SAMENWERKING HAP+RAV Slotbijeenkomst 24 september 2012 in Utrecht
Eind 2011 zijn Ambulancezorg Nederland (AZN) en de Vereniging Huisartsenposten Nederland (VHN) samen een project gestart om de samenwerking tussen de regionale ambulancevoorzieningen (RAV) en huisartsenposten te versterken. Directe aanleiding vormde de VWS-discussienota 'Goed op Tijd!' waarin de minister oproept tot overleg en samenwerking. Het project Als start van het project is met een uitgebreide enquête in kaart gebracht hoe de samenwerking anno 2012 verloopt, welke afspraken er al bestaan en wat daarbij de aandachtspunten zijn. De resultaten van de enquête zijn besproken in een overleg van directeuren van RAV's en huisartsenposten, en vervolgens op een invitational conference met ketenzorgpartners, de Inspectie, zorgverzekeraars, onderzoeksbureaus en VWS. Op basis van deze besprekingen hebben AZN en VHN voor 2013-2014 een gezamenlijk beleidsagenda opgesteld. Om de samenwerking op regionaal niveau te ondersteunen is het Handboek Samenwerking HAP+RAV samengesteld. Hierin vinden de samenwerkingspartners praktische handreikingen, achtergrondinformatie en praktijkvoorbeelden. Ook de resultaten van de enquête en de beleidsagenda zijn in het Handboek opgenomen. Gelijktijdig met het Handboek is een handzame handreiking verschenen. Daarin staan de inleidingen van het Handboek; op een CD vindt u de overige documenten uit het Handboek.
Slotbijeenkomst Op maandag 24 september 2012 vond de voorlopige slotbijeenkomst plaats van het project. Voorlopig, omdat de samenwerking ook na deze bijeenkomst onverminderd doorgaat. Zo'n 150 vertegenwoordigers van huisartsenposten en RAV's gaven gehoor aan de uitnodiging. Het programma omvatte een interactieve presentatie van mr. Luuk Arends, advocaat bij Dirkzwager advocaten & notarissen, een toelichting op de enquête en een presentatie van de gezamenlijke beleidsagenda 2013-2014 van VHN en AZN. Leon van Halder, directeur-generaal curatieve zorg (VWS) , nam de beleidsagenda en het eerste Handboek Samenwerking HAP+RAV in ontvangst.
Opening door Hans Simons, voorzitter AZN In zijn openingswoord citeerde Hans Simons futuroloog prof. dr. Wim de Ridder die voor de toekomst revolutionaire ontwikkelingen in de gezondheidszorg voorziet door innovatie op medisch gebied en nieuwe samenwerking de zorg. In dat licht ziet Simons het project Samenwerking HAP+RAV als een nieuwe fase 'waarin partijen elkaar weten te vinden, los van het partijpolitieke discours in Den Haag'. Een van de grote thema's in het maatschappelijk debat over de gezondheidszorg is wat hem betreft het terugdringen van HANDBOEK SAMENWERKING HAP+RAV │ September 2012 Vereniging Huisartsenposten Nederland Postbus 2672 3500 GR Utrecht 030 - 282 37 88
[email protected] www.vhned.nl Ambulancezorg Nederland Postbus 489 8000 AL Zwolle 038 - 422 57 72
[email protected] www.ambulancezorg.nl
1
de tweede lijn ten gunste van de eerste lijn. Simons verwacht dat daarbij niet zozeer de structuurdiscussie, maar de mate waarin professionals in de regio elkaar weten te vinden doorslaggevend zal zijn: 'Niet voor niets spreken we tegenwoordig vaak over de 'anderhalfde lijn'. In een recent verschenen advies schetst de SER verdere uitdunning van de AWBZ met een verschuiving naar opvang in de thuissituatie. Simons: 'Ik zie dit als een enorme impuls voor de huisartsgeneeskunde, eerstelijnswerk, mantelzorg en nieuwe arrangementen met de gemeente'. Bij het versterken van de organisatorische en bestuurlijke kracht van de eerstelijn, komt er, gaat hij verder, een belangrijk speerpunt te liggen bij de acute zorg. Hoe verlenen we de klok rond acute zorg aan burgers in nood? Het Handboek Samenwerking HAP+RAV en de gezamenlijke beleidsagenda van VHN en AZN, zijn belangrijke stappen op weg naar verdere intensieve samenwerking.
