29
TBI Infra B.V. Landdrostlaan 49 7327 GM Apeldoorn Postbus 20175 7302 HD Apeldoorn Telefoon 055 - 538 22 22 Fax 055 - 538 22 44
Voorgangsrapportage TBI Infra 2011 Energie- en emissiereductie
Datum opgesteld maart 2012 Datum gewijzigd 11 juni 2012 Referentie 1203-2876 Project 00064 Duurzaamheid Status Definitief Blad 1 van 29 5
Auteur(s)
de heer S. Harms de heer R. Riggelink mevrouw Y. Peperkamp de heer P.H. van der Eerden
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
2 van 29
Referentie
1203-2876
Versiebeheer Versie
Datum
Status
Omschrijving
0.5
03-04-2012
Concept
Intern
1.0
11-06-2012
Definitief
Definitief
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
3 van 29
Referentie
1203-2876
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.4
Inleiding Over TBI Infra De CO2-Prestatieladder Organisatie grenzen Operationele afbakening
4 4 4 5 5
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Bedrijfsinformatie Mobilis Voorbij Funderingstechniek Voorbij Betonsystemen Voorbij Spantechniek Voorbij Prefab Beton
6 6 7 7 7 7
3 3.1 3.2 3.3
Ontwikkeling Carbon Footprint Uitstoot 2011 Trendanalyse Voortgang reductiebeleid
8 8 10 11
4 4.1 4.2 4.3
Ontwikkeling energieverbruik Energieverbruik 2011 Trendanalyse Voortgang reductiebeleid
12 12 13 14
5 5.1 5.2
Invloedsfactoren Projecten Klimaat
15 15 16
6 6.1 6.2
Ketenanalyse Uitstoot Voortgang reductiebeleid
17 17 17
7 7.1 7.2 7.3 7.4
Voortgang reductiemaatregelen Mobilis Voorbij Funderingstechniek Voorbij Prefab Beton Voorbij Betonsystemen
20 20 23 25 25
8
Samenvatting
27
Bijlage A: Calorische waarden
28
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
4 van 29
Referentie
1203-2876
1 Inleiding Voor u ligt de eerste gezamenlijke voortgangsrapportage van TBI Infra over haar activiteiten om klimaat bewuster te gaan ondernemen. In deze rapportage staan de activiteiten en resultaten over heel 2011 beschreven. Vanaf dit jaar publiceert TBI Infra ieder halfjaar gezamenlijk een rapportage aangaande haar CO2-uitstoot en energieverbruik. Daarnaast wordt beschreven welke reductiemaatregelen zijn uitgevoerd en waardoor de uitstoot in het eerste halfjaar van 2011 beïnvloed is. Tot slot wordt geanalyseerd in hoeverre TBI Infra geslaagd is in het realiseren van haar reductiedoelstellingen. 1.1 Over TBI Infra TBI Infra is onderdeel van TBI Holdings BV en bestond in 2011 uit de volgende ondernemingen: • • • • •
Mobilis B.V. Voorbij Funderingstechniek Voorbij Prefab Beton Voorbij Betonsystemen Voorbij Spantechniek
De ondernemingen binnen TBI gaan vanuit hun maatschappelijke betrokkenheid bewust om met het leefmilieu en grondstofgebruik. Grondstoffen en energiebronnen zijn eindig en moeten spaarzaam en bedachtzaam gebruikt worden. TBI Infra ziet duurzaam bouwen als het beperken van gezondheids- en milieuschade in alle fasen van een bouwwerk. Vanaf de winning van de grondstof, via het ontwerp, productie van elementen, de bouw van een object en het gebruik, tot en met de sloop van het bouwwerk. Duurzaamheid maakt deel uit van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). 1.2 De CO2-Prestatieladder De CO2-Prestatieladder is een instrument om bedrijven die deelnemen aan aanbestedingen te stimuleren tot CO2bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de uitvoering van projecten. Het gaat daarbij met name om energiebesparing, het efficiënt gebruik maken van materialen en het gebruik van duurzame energie. In mei 2011 heeft TBI Infra, na haar inspanning om minder energie te verbruiken en haar Carbon Footprint (CO2-voetafdruk) te reduceren, zich gecertificeerd op niveau vijf van de CO2-Prestatieladder (versie 1.2). Hierdoor is TBI Infra ten tijde van het opstellen van dit document in het bezit van het hoogste CO2-bewust certificaat. Wijziging conversiefactoren: Medio 2011 zijn nieuwe conversiefactoren voor de CO2-Prestatieladder geïntroduceerd door stichting SKAO. De uitstoot voor 2009 en 2010 is daarom herberekend met de gewijzigde conversiefactoren. Alle in dit document genoemde uitstootcijfers zijn berekend op basis van de nieuwe conversiefactoren.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
5 van 29
Referentie
1203-2876
1.3 Organisatie grenzen De organisatorische grens (organizational boundary) van TBI Infra is over 2011 ongewijzigd gebleven ten opzichte van de voorgaande jaren en het basisjaar 2009. De organisatorische grens van TBI Infra bestaat uit de volgende bedrijven. • • • • •
Mobilis Voorbij Funderingstechniek Voorbij Betonsystemen Voorbij Spantechniek Voorbij Prefab Beton
De gegevens in deze voortgangsrapportage hebben betrekking op TBI Infra. Alle bovenstaande bedrijven rapporteren ook zelfstandig via hun website. 1.4 Operationele afbakening Voor de operationele afbakening hanteert TBI Infra de indeling van de CO2-Prestatieladder. Hierin wordt onderscheid gemaakt tussen drie scopes: • Scope 1 of directe uitstoot: dit is uitstoot door de eigen organisatie, zoals uitstoot door eigen gas gebruik (bijv. gas boilers, warmtekrachtinstallaties en ovens) en uitstoot door het eigen wagenpark. • Scope 2 of indirecte uitstoot: dit is uitstoot die ontstaat door de opwekking van elektriciteit die de organisatie gebruikt, zoals uitstoot door centrales die deze elektriciteit leveren. Stichting SKAO rekent “Business air Travel” en “Personal Cars for business travel ” tot scope 2. • Scope 3 of overige indirecte uitstoot: Dit is uitstoot als gevolg van de activiteiten van het bedrijf (de organisatie) maar komen voort uit bronnen die geen eigendom van het bedrijf zijn noch beheerd worden door het bedrijf.
