Directie Wijk & Stad
Ingekomen stuk D6 (PA 27 februari 2008)
Onderzoek & Statistiek
Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen
Openbare besluitenlijst 18 december 2007 Aan de gemeenteraad van Nijmegen Collegevergadering no 47
Telefoon
(024) 329 91 11
Telefax
(024) 329 96 10
E-mail
[email protected]
Postadres
Aanwezig: Voorzitter Wethouders Gemeentesecretaris Datum Communicatie 12 februari 2008 Verslag
Postbus 9105 6500 HG Nijmegen
Th. de Graaf P. Depla, H. van Hooft sr., L. Scholten, H. Kunst, P. Lucassen, J. van der Meer P. Eringa Datum uw brief Ons kenmerk Contactpersoon A. Kuil P500/08.000.517 Klaas Pruijsen M. Sofovic
Onderwerp
Aantal bijlagen
Doorkiesnummer
Bestuursmonitor 2007
1
3299649
Geachte leden van de raad,
Aldus vastgesteld in de vergadering van: Hierbij bieden wij u de rapportage Bestuursmonitor 2007 aan. Sinds 2002 peilen wij jaarlijks hoe de Nijmeegse bevolking het college kent, onze manier van werken waardeert en ons vertrouwt. De basis voor deze peilingen vormde het Collegeakkoord 2002-2006 waarin het toenmalige college uitsprak in een open, communicerende en samenwerkende stijl te De voorzitter, De secretaris, willen besturen. De na de verkiezingen van 2006 aangetreden coalitie, met daarin dezelfde partijen als de vorige periode, wil deze meting voortzetten. De peiling is in oktober 2007 uitgevoerd. Op uw verzoek zijn sinds 2005 ook vragen gesteld over de bekendheid van - en het vertrouwen in de raad. Dit jaar is ook ingegaan op bekendheid van - en belangstelling voor de Politieke Avond. In 2006 is deze uitgebreid geëvalueerd. De uitkomsten van de peiling worden onder meer als indicatoren gebruikt in de programma’s Burger en Bestuur en Representatie en Communicatie uit de Stadsbegroting 2007. In de begroting 2008 zijn minder indicatoren opgenomen. Met vriendelijke groet, College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester,
De Secretaris, 1
Mr. Th. de Graaf
www.nijmegen.nl
dhr. P. Eringa
Brief aan raad Bestuursmonitor 2007.doc
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen college: zesde meting Raad: derde meting
Gemeente Nijmegen Afdeling Onderzoek en Statistiek december 2007
Inhoudsopgave Samenvatting
3
1
7
Inleiding
1.1 Achtergrond 1.2 Opzet onderzoek
2
Burger
2.1 Betrokkenheid burger bij Nijmegen 2.2 Prioriteiten burger 2.3 Stemvoorkeuren
3
College
3.1 Bekendheid college 3.2 Prestaties College 3.3 Vertrouwen in college
4
Raad
4.1 Bekendheid raadsleden 4.2 Vertrouwen in gemeenteraad 4.3 Politieke Avond
7 7
10 10 12 14
17 18 24 29
34 34 36 37
Bestuursmonitor 2007 Samenvatting
Samenvatting Het Nijmeegse stadsbestuur scoort in 2007 in de ogen van de Nijmeegse burger enigszins lager dan in 2006. De naamsbekendheid van collegeleden is wat teruggelopen, de beeldvorming rond de stijl van besturen is minder gunstig. Echter, op veel fronten lijkt 2006 een positieve uitschieter te zijn geweest. De interesse van burgers in Nijmegen, de bekendheid van de samenstelling van het college, de waardering voor de stijl van besturen en de bekendheid van raadsleden waren in dat jaar duidelijk hoger dan in andere jaren. In vergelijking met andere steden scoort Nijmegen zeker niet ongunstig. Het vertrouwen in het college blijft totaal genomen stabiel, wel neemt de groep met veel vertrouwen dit jaar in omvang af. Zowel het college als geheel, als burgemeester de Graaf in het bijzonder, worden voldoende tot ruim voldoende gewaardeerd. Bijna 8 op de 10 Nijmegenaren kent de naam van de burgemeester1. Een aantal (beleids)inspanningen van het college wordt goed gewaardeerd. Opvallend is dat de waardering voor inspanningen op het gebied van bereikbaarheid duidelijk is toegenomen. Tegelijkertijd blijven burgers vooral prioriteit vragen voor allerlei vormen van verkeersproblematiek in en om Nijmegen. De naamsbekendheid van raadsleden blijft relatief laag in onze stad. Het vertrouwen in de raad is wat afgenomen, met de kanttekening dat veel burgers geen oordeel kunnen geven. Er is nog niet zoveel kennis over de vorig jaar geïntroduceerde Politieke Avond, maar wel (potentiële) belangstelling. De meting onder 1000 Nijmegenaren is in oktober 2007 uitgevoerd. Monitoren bekendheid en vertrouwen stadsbestuur De PvdA, SP en GroenLinks vormen van 2006 tot en met 2010 opnieuw samen het college van burgemeester en wethouders in Nijmegen. Per 8 januari 2007 is dhr. Thom de Graaf (D66) benoemd als burgemeester van Nijmegen. Sinds 2002 meet de afdeling Onderzoek en Statistiek in opdracht van het college jaarlijks hoe de bestuurstijl van het college overkomt bij de Nijmegenaren. Hoe beleven en beoordelen burgers de huidige manier van werken? En op verzoek van de raad worden ook de bekendheid van raadsleden en het vertrouwen in de gemeenteraad gemeten. De resultaten van 2007: Het college van B&W in de ogen van de burger De bekendheid van de collegesamenstelling is wat afgenomen. Achteraf gezien lijkt 2006, wellicht door de publiciteit rond verkiezingen en collegevorming, een positieve uitschieter te zijn geweest. In dat jaar noemden veel meer Nijmegenaren de juiste 3 partijen dan nu. Overigens kent nog eens een kwart de samenstelling bij benadering. samenstelling
kent naam
kent minstens
kent meest
college (volledig)
burgemeester (volledig)
een wethouder
bekende wethouder
Nijmegen 2007
25%
68%
53%
44%
Nijmegen 2006
32%
79%
57%
53%
80%
43%
31%
93%
33%
22%
27%
16%
70%
42%
Nijmegen 1993 Amsterdam 2007
21%
Rotterdam 2007 Groningen 2005
20%
94%
Figuur 1: Bekendheid college in Nijmegen, Amsterdam en Groningen 1
volledige naam (68%) of verbastering (9%).
3
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
Bijna 7 op de 10 Nijmegenaren kent de naam van de nieuwe burgemeester volledig (68%), bijna 1 op de 10 (9%) noemt voornaam of verbastering. In het algemeen is de naamsbekendheid van de wethouders in Nijmegen teruggelopen, met uitzondering van de vrouwelijke collegeleden. Ook het percentage Nijmegenaren dat de naam van minstens één wethouder weet te noemen neemt wat af. Dhr. Paul Depla blijft onder Nijmegenaren de meest bekende wethouder. De bekendheid van het college en de collegeleden is in Nijmegen vergeleken met andere steden overwegend hoog. Uit reacties op stellingen over de stijl van besturen van het college komt een minder gunstig beeld dan in 2006 naar voren. Kennelijk is de beeldvorming rond het college onder Nijmegenaren verslechterd. Vooral de aspecten ‘contact zoeken met burgers’, ‘burgers betrekken bij beleid’ en ‘weten wat er leeft’ zijn minder goed beoordeeld. De aanpak van problemen op stadsniveau en in de wijken door het college wordt nog altijd het meest gunstig beoordeeld. De inspanningen van het college op het gebied van ‘schoon, heel en veilig’ en ‘veiligheid in wijk en stad’ worden het meest gewaardeerd: 6 tot 7 van de 10 vinden die inspanningen goed of voldoende. Zie Figuur 2. De burgerwaardering van de inspanningen op het gebied van bereikbaarheid is ten opzichte van 2006 behoorlijk toegenomen. Het Nijmeegse college krijgt qua inspanningen meestal een gunstiger waardering dan het stadsbestuur van Rotterdam2.
