Verslag stakeholders seminar EVC Curaçao Kansen en Uitdagingen
Peter Ester Gerard Evers Sharita Gajadhar
OSA Institute for Labor Studies, Tilburg University/Utrecht University CILS Caribbean Institute for Labor Studies, Curacao
Onderzoek in opdracht van de Projectdirectie Leren & Werken, Ministerie van SZW En Ministerie van OCW
Tilburg, juni 2009
Inhoudsopgave
Inleiding
Hoofdstuk 1: Aanleiding van het EVC onderzoek
Hoofdstuk 2: Korte beschrijving resultaten van het onderzoek 2.1 EVC, arbeidsaanbod en arbeidsvraag 2.2 Mankerend lange termijn strategisch beleid 2.3 Het perspectief verbreden 2.4 Randvoorwaarden 2.5 Begin met een aantal sectoren 2.6 Conclusies: de antwoorden op de gestelde vragen op een rij 2.7 De aanbevelingen op een rij
Hoofdstuk 3: Het stakeholders seminar 3.1 Samenvatting speech 3.2 Korte samenvatting presentaties OSA en Projectdirectie 3.3 Paneldiscussie 3.4 Summary of Intentions
Bijlagen 1. Persbericht 2. Lijst van deelnemers 3. Presentatie Peter Ester 4. Presentatie Patrick Leushuis
2
Inleiding
In deze rapportage wordt verslag gedaan van een stakeholders seminar rond de resultaten van een haalbaarheidsonderzoek naar EVC (Elders Verworven Competenties) op Curaçao. Het onderzoek is verricht door OSA Institute for Labor Studies in opdracht van de Nederlandse Projectdirectie Leren en Werken (Min. SZW & Min. OCW). Het seminar vond plaats op 2 juni 2009 in Willemstad. Meer dan 70 genodigden afkomstig uit alle belanghebbende Curaçaose geledingen (bedrijfsleven, overheid, onderwijs, vakbonden) waren aanwezig.
Het verslag is als volgt gestructureerd. Hoofdstuk 1 beschrijft de aanleiding van het EVC onderzoek, waaronder de mismatch tussen vraag en aanbod op de Curaçaose arbeidsmarkt en de noodzaak van een juist opgeleide beroepsbevolking. Hoofdstuk 2 geeft de belangrijkste resultaten van het haalbaarheidsonderzoek weer. Hoofdstuk 3 rapporteert de uitkomsten van de discussie over een mogelijke invoering van EVC op Curaçao zoals die plaats vond tijdens het stakeholders seminar. De meeting mondde uit in een gemeenschappelijke verklaring (Summary of Intentions) van de deelnemers over nut en noodzaak van EVC voor een goed functionerende Curaçaose arbeidsmarkt en een duurzame Curaçaose economie.
Graag willen we de Projectdirectie (Ine Lansu, Patrick Leushuis) danken voor het faciliteren van het onderzoek en het stakeholders seminar. Veel dank ook aan Stella van Rijn (voorzitter Raad van Toezicht van het Caribbean Institute for Labor Studies – CILS) voor haar perfecte leiding van het seminar en Jeroen Jansen (CILS) en Gofrie van Lieshout (Kenniscentrum Beroepsonderwijs Bedrijfsleven Curaçao) voor hun inhoudelijke en organisatorische inbreng in het seminar en het EVC haalbaarheidsonderzoek. Ook danken wij de (vele) deelnemers aan het seminar voor hun betrokken en actieve inbreng.
We hopen met dit verslag en het onderliggende onderzoek het pleidooi te ondersteunen voor het invoeren van EVC op het eiland, maar wel: EVC Curaçao Style.
Peter Ester Gerard Evers Sharita Gajadhar
3
1. Aanleiding van het EVC onderzoek
Curaçao wordt gekenmerkt door een reeks van knellende arbeidsmarktproblemen, zowel op de korte als lange termijn, die gepaard gaan met de nodige economische, sociale en politieke spanningen.1 Zo is er simultaan sprake van een substantiële (jeugd)werkloosheid, maar ook een nijpende huidige en toekomstige vraag naar arbeidskrachten (vooral in sectoren als toerisme, bouw en zakelijke dienstverlening). Er is een omvangrijke informele sector maar er bevinden zich ook veel mensen in de bijstand (Onderstand), gevoegd bij een niet gering aantal illegale werknemers uit andere Caribische landen. Een aanzienlijk deel van de hoger opgeleide beroepsbevolking migreert naar Nederland; de retourmigratie is slechts mondjesmaat. Er is een in het oog springende mismatch tussen het onderwijs en de eisen van de arbeidsmarkt, het aantal drop-outs in het onderwijstraject is aanmerkelijk. En tot slot hebben veel van de incentives in het sociale zekerheidssysteem een dempende werking op werkwilligheid; dit geldt vooral de ‘poverty trap’. Deze set van sociaaleconomische problemen wordt versterkt door een gebrekkig systeem van ‘law enforcement’ en een instabiele politieke cultuur. Curaçao is hierin overigens niet uniek, veel andere landen in het Caribische gebied zien zich met dergelijke problemen geconfronteerd. Duidelijk is wel dat Curaçao bovenal behoefte heeft aan een juiste combinatie van activerend arbeidsmarktbeleid en strategisch HRM-beleid om deze problemen het hoofd te kunnen bieden.2
Een van de instrumenten in het kader van dit noodzakelijke strategisch beleid is de inzet van EVC (erkenning van verworven competenties). Het is een manier om nieuw talent op te sporen en nieuwe groepen in beeld te brengen waar het gaat om het voorzien in (de talrijke) vacatures in bijvoorbeeld de bouw en hospitality sector door locale arbeidskrachten. Dit onderzoek wil in kaart brengen wat de potentie van EVC in dit opzicht is. “EVC beoogt de erkenning, waardering en verdere ontwikkeling van wat een individu heeft geleerd in elke mogelijke leeromgeving: in formele omgevingen zoals op school, maar ook in niet-formele of informele omgevingen zoals de werkplaats of thuis”.3 Het verwijst naar competenties die men al in huis heeft, onafhankelijk van formele leerwegen; het gaat daarbij niet om deficiënties maar om ontwikkelingsmogelijkheden. Mensen doen ook buiten formele leercontexten een breed palet aan ervaringen op die vaardigheden met zich brengen die weliswaar niet gecodificeerd zijn maar in de concrete arbeidspraktijk zeer bruikbaar zijn. Ook buiten formele onderwijstrajecten leren mensen en maken ze zich competenties eigen. De crux daarbij is het 1
Vgl. Peter Ester & Gerard Evers, “The Caribbean Tiger?”, Labor Force Development, National Dialogue Conference, Curaçao, January 24th, 2008 2 3
Zie “Curacao Labor Force Development Policy and Structural Proposal”, Kolaborativo, June, 2008 Zie www.kenniscentrumevc.nl
4
transparant maken van deze vaardigheden en deze skills ook formeel te erkennen en te certificeren. EVC is een instrument dat in Nederland succesvol is gebleken om onderwijs en arbeidsmarkt beter af te stemmen. Het zou de economie van Curaçao een paar forse stappen verder helpen, indien ook daar EVC een effectief instrument zou blijken.