Figuur 1: operationele grensen volgens de CO2-Prestatieladder.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
6 van 29
Referentie
1203-2876
2 Bedrijfsinformatie 2.1 Mobilis Een dynamisch bedrijf dat met zijn infrastructurele oplossingen verkeer, industrie en water in beweging brengt. Als civiele aannemer biedt Mobilis vanuit een sterke maatschappelijke betrokkenheid oplossingen voor vraagstukken op het gebied van infrastructuur, water en industrie. Hierbij staat centraal het aangaan van een duurzame en transparante relatie met opdrachtgevers en samenwerkende partijen. Onze kernwaarden zijn: constructief, coöperatief, creatief en competitief. Onze missie: in ons vakgebied onderscheidend zijn. Om die missie te volbrengen staat de mens en zijn kennis centraal. Mobilis is een onderdeel van TBI Infra en als zelfstandige onderneming gespecialiseerd in het aannemen en uitvoeren van projecten in de civiele bouw in geheel Nederland. Een bedrijf met een rijke historie, dat midden in de hedendaagse bouwwereld staat. 2.1.1
Nederland in beweging
Goede doorstroming van het verkeer en vervoer is de economische motor van Nederland. Voor Mobilis is het een uitdagende taak om haar kunstwerken zo te ontwerpen en uit te voeren, dat deze doorstroming optimaal gerealiseerd wordt in zowel de uitvoeringsfase als de gebruiksfase. Naast de technische betrouwbaarheid hebben wij de verantwoordelijkheid om de inpasbaarheid in de omgeving en de duurzaamheid van product en proces te waarborgen. Zo leveren wij een meerwaarde in de infrastructuur van wegen, water en rail. 2.1.2
Water in beweging
Water is kostbaar. Zonder schoon water is er op onze aarde geen leven mogelijk. In de zuivering van water heeft Mobilis jarenlange ervaring met haar kennis in de bouw van zuiveringsinstallaties van zowel drinkwater als vuilwater. Naast de zuiveringsinstallaties behoort ook de bouw van gemalen, pompstations en slakkenhuizen tot onze expertise. Voor onze opdrachtgevers, publiek en privaat, ontwikkelen wij samen met onze TBI-techniekbedrijven en aanverwante partners integrale en duurzame oplossingen. Omdat onze projectaanpak multidisciplinair is, kunnen waterschappen, nutsbedrijven en industrieën op ons rekenen als het gaat om het afleveren van een glashelder totaalproduct 2.1.3
Fundament voor industrie
De industrie met haar hoog specialistische processen moet kunnen vertrouwen op een sterk, betrouwbaar en onderhoudsvrij fundament. Onze knowhow zetten wij in bij de bouw van zware betonconstructies als energiecentrales, schakelstations en bijzondere funderingen. Bij deze projecten gaan wij bij voorkeur met complementaire partijen een duurzame samenwerking aan. Met als doel een optimaal resultaat tussen investering, onderhoud en functionaliteit.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
7 van 29
Referentie
1203-2876
2.2 Voorbij Funderingstechniek Voorbij Funderingstechniek is gespecialiseerd in het uitvoeren van alle voorkomende funderingswerkzaamheden. Daarmee is zij toonaangevend als het gaat om het leveren van draagvermogen voor infrastructuur-, woning-, en utiliteitsbouwtoepassingen. Haar in staal uitgevoerde grond- en waterkerende constructies vinden hun toepassingen bij de aanleg van bouwputten, parkeerkelders, kademuren en kofferdamconstructies. Voor de uitvoering vanaf water beschikt ze over eigen drijvend materieel. Voorbij Funderingstechniek heeft tientallen jaren ervaring op het gebied van grondmechanica en de uitvoering van funderingstechnieken. Technisch en economisch wordt in overleg met de opdrachtgever gezocht naar de optimale funderingsoplossing. Vanuit die samenwerking ontstaan creatieve en innovatieve oplossingen. 2.3 Voorbij Betonsystemen Voorbij Betonsystemen fungeert als subcontractor en stemt de verschillende onderdelen van het ruwbouwproces optimaal op elkaar af. Of het nu gaat om de ruwbouw van bedrijfspanden en kantoren, betonwerk voor unieke bouwprojecten, prefab skeletbouw voor omvangrijke nieuwbouwprojecten of complete vloer- of kelderconstructies. Voorbij Betonsystemen zorgt voor een efficiënte planning, een perfecte uitvoering en vaak ook voor verrassende alternatieven. Door in een vroeg stadium te participeren in het overleg tussen opdrachtgever, architect en constructeur of hoofdaannemer, stroomlijnt Voorbij Betonsystemen het complete bouwproces òf een deel hiervan. Voorbij Betonsystemen is als zelfstandige onderneming gespecialiseerd in het aannemen en uitvoeren van projecten in bouwend Nederland. 2.4 Voorbij Spantechniek Voorbij Spantechniek is als zelfstandige onderneming gespecialiseerd in het uitvoeren van voorgespannen constructies. Voorbij Spantechniek is qua administratie een aparte BV, maar de bedrijfsvoering en dergelijke valt onder Voorbij Betonsystemen. Door Voorbij Spantechniek wordt gebruik gemaakt van de personeelsleden van Voorbij Betonsystemen welke reeds daar ook kantoor houden. Alle uitstoot gerelateerde onderdelen worden meegenomen door Voorbij Betonsystemen. Hierdoor hoeft Voorbij Spantechniek niet apart onderzocht te worden. 2.5 Voorbij Prefab Beton Voorbij Prefab Beton neemt al jaren een vooraanstaande positie in, in de toelevering van prefab betonelementen voor de utiliteitsbouw, infrastructuur en industriële sector in binnen- en buitenland. De opgebouwde kennis, gecombineerd met vernieuwingsdrang zorgt ervoor dat een sterke concurrentiepositie wordt behouden. Standaardproducten zorgen voor een stevige basis, terwijl voor speciale projecten interessante alternatieven kunnen worden geboden. De moderne productie-, laboratorium-, controle- en ontwikkelingsfaciliteiten op locatie Amsterdam staan garant voor telkens het allerbeste product, tot stand gekomen volgens de nieuwste technieken.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
8 van 29
Referentie
1203-2876
3 Ontwikkeling Carbon Footprint TBI Infra inventariseert haar energieverbruik halfjaarlijks en rapporteert deze in haar carbon footprint. Een carbon footprint is de figuurlijke voetafdruk die een bedrijf achterlaat door de uitstoot van CO2 en andere broeikasgassen tijdens bedrijfsprocessen. Deze inventarisatie heeft betrekking op de zogenaamde scope 1 (directe) en 2 (indirecte) uitstootbronnen, dit is uitstoot door activiteiten die TBI Infra zelf uitvoert. 3.1 Uitstoot 2011 De totale CO2-uitstoot van TBI Infra in 2011 was 6.229 ton. De bijdrage van elk bedrijf is schematisch weergegeven in de volgende figuur. Met name Voorbij Funderingstechniek en Mobilis hebben een belangrijk aandeel in de totale uitstoot.