42
schone en hele straten betere bereikbaarheid stad
27
veiligheid in wijk en stad
26
gevarieerd woningaanbod
23
25 24
24
33
16
24
meer werkgelegenheid
16
25
0%
20%
voldoende
matig
20
slecht
19
9
60%
7
18
13 7
3 7
8
23 27
40%
14
27
27
terugdringen overlast jongeren
goed
17
20 33
80%
100%
weet niet
Figuur 2: Waardering inspanning college van B&W
2
4
Gevraagd naar een totaalwaardering krijgt burgemeester de Graaf gemiddeld een 6,8 als rapportcijfer; het college krijgt gemiddeld een 6,7. Beiden dus tussen een voldoende en een ruime voldoende. Het rapportcijfer voor het college als geheel schommelde tussen 6,5 en 6,7. Zo’n 4 van de 6 Nijmegenaren heeft veel of enige mate van vertrouwen in het college, een ruime meerderheid. Dit beeld is door de jaren heen redelijk stabiel. Wel is het zo dat de groep met veel vertrouwen duidelijk is afgenomen, met name ook dit laatste jaar. Daar staat tegenover dat de percentages die aangeven niet veel of geen vertrouwen te hebben in het college nagenoeg gelijk blijven. Vergelijken met andere steden is lastig, alleen van Rotterdam is een vergelijkbare vraagstelling bekend.
Bestuursmonitor 2007 Samenvatting
Ruim 1 op de 10 heeft niet veel of geen vertrouwen in het huidige college. Voor bijna de helft van hen kwam dit voort uit algemene gevoelens van wantrouwen ten opzichte van politici. De meestgenoemde achterliggende redenen voor meer vertrouwen in het college zijn: betere wethouder(s) en/of burgemeester; je ziet ze steeds meer, wijkbezoeken; de vernieuwing van het stadscentrum. De meestgenoemde achterliggende redenen voor minder vertrouwen in het college zijn: resultaten blijven uit, verwachtingen worden niet waargemaakt; de andere burgemeester; men ervaart meer onveiligheid.
Geen bijzonder bekende raadsleden, gemeenteraad vaak neutraal oordeel In de Bestuursmonitor zijn op verzoek van de raad enkele vragen gesteld over de naamsbekendheid van raadsleden en vertrouwen in gemeenteraad. Ook is ingegaan op de bekendheid van - en potentieel bezoek aan de Nijmeegse Politieke Avond. Er zijn geen raadsleden met een brede bekendheid bij burgers. Dat was de afgelopen jaren ook zo. In totaal kunnen 15 van de 100 Nijmegenaren de naam noemen van een raadslid. De hoogst scorende leden zijn dhr. van Hooft jr. (SP), dhr. van Hees (Nijmegen Nu) en dhr. J. Janssen (Gewoon Nijmegen). De helft van de ondervraagden geeft aan enige mate of veel vertrouwen in de gemeenteraad te hebben. Dat is een afname ten opzichte van 2006, toen een duidelijke meerderheid vertrouwen aangaf. De groep met een neutraal antwoord is groter dan bij het college. Dat hangt waarschijnlijk samen met de geringere bekendheid van raadsleden bij de Nijmegenaren. De groep die niet veel of geen vertrouwen heeft is juist weer kleiner dan bij het college.
12
raad
college
39
19
0%
41
41
20%
40%
5 3
30
60%
veel vertrouwen
enige mate vertrouwen
niet veel vertrouwen
geen vertrouwen
80%
6 5
100%
neutraal
Figuur 3: Vertrouwen in gemeenteraad en college
De Politieke Avond heeft in Nijmegen de maandelijkse commissie en raadsvergaderingen vervangen. Er is niet zoveel kennis over deze aanpak, maar wel (potentiële) belangstelling. Zo’n 1 op de 4 is (enige mate) op de hoogte van de Politieke Avond, dat is wat meer dan in 2006. Ongeveer de helft van de ondervraagden zou zo’n avond bezoeken of via internet volgen als er voor hen belangrijke zaken op de agenda staan.
5
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
Burgers blijven betrokken, geven vooral verkeersproblematiek prioriteit De betrokkenheid van burgers blijft hoog: een grote meerderheid van de Nijmegenaren voelt zich betrokken bij Nijmegen en de eigen buurt (sterk of in enige mate). De betrokkenheid bij de stad is groter dan die bij de buurt. de totale interesse voor berichtgeving over Nijmeegse onderwerpen is nog altijd hoog, zo blijkt uit Figuur 4. Wel lager dan 2006, maar vergelijkbaar met eerdere jaren.
2007 2006 2005 2004 2003
totaal totaal totaal totaal totaal
veel interesse 40% 45% 38% 42% 44%
interesse 46% 45% 48% 46% 45%
weinig interesse 14% 10% 14% 12% 11%
Figuur 4: Mate van interesse in Nijmegen (totaalscore, % Nijmegenaren)
6
Verkeersproblematiek in brede zin verdient wat de burgers betreft de grootste prioriteit voor het stadsbestuur, net als in 2006. Ruim 1 op de 3 noemt zaken als verkeersveiligheid, bereikbaarheid van Nijmegen en het stadscentrum, parkeren, openbaar vervoer en fietsvoorzieningen. Criminaliteit is als 2e prioriteit benoemd.
Bestuursmonitor 2007 Inleiding
1
Inleiding
1.1
Achtergrond Sinds 2002 meet de afdeling Onderzoek en Statistiek in opdracht van het college jaarlijks hoe de bestuurstijl van het college overkomt bij de Nijmegenaren. Hoe beleven en beoordelen burgers de huidige manier van werken? Verandert de waardering in de loop van de tijd? Wordt het college gewaardeerd en vertrouwd? Sinds de vierde Bestuursmonitor, die van 2005, worden op verzoek van de raad ook de bekendheid van raadsleden en het vertrouwen in de gemeenteraad gemeten. De PvdA, SP en GroenLinks vormen van 2006 tot en met 2010 samen het college van burgemeester en wethouders in Nijmegen. Dit tweede linkse college op rij bestuurt Nijmegen vanuit het coalitieakkoord "Samen sterk, bruggen bouwen aan de Waal". Per 8 januari 2007 is dhr. Thom de Graaf (D66) benoemd als burgemeester van Nijmegen. Hij volgde mw. Guusje Ter Horst (PvdA) op.
1.2
Opzet onderzoek Bij de inrichting van het monitorinstrument in 2002 zijn uitspraken over de gewenste bestuursstijl in het collegeakkoord als uitgangspunt genomen. Dat heeft dit jaar geleid tot de volgende vraagthema’s: Bestuursmonitor 2007
vraagthema’s
burger
verbondenheid met Nijmegen betrokkenheid bij eigen buurt interesse in stedelijke ontwikkelingen stemgedrag prioriteiten probleemaanpak geslacht-leeftijd-opleiding-inkomensklasse (achtergrondvariabelen)
college B&W
naamsbekendheid burgemeester naamsbekendheid collegepartijen naamsbekendheid wethouders contact met college functioneren college (stellingen) vertrouwen in college ontwikkeling vertrouwen college waardering burgemeester waardering college waardering beleidsinspanningen college
gemeenteraad
naamsbekendheid raadsleden vertrouwen in gemeenteraad bekendheid Politieke Avond potentieel bezoek Politieke Avond
Figuur 5: Vraagthema's Bestuursmonitor 2007
De vragenlijst van de Bestuursmonitor 2007 is vergelijkbaar met die van de vorige jaren. Een beperkt aantal antwoordcategorieën is geactualiseerd. Op verzoek van de Griffie zijn opnieuw vragen opgenomen over o.m. de bekendheid van de Politieke Avond onder burgers. Wijkbezoeken komen dit keer niet aan de orde.
7
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
De enquête is telefonisch afgenomen bij 900 Nijmegenaren, aangevuld met 100 mondelinge enquêtes onder jongeren. Vanwege tegenvallende telefonische respons is deze groep apart benaderd. De totale onderzoekspopulatie van 1000 respondenten vormt een naar leeftijd representatieve steekproef uit de bevolking van Nijmegen. Bij een steekproef van dergelijke omvang is het mogelijk over een aantal deelgroepen binnen de bevolking (jongeren, ouderen, bewoners aanpak- en attentiegebieden) uitspraken te doen. De enquête is tussen 9 en 22 oktober 2007 uitgevoerd.
