25
TBI Infra B.V. Landdrostlaan 49 7327 GM Apeldoorn Postbus 20175 7302 HD Apeldoorn Telefoon 055 - 538 22 22 Fax 055 - 538 22 44
Voorgangsrapportage TBI Infra 2012, eerste halfjaar Energie- en emissiereductie
Datum opgesteld
8 oktober 2012 Datum gewijzigd
15 november 2012 Referentie
1211-1448 Project Auteur(s)
00064 Duurzaamheid
de heer S. Harms de heer R. Riggelink de heer F. Langendoen
Status
Voorlopig Blad
1 van 25
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 2 van 25 Referentie
1211-1448
Versiebeheer Versie
Datum
Status
Omschrijving
0.5
05-11-2012
Concept
Intern
1.0
23-11-2012
Definitief
Definitief
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 3 van 25 Referentie
1211-1448
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Over TBI Infra De CO2-Prestatieladder Organisatie grenzen Operationele afbakening
4 4 4 5 5
2 2.1 2.2 2.1
Bedrijfsinformatie Mobilis Voorbij Funderingstechniek Voorbij Prefab Beton
6 6 7 7
3 3.1 3.2 3.3
Ontwikkeling Carbon Footprint Uitstoot eerste halfjaar van 2012 Trendanalyse Voortgang reductiebeleid
8 8 10 11
4 4.1 4.2 4.3
Ontwikkeling energieverbruik Energieverbruik 2011 Trendanalyse Voortgang reductiebeleid
12 12 13 14
5 5.1 5.2
Invloedsfactoren Projecten Klimaat
15 15 15
6 6.1 6.2
Ketenanalyse Uitstoot Voortgang reductiebeleid
16 16 16
7 7.1 7.2 7.3
Voortgang reductiemaatregelen Mobilis Voorbij Funderingstechniek Voorbij Prefab Beton
18 18 20 22
8
Samenvatting
23
Bijlage A: Calorische waarden
24
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 4 van 25 Referentie
1211-1448
1 Inleiding Voor u ligt de gezamenlijke voortgangsrapportage van TBI Infra over haar activiteiten om klimaat bewuster te gaan ondernemen. In deze rapportage staan de activiteiten en resultaten over het eerste halfjaar van 2012 beschreven. Daarnaast wordt beschreven welke reductiemaatregelen zijn uitgevoerd en waardoor de uitstoot in het eerste halfjaar van 2012 beïnvloed is. Tot slot wordt geanalyseerd in hoeverre TBI Infra geslaagd is in het realiseren van haar reductiedoelstellingen. 1.1 Over TBI Infra TBI Infra is onderdeel van TBI Holdings BV en bestond in het eerste halfjaar van 2012 uit de onderstaande ondernemingen. Per 1 januari 2012 zijn Voorbij Betonsystemen en Voorbij Spantechniek geïntegreerd in Voorbij Prefab beton. Deze bedrijven worden meegenomen in de rapportage van Voorbij Prefab Beton. • Mobilis B.V. • Voorbij Funderingstechniek • Voorbij Prefab Beton De ondernemingen binnen TBI gaan vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid bewust om met het leefmilieu en grondstofgebruik. Grondstoffen en energiebronnen zijn eindig en moeten spaarzaam en bedachtzaam gebruikt worden. TBI Infra ziet duurzaam bouwen als het beperken van gezondheids- en milieuschade in alle fasen van een bouwwerk. Vanaf de winning van de grondstof, via het ontwerp, productie van elementen, de bouw van een object en het gebruik, tot en met de sloop van het bouwwerk. Duurzaamheid maakt deel uit van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). 1.2 De CO2-Prestatieladder De CO2-Prestatieladder is een instrument om bedrijven die deelnemen aan aanbestedingen te stimuleren tot CO2bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de uitvoering van projecten. Het gaat daarbij met name om energiebesparing, het efficiënt gebruik maken van materialen en het gebruik van duurzame energie. In mei 2011 heeft TBI Infra, na haar inspanning om minder energie te verbruiken en haar Carbon Footprint (CO2-voetafdruk) te reduceren, zich gecertificeerd op niveau vijf van de CO2-Prestatieladder (versie 1.2). Hierdoor is TBI Infra ten tijde van het opstellen van dit document in het bezit van het hoogste CO2-bewust certificaat.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 5 van 25 Referentie
1211-1448
1.3 Organisatie grenzen De organisatorische grens (organizational boundary) is in het eerste halfjaar van 2012 ongewijzigd gebleven ten opzichte van 2011 alsmede ten opzichte van het basisjaar 2009. De organisatorische grens van TBI Infra bestaat uit de volgende bedrijven. • • • • •
Mobilis Voorbij Funderingstechniek Voorbij Betonsystemen Voorbij Spantechniek Voorbij Prefab Beton
De gegevens in deze voortgangsrapportage hebben betrekking op TBI Infra. Alle bovenstaande bedrijven rapporteren ook zelfstandig via hun website. 1.4 Operationele afbakening Voor de operationele afbakening hanteert TBI Infra de indeling van de CO2-Prestatieladder. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen drie scopes: • Scope 1 of directe uitstoot: dit is uitstoot door de eigen organisatie, zoals uitstoot door eigen gas gebruik (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en uitstoot door het eigen wagenpark. • Scope 2 of indirecte uitstoot: dit is uitstoot die ontstaat door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals uitstoot door centrales die deze elektriciteit leveren. Stichting SKAO rekent “Business air Travel” en “Personal Cars for business travel ” tot scope 2. • Scope 3 of overige indirecte uitstoot: Dit is uitstoot als gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf.
