Verslag slotbijeenkomst Stookjerijk 2014 20 november 2014, 18.30u- 2030u, Zaalverhuur7 in Utrecht Welkomstwoord door Michel Jehae Avondvoorzitter en debatleider Michel Jehae heet iedereen van harte welkom op de slotbijeenkomst 1 van het project Stookjerijk2014. Hij schetst het kader van de avond. De resultaten van 12 rondetafels over energiebesparing in de huursector worden vanavond besproken. Ook in dit derde jaar is er zeer veel informatie en inzichten opgehaald. Vanavond de afsluiting met de oogst en een blik op de toekomst met alle spelers in het veld: het ministerie van BZK, de Woonbond, Aedes, de Borgingscommissie van het Energieakkoord en de milieuorganisaties. Grote verschillen in energieprestaties bij corporaties Er zijn grote verschillen in de voortgang van energiebesparing bij corporaties. Sommige corporaties houden vol, ondanks de verhuurders- en vestiaheffing, terwijl andere veel last hebben van deze tegenwind. Dat is één van de conclusies uit de twaalf rondetafelgesprekken die dit jaar zijn gehouden tussen corporaties, huurders, raadsleden en wethouders. De vraag werpt zich dan ook op: waar ligt dat aan? En wat zijn bij anderen de belangrijkste belemmeringen en oplossingen? `t kan en is haalbaar stellen de drie Zwolse corporaties. Een aantal corporaties ligt op koers. Wat zijn de succesfactoren? Ook grote verschillen tussen huursectoren van gemeenten Ook is opvallend dat de voortgang van energiebesparing van huursectoren tussen gemeenten óók sterk verschilt. Wat kunnen daar de oorzaken van zijn? Een aantal gemeenten gaat prestatieafspraken in lijn brengen met de doelen van het Energieakkoord (gemiddeld label B in 2020, monitoring, en driepartijenoverleg). En wat doen de overigen? Wat zijn de ervaringen bij gemeenten? Huurdersverenigingen en raadsleden hechten veel belang aan periodiek driepartijenoverleg. Zij willen dat in 2015 de rondetafels opnieuw plaatsvinden. Hoe wordt dit overleg structureler? Welke rol hebben Aedes en de VNG hierbij? Aedes heeft de handtekening onder het Energieakkoord gezet. VNG ook. Prestatieafspraken niet in lijn met Energieakkoord In prestatieafspraken worden de doelstellingen van het Energieakkoord nog niet opgenomen. Wat doet de Borgingscommissie van het Energieakkoord met de geconstateerde ontwikkelingen (voortgang, monitoring en kwaliteit van de prestatieafspraken)? Bij de rondetafels staat het convenant Energiebesparing uit 2012 en het Energieakkoord 2013 centraal. Het convenant is integraal opgenomen in het Energieakkoord. Doelstelling: 1. Gemiddeld energielabel B in 2020 (gemiddeld energieindex 1.25); 2. Lokale aanpak en afspraken met alle drie partijen (vroeger alleen bilateraal tussen gemeente en corporaties). Huurdersverenigingen gaan ook deelnemen. 3. Monitoring van de jaarlijkse vorderingen (rekenmodel Shaere van Aedes). Programma van de slotbijeenkomst Het programma bestaat uit twee presentaties, interviews en debat, een kort muzikaal intermezzo en 1
Gemeenten van Oost naar West: Enschede, Zwolle, Apeldoorn, Nijmegen, Amersfoort, Utrecht, Helmond, Alkmaar, Haarlem, Leiden, Den Haag, Rotterdam. In Amsterdam loopt al een soort rondetafel.
de prijsuitreiking Stookjerijk 2014.
Kracht van Stookjerijk In een kort interview geeft Volkert Vintges namens de Provinciale Natuur en Milieufederaties (directeur Gelderse Natuur en Milieufederatie) de kracht van het project Stookjerijk aan. Hij stelt dat tijdens de 12 rondetafels zeer goede voorbeelden van samenwerking en voortgang op het gebied van energiebesparing in de huursector zijn besproken. Als voorbeelden noemt hij de corporaties in Zwolle en de eerste nul-op-de-meter renovaties. Er zijn ook vele discussies geweest over knelpunten waarom het niet bij alle corporaties en gemeenten goed loopt. Deze informatie is cruciaal voor het slagen van het Energieakkoord. De uitvoering van het Energieakkoord moet ook juist lokaal plaatsvinden. Daarom is Stookjerijk met de lokale aanpak en rondetafels zo sterk. Het slagen van het Energieakkoord is van groot belang. Aan de verschillende pijlers van het Energieakkoord dient nog hard gewerkt te worden. De pijler van de huursector is daarbij een erg belangrijke.
