van het aantal ingeleverde kilo’s een vergoeding ontvangen. Door de gunstige inzamelresultaten zijn deze baten € 9.437 hoger dan begroot. Voor de deelname aan het project “regionale aanpak zwerfafval” is over de jaren 2013 en 2014 een vergoeding ontvangen van € 15.969. Het niet bestede deel van deze vergoeding moet beschikbaar gehouden worden voor uitgaven in 2015. Dit bedrag (€ 9.000) is daarom via de lasten gestort in de voorziening zwerfafvalvergoeding. Tijdens het opstellen van de begroting 2015 waren de cijfers van de exploitatie door IOK in combinatie met Baarle-Hertog nog niet bekend. Daarom is er toen voor gekozen om de begroting 2015 op te stellen op basis van de exploitatiekosten uit de afgelopen jaren. Zowel de uitgaven als de inkomsten waren hierdoor veel hoger geraamd omdat Baarle-Nassau tot en met 2012 verantwoordelijk was voor de gehele facturering. Het saldo van de begrote lasten (€ 275.879) en begrote baten (€ 198.00) was per saldo € 77.879. Het werkelijke exploitatiesaldo milieustraat is € 89.054 (lasten € 161.868 en baten € 72.814). Het verschil tussen de geraamde en werkelijke kosten milieustraat is € 11.175. Dit hogere saldo komt met name door hogere personeelskosten en een lager ontvangen bedrag aan pin- en knipbetalingen. Zie ook het verschil bij de lasten. De lagere opbrengst afvalstoffenheffing heeft voor € 1.361 betrekking op verminderingen naar aanleiding van ingediende bezwaarschriften en oninbaar verklaarde posten. Het restant € 10.958 wordt veroorzaakt door mutaties (zoals verhuizingen en leegstaande woningen) en een verschil in begroot aantal containers en werkelijke aantal containers. Bij de vaststelling van het vGRP is besloten om de lasten vGRP inclusief BTW te koppelen aan de opbrengst rioolheffing. De geraamde lasten vGRP (inclusief storting/onttrekking aan het onderhoudsfonds vGRP) zijn in 2014 € 503.082. De geraamde opbrengst rioolheffing is hierdoor ook € 503.082. Bij de tariefberekening 2014 is uitgegaan van het laatst bekende aantal m3 waterverbruik. Doordat het werkelijke aantal m3 waterverbruik ongeveer 20.000 m3 lager is, is ook de opbrengst rioolheffing € 22.600 lager dan geraamd. De storting in het onderhoudsfonds vGRP was in de begroting opgenomen als onttrekking. In de jaarrekening is deze reservering als negatieve storting opgenomen. Zie ook het verschil bij de lasten. Totaal verklaard

Jaarstukken 2014

Verschil baten

Incidenteel

26.000

26.000

-125.000

-125.000

-12.000

-12.000

-23.000

-23.000

-7.000

-7.000

Structureel

-141.000

44


De toevoeging aan de reserves is € 20.573 hoger dan begroot: De nacalculatie van het product rioolheffing wordt gedaan op basis van de werkelijke lasten en baten conform de opzet vGRP. Het saldo van deze producten is in 2014 € 20.573 positief. De belangrijkste oorzaak van dit positieve saldo zijn de lagere lasten vrijverval- en drukriolering. De onttrekking aan de reserves is € 2.567 lager dan begroot: Er zijn geen belangrijke verschillen.

Jaarstukken 2014

45


Programma 7 Ruimtelijke ontwikkeling Missie De gemeente streeft naar een zo optimaal mogelijk gebruik van het grondgebied binnen haar gemeentegrenzen. Dat geldt voor het stedelijke gebied en het buitengebied, waarbij telkens met de voor die specifieke gebieden geldende (rand)voorwaarden rekening zal worden gehouden. Het voorzien in de huisvestingsbehoefte is een kerntaak voor het stedelijke gebied, waarbij stedenbouwkundige kwaliteiten een hoofdrol spelen en het behoud en zo mogelijk verbeteren van natuur- en landschapswaarden een kerntaak is in het buitengebied.

Context en achtergrond Volkshuisvesting Volkshuisvestingbeleid is het sturingsmiddel van de gemeente op de woningbouwproductie en de wijze waarop de bevolking gehuisvest is. Naast het bepalen van de locatie en typologie (bijvoorbeeld appartement/grondgebonden; koop/huur) van woningen moet men denken aan het verstrekken van starterleningen, mogelijkheden bieden aan particulier opdrachtgeverschap, wonen en zorg en afspraken met woningbouwcorporaties. Eind 2015 zal de gemeente een nieuwe woonvisie op gaan stellen, waarin een actueel beleid ten aanzien van de woningvoorraad wordt vastgelegd (nieuwbouw en bestaande bouw). Hoewel het op dit moment niet in concrete projecten wordt gehanteerd kent de gemeente ook nog het "Huisvestingsbeleid verkoop bouwkavels en koopwoningen". Dit beleid legt vast hoe de gemeente de verkoop daarvan regelt. Dit beleid vindt nu geen toepassing, omdat het niet past bij het CPO-collectief en de particuliere ontwikkelaars gezien de huidige woningmarkt (waarbij meer aanbod is dan vraag) de ruimte wordt geboden zelf de verkoop te regelen. De bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant geeft een minder rooskleurig beeld ten aanzien van de mogelijkheden om, naast de bestaande plannen, nieuwe woningen toe te voegen. Dit heeft ertoe geleid dat Baarle-Nassau in regioverband niet heeft ingestemd met het vastgestelde richtgetal. De opgave is nu dat door middel van uitwisseling met gemeenten binnen de regio het woningbouwprogramma alsnog wordt veilig gesteld. In het regionaal overleg in juni 2015 zal hierover een besluit worden genomen. CPO project Baarle Bouwt Collectief Ook Baarle-Nassau kent een project in collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO), waarbij een groep inwoners samen een bouwplan ontwikkelt. De locatie Nassauveste zal in 2015 tot ontwikkeling komen met 34 woningen. Er zijn woningen voor starters, doorstromers en senioren. Omdat de locatie Nassauveste in eigendom van de gemeente is, is er een grondexploitatie geopend, waarbij de ambtelijke kosten, kosten van wegaanleg, benodigde advieskosten, etc. gedekt worden uit de grondverkoop. Janshove Na jarenlang trachten samen tot een project te komen hebben Thebe en Leystromen eind 2014 geconcludeerd dat een gezamenlijk project niet haalbaar is. In 2015 worden afspraken gemaakt hoe deze partijen naast elkaar een nieuw zorgcomplex Janshove (Thebe) en sociale huurappartementen (Leystromen) gaan bouwen. Getracht wordt dit binnen het geldende bestemmingsplan te doen, zodat er tijdswinst geboekt kan worden. Monumenten Monumenten binnen de gemeente, rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten, willen wij in stand houden en beschermen tegen verval en sloop. Bouwen De gemeente wil een zo evenwichtig mogelijke verdeling van woonruimte en voldoende mogelijkheden creëren voor het bouwen van woningen, afgestemd op de plaatselijke vraag.

Jaarstukken 2014

46


Bouwwerken worden op een verantwoorde wijze ingepast in de omgeving. Bouwen en slopen gebeurd duurzaam en veilig. Ruimtelijke ordening De gemeente stuurt door middel van bestemmingsplannen en de toepassing daarvan en beschermt en ontwikkelt waarden. In 2012 is het bestemmingsplan Dorpen voor de bebouwde kom geactualiseerd. Voor het buitengebied zijn diverse actualisatieplannen in procedure gebracht, die niet allemaal het succesvol zijn afgerond. Eind 2015 zal gestart worden met een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied. 2015 wordt het jaar waarin de nieuwe omgevingsvisie (structuurvisie) wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Dit document wordt met behulp van inwoners en belangenorganisaties van onderaf vorm gegeven. De omgevingsvisie wordt gezien als een belangrijk gemeentelijk instrument om de regie te kunnen voeren op de gemeentelijke ontwikkelingen en de initiatieven van derden. Ten slotte zijn er voortdurend bestemmingsplanherzieningen (en Wabo projectbesluiten) in procedure om ontwikkelingen mogelijk te maken die ruimtelijke wenselijk zijn, maar niet passen binnen de geldende bestemmingsplannen. Masterplan centrum Er is gestart met het opstellen van een nota van uitgangspunten. Deze nota wordt tevens bij BaarleHertog onder de aandacht gebracht worden. In dit Masterplan wordt de gewenste inrichting van de openbare ruimte in de kern van Baarle weergegeven, nadat de omlegging een feit is. Het verkeerscirculatieplan en de toeristische visie dienen hierbij als input. In 2015 wordt ook de raad op diverse momenten betrokken worden bij dit masterplan. Erfbeplanting bestemmingsplan In het bestemmingsplan wordt bebouwing zodanig gerealiseerd dat dit landschappelijk goed ingepast wordt. Aanleg ecologische verbindingszones Er zijn geen subsidiemogelijkheden bij de Provincie voor grondverwerving en aanleg van EVZ's. Stimuleringskader groen blauwe diensten Natuur en landschap dienen ten minste behouden te blijven en waar mogelijk versterkt. Het stimuleringkader groen blauwe diensten is voor vier jaar verlengd en loopt nu tot en met 2017. In het kader van deze regeling kunnen agrariërs en particulieren op vrijwillige basis natuur aanleggen. Basisregistraties (NUP) De invoering, bijhouding en koppeling van basisregistraties zorgt voor betere eenduidige gegevenshuishouding voor de gehele overheid. Onder het mom van eenmalig inwinnen, meervoudig gebruik is er één juist gegeven dat door de gehele overheid verplicht gebruikt moet worden.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • •

Woonvisie 2007 – 2016; Verordening Starterslening Baarle-Nassau; Huisvestingsbeleid verkoop bouwkavels en koopwoningen; Nota Grondbeleid; Nota Grondprijsbeleid e.v.; Monumentenverordening en subsidieregeling; Bouwverordening.

Jaarstukken 2014

47


Programmaonderdeel A: Bouwen, volkshuisvesting en monumenten Wat willen we bereiken? Bouwen 1) We willen eenvoudigere regelgeving (WABO) zonder afbreuk te doen aan veiligheids- en gezondheidsaspecten, zodat het voor de inwoners makkelijker wordt om een vergunning aan te vragen. Volkshuisvesting 1) Het conform de Woonvisie 2007-2016 realiseren van woningbouw. 2) Extra woonkansen bieden aan starters. 3) Het maken van actuele prestatieafspraken, gebaseerd op een onderliggend convenant, met de woningbouwcorporaties. 4) Burgers kunnen zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven wonen. 5) Bovenop het kaderstellend woningbouwprogramma zijn extra woningen gebouwd in het kader van “Ruimte voor Ruimte”. Monumenten 1) Binnen de gemeente het huidige bestand van gemeentelijke en rijksmonumenten in stand houden en waar mogelijk is versterken.

Wat doen we om dat te bereiken? Bouwen • Gevraagd en ongevraagd bouwkundig adviseren van interne en externe klanten. • Voorbereiden en gestalte geven aan de omgevingsvergunning (WABO). Volkshuisvesting • Het uitvoeren van het beleid uit de Woonvisie. • Het verstrekken van Startersleningen. • Het sluiten van prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties Leystromen en Thuisvester. • Het meewerken aan woningaanpassingen voor het levensloopbestendig maken van bestaande woningen en/of het verlenen van vrijstellingen in het kader van de mantelzorgregeling. • Afspraken maken met ontwikkelende partijen over de bouw van levensloopbestendige woningen (o.a. Domotica/Woonkeur en zorgmogelijkheden aan huis). Zie ook de relatie met programma 2. • Het realiseren van het plan Nassaulaan. • Een positieve grondhouding innemen tegenover “Ruimte voor Ruimte”-initiatieven. Monumenten • Voorlichting geven aan de eigenaren van monumenten en waar mogelijk is subsidie verstrekken om het monument in stand te houden.

Jaarstukken 2014

48


Programmaonderdeel B: Natuur en landschap Wat willen we bereiken? 1) Behoud/bescherming en ontwikkeling van hoogwaardige natuur en landschap (o.a. ecologische hoofdstructuur en natte natuurparel). 2) Faciliteren van een adequaat waterbergingsbeleid. 3) Realisering van ecologische verbindingszones. 4) Stimuleringsubsidie blauwe en groene diensten. 5) Duurzame landbouw heeft in Baarle-Nassau toekomstperspectief. 6) Toevoeging nieuwe elementen (landschappelijke inpassing) bij ontwikkeling van landbouw. 7) Behoud/ bescherming landschapselementen.

Wat doen we om dat te bereiken? • • • • •

Handhaven voorschriften in de bestemmingsplannen. Toetsen en (evt. onder voorwaarden) verlenen aanlegvergunningen. Weren van kapitaalsintensieve investeringen in toekomstige waterbergingsgebieden. Toepassen subsidieregeling blauwe en groene diensten. Ondersteuning van potentiële verplaatsers intensieve veehouderij door bestemmingsplanherzieningen.

Programmaonderdeel C: Ruimtelijke ordening Wat willen we bereiken? 1) Voldoende ruimte voor woningbouw. 2) Stimulering van economische activiteiten in bebouwde kom, kernrandzones en buitengebied (zie programma 4). 3) Verbetering stedenbouwkundige samenhang Baarle-Nassau en Baarle-Hertog. 4) Verbetering van de kwaliteit van het centrumgebied/ openbare ruimte. 5) Iedereen kan eenvoudig inzien hoe de ruimtelijke beleidsdoelstellingen worden nagestreefd.


Realiseren van woningbouw op “Limfa-terrein”. Verplaatsen/beëindigen agrarische bedrijven ten behoeve van realisering woningbouw “Maaijkant”. Uitvoeren woningbouwprogramma centrumplan. In bestemmingsplannen ruimte bieden aan economische activiteiten, toegespitst op de omgeving en locatie (zie programma 4). Zie programma 4 plus ondersteunen/faciliteren van particuliere initiatieven die bijdrage leveren tot behalen doelstelling. Digitaliseren bestemmingsplannen. Opstellen en vaststellen van een omgevingsvisie

Jaarstukken 2014

49



prog_sub_cat



Exploitatie Lasten

582.921

580.750

550.051

Baten

893.475-

540.289-

635.289-

310.554-

40.461

85.238-

870.947

1.132.871

1.132.871

38.474

-

-

909.421

1.132.871

1.132.871

Totaal Exploitatie Kostenplaatsen Urenverantwoording Overige verrekeningen Totaal Kostenplaatsen Resultaatbestemming Toevoegingen aan reserves

317.587

98.750

-


169.762-

169.762-

25.758-


147.825

71.012-

25.758-

Saldo

746.692

1.102.320

1.021.875

162.729-

30.551-

110.996-


Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn € 2.171 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 2.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 171 bedraagt. Programmaonderdeel A: Bouwen, volkshuisvesting en monumenten Programmaonderdeel B: Natuur en Landschap Programmaonderdeel C: Ruimtelijke ordening

A

A

Omschrijving In de begroting 2014 was voor de controle van de recreatieparken € 100.000 opgenomen. Als gevolg van de resultaten van park De Kievit heeft het college besloten om de overige parken niet conform het vastgestelde plan van aanpak te controleren. Voor de controle op basis van deze nieuwe aanpak zijn in 2014 nauwelijks kosten, waardoor deze lasten € 99.317 lager waren. De oninbaarheid van de bouwleges hebben we in 2014 beoordeeld. Mede gelet op de oudheid is het bij een aantal vorderingen dubieus of deze bedragen nog ontvangen gaan worden. Daarom is voor deze vorderingen een voorziening gevormd. Van de bouwleges is € 12.095 in deze voorziening gestort. Door de stijging van het aantal bezwaarschriften ingediend door No Cure No Pay bureaus was in de begroting rekening gehouden met € 15.000 aan vergoeding kosten WOZ-bezwaren. In werkelijkheid was het aantal vergoeding aanvragen lager waardoor er in 2014 € 2.640 minder aan vergoedingen is uitbetaald. Het restant verschil van € 6.648 heeft betrekking op diverse lagere WOZ-kosten zoals controle taxaties, taxatiekosten n.a.v. bezwaar en/of beroep, juridische kosten en minder meerwerk waardevast waarderen.

Jaarstukken 2014

50

Verschil lasten

Incidenteel

-87.000

-87.000

-9.000

-9.000

Structureel


A

B

Er is minder expertise ingehuurd voor handhaving. Vooral voor herplantplicht en inrichting landschapselementen is minder uitgegeven vanwege het ontwikkelen van het Landschapsverbeteringsplan. In 2014 is er maar een subsidiebedrag voor onderhoud monument uitbetaald, waardoor € 6.419 van het subsidiebedrag niet is uitgegeven. De overige lasten monumentenzorg waren in totaal € 7.483 lager. De belangrijkste oorzaken hiervan zijn lagere advieskosten incl. regio-archeoloog (€ 5.667) en lagere lasten monumentencommissie (€ 1.015).

A

C

C

C

De uitgaven voor de kredieten algemene planningen (bestemmingsplannen en structuurvisie) zijn € 67.090 lager. Het restantverschil van € 1.182 heeft geen belangrijke oorzaak. Ten behoeve van de bedrijfsverplaatsingen plan Maaijkant worden gronden gekocht en door verkocht aan de Provincie Noord-Brabant. In 2014 is de eerste gemeentelijke bijdrage van € 127.500 betaald. In 2014 was € 71.000 begroot voor het bouwen woonrijp maken van plan Reigerlaan / voormalige woonwagenlocatie (€ 66.000) en werkzaamheden Maaijkant (€ 5.000). In werkelijkheid zijn de lasten bouwen woonrijp maken € 205.955. Het verschil heeft voornamelijk betrekking op reeds gemaakte kosten plan Nassauveste, hogere kosten werkzaamheden plan Maaijkant en kosten projecten van derden. Over de boekwaardes van de grondexploitatie wordt rente (kapitaallasten) berekend. Door een verschil tussen de geraamde en werkelijke boekwaardes (op 1-1-2014) is de rente € 13.991 lager dan begroot. De lasten die vallen onder GEO-informatie zijn per saldo € 51.993 lager. Doordat onder deze taak diverse onderwerpen vallen zijn hieronder per taak de belangrijkste verschillen opgesomd: - GBKN: lagere kosten mutatiebijhouding, massale output en inmetingskosten € 11.000. Deels worden deze lagere lasten veroorzaakt door de combinatie van taken met de pre-BGT. - Luchtfoto's: lagere lasten € 8.000, door lagere beheerkosten van de cyclorama’s doordat een deel van de kosten in 2013 verantwoord is. - Mutatiesignalering luchtfotovergelijking: lagere lasten € 5.000, doordat er heeft geen mutatiesignalering heeft plaatsgevonden - BAG: lagere lasten € 28.000, doordat de werkzaamheden voor de controle van de uitvallijsten mutatiesignalering BAG niet zijn uitgevoerd. Deze worden in 2015 uitgevoerd. Totaal verklaard

Jaarstukken 2014

-6.000

-6.000

-6.000

-6.000

-14.000

-14.000

-68.000

-68.000

244.000

244.000

-52.000

-39.000

-13.000

2.000

51


De baten zijn € 353.186 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 355.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 1.814 bedraagt. Programmaonderdeel A: Bouwen, volkshuisvesting en monumenten Programmaonderdeel B: Natuur en Landschap Programmaonderdeel C: Ruimtelijke ordening

A C

C

Verschil baten

Incidenteel

-39.000

-39.000

10.000

10.000

384.000

384.000

Omschrijving De baten uit leges bouwen inrit/aanlegvergunningen zijn € 38.805 lager dan geraamd was. Bij de Berap 2014 hebben we een aanname gedaan van het aantal nog te verlenen bouwvergunningen in combinatie met de reeds verleende bouwvergunningen. Ondanks deze bestelling zijn de leges opbrengsten toch nog lager uitgevallen. De ontvangen leges bestemmingsplannen zijn € 10.614 hoger dan begroot mede door een aantal buitenplanse afwijkingen. De baten vanuit de grondexploitatie stijgen ten opzichte van de begroting met € 192.985. Dit komt hoofdzakelijk, doordat bij de Nassauveste in 2014 al een verkoop heeft plaatsgevonden (€ 121.095) waar we in de begroting pas van een verkoop in 2015 waren uitgegaan. Daarnaast hebben we € 70.855 ontvangen ter compensatie van gemaakte kosten voor projecten van derden. Het saldo van de lasten en baten van de grondexploitaties nemen we jaarlijks op in de balans. Als een exploitatie wordt afgesloten dan komt het saldo ten gunste of ten laste van de reserve grondexploitatie. De toevoeging van het saldo van lasten naar de balans verantwoorden we op dit programma. Het saldo van lasten en baten ten opzichte van de begroting is in hoofdlijnen als volgt samengesteld: - Hogere lasten € -244.00 (zie tabel lasten) - Hogere storting in de reserve € -140.000 (zie toelichting hieronder) - Hogere inkomsten € +193.000 (zie hierboven) Saldo € 191.000 Totaal verklaard

355.000

Structureel

De toevoegingen aan reserves zijn € 218.837 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 218.837 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 0 bedraagt. De nog niet bestede lasten van de kredieten Bestemmingsplan Buitengebied en Structuurvisie worden overgeheveld naar 2015. Ter dekking van deze lasten worden de niet bestede kapitaallasten € 69.594 uit de begroting 2014 overgeheveld naar 2015. De exploitatie Reigerlaan / voormalige woonwagenlocatie is afgesloten. Het resterende saldo € 135.708 is gestort in de reserve grondexploitatie. Conform de exploitatie-opzet Nassauveste wordt een deel van de opbrengst grondverkopen € 4.680 gestort in de algemene bedrijfsreserve grondexploitatie. Het verschil tussen de werkelijke en geraamde lasten monumentenzorg exclusief regio-archeoloog worden onttrokken of gestort in de reserve monumenten. De lagere lasten van per saldo € 8.855 zijn gestort in de reserve monumenten. De onttrekking aan de reserves is gelijk aan begroot.