Figuur 1: operationele grensen volgens de CO2-Prestatieladder.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 6 van 25 Referentie
1211-1448
2 Bedrijfsinformatie 2.1 Mobilis Een dynamisch bedrijf dat met zijn infrastructurele oplossingen verkeer, industrie en water in beweging brengt. Als civiele aannemer biedt Mobilis vanuit een sterke maatschappelijke betrokkenheid oplossingen voor vraagstukken op het gebied van infrastructuur, water en industrie. Hierbij staat centraal het aangaan van een duurzame en transparante relatie met opdrachtgevers en samenwerkende partijen. Onze kernwaarden zijn: constructief, coöperatief, creatief en competitief. Onze missie: in ons vakgebied onderscheidend zijn. Om die missie te volbrengen staat de mens en zijn kennis centraal. Mobilis is een onderdeel van TBI Infra en als zelfstandige onderneming gespecialiseerd in het aannemen en uitvoeren van projecten in de civiele bouw in geheel Nederland. Een bedrijf met een rijke historie, dat midden in de hedendaagse bouwwereld staat. 2.1.1
Nederland in beweging
Goede doorstroming van het verkeer en vervoer is de economische motor van Nederland. Voor Mobilis is het een uitdagende taak om haar kunstwerken zo te ontwerpen en uit te voeren, dat deze doorstroming optimaal gerealiseerd wordt in zowel de uitvoeringsfase als de gebruiksfase. Naast de technische betrouwbaarheid hebben wij de verantwoordelijkheid om de inpasbaarheid in de omgeving en de duurzaamheid van product en proces te waarborgen. Zo leveren wij een meerwaarde in de infrastructuur van wegen, water en rail. 2.1.2
Water in beweging
Water is kostbaar. Zonder schoon water is er op onze aarde geen leven mogelijk. In de zuivering van water heeft Mobilis jarenlange ervaring met haar kennis in de bouw van zuiveringsinstallaties van zowel drinkwater als vuilwater. Naast de zuiveringsinstallaties behoort ook de bouw van gemalen, pompstations en slakkenhuizen tot onze expertise. Voor onze opdrachtgevers, publiek en privaat, ontwikkelen wij samen met onze TBI-techniekbedrijven en aanverwante partners integrale en duurzame oplossingen. Omdat onze projectaanpak multidisciplinair is, kunnen waterschappen, nutsbedrijven en industrieën op ons rekenen als het gaat om het afleveren van een glashelder totaalproduct 2.1.3
Fundament voor industrie
De industrie met haar hoog specialistische processen moet kunnen vertrouwen op een sterk, betrouwbaar en onderhoudsvrij fundament. Onze knowhow zetten wij in bij de bouw van zware betonconstructies als energiecentrales, schakelstations en bijzondere funderingen. Bij deze projecten gaan wij bij voorkeur met complementaire partijen een duurzame samenwerking aan. Met als doel een optimaal resultaat tussen investering, onderhoud en functionaliteit.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 7 van 25 Referentie
1211-1448
2.2 Voorbij Funderingstechniek Voorbij Funderingstechniek is gespecialiseerd in het uitvoeren van alle voorkomende funderingswerkzaamheden. Daarmee is zij toonaangevend als het gaat om het leveren van draagvermogen voor infrastructuur-, woning-, en utiliteitsbouwtoepassingen. Haar in staal uitgevoerde grond- en waterkerende constructies vinden hun toepassingen bij de aanleg van bouwputten, parkeerkelders, kademuren en kofferdamconstructies. Voor de uitvoering vanaf water beschikt ze over eigen drijvend materieel. Voorbij Funderingstechniek heeft tientallen jaren ervaring op het gebied van grondmechanica en de uitvoering van funderingstechnieken. Technisch en economisch wordt in overleg met de opdrachtgever gezocht naar de optimale funderingsoplossing. Vanuit die samenwerking ontstaan creatieve en innovatieve oplossingen. 2.1 Voorbij Prefab Beton Voorbij Prefab Beton neemt al jaren een vooraanstaande positie in, in de productie en montage van prefab betonelementen voor de utiliteitsbouw, woningbouw, infrastructuur, funderingen en industriële sector in binnen- en buitenland. De opgebouwde kennis, gecombineerd met vernieuwingsdrang zorgt ervoor dat een sterke concurrentiepositie wordt behouden. Standaardproducten zorgen voor een stevige basis, terwijl voor speciale projecten interessante alternatieven kunnen worden geboden. De moderne productie-, laboratorium-, controle- en ontwikkelingsfaciliteiten op locatie Amsterdam staan garant voor telkens het allerbeste product, tot stand gekomen volgens de nieuwste technieken.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 8 van 25 Referentie
1211-1448
3 Ontwikkeling Carbon Footprint TBI Infra inventariseert en rapporteert haar energieverbruik en carbon footprint halfjaarlijks. Een carbon footprint is de figuurlijke voetafdruk die een bedrijf achterlaat door de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen tijdens bedrijfsprocessen. Deze inventarisatie heeft betrekking op de zogenaamde scope 1 (directe) en 2 (indirecte) uitstootbronnen, dit is uitstoot door activiteiten die TBI Infra zelf uitvoert. 3.1 Uitstoot eerste halfjaar van 2012 De totale CO2-uitstoot van TBI Infra over het eerste halfjaar van 2012 was 3.010 ton. De bijdrage van elk bedrijf is schematisch weergegeven in de volgende figuur. Met name Voorbij Funderingstechniek en Mobilis hebben een belangrijk aandeel in de totale uitstoot.