Figuur 2: CO2-uitstoot over 2011 verdeeld naar aandeel bedrijf
De uitstoot werd voor het grootste deel veroorzaakt door projecten van Mobilis en Voorbij Funderingstechniek. Ook transport, zowel personen als goederen, is verantwoordelijk voor een aanzienlijk aandeel in de totale CO2-uitstoot. De uitstoot door vestigingen is voor een groot deel toe te rekenen aan de betonfabriek van Voorbij Prefab Beton in Amsterdam. De verdeling is weergegeven in de volgende figuur.
Figuur 3: CO2-uitstoot over 2011 naar locatie.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
9 van 29
Referentie
1203-2876
Door het inkopen van groene windenergie is de CO2-uitstoot door het verbruik van elektriciteit in 2011 sterk afgenomen in vergelijking met voorgaande jaren (zie trendanalyse). De meeste uitstoot wordt veroorzaakt door brandstofverbruik en het bedrijfswagenpark (hier vallen ook de leaseauto’s onder). Brandstofverbruik vindt voornamelijk op de projecten plaats door de diverse funderingsmachines van Voorbij Funderingstechniek en de door Mobilis ingezette aggregaten. In de onderstaande figuren is grafisch weergegeven hoe en waar de uitstoot tot stand is gekomen.
Scope 1 ‐ Brandstofverbruik 5% 2% 3% 0% Scope 1 ‐ Bedrijfswagens en leaseauto's 27%
Scope 2 ‐ Ingekochte elektriciteit 63%
Scope 2 ‐ Ingekochte stadsverwarming Scope 2 ‐ Priveauto's Scope 2 ‐ Vliegverkeer
Figuur 4: CO2-uitstoot over 2011 naar bron.
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de absolute CO2-uitstoot naar bron en onderneming. Zoals eerder vermeld wordt de meeste CO2-uitstoot veroorzaakt door VFT en Mobilis. Met name de uitstoot brandstofverbruik door VFT valt hierbij op.
Figuur 5: CO2-uitstoot over 2011 naar onderneming en bron.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
10 van 29
Referentie
1203-2876
3.2 Trendanalyse In de trendanalyse kijkt TBI Infra naar de ontwikkeling van haar carbon footprint over meerdere jaren. Hierbij geldt 2009 als basis- of referentiejaar. Met een uitstoot van circa 6.189 ton in 2011 is er een aanzienlijke daling van de absolute CO2uitstoot zichtbaar ten opzichte van het basisjaar 2009. De totale reductie van de absolute uitstoot bedraagt 25%. Dit is zichtbaar in de onderstaande figuur.
Figuur 6: ontwikkeling totale CO2-uitstoot sinds 2009 naar onderneming.
De daling is voornamelijk te danken aan de overstap op windenergie, verduurzaming van het wagenpark en veranderende projectomstandigheden. Met name de overstap naar windenergie is duidelijk zichtbaar in de onderstaande figuur.
Figuur 7: ontwikkeling van de CO2-uitstoot sinds 2009 naar bron.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
11 van 29
Referentie
1203-2876
3.3 Voortgang reductiebeleid De ondernemingen van TBI Infra hebben allen een individueel reductiedoel bepaald en zijn individueel verantwoordelijk voor het behalen van de gestelde doelen. Om de CO2-prestatie inzichtelijk te maken wordt er gerapporteerd aan de hand van ‘emissie-indicatoren‘. Hierin wordt de totale uitstoot gerelateerd aan andere bedrijfsgegevens, bijvoorbeeld omzet en productie uren. In de onderstaande tabel zijn de individuele doelen weergegeven. Tabel 1: Rerductiedoelstellingen.
Bedrijf
Basisjaar
Doeljaar
Mobilis
2009
2015
Doelstelling -30%
Bedrijfsomzet
Relatief aan
-47,40%
VPB
2009
2012
-40%
Aantal m3 beton
-42,96%
VFT
2009
2013
-9%
VBS
2009
2012
-20%
Productie uren Aantal fte
Behaald 2011
-8,65% -31,96%
In de onderstaande figuur zijn het verloop van de doelstellingen en de behaalde resultaten grafisch weergegeven. Te zien is dat in 2011 alle TBI Infra ondernemingen de vooraf vastgestelde reductiedoelstellingen hebben behaald.
Figuur 8: ontwikkeling realitieve CO2-uitstoot (blauwe lijn) ten opzichte van de doelstelling (rode lijn).
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
12 van 29
Referentie
1203-2876
4 Ontwikkeling energieverbruik Van elektriciteit, aardgas, stadverwarming en alle brandstoffen zijn de specifieke calorische waarden bekend, waardoor al het totale energieverbruik omgerekend kan worden tot één totale calorische waarde. Deze waarde gebruikt TBI Infra om haar energieverbruik inzichtelijk te maken. In bijlage A is een tabel opgenomen met een overzicht van de gehanteerde calorische waarden en dichtheden van de gebruikte energiebronnen en brandstoffen. 4.1 Energieverbruik 2011 Het totale energieverbruik van TBI Infra over 2011 was 86.809 GJ. Onderstaande figuur geeft inzage in de totstandkoming van het totale energieverbruik naar onderneming. Hier valt op dat met name VFT en Mobilis een groot aandeel in het energieverbruik hebben. VBS heeft slechts een klein aandeel.
3% 32% Mobilis VPB VFT
50%
VBS 15%
Figuur 9: energieverbruik over 2011 verdeelt naar aandeel bedrijf.
In de volgende figuur is het energieverbruik naar bron zichtbaar. Er is duidelijk te zien dat het meeste energieverbruik heeft plaatsgevonden door het verbruik van brandstoffen en door transportmiddelen.
