Verslag van diner “Energie & Omgeving”, 4 november Utrecht. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft de ambitie om de besluitvorming over energieprojecten anders te gaan doen. EZ vindt een duurzame relatie met de omgeving, waarbij transparante besluitvorming en vroegtijdige participatie centraal staan, van groot belang. Daarom is op 4 november door vertegenwoordigers uit de energiesector, maatschappelijke organisaties, overheden en kennisinstellingen meegedacht over omgevingsmanagement. Nederland heeft een forse doelstelling om de energievoorziening te verduurzamen: 14% hernieuwbare energieopwekking in 2020, 16% in 2023 en een volledig duurzame energievoorziening in 2050. Het belang en de urgentie wordt breed gevoeld (bij het bedrijfsleven, in de politiek en in de samenleving). Maar de realisatie verloopt niet overal soepel. De ruimtedruk is hoog in Nederland en op veel plaatsen is er verzet vanuit de lokale gemeenschap, zoals tegen de komst van grootschalige windparken. Willen we dat de energietransitie slaagt en we de energiedoelstellingen gaan halen, dan zullen we op een andere manier om moeten gaan met de omgeving. Dat is de boodschap die uit de kabinetsreactie op het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid naar de gaswinning in Groningen naar voren komt. Daarvoor is omgevingsmanagent cruciaal en daarom heeft het kabinet aangegeven met een visie op omgevingsmanagement te komen. Deze visie stuurt EZ in december aan de Tweede Kamer. Een dergelijke visie is alleen effectief als deze gebaseerd is op de kennis, inzichten en ervaringen van organisaties die een rol spelen bij de verduurzaming: overheden, sector, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. En er sprake is van een gedeelde opvatting over wat er nodig is om de besluitvorming over energieprojecten te verbeteren en wie daarbij wat gaat oppakken. Het ophalen van kennis, inzichten en ervaringen en zo bouwen aan een gedeelde opvatting was het doel van de bijeenkomst. Dit 1. 2. 3. 4.
is gedaan in een viertal ronden: Hoe zie je EZ opereren in het veld? Wat gaat goed, wat kan beter? Ronde 1 thematafels: wat zijn je ervaringen rond het thema? Ronde 2 thematafels: welke toekomst zie je voor je? Ronde 3 thematafels: wat is ervoor nodig, wie doet wat?
Thema’s: i. Omgevingsmanagement, wat is dat eigenlijk? ii. Omgevingsmanagement als organisatiecompetentie iii. Omgevingsmanagement en financiële participatie/compensatie iv. Omgevingsmanagement: wie neemt welke verantwoordelijkheid? v. Omgevingsmanagement en de gebiedscoördinator
Aanwezigen: Energie Nederland Duurzame Energiekoepel Windunie TenneT
Gasunie Liander/Alliander NWEA Nuon RWE/Essent Stedin Raedthuys / Pure Energie Yard Energy Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines IenM IPO UvW Universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit TU Delft Vereniging Heidemij Platform Omgevingsmanagement Min Algemene Zaken Wesselink VanZijst Ministerie van EZ
Walter Ruijgrok Monique van Eijkelenburg Eelco Bots (Windunie Development) Thomas Aksan (sr. Omgevingsmanager wind op zee) Marcel Doyer (PA) Age Yska (omgevingsmanager) Zita van Aggelen (strateeg assetmanagement) Rik Harmsen Judith Jehee Birgitta vd Sande (permit officer) Lida Rietveld (omgevingsmanager, woordvoerder) Arthur Vermeulen Martin Oldenbeuving Rob Rietveld (directeur) Hans de Vries (RWS) Gerrie Fenten (IenM) Marten van der Gaag Rafael Lazaroms Martien Kuitenbrouwer (directeur van het Programme for Public Mediation) Alfons van Marrewijk (bijzonder hoogleraar bedrijfsantropologie) Sabine Roeser (hoogleraar) Erik van Essen (projectadviseur) Aimée Mostert (bestuurslid) Guido Rijnja, communicatieadviseur Monique Broekhoff Meindert Smallenbroek, directeur Vera Pieterman, plv directeur Paula Westhoven, clusterleider Lennert Goemans, projectleider Marianne Zuur, facilitator Ruth Schipper, projectleider energiedialoog