Jaarstukken 2014

52


Programma 8 Algemene dekkingsmiddelen Missie Het op een verantwoorde wijze verwerven van financiële middelen die het mogelijk maken dat er voor de gemeente Baarle-Nassau het voorgenomen beleid kan worden uitgevoerd.

Context en achtergrond De algemene dekkingsmiddelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel. Hieronder vallen onder meer de uitkeringen uit het Gemeentefonds en de onroerende-zaakbelastingen. Jaarlijks wordt de legesverordening in december aan de raad ter goedkeuring voorgelegd. In onze begroting hanteren we de kostenplaatsmethode (ook wel productiecentramethode genoemd). De vertaling van deze kosten is per programma inzichtelijk onder 'kostenplaatsen'. Door te verdelen kosten zijn ondermeer loon-, ICT- en huisvestingskosten. In de jaarrekening leggen we in de paragraaf rechtmatigheid jaarlijks verantwoording af over de afwijkingen.

Kaderstellende beleidsnota’s • • • • • • • • • •

Treasurystatuut Markt- en standplaatsenverordening Wet waardering onroerende zaken Verordening op de heffing en de invordering van onroerende-zaakbelastingen Verordening op de heffing en de invordering van hondenbelasting Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting Verordening op de heffing en de invordering van forensenbelasting Verordening precariobelasting Nota reserves en voorzieningen Nota waardering en afschrijving van vaste activa

Jaarstukken 2014

53



prog_sub_cat



Exploitatie Lasten Baten Totaal Exploitatie

61.064

48.680

197.467

9.429.122-

9.349.318-

9.491.089-

9.368.058-

9.300.638-

9.293.622-

49.567

Kostenplaatsen Urenverantwoording

58.542

49.567


25.536

276.737-

-

84.078

227.170-

49.567


106.489

125.000

-


705.501-

705.501-

657.238-

599.012-

580.501-

657.238-

Saldo

9.882.992-

10.108.309-

9.901.293-


9.967.070-

9.881.139-

9.950.860-


Verschillenanalyse begroting – rekening In lijn met het afgesproken niveau van verdichting (programma niet product) bevat deze verschillenanalyse geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke producten met bijbehorende context en achtergrond. De toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven. De lasten exclusief kostenplaatsen zijn € 12.384 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 12.095 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 289 bedraagt. omschrijving De oninbaarheid van de vordering op het gebied van onroerende zaakbelasting hebben wij in 2014 beoordeeld. Mede gelet op de oudheid is bij een aantal vorderingen het dubieus of wij deze bedragen gaan ontvangen, wij hebben daarom voor deze vorderingen een voorziening gevormd van € 12.095.

Jaarstukken 2014

54

Verschil lasten

Incidenteel

12.095

12.095

Structureel


De baten zijn € 79.804 hoger dan begroot: Onderstaande verklaringen tellen op tot € 88.000 waarmee de som van overige niet verklaarde verschillen € 8.196 bedraagt. Omschrijving Het gemeentefonds blijft een grillig verloop vertonen waardoor het erg lastig blijft om een goede inschatting te maken. Met de Berap 2014 is de opbrengst per saldo met € 145.000 naar beneden bijgesteld o.b.v. de bekende informatie tot en met de meicirculaire 2015. Deze sluit redelijk aan op deze jaarrekening. Over voorgaande jaren heeft een afrekening plaatsgevonden van per saldo ruim € 10.000 positiever dan de bijgestelde raming. Zoals al gemeld aan onze raad van 26 februari 2014 is er via het gemeentefonds een bedrag aangevraagd voor “Suppletie kosten opsporing en ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog”. Hiervoor heeft een onderzoek plaatsgevonden en is 70% van de kosten zijnde € 181.309 toegekend. De uitvoering van de werkzaamheden hebben wij verantwoord op programma 5 (per saldo neutraal). Bij de begroting maken wij een inschatting van ons financieringssaldo. Mede op basis hiervan berekenen wij de rentelasten, die wij ten laste van de diverse programma's brengen. Bij de jaarrekening maken wij deze berekening op basis van de werkelijke gegevens. Veelal door een mutatie in de (verwachte) investeringen wijkt het financieringssaldo af ten opzichte van de begroting. Doordat wij ook de werkelijke resultaten ten laste brengen van de diverse programma's wordt het nadelig effect bij dit programma gecompenseerd door een voordelig effect bij de andere programma's. Kober heeft ruimte teruggegeven in de brede school. De vrijgekomen ruimte is deels ingevuld door Amarant, de baten hieruit voortvloeien worden op dit programma verantwoord. Zie ook programma 2). Totaal verklaard

Verschil baten

Incidenteel

192.000

192.000

-114.000

-114.000

10.000

10.000

Structureel

88.000

De toevoeging aan de reserves is € 18.511 lager dan begroot: De budgetoverheveling opleidingskosten is lager dan geraamd omdat er minder over te hevelen is, een aantal uitgaven hebben alsnog in 2014 plaats gevonden. De onttrekking aan de reserves is gelijk aan begroot.

Jaarstukken 2014

55


1.2 Paragrafen

Jaarstukken 2014

56


Paragraaf 1 Lokale heffingen De belastingen De gemeentelijke belastingen vormen een belangrijk onderdeel van de inkomsten van de gemeente. In de gemeentewet wordt gesproken over belastingen en rechten. Bij een recht is sprake van een directe tegenprestatie en worden de tarieven zodanig vastgesteld dat de geraamde opbrengsten niet hoger zijn dan de geraamde kosten. Als dit wel het geval is kan de verordening onverbindend worden verklaard. Een voorbeeld van een recht is rioolheffing. Bij een belasting is geen sprake van een directe tegenprestatie van de overheid. Belasting moet meestal betaald worden naar aanleiding van een aanslag. De opbrengst van een belasting is vrij te besteden en gaat meestal in de algemene middelen. Voorbeelden van belastingen zijn onroerende zaakbelastingen, hondenbelasting en forensenbelasting.

Het heffen van belastingen De bevoegdheid tot het heffen van belastingen vindt zijn oorsprong in de Grondwet. ‘Belastingen van het Rijk worden geheven uit kracht van een wet. Andere heffingen van het Rijk worden bij de wet geregeld.’, aldus artikel 104 van de Grondwet. Gemeenten zijn bevoegd belastingen te heffen op grond van artikel 132 lid 6 van de Grondwet, waarin staat: ‘De wet bepaalt welke belastingen door de besturen van de provincies en gemeenten kunnen worden geheven en regelt hun financiële verhouding tot het Rijk.’ Artikel 231 Gemeentewet geeft aan dat de heffing van de gemeentelijke belastingen plaatsvindt met toepassing van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR), de Invorderingswet 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen. Artikel 219 Gemeentewet bepaalt dat gemeenten alleen die belastingen mogen invoeren die in de Gemeentewet of in een andere wet zijn genoemd. Een voorbeeld van een andere wet is de Wet milieubeheer, waarin is bepaald dat gemeenten een afvalstoffenheffing mogen invoeren ter bestrijding van de kosten voor het verwijderen van huishoudelijk afval. Uitbreiding van deze limitatief genoemde belastingen is niet toegestaan. Het is overigens geen verplichting om alle in de wet genoemde belastingen ook daadwerkelijk te voeren. Het artikel bepaalt tevens dat er sprake is van zakelijke belastingen; het bedrag van de gemeentelijke belasting mag niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen van belastingplichtigen. De tarieven alsmede de heffingsmaatstaf zijn dus niet afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van belastingplichtigen en zijn daarmee niet op het draagkrachtbeginsel gebaseerd. De gemeentewet biedt meerdere mogelijkheden waarop belastingen kunnen worden geheven. Het is dus ook noodzakelijk dat dit onderwerp in de verordening moet worden geregeld. De wijze van heffing van lokale belastingen kan als volgt plaatsvinden: bij wege van aanslag, bijvoorbeeld bij de hondenbelasting en de onroerende zaak belasting bij wege van voldoening op aangifte, bijvoorbeeld bij de parkeerbelastingen op andere wijze, bijvoorbeeld via het meeliften op de nota van de waterleidingmaatschappij.

Jaarstukken 2014

57


Belastingen in Baarle-Nassau Onroerende zaakbelasting De onroerende zaakbelasting is de belangrijkste belastingsoort voor de gemeente voor wat betreft de opbrengst. Bij de onroerende zaakbelasting heeft de gemeente de mogelijkheid belasting te heffen over binnen de gemeente gelegen onroerende zaken, de zogenaamde WOZ-objecten. De OZB bestaat in feite uit twee belastingsoorten, te weten: • •

een belasting van degene, die bij het begin van het kalenderjaar van een onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht (eigenarenbelasting) een belasting van degene, die bij het begin van het kalenderjaar een onroerende zaak die niet in hoofdzaak tot woning dient, al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt (gebruikersbelasting)

Op basis van de Wet waardering onroerende zaken wordt van elke individuele onroerende zaak de waarde vastgesteld. Sinds 2009 bedraagt het tarief van de belasting een percentage van de heffingsmaatstaf. Het percentage voor 2014 was:

Woning Niet-woning

Eigenaar 0,098% 0,110%

Gebruiker 0,083%

De totale opbrengst van 2014 bedroeg € 1.206.992. Dit is ca. € 3.300 minder dan begroot. Rioolheffing Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt geheven een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. De rioolheffing wordt ook door middel van het zogenaamde meeliften op de voorschotnota’s en de eindafrekening van Brabant Water geheven en is afhankelijk van het waterverbruik. Voor agrariërs is een fictief verbruik van 50 m³ per persoon ingevoerd, omdat veel van het water niet wordt geloosd op het riool, maar bijvoorbeeld wordt opgevangen in mestputten. Het tarief in 2014 bedroeg € 1,13 per m3. De totale opbrengst voor 2014 bedraagt € 480.313; dit is € 22.769 minder dan begroot. Vanaf 2006 is de rioolheffing in principe kostendekkend. Om grote schommelingen in het tarief te voorkomen was het wenselijk om evenals voor de afvalstoffenheffing een egalisatiereserve in het leven te roepen. De nacalculatie van het product rioolheffing wordt gedaan op basis van de werkelijke lasten en baten conform de opzet vGRP. Het saldo van deze producten is in 2014 € 20.573 positief, dit bedrag is gestort in de egalisatiereserve rioolheffing. Afvalstoffenheffing Afvalstoffenheffing wordt geheven van degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De gemeente Baarle-Nassau heft de afvalstoffenheffing op andere wijze, namelijk door middel van het zogenaamde meeliften op de voorschotnota’s en de eindafrekening van Brabant Water. Het tarief bestaat uit een basistarief en een tarief voor containers. De tarieven voor 2014 zijn: Basistarief duobak 140 l. rest – 140 l. gft eenpersoons duobak 140 l. rest – 140 l. gft meerpersoons duobak 140 l. rest – 240 l. gft duobak 240 l. rest – 140 l. gft duobak 240 l. rest – 240 l. gft

60,12 118,08 176,04 204,36 230,40 258,72

De totale opbrengst afvalstoffenheffing van 2014 bedraagt € 445.463. Om de tarieven afvalstoffenheffing 2014 niet te veel te laten stijgen is bij de tariefvaststelling besloten om eenmalig € 95.898 uit de egalisatiereserve afvalstoffenheffing te onttrekken. Daarnaast dient op basis van nacalculatie van het product afvalstoffenheffing € 1.816 onttrokken te worden uit de

Jaarstukken 2014

58


egalisatiereserve. Dit betekent dat in totaal € 97.714 is onttrokken aan de egalisatiereserve afvalstoffenheffing. Forensenbelasting Deze belasting wordt geheven van degene die gedurende meer dan 90 dagen een gemeubileerde woning voor zichzelf of voor zijn gezin ter beschikking houdt, zonder in de gemeente zijn of haar hoofdverblijf te hebben. Het gaat hier met name om personen die een tweede of vakantiewoning in de gemeente hebben. De opbrengst in 2014 bedraagt € 205.614. Toeristenbelasting De toeristenbelasting wordt geheven voor het houden van verblijf binnen de gemeente in hotels, pensions, vakantie-onderkomens, mobiele kampeeronderkomens, niet-beroepsmatig verhuurde ruimten en op vaste standplaatsen tegen vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens zijn ingeschreven. De personen die worden aangeslagen voor forensenbelasting, zijn geen toeristenbelasting verschuldigd. De inkomsten kunnen door de gemeente naar eigen inzicht worden aangewend, bijvoorbeeld als een bijdrage in de kosten van de voorzieningen die de gemeente heeft getroffen, maar ook bijvoorbeeld de subsidie aan het VVV (€ 40.037 in 2014). Het tarief voor 2014 bedraagt € 0,72 per persoon per nacht. De totale opbrengst voor 2014 bedraagt € 42.179. Hondenbelasting Deze belasting wordt geheven van de houder van een hond. Het tarief voor een eerste hond is in 2014 € 33,24. Voor de meerdere honden geldt het tarief van één hond, vermeerderd met een extra bedrag per hond. In 2014 is wederom een deelcontrole hondenbelasting gehouden. De totale opbrengst van de hondenbelasting is voor 2014 € 34.494. Markt- en staangeld De rechten worden geheven van degene, die een standplaats heeft ingenomen met een kraam, tent, tafel, verkoopwagen of voor het op andere wijze uitstallen, aanbieden of voorradig hebben van goederen, eetwaren en andere artikelen. De opbrengst van 2014 bedraagt € 20.417. Precariobelasting Onder de naam precariobelasting wordt een directe belasting geheven ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven door de openbare dienst bestemde gemeentegrond. In onze gemeente wordt de precariobelasting alleen geheven voor het hebben van een terras op gemeentegrond. Deze belasting kent de kleinste belastingopbrengst binnen onze gemeente en bedraagt in 2014 € 5.902. Kwijtschelding Het is mogelijk om kwijtschelding van onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolrecht aan te vragen. De mensen dienen hiertoe een bij de gemeente te verkrijgen aanvraagformulier voor kwijtschelding in te vullen, waarna bekeken wordt of er kwijtschelding verleend kan worden. Men kan tevens het aanvraagformulier downloaden van de website. Indien iemand 2 jaar achter elkaar kwijtschelding heeft ontvangen en de inkomens- en bewoningssituatie is niet veranderd, kan ambtshalve kwijtschelding verleend worden. Dit betekent dat er geen aanvraagformulier ingevuld hoeft te worden.

Jaarstukken 2014

59


Paragraaf 2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Algemeen In het Besluit Begroting en Verantwoording ( BBV ) is bepaald dat gemeenten hun beleid voor het risicomanagement moeten vastleggen en op basis van een risicoprofiel hun financiële weerstandsvermogen moeten bepalen. Deze paragraaf gaat achtereenvolgens in op het begrip risicomanagement, de begrippen, de doelstellingen voor de Gemeente Baarle-Nassau, de risico-inventarisatie, de analyse van de risico’s, het bepalen van weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen. Voorts wordt aangegeven op welke wijze het risicomanagement structureel wordt ingebed in de processen van de organisatie.

Risicomanagement Risicomanagement is met name bedoeld om er voor te zorgen dat het optreden van risico’s zo weinig mogelijk nadelige gevolgen heeft op de uitvoering van het bestaande beleid en het realiseren van de gestelde doelen. Door het in beeld brengen en kwantificeren van de risico’s kan bepaald worden welk bedrag nodig is om de nadelige gevolgen op te vangen indien risico’s zich daadwerkelijk voordoen. Dat is geen eenmalige activiteit, maar iets waar we steeds mee bezig moeten. De wereld van vandaag is niet de wereld van morgen. Risicomanagement is een cyclisch proces en bestaat uit de volgende stappen: • Risico’s identificeren • Risico’s analyseren • Risico’s beoordelen • Maatregelen ontwerpen • Maatregelen implementeren • Evalueren en rapporteren

Begrippen Een risico is een fenomeen dat latent aanwezig is en dat met een bepaalde kans negatieve gevolgen kan hebben voor het dagelijks functioneren en de continuïteit van een organisatie. Risico: De kans op het optreden van een gebeurtenis met een negatief gevolg voor een betrokkene. Een risico bevat dus drie elementen: 1. een kans op het optreden van een gebeurtenis 2. negatieve gevolgen 3. een betrokkene, voor wiens rekening de negatieve gevolgen komen Of de gebeurtenis plaatsvindt is niet zeker, de gevolgen hebben een bepaalde bandbreedte. In kwantitatieve zin spreken we van een risico zolang de kans geen 100% is. Zodra de kans 100% is maar met een onzeker gevolg spreken we van een onzekerheid. Deze kunnen met behulp van een voorziening worden afgedekt. Onzekerheden liggen in het verlengde van risico’s. Onzekerheid: Een zekere gebeurtenis met een onduidelijk gevolg. Risicomanagement Risicomanagement: Het nemen van beslissingen die gericht zijn op het voorkomen of minimaliseren van de nadelige effecten die het optreden van risico's met zich mee kan brengen.