De stip op de horizon van Hans Simons (voorzitter AZN) 'Mijn verwachting is dat er in de regio tussen ziekenhuizen, huisartsenposten en RAV's, maar ook met de acute psychiatrische zorg en de thuiszorg - denk aan ouderen die via domotica beter toegang krijgen, een hoogwaardige acute zorg gaat ontstaan. Internationaal gezien verdienen we op dit moment een 7 of een 8, mijn stip op de horizon is om dat naar een 9 te tillen. En dat heeft te maken met samenwerking, een nog betere triage, een nog betere training van professionals en het nog openhartiger bespreken van incidenten. We hebben gekozen voor een inhoudelijke samenwerking, niet omdat ik beducht ben voor een stelselwijziging, maar omdat we verder komen door de inhoud te verbeteren. Professionals en ook ikzelf als bestuurder raken daardoor meer gemotiveerd. En als uit die discussie andere organisatorische arrangementen voortkomen, is dat prima, maar dan als uitkomst van een verbeterslag. De eyeopener van het project Samenwerking HAP+RAV is voor mij geweest dat we uiteindelijk altijd te maken hebben met gedrag van professionals. Daarom is het bespreken van incidenten zo belangrijk, het gaat niet om structuur, maar om mensen. De weg naar verdere verbetering loopt vooral via samenwerking, bijscholing, training en het open bespreken van calamiteiten. Hoe langer ik me ermee bezig hou, hoe meer ik tot die overtuiging ben gekomen.'
Interactieve presentatie door Luuk Arends, advocaat Luuk Arends, advocaat bij de sectie gezondheidsrecht van Dirkzwager advocaten & notarissen, startte zijn inleiding met een toelichting op de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) die binnenkort in werking treedt. De Twaz is een moderne wet met weinig bepalingen; de details worden geregeld in de ministeriele beleidsregels. Daarin is onder meer geregeld dat de RAV's moeten gaan samenwerken met andere zorgorganisaties, waaronder de huisartsenposten. 'Het is niet meer zo vrijblijvend als het was', aldus Arends. Het is, vervolgt hij, noodzakelijk om stevige afspraken te maken over de overdracht van patiënten. Dit is alleen mogelijk als ook duidelijk is waar de risico's liggen en hoe de verantwoordelijkheden zijn verdeeld. Voorts moeten er afspraken komen over de onvermijdelijke uitwisseling van patiëntgegevens. Arends: 'En als je daar afspraken over hebt, over de overdracht en de privacy, ontkom je er eigenlijk niet meer aan om ook een gezamenlijk kwaliteitsbeleid te ontwikkelen.' HANDBOEK SAMENWERKING HAP+RAV │ September 2012 Vereniging Huisartsenposten Nederland Postbus 2672 3500 GR Utrecht 030 - 282 37 88
[email protected] www.vhned.nl Ambulancezorg Nederland Postbus 489 8000 AL Zwolle 038 - 422 57 72
[email protected] www.ambulancezorg.nl
2
Aan de hand van vijf waargebeurde casus besprak Arends met de aanwezigen welke misverstanden en calamiteiten zich in de praktijk kunnen voordoen. Het zijn juist deze incidenten, aldus Arends, die laten zien waar het uiteindelijk om gaat en waar we van kunnen leren. Ook het eindoordeel van de tuchtrechter werd in de discussie betrokken. Belangrijke aspecten die uit de casus naar voren kwamen waren: - Zorgverleners houden altijd hun eigen verantwoordelijkheid. Een professional (huisarts, triagist, ambulanceverpleegkundige of centralist) mag zich niet zonder meer verlaten op het (eerdere) oordeel van een andere professional. - Protocollen en samenwerkingsafspraken zijn er niet om zich achter te verschuilen. Wel bieden ze een belangrijk houvast bij het tegemoet treden van complexe situaties. 'Gezond boerenverstand' is onontbeerlijk, maar het gevoel voor situaties ontstaat in de samenwerking. - Het is belangrijk om samen de risico's in te schatten. Een gedegen risico-inventarisatie vormt de basis voor beleid. Uitzonderingen doen zich altijd voor, maar ook over hoe daarmee om te gaan, kun je afspraken maken. - Scholing, wellicht zelfs gezamenlijke scholing, is belangrijk om de afspraken goed te implementeren. - Niet alleen samenwerking tussen HAP en RAV is belangrijk, ook samenwerking met andere ketenpartners in de eerstelijn is nodig, bijvoorbeeld de GGZ.