1. Opwarm ronde: hoe kijk je naar EZ? Wat gaat goed, wat kan beter? Tafel 1. (facilitator Ruth Schipper / Paula Westhoven) Positief: grote betrokkenheid geloofwaardige rol als procesregiseur, informatie ontsluiten, ketens informeren . Vergt wel regio gevoel, goede ervaring in zeeland en noord holland Negatief: moet omgaan met complexe en amorfe bestuurlijke processen. Eigen Rol niet duidelijk. Slecht management en aansturing intern Ez. Onheus gebruik van rcr. Haagse stolp, onvoldoende omgevingssensitiviteit. Bvb: NO Polder Tafel 2. (facilitator Sabrina Pollarini /Marianne Zuur) Vraag: hoe kijk jij aan tegen EZ als het gaat om omgevingsmanagement, wat gaat goed, wat kan beter? Motto: Energieprojecten van ‘moetje’ (omdat het nu eenmaal moet) naar ambitie 1. Zorg voor een aansprekend verhaal Een eerlijk verhaal, met perspectief. Denk aan het ‘droge voeten’ verhaal van RWS Neem daarin mee: • Transitie (nut & noodzaak van energieprojecten) • Iedereen gaat het merken (wordt meer zichtbaar) • Iedereen moet een steentje bijdragen 2. EZ moet zijn rol (blijven) pakken, maar minder regie, en minder rigide Van technisch-juridisch naar meer procesgerichte aanpak Meer gebiedsgerichte aanpak (met oog voor lokale belangen etc) 3. EZ moet beter gaan samenwerken EZ is gewend (geweest) om dominante speler zijn Meer open communicatie Meer ontschotten (samen optrekken met I&M, als rijk over de botsende belangen heen stappen) Tafel 3. (facilitator Lennert Goemans / Hans de Vries) • Openheid, bouwen aan relatie, vroegtijdig en informeel: mensen kunnen zelf tot conclusies komen; organiseer dat en koester dat. Niet wachten tot er een probleem is om met elkaar aan tafel te gaan zitten. Lastig: EZ blijft haags, heft geen regionale binding. • verhaal van de energietransitie is nodig; dit is de license to operate in concrete gebieden en projecten. Onderbouwing nut & noodzaak die ook door wethouders lokaal uit te leggen is. • bestendig de opgebouwde relatie. Het moet in de genen komen, dat kost tijd en vergt politieke steun en standvastigheid. Tafel 4. (Vera Pieterman / Freija Lekkerkerker) Wat gaat goed? • Er is heel veel kennis en know how aanwezig bij EZ. • Gevestigde partijen hebben een goede ingang bij EZ. • EZ pakt een faciliterende rol voor omwonenden van RCR-projecten om hun ideeën daarover uit te kunnen spreken. Wat kan beter? • Niet-gevestigde partijen vinden moeilijk hun ingang bij EZ. • EZ is zich te weinig bewust van haar eigen rol (meerdere petten) en wat die voor impact heeft op de boodschap die EZ uitdraagt. • Projecten duren vaak lang.
Thema’s 2. Thematafel 1: wat is omgevingsmanagement? Facilitator: Vera Pieterman Rapporteur: Freija Lekkerkerker Een veel gehoord misverstand is dat omgevingsmanagement het “managen van de omgeving” is. Dat is nadrukkelijk niet het geval. Omgevingsmanagement betreft het beïnvloeden van de uitkomst van een project, op basis van de belangen in de omgeving van dat project. Belangrijke ankerpunten daarbij zijn: vroegtijdig betrekken en in beeld hebben van de belanghebbenden; de omgeving moet invloed kunnen uitoefenen op de uitkomst van een project of de voorwaarden waaronder het gerealiseerd wordt; transparante besluitvorming: steeds moet voor iedereen herleidbaar zijn welke inbreng is geleverd en wat daarmee is gedaan; getrechterde besluitvorming: stapsgewijs inkaderen van de besluitvorming over het project: eerst besluitvorming over het probleem, vervolgens alternatieven en tot slot uitvoeringsvarianten. Als we met bovenstaande bril kijken naar de huidige praktijk van energieprojecten: wat gaat er dan goed en waar willen we het anders?