Jaarstukken 2014

60


Doelstellingen risicomanagement Doelstelling 1: Voldoen aan wettelijke verplichtingen De gemeente dient een inventarisatie van de risico’s en de weerstandscapaciteit te maken en beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s te voeren (BBV) Doelstelling 2: Inzicht krijgen in de risico’s die de gemeente loopt Inzicht verkrijgen in de risico’s is een belangrijke basis voor het stimuleren van het risicobewustzijn in de organisatie. Management, beleidsmedewerkers en projectleiders moeten zich bewust zijn van de risico’s die bepaalde activiteiten en projecten met zich mee kunnen brengen en hoe deze beperkt kunnen worden. De risico’s worden benoemd zodat management en bestuur hierop kunnen sturen. Doelstelling 3: Beoordelen en optimaliseren van het weerstandsvermogen. Het risicoprofiel en de weerstandscapaciteit van de gemeente moeten bepaald worden om inzicht te krijgen in het weerstandsvermogen. Met actief risicomanagement kan daarna gewerkt worden aan het verlagen van het risicoprofiel waardoor mogelijk meer financiële ruimte gecreëerd kan worden voor andere doeleinden. Elke gemeente staat dus voor de uitdaging om de niet afgedekte risico’s en de aanwezige opvangcapaciteit op elkaar af te stemmen. Uitersten moeten daarbij worden vermeden. Het is geen goede zaak als een gemeente over te weinig mogelijkheden beschikt om optredende risico’s het hoofd te kunnen bieden. De continuïteit van de dienstverlening komt dan in gevaar. Aan de andere kant is een te hoge opvangbuffer ook niet wenselijk. Deze middelen hadden wellicht ook ingezet kunnen worden voor het ontwikkelen en realiseren van beleid.

De risico-inventarisatie Baarle-Nassau Door middel van interviews zijn circa 50 risico’s geïdentificeerd en zijn kans en financiële gevolg geschat. Het aantal risico’s is in verhouding tot vergelijkbare gemeenten aan de lage kant. Dat komt omdat we ons beperkt hebben tot de meest realistische risico's die in onze gemeente voorkomen. De risico's worden ingedeeld in kansklassen. Deze geven aan hoe groot de kans is dat het risico zich daadwerkelijk voor zal doen. We kennen daarbij vier klassen: • Kansklasse I: 1 % - 25 % • Kansklasse II 25 % - 50 % • Kansklasse III 50 % - 75 % • Kansklasse IV 75 % - 100 % De risico's worden ook getypeerd met incidenteel (we hebben slechts één keer last van het gevolg) of structureel (we hebben meerdere jaren last van het gevolg). Bij de uiteindelijke berekening van het benodigde weerstandsvermogen worden structurele risico's vermenigvuldigd met factor 3. Dat betekent dat we het risico in een periode van 3 jaar volledig tot nihil kunnen reduceren. Onderstaand wordt per programma aangegeven wat de belangrijkste risico’s zijn (alle kleinere risico’s met gevolgen lager dan € 50.000 zijn hierin niet opgenomen), wat de kans en het maximale financieel gevolg is van het risico en of het risico structureel of incidenteel doorwerkt. Voor sommige risico’s is het onwenselijk dat ze openbaar worden gemaakt in deze paragraaf, omdat hierdoor de kans op een nadelig gevolg vergroot kan worden. Voorbeeld hiervan zijn risico’s inzake projecten in publiek private samenwerking. Voorzichtigheidshalve zijn dit soort risico’s daarom niet opgenomen in deze paragraaf.

Jaarstukken 2014

61


Programma

Omschrijving

Burger, Bestuur en Veiligheid

De veiligheidsregio en autonome ontwikkelingen (extra kwaliteitseisen) zorgen ervoor dat de lasten voor de brandweer kunnen stijgen. Actueel is het RCP (Regionaal CrisisPlan): er komen nieuwe taken op de gemeente af en er worden aanvullende eisen gesteld aan de gemeentelijke rampenbestrijdingsorganisatie. In de begroting is al rekening gehouden met een verhoogde bijdrage van Hertog aan Nassau voor VR-taken, bestuurlijke afspraken moeten hierover nog gemaakt worden. Met de decentralisaties in het laatste regeer/bestuursakkoord worden rijksmiddelen overgeheveld naar het gemeentefonds voor de uitvoering van de jeugdzorg, de begeleiding uit de AWBZ en de uitvoering van de Participatiewet. Hierbij wordt een efficiencykorting ingeboekt. Het risico is aanwezig dat de gemeente de efficiencyslag niet geheel kan maken. Voor 2015 lopen de bestaande rechten door waardoor geen efficiencyslag gemaakt kan worden. Vanaf 2016 wordt een objectief verdeelmodel ingevoerd voor het sociaal deelfonds, met mogelijk nadelige gevolgen voor het budget Baarle-Nassau. De omlegging B-N kan leiden tot extra kosten als gevolg van studies, (onteigenings)procedures, planschades, vertragingsrisico's, aanpassingen tijdens de uitvoeringsfase (samenwerking Hertog), aanbestedingsnadeel. Daarnaast kunnen de kosten hoger uitvallen a.g.v. indexering van de geraamde bedragen. Voornaamste is het vertragingsrisico en het risico dat de totale projectkosten hoger uitvallen, bijv. door extra kosten als gevolg van wijzigingen in de uitvoeringsfase (samenwerking Hertog). Door onvoorziene omstandigheden (vorst, projecten) wijkt het benodigde onderhoud wegen af van het beheerplan. De verwachte uitgaven voor de fietspaden en de omlegging vallen hoger uit dan is voorzien in de onderhoudsplanning rationeel wegbeheer. In de begroting 2015 is een taakstellende bezuiniging van € 25.000 ingeboekt, te realiseren door het verlagen van het kwaliteitsniveau van de wegen. Er wordt steeds minder huishoudelijk restafval ter verwerking aangeboden bij Attero. De aangeboden tonnen zitten inmiddels onder de overeengekomen volumeverplichting. Het risico is aanwezig dat Attero hiervoor kosten in rekenig gaat brengen bij de aangesloten gemeenten. In het grondexploitatieplan Hoogbraak alsmede in de Desiree Geraertstraat is grondwatervervuiling vastgesteld. Door een wijziging in de wet Bodembescherming kan het zijn dat de bestrijdingskosten deels ten laste van de gemeente komen. Het risico bestaat dat er minder wordt gebouwd en verbouwd, waardoor de legesopbrengsten lager uitvallen dan geraamd. De economische crisis wordt genoemd als een van de oorzaken.

Sociale Zaken

Verkeer, Vervoer en Openbare Ruimte

Milieu en Afval

Ruimtelijke Ontwikkeling

Jaarstukken 2014

Kansklasse

62

Max. gevolg in €

S/I

III

€

50.000

S

Benodigde weerst. cap. € 93.750

I

€

250.000

S

€

93.750

II

€

50.000

I

€

18.750

IV

€

50.000

S

€

131.250

II

€

50.000

I

€

18.750

II

€

400.000

I

€

150.000

I

€

50.000

I

€

6.250


Benodigde weerstandscapaciteit Ter dekking van alle ingeschatte risico’s (rekeninghoudend met de kansklasse en het eventuele structurele karakter) in de gemeente Baarle-Nassau is er een bedrag benodigd van € 690.438. Dit is een flinke daling vergeleken met de berekening ten tijde van de begroting 2015 (€ 1.453.313). Belangrijkste oorzaak voor de afname van de benodigde weerstandscapaciteit is het verlaagde risico op een structurele verlaging van de algemene uitkering, dit naar aanleiding van de berichtgeving inzake de herijking van het gemeentefonds. Omdat risico’s zich in de meeste gevallen niet tegelijkertijd voordoen wordt in sommige gemeenten risicosimulatie toegepast. Op basis van een dergelijke simulatie valt de benodigde weerstandscapaciteit lager uit dan het totaal van de risico’s. Dat is een ingewikkelde statistische kansberekening die alleen toegevoegde waarde heeft als de massa, d.w.z. het aantal risico’s, groot genoeg is. Dat is in Baarle-Nassau niet het geval.

Beschikbare weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bevat twee componenten: 1) een incidentele component bestaande uit de algemene weerstandreserves die als buffer dienen voor het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en uit de ramingen voor onvoorziene uitgaven en eenmalige middelen; 2) een structurele component bestaande uit de onbenutte belastingcapaciteit en capaciteit uit hoofde van de overige heffingen. De onbenutte capaciteit uit belastingen en heffingen zijn geen middelen die direct beschikbaar zijn en er spelen politieke overwegingen een rol voordat tot een verhoging van de gemeentelijke tarieven wordt overgegaan. Bij de introductie van de nieuwe paragraaf weerstandsvermogen is ervoor gekozen deze daarom niet mee te nemen in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. De berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit: Onderdeel Weerstandscapaciteit Onvoorziene uitgaven Weerstandscapaciteit uit exploitatie

Begroting 2015 Rekening 2014 27.670 27.670 27.670 27.670

Algemene reserve per 1-1-2015 mutaties begroting 2015 dekkingsvoorstellen algemene reserve

4.379.958 479.805 -1.065.000

4.379.957 631.171 -2.091.000

Reserve grondexploitatie per 1-1-2015 mutaties begroting 2015

1.928.874 -1.803.784

2.069.262 -1.803.784

Weerstandscapaciteit uit vermogen Totaal

3.919.853 3.947.523

3.185.607 3.213.277

De berekende capaciteit is ten opzichte van de laatste actualisatie (begroting 2015) met ongeveer € 734.000 afgenomen. De mutatie op het weerstandsvermogen wordt ingegeven door de volgende zaken: • Het rekeningsaldo 2014 is nog niet bestemd en maakt in wezen nog onderdeel uit van de algemene reserve (+ € 626.000). • De toevoegingen aan de reserve grondexploitatie in 2014 (+ € 140.000). • Het verwachte dekkingstekort in de boekjaren 2015 en 2016 (-/- € 475.000). Bovenvermelde dekkingsvoorstellen algemene reserve betreffen de volgende: • Raadsbesluit bijdrage herontwikkeling Janshove (-/- € 600.000) • IP 2015-2018: verkeersmaatregelen 2016 (-/- € 465.000) • IP 2015-2018: centrummaatregelen na omlegging (-/- 1.026.000)

Jaarstukken 2014

63


Weerstandsvermogen en weerstandsratio Het weerstandsvermogen is te definiëren als “het vermogen van de gemeente Baarle-Nassau om financiële risico’s op te kunnen vangen teneinde haar taken te kunnen voortzetten”. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit (zijnde de middelen waarover de gemeente beschikt / kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen voor zijn afgesloten. Het weerstandsvermogen is van belang voor het bepalen van de gezondheid van de financiële positie van de gemeente voor het begrotingsjaar, maar ook voor de meerjarenraming en wordt uitgedrukt in een verhoudingsgetal, de weerstandsratio. Deze ratio is als volgt te berekenen:

Ratio Weerstands Vermogen

=

Waarderingscijfer A B C D E F

Beschikbare Weerstandscapaciteit -----------------------------Benodigde Weerstandscapaciteit

=

Ratio weerstandsvermogen > 2,0 1,4 < x ≤ 2,0 1,0 < x < 1,4 0,8 < x < 1,0 0,6 < x < 0,8 < 0,6

€ 3.213.277 ---------------------- = € 690.438

4,7

Betekenis Uitstekend Ruim voldoende Voldoende Matig Onvoldoende Ruim onvoldoende

De huidige ratio weerstandsvermogen is 4,7. De ratio is flink toegenomen vergeleken met de laatste herberekening bij de begroting 2015 (toen nog 2,7). Bij de vaststelling van de perspectiefnota 2013-2016 heeft de gemeenteraad besloten de norm te stellen op ruim voldoende (1,4-2,0). Momenteel wordt dus voldaan aan deze norm. Hierbij wordt nog wel opgemerkt dat geen rekening is gehouden met de separate besluitvorming over het rekeningsaldo 2014: besteding aan andere doeleinden dan de hierboven genoemde dekkingsvoorstellen leidt automatisch tot een verlaging van de weerstandsratio. De komende periode zal - met de frequentie zoals opgenomen in de Planning & Control cyclus - het beschikbare vermogen afgezet worden tegen de dan ingeschatte benodigde weerstandscapaciteit. Tenslotte dient nog te worden opgemerkt dat bovenstaande berekening een momentopname is: als gevolg van het voortschrijdend inzicht en de voortgang van de lopende projecten veranderen de risico’s continu. Toelichting op de berekeningen: In eerste instantie wordt per risico kans * gevolg berekend. Vervolgens worden de structurele risico’s vermenigvuldigd met de factor 3. Daarna worden alle risico’s opgeteld. In het hierboven opgenomen overzicht van de risico’s hebben we ons, zoals eerder aangegeven, beperkt tot de belangrijkste risico’s. Er zijn er dus meer, maar daar zijn kleinere bedragen mee gemoeid.

Jaarstukken 2014

64


Paragraaf 3 Onderhoud kapitaalgoederen Wegen Wegonderhoud Het wegonderhoud in de gemeente Baarle-Nassau voeren we uit volgens de systematiek van Rationeel Wegbeheer. Deze systematiek is er op gericht om de juiste onderhoudsmaatregel op het juiste moment toe te passen. Zodoende wordt kapitaalsvernietiging voorkomen. Begin 2015 voeren we, samen met de gemeente Gilze en Rijen, een nieuwe weginspectie uit. Dat gebeurt 1 keer in de 3 jaar. Op basis van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsniveaus, de weginspectie en de vaste gegevens (jaar van aanleg, constructie-opbouw, gebruik) stellen we een meerjarenplanning en –kostenramingen op. Die kostenraming is weer de basis voor het bepalen van de jaarlijkse storting in het onderhoudsfonds rationeel wegbeheer. Als gevolg van de noodzakelijke bezuinigingen is de jaarlijks storting in het onderhoudsfonds structureel met € 25.000 verminderd. In programma 5 is aangegeven welke onderhoudswerkzaamheden in 2014 zijn uitgevoerd, in combinatie met het inrichten van het buitengebied naar 60 km gebied en het aanleggen van fietsstroken en -suggestiestroken. Omlegging Al meerdere jaren zet de gemeente in op het realiseren van de Omlegging Baarle. De bestemmingsplannen aan Nederlandse zijde (zowel het moederplan als de in 2015 vastgestelde technische herziening) zijn vastgesteld. Voor de Belgische zijde is een Provinciaal Ruimtelijke Uitvoeringsplan (PRUP) in procedure. Het PRUP is vastgesteld door de provincie Antwerpen en is inmiddels ook goedgekeurd door de Vlaamse Overheid. Binnenkort zal de beroepstermijn opengesteld worden. Men verwacht uiterlijk eind 2015 deze procedure af te ronden. Op 22 januari 2015 is het Koninklijk Besluit genomen voor de onteigening van de nog resterende percelen. In maart 2015 zal de hoorzitting plaatsvinden, waarna de juridische procedure via de rechter afgerond kan worden. Daarmee zijn ook de benodigde gronden voor eind 2015 in bezit van de provincie. Gedurende 2015 zal een grootschalige archeologische opgraving plaatsvinden. De werkzaamheden zijn in maart gestart en zullen ongeveer één jaar duren. De planning is - mits het voorgaande goed kan worden afgerond - om begin 2016 de start van de aanleg te beginnen. De voorbereidingen daarvoor zullen in 2015 worden uitgevoerd.

Riolering In december 2011 is het nieuwe vGRP (verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan) vastgesteld door het GOB-plenair. In dit plan zijn de beleidsvoornemens en maatregelen opgenomen die de gemeente in de periode 2012-2016 wil realiseren om te voldoen aan de zorgplichten voor afvalwater, regenwater en grondwater. In het vGRP is er een doorkijk gemaakt naar de rioleringskosten voor de komende 80 jaren. Deze doorkijk is nodig om op langere termijn de financiën voor de rioleringszorg onder controle te houden. Dit gaat gebeuren door te sparen in het onderhoudsfonds vGRP uit de inkomsten van de rioolheffing Een klein gedeelte van het drukrioleringssysteem is in 2013 onderzocht op foutaansluitingen van regenwater. De vele foutaansluitingen zijn reden geweest om begin 2014 het gehele buitengebied te onderzoeken. De foutaansluitingen zijn geconstateerd via een rookonderzoek. De betreffende eigenaren zijn aangeschreven, maar alle fouten zijn nog steeds niet opgelost. Er wordt daarom in 2015 een handhavingstraject opgestart.

Groen Ook in 2014 is het groenonderhoud uitgevoerd conform de planning van het Groenbeheerplan binnen de beschikbare budgetten.

Jaarstukken 2014

65


Openbare Verlichting Openbare verlichting, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is, speelt een belangrijke rol in onze huidige maatschappij; denk maar aan de sociale en verkeersveiligheid en aan de leefbaarheid. Het nieuwe beleidsplan openbare verlichting is in december 2014 vastgesteld door de gemeenteraad. Dit plan is de basis voor het onderhoud en de vervanging in de komende 10 jaren. De gemeente Baarle-Nassau heeft zich begin 2015 aangemeld voor het Interregproject 16VOLT, waarbij verduurzaming van de openbare verlichtingsinstallatie centraal staat. Daarmee wordt het wellicht mogelijk om het beleidsplan versneld uit te voeren.

Gebouwen Algemeen Voor deze gemeentelijke gebouwen is een onderhoudsplanning opgesteld die om de 3 jaar wordt herzien/aangepast. Jaarlijks wordt wel bekeken of er geen tussentijdse aanpassingen nodig zijn. De onderhoudsplanningen geven een doorkijk van 25 jaar onderhoud, financieel gezien wordt er met de eerste 10 jaar rekening gehouden. Gemeentewerf De gemeentewerf is in 2008 opgeleverd. Hiervoor is een onderhoudsplanning opgesteld. Verder zijn er geen bijzonderheden te melden. Gemeentehuis De (ver)nieuwbouw van het gemeentehuis is in februari 2008 opgeleverd. De nieuwe onderhoudsplanning is opgesteld en de actuele lasten zijn verwerkt in de begroting 2015. Aanpassingen voor (nog) betere sturing in de klimaatbeheersing zijn uitgevoerd waardoor de energiebalans in de bronnen sterk is verbeterd. SCCB gebouw De bijstelling van de onderhoudsplanning (2009/2010) heeft grote technische en financiële gevolgen. Daardoor is de onderhoudsplanning niet vastgesteld, mede in relatie tot alle andere ontwikkeling rondom het cultureel centrum Baarle. Afhankelijk van de politieke besluitvorming omtrent het SCCBgebouw in 2015 worden de onderhoudsplanningen aangepast. In 2014 zijn er voornamelijk kleine reparaties en onderhoudswerkzaamheden geweest. Dorpshuis Ulicoten Het onderhoud aan het Dorpshuis is in 2014 minimaal geweest. Er worden geen (grote) investeringen meer gedaan in afwachting van de verkoop van het pand. Bremerpoort In 2013 is het gebouw opgeleverd en in gebruik genomen. Op 27 januari 2015 is besloten om het beschikbare krediet af te sluiten. Momenteel wordt er een onderhoudsplanning opgesteld. Brandweerkazerne Voor de brandweerkazerne is ook een gebruikelijke onderhoudsplanning aanwezig. In overleg met de gebruiker (Veiligheidsregio) wordt onderhoud gepleegd. Brede School Ook voor dit gebouw is een onderhoudsplanning opgesteld, die we jaarlijks technisch bijstellen en elke drie jaar financieel. Met de participanten zijn er afspraken gemaakt over de verdeling van de onderhoudskosten. Buitensportaccommodaties Voor de atletiekbaan, de tennisbanen en de voetbalaccommodaties in Ulicoten en Baarle-Nassau zijn meerjarenonderhoudsplanningen opgesteld.