Toelichting enquête HAP+RAV 'Samenwerking is belangrijk, maar niet altijd makkelijk', stelde Margreet Hoogeveen (AZN) vast In haar toelichting op de enquête die begin 2012 werd gehouden onder huisartsenposten en RAV's. Alleen al kijkend naar de regio-indeling hebben bijna alle RAV's te maken met meerdere huisartsenposten en ook andersom beslaat het werkgebied van de huisartsenpost soms meerdere veiligheidsregio's. 'Vanuit de koepels vinden we het daarom extra belangrijk om het maken van afspraken te ondersteunen', aldus Hoogeveen. Naast het Handboek met praktische handreikingen voor de regio gaan VHN en AZN op koepelniveau aan de slag met de gezamenlijk beleidsagenda. 'Want', aldus Hoogeveen, 'nu er inzicht is in de stand van de samenwerking begint het eigenlijk pas.' Christel van Vugt (VHN) behandelde in vogelvlucht de belangrijkste uitkomsten van de enquête die bestond uit 100 basisvragen en ca. 140 vervolgvragen. De respons was bijna 100%, 106 huisartsenposten en 24 RAV's vulden de uitgebreide vragenlijsten in. - Het algemene beeld is dat er over de vier grote thema's in veel (maar niet alle) gevallen afspraken bestaan, dat deze vaak niet op papier staan en dat er kijkend naar de concrete invulling sprake is van grote diversiteit tussen de regio's. - Over het telefonisch overdragen van patiënten van huisartsenpost naar RAV en vice versa, kan worden gezegd dat de afspraken vaak weinig gedetailleerd zijn. - Een kwart van de huisartsenposten en een derde van de RAV's geeft aan knelpunten te ervaren bij de zorgverlening ter plaatse. - Waar de verdeling van verantwoordelijkheden is vastgelegd, is niet altijd duidelijk of dat door beide partners gezamenlijk is gedaan. HANDBOEK SAMENWERKING HAP+RAV │ September 2012 Vereniging Huisartsenposten Nederland Postbus 2672 3500 GR Utrecht 030 - 282 37 88
[email protected] www.vhned.nl Ambulancezorg Nederland Postbus 489 8000 AL Zwolle 038 - 422 57 72
[email protected] www.ambulancezorg.nl
3
- De beperkte mate waarin afspraken bestaan over de uitwisseling van patiëntinformatie
staat niet in verhouding met de grote behoefte daaraan die blijkt uit de enquête. Wat belemmert of bevordert de samenwerking? 'De rode lijn in alle kwalitatieve opmerkingen die we daarover hebben gekregen is in alle toonaarden de noodzaak om elkaar beter te leren kennen en begrip te ontwikkelen voor elkaars werkwijze', aldus Van Vugt. Uit een lange lijst destilleerde ze zes bevorderende factoren: - Een eenduidige en gezamenlijke visie - Eenduidige triage, in elk geval het spreken van dezelfde taal - Gestructureerd overleg (op bestuurlijk en directieniveau) - Gezamenlijk werkoverleg (werkvloer) - Afspraken over het werken op de regiogrenzen. - Duidelijke werkafspraken en protocollen.