8
Bestuursmonitor 2007 Inleiding
9
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
2
Burger
2.1
Betrokkenheid burger bij Nijmegen In de Bestuursmonitor wordt nagaan hoe bekend Nijmegenaren zijn met het stadsbestuur. De mate waarin men betrokken is en interesse heeft in de eigen woonomgeving speelt daarbij een rol. Als voorbeeld: wie weinig belangstelling heeft voor wat er in Nijmegen speelt zal waarschijnlijk ook minder goed weten wie het stadsbestuur vormen.
betrokken bij buurt
voelt zich Nijmegenaar
15
26
51
0% sterk
38
31
20%
enigszins
40%
neutraal
60%
niet echt
12
8
80%
6
4
8
100%
helemaal niet
Figuur 6: Voelt men zich Nijmegenaar / is men betrokken bij eigen buurt3
Betrokkenheid blijft hoog In Figuur 6 is te zien dat ca. driekwart van de Nijmegenaren zich betrokken voelt bij Nijmegen en de eigen buurt (sterk of in enige mate). De betrokkenheid bij de stad is groter dan die bij de buurt. Ten opzichte van 2006 is men wel minder uitgesproken: er is veel meer aangegeven dat men zich enigszins betrokken voelt, en de groep die zich helemaal niet met de stad en/of buurt verbonden voelt is duidelijk kleiner geworden Er is niet alleen gevraagd of de respondenten zich bij Nijmegen en hun woonbuurt betrokken voelen, maar ook of zij interesse hebben voor berichtgeving over verschillende ontwikkelingen in de stad. Ontwikkelingen in eigen wijk goed gevolgd Uit Figuur 7 blijkt dat berichten over de directe omgeving van mensen (de eigen wijk) het hoogst scoren: net als in 2006 volgt zo’n 90% zulke berichten. Nadat de belangstelling een paar jaar iets was teruggelopen nam deze vorig jaar bij bijna alle thema’s iets toe. In 2007 zien we een wat diverser beeld. De groep die ontwikkelingen rond de Waalsprong niet volgt is met zo’n 6 á 7% groter geworden. De nieuwe Waalbrug wordt wat oppervlakkiger gevolgd dan eerdere jaren. En ook de ontwikkelingen in de Nijmeegse binnenstad worden door wat meer mensen oppervlakkig gevolgd.
3
Door afrondingen komen de in de figuren genoemde percentages opgeteld soms niet exact op 100% uit.
10
Bestuursmonitor 2007 Burger ontwikkelingen eigen wijk
24
66
10
ontwikkelingen binnenstad
44
37
19
nieuwe Waalbrug
46
33
21
Waalsprong
39
31
Waalfront West
0%
30
24
17
20%
59
40%
met interesse
60%
80%
oppervlakkig
100%
niet
Figuur 7: % Nijmegenaren dat berichten volgt over ontwikkelingen in de stad
Totaalscore interesse burgers weer wat teruggezakt De belangstelling voor deze verschillende onderwerpen is samengevat in een totaalscore. Zo’n 14% van de Nijmegenaren heeft weinig interesse in zaken die in de stad spelen. In de periode 2003-2005 was er een lichte daling van interesse in de stad. De verbetering die in 2006 te zien was is dit jaar weer teniet gedaan. veel interesse
interesse
weinig interesse
tot 29 jaar
24%
51%
25%
30-59 jaar
46%
44%
10%
60+jaar
43%
47%
10%
hoge opleiding
49%
42%
9%
midden opleiding
35%
47%
18%
lage opleiding
28%
55%
17%
hoog inkomen.
48%
43%
9%
midden inkomen
43%
47%
11%
laag inkomen
28%
49%
24%
2007 totaal
40%
46%
14%
2006 totaal
45%
45%
10%
2005 totaal
38%
48%
14%
2004 totaal
42%
46%
12%
2003 totaal
44%
45%
11%
Figuur 8: Mate van interesse in Nijmegen, naar persoonskenmerken
Onder jongeren, mensen met een lage/middelbare opleiding en/of een laag inkomen bestaat er relatief wat minder interesse voor berichten over Nijmeegse ontwikkelingen.
11
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
Dit patroon was ook in de vorige Bestuursmonitoren zichtbaar.
2.2
Prioriteiten burger In de enquête is de respondenten gevraagd welke probleem zij zelf zouden aanpakken wanneer ze zelf burgemeester of wethouder van Nijmegen zouden zijn. Zo’n 84% van de respondenten noemt daarop een onderwerp dat voor hem/haar belangrijk is, bijna een kwart noemt twee onderwerpen (23%). 15
18
13 13
verkeersveiligheid 7
9 13
criminaliteit
12
14 14 20
10
5 5 4 3 4
voorzieningen jongeren
9 6
bereikbaarheid Nijmegen
8 7
6 5 5 5
verpaupering wijken 4
5 5
6 6 6
6
9 8 9
parkeren 6 5
7
6
7 6
woningnood
2 3 2 3 2
integratie
12
8
4 5
schoonhouden stad
21
10 8
4
10 geen problemen/weet niet
0
17 15 14 13
17
10 2002
2003
20 2004
2005
2006
30 2007
Figuur 9: Aanpakprioriteiten, genoemd door ..% van de respondenten
Verkeer in brede zin verdient grootste prioriteit Kijken we naar de prioriteiten voor het stadsbestuur die zijn aangegeven dan is er een duidelijke top 7 te benoemen: 1. verkeer/verkeersveiligheid (door 15% genoemd) 2. criminaliteit (13%) 3. voorzieningen voor jongeren (10%) 4. de bereikbaarheid van Nijmegen (9%) 12
Bestuursmonitor 2007 Burger
5. schoonhouden van de stad (8%) 6. verpaupering van wijken (6%) 7. parkeren (6%). Het belangrijkste thema is verkeer, net als in 2006. Tellen we alle genoemde verkeersonderwerpen bij elkaar, dan noemt totaal 37% problemen op dit gebied die prioriteit verdienen. Het gaat dan, naast de genoemde verkeersveiligheid, bereikbaarheid van Nijmegen en parkeren, om de bereikbaarheid van het centrum (genoemd door 2%), openbaar vervoer (2%), fietsvoorzieningen (2%) en infrastructuur (1%). Het thema ‘voorzieningen voor jongeren’ krijgt nu veel meer prioriteit in vergelijking met eerdere jaren4. Aan de thema’s werkloosheid en armoede is minder prioriteit gegeven. Deze zijn daarmee uit de bovenstaande figuur gevallen. Genoemde prioriteiten komen overeen met Stadsmonitor 2007 Ook in de nieuwe Nijmeegse Stads- en wijkmonitor 2007 is verkeer genoemd als dé prioriteit voor het stadsbestuur. Dit onderwerp is door de jaren heen door burgers steeds sterker op de agenda gezet. Op het niveau van de stad gaat het dan vooral om bereikbaarheid en doorstroming, op wijk- en buurtniveau ligt de focus van burgers veel op verkeersveiligheidsproblemen. Verder komt het beeld behoorlijk overeen met de in deze Bestuursmonitor genoemde thema’s. De Stads- en wijkmonitor 2007 noemt op stadsniveau vooral verkeer, veiligheid, parkeren, schoonhouden en jongeren. Waarbij veiligheid wel aan importantie verliest. En op buurtniveau zijn schoonhouden, verkeer, parkeren, veiligheid en jongeren vooral genoemd als prioriteit. Ouderen noemen vaak criminaliteit, bereikbaarheid- en het schoonhouden van Nijmegen Er is gekeken of hoogstscorende beleidsprioriteiten variëren tussen verschillende groepen Nijmeegse burgers: ouderen, jongeren, bewoners aanpak- en attentiegebied en politieke kleur.
Nijmegen
verkeers- criminaliteit voorzieningen bereikbaarheid schoonhouden verpaupering parkeren veiligheid jongeren stad stad wijk 15% 13% 10% 9% 8% 6% 6%
aandachtsgebieden rest stad
14% 16%
15% 11%
14% 8%
6% 11%
10% 7%
7% 6%
4% 6%
stemt collegepartij stemt andere partij stemt niet
16% 16% 14%
12% 13% 11%
11% 10% 10%
10% 13% 5%
7% 7% 9%
8% 4% 6%
5% 9% 4%
18-29 jr. 30-59 jr. 60+ jr.