Jaarstukken 2014

66


Paragraaf 4 Financiering Inleiding Als inleiding mag het financieringsbeleid van onze gemeente wellicht als conservatief worden aangemerkt, het is doch zeker solide. In 2005 is door de Raad het Treasurystatuut vastgesteld. Daarmede is invulling gegeven aan de voorwaarden die de Wet FIDO ( Wet Financiering Decentrale Overheden ) stelt ten aanzien van het bevorderen van een solide financieel beheer. Dit Treasurystatuut is in december 2006 geactualiseerd en is nog steeds vigerend. In dit Treasurystatuut worden nadere voorwaarden gesteld aan het aantrekken en uitzetten van gelden en het liquiditeitenbeheer van onze gemeente. Aangezien in dit Treasurystatuut al bijzonder strakke regels zijn opgenomen over het uitzetten van liquide middelen is er geen noodzaak om in deze tijd dit statuut te herzien. Daarnaast wordt ook dit statuut in de ambtelijke fusie beoordeeld om te komen tot zoveel mogelijk uniforme afspraken. Voor het liquiditeitenbeheer is het belangrijk om na te gaan of er naast de reguliere ontwikkelingen en benodigde liquiditeiten die voortvloeien uit de begroting ook sprake is van “grote “ investeringen. Door de beperkte omvang van de liquiditeiten zijn deze momenteel alleen aanwezig op de lopende rekening. Op basis van een meerjaren liquiditeitsplanning wordt de eventuele financieringsbehoefte scherp in de gaten gehouden. Indien externe financiering aangetrokken moet worden wordt hier tijdig op ingesprongen. Natuurlijk binnen de gestelde voorwaarden van het Treasurystatuut.

Kasgeldlimiet Korte financiering dient er voor om tijdelijke liquiditeitstekorten voor de financiering van lopende uitgaven op te vangen. De kasgeldlimiet stelt een grens aan de korte financiering. Hiermee kan het renterisico op korte financiering worden beperkt. De kasgeldlimiet is gekoppeld aan het begrotingstotaal (de totale lasten van de begroting inclusief de begrotingswijziging van de begroting, zoals vastgesteld door de Raad). In de Wet FIDO is deze norm gesteld op 8,5%. Door het relateren van de maximale korte financiering aan de begroting wordt een grens gesteld aan de mogelijkheid om de lopende uitgaven kort te financieren. Voor 2014 is de kasgeldlimiet als volgt: Overzicht kasgeldlimiet in 2014 1 Omvang rekening per 31 december 2014 (=grondslag) Toegestane kasgeldlimiet: - in procenten van de grondslag - in bedrag

Bedragen x € 1.000 14.736 8,5% 1.253

2

Omvang vlottende korte schuld

1.399

3

Vlottende middelen

6.777

4

Toets kasgeldlimiet Totaal netto vlottende schuld [2-3] Toegestane kasgeldlimiet [1]

-5.378 1.253

Ruimte (+)/Overschrijdingen (-) [1-4]

6.631

Uit bovenstaande tabel blijkt dat de gemeente in 2014 een overschot aan vlottende middelen heeft (in redelijke mate overliquide is). Deze situatie wordt in de Wet FIDO omschreven als ‘ruimte boven de kasgeldlimiet’. Om een evenwichtige financieringsstructuur te behouden wordt in navolging van grote investeringen (omlegging, riolering, enz.) de liquiditeit continue gevolgd. Indien nodig wordt een langlopende lening aangegaan om de benodigde financiële middelen ook in de toekomst af te dekken.

Jaarstukken 2014

67


Renterisiconorm Een van de onderdelen waar de Wet FIDO aandacht aan besteedt is de zogenaamde renterisiconorm. Op basis van deze norm wordt bezien of de gemeente renterisico’s loopt bij het opnieuw aan moeten trekken van vreemd vermogen door het aflopen van bestaande leningen. Voor Baarle-Nassau is het, op basis van aflopende bestaande leningen, de komende jaren niet noodzakelijk om vreemd vermogen aan te trekken. Van de langlopende leningen loopt de laatste lening af in 2018. Zoals blijkt uit de huidige liquiditeitsplanning is het op korte termijn niet nodig om leningen aan te moeten trekken. Het renterisico komt daardoor voorlopig nog niet in beeld.

Rentevisie In de begroting is rekening gehouden met een berekende rente van 4,0 %. De rente op de kapitaalmarkt blijft historisch laag. Om een stabiele rekenrente te hanteren houden we deze vast op 4%. Onzekerheid op de financiële markt blijft zich voordoen, we blijven de ontwikkelingen nauwlettend in de gaten houden.

Financieringsbehoefte In 2014 was er sprake van een financieringsoverschot van ruim € 3,0 miljoen. De financiële middelen zijn door het realiseren van bijvoorbeeld het centrumplan en de MFA Ulicoten, flink afgenomen. Uit de meerjarenliquiditeitsplanning blijkt dat we de komende jaren misschien geld aan moeten gaan trekken. Dit komt voornamelijk door de investering in de omlegging, en infrastructuur die hieraan gekoppeld is, die op termijn zal plaatsvinden.

Jaarstukken 2014

68


Paragraaf 5 Bedrijfsvoering Organisatieontwikkeling De voorgenomen ambtelijke fusie per 1 januari 2016 met de gemeenten Alphen-Chaam en Gilze en Rijen was in belangrijke mate bepalend voor de organisatie. Voor de fusie is een projectorganisatie ingericht. In de projectgroep is Baarle-Nassau ambtelijk vertegenwoordigd. In 2014 zijn meerdere werkgroepen actief geweest in het kader van de voorbereiding van de fusie. In deze werkgroepen hebben medewerkers van Baarle-Nassau belangrijke bijdragen geleverd. Een belangrijke taak van de werkgroepen was om de bestaande werkwijze van de drie gemeenten in beeld te brengen en aanbevelingen te doen voor de fusieorganisatie. Door de fusie is de focus nadrukkelijk hierop komen te liggen en worden de overigens beperkte ontwikkelingen binnen de organisatie van Baarle-Nassau in deze context bezien.

Formatieontwikkeling In de loop van 2014 zijn voorbereidingen getroffen om invulling te geven aan de aan de organisatie opgelegde bezuinigingstaakstelling van € 250.000 voor 2015 en volgende jaren. Een belangrijke oplossing hiervoor is gezocht binnen de formatie en met name het aantal vacatures hierbinnen. Verder zijn aanzetten gegeven om te komen tot verbeteringen van de efficiency. Bedroeg de omvang van de ambtelijke organisatie per 1 januari 2014 nog 54,74 fte's zo zal het aantal fte's per 1 januari 2015 nog 49,56 bedragen. In 2014 is met het oog op de fusie als uitgangspunt gekozen om vacatures niet in te vullen doch waar nodig in te huren. Dit vergemakkelijkt het plaatsingsproces in 2015 naar de fusieorganisatie.

Personeelslasten Met de Berap 2014 is de primitieve begroting personeelslasten bijgesteld. De ambtelijke loonkosten zijn per saldo met € 200.000 verlaagd, de bestuurlijke kosten met € 80.000 verhoogd. De personeelslasten 2014 zijn conform de bijgestelde raming van de Berap.

Planning en Control In de loop van 2014 zijn de reguliere producten van de budgetcyclus aan u voorgelegd. De kwaliteit van vooral de begroting 2015 was niet van het niveau dat daarvan verwacht mag worden. Binnen de projectorganisatie is in de werkgroep Planning & Control onderzoek gedaan om te komen tot een gelijkluidende opzet voor de drie gemeenten waarbij ook de verbeterpunten vanuit ons begrotingstraject worden meegenomen. De opzet van de P&C cyclus is een verantwoordelijkheid van de gemeenteraden. Om die reden wordt begin 2015 een voorstel aan uw raad voorgelegd. In 2014 vond er geen onderzoek plaats in het kader van artikel 213a Gemeentewet.

Informatisering en Automatisering De samenwerking met het Shared Service Centrum Equalit is in 2014 voortgezet. In het kader van de fusie is inmiddels ook besloten dat de gemeente Gilze en Rijen aansluiting zoekt bij Equalit. Dit sluit aan bij de uitgangspunten die uw raad over automatisering heeft geformuleerd. Samen met de gemeente Alphen-Chaam hebben wij een tijdelijke informatiemanager aangesteld. In het kader van de fusie zijn voorbereidingen getroffen om te komen tot een structurele oplossing voor deze functie.

Inkoop- en aanbestedingsbeleid In 2014 hebben wij gebruik gemaakt van de diensten van het Inkoopbureau. Als gevolg van de nieuwe Aanbestedingswet hebben wij voorbereidingen getroffen om het gemeentelijk aanbestedingsbeleid hierop aan te passen. Begin 2015 stellen wij dit beleid vast.

Jaarstukken 2014

69


Paragraaf 6 Verbonden partijen In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de zogenoemde ‘verbonden partijen’ van de gemeente Baarle-Nassau. Het Besluit begroting en Verantwoording (BBV) geeft als definitie: ‘een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Een financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Bij leningen en garantstellingen is dus geen sprake van een verbonden partij: de gemeente houdt juridisch verhaal als de partij failliet gaat. Ook bij exploitatiesubsidies is er geen sprake van een verbonden partij: het gaat om overdrachten (subsidies). Bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Bij bestuurlijk belang is sprake van een ‘verbonden partij’ als de burgemeester, de wethouder, het raadslid of de ambtenaar van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Bij alleen een benoemingsrecht of voordrachtsrecht (de gemeente mag een bestuurder of commissaris in de organisatie benoemen of voordragen) is er strikt genomen géén sprake van een verbonden partij. Op grond van het BBV dienen gemeenten in de paragraaf verbonden partijen in de gemeentelijke begroting en de jaarstukken verplicht bepaalde informatie over de verbonden partijen op te nemen. Daar waar mogelijk is dan ook aanvullende informatie opgenomen over de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het boekjaar (=T+1) en de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het jaar (=T+1). Opgemerkt wordt dat niet in alle gevallen haalbaar is gebleken om de beschikking te krijgen over de informatie over 2014. In die gevallen zijn we uitgegaan van de gegevens uit de begroting 2014 of de jaarrekening 2013. Er wordt voornamelijk gewerkt op grond van een publiekrechtelijke grondslag (gemeenschappelijke regeling, openbaar lichaam, administratieve afspraak). Daarnaast is er sprake van een privaatrechtelijke binding in de vorm van het participeren in een stichting, een Naamloze Vennootschap (NV), of het samenwerken op basis van een overeenkomst. De gemeente Baarle-Nassau neemt deel aan de volgende gemeenschappelijke regelingen: 1) Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant (het West-Brabanthuis) 2) Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant 3) Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV) 4) Gemeenschappelijke Regeling Belgisch-Nederlands grensoverleg (BENEGO) 5) Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg West-Brabant (GROGZ) 6) Gemeenschappelijke Regeling Subsidiëring Buro HALT 7) Gemeenschappelijke Regeling schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaters regio WestBrabant 8) Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 9) Gemeenschappelijke Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen

Jaarstukken 2014

70


De gemeente Baarle-Nassau neemt daarnaast deel aan de volgende overige partijen: 10) N.V. Rewin West-Brabant 11) Stichting Inkoopbureau West-Brabant 12) Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 13) N.V. Intergas 14) N.V. Brabant Water 15) Gezamenlijke Milieustraat (Administratieve Afspraak) 16) Servicepunt Handhaving (SepH) Midden- en West-Brabant 17) Bovengemeentelijke Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking ICT 18) Gemeenschappelijk Orgaan Baarle (GOB) 19) Grensoverschrijdend Openbaar Lichaam Academie voor Muziek en Woord De Noorderkempen 20) Cultureel Centrum Baarle 21) Stichting Theek 5 22) Dienstverleningsovereenkomst met Sociale Zaken gemeente Tilburg 23) Dienstverleningsovereenkomst met het Archief van gemeente Tilburg Het eigen vermogen, het vreemde vermogen en het te verwachten resultaat: Hieronder volgt een overzicht van de BBV-plichtige gegevens van de partijen die vallen binnen de begripsbepaling van het BBV: Gemeenschappelijke Regeling Regio West-Brabant (het West-Brabanthuis) Postbus 503 4870 AM Etten-Leur De regeling heeft tot doel om gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen onder meer door te komen tot de opstelling, vaststelling en uitvoering van de strategische agenda en de strategische visie voor West-Brabant. Onder deze belangen vallen in elk geval: • Sociaal Economische Zaken; • Ruimtelijke Ontwikkeling en Volkshuisvesting; • Mobiliteit; • Zorg, Welzijn en Onderwijs; • Duurzaamheid; • Middelen. • Opstelling, vaststelling en uitvoering van de strategische agenda. Financieel belang: € 25.000 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

Jaarstukken 2014

€ € € € €

537.000 564.000 12.834.000 11.656.000 273.000

71


Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Postbus 467 5000 AC Tilburg Samenwerking bij de voorbereiding en de uitvoering van een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde hulpverlening in het werkgebied Midden- en West-Brabant. Een goede behartiging van de zorg voor de veiligheid en de hulpverlening aan de burgers in de regio Midden- en West-Brabant. De veiligheidsregio werkt samen bij het bieden van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening en de voorbereiding op en bestrijding van ongevallen, crisis en rampen. Hierbij is het beschermen van burgers tegen risico’s op het gebied van fysieke veiligheid het primaire doel. De veiligheidsregio heeft daarnaast het secundaire doel om te zorgen voor een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening, de gemeenschappelijke meldkamer en de rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke regie. Om het niveau van de rampenbestrijding professioneler te krijgen, is regionale samenwerking nodig. Dat wat lokaal niet voldoende geregeld kan worden (vanwege ontbreken mankracht of expertise) wordt regionaal opgetuigd. Op regionaal niveau worden onder leiding van het Organisatieonderdeel Gemeenten (OG) onder andere draaiboeken van taakorganisaties geactualiseerd. Op lokaal niveau moeten deze worden geïmplementeerd. Dat betekent dat medewerkers van de betreffende taakorganisatie bijgepraat, opgeleid en geoefend moeten worden volgens het meest recente draaiboek. Daarnaast moeten bijlagen lokaal worden ingevuld. Naast deze taak, zijn functies in de rampenbestrijding die niet door alle gemeenten afzonderlijk ingevuld kunnen worden, regionaal ingevuld door middel van hard piket. Dat betekent dat elke gemeente tijdens een ramp verzekerd is van een invliegteam voor de taakorganisatie crisiscommunicatie, het Regionaal Operationeel Team (ROT) bezet is en nog enkele andere functies door experts uit de regio worden ingevuld. Financieel belang: € 451.000 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

€ € € € €

21.428.000 22.268.000 44.350.000 41.016.000 3.174.000

Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden-West-Noord (RAV) Postbus 3166 5203 DD ‘s-Hertogenbosch Alle bevoegdheden die nodig zijn om de taken uit te voeren met betrekking tot het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Dit zorgt voor beschikbaarheid voor de inwoners van ambulancehulpverlening en van mogelijkheden tot liggend ziekenvervoer. Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

€ € € € €

9.350.226 10.019.033 18.430.561 23.138.570 668.807

Gemeenschappelijke Regeling Belgisch-Nederlands grensoverleg (BENEGO) Steenweg op Gierle 100 B-2300 Turnhout Werkgroepen, adviezen, onderzoek, voorlichting, samenwerkingsvoorstellen. Financieel belang: € 800

Jaarstukken 2014

72


Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

€ € € € €

175.824 175.824 0,00 0,00 0,00

Gemeenschappelijke Regeling Openbare gezondheidszorg West-Brabant (GROGZ) Postbus 3369 4800 DJ Breda Bijdragen aan de voorbereiding van en uitvoering te geven aan het beleid van de deelnemende gemeenten op het terrein van de openbare gezondheidszorg in het algemeen en de collectieve preventie in het bijzonder. Het samenwerkingsverband beheert de GGD West-Brabant. Via een gevarieerd aanbod van producten en diensten van de GGD West-Brabant wordt bijgedragen aan de gezondheid van de inwoners van Baarle-Nassau. Financieel belang: € 122.000 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

€ € € € €

3.464.000 3.616.000 13.283.000 12.903.000 278.000

Gemeenschappelijke Regeling schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaters regio WestBrabant Postbus 90156 4800 RH Breda Het behartigen van de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de uitvoering van de Leerplichtwet en de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie. De gemeente heeft de wettelijke verplichting om schoolverzuim en vroegtijdig schoolverlaten zoveel mogelijk te voorkomen. De verwachting is dat deelname aan de gemeenschappelijke het mogelijk maakt deze verplichting op een effectievere en efficiëntere manier na te komen dan als gemeente alleen. De colleges van de deelnemende gemeenten mandateren de bevoegdheden op het gebied van uitvoeringsniveau 1 (registratie, art. 19 Leerplichtwet 1969) die aan hen zijn toegekend in het kader van het toezicht op de naleving van de Leerplichtwet 1969 en de registratie van voortijdig schoolverlaters in het kader van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie aan het gemeenschappelijk orgaan. Financieel belang: € 4.000 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

Jaarstukken 2014

€ € € € €

78.443 0,00 1.065.074 1.000.000 0,00

73


Gemeenschappelijke Regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Postbus 467 5000 AC Tilburg Taken uitvoeren op het gebied van het omgevingsrecht en als verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur een bijdrage leveren aan een leefbare en veilige werken leefomgeving van de regio Midden- en West-Brabant. De omgevingsdienst is belast met het ten behoeve van de deelnemende organisaties uitvoeren van het verplichte Landelijke Basistakenpakket. De Omgevingsdienst wordt maatschappelijk (bedrijven, burgers, belanghebbenden, etc.) gezien als een professioneel verlengstuk van het lokaal en provinciaal bestuur. Financieel belang: € 143.000 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2013 • eigen vermogen per 31-12-2013 • vreemd vermogen per 1-1-2012 • vreemd vermogen per 31-12-2013 • financiële resultaat (2013)

€ € € € €

0,00 444.000 0,00 13.318.000 308.000

Gemeenschappelijke Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen Postbus 90156 4800 RH Breda De belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen bij de nazorg van de Regionale Stortplaats Zevenbergen en de Afvalstoffenberging Bavel-Dorst. Het zitting nemen in de Bestuursraad van het Provinciaal Nazorgfonds ter waarborging van het toezicht op de doelmatige aanwending van de voor de RSZ betaalde nazorggelden; Het nakomen van de contractuele verplichtingen van de gemeenschappelijke regeling inzake de eindafwerking en nazorg van de gesloten stortplaats BavelDorst en Zevenbergen; Een adequaat beheer voeren over de voor de nazorg beschikbare fondsen/middelen. Financieel belang: € 6.000 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

€ € € € €

1.673.000 1.673.000 22.809.000 23.004.000 0,00

N.V. Rewin West-Brabant Mozartlaan 7 4837 EH Breda Rewin stimuleert bedrijfsvestiging in West-Brabant en stimuleert bedrijven in West-Brabant om projecten te ontwikkelen die de economische concurrentiekracht van West-Brabant versterken. De gemeenten en andere aandeelhouders zijn in de raad van commissarissen vertegenwoordigd. Elke gemeente is vertegenwoordigd door een lid van het college. Een aantal gemeenten is door een collegelid vertegenwoordigd in de raad van commissarissen. De uitkomst van de strategische heroriëntatie NV Rewin heeft een nieuw beleidskader opgeleverd met meer focus op een tweetal activiteiten: 1. West-Brabant promoten als aantrekkelijke vestigingsplaats en het acquireren van bedrijven van buiten de eigen regio waardoor er nieuwe arbeidsplaatsen bijkomen. 2. Uitvoering van de Strategische Agenda West-Brabant onderdeel topsectoren en flexibel inspelen op nieuwe kansen. Financieel belang: € 11.000

Jaarstukken 2014

74



€ € € € €

542.645 540.000 4.250.154 4.250.154 0,00

Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Postbus 30305 2500 GH Den Haag Bank van en voor overheden en instellingen voor maatschappelijk belang. BNG is een betrouwbare eigentijdse bank en expert in het financieren van publieke voorzieningen. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt BNG bij aan het zo laag mogelijk houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Financieel belang: € 8.775 Boekjaar 2014: • eigen vermogen per 1-1-2014 • eigen vermogen per 31-12-2014 • vreemd vermogen per 1-1-2014 • vreemd vermogen per 31-12-2014 • financiële resultaat

€ € € € €

3.430.000.000 3.582.000.000 127.753.000.000 149.923.000.000 126.000.000

N.V. Intergas Warandelaan 2, 4904 PC Oosterhout Het verzorgen van een optimale energielevering op een veilige en betrouwbare manier. Het netwerk is in 2011 verkocht en de liquidatie van Intergas is in gang gezet. De definitieve financiële afwikkeling zal op een later moment nog plaatsvinden. N.V. Brabant Water Postbus 1068 5200 BC ’s-Hertogenbosch De levering van drinkwater van hoge kwaliteit, water op maat en watergerelateerde producten en diensten. Deelname in het aandelenkapitaal vindt plaats ter bewerkstelling van een zo hoog mogelijk voorzieningenniveau voor de individuele gebruiker.