Figuur 2: CO2-uitstoot over het eerste halfjaar van 2012 verdeeld naar aandeel bedrijf
De uitstoot werd voor het grootste deel veroorzaakt door projecten van Mobilis en Voorbij Funderingstechniek. Ook transport, zowel personen als goederen, is verantwoordelijk voor een aanzienlijk aandeel in de totale CO2-uitstoot. De uitstoot door vestigingen is bijna volledig toe te rekenen aan de betonfabriek van Voorbij Prefab Beton in Amsterdam. De verdeling is weergegeven in de volgende figuur.
Figuur 3: CO2-uitstoot over het eerste halfjaar van 2012 naar locatie.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 9 van 25 Referentie
1211-1448
Door het inkopen van groene windenergie is de CO2-uitstoot door het verbruik van elektriciteit sterk afgenomen in vergelijking met voorgaande jaren (zie trendanalyse). De meeste uitstoot wordt veroorzaakt door brandstofverbruik en het bedrijfswagenpark (hier vallen ook de leaseauto’s onder). Brandstofverbruik vindt voornamelijk op de projecten plaats door de diverse funderingsmachines van Voorbij Funderingstechniek en de door Mobilis ingezette aggregaten. Ook het aardgasverbruik voor de verwarming van de productiehallen van Voorbij Prefab Beton hebben een significant aandeel in de uitstoot. In de onderstaande figuren is grafisch weergegeven hoe en waar de uitstoot tot stand is gekomen.
Figuur 4: CO2-uitstoot over het eerste halfjaar van 2012 naar bron.
De onderstaande figuur geeft een overzicht van de absolute CO2-uitstoot naar bron per onderneming. Zoals eerder vermeld wordt de meeste CO2-uitstoot veroorzaakt door Voorbij Funderingstechniek (VFT) en Mobilis. Met name de uitstoot brandstofverbruik door VFT valt hierbij op.
Figuur 5: CO2-uitstoot over het eerste halfjaar van 2012 naar onderneming en bron.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 10 van 25 Referentie
1211-1448
3.2 Trendanalyse In de trendanalyse kijkt TBI Infra naar de ontwikkeling van haar carbon footprint over meerdere jaren. Hierbij geldt 2009 als basis- of referentiejaar. Met een uitstoot van circa 3.010 ton in het eerste halfjaar en een geprognotiseerde uitstoot van circa 6.000 ton over heel 2012 is er een aanzienlijke daling van de absolute CO2uitstoot zichtbaar ten opzichte van het basisjaar 2009. De totale reductie van de absolute uitstoot bedraagt circa 25%. Dit is goed zichtbaar in de onderstaande figuur.
Figuur 6: ontwikkeling totale CO2-uitstoot sinds 2009 naar onderneming. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
De daling is voornamelijk te danken aan de overstap op windenergie, verduurzaming van het wagenpark en veranderende projectomstandigheden. Met name de overstap naar windenergie is duidelijk zichtbaar in de onderstaande figuur. Dit betekend automatisch dat overige emissiebronnen qua significantie toenemen.
Figuur 7: ontwikkeling van de CO2-uitstoot sinds 2009 naar bron. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 11 van 25 Referentie
1211-1448
3.3 Voortgang reductiebeleid De ondernemingen van TBI Infra hebben allen een individueel reductiedoel bepaald en zijn individueel verantwoordelijk voor het behalen van de gestelde doelen. Om de CO2-prestatie inzichtelijk te maken wordt er gerapporteerd aan de hand van ‘emissie-indicatoren‘. Hierin wordt de totale uitstoot gerelateerd aan andere bedrijfsgegevens, bijvoorbeeld omzet en productie uren. In de onderstaande tabel zijn de individuele doelen en behaalde reductie weergegeven. Tabel 1: Rerductiedoelstellingen.
Bedrijf
Basisjaar
Doeljaar
Doelstelling
Relatief aan
Behaald 2012 H1
Mobilis
2009
2015
-30%
Bedrijfsomzet
-37,8%
VPB
2009
2012
-40%
Aantal m3 beton
-43,1%
VFT
2009
2013
-9%
Productie uren
-16,6%
In de onderstaande figuur is het verloop van de doelstellingen en de behaalde resultaten grafisch weergegeven. Te zien is dat in het eerste halfjaar van 2012 alle TBI Infra ondernemingen de vooraf vastgestelde reductiedoelstellingen hebben behaald.
Figuur 8: ontwikkeling realitieve CO2-uitstoot (blauwe lijn) ten opzichte van de doelstelling (rode lijn). Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
Op basis van de jaarrapportage over 2012 zullen de huidige doelstellingen worden geëvalueerd en indien hier aanleiding toe is zullen deze worden bijgesteld.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 12 van 25 Referentie
1211-1448
4 Ontwikkeling energieverbruik Van elektriciteit, aardgas, stadverwarming en alle brandstoffen zijn de specifieke calorische waarden bekend, waardoor al het totale energieverbruik omgerekend kan worden tot één totale calorische waarde. Deze waarde gebruikt TBI Infra om haar energieverbruik inzichtelijk te maken. In bijlage A is een tabel opgenomen met een overzicht van de gehanteerde calorische waarden en dichtheden van de gebruikte energiebronnen en brandstoffen. 4.1 Energieverbruik 2011 Het totale energieverbruik van TBI Infra over het eerste halfjaar van 2012 was 46.340 GJ. Onderstaande figuur geeft inzage in de totstandkoming van het totale energieverbruik naar onderneming.