Ronde 1 “Maak het persoonlijk, wees duidelijk, betrek de mensen, neem ze serieus”. Als je naar mensen toe gaat voor hun verhaal, laat ze dan ook hun verhaal vertellen. En maakt mensen ook onderdeel van het volgende stuk in het verhaal. Als Rijk en initiatiefnemer met een project komen, laat het dan ook het verhaal van de mensen in de omgeving worden. Als je (als Rijk en initiatiefnemer) goed uitlegt waarom je een bepaald project wil realiseren of faciliteren, dan kan het ook het verhaal van de omgeving worden. Maar: dan moet je mensen wel de tijd geven om mee te groeien in de kennis. Dan laat je zien dat je mensen serieus neemt als dialoogpartner. Op dit moment gaan Rijk en initiatiefnemer vaak te snel op dit punt. Hoe? è Internet is een slecht medium daarvoor. è Keukentafelgesprekken werken goed “de actiegroep die anti het project mag zijn heb je nodig om emoties de ruimte te geven” “hou de actiegroep die alleen maar tegen het project is gescheiden van de dialoogtafel.” “Als je mensen meeneemt in het proces dan accepteren ze het.” Initiatiefnemer: wij hebben ons ook niet gerealiseerd dat wij als initiatiefnemer verschillende petten en rollen hebben. Daarbij komt dat je als initiatiefnemer een business case hebt omdat je nou eenmaal een bedrijf bent en geld moet verdienen. Dat betekent dat je je proces inricht op de business case. Je kunt niet zo makkelijk daar van afstappen als er inspraak komt. Ook maakt dit dat initiatiefnemer niet altijd volledig transparant kan zijn. Het is niet fijn om verschillende rollen te hebben. RUG: je moet weten wat je wil managen en welk doel je hebt. Overheid en bedrijven denken heel goed te weten wat omwonenden willen. Als je onderzoek naar de wensen van omwonenden doet door
bijvoorbeeld keukentafelgesprekken kun je er achter komen hoe omwonenden werkelijk tegen projecten aankijken. Kijk uit met informatie-avonden als enige contactmoment met omwonenden. Het is vaak een platform voor actiegroepen meer dan een plek waar de dialoog nog gevoerd kan worden. Je kunt beter een kader maken waarbinnen je duidelijk bent over rollen en doelen zodat je verwachtingen helder en duidelijk zijn. Belangrijk hierbij is dat de zender van de informatie (de boodschapper) vertrouwen geniet. initiatiefnemer: wij als initiatiefnemer hebben nooit vertrouwen. De overheid monopoliseert de keuze voor waar windenergie kan en de initiatiefnemer mag vervolgens die keuze aan de omwonenden gaan uitleggen. En dat gaat niet als je geen vertrouwen hebt. Dus: de overheid moet meer regie nemen om de dialoog te voeren. “EZ stimuleert innovatie en technologische vooruitgang maar de keerzijde daarvan is dat turbines steeds groter worden en meer weerstand opleveren.” Tips: • Eerder beginnen met omgevingsmanagement: kan de overheid in de verkennende fase al gaan luisteren?; • Een neutrale moderator; • Maak omwonenden probleemeigenaar zodat ze kunnen bijdragen aan de oplossing van iedereen. Gebruik emoties als beginpunt van je dialoog want daar zitten de waarden in die in het geding zijn. Emoties + onderliggende waarden = randvoorwaarden. Rode draad: • Duidelijk maken wie welke rol heeft en wat daarbinnen de bewegingsruimte is. • Start de dialoog vroeg. • Luister echt. • Geef ruimte aan emoties want daar zitten de waarden en belangen die men probeert te behouden en behartigen. Ronde 2 Pas bij de Raad van State komen principiële keuzes aan de orde die bij het vaststellen van de SWOL gemaakt zijn. “Draagvlak creëren heeft nu vaak de connotatie: ‘wij komen wel even uitleggen waarom dit ook jouw probleem is’” Timing is key: wanneer begin je? De ervaring is dat je altijd te vroeg of te laat bent. Of het project is nog te vaag of te ver in de toekomst, of het project is al in een vergevorderd (politiek-bestuurlijk) stadium. Tips: • Transitierituelen zijn belangrijk bij veranderingen. Gebruik dat in je project: kick-of meeting, 1e turbine geplaatst, nodig mensen uit om door een tunnel te fietsen, in de turbine te klimmen etc. oftewel: markeer gebeurtenissen op een positieve manier. Daardoor voelen mensen zich op een positieve manier betrokken.