De stip op de horizon van Martin Bontje (voorzitter VHN) 'Er zal het nodige veranderen, maar huisartsenzorg en ambulancezorg zijn wat mij betreft te onderscheidend om helemaal in elkaar te schuiven. Mijn stip op de horizon is een samenwerking die zo nauw is dat de communicatie volstrekt vanzelfsprekend en vloeiend verloopt. Zo vanzelfsprekend dat patiënten niet meer merken dat ze met twee gescheiden organisaties te maken hebben. De kunst wordt dus - wetende dat patiënten zich niet altijd bij het juiste loket melden - om het achter de voordeur goed met elkaar te regelen. Het project Samenwerking HAP+RAV geeft daarvoor handvatten. Het succes van dit project, en eerder van het project HAP+SEH, zit hem er in dat men op regionaal niveau, op de posten en bij de RAV's, vaak worstelt met de praktische uitvoering, hoe doen we dat nou concreet: samenwerken met de HAP, de SEH, de RAV, de GGZ? De handboeken geven netjes gebundeld praktische informatie: waar moet je afspraken over maken, voorbeeldprotocollen, weetjes. En dat helpt ontzettend, anders gaat iedereen het wiel zitten uitvinden. Het bijzondere aan de handboeken is ook dat het niet één model voorschrijft. De regio's kunnen hun eigen invulling geven afhankelijk van hun specifieke omstandigheden. Dat is belangrijk, want samenwerkingsafspraken moeten knetterhard zijn en precies passen. De casus die we hebben besproken op de slotbijeenkomst laten goed zien dat er geen ruimte is voor vrijblijvendheid. Het gaat echt ergens over!'
De beleidsagenda van VHN en AZN 'Toch zeker 6 miljoen keer per jaar', rekende VHN-directeur Hansmaarten Bolle voor, 'doet een patiënt een beroep op een huisartsenpost of een RAV omdat hij denkt acute zorg nodig te hebben.' Bolle benadrukte dat patiënten lak hebben aan domeingrenzen en afspraken over de verdeling van verantwoordelijkheden: 'Het is aan ons om te zorgen dat deze patiënt juiste zorg op de juiste plek krijgt, op tijd en door de best gekwalificeerde hulpverlener'. De eerste lijn is aan zet, vervolgde hij. Natuurlijk heeft de zorg te maken met kosten die de pan uitrijzen, maar het gaat in de krant en op televisie juist ook over de vraag of patiënten de goede zorg krijgen. Samenwerking is daarbij cruciaal. Bolle: 'We hebben goede professionals nodig die hun vak verstaan en die in staat zijn met vakgenoten HANDBOEK SAMENWERKING HAP+RAV │ September 2012 Vereniging Huisartsenposten Nederland Postbus 2672 3500 GR Utrecht 030 - 282 37 88
[email protected] www.vhned.nl Ambulancezorg Nederland Postbus 489 8000 AL Zwolle 038 - 422 57 72
[email protected] www.ambulancezorg.nl
4
in een ander segment dezelfde taal te spreken, die verantwoordelijkheden niet afschuiven, maar delen.' Samenwerking moet in de regio vorm krijgen, vindt Bolle. Het drukbevolkte grootstedelijk westen kent immers een andere infrastructuur en andere problematiek dan Drenthe of Zeeland. Maar landelijke spelregels kunnen behulpzaam zijn. In de beleidsagenda 2013-2014 spreken VHN en AZN daarom af een kwaliteitskader te ontwikkelen dat ingaat op de triage (één taal), de taakverdeling, de verdeling van verantwoordelijkheden en de uitwisseling van patiënteninformatie. Daarbij bepleitte Bolle experimenteerruimte: 'Regionale experimenten waarbij we de schotten in de bekostiging en de verantwoordelijkheden een beetje los mogen laten, zodat we misschien verder komen.' Ook onderzoek maakt deel uit van de beleidsagenda, denk aan onderzoek naar triage, de kwantiteit en kwaliteit van zelfzorgadviezen, en de gevolgen van de meldkamer nieuwe stijl. Reactie Leon van Halder, directeur-generaal curatieve zorg (VWS) Nadat hij uit handen van VHN-voorzitter Martin Bontje de Beleidsagenda en het Handboek had ontvangen, complimenteerde Van Halder de aanwezigen met de voortvarendheid waarmee de oproep van VWS in de discussienota 'Goed op Tijd!' is opgepakt. 