Figuur 9: energieverbruik over het eerste halfjaar van 2012 verdeelt naar aandeel bedrijf.
In de volgende figuur is het energieverbruik naar bron zichtbaar. Er is duidelijk te zien dat het meeste energieverbruik heeft plaatsgevonden door het verbruik van brandstoffen en door transportmiddelen.
Figuur 10: energieverbruik over het eerste halfjaar van 2012 verdeeld naar bron.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 13 van 25 Referentie
1211-1448
4.2 Trendanalyse In de trendanalyse wordt gekeken naar de ontwikkeling van het energieverbruik. Hierbij dient 2009 als basis- of referentiejaar. In de volgende figuur is de ontwikkeling van het energieverbruik weergegeven. Het totale energieverbruik in het eerste halfjaar van 2012 was hoger dan in de voorgaande jaren. Er is met name een stijging van het absolute energieverbruik bij Voorbij Prefab Beton (VPB) zichtbaar. Dit is deels het gevolg van de integratie van Voorbij Betonsystemen en Voorbij Spantechniek in VPB.
Figuur 11: ontwikkeling van het energieverbruik sinds 2009 naar onderneming. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
In de onderstaande figuur is het energieverbruik naar bron weergegeven. Hier valt op dat in vergelijking met voorgaande jaren het elektriciteitsverbruik licht is toegenomen en het brandstofverbruik licht is afgenomen. De overige bronnen zijn qua aandeel min of meer gelijk gebleven.
Figuur 12: ontwikkeling van het energieverbruik sinds 2009 naar bron. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 14 van 25 Referentie
1211-1448
4.3 Voortgang reductiebeleid De ondernemingen van TBI Infra streven allen naar het verminderen van het relatieve energieverbruik met 2% per jaar en zijn individueel verantwoordelijk voor het behalen van de gestelde doelen. Om de energieprestatie inzichtelijk te maken wordt er gerapporteerd aan de hand van ‘energieprestatie’ indicatoren. Hierin wordt het totale energieverbruik gerelateerd aan andere bedrijfsgegevens, bijvoorbeeld omzet en productie uren. In de onderstaande figuren is de energieprestatie van de TBI Infra ondernemingen inzichtelijk gemaakt.
Figuur 13: Grafische weergave energie-efficiëntie. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
In de figuren is het verloop van de doelstellingen grafisch weergegeven. Te zien is dat in het eerste halfjaar van 2012 de ondernemingen de vooraf vastgestelde reductiedoelstellingen hebben behaald. Wel is er bij Mobilis een sterke stijging van het energieverbruik zichtbaar.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 15 van 25 Referentie
1211-1448
5 Invloedsfactoren In dit hoofdstuk worden de invloedsfactoren op het energieverbruik en de CO2uitstoot van het eerste halfjaar van 2012 beschreven. Hierbij word onderscheid gemaakt naar projecten en het klimaat. 5.1 Projecten Projecten hebben een vaststaande doorlooptijd waarin werkzaamheden uitgevoerd worden. De aard van de projecten en de werkzaamheden variëren in tijd wat invloed heeft op de CO2-uitstoot. Belangrijke veranderingen die invloed hebben gehad op het energieverbruik en de carbon footprint zijn: • Door het toenemende aantal onderaannemers was het voor de EON niet meer mogelijk om het elektriciteitsverbruik op de bouw te koppelen aan de diverse onderaannemers. EON neemt daarom het elektriciteitsverbruik voor haar rekening, waar dit in 2009 niet het geval was. Dit heeft als gevolg dat het verbruik niet meer aangemerkt wordt als scope 2 en daarmee vervalt. Hierdoor is de uitstoot van Mobilis gedaald. • Op het project Markthal is in het eerste halfjaar veel elektriciteit verbruikt. De reden hiervoor is dat het project langzaam in de afbouwfase terecht komt waardoor er veel verlichting noodzakelijk is om de verdiepingen in de parkeergarage te verlichten. Ook staan er vier torenkranen opgesteld die bijdragen aan het elektriciteitsverbruik. • Op het project Spoorzone Delft werd er in het eerste halfjaar van 2012 eveneens veel elektriciteit verbruikt. Dit kwam ook onder meer ook door veel ondergrondse werkzaamheden in de tunnelbak. • Voor het kofferdamproject in Guamaré (Brazilië) zijn er vliegkilometers gemaakt. Dit zijn er echter minder dan in 2011. Hierdoor is de uitstoot van Voorbij Funderingstechniek gedaald. 5.2 Klimaat De winterse periode in februari was erg koud. Dit is terug te vinden in het energieverbruik voor verwarming van kantoren en keten.
Figuur 14: Temperatuurontwikkelingen eerste halfjaar van 2012 (KNMI, http://www.weerstatistieken.nl/2011/ ).