Gezien de markante mismatch tussen vraag en aanbod op de Curaçaose arbeidsmarkt kan EVC een belangrijk instrument zijn om de employability van (potentiële) werknemers te bevorderen. Voor bedrijven vergroot het de mogelijkheden om de vijver waarin ze vissen naar nieuwe talentvolle werknemers te verbreden en te verdiepen. Werkzoekenden en werknemers krijgen de kans om competenties die ze buiten formele opleidingstrajecten (bijvoorbeeld in de omvangrijke informele sector op Curaçao) verkregen hebben te laten erkennen en daarmee hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt te verruimen. Het biedt maatwerk voor om-, bij- en herscholing.
Het is om deze reden dat de Projectdirectie Leren en Werken OSA (Institute for Labor Studies) benaderd heeft met de vraag een verkennend onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden van EVC op Curaçao. Het voltooide onderzoek draagt bouwstenen aan voor leerwerktrajecten op de Nederlandse Antillen zoals die worden geëntameerd in het actieprogramma “Doorpakken met Leren & Werken” (2008-2011) van de Projectdirectie. Dit verslag beschrijft hoe dit onderzoek door OSA Institute for Labor Studies is uitgevoerd.
5
2. Korte beschrijving resultaten van het onderzoek
In dit hoofdstuk geven we de belangrijkste conclusies van het onderzoek weer en plaatsen deze in het perspectief van het ontwikkelen van een EVC-beleid voor Curaçao. Het Nederlandse beleid rond EVC moet niet één-op-één worden gekopieerd en getransponeerd, de aansluitingsproblematiek van onderwijs en arbeidsmarkt, de knelpunten op de arbeidsmarkt en de infrastructuur rond het (beroeps)onderwijs zijn immers van een geheel andere orde. Afstemming op de lokale situatie moet het uitgangspunt zijn. Ofwel: EVC Curaçao Style. Beleid rond EVC moet zijn geënt op de specifieke competenties die de Curaçaose arbeidsmarkt vraagt, de benodigde onderwijsvoorzieningen en cultureel te zijn ingebed in de wijze waarop stakeholders (overheid, onderwijs, bedrijfsleven, vakbonden) zich tot elkaar verhouden. Een gedeelde visie, perspectief en strategie met betrekking tot EVC is daarbij noodzakelijk. De rol van Nederland moet zich primair concentreren op meedenken en faciliteren, niet op voorschrijven en regisseren. Met name het ontsluiten van kennis van en ervaring met EVC biedt in dit opzicht meerwaarde.
2.1 EVC, arbeidsaanbod en arbeidsvraag De Curaçaose economie en arbeidsmarkt kennen een aantal in het oog lopende tegenstrijdigheden. Enerzijds is er een overschot aan arbeidskrachten gezien de relatief omvangrijke werkloosheid (inclusief een nijpende jeugdwerkloosheid) en dito Onderstandpopulatie; anderzijds is er een stevige vraag naar arbeidskrachten (toerisme, bouw) getuige ook het grote aantal illegale werknemers en een omvangrijke informele sector. Er is een structurele mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. EVC is hier zeker geen tovermiddel om deze mismatch geheel te doen verdwijnen. Ook algemeen activerend arbeidsmarktbeleid is cruciaal. EVC kan wel een zeer nuttige functie vervullen om potentieel talent te ontdekken en verder te ontwikkelen. Het gaat dan zowel om achtergestelde groepen (werklozen, Onderstand) als zittende werknemers. Hier kan een behoorlijke inhaalslag gemaakt worden. Wat de eerste groep betreft, komt de Dienst Werk en Inkomen – ook in het kader van de Sociale Vormingsplicht – volop in beeld. Bij de tweede groep heeft het Curaçaose bedrijfsleven een eigen verantwoordelijkheid.
2.2
Mankerend lange termijn strategisch beleid
Uit het onderzoek komt naar voren dat de basishouding ten aanzien van EVC positief is onder de belangrijkste stakeholders. Het denken in termen van de noodzaak van competentieontwikkeling is redelijk wijd verbreid. Dat geldt echter veel minder wanneer het gaat om gericht beleid om competentieontwikkeling ook daadwerkelijk tot een centraal issue te maken. Er wordt veel gesproken over de noodzaak van een beroepsbevolking die
6
permanent schaaft aan kerncompetenties en de vaardigheden up to date houdt, aan ‘life long learning’, maar het beleid zelf staat nog in de kinderschoenen. Strategisch HR-beleid is eerder uitzondering dan regel. Hier ligt dan ook de eerste uitdaging: zorg dat HR-beleid zich ontwikkelt tot strategisch HR-beleid. Ofwel: ontwikkel beleid binnen bedrijven en instellingen dat werkelijk inzet op de strategische afstemming van organisatiedoelstellingen en competentieontwikkeling. En dit alles ingebed in een strategische visie op de (duurzame) macrokeuzes die Curaçao voor de toekomst moet maken. De ontwikkelrichting die Curaçao kiest voor zijn economie, heeft directe gevolgen voor de vaardigheden waarover de beroepsbevolking dient te beschikken. Een economie die zich primair richt op toerisme stelt andere eisen aan de beroepsbevolking dan een economie die vooral de transitie naar een kenniseconomie wil maken. Een economie die zich vooral lokaal definieert stelt weer andere eisen dan een economie die internationaal opereert. Overigens geldt in alle gevallen dat upgrading van competenties geboden is. Kortom, het denken in termen van een drieslag is geboden: competentieontwikkeling moet geplaatst worden binnen een heldere visie op de toekomst van de Curaçaose economie en strategisch HR-beleid moet deze competentieontwikkeling bevorderen.
2.3
Het perspectief verbreden
Opvallend is dat de geïnterviewde stakeholders EVC vooral zien als een instrument om de onderkant van de arbeidsmarkt op te rekken. Ofwel om achtergestelde groepen (werklozen, personen in de Onderstand) weer naar de arbeidsmarkt te geleiden. EVC is dan een investering in het zichtbaar maken en upgraden van de kerncompetenties van kansarme groepen om hen geschikt te maken voor de arbeidsmarkt. En dat is zeker een belangrijke mogelijkheid voor het gericht inzetten van EVC binnen de context van de Curaçaose arbeidsmarkt die – ondanks de vraag naar arbeidskrachten – een hoog percentage (jeugd)werklozen en Onderstandtrekkers kent. Hier kan een EVC-traject nadrukkelijk ervaringen blootleggen en certificeren die op zich kansrijk zijn op de arbeidsmarkt dan wel deficiënties aan het licht brengen die een nader opleidingstraject behoeven. De per saldo omvangrijke groep die zich op ongewenste afstand bevindt van de arbeidsmarkt kan via EVC de kansen op betaalde arbeid verhogen. En daar moet zeker stevig op worden ingezet.
Maar EVC heeft ook een bredere strekking. Het gaat ook om competentieontwikkeling en certificering van groepen werknemers die al langjarig werkzaam zijn binnen een bedrijf of organisatie maar niet over de vereiste diploma’s beschikken. Ook voor hun arbeidsmarktpositie en loopbaanperspectief is het van belang dat hun vaardigheden worden erkend en gecertificeerd. Ook hier is EVC een handzaam instrument om ervaringen en competenties in kaart te brengen en te codificeren. Wat de Curaçaose arbeidsmarkt betreft is
7
EVC een methodiek die zowel voor kansarme groepen als voor reguliere werknemers inzetbaar is. Ofwel: een tweesporenbeleid is geboden. In alle gevallen geldt dat succesvol EVC-beleid leidt tot grotere ‘empowerment’ van het individu.