'Een goede zaak, innovatie hoort ook uit het veld zelf te komen', aldus Van Halder. Huisartsen, huisartsenposten en RAV's zijn steeds vaker op elkaars werkterrein bezig. Dat vraagt om heldere afspraken. Daarnaast gaan de zorgverzekeraars, aldus Van Halder, de acute zorg in de tweede lijn herstructureren en daarbij opnieuw kijken naar de SEH's. 'Dat zal er ongetwijfeld toe leiden dat een deel van de zorg bij u terecht komt.' Ook wees hij op het explosief toenemende aantal chronische patiënten. 'Er komt dus veel op u af. Steeds meer zult u er moeten zijn.' Het project samenwerking HAP+RAV vormt volgens Van Halder een goede basis om zich op deze ontwikkelingen voor te bereiden.
De stip op de horizon van Cilie Alberda (beleidscoördinator VWS) 'Samenwerking tussen zorgverleners in de acute zorg is bijzonder belangrijk. Het initiatief van VHN en AZN om de twee belangrijke voorzieningen in de spoedzorg bij elkaar te brengen is dus een goed initiatief en wij zijn heel tevreden met de uitkomst. Ik wil beide partijen graag nog eens meegeven dat de betaalbaarheid en de houdbaarheid van de zorg begint te kraken en dat ook huisartsenposten en RAV's middelen en menskracht efficiënter moeten gaan gebruiken. Samenwerking brengt bovendien de verschillende culturen van zorgaanbieders dichter bij elkaar, de lijnen worden immers korter en men kijkt bij elkaar in de keuken. Zo ontstaat een basis voor wederzijds vertrouwen. Mijn stip op de horizon is dat wat we nu nog ervaren als verschillende domeinen in de acute zorgketen steeds meer in elkaar over gaat vloeien. Daar moeten we aan werken in het belang van een snelle , adequate behandeling van de patiënt met een acute zorgvraag. Heel belangrijk in het samenwerkingsproject vind ik het vaststellen van een gezamenlijk kwaliteitskader: de eisen en normen waaraan minimaal moet worden voldaan. In feite is dat de start voor verbetering van de samenwerking. Ook vind ik het belangrijk dat de partijen met elkaar een visie opstellen op de acute zorg. Dat moet natuurlijk niet ontaarden in jarenlange discussies, maar in die zin biedt het kwaliteitskader een concreet handvat om nu ook echt aan de slag te gaan. Het project Samenwerking HAP+SEH heeft gewerkt als een vliegwiel,
HANDBOEK SAMENWERKING HAP+RAV │ September 2012 Vereniging Huisartsenposten Nederland Postbus 2672 3500 GR Utrecht 030 - 282 37 88
[email protected] www.vhned.nl Ambulancezorg Nederland Postbus 489 8000 AL Zwolle 038 - 422 57 72
[email protected] www.ambulancezorg.nl
5
die samenwerking is nu algemeen beleid. Ik hoop dat dat met HAP+RAV ook gebeurt. Als VWS willen we daarbij graag betrokken blijven.'
HANDBOEK SAMENWERKING HAP+RAV │ September 2012 Vereniging Huisartsenposten Nederland Postbus 2672 3500 GR Utrecht 030 - 282 37 88
[email protected] www.vhned.nl Ambulancezorg Nederland Postbus 489 8000 AL Zwolle 038 - 422 57 72
[email protected] www.ambulancezorg.nl
6