9% 20% 11%
11% 12% 16%
18% 8% 6%
6% 10% 12%
5% 8% 11%
6% 7% 3%
7% 6% 4%
Figuur 10: Beleidsprioriteiten, genoemd door ..% per deelgroep
De verschillende thema’s worden vrij breed naar voren gebracht. Verkeer en verkeersveiligheid word relatief veel genoemd door de middenleeftijdsgroepen. Wellicht omdat hier een groot deel van de beroepsbevolking deel van uitmaakt (o.a. woonwerkverkeer) en ook veel huishoudens met kinderen. Jongeren noemen dit thema veel 4
Mogelijk komt dit thema wat sterker naar voren door de aanvullende straatenquêtes met jongeren die zijn gehouden, zie paragraaf 1.2. Maar ook in eerdere jaren is dit thema veel door jongeren genoemd.
13
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
minder. Criminaliteit wordt wat vaker genoemd bewoners van aanpak- en attentiewijken5, en door ouderen. Deze laatste groep noemt criminaliteit door de jaren heen vaker als beleidsprioriteit. Jongeren geven zelf vooral aan bepaalde voorzieningen voor hen te missen, zo ook mensen uit de aandachtsgebieden. Ouderen leggen de nadruk relatief sterk op de bereikbaarheid - en het schoonhouden van Nijmegen. Mensen die aangeven niet op een collegepartij te gaan stemmen zijn gevoeliger voor verkeersthema’s. Zij noemen de bereikbaarheid en parkeren bovengemiddeld veel als prioriteit voor het stadsbestuur.
2.3
Stemvoorkeuren De vraag is gesteld op welke partij de respondenten zouden stemmen wanneer er “op dit moment” (oktober 2007) gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn. Deze vraag is gesteld om de overige antwoorden ook in de context van politieke overtuiging te kunnen analyseren en is niet bedoeld als “uitslagprognose”. Er zit immers altijd een gat tussen dit soort opiniepeilingen en feitelijk stemgedrag: • Het geven van een antwoord op een open vraag via de telefoon en het indrukken van de stemknop met alle partijen en namen overzichtelijk voor je is niet hetzelfde. • Bij lokale verkiezingen is er een relatief lage opkomst, met selectieve effecten op de uitslagen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen 2006 heeft 42% van de Nijmeegse kiesgerechtigden geen stem uitgebracht. In enquêtes voor de Bestuursmonitor geeft steeds slechts 3-5% van de ondervraagden expliciet aan niet te zullen gaan stemmen. Er is wel telkens een groep van redelijke omvang (bijna een kwart) die meldt dat ze het (nog) niet weten of geen antwoord geven. Niettemin is in Figuur 11 een cijfermatige vergelijking tussen de verkiezingsuitslagen van 2002 en 2006 en de uitkomsten van de “stemvraag” in de Bestuursmonitoren 2002 t/m 2007 gemaakt. Verkiezingen 2002 19% 15% 22% 14% 10% 4% 3%
PvdA Socialistische Partij GroenLinks CDA VVD D66 Nijmegen NU Fractie Bos Gewoon Nijmegen Stadspartij Nijmegen VSP SLN kleine Christ. Part. overig
4% 8% 1%
2006 25% 17% 16% 12% 10% 6% 4%
Bestuursmonitor gecorrigeerd 2002 2003 2004 2005 2006 19% 29% 36% 33% 29% 13% 15% 13% 15% 19% 30% 22% 22% 22% 22% 21% 13% 10% 11% 14% 9% 12% 8% 9% 10% 5% 7% 4% 5% 3% 1% 0% 1% 1% 1%
3% 2% 4%
0% 0% 0%
0% 1% 0%
0% 1% 0%
1% 1% 0%
1% 0% 0%
2007 25% 24% 19% 14% 9% 6% 2% 1% 0% 0% 0%
1% 6
Figuur 11: Gecorrigeerde stemvoorkeur (in %) van respondenten die zeggen te gaan stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen
5
In de Stads- en wijkmonitor 2007 zijn deze aandachtsgebieden voor (integrale) wijkaanpak benoemd: geheel Oud-West, Neerbosch-Oost, Heseveld (preventief), Willemskwartier, Kolpingbuurt, Landbouwbuurt (prev.), Hatert, Hatertse Hei (prev.), Grootstal (prev.), Dukenburg (excl. Lankforst en Weezenhof), Zellersacker, Voorstenkamp, Leuvensbroek, Gildekamp en ’t Acker (prev.). 6 Om te kunnen vergelijken met de uitkomst van de gemeenteraadsverkiezingen is er een correctie nodig. De groep die niet zou gaan stemmen, het niet weet, geen antwoord heeft gegeven of een niet aan de gemeenteraadsverkiezing deelnemende partij noemt wordt buiten beschouwing gelaten. De overblijvende
14
Bestuursmonitor 2007 Burger
Als de verkiezingsuitslagen en uitkomsten uit de Bestuursmonitor worden vergeleken valt op dat in de enquêtes vooral de grotere, landelijke partijen genoemd worden. De kleinere/lokale partijen scoren tijdens de verkiezingen samen nog een behoorlijk aandeel van de stemmen (rond de 13%), maar worden in de Bestuursmonitor nauwelijks genoemd. Deels kan dat te maken hebben met het feit dat zulke partijen minder in de publiciteit zijn dan de traditionele politieke partijen Voor de volledigheid zijn in Figuur 12 ook de complete, ongecorrigeerde enquêteuitkomsten van de stemvraag in de zes Bestuursmonitoren weergegeven: 2002 ik zou niet gaan stemmen weet ik niet CDA D66 Fractie Bos GroenLinks Gewoon Nijmegen Nijmegen NU Stadspartij Nijmegen PvdA Socialistische Partij Verdonk VSP VVD Wilders andere partij geen antwoord
3% 13% 16% 4%
2003 4% 16% 10% 6%
23%
17%
0,5% 1% 15% 10%
0,5% 0,5% 23% 12%
0% 7%
0% 9%
3% 4%
1% 2%
2004 2005 2006 2007 3% 4% 3% 5% 18% 19% 20% 17% 8% 8% 10% 9% 3% 4% 3% 4% 0,5% 17% 16% 16% 13% 0% 0,5% 0,5% 0,5% 1% 0,5% 0% 0,5% 0% 27% 25% 21% 17% 10% 11% 14% 17% 1% 0,5% 0,5% 0,5% 0% 6% 7% 7% 7% 0% 0,5% 1% 1% 2% 6% 3% 4% 6%
Figuur 12: Op welke partij zouden respondenten van de Bestuursmonitoren 2002, 2003, 2004 en 2005 stemmen?7.
uitslagen per partij wordt opnieuw gepercenteerd, zodat cijfermatig een vergelijking mogelijk is met de stemuitslagen. In de kolommen “Bestuursmonitor gecorrigeerd” in Figuur 11 staan deze percentages, bedoeld ter vergelijking met de stemuitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen. 7 Door afrondingsverschillen is de Fractie Bos hier op een prognose van 0,5% gesteld, in tegenstelling tot de gecorrigeerde Figuur 11 waarin een prognose van 0% is opgenomen.
15
Bestuursmonitor 2007 College
3
College In het voorjaar van 2006 is in Nijmegen een nieuw college aangetreden. Net als in de periode daarvoor gaat het om wethouders van de Partij van de Arbeid, GroenLinks en de Socialistische Partij. Zoals eerder gezegd is burgemeester de Graaf in januari 2007 gestart.
Burgemeester mr. Th. C. de Graaf (Thom) Portefeuille: Openbare orde en veiligheid, Burger en Bestuur, Communicatie en Representatie Wethouder P. F.G. Depla (Paul), 1e loco-burgemeester, PvdA Portefeuille: Ruimte & Bouwen, Sport, Werk & Inkomen Wethouder J.A.C. van Hooft sr. (Hans), 2e loco-burgemeester, SP Portefeuille: Wijken, Openbare ruimte, Spelen, Maatschappelijke opvang Wethouder mw. H.T.M. Scholten (Lenie), 3e loco-burgemeester, GroenLinks Portefeuille: Zorg & Welzijn, Jeugd, Integratie & Emancipatie Wethouder mw. J.G. Kunst (Hannie), 4e loco-burgemeester, PvdA Portefeuille: Economie, Onderwijs, Cultuur, Personeel & Organisatie Wethouder P.J.J. Lucassen (Peter), 5e loco-burgemeester, SP Portefeuille: Financiën, Wonen, Facilitaire diensten Wethouder J. van der Meer (Jan), 6e loco-burgemeester, GroenLinks Portefeuille: Mobiliteit, Milieu, Groen en Recreatie, KAN
Figuur 13: Samenstelling en portefeuilleverdeling college B&W
In dit hoofdstuk komen aan de orde: 1. de bekendheid van individuele collegeleden en de kennis van de politieke samenstelling van het stadsbestuur; 2. de mening van burgers over de prestaties van het college op het gebied van stijl van besturen, inspanningen op bepaalde beleidsterreinen en het totaalbeeld in een rapportcijfer. 3. het vertrouwen in het college, inclusief achterliggende redenen.