0%5%
Scope 1 ‐ Brandstofverbruik
2%
Scope 1 ‐ Bedrijfswagens en leaseauto's
15%
Scope 2 ‐ Ingekochte elektriciteit 57% 21%
Scope 2 ‐ Ingekochte stadsverwarming Scope 2 ‐ Priveauto's Scope 2 ‐ Vliegverkeer
Figuur 10: energieverbruik over 2011 verdeeld naar bron.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
13 van 29
Referentie
1203-2876
4.2 Trendanalyse In de trendanalyse wordt gekeken naar de ontwikkeling van het energieverbruik. Hierbij dient 2009 als basis- of referentiejaar. In de volgende figuur is de ontwikkeling van het energieverbruik weergegeven. Het totale energieverbruik in 2011 was hoger dan in de voorgaande jaren. Er is met name een stijging van het absolute energieverbruik bij VFT zichtbaar.
90.000 80.000 70.000 60.000
VBS
50.000
VFT
40.000
VPB
30.000
Mobilis
20.000 10.000 0 2009
2010
2011
Figuur 11: ontwikkeling van het energieverbruik sinds 2009 naar onderneming.
In de onderstaande figuur is het energieverbruik naar bron weergegeven. Hier valt op dat in vergelijking met voorgaande jaren het vliegverkeer sterk is toegenomen. De overige bronnen zijn qua aandeel min of meer gelijk gebleven.
Scope 2 ‐ Vliegverkeer
100% 90%
Scope 2 ‐ Priveauto's
80% 70%
Scope 2 ‐ Ingekochte stadsverwarming
60% 50%
Scope 2 ‐ Ingekochte elektriciteit
40% 30%
Scope 1 ‐ Bedrijfswagens en leaseauto's
20% 10% 0% 2009
2010
2011
Figuur 12: ontwikkeling van het energieverbruik sinds 2009 naar bron.
Scope 1 ‐ Brandstofverbruik
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
14 van 29
Referentie
1203-2876
4.3 Voortgang reductiebeleid De ondernemingen van TBI Infra streven allen naar het verminderen van het relatieve energieverbruik met 2% per jaar en zijn individueel verantwoordelijk voor het behalen van de gestelde doelen. Om de energieprestatie inzichtelijk te maken wordt er gerapporteerd aan de hand van ‘energieprestatie’ indicatoren. Hierin wordt het totale energieverbruik gerelateerd aan andere bedrijfsgegevens, bijvoorbeeld omzet en productie uren. In de onderstaande figuren is de energieprestatie van de TBI Infra ondernemingen inzichtelijk gemaakt. VBS
Mobilis 200 GJ per FTE
GJ per mln € omzet
250
150 100 50 0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
72,0 70,0 68,0 66,0 64,0 62,0 60,0 58,0 56,0 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
VPB
0,290
0,260
0,280
0,250
0,270 0,260 0,250 0,240 0,230 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
GJ per m3 beton
GJ per productieuur
VFT
0,240 0,230 0,220 0,210 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Figuur 13: Grafische weergave energie-efficiëntie.
In de figuren is het verloop van de doelstellingen grafisch weergegeven. Te zien is dat in 2011 op VFT na, de ondernemingen de vooraf vastgestelde reductiedoelstellingen hebben behaald.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
15 van 29
Referentie
1203-2876
5 Invloedsfactoren In dit hoofdstuk worden de invloedsfactoren op het energieverbruik en de CO2uitstoot van het eerste halfjaar van 2011 beschreven. De volgende invloedsfactoren worden achtereenvolgens beschreven: projecten, klimaat, omzet, wagenpark en reductiemaatregelen. 5.1 Projecten Projecten hebben een vaststaande doorlooptijd waarin werkzaamheden uitgevoerd worden. Kijkend naar het aantal gelijktijdig lopende projecten is te zien dat het aantal afneemt en de gemiddelde omvang toeneemt. De aard van de projecten en de werkzaamheden variëren in tijd wat invloed heeft op de CO2-uitstoot. Belangrijke veranderingen die invloed hebben gehad op het energieverbruik en de carbon footprint zijn: • Door het toenemende aantal onderaannemers was het voor de EON niet meer mogelijk om het elektriciteitsverbruik op de bouw te koppelen aan de diverse onderaannemers. EON neemt daarom het elektriciteitsverbruik voor haar rekening, waar dit in 2009 niet het geval was. Dit heeft als gevolg dat het verbruik niet meer aangemerkt wordt als scope 2 en daarmee vervalt. Hierdoor is de uitstoot van Mobilis gedaald. • Het project Sluiskiltunnel is in het eerste halfjaar van 2011 opgestart. Er zijn nauwelijks/geen bouwwerkzaamheden uitgevoerd terwijl er wel een behoorlijke omzet gedraaid is voor ontwerpwerkzaamheden. • Het aantal IGGP werken van Voorbij Funderingstechniek is in 2011 enorm toegenomen t.o.v. 2009. (Stijging projecturen IGGP = 132%). Het installeren van in de grond gevormde palen (IGGP) kost relatief meer energie dan andere paalsystemen. Ook het aantal staalwerken (damwand, hulpconstructies etc.) is toegenomen. (Stijging projecturen damwand = 47%). Meer staalwerken resulteert in meer laswerk binnen de technische dienst. Het totaal aantal uren is toegenomen met 13,5%. • In 2011 is er een project op het Russische eiland Sachalin uitgevoerd. Ten behoeve van dit project zijn er meer vliegkilometers gemaakt t.o.v. voorgaande jaren. Dit heeft invloed op de uitstoot door transport.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
16 van 29
Referentie
1203-2876
5.2 Klimaat De winterse perioden in 2011 waren vrij koud. Dit is terug te vinden in het energieverbruik voor verwarming van kantoren en keten. Normaal
2011
Januari
3,1
-0,5
Februari
3,3
1,6
Maart
6,2
6,4
April
9,2 13,1
9,7 10,5
Juli
15,6 17,9
16,4 19,9
Augustus
17,5
16,8
September
14,5
13,6
Oktober November
10,7 6,7
10,4 5,8
December
3,7
-1,1
Mei Juni
Figuur 14: Overzicht gemiddelde maandtemperaturen, Bron: KNMI. http://www.weerstatistieken.nl/2011/
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
17 van 29
Referentie
1203-2876
6 Ketenanalyse Voor het in kaart brengen van de scope 3 CO2-emissie zijn twee ketenanalyses uitgevoerd door TBI Infra. De eerste analyse bracht in kaart hoeveel CO2 vrijkwam door de productie en aanvoer van grondstoffen voor beton. De tweede analyse bracht in kaart hoeveel CO2 vrijkwam door transport van betonproducten. Voor zowel analyse 1 als analyse 2 wil TBI Infra in de periode tot eind 2015 gaan streven naar een jaarlijkse reductie van 1% ten opzichte van het basisjaar 2009 en gemeten door de emissie indicatoren 1 en 2 (zie hieronder). De totale reductie in 2015 bedraagt hierdoor 6,0%. 6.1 Uitstoot Hieronder zijn de resultaten van 2009 (basisjaar) en 2011 1 weergegeven. Analyse 1. Grondstoffen productie beton 2. Transport betonproducten TOTALEN:
Emissie 2009
Emissie 2011
26.682 t CO2
23.758 t CO2
2.099 t CO2
1.490 t CO2
28.781 t CO2
24.996 t CO2
Figuur 15: Absolute scope 3 emissie.