• •
Wees voorzichtig met aannames. Weet je echt wat mensen willen? Dus: check je aannames en acteer op je bevindingen. Werk samen met andere belanghebbende zoals NGO’s. Moet je bodemonderzoek doen? doe meteen een natuuronderzoek.
Rode draad: • 2 petten van EZ (doelstelling 6000 MW in 2020 vs. veiligheid/draagvlak) is een probleem: EZ kan niet tegelijkertijd haar eigen belang van de doelstelling vertegenwoordigen en een neutrale procescoördinator zijn. • Vergroot het probleemeigenaarschap bij omwonenden • Check je aannames en acteer daar op Ronde 3 Wat kan EZ doen? • Meer communiceren over feiten. Gebruik bijvoorbeeld een Laan voor de Leefomgeving om onderzoeksresultaten tav geluid, licht, flora- en fauna te presenteren. • Laten zien wat al gedaan is. • Positieve zaken benoemen. • Vermijd jargon. • Een omgevingsvisie die uitgedragen wordt door EZ EN IenM. • Projectmanagement is ook: nu ga jij dit doen. Je hebt regie op het proces en stuurt mensen aan. • Investeer tijd en energie aan de voorkant, wees dan oprecht en eerlijk en breng informatie en duidelijkheid. • Laat processen parallel verlopen. • Zorg dat je nog bewegingsruimte hebt. • Probeer maatwerk mogelijk te maken. • ‘goed geïnformeerd improviseren in je procesrol’ • Het idee om kennisplatforms tav omgevingsrecht en energieprojecten te faciliteren oogst veel lof en enthousiasme. • Zolang burgers en betrokkenen niet bekend zijn kan een initiatiefnemer ze niet betrekken. Vaak zit je al vrij ver in het project voordat je weet wie je omgeving is: op het moment dat de locatie al gekozen is. Dat beperkt je bewegingsruimte. De doelstelling (en voor EZ haar rol als hoeder daarvan) hangt dan als een molensteen om je nek.
3. Thematafel 2: Omgevingsmanagement als organisatiecompetentie Facilitator: Marianne Zuur Rapporteur: Meindert Smallenbroek Verschillende organisaties houden zich bezig met de omgeving: zowel sector, regionale overheden, rijksoverheid en maatschappelijke organisaties. Omgevingsmanagement is geen trucje dat je bij één persoon kunt beleggen. Het betekent iets voor de gehele organisatie: voor projectleiders, contractmanagers, directie. Het betreft kortom een competentie die in de gehele organisatie aanwezig moet zijn. Wat is ervoor nodig om een dergelijke cultuurverandering in organisaties vorm te geven? Waar lopen organisaties tegenaan die hier mee bezig zijn? Welke inspirerende voorbeelden zijn er voorhanden uit andere sectoren zoals water en infrastructuur? Ronde 1 ervaringen organisatiebrede invoering is nog een uitdaging. Gestart met aanstellen omgevingsmanager bij afdeling asset management omdat daar de planvorming start. Organisatiebreed, over alle onderdelen heen, is ingewikkelder - in alle bedrijsonderdelen doen en op elkaar aansluiten. Organisaties veelal verzuild. Commitment/statement CEO heel belangrijk voor doorwerking in organisatie.
-
-
-
-
Maar ook om persoonlijke competenties: het gaat goed waar medewerkers het vanuit de eigen intrinsieke waarden doen. Dan overbruggen en verbinden ze de onderdelen. Deadline en budget maken dat mensen in de oude reflex schieten. Het is belangrijk dat het in de genen van de hele organisatie komt. Het zijn lange processen die veel menskracht en energie kosten. Dat iedereen leert denken vanuit het 'wat gaat dit doen in de omgeving', en leert luisteren naar belangen. Oppassen dat de gevoerde gesprekken niet op stapel belanden en er nix mee gebeurt. Succesfactor is als organisaties ook gaan samenwerken in een gebied; wees duidelijk over wat je gaat dien. Bij gemeentes heet OM gewoon projectleider. Zoek verbinding tussen OMers, om met elkaar te leren - Platform OM energiecoöperaties hebben minste menskracht en ervaring. De grote organisaties hebben de mensen wel maar missen het vertrouwen. We zien succes als coöperaties en de grote energiebedrijven gaan samenwerken. Maar de overheid moet dat NIET verplicht gaan stellen! Bij grote bedrijven met veel assets in fossiele tak veelal nog lange weg te gaan. Diversiteit in de organisatie nodig. Organisaties die diversiteit meer spreiden, doen het beter Kamp en Schultz zouden de OMvisie samen moeten opstellen organiseer tegenspraak. Voorkom dat leiders mensen van hun eigen kleur aannemen. Luisteren moet je leren. En luisteren is een talent.