17
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
3.1
Bekendheid college
3.1.1
Bekendheid politieke samenstelling college Weten de respondenten welke partijen deel uitmaken van het Nijmeegse college?
25 alle 3 partijen 6 "links"
5
32
26
21
24
7
6
8
2 partijen
15
17
20 21
13 12
12
1 partij
12
14
11
6
fout antwoord
8 10
8
13 30
25
weet niet
0
5
10
15 2003
2004
20 2005
2006
25
31 31 31 30
2007
Figuur 14: % Nijmegenaren dat collegepartijen kan noemen
De bekendheid van de collegesamenstelling is wat afgenomen. Ongeveer 51% van de ondervraagden (vorig jaar 56%) komt met een min of meer goed antwoord: ze noemen twee (20%) of alle drie de collegepartijen (25%) of geven aan dat de stad een links college heeft (6%). Een kwart kan alle drie de partijen noemen. Achteraf gezien lijkt 2006, wellicht door de publiciteit rond verkiezingen en collegevorming, een positieve uitschieter te zijn geweest. In dat jaar noemden veel meer Nijmegenaren de juiste 3 partijen dan nu. Qua ontwikkeling zien we verder dat dit jaar relatief gezien wat meer Nijmegenaren 2 collegepartijen kennen. In Figuur 15 is goed te zien dat bij diegenen die (veel) interesse hebben voor Nijmeegse berichten de samenstelling van het college bekender is. Ook Nijmegenaren die aangeven bij gemeenteraadsverkiezingen (op een collegepartij) te stemmen kennen de samenstelling van het college vaker. Zowel jongeren als ouderen zijn slechter op de hoogte van de samenstelling van het college dan de groep tussen de 30 en 59 jaar oud. Dit patroon was ook te zien in eerdere Bestuursmonitoren.
18
35
Bestuursmonitor 2007 College kent samenstelling (bijna) goed
kent samenstelling niet/fout/beperkt
totaal
tot 29 jaar
41%
59%
100%
30-59 jaar
57%
43%
100%
60+jaar
48%
52%
100%
stemt op collegepartij
62%
38%
100%
stemt op andere partij
50%
50%
100%
stemt niet
31%
69%
100%
veel interesse in stad
61%
39%
100%
interesse in stad
47%
53%
100%
weinig interesse in stad
32%
68%
100%
totaal Nijmegenaren
51%
49%
100%
Figuur 15: Bekendheid collegesamenstelling naar leeftijd, stemgedrag en interesse in Nijmeegse berichten
3.1.2
Bekendheid leden college Zo’n 10 maanden na het aantreden van dhr. Thom de Graaf als burgemeester (meting in oktober 2007) kan 68% van de Nijmegenaren zijn naam volledig noemen. Hij is het meest bekende collegelid. Bekendheid burgemeester de Graaf op hoog startniveau Zoals gezegd kent bijna 7 op de 10 Nijmegenaren de naam van de nieuwe burgemeester volledig, nog eens 9% noemt een verbastering of voornaam. Overigens denkt in 2007 2% dat mw. ter Horst nu nog steeds burgemeester is.
20% kent de naam volledig 1%
noemt een verbastering of voornaam
2%
noemt mw. Ter Horst anders
9%
kent burgemeester niet 68%
19
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen Figuur 16: Naamsbekendheid burgemeester Thom de Graaf
Naamsbekendheid vrouwelijke collegeleden stijgt In het algemeen is de naamsbekendheid van de wethouders in Nijmegen teruggelopen, met uitzondering van de vrouwelijke collegeleden. Ook het percentage Nijmegenaren dat de naam van minstens één wethouder weet te noemen neemt wat af: van 54% in 2005, via 57% in 2006 naar 53% nu.
20
Bestuursmonitor 2007 College 68
dhr. de Graaf
79 77 73
mw. ter Horst
67 54 45 44 53 48 48
dhr. Depla
45 34
13 17 12
dhr. van Hooft
9 9 8
13 9 11 10
mw. Scholten
8 3
11 6
mw. Kunst
5 6
dhr. vd Meer
4 8 6 5 5
dhr. Lucassen 3
0
10
20 2001
30 2002
40 2003
2004
50 2005
60 2006
70
80
2007
Figuur 17: % Nijmegenaren dat spontaan de naam van het betreffende collegelid kan noemen
Dhr. Paul Depla blijft onder Nijmegenaren de meest bekende wethouder (44% kan zijn naam noemen). Van de nieuwe (in 2006 aangetreden) wethouders is de
21
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
naamsbekendheid van mw. Hanny Kunst met een score van 11% behoorlijk toegenomen (van 6% in 2006), terwijl dhr. Jan van der Meer met 5% juist lager scoort dan het vorig jaar (6% in 2006).
43
totaal Nijmegenaren
26
9
23
leeftijd 60+
52
24
11
leeftijd 30-59 jr.
51
23
9
18
leeftijd tot 29 jr. 0%
34
20%
burg+weth
60%
burg.
17
43
5
40%
14
80%
weth.
100%
geen
Figuur 18: Bekendheid collegeleden:% Nijmegenaren dat namen kan noemen, naar leeftijd
Vooral jongeren kunnen niet vaak de naam van burgemeester of wethouders noemen. De groep 60+-ers kan dit zeker zo vaak als de groep 30-59 jarigen. Zij zijn beter bekend met de personen die in het college zitten dan met de partijen die ertoe behoren (zie Figuur 18). In vergelijking met andere steden gemiddeld beeld De bekendheid van het college en de collegeleden is in Nijmegen vergeleken met andere steden relatief hoog, zo laat Figuur 19 zien. In vergelijking met de relatief langzittende burgemeesters Cohen uit Amsterdam en Wallage uit Groningen is dhr. Thom de Graaf onder de eigen bevolking nog minder bekend (op basis van volledige naam). samenstelling
kent
college (volledig)
burgemeester
Nijmegen 2007
25%
Nijmegen 2006
32%
Nijmegen 1993 Amsterdam 2007
21%
kent minstens
kent meest
een wethouder
bekende wethouder
68%
20%
44%
79%
57%
53%
80%
43%
31%
93%
33%
22%
Rotterdam 2007 Groningen 2005
53%
94%
27%
16%
70%
42%
Figuur 19: Bekendheid college in Nijmegen, Amsterdam en Groningen
De naamsbekendheid van de wethouders was in Nijmegen en Amsterdam altijd redelijk vergelijkbaar, maar de cijfers zijn in Amsterdam sterk(er) gedaald na het vertrek van de beeldbepalende wethouder Aboutaleb. Ook in Nijmegen geldt dat de naamsbekendheid vooral door één wethouder gedragen wordt (dhr. Paul Depla). In Groningen waren er in 2005 onder de wethouders twee sterk bekende personen, waardoor de bekendheid van wethouders daar gedeeltelijk hoger is.
22
Bestuursmonitor 2007 College
Eén op de vijf had contact met collegeleden Zo’n 21% van de respondenten geeft aan de afgelopen 3 jaar contact te hebben gehad met de burgemeester of wethouders. Het gaat daarbij vooral om privézaken, contacten vanuit werk en beroep en om ontmoetingen tijdens wijkbezoeken.
23
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
3.2
Prestaties College Zoals eerder gezegd is de mening van burgers gepeild op het gebied van: • stijl van besturen van het college • inspanningen op bepaalde beleidsterreinen • een totaalwaardering van de burgemeester en het college als geheel (rapportcijfers).