2.4
Randvoorwaarden
Mits goed opgezet kan EVC een zeer bruikbare methodiek zijn in het transparant maken en certificeren van relevante ervaringen en competenties van werknemers en werkzoekenden. Dat kan alleen goed functioneren wanneer aan een aantal randvoorwaarden is voldaan. We noemen er vijf.
1.
Vertrouwen en regie
Een eerste randvoorwaarde is dat er sprake moet zijn van kwaliteit van en vertrouwen in de uitvoering (en het toezicht) van EVC, dat stakeholders duidelijke eigen verantwoordelijkheden hebben en nemen, en dat er sprake is van haalbare doelstellingen. De rol van Nederland bij de introductie van EVC op Curaçao kan en moet bescheiden zijn. Het gaat primair om het ontsluiten van praktijkervaringen en het aanbieden van kennis. Er zijn op Curaçao inmiddels al goede samenwerkingsverbanden met kenniscentra in Nederland (hogescholen, universiteiten) en EVC-experts. Op korte termijn is vooral assistentie vereist waar het gaat om het opbouwen van voldoende en adequate lokale assessorcapaciteit en – kwaliteit.
2.
Duidelijkheid over financiering
Een belangrijke randvoorwaarde is dat er heldere afspraken zijn over wie welk deel van de kosten van de EVC-procedure voor rekening neemt. Werknemer en werkgever, werkzoekende en overheid (zoals DWI, SVP) zouden onderlinge afspraken kunnen maken over arrangementen waarin een uitruil van tijd en geld plaats vindt.
3.
Goede transfer van kennis
Een andere randvoorwaarde betreft het transferprobleem. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat het trainen van werknemers ‘off the job’ met zich meebrengt dat het moeilijk in de praktijk te brengen is. Gezien de nadruk op een Leven Lang Leren (Koper, Rusman & Sloep, 2005), de continu veranderende vraag naar specifieke competenties en het feit dat werknemers de sleutel zijn voor een onderscheidende en krachtige concurrentie (Boxall en Purcell, 2003) wordt de oplossing voor dit transferprobleem steeds belangrijker. EVC kan mogelijk op dit probleem inspelen omdat het al bestaande competenties in kaart brengt en de mogelijkheid biedt deze te (h)erkennen. De werkgever kan het gewenste competentieprofiel opstellen. Nieuwe en bestaande werknemers kunnen zich daarbij ontwikkelen via ‘on the job’
8
training. Ervaringsleren is qua effectiviteit en transfer beter dan ‘off the job’ leren. Werkgevers moeten dus actief inspelen op de mogelijkheden en transparante competentieprofielen ontwikkelen.
4.
Een goed functionerend beroepsonderwijs
Eén van de grotere problemen waarmee EVC op Curaçao geconfronteerd wordt is dat er geen dekkend systeem van vervolgopleidingen is en dat het beroepsonderwijs grote manco’s vertoond. Vele stakeholders wijzen op dit probleem. Het gebrekkige beroepsonderwijs moet bij voorrang worden aangepakt, zodat het onderwijsveld de omslag kan maken van een aanbodgerichte naar een vraaggestuurde benadering en dat de werving van organisaties en deelnemers op professionele wijze geschiedt. Een task force – met een breed mandaat – is nodig om een stevige inhaalslag te maken. Het Kenniscentrum Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB) is alvast een goed initiatief. Zonder goed beroepsonderwijs komt EVC niet van de grond. Hier kan niet genoeg op gewezen worden. De huidige infrastructuur van beroepsopleidingen wordt niet in staat geacht EVC voortvarend te incorporeren. Het beroepsonderwijsveld ziet zelf wel goede kansen, mits het eigen organiserend vermogen en de communicatie omtrent beleid vanuit de overheid worden verbeterd.
5.
Voldoende assessorcapaciteit
De voor EVC-trajecten noodzakelijke assessorkwantiteit en –kwaliteit op Curaçao is onvoldoende. De verbetering hiervan is essentieel. Gelukkig is er op dit punt al de nodige samenwerking met o.a. Nederlandse experts (vgl. Stienstra et al., 2008). Het accent moet hier liggen op “training the assessor”; op termijn moet Curaçao zelf over dergelijke capaciteit beschikken.
2.5
Begin met een aantal sectoren (Quick wins)
Om het lange termijn draagvlak voor EVC op Curaçao hecht te funderen en vast te houden is het belangrijk om op korte termijn een aantal ‘quick wins’ te realiseren. De meest voor de hand liggende manier om dit te bewerkstelligen is het implementeren van kansrijke EVCtrajecten. Drie sectoren dienen zich daarbij vooral aan: de toerisme- en hospitality sector, de bouwsector en de overheidssector. De toerismesector is een groeisector en zal ook in de voorliggende periode een toenemende vraag naar arbeidskrachten laten zien. Gericht EVCbeleid kan nieuw talent aan het licht brengen, ook aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Voordeel is hier dat de toerismesector – aangestuurd door CHATA – ook nu al een voorhoederol speelt als het gaat om innovatief arbeidsmarktbeleid en strategisch HR-beleid. Het is goed hierop voort te borduren. Ook de overheidssector zelf komt naar onze mening in
9
aanmerking. De overheid is immers een van de grootste werkgevers op Curaçao en wordt ook in die hoedanigheid geconfronteerd met de mismatch tussen vraag naar en aanbod van personeel. Daarbij zou de overheid ook een duidelijke voorbeeldfunctie kunnen en moeten vervullen op dit terrein. Maar zeker ook wat betreft de verdere competentieontwikkeling van het zittende overheidspersoneel kan EVC goede diensten bewijzen (bijvoorbeeld via een Bestuursacademie). Daarbij gaat het vooral ook om de uitvoerende diensten. Naast de toerismesector en de overheidssector kan ook gedacht worden aan de bouwbranche; ook hier is sprake van arbeidsmarktspanningen (vgl. het aantal illegale werknemers) en ook hier is dringend behoefte aan een bredere pool van (potentiële) werknemers.
2.6
Conclusies: de antwoorden op de gestelde vragen op een rij
Op basis van het onderzoek kunnen zijn de onderstaande onderzoeksvragen beantwoord:
Vraag 1. Kan EVC een rol spelen om de kloof tussen vraag en aanbod op de Curaçaose arbeidsmarkt te verminderen en het onderwijs beter te laten aansluiten op de arbeidsmarkt? En zijn er mogelijk praktische aanknopingspunten bij lopende initiatieven? Antwoord: Ja, EVC kan zeker een duidelijke en positieve rol spelen bij het oplossen van de kloof. In potentie is het instrument zeker geschikt om een bijdrage te leveren aan een structureel beter arbeidsmarktbeleid op het eiland. Daarbij gelden uiteraard wel de nodige randvoorwaarden (zie hierboven). Er zijn een aantal duidelijk herkenbare aanknopingspunten bij lopende initiatieven, zoals o.a. in de toerismesector en het Kenniscentrum Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB). De inzet van EVC, en dan met name de vraag welke competenties van belang zijn, hangt mede af van de vraag of Curaçao haar arbeidsmarkt en afzetmarkt primair als lokaal of als internationaal definieert, en daarmee ook welke sectoren de komende tijd de hoogste prioriteit moeten krijgen. Ook in de Kolaborativo-benadering is dit een belangrijk issue.