Jaarstukken 2014

€ € € € €

476.300.000 488.200.000 384.500.000 408.800.000 33.900.000

75


Paragraaf 7 Grondbeleid Inleiding Het grondbeleid van de gemeente is een belangrijk sturingsinstrument voor de invulling van de aanwezige en toekomstige bouwmogelijkheden in onze gemeente. Grondbeleid is geen doel op zich, maar een middel om ruimtelijke en volkshuisvestingsdoelen te kunnen bereiken. Op dit moment is de woonvisie “Baarle-Nassau, het is er goed wonen! Visie op het wonen 2007-2016" geldend met de daarna opgestelde Quickscan Woningbouw uit 2010. Op basis van deze visies wordt beleid op nieuwbouwwoningen opgesteld. Begin 2015 is de eerste discussieavond voor de nieuwe gemeentedekkende omgevingsvisie geweest. Doel is om medio september 2015 de nieuwe visie vast te stellen, die dan als kader gaat gelden voor ruimtelijke ontwikkelingen.

Grondbeleid De basis voor het gemeentelijk grondbeleid is vastgelegd in de Nota Grondbeleid, die op 5 maart 2009 door de raad is vastgesteld. In deze nota wordt op alle facetten van het grondbeleid ingegaan. Een belangrijk element is, dat er een actieve grondpolitiek gevoerd wordt, inhoudend dat geen afwachtende houding m.b.t. verwerving en onderhandelen met ontwikkelaars wordt ingenomen. Zoveel mogelijk wordt grond zelf verworven en ontwikkeld. De voordelen hiervan in het licht van, zelf sturen in prijsstelling en de opbrengsten ten goede laten komen van de algemene fysieke ontwikkeling van de gemeente, zijn evident en vormen een lofwaardig streven. De gewijzigde economische omstandigheden en de bestaande grondposities van zowel gemeente als projectontwikkelaars resulteren op dit moment in een terughoudende houding ten aanzien van de aankoop van extra gronden. Overigens kunnen we op grond van de Grondexploitatiewet ook kostenverhaal plegen als de gemeente geen eigenaar is van de grond. Dit wordt nu al veel gedaan, omdat er veel ontwikkelingen door private eigenaren of projectontwikkelaars op de planning staan. Via anterieure overeenkomsten legt de gemeente afspraken vast over o.a. de wijze waarop plannen gerealiseerd worden, de procedure en het kostenverhaal. De gemeentelijke financiële administratie is hierop aangepast zodat kosten ook gekoppeld kunnen worden aan te betalen exploitatiebijdragen. In 2011 heeft de raad de Nota Grondprijsbeleid 2011 e.v. vastgesteld. Daarin is een nieuwe systematiek van het bepalen van gemeentelijke grondprijzen vastgelegd, waarbij meer marktconform wordt gewerkt. Naar aanleiding van de besluitvorming over de grondprijzen voor de locatie Nassauveste zal er in 2015 besluitvorming plaatsvinden over een aanpassing van het grondprijsbeleid.

Zelfontwikkeling/particulier opdrachtgeverschap en woningbouwcorporaties In 2014 zijn binnen de gemeentelijke locatie Nassauveste 33 van de 34 kavels toegewezen aan leden van de CPO-groep Baarle Bouwt Collectief. De eerste kavel is in 2014 al gepasseerd bij de notaris, de overige kavels passeren in maart 2015. Deze groep gaat in de vorm van collectief particulier opdrachtgeverschap gezamenlijk de bouw van de woningen realiseren. De omgevingsvergunning voor de woningen wordt in april 2015 verleend. De bouw van de eerste woningen zal na de bouwvak 2015 starten. Daarnaast zijn er in het project Ruimte voor Ruimte Nassaulaan diverse ruime zelfbouwkavels beschikbaar (na de herverkaveling in 2014 zijn ook enkele kleinere kavels beschikbaar). De tweede fase (2 gemeentelijke kavels en 2 particuliere kavels) komt niet eerder dan 1 juli 2015 in de verkoop. Verder zijn er een aantal particuliere zelfbouwkavels mogelijk gemaakt, onder andere via het Beleidskader kleinschalige bouwinitiatieven. In het plan Limfa fase 1 komen - indien daar behoefte aan is - ook kavels voor zelfbouw beschikbaar. De ontwikkelaar zet op basis van marktonderzoek eerst in op projectmatige bouw, maar houdt ruimte beschikbaar voor zelfbouwers. Dit plan komt eind 2015 van de grond. In 2017 zullen de agrarische bedrijven aan de Dorpsstraat 4 en 7 in Ulicoten verplaatst zijn. Dit maakt realisatie van de gemeentelijke woonlocatie Maaijkant 2e fase mogelijk. Hier zal (collectief) particulier opdrachtgeverschap mogelijk zijn.

Jaarstukken 2014

76


Nadat in 2014 10 nieuwe sociale huurwoningen op de Reigerlaan en Sportlaan zijn opgeleverd legt Leystromen eerst de focus op de bestaande voorraad. Er is ruimte voor verkoop van huurwoningen en voor investeringen in duurzaamheid. Daarnaast heeft Leystromen eind 2014 met Thebe de conclusie getrokken dat een gezamenlijk project Janshove niet haalbaar is. Men komt waarschijnlijk in 2015 tot afspraken voor twee losse ontwikkelingen naast elkaar: nieuwbouw zorgcentrum Janshove (Thebe) en een aantal appartementen voor senioren (Leystromen). Overigens zijn op de locatie Limfa fase 1 ook 10 sociale huurwoningen gepland, maar deze komen naar verwachting niet bij een woningcorporatie terecht, maar bij een of meer particuliere beleggers.

Ontwikkelingen In 2015 wordt gewerkt aan een nieuwe gemeentedekkende omgevingsvisie (structuurvisie). De bedoeling is dat deze visie medio september 2015 wordt vastgesteld in de gemeenteraad. De omgevingsvisie krijgt een link met het grondbeleid: immers bepaalde soorten kostenverhaal zijn uitsluitend mogelijk als deze een basis hebben in een omgevingsvisie. Daarnaast kunnen in een omgevingsvisie keuzes gemaakt worden voor ontwikkelingsrichtingen ten aanzien van woningbouw, bedrijventerreinen, recreatie, landbouw en/of natuur. Er zullen veel woningbouwactiviteiten zijn in 2015: de locaties Nassauveste, Limfa fase 1 en Hof van Bernardus komen tot realisatie. De gemeente kent voor de komende jaren meer dan voldoende woningbouwplannen om in de verwachte behoefte te voorzien. Of realisatie van alle plannen reëel is af hangt van de vraag uit de markt. Ondanks dat de gemeente de afgelopen jaren een positieve grondhouding had ten aanzien van nieuwe woningbouwplannen moeten we nu pas op de plaats maken. In 2015 worden nieuwe afspraken gemaakt met de regio en de provincie over het aantal te bouwen woningen. Afhankelijk daarvan kunnen we plannen voor de toekomst vorm gaan geven. Of daar nog veel ruimte is voor nieuwbouw is de vraag, mede gezien de bevolkings- en woningbehoefteprognoses die op de (middel)lange termijn een veranderend demografisch perspectief (vergrijzing en krimp) laten zien. Ten slotte wordt op dit moment gewerkt aan de uitbreiding van het bedrijventerrein in Baarle-Nassau. Baarle-Nassau In 2014 liep de verkoop voor het herverkavelde deel van de woningbouwplannen op de voormalige scholenlocatie. Realisatie daarvan wordt in 2015 verwacht. Ook in verkoop waren de bouwkavels van het plan Ruimte voor Ruimte Nassaulaan. In het buitengebied wordt de natuur van het Landgoed Hooghuys aangelegd en loopt de verkoop van de landgoedwoningen. De gemeenteraad heeft in juli 2014 en in januari 2015 bestemmingsplannen vastgesteld voor de locatie Limfa fase 1 en gemeentelijke locatie Nassauveste. Deze plannen komen in 2015 tot realisatie. Er is in totaal ruimte voor meer tussen de 80 en 100 woningen. Naast deze grote locaties kennen we in Baarle-Nassau diverse kleinere locaties (tot ongeveer 5 extra woningen), waarmee we in een divers woningbouwprogramma kunnen voorzien. Eind 2013 hebben we de benodigde bedrijfsbehoefte-onderzoeken afgerond om met de planvorming voor uitbereiding van het bedrijventerrein Baarle-Nassau te kunnen beginnen. De gronden zijn grotendeels in eigendom van ontwikkelaars, waarmee een anterieure overeenkomst gesloten wordt. Realisatie kan medio 2015 starten. Ulicoten De gemeenteraad heeft in januari 2015 het bestemmingsplan vastgesteld voor het Hof van Bernardus. Dit plan met 12 goedkope koopwoningen komt in 2015 van de grond. De ontwikkeling van de gemeentelijke uitbreidingslocatie Maaijkant 2e fase wacht op de verplaatsing van de agrarische bedrijven aan de Dorpsstraat 4 en 7. Conform de overeenkomsten die er met de gemeente gesloten zijn worden deze bedrijven in 2017 verplaatst. Vanaf dat moment kan deze locatie door de gemeente ontwikkeld worden. De ruimtelijke procedures ronden we voor die tijd af, zodat we zo spoedig mogelijk met realisatie kunnen starten. Er zijn in Ulicoten nog wat kleinere locaties beschikbaar in de vorm van 3 woningen op de hoek Dorpsstraat/Chaamseweg-Hazenberg en door de verplaatsing van het agrarisch bedrijf Dorpssstraat 38. Die laatste locatie komt overigens pas voor reguliere woningbouw in aanmerking na afronding van Maaijkant 2e fase.

Jaarstukken 2014

77


Exploitatieopzetten In december 2006 heeft de Raad de geactualiseerde exploitatieopzetten die ten grondslag liggen aan de plannen Hoogbraak en Maaijkant vastgesteld. De exploitatie Maaijkant wordt in 2015 geactualiseerd, rekening houdend met de inmiddels afgesloten overeenkomsten rond de verplaatsing van de agrarische bedrijven. Realisatie kan vanaf ongeveer 2017 plaatsvinden. In 2014 zijn de locaties Reigerlaan en Sportlaan (voormalige woonwagenlocatie) opgeleverd. Deze exploitatie is bij de jaarrekening 2014 afgesloten en het positieve saldo € 135.708 is gestort in de Algemene reserve grondexploitatie. De gemeente heeft 2 bouwkavels te verkopen in het plan Nassaulaan. Deze kavels mogen pas vanaf 1 juli 2015 verkocht worden. Het bouwrijp maken vindt plaats als er zicht is op verkoop. Het tijdstip van woonrijp maken zal afhangen van wanneer de rest van de locatie door Ruimte voor Ruimte woonrijp gemaakt gaat worden. Voor de exploitatie Nassauveste geldt dat in 2014 de voorbereidingen zijn gemaakt voor het bouwrijp maken van de locatie. Dit vindt in het tweede kwartaal van 2015 plaats. De start bouw van de woningen ligt na de bouwvak 2015. Oplevering volgt in 2016, waarna de woonwijk woonrijp gemaakt wordt. Op één na zijn alle kavels toebedeeld.

Grondexploitaties Maaijkant 2e fase Nassauveste Nassaulaan (gemeente)

Jaarstukken 2014

Boekwaarde per 31-12-2014 € 782.801,50 € -7.325,39 € 86.749,89

78

Realisatiejaar 2017 2016-2019 2015 e.v.

Verwacht resultaat excl. reeds genomen winst € 572.390,87 € 665.699,99 € 39.151,11


Paragraaf 8 Rechtmatigheid Vanaf 2004 wordt in het accountantsverslag ook een oordeel gegeven over de rechtmatigheid van het in het jaarverslag verantwoorde financieel beheer. De juridische basis ligt in artikel 213, lid 3b Gemeentewet. In lid 6 staat dat bij AMVB nadere regels kunnen worden gesteld met betrekking tot de reikwijdte van en de verslaglegging omtrent de accountantscontrole. De raad heeft een regelende rol ten aanzien van de inhoud van de accountantscontrole en controleverklaring, de rapporteringtoleranties en het vaststellen van lagere percentages dan wel lagere bedragen dan het wettelijk maximum dat in het besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO) wordt omschreven. De commissie BBV is verantwoordelijk voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten, zij stelt hiervoor een kadernota op. In 2013 is een nieuwe kadernota uitgebracht. De Kadernota heeft het karakter van een zwaarwegend advies. Dit betekent dat er vanuit wordt gegaan dat de nota wordt opgevolgd door de relevante partijen. Nieuwe aandachtpunten zijn de Aanbestedingswet, de Wet Markt en Overheid en de Wet Normering Topinkomens (WNT). De commissie BBV ziet geen reden voor het uitbrengen van een aangepaste Kadernota Rechtmatigheid voor 2014. Dit betekent dat de Kadernota 2013 ook voor de controle van de jaarrekening 2014 geldt. Aanbestedingswet: Ondernemers krijgen meer kans op overheidsopdrachten. Dat is het gevolg van de Aanbestedingswet, die op 1 april 2013 in werking is getreden. De Aanbestedingswet, die op 1 april 2013 in werking is getreden, past de Europese regels zo goed mogelijk toe op de Nederlandse situatie. De wet moet vooral zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en het midden- en kleinbedrijf betere kansen bieden op overheidsopdrachten. Wet Markt en Overheid: Overheden concurreren regelmatig met bedrijven. Denk aan stadswachten die bedrijventerreinen beveiligen. Om concurrentievervalsing te voorkomen, moeten overheden zich aan gedragsregels houden. Deze staan in de Wet Markt en Overheid, die onderdeel is van de Mededingingswet. De inventarisatie heeft plaatsgevonden voor onze gemeente, in het voorjaar 2015 wordt de raad hierover geïnformeerd. Wet Normering Topinkomens WNT: Topfunctionarissen in de (semi)publieke sector mogen niet meer verdienen dan 130% van het salaris van een minister, dit wordt normering van topinkomens genoemd. De WNT-norm 2014 is € 230.474 inclusief belaste onkostenvergoedingen en pensioenbijdrage. De WNT norm gaat in 2015 omlaag naar 100%. Met de nieuwe wet (WNT) die op 1 januari 2013 is ingegaan, is de Wet Openbaarmaking Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) vervallen. In de jaarrekening wordt dit apart toegelicht.

Jaarstukken 2014

79


De rechtmatigheidtoets heeft een duidelijke relatie met het financieel beheer en gaat minder ver dan de juridische rechtmatigheidtoets. Bij de accountantscontrole inzake de getrouwheid van een verantwoording worden zaken gecontroleerd als: volledigheid, juistheid, tijdigheid, waardering, het bestaan en naleven van verslaggevingvoorschriften, begrijpelijkheid en inzichtelijkheid. In een controle protocol wordt door de raad vastgelegd aan welke criteria getoetst moet worden. Dit is vastgelegd in art 213 van de gemeentewet waarvan de geactualiseerde versie 28 juni 2007 is vastgesteld door de Raad. Het streven is om jaarlijks een goedkeurende accountantsverklaring te ontvangen. Bijlage bij het controleprotocol is het uitgewerkte normenkader. Dit bevat alle gemeentelijke verordeningen voor zover die bepalingen bevatten over financiële beheershandelingen. Andere besluiten van de gemeenteraad, dus niet zijnde verordeningen, met een kaderstellend karakter zijn ook een verplicht onderdeel van het normenkader. Met de dualisering is een scherpere grens getrokken tussen bevoegdheden die de raad en bevoegdheden die het college toebehoren. Voor de rechtmatigheidtoets betekent dit dat de voorschriften die het college uitvaardigt (interne regelgeving) niet onder het rechtmatigheidoordeel vallen. Deze voorschriften hebben immers betrekking op de relatie college - ambtenaren. De belangrijkste processen zijn al geborgd binnen de organisatie voor wat betreft de rechtmatigheid. Verordeningen zijn aangepast, de processen zijn afgestemd zodat ze beter aansluiten bij de praktijk. De komende jaren blijft de rechtmatigheid onder de aandacht zodat alle processen hierop beter kunnen aansluiten. Onderdeel van de rechtmatigheidtoets is het voorkomen en bestrijden van misbruik en oneigenlijk gebruik van weten regelgeving, het M&O criterium. Dit onderdeel is meegenomen in de borging van het rechtmatigheidtraject. Dit is een continue proces. In lijn met de aanbevelingen uit de interne controle 2009 wordt de verbijzonderde interne controle nu uitgevoerd door de afdelingen, welke direct bij de processen zijn betrokken. Ieder afdelingshoofd wijst voor de controles medewerkers aan, welke belast worden met de controle van deelwaarnemingen. Om de onafhankelijkheid van de controles te borgen worden situaties waarbij de ‘slager zijn eigen vlees keurt’ zoveel mogelijk voorkomen. De controleurs worden gefaciliteerd door het cluster Financiën welk verantwoordelijk is voor de algehele coördinatie en het opstellen van de controlerapporten. Om de controles beter te spreiden over het controlejaar wordt er jaarlijks een controlejaarplan opgesteld. Daarnaast verzorgt financiën een steekproefsgewijze controle. Door deze werkwijze is de draagkracht van de maatregelen evenals de praktische insteek optimaal. De doelstelling hiervan is vooral om de kwaliteit van de werkprocessen te verbeteren zodat het aantal benodigde herstelbesluiten afneemt. Bewustwording bij de afdelingen is hiervan een belangrijk onderdeel, bij constatering van onrechtmatigheden kan het proces hierop praktisch worden aangepast door de vakafdeling zelf. De wet Financiering decentrale overheden (fido) bevat regels die de risico’s voor gemeenten moeten beperken bij lenen en beleggen. De risico’s van lenen worden beperkt doordat gemeenten zich moeten houden aan de zogeheten kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De limiet zorgt ervoor dat er niet te veel kortlopende leningen worden aangetrokken; de renterisiconorm zorgt voor spreiding in vervaldata van de langlopende leningen en daarmee in de spreiding van de renteherzieningsmomenten. Deze risico’s zijn opgenomen in paragraaf 4 (paragraaf financiering). De wet fido beschouwt beleggen niet als een normale publieke taak. Daarom mag de gemeente alleen beleggen in waardepapieren met relatief weinig risico (hoofdsomgarantie). Dus bijvoorbeeld niet in buitenlandse valuta. Bovendien moet de tegenpartij aan strenge eisen van betrouwbaarheid (minimaal single A rating) voldoen. Voor het lenen en beleggen van gelden zijn naast de externe fido-regels ook andere, veelal door de gemeente zelf vastgelegde voorschiften (212verordening) van toepassing. De gemeenteraad heeft in het treasurystatuut opgenomen dat middelen alleen uitgezet mogen worden bij financiële instellingen met een triple A rating. Door deze extra strenge eis is het risico hierbij geminimaliseerd.