3.2.1
Stijl van besturen college Hoe kijken Nijmeegse burgers aan tegen de stijl van besturen van het college? Aan de respondenten zijn 7 stellingen voorgelegd over inzet en opstelling van het college. In Figuur 20 is aangegeven welk deel van de ondervraagden het helemaal of enigszins eens is met de betreffende stelling. Daarbij geldt steeds: hoe hoger de score, des te gunstiger het oordeel.
67
B&W bekommeren zich om problemen in Nijmeegse wijken
64 66 64
B&W doen veel moeite belangrijke problemen aan te pakken
64 64
71 70
69
69 68 68
47
B&W weten goed wat er leeft onder de mensen in Nijmegen
54 51 52 52 49
44 B&W zoeken veel contact met Nijmeegse burgers 49
56 59 54 53
38
42 41 39 42 37
B&W reageren positief op initiatieven van burgers 33
B&W betrekken burgers bij opstellen & uitvoeren van beleid
42 40 37 38 39
32 35 33
Als burg. of weth. iets toezeggen, gebeurt dat ook
32 0
38 39
25 2002
2003
50 2004
2005
2006
75 2007
Figuur 20: % respondenten dat het (helemaal of enigszins) eens is met stelling bestuursstijl
24
Bestuursmonitor 2007 College
Beeldvorming stijl van besturen college minder gunstig Opvallend is dat men het duidelijk minder eens is met de stellingen. Tot nu toe schommelden de scores door de vijf meetjaren heen in lichte mate. Nu zijn ze tussen de 3% en de 12% gedaald, en komen vaak overeen met de uitgangssituatie in 2002. Kennelijk is de beeldvorming rond het college onder Nijmegenaren verslechterd. Vooral de aspecten ‘contact zoeken met burgers’ (minus 12%), ‘burgers betrekken bij beleid’ (minus 9%) en ‘weten wat er leeft’ (minus 7%) zijn minder beoordeeld. De aanpak van problemen op stadsniveau en in de wijken door het college wordt nog altijd het meest gunstig beoordeeld. Het nakomen van toezegging scoort het laagst, hoewel 22% hier ‘weet niet’ aangeeft. Mensen met enige kennis van het college hebben een positiever beeld dan mensen die onbekend zijn met het dagelijks bestuur van de stad. Zo is van degenen die de naam van de burgemeester en wethouder(s) kan noemen 74% het (enigszins) eens met de uitspraak dat ‘B&W veel moeite doen om belangrijke problemen aan te pakken’. Van degenen die geen collegeleden kunnen noemen is 54% het daarmee (enigszins) eens.
3.2.2
Waardering inspanningen college Sinds 2004 is gevraagd wat de respondenten vinden van de inspanning van het college op een zestal gebieden: van schoon en heel op straat tot meer werkgelegenheid in de stad.
42
schone en hele straten betere bereikbaarheid stad
27
veiligheid in wijk en stad
26
gevarieerd woningaanbod
23
25 24
24
33
16
24
meer werkgelegenheid
16
25
0%
20%
voldoende
matig
20
slecht
19
9
60%
7
18
13 7
3 7
8
23 27
40%
14
27
27
terugdringen overlast jongeren
goed
17
20 33
80%
100%
weet niet
Figuur 21: Waardering inspanning college van B&W
Zichtbare college-inspanningen scoren goed De inspanningen van het college op het gebied van ‘schoon, heel en veilig’ en ‘veiligheid in wijk en stad’ worden het meest gewaardeerd: 59 tot 67% vindt die inspanningen goed of voldoende (zo laat Figuur 21 zien). Opvallend is dat het streven naar een gevarieerd woningaanbod, het terugdringen van jongerenoverlast en het
25
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
scheppen van meer werkgelegenheid vaak niet op een oordeel kunnen rekenen. Kennelijk zijn deze inspanningen minder zichtbaar.
straten schoon en heel
50
67 69 58 59 59 59
veiligheid in wijk en stad betere bereikbaarheid stad
51 53
43 46
gevarieerd woningaanbod
42 44
meer werkgelegenheid
33 0
10
20 2004
50
41 39
29 29
terugdringen overlast jongeren
47
30 2005
40 42 44 40 2006
50
60
2007
Figuur 22: Ontwikkeling waardering inspanningen college (% goed of voldoende)
Waardering inspanningen bereikbaarheid toegenomen Op bijna alle fronten is de waardering van de inspanningen van het college op bepaalde beleidsterreinen tussen 2004 en 2005 wat teruggelopen, om tussen 2005 en 2006 weer te stijgen. Zie Figuur 22. Dit jaar zien we een wat wisselend beeld, met beperkte verschillen. Opvallend is dat de waardering voor de inspanningen op gebied van bereikbaarheid weer is toegenomen. En dat de waardering van de inzet op veiligheid in 2006 een positieve uitschieter lijkt te zijn geweest. Hogere scores qua inspanningen dan Rotterdam in 2005 Ook in Rotterdam werd (tot eind 2005) aan burgers de vraag gesteld wat men vindt van de inspanningen van het gemeentebestuur op een aantal gebieden8. Bij vier van de vijf de onderwerpen die in beide steden aan de orde zijn geweest zijn de Nijmegenaren duidelijk positiever over de inspanningen van burgemeester en wethouders. Zie Figuur 23. Alleen op het gebied van bereikbaarheid van de stad is de waardering voor het Rotterdamse college hoger. In eerdere jaren was dit ook steeds het punt waarop het college in Rotterdam (relatief) beter werd gewaardeerd dan in Nijmegen, maar zoals gezegd is het Nijmeegse oordeel op dit punt behoorlijk gestegen.
8
Een verschil daarbij is dat hier niet alleen een oordeel over burgemeester en wethouders, maar over het hele gemeentebestuur gevraagd wordt. Dat maakt de uitkomsten niet 100% vergelijkbaar.
26
65
70
Bestuursmonitor 2007 College 80 70 60 25 50 40
voldoende
24
27
goed
38
30
25
24
13
16
42
20 10
32
23
18
27 14
16
Nijm.
Rotterd.
gevarieerd woningaanbod
12
5
4
0
12
Nijm.
Rotterd.
betere bereikbaarheid
Nijm.
Rotterd.
meer werkgelegenheid
3 Nijm.
Rotterd.
schoon en heel op straat
Nijm.
Rotterd.
overlast jongeren
Figuur 23: Waardering inspanningen college Nijmegen (okt. 2007) en gemeentebestuur Rotterdam (okt. 2005)
3.2.3
Rapportcijfers college Aan de respondenten is gevraagd een totaalwaardering te geven voor de burgemeester en het college als geheel in de vorm van rapportcijfers. College en burgemeester gewaardeerd met (ruime) voldoende Het college als geheel krijgt als totaalwaardering gemiddeld een 6,7. Het rapportcijfer voor het college schommelde de afgelopen jaren tussen een 6,5 en 6,7. De waardering voor burgemeester de Graaf, gemeten aan het begin van zijn ambtsperiode, leidde tot een gemiddeld rapportcijfer van een 6,8. De score van de burgemeester de Graaf ligt in alle geledingen van de Nijmeegse maatschappij (jong, oud, aanpakwijken, hoge inkomen, lage inkomens etc. ) tussen de 6,7 en 6,9. Alleen zwevende kiezers en niet-stemmers geven een lager rapportcijfer: een 6,5 en 6,6 gemiddeld. De gemiddelde waardering voor het college als geheel varieert tussen een 6,4 (door niet-stemmers en 60+ers) en een 6,9 (door stemmers op collegepartijen en hoger opgeleiden). Groot deel kan geen oordelen over college geven Opvallend is dat een behoorlijke deel van de ondervraagden geen rapportcijfer kan of wil geven: 18% niet voor de burgemeester (6% in 2006), 21% niet aan het college (13% in 2006).
27
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
40
20
0 1
2
3
4
5
6
burgemeester
7
8
9
10
weet niet
college
Figuur 24: Rapportcijfers burgemeester en college, als % van respondenten
Door degenen die een cijfer uitdelen wordt de 7 het meest genoemd. Daarnaast scoren zowel het college als geheel als de burgemeester vaker een 6 dan een 8.
28
Bestuursmonitor 2007 College
3.3
Vertrouwen in college In de enquête is gevraagd hoeveel vertrouwen respondenten hebben in het huidige college. geen vertrouwen 5% niet veel vertrouwen 6%
veel vertrouwen 19%
neutraal 30%
enige mate van vertrouwen 40%
Figuur 25: Hebben Nijmegenaren vertrouwen in het college?
