Visie op verslaving en verslavingszorg Aanbod en werkwijze bij de Ambulante Verslavingszorg Groningen
Mission-statement
4
Inleiding
6
Visie op verslaving
8
Visie op verslavingszorg
10
Aanbod en werkwijze van de AVG
14
Kerntaken van de AVG
16
Literatuurlijst
19
Mission-statement De Ambulante Verslavingszorg Groningen (AVG) is de enige instelling voor ambulante verslavingszorg in de provincie Groningen en richt zich op maatschappelijke integratie van verslaafden. De AVG wil als gespecialiseerde instelling een bijdrage leveren aan het oplossen, stabiliseren of voorkomen van verslavingsproblematiek en aan de vermindering van overlast. De AVG stelt zich op als kenniscentrum, bemiddelaar en uitvoerder van zorg bij verslavingsproblematiek en voert op deze wijze, vaak in samenwerking met andere organisaties, een taak uit in opdracht van Justitie, gemeenten of andere opdrachtgevers. De AVG signaleert trends op het gebied van middelen en middelengebruik en anticipeert tijdig op veranderingen. De AVG is duidelijk over wat zij tot haar taken rekent en vindt het zicht hebben op het ef fect van de zorg- en dienstverlening belangrijk. Zij gaat ef ficiënt om met de middelen. De AVG behandelt haar cliënten met respect. Het personeel van de AVG is deskundig op het gebied van de verslavingszorg en de AVG zal in deze deskundigheid blijvend investeren. Derden kunnen een appèl doen op deze deskundigheid. De beroepshouding van de medewerkers van de AVG wordt alom gewaardeerd en deze medewerkers zijn er trots op bij de AVG te werken. De AVG stelt zich ten doel binnen drie jaar deel uit te maken van één circuit voor verslavingszorg in de provincie Groningen onder één besturingssysteem.
Inleiding De Ambulante Verslavingszorg Groningen (AVG) is een organisatie met een beperkte invloed op de verslavingsproblematiek. Ze richt zich op zorg voor verslaafden, maar is bijvoorbeeld niet in staat om de toevoer van drugs te beïnvloeden of het aanbod van alcohol te beperken. Ook de invloed op de mogelijkheid om te gokken is zeer beperkt. Het maakt dat zij slechts de maatschappelijke gevolgen kan bestrijden, hierover voorlichting geeft en zo goed mogelijk zorg biedt aan de individuele verslaafde.
De AVG voert haar taken in de publieke sector uit. De aard van haar werkzaamheden brengt met zich mee dat zij niet geschikt is als marktorganisatie die haar producten op een markt verkoopt maar zij heeft alle kenmerken van een taakorganisatie. Simon (1992) definieert de taakorganisatie als een organisatie-eenheid die in opdracht van een hiërarchisch hoger orgaan (bij de AVG zijn dat de Gemeente Groningen en Justitie) een bepaalde taak uitvoert ten behoeve van derden. (verslaafden) Hieruit blijkt dat de Gemeenten maar ook Justitie, als opdrachtgevers, invloed kunnen uitoefenen op het beleid van de AVG. Vele Groningse burgers hebben een mening over de verslaafden of verslaafd zijn en willen geen over-
last op straat. Door dit alles wordt verslavingszorg tot een belangrijk politiek onderwerp en dit is er de oorzaak van dat de verslavingszorg met regelmaat in de publieke belangstelling staat. De AVG is daardoor sterk naar buiten gericht. De AVG richt zich bij de zorgverlening op abstinentie en waar dat niet haalbaar is, op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van stabiliteit en autonomie van verslaafden die niet in staat zijn abstinent te worden. Deze beide doelen hebben op individueel niveau directe gevolgen voor de wijze waarop de verslaafde deel kan uitmaken van de maatschappij. In de visie, die nu voor u ligt, gaan wij ervan uit dat meer autonomie en
6
ontwikkeling bij de aanpak van de Top-15 overlastveroorzakers zijn voorlopers van een meer individueel gerichte aanpak. Hierbij wordt intensief samengewerkt met andere organisaties en politie en justitie. De AVG gelooft in deze aanpak. Zij wil als ‘taakorganisatie’ haar deskundigheid op het gebied van verslavingszorg waarmaken door hieraan in de komende jaren een belangrijke bijdrage te leveren.