Presentatie ‘Huurdersparticipatie’ door Robbert Willé van de Woonbond Robbert Willé gaat in op recente ontwikkelingen, stijgende woonlasten voor huurders, oplossingsrichtingen, parlementaire enquetecommissie en het versterken van de positie van de huurders. Zie tevens de power point presentatie van Robbert Willé. Robbert Willé stelt dat de verhuurdersheffing niet als excuus mag worden gebruikt om geen investeringen te doen in bestaande huurwoningen. Het aantal huurders onder de armoedegrens zal stijgen van 28% in 2012 naar 35% in 2017. De woonquote voor huurders zal stijgen van 29% in 2012 naar 36% in 2014. De verwachting is dat de woonquote zal stijgen tot ca 40%. In de jaren 80 van de vorige eeuw bedroeg de woonquote voor huurders nog ca 20%. Aedes is in een directe deal met minister Blok akkoord gegaan met de verhuurderheffing. Daarmee is de huursector de komende jaren verzekerd van forse jaarlijkse huurverhogingen. Woonlasten blijven stijgen. De koopkracht is de afgelopen jaren afgenomen, zeker in de huursector waar de huren in 2013 en 2014 veel harder stijgen dan de inflatie. Energieprijzen stagneren. Op de korte termijn is het verhaal van het terugverdienen minder gunstig dan voorheen. Toch blijft het van belang om energiemaatregelen in energieonzuinige huurwoningen te nemen, met als argumenten lagere energierekening, meer comfort en het realiseren van de doelstelling van het Energieakkoord. Anders is de woonlastenstijging nog sterker. Betaalbaarheid is het onderwerp van nu in de sector. Als oplossingsrichtingen noemt Robbert Willé ondermeer: * het gericht huurwoningen opknappen met energielabels E, F en G. * een duurzaam meerjarenonderhoudsprogramma (dmjop) en ambitiebestendig renoveren. * inzicht in energierekening bij woningkeuze. * hulp bij besparing op gedrag (huurders tot energiecoach opleiden). * beperkte jaarlijkse huurverhoging bij huurwoningen met energielabel E, F en G. * toepassen woonlastenwaarborg. Er komt 400 miljoen euro vrij voor investeringen in energiebesparing in de huursector in de periode 2014-2017. Deze worden pas in 2018 en 2019 uitgekeerd. Maatregelen dienen gericht te zijn op het voorkomen en bestrijden van te hoge woonlasten en energiearmoede. Er is een nieuwe woningwet. Deze ligt al voor in de Eerste Kamer. Daar is een wijziging op voorgesteld door het nieuwe kabinet. De wijziging heet een novelle en die term zie je dus wel eens in het nieuws als het over wonen gaat. Er gaat behoorlijk wat veranderen voor de corporaties, zoals welke (commerciële) activiteiten ze mogen uitvoeren. De exacte einduitkomst is nog onzeker, wellicht 2
dat de parlementaire enquête daar ook nog invloed op heeft. Voor huurders is van groot belang dat de prestatieafspraken van twee partijen naar drie partijen gaan: de huurders komen er bij. Bovendien worden de afspraken minder vrijblijvend. Dit zijn behoorlijk zekere onderdelen van de nieuwe wet. De Woonbond adviseert dat nieuwe colleges daar op voorsorteren en dat huurdersverenigingen de prestatieafspraken mee bepalen. De parlementaire enquetecommissie Woningbouwcorporaties heeft ondermeer de volgende aanbevelingen gedaan: *een cultuuromslag bij corporaties; *een beter toezicht; *het versterken van de positie van de huurders. Wat betreft het versterken van de positie van de huurders beveelt de enquetecommissie aan van huurders een volwaardige partij te maken. Het gaat om drie niveau`s van zeggenschap. 1. Zeggenschap op lokaal niveau: prestatieafspraken MET volwaardige positie huurders. 2. Zeggenschap op corporatieniveau: instemmingsrecht bij renovaties. 3. Zeggenschap op huurdersniveau: - Initiatiefrecht voorstel woningverbetering; - Beheer in eigen hand (energie coöperatie). Wat betreft de competenties (bekwaamheden) van bestuursleden van huurdersverenigingen geeft Hans Hans Kregting, voorzitter van de Huurdersbond Ede de volgende aanbevelingen: -‘Laat je ondersteunen door (externe) deskundigen’. -‘Ondersteun je energiecoaches’. -‘Zoek mensen die het duurzaamheidsvirus in zich hebben’. -‘Neem de tijd maar doe wat je belooft’. Tot slot gaat Robbert Willé nog in op het initiatief Reimarkt te Enschede van de corporaties Domijn, De Woonplaats en de gemeente Enschede. Reimarkt is een marktinitiatief met en voor huurders. Het is een winkelformule waar je duurzaam wonen ‘kunt kopen’. Het gaat om bewustwording, energiebesparingsproducten en financiering. Het is laagdrempelig en met vrije keuze ook voor huurders.