Uit beide analyses blijkt dat de absolute uitstoot is gedaald. 6.2 Voortgang reductiebeleid Om de reductie inzichtelijk te maken heeft TBI Infra twee indicatoren opgesteld om de voortgang te meten en rekening te houden met geproduceerde hoeveelheden. Deze twee indicatoren kunnen als volgt berekend worden: • Indicator 1 “Ketenemissie grondstoffen productie beton” [kg CO2/m3] = Totale emissie grondstoffen beton [kg CO2] / Volume productie beton [m3] • Indicator 2 “Ketenemissie transport betonproducten” [kg CO2/t] = Totale emissie transport betonproducten [kg CO2] / Gewicht producten [t] Zie de resultaten hieronder. Waarden ketenemissie.
Jaar
Emissie
Emissie
Volume
Analyse 1 [t]
Analyse 2 [t]
Beton [m ]
Gewicht 3
Producten [t]
2009
26.682
1.970
47.000*
2010
29.599
1.544
56.512
149.851
2011
23.758
1.490
54.747
121.661
2012 2013 2014 2015 * Schatting op basis van de CO2-emissie van de ingekochte grondstoffen uit analyse 1.
167.916
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
18 van 29
Referentie
1203-2876
De volgende tabel geeft een overzicht van de berekende waarden voor de indicatoren, de doelstelling waar TBI Infra naar streeft en de behaalde resultaten. Tabel 2: indicatoren ketenemissies
Jaar
Indicator 1
Doel
Indicator 2
Doel
2009
567,68
567,68
0%
12.50
11,73
0%
2010
523,77
562,00
-1%
10,76
12,38
-1%
2011
433,97
556,33
-2%
12,25
12,25
-2%
2012
550,65
-3%
12,13
-3%
2013
544,97
-4%
12,00
-4%
2014
539,30
-5%
11,88
-5%
2015
533,62
-6%
11,75
-6%
Figuur 16: Indicatoren ketenemissie.
In de onderstaande figuren is de tabel grafisch weergegeven. Figuur 17: grafisch verloop emissie indicatoren
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
19 van 29
Referentie
1203-2876
Uit de grafieken blijkt dat de CO2-emissie door de productie van beton (indicator 1) is gedaald t.o.v. 2009. Zo ook de emissie door transport van betonproducten (indicator 2). Indicator 1 laat een daling zien van 23,6% en indicator 2 laat een verlaging zien van 2,0%. De verlaging van de uitstoot door winning en aanvoer van grondstoffen komt met name, doordat er in verhouding tot 2009 minder portlandcement is gebruikt ten opzichte van hoogovencement. Daarnaast is er significant minder wapening gebruikt en zijn de transportkilometers afgenomen. De afname in emissie door transport van betonproducten in 2011 komt net als in 2010 met name door de afname van het aantal geleverde prefab palen (-14%). De markt schuift namelijk steeds meer op naar stillere en trillingsvrije funderingsmethoden. Voor de overige betonproducten is het beeld gemêleerd. Over het algemeen kan worden gesteld dat er meer projecten worden uitgevoerd die dichter bij de locatie van de fabriek zijn, dan in het verleden. Dit zorgt voor een reductie van het aantal kilometers ten opzichte van het stijgende aantal elementen. Om verdere reductie te kunnen realiseren is het belangrijk om met de ketenpartners in gesprek te blijven om samen reductiemogelijkheden te bespreken en elkaar te ondersteunen bij een CO2-verlaging in de keten.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
20 van 29
Referentie
1203-2876
7 Voortgang reductiemaatregelen TBI Infra werkt aan het structureel verlagen van haar energieverbruik en CO2uitstoot. Om dit te bereiken hebben de ondernemingen reductiedoelstellingen bepaald en worden reductiemaatregelen geïmplementeerd om deze doelstellingen te bereiken. In dit hoofdstuk wordt gerapporteerd over de voortgang van de reductiemaatregelen. 7.1 Mobilis Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2 uitstoot (-30% in 2015 gerelateerd aan de omzet) te behalen, implementeert Mobilis diverse maatregelen in haar organisatie. In 2011 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht. 7.1.1
Energie bewustzijn personeel vergroten
Mobilis wil het bewustzijn van haar werknemers vergroten. Dit wordt onder meer gedaan door het houden van Greenbox bijeenkomsten en het verspreiden van flyers en stickers. De hieruit gerealiseerde besparing is niet hard te meten, maar het is wel voelbaar dat het onderwerp CO2-uitstoot reductie leeft onder de werknemers. 7.1.2
Licht uit campagne
LICHT UIT! LIGHTS OFF PLEASE!
7.1.3
Medio 2011 heeft Mobilis campagne gevoerd om ongebruikte verlichting uit te doen. In het personeelsblad is hier middels een artikel aandacht aan besteed en iedere medewerker heeft een set van 4 stickers ontvangen, om deze op zijn of haar werkplek op de lichtschakelaar te plaatsen. Daarnaast is er een schrijven verzonden naar alle projectleiders en uitvoerders op de projecten van Mobilis, om daar tevens aandacht te schenken aan de verlichting en de stickers op de lichtschakelaars te plaatsen.
Duurzaam leasewagenpark
Mobilis wil haar wagenpark verduurzamen. Behalve de financiële leasenorm worden de werknemers per januari 2011 ook gehouden aan een CO2-norm. Hiermee stapt Mobilis af van het eerder vastgestelde beleid om alleen nog maar energielabel categorie A en B auto’s te leasen. Per leaseklasse geldt een maximaal toelaatbare CO2-uitstoot uitgedrukt in gram per km. Indien de werknemer een auto uitkiest die 5% minder uitstoot dan de CO2norm, dan wordt de leasenorm met 5% verhoogd. Kiest de werknemer voor een auto die 5% meer uitstoot dan geldt een eigen bijdrage van 5% van de leasenorm. Hiermee wordt het leasen van energiezuinige auto’s door werknemers nog verder gestimuleerd. Tabel 3: overzicht CO2-norm Mobilis per januari 2012.