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 16 van 25 Referentie
1211-1448
6 Ketenanalyse Voor het in kaart brengen van de scope 3 CO2-emissie zijn twee ketenanalyses uitgevoerd door TBI Infra. De eerste analyse bracht in kaart hoeveel CO2 vrijkwam door de productie en aanvoer van grondstoffen voor beton. De tweede analyse bracht in kaart hoeveel CO2 vrijkwam door transport van betonproducten. Voor zowel analyse 1 als analyse 2 wil TBI Infra in de periode tot eind 2015 gaan streven naar een jaarlijkse reductie van 1% ten opzichte van het basisjaar 2009 en gemeten door de emissie indicatoren 1 en 2 (zie hieronder). De totale reductie in 2015 bedraagt hierdoor 6,0%. 6.1 Uitstoot Hieronder zijn de resultaten van 2009 (basisjaar) en het eerste halfjaar van 2012 weergegeven. Analyse 1. Grondstoffen productie beton 2. Transport betonproducten TOTALEN:
Emissie 2009
Emissie 2012 H1
26.682 t CO2
18.078 t CO2
1.970 t CO2
1.185 t CO2
28.652 t CO2
19.263 t CO2
Figuur 15: Absolute scope 3 emissie. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
Uit beide analyses blijkt dat de absolute uitstoot is gedaald. 6.2 Voortgang reductiebeleid Om de reductie inzichtelijk te maken heeft TBI Infra twee indicatoren opgesteld om de voortgang te meten en rekening te houden met geproduceerde hoeveelheden. Deze twee indicatoren kunnen als volgt berekend worden: • Indicator 1 “Ketenemissie grondstoffen productie beton” [kg CO2/m3] = Totale emissie grondstoffen beton [kg CO2] / Volume productie beton [m3] • Indicator 2 “Ketenemissie transport betonproducten” [kg CO2/t] = Totale emissie transport betonproducten [kg CO2] / Gewicht producten [t] Zie de resultaten hieronder. Waarden ketenemissie.
Jaar
Emissie
Emissie
Volume
Analyse 1 [t]
Analyse 2 [t]
Beton [m ]
Gewicht 3
Producten [t]
2009
26.682
1.970
47.000*
167.916
2010
29.599
1.544
56.512
149.851
2011
23.758
1.490
54.747
121.661
2012 (H1)
18.078
1.185
47.313
109.179
2013 2014 2015 * Schatting op basis van de CO2-emissie van de ingekochte grondstoffen uit analyse 1.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 17 van 25 Referentie
1211-1448
De volgende tabel geeft een overzicht van de berekende waarden voor de indicatoren, de doelstelling waar TBI Infra naar streeft en de behaalde resultaten. Tabel 2: indicatoren ketenemissies. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
Jaar
Indicator 1
Doel
Indicator 2
Doel
2009
567,68
567,68
0%
12.50
11,73
0%
2010
523,77
562,00
-1%
10,76
12,38
-1%
2011
433,97
556,33
-2%
12,25
12,25
-2%
2012
382,09
550,65
-3%
10,23
12,13
-3%
2013
544,97
-4%
12,00
-4%
2014
539,30
-5%
11,88
-5%
2015
533,62
-6%
11,75
-6%
Op basis van de jaarrapportage over 2012 zullen de huidige doelstellingen worden geëvalueerd en indien hier aanleiding toe is zullen deze worden bijgesteld. In de onderstaande figuren is de tabel grafisch weergegeven.
Figuur 16: grafisch verloop emissie indicatoren. Voor 2012 zijn alleen de gegevens over het eerste hafljaar beschikbaar.
Uit de grafieken blijkt dat de CO2-emissie door de productie van beton (indicator 1) is gedaald t.o.v. 2009. De emissie door transport van betonproducten (indicator 2) is licht gestegen. Indicator 1 laat een daling zien van 11,9% en indicator 2 laat een lichte stijging zien van 0,6%. De verlaging van de uitstoot door winning en aanvoer van grondstoffen komt met name, doordat er in verhouding tot 2009 minder portlandcement is gebruikt ten opzichte van hoogovencement. Daarnaast is er significant minder wapening gebruikt. De toename in emissie door transport van betonproducten in 2012 komt door de afstand per heipaal groter is geworden. Om verdere reductie te kunnen realiseren is het belangrijk om met de ketenpartners in gesprek te blijven om samen reductiemogelijkheden te bespreken en elkaar te ondersteunen bij een CO2-verlaging in de keten.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 18 van 25 Referentie
1211-1448
7 Voortgang reductiemaatregelen TBI Infra werkt aan het structureel verlagen van haar energieverbruik en CO2uitstoot. Om dit te bereiken hebben de ondernemingen reductiedoelstellingen bepaald en worden reductiemaatregelen geïmplementeerd om deze doelstellingen te bereiken. In dit hoofdstuk wordt gerapporteerd over de voortgang van de reductiemaatregelen. 7.1 Mobilis Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2 uitstoot (-30% in 2015 gerelateerd aan de omzet) te behalen, implementeert Mobilis diverse maatregelen in haar organisatie. In het eerste halfjaar van 2012 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht. 7.1.1
Energie bewustzijn personeel vergroten
Mobilis wil het bewustzijn van haar werknemers vergroten. Dit wordt onder meer gedaan door het houden van Greenbox bijeenkomsten en het verspreiden van nieuwsbrieven, flyers en stickers. De hieruit gerealiseerde besparing is niet direct te meten, maar het is wel voelbaar dat het onderwerp CO2-uitstoot reductie leeft onder de werknemers. 7.1.2
Duurzaam leasewagenpark
Mobilis wil haar wagenpark verduurzamen. Behalve de financiële leasenorm worden de werknemers ook gehouden aan een CO2-norm. Hiermee stapt Mobilis af van het eerder vastgestelde beleid om alleen nog maar energielabel categorie A en B auto’s te leasen. De opbouw van het leasewagenpark van Mobilis over de afgelopen jaren is weergegeven in de volgende figuur. Er is duidelijk een groene ontwikkeling zichtbaar.