Presentatie ‘Succes- en remfactoren bij energiebesparing in de huursector’ door Maarten Visschers, Gelderse Natuur en Milieufederatie De oogst van de 12 rondetafels wordt in het kort aangegeven. Maarten Visschers gaat in op de volgende onderwerpen: monitoring van de energieprestaties met rekenmodel Shaere, opgaven van het Energieakkoord, de resultaten van de voortgang van energiebesparing per corporatie en per gemeente in 2013, de kwaliteit prestatieafspraken in relatie tot de doelstellingen van het Energieakkoord, de succes- en remfactoren. Shaererapport per corporatie Het individuele Shaere rapport per corporatie maakt de voortgang van de energiebesparing en van de genomen energiemaatregelen per corporatie goed zichtbaar. Gegevens die uit Shaere worden gehaald zijn de huidige energie-index en jaarlijkse verbetering van de energie-index, de toename van de isolatiegraad en de toename van het percentage energiezuinige ketels. Per gemeente is er een verbetering van de energie-index van de totale huursector in die gemeente vastgesteld aan de hand van een gewogen gemiddelde. Doelstellingen van het Energieakkoord 3
De doelstelling van het Energieakkoord is een verbetering van energielabel D (op dit moment) naar -> gemiddeld energielabel B in 2020. Uitgedrukt in energieindex is dat een verbetering van de huidige energieindex van 1.69 (eind 2013) van de Nederlandse huursector naar gemiddeld energieindex 1.25 in 2020. Dat houdt in een verbetering van de energieindex van 0.44 in 7 jaar oftewel een verbetering van 0.06 per jaar. In 2012 bedroeg de verbetering 0.05 en in 2013 0.04. Bij een jaarlijks tempo van 0.04 is de verbetering na zeven jaar 0.28. De energieindex is dan een verbetering van 1.69 minus 0.28 maakt 1.40 oftewel gemiddeld energielabel C. Om energielabel B te halen dient het jaarlijkse tempo met 50% te stijgen. Een tweede doelstelling is een volwaardig driepartijenoverleg meten lokale afspraken. Voortgang bij corporaties De verbetering van de energieindex variëren van 0.00 tot 0.11 . Corporaties in bepaalde steden hebben een goede voortgang (Zwolle, Den Haag, Leiden, Nijmegen). De voortgang ligt boven het tempo van 0.06 dat jaarlijks nodig is om gemiddeld energieindex 1.25 te halen in 2020. Corporaties die het goed doen zijn: de drie Zwolse corporaties (SWZ, Openbaar Belang, deltaWonen), twee Haagse corporaties (Haag Wonen, Staedion), twee Nijmeegse corporaties (Talis en Standvast) en Bergopwaars uit Helmond. Doelstellingen van het Energieakkoord 2013 - jaarlijkse verbetering energieindex en ontwikkelingen mbt driepartijenoverleg - en de operationalisatie van de doelstellingen staan niet genoemd in jaarverslagen 2013 van corporaties. Volgens de Natuur en Milieufederaties/ Rotterdams Milieucentrum dienen de corporaties en Aedes in 2014 de volgende zaken te realiseren: 1. Het jaarlijks eigen Shaere-rapport opnemen in het jaarverslag van elke corporatie. Het jaarlijkse individuele Shaererapport dient ook op de website van de corporatie te worden geplaatst en te worden verstrekt aan huurdersvereniging. 2. in december 2013 hierover een handreiking ten behoeve van jaarverslag 2014 vanuit Aedes opstellen en aan alle corporaties versturen. 3. De energieprestaties te verhogen tot een verbetering van de energieindex van 0.06 per jaar. Daarbij dienen corporaties ook een prognose tot 2020 te laten zien. Daarbij dient aangegeven te worden welke financiële ruimte voor energetische verbetering er jaarlijks is. 4. Als corporatie actief mee te werken aan een jaarlijks driepartijenoverleg. Corporaties kunnen dan hun strategie en voortgang laten zien.
4
In deze tabel staat de verbetering van de energieindex voor de huursector per gemeente in 2013. Voor elke gemeente is een gewogen gemiddelde opgesteld. Deze verbetering varieert van 0.01 tot 0.10 . Tabel: de verbetering van de energieindex voor de huursector per gemeente in 2013 gemeente Verbetering energieindex in Energieindex voor gehele 2013 huursector eind 2013 Zwolle 0.10 1.62 Leiden 0.065 1.90 Den Haag 0.065 1.85 Nijmegen 0.06 1.60 Helmond 0.045 1.59 Enschede 0.04 - (te weinig gegevens) Utrecht 0.04 (excl Mitros) 1.86 Amersfoort 0.04 1.68 Haarlem 0.03 1.90 Rotterdam 0.025 1.67 Apeldoorn 0.01 1.65 Alkmaar - (te weinig gegevens) Landelijk gemiddelde 0.04 1.69 Noodzakelijk jaarlijkse 0.06 verbetering om Energieakkoord 2020 te halen Kwaliteit prestatieafspraken in relatie tot doelen Energieakkoord De doelstellingen van het convenant Energiebesparing Huursector dd juni 2012 (integraal opgenomen in het Energieakkoord dd september 2013) worden nog niet opgenomen in gemeentelijke Woonvisies, Woonagenda`s en de daarop volgende prestatieafspraken. Per gemeente/ driepartijenoverleg is ook de kwaliteit van de prestatieafspraken beoordeeld en besproken. Hieronder wordt ingegaan op de kwaliteit van prestatieafspraken in relatie tot de doelen van het Convenant/ Energieakkoord. 1. Gemiddeld label B in 2020 In De Haag, Utrecht en Nijmegen zijn duidelijke punten op de horizon gezet. In Den Haag en Utrecht gaat de wethouder gaat voor gemiddeld energielabel B in 2020. In Nijmegen staat in het Collegeakkoord van B&W als doelstelling minimaal energielabel B in 2018. In 2020 dient dan gemiddeld energielabel B gehaald te worden. De wethouder in deze gemeenten zijn ambassadeurs: Joris Wijsmuller (Den Haag), Paulus Jansen (Utrecht), Bert Frings (Nijmegen). Ook wethouder Berend de Vries (Tilburg) gaat voor een hoge ambitie. Er zijn ook gemeente waar het Energieakkoord bij nieuwe Woonvisies, woonagenda`s en prestatieafspraken niet is opgenomen. Dat is ondermeer het geval bij de nieuwe concept prestatieafspraken van de gemeente Enschede (najaar 2014), en de nieuwe Woonvisie van Eindhoven (2014) en de concept Woonagenda van Arnhem November 2014). Verder zijn in voorbereiding prestatieafspraken van de gemeente Apeldoorn, Helmond en Leiden. Daar liggen kansen. Een aantal prestatieafspraken zijn sterk verouderd. Deze zijn nog gebaseerd op het convenant van 5