Klasse A1 B1 C1 D1 E1
CO2-norm uitstoot [gram/km] 100 110 120 130 140
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
21 van 29
Referentie
1203-2876
De opbouw van het leasewagenpark van Mobilis over de afgelopen jaren is weergegeven in de volgende figuur. 100% 90%
E
80%
D C
70%
B
60%
A
50% 40% 30% 20% 10% 0% 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Figuur 18: opbouw leasewagenpark Mobilis. 7.1.4
Aanpassen sta-rij-regeling
In 2011 heeft Mobilis in navolging van het leasereglement de CO2-norm voorwaarden in haar sta-rij-regeling opgenomen. Door middel van deze regeling kunnen werknemers een privéauto zakelijk rijden. Met ingang van 1 januari 2015 moet iedereen die gebruik maakt van de sta-rij-regeling voldoen aan de dan geldende CO2-norm voor de categorie. Deze wordt jaarlijks geëvalueerd. 7.1.5
Shell FuelSave brandstoffen
In 2011 is TBI overgestapt op Shell FuelSave benzine en diesel. De samenstelling van Shell FuelSave is speciaal ontwikkeld om een lager brandstofverbruik te realiseren door gebruik te maken van toevoegingen. Deze componenten verbeteren het rendement van de verbranding waardoor een brandstofbesparing kan worden gerealiseerd. 7.1.6
Inkopen groene stroom
In 2011 is Mobilis overgestapt op windenergie van Essent (Windkracht220). Deze duurzaam opgewekte stroom reduceert de CO2-uitstoot per verbruikte kWh van circa 455 gram CO2 (grijze stroom uit 2010) naar 15 gram CO2. Een reductie van 96,7% op CO2-uitstoot door elektriciteitsverbruik. In totaal heeft Mobilis voor 1.500.000 kWh aan groencertificaten besteld. 7.1.7
Het nieuwe werken
Het Nieuwe Werken is een andere manier van werken en samenwerken, ondersteund door de laatste technologie. In het Nieuwe Werken gaan mensen en organisaties flexibeler om met arbeidstijd en werkomgeving. Hierdoor kan een organisatie groener en (kosten)efficiënter opereren. Minder reistijd, minder kantoorruimte, en digitale processen in plaats van papieren. Door meer digitaal te werken en de communicatie makkelijker te maken daalt het energieverbruik en de noodzakelijke transportkilometers. In 2011 is bij TBI onder meer Microsoft Office Communicator en Microsoft Live Meeting geïnstalleerd. Daarnaast zijn plekken voor videoconferencing opgezet.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
22 van 29
Referentie
1203-2876
7.1.8
Duurzame kantoorverlichting
Op veel kantoren en in bouwketen op projecten wordt nog vaak gebruik gemaakt van verouderde verlichting. Met name de vaak toegepaste TL8 verlichting is al lang opgevolgd door de nieuwere TL5 of LED-TL. Mobilis heeft in 2011 een onderzoek opgestart om duurzamere kantoor en keetverlichting verlichting op haar vestigingen en in haar bouwketen op projecten te introduceren. Inmiddels zijn er diverse testen met LED-TL uitgevoerd. Op de onderstaande afbeeldingen is een test te zien met LED-TL welke een energiebesparing van circa 60% oplevert. In 2012 zal kantoor Apeldoorn in zijn geheel overstappen op duurzame LED verlichting.
Figuur 19: LED-TL pilot kantoor Mobilis in Apeldoorn. Links met de ‘oude’ verlichting en rechts de nieuw LED-TL. 7.1.9
Duurzame bouwplaats verlichting
Op bouwplaatsen wordt nog gebruik gemaakt van verouderde halogeen bouwverlichting. Zo is er reeds langer een goed alternatief in de vorm van gasontladingslampen beschikbaar (HQI-T). Mobilis heeft in 2011 een onderzoek naar duurzamere verlichting op projecten gedaan. Een 400W halogeenbouwlamp bijvoorbeeld kan zonder verlies aan lichtopbrengst eenvoudig vervangen worden door een 150W gasontladingslamp of een 80W LED bouwlamp. In 2012 wil Mobilis alle halogeenverlichting op haar eigen werken vervangen door een duurzamer alternatief.
Figuur 20: test met bouwplaatsverlichting, links de 400W halogeen bouwlamp en rechts een 80W LED alternatief. 7.1.10 Het bouwstroomloket
In 2011 is binnen TBI het bouwstroomloket opgericht; Mobilis had zitting in de stuurgroep. Doel van het bouwstroomloket is om voordeliger bouwstroom in te kopen, door een inkoopcollectief te vormen en de ingezette bouwstroom te vergroenen middels Wind220 certificaten van Essent. Op veel projecten van Mobilis worden nog aggregaten ingezet. Mobilis wil waar mogelijk meer gebruik gaan maken van netstroom, omdat dit duidelijk minder milieubelasting oplevert dan het inzetten van aggregaten.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
23 van 29
Referentie
1203-2876
7.1.11 Stimulatie individuele maatregelen
Mobilis hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Mobilis een mailbox geopend (
[email protected]) en een duurzaamheidscoördinator aangesteld. 7.2 Voorbij Funderingstechniek Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2-uitstoot (-9% in 2013 gerelateerd aan de omzet) te behalen implementeert Voorbij Funderingstechniek diverse maatregelen in haar organisatie. In 2011 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht. 7.2.1
Energiebewustzijn personeel vergroten
Door middel van presentaties, bijeenkomsten, toolboxen, intranet en andere middelen wordt het personeel gestimuleerd om zuiniger met energie om te gaan en om zelf met ideeën en tips voor energiebesparing te komen. Doel hiervan is een cultuur te creëren waarin medewerkers zich bewust zijn van het energieverbruik en zich inzetten om het energieverbruik waar mogelijk te verminderen. Hieronder enkele middelen die Voorbij FT heeft ingezet om de CO2-bewustheid te vergroten:
7.2.2