Figuur 17: opbouw leasewagenpark Mobilis.
Per leaseklasse geldt een maximaal toelaatbare CO2-uitstoot uitgedrukt in gram per km. Indien de werknemer een auto uitkiest die 5% minder uitstoot dan de CO2norm, dan wordt de leasenorm met 5% verhoogd. Kiest de werknemer voor een auto die 5% meer uitstoot dan geldt een eigen bijdrage van 5% van de leasenorm. Hiermee wordt het leasen van energiezuinige auto’s door werknemers nog verder gestimuleerd.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 19 van 25 Referentie
1211-1448
Tabel 3: overzicht CO2-norm Mobilis per januari 2012.
Klasse A1 B1 C1 D1 E1 7.1.3
CO2-norm uitstoot [gram/km] Sept. 2010 Jan. 2012 110 100 120 110 125 120 135 130 145 140
Aanpassen sta-rij-regeling
In 2011 heeft Mobilis in navolging van het leasereglement de CO2-norm voorwaarden in haar sta-rij-regeling opgenomen. Door middel van deze regeling kunnen werknemers een privéauto zakelijk rijden. Met ingang van 1 januari 2015 moet iedereen die gebruik maakt van de sta-rij-regeling voldoen aan de dan geldende CO2-norm voor de categorie wat bijdraagt aan continue verdere reductie. 7.1.4
Inkopen groene stroom
In 2011 is Mobilis overgestapt op windenergie van Essent (Windkracht220). Deze duurzaam opgewekte stroom reduceert de CO2-uitstoot per verbruikte kWh van circa 455 gram CO2 (grijze stroom uit 2010) naar 15 gram CO2. Een reductie van 96,7% op CO2-uitstoot door elektriciteitsverbruik. In totaal heeft Mobilis voor 1.500.000 kWh aan groencertificaten besteld. Ook in 2012 zijn de effecten hiervan goed zichtbaar. In het tweede halfjaar van 2012 zal geëvalueerd worden of er meer groencertificaten noodzakelijk zijn. 7.1.5
Duurzame kantoorverlichting
Op veel kantoren en in bouwketen op projecten wordt nog vaak gebruik gemaakt van verouderde verlichting. Met name de vaak toegepaste TL8 verlichting is al lang opgevolgd door de nieuwere TL5 of LED-TL. Mobilis heeft in 2011 een onderzoek opgestart om duurzamere kantoor en keetverlichting verlichting op haar vestigingen en in haar bouwketen op projecten te introduceren. Inmiddels zijn er diverse testen met LED-TL succesvol uitgevoerd. Op de onderstaande afbeeldingen is een test te zien met LED-TL welke een energiebesparing van circa 60% oplevert. In het eerste halfjaar van 2012 is de bestelling geplaatst om met kantoor Apeldoorn in zijn geheel overstappen op duurzame LED verlichting. Dit zal na de bouwvak geleverd en gemonteerd worden.
Figuur 18: LED-TL pilot kantoor Mobilis in Apeldoorn. Links met de ‘oude’ verlichting en rechts de nieuw LED-TL.
7.1.6
Het bouwstroomloket
In 2011 is binnen TBI het bouwstroomloket opgericht; Mobilis had zitting in de stuurgroep. Doel van het bouwstroomloket is om voordeliger bouwstroom in te kopen, door een inkoopcollectief te vormen en de ingezette bouwstroom te vergroenen middels Wind220 certificaten van Essent. Op veel projecten van Mobilis worden nog aggregaten ingezet. Mobilis wil waar mogelijk meer gebruik gaan maken van netstroom, omdat dit duidelijk minder milieubelasting oplevert dan het inzetten van aggregaten.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 20 van 25 Referentie
1211-1448
7.1.7
CO2 Reductie op de bouwplaats
Mobilis heeft zich in het eerste halfjaar aangesloten bij het sectorinitiatief ‘CO2 reductei op de bouwplaats’ van JP van Eesteren. Dit initiatief richt zich op het energieverbruik in alle facetten van de bouwplaats en wordt zo breed mogelijk ingevuld. Ook voor Mobilis ligt er de uitdagen om verdere CO2 reductie op de bouwplaats te bewerkstelligen waardoor dit initiatief goed pas. . 7.1.8
Elektrisch vervoer in de stadse omgeving
Croon wil, waar mogelijk, elektrische scooters inzetten voor zijn service-activiteiten in stadse omgeving. Mobilis wil ook kijken of er elektrische scooters ingezet kunnen worden. In het eerste halfjaar van 2012 is er voor een medewerker een elektrische scooter ingezet als pilot. 7.1.9
Stimulatie individuele maatregelen
Mobilis hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Mobilis een mailbox geopend (
[email protected]) en een Coördinator Duurzaamheid aangesteld. 7.2 Voorbij Funderingstechniek Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2-uitstoot (-9% in 2013 gerelateerd aan de omzet) te behalen implementeert Voorbij Funderingstechniek diverse maatregelen in haar organisatie. In 2012 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht. 7.2.1
Energiebewustzijn personeel vergroten
Door middel van presentaties, bijeenkomsten, toolboxen, intranet en andere middelen wordt het personeel gestimuleerd om zuiniger met energie om te gaan en om zelf met ideeën en tips voor energiebesparing te komen. Doel hiervan is een cultuur te creëren waarin medewerkers zich bewust zijn van het energieverbruik en zich inzetten om het energieverbruik waar mogelijk te verminderen. Hieronder enkele middelen die Voorbij FT heeft ingezet om de CO2-bewustheid te vergroten: 7.2.2