2008 (Amersfoort, Leiden, Haarlem, Rotterdam) en gaan uit van een doelstelling van 20% CO2 reductie in de periode 2008-2018. In de gemeente Utrecht en Amsterdam zijn de prestatieafspraken gebaseerd op het behalen van een aantal labelstappen per jaar. De betreffende doelstelling ligt op een kwart van de doelstelling die nodig is om de doelstelling die nodig is om het Energieakkoord te halen. 2.Monitoring Geen van de deelnemende gemeenten monitort op de verbetering van de energieindex. Gemeente Nijmegen monitort op de verbetering van het percentage van de afzonderlijke energielabels A t/m G. Gemeente Utrecht en Amsterdam monitoren op het aantal gerealiseerde labelstappen. Monitoring van energieprestaties ontbreekt ondermeer in Alkmaar, Haarlem, Leiden, Rotterdam en Zwolle. 3.Driepartijenoverleg Volwaardig driepartijenoverleg vindt plaats in Leiden (Leids Platform Wonen) en Tilburg (Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg met corporaties en gemeente). In Amersfoort en Ede hebben de drie partijen convenanten afgesloten. In Utrecht overlegt de huurdersorganisatie De Bundeling van de corporaties en gemeente. In Nijmegen is een huurdersplatform in oprichting. In Den Haag voert de wethouder overleg met de huurdersverenigingen. Volgens de Natuur en Milieufederaties/ Rotterdams Milieucentrum dienen de gemeenten en VNG in 2014 de volgende zaken te realiseren: 1. de doelstellingen van het Energieakkoord (energieindex 1.25 in 2020; monitoring en driepartijenoverleg) expliciet in Woonvisie (cq Woonagenda) en Prestatieafspraken opnemen, uitwerken en operationaliseren 2. Een handreiking Prestatieafspraken op korte termijn opstellen en versturen naar alle Nederlandse gemeenten. De bestaande handreiking Prestatieafspraken dient geactualiseerd te worden. 3. als gemeente/VNG actief mee werken aan een jaarlijks driepartijenoverleg. De gemeente kan daarbij de resultaten van de monitoring van de prestatieafspraken laten zien. Succesfactoren: samenwerking en ambitie Succesfactoren zijn onder meer een ambitieuze wethouder, een actieve raad, als corporatie een duidelijke ambitie hebben en daarbij een duidelijk doel nastreven, . Als succesfactoren worden genoemd: 1. Een actieve wethouder. De wethouder speelt een belangrijke rol. Goede voorbeelden zijn onder meer: - gemeente Tilburg waarbij wethouder Berend de Vries de corporaties betrekt bij het woonlastenbeleid (Tilburg); - gemeente Nijmegen waarbij ex wethouder Jan van der Meer en de huidige wethouder Bert Frings de corporaties bij het klimaatbeleid betrekken; - gemeente Den Haag waarbij wethouder Joris Wijsmuller actief het contact opzoekt met en gesprekken aangaat met de huurdersverenigingen, bij de voorbereiding van de prestatieafspraken. - gemeente Utrecht waarbij wethouder Paulus Jansen actief deelneemt aan de bijeenkomst Stookjerijk en doelstellingen uit het Energieakkoord onderstreept. 2. Een actieve gemeenteraad die haar betrokkenheid bij dit onderwerp laat merken. Goede voorbeelden zijn de gemeenteraden van Rotterdam en Utrecht. 3. een reeds bestaand lokaal driepartijenoverleg. Voorbeelden zijn het Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg (SBOT) en het Leids Platform Wonen. 6
4. Corporaties die de schouders er onder zetten. Zo gaan de Zwolse corporaties een soort , ‘competitie’ met betrekking tot de jaarlijkse verbetering van de energieindex aan. Dit onder het motto ‘ geen woorden maar daden’. 5. Corporaties die actief laten zien wat ze doen en daarbij de jaarlijkse overall-prestaties laten zien. Een aantal corporaties laat daarbij ook de verbetering over meerdere jaren zien (onder meer Portaal Nijmegen en De Sleutels). 6. Huurdersverenigingen die samenwerking met collega huurdersverenigingen opzoeken en driepartijenoverleg initieren Remfactoren Als remfactoren worden genoemd: 1. Geen prestatieafspraken. In Apeldoorn is men in 2010 niet tot nieuwe prestatieafspraken gekomen. Medio 2014 hebben gemeente en corporaties dit weer opgepakt. De verbetering van de energieindex van de Apeldoornse huursector in 2013 is minimaal (0.01 ten opzichte van 0.04 als landelijk gemiddelde). 2. Geen gezamenlijke ambitie, weinig samenwerking, geen monitoring. Zie punt 1 hierboven. 3. Te veel investeringen in andere opgaven zoals maatschappelijk vastgoed (Apeldoorn). Gemeenten vragen corporaties ook om andere maatschappelijke opgaven zoals leefbaarheid, nieuwbouw, maatschappelijk vastgoed (zorgtehuizen, wijkcentra ed). Dat gaat ten koste van investeringen in de bestaande huurwoningen. 4. De verhuurdersheffing.