Sociaal / VGM-jaarverslag: CO2-update over 2010 Posters: CO2-update over 2010 Verjaardagscadeau 2011: Het verjaardagscadeau van dit jaar was een oplader op zonne-energie. In het kader van duurzaamheid kregen medewerkers voor hun verjaardag een oplader voor het laden van elektrische apparaten zoals de mobiele telefoons. Kwartaalbijeenkomst mei, juli en november 2011: Met onderwerpen als o Onze nieuwe vrachtwagen met AdBlue. AdBlue zou moeten zorgen voor een schonere verbranding en dus een lager energieverbruik. o Het certificeringstraject op de CO2-prestatieladder en het behalen van niveau 5. De Voorloper (personeelsblad) zomer- en wintereditie: CO2-update over uitstoot 2010, genomen en te nemen maatregelen, het behalen van niveau 5 en het stimuleren van medewerkers om energiebewust te denken en te handelen. Intranet: CO2-sectie op het intranet ge-update. Inkopen groene stroom
Ook Voorbij Funderingstechniek is in 2011 overgestapt op windenergie van Essent (Windkracht220). Deze duurzaam opgewekte stroom reduceert de CO2-uitstoot per verbruikte kWh van circa 455 gram CO2 (grijze stroom uit 2010) naar 15 gram CO2. Een reductie van 96,7% op CO2-uitstoot door elektriciteitsverbruik. 7.2.3
Duurzaam leasewagenparkbeleid invoeren
Sinds mei 2011 nemen Voorbij Funderingstechniek en Voorbij Betonsystemen deel aan het Cleaner Car Contracts-initiatief van Stichting Natuur & Milieu. Daarin hebben zij zich gecommitteerd aan de doelstelling van hun leasemaatschappij Athlon. De doelstelling is om een wagenpark te creëren met een gemiddelde van 120 gram CO2/km (Gold Fleet). VFT en VBS willen samen met Athlon gaan voor deze doelstelling.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
24 van 29
Referentie
1203-2876
Voorbij Funderingstechniek heeft de maximaal toegestane CO2-uitstoot per kilometer bij de aanschaf van nieuwe leasewagens verlaagd van 150 gram CO2/kilometer naar 135 gram CO2/kilometer 7.2.4
Green in motion
Sinds mei 2011 is Voorbij Funderingstechniek eigenaar van een Voorbij-groene Nissan LEAF: een 100% elektrische auto. Met deze auto zijn is ze één van de paar honderd pioniers in Nederland. De auto is binnen werktijden beschikbaar voor iedere werknemer die de weg op moet rondom Amsterdam. Op deze manier wil Voorbij Funderingstechniek bijdragen aan een verkleining van de CO2voetafdruk. 7.2.5
Schonere vrachtauto’s aanschaffen
In mei 2011 is een verouderde vrachtwagen vervangen door een nieuwe die rijdt op diesel met toevoeging van AdBlue. AdBlue moet zorgen voor een schonere verbranding van brandstof, wat uiteindelijk resulteert in een lagere CO2-uitstoot. 7.2.6
Energiezuinig materieel aanschaffen
Het grootste deel van de totale emissie van Voorbij Funderingstechniek komt door brandstofverbruik door materieel op projecten. Door bij nieuwe investeringen materieel aan te schaffen dat voldoet aan de dan geldende Europese emissienormen kan een reductie behaald worden. In juni 2010 is het nieuwe beleid betreffende energiezuinig materieel ingevoerd. In 2011 is de eerste nieuwe kraan toegevoegd aan het machinepark. Het is een Woltman 7528 met een TIER 3 motor. In de tweede helft van 2011 is er nog een kraan bijgekomen die voldoet aan de laagste emissie-eisen. Dit wordt een Woltman 1000 FR met een C9 motor. 7.2.7
Aandachtspunten Voorbij Funderingstechniek
• Efficiency Technische Dienst (TD): Efficiency verwarming TD onderzoeken en verbeteren (evt. door energieleverancier. De directie kijkt ook naar een eigen gas- en elektriciteitsmeter bij de Technische Dienst om het verbruik exact in beeld te krijgen. • Meer inzicht: Er zullen op kantoor per bedrijf tussenmeters worden geplaatst om het exacte verbruik per bedrijf in kaart te brengen. Tevens zal er gekeken worden naar mogelijkheden voor tussenmeters op het terrein. • Bewustzijn personeel: Het energiebewustzijn is nog steeds iets dat moet groeien en meer moet gaan leven. Door steeds verschillende middelen in te zetten wil VFT dit groeiproces bevorderen. • Bezettingsgraad auto’s: Om de emissie door transport omlaag te brengen zou er gekeken kunnen worden naar een efficiëntere inzet van bouwplaatsmedewerkers door de bezettingsgraad per auto te verhogen. 7.2.8
Stimulatie individuele maatregelen
Voorbij Funderingstechniek hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Voorbij Funderingstechniek een mailbox geopend (
[email protected]) en een duurzaamheidscoördinator aangesteld.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
25 van 29
Referentie
1203-2876
7.3 Voorbij Prefab Beton Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2-uitstoot (-40% in 2012 gerelateerd aan de geproduceerde hoeveelheid beton) te behalen, implementeert Voorbij Prefab Beton diverse maatregelen in haar organisatie. Naast de door Mobilis beschreven maatregelen waar Voorbij Prefab Beton zich aan conformeert, worden er ook voor Voorbij Prefab Beton specifieke maatregelen genomen. In 2011 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht 7.3.1
Vervangen verouderde transportmiddelen
In 2011 zijn enkele oude interne transportmiddelen vervangen door nieuwe transportmiddelen. Deze nieuwe transportmiddelen voldoen, in tegenstelling tot de oude, aan de huidige normen. Daarnaast zijn deze energiezuiniger. Voor toekomstige vervangende en/of nieuwe interne transportmiddelen wordt rekening gehouden met het energieverbruik en soort brandstof. 7.3.2
Toepassing betongranulaat
Vanuit verschillende kanten wordt Voorbij Prefab Beton benaderd om betongranulaat te gebruiken in beton in plaats van grind. Dit levert een besparing op van de CO2-uitstoot door hergebruik van materialen. In 2011 zijn de eerste proeven met goede resultaten uitgevoerd. Vanaf 2012 zal betongranulaat als duurzaam betonrecept worden toegevoegd aan de portfolio van Voorbij Prefab Beton 7.3.3
Stimulatie individuele maatregelen
Voorbij Prefab Beton hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Voorbij Prefab Beton een duurzaamheidscoördinator aangesteld.