Behoorlijk vertrouwen in Nijmeegs college van B&W In Figuur 25 is te zien dat ongeveer 59% van de Nijmegenaren veel of enige mate van vertrouwen heeft in het college, een ruime meerderheid. Ongeveer 1 op de 3 staat op dit gebied neutraal tegenover het stadsbestuur (30%), zo’n 11% heeft niet veel of geen vertrouwen. Bij wantrouwenden vooral algemene gevoelens de achterliggende reden9 Aan de 11% van de respondenten die in 2007 aangaven niet zo veel of geen vertrouwen in het college te hebben is gevraagd naar de achterliggende redenen (zie Figuur 26). Voor bijna de helft van de wantrouwenden kwam dit voort uit algemene gevoelens van wantrouwen ten opzichte van politici. De aanpak van grote politieke thema’s is voor 1 op de 3 van de respondenten met weinig/geen vertrouwen de reden (31%). Daarbij is het thema criminaliteit en veiligheid veel genoemd ter toelichting. Concrete politieke beslissingen, bijvoorbeeld over de verkeerssituatie in de Waalsprong, zijn voor 17% van de groep met weinig/geen vertrouwen de achterliggende reden.
9
Omdat maar een beperkte groep respondenten deze vraag heeft beantwoord moet rekening gehouden worden met flinke marges rond de uitkomsten.
29
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen Achterliggende redenen bij 11% wantrouwenden algemene gevoelens van wantrouwen waaronder o.a.: luisteren toch niet naar bevolking je hoort of zie ze nooit geen vertrouwen in links stadsbestuur ik vertrouw geen enkele politicus
47%
grote problemen slecht aangepakt waaronder o.a.: criminaliteit/onveiligheid problemen bij grote projecten (Waalsprong, brug) te veel prestigeprojecten
31%
niet eens met concrete politieke beslissing waaronder o.a.: verkeersituatie Waalsprong besluit over eigen buurt (bijv. bouw of verkeer)
17%
ontevreden concreet persoonlijk geval kan geen reden noemen
29% 16% 10% 7%
13% 7% 6%
10% 6% 3% 18%
Figuur 26: Redenen voor weinig vertrouwen in het college, genoemd door ...% respondenten met weinig/geen vertrouwen.10
Vertrouwen in college redelijk stabiel, groep met veel vertrouwen kleiner De groep Nijmegenaren met veel of enige mate van vertrouwen in het college is door de jaren heen redelijk stabiel. Zie Figuur 27. De ontwikkelingen in omvang van de groep met veel vertrouwen worden min of meer gecompenseerd door die in de groep met enige mate van vertrouwen. Wel is het zo dat de groep met veel vertrouwen duidelijk is afgenomen, met name ook dit laatste jaar. Daar staat tegenover dat de percentages die aangeven niet veel of geen vertrouwen te hebben in het college een redelijk stabiel beeld vertonen.
10
De percentages kunnen opgeteld meer dan 100% bedragen, omdat respondenten meerdere antwoorden mochten geven. De tabel betreft een uitsplitsing van de groep van 11% met weinig/geen vertrouwen.
30
Bestuursmonitor 2007 College
19
2007
41
30
29
2006
36
26
2005
24
41
28
2003
33
0% veel vertrouwen
20%
25 31
40%
enige mate vertrouwen
neutraal
7 6
6 7 5
80%
niet veel vertrouwen
5 6
7 24
60%
6 8
25
35
2002
24
36
23
2004
6
4 100%
geen vertrouwen
Figuur 27: % van Nijmegenaren dat ... vertrouwen heeft in huidig college
Betere stadsbestuurders reden voor meer vertrouwen De respondenten hebben aangegeven of ze nu meer of minder vertrouwen hebben in het college dan een jaar geleden.
Meer vertrouwen Evenveel vertrouwen Minder vertrouwen
2006 7% 84% 9% 100%
2007 9% 78% 12% 100%
Figuur 28: Ontwikkeling vertrouwen in college
We zien dat de meerderheid evenveel vertrouwen aangeeft. Tegelijkertijd is men wat uitgesprokener geworden ten opzichte van 2006: een grotere groep heeft meer vertrouwen (9%), maar ook een hoger % heeft minder vertrouwen dan een jaar geleden (12%). De 1. 2. 3.
meestgenoemde achterliggende redenen voor meer vertrouwen in het college zijn:11 nu betere wethouder(s) en/of burgemeester (26% van de antwoorden); je ziet ze steeds meer, wijkbezoeken (21% antwoorden); de vernieuwing van het stadscentrum (7% antwoorden).
De meestgenoemde achterliggende redenen voor minder vertrouwen in het college zijn:12 1. resultaten blijven uit, verwachtingen worden niet waargemaakt (25% van de antwoorden); 11
Ook hier geldt dat er maar een beperkt aantal mensen uit steekproef meer of minder vertrouwen heeft gekregen. Daarom moeten de redenen die daarvoor worden opgegeven als indicaties worden gezien. 12 Betreft indicaties.
31
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
2. de andere burgemeester (13% antwoorden); 3. men ervaart meer onveiligheid (9% antwoorden). Vertrouwen in stadsbestuur verschilt per deelgroep Het grootste verschil in vertrouwen is te vinden als we kijken naar politieke overtuiging van de respondenten. Die is gemeten door te vragen op welke partij men zou stemmen als er “nu” (oktober 2007) gemeenteraadsverkiezingen zouden zijn. Van de Nijmegenaren die zouden stemmen op een van de drie collegepartijen heeft 71% veel of enige mate van vertrouwen in het college. Bij Nijmegenaren die op een andere partij zouden stemmen, die niet weten waarop ze zouden stemmen of die überhaupt niet zouden gaan stemmen ligt die score lager.
29
stemmers collegepartijen
42
14
stemmers andere partijen weet (nog) niet
8
niet stemmen
7
44
0% veel vertrouwen
25
39
36
37
19
totaal
25
enige mate van vertrouwen
9
8
10
8
44
41 20%
3 3
40% neutraal
7
30 60% niet veel vertrouwen
6 80%
geen vertrouwen
Figuur 29: Vertrouwen in college naar politieke achtergrond
Naar andere kenmerken bekeken zijn de verschillen kleiner (Figuur 30). Groepen waarbij het vertrouwen (veel en enige mate) duidelijk lager ligt dan het gemiddelde voor de stad: laag opgeleiden, de lagere inkomensgroepen, zestigplussers, mensen met weinig interesse voor Nijmegen, en zij die aangeven (nog) niet te weten waarop ze gaan stemmen. Groepen waarbinnen het vertrouwen duidelijk hoger ligt dan het stadsgemiddelde: hoog opgeleiden, mensen met veel interesse voor Nijmegen en zij die aangeven op een van de collegepartijen te gaan stemmen.
32
6
5 100%
Bestuursmonitor 2007 College
stadsgemiddelde
uitkomsten 2007 verschil met 2002 veel vertrouwen enige mate totaal vertrouwen veel vertrouwen enige mate totaal vertrouwen 19% 41% 60% -16% 10% -6%
hoge opleiding midden opleiding lage opleiding
25% 15% 13%
42% 40% 39%
68% 56% 52%
-13% -19% -18%
12% 5% 10%
0% -14% -8%
hoger inkomen midden inkomen lager inkomen
32% 17% 18%
32% 45% 37%
64% 62% 55%
-4% -18% -17%
4% 13% 5%
0% -5% -12%
60+ jr. 30-59 jr. 18-29 jr.
17% 21% 18%
37% 40% 45%
54% 62% 63%
-14% -15% -19%
6% 11% 10%
-8% -4% -9%
aandachtsgebieden rest Nijmegen
18% 20%
43% 40%
61% 60%
-19% -14%
14% 8%
-5% -6%
veel interesse Nijm. interesse weinig interesse
22% 19% 14%
45% 41% 31%
66% 60% 45%
-6% -11% -10%
9% 7% 2%
3% -4% -8%
stemt collegepartij stemt andere partij weet niet
29% 14% 8%
42% 44% 39%
70% 58% 47%
-14% -13% -12%
12% 12% 3%
-2% -1% -9%
Figuur 30: Vertrouwen in college naar persoonskenmerken13
Wanneer we de uitkomsten van de verschillende Bestuursmonitoren vergelijken schommelen deze per deelgroep behoorlijk, zonder dat daarbij sprake is van een duidelijk patroon. In vergelijking tot 2002 geldt grosso modo dat de daling in “sterke mate van vertrouwen” in iedere deelgroep is terug te vinden. Zoals eerder gezegd worden de ontwikkelingen in omvang van de groep met veel vertrouwen min of meer gecompenseerd door die in de groep met enige mate van vertrouwen. De grootste daling van vertrouwen tussen 2002 en 2007 is te zien bij gemiddeld opgeleiden, lagere inkomensgroepen, jongeren en zwevende kiezers.