meer stabiliteit zullen leiden tot een verschuiving in de interactie tussen de verslaafde en de samenleving. Van misbruik en overlast naar actieve en productieve deelname aan onze maatschappij. Niet elke verslaafde zal productief kunnen zijn. Maar een tussenniveau, waarbij de verslaafde op adequatere wijze gebruik kan maken van de noodzakelijke voorzieningen zoals wonen en werk of dagbesteding, is voor een veel groter deel van de verslaafden haalbaar.
Tot slot werkt de AVG met professionals. Deze hebben een grote gevarieerdheid aan ervaring en specialisaties maar ook aan opvattingen. Al deze factoren maken het noodzakelijk de visie van de AVG op verslaving, verslavingszorg en de beschrijving van het aanbod en de werkwijze van de AVG op papier te zetten, zodat een eenduidig beeld naar buiten ontstaat en reële verwachtingen worden gewekt.
De zorgverlening van de AVG is niet vrijblijvend en daarmee is er ook aandacht voor het voorkomen en bestrijden van overlast. Het ingezette Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) beleid, de Stelselmatige Dader Aanpak (SDA) en de
Mede namens bestuur en medewerkers, K.H. Koops directeur
7
Visie op verslaving Bij verslaving zijn geen eenduidige uitspraken te doen over oorzaken, gevolgen en oplossingen. Verslaving heeft een multicausale achtergrond, dat betekent dat zowel biologische, maatschappelijke, psychosociale, als aanbodsfactoren van belang worden geacht. Oorzaak en gevolg zijn bij verslaving vaak vervlochten geraakt. Verslaving is veelal onderdeel van meervoudige problematiek en belemmert dikwijls oplossingen op diverse gebieden.
Door de AVG wordt, in het gebruik van middelen en bij gokken, een aantal stadia onderscheiden, waarbij de afhankelijkheid varieert van ‘niet’ tot ‘volledig’.
Problemen als gevolg van middelengebruik en gokken kunnen zich voordoen in elke fase, maar zijn doorgaans ernstiger in het geval dat er sprake is van problematisch gebruik en/of afhankelijkheid. De hoeveelheid, de frequentie, de verkrijgbaarheid (legaal of illegaal), de aard
Schematisch ziet dat er als volgt uit:
onafhankelijk
kennismaking
experimenteren
sociaalgebruik
problematisch
afhankelijkheid
gebruik
preventie
behandeling
8
van het middel en de wijze van toediening zijn mede bepalend voor de optredende schade en de mate waarin deze blijvend is. De AVG ziet voor zichzelf een taak weggelegd in het continuüm van nog beïnvloedbaar gedrag dat tot verslaving kan leiden tot verslaving als chronische ziekte.
kunnen vanaf de eerste kennismaking met het middel in alle stadia voorkomen. Dit is afhankelijk van de aard van het middel en de wijze van omgang met het middel. Verslaving leidt tot verlies van autonomie ten opzichte van het middel, op sociaal gebied en op verschillende onderdelen van het psychisch functioneren. In de behandeling van verslaving wordt er door de AVG naar gestreefd de verloren gegane autonomie zoveel mogelijk te herstellen en het individu te wapenen tegen terugval. De AVG ziet onder ogen dat volledige abstinentie voor een deel van de cliënten niet realiseerbaar zal blijken.
Wij spreken van verslaving als chronische ziekte wanneer regelmatig gebruik van middelen of andere stimuli leidt tot beperkingen in het functioneren waarbij er sprake is van een hoge mate van lijdensdruk, controleverlies en afhankelijkheid. Risico’s met betrekking tot verslaving of directe gezondheid
9
Visie op verslavingszorg
De visie van de AVG op verslavingszorg is onder te verdelen in een aantal deelvisies:
1 Preventie
algemene publiek, risicogroepen en verslaafden. Preventieve interventies kunnen aansluiten op de zorgverlening van de AVG.