waar gaat het goed? Wat is dan het succes? Investerings/netwerkplannen al omgevingsbestendig maken (voorbeeld Liander) Tennet: bezig de WOL netinpassing van sluitstuk naar proactief te trekken. We zoeken hierin provincies op, en IN, met de vraag Hoe kunnen we de inpassing aanvliegen? In Zeewolde boeken we succes. We vertellen hoe onze wereld in elkaar zit,men dat geeft begrip. Burgers komen in beeld zodra de plannen met wind redelijk concreet zijn. Eerder creëer je onrust omdat dan nog onzeker is of het win dpark en dus de netaansluiting er moet komen. Voorbeeld RWS: doe het niet als organisatie alleen, maar vooral ook samen. Goede voorbeelden zijn ring A10, en A2 tunnel bij Maastricht. In beide projecten hebben we een projectorganisatie gemaakt met alle betrokken organisaties - RWS als IN en de overheden. Bij A10 nodigt projectteam zelfs regelmatig het buurtkplatform uit. je moet het succes verdienen. Ook aan de top van het bedrijf. Met goede voorbeelden komen. Besparen door je plan, de mensen hebben betrokken. Dan gaat de directie om. succes is als je elkaar hebt leren begrijpen, een lerende organisatie hebt gemaakt, elkaars taal hebt leren spreken. Heb interesse in de ander. Maak het persoonlijk. Dat vraagt lef Ronde 2 - toekomstbeeld -
-
Laten we met elkaar die lerende organisatie maken, met alle organisaties die met OM te maken hebben: begin met een publiek privaat ontwikkelgroepje van projectleiders dat intervisie doet, en ook terugkoppelt aan bestuurders, die ook onderling intervisie doen. begin met een goede definitie van rollen. Doe een consultatie voordat je een project definieert. Heb het lef om je open te stellen voor andere oplossingen. Begin klein, met keukentafel gesprekken voordat je informatieavond houdt. we moeten ook van barrières in ons hoofd af. Speelruimte nemen en vertrouwen hebben Mobiliseer de boosheid, dit is energie. En te kantelen naar positieve ontwikkeling
Ronde 3 - stappenplan duidelijk zijn over wat er moet gebeuren (nut en noodzaak), met de omgeving praten over het HOE. de HOE-vraag beantwoorden op kleine schaal in het dorp, last het besef ontstaan # energiedialoog. Vaar niet teveel op coöperaties (realiteitszin). Trek de tegenstanders juist aan boord. En obv de feiten (hoeveel zon, wind heb je dan nodig?) confronteren met de consequenties van keuzes (dat kost dan... Weiland).
-
-
geef ruimte in je nationale omgevingsvisie, wees niet directief. energiedialoog: maak je omgeving onderdeel (eigenaar) van de transitie. En maak een mooi verhaal! Voor initiatiefnemers: in de planfase al met de omgeving gaan praten en dan pas een definitief project maken. Uitleggen waarom we iets willen in het gebied. nog meer tegen de lokale overheden aanschurken, en kwetsbaar durven opstellen: aangeven dat je het ook niet weet. Voorbeeld: aangeven dat het beter is om een nul op de meter wijk te vormen ipv gasleiding vervangen. Maar hoe. Er is ruimte nodig voor creativiteit. Stap 1 omgevingscommunicatie verankeren. Tweede stap is dat de voedingsbodem, het gesternte, sterker moet worden. De overheid moet de nut en noodzaak boodschap gaan uitdragen.