Debat met ministerie BZK, Woonbond en Aedes Jos van Dalen ( Afdelingshoofd Energiebeleid Gebouwde Omgeving bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkszaken), Ronald Paping (directeur Woonbond) en René van Genugten (senior beleidsadviseur huurbeleid en duurzaamheid bij Aedes). Michel Jehae vraagt aan de drie heren om hun visie te geven op de energieprestaties van de corporaties in 2013. Aedes: versnelling noodzakelijk René van Genugten geeft aan dat een versnelling noodzakelijk is. Hij geeft aan dat de verhuurdersheffing en de economische crisis versnelling bemoeilijken. Hij ziet een oplossing in De Stroomversnelling, het in één keer renoveren van huurwoningen tot energieneutraal (zgn nul-op-demeter). De eerste prototypes zijn nu gerealiseerd. De Stroomversnelling is een industriële opgave waarbij het doel is sneller, goedkoper en beter te renoveren. Michel Jehae vraagt welke wensen hij heeft richting het ministerie van BZK. Hij geeft aan aan het afschaffen van de verhuurdersheffing en een betere regelgeving. Bij het laatste betreft het onder meer de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector (STEP; 400 miljoen euro aan subsidie) en het Fonds energiebesparing huursector (FEH). Het FEH biedt een lening met een lage rente aan alle verhuurders van een renovatieproject met een zeer hoge energiebesparingsambitie. BZK: wethouder aanspreken Jos van Dalen geeft aan dat het huidige tempo te laag is. De corporatiesector heeft een hoog energiebesparingspotentieel. De koplopercorporaties geven aan dat het kan. Bij de Zwolse corporaties zit de verduurzaming op alle niveaus en alle hoeken van de bedrijfsvoering. Belangrijk is ook dat de wethouder van de gemeente op dit onderwerp goed wordt aangesproken. Een actief driepartijenoverleg met de bestuurder er bij is van belang. Huurdersverenigingen dienen hun rol 7
effectief te spelen. Hij nodigt de corporaties gebruik te maken van de huidige STEP-subsidie. Woonbond: enkele lichtpuntjes Ronald Paping ziet een aantal lichtpuntjes. Hij vindt overigens dat de verhuurdersheffing zondermeer van tafel moet. Lichtpuntjes die hij ziet zijn: - corporaties zitten nu beter in hun financien. Dit in verband met dalende organisatiekosten. - er is meer aandacht voor prestatieafspraken. Bij de achterban van de Woonbond, de huurders, is minder prioriteit bij energiebesparing. De focus ligt nu op de forse huurverhoging als gevolg van de verhuurdersheffing. De betaalbaarheid heeft de aandacht. Het verhaal van energiebesparing wordt hierdoor moeilijker. De oplossing van een lagere inkomstenbelasting voor huurders als compensatie wordt genoemd.