De preventieactiviteiten van de AVG zijn gericht op het voorkomen van afhankelijkheid van middelen en gokken en het voorkomen van (gevolg)schade door gebruik. De AVG is zich ervan bewust dat haar invloed op gedrag dat tot verslaving kan leiden slechts gering is. Door het geven van objectieve informatie wil zij in ieder geval de risico’s van gebruik beperken, dit door middel van voorlichting, consultatie en beleidsadvisering. Hierbij wordt voortdurend ingespeeld op ‘nieuwe middelen’ en trends in gebruik onder meer gesignaleerd door het veldwerk. De AVG richt zich met haar preventieactiviteiten op het
2 Zorg aan het individu De primaire taak voor de AVG is de zorgverlening aan het individu. Zoveel mogelijk wordt zorg op maat geleverd. Deze zorgverlening is niet vrijblijvend. Voor iedere ingeschreven cliënt wordt een op de vraag toegesneden zorgplan gemaakt, of er wordt aangesloten bij een bestaand (extern) zorgplan. Hierin worden de wederzijdse inspanningen vastgelegd, uitmondend in een schriftelijke overeenkomst. Deze overeenkomst is
10
behandeling effect heeft gehad. Doel van de behandeling is rehabilitatie. Daar waar herstel van de autonomie (nog) niet volledig mogelijk is, dient de behandeling er op gericht te zijn de leefomgeving zo in te richten dat de tekorten zo min mogelijk beperkingen opleveren. Dit kan inhouden dat een deel van de autonomie moet worden overgenomen. Dit kan variëren van het aanbrengen van meer structuur bijvoorbeeld door dagelijkse budgettering, tot klinische opname met een gerechtelijke maatregel. Binnen alle stadia van een mogelijke verslavingscarrière staat maatschappelijk herstel centraal. Dit in de betekenis dat op alle betrokken leefgebieden aandacht aan het welzijn van de cliënt gegeven wordt. Inbreng vanuit andere voorzieningen is onontbeerlijk in aansluiting op de zorgverlening van de AVG. Juist in dit kader is samenwerking met hen geboden. De belangrijkste zijn hier de Dr. Kuno van Dijk Stichting, de
een beknopte weergave van het zorgplan en wordt door beide partijen ondertekend. Hoewel de zorgverlener uiteindelijk de kaders bepaalt, streeft de AVG ernaar in dit zorgplan zoveel mogelijk tot gemeenschappelijke doelen te komen die bovendien toetsbaar en haalbaar zijn. Het uitgangspunt voor de interventie is dat een cliënt in staat gesteld moet worden verantwoordelijkheid te dragen voor eigen en andermans welzijn en daarop aanspreekbaar is. Het zorgplan is sturend, zowel binnen de instelling als bij samenwerking met andere instellingen. In de zorgverlening wordt gewerkt met (zorg)programma’s. Er wordt getoetst of het overeengekomen doel bereikt is en of de
11
GGz Groningen, de GGD Groningen, de MJD, de Stichting Huis, de politie, de Reclassering en het Openbaar Ministerie. In de gevallen waarin geen contact gelegd kan worden, kan bemoeizorg worden ingezet. Bij justitiële verslavingszorg is Justitie de opdrachtgever. Er moet een vonnis worden uitgevoerd of er is sprake van hulp onder condities of een vraag om advies. In plaats van een overeenkomst op vrijwillige basis met de cliënt, wordt tussen de cliënt en de AVG een ‘Overeenkomst begeleiding in Justitieel kader’ opgesteld op basis van justitiële voorwaarden. Hier is het primaire doel het voorkomen van recidive.