4. Thematafel 3: Omgevingsmanagement en financiële participatie/compensatie Facilitator: Paula Westhoven Rapporteur: Ruth Schipper Er zijn twee vormen van financiële participatie. Allereerst de mogelijkheid voor omwonenden om mee te investeren in energieopwekking. Anderzijds arrangementen zoals een gebiedsfonds waardoor lusten en lasten beter verdeeld worden. Daarnaast is er (wettelijke) compensatie voor ondervonden nadelen. Vragen die hierbij spelen: hoe cruciaal is financiële participatie als instrument bij omgevingsmanagement? Wat zijn leerervaringen die benut moeten worden om hieraan invulling te geven? Wie moet ermee aan de slag? Moeten er regels of afspraken komen voor nadeelcompensatie, anders dan bij wet geregeld? Ronde 1 Financieel delen , compensatie, heeft al een negatieve connotatie. Frame het positiever: start bij ownership. Niet "decide announce defend", maar liever " dialogue decide deliver". Behoefte aan duidelijke visie vanuit de overheid met gevoel voor urgentie bij de burger met appel aan touch points: wat betekent het voor de eigen belevingswereld. Financieel delen in een coöperatie werkt wel, maar pas vanuit een positieve grondhouding. Dan helpt het de energieke samenleving: coöperaties hebben dat eigen lokale gezicht. In allianties met grotere energiebedrijven helpen ze wegbereiden. Ronde 2/3 Weerstand in de samenleving komt vanuit angst ( financieel nadeel ) en niet zien van de bredere maatschappelijke baten . Gevoel van urgentie nodig: zowel vanuit overheid alsook de energiebedrijven ( deze komen daar echter nog niet goed mee uit de voeten, hebben wel positief raakvlak met de burger als het gaat om energiebesparing maar worden evengoed gewantrouwd als het gaat om de redenen achter duurzame opties). Omgaan met Weerstand: financiële nadelen zijn in principe al afgedekt door voldoen aan normen en vergunningstrajecten dus het gaat bij projectrealisatie om het omgaan met et laatste beetje weerstand tegen het ingrijpbare . Dat betekent lastige manoeuvres en calculaties van te investeren tijd moeite en geld binnen de marges van de business case tegenover een mondige en calculerende burger. Bijstand vanuit de overheid helpt: en wsl niet door bijdragen aan slimmere compensatie schemes maar liever in het wegnemen van de bron van de weerstand.
5. Thematafel 4: omgevingsmanagement, wie neemt welke verantwoordelijkheid? Facilitator: Lennert Goemans Rapporteur: Hans de Vries Rijk, regionale overheden, initiatiefnemers en maatschappelijke organisaties hebben ieder een eigen en belangrijke verantwoordelijkheid bij de besluitvorming over projecten. Regionale overheden zijn bevoegd gezag voor vergunningen, hebben eigen ambities t.a.v. energietransitie en vertalen dit op beleidsniveau in structuurvisies, bestemmingsplannen en inpassingsplannen. Het rijk coördineert bij grote projecten de vergunningen en is bij grote projecten verantwoordelijk voor het vaststellen van een inpassingsplan. Initiatiefnemers zijn verantwoordelijk voor het voorbereiden van de besluitvorming over hun project, het aanvragen van vergunningen en de realisatie. En het betrekken van de omgeving daarbij. Maatschappelijke organisaties vertegenwoordigen belangen waartoe het project zich moet verhouden. Allemaal vervullen zij een rol met betrekking tot omgevingsmanagement. Maar wie heeft in welk stadium welke verantwoordelijkheid en hoe maken we dat waar?