Debat met de Borgingscommissie, Homemates en Finance Ideas Huursector belangrijke partij bij Energieakkoord Rob Weterings is secretaris van de Borgingscommissie van het Energieakkoord. Over twee jaar (in 2016) vindt er een tussenevaluatie van het Energieakkoord plaats. Als de tussendoelen niet worden gehaald, volgen er maatregelen. Er wordt nog even twee jaar de tijd te genomen. Het Energieakkoord (dd september 2013) is gesloten door 47 partijen. Deze partijen borgen ook zelf de voortgang. Het gaat over 159 afspraken. Doelstelling is om in 2020 100 PetaJoule energie te besparen, op een totaal verbruik in Nederland van 3300 PetaJoule. Een derde deel van de besparing dient uit de gebouwde omgeving te komen. De huursector is een zeer belangrijke partij binnen de gebouwde omgeving vanwege de expertise en hoge organisatiegraad bij het onderhoud en de verduurzaming van woningen. Rob Weterings vindt dat de gepresenteerde cijfers duidelijk zijn. Het is niet gemakkelijk voor de corporaties om het gewenste tempo te halen. Echter een aantal corporaties laten zich niet afschrikken. Er is veel creativiteit gewenst. Een voorbeeld daarvan is de industrieële aanpak van De Stroomversnelling. Derde succesfactor: de huurder HomeMates is een onafhankelijk kennisplatform dat tot doel heeft de slagingskans van energiebesparingsprojecten in de bestaande woningbouw te vergroten. Goed functionerende techniek en voldoende budget spelen vanzelfsprekend een grote rol. Maar de derde factor die leidt tot meer succes blijft té vaak onderbelicht. Het draait daarbij om het begrip Samen: Samen willen, Samenbrengen, Samenwerken. Oftewel, bewonersbelangen centraal stellen, het project stevig inbedden in een bredere context en de samenwerking tussen alle partijen goed laten verlopen. HomeMates is een initiatief van de leerstoel Sustainable Building van professor Anke van Hal van Nyenrode Business Universiteit. Zij is tevens verbonden aan de TU Delft. HomeMates richt zich specifiek op deze derde succesfactor. Het platform gaat bestaande kennis ontsluiten en doorontwikkelen. Samen met partijen uit het veld. Anke van Hal doet een oproep om goede voorbeelden voor het voetlicht te brengen. In samenwerking met Cobouw zoekt HomeMates verhalen rond ‘stille helden’. Dit zijn mensen die recent met succes energiebesparingsprojecten in de bestaande woningbouw hebben gerealiseerd doordat zij op bijzondere en positieve wijze omgingen met bewoners, de samenwerkingspartners en de opgave. De vijf mooiste verhalen worden in december in Cobouw gepubliceerd. Belangrijk is om aan te geven dat er ook veel goed gaat. Geld lenen is knelpunt voor corporaties Rob Rödscheidt van Finance Ideas heeft doorrekeningen gemaakt van De Stroomversnelling. Bij De 8
Stroomversnelling worden huurwoningen zeer verregaand gerenoveerd naar energieneutraal. Volgens Rob is dit economisch erg interessant gebleken. Een nul-op-de-meter renovatie kost nu ongeveer 70.000 euro. Knelpunt is dat corporaties door strengere regels moeilijker geld kunnen lenen voor energiemaatregelen. Ook bij ASN gaat dit moeilijk. We zijn in een kramp geschoten door de crisis en financieel wanbeheer bij een aantal corporaties. Stookjerijk laat zien dat de kracht van samenwerking belangrijk is. Dat komt onder meer tot uiting in het driepartijenoverleg. Bij een dergelijk overleg dient ook de financiele sector en de bouwsector aanschuiven. De bouwsector kan haar aanbod laten zien. Belangrijk is te laten zien wat er in praktijk gebeurt.
Rondetafel met corporaties Aan de rondetafel nemen deel Martin Bleijenberg (senior adviseur programmamanager markt bij delta Wonen te Zwolle; 7.600 huurwoningen), Gerda van den Berg (directeur bestuurder van De Sleutels (Leiden; 7.700 huurwoningen), Egbert Dekker (manager vastgoed bij De Alliantie (Amersfoort; 12.400 huurwoningen) en Pim Thoonen (hoofd projectmatig onderhoud bij Talis (Nijmegen, 9.750 huurwoningen). Michel Jehae vraagt de corporaties naar hun succesfactoren en strategie daarbij. Martin Bleijenberg geeft aan dat de doelstelling van deltaWonen energielabel B in 2023 is. De Zwolse corporatie heeft duurzaamheid goed verankerd tussen de oren. In alle delen van het bedrijf speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Duurzaamheid is onderdeel van de strategie. Zwolse corporaties houden als het ware een competitie ten aanzien van de verbetering van de Energieindex. Gerda van den Berg geeft aan dat De Sleutels realistisch te werk gaat. De Sleutels heeft nog veel oud bezit. De corporatie heeft 30% G, F en E labels. Toch is de energieindex aanzienlijk verbeterd (boven het tempo dat nodig is om het Energieakkoord in 2020 te halen). De huren zijn de inkomstenbron van De Sleutels. De extra investering die nodig is voor een labelstap weegt De Sleutels altijd af tegen de wens om zoveel mogelijk woningen te verbeteren. Liever 1000 woningen met 3 labelstappen dan 500 woningen met 5 stappen, aldus Gerda van den Berg. In 15 werkdagen worden huurwoningen gerenoveerd. Hier wordt een huurverhoging voor gevraagd. Er zijn daarbij ook complexen waar de 70% toestemming van de huurders jammergenoeg niet wordt gehaald. De verhuurdersheffing wordt wel als remmende factor gezien. De Sleutels is jaloers op de subsidieregeling voor corporaties in de provincie Overijssel. Egbert Dekker geeft aan dat De Alliantie zo veel mogelijk huurwoningen naar energielabel B renoveert. Pim Thoonen van Talis geeft aan dat de corporaties veel huurwoningen uit de jaren 1960-1970 heeft. De gelijksoortigheid maakt complexmatige aanpak gemakkelijker. Subsidies helpen zeker. Alle hulp is meegenomen.