Vraag 2. Biedt EVC een middel om potenties beter in kaart te brengen bij cliënten van DWI en bij re-integratietrajecten? Antwoord: EVC kan potenties van cliënten van DWI en SVP in kaart brengen. Het is wel van belang daarvoor de geschikte methodiek te hanteren, en welke standaard hierbij gehanteerd moet worden. Hoe hoog leg je “de lat”? Onze indruk is dat hierbij bewust moet worden gezocht naar maatstaven en mogelijkheden die nauw aansluiten bij de lokale omstandigheden en verwachtingen. De uitwisselbaarheid van EVC tussen Curaçao en Nederland moet niet voorop worden gesteld. Wat wel cruciaal is, is de uitwisselbaarheid van certificaten tussen branches en sectoren binnen het eiland zelf. EVC is in staat om de inzetbaarheid en employability van zittende en startende werknemers een belangrijke impuls te geven. Voor de
10
dynamiek op de arbeidsmarkt en het verkleinen van structurele discrepanties is intersectorale mobiliteit van groot belang. EVC moet zich daarmee niet beperkt richten op specifieke branches of sectoren alleen, maar verdient een bredere basis en onderbouwing.
Vraag 3. Is er voldoende draagvlak voor introductie van EVC onder de sociale partners en binnen het onderwijsveld? Antwoord: Het draagvlak is duidelijk aanwezig, zoals uit de verschillende interviews moge blijken. Alle betrokkenen onderschrijven de noodzaak van betere aansluiting en het reduceren van (jeugd-)werkloosheid. Er bestaat ook consensus over het gebruik van EVC voor reeds werkenden, zij het dat dit thema minder uitgesproken aan bod lijkt te komen. Het onderwijsveld is zeker bereid om haar bijdrage te leveren. Daarbij moet wel worden aangetekend dat dit een duidelijk beroep zal doen op de professionaliteit en het vakmanschap en draagvlak van de betrokken onderwijsinstellingen en de daar werkzame docenten.
Vraag 4. Zo ja, wat zijn de potentiële succes- en faalfactoren? Antwoord: In de analyses hierboven zijn een aantal duidelijke slaag- en faalfactoren opgenomen. Tot de belangrijkste behoren de organisatie en financiering van EVC trajecten (wie neemt de lead, wie betaalt?) en de noodzaak te komen tot een gedegen en goed verankerd kwalitatief hoogstaand beroepsonderwijs.
Vraag 5. Met welke praktische invoeringsproblemen moet men rekening houden? Antwoord: Praktische invoeringsproblemen zijn er zeker te noemen. Allereerst zal de regie rond EVC trajecten goed moeten worden geregeld. Ook de communicatie tussen de verschillende stakeholders verdient verbetering. Goede lesruimtes, vakdocenten en goede assessoren zijn evenzo niet vanzelfsprekend en voldoende aanwezig. Echter, deze problemen lijken te overzien en op te lossen.
Vraag 6. Hoe kan EVC het best georganiseerd worden? Antwoord: In onze analyses is duidelijk geworden dat hoewel EVC van origine een benadering is die door alle actoren gezamenlijk moet worden opgepakt en uitgewerkt, het in de context van Curaçao aanbeveling verdient te komen tot een duidelijke en heldere rolverdeling. Alles afwegend, is de conclusie dat de overheid de rol toekomt van facilitator rond EVC-beleid en dat het bedrijfsleven de ‘lead’ moet nemen. De sociale partners en het uitvoeringsveld wijzen erop dat de introductie van EVC op Curaçao geen ‘top down benadering’ moet zijn. EVC werkt alleen als het ‘bottom up’ wordt ingezet. Het recent opgerichte Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB) - gefinancierd vanuit SEI-gelden – kan prima functioneren in een regierol, als aanjager, intermediair en
11
kennispartner. Deze regierol is niet hiërarchisch van aard, maar moet er juist toe leiden dat de diverse processen rond informatie, trainingen, het regelen van assessments en het organiseren van de EVC trajecten zelf in elk geval een helder aanspreekpunt kennen.
2.7
De aanbevelingen op een rij
Op basis van de resultaten komen we tot een 13-tal aanbevelingen;
1.
Mits goed opgetuigd kan EVC een belangrijke bijdrage vormen aan de verdere competentieontwikkeling van de beroepsbevolking van Curaçao en daarmee het slechten van de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt;
2.
Voor zittende werknemers geldt dat EVC een prima instrument is om hun ervaringen en competenties in beeld te brengen en certificeren; voor werkzoekenden is het een goed middel om hun talenten en ontwikkelmogelijkheden transparant te maken. Het accent ligt daarbij op wat mensen wel kunnen en niet op wat ze niet kunnen;
3.
Het bedrijfsleven is de eerst aangewezen partij om de lead te nemen rond EVCtrajecten; de overheid komt de rol toe van facilitator. Dit vergt overigens ook een verdere upgrading van het bestaande HR-beleid in organisaties;
4.
Het recent opgerichte KBB kan een prima aanjaagfunctie vervullen rond de introductie van EVC op Curaçao en zich ontwikkelen tot een belangrijk kenniscentrum. Vanuit KBB zou een EVC-werkgroep aan de slag kunnen gaan om gezamenlijk kwartier te maken. Daarbij wordt ook gedacht aan voorlichting en campagne voor verdere begripsvorming en een breed draagvlak;
5.
De rol van Nederland in het EVC-traject ligt vooral in het ontsluiten van kennis en beleidservaringen;
6.
Belangrijke randvoorwaarden voor effectief EVC-beleid zijn: kwaliteit van en vertrouwen in EVC-procedures, toegankelijke procedures, heldere afbakening van verantwoordelijkheden van stakeholders, en professionele werving van organisaties en deelnemers;
12
7.
Er dienen operationele afspraken te komen over wie welk deel van de EVC-procedure betaalt (werknemer, werkgever, werkzoekende, overheid (DWI, SVP)); een uitruil van geld en tijd kan daarbij zeer behulpzaam zijn;
8.
Het beroepsonderwijs op Curaçao moet op verschillende terreinen een inhaalslag en kwaliteitsslag maken. Een tripartiete task force zou met een concreet en verplichtend verbeterplan moeten komen. Zonder goed beroepsonderwijs komt EVC niet van de grond;
9.
Met name de transitie van aanbod- naar vraaggestuurd (beroeps)onderwijs vereist een cultuuromslag;
10.
Het volwassenonderwijs op Curaçao is nog zeer beperkt. Voor goed EVC beleid voor zittende werknemers is het van groot belang hierin meer structuur en meer mogelijkheden te realiseren;
11.
Curaçao heeft behoefte aan een vergroting van de assessorcapaciteit en –kwaliteit. Op termijn moet het beschikken over een eigen volwaardig systeem van assessoren;
12.
Het realiseren van quick wins is belangrijk om draagvlak voor EVC te genereren en vast te houden. Met name de toeristische sector leent zich hier goed voor; de sector is reeds zeer actief en innovatief bezig op het terrein van opleidingen. De bouwsector komt eveneens in beeld;
13.
Ook de overheidssector zelf als grote werkgever kan EVC prima inzetten ten behoeve van competentieontwikkeling van het eigen personeel. Hier moet het een voorhoederol spelen;
13
3.