Jaarstukken 2014

80


Het juridische begrip rechtmatigheid heeft betrekking op alle geldende wetten en regels. Rechtmatigheid is dan het handelen in overeenstemming met alle wetten en regels. Het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole is een minder omvattend begrip. In de verordening ex. Artikel 212 Gemeentewet (GW) regelt een gemeente het gemeentelijke financiële beleid, beheer en de financiële organisatie zodanig dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan. In de verordening ex. Artikel 213 GW worden de regels voor de accountantscontrole zodanig vastgelegd dat de toetsing van de rechtmatigheid van het financiële beheer en van de financiële organisatie is gewaarborgd. Verder regelt verordening ex. Artikel 213 een aantal zaken met betrekking tot de opdrachtverlening aan de externe accountant. Deze verordeningen zijn een wettelijke verplichting en het domein van de gemeenteraad. De financiële rechtmatigheid is grotendeels ingebed in de dagelijkse werkzaamheden conform het plan van aanpak. Bijna alle verordeningen zijn aangepast. De benodigde interne controlemaatregelen zijn genomen waardoor de beheersbaarheid is verbeterd en een rechtmatige basis is gecreëerd om rechtmatig te handelen. Op 25 februari 2015 is het controleprotocol vastgesteld door de raad. Deze is gericht op de controle van de zogenaamde ‘recht-, hoogte en duurcriteria’. De controle- en rapporteringtoleranties zijn conform de minimumeisen van het BADO opgesteld. De raad kan opdracht geven om specifiek aandacht te besteden aan een aantal onderwerpen, hiervan is geen gebruik gemaakt.

Jaarstukken 2014

81


Begrotingscriterium In het controleprotocol is ten aanzien van begrotingsoverschrijdingen het volgende opgenomen: Met betrekking tot de vraag, vanaf welke omvang begrotingsoverschrijdingen dienen te leiden tot een begrotingswijziging wordt het volgende kader vastgesteld. 1) Per programma staan ter beoordeling de baten en lasten afzonderlijk. 2) Per programma dient een begrotingsoverschrijding van 5% of meer op de exploitatie (1) door de gemeenteraad voor het einde van het jaar middels begrotingswijziging te worden goedgekeurd. 3) Overschrijdingen op het programma als gevolg van doorverdeelde kosten (kostenplaatsen) hoeven niet bij begrotingswijziging te worden goedgekeurd. 4) Overschrijdingen waarvoor het volgens punten 2 en 3 niet nodig is om een begrotingswijziging te maken, zullen door de gemeenteraad middels het vaststellen van de rekening impliciet worden goedgekeurd. 5) Overschrijdingen waarvoor het volgens punten 2 en 3 wel nodig is om een begrotingswijziging te maken maar waarvoor dat is niet gebeurd worden gemeld en afzonderlijk toegelicht in de jaarrekening en worden door de gemeenteraad middels het vaststellen van de rekening impliciet goedgekeurd. (1) Onder de exploitatie wordt verstaan de lasten en baten in de programmaverantwoording, met uitzondering van de doorverdeelde kosten vanuit de kostenplaatsen en de reservemutaties.

In onderstaand overzicht zijn per programma zowel de geraamde als de werkelijke baten en lasten exclusief kostenplaatsen opgenomen met daarnaast het verschil. Lasten begroot 2.959.709

werkelijk 2.869.075

verschil 90.634-

% -3%

Baten begroot 236.647-

werkelijk 188.033-

verschil 48.614

% -21%

2 Onderwijs, welzijn en zorg

3.401.839

3.276.015

125.824-

-4%

241.014-

300.104-

59.090-

25%

3 Sociale zaken 4 Toerisme en economie

3.312.535 266.951

3.164.378 138.306

148.157128.645-

-4% -48%

1.666.19229.279-

1.681.1919.091-

14.99920.188

1% -69%

5 Verkeer, vervoer en openbare ruimte

2.299.308

2.337.751

38.443

2%

38.149-

53.425-

15.276-

40%

6 Milieu en afval 7 Ruimtelijke ontwikkeling

1.406.325 1.713.621

1.312.961 1.492.342

93.364221.279-

-7% -13%

1.213.659540.289-

1.073.339893.475-

140.320 353.186-

-12% 65%

178.490-

145.142

323.632

181%

9.349.318-

9.429.122-

79.804-

1%

Programma 1 Burger,bestuur en veiligheid

8 Algemene dekkingsmiddelen

Voor een betere inzichtelijkheid zijn voor zowel de kosten als de baten de afwijkingen in beeld gebracht. Bij programma 1 is er sprake van een onderschrijding van de geraamde baten met meer dan 5%. De lasten zijn ook lager maar deze hebben geen relatie met de lagere baten. Bij programma 4 is er sprake van een onderschrijding van de geraamde baten met meer dan 5%. De lasten die hieraan gekoppeld zijn, zijn ook lager waardoor per saldo geen overschrijding resteert conform lid 5 van het begrotingscriterium. Bij programma 6 is er sprake van een onderschrijding van de geraamde baten met meer dan 5%. De lasten die hieraan gekoppeld zijn, zijn ook lager waardoor per saldo geen overschrijding resteert conform lid 5 van het begrotingscriterium. Bij programma 8 is er sprake van een overschrijding van de geraamde lasten met meer dan 5%.

Jaarstukken 2014

82


Voor de volgende programma's is sprake van een overschrijding van lid 5 van het begrotingscriterium: 1 Burger, bestuur en veiligheid De overschrijding op programma 1 Burger, bestuur en veiligheid wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de bijdrage van Baarle-Hertog aan de gezamenlijke brandweer nog niet op het gewenste niveau ligt. Hiervoor moeten nieuwe bestuurlijke afspraken gemaakt worden. 8 Algemene dekkingsmiddelen De overschrijding op programma 8 Algemene dekkingsmiddelen wordt voornamelijk veroorzaakt door de doorbelasting van de kostenplaatsen naar de onderliggende producten. Deze vinden vaak plaats op basis van declarabele uren. De kostenplaatsen worden hierna toegelicht. De loonkosten worden per saldo afzonderlijk gepresenteerd en toegelicht. Zie paragraaf 5 bedrijfsvoering. Middels de vaststelling van de jaarrekening 2014 gaat de raad alsnog impliciet akkoord met deze afwijkingen en zijn ze rechtmatig.

Jaarstukken 2014

83


Saldo op de kostenplaatsen In de verschillenanalyses van de programma's zijn de verschillen in de doorverdeelde kosten vanuit de kostenplaatsen niet toegelicht. In plaats daarvan wordt in onderstaande tabel het totaalverschil op de kostenplaatsen toegelicht. Verschillen kostenplaatsen (per kostensoort)

begroting

rekening

verschil

11

Loonbetalingen en sociale premies

€

2.974.872

€

2.952.446

12

Sociale uitkeringen personeel

€

1.490

€

5.119

30

Personeel van derden

€

270.988

€

257.750

€

13.238-

31

Energie

€

113.162

€

109.327

€

3.835-

333

Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen

€

1.850

€

1.745

€

105-

34

Overige goederen en diensten

14.112-

€

341

Betaalde belastingen

€

31.347

343

Aankopen niet duurzame goederen en diensten

€

603.281

422

Overige inkomensoverdrachten van overheid (niet rijk)

424

Inkomensoverdrachten aan overheid (niet rijk)

€

330.320

€

349.013

425

Overige inkomensoverdrachten

€

3.920

€

3.808

60

Reserveringen

€

14.922

€

14.922

61

Kapitaallasten

€

1.130.837

€

1.107.734

63


-

€

23

5.463.189

€

5.415.446

€

13.800-

€

€

Totaal

€

-

€ €

36.669

€

603.631

€

12.628-

€

22.426-

€

3.629

312-

€

5.322

€

350

€

12.628-

€

18.693

€

112€

€ € €

23.10323 47.743-

Bovenstaande toelichting op kostenplaatsen betreft een verklaring van de verschillen ten opzichte van de dynamische begroting van gesaldeerd ongeveer € 48.000 voordelig. Door het positieve saldo is er geen sprake van begrotingsonrechtmatigheid. De verschillen worden hoofdzakelijk ingegeven door de lagere personeelskosten op de kostenplaatsen en de kapitaallasten (uitstel ICT projecten).

Jaarstukken 2014

84


Paragraaf 9 Enclavesituatie Vanwege de unieke enclavesituatie waarmee onze gemeente te maken heeft is vanaf 2006 een bedrag beschikbaar gesteld ter dekking van de extra kosten die hiermee gepaard gaan. Dit bedrag wordt via de maatstaf algemeen bedrag Baarle-Nassau als onderdeel van de algemene uitkering uitgekeerd. Voor 2014 is dit een bedrag van ongeveer € 400.000 uitgaande van de huidige uitkeringsfactor. Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de extra kosten die de gemeente in 2014 heeft gemaakt inzake de enclavesituatie: Omschrijving kosten

Bedrag 2014

Inzet ambtelijk apparaat verantwoord via de tijdschrijfmodule Kosten College, griffie, Raad en Commissies De kosten voor de milieustraat zijn hoger vanwege ruimere openingstijden Extra kosten bibliotheek i.v.m. verschillende regels Cultuur en opbouwwerk Minder opbrengsten peuterspeelzaal en kinderdagverblijf in verband met de Belgische concurrentie, daardoor hogere bijdrage gemeente Kosten onderzoek GOL (gemeenschappelijk openbaar lichaam) Totaal extra kosten enclavesituatie 2014

Jaarstukken 2014

85

382.000 98.000 20.000 92.000 50.000 17.000 18.000 677.000


2 JAARREKENING

Jaarstukken 2014

86


2.1 Overzicht van baten en lasten

Jaarstukken 2014

87


Overzicht baten en lasten per programma .

,

Programma's

Lasten

Baten

Saldo

Saldo

Saldo

rekening 2014

rekening 2014

rekening 2014

dynamische begroting

primitieve begroting

Exploitatie 1

Burger,bestuur en veiligheid

2.869.075

188.033-

2.681.042

2.723.062

2.609.720

2

Onderwijs, welzijn en zorg

3.276.015

300.104-

2.975.911

3.160.825

3.164.421

3

Sociale zaken

3.164.378

1.681.191-

1.483.187

1.646.343

1.666.343

4

Toerisme en economie

138.306

9.091-

129.215

237.672

177.672

5

Verkeer, vervoer en openbare ruimte

2.337.751

53.425-

2.284.326

2.261.159

1.362.316

6

Milieu en afval

1.312.961

1.073.339-

239.622

192.666

105.654

7

Ruimtelijke ontwikkeling

1.492.342

893.475-

598.867

1.173.332

1.047.633

8

Algemene dekkingsmiddelen

145.142

9.429.122-

9.283.980-

9.527.808-

9.244.055-

Totaal Exploitatie

14.735.969

13.627.779-

1.108.189

1.867.251

889.704

Resultaat voor bestemming

14.735.969

13.627.779-

1.108.189

1.867.251

889.704

321.000

349.242-

28.242-

28.242-

-

50.000

203.296-

153.296-

199.065-

208.089-

Resultaatbestemming 1

Burger,bestuur en veiligheid

2

Onderwijs, welzijn en zorg

4

Toerisme en economie

5

Verkeer, vervoer en openbare ruimte

6

Milieu en afval

7 8

40.000

95.000-

55.000-

55.000-

105.500

1.034.438-

928.938-

928.938-

-

20.573

138.465-

117.892-

135.898-

43.091-

Ruimtelijke ontwikkeling

317.587

169.762-

147.825

71.012-

25.758-

Algemene dekkingsmiddelen

106.489

705.501-

599.012-

580.501-

657.238-

961.149

2.695.704-

1.734.555-

1.998.656-

934.176-

15.697.117

16.323.483-

626.366-

131.405-

44.472-

Totaal Resultaatbestemming Resultaat na bestemming

(1) inclusief algemene dekkingsmiddelen en post onvoorzien

Jaarstukken 2014

88


Overzicht algemene dekkingsmiddelen rekening 2014

dynamische begroting 2014


Lokale heffingen Onroerende Zaak Belasting

1.206.992

1.210.301

1.232.551

Forensenbelasting

205.614

208.522

185.522

Toeristenbelasting

42.179

41.350

38.871

Hondenbelasting

34.494

34.965

34.965

Precariobelasting

5.902

6.591

6.591

397

380

380

1.495.578

1.502.109

1.498.880

7.154.778

6.963.067

7.108.067

4.458

3.756

3.756

21.218

18.857

18.857

0

0

0

853.053

806.222

806.222

-129.466

34.870

34.870

0

0

0

Rente toegevoegd aan voorzieningen

-15.688

-15.688

-15.688

Totaal algemene dekkingsmiddelen

9.383.930

9.313.193

9.454.964

Staangelden Algemene uitkeringen Algemene uitkering gemeentefonds Dividend Dividend aandelen BNG Saldo financieringsfunctie Werkelijk ontvangen rente Werkelijk betaalde rente Overige algemene dekkingsmiddelen Bespaarde rente (zie overzicht rente) Rente financieringstekort/overschot Rente toegevoegd aan reserves

Jaarstukken 2014

89


2.1.1 Toelichting op het overzicht van baten en lasten

Jaarstukken 2014

90


Toelichting overzicht baten en lasten per programma In het jaarverslag is de programmaverantwoording opgenomen. De indeling daarvan sluit volledig aan bij de indeling van de begroting. In de programmaverantwoording is per programma een tabel opgenomen met de werkelijke baten en lasten in vergelijking met de begroting en de jaarrekening van vorig jaar. De belangrijkste verschillen ten opzichte van de begroting zijn toegelicht. Vanaf 2008 is op verzoek van de gemeenteraad gekozen om geen aparte toelichting te geven op de programma’s en word voor een nadere toelichting op de cijfers per programma verwezen naar het jaarverslag.

Jaarstukken 2014

91


Toelichting overzicht algemene dekkingsmiddelen Lokale heffingen De realisatie wijkt nauwelijks af van de raming. Algemene uitkeringen In 2014 is de bijdrage uit het gemeentefonds € 192.000 hoger dan geraamd. Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door de toegekende uitkering “Suppletie kosten opsporing en ruiming explosieven Tweede Wereldoorlog” (€ 181.000). Dividend Het betreft hier het aandeel in de jaarlijkse winstuitkering van de BNG. De realisatie wijkt nauwelijks af van de raming. Saldo financieringsfunctie Het betreft hier het resultaat op de kortlopende rente. De ontvangen rente is laag vanwege de extreem lage rentestand. De realisatie wijkt nauwelijks af van de raming. Overige algemene dekkingsmiddelen Bespaarde rente Over de reserves en voorzieningen wordt rente berekend. Dit is de bespaarde rente. Reden om bespaarde rente te berekenen, is dat de reserves en voorzieningen dienen als eigen (intern) financieringsmiddel voor investeringen. De bespaarde rente heeft een stabiliserend effect op de begroting: door deze op te nemen in de omslagrente over de investeringen, worden de kapitaallasten minder beïnvloed door de schuldpositie van de gemeente. Omdat de bespaarde rente een fictieve rente is wordt deze aan de andere kant teruggeleid naar de begroting om daar te fungeren als algemeen dekkingsmiddel. Hierdoor wordt het effect op de begroting weer geneutraliseerd. De bespaarde rente in 2014 is hoger dan begroot vanwege de hogere stand van reserves en voorzieningen. Financieringstekort/-overschot Het financieringstekort/-overschot geeft aan in hoeverre de gemeentelijke investeringen met lang vermogen (reserves, voorzieningen, leningen) zijn gefinancierd. Als het lang vermogen kleiner is dan het totaalbedrag van de investeringen dan is er sprake van een financieringstekort; in het omgekeerde geval is er sprake van een financieringsoverschot. Het financieringstekort/-overschot is evenals de bespaarde rente onderdeel van de omslagrente en vanwege het fictieve karakter ervan wordt deze teruggeleid naar de begroting als algemeen dekkingsmiddel. Bij de begroting was nog uitgegaan van een licht financieringstekort. Uiteindelijk blijkt er sprake te zijn van een financieringsoverschot. Enerzijds doordat de investeringen zijn achtergebleven op de begroting, anderzijds omdat de reserves hoger zijn dan begroot. Toegevoegde rente aan reserves en voorzieningen Bespaarde rente kan als last (kapitaallast) worden berekend en vervolgens als baat (algemeen dekkingsmiddel) worden verantwoord, zoals hierboven is beschreven. Er kan ook worden gekozen om de bespaarde rente als last te berekenen en vervolgens toe te voegen aan een reserve of voorziening, om de ‘waarde’ van hiervan (koopkracht) te handhaven. Toevoegingen aan reserves en voorzieningen gaan ten koste van de begrotingsruimte, vandaar de negatieve bedragen. Het betreft in dit geval de rente die jaarlijks wordt toegevoegd aan de pensioenvoorziening wethouders.

Jaarstukken 2014

92


Toelichting op de post onvoorzien Bij de primitieve begroting bestond de post onvoorzien uit de volgende onderdelen: Onvoorziene uitgaven Eenmalige middelen Budgetruimte, uitvoering investeringsplan

27.670 121.117 44.472 193.259

Na alle begrotingsaanpassingen inclusief de Berap, resteerde in de bijgestelde begroting de volgende ramingen: Onvoorziene uitgaven Eenmalige middelen Budgetruimte, uitvoering investeringsplan Subtotaal

0 0 131.405 131.405

Het bovenstaande bedrag is het verwachte rekeningsaldo bij de Berap. Bij de jaarrekening zijn alle baten en lasten op de programma’s verantwoord en worden geen uitgaven rechtstreeks ten laste van onvoorzien geboekt.

Jaarstukken 2014

93


Overzicht incidentele baten en lasten In dit overzicht is als uitgangspunt genomen welke eenmalige middelen werden geraamd in de (primitieve) begroting alsmede de geraamde besteding daarvan. In het overzicht is opgenomen wat daarvan is gerealiseerd in de jaarrekening. Daarbij wordt opgemerkt dat niet van alle baten en lasten die in 2014 zijn verantwoord een beoordeling is gemaakt naar structureel en eenmalig. Bij de programma’s is maar een beperkt deel van de eenmalige baten en lasten terug te vinden. Een groot deel van de posten heeft namelijk betrekking op de kostenplaatsen of de algemene dekkingsmiddelen. Verschillen ten opzichte van de begroting Baten De rente over de voorzieningen is iets hoger dan werd geraamd. Dit komt omdat de stand van de voorzieningen hoger is per 1-1-2014 dan werd geraamd. Lasten Geen mutaties.

Jaarstukken 2014

94


Toelichting op het rekeningresultaat Rekening 2014

Begroting 2014

10.492.119 -9.383.930 0

11.180.444 -9.313.193 0

1.108.189

1.867.251

-1.734.555

-1.998.656

-626.366

-131.405

Programma’s netto lasten Algemene dekkingsmiddelen Onvoorziene uitgaven Resultaat voor bestemming Toevoegingen/onttrekkingen aan reserves Resultaat na bestemming

Het resultaat voor bestemming bedraagt € 1.108.189 negatief. Dit is het saldo voordat toevoegingen en onttrekkingen aan reserves zijn verwerkt. De mutaties op voorzieningen zijn verwerkt in de programma’s en zitten dus in het rekeningresultaat vóór bestemming. De mutaties op reserves worden niet in de lasten en baten van de programma’s verwerkt maar als bestemming van het resultaat. In 2014 is per saldo € 1.734.555 onttrokken aan de reserves. De hoogte van het bedrag wordt vooral veroorzaakt door de onttrekkingen uit de reserve centrumplan en de reserve fietspaden. Net als in voorgaande jaren (zie grafiek hieronder), dienen we ook over 2014 een verklaring voor het positief saldo te geven.

historie jaarrekeningsaldi (in 1.000 eur) 4000

3568

3500 3000 2500 2000 1500

jaarrekeningsaldo 1114

965

1000 500

332

428

2007

2008

634

587 287

626 401

0 2005

Jaarstukken 2014

2006

2009

2010

2011

95

2012

2013

2014


Het te verklaren saldo bedraagt: € 626.000 Dit saldo is € 495.000 hoger dan begroot (begroting 2014 + positieve bijstelling Berap; ca. € 131.000). Onderstaande tabel geeft een inzicht in de totstandkoming van genoemde resultaat:

Pr. 1. 2. 2. 3. 3. 4. 7. 7. 7. Div.