7.4 Voorbij Betonsystemen Om de doelstellingen voor energiereductie (-2% per jaar) en CO2-uitstoot (-20% in 2015 gerelateerd aan de omzet) te behalen implementeert Voorbij Betonsystemen diverse maatregelen in haar organisatie. In 2011 betrof het de maatregelen zoals deze in onderstaande paragrafen zijn toegelicht 7.4.1
Energiebewustzijn personeel vergroten
Voorbij Betonsystemen wil het bewustzijn van haar werknemers vergroten. Dit wordt onder meer gedaan door het houden van bijeenkomsten, aandacht aan het onderwerp besteden in de nieuwsbrieven en door het ophangen van posters. Verder was het verjaardagscadeau van dit jaar een oplader op zonne-energie. In het kader van duurzaamheid kregen medewerkers voor hun verjaardag een oplader voor het laden van elektrische apparaten zoals de mobiele telefoons.. 7.4.2
Green Car Contracts
Sinds mei 2011 nemen Voorbij Funderingstechniek en Voorbij Betonsystemen deel aan het Cleaner Car Contracts-initiatief van Stichting Natuur & Milieu. Daarin hebben zij zich gecommitteerd aan de doelstelling van hun leasemaatschappij Athlon. De doelstelling is om een wagenpark te creëren met een gemiddelde van 120 gram CO2/km (Gold Fleet). VFT en VBS willen samen met Athlon gaan voor deze doelstelling.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
26 van 29
Referentie
1203-2876
7.4.3
Inkopen groene stroom
Ook Voorbij Betonsystemen is overgestapt op windenergie van Essent (Windkracht220). Deze duurzaam opgewekte stroom reduceert de CO2-uitstoot per verbruikte kWh van circa 455 gram CO2 (grijze stroom uit 2010) naar 15 gram CO2. Een reductie van 96,7% op CO2-uitstoot door elektriciteitsverbruik 7.4.4
Stimulatie individuele maatregelen
Voorbij Betonsystemen hecht grote waarde aan individuele bijdragen door haar personeel aan energiereductie en wil dit waar mogelijk stimuleren. Daartoe heeft Voorbij Betonsystemen een mailbox geopend (
[email protected]) en een duurzaamheidscoördinator aangesteld.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
27 van 29
Referentie
1203-2876
8 Samenvatting Gezien de resultaten zoals beschreven in dit document is TBI Infra goed op koers met de reductie van haar energieverbruik en de resulterende CO2-uitstoot. Met name de overstap op windenergie in 2011, de verduurzaming van het wagenpark en de werkzaamheden op de projecten zijn goeddeels verantwoordelijk voor deze daling. De bewustwording onder het personeel is voelbaar en zal zeker blijven bijdragen aan de gewenste energie- en CO2-reductie. De ondernemingen organiseerden afgelopen jaar diverse bijeenkomsten op haar vestigingen en projecten, die bijdroegen aan de algemene bewustwording en die zeer gewaardeerd werden door de werknemers van Mobilis en aanwezige derden. Met de aanvullende maatregelen die in het eerste halfjaar van 2011 geïmplementeerd zijn en die nog uitgevoerd gaan worden in de toekomst, zal TBI Infra nog voor verdere energie- en uitstootreductie zorgen. Energieverbruik op projecten heeft een grillig karakter en is sterk afhankelijk van de werkzaamheden die worden uitgevoerd. In de toekomst is een stijging van het energieverbruik en de resulterende uitstoot niet uit te sluiten waardoor de reductiedoelstelling van minimaal 30% reductie in 2015 voorlopig zo blijft.
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
28 van 29
Referentie
1203-2876
Bijlage A: Calorische waarden
< 700 km A
700 ‐ 2.500 km > 2.500 km Benzine Diesel LPG
B
C
D
E
F
Personenvervoer Personenvervoer vliegtuig Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG 0,0038 GJ / Conversion Factors for Company Reporting. Op reizigerskm basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd 0,0028 0,0019 op Net Calorific Value) Personenvervoer conventionele personenauto 0,0329 0,0359 0,0234 GJ / liter brandstof
Benzine (Klasse < 1,4 ltr)
0,0026
Benzine (Klasse 1,4 ‐ 2,0 ltr)
0,0031
Benzine (Klasse > 2,0 ltr)
0,0044
Benzine (Klasse gemiddeld)
0,0031
Diesel (Klasse < 1,7 ltr) Diesel (Klasse 1,7 ‐2,0 ltr) Diesel (Klasse >2,0 ltr) Diesel (Klasse gemiddeld)
0,0021 0,0022 0,0024 0,0022
GJ / voertuigkm
LPG (Klasse gemiddeld)
0,0027
GJ / voertuigkm
Minibus (max. 9 personen) ‐ Benzine Minibus (max. 9 personen) ‐ Diesel Minibus (max. 9 personen) ‐ LPG
Brandstoftype niet bekend
Middenklasse auto (Toyota Prius, Honda Civic IMA) Hogere klasse auto (Lexus GS450h, Lexus RX400h)
GJ / voertuigkm
Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value)
0,0036 0,0031
GJ / voertuigkm
0,0029
0,0029
GJ / voertuigkm
Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG Conversion Factors for Company Reporting. Op basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd op Net Calorific Value). Hierbij is aangenomen dat 50% diesel en 50% bezine wordt gebruikt.
Personenvervoer hybride auto Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG 0,0026 Conversion Factors for Company Reporting. Op GJ / basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd voertuigkm op Net Calorific Value). 0,0026 Aanname: 50% diesel / 50% benzine
29
Datum opgesteld
Status
5 maart 2012
Definitief
Datum gewijzigd
Blad
11 juni 2012
29 van 29
Referentie
1203-2876
A
B
C
Elektriciteitsverbruik voor andere doeleinden dan vervoer Grijze stroom (2005 en eerder) Grijze stroom (2006) GJ / Grijze stroom (2007 en kiloWattuur 2008) Grijze stroom (2009) 0,0036 Grijze stroom (2010 en later) Windkracht GJ / Waterkracht kiloWattuur Zonne‐energie Elektriciteit uit stortgas Biomassa zie reken‐voorschrift Overige groene stroom GJ / 0,0036 verbruikt tot 1 juli 2011 kiloWattuur
Benzine Diesel LPG Stookolie A
Overige energiedragers voor andere doeleinden dan vervoer 0,0329 Bron: 2011 Guidelines to Defra / DECC's GHG 0,0359 Conversion Factors for Company Reporting. Op GJ / liter 0,0234 basis van berekening kg CO2/GJ factor (gebaseerd 0,0352 op Net Calorific Value).
Aardgas
0,0319
GJ/Nm3
Bron: 2009 U.S. Energy Information Administration
Propaan
0,0237
GJ/liter
Bron: Perry’s Chemical Engineering Handbook (NCV), herberekend m.b.v. de ideale gaswet en aanname van 3,8 liter per Nm3