Rondetafel met de raadsleden Aan deze rondetafel nemen deel Tobias Dander (raadslid in Den Haag), Pepijn Boekhorst (raadslid in Nijmegen) en Querien Velter raadslid (raadslid in Rotterdam). Tobias Dander geeft aan dat tijdens de bijeenkomst Stookjerijk Den Haag er een flinke discussie was tussen de corporaties en raadsleden. Ook wethouder Joris Wijsmuller, met onder meer portefeuilles Wonen en Duurzaamheid, vindt dat de Haagse corporaties minimaal energielabel B in 2020 moeten 9
halen. Dat stelt hij als ambitie, ook als onderdeel om in 2030 energieneutraal te zijn. Haagse corporaties geven aan dat dit moeilijk is te halen. Zij kunnen onder de huidige omstandigheden slechts beperkt geld lenen voor energiemaatregelen en zien technische belemmeringen bij de gestapelde bouw. Zij focussen nu wel meer op verduurzaming van bestaande huurwoningen dan in eerdere collegeperiodes toen op woningproductie werd ingezet. Querien Velter stelt dat er in Rotterdam vanaf nu actief gemonitord dient te worden. De voortgang dient actief gedeeld te worden. Ook de ambities van de corporaties moeten omhoog. Met het huidige tempo komt Rotterdam ‘boven in label C’ in 2020 (energieindex van ca 1.50 in 2020). Zij vraagt welke steun corporaties hierbij nodig hebben. Pepijn Boekhorst geeft aan dat voor de Nijmeegse raad de betaalbaarheid van het wonen belangrijk is. De raad heeft gekozen voor een lastenverschuiving naar de hogere inkomens. Bij de Nijmeegse corporaties is er geen stop op investeringen in huurwoningen. De aanschaf van zonnepanelen wordt niet gesubsidieerd. Deze verdienen zich in acht jaar terug. Wel wil de raad een investeringsfonds voor zonnepanelen instellen.
Rondetafel met huurdersverenigingen Aan de rondetafel nemen deel Miriam Sterk (Huurdersorganisatie De Bundeling, platform van Utrechtse huurdersverenigingen, Jaap Faber (Huurdersvereniging IJsselmonde te Rotterdam) en 4. Max van den Berg (Huurdersvereniging De Klink te Nijmegen). Miriam Sterk geeft aan dat de Bundeling sterk betrokken is bij de ontwikkelingen in de Utrechtse huursector. De Bundeling is als stedelijke koepel een vaste partner in het driepartijenoverleg en heeft meegesproken bij de Utrechtse Prestatieafspraken Bouwen aan de Stad. De Bundeling wil echter meer zeggenschap in dit driepartijenoverleg. Max van den Berg vindt dat er meer inspraak vanuit de huurdersverenigingen gewenst is. Op dit moment werken de Nijmeegse huurdersverenigingen aan een stedelijke koepel, aan een stedelijke huurdersvertegenwoordiging. De Nijmeegse huurdersverenigingen willen aan de slag. In het huurdersblad van De Klink wordt aandacht besteed aan isolatie en zonnepanelen. De aanpak met energiecoaches die huurders kunnen coachen in energiezuinig gedrag, hangt af van de persoon. De coach dient een echte coach te zijn, een echte trekker. Ook Jaap Faber vindt dat Rotterdamse huurdersverenigingen zich meer moeten verenigen. Jaap vindt samenwerking erg belangrijk. Als de corporaties niet willen samenwerken, moet de verantwoordelijke wethouder en de raad zich hier hard voor maken. De Woonbond kan dit in het Rotterdamse goed aanjagen.
Uitreiking Stookjerijk Trofee 2014 De winnaars van de StookjeRijk Trofee 2014 worden bekend gemaakt door de juryleden. Deze aanmoedigingsprijs gaat naar de huurdersvereniging, de woningcorporatie en de gemeenteraad die in het project de beste invulling aan de doelstellingen van het convenant Energiebesparing Huursector/ Energieakkoord heeft gegeven. Winnaar gemeenteraad Den Haag Bij gemeenteraden zijn de genomineerden: Den Haag, Enschede, Haarlem, Helmond, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht.