Het stakeholder seminar
Ruim 70 genodigden namen deel aan het seminar, het overzicht van de deelnemers treft u aan in de bijlagen (2). Het programma zag er als volgt uit: •
Opening door gedeputeerde Rhuggenaath (Economische Zaken & Toerisme)
•
Presentatie resultaten EVC onderzoek door Peter Ester (OSA/CILS)
•
Presentatie verkenning EVC door Patrick Leushuis (Projectdirectie Leren & Werken)
•
Discussie met panel en andere aanwezigen
•
Afsluiting
In de onderstaande paragrafen worden de openingsspeech en presentaties in het kort samengevat. In de derde paragraaf worden de resultaten van de paneldiscussie weergegeven en in de laatste paragraaf wordt de afsluiting besproken.
3.1 Samenvatting speech en presentaties Het seminar werd geopend door gedeputeerde Rhuggenaath, in zijn toespraak benadrukte hij het belang van competentie-upgrading van de Curaçaose beroepsbevolking. Het human capital moet optimaal benut worden op het eiland. Iedere bewoner moet op het gebied van competenties en employability het maximale uit zich halen. Dit geldt zowel voor zittend personeel als voor werkzoekenden. Het menselijk potentieel van Curaçao kan zich langs de gebruikelijke weg van het reguliere onderwijs ontwikkelen. Er wordt dan gedurende een aantal jaren basis- en voortgezet onderwijs gevolgd om zo eigen knowlegde en skills (competenties) te versterken en nieuwe op te doen. Maar dat is niet voor iedereen weggelegd, er zijn namelijk velen op Curaçao die onderweg zijn uitgevallen en geen formeel diploma of certificaat hebben behaald. Het ontbreken van een diploma/certificaat belemmert hen om zichzelf verder te ontwikkelen en het bemoeilijkt ze om een van baan te switchen of een baan te vinden. Met andere woorden, hun employability wordt verzwakt. Dit heeft tot gevolg dat organisaties star worden en dat werklozen geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt.
De statistieken van het CBS geven aan dat ruim de helft van de werkende Curaçaose bevolking niet meer dan voorbereidend onderwijs heeft gevolgd en dat er een grote groep is die noch opleiding noch werk heeft. Voor beide groepen geldt dat ze door gebrek aan diploma’s/certificaten en/of formele arbeidservaring weinig kans maken op de arbeidsmarkt. Maar desondanks hebben deze groepen vaak substantiële informele werkervaring en
14
levenservaring opgedaan, waardoor ze toch over belangrijke competenties beschikken. Ook deze competenties zijn van belang voor het werk. Door deze competenties zichtbaar te maken krijgen beide groepen de mogelijkheid zich verder te ontplooien en hun employability te verbeteren. EVC kan hierbij een effectief instrument zijn, omdat het verborgen competenties zichtbaar maakt.
Dhr. Ruggenaath sluit zijn speech af door een beroep te doen op de aanwezige partijen om hun steentje bij te dragen aan het ontwikkelen van tools (zoals EVC) om de arbeidsmarktsituatie op Curaçao te verbeteren.
3.2 Korte samenvatting presentaties OSA en Projectdirectie Prof. dr. Peter Ester – hoogleraar-directeur van OSA Institute for Labor Studies - presenteerde de resultaten van het EVC onderzoek (zie bijlage 3). De hoofdlijnen hiervan werden in de vorige paragraaf al weergegeven. Kort samengevat kan gesteld worden dat EVC een effectieve methodiek kan zijn om de arbeidsmarktsituatie op Curaçao te verbeteren, mits het goed wordt geïmplementeerd. Uitgangspunt moet zijn het ontwikkelen van EVC Curaçao Style. Dit houdt dat het vormgeven van EVC beleid gebaseerd moet zijn op de specifieke knelpunten van de Curaçaose arbeidsmarkt, rekening moet houden met de bestaande infrastructurele voorzieningen – en de noodzaak van verbetering ervan – op het terrein van beroepsonderwijs, volwassenenonderwijs en arbeidsbemiddeling, alsmede de culturele aspecten rondom arbeidsparticipatie. Er bestaat geen panklaar EVC- recept, dat overal en altijd toepasbaar is. Curaçao moet (ook) hier zijn eigen weg kiezen. Daarnaast benadrukte Ester het belang van een gelijkwaardige samenwerking tussen de verschillende actoren (overheid & sociale partners, bedrijfsleven en onderwijs) die nodig is om EVC van de grond te krijgen. Hij schetste de noodzakelijke randvoorwaarden waaraan voldaan moet worden wil EVC een succes worden en plet voor het doen van gerichte pilots met EVC in de bouw- en hospitalitysector. Indien EVC goed wordt opgezet kan het zeker een belangrijke bijdrage bieden aan het slechten van de knelpunten op de Curaçaose arbeidsmarkt, het opsporen van nieuw talent en het maken van de slag naar een duurzame Curaçaose economie die volop inzet op permanente ontwikkeling van de beroepsbevolking.
De heer Leushuis presenteerde een verkenning van EVC (zie bijlage 4). Kort samengevat kan gesteld worden dat de overheid in Nederland een belangrijke rol heeft gespeeld om EVC van de grond te krijgen. De instrumenten die gebruikt zijn, betreffen o.a.: subsidies, fiscale faciliteiten, landelijke campagnes, de oprichting van het kenniscentrum en het portal leren EVC, leren & werken. Ook heeft het individu een belangrijke rol als actor binnen de
15
implementering. EVC kan het individu inzicht geven in eigen mogelijkheden, carrièremogelijkheden, kansen op de arbeidsmarkt, etc. De effecten van EVC zijn o.a.: waardering, erkenning, verbeterde employability, etc. Eveneens zijn er voor de werkgever motieven om bij te dragen aan een EVC-traject omdat het de inzetbaarheid, flexibiliteit, mobiliteit, loyaliteit, effectiviteit en professionaliteit van de werknemer verbetert. Voor de organisatie betekent dit dat er gerichter opgeleid kan worden, een betere matching van werknemer en taken ontstaat, het imago van verschillende functies verbetert en er een kwaliteitsverbetering op gang gebracht wordt. Voor een succesvolle implementatie is het van belang dat er een duidelijke doelbepaling per traject is, een variëteit aan instrumenten beschikbaar is, voldoende professionaliteit en deskundigheid aanwezig is en er voldoende samengewerkt wordt met het bedrijfsleven en onderwijs. Ook zij moeten hun steentje bijdragen aan een succesvolle implementatie van EVC door ook hun diensten aan te passen aan het traject.
3.3 Paneldiscussie De paneldiscussie werd voorgezeten door Stella van Rijn (Antilliaanse Aannemers Vereniging). De panelleden: •
Cindy Perret-Gentil (Curaçaose Wegenbouw Maatschappij)
•
Sandra van Brug (Servisio Asuntunan Enseansa)
•
Donna Philbert (Dienst Werk & Inkomen)
•
Berthold Beerlage (Federatie Antilliaanse Zorginstellingen)
•
Gabi Da Costa Gomez (DCG Consultant)
•
Jeroen Jansen (OSA/CILS)
De discussie was open en zeer levendig met een grote betrokkenheid van de overige aanwezigen. Hieronder worden de kansen en mogelijke knelpunten die uit de paneldiscussie zijn voortgekomen in het kort weergegeven.
Kansen: Binnen het onderwijs kan EVC het rendement van de human resources verhogen. Dit zal gezien de onderwijsvernieuwingen een toegevoegde waarde hebben, omdat er steeds meer gericht wordt op competenties van het individu.