Sociaal / VGM-jaarverslag: CO2-update over 2011 Posters: CO2-update over 2011 Kwartaalbijeenkomst mei 2012: Met onderwerpen als o Certificering ISO 14001 De Voorloper (personeelsblad) : o Berichtje over certificering ISO 14001 o Berichtje over licht uit campagne op kantoren Intranet: CO2-sectie op het intranet ge-update. Kwaliteit, Arbo en Milieu kwartaaloverzicht : energieverbruik Inkopen groene stroom
Ook Voorbij Funderingstechniek is in 2011 overgestapt op windenergie van Essent (Windkracht220). Deze duurzaam opgewekte stroom reduceert de CO2-uitstoot per verbruikte kWh van circa 455 gram CO2 (grijze stroom uit 2010) naar 15 gram CO2. Een reductie van 96,7% op CO2-uitstoot door elektriciteitsverbruik.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 21 van 25 Referentie
1211-1448
7.2.3
Duurzaam leasewagenparkbeleid invoeren
Steeds meer Nederlandse leasemaatschappijen, verenigd in Cleaner Car Contracts, willen een versnelde introductie van zuinige auto’s. Zij hebben met initiatiefnemer Natuur & Milieu een contract ondertekend om veel meer zuinige auto’s aan te schaffen zodat hun wagenpark zuiniger en schoner wordt. De coalitie pleit bij autofabrikanten en de Europese instituties voor fors efficiëntere auto’s zodat personenauto’s in 2020 gemiddeld niet meer dan 95 gram CO2/km uitstoten. Sinds de introductie van Cleaner Car Contracts in 2010 heeft al ongeveer 60% van de Nederlandse leasemarkt zich aangesloten bij de coalitie, zoals Athlon Car Lease Nederland, Alphabet Car Lease Nederland, Arval en Bussinesslease. Sinds mei 2011 nemen Voorbij Funderingstechniek en de afdeling montage van Voorbij Prefab Beton deel aan het Cleaner Car Contracts. Daarin hebben zij zich gecommitteerd aan de doelstelling van hun leasemaatschappij Athlon. De doelstelling is een gemiddelde van 120 gram CO2/km (Gold Fleet). Voorbij Funderingstechniek heeft de maximaal toegestane CO2-uitstoot per kilometer bij de aanschaf van nieuwe leasewagens verlaagd van 150 gram CO2/kilometer naar 135 gram CO2/kilometer 7.2.4
Energiezuinig materieel aanschaffen
Het grootste deel van de totale emissie van Voorbij Funderingstechniek komt door brandstofverbruik door materieel op projecten. Door bij nieuwe investeringen materieel aan te schaffen dat voldoet aan de dan geldende Europese emissienormen kan een reductie behaald worden. In 2011 is de eerste nieuwe kraan toegevoegd aan het machinepark. Het is een Woltman 7528 met een TIER 3 motor. In de tweede helft van 2011 is er nog een kraan bijgekomen die voldoet aan de laagste emissie-eisen. Dit is een Woltman 1000 FR met een C9 motor. 7.2.5
Aandachtspunten Voorbij Funderingstechniek
• Efficiency Technische Dienst (TD): Efficiency verwarming TD onderzoeken en verbeteren (evt. door energieleverancier. De directie kijkt ook naar een eigen gas- en elektriciteitsmeter bij de Technische Dienst om het verbruik exact in beeld te krijgen. • Meer inzicht: Er zullen op het hele terrein een aantal tussenmeters worden geplaatst om het exacte verbruik per bedrijf in kaart te brengen. • Bewustzijn personeel: Het energiebewustzijn is nog steeds iets dat moet groeien en meer moet gaan leven. Door steeds verschillende middelen in te zetten wil VFT dit groeiproces bevorderen. • Bezettingsgraad auto’s: Om de emissie door transport omlaag te brengen zou er gekeken kunnen worden naar een efficiëntere inzet van bouwplaatsmedewerkers door de bezettingsgraad per auto te verhogen. 7.2.6
Stimulatie individuele maatregelen
Voorbij Funderingstechniek hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Voorbij Funderingstechniek een mailbox geopend (
[email protected]) en een duurzaamheidscoördinator aangesteld.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 22 van 25 Referentie
1211-1448
7.3 Voorbij Prefab Beton Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2-uitstoot (-40% in 2012 gerelateerd aan de geproduceerde hoeveelheid beton) te behalen, implementeert Voorbij Prefab Beton diverse maatregelen in haar organisatie. Naast de door Mobilis beschreven maatregelen waar Voorbij Prefab Beton zich aan conformeert, worden er ook voor Voorbij Prefab Beton specifieke maatregelen genomen. In het eerste half jaar van 2012 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht 7.3.1
Vervangen verouderde transportmiddelen
In 2011 zijn enkele oude interne transportmiddelen vervangen door nieuwe transportmiddelen. In het eerste half jaar van 2012 is de verouderde dieselheftruck in de palenproductie vervangen voor een nieuwe heftruck op aardgas. De nieuwe transportmiddelen voldoen, in tegenstelling tot de oude, aan de huidige normen. Daarnaast zijn deze energiezuiniger. Ook voor toekomstige vervangende en/of nieuwe interne transportmiddelen wordt rekening gehouden met het energieverbruik en soort brandstof. 7.3.2
Toepassing betongranulaat