Omschrijving Bijdrage Baarle-Hertog brandweerkosten. Onderhoud en huur sportterreinen. Ontvangen iDop subsidie voor deelprojecten. Participatie. Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Projecten “Toeristisch Baarle” en “Enclaves in Europa”. Basisregistraties Gebouwen en Adressen (BAG). Controle recreatieparken. Bouwleges Kostenplaatsen, voornamelijk kapitaallasten. Overigen

Bedragen x € 1.000 Incidenteel Structureel V N V N 50 33 101 40 122 30 97 39 13 99 39 48 28 574 72 43 50

Totaal Incidenteel Totaal Structureel

Voordeel Nadeel

Verwachte jaarrekeningresultaat bij bestuursrapportage 2014 Jaarrekeningresultaat 2014

Voordeel Voordeel

502 7 495 131 626

Met deze verklaringen is het resultaat over 2014 van een toelichting voorzien. Iedere opstelling leidt tot afbreuk aan de details en daarom moet bovenstaande nogmaals gerelativeerd worden tot een dwarsdoorsnede. Deze toelichting is dan ook geen limitatieve opsomming van de afzonderlijke programma’s/producten met bijbehorende context en achtergrond. Deze toelichting beperkt zich tot de belangrijkste verklaringen die het verschil ingeven.

Jaarstukken 2014

96


Wet Normering Topinkomens (WNT) Binnen de publieke sector is het onwenselijk dat er excessieve beloningen worden gegeven aan zowel intern als extern personeel. Met de zogeheten Wopt-norm beter bekend als de “Balkenende norm” is er een top voor beloningen vastgesteld in de (semi)publieke sector. Topfunctionarissen in de (semi)publieke sector mogen niet meer verdienen dan 130% van het salaris van een minister. Dit wordt normering van topinkomens genoemd. De WNT-norm 2014 is € 230.474 inclusief belaste onkostenvergoedingen en pensioenbijdrage. De WNT norm gaat in 2015 omlaag naar 100%. Met de nieuwe wet (WNT) die op 1 januari 2013 is ingegaan, is de Wet Openbaarmaking Uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT) vervallen. Volgens de WNT moet standaard over de secretaris en griffier gerapporteerd worden. B.L. de Pauw Y.M.B. Cornelissen T.P.G. v.d. Horst H.H. Dame Bedragen Secretaris Secretaris Secretaris Griffier Functie(s) Duur dienstverband in 2014 Omvang dienstverband (fte) Gewezen topfunctionaris? Dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?

1/1-28/4 1 nee ja n.v.t.

28/4-30/11 1 nee nee ja

1/12-31/12 0,75 nee nee Nee

1/1-31/12 0,5 Nee Ja n.v.t.

Beloning Belastbare onkostenvergoeding Beloningen betaalbaar op termijn

36.807 0 0

56.158 0 0

7.300 1.092 0

41.672 0 0

Totaal bezoldiging

36.807

56.158

8.392

41.672

Toepasselijk WNT-maximum Motivering indien overschrijding

230.474 n.v.t.

230.474 n.v.t.

230.474 n.v.t.

230.474 n.v.t.

Bezoldiging

Voor de gemeente Baarle-Nassau betreft het de volgende topfunctionarissen met hun bezoldiging; de gemeentesecretaris (2014 totaal € 56.158 ingezet uit inhuurbudget in verband met de interimsituatie) en de griffier (bezoldiging 2014 in totaal € 41.672). De secretarisfunctie is vanwege ziekte tijdelijk vervangen en per 1 december 2014 interim ingevuld. De bedragen overschrijden niet het door BZK vastgestelde bezoldigingsmaximum.

Jaarstukken 2014

97


2.2 Balans

Jaarstukken 2014

98


ACTIVA Vaste activa

31-12-2014

Immateriële vaste activa - afsluitkosten geldleningen en het saldo van agio en disagio - kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief

31-12-2013

-

Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met een economisch nut Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een hefing kan worden geheven Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Financiële vaste activa Kapitaal verstrekkingen aan: - deelnemingen - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen Leningen aan: - openbare lichamen als bedoeld in A19 onderdeel a van de Wet Fido - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen Overige langlopende leningen Uitzettingen 's Rijk schatkist met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Uitzettingen Nederlands schuldpapier met rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Bijdragen aan activa in eigendom van derden

-

16.295.768

17.059.008

15.590.707 651.894

17.002.085

53.167

56.922 1.010.520

1.038.662

49.078 11.927 173.473

178.568

544.738 231.304

570.497 228.592

Totaal vaste activa

49.078 11.927

17.306.288

18.097.670

923.032

525.514

Vlottende activa Voorraden Grond- en hulpstoffen - niet in exploitatie genomen bouwgronden - gronden hulpstoffen Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie Gereed product en handelsgoederen Vooruitbetalingen

139.898 775.476 7.658 -

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Vorderingen op openbare lichamen Verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet Fido Overige verstrekte kasgeldleningen Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd < 1 jaar Rekening-courantverhouding met het Rijk Rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen Uitzettingen in Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd < 1 jaar Overige vorderingen oninbare vorderingen sociale zaken + belastingen en heffingen Overige uitzettingen Liquide middelen Kassaldi Banksaldi

2.127.146

4.092.228

1.144.981 -

835.595

471.978 -

2.860.000 -

622.385 112.199-

396.633 198.211

3.609 194.602

Overlopende activa - de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel - overige nog te ontvangen bedragen, en de vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen Totaal vlottende activa TOTAAL GENERAAL

Jaarstukken 2014

34.214551.093 8.636 -

99

111.825 2.407 109.418

812.048

388.791

54.214

65.892

757.834

322.899

4.060.437

5.118.358

21.366.725

23.216.027


PASSIVA Vaste passiva

31-12-2014

Eigen vermogen Algemene reserves Bestemmingsreserves Gerealiseerde resultaat

31-12-2013

17.132.445 6.449.220 10.056.860 626.366

Voorzieningen Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's Egalisatievoorzieningen Van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Obligatieleningen Onderhandse leningen van: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - overige binnenlandse sectoren - buitenlandse instellingen, fondsen, banken, bedrijven en overige sectoren Door derden belegde gelden Waarborgsommen Verplichtingen uit hoofde van financial lease overeenkomsten

18.554.133 6.201.826 11.951.059 401.248

2.808.906 2.762.605 46.301

3.173.439 3.136.138 37.301

363.070

453.826

-

-

363.024 -

453.780 -

45 -

45 -

Totaal vaste passiva

20.304.421

22.181.398

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar Kasgeldleningen aangegaan op openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden Overige kasgeldleningen Banksaldi Overige schulden 520.016

520.016

731.216

Overlopende passiva - verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume - de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschtobedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren - overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

542.288

Vlottende passiva

Totaal vlottende passiva

731.216 303.413

733

720

11.489

57.950

530.066

244.744

1.062.304

1.034.630

TOTAAL GENERAAL

21.366.725

23.216.027

Waarborgen en garanties

22.822.088

23.051.868

Jaarstukken 2014

100


2.2.1 Toelichtingen op de balans

Jaarstukken 2014

101


Waarderingsgrondslagen Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeed tegen de historische kostprijs of aanschafprijs verminderd met de afschrijvingen. De immateriële vaste activa worden in maximaal 5 jaar afgeschreven. Materiële vaste activa met economisch nut De materiële vaste activa met een economisch nut worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs of aanschafprijs verminderd met afschrijvingen en eventuele investeringsbijdragen.De materiële vaste activa met een economisch nut worden afgeschreven op basis van de economische levensduur. Voor het bepalen van de afschrijvingstermijn en afschrijvingsmethode wordt de Nota waardering en afschrijving van vaste activa gevolg. Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Investeringen die grotendeels of meer worden gedaan voor riolering of het inzamelen van huishoudelijk afval. Deze investeringen worden op dezelfde wijze gewaardeerd en afgeschreven als de overige materiële vaste activa met economisch nut. Materiële vaste activa met een maatschappelijk nut Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden bij voorkeur rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht, activeren en afschrijven is echter wel toegestaan. Financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn opgenomen tegen de nominale waarde. De HNG vordering op de BNG is gewaardeerd op de waarde van de nog niet vervallen termijnen. Participaties in het aandelenkapitaal van N.V.'s of B.V.'s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgsprijs van de aandelen. Bijdragen aan activa van derden worden gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen verminderd met de afschrijvingen. Voor het bepalen van de afschrijvingstermijn en afschrijvingsmethode wordt de Nota waardering en afschrijving gevolgd. Voorraden De onderhanden werken grondexploitatie zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met de opbrengst wegens verkopen. Echter indien de marktwaarde duurzaam lager is vindt waardering tegen de marktwaarde plaats. Ook de overige voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere marktwaarde. Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde onder aftrek van eventuele noodzakelijke voorziening voor oninbaarheid. Liquide middelen Waardering tegen nominale waarde Overlopende activa Waardering tegen nominale waarde Reserves en voorzieningen Waardering tegen nominale waarde De pensioenverplichting ten behoeve van wethouders is echter gewaardeerd tegen de contante waarden van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen. De onderhoudsegalisatievoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren onderhoud. Vaste schulden met een rentetypische looptijd => 1 jaar De opgenomen geldleningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, verminderd met de betaalde aflossingen. Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Waardering tegen nominale waarde Reserves Reserves worden gewaardeerd op het nominale bedrag. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies. Overlopende passiva Waardering tegen nominale waarde Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.

Jaarstukken 2014

102


ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa

2014

2013

-

-

12.913 12.913-

86.263 85.489774-

2014

2013

15.590.707 651.894

17.002.085

53.167 16.295.768

56.922 17.059.008

283.066 14.311.041 186.880 71.117 738.603 15.590.707

344.844 14.952.883 459.433 221.999 83.986 938.940 17.002.085

17.002.085 699.67916.302.407 153.755 859.9135.54215.590.707

16.382.447

Specificatie a kosten afsluiten geldleningen/saldo agio en disagio b kosten van onderzoek en ontwikkeling

Verloop Boekwaarde 1 januari balanssanering gecorrigeerde boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen afschrijvingen bijdragen van derden Boekwaarde 31 december Investeringen en desinvesteringen 2014 De investering en desinvestering in 2014 bedraagt per saldo € . 12.913 Dit betreffen kosten van en een bijdrage aan de algemene plannen. Deze kosten worden ineens afgeschreven. Materiële vaste activa Specificatie In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met een economisch nut Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een hefing kan worden geheven Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut

Specificatie overige investeringen met economisch nut a gronden en terreinen b woonruimten c bedrijfsgebouwen d grond-, wegen waterbouwkundige werken e vervoermiddelen f machines, apparaten en installaties g overige materiële activa

Verloop overige investeringen met economisch nut Boekwaarde 1 januari correcties ivm wijziging indeling investeringen met economisch nut Boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen afschrijvingen bijdragen van derden Boekwaarde 31 december Investeringen 2014 De investeringen 2014bedragen in totaal € 153.755 . De belangrijkste (> € 40.000) investeringen zijn: Bouw Multifunctionale Accommodatie Ulicoten Digitale ontwikkeling Overige investeringen Totale investeringen 2014

Desinvesteringen en bijdragen van derden 2014 De desinvesteringen en bijdragen van derden bedragen in totaal € 5542 De belangrijkste desinvestering is: Afwikkeling ontvangen subsidie bouw MFA Totale desinvesteringen en bijdragen van derden 2014

2.174.670 940.437614.59517.002.085

56.695 79.807 17.253 153.755

5.542 5.542

In de toelichting op de kredieten jaarrekening 2014 staat een uitgebreide beschrijving van de kredieten.

Jaarstukken 2014

103


Specificatie investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen afschrijvingen bijdragen van derden Boekwaarde 31 december

2014

2013

699.679 47.785651.894

-

2014

2013

56.922 1.492.114 937.969557.90053.167

37.310 19.612 56.922

Investeringen en desinvesteringen 2014 Er hebben in 2014 geen investeringen en desinvesteringen plaatsgevonden.

Specificatie investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen afschrijvingen bijdragen van derden Boekwaarde 31 december Investeringen 2014 De investeringen 2014 bedragen in totaal € 1.492.114. De belangrijkste investeringen zijn: Aanleg fietsstroken i.c.m. 60 km buitengebied Overige investeringen Totale investeringen 2014

1.485.871 6.243 1.492.114

Desinvesteringen en bijdragen van derden 2014 De desinvesteringen en bijdragen van derden bedragen in totaal € 557.900 De belangrijkste desinvestering is: Subsidie van Provincie Noord-Brabant i.v.m. aanleg fietsstroken i.c.m. 60 km buitengebied Totale desinvesteringen en bijdragen van derden 2014

557.900 557.900

In de toelichting op de kredieten jaarrekening 2014 staat een uitgebreide beschrijving van de kredieten. Financiële vaste activa

2014

2013

Specificatie Kapitaalverstrekkingen aan: - deelnemingen 49.078 - gemeenschappelijke regelingen - overige verbonden partijen 11.927 Leningen aan: - openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - woningbouwcorporaties - deelnemingen - overige verbonden partijen Overige langlopende leningen 173.473 Uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd van één of langer Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar of langer Overige uitzettingen met looptijd > 1 aar 544.738 Bijdragen aan activa in eigendom van derden 231.304 1.010.520

570.497 228.592 1.038.662

2014

2013

1.038.662 20.000 48.142-

1.010.818 70.000 42.156-

1.010.520

1.038.662

Verloop Boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen aflossingen/afschrijvingen afwaarderingen Boekwaarde 31 december

49.078 11.927

178.568

In het overzicht verstrekte geldleningen, is nog uitgebreidere informatie over het onderdeel renteloze leningen opgenomen. Investeringen 2014 De investeringen bedragen in totaal € 20.000. De belangrijkste investering is: Co-financiering bouw Multifunctionele Accommodatie Ulicoten Totale investeringen 2014

20.000 20.000

In de toelichting op de kredieten jaarrekening 2014 staat een uitgebreide beschrijving van de kredieten.

Jaarstukken 2014

104


VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Specificatie a gronden hulpstoffen, gespecificeerd naar: * niet in exploitatie genomen bouwgronden met kostprijs * niet in exploitatie genomen bouwgronden zonder kostprijs * overige gronden hulpstoffen b onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie: * onderhanden werk grondexploitatie met kostprijs * onderhanden werk grondexploitatie zonder kostprijs c gereed product en handelsgoederen d vooruitbetalingen op voorraden

2014

2013

139.898 139.898

34.21434.214-

775.476 7.658 783.134

551.093 8.636 559.728

923.032

525.514

2014

2013

105.26580.700

145.31940.054

24.393135.708 86.750

105.265-

De voorraad onder c betreft de drankvoorraad van de kantine van sportzaal Uilenpoort, de voorraad relatiegeschenken en de voorraad waardepapieren van bevolking.

Verloop niet in exploitatie genomen bouwgronden Boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen verkopen naar gronden in exploitatie (tussentijdse) winstneming Boekwaarde 31 december

Verloop bouwgronden in explotatie Boekwaarde 1 januari investeringen desinvesteringen verkopen van gronden NIEGG (tussentijdse) winst/verliesneming Boekwaarde 31 december

551.093 321.085 121.09524.393 775.477

De geraamde nog te maken lasten bouwgronden in exploitatie: De geraamde nog te realiseren baten bouwgronden in exploitatie Saldo geraamde lasten minus geraamde baten

107.01320.072 43.092-

681.127 551.093

1.772.285 3.785.852 2.013.567-

In de gemeenteraad van juli 2015 zal de aangepaste exploitatie-opzet Maaijkant 2e fase behandeld worden. In het saldo van nog te realiseren lasten en baten is met deze aanpassing nog geen rekening gehouden. Niet in exploitatie genomen gronden Reigerlaan / Voormalige woonwagenlocatie (1647m2) Nassaulaan (2350m2) Parallelweg/Nassauveste (18.055m2) Diverse gronden niet in exploitatie (projecten van derden) Totaal In exploitatie genomen gronden Nassauveste (18.055m2) Maaijkant Ulicoten 2e fase Totaal

stand 31-122014 86.750 53.148 139.898

stand 31-122013 207.07578.355 23.455 71.050 34.214-

stand 31-122014 7.325782.802 775.476

stand 31-122013 551.093 551.093

In de investerings- en financieringsstaat grondexploitatie en paragraaf 7, is uitgebreide informatie over het onderdeel grondexploitatie opgenomen.