10
Criteria voor de beoordeling door de jury zijn: a. ambitie 2020 met betrekking tot energiebesparing in de huursector: b. aanpak (smart) en monitoring van energieprestaties en woonlastenontwikkeling in de huursector binnen de gemeente. Jaarlijks overzicht en rapportage aan de raad, ook in relatie tot de doelstellingen van het nieuwe convenant / Energieakkoord (energieindex 1.25 in 2020 cq 33% CO2 reduktie in de periode 2008-2020, lokale aanpak en afspraken, en resultaten monitoring Shaere). c. Energieprestaties in 2013 / tempo. d. het uitvoeren van een woonlastenonderzoek binnen de gemeente. e. interesse en betrokkenheid vanuit de raad. f. mede realisatie van lokaal overleg en lokale afspraken conform nieuw convenant/ Energieakkoord. Jurylid Volkert Vintges maakt de winnaar bekend. Hij geeft aan dat de winnaar een sterke ambitie, een goede voortgang in 2013 en ook nog een woonlastenonderzoek heeft uitgevoerd. Dit woonlastenonderzoek geeft een goed overzicht van de locaties van energieonzuinige huurwoningen in de gemeente. Daarbij zijn ook de energielabels van alle huurwoningen in de gemeente op één kaart gezet. Zo is goed te zien waar de urgentie het hoogst is. De winnaar is de gemeenteraad van Den Haag. Raadslid Tobias Dander neemt de trofee in ontvangst. Een eervolle tweede plaats krijgt de gemeenteraad van Nijmegen. In het collegeakkoord staat als ambitie minimaal energielabel B in 2018 opgenomen. Ook de goede voortgang en de jaarlijkse consequente monitoring op het percentage energielabels is een goed voorbeeld. Winnaar De Sleutels uit Leiden Bij de corporaties zijn de genomineerden: Alckmaer (uit Alkmaar), deltaWonen (uit Zwolle), De Alliantie (uit Amersfoort), De Sleutels (uit Leiden), Talis (uit Nijmegen), Vestia (uit Rotterdam), woCom (uit Helmond). Criteria voor de beoordeling door de jury zijn: a. transparantie over het energiebesparingstempo en rapportage energiebesparing in eigen 2 huurvoorraad 2013 aan de hand van de Shaeremonitor (energiemonitor) van Aedes . b. hoogte van het jaarlijkse energiebesparingstempo. In termen van daling van de energieindex in 2013 (zie Shaererapport). c. Energiedoelstelling 2020. In termen van te behalen energielabel C of B (of energieindex) in 2020. d. actieve communicatie met huurders; aangeven op welke manier. e. mede realisatie van lokaal overleg en lokale afspraken. Conform Energieakkoord. Jurylid Jos van dalen maakt de winnaar bekend. Hij geeft aan dat de jury dit jaar een zware opgave heeft gehad aan het kiezen van de winnaars. De koplopers ontliepen elkaar niet veel. Uiteindelijk was onderscheidend voor de winnaar de transparantie over het energiebesparingstempo, de hoogte van het energiebesparingstempo (twee maal zo hoog als het landelijk gemiddelde) en de actieve deelname aan het ingestelde Stedelijk Platform Wonen. De winnaar is De Sleutels uit Leiden. Drie corporaties zijn op de tweede plaats geëindigd, te weten deltaWonen, De Alliantie en Talis. Huurdersvereniging De Klink uit Nijmegen Bij huurdersorganisaties zijn de genomineerden: BoKS (uit Utrecht), Centrale Huurdersraad (uit 2
In jaarverslag 2013 (en op website) een heldere rapportage over de – overall - gerealiseerde energiebesparing, verbetering van de energieindex. Ook in het jaarverslag een rapportage van de resultaten in relatie tot de doelstellingen van het Energieakkoord (ondermeer verbetering van de energieindex van de huurvoorraad, lokale aanpak en afspraken, resultaten monitoring volgens Shaere). Meerjarentrend aangeven scoort ook punten. Ook een prognose. 11
Zwolle), Huurdersvereniging De Peel (uit Helmond), Huurdersvereniging Haag Wonen (uit Den Haag), IJsselmonde (uit Rotterdam), De Klink (uit Nijmegen), Noord-Kennemerland (uit Alkmaar). Criteria voor de beoordeling van de jury zijn: a. inzet met betrekking tot verbeteren ambitie van het energiebeleid van de corporatie en de realisatie daarvan door de corporatie. Idem richting ambitie van Prestatieafspraken in geval van een Platform van Huurdersorganisaties. b. communicatie over energiebesparing richting eigen huurders en richting corporatie. c. huurdersvereniging als ambassadeur voor energiebesparing. d. mede realisatie van lokaal overleg en lokale afspraken conform Energieakkoord. Jurylid Ronald Paping maakt de winnaar bekend. De winnaar is een zeer actieve huurdersvereniging die ook al lang aan het onderwerp energiebesparing werkt. De huurdersvereniging volgt en becommentarieerd het energiebeleid van haar corporatie. De huurdersvereniging is zeer zichtbaar en kent de weg naar de gemeentelijke politiek. De huurdersvereniging heeft het voortouw genomen bij het organiseren van een nieuw stedelijk platform voor huurdersverenigingen. Doel daarvan is sterk te staan bij onderhandelingen zoals bij de nieuwe prestatieafspraken. De winnaar is De Klink uit Nijmegen. Tweede is huurdersvereniging Ijsselmonde uit Rotterdam en derde De Centrale Huurdersraad uit Zwolle en huurdersvereniging Haag Wonen uit Den Haag. .
Afsluiting Volkert Vintges sluit af met een korte impressie en een bedankwoord voor de samenwerking met de Woonbond in de persoon van Robbert Willé van het Energieteam, met Bart Jansen van Aedes (monitor Shaere) en voor de leiding van de debatten door Michel Jehae, met zijn actieve inbreng en adviezen. Zij waren mede de constante factoren bij de Rondetafels. Hij bedankt ook de projectmedewerkers van de Natuur en Milieufederaties en het Rotterdams Milieucentrum voor het organiseren van de 12 rondetafels. In 2015 zullen de rondetafels opnieuw worden voortgezet. De organisatie ziet de deelnemers dan weer graag bij de rondetafels. Hij nodigt iedereen uit voor een drankje.
Foto: winnaars Stookjerijk Trofee 2014, vlnr Max van den Berg (De Klink), Gerda van den Berg (De Sleutels) en Tobias Dander (gemeenteraad Den Haag).
12