De AVG vindt het van belang dat de omgeving van de cliënt actief bij de zorgverlening wordt ingeschakeld. Er is aandacht voor gezondheid, terugvalpreventie en maatschappelijke aspecten zoals huisvesting, financiële situatie, werk, dagbesteding, sociale contacten en justitiële status. Iedere cliënt moet optimaal gebruik kunnen maken van de verschillende onderdelen van het zorgverleningaanbod, gelijktijdig of afwisselend, afgestemd op de zorgvraag. Bij opvolgende onderdelen van het zorgverleningaanbod levert de AVG de inspanningsverplichting om de continuïteit van zorg te waarborgen. Dit geldt niet alleen voor het eigen zorgverleningaanbod maar ook naar andere organisaties toe in de keten waar de AVG mee samenwerkt. Indien bij meervoudige problematiek de verslavingsziekte dominant is, levert de AVG de trajectcoördinator. Trajectafspraken, vastgelegd in het zorgplan, dragen bij aan de continuïteit van zorg.
3 Integrale (keten)aanpak en continuïteit van zorg Het aanbod van de AVG is een nauwe samenwerking van preventie, zorgverlening, maatschappelijk herstel en reclassering. De verdeling van taken wordt afgestemd op het zorgplan.
12
4 Ambulant, tenzij...
wil de AVG het justitiële kader benutten om gedragsverandering tot stand te brengen. Bij de vrijwillige hulpverlening heeft onderzoek uitgewezen dat methadonverstrekking, en voor een beperkte groep heroïneverstrekking, invloed heeft op overlastveroorzakend gedrag en illegale activiteiten. Verder rekent de AVG het tot haar taak de cliënten, op het moment van zorgverlening, aan te spreken op normoverschrijdend gedrag. Indien dit geen bevredigend resultaat oplevert en repressie noodzakelijk wordt, is er een taak voor politie en justitie weggelegd.
De zorgverlening is er op gericht de cliënt zo lang mogelijk in zijn eigen omgeving te laten functioneren. Hierbij wordt het gezonde deel van de capaciteiten van de cliënt aangesproken en waar mogelijk versterkt. De zorgverlening is er op gericht de harmonie tussen cliënt en omgeving te herstellen. De leidraad voor het toewijzen van zorg is de ‘stepped care’ methode, waarbij de ernst en duur van de problematiek de intensiteit van de behandeling bepalen. Daar waar noodzakelijk is intramurale voortzetting van de behandeling aan de orde.
6 Innovatie en onderzoek 5 Zorg op maat versus bestrijding van overlast
De verslavingszorg is permanent in beweging. De AVG rekent het tot haar taak ontwikkelingen te volgen en hieraan een bijdrage te leveren. Er zijn contacten met het Trimbos instituut en het landelijk project Resultaten Scoren. Op het gebied van opleiding en onderzoek wordt contact onderhouden met de Rijksuniversiteit van Groningen.
Met betrekking tot het bestrijden van overlast ziet de AVG het als haar taak om zoveel mogelijk structuur aan te brengen in zowel de individuele zorgverlening als de wijze van organiseren van het zorgverleningsaanbod. Voor specifieke doelgroepen
13
Aanbod en werkwijze van de AVG Het aantal alcoholverslaafden is veel groter dan het aantal (poly)drugsverslaafden. Het aanbod van de AVG richt zich hoofdzakelijk op alcoholen drugsverslaving. De AVG richt zich vooralsnog in mindere mate op medicijnverslaving en gokverslaving. Als er sprake is van meervoudige problematiek en de verslavingsproblematiek is dominant, dan voert de AVG de trajectbegeleiding uit. Anders vervult ze een aanvullende rol. Dit wordt bij de intake vastgesteld.
De AVG richt zich bij de zorgverlening op mensen of hun omgeving die last ervaren door problematisch gebruik van middelen en van de daaraan verwante gedragspatronen.
De AVG verstaat onder laagdrempelige zorg: contactlegging outreachende hulpverlening laagdrempelige opvang en basiszorg dienstverlening
De AVG heeft ook een taak in de openbare geestelijke gezondheidszorg. De AVG neemt deel aan diverse OGGZ projecten waarin zorgmijders centraal staan.