13
Leesvoorbeeld: tussen 2002 en 2007 daalde het aandeel mensen met veel vertrouwen met 16%, van 35% naar 19%. De aandachtsgebieden in 2002 en 2007 komen niet geheel overeen.
33
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
4
Raad De raad is rechtstreeks door de inwoners van Nijmegen gekozen en bestaat uit 39 leden. De leden van de raad waren op het moment van meten (oktober 2007) verdeeld over 11 politieke partijen. De raad komt eens in de twee weken bij elkaar voor de Politieke Avond. Vanaf mei 2006 hebben de maandelijkse commissie en raadsvergaderingen plaatsgemaakt voor deze vorm in drie rondes: de Burgerronde, de Kamerronde en de Besluitronde. In de Bestuursmonitor zijn op verzoek van de raad enkele vragen gesteld over de naamsbekendheid van raadsleden en vertrouwen in gemeenteraad. Ook is ingegaan op de bekendheid van - en potentieel bezoek aan de Nijmeegse Politieke Avond.
4.1
Bekendheid raadsleden Raadsleden relatief onbekend in de stad Een kleine 15% van de respondenten kan de naam noemen van een raadslid. Dat is wat minder dan vorig jaar (17% in 2006) en wat meer dan het jaar daarvoor (13% in 2005). Overigens denkt ruim 1% een raadslid te kennen, maar noemt een verkeerde naam. Waarschijnlijk hebben de verkiezingen in 2006 en de daarbij behorende publiciteit per saldo tot een verhoging van de bekendheid in dat jaar geleid en is dat effect weer verdwenen. Ter vergelijking de Burgermonitor van Amsterdam: daar ligt het percentage dat een raadslid kan noemen behoorlijk lager. Net als in Nijmegen is ook het aantal Amsterdammers dat een raadslid bij naam kan noemen afgenomen, namelijk van 9% in 2006 naar 6% in 2007. In 2005 was dat nog 17% in de hoofdstad.
totaal
15%
18-29 jr. 30-59 jr. 60+ jr.
9% 18% 15%
veel interesse Nijmegen interesse weinig interesse
25% 9% 5%
stemt collegepartij stemt andere partij stemt niet
18% 15% 6%
Figuur 31: % Nijmegenaren dat naam raadslid kan noemen
Mensen met veel interesse in ontwikkelingen in Nijmegen, mensen tussen 30 en 59 en mensen die bij een gemeenteraadsverkiezing op een collegepartij (SP, PvdA, GroenLinks) zouden stemmen kunnen vaker een raadslid noemen dan gemiddeld.
34
Bestuursmonitor 2007 Raad
Geen bijzonder bekende raadsleden In de raad zitten geen raadsleden die een brede bekendheid hebben bij de burgers. Dat was de afgelopen jaren ook zo. Zoals eerder gezegd kan in totaal een kleine 15% van de respondenten de naam noemen van een raadslid. De hoogst scorende leden worden in de tabel hieronder opgesomd. Geen enkel raadslid wordt door meer dan 4% van de respondenten genoemd.
totaal% dat naam raadslid kan noemen dhr. van Hooft jr. dhr. van Hees dhr. J. Janssen dhr. Leferink op Reinink dhr. van Eck dhr. Bloem mw. Arzbach dhr. Zwart
15% 3,6% 2,5% 2,4% 1,2% 1,2% 1,1% 1,0% 1,0%
Figuur 32: % Nijmegenaren dat naam van betreffende raadslid weet te noemen
De heren Hans van Hooft jr. en Ben van Hees waren ook in de vorige Bestuursmonitor al relatief veel genoemde raadsleden.
35
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen
4.2
Vertrouwen in gemeenteraad Vertrouwen in gemeenteraad neemt af De helft ondervraagden geeft aan enige mate of veel vertrouwen in de raad te hebben (50%). Dat is een zekere afname ten opzichte van 2006, toen een meerderheid van 54% vertrouwen aangaf. De groep met een neutraal antwoord (41%) is groter dan bij het college. Dat hangt waarschijnlijk samen met de geringere bekendheid van raadsleden bij de Nijmegenaren. De groep die niet veel of geen vertrouwen heeft is juist weer kleiner dan bij het college (8% versus 11%), en is ook kleiner geworden ten opzichte van vorig jaar (toen 11%).
raad
12
college
39
19
0%
41
41
20%
40%
5 3
30
60%
veel vertrouwen
enige mate vertrouwen
niet veel vertrouwen
geen vertrouwen
6 5
80%
100%
neutraal
Figuur 33: Vertrouwen in gemeenteraad en college
In Figuur 34 is goed te zien dat mensen die een gemeenteraadslid kunnen noemen, of aangeven op een collegepartij te gaan stemmen, gemiddeld genomen meer vertrouwen in de raad hebben. Niet-stemmers en mensen met weinig interesse in Nijmegen geven vaak neutraal aan. Een laag vertrouwen in de raad hebben vooral ouderen en (opnieuw) niet-stemmers. enige mate / veel vertrouwen
neutraal
weinig / geen vertrouwen
18-29 jr. 30-59 jr. 60+ jr.
54% 50% 49%
42% 41% 40%
4% 9% 11%
veel interesse interesse weinig interesse
55% 49% 41%
36% 44% 50%
10% 7% 9%
stemt collegepartij stemt andere partij stemt niet
58% 49% 35%
37% 40% 54%
5% 11% 12%
kent raadslid kent geen raadslid
71% 47%
22% 45%
7% 9%
totaal
50%
41%
8%
Figuur 34: Vertrouwen in gemeenteraad per deelgroep
36
Bestuursmonitor 2007 Raad
4.3
Politieke Avond Zoals gezegd komt de raad eens in de twee weken bij elkaar voor de Politieke Avond. De maandelijkse commissie en raadsvergaderingen zijn in Nijmegen vervangen door drie vergaderrondes op één avond: de Burgerronde, de Kamerronde en de Besluitronde. Tijdens de Burgerronde gaat het om inspraak, meningsvorming, het agenderen van ideeën door burgers en soms om het naar voren brengen van burgerinitiatieven. In de Kamerronde staan onderlinge besprekingen tussen politieke partijen, eventueel debatten met collegeleden en het bepalen van onderwerpen voor besluitvorming centraal. Tijdens de Besluitronde komen alle raadsleden bijeen in de raadzaal voor een debat over één of meerdere onderwerpen. Daarnaast nemen ze ook besluiten over verschillende onderwerpen die in de kamerronde zijn besproken. Weinig kennis, maar wel belangstelling voor Politieke Avond Zijn burgers op de hoogte van deze relatief nieuwe aanpak? Zijn zij bereid te participeren als er voor hen belangrijke zaken op de agenda staan? 7%
19% goed van op de hoogte weleens wat over gehoord niet bekend
74%
Figuur 35: % Nijmegenaren dat bekend is met de Politieke Avond
Uit Figuur 35 blijkt dat ruim een kwart bekend is met de Politieke Avond. Zo’n 7% is goed op de hoogte en nog eens 19% heeft er van gehoord. Dat is wat hoger dan in 2006, toen in totaal 22% bekend was met de nieuwe vorm. Van alle ondervraagden zou bijna de helft (48%) zo’n avond bezoeken of via internet volgen als er voor hen belangrijke zaken op de agenda staan (Figuur 36). zeker bezoeken
29%
zeker via internet bekijken
19%
misschien bezoeken misschien op internet bekijken
13% 9%
niet bezoeken of bekijken weet niet 0%
22% 8%
10%
20%
30%
37
Bestuursmonitor 2007 Bekendheid van - en vertrouwen in het gemeentebestuur van Nijmegen Figuur 36: % Nijmegenaren dat Politieke Avond zou willen bezoeken of via internet bekijken
38