De bouwsector kan door middel van EVC eigen human capital versterken, hierdoor kan de sector zelf een eigen talentpool creëren en hoeven ze dus geen werknemers in te huren van
16
uitzendbureaus. Tevens kan er gerichter opgeleid worden, waardoor tekorten op termijn aangevuld kunnen worden en ingespeeld kan worden op de vraag en veranderingen van de markt. Hierdoor wordt de branche sterker en flexibeler.
Voor de zorgsector is het van belang dat de mensen die instromen of doorstromen minimaal een startkwalificatie hebben. Het gebruik van EVC dient zich voornamelijk te richten op zittend personeel zodat zij zich door middel van EVC op kunnen werken. Het borgen van EVC is essentieel binnen de branche omdat er geen fouten gepermitteerd kunnen worden bij de zorg van hulpbehoevenden. Er wordt al gewerkt met competentieprofielen, om mensen aan te nemen en verder te ontwikkelen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van persoonlijke ontwikkelingsplannen, die dienen als een leidraad voor de loopbaan van de werknemer. Deze methodiek past qua werking perfect bij EVC.
EVC kan een rol spelen in het vaststellen en toetsen van competenties. Het is wel noodzakelijk dat er capabele assessoren opgeleid worden en dat er leernetwerkloketten opgezet worden op Curaçao zodat EVC werkelijk van de grond kan komen op het eiland. Tevens moet er meer arbeidsmarktgericht geschoold worden. Daarnaast moet er ook getoetst worden op gedragcompetenties. Voor de beroepsbevolking van Curaçao (voornamelijk de jongeren) blijkt gedrag een struikelpunt te zijn. Een positieve werkattitude (bijvoorbeeld op tijd komen) is een van de belangrijkste gedragcompetenties waarop gericht moet worden. Om jongeren (16-24) toch aan het werk te helpen, kan EVC ingezet worden om werknemers aan de onderkant van de functies verder te ontwikkelen. Hierdoor komen banen aan de onderkant vrij en kunnen jongeren met minimale ervaring ingezet worden. Hierbij kan er gedacht worden aan banen die geen specifieke skills op niveau vereisen.
Mogelijke knelpunten In de zorgsector is het moeilijk om proeven van bekwaamheden te doen, zoals een infuus aanleggen. Het is onethisch om patiënten te gebruiken om bekwaamheden te testen en daarnaast kost het te veel geld. Er moet een besef zijn dat EVC ingebed moet zijn in de organisatie. Iedere werknemer op iedere niveau moet weten wat EVC is en hoe dat bij kan dragen aan de ontwikkeling van de werknemer. Daarnaast moet een het soort status krijgen, zodat mensen waarde en geloof hechten aan EVC. Een ander knelpunt is de verwachting die gecreëerd kan worden als er niet wederzijds in gesprekken aangegeven wordt wat de bedoeling van EVC is en wat de werknemer en werkgever van elkaar kunnen verwachten. Een voorbeeld hierbij is een hogere salariëring als een werknemer zich verder ontwikkelt. Tevens kunnen de kosten voor zowel
17
de werknemer als de werkgever erg oplopen. De vraag is dan wie voor de middelen zal zorgen.
3.4 Summary of Intentions De discussie werd symbolisch afgesloten met een Summary of Intentions waarmee de aanwezige partijen door middel van hun handtekening aangaven mee te willen werken aan een verbetering van de arbeidsmarktsituatie op Curaçao. Hieronder wordt de Summary of Intentions weergegeven.
SUMMARY OF INTENTIONS
EVC op Curaçao
Curaçao streeft naar een duurzame economische ontwikkeling. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is een beroepsbevolking die beschikt over de juiste competenties. Competenties worden opgedaan in formele leersituaties zoals op school. Maar mensen leren ook vaardigheden in andere leeromgevingen zoals op het werk of thuis. Veel van deze competenties zijn niet verzilverd door middel van een diploma. We weten daarom vaak onvoldoende welke competenties mensen in huis hebben. Veel talent blijft daardoor onbenut. Instrumenten die deze competenties ontwikkelen en in beeld brengen zijn dan ook cruciaal.
Een van de strategische instrumenten hiervoor is de inzet van EVC, ofwel: Erkenning van Verworven Competenties. Het gaat daarbij niet alleen om groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt maar ook om zittend personeel. Wij menen dat EVC een goed en innovatief instrument is om een betere aansluiting tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt van Curacao te realiseren. Een ander strategisch instrument hiervoor zijn opleidingen en trainingen op maat in afstemming met de arbeidsmarkt voor het ontwikkelen van de juiste (vereiste)competenties . Hiervoor zijn goede samenwerkingsverbanden nodig tussen de opleidingsinstanties(organisaties), de werkgevers, overheid en het Kenniscentrum.
Het realiseren van quick wins is daarbij belangrijk om draagvlak voor EVC te genereren en vast te houden. Met name de toerismesector leent zich hiervoor goed, evenals de bouwsector en de overheidssector in het algemeen. Ook is een goede organisatorische infrastructuur nodig. Het recent opgerichte KBB kan daarbij een prima aanjaagfunctie vervullen en zich ontwikkelen tot een belangrijk kenniscentrum voor EVC.
18
Wij, als aanwezigen op het EVC seminar van 2 juni 2009 te Willemstad, stellen vast dat het van groot belang is dat het EVC-beleid op Curaçao verder wordt ontwikkeld en geïmplementeerd. Wij roepen daarbij de stakeholders op om een gezamenlijk plan van aanpak te ontwerpen. Werkgevers, vakbeweging, overheid en onderwijs moeten de handen ineen slaan om de beroepsbevolking op Curaçao breder inzetbaar te doen zijn, en te voorzien van de juiste vaardigheden om een duurzame toekomst te verzekeren.
Willemstad, 2 juni 2009
19
Bijlage 1
Persbericht: Succesvol seminar over EVC op Curaçao
Op dinsdag 2 juni werd in het Breezes Hotel een seminar gehouden over de toepassingsmogelijkheden van EVC op Curaçao. Aanleiding is een onderzoek door OSA (Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek) naar de mogelijkheden om competenties van werkzoekenden en werkenden die vaak niet in diploma’s terug te vinden zijn, om te zetten in certificaten. Hierdoor worden de kansen van mensen op de arbeidsmarkt vergoot. Deze methode wordt EVC genoemd, Erkenning van (eerder) Verworven Competenties. Het seminar werd geopend door gedeputeerde Rhuggenaath van Economische Zaken en Toerisme.
In opdracht van de Projectdirectie Leren en Werken uit Nederland is de afgelopen maanden een haalbaarheidsonderzoek verricht naar de introductie van EVC op Curaçao. EVC kan gezien worden als aanvulling op de normale leerroutes via scholen en diploma’s. In de praktijk blijkt dat veel mensen op Curaçao weliswaar nuttige competenties bezitten maar dat die niet altijd blijken uit de diploma’s. Daardoor gaat veel potentieel verloren. OSA (Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek) is verbonden aan de Universiteiten van Tilburg en Utrecht en voerde het onderzoek uit in samenwerking met expertisecentra op Curaçao, zoals het Kenniscentrum Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB) en het Caribbean Institute for Labor Studies (CILS).