Ronde 1. Wat zijn de ervaringen? Er treed vooral verlies van contact met omgeving op tussen fase overgangen (van beleid naar verkenning naar planuitwerking naar realisatie en beheer). En tussen lagen: van rijk naar provincie naar gemeente. In de faseovergangen wordt te weinig energie gestopt. Crux is wederkerigheid: heb oog voor wederzijdse belangen. Voorbeeld gebiedsregisseur gasstation Wijngaarden: ook oor hebben voor lokale problemen, een rol pakken in het oplossen zonder verantwoordelijk te zijn; dergelijke rol is juist voor initiatiefnemer belangrijk. Kweekt goodwill en eigenaarschap Afschuiven verantwoordelijkheden is killing. Niet te veel afbakenen. Integrale verantwoordelijkheden, samen sta je voor een opgave vanuit elk een eigen rol. Rolinvulling is nu nog teveel afhankelijk van een persoon of een project. Wordt niet goed georganiseerd vanuit de top. Commitment top is randvoorwaarde. Omgevingsmanagement geen onderdeel van aanbesteding bij aannemers, in tegenstelling tot weg/waterbouw sector. Duurzame energieopwekking en specifiek windenergie heeft te maken met meer weerstand dan conventionele projecten. Daarom is goed omgevingsmanagement bij deze projecten nog belangrijker. Rijksbeleid is nu vastgelegd in structuurvisies, maar wordt in regio niet herkend. Met name Structuurvisie Wind op Land. Betrokkenheid lokale overheden bij rijksplanproces cruciaal Laveren tussen ruimte geven en kaders bewaken. Men ziet bij EZ nu vooral het laatste. Ronde 2/3 wat zou je willen en wat is ervoor nodig? Geen harde overgangen tussen fasen. Contactpersonen laten meelopen door de faseovergangen. Regiegroep van overheden, NGO’s, ontwikkelaar, omwonenden. Continuïteit in de bezetting (personen!) is daarin belangrijk. Goed kaders verankeren: MW, voorwaarden. Vervolgens loslaten door rijk en regionale proces werk laten doen (wel goed monitoren, kaders bewaken!). Regieplan zou dit kunnen zijn. Kader moet ook gemeenschappelijk zijn, met gedeelde uitgangspunten. Per fase een leider/trekker benoemen. “dynamisch leiderschap”: mensen zelf tot conclusies laten komen is belangrijk; “wisdom of the crowd”, keukentafelgesprekken. Lokale overheid meer inzetten als intermediair. Rijk/provincie voor bewaken kaders, lokale overheid laten zoeken naar ruimte voor oplossingen. Invulling energiedoelstelling decentraliseren; per energiesoort lokaal debat; brede maatschappelijke discussie over energiemix. Belangrijk daarbij: betere onderbouwing van nut&noodzaak windenergie.
-
Op lokaal niveau betekenisvol en concreet maken. Nieuwe iconen creeeren Frustraties zorgen voor een negatief beeld. Omarm of ontkracht frustraties Www.omgevingswijzer.nl vroegtijdig inzetten
6. Thematafel 5: de gebiedscoördinator: must-have of brevet van onvermogen? Facilitator: Sabrina Pollarini Rapporteur: Gerrie Fenten Verschillende keren is in de 2e Kamer gesproken over betrokkenheid van bewoners bij windenergieprojecten. Het inzetten van een gebiedscoördinator bij Wind-op-Land projecten, zoals bepleit in een motie van van Veldhoven c.s.1, heeft de minister van EZ inmiddels toegezegd voor de windparken N33, Fryslan en Drenthse Monden en Oostermoer. Onder welke omstandigheden en in welk stadium is de inzet van een gebiedscoördinator gewenst? In wiens opdracht opereert hij/zij en met welk mandaat? En waaruit bestaat zijn opdracht idealiter? Terugkoppeling ronde 1 – Heden & verleden De rode draad: 1. Nog onbekend fenomeen 2. Verschillende beelden 3. Leer van anderen •
•
•
• •
De ‘gebiedscoördinator’ is nog een onbekend fenomeen. Wat is dat, wat doet zo iemand, in opdracht van wie? Nu alleen voor gebieden waar grootschalige windenergie kan komen (SV Wind op land) en waar problemen zijn. Wat is het verschil met een omgevingsmanager? Behoefte aan een definitie, dan wel rol & taakafbakening. Enige ervaring met een gebiedscoördinator/omgevingsmanager aan tafel: rol Piet Sinke bij windmolenproject in Zeewolde. Oliemannetje, iemand die de belangen goed verkend en mensen een spiegel voorhoudt. De buitenwereld binnen haalt. Veel techneuten zijn gewend om te denken in processen, denken van binnen naar buiten (wat is nodig om – liefst snel – resultaat te behalen?). Iemand die van buiten naar binnen kan denken is van grote waarde voor het project. Organisaties die niet betrokken zijn bij grootschalige windenergie kennen fenomeen van gebiedscoordinator niet. Ze hebben wel vaak een gebiedscoordinator maar die heeft bij iedereen een andere invulling. Meestel worden, redenerend vanuit een project de contacten met de omgeving voor dit project vanuit een organisatie gebundeld. Omgevingsmanagement doen we er veelal ‘een beetje bij’. Heeft niet overal de positie die het verdient. De ervaringen binnen de verschillende organisaties aan tafel lopen uiteen. Van plooien glad strijken (Tennet) tot aan vereiste competentie van een projectleider (Windunie). Lliander: we gaan pas sinds kort (weer) werken met accountteams per regio, gebiedsgericht, met een regisseur op het proces. Gebiedscoordinator zou ook iemand kunnen zijn die, namens diverse stakeholders, in een gebied gaat kijken welke kansen en mogelijkheden er zijn voor duurzame energie. Voor gebiedsprocessen belangrijk om allemaal uit te gaan van dezelfde feiten. Feiten bekijken irt Laan voor de Leefomgeving • Leren van Waterschappen ( overloopgebieden), waar het onderdeel is van het proces, omgeving wordt betrokken in creatieve sessies, bv met studenten etc. Leren van Ruimte voor de Rivier (RWS)
1
Motie nr. 273, lid van Veldhoven, voorgesteld d.d. 13 januari 2015: “De Kamer, gehoord de beraadslaging, overwegende dat het bij windenergieprojecten van groot belang is dat mensen kunnen meepraten en alternatieven kunnen aandragen; verzoekt de regering om per windenergiegebied in de rijkscoördinatieregeling een externe gebiedscoördinator aan te stellen om participatie en draagvlak en nadeelcompensatie af te stemmen, en gaat over tot de orde van de dag.