Vanuit verschillende kanten wordt Voorbij Prefab Beton benaderd om betonpuingranulaat te gebruiken in beton in plaats van grind. Dit levert een besparing op van de CO2-uitstoot door hergebruik van materialen. In 2011 zijn de eerste proeven met goede resultaten uitgevoerd. In het eerste half jaar van 2012 is betonpuingranulaat als substituut toegepast in de heipalen (20% vervanging) en bouwelementen (10% vervanging) voor het project CO-Green. 7.3.3
Stimulatie individuele maatregelen
Voorbij Prefab Beton hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Voorbij Prefab Beton een duurzaamheidscoördinator aangesteld. 7.3.4
Energiebewustzijn personeel vergroten
Voorbij Prefab Beton wil het bewustzijn van haar werknemers vergroten. Dit wordt onder meer gedaan door het houden van bijeenkomsten, aandacht aan het onderwerp besteden in de nieuwsbrieven en door het ophangen van posters. 7.3.5
Green Car Contracts
Sinds mei 2011 nemen Voorbij Funderingstechniek en de afdeling montage van Voorbij Prefab Beton deel aan het Cleaner Car Contracts-initiatief van Stichting Natuur & Milieu. Daarin hebben zij zich gecommitteerd aan de doelstelling van hun leasemaatschappij Athlon. De doelstelling is om een wagenpark te creëren met een gemiddelde van 120 gram CO2/km (Gold Fleet). VFT en VPB willen samen met Athlon gaan voor deze doelstelling.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 23 van 25 Referentie
1211-1448
8 Samenvatting Gezien de resultaten zoals beschreven in dit document is TBI Infra goed op koers met de reductie van haar energieverbruik en de resulterende CO2-uitstoot. Met name de overstap op windenergie in 2011, de verduurzaming van het wagenpark en de werkzaamheden op de projecten zijn goeddeels verantwoordelijk voor deze daling. De bewustwording onder het personeel is voelbaar en zal zeker blijven bijdragen aan de gewenste energie- en CO2-reductie. De ondernemingen organiseerden afgelopen jaar diverse bijeenkomsten op haar vestigingen en projecten, die bijdroegen aan de algemene bewustwording en die zeer gewaardeerd werden door de werknemers van Mobilis en aanwezige derden. Met de aanvullende maatregelen die geïmplementeerd zijn en die nog uitgevoerd gaan worden in de toekomst, zal TBI Infra nog voor verdere energie- en uitstootreductie zorgen.
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 24 van 25 Referentie
1211-1448
Bijlage A: Calorische waarden
< 700 km A
700 - 2.500 km > 2.500 km Benzine Diesel LPG
B
C
D
E
F
Personenvervoer Personenvervoer vliegtuig Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG 0,0038 GJ / Conversion Factors for Company Reporting. Op reizigerskm basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd 0,0028 0,0019 op Net Calorific Value) Personenvervoer conventionele personenauto 0,0329 0,0359 0,0234 GJ / liter brandstof
Benzine (Klasse < 1,4 ltr)
0,0026
Benzine (Klasse 1,4 - 2,0 ltr)
0,0031
Benzine (Klasse > 2,0 ltr)
0,0044
Benzine (Klasse gemiddeld)
0,0031
Diesel (Klasse < 1,7 ltr) Diesel (Klasse 1,7 -2,0 ltr) Diesel (Klasse >2,0 ltr) Diesel (Klasse gemiddeld)
0,0021 0,0022 0,0024 0,0022
GJ / voertuigkm
LPG (Klasse gemiddeld)
0,0027
GJ / voertuigkm
Minibus (max. 9 personen) Benzine Minibus (max. 9 personen) Diesel Minibus (max. 9 personen) LPG
Brandstoftype niet bekend
Middenklasse auto (Toyota Prius, Honda Civic IMA) Hogere klasse auto (Lexus GS450h, Lexus RX400h)
GJ / voertuigkm
Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value)
0,0036 0,0031
GJ / voertuigkm
0,0029
0,0029
GJ / voertuigkm
Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value). Hierbij is aangenomen dat 50% diesel en 50% bezine wordt gebruikt.
Personenvervoer hybride auto Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG 0,0026 Conversion Factors for Company Reporting. Op GJ / basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd voertuigkm op Net Calorific Value). 0,0026 Aanname: 50% diesel / 50% benzine
25
Datum opgesteld
Status
8 oktober 2012
Voorlopig
Datum gewijzigd
Blad
15 november 2012 25 van 25 Referentie
1211-1448
A
B
C
Elektriciteitsverbruik voor andere doeleinden dan vervoer Grijze stroom (2005 en eerder) Grijze stroom (2006) GJ / Grijze stroom (2007 en kiloWattuur 2008) Grijze stroom (2009) 0,0036 Grijze stroom (2010 en later) Windkracht GJ / Waterkracht kiloWattuur Zonne-energie Elektriciteit uit stortgas Biomassa zie reken-voorschrift Overige groene stroom GJ / 0,0036 verbruikt tot 1 juli 2011 kiloWattuur
Benzine Diesel LPG Stookolie A
Overige energiedragers voor andere doeleinden dan vervoer 0,0329 Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG 0,0359 Conversion Factors for Company Reporting. Op GJ / liter 0,0234 basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd 0,0352 op Net Calorific Value).
Aardgas
0,0319
GJ/Nm3
Bron: 2009 U.S. Energy Information Administration
Propaan
0,0237
GJ/liter
Bron: Perry’s Chemical Engineering Handbook (NCV), herberekend m.b.v. de ideale gaswet en aanname van 3,8 liter per Nm3