Er zijn veel interviews afgenomen met belangrijke partijen uit het onderwijsveld, het bedrijfsleven, vakbonden en de kenniscentra op het eiland. Doel van het onderzoek was na te gaan of er draagvlak is voor de uitvoering van EVC op Curaçao en de manier waarop dit geïntroduceerd moet worden. Dit alles in het kader van het verminderen van de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, het bevorderen van een betere aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt, de noodzaak van gerichte competentieontwikkeling van de beroepsbevolking, en het belang van “life long learning.”
Tijdens het seminar is er veel informatie gegeven over EVC in de praktijk en hoe het mogelijk toegepast kan worden op Curaçao. In de discussie kwam naar voren dat er veel interesse is, maar dat er ook een aantal praktische en organisatorische punten zijn die opgelost moeten worden om daadwerkelijk aan de slag te gaan. De sessie werd afgesloten met een Summary of Intentions (intentieverklaring) waarbij de zaal uitgesproken heeft werk te willen
20
maken van EVC op Curaçao. De komende maanden worden een aantal pilots benoemd waarin deze methode verder wordt uitgewerkt.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Peter Ester en Gerard Evers, respectievelijk
[email protected] en
[email protected]
Het verslag van het seminar en andere relevante stukken vindt u terug op de website van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB): www.kbbcuracao.com
21
Bijlage 2 Deelnemerslijst Seminar EVC 2juni Er waren meer dan 70 genodigden, hieronder volgen de namen van mensen die zich aan hadden gemeld. 1. Elton Eisden Fondo Sosial pa Kombati Pobresa 2. Magli Lacroes Fondo Sosial pa Kombati Pobresal 3. Rob de Waal DSC Foundation 4. Theo Meijer SAP 5. Julissa Calvo DWI 6. S. Koeiman SBO Ban Bria 7. Hans van Dinther Stichting Belastingaccountantsbureau 8. Magda Martina 9. Jelle Bax Gemeente Leiderdorp 10. Glenda Dania Landelijk Politie Opleidingsinstituut 11. Debby Curiel Landelijk Politie Opleidingsinstituut 12. Rose Heije Landelijk Politie Opleidingsinstituut 13. Setty Doran Landelijk Politie Opleidingsinstituut 14. Leun Ostiana Landelijk Politie Opleidingsinstituut 15. Wian Stienstra HPB Advice & Finance 16. Ed Eleonora sgrgroep 17. Rodney de Lanoy Avond MTS/MDGO 18. Margit de Freitas UNA 19. Ries van Lomwel BSN 20. Michael L. Oostvriesland Island Government of Curaçao 21. Wladimir Kleinmoedig Public School Board 22. Sahayra Braun-Nisbet Public School Board 23. Patricia Pedro-Trustfull 24. Delno L. A. Tromp Kura Hulanda 25. Geert Stam Kura Hulanda 26. Marie - Viola Kostuchowski Pinedoe Eligia Martier SBO 27. Diachola Hinkel Eligia Martier SBO 28. Yoland.A.Siliee 29. Ralph Koch Innovatie Centrum Curacao 30. Nafthaly De Windt Human Recources Officer C.D.M 31. Ludwig Ignecia Ass Training Coordinator C.D.M Training Centre.
22
32. Ming Lau SBO/FIdE 33. Gabi Da Costa Gomez DCG Management NV 34. Jeannette Eleonora GGD 35. Diana Maduro-Picus R.K.Schoolbestuur 36. Roxienne M. Albertina Island Territorial Government 37. H.M.M. Alejandra Economische en Arbeidszaken 38. Mariëlla Olaria-Maduro Economic & Labor Affairs 39. Donate Philbert Island Government of Curaçao 40. Jacqueline Sparen Sifma 41. Gert Schaap UNA 42. Desiree Manuel-Eliza UNA 43. Marian Crestian FIDE 44. Sharella Martha Sharta NV 45. Cindy Peret-Gentil, CWM 46. Astrid St. Jago, CWM 47. Nancy Winklar, Link 48. Vanessa Cruger, Curoil 49. Eva de Booy, Kooyman 50. Joao Picus, Veterinaire Dienst 51. Jeanine Cozijns-Isenia 52. Guy Cozijns 53. Yvon vd Steed, Fide 54. Quique Sanchez, Kazerne Suffisant 55. Ayrien Arion, Antilliaanse Militie
23
Bijlage 3 Presentatie Peter Ester
EVC op Curaçao Kansen en Uitdagingen
Onderzoek in opdracht van de Projectiedirectie Leren & Werken
Peter Ester, Gerard Evers, Sharita Gajadhar & Jeroen Jansen
Ministerie van SZW en Ministerie van OCW
EVC Stakeholders seminar, Willemstad 2 juni 2009
Knelpunten Curaçaose arbeidsmarkt • substantiële (jeugd)werkloosheid • nijpende vraag aan arbeidskrachten (bouw, hospitality)
Onderzoek uitgevoerd door:
• omvangrijke informele sector • mismatch vraag en arbeid op de arbeidsmarkt • gebrekkige aansluiting onderwijs - arbeidsmarkt
OSA Institute for Labor Studies, Tilburg University/Utrecht University & CILS Caribbean Institute for Labor Studies, Curaçao
• groot aantal voortijdige schoolverlaters • migratie & brain drain; gering retourmigratie • fors aantal illegale werknemers • poverty trap
EVC als hulpmiddel
Definitie EVC
• Maakt individuele competenties zichtbaar “EVC beoogt de erkenning, waardering en verdere • Vergroot employability ontwikkeling van wat een individu heeft geleerd in elke • Competenties beste verzekering tegen werkloosheid mogelijke leeromgeving: in formele omgevingen zoals op • Draagt bij aan persoonlijke ontwikkeling van het individu school, maar ook in niet-formele of informele omgevingen • Draagt bij aan de concurrentiekracht van organisaties zoals de werkplaats of thuis” (Kenniscentrum EVC) • Vergroot de flexibiliteit van organisaties • Door maatwerk wordt er een brug geslagen tussen het onderwijs en arbeidsmarkt • Juiste competenties cruciaal voor een duurzame toekomst voor Curaçao
24
Uitkomsten onderzoek Stakeholders • Positieve attitude t.a.v. EVC • Goede bijdrage aan lokale arbeidsmarktproblemen • Maar: geen ervaring met EVC • Belang competentieontwikkeling wordt breed onderschreven • EVC: kansarme jongeren, minder voor regulier personeel • EVC: DWI, Sociale Vormingsplicht • Sectoren: hospitality & bouw • Bedrijfsleven: trekker; overheid als stimulator & initiator • Cruciaal: bottom up, NIET top down
• Goed onderzoek doen en pilots starten • EVC testen ook in Papiamento
Conclusies & Aanbevelingen • EVC goed instrument tbv competentieontwikkeling beroepsbevolking
• Acceptatie certificatie door bedrijfsleven doorslaggevend
• Maar: EVC Curaçao Style! • Certificaten: algemeen geldend, hoogwaardig
• Duurzame economie en strategisch HR beleid • Verdeeldheid:internationale of nationale assessment maatstaven?
• Zittende werknemers EN werkzoekenden
• Wie betaalt EVC traject?