Het behandelaanbod van de AVG bestaat uit één of meer van de volgende componenten: sociaal medische basiszorg psycho-educatie behandeling gericht op gecontroleerd gebruik of abstinentie farmacologische behandeling maatschappelijke begeleiding maatschappelijke resocialisatie crisisinterventie
Het zorgverleningaanbod van de AVG is onder te verdelen in laagdrempelige zorg en een behandelaanbod.
14
Er wordt aan gewerkt het behandelaanbod aan de cliënten aan te bieden in de vorm van (zorg)programma’s. Het justitiële aanbod werkt al met programma’s.
van deze subkerntaken blijkt mede de prioriteitstelling voor het komende jaar. De verantwoording van de AVG vindt jaarlijks per kerntaak plaats aan de hand van prestatieindicatoren die zowel kwantitatief als kwalitatief van aard kunnen zijn.
In de begroting werkt de AVG met een opstelling van en een financiële vertaling in kerntaken. Hierdoor wordt zichtbaar wat de subsidiegever voor deze kerntaken betaalt. Ieder team binnen de AVG heeft haar werkzaamheden uitgewerkt in één of meerdere kerntaken in een werkplan waarin de prioriteiten voor een komend jaar staan vermeld. In de werkplannen van de teams zijn de kerntaken verder uitgesplitst in subkerntaken. Uit de volumen
De AVG stelt zich ten doel jaarlijks vooraf met de gemeenten overeenstemming te hebben over de (wederzijds) gestelde prioriteiten. Indien de AVG aanloopt tegen de grenzen van haar capaciteit zal de AVG het op dat moment zo goed mogelijk inzichtelijk maken.
15
Kerntaken van de AVG Preventieaanbod
Behandel- en hulpaanbod
verstrekken
zorgverlening
documentatie, informatie en advies over gebruik van middelen en gedrag dat tot verslaving kan leiden. voorlichting en training consultatie en advies
Intake en indicatiestelling Intake
en indicatiestelling
16
aan verslaafden aan alcohol, drugs, medicijnen en gokken en aan hun omgeving methadonverstrekking aan opiaatverslaafden heroïneverstrekking onder toezicht, gebruik van harddrugs binnenshuis aan een geselecteerde groep harddrugsgebruikers laagdrempelige opvang en dienstverlening aan straat prostituees binnen een huiskamerproject
Justitieel aanbod intensieve
vroeghulp
24-uurs (woon) begeleiding interne ambulante (woon) begeleiding externe ambulante begeleiding sociale en maatschappelijke activering van (zeer) langdurig werklozen met verslavingsproblematiek crisisinterventie uitvoering educatieve maatregel alcohol (EMA cursussen)
en vroeghulpinterventie voorlichtings, advies en maatregelrapportage trajectbegeleiding toeleiding zorg reïntegratieprogramma’s toezicht werk- en leerstraffen
De verantwoording van de AVG vindt jaarlijks per kerntaak plaats aan de hand van prestatie-indicatoren die zowel kwantitatief als kwalitatief van aard kunnen zijn.
17
LITERATUURLIJST
‘De
strategische functietypologie’’ Simon, M. Kluwer, 1992
‘Het
is tijd voor een paradigmaverschuiving in de verslavingszorg’ Visiedocument van Bouman Verslavingszorg, Rotterdam, mei 2001
‘De
visie op (problematisch) middelengebruik en hulpverleningsaanbod’ Centrum Maliebaan, mei 2000
‘Over
last en beleid’, Regioplan Stad en Land, Amsterdam juni 1999
‘Samenwerkingsovereenkomst’ tussen Stichting CAD Zwolle e.o., Stichting Meerkanten GGz en de Zwolse Poort, juli 2001
19
oktober 2002
Grafische vormgeving: Jeannette Ensing, Groningen
Centraal adres: Aweg 29 Postbus 1024 9701 BA Groningen www.avg.nl