Jaarstukken 2014

105


Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

2014

Specificatie - vorderingen op openbare lichamen 1.144.981 - verstrekte kasgeldleningen aan openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - overige verstrekte kasgeldleningen - uitzettingen in 's Rijks schatkist met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 471.978 - rekening-courantverhouding met het Rijk - rekening-courantverhoudingen met niet-financiële instellingen - Uitzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd korter dan één jaar d overige vorderingen 622.385 oninbare vorderingen sociale zaken + belastingen en heffingen 112.199e overige uitzettingen 2.127.146 saldi Schatkistbankieren saldo 1-1-2014 saldo eind 1e kwartaal 2014 saldo eind 2e kwartaal 2014 saldo eind 3e kwartaal 2014 saldo eind 4e kwartaal 2014

2013

835.595 -

2.860.000 396.633 4.092.228

2.860.000 1.550.263 3.231.428 2.495.113 471.978

Liquide middelen

2014

2013

3.609 194.602 198.211

2.407 109.418 111.825

2014

2013

218.355 539.479 54.214 812.048

190.749 132.150 65.892 388.791

Balans 31-12 Nog te ontvangen middelen van Rijk, Provincie en EU

54.214

65.892

Onderrealisatie uitkering WSW 2011 stand 1-1 Onderrealisatie uitkering WSW vermeerderingen Onderrealisatie uitkering WSW verminderingen Onderrealisatie uitkering WSW stand 31-12

8.7588.758-

8.7588.758-

Aanvulling uitkering 2013 art.10 besluit WWB 2007 stand 1-1 Aanvulling uitkering 2013 art.10 besluit WWB 2007 vermeerderingen Aanvulling uitkering 2013 art.10 besluit WWB 2007 verminderingen Aanvulling uitkering 2013 art.10 besluit WWB 2007 stand 31-12

74.650 74.650 -

74.650 74.650

Aanvulling uitkering 2014 art.10 besluit WWB 2007 stand 1-1 Aanvulling uitkering 2014 art.10 besluit WWB 2007 vermeerderingen Aanvulling uitkering 2014 art.10 besluit WWB 2007 verminderingen Aanvulling uitkering 2014 art.10 besluit WWB 2007 stand 31-12

71.458 71.458

-

Reserveringsregeling 2014 Participatiebudget educatie stand 1-1 Reserveringsregeling 2014 Participatiebudget educatie vermeerderingen Reserveringsregeling 2014 Participatiebudget educatie verminderingen Reserveringsregeling 2014 Participatiebudget educatie stand 31-12

2.0162.016-

-

15.22815.228-

-

Specificatie kas banksaldi

Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Nog te ontvangen bedragen Nog te ontvangen middelen van Rijk, Provincie en EU

Specificatie overlopende activa aandeel overheidslichamen

Terug te betalen niet bestede middelen Participatiebudget educatie stand 1-1 Terug te betalen niet bestede middelen Participatiebudget educatie vermeerderingen Terug te betalen niet bestede middelen Participatiebudget educatie verminderingen Terug te betalen niet bestede middelen Participatiebudget educatie stand 31-12

Jaarstukken 2014

106


PASSIVA EIGEN VERMOGEN Reserves Specificatie a algemene reserves b bestemmingsreserves: * voor egalisatie van tarieven * overige bestemmingsreserves c Gerealiseerd resultaat (zie hieronder)

Verloop algemene reserves Boekwaarde 31-12-2013 Resultaat bestemming 2013 Boekwaarde 1 januari rentebijschrijving toevoegingen ten laste van de rekening of andere reserves vermeerderingen door ontvangen subsidies vermeerderingen door overige ontvangsten van derden vermeerderingen nota reserves en voorzieningen verminderingen nota reserves en voorzieningen verminderingen ten gunste van de rekening of andere reserves verminderingen ter dekking van afschrijvingen activa Boekwaarde 31 december

2014

2013

6.449.220

6.201.826

10.056.860 626.366 17.132.445

11.951.059 401.248 18.554.133

6.201.826 381.248 6.583.074

5.048.513 5.048.513 1.153.313 6.201.826

521.636

274.2426.830.467

Verloop bestemmingsreserves Boekwaarde 31-12-2013 Resultaat bestemming 2013 Boekwaarde 1 januari rentebijschrijving toevoegingen ten laste van de rekening of andere reserves toevoeging ten laste van het rekeningsaldo vorig jaar vermeerderingen door ontvangen subsidies vermeerderingen door overige ontvangsten van derden vermeerderingen nota reserves en voorzieningen verminderingen nota reserves en voorzieningen verminderingen ten gunste van de rekening of andere reserves verminderingen ter dekking van afschrijvingen activa Boekwaarde 31 december

11.951.059 11.951.059 820.761 20.000

13.287.754 13.287.754 726.102

960.9641.773.99610.056.860

1.129.044933.75311.951.059

2014

2013

626.366

401.248

Er wordt geen rente bijgeschreven. De bespaarde rente is ten gunste gebracht van de algemene dekkingsmiddelen / functie 913 / product 52 Treasury. Het verloop in 2014 wordt in een volgend overzicht per reserve weergegeven

In de toelichting op de reserves en voorzieningen staat een uitgebreide beschrijving van de reserves en voorzieningen Gerealiseerd resultaat Hiervoor wordt verwezen naar de toelichting op het rekeningresultaat

Het rekeningsaldo van 2013 is als volgt verdeeld: Storting in de reserve kunstfonds Storting in de algemene reserve

Jaarstukken 2014

20.000 381.248

107


VOORZIENINGEN Specificatie a voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's b egalisatievoorzieningen c van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden saldo voorziening oninbare voorzieningen naar vorderingen Verloop Boekwaarde 1 januari rentebijschrijving toevoegingen ten laste van de rekening of andere voorzieningen vermeerderingen door ontvangen subsidies vermeerderingen door overige ontvangsten van derden vermeerderingen nota reserves en voorzieningen verminderingen nota reserves en voorzieningen verminderingen ten gunste van de rekening of andere voorzieningen verminderingen door aanwending in het jaar Boekwaarde 31 december saldo voorziening oninbare voorzieningen naar vorderingen

2014

2013

2.874.804 46.301 2.921.105 112.199

3.136.138 37.301 3.173.439

3.173.439 15.688 735.161

3.341.521 15.641 568.618

47.338955.8452.921.105 112.199

319.446432.8953.173.439

2014

2013

Het verloop in 2014 wordt in volgend overzicht per voorziening weergegeven In de toelichting op de reserves en voorzieningen staat een uitgebreide beschrijving van de reserves en voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

Specificatie obligatieleningen onderhandse geldleningen - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen 363.024 - binnenlandse bedrijven - openbare lichamen als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet financiering decentrale overheden - overige binnenlandse sectoren - buitenlandse instellingen 363.024 oor derden belegden gelden waarborgsommen 45 verplichtingen uit hoofde van financial lease overeenkomsten 363.070

Verloop Boekwaarde 1 januari vermeerderingen aflossingen Boekwaarde 31 december

453.780 453.780 45 453.826

2.014

2.013

453.826 90.756363.070

544.582 90.756453.826

2014

2013

520.016 520.016

731.216 731.216

De rentelast voor de onderhandse geldleningen bedroeg in 2014 € 20.899. Over de waarborgsommen is geen rente verschuldigd. VLOTTENDE PASSIVA Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd < één jaar Specificatie Overige kasgeldleningen Banksaldi Overige schulden

Jaarstukken 2014

108


Overlopende passiva

2014

2013

733

720

11.489

57.950

530.066 542.288

244.744 303.413

Niet bestede middelen Rijk, Provincie en EU Balans 31-12

11.489

57.950

Participatiebudget 2013 per 1-1 Participatiebudget vermeerderingen Participatiebudget verminderingen Participatiebudget terug te betalen Participatiebudget per 31-12

11.699 1.507 10.192

11.699

RMC middelen per 1-1 RMC middelen vermeerderingen RMC middelen verminderingen RMC middelen per 31-12

-

2.503 2.503 -


-

19.434

-

19.434 -


25.731 25.731 0

25.731 25.731

Participatiebudget meeneemregeling 2012-2013 per 1-1 Participatiebudget vermeerderingen Participatiebudget verminderingen Participatiebudget terug te betalen Participatiebudget per 31-12

-

32.582 32.582 -

Participatiebudget meeneemregeling 2013-2014 per 1-1 Participatiebudget vermeerderingen Participatiebudget verminderingen Participatiebudget terug te betalen Participatiebudget per 31-12

19.318 19.318 -

19.318 19.318

Rijksmiddelen WSW 2012 per 1-1 Participatiebudget vermeerderingen Participatiebudget verminderingen Participatiebudget terug te betalen Participatiebudget per 31-12

1.202 95 1.297

3.228 2.026 1.202

Gewaarborgen en garanties

2014

2013

22.228.422 593.665 22.822.088

22.304.483 747.385 23.051.868

- verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen met uitzondering van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume - de van de Europese en Nederlandse overheidslichamen ontvangen voorschtobedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren - overige vooruitontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

Specificatie overlopende passiva aandeel overheidslichamen

Specificatie leningen ten behoeve van bouw bejaardencentrum lening ten behoeve van bouw premie huurwoningen lening ten behoeve van bouw wooneenheden hypothecaire leningen particulieren

11.699

De risico's op het gebied van de gemeentegaranties voor particuliere woningbouw zijn per 1 januari 1995 overgedragen aan het waarborgfonds sociale woningbouw. De verleende garanties voor ander soortige bouw zijn voorzien van een 100% contragarantie van het rijk.

Jaarstukken 2014

109


Langlopende financiële rechten en verplichtingen Specificatie a Huurovereenkomsten b Operational lease-contracten c Overige financiële verplichtingen De gemeente Baarle-Nassau is overeengekomen een jaarlijkse bijdrage van € 125.493,00 te leveren in de exploitatie van de multifunctionele sportaccommodatie. De bijdrage loopt tot 1 november 2018 en wordt verwerkt in de rekening van baten en lasten. In 2007 is gestart met het opzetten van afzonderlijk contractenregister om een goed en volledig overzicht te krijgen van alle rechten en verplichtingen.

Jaarstukken 2014

110


Het verloop in 2014 wordt in onderstaand overzicht per reserve weergegeven Reserves

Algemene Reserve Alg. bedrijfsres. grondexploitatie Totaal algemene reserves Bestemde reserves Omleggingsroute Monumenten Kunstfonds 1%-regeling Sportaccommodaties Accommodaties Ulicoten Fietspaden Overboeking restant budget Jaarrekeningresultaat Egalisatieres. afvalstoffenheffing Egalisatieres. rioolheffing Compens. Toek. uitkeringen HNG Nat. Actieplan Sport en Bewegen Bestemmingsreserve Centrumplan Totaal bestemde reserves Mutaties algemene reserves Algemene Reserve Algemene bedrijfsreserve grondexploitatie

saldo 31-12-2013 4.272.952 1.928.874 6.201.826

1.662.514 118.278 79.929 588.719 963.727 934.439 503.243 12.375 432.388 -998 179.968 97.863 6.378.615 11.951.059

resultaat bestem. 2013 381.248 381.248

20.000

20.000

stand 1-1-2014

dotaties 2014

4.654.199 1.928.874 6.583.074

140.388 140.388

1.662.514 118.278 99.929 588.719 963.727 934.439 503.243 12.375 432.388 -998 179.968 97.863 6.378.615 11.971.059

ontrekking 2014

vermind. afschrijv. activa

274.242 274.242

0

8.855 81.467 80.853 934.438 791.333

503.243

20.573

412.388 19.575 25.758

820.761

960.964

12.375 20.000

644.863 1.773.996

stand 31-12-2014 4.379.957 2.069.262 6.449.220

1.662.514 127.133 99.929 507.252 882.874 1 791.333 0 0 0 154.210 97.863 5.733.752 10.056.860

Storting vanuit het jaarrekeningsaldo 2013 € 381.248 Onttrekking € 274.242 ten behoeve van het budget ambtelijke fusie Storting € 4.680 in verband met grondverkopen (opslag grote werken) 2014 Nassauveste Storting € 135.708 in verband met winstneming na afsluiting plan Reigerlaan / voormalige woonwagenlocatie

Mutaties bestemde reserves Reserve monumenten Kunstfonds 1%-regeling Reserve sportaccommodaties Reserve accommodaties Ulicoten Reserve fietspaden Reserve overboeking restant budget Reserve jaarrekeningresultaat Egalisatiereserve afvalstoffenheffing

Egalisatiereserve rioolheffing Reserve compensatie toekomstige uitkeringen HNG Bestemmingsreserve Centrumplan

Jaarstukken 2014

Storting saldo begrote reservering minus werkelijke uitgaven € 8.855 Storting vanuit het jaarrekeningsaldo 2013 € 20.000 Onttrekking € 81.467 ter dekking van de kapitaallasten sportaccommodaties Onttrekking € 80.853 ter dekking van kapitaallasten MFA Onttrekking € 934.438 ter dekking van kapitaallasten fietspaden icm 60 km buitengebied Onttrekking € 503.243 in verband met budgetoverheveling (verschuiving werkzaamheden) 2013>2014 Storting € 791.333 in verband met budgetoverheveling (verschuiving werkzaamheden) 2014>2015 Onttrekking € 12.375 ter dekking van kapitaallasten Ipads Onttrekking van het saldo € 1.816 tussen baten en lasten afvalinzameling Onttrekking € 95.898 om tariefstijging te temperen Onttrekking € 20.751 ter dekking van de naheffing 2011-2013 Attero Door gewijzigde BBV voorschriften is deze reserve (€ 293.923) overgezet naar een voorziening Onttrekking € 20.000 ter dekking van de kapitaallasten nieuw containersysteem Door gewijzigde BBV voorschriften is deze reserve (€ 19.575) overgezet naar een voorziening Ontrekking € 25.758 tot en met 2021 ter compensatie van de weggevallen jaarlijkse baten Onttrekking € 644.863 ter dekking van de kapitaallasten gemeentehuis en Brede School

111


Het verloop in 2014 wordt in onderstaand overzicht per voorziening weergegeven Voorzieningen Nog niet bestede verkregen middelen Parkeerfonds Totaal nog niet bestede middelen Onderhoudsfondsen Ond.fonds brandweerkazerne Ond. fonds Brede School Ond.fonds MFA Ond. fonds Cultureel Centrum Voorziening vGRP Ond.fonds gemeentehuis Ond.fonds gemeentewerf Onderhoudsfonds rationeel wegbeheer Ond.fonds schilderen lichtmasten Totaal onderhoudsfondsen Overige voorzieningen Voorz. aanspraken Nationale Hypotheek Garantie Voorz. Pensioenuitkering wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening zwerfafvalvergoeding Voorziening afvalstoffenheffing Voorziening oninbare vorderingen belastingen en heffingen Voorziening oninbare vorderingen sociale zaken Totaal overige voorzieningen Mutaties nog niet besteden verkregen middelen Parkeerfonds Mutaties onderhoudsfondsen Ond.fonds brandweerkazerne Ond. fonds Brede School Ond.fonds MFA Ond. fonds Cultureel Centrum Voorziening vGRP

Ond.fonds gemeentehuis Ond.fonds gemeentewerf Onderhoudsfonds rationeel wegbeheer

Ond.fonds schilderen lichtmasten Mutaties overige voorzieningen Voorz. aanspraken Nationale Hypotheek Garantie Voorz. Pensioenuitkering wethouders Voorziening individueel loopbaanbudget Voorziening zwerfvalvergoeding Voorziening afvalstoffenheffing

* Voorziening oninbare vorderingen belastingen en heffingen * Voorziening oninbare vorderingen sociale zaken

saldo 1-1-2014

toevoeging

vrijval

aanwend.

37.301 37.301

9.000 9.000

0

0

28.735 219.052 0 236.966 188.968 153.753 48.824 1.689.631 24.096 2.590.026

3.141 2.839 8.224 36.859 19.575 10.742 1.341 278.575

9.432 424.028 25.900

86.752 546.112

361.296

741 7.095 10.019 23 937.967 24.095 24.095

43.244 9.553 293.923 32.271 1.562 380.553

955.845

14.857

0

8.386 23.243

stand 31-12-2014 46.301 46.301

31.876 221.891 8.224 273.084 201.448 154.477 50.142 1.030.239 1 1.971.382

9.432 452.415 25.900 9.553 293.923 32.271 79.927 903.422

Storting € 18.000 bijdrage in parkeerfonds Chaamseweg Storting in onderhoudsfonds conform onderhoudsplanning € 3.141 Storting in onderhoudsfonds conform onderhoudsplanning € 2.839 Storting in ondehroudsfonds conform onderhoudsplanning € 8.224 Storting in onderhoudsfonds conform onderhoudsplanning € 36.859 Aanwending € 741 in verband met onderhoud gebouw Aanwending € 7.095 in verband met onderhoud riolering Door gewijzigde BBV voorschriften is de reserve rioolheffing (€ 19.575) samengevoegd met deze voorziening Storting in onderhoudsfonds conform onderhoudsplanning € 10.742 Aanwending € 10.019 in verband met onderhoud gebouw Storting in onderhoudsfonds conform onderhoudsplanning € 1.341 Aanwending € 23 in verband met onderhoud gebouw Storting in onderhoudsfonds conform uitvoeringsprogramma € 278.575 Aanwending € 937.967 in verband met onderhoud wegen en aanleg 60 km wegen Vrijval saldo in verband met ophef onderhoudsfonds € 24.095

geen mutaties Storting/Onttrekking ten behoeve van opgebouwde pensioenaanspraken wethouders Storting in voorziening ten behoeve van individuele loopbaantrajecten personeel Storting van niet bestede vergoeding 2013/2014 ten behoeve van bestedingsverplichting in 2015 Door gewijzigde BBV voorschriften is de egalisatiereserve afvalstoffenheffing (€ 293.923) overgezet naar een voorziening Storting/Onttrekking in verband met risico gemeente oninbare vorderingen belastingen en heffingen Storting/Onttrekking in verband met risico gemeente oninbare vorderingen sociale zaken

* Een voorziening voor risico's met betrekking tot oninbaarheid van debiteuren is geen voorzieningen zoals bedoeld in art. 44 van het BBV. Volgens art. 63 lid 8 van het BBV wordt deze voorziening worden verrekend met de nominale waarde van de vorderingen.

Jaarstukken 2014

112


2.3 Sisa verantwoordingsinformatie

Jaarstukken 2014

113


Specifieke uitkering Juridische grondslag Departement I&M

Nummer Ontvanger E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden

SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2014 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa

I N D I C A T O R E N Hieronder per regel één Besteding (jaar T) ten laste beschikkingsnummer en in van provinciale middelen de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

Provinciale beschikking en/of verordening

Overige bestedingen (jaar T) Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde bestedingen ten laste van provinciale middelen

Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen

1 2 3

1 2 3

Jaarstukken 2014

Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 01

Aard controle R Indicatornummer: E27B / 02

Aard controle R Indicatornummer: E27B / 03

B-N-03-13 B-N-03-14 B-W-F-19-14 Kopie beschikkingsnummer

€ 2.696 € 1.680 € 557.900 Cumulatieve besteding ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)

€ 1.286 € 420 € 841.370 Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)


Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 07

B-N-03-13 B-N-03-14 B-W-F-19-14

€ 9.442 € 1.680 € 557.900

€ 4.503 € 420 € 841.370

114

Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen

Indien de correctie een vermeerdering van bestedingen betreft, mag het alleen gaan over nog niet eerder verantwoorde bestedingen Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: Indicatornummer: E27B / 05 E27B / 04 € 1.410 € 673

Toelichting

Eindverantwoording Ja/Nee Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit dat het project is afgerond en u voor de komende jaren geen bestedingen meer wilt verantwoorden

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 08

Correctie ten opzichte van tot jaar T verantwoorde overige bestedingen


Aard controle n.v.t. Indicatornummer: E27B / 10 Ja Nee Ja


SZW

G1

Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2014 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr.

SZW

G1A

Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw)

Het totaal aantal Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)

Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01 21,25 Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1 / 02 Nee Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;

Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren;

inclusief deel openbaar lichaam Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente.

1

Jaarstukken 2014

inclusief deel openbaar lichaam

Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G1A / 01 60744 Baarle-Nassau

Aard controle R Indicatornummer: G1A / 02 23,05

115

Aard controle R Indicatornummer: G1A / 03 2,00


SZW

G2

Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2014 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.

Jaarstukken 2014

Besteding (jaar T) algemene bijstand

Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)

Besteding (jaar T) IOAW

Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)

Gemeente

Gemeente

Gemeente

Gemeente

Besteding (jaar T) IOAZ

Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Gemeente

Gemeente I.1 Wet werk en bijstand (WWB)

I.1 Wet werk en bijstand (WWB)

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

Aard controle R Indicatornummer: G2 / 01



€ 840.125 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

€ 22.324 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

€ 33.685 Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)

Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G2 / Indicatornummer: G2 / 04 05 €0 €0 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee

Gemeente

Gemeente

Gemeente

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07 €0

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08 €0

I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)

116

Aard controle R Indicatornummer: G2 / 09 €0

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)


Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G2 / 10 Ja


SZW

G3

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2014

Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Bob)

Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)



Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)

Besteding (jaar T) Bob



Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02

€0 € 5.438 Baten (jaar T) Bob (exclusief Besteding (jaar T) aan Rijk) uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 Aard controle R Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07 Indicatornummer: G3 / 08 €0 €0

Jaarstukken 2014

117

Aard controle R Indicatornummer: G3 / 04 € 5.100 € 6.553 Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee

Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G3 / 09 Ja


SZW

G5

Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2014

Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering

Wet participatiebudget (WPB)

Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/07

Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Aard controle D1 Indicatornummer: G5 / 01 0 Besteding (jaar T) participatiebudget

Jaarstukken 2014

Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's

Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget




€ 64.453

-€ 5.326

€0

118

Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s


Reservering besteding van educatie bij roc’s in jaar T voor volgend kalenderjaar (jaar T+1 )

Aard controle R Indicatornummer: G5 / 06 € 2.016

Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee De zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/02 tot en met G5/06 Aard controle n.v.t. Indicatornummer: G5 / 07 Ja


Voorwoord. Separaat aan de jaarrekening 2014 bieden wij u een voorstel aan voor de resultaatbestemming. Baarle-Nassau, mei 2015

Recommend Documents