• Bedrijfsleven: lead; overheid: facilitator
• Er is op Curaçao gebrek aan her- en bijscholingstrajecten
• Onderwijs & vakbonden als partners
• Gedeelde wens: geef praktijkvoorbeelden van EVC
• Kenniscentrum voor Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (KBB): aanjaagfunctie
• Wat zijn ‘best practices’? • En vooral: communiceer goed over potenties van EVC voor deelnemers en bedrijven
Randvoorwaarden:
• Eerste stap: plan van aanpak, concrete stappen, pilots • Nederland: ontsluiting kennis en ervaring
Verbeter- en aandachtspunten:
• Beroepsonderwijs: inhaalslag en kwaliteitsslag • Vertrouwen in kwaliteit van EVC procedures door stakeholders
• Van aanbodgestuurd naar vraaggestuurd: cultuuromslag
• Toegankelijke procedures
• Volwassenonderwijs: nog zeer beperkt
• Heldere afbakening verantwoordelijkheden
• Vergroting assessorcapaciteit en –kwaliteit
• Professionele werving van organisaties en deelnemers
• Quick wins: pilots in toerisme en bouw (zijn al innovatieve sectoren)
• Goede operationele afspraken over financiën • BES-eilanden: leer/werk-trajecten • Overheid als grootste werkgever: begin zelf met EVC • Stakeholders: gezamenlijk EVC plan maken
25
Hopi eksito, i masha danki pa bosso atenshon!
OSA Institute for Labor Studies, Tilburg University/Utrecht University CILS Caribbean Institute for Labor Studies, Curaçao
26
Bijlage 4 Presentatie Patrick Leushuis
Opbouw presentatie
EVC-SEMINAR CURAÇAO
Ontwikkelingen Nederlandse / Europese arbeidsmarkt Projectdirectie Leren & Werken EVC: wat, hoe en waarom EVC in Nederland: Toezicht kwaliteit EVC Rol overheid Knelpunten EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
2 juni 2009
Ontwikkelingen arbeidsmarkt
Ontwikkelingen arbeidsmarkt 2001
2006
2010
2020
Aantallen x 1000 Lage kwalificatie 2.494 Middelbare kwal. 3.794 Hoge kwalificatie 1.986 Alle kwalificaties 8.274
2.293 3.682 2.290 8.265
2.291 3.770 2.535 8.596
2.174 3.828 3.145 9.146
Aandeel (%) Lage kwalificatie Middelbare kwal. Hoge kwalificatie
2006 27,7 44,6 27,7
2010 26,7 43,9 29,5
2020 23,8 41,9 34,4
2001 30,1 45,9 24,0
(Bron, CEDEFOP, 2008) EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Werken in de 21e eeuw Van routine naar probleemoplossing Van volgen naar anticiperen Van toepassen naar ontwikkelen Van instructies naar initiatief nemen Kennisontwikkeling in het werk Werken als vorm van leren ‘Lerende, innoverende organisaties’
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Projectdirectie Leren & Werken Gestart in 2005 Samenwerking OCW & SZW Met steun EZ en LNV Doelen: Upgrading kwalificatieniveau beroepsbevolking Duurzame infrastructuur LLL
o.a. Borghans, Golsteyn en De Grip (2006), Kessels (2001) EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
27
Aanpak PLW Stimuleren en steunen van samenwerkingsverbanden regio Met concrete activiteiten en resultaatdoelstellingen (aantallen deelnemers e.d.) Op het gebied van: Scholing en opleiding EVC
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Hoe werkt EVC? Quick scan, intake Beoordelingsstandaard = competentieprofiel Portfolio: Zelfbeoordelingen 360 graden feedback Bewijsstukken START-formulieren Evt. praktijkproeven Criteriumgericht interview EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
EVC-motieven werkgevers
Wat is EVC?
Erkenning Verworven Competenties Ongeacht leerweg: (werk)ervaring non-formele scholing formele opleiding
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
EVC-motieven individu Certificering en diplomering ervaring Verkorte opleiding op maat Vergroten marktwaarde / kansen op de arbeidsmarkt Inzicht in eigen mogelijkheden Loopbaanontwikkeling Carrièreswitch
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Philips: de aanhouder wint 2000:
Inzetbaarheid en flexibiliteit Mobiliteit intern en extern Professionele identiteit, zelfvertrouwen medewerkers Loyaliteit en motivatie medewerkers Leer- en kwaliteitsimpuls organisatie Effectiviteit, productiviteit Aantrekkelijke werkgever EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
EVC ronduit teleurstellend
2004:
start project Certificering vakmanschap: EVC + duaal opleiden
2007:
> 2000 mensen in project waarvan 800 EVC!
Geleerd: - EVC moet je niet zomaar inkopen en uitbesteden. - Houd expertise in je organisatie. - Eis opleidingen ‘op maat’.
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
28
STOOF: winnaar EVC-prijs 2007 Tijdelijk werk aantrekkelijker door EVC Betere arbeidskrachten door EVC en ontwikkelmogelijkheden Meer / betere business uitzendbranche 1.000 EVC-trajecten per jaar
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Convenantspartners Vakbonden CWI / UWV WERKbedrijf Werkgeversorganisaties MBO-Raad AOC-Raad HBO-Raad Colo (Kenniscentra B & B) Paepon Open Universiteit Overheid: staatssecr. Min. OCW EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Toezicht kwaliteit EVC (2) Beoordelende organisaties Toetredingskader + werkafspraken beoordelende organisaties Erkenning EVC-standaarden: Voor 3 jaar Voor 1 jaar Knelpunt: verschillen tussen beoordelende organisaties
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
EVC in Nederland Landelijke standaarden: Crebo, Croho Branchekwalificaties EVC is marktactiviteit (‘voor de poort’) EVC eindigt met Ervaringscertificaat Open markt: particulier en publiek Kwaliteitscode EVC EVC-register EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Toezicht kwaliteit EVC (1) Kwaliteitscode EVC: 1. Doel 2. Rechten en plichten 3. Validiteit en betrouwbaarheid 4. Assessoren en begeleiders 5. Kwaliteitszorg EVC Normtekst: meetbare criteria per subcode EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Instrumenten overheid (1) Financiële instrumenten: Subsidies Fiscale faciliteiten Communicatie: landelijke campagne radio en tv, folders, brochures e.d. Kenniscentrum EVC Portal leren EVC, leren & werken
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
29
Instrumenten overheid (2) Jaarlijkse prijzen beste projecten: Ginjaar Maas Prijs Gouden Ervaringscertificaat Ondersteuning en monitoring projecten Platforms, congressen e.d. Knelpunten signaleren en oplossingen initiëren EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Succesfactoren voor EVC Concrete resultaatdoelstellingen Deskundigheidsbevordering assessoren, begeleiders, examencommissies etc. Inrichting EVC-centra / loketten Vraag-, klant- en marktgerichtheid Samenwerking met bedrijfsleven Koppeling onderwijsvernieuwingen: Competentiegericht leren Flexibilisering leertrajecten EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Resultaten PLW-projecten 2005-2007: 32 samenwerkingsverbanden 16 leerwerkloketten 28.844 duale trajecten 15.318 EVC-trajecten 2008: Ruim 25.000 duale trajecten Bijna 9.000 EVC-trajecten Inmiddels 30 leerwerkloketten
EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
Knelpunten EVC Autonomie onderwijs ‘Leerstofcentrisme’ Concretisering beleid Klant-, vraag- en marktgerichtheid Flexibilisering (organisatie, bedrijfsvoering, opleidingen) Werkplekleren Eigenaarschap kwaliteitscode EVC EVC-seminar Curaçao, 2 juni 2009
30