Terugkoppeling ronde 2 & 3 – Toekomstbeeld & stappenplan De 1. 2. 3. 4.
rode draad: Behoefte aan een (lokale) regisseur ‘met z’n tengels diep in het gebied’ Duidelijk beleidskader waarmee gebiedscoördinator aan de slag kan Gezamenlijk opdracht geven Gebiedscoordinator moet flexibele oplossingsrichtingen verkennen. Er moeten nog keuzes gemaakt kunnen worden. En voor deze keuzes moet draagvlak kunnen zijn
Toekomstbeeld • Behoefte aan een (lokale)regisseur. Een soort informateur, iemand die zicht heeft op alle wensen en belangen. Iemand die veel in het gebied is en de wegen kent. ‘Met zijn tengels diep in het gebied’. Het spel beheerst en ervan geniet. Een vertrouwde zender voor alle betrokken partijen. Met statuur en kennis van zaken. Empatisch. Iemand die goed luistert en doorvraagt. • Maar ook: iemand die ervoor zorgt dat het verhaal en de feiten op orde zijn: taak, rol, doelstelling, welke ruimte is er. En: feiten waarmee vervormde argumenten ontkracht, van emotie ontdaan kunnen worden. Behoefte aan een goed verhaal over nut & noodzaak en feiten. • Is het iemand die voor een project het gebied in gaat? Of iemand die op een hoger abstractieniveau gaat verkennen welke mogelijkheden er zijn voor duurzame energie. En op basis van deze verkenning met stakeholders komt met een voorstel op de PJ in te vullen? • Iemand kan voor projecten pas het veld in als er een duidelijk beleidskader is! • Gebiedscoördinator kan heilzaam zijn, maar dan niet op het moment dat er nog weinig te kiezen of te verdelen valt, maar eerder in het proces. Bv: N33: dat is dus eigenlijk 6 jaar te laat. • Maar ook: het is nooit te laat!. Nu ontbreekt veelal het overzicht. En worden kansen niet benut. Een gebiedscoördinator kan op gebiedsniveau de verschillende belangen in beeld brengen en kijken waar door meekoppeling voordelen gehaald kunnen worden. Discussie over: Inzetten gebiedscoordinator als beleidskader vaststaat, of al eerder in het proces? Initiatiefnemer wel of niet mede-opdrachtgever? Idealiter: rijk, lokale overheid, initiatiefnemer gezamenlijk opdrachtgever en betalen ook elk 1/3. Maar uiteindelijk is niet belangrijk wie betaald (tegenover: wie betaald bepaal en waar ligt loyaliteit etc) Stappenplan Wat is er nodig? Een helder beleidskader, waarin ook taken, rollen, doelen en feiten zijn benoemd Wat kun jij doen? Leveren van informatie, feiten, input Mede-opdrachtgever Wat kunnen we samen doen? Gezamenlijke zoektocht, gezamenlijk opdrachtgeverschap Wat kan EZ doen? Helder beleidskader Opdracht voor beleidscoördinator Budget voor beleidscoördinator